Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1

Zitting 2005-2006

11 mei 2006

GEDACHTEWISSELING

over het Vlaams topsportbeleid

VERSLAG

namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door de heer André Van Nieuwkerke

1928 CUL Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 2

Samenstelling van de commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media:

Voorzitter: de heer Dany Vandenbossche.

Vaste leden: de heren Erik Arckens, Johan Deckmyn, Werner Marginet, mevrouw Marie-Rose Morel, de heer Jurgen Verstrepen; de heren Carl Decaluwe, Stefaan De Clerck, Steven Vanackere, Johan Verstreken; de heer Jean-Marie Dedecker, mevrouw Margriet Hermans, de heer Herman Schueremans; de heren Bart Caron, mevrouw Els Robeyns, de heer Danny Vandenbossche.

Plaatsvervangers: de dames Hilde De Lobel, Marijke Dillen, de heren Pieter Huybrechts, Freddy Van Gaever, Frans Wymeersch; de dames Vera Jans, Sabine Poleyn, Tinne Rombouts, de heer Johan Sauwens; mevrouw Patricia Ceysens, de heren Marnic De Meulemeester, Sven Gatz; mevrouw Michéle Hostekint, de heren Jan Roegiers, André Van Nieuwkerke.

Toegevoegde leden: de heer Jos Stassen; de heer Kris Van Dijck.

______Zie: 50-E (2004-2005) – Nr. 1: Advies van de Vlaamse Sportraad 3 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1

INHOUD

Blz. 1. Uiteenzetting door de heer Ivo Van Aken, Vlaams topsportmanager ...... 4 2. Uiteenzetting door de heer Bart Vanreusel, voorzitter Vlaamse Sportraad ...... 10 3. Uiteenzetting door de heer Tom Poppe, directeur sport Vlaamse Sportfederatie ...... 11 4. Uiteenzetting door de heer Hans Vandeweghe, docent Sportmanagement, journalist ...... 12 5. Uiteenzetting door de heer Frans Van den Wyngaert, directeur Topsportschool Antwerpen .. 17 6. Uiteenzetting door de heer André De Bruyne, sportarts ...... 17 7. Uiteenzetting door de heer Christophe Delecluse, hoofddocent KU Leuven ...... 17 8. Vragen van de commissieleden en antwoord van de sprekers ...... 18

______Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 4

DAMES EN HEREN, projectmatige steun zullen er achteraf ook geen mid- delen zijn. De federaties blijven onze eerste partners. Op 25 april 2006 organiseerde de Commissie voor Zij moeten alle structurele en projectmatige organisa- Cultuur, Jeugd, Sport en Media een gedachtewisse- ties voor hun sporttak opvolgen. ling over het Vlaams topsportbeleid. In een aantal sporttakken slaagt men er ondanks alle De Vlaamse Sportraad verstrekte o.a. over het inspanningen niet in om de best mogelijke structuur Vlaams topsportbeleid reeds eerder een advies, dat op te zetten. Dat heeft niet altijd te maken met de is opgenomen in het advies van de Vlaamse Sport- grootte van de federatie. Sommige kleine federaties raad over diverse aangelegenheden (Parl. St. Vl. Parl. zijn goed gestructureerd of zijn op weg om zich goed 2004-05, nr. 50-E/1) . te structureren. Niet de omvang, maar wel de werk- kracht en de creativiteit zijn bepalend. De gedachtewisseling werd voorafgegaan door een vraag om uitleg van de heer André van Nieuwkerke Toevallige talenten moeten we opvangen in een pro- tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cul- ject. In Nederland noemt men dat het ‘Kolommodel’. tuur, Jeugd, Sport en Brussel, over het Vlaams top- Rond atleten die zich niet kunnen ontplooien binnen sportbeleid. Deze vraag om uitleg, en het antwoord de structuur van hun federatie, moeten we een cel van de minister, kunnen als een integraal deel van de bouwen waardoor niets aan het toeval wordt over- hoorzitting worden beschouwd (Hand. Vl. Parl. 2005- gelaten. Wij beschikken over onvoldoende talent om 06, nr. C218, 1). ermee te morsen.

We mogen best wat creatiever zijn met deze project- 1. Uiteenzetting door de heer Ivo Van Aken, Vlaams matige aanpak. Voor kleine sporten kunnen we bij- topsportmanager voorbeeld gestructureerde sporttakoverschrijdende initiatieven nemen. Ik denk bijvoorbeeld aan een De heer Ivo Van Aken: Hoe zien wij de structurele en project voor glijsporten. Skeeleren, snelschaatsen en de projectmatige aanpak? Het is er niet om te doen shorttrack kunnen worden gebundeld. We zouden één van de twee te promoten. We gebruiken beide om alle vechtsporten kunnen bundelen. een sportspecifiek- en situatiespecifiek topsportland- schap aan te leggen. Wie zegt dat we steeds teruggrij- Het geheel van structurele en projectmatige aanpak pen naar één model en één structuur, is fout. noem ik het Vlaamse topsportmodel. Ik denk niet dat het afwijkt van andere buitenlandse modellen. We willen dat de sportspecifieke invulling van de Iedereen zoekt naar een structuur binnen zijn federa- structuur aan bod komt. We zoeken samen met de tie en speelt in op de behoeften die de structuur niet federaties naar de ideale samenstelling van de top- bevredigt. In de Australische tenniswereld probeert sportpiramide voor die bepaalde sport of discipline men voortdurend de federaties te structureren, maar en we bespreken ook de haalbaarheid. Ofwel wordt indien nodig verlaat men dat pad. elk deel ingevuld, ofwel worden talenten projectma- tig opgevangen. Een halve invulling van de topsport- Het is onze plicht om talent juist in te schatten. structuur leidt tot niet veel. We moeten elk deel van Het valt wel voor dat een federatie er niet in slaagt de topsportpiramide ondersteunen. Ik geloof niet dat de selectiecommissie te overtuigen dat een bepaalde we mogen hopen dat bepaalde sporttakken of federa- jonge sporter over voldoende talent beschikt om over ties in staat zijn de middelen te vinden die ze vandaag enkele jaren medailles te behalen. In deze commissie missen om een totale structuur uit te werken. hebben Bloso, het BOIC, ikzelf en de topsportexpert zitting. Samen met de federatie trachten we dan via De projectmatige aanpak is ruimer dan wat men de wedstrijdresultaten en de sportspecifieke eigen- er meestal onder verstaat: één of meer topsporters schappen te achterhalen of de voorgestelde jongeren in een project omdat hij niet past in de federatie internationaal zullen kunnen doorbreken. Voor heel of andere behoeften heeft dan de structuur van de jonge sporters, houden we uiteraard rekening met de federatie. Dit is één vorm van projectmatige aanpak, biologische leeftijd. De verschillen kunnen immers maar ik denk ook projectmatig in de richting van groot zijn. de federaties om de gaten in hun topsportwerking weg te werken. Die gaten zijn delen uit de piramide Samen met de federaties proberen we de prestaties waarvoor de federatie geen middelen heeft. Zonder uit te drukken in afstanden, tijden, punten en ran- 5 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 kings. De prestaties van de atleten vergelijken we worden. Om die tactische concepten te realiseren zijn met de prestaties van de meest succesvolle oud- top- er technische, conditionele en mentale eisen. Dat is de sporters in de verschillende fases van hun loopbaan. tweede lijn van de leerlijn. Ik maak een onderscheid Niet iedereen evolueert even snel. Bovendien mikken tussen twee fases: een ruwe en een gedetailleerde we niet enkel en alleen op de absolute top. Met een omschrijving. Als we daarover beschikken, hebben Europese top-8 en een Wereldtop-12 moeten we ook we een heel goed kader voor de opleidingscursus- gelukkig zijn. sen. Voor elke cursus bepalen we welk niveau van de leerlijn hij moet dekken. We weten heel goed wat die Het is de bedoeling dat de prestaties stijgen. Atle- cursus moet behandelen. Het is niet onbelangrijk om ten die lange tijd stagneren, maken het niet. In geen daar voldoende tijd in te stoppen. enkele sport. Een bepaalde periode kunnen we vol- ledig op resultaten baseren. Die periode verschilt van Ik heb twee voorbeelden om aan te tonen dat de sporttak tot sporttak. De federaties moeten dat voor situatie niet voor iedereen gelijk is. Het eerste voor- ons uittekenen. Het vraagt wat zoekwerk, maar die beeld start op vijf tot zes jaar. Topprestaties volgen periode moeten we vinden. op 23-jarige leeftijd. De federatie probeert op lokaal niveau kwalitatieve vorming te geven bij de start. Bij De tweede periode is de periode waarin we ons niet de start gaat de federatie op zoek naar talent om er alleen op resultaten kunnen baseren, maar ook reke- vervolgens een aantal jaren mee te trainen. We moe- ning moeten houden met eigenschappen als kracht, ten ervoor zorgen dat er voldoende getraind wordt in snelheid, uithoudingsvermogen enzovoort. Deze fac- deze fase om een eventuele stap naar een topsport- toren in combinatie met de resultaten leren ons of we school te kunnen zetten. De selectie voor een top- te maken hebben met een talent. sportschool mag niet gebaseerd zijn op zomaar even trainen omdat er dan onvoldoende garantie is over De eerste periode is de moeilijkste omdat we dan het talent. Federaties die langer trainen – minimum alleen op eigenschappen kunnen voortgaan. De leer- twee jaar – kunnen met vrij grote zekerheid zeggen lijn moet precies daarom zo duidelijk mogelijk zijn. dat ze hun talenten gevonden hebben. Een aantal Wat moet een kind op welke leeftijd kunnen? Het is federaties hebben daar de middelen niet voor, maar niet de bedoeling dat iedereen op dezelfde leeftijd mogen wel starten met een topsportschool. Ergens is start; dat is sport- en disciplinespecifiek. dat niet correct ten overstaan van de ouders en het kind. Bij het uittekenen van dat model moeten we rekening houden met de trainingsgevoelige periodes. Een aan- Sporttakken waarvoor men al op jonge leeftijd moet tal factoren wordt best voor de pubertijd getraind. starten, gaan vroeg op zoek naar een trainingscen- Andere beter erna. Moeilijk is dat niet. Elke weten- trum zoals een topsportschool. In dit voorbeeld is schapper en trainer beschikt over die kennis. de instapleeftijd de derde graad van de basisschool. Uit vrijwel alle gesprekken met federaties blijkt dui- Vervolgens moeten we per periode nagaan hoe de suc- delijk dat het kanaal naast de basisschool niet ver- cesvolle atleten getraind hebben. Wat was hun trai- waarloosd mag worden omdat niet alle talenten op ningsvolume? Wat was hun competitievolume? Dat zeer jonge leeftijd willen inschrijven in een topsport- zal bepalen hoe we de structuur invullen. Het biedt school. Het aantal sporten waarin de federatie al op ook het antwoord op de vraag of we een topsport- vroege leeftijd alles overneemt van de clubs, is heel school nodig hebben. Door veel atleten te volgen in beperkt. Ook niet alle talenten van de eerste graad de tijd, kun je per discipline bepalen op welke leeftijd zijn bereid de stap naar de topsportschool te zetten. de meesten gestart zijn. Het aantal jaren nodig om Sommigen willen bijvoorbeeld niet op internaat, wil- topprestaties neer te zetten, verschilt ook van sport- len Latijn volgen enzovoort. In sommige gevallen tak tot sporttak. heeft de selectiecommissie nog twijfels en verkiezen we het kanaal naast de topsportschool nog even te De leerlijn bevat tactische basiselementen en con- volgen. In andere gevallen heeft het kind nog wat tijd cepten indien dat toepasselijk is op die sport. Als het nodig om de stap wel te kunnen maken. We hebben niet om een sport gaat waar veel tactiek mee gemoeid al veel sporters gezien die heel vroeg kwamen, maar is, vertrekken we vanuit technische, conditionele en het even vroeg beu waren. Het is de bedoeling het mentale vaardigheden. Alle balsporten en slagsporten einde van de rit te halen. Het is onze bedoeling de gaan uit van de vraag wat tactisch gerealiseerd moet twee kanalen te bespelen. Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 6

