Generaloberst Ludwig Beek 1880-1944

Dr. W. Greisetis

Oberstleutnant der Bundeswehr

Von der Herkunft wurzelte Ludwig Beek in zwei, zierkorps in Staat und Gesellschaft Preussens einander durchaus nicht erganzenden Tradi- oder der deutschen Mittel- und Kleinstaaten zu- tionslinien. Er entstammte zwar einer Soldaten- sammen. In der Monarchie der Hohenzollern be- familie, die über mehrere Generationen hinweg kleidete das in strenger Pflichterfüllung gegen- den Offizierberuf fast als Verpflichtung angese- über König und Staat aufgehende Offizierkorps hen hatte, doch es waren Offiziere der Armee ei- die herausragende Stellung als erster Stand, in nes deutschen Kleinstaates — Hessens — gewesen. den übrigen deutschen Staaten galt dieser elitare Die politische. militarische und gesellschaftliche Charakter des Offizierberufes jedoch nur sehr be- Bedeutung der Armeen der deutschen Klein- und dingt. Mittelstaaten war eine völlig andere als die des Der Vater Ludwig Becks war von der Familien- preussischen Heeres. Wahrend in der preus- überlieferung abgewichen und Industrieller und sischen Militarmonarchie die Armee sich zum Privatgelehrter geworden. Damit treffen wir auf Herzstück des gesamten Staatswesens heraus- die andere pragende Tradition, die von der Ju- gebildet hatte, war sie in den kleineren Staaten gendzeit her den geistig-politischen Horizont des mehr Dekoration des deutschen Partikularismus spateren Generalobersten bestimmte. In seinem als tatsachliches politisches Machtmittel. Damit Elternhaus erlebte er in konzentriertester Form hing aber auch wesentlich die Stellung des Offi- alle typischen Elemente des nationalliberalen

Het is een bekend verschijnsel dat een verslagen Toch verdienen zij hulde voor hun pogen, ophel- natie geneigd is na een schokkende nederlaag of dering te geven over wat er werkelijk is gebeurd. verloren oorlog te zoeken naar een zondebok die Het is immers de taak van de geschiedschrijver de kan worden beladen met het misnoegen van het waarheid aan het licht te brengen opdat het nage- ganse volk. Anderzijds is het begrijpelijk dat het slacht zijn voordeel zal kunnen doen met de uit het gros van de overwonnenen niet veel voelt voor een verleden getrokken lessen. In dat verband is stel- openlijk erkennen van zijn eigen aandeel in de col- lig lezenswaard hetgeen de historicus dr. Greise- lectieve schuld. Zo was het Duitse volk in de naoor- lis zijn gehoor voorhield in juni van het afgelopen logse periode maar al te zeer bereid de verant- jaar, toen hij voor de „Offizierschule des Heeres" woordelijkheid voor de Tweede Wereldoorlog een voordracht hield ter gelegenheid van de hon- vrijwel volledig te leggen bij Hitler en zijn trawan- derdste geboortedag van Ludwig Beek. Deze, die ten, en daarnaast zichzelf weer enigszins op te aanvankelijk gretig als trekpaard van het natio- richten uit de ellende door zich vast te klampen naal-socialistische karretje fungeerde en zich als aan de historische mythe van een omvangrijk bin- chef van de generale staf volkomen loyaal in dienst nenlands verzet tegen het nazi-regime. Het mytho- van de Führer stelde conform de traditionele op- logiseren van een in wezen toch schaarse en vattingen van de Pruisische officier, werd vanwe- zwakke oppositie leidde achteraf ook tot het cre- ge zijn rol in het Stauffenbergcomplot na de oorlog ëren van verzetshelden in aantallen die door de geroemd en verheerlijkt. Hij werd als het ware ge- werkelijkheid geenszins konden worden gerecht- pousseerd als een kroongetuige tegen een collec- vaardigd. Dat bij die gang van zaken dat etiket tieve medeplichtigheid van de en haar soms ook werd geplakt op personen die eerst te officierscorps aan de daden en misdaden van het elfder ure of nóg later tot inkeer waren gekomen, nationaal-socialistische stelsel. Hij werd ten voor- laat zich wel raden. Het trieste effect daarvan was beeld gesteld aan de nieuwe Duitse strijdkrach- dat het waarachtige verzet werd ontluisterd en dat ten. Hij werd „geannexeerd" als een van de weg- de ongeloofwaardigheid van de mythe ook het au- bereiders van de Bondsrepubliek en vooral van de reool van de ware helden aantastte. Bundeswehr. En hij werd „gebruikt", al naar het Duitse historici die zich hebben gezet aan het be- uitkwam. studeren van deze materie stellen zich daarbij Het is echter de vraag of daarmee zijn „historische vaak bloot aan felle kritiek van hun medeburgers. grootheid" precies i aangegeven. De Zwitserse

