1997-6

KNOB

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond BULLETIN * Walburg Druk Koninklijke Nederlandse INHOUD Oudheidkundige Bond Kasper va n Ommen Opgericht 7 januari 1899 'European comes here f'or ideas'. De Amerikaanse reis Beschermvrouwe H.K.H. Prinses Juliana. van Jan de Bic Leuveling Tjecnk in 1912 189

Bulletin Marie-Thcrèse van Thoor Tweemaandelijks tijdschrift van de KNOB, mede mogelijk Amsterdamse School in Parijs. Het Nederlandse paviljoen gemaakt door d e Rijksdienst voor d e Monumentenzorg e n d op de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Rijksdienst voor he t Oudheidkundig Bodemonderzoek. Industriels Modemes (1925) 204

Redactie Dirk J. de Vries prof. dr. M. Bock, Monumenten dcndroehronologisch gedateerd (7). Huizen 218 prof. dr. W.F. Denslagen, dr. C.M.J.M. van den Heuvel, Publicaties prof. drs. H.L. Janssen, Tessel Pollmann, Volkswoningbouw 1900-1945, een analyse dr. E. de Jong, van overlevingskansen (recensie Marinus Kooiman) 225 prof. dr . A.J.J. Mekking, prof. dr. K.A. Ottenheym (hoofdredacteur), Monumentenzorg drs. H. Sarfatij, Vijftig jaar Rijksdienst voor d e Monumentenzorg 22 7 prof. dr. ir. F.W. van Voorden, (Dirk J. de Vries) dr. DJ. de Vries (eindredacteur). Summaries 227 Kopij voor he t Bulletin: Gaarne t.a.v. dr . DJ d e Vries Auteurs 228 RDMZ Postbus 1001 3700 B A Zeist

Summaries mw . drs. V.J.M.W. Vrijman

Lay-out en vormgeving Walburg Druk

Abonnementen Bureau KNOB, Mariaplaats 5 l 351 l LM Utrecht tel. 030-2321756 fax 030-2312951 Losse nummers voor zover no g verkrijgbaar ƒ 15,— Abonnement e n lidmaatschap KNOB: ƒ 75,-; ƒ 50,- (tot 27 j r e n 65+); ƒ 125,-(instelling etc.). Opzeggingen schriftelijk voor l november van het jaar.

Druk Afbeeldingen omslag Walburg Druk Voorzijde: J.F. Staal, ingekleurde ontwerptekeningen van hel Postbus 22 2 Nederlandse paviljoen in Parijs, gedateerd 25.4.1924 7200 A E Zutphen (W/W, archief J.F. Staal). tel. 0575-541522. Achterzijde: Deur en korbeelslel op de tweede verdieping van Wijnstraat 113 Dordrecht (foto DJ. de Vries 1997).

BULLETIN KNOB ISSN 0166-0470 Jaargang 96 , 1997. nummer 6 'European comes here for ideas' De Amerikaanse reis va n Ja d e Bi Leuveling Tjeenk in 1912

Kasper va n Ommen

In zijn essay 'The M e t h o d o f Ariadne: tracing th e Lines o f cell een bezoek aan Amerika. Daar volgde een persoonlijke Influence between Some American Sources an d their Dutch ontmoeting met Louis H. Sullivan (1856-1924), de leermees- Recipients'' vergelijkt T . A . P . va n Leeuwen he t speuren naar ter van Purcell. Verder bezocht Berlage vele bouwwerken feiten en ontwikkelingen door de architectuurhistoricus met van ondermeer Sullivan, Henry H. Richardson (1838-1886) het volgen van de draad van Ariadne door Theseus in het la- en Frank Lloyd Wright (1867-1959).? byrint va n Knossos. I n he t geval va n d e Amerikaans-Neder- Wright bezocht op zijn beurt rond 1910 het Europese con- landse wisselwerking, betoogt Van Leeuwen, is het van het tinent. O p uitnodiging va n d e germanist e n cultuurfilosoof grootste belang dat alle mogelijke lijnen gevolgd worden. Kuno Francke4 bracht hij een bezoek aan Duitsland. In Ber- Aan de reeds bestaande getuigenissen van Nederlandse archi- lijn werkte Wright op verzoek van de uitgever Ernst Was- tecten al s Berlage e n Va ' t Hoff ka n u ee nieuwe bron muth aan de publikatie van een portfolio van zijn werk met toegevoegd worden. In een reisdagboek van de architect Jan de titel Ausgeführte Bouten und Entwürfe. Naast deze in- d e Bi Leuveling Tjeenk, da t no g niet eerder i n d e openbaar- vloedrijke publikatie vervulde Berlage ee n sleutelrol me t be - heid geweest is , wordt ee n zeer informatief beeld geschetst trekking to t d e introductie va n he t werk va n Wright i n Neder- van de Amerikaanse architectuur in het begin van deze eeuw.2

'De wereld om ' Direct n a he t behalen va n zijn ingenieursdiploma aa n d e Technische Hogeschool t e Delft vertrok d e 27-jarige Ja n d e Bie Leuveling Tjeenk (1885-1940) voor een reis om de we- reld. Dit was toen nog een uitzonderlijke onderneming, maar de meer gebruikelijke Grand Tour, een reis naar Italië met een verblijf in Rome, had hij tijdens zijn studie al gemaakt. Deze reis zou via Amerika naar het Verre Oosten leiden, waar onder andere Japan, China en Singapore door hem be- zocht zouden worden. In de 19de eeuw was Amerika als cul- tuurdragende natie i n d e interessesfeer va n reizigers geko- men. Ook op het gebied van de architectuur trok Amerika aan het eind va n d e vorige e n he t begin va n deze eeuw sterk d e aandacht. O p zoek naar ee n nieuwe, va n d e historische stijlen verloste architectuur hoopten d e Europese architecten nieuwe inspiratie in het 'land van de onbegrensde mogelijkheden' te vinden. Omdat d e communicatiemiddelen i n deze periode nog niet ten volle ontwikkeld waren ontstond de behoefte om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de situatie zoals di e i n he t buitenland ontstaan was. E r ontstond ee n stroom aan persoonlijke contacten tussen Nederland e n Amerika, di e zijn hoogtepunt vond in de vriendschap tussen de architect William Gray Purcell (1880-1965) en H.P. Berlage. In 1906, tijdens ee n bezoek aa n Nederland, werden Purcell e n zijn vriend e n latere zakenpartner George Feick Jr . (1881-1945) door Berlage rondgeleid door onder andere d e Beurs va n Afb. 1. Architect Jan de Bie Leuveling Tjeenk (rechts) en een onhekende . I n 1911 bracht Berlage o p uitnodiging va n Pur- reisgenoot gefotografeerd tijdens zijn reis om de wereld.

PAGINA'S 189-203 i go BULLETIN KNOB 1997-6 land, Zwitserland e n i Duitsland zelf. Ee n belangrijke ro l bouwwerken. Naast vele bekende namen, waaronder natuur- hierbij speelde Berlages beschrijving van de reis die hij door lijk Sullivan en Wright, zoekt Tjeenk ook contact met archi- Amerika ha d gemaakt e n di i 1913 uitgegeven werd bi j d e tecten die minder bekend waren, zoals Dwight H. Perkins. Rotterdamse uitgeverij Brusse onder d e titel Amerikaan.iche Me t Perkins knoopt Tjeenk ee n vriendschappelijk contact aa n Re is lierinne ringen. en de bewondering voor zijn werk is groot. Naar aanleiding van dit boek kwam een ware stroom bezoe- Uit de dagboeknotities blijkt dat Tjeenk voor het afvaren kers o p gang di e allen d e architect Wright wensten t e ontmoe- naar Amerika contact heeft gehad met Berlage en de Amster- ten o f i n ieder geval zijn bouwwerken wilden bezichtigen. Z o damse architect J.A. van Straaten. Ook blijkt Tjeenk goed op ontmoette Robert va n ' t Hoff (1887-1979) i n 1914 W r i g h t de hoogte va n d e bevindingen di e Berlage over di t land opge- persoonlijk i n Chicago. Over deze ontmoeting schreef Wright tekend had. Tjeenk kende enkele artikelen van Berlage waar- later: ' A young Dutch patriot Va n ' t Hoff made hi s appearan- uit diens bewondering voor me t name Wright naar voren c e i n Chicago very early i n m y da an d look home something kwam. Berlage zal Tjeenk mogelijk ook mondeling op de of what hè then saw there on the Chicago prairie.'6 Het mee- hoogte gebracht hebben van zijn indrukken over de Ameri- gebrachte kreeg uiteindelijk ee n plaats i n d e vorm va n twee kaanse architectuur. He t staat vast da t Berlage zelfs enkele villa's di e i n 1916 t e Huis te r Heide gebouwd werden.7 introductiebrieven aan Tjeenk meegaf die het bezoek aan de Andere architecten di e Wright niet eens i n eigen persoon architecten die Berlage zelf in Amerika ontmoet had voor zouden ontmoetten, zoals Ja n Wils (1891-1972) e n Hendrik Tjeenk zouden vergemakkelijken. Ook Van Straaten, die in Wouda (1885-1947), namen in hun architectuur veel kenmer- Amerika op een architectenbureau gewerkt had, g a f hem der- ken van de stijl van Wright over, in het geval van Wils in zo gelijke brieven mee. He t i s goed mogelijk da t Tjeenk te r grote mate dat hij ook wel Frank Lloyd Wils genoemd werd. voorbereiding ook het artikel 'Bouwkunst in Amerika' van de Meestal wordt bij de navolging van Wright in Nederland Amerikaanse architect Frank M. Andrews in het tijdschrift opgemerkt da t e r me name sprake wa s va n imitatie va n d e De Bouwwereld van 1911 gelezen heeft. In deze tekst gaf uiterlijke kenmerken va n d e architectuur, terwijl d e achterlig- Andrews een korte uiteenzetting van de moderne Amerikaan- gende ideologie va n Wrights 'Organic Architecture' veelal se architectuur, met name met betrekking tot de ontwikkeling onbegrepen bleef.x Wright zelf leek ee n ander oordeel toege- van d e skyscraper. Zeker heeft hi j oo k Berlage's 'Voordracht daan toen hij schreef: '(Holland is) one of the truly indepen- over Amerika' gelezen, di e begin 1912 d o o r he t tijdschrift dant Democracies o n earth, sh e ha s suffered an d shared much Architectunt afgedrukt werd. Z o goed mogelijk voorbereid that is to be the soul of the new world-order. Someday com- zette Tjeenk op maandag 3 j u n i voet op Amerikaanse bodem. mon to us all. I cannot imagine her contribution in any and every field left out of the eventua] reckoning. Architecture is 'De wereld om! Zoo zal de reis, waarop ik mij al zoo jaren basic to that field. More and more comes the recognition that lang verlangd heb beginnen, ik kan het mij niet realiseeren 't the principles of Organic Architecture lie in the core of the goede vaderland voor een jaar te verlaten, ik wil dat ook niet freedom that we call Democracy.'9 te veel indenken, mijn gedachten zijn al bij die wijde, wijde De aandacht voor Wright, die in sommige gevallen gro- wereld'. Zo vangt het dagboek aan. De overtocht die met het teske vormen aannam zoals in het geval van H. Th. Wijdeveld schip 'D e Nieuw Amsterdam' gemaakt wordt geeft genoeg (1885-1986), kreeg uiteindelijk haar hoogtepunt i n d e publi- gelegenheid to t ee n degelijke voorbereiding va n d e reis door katie van een luxe editie van Wendingen in 1925-26. Deze Amerika." Hi j schrijft daarover: 'I k he b ne t tijd gehad o m uitgave deed Wright uitroepen: 'Holland will always have a dat boekje te lezen over Lloyd Wright,12 volgens Berlage warm place in my hart and due respect from my head. My Amerika's grootste architect, n u i k vind oo k da t hi j zeer inte- greatest admiration for her cultural achievement.' In deze ressante dingen gemaakt heeft, ik hoop zeer dat ik eenige van prestatie zal Wright met genoegen aan 'zijn' aandeel terugge- zijn huizen zal kunnen zien. Maar 't is wel merkwaardig dat dacht hebben. geen Amerikaan hier aan boord, die ik er over spreek, van hem gehoord heeft, zelfs diegenen die bij Chicago wonen.' D e reis di e Tjeenk door Amerika maakte, begon i n 1912, du s Hieruit blijkt da t d e bekendheid va n Wright i n Amerika slechts één jaar na de reis van Berlage en één jaar voor de pu- achterliep o p di e i n Europa. E r leek oo k toen a l ee n grote blikatie van de Amerikaansche Reisherinneringen. Tijdens de kloof t e bestaan tussen Wright al s grootste levende architect reis hield Tjeenk een dagboek bij, d a t tot op heden niet in de (Berlage heeft het over 'misschien de meest talentvolle openbaarheid is geweest. Hoewel de reis in een betrekkelijk bouwmeester van Amerika') en als 'artist starving-in-the-gar- vroeg stadium van de Nederlands-Amerikaanse wisselwer- ret' (Gutheim). Later valt het Tjeenk ook meerdere malen op king i s gemaakt e n hoewel enkele bouwwerken va n Tjeenk, da t collega's e n oud-medewerkers va n Wright zich nogal ne - zoals zijn eigen woonhuis aan het Museumplein te Amster- gatief uitlaten over diens persoonlijk leven. n da m ui t 1925, duidelijk kenmerken dragen va n onder andere de architectuur van de Prairie School, is deze architect en zijn New York werk niet eerder in het kader van 'Americana' besproken. He t dagboek bevat naast algemene opmerkingen over he t De aankomst t e Ne w York zoals door Tjeenk beschreven za l reizen, veel informatie over Amerikaanse architecten en door d e hedendaagse reiziger di e pe r boot arriveert no g ge - BULLETIN KNOB 1997-6 19I

Afb. 2. Broadwav te meer da n 3 0 verdiepingen zijn e r dikwijls tien, waarvan d e New York in het begin van de helft express d.i. eerst naar bv. de Ode verd[ieping] & dan twintigste eeuw met op de achtergrond links de verder die welke je vraagt. Wij gingen naar de toren van de torenspits van The Trinity Singer building, op 't oogenblik nog de hoogste met 46 15 Church van Richard Upjohn verdfiepingen], maar er is alweer een nieuwe in aanbouw, (foto courtes\- Thomas die er 54 krijgt.16 Het geeft mij geheel de indruk dat die reu- A.P. van Leeuwen). zen niet direct uit economie gebouwd worden, maar veel meer als reclame, gewoon tegen elkaar opbluffen, wie wel 't hoogste komen zal. Dikwijls wordt een groot terrein gekocht & slechts o p ee n klein gedeelte daarvan zoo'n akelig mager hooge steenklomp gezet, terwijl d e rest va n ' t terrein gewone gebouwen van bv. 6 verdfiepingen|. krijgt. Berlage schreef dat New-York wel mooi zou worden als eenmaal alle huizen skyscrapers zijn, maar mi j werd verzekerd da t nooit za l kunnen gebeuren omdat de toevoer van lucht & licht veel te klein zou zijn.' Tijdens zijn verblijf i n Ne w York bezichtigt Tjeenk enkele bouwwerken van het bekende architectenbureau McKim, deeltelijk o p dezelfde manier beleefd kunnen worden. 'W e Mead & White,17 waaronder he t Pennsylvania station.18 'Daar- zagen in de verte Coney-Island met zijn enorm hoogen stella- over (...) had ik in Delft al hooren spreken; de inrichting is ges van de vermakelijkheden, Long Island, toen langs 't Sta- buitengewoon goed, 't verkeer tot de perrons makkelijk gere- tue of Liberty, een reusachtig beeld, door Franschen geschon- geld, maar d e eigenlijke clou, d e groote ha l i s geïnspireerd o p ken e n o p ee klein eilandje geplaatst doet ' t tevens al s vuur- d e thermen va n Rome, da t i s o p zichzelf a l bedenkelijk o m toren dienst, maar he t i s d e Franschen niet waardig, werkelijk van ee n badhuis ee n station t e maken, & he t bevredigde mi j buitengewoon leelijk! Toen kwamen d e eerste schimmen va n de skyscrapers in 't zicht, 't silhouet van de stad is daardoor wel bijzonder, wa t ee n verschil me t d e spitsen va n ee Goti- sche kerktoren die zoo ten hemel rijst en deze vrijwel vier- kante blokken'. In New York wordt Tjeenk opgewacht door W. Korthals Altes, een oud studiegenoot uit Delft, die hem door de stad begeleidt e n he m voor ee n deel va n d e reis door Amerika zo u vergezellen. Tjeenk observeert de stad vooral uit het oogpunt van architect e n hi j besteedt veel aandacht aa n d e stedebouw- kundige problemen di e zich bi j d e bouw va n skyscrapers voordoen e n aa d verschillende stijlen va n d e gebouwen. Bijvoorbeeld al s hi j schrijft: 'Mijn eerste indruk i s da t heel veel schoonheid wordt opgeofferd voor business, voor ' t ver- keer (...). De stad maakt erg de indruk van nog in wording te zijn, betrekkelijk weinig skyscrapers staan e r pa s n vooral zoo afgezonderd tusschen lage huisjes, dat doen ze heel le- lijk. Maar er wordt enorm veel bijgebouwd, en vooral in 't drukste gedeelte geeft ee n akelige rommel e n opstoppingen, al is dikwijls ingenieus bedacht 't verkeer zoo min mogelijk te storen. (...) Verderop de huizen van de bekende millio- nairs, Carnegie, van der Bilt, Astor, e.a. I e t s origineels heb ik echter no g niet gezien, ' t meeste i s geïnspireerd o p d e Ital[iaanse]. Renaissance, maar verder ook zuiverer Franjois I & Lod[dewijk]. XVI gevels,14 de skyscrapers zijn meestal klassiek maar vooral bi j d e latere e n di no g i bouw worden quasi gothieke vormen toegepast, wat natuurlijk tot een aller- ongelukkigst resultaat leidt. (...) We liepen zoo een paar groote gebouwen binnen; de materialen die daar gebruikt zijn, zijn prachtig, d e mooiste marmersoorten, rijke bronzen Afb. j. Cass Gilbert. The Woolworth Building, New York 1913 met op hekken & deuren; he t valt direct o p da t d e trap geheel onder- de achtergrond The Singer Building van Ernest Flagg uit 1906-1908 geschikt is , alles gaat pe r lift, i n d e groote gebouwen va n (foto cnurtesy Thomas A.P. van Leeuwen). 192 BULLETIN KNOB 1997-6 dan ook buitengewoon weinig, de gevel is ook vervelend op 't kantoor van Boissevain; de chef nam mij mee naar een saai. Neen da n i s d e Public Library19 veel beter; di e i s goed keurige Luncheon-club (...). Hi j ha d oo k uitgenodigd d e ar - van verhouding & heel fijn va n detail, maar eigenlijk zuiver chitect van één van de laatste grootste skyscrapers, van de Fransch: waar getracht i s wa t oorspronkelijk t e zijn i s ' t ne Bankers Trust Compagnie.21 een zeer aardige buitengewoon mis. De materialen ook hier weer ongeloofelijk rijk, maar ge- correcte man. Toen za g i k me t di e architect, zijn naam be n i k lukkig niet a l t e druk & patserig. D e meeste architecten schij- al vergeten, da t enorme gebouw va n 4 2 verdiepingen, enorm nen n a hu studie hier ee n tijdlang naar de n Academie de s interessant. Brandvrij lijkt mij vrijwel absoluut, geen stukje Beaux Arts i n Parijs t e gaan e n di invloed i s duidelijk merk- hout is aan 't gebouw zelf verwerkt, alleen 't meubilair zou baar.' Me t ee n introductie ui t Nederland maakt hi j kennis me t kunnen branden. Ramen, kozijnen, lijsten, alles van metaal, d e Hollander Va n de r Bent,20 di e werkzaam i s al architect meest rijk bewerkt brons, er is uitwendig niets geschilderd. bij McKim, Mead & White, die toen tot de grootste firma van (...) De gevel had mij vroeger bij 't voorbijkomen al niet kun- New York gerekend werd. Va n de r Bent heeft echter niet nen bekoren en 't was heel typisch al dat die architect daar veel tijd voor Tjeenk en biedt hem aan de volgende dag onder oo k niets over zei, maar mi j direct meenam naar binnen, naar leiding van een van de chefs de bureau een millionairshuis te d e groote hal, di e inderdaad we l geslaagd was, fijn va n detail gaan bezichtigen. en kleur, zuiver klassiek, waartegen in principe natuurlijk wel "s Morgens ee n paar architecten opgezocht, di e echter niet wa t e zeggen i s al uiting va n ee modern kantoorgebouw. thuis bleken (...) Toen naar d e secr. va n d e Amer[ican] Soc[ie- Over alle verdiepingen wa s ' t mooiste Italfiaanse] marmer ty | o f Civil Engineers, Warren Hunt, waarvan i k ee n brief toegepast, da t moet hierheen we l i n reusachtige ladingen ver- van ' t Koninkl[ijk] lnst[ituut] ha d meegekregen, daar kreeg voerd worden; er waren elf liften, wat moeten die alleen al ik een introductie voor Mr. Miller, superintendant van Pu- niet aan exploitatie kosten, trouwens dat schijnt ook werke- blieke Werken. (...) O m 2 uu r wa s i k weer o p ' t bureau va n lijk ee n va d e financieele nadeelen va n de skyscraper. (...) McKim, Mead & White, ging me t Mr . Spalmon d e stad wa t W e zochten ' s morgens d e architect Laurnee Smith Butler22 door naar ' t huis va n Mr . Reed, d e Engelsche gezant hier, di e op, wiens moeder wij op de boot ontmoet hadden & die ons op 't oogenblik afwezig was, zoodat wij erin konden - Het is toen over hem gesproken had. Het bleek een aardige jonge zuiver Italiaansche Renaissance, maar werkelijk buitenge- man, di e 6 jaar aa n d e Beaux-Arts i n Parijs ha d gewerkt, oo k woon mooi en smaakvol ingericht. (...) De indeeling kon mij Italië en Griekenland kende. Hij had een goed ingericht bu- niet geheel bekoren, d e ha l i n ' t midden pikdonker zoodat e r reau met bibliotheek, sprak ook zijn compagnon. Veel werk altijd electr. licht moet branden. - Trouwens de menschen le- hadden ze nog niet, 't schijnt in N.Y. ook heel moeilijk er in ven hier heel veel i n kunstlicht, da t i s m.i. n u a l ' t groote be - te komen. Hij inviteerde ons voor een lunch in de University zwaar dat de skyscrapers de onderste verdiepingen zoo don- Club.23 (...) Eerst waren w e d stad no g wa t door geweest e n ker maken, wat zal het worden als er nog veel meer komen.' d e toren o p va n d e Metropolitan Life Assurance Comp[any]., Met de introductiebrief die Tjeenk gekregen had van de Ne- de hoogste - 44 stories - skyscraper in u p - t o w n (...). De toren derlandse Minister van Buitenlandse Zaken werd het Tjeenk zelf is geïnspireerd op de San Marco in Venetië, de hoofdtrap mogelijk gemaakt ee n groot aantal vooraanstaande architec- op die van de Opera van Parijs,24 laat ik maar over die com- ten persoonlijk t e ontmoeten. Deze brachten he m i n veel ge - binatie zwijgen. D e [University | club ka n i k de s t e meer roe- vallen weer in contact met andere bevriende beroepsgenoten. men (...). Ik rilde een oogenblik bij de gedachte aan de nieu- "s Morgens ging ik den stad door & was kwart over twaalf w e Groote Club. Deze i s uitgevoerd oo k door McKim, Mead & White, 't heet hun beste werk.2S 't Is prachtig & prachtig, daar moet ieder zich we l gelukkig voelen. Beneden zijn con- versatiezalen, Ie verd[ieping] groote bibliotheek, uitstekend van stemming e n me t prachtige werken, bandjes o m jaloersch van te zijn. dan een tusschenverdieping met logeerkamers voor de buitenleden en boven de eetzaal, misschien het meest geslaagd va n alles, ' s Middags ging i k me t ee n introductie van de Amer|icanl Soc[jety] of Civil Eng[ineers] naar "t Building department (...). Toen nog even aan Van der Bent een introductie voor het in aanbouwzijnde Municipal buil- ding gevraagd. (...) He t geheel za l vermoedelijk 1 2 millioen dollar kosten, bouwtijd 3 jaar, i k verwonderde mi j zeer t e hooren da t o.a. aa n d e gevel kunst-graniet gedeeltelijk ge - bruikt wordt, da t i s toch we l ee n beetje bar; architectonisch Afb. 4. Napoleon Le Brun wordt ' t ee n prul, ge k va n architecten di e zulke mooie dingen & San , The Metropolitan gemaakt hebben.26 (...) 's Middags ging ik afscheid nemen Life In •urance Building, 27 New Y>rk, 1909 van de chef v. Boissevain, toen naar de Trinity-church, een >une\\ Thomas stemmig zeer mooi kerkje, zuiver Engelsche Gothiek, da t A.P. vc n Leeuwen). midden in de city tusschen de hooge gebouwen niet tot zijn BULLETIN KNOB 1997-6 '93

pingen, is 2 jaar geleden begonnen en moet over 1,5 jaar klaar zijn,31 't kapitaal ± 15 millioen dollar is vnl. gestort door éé n man, di e zijn fortuin maakte me t ee n 5c e lOct ar - tikelenzaak, je zou zooiets hier bijna ook willen probeeren. De ijzerconstructie was nog zwaarder, vooral de windverban- den enorm, er zal ook even een druk op kunnen staan. De in- sp[ecteur] zeide da t ' z.i. zeker we l niet renderen zou, maar de reclame om 't hoogste gebouw van de wereld te hebben, deed alles. Hij zeide dat de hoogtegrens nu vrijwel bereikt zou zijn e n di spoedig oo k wettelijk geregeld zo u worden. Ee n zeer merkwaardig argument tegen t e hooge skyscrapers vond ik dat er zoo enorm veel menschen op dezelfde plek zouden komen, da t ' s middags tegen ' t einde de r kantoren ' t vervoer o p eens va n a l di e drommen onmogelijk zo u zijn. (...) We reden langs ' t gebouw va n d e Equitable, waar verleden jaar die vreselijke brand heerschte, er zijn nog geen plannen voor de herbouw32 (...). Toen naar 't hotel McAlpin,33 waar nog druk aa n d e afwerking gewerkt werd, e r komen 1500 ka - mers e n 1000 badkamers (...).' Na enige dagen verblijf in New York heeft Tjeenk de meest bekende skyscrapers reeds bezichtigd. A l maakt hi j over deze gebouwen af en toe wat critische opmerkingen, een eenslui- dend oordeel durft hi j no g niet over di t bouwtype t e vellen. Voorzichtig vertrouwt hij dan ook zijn dagboek toe: 'Ik heb ook een denkbeeld gekregen van de beroemde skyscrapers, 't lijkt mi j da t d e opinies e r over no g zeer verschillen.'

