24.7.2019 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 248/19

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (2019/C 248/06)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING “Crémant de Bourgogne” Referentienummer: PDO-FR-A0676-AM01 Datum van de mededeling: 11.4.2019 BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING 1. Actualisering van de lijst van de gemeenten in het geografische gebied Beschrijving en motivering Bepaalde gemeenten zijn van naam veranderd of zijn gefusioneerd sinds de eerste homologatie van het productdos­ sier. De lijst met gemeenten die het geografische gebied vormen, is dus geactualiseerd zonder dat de gebiedsgrenzen zijn gewijzigd. Omwille van de rechtszekerheid wordt in deze lijst verwezen naar de nu geldende officiële geografi­ sche code, die elk jaar door het INSEE opnieuw wordt bezien.

Bijgevolg wordt ook punt 6 van het enig document gewijzigd.

2. Afgebakend perceelgebied Beschrijving en motivering Met de afbakening van het perceelgebied wordt bepaald welke percelen binnen het geografische productiegebied geschikt zijn voor de productie van de betreffende gecontroleerde oorsprongsbenaming.

De afbakening van het perceelgebied werd afgerond voor een bepaald aantal gemeenten in het geografische gebied. Daarmee konden de grenzen van de reeds afgebakende gemeenten worden bekrachtigd. Als gevolg daarvan heeft de nationale bevoegde autoriteit een nieuwe datum van goedkeuring vastgesteld voor de afbakening van het volledige perceelgebied.

De oude goedkeuringsdata die de nationale bevoegde autoriteiten per gemeente hadden vastgesteld voor de afbake­ ning van het perceelgebied, zoals vermeld in de bijlage van het productdossier van de benaming, zijn geschrapt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT 1. Naam van het product Crémant de Bourgogne

2. Type geografische aanduiding BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3. Categorieën van wijnbouwproducten 5. Mousserende kwaliteitswijn

4. Beschrijving van de wijn(en) De wijnen zijn witte of rosé mousserende kwaliteitswijnen. a) Vóór toevoeging van de dosagelikeur en in geval van verrijking van de most is het totaal alcoholvolumegehalte van de wijnen niet hoger dan 13 %.

b) Het totaalgehalte aan zuren, het gehalte aan vluchtige zuren, het totaalgehalte aan zwaveldioxide, het suikergehalte en de koolzuurgasoverdruk zoals gemeten bij een temperatuur van 20 °C, zijn vastgelegd bij communautaire regelgeving.

(1) PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2. C 248/20 NL Publicatieblad van de Europese Unie 24.7.2019

De wijn wordt gekenmerkt door een fijn en langdurig schuim, met delicate en persistente luchtbelletjes. De neus van de jonge wijn heeft vaak fruitige, florale en minerale toetsen, die gepaard gaan met een zekere frisheid. Mettertijd worden de aroma’s complexer en ontstaan secundaire en tertiaire toetsen. De frisheid in de mond wordt versterkt door het koolzuurgas dat vrijkomt.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

Minimale totale zuurgraad

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

5. Wijnbouwpraktijken a. Essentiële oenologische procedés Specifiek oenologisch procedé a) Bij de bereiding van de roséwijnen is het gebruik van kool voor oenologische doeleinden, als afzonderlijk product en in mengsels, verboden.

b) Het gebruik van stukjes hout is verboden.

c) Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de ver­ plichtingen die zijn vastgesteld op communautair niveau en in het wetboek landbouw en zeevisserij.

d) De plek waar de persing plaatsvindt, moet beantwoorden aan de criteria inzake de levering van de oogst, de persinstallaties en de persen, de lading van de persen, de fractionering van de sappen en de hygiëne.

Beplantingsdichtheid Teeltwijze — De minimale beplantingsdichtheid van de wijngaarden bedraagt 5 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen van de wijnstokken bedraagt ten hoogste 2,50 meter.

— Wanneer de beplantingsdichtheid meer dan 8 000 wijnstokken per hectare bedraagt, bedraagt de afstand tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rijten minste 0,50 meter.