Aangezien we vroeg starten, wordt het sportschool- De federatie vult het programma volledig zelf in. kanaal op 14- tot 16-jarige leeftijd groter. Het andere De meeste federaties zijn daar voorstander van. De kanaal verdwijnt niet volledig. Niemand is er zeker topsportschool moet dan wel de kans krijgen om van dat alle talenten op die leeftijd al op een top- als ploeg in competitie uit te komen. Clubs moeten sportschool zitten. In dit voorbeeld is men op 18 bereid zijn talent af te staan wanneer ze zelf het opti- jaar ‘beloftevolle jongere’ en op 23 jaar ‘elitespor- male programma niet meer kunnen aanbieden. Nadat ter’. Tussen 18 en 23 jaar hebben we normen nodig het talent opgeleid is, krijgen ze het terug en kunnen om te bepalen of de beloftevolle jongere wel degelijk ze het opstellen in hun eerste ploeg. Dit model wordt geschikt is. door de federaties vaak als ideaal naar voren gescho- ven. Het ideale model bestaat volgens mij niet. Het In het tweede voorbeeld start men veel later. Op elf- ideale model is het model dat best past bij de atleet. of twaalfjarige leeftijd gaan we op zoek naar talent. Voor heel wat sporten is dat nog altijd ruim op tijd. Daarnaast kunnen de federaties samen met clubs of Dat wil niet zeggen dat ze voordien niet moeten spor- de private sector een programma samenstellen. In ten. Vooraf volstaat voor die sporten een degelijke sommige sporten groeit dit scenario omdat de fede- clubopvang. De ouders dienen er enkel voor te zor- ratie niet anders kan. De clubs vormen de competi- gen dat hun kinderen een sportief leven leiden en dat tie. Kinderen zijn verplicht om te trainen in de club. het lokale sportbeleid erop heeft ingespeeld. Goede afspraken zijn nodig. We moeten weten wat wanneer getraind wordt. Tussen 12 en 14 jaar werken we in dit voorbeeld het voorbereidend werk op een selectie voor de top- Club en/of private sector stellen het volledige pro- sportschool af. Voor die groep moeten we nog geen gramma op. We moeten ruimte laten voor talenten die denken dat ze op die manier meer kansen hebben topsportschool opstarten. We kennen nog niet alle omdat ze zich er beter bij voelen of omdat ze geloven details van deze sporters. We zoeken die al trainend. in hun trainer. De federatie mag daar niet koste wat Tussen 14 en 16 jaar volstaan voor deze sporttak pro- het kost tegen ingaan. De federatie moet een partner vinciale of interprovinciale trainingen of stages om zijn en samen met de club het programma opstellen. zonder achterstand aan een topsportcarrière te star- In veel gevallen is er verzet waardoor samenwerking ten. Tussen 16 en 18 jaar kan deze groep eventueel onmogelijk wordt. Het kind zal niet met de federatie naar de topsportschool. De samenwerking met de samenwerken. Het kan zo geen beroep doen op de clubs mag niet verwaarloosd worden. Op 18 jaar is kennis van de federatie. men beloftevolle jongere en op 24 jaar bereikt men de top. Op deze manier moet voor iedere sporttak een Ten slotte kunnen we ook gebruik maken van de bui- sportspecifieke structuur uitgetekend worden. tenlandse mogelijkheden. Voor een aantal sporttak- ken volstaat de Belgische competitie niet om niveau te We hebben veel gepraat over de samenwerking tussen halen. Dan moeten we onze talenten laten groeien in federaties en clubs. Beleid, clubs en federaties hebben een buitenlandse competitie om over enkele jaren tot een hele weg af te leggen. Als deze partijen meer res- een sterke nationale ploeg te komen. Een sterke nati- pect hebben voor elkaars werking zullen we minder onale ploeg zal helpen om deze sporttak er bovenop talenten verliezen. De samenwerking zal verschillen te halen. Het Nederlandse handbal heeft deze stap van sporttak tot sporttak, en van situatie tot situatie. gezet. De Duitse handbalcompetitie was veel hoger Een kind dat in een uithoek van het land woont, dan de Nederlandse. maar daar met een goede trainer kan samenwer- ken, moet niet noodzakelijk uit zijn context gehaald Zodra de federatie voor een samenwerkingsvorm worden. Federatie, trainer, atleet en ouders moeten gekozen heeft, moet er overlegd worden met de clubs, samen beslissen wat het best is voor het jonge talent. atleten en ouders. We krijgen geregeld mails van men- sen die het programma niet exclusief door de fede- De atleet moet centraal staan. Dat is al vaker gezegd. ratie willen laten opstellen. De programma’s moeten Iedereen doet een poging om dat waar te maken. Ik afgestemd worden op de gekozen samenwerkings- zou het willen omdraaien: het programma van de vorm. Het kan niet dat jongeren dezelfde trainingen atleet staat centraal. Zolang een atleet niet beslist wat moeten doen bij de club als op de topsportschool. hij met zijn statuut – arbeidscontract of topsportstu- Beide trainers moeten overleggen en oog hebben dentenstatuut – zal aanvangen, tasten we in het duis- voor elkaars training. Het beleid doet inspanningen ter. Ik zie vier mogelijke samenwerkingsvormen. om te subsidiëren en te financieren. Het beleid doet 7 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 met andere woorden inspanningen om zaken project- vulling zorgen, maken er mooie projecten van. Dat matig in te vullen. Het projectmatige hebben we hard laatste is heel belangrijk. Omdat niet alle federaties nodig in de topsport. voldoende middelen hebben, moeten we een onder- scheid maken. De kwalitatieve initiatievormen van de federaties zijn belangrijk om later over talent te beschikken. Elitesporters komen aan hun trekken dankzij tewerk- Met de basisopdracht Jeugdwerking en de faculta- stellingsstatuten of topsportstudentencontracten, tieve opdracht Sportkampen kunnen ze zeker een werkingsbudgetten en de pool toptrainers. De opvang en ander aanvangen mits ze creatief zijn. De proble- is goed. De meeste topsporters werken met de trainer men duiken op in de twee volgende fases; fase van die zij zelf de beste vinden. De federaties hebben daar talentdetectie en fase één van de talentontwikkeling. in de meeste gevallen aan meegewerkt. De federatie Door een gebrek aan middelen zoeken federaties niet moet de aanvraag indienen en steunen. De minister genoeg naar talent en kunnen ze de eerste fase van heeft daarnaar verwezen in het geval van , talentontwikkeling onvoldoende aandacht geven. waar wij van de federatie geen aanvraag kregen. Om Daardoor is de instroom in de topsportschool of de te achterhalen of er nog atleten met problemen zijn, tweede fase van talentontwikkeling niet optimaal, en is het contact met de topsporters één van de doel- start men met een achterstand. Het kanaal naast de stellingen van dit jaar. De federatie volgt als kenner topsportschool wordt door een gebrek aan middelen uiteraard de werking van atleet en trainer. Het is niet in de meeste gevallen erg verwaarloosd. aan het beleid om dat te doen. Een goed beleid schept vertrouwen en voorwaarden. De groep van beloftevolle jongeren wordt maar half gesubsidieerd. Voor jongeren van wie we volle- Voor beloftevolle jongeren is het moment waarop ze dig zeker zijn dat ze topsporter zullen worden, zijn moeten bewijzen dat ze aan de top staan heel belang- er geen problemen. Aangezien de duur van de peri- rijk. Jongeren die al op 21- of 23-jarige leeftijd aan ode van beloftevolle jongere erg verschilt van sport een Europees kampioenschap of aan een wereld- kampioenschap kunnen deelnemen, hebben geen tot sport en aangezien er sporten zijn die geen EK probleem om dat aan te tonen. Zij krijgen tussen- en WK hebben onder 21 en 23 jaar is het niet voor tijdse bewijskansen. Wie op 18-jarige leeftijd de top- iedere sport even eenvoudig om tijdens deze transit- 8 haalt in de jeugdcompetitie, zal een jaar later niet periode de kans op doorbraak naar de top te garan- afgeschreven worden als hij daar niet in slaagt bij de deren. Voor de elitesporters zijn er weinig problemen. elite. Op zijn twintigste is hij daar wel opnieuw bij de Eventuele problemen worden snel opgelost binnen de top-8. Sporttakken zonder dergelijke internationale task force topsport. competities kampen met een nadeel, tenzij we bin- nenkort over perfecte ontwikkelingslijnen beschik- Welke projecten kunnen de rode en oranje zones ken. Het is enorm belangrijk dat we de criteria ondersteunen? Een eerste mogelijkheid vormen de optimaliseren. Zodra we over die criteria beschikken, pool ‘toptrainers 2008’. Alleen sporttakken die over moeten we daar de middelen tegenover stellen om die atleten beschikken die in 2008 een medaille kunnen groep te dienen. halen en in nood zitten qua begeleiding, kunnen op steun rekenen van de pool. De fase van de talentontwikkeling is belangrijk, maar tevens heel moeilijk. De topsportscholen zijn Het ‘ABCD-project 2012-2016’ geeft ook kansen aan gemiddeld goed ingevuld. De meeste trainers heb- bepaalde sporten. Omdat de ontwikkelingsfases ver- ben topsportervaring, een pedagogisch diploma en schillen van sporttak tot sporttak, kunnen niet alle er wordt goed geselecteerd. Aangezien niet al het federaties een ABCD-project indienen. Op zich is dat talent op een topsportschool zit, moet het kanaal geen probleem, mits er andere middelen worden inge- ernaast voldoende aandacht krijgen. Talent buiten de zet om de andere probleemzones in de topsportwer- topsportscholen moet ook opgevangen worden met king op te vangen. volledige programma’s. Ze moeten evenveel ontwik- kelingskansen krijgen. Door een gebrek aan mid- De projecten van de afdeling Topsport worden volle- delen begeleiden de federaties deze groep meestal dig toegekend aan de topsportscholen. Op die manier matig. Op woensdag meetrainen met een topsport- hebben we de zekerheid dat de jongeren er volledig school is meestal de beperkte oplossing. Mochten de en verantwoord begeleid worden. De federaties kun- topsportscholen ook op zaterdag trainen, dan kan nen erop intekenen. Federaties die voor een aan- er tweemaal per week samen getraind worden. We Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 8 vallen bijgevolg terug op de clubs, en op de samen- middelen zijn er niet om met een universiteit of werking tussen federatie en club. De rondetafels met enkele toptrainers een test op te stellen om optimaal ex-topsporters geven het probleem duidelijk weer. te kunnen screenen. Op basis van een paar basistes- Het beleid heeft er alle belang bij om deze partijen, ten of een observatiemoment moeten we bepalen of federatie en club, samen te brengen. De partijen iemand een talent is. Het oog van de meester ziet veel, moeten respect voor elkaar opbrengen en van elkaar maar een en ander moet gemeten worden om zeker- weten wat ze doen. Door een gebrek aan communi- heid te hebben. Bij gebrek aan middelen wordt niet catie weet de ene niet waarmee de andere bezig is. Ik breed genoeg gezocht waardoor heel wat talent niet benadruk evenwel dat we er alles aan moeten doen gedetecteerd wordt. om talenten in de topsportscholen te krijgen voor die sporten waar een topsportschool nodig is omwille Indien we over ontwikkelingslijnen tot en met fase van de trainingsomvang. We moeten geval per geval drie zouden beschikken, is het makkelijker om talent nagaan wat het beste is voor het kind. Er zijn veel te ontdekken en te beoordelen. De vierde fase is niet voorbeelden van jongeren die er geraakt zijn buiten nodig voor talentdetectie. Het onderste gedeelte, de topsportschool. Ik breek de topsportscholen niet kwaliteitsvolle initiatievormen, is geen topsport, af. Het is gewoon de realiteit. Ik hoop dat er bruggen maar beïnvloedt het wel. Geen topsport zonder gebouwd worden tussen beide. Task force topsport en breedtesport. Geen topsport zonder kwalitatieve ini- de stuurgroep Topsport moeten de minister daarover tiatie. Op dat moment hebben talenten al achterstand adviseren. en zijn ze de draad kwijt. Niet elke federatie is even creatief om subsidies voor de basisopdracht Jeugd- We moeten er consequent voor zorgen dat de kansen werking optimaal te benutten. Met creatief bedoel buiten de topsportscholen groeien. Als we merken ik dat ze de clubs erbij betrekken, circuits opzetten, dat die kinderen maar vier maal per week kunnen clubs motiveren enzovoort. Wie een scenario opstelt, trainen, moeten we hun de kans geven de theorieles- kan meer doen met de beschikbare middelen. Door sen te volgen in de topsportschool. Kinderen met een creatieve projecten op te stellen, kan men sponsors topsportstatuut die zich niet in de topsportschool aantrekken. inschrijven, krijgen ook minder vaak de kans op een buitenlandse selectie. Scholen hebben geen legale Kadervorming en sportspecifieke wetenschappelijke middelen om die kinderen meer dan tien halve dagen begeleiding en opleiding vormen de sleutel. We zien vrij te stellen voor competitie. De meningsverschillen hoe topsporters scoren met dank aan de wetenschap. zijn groot, maar we moeten buiten de topsportschool We moeten nagaan wat we nodig hebben wanneer we durven denken. Niet ten koste van de topsportschool. De topsportschool moet op de eerste plaats komen. de blokjes van de topsportpiramide invullen volgens de ontwikkelingslijnen. Een deel van de piramide De eerste fase van talentontwikkeling die weinig mid- moet gedekt worden met de opleiding tot Trainer B. delen krijgt maar wel moet zorgen voor een goede Welk deel precies, moet de federatie uitmaken. Het- instroom naar de tweede fase van talentontwikkeling, zelfde geldt voor de opleiding tot Trainer A. Welk is omwille van het laattijdig starten de probleemzone. stuk moeten we dekken? Wie over ontwikkelingslij- Wie weinig middelen krijgt, stelt het startmoment nen beschikt weet wat hij in de cursus moet verwer- liever uit. In deze eerste fase van talentontwikkeling ken. Men moet beslissen of alles in de opleiding tot worden geen volledige programma’s aangeboden. De Trainer A moet verwerkt worden of er een opleiding middelen zijn er niet om bijvoorbeeld viermaal per tot toptrainer nodig is. Ongeacht het aantal stappen week een training te organiseren. Wanneer op jonge moet het kader het volledige traject van talentdetec- leeftijd gestart moet worden, is het probleem heel tie tem elitesporters dekken. Opleiden alleen volstaat groot in deze fase. De instroom in de topsportschool niet. Bijscholen is noodzakelijk. De wetenschap staat wordt gehypothekeerd. We kennen het talent niet niet stil. Dat kan de federatie niet alleen. Voor Trai- goed genoeg. De federatie kan de selectiecommissie ner A en B zijn serieuze docenten nodig. Niet alle niet overtuigen. Het niveau van de leerlingen bij de federaties kunnen die docenten leveren. start is te laag waardoor ze ook aan het einde van de topsportschool het gewenste niveau niet halen. We sleutelen aan dit project. We proberen het uit te tekenen. Ik geloof sterk in de input van de universi- Talentdetectie is de laatste fase waar federaties mid- teiten via een gemeenschappelijk project. We zien hoe delen voor uittrekken. In heel wat federaties wordt een aantal van onze wetenschappers en toptrainers dat te laat opgestart bij gebrek aan middelen. De uitgenodigd worden in het buitenland. Wij gaan naar 9 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 het buitenland om er soms naar een Belg te luiste- kend en door de Raad van Bestuur werd ingediend ren. Waarom gaven wij hen zelf niet dat platform, bij het Bloso, door het sporttechnisch personeel waarom deden we daar niet meer mee? Het moet ove- gerealiseerd wordt. Vaak zit in de raad van bestuur rigens wel om meer gaan dan één keer praten. Ik pleit niemand met topsportkennis of -motivatie, wat het voor een gestructureerd geheel waar de universiteiten, voor de topsportcoördinator niet makkelijk maakt. de toptrainers en de federaties permanent waken over de kwaliteit van de opleidingen en bijscholingen. Sommige federaties hebben geen topsportschool maar zij hebben omwille van hun goede topsport- We weten natuurlijk dat de universiteiten partners werking wel een topsportcoördinator nodig. Voor zijn in de Vlaamse Trainersschool, maar volgens sommige sporten kan men immers een even goede mensen die daar nauw bij betrokken zijn, bieden ze topsportwerking realiseren zonder school. Dat moet geen aanlokkelijke tegenprestaties. Als men een gra- bekeken worden in het kader van het decreet op de tis medewerking verlangt, dan is zitting nemen in de sportfederaties. stuurgroep van de Vlaamse Trainersschool en het bijwonen van de denkcellen al een hele inspanning Beleidsplannen voor topsport zijn meestal opgesteld en kan men geen grote bijdrage als tekstschrijvers, in functie van de budgetten die ter beschikking zijn. docenten enzovoort verwachten. Het gevolg is een pragmatische werking. Maar men zou eerst eens moeten uittekenen wat nodig is om Als men straks niet alleen kadervorming maar ook topsportsucces te garanderen en vervolgens naar het sportspecifieke begeleiding in het project gaat betrek- prijskaartje kijken. Ofwel vindt men dan die midde- ken, krijgt men een totaalpakket waardoor bepaalde len ofwel gooit men voor die te dure sport de hand- sportfederaties over een optimale knowhow zullen schoen in de ring. Keuzes maken is moeilijk maar beschikken dankzij hun gespecialiseerde kennis van noodzakelijk. De ene federatie heeft ook meer finan- de trainingsleer, die zij dan vervolgens optimaal kun- ciële mogelijkheden dan de andere, afhankelijk van nen doorgeven aan trainers en atleten. Van dat pro- onder meer ledenaantal en media-erkenning. ject wordt werk gemaakt. Wij zaten al rond de tafel met universiteiten en er kwamen al voorstellen bin- In Vlaanderen bestaat heel wat knowhow over nen. Nu moet er een voorstel geformuleerd worden externe audits van sportfederaties en sportclubs. dat moet worden voorgelegd aan de task force, van Kunnen we die niet inzetten om te vermijden dat waaruit dan verder kan gewerkt worden. het resultaat van de gesprekken met de federaties als subjectief wordt ervaren, en om te kunnen komen In dat totale verhaal moeten ook ex-atleten een input leveren. Daarom moet hun opleiding gegarandeerd met een nauwkeurige score zodat we de pijnpunten worden. In vergelijking met het buitenland maken precies kunnen aanwijzen en de vorderingen per- wij op dit moment weinig gebruik van de kennis van fect kunnen meten? Moet Vlaanderen geen project ex-topsporters. Tijdens de twee rondetafelconferen- ‘talentdetectie’ opstarten? Niet alle federaties zijn in ties met ex-topsporters bleek nochtans dat ze staan staat dat zelf te doen. Als we daar één groot project te trappelen om een steentje bij te dragen en hun van maken, samen met het wetenschappelijke project ervaring te delen. Het is niet zo dat wij daarmee een van de universiteiten, dan verzamelen we ten eerste tegenzet willen doen tegenover de federaties. Wij wil- veel gegevens en hebben we ten tweede veel gemeten. len wel van tevoren aftasten wat deze mensen te bie- Moeten we geen label ‘Vlaamse talentenclub’ in het den hebben en daarna het gesprek opstarten met de leven roepen? Dat zet clubs er immers toe aan een partners van task force en stuurgroep en vervolgens tandje bij te steken. Ouders weten dan bij welke club met de federaties afzonderlijk. Wij werken dus stap ze met hun getalenteerde kinderen moeten zijn. voor stap. Wat het decreet op de federaties betreft, waarover Sporttechnisch personeel van een federatie heeft niet de gesprekken volop op gang aan het komen zijn, is altijd voldoende topsportervaring, stelt men vast. Het de vraag: kan men binnen het huidige decreet oplos- gaat immers vaak om pas afgestudeerde mensen die singen vinden om de rode en oranje zones, de zwak meteen de positie van topsportcoördinator kregen, gesubsidieerde zones, van kleur te doen veranderen? maar vanwege hun jonge leeftijd niet altijd de nodige Talentdetectie tot en met 18 jaar heeft per sport een autonomie krijgen van de Raad van Bestuur. Terwijl vrij vast kostenplaatje. De fases van beloftevolle jon- dat laatste alleen hoort te evalueren of het beleids- gere en elitesporter zijn variabel, de prijs hangt af plan, dat door het sporttechnisch kader is uitgete- van het aantal sporters dat men heeft. Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 10

