De Van Harens En Wolvega
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Fokke Middendorp DE VAN HARENS EN WOLVEGA Een uitgave van de Stichting Stellingwarver Schrieversronte Oosterwolde, 1989 In gouden letters in de marmeren schoorsteen van de studeerkamer van Onno Zwier van Haren op Lindenoord waren deze woorden van Cicero gebeiteld: "Hae stadia adolescentiam alunt, senectutem oblectant, secundas res ornant, adversis per- fugium et solatium praebent, delectant data non impediunt foris, pemoctant nobiscum, peregri- nantur, rusticantur." De studieboeken in dii verirek voeden de jeugd, zif vermaken de ouderdom, zjj versieren de voorspoe4 z(/ verschaffen toevlucht en troost ann de tegenspoe4 zjj vermaken zolang zjj de officiele bezigheden Wet belemmeren, zif brengen de nacht met otis door, zjj vergezellen otis op reizen en vertoeven met ons op het land SSR-56 Mets air deze uitgave mag warden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wze dan ook zonder voorafgaande schr(ftelUke toestemming van de schrzjver. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the author. © 1989, F. Middendorp, Wolvega Omslag en tekeningeiv A. Kruse, Wolvega Tekening achterkant omslag: Fits Goovaertr Fotoverantwoording op pag. 173 Zetwerk: 1'. Gibcus-Telkamp en F. Jonker Druic Van der Meer AV, Oosterwolde ISBN 90 6466 059 X De boeken van Fokke Middendorp bezitten geen Voorwoord thematisch karakter: zij richten zich niet op de uitwerking van een bepaaid onderwerp, maar vormen beschrijvingen van de historische we- Het is al dikwijls gekonstateerd: wij leven in tenswaardigheden van een bepaaid geografisch een tijd dat de beiangsteiling voor de historie van gebied. De titel Her en der deur et oolde de eigen omgeving sterk is toegenomen. Studie Wolvege spreekt voor zichzeif en Na driemoal van de 'eigen' gesehiedenis is niet langer een klokkleppinge beheist de geschiedenis van de elitaire bezigheid, maar wordt in brede kring Grote Veenpoider van Weststeilingwerf. bedreven. Ook dit nieuwe boek, De Van Harens en Met die ontwikkeling kunnen we alleen maar Wolvega, is op die leest geschoeid. Dat maakt ingenomen zijn. Het is goed om cog te hebben Middendorps beschrijving van de famiie Van voor de achtergronden van de eigen leefwereid Haren tot een heel originele. De familie- en inzicht op te doen betreffende de eigen plaats geschiedenis als zodanig is al meerdere malen en rol daarin. Respekt voor de eigen kultuur en beschreven, tegen versehiliende achtergronden, de eigen identiteit houdt tevens een vorm van maar heeft nooit zèif een decor gevormd. Dat is gezond zelfrespekt in. nu anders, want Middendorps eigenlijke onder- werp van aandacht is het dorp Wolvega, terwiji Om de gegroeide beiangstelling voor de pint- de historie van de Van Harens ais kontekst wordt selijke gesehiedenis te kunnen voeden en gebruikt. bevorderen, moet er beschrijving van die historie plaatsvinden. Er is behoefte aan informatie die Fokke Middendorp schildert met dit boek een voor velen toegankelijk en verstaanbaar is. treffend tijcisbeeld van de pints waarvan Onno De Steuingwervers mogen zich dan ook gelukkig Zwier van Haren in een brief schreef dat het een prijzen dat aan het verieden van hun streek niet melanchoiiek dorp was, met trieste straten en aileen op wetenschappelijk niveau aandacht met 'armzalige bewoners', die nooit iachten. Ook werd en wordt besteed - denk aan historici ais Middendorp typeert de toenmaiige Steilingwerfse prof. di. K. Bouwer, G.P. Mulder en di. T.H. kontreien als 'het land waar de mensen niet Oosterwijk -, maar dat hun lokale historie ook spontaan lachten en ieder woord met een grout op een meer popuiaire wijze in beeid wordt tegengewieht op de bascule legden'. gebracht. Her is aan de iezer te beoordeien in hoeverre er sindsdien lets is veranderd... Had ik het in het De auteur van dit boek, Fokke Middendorp, begin van dit voorwoord niet over gezônd neemt in dit iaatste opzicht een opmerkelijke zeifrespekt? Daarvan vormt zelfkènnis een plaats in. Hij verstaat de kunst op een heel eigen onontbeerlijk onderdeei. en pakkende manier episoden uit het verieden te beschrijven. Hij spreekt de taai van de Steiiing- wervers, hij weet de toon te vinden die hen treft. Middendorp is niet aileen een onvermoeibare drs. H.R. Heite, sneuper, hij heeft zich ook ten doei gesteid de loco-burgemeester van Weststellingwerf door hem verzamelde schat aan informatie onder de mensen te brengen. Terwiji een schrijver/ onderzoeker maar al te snel de neiging heeft zich met zijn materiaai in een achterkamertje te verschansen of een ivoren toren te betrekken, heeft Middendorp de publieke ruimte van de openbare ieeszaai gezocht. Dáár, in Wolvega, is het 'archief Middendorp' tot publiek bezit geworden. 