— Wanneer de beplantingsdichtheid 8 000 wijnstokken of minder per hectare bedraagt, is de afstand tussen de wijn­ stokken binnen eenzelfde rij ten minste 0,80 meter.

— De minimale beplantingsdichtheid van wijngaarden zonder rijen bedraagt 9 000 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de wijnstokken bedraagt ten minste 0,50 meter.

Snoeiregels Teeltwijze Algemene bepalingen

De wijnstokken worden gesnoeid volgens de volgende voorschriften:

— hetzij kort gesnoeid (wijnstokken in Royat-snoei) met niet meer dan 12 ogen per vierkante meter;

— hetzij hoog gesnoeid in enkelvoudige of dubbele Guyot-snoei, met niet meer dan 10 ogen per vierkante meter.

De wijnstokrassen chardonnay B en sacy B (enkel in de gemeenten van het departement Rhône en in de gemeenten van het departement Saône-et-Loire die deel uitmaken van de specifieke wijngaard met de oorsprongsbenaming “Mâcon”) worden gesnoeid volgens de “taille à queue du Mâconnais”, met niet meer dan 10 ogen per vierkante meter. 24.7.2019 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 248/21

De wijnstokrassen chardonnay B en sacy B (met uitzondering van de gemeenten van het departement Rhône en in de gemeenten van het departement Saône-et-Loire die deel uitmaken van de specifieke wijngaard met de oorsprongsbe­ naming “Mâcon”) worden gesnoeid volgens de “Chablis-snoei”, met niet meer dan 10 ogen per vierkante meter.

Specifieke snoeiregels Teeltwijze Specifieke bepalingen

De Guyot-snoei kan worden aangepast:

— met een tweede vruchttak waardoor de positie van de legger elk jaar kan veranderen;

— met een verkorte legger met maximaal 3 ogen en een vruchttak met maximaal 2 ogen.

Ongeacht de snoeiwijze kunnen de wijnstokken zo worden gesnoeid dat ze extra ogen vertonen op voorwaarde dat het aantal vruchtdragende takken van dat jaar tijdens het fenologische stadium dat overeenkomt met 11 of 12 blade­ ren, niet groter is dan het voor de snoeiregels vastgelegde aantal ogen per vierkante meter.

Irrigatie en vervoer van de oogst Teeltwijze Irrigatie

Irrigatie is verboden.

Vervoer van de oogst

a) De oogst wordt beschermd tegen de regen tijdens het vervoer.

b) De oogst wordt vervoerd van de plaats waar de oogst heeft plaatsgevonden tot aan de persinstallatie in recipiënten:

— die niet dieper zijn dan 0,50 meter om te vermijden dat de oogst wordt samengedrukt;

— die niet waterdicht zijn en ervoor zorgen dat het sap snel en volledig kan wegstromen tijdens het vervoer en in afwachting van de persing.

c) De periode tussen de oogst van de druif en de persing moet zo kort mogelijk zijn. Zij mag in geen geval langer duren dan 24 uur.

b. Maximale opbrengsten Opbrengst 90 hectoliter per hectare

6. Afgebakend geografisch gebied a) De oogst van de druiven, de bereiding, de productie, de rijping en de verpakking van de wijnen vinden plaats in het geografisch gebied dat door het Institut national de l’origine et de la qualité werd goedgekeurd tijdens de bijeen­ komst van het bevoegde nationale comité op 7 juli 2011 . Dit gebied omvat de volgende gemeenten op basis van de officiële geografische code van 2018:

— departement Côte-d’Or:

Aloxe-Corton, Ancey, Arcenant, AuxeyDuresses, Baubigny, Beaune, Belan-sur-Ource, Bévy, Bissey-la-Côte, Bligny-lès-Beaune, Boncourt-le-Bois, Bouix, Bouze-lès-Beaune, Brion-surOurce, Brochon, Chambolle-Musigny, Charrey-sur-seine, ChassagneMontrachet, Chaumont-le-Bois, Chaux, Chenôve, Chevannes, Chorey-lèsBeaune, Collonges-lès-Bévy, Comblanchien, Corcelles-les-Monts, Corgoloin, Cormot-Vauchignon, Corpeau, Couchey, Curtil-Vergy, Daix, Dijon, Échevronne, L’Étang-Vergy, Fixin, Flagey-Echezeaux, Fussey, Gevrey-Chambertin, Gilly-lès-Cîteaux, Gomméville, Griselles, LadoixSerrigny, Larrey, Magny-lès-Villers, Mâlain, Marcenay, Marey-lès- Fussey, Marsannay-la-Côte, Massingy, Mavilly-Mandelot, Meloisey, Messanges, Meuilley, Meursault, Molesme, Monthelie, Montliot-et-Courcelles, MoreySaint-Denis, Mosson, Nantoux, Noiron-sur-Seine, Nolay, Nuits- SaintGeorges, Obtrée, Pernand-Vergelesses, Plombières-lès-Dijon, Poinçon-lèsLarrey, Pommard, Pothières, Premeaux-Prissey, Puligny-Montrachet, Reulle-Vergy, La Rochepot, Saint-Aubin, Saint-Romain, Santenay, Savignylès-Beaune, Segrois, Talant, Thoires, Vannaire, Villars-Fontaine, Villedieu, Villers-la-Faye, Villers-Patras, Vix, Volnay, Vosne-Romanée en Vougeot; C 248/22 NL Publicatieblad van de Europese Unie 24.7.2019