De problemen zijn dus bekend. In het buitenland stelt raadsels, zijn net als in het boek van Dan Brown, in men vergelijkbare gegevens vast. Het is aan ons om de vervolgdelen opgelost. de oplossingen die voor het grijpen liggen, te benut- ten. Wij moeten het lef hebben dingen te veranderen. In mei 2005 hadden we uitvoerig overleg met de Het geschetste actieplan steunt in grote lijnen op het Vlaamse topsportmanager. We bleken op dezelfde topsportactieplan. Wel zijn er een aantal bijsturingen golflengte te zitten. Een bedenking die we toen en aanvullingen vergeleken met enkele jaren geleden. hadden, was dat zijn model vooral op de individu- ele sporten was gericht. Voor de ploegsporten von- Efficiënt en snel handelen is vereist. Actoren moeten den we het minder geschikt. Maar we hebben zonet veranderingen willen doordrukken, op voorwaarde samen kunnen vaststellen dat de topsportmanager dat ze goed doordacht zijn. Het resultaat van de laat- zijn model heeft bijgestuurd. Daarnaast bleef de toe- ste jaren is bekend en toont aan dat nog een aantal komst van de topsportscholen nog hangende. Wij dingen anders moeten worden gedaan. Geef ons de drongen aan op een snelle beslissing en stelden een vrijheid dat te doen, maar verplicht ons om ze eerst aantal kwaliteitscriteria voorop. We gingen ervan grondig te bespreken binnen de task force topsport uit dat het doel verder moet reiken dan Olympische en de stuurgroep Topsport, en geef ons de tijd de medailles. Dat blijkt inmiddels ook zo te zijn. Ter- minister een degelijk advies te geven. loops vonden we dat vooral geen mediastemmen als parameter of graadmeter voor het resultaat mochten Het beleid moet voorwaarden opleggen waardoor gelden zoals de jongste tijd vaak het geval is. federaties verantwoordelijkheid kunnen nemen. Dat is erg belangrijk. Voor de opstart van een topsport- In november 2005 brachten we een gunstig advies school bijvoorbeeld, zou een goede voorbereiding op uit over het Bloso-wijzigingsdecreet, dat mee de aan- de instroom een dergelijke voorwaarde moeten zijn. leiding vormt voor deze hoorzitting. De Vlaamse Sportraad vindt het ontwerp van decreet volledig Ik pleit voor een totaaloverzicht van alle niet-decre- in de lijn liggen van het nieuwe Vlaamse topsport- tale middelen, omdat men moet weten welke mid- beleid. Het is logisch dat de functie en de opdracht delen er zijn en met welke middelen welke resultaten van de Vlaamse topsportmanager decretaal worden worden behaald. Dat geldt dus niet alleen voor de verankerd. De eenheid van beleid hoeft niet in het middelen van Bloso maar ook die van het BOIC. gedrang te komen, mits de betrokken instanties dui- Openheid is aangewezen. Bovendien moeten pro- delijke afspraken maken. De beheersovereenkomst blemen snel kunnen opgelost worden. Die van de en het samenwerkingsakkoord die het decreet voor- topsportwerking moeten even snel kunnen ingevuld worden als die van individuele atleten. ziet, maken dat mogelijk. De enige vraagt die rijst, is of een tijdelijke functie van topsportmanager in een decreet kan worden verankerd. Dat is een vraag voor 2. Uiteenzetting door de heer Bart Vanreusel, voor- juristen. zitter Vlaamse Sportraad We zouden het bijzonder jammer of voorbarig vinden De heer Bart Vanreusel: In 2004 kregen we vanuit mocht deze hoorzitting op een evaluatie uitdraaien deze commissie een reeks vragen om advies, onder van de topsportmanager en van zijn werkzaamhe- meer over het Vlaamse topsportbeleid. De vraag viel den totnogtoe. Daar is het veel te vroeg voor. Andere zo goed als samen met de officiële goedkeuring van instanties hebben al jaren en bij decreet de opdracht het ‘actieplan Topsport Vlaanderen 2016’ dat het om het Vlaams topsportbeleid mee vorm te geven. Vlaamse topsportbeleid voor het komende decen- Daarover zijn voor zover ik mij herinner nooit inten- nium uittekent. Het actieplan is trouwens integraal in sieve hoorzittingen gehouden. Ik laat het aan uw oor- de beleidsnota 2004-2009 van minister Bert Anciaux deel over of ze in hun opdracht zijn geslaagd. opgenomen. We vonden het toen niet opportuun een uitvoerig advies uit te brengen. Wij hebben ons achter De Vlaamse Sportraad staat achter de beslissing van het actieplan en de beleidsnota geschaard. Het Actie- de Vlaamse Regering om een Vlaams topsportmana- plan las als de ‘Da Vinci Code’: ingenieuze construc- ger aan te stellen. De Vlaamse Sportraad staat ook tie, gedreven plot en hier en daar een raadsel. Dat achter de intentie van de Vlaamse Regering om de laatste betrof vooral de vormen van samenwerking, Vlaamse topsportmanager met de algemene coördi- de middelen en de precieze doelen. De meeste van de natie van het Vlaams topsportbeleid te belasten. 11 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1