112 deutschen Bildungs- und Besitzbürgertums. Aus eine eigenartige Symbiose von soldatischem Wahl- der Erkenntnis heraus, dass dieses Bürgertum sei- Preussentum und nationalem, humanistisch ge- ne beiden grossen Ziele der nationalen Einheit bildetem Bürgertum; etwas zugespitzt formu- der Deutschen und einer liberalen Staatsordnung liert, den Versuch einer Synthese von Moltke und aus eigener Kraft nicht verwirklichen konnte. Treitschke. hatte es sich angesichts der erfolgreichen Politik Sein Berufswunsch war seit Jahren klar: Offizier; Bismarcks dem preussischen Staat zugewandt. Es sein Bruder hat spa'ter von der „angeborenen Lie- gab der nationalen Einheit die Prioritat und iden- be zum Soldatenberuf' berichtet. Obgleich von tifizierte sich nach 1871 mit dem deutschen Kai- Geburt Hesse, wahlte Beek nicht ein hessisches. serreich bismarckscher Pragung so eindeutig, sondern ein preussisches Regiment zu seiner er- dass die Geschichtsschreibung zu Recht gelegent- sten militarischen Heimat: am 12. Ma'rz 1898 trat lich vom „Reich des nationalen deutschen Bür- er in den Reichslanden Elsass-Lothringen. in gertums" spricht. lm Elternhause Becks wurde Strassburg. als Fahnenjunker in das preussische dieses starke und machtige Reich als Verwirkli- Feldartillerie-Regiment 15 ein. Dort wurde er chung der nationalen Wünsche und Sehnsüchte 1899 Leutnant und verbrachte die folgenden Jah- betrachtet. Das uneingeschrankte Bekenntnis zur re in der glanzlosen Routine des militarischen Monarchie der Hohenzollern und zur Vormacht- Ausbildungsalltags. Zeugnisse der Zeit schildern stellung Preussens im Reich bildete die Grundla- uns Beek als einen jungen Offizier, der dennoch ge des politischen Denkens, das sich an staatspoli- herausragte: eine strenge und selbstlose Pflicht- tischen, nicht an parteipolitischen Zielvorstel- erfüllung verband er mit Bildung, milita- lungen orientierte. rischem Können, klarem Urteilsvermögen und Der Besuch des Humanistischen Gymnasiums beeindruckender Sprachbeherrschung. Seine vermittelte dem jungen Ludwig Beek lebenslange Überlegenheit wirkte jedoch nie unkamerad- Bildungsfundamente, wobei gründliche Kennt- schaftlich. sie deutete nur auf die Möglichkeiten nisse in Literatur. Geschichte und Mathematik einer grossen Karriere hin. die Spannweite einer hohen Begabung offenbar- Eine wichtige Zasur brachte 1908 die Komman- ten. dierung zur Kriegsakademie nach Berlin. Damit iSo war die Jugend Becks charakterisiert durch geriet Beek erstmals in unmittelbaren Bezug zu der Institution, die sein berufliches Leben fortan ; T : : : : : : : : ; : : : : : :::::-:: :::::::::::x:::;j;^ bestimmen sollte, dem Generalstab. Aufgabe der historicus Burckhardt heeft over dat begrip eens gezegd: „Soms geeft de geschiedenis blijk, zich auf Vorschlag Scharnhorsts 1810 gegründeten plotseling in één enkele mens te willen samenbal- höheren militarischen Bildungsanstalt, die seit len. Die grote figuren ontpoppen zich dan als de 1858 den Namen Kriegsakademie führte, war die bundeling van het algemene met het bijzondere, Heranbildung militarwissenschaftlich geschulten van het statische met het dynamische, in één per- soon". En Burckhardt schreef de waarde van der- Führungsnachwuchses, der sich über die Lauf- gelijke grote persoonlijkheden toe aan hun uit- bahn der Generalstabsoffiziere für Aufgaben der straling op de medemens, die onmiddellijk aan- höheren Truppenführung qualifizierte. Seit 1872 voelt hier te maken te hebben met een waarlijk war die Kriegsakademie hinsichtlich ihrer wis- groot mens met hoogstaande normen en een senschaftlichen Ausbildungstatigkeit dem Chef schier onbegrensd vermogen tot helpen van „de vernederden en vertrapten die zich uit die schande des Generalstabes der Armee direkt unterstellt. willen omhoogworstelen' Damit strahlte aber auch auf diese militarische In de levensloop van Ludwig Beek concentreerde Bildungsinstitution als der Pflanzstatte der künf- zich, als in het brandpunt van een holle spiegel, de tigen Generalstabsoffiziere der von Moltke in den ganse geschiedenis van het Pruisisch-Duitse offi- Reichseinigungskriegen begründete Glanz und cierscorps: traditie en tragiek, kracht en zwak- heid, opkomst en ondergang. In die zin mag hij te- Ruhm des preussisch-deutschen Generalstabes. recht worden gerangschikt onder de grote Duitse Das Bewusstsein, zur spateren militarischen Füh- militairen van alle tijden. Maar daartegenover rungselite des Reiches in der Nachfolge Moltkes staat wel dat hij tevens was — zoals Muller hem ty- und dann Schlieffens zu gehören, hat die Absol- peert in zijn biografiestudie — „einer der geistig anspruchsvollsten Vertreter preussisch-deut- venten der Kriegsakademie im Sinne eines eli- scher Militarstaatstradition". Het is die intrinsieke ta'ren Korpsgeistes gepragt. Die Aufnahme in die tweeslachtigheid die uitstekend wordt belicht in Akademie erfolgte im übrigen aufgrund freiwilli- de voordracht die de redactie ter publikatie heeft ger Meldung und des Bestehens einer Eintritts- mogen verwerven en die ter lezing warm mogen worden aanbevolen. m prüfung, sie erforderte damit vom Bewerber beruf- lichen Ehrgeiz und Können.