— departement Rhône: Alix, Anse, L’Arbresle, Les Ardillats, Arnas, Bagnols, Beaujeu, Belleville, Belmont-d’Azergues, Blacé, Le Breuil, Bully, Cercié, Chambost-Allières, Chamelet, Charentay, Charnay, Châtillon, Chazay-d’Azergues, Chénas, Chessy, Chiroubles, Cogny, Corcelles-enBeaujolais, Dareizé, Denicé, Emeringes, Fleurie, Frontenas, Gleizé, Jarnioux, Juliénas, Jullié, Lacenas, Lachassagne, Lancié, Lantignié, Légny, Létra, Limas, Lozanne, Lucenay, Marchampt, Marcy, Moiré, MontmelasSaint-Sorlin, Morancé, Odenas, Les Olmes, Le Perréon, Pommiers, Porte des Pierres Dorées, Quincié-en-Beaujolais, Régnié-Durette, Rivolet, SaintClément-sur-Valsonne, Saint-Cyr-le-Chatoux, Saint- Didier-sur-Beaujeu, Saint-Étienne-des-Oullières, Saint-Étienne-la-Varenne, Saint-GermainNuelles, Saint-Georges- de-Reneins, Saint-Jean-d’Ardières, Saint-Jean-desVignes, Saint-Julien, Saint-Just-d’Avray, Saint-Lager, Saint-Loup, SaintRomain-de-Popey, Saint-Vérand, Sainte-Paule, Salles-Arbuissonnas-enBeaujolais, Sarcey, Ternand, Theizé, Vaux-en-Beaujolais, Val d’Oingt, Vauxrenard, Vernay, Ville-sur-Jarnioux en Villié-Morgon; — departement Saône-et-Loire: , , Azé, , Berzéla-Ville, Berzé-le-Châtel, Bissey-sous-Cruchaud, Bissy-la-Mâconnaise, Bissy- sur-, Bissy-sous-Uxelles, Blanot, Bonnay, , Boyer, , , Bussières, , Bray, Bresse- sur-Grosne, , Chagny, Chaintré, , Champagny-sous-Uxelles, Chânes, Change, , La Chapelle-de-Guinchay, La Chapelle-sous-Brancion, Charbonnières, Chardonnay, Charnay-lès-Mâcon, , Chasselas, Chassey-le-Camp, Château, Cheilly-lès-Maranges, Chenôves, Chevagny-les-Chevrières, Chissey-lès- Mâcon, Clessé, , , Couches, Crêches-sur-Saône, Créot, , Culles-les-Roches, Curtil- sous-Burnand, Davayé, , Dezize-lès-Maranges, Dracy-lès-Couches, Dracy-le-Fort, Épertully, Étrigny, Farges-lès-Mâcon, , Fley, Fontaines, Fuissé, Genouilly, , Givry, , , Igé, , , , Jully-lès-Buxy, , Laives, Laizé, , , Lugny, Mâcon, Malay, , Martailly- lès-Brancion, , , MillyLamartine, Montagny-lès-Buxy, , Montceaux-Ragny, , Nanton, , Paris-l’Hôpital, Péronne, , Plottes, Préty, Prissé, , Remigny, La Roche-Vineuse, Romanèche-Thorins, Rosey, Royer, Rully, Saint-Albain, Saint-Amour-Bellevue, Saint-Boil, Saint-Clément- surGuye, Saint-Denis-de-Vaux, Saint-Désert, Saint-Gengoux-de-Scissé, SaintGengoux-le-National, Saint-Gilles, Saint-Jean-de-Trézy, Saint-Jean-deVaux, Saint-Léger-sur-Dheune, Saint-Mard-de-Vaux, Saint-Martin-BelleRoche, Saint-Martin-du-Tartre, Saint-Martin-sous-Montaigu, Saint-Maurice des-Champs, Saint-Maurice-de-Satonnay, Saint-Maurice-lès-Couches, SaintPierre-de-Varennes, Saint-Sernin-du-Plain, Saint-Symphorien-d’Ancelles, Saint- Vallerin, Saint-Vérand, Saint-Ythaire, La Salle, Salornay-sur-Guye, Sampigny-lès-Maranges, Santilly, , Saules, Savigny-sur-Grosne, Sennecey-le-Grand, , , Serrières, Sigy-le-Châtel, , Solutré- Pouilly, , , Vaux-en-Pré, , Vers, Verzé, , La Vineuse sur Frégande (enkel het gedeelte dat overeenkomt met de grondgebieden van de vroegere gemeenten Donzy-le-National, Massy en La Vineuse), Vinzelles en Viré; — departement Yonne: Asquins, Augy, Auxerre, Beine, Bernouil, Béru, Bleigny-le-Carreau, Chablis, La Chapelle-Vaupelteigne, Charentenay, Chemilly-sur-Serein, Cheney, Chichée, Chitry, Collan, Coulanges-laVineuse, Courgis, Dannemoine, Deux Rivières, Dyé, Épineuil, ÉscolivesSainte-Camille, Fleys, Fontenay-près-Chablis, Irancy, Joigny, Junay, Jussy, Lignorelles, Ligny-le-Châtel, Maligny, Migé, Molosmes, Montholon (enkel het gedeelte dat overeenkomt met de grondgebieden van de vroegere gemeenten Champvallon et Volgré), Mouffy, Poilly-sur-Serein, Préhy, Quenne, Saint-Bris-le-Vineux, Saint-Cyr-les-Colons, Saint-Père, Serrigny, Tharoiseau, Tonnerre, Tronchoy, Val-de-Mercy, Venoy, Vermenton (enkel het gedeelte dat overeenkomt met het grondgebied van de vroegere gemeente Vermenton), Vézelay, Vézinnes, Villy, Vincelottes en Viviers. b) De bereiding, de productie, de rijping en de verpakking van de wijnen mogen ook plaatsvinden op het grondge­ bied van de volgende gemeenten: — departement Côte-d’Or: Châtillon-sur-Seine, Grancey-sur-Ource, Montagny-lès-Beaune en Prusly-sur-Ource; — departement Yonne: Cruzy-le-Châtel. 7. Voornaamste wijnstoksoorten Pinot gris G 8. Beschrijving van het (de) verband(en) Natuurlijke factoren die van belang zijn voor het verband Het geografische gebied ligt op de reliëfs waar van oudsher aan wijnbouw wordt gedaan in de departementen Yonne, Côte-d’Or, Saône-et-Loire en Rhône. Het omvat een reeks wijngaarden die min of meer los van elkaar liggen over een afstand van ongeveer 250 kilometer van noord naar zuid. Het strekt zich zo uit over het grondgebied van meer dan 300 gemeenten. 24.7.2019 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 248/23