Boston en de Oostkust Na New York reist Tjeenk via Albany en Schenectady naar Boston. Oo k hier zoekt hi j kort n a aankomst ee n aantal archi- Aflj. 5. Louis Su/livan, The Guaranty (Prudential) Building, Buffalo, tecten op, waarbij het contact met John Hubbard Sturgis dui- N.Y., 1894-1895 verscholen achter de St. Paui's Church (foto courtesy Thomas A. P. van Leeuwen). delijk indruk op Tjeenk maakt. 'Ik ging naar de architect Sturgis34 met een introductie van Van Straaten. Alweer een zeer aardige ontvangst, een man al recht meer komt en vermoedelijk eerlang wel zal verdwijnen. op leeftijd, die veel gebouwd heeft en een 20-tal teekenaars (...) Daarna zocht i k d e architect Wainwright Parish28 op , di e heeft. Ik zag veel interessante teekeningen o.a. van een groot jaren geleden met Van Straaten29 op een arch[itecten]bureau monumentaal opgezette kostschool niet ve r va n Boston e n in Boston was geweest. (...) Het was interessant ook eens een nog in bouw, eenige Gotische motieven vond ik daar niet ge- kleiner archit[ecten]bureau t e zien, hi j stond pa f over a l ' t heel op hun plaats, meer een goed type raam in de baksteen geen waar ik in geweest was, zijn werk moest mij dan wel architectuur. Zijn bibliotheek stond mij zeer aan, mooie wer- er g afvallen, ze i hij; i k merkte n u da t oo k i Amerika niet al - ken in dito bandjes, veel Fransch & o.a. de Hollandsche bin- les zoo van de hooge boom afgaat, maar die eenvoudige ge- nenhuizen van Sluytermann & van Uzendijk35 die hij beide bouwen waren dikwijls juist wel goed. Hij was ook bezig aan zeer roemde. Hij nam mij mee door de down town naar de een skyscraper, direct voor mi j ee n ongewone teekening, d e First National,36 door hem een 4tal jaren geleden gebouwd & berekening van de ijzerconstructie draagt de architect echter di e n u uitgebreid wordt me t ee n hooge bijbouw. He t gebouw in den regel aan een speciaal ingenieursbureau op. Ik sprak leek mi j we l geslaagd, mooi va n kleur & fijn va n detail, iet- ook zijn compagnon Schroeder,30 de meeste architecten] n.l. wat gemoderniseerde Renaissance, ook van binnen aange- zijn geassocieerd; deze was veel in Europa en Holland ge- naam, zeer fraaie materialen, d e groote kantoorhal goed ver- weest. Benige va n hu buitenhuizen i n baksteen deden sterk licht met interessant opgeloste hooge ramen, de ruimte voor aan Hollandsche invloed denken, naar 't scheen onbewust. 't publiek is hier in 't midden. En m.i. onvergeeflijk waren Daarentegen ha d di e Butler mi j eenige ontwerpen gewezen pilasters di e naar boven smaller toeliepen, & i n d e gevel ra - en vond da t daar oo k wa t Hollandsen inzat, wa t i k juist niet men van 2 verdiepingen tot één uitgedrukt. (...) In de nieuwe ontdekken kon. (...) We gingen eerst naar 't hoogste gebouw bijbouw ko n i k rustig veel bijzonderheden opnemen, ' t i s ee n van de wereld, toen naar 't hoogste hotel ter wereld. (...) Die 10 verdfiepingen] hooge skyscraper, totaal 125 voet, dat is skyscraper was de Woolworth-building, die krijgt 54 verdie- daar i n d e city ' t maximum - i n uptown zelfs maar 9 0 voet; 194 BULLETIN KNOB 1997-6 wat een verschil met New-York met 450 voet, waartegen Sturgis dan ook zeer protesteerde. (...) Hij paste voor 't eerst deuren van een zeker brons toe die per stuk, schrik niet 57 dollar kosten; een gewone houten berekent hij op 25, ook al enorm, maar 't verschil bi j zoo'n groot aantal no g heel wat. voor Holland onmogelijk toe te passen, helaas! (...) Daarna naar de Christian Science Church,37 waar we met moeite in- kwamen. (...) D e kerk inwendig i s zeer eigenaardig, ga f mi j weinig d e indruk va n ee bedehuis, allereerst d e mooie mo - numentale trappen, die eigenlijk in een paleis thuishoren & d e ruimte zelf bijna al s ee n schouwburgzaal opgelost, vier- kant grondplan me t 2 exedra, d e preekstoel bi j ' t kruisje [te- kening] & d e banken stervormig va n daaruit; boven grote ga - lerijen. (...) B e n e d e n enorme, modern ingerichte garderobes. Het gebouw is eenige jaren oud & aangebouwd tegen 't oude kerkje dat een veel stichtelijker indruk maakt.' Als Tjeenk naar d e kust reist e n daar d e huizen i n Newport ziet, heeft hi j veel kritiek o p deze architectuur. D e landhuizen, waaronder enkele va n he t bureau McKim, Mead & White e n Richard Morris Hunt, lijken allemaal geïnspireerd op de Re- naissance of een andere historische stijl en de sfeer is niet ge- zellig e n intiem ondanks d e aanplanting rond d e huizen e n d weidse blik op de zee. T j e e n k vervolgt zijn reis naar Phil- adelphia, waar hij geen boeiende architectuur kan vinden, wel bezichtigt hi j e r ee n locomotievenfabriek. Door he t dag- boek heen blijkt d e grote interesse va n Tjeenk voor techni- sche zaken e n i he t functioneren va n grote industriële com- plexen. Zo bezoekt hij o.a. e e n grote kippenfarm en een graanpakhuis, die hij beide roemt om de grote mate van effi- ciëntie e n beheer. I n Washington aangekomen bezichtigt Tjeenk de alledaagse toeristische attracties zoals het White ,4//7. 6. Williftfii Lc Bai'on Jennev, Home Life Inxitntnce Building. Chicago, 1883-1885. House en natuurlijk '(•••) het Capitool, het gebouw van Ame- rika, geschiedkundig het belangrijkste, maar ik ben het vol- komen me t Berlage eens da t Baedeker38 geheel te n onrechte waardig zoo'n zelfde geest al s ui t hu n beider werken spreekt. het éé n va d e mooiste gebouwen va n d e wereld noemt. (...) Het i s ee n knap, echt modern kantoorgebouw, mooie bak- Het i s mi j a l meer opgevallen ho e vele gebouwen e r uitwen- steen onverbeterlijk van verlichting door de groote centrale di g veel grooter uitzien al s d e ruimtes inwendig zijn, alweer hal; de inrichting met lunchroom, rustzaal, bibliotheek, enz. de schijn voor 't groote'. Eerder in zijn notities had Tjeenk al voor 't personeel zeer up-to-date. Er werken in die ene groote blijk gegeven van zijn opvatting dat het geld teveel invloed ruimte 1200 m e i s j e s & 160 mannen, 't overzicht is uitstekend uitoefent op de Amerikaanse architectuur en samenleving. & niettegenstaande eenige honderden typewriters tikken is 't er niet hinderlijk onrustig. Bijna alle meubilair is van staal & uiterst practisch. (...) Als ik een opmerking over zijn schep- Chicago en omstreken ping zo u moeten maken, i s he t da inwendig zo o uitstekend Als Tjeenk d e stad Buffalo bereikt weet hi j precies wa t hi j voor ' t personeel gezorgd wordt, di t uitwendig niet geheel i s moet bezichtigen. Hier staan ee n bekende skyscraper va n uitgedrukt, misschien iets gevangenisachtig lijkt, t e veel ver- Sullivan en een mooi kantoorgebouw van Wright. Tjeenk is leid door d e schoonheid va n he t groote muurvlak.' He t valt goed op de hoogte van hetgeen Berlage over de architectuur Tjeenk op dat de naam van Wright helemaal niet tijdens de in deze stad geschreven heeft. Hij bezoekt als eerste een rondleiding valt e n hi j verwondert zich daar zeer erover. La - bankgebouw van Sullivan.-^ Het 'was wel de eerste skyscra- te r wordt he m vertelt da t d e opdracht voor d e geplande per die ik zag met een moderne gedachte,40 een stap in de nieuwbouw van de fabriek niet aan Wright gegeven zal wor- goede richting, daardoor deed het er weinig toe dat 't orna- den. Tjeenk laat in het midden of onvrede met het gebouw ment i n d e terra-cotta wa t e druk, t e naturalistisch was.' van Wright o f ee n persoonlijk botsing tussen architect e n op - Daarna 'gingen we nog naar de Larkin Buildings, waarvan 't drachtgever hiervan de oorzaak was. kantoorgebouw door Lloyd Wright gebouwd is,41 d e architect uit Chicago. waarover Berlage zooveel geschreven heeft, n u Rond d e grote meren i s he t tijd voor ontspanning. Tjeenk be - ik kan wel begrijpen dat hij er erg verrukt over is. 't is merk- zoekt in Mount Vernon het sterfhuis van George Washington, BULLETIN KNOB 1997-6 195 d e Niagara Falls e n maakt ee n uitstapje naar Toronto i n Ca - was z.i. de groote man en Sullivan had daarop wat doorge- nada. Vanuit Toronto vervolgt Tjeenk de reis naar Chicago, bouwd o.a. d e boog van hem overgenomen. Maar ik had meer d e stad di e aa n d wieg va n d e skyscraper staat. idee in Griffin en die gaf mij een kaartje voor Sullivan en ook voor twee andere van de moderne richting Perkins52 en Gar- 'De eigenlijke city van Chicago is niet groot, de weg is er den53 mee. ( . . . ) Toen gestapt naar Perkins, juist had ik in 't makkelijk te vinden. Hier is de eerste skyscraper gebouwd,42 Bouwk[undig]. Weekblad dat S. had opgestuurd een foto van en je ziet dan ook bijna geen lage gebouwen er meer tus- ee n school va n he m gezien, du s direct stof o m t e bespreken, schen, maar ook niet sommige zoo belachelijk hoog als in hij bleek de school-specialist, had er over de 40 gebouwd.' N.Y.; e r schijnt hier gelukkig wettelijk ee n hoogtegrens, Tjeenk bezoekt o.a. d e Carl Schurz Public High School daardoor i s e r meer gelijkheid & doet, geloof ik , we l beter (1909) e n d Grover Cleveland Elementary School (1910) aan. Maar toch geen enkel gebouw oogenschijnlijk om in ex- waarover hi j zeer positief opmerkt: 'Het d e e d mi j gunstig aa n tase over te worden.' Tjeenk gaat in Chicago 'eerst met de nu eens gebouwen te zien waaruit duidelijk een moderne brief van Berlage naar de architect Berlin43 (...) hij noemde geest sprak. (...) ' s Middags bezocht ik nog eens Mr. Pond, mij Mr. Moody als de man, d i e mij de beste inlichtingen zou za g n u oo k zijn bureau e n kreeg ee n introductie voor Eloyd kunnen geven over 't groote Chicago plan. Erg gelukkig was Wright, hoewel hi j mi da t bezoek eigenlijk niet aanraadde: 't begin dus niet. maar de volgende des te beter nl. Pond,44 zijn werk was al even karakterloos als zijn huiselijk leven - ou d voorzitter va n d e American Institute o f Architects. Deze en ik wist dat er op 't laatste veel te zeggen was - maar nu ik nam mij, n a ee praatje e n mi j wa t foto's va n zijn werk ge - de Larkin Work gezien had en na al wat Berlage over hem toond t e hebben, direct me e door d e stad. (...) Zo o wees hi j geschreven had, wilde i k he m toch we l ontmoeten. Hi j wa s mij d e eerste skyscraper, daarbij wa s we l ee n ijzer freem toe- echter niet o p zijn bureau, vermoedelijk ergens ve r we g i n d e gepast maar di t alleen o m d e vloeren t e dragen, d e muren wa - country, du s niet t e bereiken, maar misschien kwam hi j Za - ren zoo zwaar dat zij hun volle eigen gewicht konden opne- terdag! Er hingen geweldig knappe teekeningen.54 Toen nog men.4-'' D e volgende bouw ha d a l ' t oo k no g tegenwoordige een bezoek aan Mr. Holden, de chef van 't bureau van Ben- type da t d e muren [vooral] voor omkleeding va n ' t ijzer e n al s nett & Burnham,55 die speciaal stadsplannen ontwerpen; ook wand dienst deden, 't was interessant die oplossing te zien. dat van Chicago is hun werk en nu zag ik nog teekeningen zoo weinig geslaagd als 't ook al natuurlijk was. Er is verder van Minneapolis, Portland, Cleveland, alle steden di e enorm een, ik denk zeker 14 verdfiepingen]. hooge bouw waar geen in opkomst zijn. (...) Hi j [=Perkins] sprak over Sullivan oo k ijzer geraamte is toegepast,46 maar de muren zijn belachelijk zeer waarderend, "our great father" een alleraardigste uit- dik e n al s blijk da t ' niet voldaan heeft, geldt da t bi j ee n drukking, maar raadde mi j vooral aa n eerst Sullivan's wer- nieuwere aanbouw dit principe al is opgegeven. Men neemt ken, die hij mij opschreef, goed te bekijken, vooral die niet in 't algemeen aan om bij een gebouw hooger als 4 verd[ie- teveel decoratief te noemen, zooals Berlage schreef, want dan pingen] ijzer toe te passen omdat anders te veel van de grond- zei hij zeker niets meer.56 Perkins leerde ik nu wat beter ken- oppervlakte verloren gaat. Dan bracht Pond mij in de City nen en ging ik ook nog 's avonds mee naar zijn bureau om Club, die j u i s t door hem - hij met zijn broer - gebouwd is, ik zijn bibliotheek door te zien, vooral over schoolbouw schreef kon 't geen geweldige schepping vinden, 't is quasi modern en ik vele titels op.' daar roemde hi j juist er g op , di e Beaux Arts e n ' t Klassicisme was absoluut niets, nu ik geloof juist dat dat wat voor een modern bouwmeester ui t d e oude stijlen t e leeren is , niet door hem begrepen is , ' t wa s e gewild iets anders e n d vertrek- ken niet bepaald mooi va n kleur e n verhouding; oo k o p d e gevel i s toch we l iets t e zeggen (...).' Bi j Pond ontmoet Tjeenk 'd e architect Smith,47 ee n zeer modern man', di e Tjeenk introduceert bij de architect Griffin,48 een jonge man, di e juist bekroond wa s me t d e eerste prijs i n d e internationale prijsvraag voor de nieuwe hoofdstad van Australië, Canberra. De Zweedse architect Saarinen49 ontving de tweede prijs in deze competitie. 'Een k l e i n plan van een Florida stadje was ook uitmuntend en de villas die hij al gebouwd heeft zeer in- teressant; hi j i s ee n "landscape-architect", legde vele tuinen er bij aan. H i j wees mij ook een boekwinkel die hij had inge- richt, heel er g modern (...). Hi j noemde zijn vrouw oo k ee n "echte" architect, en enige teekeningen van haar vnl. perspec- tieven opzij, waren lang niet onverdienstelijk.-"10 Eenige jaren had hij gewerkt met Lloyd Wright maar was daarover niet Afb. 7. Richard E. Schmidt. Mucllener House, Chicagii, 1902. Let op Je best te spreken, maar roemde hij Sullivan erg terwijl Pond overeenkomst in gevelindeling met het eigen woonhuis van De Bie diens werk juist niet zeer gunstig critiseerde. Richardson51 Leuveling Tjeenk. BULLETIN KNOB 1997-6

Ik bezocht 's middags nog even een Zwitsersch mijningeni- eur e n i k kwam daardoor i n kennis me t ee n Hollandsch archi- tect Va n de Arend,59 ee n ma di e i Delft gestudeerd heeft, verder i n Keulen, toen i n New-York werkte (...). I k sprak hem die middag maar even, maar hij maakte een heel prettige indruk, is een groot vereerder van Semper60 en Viollet Ie Duc,61 oo k Berlage, zoodat i k he m blij ko n maken me t ' stukje da t deze over Amerika i n d e Ingenieur schreef. I k ±-± J! i kreeg n.a.v. dit een van zijn lezingen die hij 's zomers in een JiElLJ, University i n th e South geeft, ' t i s over Architecture ancient • j •' & modern.' Later zegt Tjeenk over hem: 'veel va n zijn werk liet hi j mi niet zien e n wa t i k za g s er matig, maar ' t i s iiiiitimiiiii toch we l ee n interessante man, hi j zeide terecht da t Viollet I e Duc meer critiker als schepper was, maar dat is hij zelf mis- schien ook.'

Afb. 8. Dwit;hl H. Perkins, Grover Cleveland Elementtiry School, Chicax». 1910. De Westkust Hierna doet Tjeenk Los Angeles aan. Deze stad blijkt een Op zaterdag 20 juli noteert Tjeenk in zijn dagboek dat er bruisend centrum te zijn van moderne architectuur. Tjeenk sprake is van 'Een allermerkwaardigste dag, ik heb de groote legt hier veel contacten e n maakt veel notities over d e archi- Sullivan gesproken (...) hij heeft zoo'n diepe indruk op mij tectuur van het Westen. Bij zijn aankomst in Los Angeles op gemaakt, da t veel niet geschikt i s voor ee n dagboek. Hi j ont- 4 augustus staan tot zijn stomme verbazing reporters van The ving mij heel koel, moest zeker eerst eens opmerken wat voor Times e n Th Tribune he m o p t e wachten voor ee n interview. een jeugdige collega hem zoo kwam opzoeken, maar ik had D e volgende da g leest Tjeenk he t artikel da t al s kop: 'Euro- gelukkig gauw een gevoelige snaar aangeraakt door zeer en- pean comes here for ideas' meegekregen heeft. thousiast over zijn werk te zijn en toen kwam hij los, dat wil 'Het sight-seeën (in L.A.) was deze keer heel prettig, de bui- zeggen hij sprak uitsluitend in gezegden, maar met zoo'n die- tenwijken zijn zeldzaam mooi (...) ' t wa s ee n prettige gewaar- pe grond dat ik ze wel alle had willen opschrijven. Het is een woording nu eens iets bijzonders in architectuur te zien, niet groot philosoof, maar oogenschijnlijk zijn zijn denkbeelden altijd dat Europeesch gecopieer of de Colonial Style, maar zoo glashelder en als ik hem iets vroeg dan dacht hij even na hier zijn werkelijk zeer goede buitenhuizen me t ee n bijzonder en kwam 't antwoord kort en bondig en zoo eenvoudig dat hij cachet. (...) Het meest typisch is de bungalow, de een etage er zelf om lachte. Zijn groote wet: "form follows function" kleine gezinswoning, waarop d e Lo s Angelos'er (sic) me t schreef hi j voor mi j o p e n onderteekende die, da t moest i k recht trots is , deze zijn meest alle ui t hout, gecarbolineerd e n maar altijd voor oogen houden.S7 Wel heel merkwaardig verdere frissche kleuren bijgeschilderd. (...) ' s Middags ging zooals een man als hij gevoelig was voor mijn appreciatie, ik ik me t d e introductie va n Glenn Brown62 naar d e architect kreeg heel wat foto's en beschrijvingen van hem mee, ook Rosenheim.63 (...) Hij bleek een groot skyscraper-man, bouw- een klein geschriftje.58 Die vijf kwartieren behooren tot de de o.a. de Hellman Building waar hijzelf zijn kantoor heeft en onvergetelijkste van mijn leven, ik had een groot man ont- het groote warenhuis van Hamburger, wat was ik blij dat ik in moet. E n toen i k n a afloop zijn skyscrapers no g eens bekeek, 't interview de wolkenkrabbers niet had afgekamd.' Met de voelde ik welk een bijzonder kunstwerk daar geschapen was. chef d e bureau va n Rosenheim, e n later me t Rosenheim zelf, Hij was de eerste Amerikaan, die mij volkomen toegaf dat bezoekt Tjeenk de villawijken van Pasadena en schrijft hier- Pennsylvania Station i n New-York niet goed wa s e n r over over: 'Daarna ging ' t verder naar Pasadena, (e n naar andere sprekende hoe de Amerikaan bevoorrecht wordt door al dat buitenwijken zoals Busch Garden e n East Lake Park) waar i k geweldige i n d e natuur, zeide hi j da t d e West mi j no g veel al van gehoord had als hebbende de mooiste country-houses meer frappeeren zou, daar ha d hi j oo k zo o echt geleefd.' of the West, zelfs van heel Amerika en waarlijk dat is nu eens Tjeenk besluit dan ook om naar het Westen door te gaan geen overdrijving, 't overtrof verre mijn verwachtingen.'64 en arriveert enige dagen later i n Denver, ee n stad di e 'veertig Teruggekomen i n he t hotel wacht Tjeenk ee n grote partij jaar geleden gesticht i s e n merkwaardig uitgebreid, maar i n post. Hi j wordt door familie e n collega's o p d e hoogte gehou- aanleg lijken toch alle Amerik[aanse] steden op elkaar, de re- den van wat er in Nederland gaande is. Hij schrijft daarover sidential quarters oo k hier me t vrijstaande villa's we l mooi, in zijn dagboek: 'wat ee n emotie i n ' t kleine Holland i n d e ar - in de stad geen bijzonder belangrijke gebouwen, ook al enke- chitectenwereld over die interviewing Cuypers via Berlage,63 le skyscrapers, dat is toch eigenlijk een belachelijke naaperij, wel merkwaardig da t diezelfde strijd hier oo k gestreden dat ze gebouwd worden op de zeer dure grond in 't centrum wordt, hoewel de moderne richting nog lang niet zooveel aan- van New-York en Chicago is te begrijpen, daar is 't noodza- hangers heeft, in dit opzicht Nederland zeker vooruit is.' Het kelijk kwaad, hier kan ik de noodzakelijkheid niet inzien. (...) laaste reisdoel in Amerika van Tjeenk is San Francisco, van BULLETIN KNOB 1997-6 197 hieruit zo u hi j d e overtocht naar Japan maken. Over Sa n grootste bureau i n Amerika we l 10 0 teekenaars, merkwaardig Francisco zelf is Tjeenk niet erg enthousiast: 'Er staan alweer wa s d e opinie va n Lloyd Wright i n d e Record71 over di e ettelijke skyscrapers [gebouwd n a d e aardbeving e n brand bouwmeester: hij was geen scheppend artiest maar een groot van 1906. - K.v.O.] , hoewel ook nog veel terrein onbebouwd man. Dat kan geloof ik van veel Amerikanen gezegd worden. blijft. De architectuur viel mij nogal tegen; er is zooals ik la- Ik lunchte me t Meyer i n ' t Palace Hotel, we l wa t onrustig ter hoorde, veel t e vlug weer opgebouwd moeten worden e n maar een zeer geslaagd gebouw, zoowel gevel als inwendig, is meest 't klassicisme karakterloos toegepast; aan de stijl is 't is van Trowbridge & Livingston uit New-York. (...) Daarna zeker niet t e zien da t ' va n d e allerlaatsste jaren is . (...) o m 1 0 uu r naar Keiham72 di e mi j meenam naar ' t groote ge - ' s Middags ging i k me t d e introductie va n Glenn Brown naar bouw dat geheel wordt ingenomen door de bureaux voor de de architect Howard,66 die professor aan de University van Ca- tentoonstelling van 1915. D e architecten van de commissie lifornië is en tevens een apart bureau heeft (...). Hij vroeg me ontwerpen ieder ee n deel va n ' t complex, zo o McKim, Mead d e volgende da g eerst d e plannen voor d e nieuwe City Hall, & White de groote centrale cour en hun methode getrouw, di e hi j moet bouwen t e komen zien. (...) Oo k krijg i k no g ee n hebben ze hier ook wat gecopieerd n.l. ' t voorplein van de St. paar introducties; de architectonische commissie van de ten- Pieter i n Rome, oogenschijnlijk lijkt he t ee n grootsch plan, toonstelling,67 waarin d e eerste architecten zitting hebben i s maar 't moet toch voor velen een desillusie zijn, zoo'n imita- bijeen e n ka i k he t misschien treffen d e teekeningen t e zien. tie op een moderne wereldtentoonstelling in Amerika te zien. (...) I k maakte kennis me t d e architect Meyer,68 di e voor di e D e schetsen ervoor waren knap teekenwerk, sommige gewel- nieuwbouw met Howard samenwerkt, het wordt een neo-klas- dig mooi va n kleur. D e bekende firma Carrère & Hastings siek gebouw, wel goed, duidelijk kenbaar als van iemand die had een reusachtige toren, die mij heel weinig aanstond, met Italië & Griekenland goed kent e n begrepen heeft - Mr . Ho een groote onder-doorrit, al een heel zonderlinge torenopvat- ward was er langen tijd o.a. 3 m[aan]nd[en] in Athene - maar ting zooals Mr . Howard mi j later toegaf. D e ligging va n he t toen voelde i k opeens heel werkwaardig da t mijn bezoek aa n terrein is schitterend langs de Golden Gate en een prachtige Sullivan bijzondere invloed heeft gehad, want ik vond dit ont- bergrug o p d e achtergrond; he t hoofdcomplex i s aaneenge- werp veel te conservatief en 't is toch dezelfde opvatting als bouwd, 't hoofdmotief zijn de binnenplaatsen, de gevels van mijn eindexamen ontwerp. Howard vond Sullivan zeker ee n de gebouwen zijn vrijwel vlak met een enkel raampje, maar interessant man, maar kon zijn werk toch niet zoozeer waar- hoe of die verschillende architecten tot een geheel kunnen ko- deren. Mr . Meyer vond da t ' zo o verveelde, wa t i k beslist men is mij een raadsel. De gebouwen worden op de bureaux niet eens ben. E n hu indruk over di e architect va n wi e i k van de architecten zelf nader uitgewerkt, maar ook hier wer- twee gebouwen i n Lo s Angelos [sic] gezien he b e n r oo k ken permanent een 15 tal teekenaars er aan. De feesthal is van hier opgemerkt had, wa s no g veel minder, zijn naam i s Whit- een jong architect uit Los Angelos [sic], duidelijk Beaux- tlesey,69 i k hoop he m toch we l t e spreken want da t i k zijn vier Arts man, n i e t zonder verdienste maar ook geen persoonlijke hoofdwerken zo o ineens e r ui t pikte pleit toch we l da t e r ka - uiting. Er was ook de architect Ward, die de machinehal rakter inzit. (...) Daarna ging i k me t Meyer naar zijn bureau, bouwt. De opzet van het geheel leek mij zeker geniaal, maar waar hij mij vrij liet rondscharrelen in zijn teekeningen en bi- ' t wordt ee n zuiver ne o klassieke uiting. Da t i s voor mi j we l bliotheek. Hij houdt erg van ornament en daardoor vind ik ee n tegenvaller va n he t werk; i k ha d gedacht e r ' t ontwaken zijn gebouwen t e overladen. Hi j heeft ee n zeer groote practijk van ee n moderne cultuur al s i n Chicago t e vinden, maar Sa n e n a l ' t teekenwerk i s heel uitvoerig e n goed maar niet hoog- Francisco volgt bijna algemeen New-York, dat is toch onte- artistiek, begreep hij Sullivan maar wat beter. Een van zijn genzeggelijk hét centrum van de U.S.A. Een en ander neemt teekenaars was in Chicago bij Burnham geweest, die juist niet weg dat als ik gelegenheid heb in ' 15 weer te gaan, ik die voor enige weken in Heidelberg gestorven is,70 't was het gretig za l aannemen. I k ontmoette e r oo k d architect Ben- nett,73 da t i s d e groote stadsplan-maker va n Amerika, vroeger op 't bureau van Burnham. Hij expliceerde mij 't plan van Sa n Francisco (...). I k vond Mr . Howard o m half ee n i ' t Pa - lace Hotel, hij was met de architect Reid,74 die met Howard & Meyer i n d e consulting-commissie voor ' t nieuwe stadhuis en verdere gemeentegebouwen zit. N a de lunch vroeg die Reid mi j me t he m ' s middags t e eten e n i k ging me t Mr . Ho - ward met de ferry en electr[ische] tram naar Berkeley. Daar reden w e i n ee auto d e verschillende gebouwen va n d e Uni- versiteit af ; ' t wordt n u volgens ee n zeer mooi plan al s ant- woord o p ee n prijsvraag aangelegd e n alle gebouwen door H[oward] gebouwd. (...) Het architectuur gebouw is merk- waardig intiem, van buiten typisch Californische houtbouw: ik werd in de gauwigheid aan alle studenten voorgesteld, de cursus wa s ne t begonnen e n i k ko du s no g geen werk zien; Afb. 9. Walter Burley Criffin, Carter House, Chicago, 1911. er waren oo k verschillende meisjes. Mr . Howard heeft ee n BULLETIN KNOR 1997-6 bijzondere indruk op mij gemaakt, hij is niet zoo'n groot den- Tjeenk lijkt in veel gevallen veel meer interesse te hebben ker al s Sullivan, maar ee n zeer begaafd man, di e dijkwijls o p voor d e 'tweede generatie' architecten, zoals Griffin, Mahony zijn leerlingen groote invloed uitoefent. (...) Laat ik nog even en Perkins. Deze architecten va n d e Prairie School vertonen zeggen da t i k he zo o n Mr . H|oward] waardeerde, [dat] hi j in bouwstijl weliswaar veel overeenkomst met de architec- geen enkele collega afkamde, wat helaas maar al te dikwijls tuur va n Wright. maar onderscheiden zich toch we l degelijk gebeurt. Da t voel i k voor mijzelf oo k we l ' t bezwaar i s va n van hem door een meer solide en compactere vorm van bou- een dagboek, da t j e zo o er g critisch wordt o p alles.' wen.^ De overdreven grote overstekken van Wright werden nauwelijks door hen overgenomen. En eigenlijk geldt dat ook Precies o m éé n uu r p 2 3 augustus scheept Tjeenk zich i n o p voor de Nederlandse volgelingen van Wright, met uitzonde- d e 'Manchuria' voor d e overtocht naar China. Aa n de k denkt ring va n he t werk va n Wouda. I n hoeverre Tjeenk ee n ro l ge - Tjeenk terug aan zijn bevindingen die hij heeft opgedaan tij- speeld heeft in het overbrengen van deze informatie blijft dens zijn reis door Amerika: 'vaarwel Amerika, ge hebt mij echter onduidelijk. ee n kleine drie hoogst aangename e n nuttige maanden i n mijn Bij he t bezoek aa n Sullivan richtte Tjeenk zich niet o p d e leven geschonken. He t za l later pa s blijken welke invloed ' t vele bankgebouwtjes di e Sullivan i n di e jaren ontwierp zoals o p mijn kunstopvatting heeft uitgeoefend, ' t bezoek aa n Sul- Berlage dat wel gedaan had. maar liet zich nog steeds betove- livan zal ik zeker nooit vergeten, maar tot evenwicht geko- ren door de schepping van o.a. The Guaranty Building. De men ben ik nog niet. Heel sterk heeft al dat gecopieer hier stelregel For;» /o//o*t\? FuMcYmn werd door Tjeenk als een mij tcgengstaan, steeds meer voelde i k da t n di Amerika ee n leidraad te r hand genomen e n tijdens zijn reis naar he t Wes- eigen architectuuropvatting moet komen. Prof. Howard wil ten van Amerika in gedachte al aan enige Amerikaanse colle- dat hebben door bestudeering de r klassieke e n zegt da t Ame- ga's voorgehouden. Da t Tjeenk tijdens zijn reis contact ha d rika no g niet rijp is , voor ee n nieuwe cultuur, i k geloof oo k met zijn Hollandse vakgenoten staat vast, maar van deze con- wel dat Berlage zijn tijd teveel vooruit is, maar 't streven tacten is geen schriftelijk bewijs over. Ook het andere schrift moet toch gewaardeerd en dat voel je eigenlijk bijna alleen in waarvan Tjeenk i n zijn dagboek melding maakt e n da t hi j ge - Chicago. Maar vast staat het voor mij dat Amerika in Europa bruikt zo u hebben o m meer vakgerichte notities t e maken, i s niet genoeg gewaardeerd wordt, dat het zeker waard is meer tot op heden spoorloos. bestudeerd t e worden e n me t de tijd za l me n e r oo k we meer rekening me e gaan houden. D e spirit, d e fut, merk j e Bij zijn terugkeer in Holland werd pas rond 1915 het eerste wel in alles. Rome is zoo dood, teert geheel op 't verleden, ontwerp van Tjeenk tot uitvoering gebracht. In het ontwerp hier denkt iedereen om de toekomst. Er is nog teveel busi- van deze villa t e Hilversum, genaamd 'Pineta' i s geen enkele ness, d e dollar bcheerscht no g alles, maar da t za l oo k we aanwijsbare invloed va n enig Amerikaans bouwwerk aa n t e veranderen, mogelijk reeds als Wilson president wordt. (...) wijzen. Het ontwerp sluit in zijn geheel aan bij de door Enge- Willen wonen zou ik er zeker nooit en voor mijn vak een paar land geïnspireerde landhuisbouw, di e naar Hollandse mate- jaar zijn heeft ook zo enorm veel nut. een architect moet een rialen en behoeften is omgevormd. Veel architecten bedien- kind zijn van zijn tijd en van zijn land zijn, maar ik zal dijk- den zich van deze stijl voor villa's en landhuizen in bosrijke wijls verlangend naar ee n tweede reisje uitzien'. omgeving. Pas bij het ontwerp van de tweede villa die te Zeist werd gebouwd, lijkt iets va n zijn Amerikaanse herinne- ringen terug t e komen. D e villa, di e oo k i n uiterlijke verschij- De invloed va n d e Amerikaanse reis o p d e architectuur ning weinig met de Amerikaanse architectuur van doen heeft, van De Bie Leuveling Tjeenk doopte hij 'Pasadena'. naar de buitenwijk van Los Angeles Uit de aantekeningen van Tjeenk blijkt dat achter de jonge di e hi j i n Amerika o m haar architectonische schoonheid z o onervaren architect ee n goed geïnformeerde e n scherp obser- bewonderde.^ verende reiziger schuil ging. I n tegenstelling to t d e bevindin- In 1918 verbond Tjeenk zich als architect aan de Utrechtse gen die Berlage tijdens zijn reis optekende en zodoende ener- Jaarbeurs. I n opdracht va n he t bestuur ontwierp hi j i n 1918 zijds tot de veroordeling van de commerciële architectuur en enige uitneembare houten gebouwtjes die als tijdelijk huis- anderzijds to t ee n grote verering va n Wright kwam, hield vestiging va n deelnemers va n d e Beurs dienden. No g da t Tjeenk een open blik voor de ontwikkeling van de Ameri- zelfde jaar ontwierp Tjeenk i n samenwerking me t d e Rotter- kaanse architectuur. Tjeenk was in sommige gevallen even damse architect M. Brinkman een permanent gebouw aan het kritisch op de bouw van de skyscrapers als op de gebouwen Vredenburg waarin d e Jaarbeurs gehuisvest zo u worden. He t van Wright. Bovendien kwam Tjeenk i n contact me t vele an - gebouw moest groter worden da n enig ander gebouw da t ooit dere architecten die elk een eigen kijk op de architectuur had- in Utrecht gebouwd werd. Brinkman ha d veel ervaring i n he t den. Deze contacten verschaften he m eigenlijk ee n meer ge - ontwerpen va n dergelijke grote projecten. Zowel he t beursbe- differentieerde kijk op de Amerikaanse architectuur dan Ber- stuur als de gemeente Utrecht stelden vele strenge eisen aan lage. Volgens verschillende onderzoeken blijkt Berlage niet he t ontwerp. Tjeenk wa s da n oo k meermalen gedwongen he t altijd even goed o p d e hoogte t e zijn geweest va n d e ontwik- ontwerp aan te passen of te veranderen. Pas in 1921 werd het keling van de moderne architectuur in Amerika als hij veel eerste gebouw aa n he t Vredenburg uiteindelijk opgeleverd e n tijdgenoten heeft willen doen geloven.^ in gebruik genomen. He t gebouw wa s ontworpen rondom BULLETIN KNOB 1997-6 199