Topsport is ruimtevaart. Atleten zijn astronauten. mogelijk hefboomeffect te realiseren bij de uitbouw Blijkbaar hebben wij besloten om daar met publieke van de topsportwerking van de topsportfederaties. middelen aan mee te doen. Het thans voorbereide beleid is wellicht het beste middel om te vermijden dat De topsportfederaties met hun pas aangeworven we over een aantal jaar moeten zeggen: “Houston, coördinatoren topsport begonnen langzaam maar we have a problem.” zeker, binnen het kader van het nieuwe decreet sport- federaties, hun weg te vinden en werkten een integraal sportspecifiek topsportbeleid uit. Voor de federaties III. Uiteenzetting door de heer Tom Poppe, directeur kwam er transparantie, samen met een aantal dui- sport Vlaamse Sportfederatie delijke lijnen en op het terrein één aanspreekpunt voor topsport, namelijk de afdeling Topsport van het De heer Tom Poppe: Ter voorbereiding van deze Bloso, dat verder zou worden uitgebreid voor bege- gedachtewisseling koppelde de Vlaamse Sportfede- leiding en ondersteuning op maat van de topsportfe- ratie (VSF) met een aantal topsportfederaties terug. deraties. We schrijven het jaar 2003. Aangezien deze materie alle topsportfederaties in zijn totaliteit aanbelangt en rekening houdende met het Een jaar later werkte de Stuurgroep Topsport een feit dat de verantwoordelijken van de topsportfede- goed en ambitieus actieplan Topsport af. Dit werd raties met hun eerdere uitspraken achtervolgd blij- positief onthaald door de topsportfederaties en ver- ven worden, is er beslist een globaal standpunt in te diende zeker de kans om uitgewerkt te worden. Het is nemen via de VSF. de verdienste van de huidige minister dat hij dit plan heeft overgenomen in zijn beleidsnota en de nodige We beperken ons bijgevolg in deze uiteenzetting tot middelen heeft voorzien om het ook uit te voeren. het weergeven van een aantal algemene ervaringen, Om de doelstellingen uit dit plan te verwezenlijken bedenkingen of opmerkingen betreffende het top- was er volgens de minister ook nood aan een top- sportbeleid en het beleidskader waarbinnen dit wordt sportmanager en -expert. Ook de topsportfederaties gevoerd. Specifieke sportgerelateerde inzichten en stonden positief tegenover deze aanstelling. bemerkingen komen hier dan ook niet aan bod. Een topsportmanager kon voornamelijk op het Tot voor enkele jaren werden de toch al schaarse beleidsniveau essentiële zaken realiseren en een meer- krachten en financiële middelen voor topsport heel waarde voor topsport betekenen, waardoor de spe- erg versnipperd in Vlaanderen. Het BOIC, het Bloso, lers op het veld hun werk nog beter kunnen doen. de cel Sport van de afdeling Jeugd en Sport van het Zo zou een manager voor topsport bijvoorbeeld nog Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het ITV, meer contacten kunnen leggen met andere beleidsdo- de VSF, het VLAS, de sportfederaties, de topsport- meinen zoals tewerkstelling, onderwijs, milieu, ruim- scholen, de universiteiten en hogescholen, de private telijke ordening en stedenbouw, waarbij bestaande sportorganisaties et cetera waren allen actief op het pijnpunten zouden kunnen worden weggewerkt en vlak van de topsport. Vaak werkten ze zelfs naast nieuwe initiatieven ontwikkeld worden. Tevens zou elkaar om maar niet te zeggen tegen elkaar. Door hij als manager de Vlaamse bedrijfswereld kunnen de oprichting van het ‘Vlaams Overlegplatform Top- betrekken bij de ondersteuning van de topsport. sport’, later de ‘Stuurgroep Topsport’, kwam hierin verbetering. Wat blijkt na één jaar werking? De topsportfederaties krijgen meer en meer de indruk dat de minister via, De programma’s werden beter op elkaar afgestemd, en met zijn topsportmanager steeds meer de plaats beslissingen werden gezamenlijk en in overleg geno- inneemt van zijn administratie en zich bezig houdt men en een eerste opzet van een integraal topsport- met het operationele, de uitvoerende taken die vooral beleidsplan werd uitgewerkt. Coördinatie, efficiëntie, op de korte termijn zichtbaar zijn. De plaats van de transparantie en objectivering waren de leidmotie- topsportmanager onder de rechtstreekse bevoegd- ven. Er werd binnen het Bloso een nieuwe afdeling heid van een minister wordt dan ook in vraag gesteld. Topsport opgericht. Deze afdeling zou instaan voor Wat indien er een andere minister komt die andere de begeleiding en ondersteuning van de topsportfe- beleidsaccenten legt? Zal de topsportmanager dan deraties en de individuele atleten. Ze zou er ook voor niet geneigd zijn rekening te houden met het gezegde zorgen dat de juiste middelen op het juiste ogenblik ‘wiens brood men eet, diens woord men spreekt’, bij de juiste mensen worden ingezet om een zo groot en afwijken van de langetermijnvisie, het actieplan Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 12

Topsport? U begrijpt dat we deze situatie absoluut sportfederaties. Er is duidelijk opnieuw versnippe- geen garantie vinden voor de continuïteit van het ring, er zijn opnieuw te veel verschillende meningen topsportbeleid. Net die continuïteit is volgens de top- en gedachten. Het werk wordt een tweede keer over- sportfederaties dé voorwaarde tot succes. gedaan. De medewerkers van de topsportfedera- ties hebben de indruk dat het beleid en uitvoering Het actieplan Topsport van minister Anciaux wordt momenteel niet goed samenwerken. Dit werkt eerder nochtans als haalbaar en realistisch beschouwd. verlammend voor het topsportbeleid. Het moet dan ook de tijd krijgen om uitgevoerd te worden zodat de werkzaamheid ervan kan worden Ondersteuning op maat van elke topsportfederatie is bewezen. De specifieke actieplannen topsport van de broodnodig. We geven zonder probleem toe dat bij verschillende betrokken sportfederaties sluiten hierbij sommige topsportfederaties zeker niet alles van een aan. Dat er bij de implementatie gerichte, tussentijdse leien dakje loopt. Zo wordt elke sportfederatie de doelstellingen moeten worden gerealiseerd, dat de dag van vandaag nog steeds bestuurd door verkozen dagelijkse werking (trainingen topsporters, topsport- bestuurders die niet bezoldigd worden. De Vlaamse scholen, stages, begeleidingsprojecten) kan worden overheid stelt decretaal heel wat middelen ter gecontroleerd en geëvalueerd met daaraan verbonden beschikking waarmee het bestuur zich professioneel noodzakelijke bijsturing is een evidentie. kan omringen. Jammer genoeg krijgt deze professio- nal, de topsportcoördinator, niet altijd alle middelen, Bij de uitvoering van hun actieplannen kunnen de mogelijkheden en bevoegdheden ter beschikking om sportfederaties hulp en begeleiding gebruiken. Ze zijn zijn of haar werk goed te doen. Ondanks het feit dat vragende partij om hun effectieve topsportwerking het de vrijwillige bestuurders meestal aan de nodige steeds te optimaliseren via input van doelgerichte topsportexpertise ontbreekt, bepalen zij toch de te expertise, maar niet via een betuttelende aanpak volgen strategie en leggen bovendien vaak andere pri- waarbij alles getoetst wordt aan één model, dat sterk oriteiten. Topsport vereist echter een op-en-top pro- geënt is op één sport. De topsportpiramide dient voor fessionele en bedrijfsmatige aanpak. Ideaal voor de elke sport specifiek te worden opgemaakt. Zo blijkt topsport zou dan ook zijn dat de topsportcoördina- een topsportschool voor sommige sporttakken niet tor binnen de federatie zijn targets en budget krijgt, erg nuttig te zijn, maar voor andere dan weer - zodat deze zijn eigen team van trainers en atleten kan tieel, voornamelijk daar waar topsportprestaties op vormen waarover hij de volledige bevoegdheid heeft. jonge of relatief jonge leeftijd worden bereikt. Top- De topsportcoördinator moet geëvalueerd worden op sportcoördinatoren verwachten dat deze begeleiding basis van de resultaten die hij of zij behaald heeft op en ondersteuning, binnen het huidige kader, van de internationaal niveau. Kortom de topsportcoördina- afdeling Topsport van het Bloso komt, omdat binnen tor moet de baas van topsport zijn binnen de top- deze dienst continuïteit in kwalitatieve begeleiding en sportfederatie. ondersteuning kan worden verzekerd. De federaties menen dat deze dienst dan ook verder moet worden In het actieplan Topsport is dit een belangrijk aan- uitgebreid om deze taken op zich te nemen. dachtspunt en wordt er naar gestreefd om dit bij elke topsportfederatie te realiseren, maar we vinden dat Van de topsportmanager verwacht men, zoals daar- hierover ook op het beleidsniveau verder moet wor- net gesteld, ingrepen op beleidsmatig en kabinetsover- den nagedacht en naar oplossingen moet worden schrijdend niveau zodat een duidelijke meerwaarde gezocht. Topsport is en blijft immers onlosmakelijk wordt gecreëerd. Als de huidige contacten van de verbonden met de werking van een sportfederatie. topsportmanager met de sportfederaties als voorbe- Zonder deze sportfederatiestructuur is er geen top- reiding voor dergelijke ingrepen worden bedoeld, dan sportwerking mogelijk. Het behoort tot de taak van moet dit ook zo naar de topsportfederaties worden de topsportmanager hiervoor oplossingen te zoeken, gecommuniceerd. maar het vraagt politieke moed en de wil tot het nemen van gevoelige beslissingen om hierin daadwer- Daarnaast vragen we ons af, of er momenteel al dui- kelijk verandering te brengen. delijke taakafspraken rond topsport bestaan tussen kabinet en administratie? Een aantal berichten over het gekibbel tussen de minister en zijn administratie IV. Uiteenzetting door de heer Hans Vandeweghe, laten het tegendeel vermoeden. Uit ervaring van de docent Sportmanagement, journalist De Morgen topsportfederaties blijkt dat de ene topsportfedera- tie voor een bepaald probleem de topsportmanager De heer Hans Vandeweghe: Ik werkte elf jaar in aanspreekt, terwijl een andere topsportfederatie voor Nederland en kan daardoor een vergelijking maken hetzelfde probleem bij het Bloso om raad vraagt. tussen de Vlaamse en Nederlandse topsportmodel- U begrijpt dat dit voor verwarring zorgt bij de top- len. Voor de vergelijking van de sportlanden ga ik wel 13 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 uit van het begrip België omdat we binnen een inter- tuur heeft Nederland veel meer vrijwilligers. Eén op nationaal referentiekader voor topsport niet anders twee werknemers werkt er immers deeltijds, tegenover kunnen. minder dan 20% bij ons