113 Die dreijahrige Ausbildung beendete Beek 1911 den Rücken ge/allen. Es geschah in einem Augen- mit Auszeichnung als einer der Besten seines blick, wo das Heer, die Führung Alles, auch das Jahrgangs. Damit war seine Laufbahn vorge- Ausserste anspannen musste, urn den Durchbruch zeichnet, er wurde in den Grossen Generalstab, zu verhindern und damit die Gefahr einer Lage zu der für die Aufmarsch- und Operationsplanung beschwören, die zu einer unerhörten militar(i- und -führung des Reiches verantwortliche Kom- schen) Katastrophe geführt hatte. Wir waren also mandobehörde versetzt. völlig wehrlos nach hinten, völlig! (...) Ich kenne keine Revolution in der Geschichte, die so feige un- Den I. Weltkrieg erlebte Ludwig Beek als Ge- ternommen wurde, und die (...) mit absoluter Not- neralstabsoffizier verschiedener Führungsebenen wendigkeit die schwere Nol, in der wir schon langst an der Westfront. Von der Division über das stecken, noch verviel/acht hat, vielleicht zu völli- Korps bis zur Heeresgruppe bewahrte er sich in gem Untergang führt. Es ist ein Wahnsinn, einen der Entscheidungsvorbereitung ihm übertrage- Staat, der nur noch mit höchster Anspannung aller ner operativer Aufgaben. Zugleich macht uns Kraft und bei völliger Erhaltung seines komplizier- aber seine ausschliessliche Verwendung in Gene- ten Organismus aus der Niederlage in einen ertrag- ralstabsdienststellungen deutlich, dass Beek sei- lichen Frieden und eine gesunde Friedenswirtschaft nem Wesen nach primar ein Mann des Wagens, hinüberzuleiten war, nebenher noch zu revolutio- des Planens, der geistigen Führungstatigkeit und nieren (...) Für einen Offizier wie mich und viele tau- weniger ein Mann der Tat, des mitreissenden sende, die das erleben, ist gerade dieser Niedergang Schwungs eines Führers auf dem Gefechtsfeld unseres Heeres etwas Furchtbares (...) Ein solcher war. Von Einfluss auf das politische Denken Abgrund von Gemeinheit, Feigheit und Charakter- Becks wurde sein Einsatz im Stab der Heeres- losigkeit, den hatte ich bis dahin für unmöglich ge- gruppe Deutscher Kronprinz seit Ende 1916. In halten. In wenigen Stunden ist eine SOOjahrige Ge- vielfaltigem persönlichem Kontakt mit Kron- schichte zerschlagen worden, wie einen Dieb hat prinz Wilhelm wurde seine monarchistische man den Kuiser nachts auf hollandisches Gebiet ab- Grundüberzeugung bestatigt; die über das geschoben, es konnte gar nicht schnell genug ge- Kriegsende hinaus fortdauernde persönliche Ver- schehen, dieser durch und durch edle, vornehme bundenheit mit dem altesten Kaisersohn verstell- und sittlich hochstehende Mann. te Beek den Bliek für institutionelle und perso- nelle Schwachen und Probleme jener Staats- In diesen Satzen Becks sind die schweren politi- form, die er bis zu seinem Lebensende als die für schen, militarischen und psychologischen Hypo- Deutschland beste und geeignetste hielt. theken deutlich erkennbar, die das Werden und das Sein der Republik von Weimar in der Sicht Obgleich die sich seit dem Scheitern der deut- des deutschen Offiziers jener Zeit belasteten: schen Frühjahrsoffensiven 1918 zusehends ver- Dieser Staat sei entstanden durch den Dolchstoss schlechternde militarische Lage des Reiches Beek in den Rücken der „im Felde unbesiegten nicht verborgen blieb, traf ihn der Zusammen- Armee", er sei errichtet auf den Trümmern der bruch in November 1918 ausserst tief. In seiner Ideale, für die das Offizierkorps gelebt und ge- Reaktion auf die militarische Niederlage und den kampft hatte. Dass sich der im Heer der neuen Re- Sturz der Monarchie lasst sich die Aussage Deme- publik, der , dienende Offizier mit ters in seinem Werk „Das Deutsche Offizierkorps den bestehenden Staat und vor allem der Staats- in Gesellschaft und Staat 1650-1945" eindrucks- form nicht identifizieren konnte. war daher voll belegen, wonach die Ereignisse des Novem- eigentlich selbstverstandlich. Das Offizierskorps ber 1918 das Offizierkorps „des persönlichen und dieser Reichswehr verstand sich als Bewahrer der damit eben auch des geistigen, des ideologischen grossen militarisch-machtpolitischen Traditionen Zentrums seiner Existenz plötzlich beraubt" und der ruhmreichen Vergangenheit, die es über eine es in eine schicksalschwere Orientierungslosig- schmachvolle und schwache Gegenwart in eine keit gestürzt haben. irgendeinmal anbrechende hellere Zukunft neuer deutscher Macht und Grosse hinwegzuret- Die Erschütterung und Verzweiflung Becks spie- ten galt. gelten sich deutlich in einem privaten Brief vom In dieser Geisteshaltung widmete sich Beek den Ende des Monats wider: vielfaltigen Aufgaben, die in seinen verschiede- lm schwersten Augenblick des Krieges ist uns die nen Verwendungen im 100.000-Mann-Heer auf (...) von langer Hand her vorbereitete Revolution in ihn zukamen. Nach einer Übergangszeit im Stru-

114 del der am Rande der Legalitat sich entfalten- Sprache Becks fanden schon in seiner Zeit allge- den Freikorpsbewegung, durchlief Beek in der meine Anerkennung, ja Bewunderung. Die zeit- Reichswehr eine geradlinige Karriere, die in ste- überdauernde Gültigkeit der von ihm formulier- tem Wechsel von Stabs- und Truppendienst ihn ten Führungsprinzipien la'sst sich vielleicht am bis in die obersten Sprossen der militarischen eindrucksvollsten belegen, wenn wir in der lan^ Hiërarchie führte: Abteilungskommandeur in ei- ge Jahre gültigen HDv 100/1 der Bundeswehr nem Artillerieregiment, Leiter der Generalstabs- „Truppenführung" vom Oktober 1962 eine Fülle ausbildung (der sog. Führergehilfenausbildung) wörtlicher Übernahmen aus der Beckschen Vor- in einem Wehrkreis, Chef des Stabes des Wehr- schrift entdecken. kreiskommandos IV in Dresden, Kommandeur des Artillerieregiments 5 in Ulm und seit Oktober Wahrend der Epoche der Weimarer Republik a'n- 1932 Kommandeur der 1. Kavalleriedivision in derte sich der geistig-politische Standort Becks Frankfurt/Oder waren die einzelnen Stationen nicht. Die politisch, militarisch und wirtschaftlich seines militarischen Lebensweges. schwache und ohnmachtige Republik verachtete Die bedeutendste Leistung jener Jahre war die er. Seine Hoffnungen richtete er auf eine künftige 1930/31 gemeinsam mit dem spateren nationale Erhebung unter autoritarer Führung. Karl-Heinrich von Stülpnagel vorgenommene lm November 1923 schrieb er in diesem Sinne an Abfassung der HDv 300/1 „Truppenführung". einen ehemaligen Vorgesetzten aus dem Welt- Diese Vorschrift hat das taktisch-operative Füh- krieg: „...die demokratische Beglückung ist am rungsdenken der deutschen militarischen Führer Ende ihres Lateins. Wir brauchen eine eiserne in der Wehrmacht entscheidend beeinflusst. Aus- Führung, die sich wieder Autoritat verschafft, zur gehend von thesenartigen Aussagen über das Arbeit zwingt und dem Fleissigen Brot gibt". An Phanomen Krieg und die wesentlichen Elemente die Rückkehr des deutschen Kronprinzen aus und Faktoren eines bewaffneten Konflikts legten dem Exil Ende 1923 geknüpfte Erwartungen die Autoren die wichtigsten allgemeinen Füh- Becks auf eine monarchistische Restauration ver- rungsprinzipien dar. Danach wurden in einzel- flogen allerdings. Als die 1929 einsetzende grosse nen Kapitein die Führungsgrundsatze für Auf- Krise die Not des Volkes und die Funktions- klarung, Sicherung, Marsch und die Kampf- und unfahigkeit des parlamentarisch-demokratischen Gefechtsarten Angriff, Abwehr und hinhalten- Regierungssystems schonungslos offenlegte, ge- des Gefecht, sowie für Verfolgung, Abbrechen langte Beek zur Überzeugung „dass Deutsch- des Gefechts und Rückzug behandelt. Bemer- lands einzige Hoffnung in der Machtergreifung kenswert war, dass diese Führungsvorschrift die durch die Nationalsozialisten lag". Damit be- als „Maginot-Geist" bezeichnete geistige Starr- rührte der Lebensweg Becks die Bahn Hitlers. heit des Stellungskriegsdenkens anderer Armeen Dies wurde zunachst sein Triumph und spater sei- überwunden hatte und „das Gefecht verbunde- ne Tragik, kurz: sein Schicksal. ner Waffen im Bewegungskrieg" gema'ss der Grundforderung Schlieffens „Operation ist Be- Begeistert ausserte sich Beek über den ersten gros- wegung" lehrte. Obgleich in der Reichswehr die sen Wahlerfolg der NSDAP am 14. September eine zukünftige bewaffnete Auseinandersetzung 1930, der diese Partei aus der Bedeutungslosigkeit entscheidend gestaltenden Faktoren Panzer- und emporhob. Er versuchte, den massgebenden vom Friedensvertrag her verboten wa- Mann in der Reichswehrführung, den Chef des ren, enthielt die „Truppenführung" die Füh- Ministeramtes General von Schleicher, zu beein- rungsrichtlinien für ihren Einsatz. Nicht zu über- flussen, Hitlers Ernennung zum Reichskanzler zu sehen ist allerdings hinsichtlich der Panzer- betreiben. verbande der Unterschied zu der in der Mitte der Zur selben Zeit gerieten Beek und sein Regiment 30er Jahre raumgewinnenden Konzeption Gu- aus politischen Gründen ungewollt ins Rampen- derians: für Beek waren Panzer (oder, wie er sie licht der Öffentlichkeit: Drei Offïziere des Artille- nannte, „Kampfwagen") eine taktische Waffe, rieregiments 5 wurden im Herbst 1930 vor dem um eine bewegliche Gefechtsführung der Infan- Reichsgericht in Leipzig des Hochverrats ange- terie zu erkampfen und Gegenangriffe des Fein- klagt, weil sie nach Kontaktaufnahme mit NS- des abzuwehren, wahrend Guderian das selb- Parteistellen nationalsozialistische Propaganda und standige Operieren gepanzerter Grossverbande Zellenbildung in der Truppe versucht hatten. In zum Führungsdogma erhob. seiner Zeugenaussage verurteilte Beek zwar die Die Ausdruckskraft und die Treffsicherheit der pflichtwidrige parteipolitische Betatigung dieser