De wijngaarden van Yonne en “Châtillonnais”, in het noorden van de “Côte d’Or”, liggen op de cuestas van het Parijse bekken, op sedimenten die dateren uit de Boven-Jura, met uitzondering van “Véselien” die op formaties van de Semi- Late en Midden-Jura ligt, en van “Jovinien” die op formaties van het Boven-Krijt ligt. De substraten bestaan er over het algemeen uit mergel (kalk-leisteen), en lokaal uit kalksteen. De wijngaarden liggen enkel op de reliëfs van de cuestas die het beste aan het zonlicht zijn blootgesteld, op de flanken van de belangrijkste valleien die de regio afwa­ teren, de Yonne en zijn bijrivieren, de Seine en zijn bijrivieren. Zij liggen op een hoogte tussen 150 meter en 300 meter.

Van Dijon tot aan de omgeving van Lyon vormen de wijngaarden een rechtlijnig, nagenoeg continu reliëf. Het gaat hier over de westkant van de waterloop Bressan, een belangrijke tektonische structuur die is ingezakt tijdens de opheffing van de Alpen. De substraten bestaan voornamelijk uit sediment, kalksteen of mergel en dateren over het algemeen uit de Jura en plaatselijk ook uit de Trias. Plaatselijk, voornamelijk in Saône-et-Loire, werden er wijnstokken geplant in de dagzomende metamorfe en granieten grondgebergten uit het Paleozoïcum, die zure bodems genereren. Hoewel de reliëfs van de achterlanden soms hoog zijn (650 meter in Côte-d’Or, 1 000 meter in “Beaujolais”), beperkt de inplanting van de wijnstokken zich tot hoogtes tussen 250 meter en 400 m eter. Alle wijngaarden worden geken­ merkt door hun eigen landschappen, geologie en morfologische stijl:

— brede valleien die een hoek vormen in de kalksteenrijke hoogvlaktes van het Parijse bekken;

— een smalle doorlopende strook aan de grens tussen vlakte en hoogvlakte voor “la Côte”;

— een opeenvolging van parallelle reliëfs over een noord-zuidas, de “chaînons” in de “Mâconnais”.

De “Bourgogne viticole” ligt in een eerder fris oceaanklimaat. Dit klimaat wordt gekenmerkt door een gematigde en regelmatige regenval, zonder een echte zomerse droogte. De temperaturen zijn fris, met een gemiddelde jaartempera­ tuur van 11 °C.

Dit klimaat is uitgesprokener in het departement Yonne en iets zachter in het zuidwesten van de geografische zone door het reliëf van de bergen van de Morvan en Charolais, die beschutting bieden en een föhn-effect hebben. Dit uit zich in een lagere vochtigheid en een temperatuur die hoger is dan de regionale referentietemperatuur.

Het oostelijke deel van de geografische zone ontvangt continentale invloeden die zich uiten in relatief lage winterse temperaturen, vriesperiodes die lang en intens kunnen zijn, maar ook in soms erg droge en zonnige naseizoenen.

De meridionale invloeden, die voornamelijk voelbaar zijn in het zuidelijke deel van de geografische zone, genereren tijdelijk hoge zomerse temperaturen en warme zeelucht met zomerse onweders als gevolg.

De voor de druivenoogst afgebakende percelen komen overeen met het geheel aan sectoren die van oudsher bekend­ staan om hun geschiktheid voor de wijnbouw. Zij liggen bij voorkeur op de hellingen van de belangrijkste reliëfs die goed aan het zonlicht zijn blootgesteld alsook op piedmontvlakten, de koele hoogvlakten en de achterkanten die naar het noorden en het westen gericht zijn. Elke situatie verzekert een optimale afwatering en voldoende verwarming van de bodem.

Menselijke factoren die van belang zijn voor het verband Er bestaan bewijzen dat de teelt van druiven gebeurt sinds de Gallo-Romeinse periode.