61 Eerste vestiging van Wolvega. De boerderif was gebouwd op een natuurl(jke hoogle nabif de rivier de Linde. Om het weiland voor de hoeve waren dijken geleg4 zodat een polder ontston4 die tot het begin van deze eeuw nog werd bemalen door een watermolen. Tot het laatst van de 19e eeuw was er sprake van een gehucht De Haule, (noot 6) bestaande uit pier boerderen en enkele arbeiderswoningen. Het flu bestaande pent waaraan de boerderif gelegen is, had bg overlevering de naam Germanenpati In de 18e eeuw kreeg het de naam van Loan van Wigert Deze naam had het te danken aan Elias Wigeri, die a/s boer, landeigenaar en ontginner hier jarenlang gewoond heeft (zie hoofdstuk 23). Ten oosten van de boerderif lag een klein park, waarvan de resten in 1944 gevonden zyn (zie kaart no. 2). De schuine l(/nen van de boerderif naar de dijken van de polder zijn sloten. Ook hiervan z(/n resten gevonden, evenals van de watermolen in de zuidwesthoek van de pokier. Achier de boerderij liep door het bos een voetpa4 het Lange Fad, naar de buurte van Wolvega. Longs de buitenkant van de oosielijke dijk liep een vaart die met een sluisje in verbinding stond met de Linde. HOOFDSTUK I Het restveld werd Wolvega Wolvega, een braaf zeer ver'naaklyk en miserabel. Niet bepaald een paradijselijk bestaan. vrugtbaar dorp, voornaamentlyk in graanen legt Toen Halma zijn beschrijving van Wolvega gaf, in Stellingwerf- Westeynde, de tiende en laatste was er al ruim 400 jaar sprake van het dorp. In Grietene van Vrieslandts derde quartier, de 1320 komt de naam voor het eerst in een Zevenwouden genoemt Overvloeyende van wilt* oorkonde naar voren, wanneer de 17 Stelling- en doorloopen van de stroomtjens de Lende en de werver parochies een verdrag sluiten met de Kuynre. bisschop van Utrecht. Ze waren wegens het met Des Donderdaghs houdt men het reght van de betalen van rente in de ban gedaan en om deze Grietenije in dit dorp van agter welkers kerk af straf ongedaan te maken, gaven zij de kerkvader een ruyme sloo4 Baerdasloot geheeten, loopt tot de belofte voortaan op tijd hun rekeningen te in her stroomtje de Kuynre toe. Oak liggen alhier voldoen (1). twee eygenerfde Staten Lycklama en Baerdt ende Wanneer de eerste bewoners zich in Wolvega loopt de rydwegh naar Steenwck hier door. hebben gevestigd, is met geen mogelijkheid te Wolvega word! nevens Zonnega, Njjelamer en zeggen. Zij waren in ieder geval met de eersten in NUeholtwolde zamen bedient van één predikant de regio. Oldeholtpade en Oldetrijne zijn oudere die onder de Classir van Zevenwouden op her nederzettingen. In de loop der jaren groeiden die Heerenveen behoort... beide dorpen door de opschuivende verkaveling naar elkaar toe. Stap voor stap naderden zij François Halma (1653-1722) - boekdrukker te elkaar vanuit het westen en het oosten. Bijna Leeuwarden - geeft in zijn boek Tooneel der werden het aanpalende buren, maar voor het Vereenigde Nederlanden en onderhoorige land- zover was, greep de kerkelijke overheid in. Beide schappen, dat in 1725 door Brouerius van Nidek werden te groot en omstreeks het jaar 1200 moet is uitgegeven, een beschrijving van Wolvega, die een sanering hebben plaatsgehad. Oldeholtpade een beetje aan het paradijs doet denken. was toen al opgerukt tot wat wij no de Boomrijk, vruchtbaar en met een overvloed aan Steenwijkerweg noemen. De Binnen- of Hoofd- wild, een land van melk en honing, dat weg was de occupatie-as (2) en bij her uitzetten doorsneden wordt door lieflijke stroompjes. Het werd de I 6-voets roede van 4.56 m gebruikt. Het doet ons denken aan een bevolking die daar met dorp telde toen, buiten Nijeholtpade, 71 per- grote vlijt werkzaam is en in innerlijke rust en celen. Oldetrijne, dat langs de Haulerweg in vrede het leven slijt. Aardig gezegd en gedacht, oostelijke richting ruimte had gezocht, was met maar of het joist was, valt op zijn minst te een 14-voets roede (de keizersroede 3.91 m) betwijfelen. Ook in Wolvega moesten de mensen gekomen tot de tegenwoordige Pieterslaan. hard werken voor een sober bestaan. Eigenerfde Buiten Nijetrijne had her dorp 110 percelen. boeren, gezeten burgers en enkele ambtenaren Men sprak daar al van Ost-Trinda of Oosten- leefden boven het minimum, hadden lets meet kerke, een dicht bebost gebied tussen her daar armslag. De gezinnen van de arbeiders moesten ontspringende stroompje de Scheene en de zich zien te redden met de "zeuven stuvers Linde, dat wij no kennen als Sonnega (3). daegs", die vader met hangen en wurgen bij de Het zg. restveld (4) dat tussen beide dorpen boer of de veenbaas verdiende. Van sociale was ontstaan, geerde erg: bij de Scheene 310 m zekerheid was uiteraard geen sprake. Huisvesting, en bij de Linde 550 m breed. Het moet een ruig kieding en voeding, dat alles was in één woord stuk heide en bos zijn geweest: heuvelachtlg ten WA VERflELIM6 CLYE&, Kaart Wolvega no. 1. Situatie voor de verkaveling van Wolvega. Gesehat tijdstip midden 12e eeuw. Dc aangegeven wegen waren uiteraard niet ,neer dan onverharde voet- of ruiterpaden. De Binnenweg liep van Oldeholtpade rechtdoor naar de Olde- of Bovenweg.