voor Bouwkunst e n Aanverwante Kunsten e n werd he m door de Regering meerdere malen opgedragen om als Commissa- ris-Generaal va n d e Tentoonstellingscommissie internationale tentoonstellingen te organiseren, zoals die van 1925 en 1937 te Parijs. Ook zette Tjeenk zich actief in op het terrein van de emancipatie va n he t architectenvak e n stelde o.a. ee n leidraad op voor de honorering van de architect en de verdere rechts- verhoudingen tussen bouwondernemer en architect (1933) en was hij voorzitter van de honorariumcommissie van de Maat- schappij to t Bevordering de r Bouwkunst. Gedurende deze drukke periode kwamen niet veel ontwer- pen van zijn tekentafel. Maar die ontwerpen die het licht wel zagen, laten voor d e eerste keer iets va n ee Amerikaanse in - vloed zien. He t meest bekende voorbeeld waaraan d e Ameri- kaanse invloed te n grondslag ligt i s he t ontwerp va n he t eigen woonhuis van de architect aan het Museumplein te Amster- da m ui t 1925. I n deze villa va n imposante afmetingen i s d e Afb. 10. J. de Bic Leuveling Tjeenk, het woonhuis van de architect op invloed van de Prairie School zeker te herkennen. Met name het Musiiemplein te Amsterdam (1925) tijdens de viering van het de overhangende daklijsten, het balkon en de ingangspartij huwelijk van Koningin Juliana en Prins Bernhard in 1937. doen denken aa n d e verschillende landhuizen va n bijvoor- beeld Griffin o f Wright. Oo k d e overgang va n architectuur twee lichthoven met in het midden een monumentale trappar- naar natuur, de tuin, die door middel van bloembakken op tij. Elke verdieping werd van een afzonderlijke kleur voor- verschillende hoogten vormgegeven werd, doet denken aan zien, om de bezoeker bij de oriëntatie door het gebouw te d e werkwijze va n d e architecten va n d e Prairie School.78 He t helpen. De korte zijde aan de Catharijnebrug werd door een woonhuis is echter geen slaafse navolging van de stijl van café-restaurant i n beslag genomen. He t interieur va n di t res- Wright t e noemen, zoals da t bi j tijdgenoten al s Ja n Wils e n taurant werd vormgegeven i n d e Amsterdamse School-stijl H . Wouda we l he t geval is . Oo k i n di t ontwerp bracht Tjeenk door de Rotterdamse kunstnijveraar Jacques Jongert (1883- de Amerikaanse invloed en de Hollandse traditie tot een syn- 1942). these, di e oo k door andere tijdgenoten zoals W.M. Dudok, In een bespreking in De Amsterdammer van l oktober 1921 nagestreefd werd. vergeleek d e architect HJ.M. Walenkamp he t Jaarbeursge- Tjeenk was als Chef van de Technische Dienst van de Jaar- bouw me t ee n warenhuis, me t he onderscheid da t he ge - beurs vanaf 1918 v e r a n t w o o r d e l i j k voor alle ontwerpen voor bouw van Tjeenk eenvoudiger en soberder vormgegeven was. toekomstige gebouwen. E r werden uiteindelijk drie uitbrei- Mede door deze eigenschappen va n he t gebouw oordeelde dingen door he m ontworpen. D e eerste, ontworpen i n 1928 e n Walenkamp zeer positief over dit gebouw en prees het als uitgevoerd i n 1930, i s zeer interessant e n toont o p d e meest werkelijk modern want: 'Het e c h t - m o d e r n e schuilt niet in duidelijke manier de invloed van Wright. Het exterieur van buitenissig- of uitzonderlijkheden. Voor alles openbaart het deze uitbreiding laat enige bi j Wright zeer veelvuldig voorko- zich in de doelmatigheid (...).' mende motieven zien zoals de nadruk op de horizontale lijnen Deze doelmatigheid i s waarschijnlijk éé n va d e Ameri- (d.m.v. raamindeling en daklijsten) in het algehele ontwerp kaanse lessen die Tjeenk in zijn vroege ontwerpen tot uitvoe- en het accent op de ingangspartijen door middel van sterk uit- ring heeft gebracht. Tijdens zijn reis prees hij meerdere ma- kragende bouwelementen. Maar vooral i n he t interieur valt d e len d e efficiënte wijze va n organisatie di e t vinden wa s i n overeenkomst met het Larkin Building van Wright op dat verschillende fabrieken, maar bijvoorbeeld oo k i n he t Larkin Tjeenk i n zijn reisdagboek z o boeiend beschreven heeft. Building. Hij bewonderde zeer hoe dit doelmatigheidsstreven In zijn latere ontwerpen, voor o.a. d e Jaarbeurs, de Konink- in d e uiteindelijke ontwerpen to t uitdrukking kwam. I n uiter- lijke Fabriek va n F.W. B r a a t t e Delft e n he t pakhuis 'D e lijke verschijningsvorm o f ornamentatie i s geen duidelijk Zwijger' in de haven van Amsterdam sloeg Tjeenk een geheel aanwijsbare invloed van Amerikaanse tijdgenoten aan te wij- andere richting in . Deze ontwerpen lijken meer door d e func- zen. Tjeenk staat zeker tot het begin van de jaren twintig nog tionalistische bouwkunst beïnvloed t e zijn geweest. Me t name sterk onder invloed va n verschillende collega's i n Nederland. he t laatstgenoemde gebouw ui t 1933 oogstte i n zijn tijd veel Zijn stijl houdt het midden tussen het Rationalisme van Ber- lof e n werd i n meerdere overzichtswerken va n d e toenmalige lage en de fantasierijke detaillering van de Amsterdamse hedendaagse architectuur afgebeeld.79 He t pakhuis werd ge - School. roemd door d e toepassing va n d e moderne constructie-metho- Vanaf 1921 to t 1931 v e r v u l d e Tjeenk voornamelijk be - den. Het gebouw heeft een dragend skelet van gewapend be- stuurlijke taken di e verband hielden me t he architectenvak i n ton met zeer geprononceerde uitkragende balken die de muur- de breedste zin van het woord. Zo was hij gedurende deze pe- vlakken va n baksteen dragen. Voor d e firma Braat, ee n riode voorzitter van de BNA en van de Tentoonstellingsraad belangrijke leverancier va n onder andere stalen kozijnen, ont- 2OO BULLETIN KNOB 1997-6

wierp Tjeenk een gebouw waarin de producten van deze fir- die Architektur Europas' (opgenomen in: Hollandische Architektur. m a i n zowel he t exterieur al s he t interieur i n ruime mate toe- 1926) voor de zielloze imitatie van de stijl van Wright. Wright wordt gepast zijn. voorgesteld als een Rattenvanger van Hamelen die met zijn betover- De laatste grote opdracht van Tjeenk betrof de verbouwing ende kwaliteiten de Europese architecten achter zich aanlokt. Zijde- lings wijst Oud erop dat de gebouwen die in Europa in de sfeer van van he t Paleis Soestdijk, di e hi j samen me t A.J. va n de r Steur Wright to t stand z.ijn gekomen i n uiterlijke verschijningsvorm even- (1893-1933) uiteindelijk i n 1936 to t uitvoering bracht. Toen veel schuldig zijn aan Wright als aan het in Kubisme van Europa. in 1940 aa n Tjeenk opgedragen werd o m voor d e Wereldten- Oo k Zevi ui t ee n soortgelijke bedenking me t betrekking to t d e navol- toonstelling te Rome het terrein ter plekke te bekijken en een ging van Wright in Europa in Towards an Organic Architecture. kostenberekening voor het tentoonstellingsgebouw te maken, 9 F.L. Wright, 'To Holland'. Catalogus Frank Lloyd Wright. Rotter- vertrok hi j zoals gewoonlijk me t he doel o m d e Nederlandse da m 1952. 10 De zeven afleveringen van Wendingen getiteld 'The Life-Work of bouwkunst i n he t buitenland bekendheid t e geven e n o m haar the American Architect Frank Lloyd Wright' bevat naast het artikel te dienen. De oorlog overviel Tjeenk echter op de terugweg 'In the Cause of Architecture' van Wright ook bijdragen van onder naar Holland toen hi j i n Parijs was. Tjeenk overleed te n ge - anderen H.Th. Wijdeveld, L . Mumford. H.P. Berlage, J.J.P. Ou d e n volge van een ongeval in deze stad in 1940. L.H. Sullivan. I n 1931 organiseerde Wijdeveld d e eerste tentoonstel- ling van het werk van Wright in Nederland (Stedelijk Museum Am- sterdam 9-31 me i 1931). l l Hi j leest o.a. 'een boekje over stedebouw' waarmee Tjeenk waar- Noten schijnlijk De r Stadtebau nach seinen künst/erischen Grundsatzen van d e Weense hoogleraar e n architect Camillo Sitte ui t 1889 bedoelt. 1 T.A.P. va n Leeuwen, 'The Method o f Ariadne: Tracing th e Lines o f Oo k Berlage la s di t werkje te r voorbereiding va n zijn reis naar Ame- Influence between some American Sources an d their Dutch Reci- rika. pients' in : A.R.E, d e Heer & M.C.C. Kersten (red.), Bouwen i n Ne - 12 Welk boekje Tjeenk gelezen heeft, i s niet me t zekerheid t e zeggen. derland (Leids Kunsthistorisch Jaarboek 3) , Delft 1985, pp . 239-264. In 1912 verscheen va n H.P. Berlage zijn Ee n drietal lezingen i n Ame- 2 Het reisdagboek is in het bez.it van de familie H.F.J. de Bie Leuve- rika gehouden en het artikel 'Voordracht over Amerika' in Architec- ling Tjeenk t e Oegstgeest. I k wi l d e heer e n mevrouw D e Bi Leuve- tura. Hoewel dit laatste artikel een uitvoerig betoog over het werk ling Tjeenk bedanken voor het ter beschikking stellen van het manu- van Wright bevat is het zeker niet een boekje te noemen. De Ameri- script. Verder gaat mijn dank uit naar dr. T.A.P. van Leeuwen en kaansche reisherinneringen van Berlage werden pas een jaar later prof. dr . M Bock di e mi j o p ee n stimulerende wijze va n essentiële gepubliceerd. I n 1910 verscheen bi j d e Duitse uitgever Wasmuth d e informatie voorzien hebben. omvangrijke publicatie Ausgefiihrte Bauten un d Entwürfe va n Frank 3 Zie voor meer informatie: A. v.d. Woud, (e.a.). Americana. Neder- Lloyd Wright. Eé n jaar voor d e reis va n Tjeenk verscheen bi j dezelf- landse architectuur, 1880-1930. 1975; L.K. Eaton, American Archi- d e uitgever ee n kleine, relatief goedkope editie va n ditzelfde werk tecture comes ofAge. (Cambridge, Mass., 1971); N . Pevsner. 'Frank getiteld Frank Lloyd Wright. Chicago, Ausgefiihrte Bauten verlucht Lloyd Wright's Peaceful Penetration o f Europe' in : D . Sharp, ed . Th e met vele foto's en een voorwoord van de Engelse architect Charles Rationalists. Theor\ & Design in the Modern Movement. Londen Robert Ashbee (1863-1942) getiteld: 'Frank Lloyd Wright: A Study (1978), pp . 34-41; C . Vernon, 'Berlage i n America: Th e Prairie and an Appreciation'. Ashbee had Wright in Amerika bezocht in School a s 'The Ne w American Architecture" in : J . Molema. Th e Ne w 1901. Waarschijnlijk heeft Tjeenk deze uitgave tot zijn beschikking Mm-ements in the , 1924-1936. (1996). pp. gehad. 131-152 en H. Kief-Niederwöhrmeier, Frank Lloyd Wright und Eu- 13 Wright had in 1909 zijn gezin en praktijk door huwelijksmoeilijkhe- ropa. Architekturelemente, Naturverhiiltnis, Publikationen. Ein- de n verlaten e n wa s samen me t zijn vriendin Mamah Borthwick Che- flüsse. Stuttgart 1983. ney naar Europa gereisd. Deze reis was 'a perfect picture of Bohe- 4 Kuno Francke (1855-1930) was in de periode 1884-1917 verbonden mian immorality an d irresponsibility with a hundred percent Ameri- al s professor voor Duitse literatuur- e n cultuurgeschiedenis aa n d e can cast.' Zie: E. Kaufmann, 'Crises and Creativity: Frank Lloyd Harvard University te Cambridge Mass. Hij streefde in zijn werk Wright, 1904-1914'. The Journal of the Society of Architectural His- naar een krachtige versteviging van de culturele banden tussen Duits- torians vol. xxv, no . 4 land en Amerika. Het contact tussen Wasmuth en Wright werd waar- 14 Zoals bijvoorbeeld he t William Kissam Vanderbilt House door Ri - schijnlijk gelegd en onderhouden door architect en stedebouwkundi- chard Morris Hunt (1828-1895) ui t 1879-1881. D e huizen aa n Fifth ge Bruno Möhring. Möhring had al in 1904 de bouwwerken van Avenue werden oo k we l 'Millionair's Row' genoemd. Wright in Amerika bestudeerd. 15 Singer Building va n architect Ernest Flagg (1857-1947) ui t 1906-08 5 Zi e d introductie va n Grant Carpenter Manson in : Th e Early Works had als blikvanger een Mansardedak als bekroning. of Frank Lloyd Wright. The "Ausgefiihrte Bauten" of 1911. New 16 Waarschijnlijk he t bekende Woolworth Building va n architect Cass York(Repr. ed. 1911), 1982. Gilbert (1859-1934) dat in 1913 gereedkwam. Goldberger noemt het 6 F.L. Wright, 'To Holland' Catalogus Frank Lloyd Wright. Rotterdam 'the masterpiece of this eclectic age in New York'. Het gebouw was 1952. tussen 1913 e n 1929 he t hoogste gebouw va n d e wereld. Tjeenk zo u 7 Bruno Zevi voert i n zijn Towards a n Organic Architecture aa n da t later di t gebouw bezoeken. het Fricke House van Wright uit 1902 de meeste invloed op Europese 17 Charles Pollen McKim (1847-1909), William Rutherford Mead architecten uitgeoefend heeft, waarschijnlijk omdat d e muren va n di t (1846-1928) & Stanford White (1853-1906). McKim studeerde aan huis van stuc voorzien waren. Juist dit stucwerk werd abusievelijk d e Ecole de s Beaux Arts t e Parijs e n werkte samen me t White o p he t door onder anderen J.J.P. Oud en R. van 't Hoff voor beton aange- bureau va n H.H. Richardson. McKim associeerde zich later me t Mead zien. In Nederland waar de baksteen het belangrijkste bouwmateriaal en White tot een zelfstandig bureau. Zij putten in de beginperiode bleef gedurende de eerste helft van de 20ste eeuw, moeten andere vooral inspiratie ui t d e gebouwen i n d e 'Colonial Style' terwijl later bouwwerken zoals het Robie House (1909) en het Larkin Building andere historische stijlen zoals die van de Renaissance meer gingen (1904) m.i. meer invloed gehad hebben. overheersen. 8 J.J.P. Ou d waarschuwde i n zijn essay 'Der Einfluss F.L. Wright au f 18 Pennsylvania Railroad Terminal gebouwd tussen 1906-10 in Neo- BULLETIN KNOB I99?-6 201

Klassieke stijl. De monumentale stationshal is uitgevoerd in staal en City Hall ui t 1880-1882 zo u kunnen duiden. glas e n d ontvangsthal i s inderdaad gemodelleerd naar he t tepidari- 3 0 J . Langdon Schroeder. Zi e noot 2 8 um van de Thermen van Caracalla te Rome. 'Esthetically considered 31 Uiteindelijk i n 1913 a f g e b o u w d wa s di t gebouw va n architect Cass (...) the finest element in the Pennslyvania station is the train hall.' - Gilbert het hoogste gebouw van New York. De uiteindelijke kosten L . Mumford. Sticks & Stone.i A Study o f American Architecture an d liepen o p to t 13,5 miljoen dollar e n deze werden contant voldaan Civilisatian. New York (1955), p. 139. door de opdrachtgever F.W. Woolworth. Het gebouw werd opgetrok- 19 D e Ne w York Public Library naar ontwerp va n John M . Carrère ken in een quasi gotische stijl. De gotische decoratie versterkte het (1858-1911) en Thomas Hastings (1860-1929) uit 1898-1911 werd opwaartse karakter va n d e bouwmassa. D e combinatie va n d e deco- opgericht i n 1895. I n deze bibliotheek werden d e Astor Library. Le - ratie en van de bouwmassa is zo uniek dat de Woolworth Building nu nox Library e n Tilden Trust samengebracht. Terwijl Tjeenk d e Ne w nog steeds tot één van de meest opzienbarende skyscrapers van New York Public Library roemt, betoogt Mumford i n zijn Sticks & Stones York wordt gerekend. da t d e grote ruimten i n d e bibliotheek, i n tegenstelling to t di e i n he 3 2 Equitable Life Assurance Building ui t 1868-70 va n Gilman, Kendall (Pennsylvania) station niet goed functioneren: 'it is nothing hut a & Post. I n di t gebouw va n zeven e n ee halve verdieping hoog werd nuisance, since i t both increases th e amount o f noise an d diminishes voor d e eerste keer i n d e geschiedenis ee n lift voor bedrijfsdoelein- the amount of space for reading rooms.' Ook Berlage bekritiseerde de n aangebracht. He t gebouw brandde o p 9 januari 1912 gedeeltelijk het gebouw in 7,ijn Amerikaansche reisherinneringen, al liet hij zich uit. D e uitgebrande resten werden kort daarop afgebroken e n d wel positief uit over de inrichting van het gebouw. grond werd voor ee n recordbedrag va n 33,5 miljoen gulden verkocht. 2 0 Teunis J . va n de r Bent (1863-1936) wa s i n 1885 t e Delft afgestu- In 1915 verrees op dezelfde plek The Equitable Building van 36 ver- deerd en twee jaar later bij de firma van McKim, Mead & White in diepingen ontworpen door Ernest R. Graham. dienst gekomen. Hij was binnen de firma speciaal belast met de plan- 33 Hotel McAlpin uit 1912 en werd nabij het Pennsylvania Station ge- ning, constructieberekening en vraagstukken van bouwkundige aard. bouwd. De kamers in het hotel waren zeer luxe uitgevoerd maar toch Hij werd i n 1909 al s partner i n d e firma opgenomen. goed betaalbaar. 21 Het gebouw voor de Bankers Trust Company van architectenbureau 34 John Hubbard Sturgis (1834-1918) vormde samen met Charles E. S.B. Parkman Trowbridge (1862-1925) & Goodhue Livingston Brigham (gestorven 1925) een architectenbureau in Boston. Zij ont- (1867-1951) uit 1909-1912. Het gebouw was een 'rehandling of the wierpen o.a. The Old Museum of Art (1876-78) van Boston. Campanile of Venice (...) with its blank pyramidal roof surmounting 3 5 He t i s vreemd da t Tjeenk beide namen fout spelt. D e werken di e be - its many-windowed shaft.' (M . Schuyler, American Architecture an d doeld worden zijn: K . Sluyterman. Oude binnenhuizen i n Nederland Other Writings, p . 609). Tjeenk heeft du s éé n va d e twee architecten uit 1908 e n J . va Ysendijck. Documenls classes d e l'art dans le s van he t gebouw ontmoet. Pays Bas du Xme et XVIIlme siècle uit 1880-89. 2 Laurnee Smith Butler (nadere gegevens over deze architect zijn on - 36 First National Bank te Boston. Verder geen gegevens bekend. vindbaar). 3 7 Th e First Church o f Christ, Scientist (Mother Church) werd door 23 The University Club door het architectenbureau Holabird and Roche Charles S . Brigham e n Solon Spencer Beman (1853-1914) i n samen- uit 1909 was duidelijk op de Middeleeuwse bouwkunst geïnspireerd. werking met de firma Coveney & Bishee ontworpen in 1903 en ge- Het architectenbureau van Wiliam Holabird (1854-1923) and Martin bouwd in de periode 1904-06. Het gebouw met zijn grote koepel Roche maakte grote naam met het ontwerp van het Tacoma Building diende al s uitbreiding va n d e oudere kerk ui t 1893-1894. He t nieuwe (1887-1889). Dit gebouw was weliswaar niet de eerste skyscraper die gebouw stond in de volksmond bekend als 'The Extension'. werd opgetrokken me t ee n stalen frame (d e constructie werd ui t giet- 3 8 Va n origine Duitse Reisgids di e uitgegeven werden door Karl Baede- ijzeren balken gemaakt) maar wordt toch als het eerste voorbeeld van ke r (1801-59). D e eerste gids over Amerika verscheen i n 1893. een gebouw met 'the riveted skeleton' beschouwd. (Zie: W. An- Tjeenk maakte gebruik va n d e 4d editie ui t 1909. (The United States drews, Architecture, Ambition & Americans. Ne w York (1955). p . with Excursions to Mexico, Cuba, Porto Rico and Alaska.). Zie voor 210). het oordeel van Berlage over The National Capitol (architecten: W. 24 The Metropolitan Life Insurance Company Building (gebouwd tus- Thornton, S. Mallet, B.H. Latrobe, e.a.): Amerikaansche reisherinne- sen 1890-1894) en de uitbreiding met de vleugels en toren uit 1905- ringen p. 28. 1909 werd ontworpen door Napoleon Eugene LeBrun (1821-1901) & 3 9 Louis Henry Sullivan studeerde aa n he t Massachusetts Institute o f Sons. De zonen waren Michael (gestorven 1913) en Pierre L. LeBrun Technology e n bi j d architect Jenney. N a ee n verblijf t e Parijs asso- (1846-1924). Beiden werkten me e aa n d Metropolitan Life Tower. cieerde Sullivan zich met de architect Dankmar Adler (1844-1900). 25 The University Club door McKim, Mead & White uit 1900 aan de 4 0 Tjeenk bedoelt Th e Guaranty (n u Prudential) Building, di e Adler e n Fifth Avenue was geïnspireerd op het 15de-eeuwse Palazzo Ricardi Sullivan in 1894-95 in Buffalo bouwden. Het gebouw bestaat uit 13 in Florence. He t wa s 'undoubtedly th e finest clubhouse i n th e world verdiepingen e n wordt n u no g steeds beschouwd al s he t meesterwerk and the prototype for the many clubs which followed it' volgens T.E. van Sullivan. Dit gebouw had een smaakvol gedecoreerde kroonlijst Tallmadge in zijn The Story of Architecture in America. New York en opengewerkte basis welk het gebouw de lucht in leek te duwen. (1966), p . 241. Dit maakte th e Guaranty Building d e eerste skyscraper i n d e Ameri- 26 Het Municipal Building van het architectenbureau McKim. Mead & kaanse geschiedenis di e d indruk wekte va n ee werkelijk omhoog- White werd uiteindelijk in 1913 geopend. rijz.ende toren. 'The Guaranty thus seems a t once t o represent th e tri- 27 De Trinity Church van architect Richard Upjohn op de hoek Broad- umph of soaring, cohesive Chicago skyscraper design and to prefigu- way e n Wall Street wa s zelfs to t 3 0 jaar n a d e oplevering i n 1846 he t r e th skyscrapers o f th e International Style.' [P . Goldberger. Th e hoogste gebouw in de skyline van New York. Skyscraper. New York 1982.]. 28 Wainwright Parish (1867-1941), werkte onder de firmanaam Schroe- 41 Hel administratiegebouw van de Larkin Factories te Buffalo, N.Y. uit der & Parish samen met de architect J. Langdon Schroeder. Het 1903 i s voor d e Nederlandse architecten ee n va d e meest invloedrij- meest bekende bouwwerk van deze firma was The Household Arts ke bouwwerken van Wright geweest. Vooral de toepassing van het and Thompson Building o p he t Barnard College t e Ne w York. bouwbeeldhouwwerk i n he t gehele ontwerp vond veel navolging i n 29 J.A. van Straaten (1862-1920) werkte in Amerika tijdens de periode de Nederlandse bouwwereld. 1883-92 onder andere in Boston. Hij was de architect van het hoofd- 42 Tegenwoordig lopen de meningen hierover nogal uiteen. Goldberger kantoor Piëtas te Utrecht in neo-romaanse stijl (1905), hetgeen op de bepaalt i n zijn boek Th e Skyscraper eigenlijk drie beginpunten va n invloed van Richardson en met name zijn ontwerp voor de Albany de skyscraper, namelijk: The Home Insurance Building van William 2O2 BULLETIN KNOB 1997-6