In de middeleeuwen wonnen de wijngaarden van “Bourgogne” reeds aan economisch belang en waren ze over de grenzen bekend.

De rol van kerkelijke structuren (abdijen, bisdommen) en de adel in het ontstaan van de faam van de “Bourgogne” is welbekend. , Cîteaux, Pontigny, het kapittel van Langres, de hertogen van Bourgondië, ze hebben elk op hun manier bijgedragen aan de opbouw van een vermaarde wijngaard en aan de uitstraling van deze wijnen.

In de 18e eeuw ontstaat er een nieuwe economische macht dankzij de belangrijke ontwikkeling van de wijnhandel. De “Bourgogne” -wijnen worden in grote mate afgezet in het noorden van Frankrijk en Europa, zelfs in andere continenten.

De “Bourgogne” krijgt in de loop van de 19e eeuw echter duidelijk een individueel karakter. Oude of nieuwe admini­ stratieve indelingen (provincies of departementen respectievelijk) gaan een economische rol vervullen en stedelijke centra zoals Auxerre, Dijon, Beaune, Chalon-sur-Saône of Mâcon zorgen voor de verdeling van de wijnen uit de regio. Het noorden van “Beaujolais” identificeert zich in deze tijd met de Mâcon-wijnen. De “Tonnerrois” en de “Cha­ tillonais”, die de poort tot de Champagne vormen, richten zich ook op Bourgogne. C 248/24 NL Publicatieblad van de Europese Unie 24.7.2019

Aan het begin van de 19e eeuw tonen de producenten van de regio Bourgondië belangstelling voor de bereiding van mousserende wijnen volgens de technieken die in Champagne werden gebruikt, met name in Rully in Saône-et-Loire, vanaf 1820 in Nuits-Saint-Georges en vervolgens, in 1840, in Chablis. Het nieuwe product heeft succes, met name bij klanten uit Engeland en de Verenigde Staten en de methode verspreidt zich snel. Mousserende wijnen worden bereid middenin de mooiste terroirs zoals “Clos Vougeot”, “Chambertin”, “Chablis”, …

Vanaf 1939 groeperen de producenten van mousserende wijn zich in een vakvereniging en in 1943 verkrijgen ze de erkenning van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Bourgogne mousseux”.

Het decreet behoudt deze gecontroleerde oorsprongsbenaming voor aan witte, rode en roséwijnen die worden verkre­ gen door een tweede fermentatie in de fles. Vanaf de jaren 1960 willen de Bourgondische producenten de productie van kwaliteitsvolle mousserende wijn formaliseren en beschermen en stellen zij strenge regels vast met betrekking tot de oogst en de bereiding, die leiden tot de erkenning van de beschermde oorsprongsbenaming “Crémant de Bour­ gogne”, door een decreet uit 1975, voor de witte of roséwijnen.

De wijngaard bestaat uit alle Bourgondische wijnstokrassen hoewel er een sterke voorkeur uitgaat naar de druivenras­ sen chardonnay B e n pinot noir N. De geografische verspreiding van de wijngaarden gaat gepaard met enkele ver­ schillen in de productiemethode. Zo heeft elke kleine regio, dankzij de traditionele knowhow, lokale praktijken bewaard met betrekking tot de teeltmethoden. De ombuiging in Mâconnais of de “Chablis” -snoei in Yonne getuigen hiervan.

De wijngaarden met de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Crémant de Bourgogne” beslaan in 2011 bijna 2 000 hectare , met een jaarlijkse productie van om en bij de 125 000 hectoliter, wat goed is voor bijna 15 miljoen flessen.

De wijn wordt gekenmerkt door een fijn en langdurig schuim, met delicate en persistente luchtbelletjes. De neus van de jonge wijn heeft vaak fruitige, florale en minerale toetsen, die gepaard gaan met een zekere frisheid. Mettertijd worden de aroma’s complexer, want ze evolueren naar secundaire en tertiaire aroma’s. De frisheid in de mond wordt versterkt door het koolzuurgas dat vrijkomt.

