<<

Provincich uß ïí¡esterbrink r, t (oy9z) 16 55 55 Postadres Postbus rzz,94oo Ac Assen n (o592) )6 tT 77 www.,nl provincieþrenthe

}4Ër 2oo8

^uffil9å.tgFl¡20¡JOns kenmerk ROi200B00S36g Behandeld door mevrouw M.J. wimmers-westerveld (osg2) 36 s4 29 onderwerp: ontwerpbesluit ontgrondingsvergunning Borger- 2007-1

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTGRONDING BORGER.ODOORN 2OO7-1

De aanvraag op 6 juli2007 is bij ons de aanvraag binnengekomen van Vos Zand & Grind BV te Borger om een vergunníng voor het ontgronden van het terrein, kadastraal bekend gemeente Borger-Odoorn, sectieM,nummersl343, 1335, 1336, 1472,1937,99,g2, 133g, 13sg, 1626,14g4en14gs.Deze aanvraag heeft betrekking op de beoogde uitbreiding van de huidige winning aan de Ellertsweg te , die door ons is verleend bij besluit van 12 november 1 991 , kenmerk RG/A6/90 -T .g23, naderhand uitgebreid bij besluit van 4 april 2000, kenmerkLGlAZ4t1999005309, en verlengd bij besluit van 23 februari 2005, kenmerk 3lLGlA9l2oo40o9416. ln totaal zal er 2,s63.900 m3 Jpecie worden afgevoerd. De uitbreiding resulteert in een toename van de bestaande waterplas met circa 19 ha.

De wettelijke procedure Gelet op het bepaalde in artikel 10 van de Ontgrondingenwet is de procedure, zoals die is opgeno- men in Afdeling 3.4 (Uniforme openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuurs- recht, van toepassíng' Wij hebben de aanvraag en de bijbehorende stukken bij brief van 1g juli 2007, kenmerk 28lLGl2OO7 009008, gestuurd aan: het college 1. van burgemeester en wethouders van Borger-odoorn, postbus 3, 7g75 ZG het dagelijks 2' bestuur van het waterschap Hunze en Aa's, postbus 19s, 9640 AD Veendam 3. de vRoM-lnspectie, Regio Noord, postbus 30020, 9z0o RM Groningen 4' het Drents Plateau, ter attentie van de heer W,A.B. van der Sanden, provinciaal archeoloog van Drenthe, Stationsstraat 11, 9401 KV Assen 5. staatsbosbeheer, Regio Groningen-Drenthe, postbus 333, gzoo AH Groningen ln bedoelde brief hebben wij de geadresseerden zes weken na verzending de gelegenheid gegeven hun advies geven te over de aanvraag om ontgrondingsvergunning Borger-Odoorn 2007-1.

Binnengekomen adviezen Ad Het college 1. van burgemeester en wethouders van Borger-odoorn, heeft ons bij brief van 6 september 2007, kenmerk 3709, bericht dat het coltege geen bezwaar heeft iegen oe afgifte van de aangegeven ontgrondingsvergunning. Ad Het dagelijks 2. bestuur van het waterschap Hunze en Aa's heeft ons bij brief van 1g juli 2oo1, kenmerk MM 07.3671 107.2869, bericht dat het waterschap in het door de Grontmij uitgevoerde hydrologisch vooronderzoek een aantal keren betrokken is geweest om ce ui¡ komsten van modelberekeningen te bespreken en te beoordelen. Vanuit het hydrologisch gezichtspunt bestaan er na bestudering van de uitkomsten van het vooronderzoek geen bezwaren tegen verlenging en uitbreiding van de eerder verleende ontgrondingsverlunning aan de firma Vos Zand & Grind BV te Ellertshaar. Ad 3' De VRoM-lnspectie, Regio Noord, heeft geen advies uitgebracht. 2