LcBaron Jcnney (1X32-1907) ui t 1883-85 (stalen skelet me t liften). 52 De architect Dwight Heald Perkins (1867-1941) werkte rond 1900 Th e Monadnock Building va n Daniel H . Burnham (1846-1912) & enige jaren samen met Wright voor o.a. het ontwerp van het All John Wellborn Root (1850-1891) uit 1889-91 (geen staalskelet maar Souls Building en het Abraham Lincoln Centre te Chicago (1903- wel 'Tall, every ineh of it all' z o a l s Sullivan schreef) en The Equita- 1905). Perkins wordt nu tot de Prairie School gerekend. Na de sa- ble Building van Gilman. Kendall & Post uit 1870 (het e e r s t e ge- menwerking met Wright vormde hij samen met William K. Fellows bouw uitgevoerd met een lift). Alleen het laatste gebouw bevond /.ich en John L . Hamilton cc n firma t e Chicago. Perkins di e vooral i n niet in Chicago maar in New York. Cf. P. Goldberger. The Skyxcra- scholenbouw gespecialiseerd was, w e r d in 1905 benoemd tot hoofd- per. New York 1982. p p . 17-34. architect va n d e Chicago Board o f Education. I n deze periode, di e to t 43 Architect Robert C. Berlin (1851-1937) was zeer bekend in Chicago 1910 duurde, bouwde he t bureau o.a. d e Carl Schurz High School, waar hij samen met Perey Swern een architectenbureau had. Berlage ee n meesterwerk e n modelvoorbeeld va n d e late stijl va n d e Chicago kende Berlin nog uit zijn studietijd aan het Polytechnikum te Zürieh School. waar /.ij beiden lessen volgden va n Gottfried Semper. Berlin werd la - 5.3 Hugh M.G. Garden (1873-1961) was sinds 1907 g e a s s o c i e e r d met ter een actief lid van de City Planning Commission van Chicago. Richard E . Schmidt (1865-1958) e n Elgar Martin (1871-1951). To t 44 Irving K. Pond (1857-1939) doorliep de ingenieursopleiding aan de het vroege werk va n di t bureau behoort Th e Cosmopolitan State University o f Miehigan e n werkte o.a. o p he t bureau va n LeBaron Bank te Chicago. Grote bekendheid verwierf het bureau zich met het Jenney e n later bi j Solon S . Beman. Pond wa s voorzitter va n d e ontwerp va n he t Montgomery Ward Warehouse t e Chicago (1906- American Institutc of Architects van 1910 tot 1911. 1908), toen het grooste gebouw van de Chicago School dat opgetrok- 4 5 Waarschijnlijk wordt hier door Tjeenk Th e Home Life Insurance ken werd met een skelet van gewapend staal. Building van William LeBaron Jenney uit 1883-1885 bedoeld. Dit 54 Wright keerde in 1911 terug van een reis door Europa en verplaatste gebouw introduceerde het staalskelet voor de skyscraperbouw en bij terugkeer in Amerika zijn architectenbureau van Oak Park naar herbergde oo k enige liften. He t i s echter niet me t volle overtuiging t e he t Taliesin-complex i n Spring Green. Wisconsin. Tjeenk zo u /eggen dat dit gebouw de eerste Amerikaanse skyseraper uit de Wright later niet meer ontmoeten. Amerikaanse geschiedenis i s geweest. (Zie noot 42). 5 Daniel Hudson Burnham (1846-1912) e n Edward H . Bennett (1874- 46 Namelijk The Monadnock Building van Burnham & Root uit 1891. 1954) waren de ontwerpers van het stedebouwplan van Chicago uit 4 7 Waarschijnlijk heeft Tjeenk d e naam va n deze architect niet goed 1909. 'It's th e first comprehensive metropolitan plan prepared tb r a n verstaan. Waaarschijnlijk heeft hij Richard E. Schmidt (1865-1958) American city. organic and three-dimensional' volgens C.W. C o n d i t . bij Pond ontmoet, di e al s li d va n Th Chicago School Tjeenk me t The Chicago School of Architecture (1964). medeleden va n de/e stroming i n contact heeft gebracht. 5 6 Berlage noemde Sullivan d e voorganger va n d e moderne architectuur 48 Walter Burley G r i f f i n (1876-1937) werkte in de periode 1902-1907 in Amerika, maar bekritiseerde hem toch als volgt: 'Hij i s daarbij een in d e studio va n Wright t e Oa k Park e n wa s bevriend me t Louis Sul- voortreffelijk decorateur, al valt het met te ontkennen, dat hij daar- livan. Griffin wordt gerekend to t ee n va d e drie belangrijkste archi- van wel wat al te veel misbruik heeft gemaakt. Want vele gebouwen, tecten va n d e zg . Prairie School, ee n groep di e veel invloed onder- di e i k va n he m za g zijn letterlijk overladen me t ornament (...).' Zi e ging va n Wright e n zich voornamelijk me t villabouw bezighield. H.P. Berlage, Amerikaan.sche rei.sherinneringen. Rotterdam, 1913. Griffin verwierf grote bekendheid me t zijn bekroonde prijsvraagont- pp. 33-34. Amerikaanse collega's, zoals bijvoorbeeld Burnham, be- werp voor de stad Canberra in Australië. Het meerendeel van zijn wonderden Sullivan juist vanwege zijn manier va n decoreren maar bouwwerken zou uiteindelijk in Australië en India tot stand komen. vroegen zich af of zijn architectuur wel zo bewonderenswaardig was. De afkeer van Griffin tot Wright was zeker wederzijds. Wright had 57 De stelregel 'Form follows Function' werd door Sullivan geïntrodu- zeer veel moeite om het succes of de eigen inzichten van zijn leerlin- ceerd i n zijn essay Th e Ta/1 Office Building Artistically Considered gen of opvolgers te accepteren. In meerdere gevallen viel hij de/e uit 1896 e n is door de geschiedenis heen. o.a. d o o r de Functionalis- groep dan ook aan, z o a l s in zijn artikel In the Cau.se of Architecture ten, menigmaal onjuist geïnterpreteerd. Bruno Zevi verduidelijkt dit van 1914. Zie ook: J.F. O'Gorrnan. Three American Architect1*. Ri- met: 'By t'unction, however, hè (=Sullivan) never ineant merely so- chardson. Sullivan, and Wright. Chicago, (1991), pp. 133-159. Ook mething mechanistic and utilitarian but the sum of all the intellectual, Berlage bezocht Griffin tijdens zijn reis door Amerika. emotional and spritual as well as material activities which should go 4 9 Eliel Saarinen (1873-1950), d e Finse architect di e me t zijn ontwerp on in a building' in: B. Zevi, Towards an Organic Architecture'. Lon- voor d e prijsvraag voor d e Chicago Tribune Building (1922) welis- den 1950, p . 84. Zie ook: T.A.P. van Leeuwen. The Skyward Trend waar geen eerste prijs behaalde maar me t he ontwerp wereldwijd be - ofThonght. 'sGravenhage 1996, pp. 119-120. roemd werd en voor de ontwikkeling van de skyscraperstijl van de 5 8 Wellicht he t geschriftje What i s Architecture? A Study i n th e Ameri- jaren twintig zeer beeldbepalend i s geweest. D e derde prijs voor d e can People of to-day, waarvan ook Berlage melding maakt in zijn prijsvraag voor Canberra werd toegekend aan A. Agache te Parijs. reisherinneringen. Misschien betreft het hier ook The Kindergarteii 5 0 Marion Mahontely (1871-1962) vormde samen me t Griffin, me t wi e Chatsmt 1901. zij in 1911 in het huwelijk trad en Barry Burne in de periode 1907- 59 Van den Arend. Over deze Nederlandse architect in Amerika is mij 1910 een architectenbureau. Mahony wordt ook tot de Prairie School verder niets bekend. gerekend. Zi j werkte i n d e Oa k Park periode gedurende l jaar al s 6 0 Gottfried Semper (1803-1879). Eé n va d e meeste bekende Duitse assistente va n Wright. Bijna alle tekeningen voor d e Wasmuth uitga- architecten ui t he midden va n d e 19de e e u w . Me t zijn boek De r Stil ve van het werk van Wright werden door haar getekend. Mahony in den technischen und tektonischen Kunsten oder praktische Asthe- ontwierp samen met Wright o.a. het David M. Amberg House te tik. (1861-1863) had hij veel invloed op het architectonisch denken Grand Rapids (1909-1910) e n he t Robert Mueller House t e Decatur van d e 19de eeuw. (1909-191 l) . Mahony wa s oo k verantwoordelijk voor he t meerendeel 61 Eugène-Emmanuel Viollet-le-Duc (1814-1879) genoot vooral be - van de prcscntatietekeningen van haar echtgenoot Griffin. Zie H.A. kendheid al s restauratiearchitect va n historische bouwwerken i n Brooks. The Prairie School. Frank Lloyd Wright and his Midwe.st Frankrijk en was grootdeels verantwoordelijk voor de herontdekking Contemporariex. Toronto, Buffalo, (1972) & M.F. Peisch. The Chi- van d e Gotiek e n d herintreding va n d e me t deze stroming samen- cago School of Architecture. Early Follower.s of Sullivan & Wright. hangende bouwprincipes in de bouwkunst van zijn tijd. Zijn ideeën Londen, (1965). over bouwkunst werden door hem vastgelegd in de Dictionnaire 51 Henry Hobson Richardson, een van de vaders van de moderne bouw- raissonné de l'architecture fnincai.se (1854-68) en de Entretiens sur kunst in Amerika, vergelijkbaar met P.J.H. Cuypers in Nederland. l'architecture (1863-72). BULLETIN KNOB 1997-6 203

6 2 D e architect Glenn Brown (1854-1932) wa s 'Secretary-Treasurer' (1864-1940) i n samenwerking me t Hermann Rosse, di e voor d e aan- van de American Institute of Architects in de periode 1899-1913 en kleding va n he t interieur verantwoordelijk was. Al s adviserende ar - werkte samen me t zijn zoon Bedford i n ee architectenpraktijk. chitecten ter plekke traden Ward & Blohme op. 63 Alfred Faist Rosenheim (1859-1943) was sinds 1903 werkzaam in 68 Frederick H. Meyer (1872-1961). Architect van Duitse afkomst. Hij Lo s Angeles. Hi j wa s d e architect va n o.a. Th e H.W. Hellman Buil- wa s 'director o f Ar t i n th e Stockton Schools' e n verhuisde rond 1902 ding uit 1905 op de hoek Spring en 4th Avenue ('A typical, respecta- naar San Francisco. Sinds 1907 was hij hoofd van de California Col- bl e hu t no inspired. Beaux Arts loft building'), Th e Hamburger De - lege o f Arts an d Crafts. Zi e noot 66 . partment Store en The 2nd Church of Christ, Scientist (1905-1910) 6 9 Charles F . Whittlesey (1867-1941) ontving zijn opleiding o p he t bu - alle te Los Angeles. reau va n Louis Sullivan t e Chicago. Hi j wa s d e architect va n o.a. Th e 64 Pasadena, een buitenwijk van Los Angeles. kan voor de bouwkunst Wentworlh Hotel (1906-1913) e n Th Walker House (1906). Whit- in d e eerste helft va n d e twintigste eeuw vergeleken worden me t he tlesey werd voornamelijk bekend door he t ontwerpen va n spoorweg- Oa k Park nabij Chicago. Terwijl i n Oa k Park vooral d e huizen va n stations e n -hotels i n he t Zuidwesten va n Amerika i n d e 'Mission Wright de aandacht trokken, waren het de villa's van de gebroeders Style'. Charles Sumner en Henry Mather Greene die het beeld van Pasadena 7 0 Daniel H . Burnham bouwde samen me t John Wellborn Root (1850- bepaalden. Greene and Greene architects bouwden in totaal tien hui- 1891) onder andere Th e Flatiron Building (1903) t e Ne w York. ze n i Pasadena, waaronder twee meesterwerken: he t Blacker House Burnham had zijn kantoor in The Railwuy Exchange Building te Chi- uit 1906 e n he t D.B. Gamble House ui t 1908-1909. I n d e huizen i s d e cago, dat door hem ontworpen was in 1903-1904. Burnham was de invloed van Richardson, de 'Shingle-style' en de Japanse bouwkunst eerste Amerikaanse architect di e zijn bureau o p ee n corporatieve wij- te onderkennen. Andere architecten di e actief waren i n Pasadena wa - z e georganiseerd had. ren Alfred Heineman, R.E. Williams, Frederick L . Roehrig e n Timo- 71 Frank Lloyd Wright, 'Untitled note', Th e Architectural Record 3 2 thy Walsh. (Aug. 1912), p. 184. In hetzelfde nummer sprak Cass Gilbert in het 65 Tjeenk doelt hier op een interview met Cuypers ter ere van zijn 85ste artikel 'Daniel Hudson Burnham, A n Appreciation' juist zeer positief verjaardag in de rubriek 'Onder de menschen' in de Nieuwe Rotter- over d e overleden architect. damsche Courant va n 2 1 juni 1912. E r ontstond i n d e architectenwe- 7 2 George W . Kelhain ( l 871-1936) studeerde onder andere aa n d e Éco- reld enige commotie naar aanleiding van de uitspraak van Cuypers le des Beaux-Arts te Parijs en was later werkzaam als tekenaar op het over d e moderne inzichten va n Berlage m.b.t. d e bouwkunst: 'Ber- bureau van Trowbridge & Livingston en was belast met de uitvoe- lage?... Berlage is op één punt mis: hij wil nieuwe vormen vinden! ring van het Palace Hotel te San Francisco (1906). Hij was voorzitter En da t gaat niet aa n (...)'. Zowel Ja n Gratama al s K.P.C, d e Bazel van d e architectuurcommisie va n d e Panama-Pacific tentoonstelling reageerden i n he t Bouwkundig Weekblad fe l tegen deze uitspraak. in de periode 1912-1915 en ontwierp ook een van de gebouwen voor "Wie zo o oordeelt, begrijpt va n d e moderne bouwkunst e n va Ber- deze tentoonstelling. lage niets. Door t e zeggen dat, B e r l a g e beheerscht wordt door d e 73 Edward H . Bennet (1874-1954). Zi e noot 55 . zucht naar originaliteit, beleedigt dezen ernstigen e n eerlijken her- 74 John Reid, Jr. (?-?) s t u d e e r d e aan de École des Beaux-Arts te Parijs vormer ten diepste' betoogde Gratama. en wa s ee n va d e eerste leerlingen va n Howard. Zi e noot 66 . 66 John Galen Howard (1864-1931) werd opgeleid in de Beaux-Arts 75 Zie o.a. T . A . P . van Leeuwen, 'Zwervende en toch thuis' in: A. v.d traditie en was vervolgens enige jaren werkzaam op het bureau van Woud, (e.a.), Americana. Nederlandse architectuur. 1880-1930. Richardson. Hi j vertrok i n 1901 ui t Ne w York e n werd aangesteld al s 1975, pp. 78-79 en Idem, 'The Method of Ariadne: Tracing the Lines de architect van de campus van de University of California in Berke- of Influence between some American Sourees and their Dutch Reci- ley e n werd later zelfs to t 'First Head o f th e Department o f Architec- pients' in: A.R.E. de Heer & M.C.C. Kersten (red.), Bouwen in Ne- ture' en tot 'Dean of California's School of Architecture' aan deze derland (Leids Kunsthistorisch Jaarboek 3), Delft 1985, pp. 239-264. universiteit benoemd. Samen me t Frederick Meyer e n John Reid, Jr . 7 6 Zi e voor d e terminologie e n inhoud va n he t begrip Prairie School e n wordt hi j gerekend to t d e 'City Beautiful Movement' e n vanuit d e Chicago School: H. Allen Brook, 'Chicago School: Metamorphosis principes va n deze beweging ontwierpen zi j i n 1912 ee n plan voor of a Term'. Journal of the Society of Architectural Historianx vol. he t centrum va n Sa Francisco. Onderdeel va n di t plan, da t tussen xxv, no . 2 p 115-118. 'The P r a i r i e School wa s a n architectural mo - 1919 e n 1933 uitgevoerd werd, wa s o.a. d e City Hall (architecten Ba - vement which took place in the American Midwest between 1900 kewell & Brown. 1912-1915), Th e Civic Auditorium e n he t State and 1916 and was manifest primarily, though not exclusively, in resi- Building. Zie voor meer informatie over Howard: J. Draper. 'The dential architecture. It commenced under the inspiration of Louis Ecole des Beaux-Arts and the Architectural Profession in the United Sullivan and was given direction and impetus by Frank Lloyd Wright States: Th e Case o f John Galen Howard' in : S . Kostof, ed., Th e Ar - whose architectural designs were the most important, though not the chitect. Chapters in the History of the Profession. New York 1977. sole, influence in esthablishing the formal basis of the school.' (Cur- 67 De Panama-Pacific Exposition werd in 1915 te San Francisco gehou- sivering K.v.O.]. den ter ere van de opening van het Panama kanaal. Op het tentoon- 77 Verder ontwierp Tjeenk enkele villa's in Hilversum. Wolfheze. stellingsterrein waren de meest vooraanstaande gebouwen The Pa- Werkhoven, Schagen en een school te Utrecht. Alle verdere gege- lace of Fine Arts van architect Bernard Maybeck, The Court of Flo- vens over deze villa's ontbreken. wers (in gemengd Italiaanse/Spaanse Renaissance stijl ontworpen 7 8 D e bouwgrond voor he t huis werd i n 1913 aangekocht. Door d e tus- door George W. Keiham) en The Court of Ages (ook wel 'Of Abun- senkomst va n d e Wereldoorlog va n 1914-1918, werd me t d e bouw- dance' genoemd) da t opgetrokken werd i n d e stijl va n d e Spaanse van het huis pas rond 1920 begonnen. Als er toch een voorbeeld voor Renaissance door Louis Christian Mullgardt (1866-1942). De ten- het woonhuis van Tjeenk aangewezen moet worden dan zou dat het toonstelling gold al s ee n hoogtepunt va n he t Eclecticisme i n Ameri- Mary Bovee House t e Evanston, Illinois va n Walter Burley Griffin ka. Tjeenk zette in 1913 te Colombo zijn herinneringen aan de voor- uit 1907 moeten zijn. D e invloed va n Griffin o p zijn Nederlandse beschouwing aan deze expositie op papier en publiceerde deze in het tijdgenoten verdient m.i. meer aandacht te krijgen en onderwerp voor Bouwkundig Weekblad in 1915. Hij concludeerde: 'Maar waar dus de een serieuze studie te worden. hoofdgebouwen de n tijd niet juist zullen uitdrukken, daar bestaat 7 9 O.a. i n A . Eibink, (e.a.) Hedendaagsche architectuur i n Nederland. toch nog hoop (...) e n Europa kan nu nog aan Amerika leeren, dat de Amsterdam 1937; Cat. Nederland bouwt i n baksteen. Rotterdam Klassieken e n d Renaissance niet gecopiëerd moeten worden.' He t 1941; J.G. Wattjes & F.A. Warners. Amsterdams bouwkunst en Nederlandse paviljoen werd ontworpen door Willem Kromhout stadsschoon. Amsterdam 1943. Amsterdamse School i n Parijs Het Nederlands paviljoen o p d e Exposition Internationale de s Arts Decoratifs e t Industriels Modernes (1925) Marie-Thérèse va n Thoor

De Great Exhibition of the Works of Industry of all Nations Inleiding in Londen i n 18 5 l , wa s z o d e eerste i n ee lange ri j va n inter- Vanaï het moment dat er wereldtentoonstellingen werden ge- nationale o f wereldtentoonstellingen, waarvan d e meest re - organiseerd (vanaf 1851), nam Nederland aan deze evene- cente de Exposicion Universal van Sevilla (1992) was.: menten deel. In eerste instantie kreeg ons land een klein ge- Architectonisch zette d e Londense wereldtentoonstelling me - deelte van een grote hal ter beschikking, dat werd ingericht teen de toon met Joseph Paxtons Crystal Palace. Een immens als Nederlandse afdeling. Later, vanaf de eerste decennia van grote hal, die behalve aan de talrijke exposanten ook onder- de twintigste eeuw, werden de nationale bijdragen steeds va- dak bood aan alle andere activiteiten die rond de tentoonstel- ker i n afzonderlijke paviljoens gepresenteerd. Voor Neder- ling plaatsvonden. De geslaagde combinatie van het nieuwe land bouwde W . Kromhout he t eerste zelfstandige paviljoen fenomeen wereldtentoonstelling met de prefabricage-bouw in op de wereldtentoonstelling in Brussel (1910). Op de ten- glas, ijzer en hout, voor het eerst op zo'n grote schaal toege- toonstelling in Parijs (1925) was Nederland vertegenwoor- past, maakte het Crystal Palace tot een symbool voor zijn digd met een paviljoen gebouwd door J.F. Staal en een drietal tijd. He t gebouw wa s z o succesvol da t he model stond voor zalen, (grotendeels) ingericht door H.Th. W i j d e v e l d . De hoe- d e grote hallen va n d e volgende tentoonstellingen. D e ha l di danigheid van het paviljoen werd in hoge mate bepaald door naar idee va n Frederick I e Play i n 1867 i n Parijs werd gere- de selectieve samenstelling van het Nederlandse organisatie- aliseerd, wa s i n deze reeks conteptueel d e meest ideale (afb. comité. Di t wa s onbescheiden i n zijn keuze, maar zeer be - l). Le Play combineerde een nieuw classificatiesysteem, scheiden in een van de belangrijkste aspecten die met wereld- waarin een haast encyclopedische kennis op elk vertegen- tentoonstellingen in verband worden gebracht: het tonen van woordigd gebied werd nagestreefd, met een architectonische de nationale identiteit. vorm, die het systematisch vergaren van die kennis mogelijk maakte. In de ovale hal, r o n d een centrale tuin. waren de di- verse categorieën in concentrische ringen ondergebracht, van Wereldtentoonstellingen de kunsten in de binnenste ring tot de producten van de in- Sinds he t einde va n d e achttiende eeuw werden e r i n diverse dustrie en de landbouw in de buitenste ringen. Een rondgang landen, naar voorbeeld va n Frankrijk e n Groot-Brittannië, na - door deze galerijen bood een compleet overzicht van alle ca- tionale nijverheidstentoonstellingen gehouden.' Hoewel de motieven voor he t organiseren va n deze tentoonstellingen i n eerste instantie economisch waren, konden deze evenemen- ten, /.eker vanaf het moment dat ze toegankelijk waren voor buitenlandse bezoekers, ook worden gezien als manifestaties van nationale identiteit. Zo werden de Engelse produkten van industrie e n nijverheid niet alleen getoond o m d e vorderingen o p juist di e gebieden t e laten zien, maar oo k al s uitingen va n Engelse waarden als degelijkheid en traditie. De Fransen ex- poseerden bi j deze gelegenheden vooral voortbrengselen va n kunstnijverheid, ten teken van hun verfijnde smaak en hun culturele ontwikkeling. Toen d e trots o p d e eigen identiteit e n d e nieuwsgierigheid naar di e va n anderen he t begon t e win- nen van de angst voor concurrentie, gingen er in Frankrijk stemmen o p m d e nationale tentoonstellingen oo k open t e stellen voor buitenlandse deelnemers. Maar he t wa s d e Lon- dense Society of Arts die het initiatief nam voor de uitvoe- Ajb. l. Hel Pdlais tin Chtuii])-(Je-M(if'\ van F. Ie Pl(i\ m.in. v. Je ring van deze ideeën, onder de stimulerende leiding en be- ingenieur* J.-B. Knint~.cn G. Eiffef. Exposition Uni\'erseHe, Parijs 1X67. scherming van respectievelijk Henry Cole en Prins Albert. Uit: J. Mlwood. The Great Exhibitions, Lomion 1977.

PAGINA S 204-217 BULLETIN KNOB 1997-6 205

Afb. 2 . D e Ru de s Nations langs d e Seine, Exposition Universelle e t Internationale, Parijs 1900. Uit: l'Architecture a l'Exposition Universelle d e 1900, s.a.. tegorieën. De landen en Franse regio's waren radiaal geor- rigens niet da t d e grote, functionele hallen ui t he beeld ver- dend, zodat een 'taartpunt' van de hal de inzending van een dwenen. Zij bleven tot ver in de twintigste eeuw deel uitma- land of een regio in alle categorieën vertegenwoordigde. Be- ken va n he t uitgebreidere scala aa n expositie-mogelijkheden. halve deze systematische aanpassing vertoonden de landen Van deze mogelijkheden zijn de landenpaviljoens ongetwij- ook een vorm van onderscheiding in de door henzelf verzorg- feld de meest tot de verbeelding sprekende. Op de Parijse d e inrichting va n hu inzending. D e Nederlandse afdeling tentoonstelling va n 1878 werd d e zogenaamde Ru e de s Na - werd bijvoorbeeld ingericht door de architect J.F. Metzelaar. tions geïntroduceerd. Rond d e binnenhof va n he t grote Palais Het park rond d e ha l wa s bedoeld al s voortzetting va n d e bin- du Champ-de-Mars presenteerden de deelnemende landen nenruimte. Al s vervolg o p d e categorieën voeding, land- e n zich me t gevels i n karakteristieke, nationale stijlen. Deze ge - tuinbouw konden deelnemers hier gebouwen of producten vels vormden tegelijk d e entree's va n d e erachter gelegen neerzetten, die niet in de hal pasten, zoals boerderijen, kassen landenpresentaties. Individueel vertolkten zij het beeld dat de o f stallen. Behalve deze gebouwen verschenen e r allerhande landen va n zichzelf wilden geven. I n haar totaliteit ko n d e pittoreske bouwsels, van restaurants, Turkse koffiehuizen en Rue des Nations worden gezien als een beeld van de wereld Chinese theepaviljoens to t follie-achtige ontwerpen al s torens anno 1878. He t idee va n deze 'straat de r naties' kwam o p d e en zelfs een echte gotische kerk. De tentoonstelling van 1867 volgende tentoonstellingen terug, deels binnen in een hal, was zo ook een duidelijk breekpunt in de ontwikkeling van deels buiten. I n he t laatste geval werd d e straat va n gevels d e wereldtentoonstellingen, waarvan he t architectonische langzamerhand ook aangevuld met vrijstaande landenpavil- beeld werd bepaald door slechts een grote hal. Ook voor joens. De laat negentiende-eeuwse tentoonstellingen vertoon- 1867 waren er uit praktische overwegingen incidenteel al hal- de n i di t opzicht ee n voorkeur voor d e 'exotische' stijlen len voor zware, luidruchtige machines of tenten voor feesten van niet-westerse landen en de koloniën. Zowel Parijs (1889) en ontvangsten naast de grote tentoonstellingshal gebouwd. als Antwerpen (1894) kenden een Rue de Caïre, met gevels Vanaf 1867 m a a k t e n steeds meer bedrijven e n landen gebruik in karakteristieke stijlen uit het Midden-Oosten. In Parijs wa- van d e mogelijkheden o m hu n inzending o f delen daarvan i n re n e r daarnaast vrijstaande paviljoens va n ve r we g gelegen afzonderlijke gebouwen onder t e brengen. Di t betekende ove- landen al s Paraguay, Uruguay, Siam o f Japan.1 O p d e grote 206 BULLETIN KNOB 1997-6 tentoonstelling va n 1900 wa s d e Ru de Nations i n haar ge - heel naar buiten verplaatst en uitgegroeid tot een aaneenscha- keling va n individuele gebouwen langs d e Seine (afb. 2) . Zi j verbeeldden historiserende en fantasierijke stijlen, die - in de ogen van de huidige beschouwer - bijna karikaturaal aande- den.4 Hoewel deze gebouwen op ware grootte waren uitge- voerd, fungeerden ze niet echt als expositieruimtes. Na 1900 verdween d e Ru de s Nations e n maakte z e plaats voor vrij- staande landenpaviljoens. di e d diverse landen zowel i n hu exterieur al s i n hu interieur representeerden. Vanaf da t mo - ment werden deze paviljoens de architectonische visitekaart- je s va n d e tentoonstellingen e n d daar vertegenwoordigde landen. De historiserende, 'nationale' stijlen werden daarbij geleidelijk verdrongen door uitdrukkingen van architectoni- sche vernieuwingen.

De tentoonstelling van 19255 Het was weer een Parijse tentoonstelling, namelijk de Expo- sition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Moder- ne s va n 1925, waarop artistieke vernieuwing voor he t eerst tot een van de reglementaire voorwaarden werd gemaakt. Ar- tikel 4 van het reglement stelde: "Sont admises a l' exposi- tion les oeuvres d' une inspiration nouvelle et d' une origina- lité réelle exécutées e t presentées pa r le s artistes, artisans, in - dustriels créateurs de modèles et éditeurs et rentrant dans les arts décoratifs e t industriels modernes. E n sont rigoureuse- Afb. J. Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels ment exclues les copies, imitations et contrefagons des styles Modernes, Parijs 1925. Plattegrond van het tentoonstellingsterrein. 6 anciens." D e tentoonstelling stond i n he t teken va n d e mo - Uit: Bouwkundig Weekblad (1925). derne decoratieve e n industriële kunsten, maar beperkte zich niet - zoals d e naam abusievelijk zo u kunnen suggereren - tot de kunstnijverheid. Volgens het Franse reglement werden de inzendingen verdeeld over vijf groepen: architecture, mo- internationale tentoonstelling veelvuldig door elkaar ge - bilier (roerende goederen/meubilair), parure (sieraden), arts bruikt, waarmee da n zowel d e zeer grote, universele al s d e du théatre, d e l a ru t de s jardins (theaterkunst, straatmeubi- kleinere internationale tentoonstellingen worden bedoeld. Dit lair en tuinkunst) en enseignement (onderwijs). Het classifi- geldt met name voor de tentoonstellingen in de negentiende catiesysteem voorzag verder in een, vrij ingewikkelde, verde- en het begin van de twintigste eeuw. In deze perioden was er ling van deze vijf groepen in zevenendertig klassen. De een ware wildgroei aan evenementen, waarop het etiket we- bouwbeeldhouwkunst, d e decoratieve schilderkunst e n d reldtentoonstellingen werd geplakt. I n 1928 ondertekenden glas-in-lood ramen hoorden bijvoorbeeld bij de architectuur; vertegenwoordigers va n e e n e n d e r t i g landen - waaronder oo k tapijten waren bij het meubilair ondergebracht; affiches hoor- Nederland - een conventie ter reglementering van de organi- den bi j d e groep va n he t straatmeubilair e n d grafische kun- satie van en de deelname aan grote tentoonstellingen. In deze sten konden zowel bij het onderwijs als bij de roerende goe- Convention concernant le s expositions internationalen wordt deren worden ingedeeld.7 Voor ee n tentoonstelling di e i n he t gesproken over internationale tentoonstellingen. De conven- teken va n d e kunsten stond, wa s di t ee n vrij uitgebreid sys- tie maakt ee n onderscheid tussen algemene e n speciale ten- teem. I n vergelijking me t grote wereldtentoonstellingen al s toonstellingen, waarbij d e algemene worden verdeeld i n twee die van 1867, 1889 of 1900 was het echter uiterst beperkt. Bij categorieën. Voor elk soort en elke categorie tentoonstelling deze laatste evenementen waren kunst e n onderwijs slechts voorziet de conventie vervolgens in nadere bepalingen om- kleine onderdelen va n classificatiesystemen, waartoe oo k trent d e veelvuldigheid e n d specifieke organisatie daarvan. landbouw, tuinbouw, industrie, grondstoffen, voedsel en ko- Achteraf getoetst aa n d e regels va n d e conventie, behoort d e loniën konden behoren. tentoonstelling van 1925 tot de categorie algemene tentoon- De benaming wereldtentoonstelling of exposition univer- stellingen, omdat "[...] zij ingericht is om de gezamelijke vor- selle i s da n oo k o p d e tentoonstelling va n 1925 niet z o goed deringen o p ee n bepaald gebied, al s b.v. [...] d e toegepaste van toepassing. Beter is het te spreken over internationale kunst [...] t e doen uitkomen."8 Vervolgens wa s he t ee n ten- tentoonstelling. In de literatuur worden de termen exposition toonstelling van de tweede categorie, aangezien de deelne- universelle, great exhibition, world's fair, Weltausstellung of mende landen niet verplicht waren een nationaal paviljoen te BULLETIN KNOB 1997-6 207