Oorzakelijke interacties De “Bourgogne” is een noordelijke wijngaard waar de wijnstok onderhevig is aan een grote meteorologische beper­ king. De inplanting beperkt zich hierdoor tot de meest gunstige situaties, die profiteren van mesoklimaten die war­ mer en droger zijn dan het regionale klimaat, en van drainerende gronden die het overtollige water kunnen afvoeren terwijl zij toch een goede vruchtbaarheid en snelle opwarming bieden.

De wijngaarden liggen hierdoor geconcentreerd op de belangrijkste reliëfs, die meestal bestaan uit kalksteen en op gematigde hoogte liggen.

Het frisse klimaat van de geografische zone is bijzonder gunstig voor de productie van mousserende wijnen. De combinatie van de bodems en de blootstelling aan zonlicht zorgt voor plaatsen die tegelijk een goede rijpheid van de druiven waarborgen en de zuurheid bewaren die nodig is voor de kwaliteit van wijnen die de beschermde oor­ sprongsbenaming “Crémant de Bourgogne” mogen voeren.

Een weinig gevarieerde en autochtone samenstelling van de wijngaard, die bijzonder aangepast is aan de lokale bodem- en klimaatgesteldheid, draagt ook bij aan de uitdrukking van een palet aan witte en roséwijnen die het zure en fruitige karakter van noordelijke wijnen gemeen hebben, waardoor ze gekenmerkt worden door een zekere elegantie.

De producenten, die een kwaliteitsvolle wijn willen maken, hebben zich strenge regels opgelegd om zo goed mogelijk de kwaliteiten van de grondstoffen te bewaren waardoor ze onberispelijke wijnen kunnen aanbieden. De oogst wordt met de grootste zorg behandeld om oxidatie van de sappen tussen de oogst en de persing te vermijden. Het gebruik van volledige druiven; de verwijdering van de sappen die tijdens het transport ontstaan, een voorzichtige hantering, een persing in een verzorgde omgeving met aangepast materiaal volgens de regels die een nauwkeurige ratio tussen het gebruikte oogstgewicht en het volume geëxtraheerde wort definiëren waardoor de kwaliteit en de helderheid van de sappen, die op deze manier worden verkregen, en een zachte extractie worden gegarandeerd. Zo wordt de subtili­ teit van de aroma’s behouden en wordt een heldere en stralende wijn verkregen.

Dankzij de ervaring die sinds meer dan een eeuw is opgedaan, beschikken de bereiders van mousserende wijn over een perfect beheerste knowhow van de samenstelling van hun cuvees. Om de optimale aromatische uitdrukking te verzekeren, krijgt een assemblage van de fijnste wijndruivenrassen de voorkeur (pinot noir N, pinot gris G, chardon­ nay B). Dankzij de lange rijpingsperiode — de wijn wordt pas minstens twaalf maanden vanaf de datum van de botteling voor consumptie in de handel gebracht — kan de wijn zijn aromatische eigenschappen, complexiteit en finesse ontwikkelen.

De “Crémant de Bourgogne” is een onmisbaar element in de Bourgondische wijnproductie. In 2011 werd 30 % van de productie op alle continenten afgezet. 24.7.2019 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 248/25

9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten) Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

a) Alle activiteiten met betrekking tot de productie, van de oogst van de druiven tot de degorgering, worden uitge­ voerd in het geografische gebied.

b) De verpakking van de wijnen gebeurt in het geografische gebied met inachtneming van het bereidingsproces via tweede gisting op fles.

c) De botteling in glazen flessen, waarin de bubbels worden aangemaakt, gebeurt vanaf 1 december na de oogst.

d) De wijnen worden voor consumptie op de markt gebracht na een minimale rijpingsperiode van twaalf maanden vanaf de datum van botteling.

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Alle facultatieve aanduidingen waarvan het gebruik, krachtens communautaire bepalingen, door de lidstaten mag worden geregeld, worden aangebracht op de etiketten in lettertekens die niet hoger noch breder zijn dan het dubbele van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Link naar het productdosser https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-883c2bee-8878-47f3-868b-dbbb71ff41f3