115 ' Offiziere, identifizierte sich aber weitgehend mit te Ausruf des polnischen Militarattachés anlass- der nationalen Gesinnung der Angeklagten. Hit- lich der ersten Begegnung mit Beek: „Aber das ist ler war von der Aussage Becks beeindruckt und ja Molkte selbst!" spricht für sich. merkte sich den Oberst für spatere Förderung. Als arn 30. Januar 1933 der Reichsprasident den Die offizielle Umwandlung des Truppenamtes Führer der NSDAP zum Kanzier ernannte, regis- zum Generalstab des Heeres am 1. Juli 1935 a'n- trierte Beek dies mit tiefer innerer Befriedigung: derte die Aufgaben Becks nicht, nur seine neue „Ich habe den politischen Umschwung seit Jah- Amtsbezeichnung als Chef des Generalstabs des ren erhofft und freue mich, dass die Hoffnung Heeres bedeutete eine verbale Aufwertung seiner nicht getrogen hat. Es ist der erste grosse Licht- Stellung. Obwohl von der militarischen Hiërar- blick seit 1918". Noch kurz zuvor hatte er anlass- chie her zwischen ihm und dem Staatsoberhaupt lich eines Manöverbesuchs in Italien das vom Hitler noch der Reichskriegsminister (zugleich Faschismus regierte Land als vorbildlich in Oberbefehlshaber der Wehrmacht) und der Ordnung. Disziplin und Wehrfreudigkeit ken- Oberbefehlshaber des Heeres standen, interpre- nengelernt und erwartete für Deutschland einen tierte Beek seine Dienststellung als die des höch- ahnlichen ..ganz ausserordentlichen Aufstieg". sten strategisch-operativen Beraters der Staats- führung und zugleich des obersten militarischen Ludwig Beek stand mit dieser Einstellung stell- Planers des Heeres, eigentlich der gesamten Wehr- vertretend für viele, vermutlich die meisten Offi- macht. ziere. Aus seiner nationalkonservativen Grund- überzeugung heraus sah er zunachst im na- Die nach Hitlers Machtübernahme einsetzende tionalsozialistischen Deutschland prima'r die na- Aufrüstung des Reiches hat Beek im Prinzip voll tionale Einigung und Erhebung des deutschen gebilligt, weil sie einer von ihm als notwen- Volkes und den Wiederaufstieg des Reiches zur dig erachteten revisionistischen Politik Deutsch- europaischen Grossmacht. Aus einer Teilidenti- lands dienen sollte. Meinungsverschiedenheiten tat in bestimmten Kernpositionen — betont na- ergaben sich nur über die zeitlichen Vorstellun- tionalem Denken, wehrfreudig-soldatischer Ein- gen, organisatorische Details und die Art der Spit- stellung, scharfem Antimarxismus, kompromiss- zengliederung. Der Generalstabschef sah das loser Ablehnung des Versailler Vertrags und Problem der deutschen Aufrüstung allerdings im antiparlamentarischen Affekten — ergab sich je- Gesamtzusammenhang europaischer Machtpo- ne tragische Verstrickung des Offizierkorps mit litik. Ein militarisches Wiedererstarken des Rei- dem Nationalsozialismus, in dem es in unzulassi- ches musste die Gewichte im kontinentalen ger Blickverengung die Verwirklung einer in den Machtgefüge von Grund auf verandern und da- „Stahlgewittern" des Weltkrieges entstanden mit alle jene Staaten als Gegner Deutschlands auf Frontsoldatenideologie sah. den Plan rufen, die an der Erhaltung des status Schon bald nach der Machtübernahme regte Hit- quo interessiert waren. Erstes Ziel der deutschen ler bei seinem Reichswehrminister General von Aussenpolitik musste daher sein, bei massvollem Blomberg die Betrauung Becks mit einer höheren Machtzuwachs Deutschlands eine militarische Führungsaufgabe an. Da sowohl der Minister als Konfrontation mit einer vermutlich übermachti- auch Reichsprasident von Hindenburg von den gen Feindkoalition, zumal unter der latenten, für militarischen Qualitaten des Divisionskomman- das Reich lebensgefahrlichen Drohung eines deurs überzeugt waren, stand seinem weiteren Mehrfrontenkrieges, zu vermeiden. Ohne Zeit- Aufstieg nichts im Wege. Am 1. Oktober 1933 druck sollte Deutschland zielstrebig, aber mit kal- wurde Beek zum Chef des Truppenamtes er- kuliertem Risiko, zu dem nach Auffassung Becks nannt, jener Dienststelle, die faktisch die Aufga- seinem Vaterland gebührenden Rang einer euro- ben und die Traditionen des Grossen General- paischen Grossmacht wiederaufsteigen. Der Ge- stabes übernommen hatte. In stolzem Selbtsbe- neralstabschef erkannte damals allerdings nicht, wusstsein meinte Beek, dass er nunmehr „die eh- dass seine Zielvorstellung für Deutschland für renvollste Stellung in Preussen-Deutschland" in- sein Staatsoberhaupt nur ein Zwischenziel be- nehatte. Er hatte den Gipfel seiner militarischen deutete. Aber gerade das von Hitler viel weiter Karriere erreicht, das Erbe Moltkes und Schlief- gesteckte Endziel, namlich die Eroberung neuen fens angetreten. Der Feldherr der Reichseini- Lebensraumes im Osten, erzeugte die rücksichts- gungskriege war sein Vorbild, an ihm richtete sich los-abenteuerhafte Dynamik der nationalsozia- Beek bis zu Ausserlichkeiten hin aus. Der erstaun- listischen Aussenpolitik. Hier offenbarte sich die