bouwen. In 1972 werd de conventie bijgesteld voor wat be- £

zending tot stand te brengen, ondanks het belang dat in rege- ringskringen aa n ee deelname werd gehecht. D e Tentoon- stellingsraad17 en een aantal particulieren boden daarop de helpende hand. Ee n voorlopige commissie onder leiding va n E. Heidring, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fa- brieken i n Amsterdam, toog aa n he t werk e n wist onder be - langstellenden he t resterende bedrag t e vergaren, zodat d e fi - nanciële basis gegarandeerd ko n worden.18 Enkele leden va n d e Tentoonstellingsraad verdiepten zich inmiddels i n d e Franse voorwaarden en reglementen en bereidden de Neder- landse bijdrage inhoudelijk voor. In de zomer van 1924 n a m de ministerraad alsnog het besluit om deel te nemen aan de tentoonstelling en kon de samenwerking tussen de voorlopige commissie en de Tentoonstellingsraad een officiëler karakter krijgen. Op 16 j u l i vond de oprichtingsvergadering plaats van wat toen werd genoemd d e Vereeniging to r he t bijeenbrengen Afb. 6. Pavillon de rE\prit Nouveau van Le Corhiitier ni.ni.v. Pierre eener Nederlandsche inzending op de in 1925 te Parijs te Jeannerei, Parijs 1925. Uil: L e livre de s expositions universclles houden Internationale Tentoonstelling van Moderne Decora- 1851-19X9. Paris 1983. tieve e n Industrieele Kunst.^* Bi j Koninklijk Besluit va n 1 augustus 1924 werd een drietal commissies ingesteld van het orgaan dat dan 'kortweg' de Vereen/ging de Nederlandsche de Nederlandse organisatie geboden. In deze organisatie Afdeeling op de Tentoonstelling te Parijs in 1925 heet. 20 Be- speelde de Tentoonstellingsraad een grote rol. halve een centrale commissie - waarin de particuliere geld- schieters en alle leden van de Tentoonstellingsraad werden opgenomen - waren e r ee n commissie va n uitvoering e n ee Tentoonstellingsraad tentoonstellingscommissie. D e commissie va n uitvoering, di e In 1921 ging een aantal kunstenaarsverenigingen een samen- verantwoordelijk was voor de administratieve en financiële werkingsverband aa n i d e Tentoonstellingsraad voor Bouw- aspecten, bestond vooral ui t 'niet-kunstenaars'.21 D e tentoon- kunst e n Verwante Kunsten, waaronder d e Maatschappij to t stellingscommissie was alleen uit kunstenaars samengesteld, Bevordering de r Bouwkunst/Bond va n Nederlandse Architec- omdat zij zorg moest dragen voor de esthetische kwaliteit van ten (B.N.A.), het Genootschap Architectura et Amicitia (A. et d e inzending. Ze s leden ui t d e Tentoonstellingsraad vormden A.) e n d vereniging Opbouw." Al s zijn hoofdtaak be - deze laatste commissie: ir. J. de Bie Eeuveling Tjeenk, voor- schouwde de Tentoonstellingsraad aanvankelijk het organise- zitter, mr. J.F. van Royen, vice-voorzitter, B.T. Boeyinga, se- re n va driejaarlijkse tentoonstellingen va n bouwkunst e n cretaris en de leden E. Kuipers, T. van Reyn en C.J. Blaauw. daarmee verwante kunsten - beeldhouwkunst, wandschilder- J. de Bie Leuveling Tjeenk (1885-1940), die op dat moment kunst, grafische kunst e n andere vormen va n interieurkunst - oo k voorzitter va n d e Tentoonstellingsraad was, w e r d to t in afwisselend Amsterdam en Rotterdam en het participeren commissaris-generaal benoemd. De Tentoonstellingsraad was in soortgelijke tentoonstellingen in het buitenland.14 In de op deze manier niet slechts betrokken geraakt bij, maar de praktijk bleek deze doelstelling echter niet o f nauwelijks haal- hoofdverantwoordelijke voor de Nederlandse inzending. baar. De raad had meer bemoeienis met de kwaliteit van ver- Aangezien er nu voldoende financiële armslag was, k o n de schillende tentoonstellingen (e n inzendingen) da n me t d e pe - tentoonstellingscommissie een bijdrage samenstellen over- riodieke organisatie daarvan. Zijn taak wa s da n oo k beter om - eenkomstig he t Franse organisatie-model: ee n paviljoen e n schreven met: " [ . . . ] ervoor te zorgen, dat tentoonstellingen op een inzending voor drie verder beschikbaar gestelde zalen. zijn gebied o p ee n zo hoog mogelijk peil zouden staan, e n Bij d e keuze va n d e inzendingen, d e architect va n he t pavil- dat naast d e belangen de r kunstenaars, vooral he t belang de r joen en de inrichter van de zalen in de grote gebouwen liet de kunst zelve zo o goed mogelijk gewaarborgd zo u worden." l s tentoonstellingscommissie zich adviseren door ee n commis- Het lag op de weg van de Tentoonstellingsraad om ervoor sie van beoordeling, bestaande uit leden van bij de Tentoon- t e zorgen betrokken t e worden bi j d e voorbereidingen va n d e stellingsraad aangesloten verenigingen: dr. H.P. Berlage, ir. Parijse tentoonstelling, aangezien di e i n he t teken stond va n J. Gratama, W.M. D u d o k , dr. J. Mendes da Costa, Hildo de moderne decoratieve en industriële kunsten. In mei 1923 Krop, prof. R.N. Roland Holst, J.L.M. Lauweriks en C.A. stuurde d e Franse Minister va n Buitenlandse zaken d e offi- Lion Cachet. I n d e Voorwaarden va n Deelneming werd vast- ciële uitnodiging voor d e Nederlandse deelname aa n zijn gelegd da t ee n ieder di e werk wilde inzenden voor ee n va d e Haagse ambtsgenoot.16 De Minister van Onderwijs, Kunsten (twee) tentoonstellingszalen di t vi a ee n aanmeldingsformulier e n Wetenschappen, onder wiens verantwoordelijkheid ee n - voor 15 o k t o b e r 1924 - aan d e tentoonstellingscommissie Nederlandse deelname zo u vallen, ga f echter t e kennen niet kenbaar kon maken.22 Dit betekende dat de inzending in we- over voldoende financiële middelen te beschikken om een in- ze n vrij was. D a a r n a a s t , e n i feite i n strijd hiermee, bleek d e BULLETIN KNOB 1997-6 209

tentoonstellingscommissie echter diverse kunstenaars vi a toonstellingscommissie en zonodig maatregelen te nemen.29 'opwekkings-brieven' persoonlijk te hebben gemotiveerd be- Na de bespreking kwamen de gezamenlijke commissies tot paalde werken voor inzending aa n t e melden. He t ging hierbij de voor de hand liggende verwijzing naar de 'onafhankelijk- om werken die volgens de commissie van beoordeling bij heid' van de leden van de commissie van beoordeling en naar voorkeur i n aanmerking zouden komen. Door he t aanleggen de voorwaarden, volgens welke de inzending vrij was. Boze van ee n lijst va n di e kunstwerken ko n d e (tentoonstel- reacties werden afgedaan al s teleurstelling over niet gekozen lings)commissie zich, zoals z e later verklaarde, ee n voorlopi- werk. D e opwekkingbrief betekende immers geen garantie ge indruk vormen van de inzending. Bovendien vonden de dat het werk tentoongesteld zou worden, maar was slechts als commissieleden ee n dergelijke gang va n zaken bi j belangrijk uitnodiging gesteld: de commissie van beoordeling had hierin werk noodzakelijk.23 Hiermee werden inmiddels ontstane ge - nog steeds het laatste woord, en de 'malcontenten' werden ruchten, al s zouden d e organisatie e n d inzending bi j voor- voor hu n bezwaren naar hu n eigen verenigingen verwezen.30 baat en bij voorkeur binnen een kleine kring van Amsterdam- Bij monde va n D e Bi Leuveling Tjeenk reageerde d e ten- se, Architectura et Amicitia kunstenaars worden verdeeld, al- toonstellingscommissie me t dezelfde argumenten oo k i n d e leen maar meer aangewakkerd. Begin september 1924 wa s a l pers o p d e negatieve berichten. Tevens ga f zi j uitleg over d e bekend gemaakt da t J.F. Staal (1879-1940) he t paviljoen zo u keuze van architect J.F. Staal voor het paviljoen.31 De Ten- ontwerpen, met bijdragen van onder andere R.N. Roland toonstellingsraad [sic!] wa s 'n a rijp beraad' e n a d mening Holst, C.A. Lion Cachet, J. Mendes da Costa, J. Radecker en van d e commissie va n beoordeling t e hebben gehoord, to t de - Hildo Krop. De opdracht voor de inrichting van de (twee) ze keuze gekomen. Daaraan voorafgaand was in een stem- tentoonstellingszalen wa s aa n H.Th. Wijdeveld (1885-1987) ming besloten geen prijsvraag ui t e schrijven, vanwege d e verleend.24 A l deze kunstenaars waren li d o f oud-lid va n Ar - beperkte voorbereidingstijd. Ui t d e toon va n he t bericht chitectura et Amicitia en sommigen waren ook lid van de be- wordt echter we l duidelijk, da t d e tentoonstellingscommissie oordelingscommissie. Het werk van leden van deze commis- er zich terdege van bewust was enige uitleg te moeten geven. sie werd namelijk, voor ee n volledig beeld va n d e Nederland- In he t verslag va n d e werkzaamheden zo u zi j e r me t betrek- se kunst, ook toegelaten. king tot de inrichting van het paviljoen aan toevoegen, dat zij Staal geheel vrij had gelaten in de keuze van zijn medewer- kers.32 Blijkbaar voelde zij zich toen ook genoodzaakt een Kritiek o p d e organisatie verklaring te geven voor het uiterst merkwaardige feit dat de Diverse kunstenaars richtten zich individueel of als groep tot inrichting van het paviljoen buiten de Voorwaarden van d e tentoonstellingscommissie o f zelfs to t d e minister o m hu n Deelneming viel e n da t Staal e n niet d e commissie bepaalde beklag t e doen over d e gang va n zaken. Beeldhouwer Willem wie het paviljoen decoreerde. Of de kunstenaars en architec- C . Brouwer stuurde bijvoorbeeld meerdere brieven aa n com- ten gerustgesteld waren door de repliek op hun negatieve re- missaris-generaal De Bie L e u v e l i n g Tjeenk - op persoonlijke acties valt te betwijfelen. titel en mede namens andere beeldhouwers en architecten - In d e berichten over d e keuze va n Staal wordt ee n beeld ge - over de onbekwaamheid van commissieleden als Hildo Krop schetst, alsof de besluitvorming in deze pas in de zomer van e n Theo va n Reyn e n d "arrogante e n minachtende houding 1924, n a he t aanstellen va n d e commissie va n beoordeling, van het Amsterdamse kliekje A & A."25 Een groep 'malcon- had plaatsgevonden. De eerste overgebleven ontwerptekenin- tenten' probeerde via M.I. Duparc, lid van de commissie van ge n va Staal dateren echter a l va n april va n da t jaar (afb. uitvoering en ook via bemiddelaar J. Kalf, de vertegenwoor- 7).33 En uit een brief van de Nederlandse gezant in Parijs, digers va n d e kunstenaars i n d e Tentoonstellingsraad [e n jhr.mr. J . Loudon, aa n d e Minister va n Handel e n Industrie, daarmee in de commissies] te laten vervangen, uit onvrede blijkt da t d e Franse organisatie o m technische redenen uiter- met hun optreden. J. Toorop had als gevolg van deze actie lijk 30 juni 1924 in het bezit diende te zijn van plattegronden, zijn werk inmiddels weer teruggetrokken.26 Maar Toorops doorsneden en opstanden van het paviljoen.34 Waarschijnlijk werk moest kennelijk, zoals later bleek, om elke prijs weer wa s me n oo k i architectenkringen a l lang o p d e hoogte va n teruggewonnen worden. Dit was waarschijnlijk de reden deze voorkeur voor Staal, di e immers mede aanleiding ha d waarom J. Linses wandschildering uit de bestuurskamer van gegeven to t d e geruchtenstroom. Vergelijken w e daarnaast d e de V.A.N.K., die door de tentoonstellingscommissie via een "lijst van werk, dat voor inzending gevraagd zal worden" met opwekkingsbrief speciaal was aangevraagd en voorlopig ook, de lijst van kunstenaars, die aan de Nederlandse inzending blijkens ee n toezegging, uitgekozen, me t ee n onduidelijke ar - uiteindelijk deelnamen, dan blijkt de meerderheid van de ge- gumentatie uiteindelijk toch moest wijken voor een van Too- vraagden t e hebben beantwoord aa n d e oproep, respectieve- rops werken. Linse toonde zich zeer beledigd door deze gang lijk te zijn uitgekozen, aangezien deze kunstenaars op beide van zaken.27 lijsten voorkomen. Va n d e totale inzending kwam d e helft vi a Ongerust over dergelijke negatieve geluiden, die blijkbaar deze 'opwekking' tot stand, de andere helft via een keuze uit voor een groot deel uit Rotterdam waren gekomen,28 wendde de vrije aanmelding.35 Voorts blijkt in elke categorie werk d e Minister va n Onderwijs, Kunsten e n Wetenschappen zich van leden va n d e tentoonstellings- o f beoordelingscommissie in december tot de commissie van uitvoering. Deze werd ge- vertegenwoordigd te zijn. Er kan dus met rede gesproken vraagd d e problematiek nogmaals t e bespreken me t d e ten- worden van een zekere vorm van voorkeursbehandeling. 2 l O BULLETIN KNOB 1997-6

Af h. 7. J. f 1. Staal, ingekleurde ontwerptekeningen van liet Nederlands paviljoen, voor- zij- en achtergevel en doorsnede. Gedateerd 25-4-1924. NAi, archief.f.F. Staal, mr. nr. pj 37.

van vernieuwing, op een goede manier getoond kunnen wor- De Stijl den. He t verzoek to t ee n collectieve inzending - i n ee afzon- Onder d e kunstenaars, di e o p d uiteindelijke lijst helemaal derlijke afdeling, zoals hi j impliciet eiste - , me t ee n deel va n ontbreken - zoals de al genoemde Linse -, bevinden zich ook d e beschikbare gelden werd echter door d e tentoonstellings- d e (voormalige) Stijl-leden Theo va n Doesburg, Gerrit Riet- commissie, n a overleg me t d e commissie va n beoordeling, af - veld, Bart va n de r Leek e n V . Huszar. Ne t al s hu n collega's gewezen.40 Niettemin hoopte d e tentoonstellingscommissie J.J.P. Oud en J. Wils stonden zij aanvankelijk op de nomina- dat d e leden va n D e Stijl zich individueel zouden aanmelden. tie om gevraagd te worden met individueel werk deel te ne- De briefwisseling werd in september en oktober op een grim- men aan de tentoonstelling.36 In tegenstelling tot de laatste migere toon voortgezet, n u toegespitst o p he t begrip collecti- twee deden d e eerst genoemden da t uiteindelijk niet. Theo viteit. De Tentoonstellingsraad [!] streefde naar het samen- van Doesburg had in augustus 1924 wel contact gezocht met gaan va n he t beste va n d e verschillende kunsten, waaruit al s commissaris-generaal De Bie Leuveling Tjeenk over deelna- vanzelf een zekere eenheid zou ontstaan, verzekerde De Bie m e va n d Stijl-groep i n 1925. D e tentoonstelling va n D e Leuveling Tjeenk Van Doesburg. De collectiviteit waarover Stijl in de Parijse Galerie l'Effort Moderne van Léonce Ro- Van Doesburg ha d gesproken, wa s volgens he m va n ee an - senberg in 1923 was namelijk redelijk succesvol geweest. In dere orde. Bovendien zou een tegemoetkoming aan het voor- 1924 na m D e Stijl bovendien deel aa n d e tentoonstelling stel van De Stijl andere richtingen op dezelfde ideeën kunnen 'L'architecture et les Arts qui s'y rattachent' in de Ecole Spé- brengen. "Ten e e n e n m a l e onjuist achten wij het, dat de orga- ciale d'Architecture van de Franse hoofdstad. Voor Van nisatoren voor zoo'n algemeene Nederlandsche inzending Doesburg was het waarschijnlijk zeer belangrijk om in 1925 zich een oordeel zouden gaan vormen, welke groepen van aanwezig t e zijn, aangezien hi j zich daar i n he t gezelschap kunstenaars wel en welke niet in de gelegenheid zouden moe- van 'gelijkgezinden' al s L e Corbusier. K . Melnikov, R . Mal- ten worden gesteld de hun voorgestane richting, volgens ei- let-Stevens en J. Hoffmann zou bevinden.-17 Gezant J. Loudon gen inzicht naar voren t e brengen."41 He t besluit o m geen ha d Va n Doesburg laten weten he t jammer t e vinden, da t he collectieve inzendingen toe te laten, zou overigens natuurlijk materiaal van de expositie in Galerie Rosenberg weer terug niet betekenen dat de inzendingen zonder verband naast el- zou gaan naar Nederland. N a he t succes va n deze kleine ex - kaar zouden worden geplaatst. positie zou De Stijl niet mogen ontbreken op de grote ten- Van Doesburg besloot hierop niet deel te nemen aan de ten- toonstelling va n 1925. Bi j d e Nederlandse regering ha d e toonstelling. Hij stelde een Appel de Protestation contre Ie gezant inmiddels aangedrongen op een 'waardige' vertegen- refux de la participation du groupe "De Stijl" a l'Exposition woordiging va n on s land, vooral waar he t d e architectuur be - des Arts Décoratifs (Section des Pays-Bas) op. "Au lieu de trof.38 Gesterkt door deze woorden besloten d e Stijl-leden démontrer, comme le s autres pays, le s tendances de s diffé- zich niet onbetuigd t e laten. "Wil d e z e vertegenwoordiging rents groupes, l a Commission Néerlandaise a refusé radicale- de r 'Stijl-groep' aa n d e verwachtingen beantwoorden, zo o za l ment I e groupe D E STIJL."42 Door he t ontbreken va n D e zij o p grooteren schaal da n to t dusverre mogelijk was, ge - Stijl, zo u d e inzending geen enkel teken vertonen va n d e voerd moeten worden", aldus Van Doesburg in zijn brief aan 'esprit nouveau' in Nederland, aldus het schrijven. Het appel D e Bi Leuveling Tjeenk.39 He t zo u daarom wenselijk zijn was behalve door C. van Eesteren, G. Rietveld, V. Huszar en, een deel van de subsidie aan de Stijl-groep toe te kennen. merkwaardigerwijs, J . Wils oo k ondertekend door diverse Met wat extra 'bijspijkering' van de kunstenaars zelf, zou buitenlandse kunstenaars, onder wie J. Hoffmann, A. Perret, dan d e samenwerking tussen architect e n schilder, i n d e geest A . Loos, K . Schwitters, R . Mallet-Stevens, W . Gropius e n BULLETIN KNOB 1997-6

F.T. Marinetti.43 I n ee reactie o p d e ondervonden moeilijk- Palais, deels in de Galeries de l' Esplanade des Invalides wa- heden en het wegblijven van De Stijl verbaasde J. Loudon ren geëxposeerd.51 Deze zalen, ingericht door Wijdeveld, be- zich erover, dat Van Doesburg ook geen gebruik maakte van vatten verder voorbeelden va n ameublementen, bouwbeeld- ee n andere expositie-mogelijkheid, di e he m volgens he t Fran- houwkunst, wandschilderingen, glasschilderingen e n andere se reglement werd geboden. Buitenlanders in Frankrijk kon- aan de bouwkunst verwante toegepaste kunsten (afb. 8). De den namelijk van Franse zijde een plek toegewezen krijgen meeste voorwerpen - uitgezonderd de meubels - waren in re- om t e exposeren. Tevens ontging d e gezant he t verband tus- productie o f al s gipsafgietsel vertegenwoordigd. Slechts ee n se n he t besluit va n Va Doesburg o m va n deze laatst ge - glas-in-lood raam va n A . Derkinderen ui t d e Koopmansbeurs noemde mogelijkheid geen gebruik t e maken e n d eerder ge - e n smeedijzeren hekken va n J.M. va n de r Meij's Scheepvaar- nomen negatieve beslissing va n d e tentoonstellingscommis- thuis, waren vanuit Amsterdam naar Parijs getransporteerd.52 sie.44 D e fotocollectie ga f ee n overzicht va n overwegend expressio- D e vaak herhaalde bewering da t D e Stijl door d e Nederland- nistische architectuur in de trant van de Amsterdamse School. se organisatie werd geweerd van de Parijse tentoonstelling en Bij d e toegepaste kunsten bepaalde he t werk va n d e i die door het appel min of meer in het leven was geroepen, is commissies vertegenwoordigde kunstenaars het beeld. Een dus slechts te n dele waar.45 Al s zelfstandig opererend collec- van d e uitzonderingen wa s ee n slaapkamer-ameublement va n tief werd D e Stijl afgewezen, individueel werden d e genoem- S . va n Ravesteyn, i n zwart, wi t e n grijstinten, uitgevoerd i n d e kunstenaars mogelijk we l allemaal benaderd vi a d e 'op- een aan De Stijl verwant idioom. Opvallende afwezige, gelet wekkingsbrieven'.46 Bovendien stond het hen vrij ander, re- o p d e titel va n d e tentoonstelling, wa s d e industriële kunstnij- center werk dan waarvan in de bewuste lijst sprake was, ter verheid.53 Oo k d e Bond voor Kunst e n Industrie (B.K.I.) ha d beoordeling aan te melden. Van Doesburg weigerde dit uit zich tot de tentoonstellingscommissie gewend met een voor- gekrenkte trots. Ou d e n zelfs Wils - di e to t d ondertekenaars stel voor een afzonderlijke, door de B.K.I. in te richten, afde- van het appel behoorde - lieten zich er daarentegen niet van ling gewijd aan de samenwerking tussen kunst en industrie. weerhouden he t gevraagde werk aa n t e melden. Beide archi- D e bond kreeg hetzelfde afwijzende antwoord al s aa n Va tecten waren inmiddels geen lid meer van De Stijl, waarvan Doesburg was gegeven. De producten die vervolgens wel d e idealen vooral no g door Va n Doesburg werden uitgedra- voor inzending waren aangemeld, hadden volgens de com- gen. Achteraf kunnen dan ook de nodige vraagtekens worden missie d e esthetische toets niet doorstaan. "Hoewel d e Ten- gezet bi j d e collectiviteit va n ee eventuele gezamenlijke bij- toonstellingscommissie in dit opzicht, wat de inzending van drage. Ook de tentoonstellingen van 1923 en 1924 waren im- ons land betreft, teleurgesteld is, kan hier thans toch gecon- mers vooral retrospectieve tentoonstellingen di e d indruk stateerd worden, da t oo k i n d e inzendingen va n d e andere na - moesten wekken va n ee hechte eenheid, di e o p da t moment ties het aesthetisch goed uitgevoerde gebruiksvoorwerp en binnen de groep reeds ver te zoeken was.47 Zijn deelname massa-product ee n zeer bescheiden plaats innam. He t ,,pièce kwam Oud op ongezouten kritiek van Van Doesburg te staan. unique" oo k daar overheerschte."54 In ee n artikel i n D e Stijl verweet deze d e Nederlandse organi- D e tweede zaal i n he t Grand Palais wa s bestemd voor d e in - satie, d e Stijlgroep ui t nijd over haar succesrijke exposities i n zending in de categorie onderwijs. Het Nederlandse kunstnij- Parijs, t e hebben geweerd o p d e Exposition de s Arts Décora- verheidsonderwijs werd vertegenwoordigd door het Instituut tifs. In plaats daarvan was Nederland volgens hem vertegen- voor Kunstnijverheidsonderwijs uit Amsterdam, de School woordigd door slechts één andere groep, namelijk de Wen- dingengroep. "Ook de medewerking van den twijfelarchitect Oud hoefde men niet te vreezen. Deze toch bekeerde zich reeds lang e n i de r daad to t de n Liberty-Wendingenstijl (men zi e de n cottagebouw "Oud-Mathenesse" t e Rotterdam en d e decoratieve gevelarchitectuur va n he t café "D e Unie")."48 Dat deze kritiek vooral Oud en niet Wils gold, heeft waarschijnlijk t e maken me t he feit da t Va n Doesburg met Oud werkelijk had samengewerkt terwijl hij met Wils slechts contacten had onderhouden.49

De inzending voor de zalen Oud wa s i n Parijs uiteindelijk vertegenwoordigd me t foto's van Ou d Mathenesse/het Witte Dorp (1922-1924) e n woning- bouw i n d e Rotterdamse wijk Tussendijken (1920). Wils stuurde foto's i n va d e N.H. kerk i n Nieuw-Lekkerland (1916-1923) e n he t foto-atelier va n Berssenbrugge i n De 50 Haag (1921). D e foto's maakten deel ui t va n ee collectie Afb. 8. Nederlandse zaal in de Galeries de l'Esplanade, ingericht door van ongeveer 250 architectuurfoto's, die deels in het Grand H.Th. Wijdeveld, Parijs 1925. Uit: Bouwkundig Weekblad (1925). 21 2 BULLETIN KNOB 1997-6

d e Porte Concorde, za g d e bezoeker he t paviljoen, door d e ri j bomen heen, eerst van opzij. Na om een van de vijvers heen te zijn gelopen kon hij achter langs een vrijstaande ingangs- muur to t he middenpad gaan, waarover hi j d e ingangsdeur kon naderen. Kwam hi j ui t d e richting va n he t Grand Palais, da n za g hi j he t paviljoen weliswaar meteen va n voren, maar moest hi j alvorens he t e kunnen betreden eerst va n richting veranderen en om de muur heen lopen. Deze bakstenen muur wa s i n he t midden verhoogd e n bekroond me t ee n vlagge- mast, naar ontwerp van J.L.M. Lauweriks, voorzien van een vlag gemaakt door he t Instituut voor Kunstnijverheidsonder- wijs.59 Aan de achterzijde was de muur deels gepleisterd en Afb. 9. J.F. Staal, het Nederlands paviljoen. Parijn 1925. Plattegrond voorzien va n ee zwevende betonnen bank, vanwaar d e be - van he t gebouw e n he t omliggende terrein. Uit: Bouwkundig Weekblad schouwer recht op de toegangsdeur keek. Langs het pad had (1925). Staal de vijverranden bij wijze van decoratie vervangen door gemetselde bakstenen blokken. Aan de zijde van het pavil- voor Bouwkunde, Versierende Kunsten e n Kunstambachten joen ha d hi j z e verhoogd, waardoor z e deel uitmaakten va n uit Haarlem e n d afdeling Decoratieve Kunst va n d e Acade- d e randen va n grote, me t roze begonia's gevulde, bloembak- mie voor Beeldende Kunsten e n Technische Wetenschappen ken voor en langs het gebouw.60 uit Rotterdam. In de zaal werd een overzicht gegeven van het O p he t eerste oo g straalde he t paviljoen vooral massiviteit ui t werk van studenten aan de betreffende scholen. De catalogus door de rode bakstenen muren en het zwaar overhangde, licht gaf, in aansluiting hierop, een uiteenzetting van de methode geknikte dak. dat gedekt was met rood-bruine leipannen. Dit en d e opzet va n da t onderwijs.55 D e zaal wa s door d e scholen dak had drie zijden en leek, zoals W. Roëll terecht opmerkte, zelf ingericht, onder supervisie va n Wijdeveld. Te n gevolge als een kap van een 'Oud-Hollandsche' schouw bevestigd aan van het feit dat het overgrote deel van de Nederlandse inzen- de achtergevel, die in de vorm van een klokgevel hoog was ding over drie zalen wa s verspreid, werd he t paviljoen va n J.F. Staal d e blikvanger va n d e Nederlandse bijdrage.

He t paviljoen In d e serie buitenlandse paviljoens o p d e noordelijke Seine- oever, aan d e Cours la Reine - een echte 'Rue d e s Nations' - bevond he t Nederlandse zich aa n d e oostzijde, dicht bi j d e Porte Concorde. D e plek, di e daar voor he t gebouw te r be - schikking stond, wa s ne t al voor d e meeste andere landenpa- viljoens. zeer beperkt. E r werd daarom gekozen voor ee n bouwwerk dat meer een ontvangsthal dan een tentoonstel- lingsruimte was.56 He t paviljoen diende, volgens d e tentoon- stellingscommissie, "f...l het meest karakteristieke moment in d e hedendaagsche kunst, d e samenwerking tussen de n archi- tect me t verschillende kunstenaars, t e demonstreeren."57 He t resultaat was een 'Gesamtkunstwerk', een synthese van ar- chitectuur en decoratieve kunsten, die in zijn geheel als een o p schaal l : uitgevoerde inzending ko n worden beschouwd. He t vierkante gebouwtje na m ongeveer d e helft i n va he t be - schikbare terrein (afb. 9). De andere helft werd gebruikt voor de aanleg van een entree-gebied, waardoor het bezoek aan het paviljoen langzaam werd ingeleid. Volgens M. van Stralen en B. Lootsma maakten de vijvers ter weerszijden van het in- gangspad het betreden van het gebouw tot een ritueel.5X Maar meer nog dan door de vijvers, werd het betreden een ritueel door d e oriëntatie va n paviljoen e n entree-gebied. D e ingang lag niet aa n d e zijde va n d e Cours l a Reine o f d e Seine, maar was een kwartslag gedraaid en gericht op het westen. Hier- door werden d e bomenrijen langs d e Cours e n d rivier oo k .4/7?. 10. Het Nederlands paviljoen, Parij* 1925. voorzijde. NAi. archief onderdeel van de totale compositie (afb. 10). Komende vanaf Tentoon stel lings raad. supplement. BULLETIN KNOB 1997-6 213