Ad 4, Op grond van an 23 juli kenmerk DPA 2007' oPmerkingen' a. ln het plan erd, waardoor het uitvoer k niet noodzakelijk wordt geacht. b' ln percelen de met kadastrale nummers 14g4 (oud) en vraagd. Uit de bijgevoegde kadastrale documen_ tat 184 een perceelsnummer is dat is opgegaan in de nieuwe kadastrale nummers 1639, 1640 en 1641, ln deze percelen is vooralsnog geen archeologisch onderzoek uitgevoerd. uit de inrichtingsschets blijkt níet dat hier daad- werkelijk ontgronding is voorzien. Het Drents Plateau merkt op dat hier wellicht sprake is van een misverstand bij de aanvraag, lndien echter in deze percelen toch bodem- verstorende activiteiten zullen plaatsvinden (dieper dan 30 cm), is alsnog aanvullend archeologisch vooronderzoek nodig. c' ook in het perceel met kadastraal nummer 1472isgeen archeologisch vooronderzoek uitgevoerd' uit de globa s komt naar voren dat mogelijk in het noordelijk deel van dit perceel wel iteiten zijn voorzien. ren en ander lijkt te maken te hebben met een land aanvaardbare afronding van de zanowinning langs de Ellertsweg. lndien deze constatering juist is, dient hier alsnog een aanvullende archeologisch vooronderzoek plaats te vinden. Ad'5' staatsbosbeheer heeft ons bij brief van 28 augustus 2007 het volgende bericht. ln de ziens- wijze van Staatsbosbeheer op vergunningaanvraag in het kader van de Natuurbescher- mingswet, d.d. 9 januari 2ool , is reeds u.ng.g"u"n dat Staatsbosbeheer zich niet kan vinden in de conclusies uit het geohydrologisch onderzoek en de uitgevoerde natuurtoets, namelíjk dat er bij uitbreiding van de winning slechts minimale negatieve effecten optreden op de hydrologie en natuun¡vaarden van het Elperstroomgebied. Met het gebruikte gische hydrolo- stationaire model kan naar de mening van staatsbosbeheer de invloed van de uitbreiding van de winning op de vegetatie en daarmee de natuun¡¡aarden van het Elperstroomgebied niet goed in beeld wor daarentegen wel voldoende inzicht in de e de kwel in relatie tot de vegetaties die daa het uitgevoerde onderzoek adviseert Staat breiding van de winning te beoordelen o r model, Staatsbosbeheer geeft aan dat zijgraag om de mogelijkheden te verkennen om gezamenlijk met de pro ecohydrologische situatie van het Elperstroomgebied beter

Ons commentaar op de ontvangen advlezen en reacties Ad 'l' De van de gemeente Borger-odoorn ontvangen reactie spreekt voor zich en behoeft geen nader commentaar. Ad 2' ook de reaclie van het waterschap Hunze en Aa's spreekt voor zich en behoeft geen commentaar. nader Ad'4' ad' b' wijverzoeken de vergunninghouder met genoemd punt rekening te houden. r met genoemd punt rekening te houden. h onderzoek Ellertshaar (Grontmij, concept met de Natuurtoets Zandwinning Ellertshaar éér dan voldoende gegevens verschatt om tot het oordeel te kunnen komen dat de effecten van de beoogde uitbreiding van de zand- ihil zij en ge de van d stg ebied achten zijn ron aanzien 3

van de hoeveerheden kwel en wegzijging in het Erperstroomgebied, De ondergrond direct ten westen van de zandwinplas heeft een zeer complexe geologische opbouw. Hierdoor heeft de bodem westelijk van de zandwinplas een tage dooflaìendheid, waardoor de afstroming van water via de ondergrond vanuit het bosgebied naar de zand- winplas wordt geremd en er een sterke gradiënt ontstaat in het grondwaterstandsverloop. Het in het advies van Staatsbosbeheer genoemde onderzoek op basis van een niet- stationair model achten wij in het kader van de voor de voorgenomen uitbreiding gevolgde bestemmingsplan- en ontgrondingsprocedure dan ook niet noodzakelijk.

Tervlsielegging ontwerpbesluit met bijbehorende stukken overeenkomstig de wetteliike bepalingen is het ontwerpbesluit toegezonden aan eerdergenoemde instanties en aan de aanvrager. De ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken hebben met in- gang van 12 maart 2008 tot en met 22 april2008 in het gemeentehuis van Borger-Odoorn te Exloo en provinciehuls in het te Assen ter inzage gelegen, terwijt een ieder tegen de ontwerpbeschikking binnen zes weken na de dag waarop het ontwerp ter inzage is gelegd, zowel mondeling als schrifte- lijk zienswijzen bij ons college heeft kunnen índienen. Tevens z¡n omwonenden door middel van een brief met bijvoeging van het ontwerpbesluit en de daarop betrekking hebbende mededeting c,q. publicatie op de hoogte gestetd.

lngediende reactie Burgemeester en wethouders van Borger-odoorn laten bij brief van 27 maart 200g, kenrnerk 1 160, weten, dat zij niet gelegenheid van de gebruikmaken om een schriftelijke zienswijze in te dienen.

Zienswljzen Er zijn geen zienswijzen ingediend.

Afweging en conclusie De ontgrondingsaanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van de huidige winning aan de Ellertsweg te Ellertshaar, die door ons is verleend bij besluit van 12 november 1gg1, kenmerk RG/A6/90-7'823, naderhand uitgebreid bij besluit van 4 aprit 2000, kenme rk LGtA24t1999oos3o9, en verlengd bij besluit van 23 februari 2005, kenmerk 3/LG/49/200400g416. ln totaalzal er 2'563'900 m3 specie worden afgevoerd. De uitbreiding resulteert in een toename van de bestaande waterplas met circa 19 ha.