116 Kluft zwischen dem konservativen Denken Becks ist Arbeit!" sollte dem Offizier immerwahrende und dem politischen Programm Hitlers. Verpflichtung zur Vervollkommnung seines Wis- Die Jahre des Aufbaus der Wehrmacht 1934 bis sens und Könnens bedeuten. 1938 hat ein Historiker als die „Zeit der Spannun- gen und Illusionen" bezeichnet. Diese Charakte- Das Problem des Entschlusses zur Tat stellte sich risierung trifft auch für das Wirken des General- für Beek selbst dann im Jahre 1938. Zwei Ereignis- stabschefs in jener Zeitspanne zu. In die innere se machen dieses Jahr zu einer wichtigen Zasur in Befriedigung Becks über den Beginn des Aufbaus der Militargeschichte des sog. Dritten Reiches: einer der Stellung des Reiches entsprechenden die Umgestaltung der Wehrmachtführung im Wehrmacht mischten sich negative Erfahrungen Zuge der Blomherg-Fritsch-Krise und der dro- mit den aus der NS-Bewegung hervorgehenden hende europaische Krieg wegen der eskalieren- pseudomilitarischen Organisationen der SA und den Sudetenkrise. SS, in denen er die Gefahrdung der traditie-nellen Wahrend der Generalstabschef den Rücktritt des Position der Armee als des „einzigen Waffen- Reichskriegsministers von Blomberg infolge sei- tragers der Nation" sah. Die Entmachtung der SA ner Heiratsaffare als selbstverstandlich ansah, Ende Juni 1934 nahm Beek mit Befriedigung zur konfrontierte ihn die Intrige gegen den Oberbe- Kenntnis, lehnte jedoch die dabei angewandten fehlshaber des Heeres, Generaloberst Freiherr Methoden des politischen Mordes entschieden von Fritsch, mit den von seiner Ehrauffassung her ab. Doch weder die Ermordung der Generale von unvorstellbaren Methoden des Regimes. Mit ver- Schleicher und von Bredow, noch die anlaufen- zweifelter Energie kampfte Beek, fest von der den antisemitischen Massnahmen des Regimes Unschuld des einer homosexuellen Verfehlung führten zu einer grundsatzlichen Opposition beschuldigten Generalobersten überzeugt, für Becks. Seine Kritik an nationalsozialistischer dessen Ehre. Er lokalisierte den Ursprung der In- Herrschaftspraxis war punktuell; den unliebsa- trige in Kreisen der Partei und der SS, die mit der men Problemen der Innenpolitik entfloh er durch moralischen Vernichtung des Oberbefehlshabers Rückzug in die Sphare militarischer Pflichterfül- wohl das gesamte Heer treffen wollten. Dennoch lung. wies Beek den Gedanken einer militarischen Ak- Mit als seine vornehmste Aufgabe sah er, auf die tion der Armee gegen nationalsozialistische Or- Formung des zahlenmassig rasch wachsenden ganisationen oder Institutionen vorerst entschie- Offizierkorps der Wehrmacht Einfluss zu neh- den von sich: als sein Oberquartiermeister, men. Anlasslich des 125. Jahrestags der Grün- Halder, in einer leidenschaftli- dung der Kriegsakademie hielt Beek am 15. Okto- chen Auseinandersetzung von Beek einen mili- ber 1935 eine Rede, in der er sein Bild des tarischen Einsatz gegen die Gestapo-Zentrale deutschen Offiziers entwarf: „Wir brauchen Offi- forderte, erwiderte dieser, dass „Revolution und ziere, die den Weg logischer Schlussfolgerungen Meuterei" Begriffe seien, die im Wortschatz des in geistiger Selbstzucht systematisch bis zu Ende deutschen Offiziers keinen Platz natten. Das Ver- gehen, deren Charakter und Nerven stark genug trauen Becks in Hitler als Staatsoberhaupt wurde sind, das zu tun, was der Verstand diktiert". Nach durch dessen Verhalten in der Frage der Ab- den Vorstellungen des Chefs des Generalstabes lösung des Oberbefehlshabers des Heeres er- sollte also der Offizier Verstandeskraft mit Cha- schüttert, es zerbrach aber noch nicht. Im übrigen rakterstarke und Entschlusskraft in ausgewoge- wurde wiederholt Becks Name als eines mögli- nem Verhaltnis verbinden. Diese Ideal sah er chen Nachfolgers von Fritsch genannt, doch Hit- im alteren Moltke vorbildhaft verwirklicht: „Das ler entschied sich schliesslich für Brauchitsch. Die ernste gründliche Wagen vor dem kühnen Wa- Übernahme der direkten Führung der Wehr- gen, die innere Sicherheit, die dem Gefasst- und macht durch Hitler als Oberbefehlshaber und die Vorbereitetsein auf alles, was kommen mag, ent- Schaffung des Oberkommandos der Wehrmacht springt, der feine Takt des Urteils, der im Nebel als seines persönlichen Führungsorgans in Art ei- der Ungewissheit das Richtige trifft, weil er die nes Neben-Generalstabs zeigten deutlich den Wirklichkeit ahnt und herausfühlt". Den nur in- Griff des Diktators nach starkerer Beherrschung stinktiv und intuitiv handelnden Draufganger des militarischen Instruments. Beek hat die damit hielt Beek zum militarischen Führer fur ebenso- verbundene Reduzierung der Bedeutung seiner wenig geeignet, wie den reinen Theoretiker, der Dienststellung erkannt. „angekrankelt von des Gedankens Blasse" un- Dass das Jahr 1938 aussenpolitisch und milita- fa'hig zur Tat würde. Das Wort Moltkes „Genie risch schwerwiegende Probleme aufwerfen wür-