dere kunstenaars (afb. 1 2 e n 1.3). S t a a l tekende voor he t par- ket-gedeelte van de vloer, de lambrisering van horizontale palissanderhouten planken, het meubilair en een tweetal opengewerkte ijzeren schermen, voor d e glaswanden te r weerszijden va n d e ingang. He t 'losse' meubilair - o p beton- nen voeten - was schaars: een bank op het podium en twee lange, leuningloze banken voor d e zijwanden. Deze waren van palissanderhout, evenals de combinaties tafel-met-kast, die in de voorste hoeken aan de lambrisering vast zaten. De bank o p he t podium bestond ui t twee delen me t ee n midden- kolom en was van lichtgroen gemetalliseerd beton63 en voor- zien van een rijkgekleurele gobelinbekieding van Jaap Gid- ding. O p d e middenkolom tussen d e bankhelften in , stond ee n bronzen beeldje van J. Mendes da Costa, voorstellende de Heilige Anna. Aan de voorzijde eindigde de middenkolom in ee n betonnen ko p va n J . Radecker. Rond he t podium wa s d e lambrisering gemaakt va n goudkleurige, ebonieten platen, Afb. II . He t Nederlands paviljoen, Parijs 1925, situatie me t open naar ontwerp va n C , L i o Cachet. Hierboven, bevond zich i n portiek, NAi, archief J.F. Staal, inv. n r . pf. 37. de achtergevel een tweetal liggende glas-in-loodramen van R. Rol an d Holst, me t personificaties va n d e Da g en . Nacht, waarvan d e overwegend gele e n blauwe kleurzetting i n he t opgemetseld.61 Bi j nader inzien bleek d e voorgevel groten- ochtendlicht goed to t zijn recht, kwam.64 Voor ' t overige wa - deels t e bestaan ui t ee n glazen wand, di e te n opzichte va n d e ren e r aa n deze zijde va n he t paviljoen hier e n daar kleine ge - lage borstwering enigszins naar voren sprong. Om de hoeken. polychromeerde sculpturen va n mens- e n dierfiguren aange- liep deze glaswand over d e hele breedte va n d e zijgevels door bracht, gemaakt door Radecker. O p d e tegenover liggende in ee n horizontale strook onder he t dak. Te n opzichte va n d e muur boven d e ingangsdeur ha d Lion Cachet he t Nederlandse muren sprongen deze glazen stroken juist sterk naar binnen. wapen me t twee leeuwen geschilderd (afb. 13). Ee n deel va n De hoge kap rustte op een vrijdragende contractie, die in het de vloer was gelegd met linoleum in eer» abstract geometrisch interieur was weggewerkt, achter de wandbetimmering. Ten patroon ontworpen, door A . Kurvers. Hierop lagen drie kle- opzichte va n d e glazen stroken sprong deze dakconstructie den: in het midden een kleed met vissenmotieven in zwart-, ook weer in, zodat, de binnenruimte onder het dak sterk, ver- wit- e n grijstinten va n T . Poggenpeek; links e n rechts achter smalde (afb, 7) , Voor d e entree wa s ee n uitstekend portiek de banken lagen respectievelijk een pa.ars-.rood kleed niet gol- gemaakt, met twee dubbele deuren, een inpandige en een uit- vende lijnen van mej. J. de Jong en een kleed, van Hildo Krop pandige. Deze laatste was voorzien van een abstract patroon met een rechthoekige compositie, in zwart, geel en blauw. Het in de nationale kleuren rood, wit en blauw, waarboven in zware vierkante letters d e tekst 'Nederland Pays Bas' wa s t e lezen. Foto's en tekeningen, van het paviljoen tonen ook. een variant va n d e ingangspartij (afb. 1.1). I n deze variant wa s he t portiek aa n d e voorzijde open. D e lambrisering va n horizon- tale planken» di e naar d e entree to e 'zig-zaggend' omhoog liep, was aan de voorzijde om. het kozijn heen 'gekruld*. Aangezien op sommige foto's van deze variant van begroei- ing i n d e bloembakken nauwelijks sprake i s e n r da oo k nog geen bloempotten langs he t middenpad staan, ka n ervan uitgegaan worden, dat dit de eerste fase van. uitvoering is ge- weest. Later moet de organisatie besloten hebben om het por- tiek - bijvoorbeeld, uit veiligheidsoverweginge n - alsnog te voorzien van de buitendeur die Staal ook al in zijn eerste ont- werpen ha d getekend.62 Het interieur bestond uit een grote, hoge ruimte, w a a r i n tegen de achterwand een podium was aangebracht tussen twee klei- ne, half afgescheiden ruimtes voor respectievelijk de gardero- be en een kantoortje. Deze ruimtes sprongen, t e n opzichte van Afl). 12, interieur Nederl&nés paviljoen (Parijs 1925) futar de oostzijde. d e achtergevel enigszins uit. He t kantoortje opende me t ee n J.F. S'laal m.ni.v. J. Gidéing, J, Mende,1* da Costa, J, Radeckef, C, Lion deur o p he t terras achter he t paviljoen. He t interieur wa s ee n Cachet en K. Kotand Holst. NAi, archief Tentfionstellingsraad, inv. «r. staalkaart va n d e samenwerking tussen d e architect e n d an - O.C. 489, 214 BULLETIN KNOB 1997-6 kantoortje wa s ingericht door H , Wouda e n he t glas-in-Iood- werk i n he t portiek wa s va n E , Wichmann. Door he t glas on - der het ver overstekende dak werd het interieur overdag op ee n indirecte manier belicht. Ee n smalle glazen strook boven in d e knik va n he t da k zorgde e r bovendien voor, da t oo k d e binnenzijde van het dak indirect van daglicht werd voorzien, ' s Avonds werd eenzelfde effect bereikt me t behulp va n on - de r d e witte daklijst aangebrachte lampen — i n cobaltblauwe lampenhouders - e n werden oo k d e ramen va n Roland Holst van buiten door lampen, beschenen.65 De verlichting was zo bewust ingezet o m d e materiele synthese va n d e veelkleurige kunstwerken op een immateriële wijze te vervolmaken. In de achtergevel hadden Nederlandse metselaars een ty- pisch staaltje Hollands siermetselwerk gerealiseerd (afb. 14),<:* Centraal waren, d e achtersteven e n d spiegel va n ee schip verbeeld, terwijl he t me volle zeilen - behangen me t wapens en schilden — d e woeste golven doorkliefde. O p deze manier werd Nederland onmiskenbaar als zeevarende natie gesymbo- liseerd. Aan de geveltop bevonden, zich, in een waaiervorm, elf gepolychromeerde aardewerken provinciewapens, ge- maakt door L. Zijl.67 Op postamenten op de uitbouwtjes en aan weerszijden va n d e aanzet va n d e topgevel ha d Hildo Krop te r plekke ui t steen koppen e n figuren gehakt. D e figu- ren waren gericht op de voorzijde van het paviljoen, vanwaar ze zichtbaar moesten zijn. Het terras werd aan de achterzijde afgescheiden door een bakstenen muur, die als een scherm voor he t gebouw wa s geschoven. I n he t verlaagde midden- deel hiervan was in eenzelfde lettertype als het opschrift van d e voorzijde, 'Hollande' gemetseld,

of School? Afb, 14. Achtergevel Nederlands paviljoen. Parijs 1925, J.F. Staal m.m.v. L. Zijl en H. Krop. NAi, archief J.F. Staat, map 37, Het paviljoen was e.en gebouw met twee gezichten: expres- sief baksteenwerk aan de achtergevel en een strakkere vor-

mentaal aa n d e voor- e n zijgevels. Staal combineerde d e stijl van de Amsterdamse School niet een kubische variant van het expressionisme, die invloeden van de architectuur van F. Lloyd Wright vertoonde. I n he t werk va n Staal wa s di t ge - bom? een aanzet van de overgang van Amsterdamse School naar een functionelere architectuur,68 Deze ambivalentie in he t paviljoen brengt Van. Stralen e n Lootsma to t d e voorzich- tige veronderstelling, da t Staal d e decoraties va n d e achterge- vel kreeg opgedrongen.*9 Staal zelf lijkt ze gelijk te geven: in de eerste ontwerpen had hel: metselwerk van de achtergevel ee n abstract patroon, da t later i s verruild voor he t scheepsta- fereel (afb, 7 e n 14),"m O f deze observaties echter oo k gekop- peld kunnen worden aa n d e conclusie, da t d e Amsterdamse School me t di paviljoen officiële nationale e n internationale erkenning kreeg, i s onwaarschijnlijk.71 D e samenstelling e n d e werkwijze va n d e organisatie torten immers aan, da t ande- re clan Anisterdaiii.se Sehool~vaiiant.ee op voorhand niet tot d e mogelijkheden behoorden. D e Amsterdamse School werd Afb. 13. Interieur Nederlands paviljoen (Parijn 1925) naar de westzijde. J. f . Siiu.il rw.rii.v. C, Uon Cüdiel, A. Karvers, T, Poggenpeek, ,L df Jong, dus vooral erkend door de commissieleden die deze architec- H. Knip en E. WichfKani'i. N Ai, archief Teni&{)nst:eiiings'mid, tuur zelf vertegenwoordigden. supplement. Resteert no g ee n interessante vraag di e betrekking heeft o p BULLETIN KNOB 1997-6 215

de reglementaire ei s va n moderniteit. D e organisatie ha d deze 1964), Montréal (1967) en Osaka (1970). vraag in feite al vooraf beantwoord door het gebouw een 3 Zie: 1889 L a Tour Eiffel et l'Exposition Universe/le, tent. cal. M u s é e voorbeeld te noemen van het meest karakteristieke moment d'Orsay, Paris 1989. in d e eigentijdse kunst, namelijk va n d e samenwerking tussen 4 Nederland was bij deze gelegenheid (aan de andere zijde van de Sei- ne) vertegenwoordigd met een Nederlands-Indische tempel, een wit architect en kunstenaar, in navolging van H.P. B e r l a g e en geverfde copie van de Tjandi Sari. aangevuld met onderdelen van de zijn Beurs. Deze lijn werd ook uiteengezet in de Nederlandse Tjandi Sewoe e n d Boroboedoer. M . Knijn, "Nederland i n d e ri j de r catalogi e n al s zodanig overgenomen i n d e meest uitgebreide volken". Grafisch Nederland (1991) kerstnummer, pp . 24-35. Franse publicatie, die naar aanleiding van de tentoonstelling 5 S.M. M a t t h i a s , "Paris 1925. E x p o s i t i o n Internationale des Arts Déco- verscheen.72 En hier viel, welbeschouwd, niets tegen in te ratifs et Industriels Modernes". in: J.E. F i n d l i n g & K.D. P e l l e (ed.). brengen. Van Doesburg trok natuurlijk wel stevig van leer: op. cit. ( n o o t 2). 6 "Reglement. Conditions Générales d'Admission. Art. 4" , in : Exposi- "Zoo werd de hollandsche architectuur vertegenwoordigd tion Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes. Ca- door een afgrijselijke baksteenmassa, geornamenteerd met de talogue General OffJciel, Paris 1925. p . 18 nationale wapens e n versierd me t eenige uitdrukkinglooze 7 Groep l , architecture, telde ze s klassen; groep II , mobilier, dertien baarpoppen boven op het hollandsche boerendak - alles met klassen; groep III, p a r u r e , vijf klassen; groep IV , arts d u theatre, d e de arrogante allure van monumentale, nationale, orchestrale la rue et des jardins, drie klassen en groep V. enseignement, tien tempelarchitectuur."73 Hij stipt hier een aspect aan dat ook klassen. 8 "Verdrag nopens internationale tentoonstellingen. Parijs, 22 novem- J.P. Mieras belangrijker vindt da n d e moderniteit. "Het p a v i l - ber 1928", vertaling, Staatsblad va n he t Koninkrijk de r Nederlanden joen is niet modern. Het heeft nieuwe vormen, maar is in zijn 2 7 januari 1933, p . 32 opzet traditioneel, du s niet modern. Wa t d e modernisten o p 9 B. Schroeder-Gudehus & A. Rasmussen, op. cit. (noot 2), pp. 39-55 den voorgrond stellen, d e zakelijkheid, d e verschijning i n d e en 239-242. wereld va n mechanisatie e n va industrialisatie, i s n he t Hol- 10 B . Hillier, Ar t Déco o f th e 20 s an d 30s, London 1985. p . 13 ; P landsche paviljoen totaal genegeerd.[...J Maar het is een vol- Greenhalgh, op . cit. (noot 2) , pp . 164-168. l l He t Pavillon d e l'Esprit Nouveau, da t L e Corbusier samen me t Pierre komen weergave va n dat, waarnaar he t kunstzinnige intellec- Jeanneret bouwde, kreeg een plek toegewezen in de schaduw van het tueele Holland gedurende d e afgeloopen twintigste eeuw zijn Grand Palais. Omdat d e bomen daar niet gekapt mochten worden, verlangens heeft gericht. En daarom is dit paviljoen een echt moest L e Corbusier zijn paviljoen o m ee n boom heen bouwen. D e mooi Hollandsch paviljoen." E n W.F.A. Roëll oppert: organisatie probeerde het gebouw, uit onvrede met de opvattingen "Sommige menschen zien e r ee n eenzijdige uiting de r z.g. van de architect, zo lang mogelijk aan het zicht te onttrekken d.m.v. Amsterdamsche School in , maar daar i s he t althans uiterlijk ee n houten schutting. N a he t ingrijpen va n d e Franse minister va n Cultuur werd deze uiteindelijk toch neergehaald. Zi e voor L e Corbu- veel t e sober voor: me n ka e r evengoed rationalistische e n sier: L e Corbusier, "L e Pavillon d e 1'Esprit Nouveau". Vient d e Pa - geometrische motieven de r voorgaande e n navolgende school raitre (1925) numero special "Les Arts Décoratifs Modernes 1925", in vinden, evenals aanknoopingspunten bi j d e 17 eeuw: alles pp . 106-108; W . Boesiger e n H . Grisberger, L e Corbusier 1910- bij elkaar genomen is het, z o n d e r typisch modern te zijn, een 1965, Zürich 1967; S . vo n Moos, L e Corbusier. Elemente einer Syn- sprekend samenvattend voortbrengsel onzer architectuur."75 these, Frauenfeld/Stuttgart 1968. Hiermee lijken de recensenten het Nederlandse paviljoen 12 Zi e voor Melnikov: S . F Starr, Melnikov. Solo Architect i n a Mass Society, Princeton (New Jersey) 1978. toch te beoordelen op het enige aspect, waarop de organisatie 13 Deze initiatieven hadden in 1920 i n eerste aanzet geleid tot een zich niet speciaal lijkt te hebben bezonnen, namelijk de Ne- 'voorlopige commissie uit de samenwerkende verenigingen voor derlandse identiteit. Wellicht i s di e bescheidenheid daar no g plannen tot het houden van Periodieke Tentoonstellingen'. De Ten- het beste voorbeeld van. toonstellingsraad bestond ui t 1 3 leden, waarvan 3 va n d e B.N.A., 3 van A. et A., 3 van de Nederlandsche Vereeniging van Ambaehts- en Nijverheidskunst (V.A.N.K.), 2 van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers (N.K.B.) e n 2 va Opbouw, [ n 1938 traden d e Alge- Noten mene Katholieke Kunstenaars Vereniging (A.K.K.V.) en De 8 tot dit orgaan toe, n a 1938 gevolgd door de Gebonden Kunstenaars Federa- 1 Zie voor de Nederlandse nijverheidstentoonstellingen: T.M. E l i ë n s , tie (G.K.F.). Opbouw had de Tentoonstel l i ngsraad eind 1927 alweer Kunst Nijverheid Kunstnijverheid. Nederlandse nijverheidstentoon- verlaten. J.P. B a e t e n , Inventaris/catalogus Tentoonstellingsraad voor xtellingen als spiegel van de Nederlandse kunstnijverheid in de ne- Bouwkunsten Verwante Kunsten,inleiding, Nederlands Architectuur- gentiende eeuw, Zutphen 1990. instituut, Rotterdam 1994, pp. 1-6. 2 Voor deze historische inleiding is gebruik gemaakt van: W. Friebe, 14 J. de Bie Leuveling Tjeenk en J. Luthmann, "Reglement van den Architektur de r We/tausstellungen 1851 bi s 1970, Leipzig 1983; P . Tentoonstellingsraad voor Bouwkunst e n Verwante Kunsten", vast- Greenhalgh, Ephemeral vistas. Th e expositiims universelles. great gesteld op 28 februari 1923. Bouwkundig Weekblad 44 (1923) 12, pp. expositions an d world's fairs, 1851-1939, Manchester 1988; J.E. 127-129. D e hoofdtaak ha d rechtstreeks t e maken me t he feit da t ar - Findling & K.D. Pelle (ed.), Historica/ Dictionary of World's Fairs chitectuur en toegepaste kunst steeds werden geschrapt van de be- and Expositions, 1852-1988, New York/Westport, Connecticut/Lon- langrijke vierjaarlijkse Internationale en Stedelijke Tentoonstelling don 1990; B. Schroeder-Gudehus & A. Rasmussen, Les fastes du van Kunstwerken door Levende Meesters, georganiseerd door Arti e t progrès. L e guide de s Expositions universelles 1851-1992, Paris Amicitiae e n d gemeente Amsterdam. 1992. De bekendste tentoonstellingen na 1851 werden gehouden in 15 Nederlands Architectuurinstituut. Rotterdam, archief Tentoonstel- Parijs (1855; 1867; 1878; 1889; 1900; 1925; 1937), Philadelphia lingsraad voor Bouwkunst en Verwante Kunsten (NAi, archief Ten- (1876), Antwerpen (1885; 1894; 1930), Chicago (1893, 1933), Brus- toonstellingsraad), inv. nr . d 48 : "Nederland o p d e tentoonstelling t e sel (1897; 1910; 1 9 3 5 ; 1958). Barcelona (1929), Ne w York (1939, New-York", verslag van het standpunt van de Tentoonstellingsraad 216 BULLETIN KNOB I99?-6

in het conflict met de regeringscommissie van de tentoonstelling in commissie va n uitvoering d.d. 17-12-1924. Ee n voorstel va n d e Bi New York 1939. Leuveling Tjeenk o m d e malcontenten, d e inzenders e n d tentoon- 16 Ministerie va n Onderwijs. Cultuur e n Wetenschappen. Zoetermeer, stellingscommissie in vergadering bijeen te roepen, werd afgewezen. archief Afdeling Kunsten en Wetenschappen, (1866-) 1918-1940 en 31 J. de Bie Leuveling Tjeenk, "De Nederlandsehe Afdeeling op de onder deze afdelingen ressorterende diensten, buro's e.d. va n he t Mi - Tentoonstelling te Parijs in 1925". Bouwkundig Weekblad 45 (1924) nisterie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen [deel 1] (OC en 52, pp. 543-544 en Architectura 29 (1925) 2. pp. 9-11. I n Architectu- W , Afd. K e n W [I|). inv. nr . 647: u i t n o d i g i n g aa n jhr. H.A. va n Kar- ra. het huisblad van A. et A. werd dit bericht gevolgd door een com- nebeekd.d. 29-5-1923. mentaar van de redactie, waarin deze de kritiek op A. et A. als 'non- 17 Ibidem: brief aan minister J.Th. de Visser d.d. 25-3-1924. In deze sens' va n d e hand deed. brief wees de Tentoonstellingsraad op het belang van deelname en 32 J. de Bie Leuveling Tjeenk, op. cit. (noot 23). p. 224. het feit da t d e Franse organisatie ee n zeer gunstige plek ha d gereser- 33 NAi. archief J.F. Staal. inv. nr. pf 37.1: ontwerptekeningen, waarvan veerd voor een Nederlands paviljoen. ee n gedateerd i s o p 25-4-1924. Tijdens d e oprichtingsvergadering 18 D e particulieren brachten f l 100.000,-- bijeen, waarna he t Rijk, door van d e vereniging o p 1 6 juli 1924, werd d e mededeling gedaan da t een wijziging in de staatsbegroting, fl 50.000,-- subsidie toekende. Staal e n Wijdeveld voor hu n taken waren aangezocht. Zi e noot 19 . 19 OC en W, Afd. K en W [I|, inv. nr. 647: n o t u l e n oprichtingsvergade- 3 4 O C e n W , Afd. K e n W [I], inv. nr . 647: brief d.d. 17-6-1924. ring d.d. 16-7-1924. 35 "Lijst van werk, dat voor inzending gevraagd zal worden", op. cit. 20 Algemeen Rijksarchief, s'-Gravenhage. Tweede Afdeling, archief (noot 23) en "Mededeelingen. De Tentoonstelling te Parijs in 1925". van d e Nederlandsche Handel-Maatschappij (ARA-U. NHM), inv. Bouwkundig Weekblad 4 6 (1925) 20 . pp 281-282. He t zi j hier voor nr. 7972: Verslag van de in 1925 te Parijs gehouden Internationale d e volledigheid nogmaals herhaald, da t me inzending alleen d e in - Tentoonstelling va n Moderne Decoratieve e n Industrieele Kunst, s.l. zending voor d e twee zalen wordt bedoeld. D e eerste lijst bevat 19 5 s.a.. Zie ook: Bouwkundig Weekblad 45 (1924) 36 en 38. pp. 350-351 namen van kunstenaars (of kunstenaars-combinaties), waarvan er en 369-372; Bouwkundig Weekblad 47 (1926) 22, pp. 221-225. Het 145 terug komen o p d e lijst va n inzenders, di e i n totaal 29 0 namen Koninklijk Besluit va n d e oprichting va n d e vereniging dateerde va n bevat. Bi j deze vergelijking is/zijn d e combinatie(s) va n kunstenaar 16 september 1924. Op 29 mei 1926 werd de vereniging door Konin- en werk(en)/categone vergeleken. Van de 50 kunstenaars, die op de gin Wilhelmina officieel weer ontbonden. uiteindelijke lijst me t hu n gevraagde werk niet terugkomen, zijn e r 21 D e leden va n d e commissie va n uitvoering waren: E . Heidring, voor- 10 wel met ander werk, in een andere categorie, vertegenwoordigd. zitter, mr . P Hofstede d e Groot, vice-voorzitter. mr . A.E. vo n Saher 36 Op de "lijst van werk. dat voor inzending gevraagd zal worden", secretaris, jhr. Ja n Six, adjunct-secretaris, mr . H.K. Westendorp, mr . staan deze kunstenaars genoteerd met de volgende werken: Oud. wo- M.I. Duparc, mr . D Crena d e Jongh, ir . J d e Bi Leuveling Tjeenk ningblok Rotterdam e n huis Noordwijkerhout; Wils, kerk Nieuw en E. Kuipers. De commissie van uitvoering was tevens het bestuur Lekkerkerk l s i c ] , woningbouw Den Haag en interieurfotoatelier van de vereniging. Na het overlijden van M.I. Duparc (referendaris, Berssenbrugge; Rietveld, winkelpui Kalverstraat; Van der Leek, chef afdeling Kunsten en Wetenschappen) werd diens ambtelijk op- wandschildering opdracht Kunstverbond en affiche Batavierlijn; Van volger P. Visser op 18 j u l i 1925 in de commissie benoemd. Doesburg, glas-in-lood; Huszar, glas-in-lood. P.W. va n Leusden e n 2 D e derde zaal wa s bestemd voor d e inzending va n he t kunstnijver- C . va n Eesteren komen o p beide lijsten niet voor. heidsonderwijs. ARA-11. NHM. inv. nr. 7972: De Nederlandsche Af- 37 E.J. van Straaten. Klare en lichte, gesloten ruimten, geaccentueerd deeling op de Internationale Tentoonstelling van Moderne Decora- door diepe en pure kleuren, het werk van Theo van Doesburg in de tieve en Industrieele Kunst te Parijs in 1925, s . l . s . a . . Voorwaarden architectuur, proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam 1992. p. 115. van Deelneming. Schema va n Inzending (september 1924). Zi e ook: In april 1924 schreef Va n Doesburg aa n Va Eesteren, da t hi j d e ma - Bouwkundig Weekblad 4 5 (1924) 38 . pp 369-372. quettes van Maison Rosenberg graag zou willen tonen in 1925. Ibi- 23 OC en W. Afd. K en W [I], inv. nr. 647: "'streng vertrouwelijke' dem, p . 93 lijst va n werk, da t voor inzending gevraagd za l worden" e n enkele 38 Theo van Doesburg Archief. Rijksdienst Beeldende Kunst (Van copieën van 'opwekkingsbrieven'. J. de Bie Leuveling Tjeenk, "Ver- Moorsel Schenking). De n Haag (R.B.K.), arch. nr . 1239: brief d.d. slag betreffende d e werkzaamheden va n d e tentoonstellingscommis- 20-11-1923. sie voor de Nederlandsche Afdeeling op de Tentoonstelling te Parijs 3 9 Ibidem, arch. nr . 1235: brief d.d. 29-8-1924. 1925". Bouwkundig Weekblad 47 (1926) 22 (en 23), p. 223. 4 0 Ibidem: brief d.d. 4-9-1924. Va n Doesburg ha d e kosten voorlopig 2 4 Ir . J d e Bi Leuveling Tjcenk, B.T. Boeyinga. "D e Nederlandsehe geschat o p f l 10.000,-. Afdeeling o p d e Internationale Tentoonstelling va n Moderne Decora- 41 Ibidem: brief d.d. 7-10-1924. Reactie op de brief van Van Doesburg tieve en Industrieele Kunst te Parijs in 1925", Bouwkundig Weekblad d.d. 1-9-1924 (niet aanwezig in archief). 45(1924)36, pp. 350-351. 4 2 Ibidem, arch. nr . 1240. "Appel d e Protestation contre I e refus d e l a 25 OC en W, Afd. K en W [I], i n v . nr. 647: b r i e v e n d.d. 9-10-1924. 13- partieipation du groupe "De Stijl" a l'Exposition des Arts Décoratifs 10-1924. l 1- 1 1-1924 e n 12-11-1924. (Section Pays-Bas)", De Stijl 6 (1924-25) 10 & 11. p p . 149-150 (re- 26 ARA-II, NHM, inv. nr. 7972: notulen vergadering verenigingsbe- print 1968, p . 439). stuur d.d. 30-12-1924 en 15-1-1925. 4 3 I n haar bijdrage over Gerrit Rietveld in : C . Blotkamp e.a.. D e ver- 27 OC en W. Afd. K en W |I|. inv. n r . 647: b r i e f aan minister d.d. 25-4- volgjaren van De Stijl 1922-1932, Amsterdam/Antwerpen 1996. p. 1925. 238. citeert Marijke Küper een brief die Rietveld aan Oud schreef 2 8 He t i s niet ondenkbaar da t deze Rotterdamse kritiek mede aanleiding m.b.t. he t appel. Hi j probeerde Ou d over t e halen o m he t appel oo k t e heeft gegeven tot het vertrek, in 1927, van Opbouw uit de Tentoon- ondertekenen. D e anders o p d e achtergrond opererende Rietveld stellingsraad. D e Rotterdamse leden va n d e Tentoonstellingsraad L . toonde zich i n deze brief juist zeer betrokken bi j D e Stijl. Bolle, W.H. Gispen, A. Otten en L.C. v a n der Vlugt maakten geen 4 Theo va n Doesburg Archief. R.B.K., arch. nr . 1239: brief d.d. 2-1- deel uit van de tentoonstellingscommissie. J.P. B a e t e n suggereert in 1925. Reactie op de brief van Van Doesburg d.d. 14-12-1924 (niet verband met het vertrek uit de Tentoonstellingsraad dat Opbouw het aanwezig). I n alle zorgvuldigheid wees Loudon Va n Doesburg e r no g beleid van de Tentoonstellingsraad waarschijnlijk te behoudend eens op dat in diens zin "...de zgn. Tentoonstellingsraad, die over vond. J.P. Baeten. op. cit. (noot 13), p . 5. toelating beschikt heeft ons plan a priori geheel van de hand gewe- 29 Ibidem: brief d.d. 16-12-1924. zen", Tentoonstellingsraad vervangen moest worden door tentoon- 3 0 Ibidem: brief aa n d e minister d.d. 18-12-1924 e n notulen vergadering stellingscommissie |!|. BULLETIN KNOB 1997-6 217

4 5 Zi e bijv.: G . Fanelli, Moderne architectuur i n Nederland 1900-1940, 5 8 M . va n Stralen e n B . Lootsma, "Jan Frederik Staal 'Zuiver ee n 's-Gravenhage 1978, p . 13 1 (n 124); idem, Stijl-Architektur. De r mensch van zijn tijd'", Forum 36 (1993) 3-4, p. 42. niederlandische Beitrag zu r frühen Moderne, Stuttgart 1985, p . 95 : 59 J.P. Mieras, "De Tentoonstelling te Parijs in 1925. II", Bouwkundig C.P. Warncke, Das Ideal als Kunst. De Stijl 1917-1931, Köln 1990. Weekblad 46 (1925) 19, pp. 271-280: W.F.A. Roëll, "De Internatio- p. 172; E.J. van Straaten, op. cit. (noot 37), pp. 114-115; C. Blot- nale Tentoonstelling van Sier- en Nijverheidskunst te Parijs. I. De kamp e.a., op . cit. (noot 43), pp . 4 3 e n 238. Va n Straaten suggereert Nederlandsche inzending", Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift 35 in di t laatste werk (p.43) da t d e weigering va n Mondriaan o m he t ap - (1925) deel 70, pp. 86-93: O. van Tussenbroek, "De Internationale pel te ondertekenen leidde tot de breuk tussen Van Doesburg en Tentoonstelling van Moderne Decoratieve en Industrieële Kunsten te Mondriaan. Parijs", De Groene Amsterdammer 16 mei 1925, p. 16. Bij de be- 4 6 D e 'opwekkingsbrieven' zijn niet i n alle gevallen meer aantoonbaar. schrijving i s tevens gebruik gemaakt va n d e collectie tekeningen i n In het archief van Oud bevindt zich een dergelijke brief: NAi, archief he t archief va n Staal. NAi. archief J.F. Staal, inv. nrs. p f 3 7 e n 38 . J.J.P. Oud, lijst B. 18: brief d.d. 15-9-1924. De archieven (van de 6 0 D e kleur roze bleek aanleiding t e geven to t kritiek, omdat deze niet correspondentie) van T. van Doesburg (R.B.K.), Jan Wils (NAi) e n bij he t gebouw zo u passen. Tevens wa s e r kritiek o p he t ontbreken G . Rietveld (Centraal Museum. Utrecht) bevatten geen 'opwekkings- van beplanting i n d e rest va n he t entree-gebied. ARA-11, NHM, inv. brieven'. nr. 7972: notulen vergadering verenigingsbestuur d.d. 22-7-1925. 47 Zie: N . J . Troy, "De abstracte leefomgeving van De Stijl", in: De 61 W.F.A. Roëll, op. cit. (noot 59), p. 87. Het paviljoen rustte op een Stijl: 1917-1931, tent. cat. Stedelijk Museum, Amsterdam 1982, pp . betonnen fundering. 177 e n 185; G . Fanelli, op . cit. 1985 (noot 45), p . 75 ; C.P. Warncke, 62 NAi, archief J.F. Staal, inv. n r . pf 37. op . cit. (noot 45), p . 161; E.J. va n Straaten, op . cit. (noot 37), pp . 12 - 63 Het metallisatie-procédé van beton was van de gebroeders L. en A. 16 e n 90-120; C . Blotkamp e.a., op . cit. (noot 43), inleiding. Sanders, di e o p d eerste Jaarbeurs i n Utrecht (1917) ee n tuinhuis i n 48 T. van Doesburg, "Het fiasco van Holland op de expositie te Parijs in meerdere kleuren (ontwerp J. Gratama) in dit systeem presenteerden. 1925", De Stijl 6 (1924-1925) 10 & 11, p p . 156-158 (reprint 1968, M.T. va n Thoor, "Paviljoenbouw voor d e eerste beurzen", in : C . pp. 442-443). Bosters, Ontworpen voor de Jaarbeurs. 75 jaar Koninklijke Neder- 4 9 Zi e E . va n Straaten, op . cit. (noot 37), p . 92 ; E Taverne e n D . Broek- landse Jaarbeurs, Utrecht 1991, p. 14. huizen, "D e dissidente architecten: J.J.P. Oud, Ja n Wils e n Robert 6 4 D e ramen waren gemaakt i n he t atelier va n W . Bogtman t e Haarlem. van ' t Hoff', in : C . Blotkamp e.a., op . cit. (noot 43), pp . 363-396. Na d e tentoonstelling kwamen z e i n eigendom va n d e gemeente Am - 50 NAi, archief Tentoonstellingsraad, inv. nrs. oc 216, 218, 219, 220, sterdam en werden ze geplaatst in de aula van de HBS voor meisjes 311,492,493,494. aan d e Euterpestraat. Zie: Wendingen ll e serie (1930) 6 e n 7 , afb. 51 D e foto's behoren momenteel to t d e collectie foto's i n he t archief pp. 18-19. van de Tentoonstellingsraad (NAi). De foto's van de tentoonstelling 6 5 O f e r i n d knik va n he t da k oo lampen waren aangebracht i s niet a f in Parijs vormen d e kern va n d e collectie, di e d Tentoonstellings- te leiden uit de tekeningen of de foto's. raad later aan een architectuurmuseum had willen schenken. In 1935 6 D e bakstenen e n d metselaars werden hiervoor speciaal ui t Neder- werd de collectie vernieuwd t.g.v. de jubileumtentoonstelling van A. land gehaald, ondanks de aanvankelijke Franse bezwaren tegen dit et A.. J.P. Baeten, op. cit. (noot 13). Voor deze jubileumtentoonstel- laatste i.v.m. de grote werkloosheid in Frankrijk. Het lag in de be- ling e n voor d e inzending voor d e wereldtentoonstelling i n Brussel doeling o m he t paviljoen n a afloop i n Nederland weer o p t e bouwen. (1935) werd een selectie gemaakt door een commissie bestaande uit Door d e harde specie bleef bi j d e afbraak va n d e baksteen echter J. d e Bi Leuveling Tjeenk, S . va n Ravesteyn, D . Roosenburg, A . slechts puin over. Het paviljoen werd tot 30 cm onder maaiveldni- Siebers en P. Vorkink. veau afgebroken. ARA-II, NHM, inv. nr. 7972. In de eerste ontwer- 52 De kosten voor het uitsnijden en terugplaatsen van het raam waren pen van Staal (april 1924), die t.o.v. het uitgevoerde ontwerp slechts fl 500,-. ARA-II, NHM, inv. nr. 7972. geringe verschillen aangeven, was het patroon van het metselwerk 5 3 D e Nederlandse organisatie ha d ui t vooral financiële overwegingen van d e achtergevel we l afwijkend. NAi, archief J.F. Staal, inv. nr . p f afgezien va n ee Ned.-Indische afdeling, ee n theepaviljoen e n ee 37. theaterafdeling. 6 7 Gefabriceerd door d e Porceleyne Fles i n Delft. 54 J. de Bie Leuveling Tjeenk, op. cit. (noot 23), p. 231. De Nederland- 6 8 Zi e voor he t werk va n J.F. Staal: Forum 3 6 (1993) 3-4. se Vereniging van Aardewerkfabrikanten beklaagde zich achteraf 6 9 Ibidem, p . 43 over d e benadeling va n d e kunstindustrie bi j d e minister va n O K e 7 0 Zi e noot 67 . Ee n concrete opdracht i n deze zi n i s echter niet aantoon- W. De organisatie was ook onzorgvuldig geweest: op de lijst van ex- baar. posanten stond een firma, die al jaren daarvoor was geliquideerd. 71 G . Fanelli, op . cit. 1978 e n 1985 (noot 45), pp . 13 1 e n 95 ; H Ibe- ARA-II, NHM, inv. nr. 7972: brief d.d. 23-10-1925. lings, Nederlandse Architectuur van de 20ste eeuw, Rotterdam 1995. 55 Section des Pays-Bas a l'Exposition internationale des arts décora- p. 40. tifs et industrie/s modemes Paris 1925. l'Enseignement dans les éco- 7 2 Encyclopedie de s Arts Décoratifs e t Industriels Modernes a u XXème les d'art décoratif a Rotterdam, Haarlem et Amsterdam, Amsterdam Siècle e n douze volumes. Paris z.a. (reprint Ne w York/London 1977). 1925. Er verschenen bij de Nederlandse inzending nog twee andere 73 T. van Doesburg, op. cit. (noot 48), p. 58. catalogi: Catalogue de s oeuvres d e l a section de s Pays-Pas a l 'Expo- 74 J.P. Mieras, "De Tentoonstelling te Parijs in 1925. II", Bouwkundig silion a Paris 1925, Haarlem 1925 en l'Art Hol/andais a l'Exposition Weekblad 46 (1925) 19, p. 279. Een soortgelijk oordeel spreekt uit: Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes Paris W. van der Pluym, "Het Nederlandsen paviljoen op de Parijsche ten- 1925, Haarlem 1925. toonstelling", Maandblad voor Beeldende Kunsten 3 (1926) 9 en 10, 56 De oppervlakte van het beschikbare terrein was ca. 340 m2. J. de Bie pp. 274-282 e n 293-299. Leuveling Tjeenk, op. cit. (noot 23), pp. 223-225. 75 W.F.A. Roëll, op. cit. (noot 59), p. 88. 57 Ibidem, p. 224. (7).