Is Nederland een goed vergelijkingspunt? We zijn Qua sportparticipatie verschilt er echter vrijwel niets. buurlanden, allebei kleine landen, met ongeveer In Vlaanderen zijn wel 20.000 sportclubs, terwijl de hetzelfde BNP, een gelijklopende sportcultuur en 16 miljoen Nederlanders er maar 30.000 hebben. Net -geschiedenis en op elkaar lijkende bevolkingen, al als bij de federaties is hier dus sprake van versnip- is die van Nederland wel talrijker. Maar er zijn ook pering. verschillen. Zo is Nederland onverdeeld. De Franse Gemeenschap draagt proportioneel weinig bij aan Tot slot, en niet onbelangrijk: Nederland heeft twaalf de sportresultaten: veertig procent van de bevolking keer meer topatleten dan België. Zij halen gelukkig zorgt voor amper iets meer dan twintig procent van wel geen twaalf keer meer prijzen. Ik geef volleybal – de selecties en die halen maar dertien procent van de een sport waarin de resultaten redelijk maakbaar zijn medailles binnen. – als voorbeeld. Nederland klopte in 1987 op het EK in België onze nationale ploeg met 3-2. Daarna werd De bevolking van Nederland is ook langer, wat in het achtereenvolgens 5e, 2e, 1e en nog eens 5e op de 95% van de sporten een voordeel is. Nederland heeft Olympische Spelen. Het ministerie van VWS gaf het de langste jeugd van de wereld als men de allochtone geld, dat werd aangevuld door NOC-NSF en grote bevolking niet meerekent. sponsor ‘Nationale Nederlanden’. De ledencontribu- tie binnen de volleybalbond Nevobo werd verhoogd Historisch heeft Nederland nochtans een achterstand en er werd een aparte vzw Topvolleybal Nederland op België want het is geen stichtend lid van het IOC. (TVN) opgericht: een voorbeeld van de verzelfstandi- We zijn ook het enige land ter wereld dat al twee ging van topsport buiten maar wel in samenwerking IOC-voorzitters mocht leveren. Blijkbaar waren wij met de federaties. De bedoeling was korte lijnen en altijd al meer geïnteresseerd in wat zich in cenakels snelle beslissingen, geen administratie. Bij ons waren dan in wat zich op het veld afspeelt. Onze liefde voor er zeven tot acht structuren maar met de topsport- structuren wordt overigens ook weerspiegeld door de manager is er alweer een bij. binnenlandse organisatie van de sport. Ons sportmodel is bovendien top-down. Van bovenaf Doordat sport in België een gemeenschapsaangele- – ministerie of Bloso – wordt bepaald hoe het moet genheid werd, is ons landschap eindeloos verdeeld gaan. Nederland heeft meer sturende sportnota’s geraakt. Alle bestuurlijk en sporttechnisch talent dan wij, maar gaat wel steeds uit van een bottom-up moet verdeeld worden over drie bonden, met soms model. Initiatieven in het veld worden aangemoedigd absurde resultaten. Sinds 2001 bestaat een federatie en visionaire coaches worden gezocht, desnoods in voor moderne pentatlon uit drie bonden met drie het buitenland. secretarissen-generaal en drie voorzitters maar al die tijd hebben we nog geen enkele moderne pentatleet Top-down modellen hebben bij mijn weten alleen gehad. Als men daar nog eens de verzuiling bijtelt, maar gewerkt in communistische landen en in komt men tot een situatie waarin eind jaren negentig Australië. Daar heeft men ook berekend dat elke meer dan 90 sportbonden werden gesubsidieerd door Australische medaille 25 miljoen euro aan investerin- Bloso. In Nederland schommelt dat aantal altijd al gen heeft gekost. Top-down is duur, inefficiënt en niet rond 50. meer van deze tijd. Zelfs de Australiërs zijn er van teruggekeerd maar ze hebben wel één ding behouden Terwijl Vlaanderen een minister van Sport heeft, wegens de uitgestrektheid van hun land: een centraal heeft Nederland ‘maar’ een staatssecretaris. In het systeem vanuit het Australian Institute of Sports. ministerie VWS werken ongeveer 35 mensen op sport, bij ons – inclusief Bloso – 1200, al kunnen het er ook Is Nederland nu een veel beter sportland? Daar lijkt 1250 of 1300 zijn. In Nederland is de sportmacht het wel op. We hebben wel betere wielrenners en ten- geconcentreerd bij de privé-organisatie NOC-NSF, nisspeelsters maar daarmee houdt het ook op. Alge- waar 186 mensen werken. Bij het Belgische BOIC meen wordt aangenomen dat 1976 een zeer goed werken ongeveer 31 mensen. Door het beter georga- ijkmoment is. In dat decennium komen de communis- niseerde verenigingsleven en de deeltijdse arbeidscul- tische sportmodellen tot volle ontwikkeling en wordt Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 14 de sport wereldwijd geprofessionaliseerd. De jaren percent meer medailles te winnen op de Spelen: bijna tachtig zijn daar een vervolg op. In de jaren negen- allemaal medailles in nieuwe sporten, in vrouwen- tig implodeert de Oostbloksport en wordt die kennis sporten, in technische sporten. Alle West-Europese opgekocht, onder andere door Australië. De professi- landen slagen er in om meer medailles te winnen. Wij onalisering gaat onverminderd verder, met een extra halveren de onze. Erger nog, zonder de programma- impuls van de sportmarketing, en gaat gepaard met uitbreiding van na 1988 zouden wij op de twee voor- een emancipatie van de derdewereldlanden. In 1984 bije Spelen één medaille hebben gehaald: die van Axel neemt China voor het eerst weer deel aan de Olym- Merckx, de bronzen medaille in het wielrennen. pische Spelen, vanaf 1992 in kruissnelheid en nu op volle kracht. We betalen onze atleten dus veel beter en we doen het vele malen slechter dan Nederland. Dat is natuur- België behaalde in 1976 zes medailles, Nederland vijf. lijk een gemakkelijke conclusie, de analyse is iets Een ander, inmiddels groot klein sportland had er minder gemakkelijk. Bij die analyse is een denkfout toen ook maar vijf en besloot, naar aanleiding van gemaakt door het huidige en eigenlijk ook al door dat debacle, een sportmodel uit te bouwen. Ik heb het vorige beleid. Een degelijke analyse zou nochtans het over Australië. Vandaag, dertig jaar later, heeft helpen om een snelle remediëring op te stellen. Het dat land tien keer meer medailles. In Nederland hoofdaccent van de huidige topsportpolitiek ligt op loopt de sportpolitiek ongeveer gelijk tot het einde de langetermijnwerking. De topsportmanager heeft van de jaren zeventig, met veel aandacht voor sport herhaaldelijk aan de pers gezegd dat hij pas in 2016 voor allen. In de jaren tachtig groeit in Nederland wil oogsten. Hij vindt het heel belangrijk de federa- het besef van de sportieve recreatie: veel geld voor ties te helpen bij het herkennen van de jonge talen- de dan al goed georganiseerde bonden die vaak door ten. De ontwikkelingslijnen zijn heilig en zadelen de het schaaleffect over genoeg kritische massa beschik- technici binnen de bonden op met een nooit geziene ken om zich te organiseren. Een ander verschil is berg papierwerk. Ik vraag me af op welke objectieve dat Nederland al die jaren de werking van sport en criteria de beleidsoptie om meteen op 2016 te mik- sportbonden betoelaagt. Wij betoelagen hun secreta- ken, gebaseerd is: wellicht op de vaststelling dat we riaten en administraties. Pas de laatste jaren worden momenteel structureel niet genoeg talent brengen bij ons ook technische functies echt betoelaagd. De dat in staat is om medailles te halen. Maar in ver- jaren negentig zijn in Nederland de vette jaren, met gelijking met Nederland scoort België qua medail- veel nota’s over breedte- en topsport. Nochtans heeft lepotentieel binnen de jeugd helemaal niet zo slecht. Nederland op dat moment, tot in 1996, minder geld Er is namelijk één referentiekader: EYOF, de Euro- te besteden aan topsport dan Vlaanderen. In 2001 pese Olympische Spelen voor de Jeugd. Dat mag niet komt het stipendium in voege: een vergoeding voor topsporters die niet in hun levensonderhoud kunnen afgedaan worden als een klein competitietje: veertig voorzien, enigszins te vergelijken met het Bloso-sta- Europese landen sturen er elke twee jaar hun sterkste tuut voor topatleten. Zonder een structureel salaris, jeugd naartoe in een tiental sporten. Je mag aan de maar met de financiële hulp voor het beoefenen van resultaten geen conclusies verbinden voor de latere, hun topsport, hebben de Nederlandse atleten in 2000 eigenlijke Olympische Spelen, maar je zou wel twee in Sydney 25 medailles gewonnen, waaronder twaalf landen als Nederland en België met elkaar kunnen keer goud. Pas vanaf 2001 kregen de Nederlandse vergelijken. Sinds 1991 heeft Nederland er 91 medail- toppers een salaris en ineens wonnen ze in Athene les behaald, wij 72. Structureel halen we minder minder medailles. Is er een oorzakelijk verband? medailles dan Nederland, proportioneel meer. Dat is Neen. Maar net zo min is er een oorzakelijk verband het cijfermatige bewijs van wat ik elf jaar lang van in de andere richting: het is niet omdat je atleten een de Nederlandse coaches heb gehoord: dat de Belgi- salaris geeft, dat ze daarom beter gaan presteren. De sche jeugd sterk is en er aan komt. Maar de Belgische eerste – en in het begin ook de enige – atleet die bij jeugd is nooit gekomen, op de twee tennismeisjes na. ons een salaris kreeg, was in Overigens zat Henin in 1995 in de Belgische ploeg, en 1980. Hij haalde ook goud in Moskou. Vervolgens ze won in Bath. In 1993 won Nederland met Pieter begon het BOIC met atletencontracten, alleen of in van den Hoogenband vier keer goud; hij is vandaag samenwerking met Randstad Interim. Eind jaren wereldrecordhouder en dubbel Olympisch kampioen negentig kwam ook Bloso met topsportcontracten op in het zwemmen. We hebben in 2003 net dezelfde de pinnen. status behaald met Jorina Aerents en vorig jaar met , sneller dan van den Hoogenband In 1976 waren er 198 evenementen waarin medailles op zijn leeftijd. Jammer genoeg mogen we over hem konden worden gewonnen. Sinds 1976 zijn er vijftig niet praten want hij is een Waal. We hebben dus ook 15 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 talent. Onze sportbonden brengen niet structureel sportgerelateerde onkosten aangeven ten belope van minder talent voort dan in Nederland. 300 euro en krijgt een auto van de sponsor, waarvoor hij 200 euro moet terugbetalen. Wij pamperen onze Er is echter een ander probleem. Veerle De Bosschere atleten. Wij houden het Bloso-statuut van staatatleet heeft ooit in opdracht van de kabinetsattaché Sport, als een wortel voor en dan heeft de atleet nog maar professor Paul De Knop, een knappe studie gemaakt één obsessie: dat statuut behouden. We hebben nu over het verschil tussen de Nederlandse en de Belgi- zelfs twee tennissers die niet in de top-800 staan op sche topsport. Van alles wat zij in haar studie heeft de wereldranglijst, een topsportstatuut gegeven en gemeld, vindt men echter maar heel weinig in het een salaris: zo laag legt dit beleid de lat. In Neder- beleid terug. De meeste vergelijkingen die ik maak, land heeft men dat probleem niet: de helft van de 200 komen uit dat rapport. Ons probleem is de ‘finalise- A-sporters krijgen geen stipendium, omdat ze genoeg ring’ van het talent. Niet de training van een medail- andere inkomsten hebben. heeft een lewinnaar op weg naar het podium is de kunst. Het staatssalaris, een auto van het BOIC en verschillende talent naar de absolute top brengen, dat kunnen wij sponsorcontracten, onder meer met Nike en McDo- niet: wij hebben geen atleten die voor podia gaan. nalds; zij zou in Nederland geen stipendium krijgen. We hebben ze gehad, bij de jeugd. Ik onderscheid De Nederlandse Kirsten Vlieghuis haalde in Atlanta drie grote gebreken, met één gemeenschappelijke twee keer brons in het zwemmen. Ze had toen geen noemer. Wij hebben geen of onvoldoende visionaire salaris. verdiende toen 50.000 frank coaches. We hebben die wel gehad: In 1976 coachte netto bij het BOIC of het Bloso en had diverse spon- Mon Van den Eynde de 21-jarige sorcontracten, waaronder bij Mercedes. , naar 1:43:86. Het geheim van Mon Van den Eynde 110 meter horden, geraakte over alle horden, op één was simpel: een kleine nucleus van toptalent samen na. Toen kwam de overheid om hem te helpen om met een gedreven coach. De Nederlandse coaches ook de laatste horde te halen, met een salaris, een zijn vandaag vaak wel veel beter dan de Belgische. auto en trainer. Na enkele jaren stopte hij met lopen. Ze hebben in elk geval een cultuur en traditie die Zijn Nederlandse tegenhanger Robin Korving, de ook bij het voetbal opvallen. Om succes te halen als nummer acht van de wereld, moest met het openbaar coach moet men durven innoveren. Daar blinkt de vervoer en de fiets thuis raken na een wedstrijd. De Vlaming niet in uit, zeker niet als hij de Bloso-trai- infrastructuur is bij ons veel beter, maar Nederland nerscursus heeft gestudeerd. Nederland is ook altijd levert wel de kampioenen. We hebben een gebrekkige gericht geweest op het buitenland. In Vlaanderen sportcultuur, de manco’s zijn legio. En het sportbe- bestaat geen topsportcoachopleiding, dus ook geen leid doet niets aan die manco’s. De formules die we traditie. Dat is een Belgisch zeer. Ons Belgisch trai- de laatste tien, vijftien jaar hebben uitgevonden, gaan nersdiploma in het voetbal is pas vorig jaar internati- we nu nog intensifiëren: meer geld voor minder atle- onaal goedgekeurd. Onze universiteiten leveren geen ten. trainers af. We hebben bovendien geen of niet genoeg atleten die bereid zijn te investeren in de onzekerheid Over het algemeen ligt bij de Vlaamse topsport de van topsport: onze atleten zijn gericht op zekerheid lat veel te laag. Onze trainers wegen doorgaans te en willen zich via de topsport direct maatschappelijk licht en hebben geen kennis van het laatste traject dat verbeteren. Het staat als een paal boven water dat wij nodig is om de medailles te behalen. Atleten krijgen onze atleten te snel verwennen. Om het met Roger te snel vaste grond onder de voeten en investeren niet Moens te zeggen: “Nooit zoveel geld geweest voor zo graag in de onzekerheid van topsport. Het hele beleid weinig talent”. heeft tot nu toe alleen nog maar middelmaat opgele- verd en gaat op dezelfde ingeslagen weg verder, rich- Twee anomalieën maar, waar de afgelopen jaren niks ting middelmaat. aan gedaan is: we betalen onze veertig topsporters op de Bloso-lijst naargelang hun diploma. Een licentiaat Ik ben ook gevraagd om op de alibilijst te staan om die er net in slaagt om zich telkens bij de beste zes- topsportmanager te worden. Ik achtte mezelf veel tien van de wereld te plaatsen, verdient de helft meer te licht om de nodige trendbreuk te realiseren. Ik dan een metser die de medailles wint. Drieduizend dacht aan een buitenlander. Ook de huidige structu- euro voor de best betaalde is ongeveer de norm. Wij ren van topsportmanager en topsportexpert wegen betalen onze toppers doorgaans gemiddeld het dub- te licht. We hebben alles in handen gegeven van een bele van wat een Nederlandse topsporter krijgt. Die tennisleraar afkomstig uit een structuur die de laat- krijgt ongeveer 1000 euro bruto per maand, 75% van ste twintig jaar één keer iemand heeft voortgebracht het minimuminkomen. Hij kan daarbij nog bewezen die volgens onze normen de Olympische Spelen zou Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 16 kunnen halen: . Mag het iets meer Te weinig of bijna geen ex-topsporters stellen hun zijn? Mogen we het over de absolute top hebben? Het ervaring ter beschikking in een begeleiderfunctie. volleybaldossier laten opvolgen door de topsportex- Twee medaillewinnaars zijn nu actief, in Nederland pert die er prat op gaat dat hij op een blauwe maan- veel meer. Hun recept is al die jaren al hetzelfde dag in provinciale volley heeft gespeeld, kan niet. gebleven. In elke sport lopen mensen rond met ken- Twee van de beste volleybalspeelsters van Nederland nis van topsport en met ideeën. Zoek ze, ga ze halen, zijn Belgische: ze komen uit de Belgische topsport- geef ze een forum en middelen. Creëer nucleusjes, school maar zijn Nederlandse geworden omdat het creëer projecten. Vind je ze niet hier, ga ze halen in laatste topsporttraject vijf, zes jaar geleden niet was het buitenland. Zoek naar innovatie. Men moet de ingevuld. Dat is het overigens nog steeds niet. En we rest een stap voor zijn. Nederland maakt drie miljoen hebben vandaag misschien wel de beste Belgische euro per jaar vrij voor innovatieve projecten. lichting ooit. Het beleid in Nederland zit in één superbond, die twee vragen stelt. Aan de bonden vraagt men: weet u Er zijn wel structuren maar wat brengen die de top- waar uw talenten zitten? Aan de talenten vraagt men: sport bij? Waarom mikt men pas op 2012 en liever wat is uw excuus om niet te presteren? Met die ant- nog op 2016? Er zijn voorbeelden die bewijzen dat woorden gaat men aan de slag om binnen de grenzen er op korte termijn wel resultaten kunnen worden van het financieel haalbare no-nonsensetrajecten uit geboekt. Tsjechoslovakije bijvoorbeeld haalde als één te stippelen. Eén keer op twee gaat het fout. Maar land in 1992 zeven medailles, vier jaar later haalde men schept wel de voorwaarden om beter te preste- Tsjechië elf medailles. Een groot land, Groot-Brit- ren en ze responsabiliseren de atleet. tanië haalde één keer goud in Atlanta in 1996 en kwam met een plan. Vier jaar later haalden ze elf De idee van een topsportmanager leek mij eerst keer goud. een goed idee, een echte human resources manager. Maar ik ben bang dat in het Vlaams topsportbeleid In Nederland heeft men geen topsportmanager. het fameuze ‘Peter’s principle’ speelt, waarin iemand De topsport wordt daar aangestuurd door het pri- gepromoveerd wordt tot het niveau dat hij niet aan- vate NOC-NSF. Men werkte daar aanvankelijk met kan. Het beleid moet twee prioriteiten hebben. Ten een mandaat voor de ‘chef de mission’, de man die eerst moet men het aanwezige talent ten koste van de Olympische delegatie leidt. Later werd dat een alles – behalve doping – aan de top brengen. Daar- ‘team de mission’ van drie man, nu aangevuld door naast komt het erop aan de topsportcultuur in een zevental technische raadgevers per grote sport Vlaanderen aan te zwengelen, naar een hoger niveau of sportgroep, vaak oudere topcoaches. Voor Syd- te brengen en een denkomslag teweeg te brengen. ney ging het al om een ‘team de mission’. Admini- strateur was de directeur Topsport van NOC-NSF, Marcel Sturkenboom, ex-topvolleyballer. Technisch 5. Uiteenzetting door de heer Frans Van den Wyn- directeur, die alle sporten ging aanjagen voor visie gaert, directeur Topsportschool Antwerpen en durf, was Joop Alberda. De derde man, de eigen- lijke chef de mission, was Jan Loorbach. Ze hadden De heer Frans Van den Wyngaert: De topsportscho- alle drie topsportkilometers achter de rug. Onder len ontstonden in Vlaanderen acht tot negen jaar hun drieën hebben ze topsportprojecten geselec- geleden. Wij hebben in die tijd enorme vooruitgang teerd, de mensen gemotiveerd, het geld verdeeld over geboekt met onze jeugd. De bedoeling is getalen- topsporten en onwaarschijnlijk veel ruzie gemaakt. teerde jongeren de kans te bieden sport en studie te combineren. Zij hebben twintig uur algemene vakken, Aan het eind van de rit behaalde Nederland in Syd- met de keuze tussen algemeen of technisch onderwijs. ney 25 medailles, waarvan twaalf keer goud. Te veel Ik durf stellen dat dit aantal lesuren volstaat, want voor Nederland. De eenentwintig medailles die het sommige van onze afgestudeerden behaalden al zeer land in Athene heeft gehaald, is een realistischer cij- goede resultaten aan hogescholen en universiteiten. fer. Alberda zei: “Talent drijft altijd boven, je kan Het gaat om getalenteerde jongeren, die weten wat het alleen verknoeien.” Alberda is gebleven tot aan ze willen. Zij beseffen ook dat voltijdse banen in de Athene, dan was de magie weg. De magie is snel weg sport schaars zijn. in de topsport, ze houdt geen stand tot 2016. Nu zit Van Commenée in zijn plaats. Nu hebben ze weer één Wij hebben in het begin een aantal getalenteerde chef de mission. Topsportkilometers, daar gaat het jongeren moeten missen door een gebrek aan studie- om. richtingen. Ondertussen hebben wij binnen het ASO 17 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 de richtingen wiskunde, wetenschappen en moderne tien nodig en dat zou dus niet zo lang meer hoeven talen, binnen het TSO sport. Misschien zou er bij te duren. deze laatste richting nog een mogelijkheid moeten bijkomen met meer informatica en minder chemie en De Vlaamse minister van Sport nam een dubbel ini- fysica. tiatief. Hij wil ten eerste een interuniversitaire oplei- ding voor sportartsen organiseren. Daarnaast streeft De vier pijlers zijn: studie en onderwijs; zijn eigen hij naar de erkenning van het sportartsstatuut binnen lichaam leren kennen en ontwikkelen (inclusief de ziekteverzekering. Maar binnen de nieuwe BaMa- een optimale opvang van gekwetsten, het medisch structuur krijgt de interuniversitaire opleiding geen gedeelte, voeding, psychologie en kinesitherapie); de subsidiëring en dus ontvangen de opleiders geen ver- sporters en de federaties, die zelf hun twaalf uur per goeding. Bij gebrek aan opleiding zullen er binnen- school invullen, waarbij het uiteraard van belang is kort geen jonge sportartsen meer zijn. dat de sportinfrastructuur aanwezig is. Verder is er een internaat dat enkel en alleen voor topsportstu- denten is ingericht, wat van belang is voor rust, disci- 7. Uiteenzetting door de heer Christophe Delecluse, pline en voeding. hoofddocent KU Leuven Wij stellen tot ons genoegen vast dat een aantal afge- studeerden zachtjes aan de top haalt, onder meer in De heer Christophe Delecluse: Kritiek geven op het het voetbal, het basketbal, het zwemmen. Alle geta- topsportbeleid lijkt zelf ook een nationale sport te lenteerde jongeren moeten de kans krijgen om te zijn, waar we dan wel goed in scoren. Maar volgens genieten van het topsportstatuut. mij volstaat het niet om te wachten op visionaire coa- ches. Ik ga wel akkoord met een lichte structuur.