117 de, wusste Beek, seit Fritsch ihn über den Inhalt ren und führe zwangslaufig zum Krieg gegen die der Besprechung am 5. November 1937 in der beiden Westmachte. Diesem Kampf sei Deutsch- Reichskanzlei informiert hatte. Dort hatte Hitler land vom militarischen und wirtschaftlichen Po- sein mittelfristiges Programm der „Raumerwei- tential her nicht gewachsen. Die Denkschriften terung" dargelegt und für 1938 ein militarisches steigerten sich in der Eindringlichkeit ihrer Be- Vorgehen gegen Österreich und die Tschechoslo- weisführung, bis schliesslich in einer Vortragsno- wakei selbst unter Inkaufnahme einer gleichzeiti- tiz zur Vorlage der Julidenkschrift sich jene Sa'tze gen Gegnerschaft Frankreichs und Grossbritan- fanden, die in beschwörenden Formulierungen niens verkündet. Beek lehnte diesen Weg ab. die Last der Gewissensentscheidung des Chefs Auch für ihn waren der Anschluss Österreichs des Generalstabs des Heeres spüren Hessen: und sogar eine Zerschlagung der Tschechoslowa- Alle aufrechten und ernsten deutschen Manner in kei legitime nationale und machtpolitische Ziele staatsverantwortlichen Stellungen mussen sich be- des Reiches, hierfür durfte aber nach seiner Lage- rufen und verpflichtet fühlen, alle erdenklichen beurteilung kein europaischer Konflikt ausgelöst Mittel und Wege bis zur letzten Konsequenz anzu- werden, der in letzter Konsequenz wegen Über- wenden, um einen Krieg gegen die Tschechei abzu- forderung der eigenen Krafte zur Niederlage wenden, der in seinen Auswirkungen zu einem Deutschlands führen musste. Weltkrieg führen muss, der das fmis Germaniae be- In der Österreich-Frage eröffnete sich jedoch in- deuten würde. Die höchsten Führer in der Wehr- dessen im Ma'rz 1938 überraschend die Möglich- macht sind hierzu in erster Linie berufen und be- keit eines gewaltlosen Anschlusses. Beek. der Jahigt, denn die Wehrmacht ist das ausübende 1937 den Befehl zur Ausarbeitung eines milita- rischen Eingreifens in den Nachbarstaat ignoriert Machtmittel des Staates in der Durchführung eines Krieges. Es stehen hier letzte Entscheidungen über hatte. wurde von Hitler am 11. Ma'rz kurzfristig den Bestand der Nation auf dem Spiele. Die Ge- mit der Vorbereitung einer friedlichen Besetzung schichte wird diese Führer mit einer Blutschuld be- beauftragt. Buchstablich innerhalb weniger lasten, wenn sie nicht nach ihrem fachlichen und Stunden erstellte er einen improvisierten Auf- staatspolitischen Wissen und Gewissen handeln. marsch- und Operationsplan. nach dem die Der soldatische Gehorsam hat dort eine Grenze, wo Wehrmacht am 12. Marz die Österreichische ihr Wissen, ihr Gewissen und ihre Verantwortung Grenze überschritt. Nach Auffassung Becks hatte die Ausführung eines Befehls verbieten. Finden ihre die aussenpolitische Lageentwicklung eine Kon- Ratschlage und Warnungen in solcher Lage kein stellation geschaffen. die ohne kriegerisches Risi- Gehör, dann haben sie das Recht und die Pflicht vor ko die Erfüllung dieses nationalen Zieles zuliess. dem Volk und vor der Geschichte, von ihren Amtern Er schrieb: „Wir wollen an die Arbeit gehen, um in einem Geist die Aufgaben zu erfüllen, die uns abzutreten. Wenn sie alle in einem geschlossenen Willen handeln, ist die Durchführung einer kriege- der Führer und unser grossdeutsches nationalso- zialistisches Vaterland stellen". rischen Handlung unmöglich. Sie haben damit ihr Vaterland vor dem Schlimmsten, vor dem Unter- Mit dem Befehl Hitlers an das OKW vom 20. gange, bewahrt. April 1938, die Kriegsvorbereitungen gegen die Es ware aber unzutreffend. den General Beek des Tschechoslowakei zu treffen, begann dann in der Jahres 1938 zum Widerstandskampfer emporsti- obersten deutschen Führung jenes Ringen, das lisieren zu wollen. Er kampfte auch nicht gegen schliesslich im Verlauf der eskalierenden euro- Hitler. sondern er kampfte um Hitler: aus seinem paischen Krise zum Rücktritt des Generalstabs- Verstandnis seiner Dienststellung als Chef des ehefs führte. Beek arbeitete in den folgenden Generalstabes in der verpflichtenden Tradition Monaten zweigleisig: zum einen traf er alle ge- Moltkes und Schlieffens rang er um die Einsicht neralstabsmassigen Vorbereitungen zur Durch- seines Staatsoberhauptes, um es von einem als führung des Feldzuges, zum anderen bemühte er verderblich angesehenen Weg abzubringen. Er sich in mehreren grossen Denkschriften die machte radikale Elemente der Partei und der SS Staatsführung von diesem Plan abzubringen. Der in der Umgebung Hitlers für den Kriegskurs ver- Kern der politischen und militarischen Argu- antwortlich. Urn diese schadlichen Einflüsse aus- mente Becks blieb gleich: so wünschenswert an zuschalten, erwog Beek unter der Parole „Für den und für sich aus machtpolitischen Interessen des Führer!... Gegen die Bonzokratie!" zeitweilig so- Reiches die Ausschaltung der Tschechoslowakei gar einen früher noch abgelehnten inneren Ein- ware, so liesse sich dieser Konflikt nicht lokalisie- satz des Heeres. Ziel dieser Überlegungen war