J . d e Vries m.m.v. e n

D e vorige reeks dateringen i n he t Bulletin ging over kerken rende spanten op het transept een toegevoegd teken dragen in e n torens,1 Va n diverse kerken i s he t onderzoek no g niet afge- d e vorm va n ee halve cirkel niet ee n doorsnede va n circa 5 rond: andere uitbreidingen e n bouwfasen worden nader be - centimeter. Waarschijnlijk heeft men dit gedaan om de kap- keken, zoals van de Pieterskerk in Leiden, de N.H. Kerk in pe n va het: koor e n transept ui t elkaar t e kunnen houden, niet Oudewater en nieuw: de Oude Kerk in Amsterdam en de andere woorden is dit mede een argument voor plaatsing van Westerkerk i n Bakhuizen. D e dateringen ondersteunen door- koor en transept in dezelfde bouwperiode.5 In het schip (hout gaans lopend onderzoek naar de bouwgeschiedenis, meestal uit, 1459-'64) zien we eveneens gordingen en een nokgording in verband me t restauraties. He t merendeel va n d e rijksmonu- menten bestaat uit hulzen die, ondanks verbeterde inzichten en methoden traditioneel minder diepgaand onderzocht wer- den da n d e kerken. Gunstige uitzondering hierop zijn d e pu - blikaties van de Vereniging Hendrick de Keyser, de rappor- tages van het Bureau van de Rijksbouwmeester en de vele opdrachten di e overal door meest particuliere bouwhistorici worden uitgevoerd. Steeds meer eigenaren, kerkbesturen, stichtingen e.d. vragen ee n bouwhistorisch onderzoek bi j d e restauratie va n hu monument. Dergelijk bouwhistorisch on - derzoek is in principe subsidiabel waarbij de RDMZ ter .on- dersteuning bijdraagt met dendrochronologische dateringen. Samen niet de bevindingen van andere historische disciplines resulteert dit dikwijls in publikaties die soms alleen lokale verspreiding hebben. Deze dateringen komen i n he t Bulletin. Dateringen die reeds in landelijk verkrijgbare overzichtswer- ken, verschenen, blijven hier achterwege. Di t zijn Haven 30 . Koestraat 6 en Voorhaven 10 te Schoonhoven in het kader van. de Geïllustreerde Beschrijving2, Rijnstraat 71 en Vijzel- straat 7 t e Arnhem, Donkerstraat 1 3 e n 15 , Mariaplaats 9 , Mariastraat 2 8 (alle behorend to t huis Zoudenbalcb), Nieu- wegracht 2 0 e n Oudegracht 1.87 t e Utrecht, alsmede i n Zwolle Grote Markt 9, Kamperstraat 10, 11 en 27, Melkmarkt 41 en 53 , Nieuwstraat 35 , Praubstraat 25/Goudsteeg 10-12 e n Vis- poortenplas 11.3 De Zwolse en sommige Utrechtse gebouwen werden, no g me t weliswaar betrouwbare maar verouderde ap - paratuur door d e auteur zelf gedateerd. D e andere gebouwen zijn meestal uitbesteed bij mw. Hanraets en Jansma van RING, Stichting Nederlands Centrum voor Dendrochronolo- gi e t Amersfoort, e n H . Tisje t e Neu-Isenburg. In het laatste nummer van het Bulletin stond een verslag van de KNOB studiedag in Breda, waarbij de dateringen van d e Grote o f O.L. Vrouwekerk genoemd werden.4 He t koor (veldata hout 1445-1453) bezit reeds ee n nokgording e n i d spantbenen zijn gordingen en windschoren gepend. De span- ten i n he t koor hebben 'normale' telmerken va n he t type // / Afb. i. Inwendige constructie uit 1452 ± 5 mei ïredrad, korheelsteilen en aan d e en n // < aa andere zijde, terwijl d e i n 1449 date- küp in d(* Koppetpoort ie Amersfoort (jbto auteur I9S8).

PAGINA'S 218-225 BULLETIN KNOB 1997-6 219 maar hier hebben d e gesneden telmerken ee n andere bijzon- derheid. Tegenover elkaar staan daar bijvoorbeeld -l// e n ////, -l/// e n V , anders du s da n gebruikelijk.6 Verrassend waren de dateringen die met Scandinavische en Baltische standaardkurven alsnog to t stand kwamen.7 I n haar rapportage schreef Esther Jansma, destijds werkzaam bij het IP P t e Amsterdam, i n 1992: "I k be n heel lang o p zoek ge - weest, omdat ik maar niet wilde geloven dat dit materiaal geen datering zou opleveren. Alle curven en methoden van ROB en IPP zijn toegepast". Het ging om hout uit panden aan d e Oude Ebbingestraat e n d Turftorenstraat i n Groningen. Reeds i n d e bouwtijd (omstreeks 1571) va n Turftorenstraat Afb. 2. Reconstructie van de situatie rond 1510, Langestraat 111 en 113 13 zijn eiken- en grenenhout door elkaar verwerkt, beide Alkmaar (tek. P. Bitter e.a.. Wonen op Niveau 1997. :.ie noot 11}. waarschijnlijk afkomstig uit hetzelfde gebied. Hieruit blijkt da t i n Nederland toegepast eikehout niet alleen ui t he bin- nenland vi a d e grote rivieren aangevoerd werd maar oo k over Appingedam, Dijkstraat 3 0 zee. De twee groepen Groningse monsters vertoonden des- tijds niet alleen onderling correlatie maar er bleek ook over- Op verzoek van de Stichting Woonhuismonument zijn in fe- eenkomst te zijn met een ongedateerd monster uit Hoge der A bruari 1992 d e kern e n ee tussenlid va n Dijkstraat 3 0 t e Ap - 14 in dezelfde stad. Andere monsters uit dit pand waren eer- pingedam bemonsterd. De kappen waren net hersteld waarbij de r gedateerd me t d e Nedersaksische e n i iets mindere mate men oo k ou d hout va n elders gebruikte. Daarmee zijn extra me t d e Westfaalse standaardkurve.8 Di t ka n wijzen o p import risico's va n verschillend dateren geïntroduceerd. O p grond uit noordelijke richting da n we l o p he t door elkaar toepassen van d e bijzondere lokatie va n he t pand aa n d e Dijkstraat (aan van hout van verschillende herkomst. he t Damster Diep) e n he t gebruik va n grote bakstenen, werd In het kader van haar proefschrift stelde Esther Jansma in ee n hoge ouderdom verondersteld. Va n d e kern ko n door H . 1995 enkele nieuwe Nederlandse standaardkurven samen Tisje t e Neu-Isenburg destijds slechts éé n monster worden waarmee diverse objecten alsnog ee n datering kregen. Hier- gedateerd i n 1524.12 Door RING zijn begin di t jaar dezelfde toe behoort het centrale deel van de Koppelpoort te Amers- monsters opnieuw gemeten. Twee ervan ui t he kerngebouw foort.9 In 1992 w e r d e n daar zes monsters geboord die slechts konden verrassend genoeg me t ee n Scandinavische stan- 39 tot 77 ringen telden met een gemiddelde breedte van 2.84 daardkurve worden gedateerd in het voorjaar of de zomer van mm. Ondanks de grove structuur van het hout ging het om 1558.l3 Aanvullend boorde RING i n 1997 vijf monsters i n origineel materiaal da t dankzij zorgvuldige restauratie door het tussenlid, het zogenoemde nieuwe huis, waarvan twee d e gemeente gelukkig gespaard bleef (afb. 1) . Twee monsters plafondbalken ee n veldatum i n he t jaar 1483 o p l e v e r d e n . gaven in 1995 e e n datering in het jaar 1452 ± 5.10 Arnhem, Zwanenstraat 8/ 9 Alkmaar, Langestraat 113 Bij de afronding van de restauratie van deze kleine, dwarse Na ee n brand i n 1992 werd door d e Alkmaarse dienst Monu- huizen me t verdieping werden monsters ui t d e kappen ge - mentenzorg en Archeologie onder moeilijke omstandigheden boord o p verzoek va n d e restauratiearchitect Johans Kreek ee n bouwhistorische verkenning doorgevoerd. Mede dankzij (Diepenveen) en het Monumenten AdviesBureau (Nijmegen). bewaard gebleven oude bouwtekeningen ontstond het beeld Aan d e ka p va n Zwanenstraat 8 i s t e zien da t deze oorspron- van ee n tweeledig diep huis waarvan he t onderkelderde voor- kelijk richting nr . 7 langer was. Eé n ju k me t kromme, schuine huis boven d e begane grond ee n moerbalk ha d di e haaks o p benen bleef bewaard14 terwijl tegen d e eindgevel zijde nr . 9 d e voorgevel wa s gesitueerd (afb. 2) . Deze ongebruikelijke ee n ongenummerd ju k me t verticale benen geplaatst is . Hoe- oplegging plus de strijkbalken en de muurplaat aan de achter- wel het hout van de kappen er 'kansrijk' en oud uitzag, kwam zijde brachten de onderzoekers op het idee van een dwarshuis uit het onderzoek van RING geen datering ouder dan de eer- (met d e no k evenwijdig aa n d e straat) da t aanvankelijk éé n ste helft van de 16de e e u w naar voren. Eén monster kan met geheel vormde me t nr . 1 l D e scheidingsmuur bevatte ee n vrij veel onzekerheid wellicht in 1520 geplaatst worden.15 De oorspronkelijke deuropening di e vanaf ee n lager niveau i n kapconstructie doet qu a opzet ouder aan. Andere kenmerken nr. 111 t o e g a n g gaf tot de onderkelderde opkamer. De centra- zoals d e bakstenen e n d vorm va n ee sleutelstuk onder ee n le moerbalk in deze kamer werd in 1510 ± 6 gedateerd. De strijkbalk sluiten d e genoemde datering echter niet uit.16 Ui t balk behoort dus bij de eerste, dwarse opzet die een functie he t inbalken i n d e kopgevel va n nr . 8 e d verankering va n had als herberg, geheten Het Schaeck. Samen met bodem- ee n (hergebruikt?) koppelbalkje ui t 1524 o v e r d e haanhouten, vondsten staat d e bouwgeschiedenis uitgewerkt in : P . Bitter kan va n Zwanenstraat 9 gezegd worden di t pandje jonger e.a., Wonen op niveau; archeologie, bouwhistorie en historie moet zijn da n nummer 8 . Drie monsters ui t d e ka p dateren ui t van twee percelen aan de Langestraat.'' d e jaren 1543-'47.17 220 BULLETIN KNOB 1997-6

De Tijdens restauratiewerkzaamheden werd in 1991 door E, Bult van d e gemeente Delft ee n archeologisch onderzoek ingesteld binnen di t kolossale pand me t ee n grondoppervlak va n 9 x 7 2 nieter. He t blijkt: o m he t Vondelin.genhu.is ofwel Heilige Geesthuls te gaan dat eind, 15de eeuw voor een bedrag van 3000 Rijnse gulden gebouwd is,18 N a ee n aanvankelijke mis- lukking lukte het RING in twee tweede instantie wel om één enkele balk uit, di t pand t e i n he jaar 1461 ± 6.19 Hieruit blijkt dat, he t houtwerk va n di t pand i n 1536 gespaard is gebleven bi j d e grote stadsbrand.

Dordrecht, Wljnstraat 11 3 Onlangs verwierf" d e Vereniging Hendtick. d e Keyser di t pand dat vooral in de hogere geledingen een opvallend gave laat- gotische uitmonstering herbergt. De onderpui en de begane grond vertonen kenmerken ui t d e 18de eeuw. D e vraag va n de Vereniging en, de restauratie-architect A. van der Zwao was o f e r faseverschillen tussen he t voor- e n achterhuis, tus- se n d e tweede verdieping e n d zolder o f tussen he t huis e n de tegen d e achtergevel geplaatste traptoren bestaan. Aan, af - drukken i n het: gepleisterde muurwerk i s t e zien da t d e trapto- ren eertijds aanzienlijk hoger was. De genoemde bouwdelen werden afzonderlijk bemonsterd, waarbij he t aantal, boorscls met wankant helaas beperkt bleef. Toch ka n ui t d e dateringen afgeleid worden da t e r geen grote bouwfaseverschillen heb- ben bestaan. De datering van de balklaag boven de tweede verdieping, di e va n d zolder e n va d kozijnen di e toegang geven tot de traptoren schommelt rond 1493-'96, Tot de genoemde uitmonstering horen een bijzondere na- Aft). 3. Dordrecht, Wijnstraat 113: B. kap (foto auteur 1997). tuurstenen console op de eerste verdieping (aft. 3A) en een tweede verdieping met korbeelstellen. De kap heeft, een, telmerken van het type // en «; alle windschoren zijn boven borstwering en dientengevolge zijn de spantbenen geknikt, en onder gespijkerd. De hoge jukken, dragen A-spanten op hel behalve d e strijkspanten tegen d e voor- e n achtergevel, di e tweede (vliering) niveau. De top(voor)gevel van donkere Bel- rechte benen hebben (aft, 3B). Op de spanten staan gesneden gische hardsteen is grotendeels origineel.

23 Dankzij de oplettendheid van diverse onderzoekers werden tijdens d e sloop va n di t ogenschijnlijk 20e-eeuwse pandje begin 1997 onder leiding va n H,A. Heidinga va n he t IP P de Universiteit van Amsterdam documentattetekeningen ge- maakt e n bouwfragmenten veiliggesteld. Zoals elders i n Bdam, kwam, een, houtskelet tevoorschijn, hier bestaande ui t tussenbalkgebinten niet zowel gelipte als gepende korbelen, gesneden telmerken, onder andere o p d e regels, e n brede ei - kenhouten planken uit. d e linker (zuidelijke) scheidingswand van he t huis. Aa n deze zijde wa s d e voet va n d e zijgevel in - middels versteend en waren er voorzetmuren geplaatst (afb. 4A). I n d e rechter zijgevel wa s d e beplanking geheel door baksteen vervangen, waarschijnlijk i n d e 19de eeuw, toen Afb. 3. Dordrecht, Wijnstraat 113 uit circa 1496: A, natuurstenen wellicht ook de rondhouten kap is aangebracht. Het lukte niet console met houten sleutelstuk dat voorzien is van een peerkraal- d e onderdelen va n he t skelet t e dateren ondanks he t gegeven versiering (foto auteur 1997). da t e r geen a l t e grof hout i s gebruikt.20 Me t d e wandplanken BULLETIN KNOB 1997-6 221

ging het beter (aft. 4B), hoewel wankant ontbrak. Opmerke- lijk was de hoge kruiscorrelatie van één plank met een Bal- tische standaardkurve (Hillam & Tyers 1995) en drie die hoge overeenkomst hadden me t d e i n Hamburg samenge- stelde standaardkurve van Nederlandse schilderijpanelen.21 Een e n ander ka n wijzen o p va n (gezaagde) wandpa- nelen uit het Balticum. Dit soort, brede planken, ook wel wa- genschot of horden genoemd, is een typisch handelsprodukt dat over &om& grote afstand (zee) aangevoerd werd.22 De schatting va n he t aantal ontbrekende spinthoutringen i s voor Baltisch e n Pools hout anders da n voor Nederlands o f Duits hout. Volgens d e rekenmethode va n Wazny zo u d e datering van d e planken i n 1471 +9-6 vallen23; volgens onze calcula- tie i n 1482 ± ó.24

Voorhaven 2 6 In he t kader va n he t Edamse huizenonderzoek door C . Bosch- ma-Aamöudse werden uit een balkconstructie boven een ver- laagd plafond zes monsters genomen, waarvan er twee da- teerbaar waren. Beide balken zijn zogenaamde fussenmoer- balken waarvan tevens d e vraag wa s o f z e we l bi j d oor- spronkelijke opzet va n he t skelet, horen. D e oplegging va n deze balken in de zijwanden is problematisch, tenzij er van meet af aan sprake was van een dragende, bakstenen vulling. De dateringen va n d e twee balken versterkten niet. D e en e bevat wankant e n werd i n he t voorjaar o f d e zomer va n 1539 gekapt. De datering van de andere zonder wankant valt na 1542, waarschijnlijk tussen 1545 e n 1550.

Gouda, 4-6 Onderin d e overkragende achtergevel va n di t pand bevond zich ee n ou d eikenhouten venster waarvan ee n stijl me t wan- A/b. 4, Spuistraat 23 te Eeiam gedateerd omstreeks 1475: A. linker zijwand, van het pand met stijl, regel en wandplank achter een hal/steens kant ee n datering levert voor he t kappen va n he t hout: i n d e vulling {foto auteur januari 1997). winter van 1498 op 1490. Meestal is de kans op een succes- volle datering van een los monster vrij gering, maar dit exem- plaar bevatte 143 ringen en wankant.

Groningen, Oude Ebbingestraat 4 8 Reeds in december 1991 werden van. de toen. gesloopte kap o p di t pand door bouwhistoricus F.J. va n d e Waard houtmon- sters genomen die met geen enkele standaardkurve dateerbaar waren. Pa s i n maart: 199? lukte he t RING vi a ee n kurve va n Noors e n Zuid-Zweeds hout alsnog vijf monsters t e dateren waarvan e r twee wankant bevatten. Eé n wa s van. ee n boom di e i n d winter va n 1545 o p 1546 gekapt is , een. ander da - teert ui t d e zomer o f he t najaar va n 1546.25

Groningen, Turftorenstraat 13 Hier dienden zich in 1991 dezelfde problemen als hierboven A/l>. 4. Spuistraat 23 te Edam gedateerd oMstre^ks 1475: B. Iwee re aan, hoewel bleek dat: e r wé l onderlinge correlaties tussen en dg wandplanken in. gedemonteerde toestünd (foto auteur febman beide groepen en de individuele monsters van Turftorenstraat 1997). 13 bestonden. D e oplossing kwam i n 199? alsnog niet d e bo - 222 BULLETIN KNOB 1997-6

een lage knik in de onderste spantbenen waarop gesneden tel- merken van het type // en /< staan. Sporen en flieringen zijn meest vernieuwd bij herstel in de 19de o f 20e eeuw. Men kan zien dat de kap daarbij ten minste één keer volledig gede- monteerd i s geweest. Volgens Tisje zijn twee monsters goed dateerbaar i n 1502 me t d e Westduitse e n Mosel-standaard- kurven. Twee andere monsters met wankant, maar met min- de r zekere datering, wijzen o p he t jaar 1504. Z o dient he t vel- len van het hout voor deze kap in de jaren 1502-'04 geplaatst te worden. Naar verwachting komt er via bouwhistorisch en ander onderzoek binnen enkele jaren ee n uitgebreide publika- ti e over d e geschiedenis va n he t kasteel to t stand.

Houthem, St . Gerlach Bij de uitbundig versierde kerk (1723) van het voormalige adellijke vrouwenstift van St. Gerlach hoort een eveneens re- latief jong kloostercomplex da t n a ernstige verwaarlozing door architect P.A.M. Mertens ui t Hoensbroek gerestaureerd werd. Het onderzoek, voorafgaande aan en tijdens de restau- ratie, werd uitgevoerd onder leiding va n H.C. K n o o k va n d e T U Delft e n A.A.M. Warffemius va n d e RDMZ. Gezien d e architectonische vormgeving zou het complex uit de 17de eeuw kunnen dateren. Onderdelen afkomstig uit de klooster- gang ten zuiden van de doorgang in het Stiftsgebouw dateren Afb. 5. Tiirfiorenstmut 13 Groningen met een lungsdoorsnede van de echter uit 1707 waarbij de uit 1706 daterende kap met gehak- ka p ui t 1571 f t e k . F.J. va n de r Waard 1991). t e telmerken va n he t Stiftsgebouw lijkt aa n t e sluiten. Ui t d e gedemonteerde ka p va n he t Proosdijhuis werden enkele mon- sters genomen di e ui t he jaar 1712 stammen. vengenoemdc Scandinavische standaardkurve: 1571 voor het jongste monster, terwijl drie andere met wankant het hout Jelsum, Dekemastate rond 1565 dateren.26 De monsters komen uit een kap met vijf gebinten waarvan de uiterste strijkgebinten waren en alleen Op zolderniveau blijken de houtconstructies een interessant d e middelste drie ee n tweede gebint dragen (afb. 5). 27 N a a s t allegaartje van hergebruikte balken te zijn. De zolderdragen- eikenhout was er ook rechthoekig gezaagd grenen gebruikt d e balklaag i n he t westelijke deel bestaat ui t platgelegde bal- voor d e tussenhangbalken va n d e vlieringvloer e n voor d e ken, twee me t gele e n twee me t groene verf. Aa n d e gele bal- sporen. O p d e sporen e n haanhouten bevinden zich gezaagde ken zitten consoles met een laat-gotische, enkelvoudige peer- telmerken, pe r gespan steeds me t hetzelfde nummer, maar kraal-profiel daterend ui t (kort) n a 1530 ± 6.2X Wegens he t over het geheel genomen door elkaar heen geplaatst. De ge- ontbreken va n spinthout dateren d e groene balken va n a binten zijn doorgaand genummerd, dat wil zeggen door een 1633 + 8. Functieloze pengaten, dubbele (verschillende) tel- combinatie va n gesneden e n grote gehakte nummers o p d e merken op één balk en andere kenmerken tonen dat de kap onderste gebinten e n o p he t tweede niveau gegutste gaatjes van he t oostelijke deel ui t hergebruikt materiaal i s opgetrok- en kleine ingehakte streepjes. Di t soort gelijktijdige combina- ken. Ui t di bouwdeel komen eveneens twee dateringen naar ties van houtsoorten en manieren van nummeren kan reeds voren: ee n globale i n 1626 ± 6 di e ka n passen bi j d e groene vóór het midden van de 16de eeuw optreden maar dateert hier balken va n a 1633 ± 8 e n ee 2 9 nauwkeurige i n he t voorjaar kennelijk omstreeks 1571. van 1538, i n de buurt van de eerder genoemde na 1530 + 6. Twee monsters, va n d e groen geschilderde vloerbalken, cor- releren onderling z o goed30 da t z e ui éé n boom afkomstig Hees w i j k , kasteel moeten zijn. De andere tonen weinig samenhang hetgeen ook Het betreft de kap tussen de twee middeleeuwse torens boven uit de bouwhistorische kenmerken naar voren komt. Tijdens d e zogenoemde tinkamer. Deze ka p heeft forse afmetingen: de inventarisatie en ontmanteling van het huis kwamen in telkens zijn drie spanten me t flieringen boven elkaar ge - 1997 diverse fragmenten van verschillende, rijk gedecoreerde plaatst. E r zijn geen strijkspanten aangetroffen maar we l ee n (interieur?) onderdelen tevoorschijn i n d e kelders e n i d nokgording, hetgeen wijst op een niet al te hoge ouderdom. funderingen va n d e jongere bouwdelen. He t zijn onderdelen De windschoren van alle jukken zijn boven gepend en onder van ee n zandstenen, laat-gotische schouw (afb. 6) , va n ee gespijkerd. Er is een lage borstwering en dientengevolge ook gebogen tympaan en van enkele één meter hoge kariatiden BULLETIN KNOB 1997-6 223

vleugel van het gelijknamige middeleeuwse klooster. Ze ves- tigden zich in 1475-'77 te Kampen op een strook grond die kort daarvoor bij de stad was getrokken en waarvan de stads- poorten toen één decennium functioneerden.31 Van de bouw- geschiedenis getuigt oo k ee n zandstenen gedenksteen i n d e zuidwestelijke kopgevel va n d e kloostervleugel di e boven- dien vermeldt da t i n 1541 'dit cloester volbracht' was. H i e r - me e bleef d e datering va n d e noordelijke vleugel zelf enigs- zins ongewis. Zowel me t d e Westfaalse standaardkurve al s di e va n Nedersaksen konden vijf va n d e ze s geboorde mon- sters i n 1511 gedateerd worden. N a d e reformatie werd he t klooster weeshuis en kreeg het complex aan de Cellebroe- dersweg het huidige 19de-. vroeg-20e-eeuwse uiterlijk. Na jaren van leegstand, bijna brand en ingrijpend herstel door de Stichting Stadsherstel kreeg 'D e Reeve' i n 1997 ee n woon- functie. Te r gelegenheid daarvan verscheen e r ee n publikatie waarin de bouwgeschiedenis uitgebreid ter sprake komt.32

Oud-Valkenburg, kasteel Genhoes He t hoofdgebouw heeft ee n brede, gedrongen, middeleeuwse toren maar onderdelen va n d e bijbehorende 17de-eeuwse ka p (met gordingen e n gesneden telmerken) konden helaas niet gedateerd worden. D e noordvleugel heeft t e maken me t bouwactiviteiten die globaal 'in het midden van de 18de eeuw' geplaatst worden. Drie va n d e vier monsters di e i n 1992 uit de eiken kap (met gehakt e telmerken) geboord wer- den, wijzen op een datering voor het kappen van het hout in respectievelijk d e zomer va n 1748, d e winter va n 1748 o p 1749 e n d zomer va n 1749.33 D e eerdere aanname over d e datering wordt bevestigd: rond 1750 bouwde men aan de noordvleugel.