6. Uiteenzetting door de heer André De Bruyne, Wij dromen eigenlijk van systematisch topsportsuc- sportarts ces, dat wil zeggen in zo veel mogelijk sporttakken altijd maar weer kampioenen leveren. De toevallige De heer André De Bruyne: De bedoeling van sportge- scores van witte merels als Kevin van der Perren vor- neeskunde is de algemene sportarts zijn plaats aan te men geen verdienste van het topsportbeleid. Voor bieden in het netwerk van gesubsidieerde centra voor systematisch succes zijn voldoende middelen nodig, topsport en in begeleiding van de basis. Het probleem maar ook de inzet ervan in echte werkende profes- is evenwel dat de sportgeneeskunde in België niet sionele structuren per sporttak. erkend is als een volwaardige discipline. Er is ook geen specifiek nomenclatuurnummer. De Vlaamse Hoe moet een dergelijke structuur eruit zien? Het Gemeenschap erkent wel 260 keuringsartsen, waar- lijkt op die van de topsportmanager, die overigens van er 180 daadwerkelijk keuren. In het landschap niet verantwoordelijk is voor het bekritiseerde beleid zijn een vijftiental sportartsen intensief bezig met de van de laatste tien jaar. Ik zie een lichte structuur begeleiding van topsporters. Keuringsartsen werken alleen voor risicosporten als wielrennen, motorcross, met daarboven een task force van drie personen: de triatlon, boksen, autosport en voor federaties die topsportmanager en de verantwoordelijken voor top- erom vragen. Daardoor is er eigenlijk geen remune- sport van Bloso en BOIC. In een sportfederatie is een ratie, waardoor de oudere generatie in de topsport- topsportcoördinator verantwoordelijk voor de hele begeleiding blijft zitten en er weinig belangstelling is professionele topsportwerking, gaande van talentde- bij jongeren. tectie tot elitebegeleiding. Het is de taak van de task force dit systeem te laten werken zonder al te veel Het aantal studenten is de laatste jaren drastisch problemen. gedaald. Aan de universiteiten van Gent, Brussel en Leuven samen studeren op dit ogenblik een vijftien- Het is waar dat niet alle federaties al professioneel tal mensen sportgeneeskunde. Tien tot vijftien jaar werken, maar dat is wel de bedoeling. Zij moeten geleden waren dat er een tachtigtal. Het Europese ieder een plan maken en de juiste mensen selecteren. erkenningsorgaan UEMS en de koepel EFSMA zijn Het aan de task force voorgelegde en eventueel bij- een procedure begonnen om sportgeneeskunde als gestuurde topsportplan moet vervolgens uitgevoerd specialisatie te laten erkennen. In negen EU-landen worden met een portefeuille die de – hopelijk visio- is dat reeds het geval. Volgens de wetgeving zijn er naire – topsportcoördinator ter beschikking krijgt. Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 18

Wat is er de laatste tien jaar fout gelopen? Halfweg krijgen, dat wil zeggen een topsportcoördinator en de jaren negentig is Bloso zich gaan engageren voor -cel. De tweede is het hele budget in één pot te krij- topsport, meer bepaald door heel veel middelen in gen, wat een cruciale succesfactor is. De derde is een de elites te investeren. Dat is het eenvoudigste top- aanpak op lange termijn. sportmodel. Door alleen diegenen te ondersteunen die al de besten zijn, heeft men wel resultaten maar De topsportmanager kan alleen slagen als hij effec- bouwt men niks op. Men moet die investering inte- tief de slagkracht krijgt om beslissingen te nemen. greren in de professionele werking van de federatie, anders gaat het om druppels op een hete plaat. De eliteondersteuning moet dus behouden blijven, maar 8. Vragen van de commissieleden en antwoord van de men moet ook het mechanisme koesteren. De sport- sprekers federatie als motor met de topsportcoördinator als verantwoordelijke gaat verder dan alleen de federale De heer Kris Van Dijck: De verantwoordelijkheid of provinciale trainingen die zij inricht. Daarin zit- ligt voor een stuk bij de federaties, die uiteenlopende ten ook sterke nuclei die weliswaar losstaan van de noodwendigheden hebben. Zij weten niet goed bij wie federatie zelf, maar dit belet niet dat de federatie ze ze te rade moeten gaan, werd gezegd. Is de overheid ondersteunt. In het verleden was er in Leuven Mon er dan niet in geslaagd om duidelijk te maken dat de Van den Eynde, nu is daar een Rudi Diels. De top- regie voor het topsportbeleid bij de topsportmanager sportcoördinator moet een brede visie hebben op de ligt? topsportwerking binnen zijn sport en hij moet alle krachten weten te bundelen. Door de heer Van Aken werd de vrijheid aangehaald om dingen te veranderen. Doelt hij daarmee op Idealiter werkt een integraal topsportbeleid met één het gebrek aan flexibiliteit bij de federaties, die niet loket waar elke federatie met haar plan terecht kan en geneigd zijn om zaken uit handen te geven? dat ondersteunt, evalueert en bijstuurt. Dat is nodig, want zelfs als de topsportcoördinator een opgeleide Er is blijkbaar ook nog steeds een gebrek aan trans- ex-topsporter is, verdient hij financiële en andere parantie, niet alleen bij de overheid maar ook bij de ondersteuning. Maar ik stel vast dat thans ontzettend sportfederaties. veel en continu – bij wijze van spreken voor elke euro – vergaderd wordt onder de vlag integraal topsport- De heer Jean-Marie Dedecker: De analyse die de heer beleid. Dat kan alleen veranderen als de task force een sterk geheel is. Alle middelen – ook die van het Vandeweghe maakte, maak ik al jaren. Wie over top- BOIC – moeten in één portefeuille komen. Ik hoop sport wil praten, moet praten over medailles. Onge- dat de topsportmanager in die zin de structuur wat veer een jaar geleden maakten we hier al een analyse lichter kan maken en beter bewegen. van de topsport. De topsportmanager had het over elitesporters en topsportconventies. Welnu vier op De laatste tien jaar hebben de topsportscholen dank- zeven conventies gaan over wielrennen, 58 van de 110 zij de bundeling van middelen mooie dingen ver- elitesporters zijn wielrenners. Van de lijst met dames- wezenlijkt. Bloso heeft daar een verdienste in. Het wielrenners ken ik één naam. Ik geloof niet dat er pijnpunt daar is dat tot nu toe te weinig gedifferenti- ooit één een prijs won. Alleen in de lijst van Bloso eerd werd tussen de sporten. Dat verandert nu lang- kan ik nog enigszins inkomen. Er is ook nog een lijst zaam. van Atletiek Vlaanderen. Dat is niet meer dan bezig- heidstherapie. Ik verwacht resultaatverbintenissen Tien jaar geleden waren de middelen zoveel beperk- voor het geld dat wij investeren. ter dat het er vooral op aan kwam ze op een verant- woorde manier te verdelen en niet te versnipperen. Ik heb het ook moeilijk met het perspectief 2016. Strenge criteria stellen voor elites was toen verant- Misschien moet het IOC twee olympiades overslaan woord. Nu zijn we in een situatie waarin professiona- zodat we onze achterstand kunnen inhalen. Ik zit lisering vooropstaat. Ik ben ervan overtuigd dat Ivo bijna dertig jaar in de topsport en heb niets anders Van Aken de knowhow heeft als topsportmanager gehoord dan plannen op lange termijn. Ik zou graag om dit proces te ondersteunen. Men moet niet alles van de topsportmanager vernemen of de aangestelde in het buitenland halen. topsporttrainers ook pas in 2016 zullen afgerekend worden. In de normale wereld duurt een contract Zijn eerste uitdaging is de sportfederatie helpen om maximum vier jaar. Welke zijn de maatstaven voor de juiste mensen in hun professionele structuur te hen en voor de topsporters? 19 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1

Wat zal er specifiek gebeuren voor de doorstroming het te maken met het karakter van de jongeren. De van de jeugd? In de judowereld behaalden wij ook hardnekkigheid om bepaalde grenzen en zichzelf te altijd veel medailles bij de jeugd. Nu zie ik zelfs bij de overtreffen, bepaalt of iemand een echte kampioen jeugd geen medailles meer. wordt. Hoe kan het beleid daarop inspelen?