118 eindeutig, wie es Michael Salewski formulierte, wie seine Staatsauffassung wurzelte das Politik- „ein Programm der Systemsiiuberung, keines- verstandnis Becks in der „preussisch-deutschen wegs der Systemveranderung", an deren Ende Militarstaatstradition". Aus dieser Tradition her- „das gesauberte Regime den von ihm (Beek) aus sind auch seine Bemühungen um eine Ein- grundsatzlich ja niemals abgelehnten reinen Na- flussnahme auf die Politik Hitlers zu sehen. tionalsozialismus zur Geltung bringen würde". Nach Zurückweisung seiner Einwande durch das Staatsoberhaupt und dem Scheitern eines letzten Bei der Analyse des Verhaltnisses Becks zu sei- Verzweiflungsschrittes, eines angeregten Kollek- nem Staatsoberhaupt im Krisenjahr 1938 rühren tivrücktritts der gesamten hohen Generalitat, de- wir zugleich an der Frage nach den Vorstellungen missionierte Beek am 18. August 1938. In einer des Generalstabschefs über die Relationen von seiner letzten Amtshandlungen befahl er, seiner „Staatskunst und Kriegshandwerk" (Ritter), von grossen Denkschrift vom Juli folgende Anmer- politischer Leitung und militarischer Führung. kung anzufügen: Die Einstellung Hitlers war klar und eindeutig: „Die Wehrmacht ist ein Instrument der Politik. Um unsere Stellung den Historikern gegenüber in Ich werde der Armee ihre Aufgabe zuweisen, der Zukunft klarzumachen und den Ruf des Ober- wenn der Augenblick gekommen ist. Die Armee kommandos des Heeres sauberzuhalten, wünsche hat diese Aufgabe zu lösen und nicht zu diskutie- ich als Chef des Generalstabs zu Protokoll zu geben, ren, ob die Aufgabe richtig oder falsch gestellt dass ich mich geweigert habe, irgendwelche natio- ist". Griff Beek durch sein Handeln in den Primat nalsozialistischen Kriegsabenteuer zu billigen. der Politik ein, stellte er ihn gar in Frage? In seinen „Studiën" bekannte sich Beek wieder- Noch einmal siegte jedoch die Staatsrason im holt zum Primat der Politik und betonte in Anleh- loyalen Denken Ludwig Becks: dem Wünsche nung an die Formulierung von Clausewitz „die Hitlers entsprechend willigte er ein, seinen Rück- rechtmassige Stellung (der Politik) über dem tritt erst nach einer Lösung der Tschecheikrise Kriege". Dennoch suchte er als militarischer Füh- bekanntzugeben. Nach einem vorübergehenden rer die Politik seines Staatsoberhauptes zu beein- Truppenkommando wurde Beek Ende Oktober flussen. Klaus-Jürgen Muller hat in seiner Ham- 1938 endgültig verabschiedet. burger Antrittsvorlesung nachgewiesen „dass In schweren inneren Kampfen rang er sich in den Becks Anknüpfung an Clausewitz nur hinsicht- folgenden Monaten zu der Überzeugung durch, lich des Verhaltnisses von Politik und Krieg, aber dass eine Rettung Deutschlands vor der drohen- nicht hinsichtlich seiner Auffassung über das Ver- den Katastrophe eines nicht zu gewinnenden haltnis von Politiker und Feldherr" galt. Wohl ak- Krieges nur durch einen Sturz Hitlers zu errei- zeptierte Beek die Definition von Clausewitz, wo- chen ware. Politische, militarische und morali- nach „der Krieg nichts (...) als eine Fortsetzung sche Motive flossen zusammen und bewirkten des politischen Verkehrs mit Einmischung ande- diese entscheidende Wende in seinem Denken rer Mittel" sei, der „seine eigene Grammatik, aber und Handeln. An der Septemberverschwörung nicht seine eigene Logik" habe. Doch die Folge- 1938 seines Nachfolgers Halder war Beek jedoch rung des preussischen Militarphilosophen, dass noch nicht beteiligt. Dennoch knüpfte er in dieser es „ein widersinniges Verfahren (sei), bei Kriegs- Zeit viele Kontakte mit entschiedenen Regime- entwürfen Militare zu Rate zu ziehen, damit sie gegnern aus dem militarischen, wie aus dem zivi- rein militarisch darüber urteilen sollen", teilte len Bereich. Schon in den Verschwörungsplanen Beek nicht. lm Gegenteil: aus der Erkenntnis her- des Herbstes 1939 wurde dem ehemaligen Gene- aus, dass „der Krieg ein politisches Phanomen ralstabschef eine zentrale Rolle zugedacht: seine sei", zog er nicht den Schluss der Unterordnung fachliche und menschliche Autoritat pradesti- des militarischen Führers unter den politischen nierten ihn zum Reichsverweser und Oberbe- Lenker, sondern forderte, dass „der oberste mili- fehlshaber der Wehrmacht, dem damit die ent- tarische Verantwortliche mitentscheidend und scheidende Aufgabe der Gewinnung der Streit- mitverantwortend auf der Ebene des Politischen krafte für den Umsturz oblag. Alle diese Plane ta'tig" (Muller) sei! Das Idealbild Becks war al- blieben aber schliesslich Schubladenentwürfe, so ein „Dualismus Staatsmann-Feldherr" (Stu- weil der Entschluss zur Tat aus mannigfachen diën), der ein gleichberechtigtes Miteinander bei- Gründen nicht gefasst werden konnte: zu unge- der in der Führung des Staates in der übergeord- wohnt war dem preussisch-deutschen Offizier neten Sphare der Politik ergeben sollte. Ahnlich das Verschwörerhandwerk.