Toetsing aan het gemeentetijke bestemmingsplan Het plangebied is opgenomen in twee bestemmingsplannen, namelijk het bestemmíngsplan Bedrijventerrein zandwinlocatie Ellertshaar, vastgesteld door de raad van de gemeente Borger-odoorn in de vergadering van 22 februari 2001 en goedgekeurd door ons college bij besluit van 8 mei 2001, en het bestemmingsplan Buitengebíed Borger van de gemeente Borger-odoorn, vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Borger in de vergadering van 23 april 1gg7.

De uitbreíding van de zandwinlocatie past niet in deze bestemmingsplannen. om de uitbreiding mogelijk te maken is een herziening van beide bestemmingsplannen noodzakelijk. Daartoe heeft de gemeenteraad van Borger-odoorn in zijn vergadering van 17 decembe r 2O0T het bestemmingsplan Uitbreíding zandwinning Ellertshaar vastgesteld, dat op 18 januari 20oT aanons college ter goed- keuring is toegezonden, Aan het beoogde ontgrondingsterrein wordt op grond van dit plan een voor zandwinning passende bestemming toegekend, waarmee de ontgrondingsaanvraag in overeen- stemming is. 4

Toetsing aan het Provinciaal omgevingptan il (pOp lt) Verder hebben wij de ontgrondingsaanvraag getoetst aan het provinciaal ruimtelijke ontgrondingen- beleid zoals juli dat op 7 2004 door provinciale staten van Drenthe in het pop ll met b'rjblhorende kaarten is vastgelegd.

op functiekaart 2 (overige aanduidingen) is de zandwinning te Ellertshaar adequaat aangeduid als centrale zandwinplaats voor beton, metsel- en ophoogzand, Ter plaatse wordt alleen beton- en met- selzand, alsmede ophoogzand gewonnen. op deze zandwinning is volgens POP ll het zogenaamde concentratiebeleid van toepassing. Hieronder wordt verstaan dat zandwinning plaatsvindt vanuit een beperkt aantal zandwinplàatsen, verspreid over de provlncie. Deze concentratie in centrale zandwinplaatsen heeft als hoofddoel het terugdringen van de vele kleine oppervlakkige winningen met hun vaak negatieve gevolgen voor het landschap. uitbreiding van de bestaande centrale zandwinplaatsen heeft daarbij de vooikeur boven het ontwikkelen van een nieuwe zandwinplaats. De voorgenomen uitbreiding is in overeenstemming met het voorgestane concentratiebeleid.

Gelet op het vorenstaande, is de voorgenomen ontgronding in overeenstemming met het provinciaal ruimtelijke ontgrondingenbeleid, zoals dat is vastgelegd in pop ll.

Samenvattend kunnen wij instemmen met de voorgenomen ontgrondingswerkzaamheden, indien daarbij de algemene en bijzondere voorschriften, zoals die aan ons besluit zijn verbonden, in acht worden genomen.

Beslissino

Gedeputeerde staten van Drenthe;

Gelet op de bepalingen van de ontgrondingenwet en op hoofdstuk 8 (ontgrondingen) van de Provinciale omgevingsverordening Drenthe (pOV);

BESLUITEN:

Artikel 1 Aan vos zand & Grind BV te Borger, vergunning te verlenen tot 1 januari20lg voor het ontgronden van het terrein, kadastraal bekend gemeente Borger-Odoorn, sectie M, nummers 1343, 133s, 1gg6, 1472, 1337 87, ,88, 1338, 1359, 1626, 1484 en 1485, zoals op de bij dit bestuit behorende gewaar- merkte kaart nader is aangegeven en op de in voorschriften 4.7 en A.B genoemde tekening-',Land- schappelijke inpassing met kadastrale gegevens', (documentnummer ol-os-1g24)

Artikel2 Aan deze vergunning de volgende voorschriften te verbinden.

A. Bijzondere voorschriften

4.1 Alle bij deze vergunning voorgeschreven en krachtens deze vergunning uit te voeren werken en werkzaamheden dienen te zijn voltooid vóór de in artikel 1 genoemde termijn. lndien op een gedeelte van het ontgrondingsterrein de winning van specie is beëindigd, behoort de 5

añlerking van dit gedeelte binnen twaalf maanden plaats te vinden overeenkomstig de daar- omtrent gestelde voorschriften.