De directeur van de Topsportschool zei in een inter- De heren Vandeweghe en Delecluse spreken elkaar view met De Morgen dat, als men geen medailles zou tegen. De ene zegt dat men te breed gaat en de andere halen in 2008 of ten laatste 2012, de school moet dat men breder moet gaan. Een brede werking veron- opgedoekt worden. Dat is in elk geval in tegenspraak derstelt ambtenaren, een administratie en zelfs een met de horizon van 2016. Werden de topsportscholen beetje bureaucratie. Vanwaar komt volgens de heer trouwens ooit geëvalueerd? Ik vroeg de heer Vanreu- Vandeweghe de drijfveer in Nederland? Hoe worden sel een jaar geleden dat te doen, maar ik hoorde er de kleine clusters gevormd rond kampioenen in spe? niets meer over. Volgens mij zijn er te veel en men Hoe geraken zij aan kwaliteitsvolle trainers? Is dat zou ze beter in twee of drie entiteiten onderbrengen. een spontaan proces of wordt dat zeer sterk geleid, Versnippering is niet goed. Volgens mij kwam in acht centraal of elders? Ik denk dat de sportwereld, de jaar niet één topatleet van Olympisch niveau uit die sponsoring en de overheid in Nederland op een meer scholen, die thans 508 atleten tellen. flexibele manier met elkaar omgaan. In Australië is alles meer van overheidswege georganiseerd. Het suc- Het zou ook niet slecht zijn het BOIC, dat hier wel- ces op korte termijn, in voorbereiding van Sydney, licht niet raakte op zijn krukken uit de palliatieve werd zo georkestreerd. zorg, een keer te horen. Ze krijgen toch ook heel wat Vlaamse subsidies. De heer Jean-Marie Dedecker: Ik heb niet gezegd dat het de schuld is van de minister of de topsportma- Er worden opnieuw ontzettend veel richtlijnen en nager. Het gaat hier echter over de evaluatie van de structuren gemaakt, meer dan we topatleten hebben. topsportmanager. De sportfederaties moeten de hand Ik stelde vorig jaar dezelfde vragen en we zitten net in eigen boezem steken want zij zijn tenslotte altijd even ver. Ik wil niet ieder jaar opnieuw dat gewee- verantwoordelijk geweest voor de vorming van de klaag horen. atleten.

De heer Kris Van Dijck: Ik begrijp de vraag van de De heer Ivo Van Aken: Veranderen om te veranderen heer Dedecker over de topsportscholen en het ren- heeft geen zin, maar na rijp beraad moet je wel één dement ervan, maar topsportscholen zijn facilitair. en ander durven aan te pakken. De statuten buiten Leerplichtscholieren krijgen immers faciliteiten om de topsportscholen zijn natuurlijk niet zaligmakend, de sport waarvoor ze talent hebben, te beoefenen. maar ik ben ervan overtuigd dat er daardoor meer Sowieso denk ik dat de topsportscholen een meer- openheid ontstaat. De Nederlandse scholen zijn waarde hebben. Misschien hebben ze onvoldoende vergelijkbaar met onze topsportscholen. Die scho- rendement, maar ze bieden jongeren kansen. len staan veel meer open. Wie zijn kans wil wagen, mag, maar moet zich bewijzen. De jongere in kwestie De heer Johan Sauwens: Het thema is te belangrijk krijgt misschien niet zo veel, maar gaat er wel voor. om snel conclusies te trekken. Het parlement kan er Het is inderdaad belangrijk om de beweegredenen beter een uitgebreide discussie aan wijden. Ik ben het van de sporter te kennen. Vlaanderen tracht alles fundamenteel oneens met de heer Dedecker als hij goed te structureren maar dat hoeft de resultaten niet zegt dat de topsportambtenaar of de minister ver- in de weg te staan. Het heeft geen zin de problemen antwoordelijk is voor het al dan niet halen van top- te veralgemenen. Ik heb soms de indruk dat vragen prestaties. De toelichtingen van vandaag moeten ons nogal tendentieus zijn waardoor een negatieve spiraal tot enige bescheidenheid manen. Het is niet de poli- ontstaat. Het is belangrijk dat verandering mogelijk tiek die een algemeen fenomeen of een cultuur kan is, zoals het voorbeeld van de statuten, waar sporters veranderen. Men kan niet bij decreet bepalen dat er resultaten moeten halen om deel te nemen. medailles moeten worden gewonnen. De toptrainers moeten sneller dan 2016 resultaten De heer André De Bruyne heeft een aantal kampi- bewijzen. In het beste geval gaat het om 2008, maar oenen begeleid. Wat maakt het verschil tussen een zelfs dan zijn er tussentijdse doelstellingen. Als een goede sporter en een kampioen? Volgens mij heeft atleet van een toptrainer stopt, eindigt de taak van Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 20 de trainer. Hetzelfde geldt voor de tewerkstellingsta- in de topsportscholen. Daarom zijn we voortdurend tuten. In de task force worden zeer duidelijke doel- bezorgd over de prestaties. stellingen geformuleerd, eventueel in overleg met de trainer en de atleet. De resultaten op het einde van Eén topsportschool in Vlaanderen is volgens mij niet dit jaar zullen bepalen of we met bepaalde atleten haalbaar. Daarvoor is er nergens voldoende sportin- voortgaan of niet. frastructuur. Een beperking tot drie of vier topsport- scholen met alle omkadering is wel mogelijk, als het De heer Jean-Marie Dedecker: Heeft de heer Van tenminste politiek haalbaar is. Ik ben al heel blij dat Aken de lijsten al eens goed bekeken? Hij noemt dat het aantal tot zes geslonken is. Het ware pijnlijk als eliteatleten? Antwerpen geschrapt zou zijn, maar de beperking is een goede zaak. Als het aantal scholen tot een drie- De heer Ivo Van Aken: Er zijn een aantal sporttakken tal beperkt wordt, zullen de selecties nog strenger zijn of projecten die op het moment dat we voor het eerst waardoor enkel de echte toppers begeleid worden. samenkwamen, geen resultaatsverbintenissen had- Nu leiden we bijvoorbeeld 175 voetballers op, maar den. Een atleet verdient een faire behandeling. Het een deel van hen zal nooit prof worden. gaat niet op hem meteen aan de deur te zetten omdat hij een resultaat dat niet vastlag, niet gehaald heeft. De heer André De Bruyne: Ik heb , Een atleet moet de doelstelling op voorhand kennen en begeleid. Ik heb de en pas dan kan hij daarop beoordeeld worden. Sinds Belgische tafeltennisploeg elf jaar begeleid. Ik heb ik aangesteld ben, worden er wel resultaatsverbinte- met jongeren gewerkt voor de Europese kampioen- nissen afgesloten en daardoor zullen een aantal atle- schappen. Ik heb 33 jaar op de bank gezeten bij voet- ten allicht van de lijst verdwijnen. Dat zal blijken in bal, waarvan één jaar in eerste nationale en 14 jaar de volgende maanden. in de tweede nationale. Ik heb heel veel met sporters gewerkt. Talent is heel belangrijk, maar de persoon De heer Frans Van den Wyngaert: Zoals alle scho- en de omgeving zijn bepalend. len worden ook de topsportscholen doorgelicht. De inspectie was verbaasd over het algemeen didactisch Stefan Everts is een natuurtalent maar zonder een niveau. De meeste leerlingen presteren goed. Op goede begeleiding zou hij een aantal titels gemist heb- een beperkt aantal uren moeten de algemene vak- ben. Het technisch rijvermogen zit hem bijna in de ken erdoor gejaagd worden. Vooral kinderen die een genen. Zijn uitstraling maakt dat zijn tegenstanders individuele sport beoefenen, hebben enkel tijd om te van bij de start weten dat hij maar één doel heeft, zo studeren en te trainen. Hun jeugd gaat zo voorbij, ze snel mogelijk door de eerste bocht geraken. Ik heb bij kunnen bijvoorbeeld niet naar de bioscoop. Ze heb- Stefaan haast nooit faalangst vastgesteld. Zijn moti- ben daarvoor geen tijd en vallen bovendien in slaap. vatie en persoonlijkheid zijn van groot belang. Maar ook de omkadering is belangrijk. Onze leerkrachten willen echt werken met getalen- teerde jongeren. Een leerkracht in een topsportschool Een topsportschool is een goede zaak voor het tafel- moet zich immers aanpassen aan de student. Dat tennis. De bestaande structuren moeten beter worden betekent niet dat hij de lat lager moet leggen maar uitgebouwd. Het is bijvoorbeeld niet normaal dat wel dat hij bij de planning van bijvoorbeeld toetsen, Jean-Michel Saive op een bepaald ogenblik weigerde rekening moet houden met wedstrijden of stages. Hij om psychologische begeleiding te krijgen, omdat dat moet ‘sportminded’ zijn. niet aansloot bij zijn opvoeding. In de topsportscho- len kunnen attitudes worden aangeleerd hoe men Dat is niet van de ene dag op de andere gerealiseerd, zich kan verzorgen, en wat er moet worden gedaan. maar nu hebben we de juiste leerkrachten op de juiste Topsportscholen zijn een basis voor succes. plaats. Leerkrachten moeten immers meer inspan- ningen doen. Voor afwezige leerlingen, op stage of We doen te weinig een beroep op voormalige topspor- elders, moeten zij lessen uitstellen, opnieuw geven, op ters voor begeleiding. Voor wat betreft de motorcross internet plaatsen enzovoort. komt nagenoeg de hele Europese top naar België voor begeleiding. Daarvoor kan een beroep gedaan Onze leerlingen hebben wel degelijk goede resulta- worden op oud-topsporters. Ook in het wielrennen ten op sportief gebied. Alleen moeten we het beleid gebeurt dat. Over het algemeen wordt er door Vlaan- daarvan blijven overtuigen zodat het blijft investeren deren echter te weinig een beroep op gedaan. 21 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1

Het is zeer moeilijk om te achterhalen waarom hun carrière. Achteraf komen ze vaak goed terecht. bepaalde atleten er uiteindelijk toch niet gekomen Vlamingen vragen zich vlugger af of er geld mee te zijn. Ik denk dat het vooral te maken heeft met faal- verdienen valt. Als dat niet het geval is, worden de angst, met gebrek aan begeleiding, met structuren in studies op de eerste plaats gesteld. In Nederland wor- het gezin of de omgeving die voor onzekerheid heb- den studies gemakkelijker uitgesteld. Onder meer via ben gezorgd en zo problemen hebben gecreëerd. de ‘Johan Cruijf University’ behalen ze achteraf een diploma. We hebben veel in huis op sportmedisch vlak. De sportartsen leveren goed werk. Ik ben alleen bang De mentaliteit in Nederland wordt beïnvloed door dat we stilaan doodbloeden op het vlak van sport- een aantal visionaire trekkers. Een van deze trek- geneeskunde. Zelf hebben we cursussen gevolgd in kers was Ari Selinger, die Ron Zwerver er in 1991 toe het buitenland: in de Verenigde staten en Australië. heeft kunnen overhalen om te blijven voor 1.000 euro We proberen deze kennis door te geven. Er is ech- per maand, terwijl hij van Berlusconi 500.000 dollar ter geen belangstelling meer. De renumeratie blijft per jaar kon krijgen. Ron Zwerver is gebleven, omdat immers uit. Een full specialisatie ontbreekt. Er is hij geloofde in het project. nood aan een erkenning. Er is vooral een structuur- probleem voor de algemene geneeskunde, niet voor In het begin van de jaren negentig ging het ook niet de gespecialiseerde. Daarvoor bestaat er immers een geweldig in het Vlaamse judo. Men geloofde echter nomenclatuur. Een chirurg kan zich specialiseren in het project. Er werd een kern gecreëerd rond een in sportgeneeskunde. De clubarts van de Belgische aantal goede coaches en atleten. Daardoor slaat de voetbalbond is bijvoorbeeld een orthopedist die ook mentaliteit om. diarree moet behandelen. Dat is geen goede zaak. In Nederland bestaat er één sport waarin absoluut Ik ben op elk ogenblik bereikbaar voor topsporters. niets wordt gepresteerd, namelijk basketbal. Noch- Ze kampen op de meest vreemde ogenblikken met tans heeft Nederland de langste bevolking ter wereld. bepaalde problemen. Het is van groot belang dat zij De meeste buitenlanders op Amerikaanse universitei- dan op een sportarts kunnen terugvallen. ten in het basketbal zijn Nederlanders. Blijkbaar zijn er in Nederland geen goede coaches die aan de boom De heer Hans Vandeweghe: In Nederland hebben kunnen schudden. de LOOT-scholen gedurende de laatste twintig jaar slechts twee medaillewinnaars opgeleverd, namelijk Ik heb wel vastgesteld dat de Nederlandse topsporter zwemster Inge de Bruijn en polsstokspringer Rens de laatste tijd materialistischer redeneert. Er bestaat Blom. minder vertrouwen in de Nederlandse maatschappij dan pakweg tien jaar gelden. Er bestaat inderdaad een verschil in mentaliteit. Maar ook Nederland heeft zijn kneusjes. Ik heb Er bestaat geen genetisch verschil tussen een Belg en iemand geïnterviewd die na de 800 meter dronken een Nederlander. De verschillen hebben te maken met werd aangetroffen op straat, omdat ze de stress niet projecten waarbij bepaalde personen die erin geloven meer aan kon. andere meetrekken.