119 Die militarischen Triumphe Hitlers 1940 und zeitweise beeintrachtigt, ohne sie jedoch zu la'h- 1941 führten zum Erlahmen des Widerstandswil- men. Er blieb das Haupt der Widerstandsbewe- lens: ein Staatsstreich gegen einen erfolgreichen gung, dazu ausersehen, nach dem Umsturz pro- Staatsmann und Feldherrn schien undenkbar, visorisches Staatsoberhaupt des Reiches zu wer- Volk und Wehrmacht würden einen solchen Um- den. Seit Ende 1942 billigte er auch das vorher von sturz niemals billigen. Becks pessimistische Beur- ihm abgelehnte Attentat auf Hitler: diese Tat soll- teilungen der militarischen Lage schienen durch te vor allem die Wehrmacht aus ihrer Eidbindung Hitler glanzend widerlegt zu sein. Doch der Ge- lösen. neraloberst beharrte auf seinem Standpunkt, Die Hoffnungslosigkeit der politischen Zukunft dass das Reich den Kampf gegen eine weltweite Deutschlands angesichts der allierten Förderung Koalition nicht gewinnen könne. Die Auswei- nach einer bedingungslosen Kapitulation be- tung des Krieges durch den Angriff auf die drückte Beek, bewirkte aber zugleich, dass der Sowjetunion bestarkte ihn in dieser Ansicht, war- letzte Versuch einer Auflehnung gegen Hitler im- nend verwies er auf die historischen Beispie- mer starker aus ethischer Verpflichtung heraus le Karls XII. und Napoleons. Neben den zahllo- motiviert wurde. Mitte 1944 erklarte er dies offen sen Gesprachen mit Mitgliedern oppositioneller seinen Mitverschwörern: Gruppen widmete sich Beek in diesen Kriegsjah- Das Entscheidende ist nicht, was aus diesem oderje- ren strategischen und kriegsgeschichtlichen Stu- nem persönlich wird, das Entscheidende ist nicht diën. Einige dieser Arbeiten trug er in der Berliner einmal die Folge für das Volk, sondern entschei- Mittwochsgesellschaft vor, in die er 1939 aufge- dend ist die Unertraglichkeit, dass seit Jahr und Tag nommen worden war. Dieser Kreis, 1863 „zur im Namen des deutschen Volkes Verbrechen auf Förderung und Verbreitung wissenschaftlicher Ge- Verbrechen und Mord auf Mord gehauft wird und danken" begründet, za'hlte hervorragende Ver- dass es sittliche Pflicht ist, mit allen verfügbaren treter verschiedenster Fachrichtungen zu seinen Mitteln diesen im angemassten Namen des Volkes Mitgliedern. Der Atomphysiker Werner Heisen- geübten Verbrechen Einhalt zu tun. berg, der Mediziner Ferdinand Sauerbruch, der Padagoge und Philosoph Eduard Spranger und Das war nicht mehr das an politischen und mi- der Diplomat Ulrich von Hassell sollen beispiel- litarischen Kategorien orientierte pragmatische haft das geistige Spektrum aufzeigen, in dem sich Denken des deutschen Generalstabsoffiziers, son- Beek als Reprasentant des Offizierberufes be- dern die vom kategorischen Imperativ Kants ge- wegte. Die zahlreichen Vortrage, die er dort hörte, leitete philosophische Rückbesinnung auf die haben seinen Bildungshorizont erweitert und sei- Ursprünge des Begriffes Offizier im lateinischen ne Urteilskraft gescharft, seine eigenen Analysen officium. fesselten die Zühorer und vermittelten innen ei- nen bleibenden Eindruck vom hohen geistigen Als am 20. Juli 1944 das Attentat Stauffenbergs im Niveau dieses Soldaten. Führerhauptquartier das Signal zum Aufstand gab, übernahm Beek im Oberkommando des Erst als Ende 1942 ein deutscher Sieg sich immer Heimatheeres in der Berliner Bendlerstrasse deutlicher als Utopie zeigte, formierten sich die entschlossen seine Führungsrolle. Doch der Ver- Widerstandskreise neu. Es fehlte in ihnen aber lauf des Umsturzversuches bestatigte in tragi- nicht an persönlichen Spannungen und Ausein- scher Weise, dass der deutsche Offizier für einen andersetzungen über Wege und Ziele. Beek war Militarputsch fast ganzlich unvorbereitet war. dennoch die Integrationsgestalt, die die zivilen Als die menschlichen Unzulanglichkeiten in der und militarischen Verschwörer zusammenführ- Vorbereitung und der ersten Phase der Durch- te, wenn auch manche seine wagende, sich nur führung von der lahmenden Nachricht vom schwer zum Entschluss durchringende Art kriti- Überleben Hitlers überlagert würden war das sierten und zupackendes Handeln forderten. Er Scheitern nicht mehr aufzuhalten. Vergebens sei „Clausewitz", nicht „Yorck", klagte einer der stemmte sich Beek gegen das unabwendbare politisch Führenden, der ehemalige Botschafter Schicksal, mit verzweifelter Energie versuchte er, von Hassell. Mitverschworene und Aussenstehende zum wei- Schwere gesundheitliche Störungen und heftige teren Handeln mitzureissen. Doch innerhalb we- Selbstvorwürfe und Schuldgefühle wegen seiner niger Stunden brach der Aufstand zusammen. früheren dienstlichen Tatigkeit unter Hitler ha- Stauffenberg und drei seiner engsten Mitarbeiter ben sicher Becks Willens- und Entschlusskraft würden sofort hingerichtet. Beek nach zwei vergeb-

120 lichen Selbstmordversuchen von einem Soldaten einst der Historiker Jacob Burckhardt: „Das Al- erschossen. lerseltenste aber ist bei weltgeschichtlichen Indi- Nicholas Reynolds schliesst seine Biographie des viduen die Seelengrösse. Sie liegt im Verzich- Generalstabschefs mit den Worten: „Mit Ge- tenkönnen auf Vorteile zugunsten des Sittli- neral Ludwig Beek starben Idee und Tradition chen". Diesem Masstab entsprach Ludwig Beek. preussischen Soldatentums: selbstlose Pflichter- Wir begreifen dies, wenn wir uns mit den Worten füllung im Dienst des Vaterlandes und eine in rit- Jacob Burckhardts aus seinem „Weltgeschicht- terlichem Geist wurzelnde Tapferkeit". lichen Betrachtungen" vergegenwartigen was Bei der Bewertung historischer Grosse schrieb Grosse ist: „Grosse ist, was wir nicht sind".

Literatur K. Hesse — Die soldatische Tradition. Frankfurt/Main J. Burckhardt Weltgeschkhtliche Betrachtungen. (1936). Ullstein, Frankfurt/Main (o.J.). K.-J. Muller — Das Heer und Hitler. Armee und natio- K. Demeter — Das deutsche Offizierkorps in Gesell- nalso:ialisüsches Regime 1933-1940. Stuttgart (1969). schaft und Staat 1650-1945. Frankfurt/Main (1963). K.-J. Muller - Staat und Politik im Denken Ludwig Handbuch zur deutschen Militargeschichte, Bd 4, Becks. H ist. Z. (1972)607. Abschn. VII: Wehrmacht und Nationalsozialismus K.-J. Muller — Ludwig Beek. Probleme seiner Biogra- 1933-1939. Militargesichtliches Forschungsamt, phie. Militargesch. Min. (1972)0)167. München(1979). N. Reynolds — Beek. Gehorsam und Widerstand. Das HDv 300/1 Truppenführung, Teil 1. Berlin (1934). Leben des deutschen Generalstabschefs 1935-1938. HDv 100/1 Truppenführung. Bonn (1962). Wiesbaden/München (1977). C. H. Hermann — Deutsche Militargeschichte. Frank- J. L. Wallach — Das Dogma der Vernichtungsschlacht. furt/Main (1968). Frankfurt/Main (1967).

Maandelijks wordt de Militaire Spectator toegezonden aan alle leden van de Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap. Ten einde de toezending aan thans nog actief dienende officieren van Land- en Lucht- macht, tevens lid van de Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap, ook na hun dienstverlating zeker te stellen, wordt belanghebbenden verzocht de ledenad- ministratie van de Koninklijke Vereniging (Karel Doormanlaan 274, 2283 BB Rijswijk) in voorkomend geval ter zake in te lichten.

121