4.2 Ter verzekering van de betaling van de kosten van uitvoering en onderhoud van de bij deze vergunning voorgeschreven of krachtens deze vergunning uit te voeren werken en werk- zaamheden, dient de vergunninghouder ten minste zeven dagen vóór de aanvang daarvan een waarborg te verschaffen in de vorm van een bankgarantie of anderszins tot genoegen van gedeputeerde staten tot een bedrag van € 50.000,--. Het bedrag van de zekerheid moet telkens wanneer daarop verhaal heeft plaatsgehad, op eerste aanzegging tot het oorspronkelijke bedrag worden aangevuld.

4.3. De vergunninghouder dient tijdens de duur van de ontgrondingen het ontgrondingsterrein in ordeliike toestand te houden en draagt er zorg voor dat op het ontgrondingsterrein geen afval wordt gestort.

4.4. Namens gedeputeerde staten van Drenthe kan de manager van de afdeling Sociaal- Economische Ontwikkeling van de provincie Drenthe ten aanzien van gedeelten van het ontgrondingsterrein, met inachtneming van hetgeen in de volgende voorschriften is bepaald, aanwijzingen geven met betrekking tot de wijze van afwerken en het tijdstip waarop de afwerking van een terreingedeelte gereed moet zijn.

4.5 Voorafgaand aan de winning van humusarm zand (volgens de indeling van Stiboka), met een zuiger of met een graafmachine, dient alle teelaarde binnen de grenzen van de ontgraving (insteek van het talud) te worden ontgraven tot humusarm zand. De teelaarde dient buiten de ontgravingsgrenzen van de ontgronding te worden gebracht. Teelaarde mag niet in het water belanden.

4.6. De ontgronding mag niet dieper worden uitgevoerd dan 1S m -NAp

4.7 ' De insteek van de ontgraving mag de grenzen van het ontgrondingsterrein niet dichter naderen dan tot de afstanden, zoals die op de tekening "Landschappelijke inpassing met kadastrale gegevens" (documentnummer 01 -08-0174) endwarsdoorsneden zijn aangege- ven. De insteek dient nabij de hoeken van het ontgrondingsterrein een vloeiend verloop te verkrijgen.

4.8. De ontgraving dient te worden afgewerkt overeenkomstig de bij de aanvrage overgelegde dwarsprofielen nummers 1 tot en met 6 die aangegeven zijn op de in artikel 4.7 genoemde tekening en in landschappelijke inpassing afwerkings- en inrichtingsplan zandwinning Ellertshaar van Grontmij Noord BV, projectnummer 129s32, d.d. 12juli 2007,

4.9 De wijze van aanleg van deze onden¡vatertaluds dient te gebeuren met inachtneming van een door de vergunninghouder te overleggen zuigplan dat de goedkeuring behoeft van de manager van de afdeling Ruimtelijke Onfwíkkeling van de provincie Drenthe, Als basis voor dit zuigplan dienen de aanbevelingen uit het geotechnisch advies van Grontmij Nederland BV d.d. 15 juli 2007 (pagina 13) te worden overgenomen.

A'10. Voordat met de ontgravingswerkzaamheden mag worden begonnen, dient langs de noord- en oostzijde van het ontgrondingsterrein een kade te worden aangelegd op 16,50 m +NAp. Deze kade dient het profiel te verkrijgen overeenkomstig de dwarsprofielen 3 en 4 van de in artikel I genoemde tekening met dwarsprofielen. I

Artikel3 Een afschrift van dit besluit te zenden aan: 1. aanvrager: Vos Zand & Grind BV, ter attentie van de heer A. Vos, postbus 52, gS3O AB Borger (in viervoud op de aanvraag) 2. instanties: het college ' van burgemeester en wethouders van Borger-odoorn, postbus 3, 7875 ZG Exloo het dagelijks - bestuur van het waterschap Hunze en Aa's, postbus 195, 9640 AD Veendam ' de vRoM-rnspecrie, Regio Noord, postbus 30020, gz00 RM Groningen het Drents Plateau, - ter attentie van de heer W.A.B. van der Sanden, provinciaal archeoloog van Drenthe, Stationsstraat 11, g401 KV Assen - staatsbosbeheer, Regio Groningen-Drenthe, postbus 11, g4oo AC Groningen de afdeling Ruimtelijke 3' Ontwikkeling van de Provincie Drenthe, ter attentie van de heren c. schaafsma en H. Hidding en mevrouw M.J. wimmers-westerverd 4' de afdeling Sociaal-Economische ontwikkeling, ter attentie van de heren B. Wínkelman en B. Gosselínk

Gedeputeerde staten voornoemd, namens deze, .r447 T. Woestenburg, manager Ruimtetijke Ontwikkeling

Bijlage(n): abicoll.