Heeft een en ander culturele of godsdienstige oor- Op het vlak van de sponsoring bestaat er een groot zaken, zoals soms wel eens wordt geopperd? Gods- verschil. Nederlanders hebben veel sponsorgeld, dienstige in elk geval niet. Zes van de twaalf gouden maar weinig sponsors. In Nederland bestaan er meer medailles in Sidney werden gewonnen door sporters grote bedrijven. Vlaanderen heeft een KMO-cultuur. uit het katholieke Zuiden. In Vlaanderen komt er bijvoorbeeld veel geld terecht Er bestaat wel een cultuurverschil. Ik maak dit dui- in de onderlaag van de zogenaamde topsport. In delijk aan de hand van een anekdote. Op de 4x100 Nederland krijgt een voetballer op het niveau van meter haakte een West-Vlaams meisje af. Een van vierde provinciale geen 1.000 euro van de lokale sla- haar argumenten was dat ze een vriend had en een gerij, als hij goed scoort. In Nederland blijft het geld huis zou gaan kopen. Nederlanders denken daar niet hangen in de top. aan voor hun dertigste. Ze hebben meer vertrouwen in het systeem, om opnieuw opgevangen te wor- De heer Jean-Marie Dedecker: Ik ben het daar niet den door de maatschappij. Daarom investeren ze in helemaal mee eens. Judo in Nederland is ook huilen Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 22 met de pet op. Ons Olympisch Comité zorgt wel dege- ning en subsidiëring van de sportfederaties in wer- lijk voor grote sponsors, zoals Coca Cola en Douwe king is getreden. Dat is nog maar vier jaar geleden. Egberts. Een topsporter als Huizinga in Nederland Het is eerder al gezegd dat de professionele medewer- zit in het leger en moet zich behelpen. kers nog jong en onervaren zijn. Ze moeten de kans krijgen te groeien in hun rol. De professionele mede- De heer Hans Vandeweghe: De Nederlandse judoka’s werkers krijgen niet altijd de kans hun uitvoerende zijn nu wel beter, voornamelijk bij de mannen. taken autonoom uit te voeren. De Raad van Bestuur wil te veel inspraak. Daarnaast vragen de topsportfe- De heer Jean-Marie Dedecker: Er werd opgemerkt deraties meer begeleiding en ondersteuning. dat veel oud-atleten afhaken. Veel oud-atleten willen gewoon niets meer met de federatie te maken heb- Volgens mij schort er inderdaad iets aan de com- ben. municatie. Veel topsportfederaties zijn de mening toegedaan dat er geen duidelijkheid is tussen beleid Wat zou u ervan vinden om de topsport op zich uit de federaties te halen om er één topsportstructuur en uitvoering. De topsportfederaties denken dat de van te maken? topsportmanager in dienst is van minister Anciaux. Minister en kabinet worden gelinkt aan het beleid. Er worden nogal wat middelen uitgetrokken om De administratie voert het beleid uit. bobo’s op te leiden. Voor wat betreft het aantal bobo’s zijn we goed vertegenwoordigd in de wereld. Minister Anciaux vergelijkt de voorzitter van stuur- Er zitten meer Belgische bobo’s dan voetballers op groep Topsport met een voorzitter van de Raad van het niveau van de FIFA en de UEFA. Hetzelfde geldt Bestuur van een federatie. Ik denk dat de perceptie voor andere sporten. Op olympisch vlak hebben we van de topsportfederaties in die zin moet begrepen zelfs een superbobo. De middelen voor de honderd- worden. Als zij hem als voorzitter zien, moet iemand jarige beweging zullen aangewend worden voor de anders autonoom kunnen uitvoeren. In hun ogen zijn kiescampagne in de Enoc. dat de mensen die bij Bloso werken.

In Nederland hebben de federaties minder impact op Het plan van de heer Delecluse is een mooi plan. Als de topsporters. Er zijn veel grote sportscholen en veel het overeenkomt met de werkelijkheid, moeten we minder sportclubs. Deze clubs zijn wel professioneler dat melden aan de topsportfederaties. bezig. Ex-topsporters betrekken bij topsportfederaties lijkt Is het echt nodig om 84 federaties te hebben die elke het ideaal. Deze mensen moeten in de mate van het maand vergaderen en kreeft eten? Is het niet beter om topsport hieruit te halen? mogelijke betrokken worden bij de topsportfedera- ties. Alles hangt echter af van de motivatie van die De heer André Van Nieuwkerke: Ik hoor een pleidooi persoon om vrijwel gratis voor de federatie te wer- voor eenvoud en efficiëntie. Een topsportmanager, ken. Daar wringt vaak het schoentje. BOIC en Bloso kunnen de hele zaak coördineren en zorgen voor omkadering. Bij hiaten, zoals in de De heer Ivo Van Aken: Een ex-topsporter hoeft niet sportgeneeskunde, kunnen ze richtlijnen geven. Ze gratis te werken. Er zijn genoeg gesubsidieerde func- kunnen de federaties eventueel ter verantwoording ties. Voorwaarde is wel dat de juiste criteria naar roepen. voren worden geschoven. Eisen dat de topsportcoör- dinator een bepaald diploma heeft, is een probleem. Op dit ogenblik is er sprake van overstructurering. We moeten efficiënter werken, ook in de structuren. Wie in de topsportwereld wordt gedropt, moet met alle betrokkenen een inventaris opmaken om een Mevrouw Jessica De Smet, bestuurslid Vlaamse Sport- duidelijk beeld te krijgen. Wie de federaties niet dui- federatie: Zowel de heer Dedecker als de heer Van delijk vraagt wat ze precies doen en wat hun aan- Nieuwkerke zegden terecht dat de topsportfederaties pak is, krijgt nooit duidelijk zicht op de situatie en verantwoordelijk zijn voor hun topsportwerking. We zal nooit veranderingen kunnen doordrukken. We mogen daarentegen niet uit het oog verliezen dat de zijn er tijdens ons eerste jaar goed in geslaagd om meeste topsportfederaties maar met een professionele te analyseren en om ervaring op te doen. Er is een werking zijn gestart nadat het decreet op de erken- groot verschil tussen de eerste en de tweede gespreks- 23 Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 ronde met de federatie. Daartussen vonden bilaterale wellicht meer uitgegeven per atleet. Alleen gaat een gesprekken plaats. Die waren nodig om duidelijk- groter stuk van dat bedrag naar de voorwaarden om heid te krijgen. Vervolgens begin je te spreken met topsport te beoefenen dan naar het salaris van de topclubs en toptrainers. Op de duur merk je dat de atleet. perceptie verschilt van groep tot groep. Ik ben niet tegen de lange termijn. Ik benadruk Topsport buiten de federaties houden is een moge- alleen dat we de korte termijn niet mogen vergeten. lijkheid. In de eerste plaats blijven wij het liefste bij Wie vandaag een medaille haalt, trekt anderen aan. de federaties, maar we kunnen niet blijven achter de We mogen die niet vergeten. Het is uiteraard niet de feiten aanhollen. Een aantal federaties is bereid ver- bedoeling dat de atleten morgen veel minder verdie- anderingen door te voeren. Men nodigt me uit op de nen. Raad van Bestuur. De vraag is of dat mijn taak is. Ik geloof dat ik daar iets kan betekenen. Daarom doe De heer Jean-Marie Dedecker: Er zijn middelen zat. ik het. We zoeken topatleten om ze te kunnen sponsoren. De laatste tien jaar leven we in een omgekeerde wereld. De heer Hans Vandeweghe: Het model van de heer Delecluse is eigenlijk het Franse model. Een natio- nale technische directeur ziet vanuit het ministerie Iedereen kreeg van mij een basiswedde. Johan Laats toe op een bond. Dat model heeft dertig jaar nodig was als zelfstandige ingeschreven. Hij kreeg 18.000 gehad om te werken. Dankzij de inbreng van private Belgische frank per maand. Slaagde hij erin om middelen haalt Frankrijk sedert 1996 meer medail- Europees kampioen te worden, dan kreeg hij 1 mil- les. joen Belgische frank. Mijn atleten vochten om Euro- pees kampioen te worden. Team Norway is het olympische topmodel van Noor- wegen. Alles is er verzelfstandigd. De verzelfstan- De heer Ivo Van Aken: Ik kan me daarin terugvinden. diging van topsport is een goed middel. Het is in Ik hoef daar niets aan toe te voegen. Nederland uitgeprobeerd. Het ging er niet tegen de federaties in. Het was een afzonderlijke VZW naast De heer Johan Sauwens: Ik heb het gevoel dat ons de federaties. beleid en onze subsidies fel op de federaties gericht zijn en dat het daar mank loopt. Het verschil in aan- Dat systeem kan eventueel uitgebreid worden met pak tussen de federaties is groot. Een aantal federa- PPS. We zouden sponsors kunnen zoeken voor het ties levert uitstekend werk en haalt goede resultaten. team Vlaanderen. Voorwaarde is wel dat ze niet Een aantal federaties blijft steken in de middelmaat. concurreren met de sponsors van het BOIC. Team Zijn de heer Poppe en mevrouw De Smet het daar- Vlaanderen vereist wel een splitsing van het BOIC. mee eens? Hoe kunnen we onze greep op de situatie Dat is perfect mogelijk. In 2012 kan Vlaanderen naar versterken? Volgens mij wordt dat de grote opdracht de Olympische Spelen. Kiribati, een eiland in de Stille voor de heer Van Aken. Oceaan, is geen onafhankelijk land maar heeft wel zijn eigen Olympische Comité. De heer Rogge is daar Mevrouw Jessica De Smet: Wat u zegt, klopt. Een tegen. Ik weet ook waarom, maar hij zou het toch aantal federaties werkt nu al heel goed. Een aan- niet kunnen tegenhouden. tal andere werkt matig of helemaal niet goed. Hoe kunnen we daarop inspelen? Volgens mij is er op dit Team Vlaanderen kan. Niet alle federaties zullen ogenblik al een aanzet gegeven. De topsportmanager daar gelukkig mee zijn. In Nederland was er ook verzet van de volleybalfederatie, maar die federatie heeft de analyse al gedeeltelijk gemaakt. Zijn analyse verhoogde haar lidgeld wel om topvolleybal Neder- is niet slecht, maar wordt op dit ogenblik verkeerd land te steunen. De basketbalfederatie heeft dat ook gepercipieerd. De resultaten van de analyse zijn in geprobeerd, maar daar is het niet gelukt. de media verschenen zonder de federaties vooraf op de hoogte te brengen. Dat is de topsportmanager De voorzitter: De heer Vandeweghe zegt dat we de kwalijk genomen. Inmiddels is dat uitgepraat. Deze top in de watten leggen. In Nederland zijn de lonen manier van werken komt echter niemand ten goede. lager. Moeten we de middelen van de elite naar de onderliggende niveaus verschuiven? Tegelijk ben ik de mening toegedaan dat dergelijke analyses voortaan vaker gemaakt moeten worden. De heer Hans Vandeweghe: Wat ik bedoel is dat we Niet alleen door de topsportmanager, maar ook door de atleten te veel direct betalen. In Nederland wordt Bloso. Wij maken actieplannen en rapporten. Veel Stuk 840 (2005-2006) – Nr. 1 24 topsportfederaties vragen om geëvalueerd te worden. Ze werken met jonge mensen die meer begeleiding vragen.

De heer Tom Poppe: De topsportfederaties die nu al goed werk leveren zijn die federaties waarbij de vrijwil- lige medewerkers of de bestuurders, de professionele medewerkers of topsportcoördinatoren alle kansen geven. De coördinator krijgt zijn te behalen doelstel- lingen van de Raad van Bestuur, maar wordt voor de realisatie ervan vrij gelaten.

De heer Ivo Van Aken: Het is onmogelijk dat de fede- raties niets wisten over de gemaakte analyses. Een analyse wordt gemaakt tijdens een gesprek. De fede- ratie verneemt zo welke accenten we leggen.

Er zijn afspraken met Bloso over de analyses. Bij mijn aantreden was er onvoldoende mankracht om doelge- richt te analyseren. Ik heb die taak op mij genomen omdat ik daar al ervaring in heb en omdat ik precies wil weten waar er problemen zijn.

Mevrouw Jessica De Smet: Men wist niet dat de resul- taten in de media gebracht zouden worden.

De voorzitter: Ik dank de sprekers voor hun interes- sante bijdrage.

De verslaggever, De voorzitter,

André Dany VAN NIEUWKERKE VANDENBOSSCHE

––––––––––––––––––––––