Utrecht, Achter Clarenburg 2

t» CM He t i s jammer da t he eikenhout va n d e ka p o oostzijde van he t pand niet gedateerd ko n worden. Deze hoort namelijk Afb. 6. Dekema.ïtate Jelsum, reconstructie van een zandstenen bij een verhoging uit ca. 1500-XV1A. Op de bijbehorende schouwwting op basis van twee busementblokken en een kraagx spanten staan gesneden telmerken van het type // en /> en op wellicht daterend uit 1538 (tak. E. Riiell 1997). de naar verwachting contemporaine rondhouten daksporen bevinden zich gezaagde telmerken. Het hout voor de balken van stucwerk met bakstenen kernen. Beide laatste onderdelen in he t plafond va n d e oostelijke kamer o p d e begane grond i s hebben detailleringen die kenmerkend zijn voor de renaissan- gekapt in de winter van 1378 op 1379. Uit een nis op de ver- ce . Gesteld da t a l deze zaken inderdaad hoorden bi j voorgan- dieping in de oostgevel kwamen enkele restanten van eiken- gers va n d e huidige Dekemastate, da n tekenen zich globaal houten planken me t brandsporen tevoorschijn waarvan d e da - twee bouwperioden af : 1538 waartoe w e voorlopig d e gele tering valt na 1318 ± 6. De nis gaat door de vloer heen waar- vloerbalken, delen van de oostelijke kap en de schouw reke- van d e datering i n 1379 valt. Ni s e n balklaag horen du s niet nen en 1620-'35 voor de groene balken, onderdelen van de tot dezelfde bouwperiode.34 Dit voormalige claustrale huis oostelijke kap en wellicht ook de kariatiden en het tympaan. van Sint Marie werd na leegstand in 1971 g e k r a a k t in de Binnenkort volgt d e afronding va n he t onderzoek door strijd tegen he t oprukken va n he t winkelcentrum Hoog Catha- Kamphuis, Bureau voor Bouwhistorisch Onderzoek te Delft. rijne richting binnenstad. Een en ander was een belangrijke stimulans voor he t ontstaan va n he t bouwhistorisch onder- zoek in Utrecht, met name naar de geschiedenis van de im- Kampen, Cellebroedersweg 14, Cellebroedersklooster muniteit va n Sint Marie.35 Enkele leden va n d e Werkgroep Evenwijdig aan, m a a r een stukje achter de bebouwing langs Herstel Leefbaarheid Oude Stadswijken Utrecht wonen sinds- de rooilijn van de Cellebroedersweg bevindt zich een lange dien no g steeds i n he t pand. 224 BULLETIN KNOB 1997-6

Utrecht, 30 Uit het voorhuis van dit diepe pand aan de gracht: leverden de van geseeden telmerken niet richtingteken voorziene inoer- balken boven d e eerste verdieping drie houtmonsters. Deze ondersteunen ee n datering voor he t kappen va n he t hout te n behoeve van dit deel van het huis in de winter van 1313 op 1314, D e Utrechtse bouwhistoricus Bart Kiück constateerde dat d e muurstijlen di e bi j d balklaag boven d e begane grond horen in de zijmuren (metselwerk in Vlaams verband.) z i j n in- gebroken, evenals di e o p d verdieping. Echter he t bovenste deel va n d e balklaag o p d e verdieping i s gevat i n jonger met- selwerk dat bij de oplegging van de balken lijkt aan te slui- ten. Met woorden: de gedateerde balklaag hoort bij ee n verhoging va n he t pand i n he t eerste kwart, va n d e 14de eeuw. Tot. deze fase behoort oo k d e dennenhouten sporenkap Afb. 7. Grote Kerkstraat 19-21 Ie Venlo uit 1588, Origineel houtwerk in met dubbele haanhouten die niet afzonderlijk is gedateerd. d& ka.p wordl: geïnspecteerd door Bart Klück (foto uuteuf 1993). Tijdens de restauratie van dit rijksmonument zijn de eiken kinderbalken met 17de-eeuwse schilderingen boven de bega- huis leverde twee monsters o p waarvan he t hout i n d e loop n e grond helaas verdwenen. van 1557 werd geveld. Met: andere woorden: in 1558 zal de bouw in volle gang geweest zijn. Zo ook. niet betrekking tot de twee voorvleugels die de onderzoekers in dezelfde periode Venlo, 19-21 plaatsen e n ee U-vorm aa n he t kasteel geven, (aft. 8) . In een stad die ernstig door oorlogsgeweld is getroffen, be- vindt zich bi j nadere beschouwing no g ee n groot aantal laat- Zandvoort, Groot middeleeuwse huizen, soms achter jongere voorgevels ver- scholen, bijvoorbeeld aan de Parade en aan de Gasthuisstraat. Uit onderzoek va n het. IB1.D ('s-Hertogenbosch) blijkt da t d e Grote Kerkstraat 19-21 i s ee n breed, diep huis me t centrale buitenplaats Groot: Bentveld een conglomeraat van vele scheidingswand. Di t huistype ka n voor Venlo karakteristiek bouwperioden is. De oudste twee onderdelen lijken boerderij - worden genoemd; soms i s d e scheiding a f t e lezen ui t d e achtige bouwsels uit de 17de-eeuw of nog iets vroeger te zijn plaats va n d e kelder(s). Grote Kerkstraat 19-21 heeft, niet al - geweest. D e tweede, no g aanwezige kern i s ee n onderkelder- leen een scheidingsmuur in. h e t midden maar ook een dwars- de 'opkamer' waarvan de plafondbalklaag bewaard is geble- muur o p ongeveer % van. d e diepte. He t achterhuis me t zoge- ven. Di e balklaag i s thans enkelvoudig, maar n a he t weg- noemde Nijmeegse spanten wordt iets jonger gedateerd. He t schrappen va n verf" bleken d e balken o m e n va grenen e n pand. werd i n 1937 aangekocht door d e Vereniging Hendrick eiken t e zijn. D e exemplaren zijn ouder e n horen bi j de Keyser. De voorgevel is in schoonmetselwerk opgetrok- een fase da t e r kinderbalken o p gelegen moeten hebben. Vier ken i n (Gelderse) renaissancetrant e n draagt, naast ee n wapen- eiken balken ondersteunen, e e n datering in het jaar 1625 ± 6 steen ook de jaartalankers 1588. Van twee monsters in het waarbij slechts éé n balk d e grens va n spinthout b e v a t . voorhuis, ee n moerbalk boven d e eerste o f d e tweede verdie- ping en een dakspoor, kon het kappen van, h e t hout in 1587 vastgesteld worden, du s overeenkomstig d e datering va n d e Noten voorgevel (afb. 7). De datering van het achterhuis, waar meest grof hout i s toegepast, lukte niet. 1 D.J. de Vries, 'Monumenten dendrochronologisch gedateerd (6). To- rens e n keiten', Bulletin KNOB 95(1996), pp . 128-135. 2 I n C.L. va n Groningen, D e Krimpernerwaard, Zwolle 1995 (D e Ne - Woudenberg, Geeresteln derlandse Monumenten van Geschiedenis e n .Kunst). 3 D.J. de Vries, Bouwen in de late Middeleeuwen, Slêd^lijk^ architec- "Wanneer de nietsvermoedende bezoeker het wit. g e p l e i s t e r d e tuur in het voormalige Over- en Neelei'stictu, Utrecht 1994. kasteel Geerestein aanschouwt, denkt hi j zonder twijfel t e 4 C.W.H. Hendriks, 'Verslag va n d e studiedag i n d e Grote o f O.L. maken t e hebben me t ee n gebouw ui t d e 19de eeuw: deftig Vrouwekerk te Breda", Bulletin KNOB 96(1997), p. 186. burgerlijk e n misschien wat. s a a i . . . Mocht d e bezoeker no g i n 5 Duidelijk is dit ook. h e t geval bij het in 1417 gedekte koor en transept twijfel verkeren omtrent de datering van het huis, clan zou het van d e O.L,'V. Kerk i n Zwolle waar d e transeptarmen doorgaand ge - opschrift 'HERBOUWD 1.834' d e aarzeling zeker nummerd werden e n alleen i n liet transept aa n d e oostzijde steeds ee n "visje " aa n he t nummer w e r d toegevoegd. DJ . d e Vries, 'D e middel- hebben weggenomen". Z o luiden enkele zinnen i n ee fraai eeuwse bouwgeschiedenis v a n de Onze Lieve Vrouwekerk te Zwol- geïllustreerd boekje dat. verscheen i n opdracht va n d e eige- 36 le', Jcuirboek Monumentenzorg 1996, p. 196. naar Inbo Architecten. 6 H. Janse, Houten kappen in Nederland .1000-1940, D e l f t / Z e i s t 1989, D e o p he t onderkelderde, vijf traveeën tellende achter- pp. 29-62. BULLETIN KNOB 1997-6 225

15 Het gaat om spantbeen // dat met een t=5.3 en g=69.6% met de NL- Hist. l kurve van Jansma vergeleken kon worden. 16 Zie ook: C.J.B.P. Frank, F.A.C. Haans e.a.. Een parel in de binnen- stad. Drie huizen aan de Zwanenstraat (nrs. 8 t/m 10} bouwhisto- risch en archeologisch bekeken en beschouwd. Stichting stadsherstel Arnhem 1997, pp . 17-36. 17 Resp. een spantbeen en dekbalk, beide zichtbaar op zolder alsmede een spoor op de vliering. 18 Epko J. Bult, 'Archeologische kroniek van Delft juni 1991-augustus 1992", Delfia Batavontm. Jaarboek 1992, Delft 1993. pp . 146-150. 19 Jansma 1995, p. 121. 2 0 Gebintbalk II I (9 2 ringen), regel / (7 3 ringen), muurplaat zuid (5 0 ringen) me t ee n gem. ringbreedte va n resp. 1.23, 1.31 e n 2.24 mm . 21 D . Eckstein, J.A. Brongers e n J . Bauch, 'Tree-ring research i n Th e Netherlands', Tree-Ring Bulletin 35(1975), pp. 1-13. 22 De Vries 1994, 44-45, Chr.J. Kolman, 'De houtmarkt van Kampen in de 16e eeuw', K. Helfrich, e.a. [eds.]. Handzaam hout uit Groninger grond, Groningen 1996, pp. 116-118. 23 T . Wazny, Aufbau un d Anwendung de r Dendrochronologie fü r Ei - chenholz in Polen, Hamburg 1990 fdiss.J. 1558 2 4 D.J. d e Vries 1994, pp . 383-384. 2 5 He t gaat resp. o m balk 3 e n dekbalk 2 . 26 Stijl II 1571; stijl III 1464; spantbeen boven eerste zolderbalk 1566; 0 1 2 3 4 6 dekbalk 2 1565. 27 F.J. van der Waard. 'Bouwhistorisch onderzoek van de panden Turf- torenstraat 1 3 e n 15'. in : J . Abrahamse e n W.S. va n de r Boer [eds.|, /l/fe. S. Plattegrond o p kelderniveau va n Huis Geerestein t e Wouden- Volkomen en vredig en vergenoegd. Studentenhuisvesting in de Turf- berg. De gekruiste arcering geeft de bouwdelen uit 1558 aan (tek. torenstraat, Groningen 1991, pp. l 1-26 (uitgave Stichting Studenten- R. Bosch van Drakestein in Geerestein en zijn bewoners, zie noot 36). huisvesting Een- e n Tweepersoonshuishoudens). 28 Eén van de twee monsters uit de balken met gele verf is vanaf de ver- weerde spintgrens geboord. l D e Scandinavische kalenders zijn vervaardigd i n he t kader va n d e 29 Toepassing van eikenhout voor constructieve onderdelen en moer- en EG-projecten Temperature Change over Northern Eurasia during kinderbalklagen gaan i n Friesland niet langer door da n ca . 1630. the Last 2000 Years (Contractnr. CV5V-CT94-0500; 1994-1996) en 30 Volgens Student's t 'match' met een t-waarde van 12.84. Analysis of Dendrochronological Variability and Associated Natural 31 D e Vries 1994, p . 196. Climates i n Eurasia - i n th e last 10,000 Years (Contractnr. ENV4- 3 2 Voor d e middeleeuwen: Th.M. va n Mierlo m.m.v. J.A. va n de r Hoe- CT95-OI27; 1996-1998). ve en M. Smit, 'Het Cellebroedersklooster', in: J.A. van der Hoeve In he t kader va n deze projecten hebben d e onderzoekslaboratoria i n e.a.. Va n Klooster-stichting to t Stichting Stadsherstel. Historie e n Noord Europa (Engeland, Ierland, Scandinavië, Polen. Noord-Duits- bouwhistorie van het complex 'De Reeve', Kampen 1997, pp. 15-29. land inclusief Hamburg, e n Nederland) hu n jaarringseries bi j elkaar 3 Respectievelijk he t westelijk spantbeen XI , he t spantbeen bi j d e trap- gevoegd tot een soort Noord-Europese dendrochronologische databa- toren en het oostelijke spantbeen. se. Met dit materiaal zijn nieuwe kalenders gemaakt, waaronder de 3 4 M.J. Dolfin, E.M. Kylstra e n J . Penders. Utrecht. D e Huizen binnen Scandinavische e n Deense kalenders di e RING n u gebruikt. de singels. Beschrijving, 's-Gravenhage 1989, pp. 346-352 (De Ne- 8 D.J. d e Vries. 'Monumenten dendrochronologisch gedateerd (5)', derlandse Monumenten va n Geschiedenis e n Kunst). Bulletin KNOB 92(1993), p. 67. 35 A.F.E. Kipp, D e immuniteit va n St . Marie. D e evolutie va n ee stads- 9 Esther Jansma, RemembeRINGs. Th e Development an d Application beeld, Utrecht 1974 (doctoraalscriptie R.U. Utrecht). of Local and Regional Tree-Ring Chronologie.s ofOakfor the Purpo- 3 6 B . Olde Meierink m.m.v. H . Tromp e n A . Bakker, Geerestein e n zijn ses of Archaeological and Historical Research in the Netherlands. bewoners. De geschiedenis van Huize Geerestein in Woudenberg, Amersfoort 1995 (ROB, NA R 19), p . 118. Woudenberg/Barneveld 1995, p . 24 10 Te weten de horizontale balk op de zuidelijke staander met l spint- ring en het korbeel van de noordelijke staander met 3 spintringen. l l Rapporten v.d. Alkmaarse Monumentenzorg en Archeologie (RA- MA), nr. 5. De twee delen bevatten samen 378 pagina's en 600 afb. PUBLICATIES e n zijn voor f 15,- verkrijgbaar bi j d e dienst SOB, Keetgracht l Alk- maar o f t e bestellen bi j boekhandel Zwaan & Te r Burg, 072-5111427. Tessel Pollmann, Volkswoningbouw 1900-1945, ee n 12 He t strijkspoor aa n d e zijde va n nr . 28 13 De zolderstrijkbalk aan de zijde van nr. 28 na 1541 e n de 4de zolder- analyse van overlevingskansen. RDMZ/Sdu Uitgevers, balk v.a. nr . 2 8 i n 1558. D e zolderbalklaag is , zoals doorgaans oo k i n ISBN 9 0 12083176, ƒ 39,90, 11 0 p a g i n a ' s . d e stad Groningen he t geval is , enkelvoudig va n samenstelling. 14 He t aanwezige spant draagt d e gesneden nummers / e n /< , d 'wijd Sinds 1994 geeft de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) uitstaande' windschoren zijn boven gepend e n onder gespijkerd, e r de CRM-reeks uil, een serie informatieve boeken over behoud en zijn vierkante sporen, de korbelen zijn duidelijk hol en de kopgevel restauratie va n roerende e n onroerende monumenten. Al s achtste aan de zijde van nr. 9 heeft bakstenen van 26-28 x 13-14 x 6 cm, 10 deel in de reeks verscheen in juni van dit jaar 'Volkswoningbouw lagen zijn 77,5 c m hoog. Te r plaatse va n d e oplegging va n d e flierin- 1900-1945, een analyse van overlevingskansen', geschreven door ge n ha d e topgevel schouderstukjes. Tessel Pollmann. 226 BULLETIN KNOB 1997-6

De risico's en bestaansonzekerheden blijken voor de beschreven Utrecht uit beginjaren twintig naar ontwerp van de gebroeders Stui- selectie va n sociale woonwijken, variërend va n he t Rotterdamse vinga. In de jaren zeventig en tachtig werd er flink aan de woningen Vreewijk to t d e Groningse Korrewegwijk, groot t e zijn. I n d e eerste vertimmerd. Aa n d e buitenkant springt d e vervanging va n d e oor- plaats koml da t door he t herstructureringsbeleid: renovatie, samen- spronkelijke vensterpartijen door aan het gebouw volstrekt wezens- voeging, sloop e n vervanging va n woningen. Doel va n he t beleid i s vreemde aluminium kozijnen, met ramen zonder roedeverdeling, het het voorkomen va n concentraties va n 'kansarme' bewoners e n d meest i n he t oog. Inmiddels i s besloten da t i n d e toekomst he t blok daaruit voortkomende problemen: ee n voortdurend dalend voorzie- bij alle geplande werkzaamheden stukje bij beetje hel oude karakter ningenniveau, een verloederend leermilieu, onveiligheid op straat, zal terugkrijgen, zonder da t echter klakkeloos t e reconstrueren. Toch raciale tegenstellingen, enz. Een instroom van hogere inkomens is de corporatie die het blok bezit niet blij met de aanwijzing tot moet het lij in de bedreigde wijken keren. Het herstructureringsbe- rijksmonument: het levert weinig subsidie op en men is bang voor leid blijkt echter niet altijd even degelijk i n d e realiteit t e /.ijn gefun- nieuwe voorwaarden en een hoop rompslomp. deerd. I n Helmond i s e r bijvoorbeeld angst voor ee n opeenhoping Sommige woningbouwcorporaties willen sowieso niets me t esthe- van probleemgevallen of het ontstaan van achterstandsbuurten (Bin- tische aspecten, waaronder het monumentenbelang, te maken heb- nenstad-Oost) en in wordt een 'monocultuur van stu- ben. Voor alles wat niet strikt onder 'volkshuisvestelijke zaken' valt, denten en werkende jongeren' (Saskiabuurt, Hollanderwijk) ge- moeten d e gemeente o f anderen maar zorgen. Maar e r zijn oo k cor- vreesd. Het mogelijke gevolg is het slopen van woningen die waar- poraties waar me n anders tegen d e zaken aankijkt, zoals bi j d e Am - schijnlijk nog jaren mee kunnen en het overhoop halen van wijken sterdamse woningstichting D e Key: aandacht voor stedenbouwkun- waar de problemen nu bepaald niet de pan uitrijden. Overigens is de dige e n architectonische kwaliteit verhoogt d e kans o p ee n blijvende verwachte levensduur va n d e woningen soms onduidelijk. I n he t waarde van het woningbezit. Rotterdamse Vreewijk acht de woningbouwcorporatie die het tuin- Al me t a l geeft he t boek ee n uitstekend overzicht va n d e proble- dorp bez.it huizen slooprijp di e tien, vijftien jaar geleden voor fikse matiek rond de sociale woningbouwcomplexen 1900-1945. Van elke bedragen zijn gerenoveerd. Hoe dan ook, i n het proces van herstruc- beschreven wijk komt i n he t kort d e ontstaansgeschiedenis aa n bo d turering gaan d e oude wijken letterlijk e n figuurlijk behoorlijk o p d e en wordt de huidige sociale context beschreven. Betrokkenen, zowel schop. Door he t duurder worden va n zowel gerenoveerde woningen van d e kant va n d e gemeenten al s va n d e woningbouwcorporaties, als va n vervangende nieuwbouw veranderen d e bevolkingssamen- maar ook bewoners geven hun visie. Daardoor is het boek erg leven- stelling e n d sociale structuur. Tegelijk worden al s gevolg va n reno- dig geworden en niet blijven steken in een beschrijving van buitenaf. vatie niel alleen individuele gevelbeelden, maar oo k complete straat- Is de analyse dus duidelijk, de oplossing van de grootste problemen en wijkbeclden gewijzigd. komt niet aan de orde. Alleen voor het achteruitgaan van het straat- In ee n aantal steden zijn d e corporaties overgegaan to t verkoop beeld bi j verkoop va n woningen door d e corporaties wordt ee n op - van delen va n hu woningbez.it. Achteruitgang va n he t straatbeeld i s lossing aangedragen, gebaseerd op de situatie in Haarlem. Daar is het gevolg. De nieuwe huiseigenaren (de vroegere huurders) willen he t gelukt, mede door actie va n d e gemeentelijke dienst Monumen- een woning naar eigen smaak e n inzicht e n slaan aa n he t verbouwen. tenzorg, afspraken me t d e nieuwe huiseigenaren t e maken over d e D e zorgvuldig ontworpen ritmering va n gevelwanden door middel uitvoering va n he t onderhoud va n d e meest beeldbepalende aspecten van vensters met hun roedenverdeling of van voordeuren met steeds van de woningen. Wellicht viel het formuleren van mogelijke oplos- dezelfde ruitjes en deurknoppen wordt vervangen door de vormen- singen buiten d e opdracht va n d e schrijfster, maar he l ontbreken i s taal va n d e bouwmarkt. D e oorspronkelijke uniforme kleuren di e wel bijzonder jammer (temeer omdat he t i n 1992 verschenen rapport voor rust in het straatbeeld zorgden maken plaats voor per huis ver- 'Bij de tijd. Instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle wij- schillende, zoals bijvoorbeeld in de Utrechtse tuinwijk Elinkwijk ge- ken uit de periode 1920-1940' van Aussems & partners i.o.v. RDMZ beurt. Ook meer lokale factoren kunnen woningbouwcomplexen uit en RPD wat dat betreft ook van weinig nut is). Hoe kunnen de mo- de periode 1900-1945 bedreigen. Een voorbeeld is het gehannes met numentale waarden van de sociale woningbouwcomplexen 1900- Hofje onder de n Toren i n Middelburg, ee n i Delftse-Schoolstijl ge - 1945 een duidelijke rol gaan spelen in het denken en besluiten over bouwd complexje bejaardenwoningen uit 1940 a a n de voet van de de toekomst van die wijken? Wat kan de rol van de RDMZ daarin abdijtoren. Begin jaren negentig vond het gemeentebestuur dat het zijn e n wa t d ro l va provinciale e n gemeentelijke monumenten- hotje plaats moest maken voor winkels. Met meer winkels - zeg zorg? Hoe is om te gaan met hoge(re) kosten bij renovatie van waar- maar meer va n hetzelfde - zo u d e stad d e concurrentie me t Vlissin- devolle complexen?. Ho e ka n he t no g altijd negatieve imago va n gen en Goes beter aankunnen, zo had men op de toppen van gemeen- monumentenzorg al s veroorzakers va n eindeloze vertraging e n 'extra telijke verbeeldingskracht bedacht. Lokale protesten e n aanwijzing rompslomp' verbeterd worden? Kortom, wa t zijn e r voor strategieën al s beschermd monument i n 1996 staken wa t betreft sloop ee n spaak t e bedenken o m d e architectonische e n ruimtelijke kwaliteiten va n in he t wiel. N u gaat d e gemeente voor herbestemming va n he t hofje die sociale woningbouw een rol te kunnen laten spelen in een veran- tot winkels. derende maatschappij e n ee veranderende stedelijke omgeving (ui- Wat de redenen voor sloop of renovatie van wijken en buurten teraard spelen di e vragen oo k al s vanuit monumentenzorg d e periode van vóór 1945 oo k zijn, e r kunnen daarbij historisch-stedenbouw- van de Wederopbouw op de agenda komt). Dat is wellicht een ambi- kundige en arcitectuurhistorische waarden verloren gaan. Vanuit de tieuze opgave, maar aangezien de RDMZ zich een rol als 'centraal optiek van monumentenzorg gaat het dus om een belangrijk issue. kennisinstituut' aanmeet, bepaald niet te ambitieus. Opvallend i s echter da t i n d e afwegingen voor sloop o f ingrijpende verbouwing eventuele monumentale waarden slechts een marginale Marinus Kooiman rol spelen, vooral waar het gaat om complexen die niet op de nomi- natie staan i n ee o f andere vorm ee n monumentale status t e verwer- ven. Waar wel aanwijzing tot beschermd monument of beschermd gezicht speelt, wordt di e al s ee n last ervaren e n zeker niet al s ee n kans op een hogere architectonische en/of stedenbouwkundige kwa- liteit. Zelfs niet bij de successtory uit het boek, een flatblok in BULLETIN KNOB 1997-6 227

vertegenwoordigen slechts te n dele d e waarde va n he t gebouwde ob - MONUMENTENZORG ject. Onderzoek voorafgaande e n tijdens ee n verbouwing i s onont- beerlijk, evenals deskundige begeleiding. Niet van achter een bureau maar, Nuis citerend, o p d e bouwplaats za l hi j daar bi j present moe- Vijftig jaar Rijksdienst voor d e Monumentenzorg ten zijn zodat er niet meer wordt losgebroken dan nodig is. Wat van he t oude blijft staan, moet behoorlijk worde bewaart. Als er eenigh oud werk word losgebroocken, om 't zelve te vernieu- Destijds selecteerde men de stedelijke meesters op vakkennis en wen, zal hij daar bij present moeten zijn, dat er niet meer worde reputatie. He t waren uitverkorenen, o f z e n u D Keyser, Va n Dul- losgebroocken als nodig is en dat het geene kan blijven staan be- m(en), Janssen of Nuis heetten. Wat hun handen en geest voort- hoorlijk worde bewaart brachten, zijn unieke stapelingen va n bakstenen e n balken. Me t aan- kledingen ui t alle tijden staan z e daar al s dragers va n hu eigen ge - Z o werd d e Zwolse stadsmetselaar i n he t jaar 1692 geïnstrueerd. Da - schiedenis. niclle Hameete, studente geschiedenis in Leiden, vond deze passage Inmiddels lijkt de monumentenzorg zich te verplaatsen naar kan- die werd opgesteld toen Hendrik Jasper Nuis di t ambt bekleedde. toren, commissies, steunpunten en raden. Zijn deze papieren tijgers Wellicht i s hi j familie va n d e huidige staatssecretaris voor d e cul- opgewassen tegen commercie en onbenul als frontsoldaten zoals tuur. Onder architecten is Hendrik Jasper nog een onbekende, zoals Harry Boerema, Arie Boezaard, Co r va n de Braber e n Ries va n He - vele andere stadbouwmeesters. Zij stonden destijds echter in hoog mert straks van hun welverdiende rust genieten? Als de waakzaam- aanzien, voerden prestigieuze opdrachten voor de steden uit en ont- heid e n d begeleiding bi j d e uitvoering verslappen, i s da t aa n d e ge - wierpen daarnaast kerken, gebouwen van liefdadigheid en huizen bouwen af te lezen. Veel voorkomende symptomen zijn: volledig van d e burgerij. D e Keyser, Va n 's-Gravensande e n Dudok werden vernieuwd voegwerk va n (gestraalde) gevels, bosjes injectienippels beroemd, oo k buiten d e steden waar z e werkten. Zelfs Zwolle telde in houtconstructies, daken met machinale- of betonpannen, de afwe- vooraanstaande architecten, zoals Ja n Gerko Wiebenga, Ja n Willem zigheid va n ou d vensterglas (ramen e n kozijnen inbegrepen) o f he t Bosboom (vader en leermeester van de gelijknamige Haagse archi- ontbreken va n eenvoudige, oude interieurafwerkingen n a restauratie. tect) e n Lubbert Hagen. Wa s d e ui t Nijmegen afkomstige meester He t heeft t e maken me t ongewenste, meestal overbodige e n altijd Abraham d e Cock ee n dilettant i n vergelijking me t Palladio o f Ving- geldverslindende activiteiten, quasi verbeteringen, die monumenten boons? Hij voorzag minimaal vijf Zwolse huizen van pilastergevels een valse schijn bezorgen. Met uitzondering van het schilderwerk met beeldhouwwerk en gaf de A-kerk in Groningen een toren. hoeft een monument niet te schitteren. Het is een veelgebruikte, dof- In d e waardering voor architecten zi t iets subjectiefs da t me fe slijpsteen die zijn omgeving en de geschiedschrijving geeft wal hij smaak en mode (collectief en tijdgebonden) te maken heeft. In de zelf niet heeft, namelijk glans (dat nee habet). bescherming van monumenten klinkt dat door, niet alleen bij gebou- wen uit jongere tijd, waar afwisselend het verguizen of prijzen van Dirk J. de Vries Rose, Cuypers e n Duiker echter boekdelen spreekt. He t blijft ver- velend dat de existentie van monumenten soms afhangt van de ver- De Rijksdienst voor de Monumentenzorg beslaat 50 jaar. Ter gele- anderlijke smaak en het toeschrijven aan erkende grootheden. Monu- genheid daarvan verschijnt een jubileumboek In dienst van het menten werden geselecteerd wegens hu n schoonheid e n betekenis erfgoed, Monumentenzorg 1947-1997 en zijn er twee symposia. Op voor d e geschiedenis. Deze argumenten bestaan lo s va n he t gebouw, 12 september vond de studiedag met de KNOB in Nijmegen plaats o p papier o f i n d e hoofden va n enkele mensen. Gelukkig zijn e r oo k waar men over de herbouwplannen voor het Valkhof sprak en de ontwerpen, zelfs ontwerpschetsen en -schema's bewaard gebleven, tentoonstelling Vervallen Verleden werd geopend. Op 10 december nadrukkelijk meer uit de recente eeuwen. Via documentatie en rede- was er in het Nederlands Architectuur instituut te Rotterdam een natie is men soms in staat ontwerpprincipes, concepten van oude ge- ronde-tafel-gesprek onder de titel Architectuur en monumenten- bouwen t e achterhalen e n o p papier t e zetten. zorg, een nieuwe alliantie met Wytze Parijn, Hubert-Jan Hettket, De wettelijke bescherming geldt echter alleen de aangeklede sta- Wiek Ruling, Rein Geurtsen, Ole Bonman, Max van Rooij en Fons peling va n bakstenen e n balken e n niet he t daaraan te n grondslag lig- Asselbergs die het jubileumboek aan staatssecretaris Aad Nuis over- gende idee o f ontwerp. Heeft di e unieke stapeling minder betekenis handigde. indien klinkende architectennamen, concepten of historische toelich- tingen ontbreken? Objectief gezien moet het niet uitmaken, maar voor d e monumentenzorg zijn di e gegevens troefkaarten i n d e onder- handeling over afbraak of restauratie. In pleidooien, voor of tegen SUMMARIES behoud, spelen di e argumenten soms ee n cruciale rol. Ee n compro- mis of gelijk spel is niet aan de orde in de strijd om het Olympisch 'European comes here fo r ideas' stadion, het Van Dishoeckhuis of de perronkap van Zwolle. Afge- zien van sloop kan zich bij restauratie een te grote ijver hebben K. van Ommen voorgedaan, me t al s resultaat omstreden herstel. Doodgeknuffelde objecten zoals het Rembrandthuis en de Ridderzaal hebben als bou- Following the example of architect H.P. Berlage, the Amsterdam ar- whistorische bron weinig betekenis meer. De onlangs gepropageerde chitect Jan de Bie Leuveling Tjeenk (1885-1940) visited the United ethiek va n d e onthouding, o f we l d e beoefening va n he t niets-doen States o f America i n 1912, a s part o f a world tour. Provided with let- bij restauraties, kan de ongewenste restauratie-koorts misschien wat ters of recommendation from amongst others Berlage, the architect temperen. J.A. va n Straaten an d th e Ministry o f Foreign Affairs, Tjeenk wa s gi - Er gaat veel verloren door onbegrip. Het gaat om het herkennen ven th e opportunity t o ge i n touch with hi s co l leagues o n th e other en benoemen, o m he t lezen e n begrijpen va n gebouwen i n technische side of the world. He found the required written information on the e n historische zin. Registeromschrijvingen , kunsthistorische bespie- architectural climate in America in articles in e.g. Bouwkundig gelingen, oude foto's tekeningen door architecten o f bouwhistorici Weekblad Architectura (Architectural Weekly). 228 BULLETIN KNOB 1997-6

On June 3. 1912 Tjeenk arrived in the New York harbour by the bition committee used a list of work requested for entry. The indus- vessel 'De Nieuw Amsterdam'. A t a breathtaking speed Tjeenk visi- trial architects and the members of 'De Stijl' were conspicuously ab- te d a lo t o f modern buildings i n this city an d go t i n touch with seve- sent there, considering th e title o f th e exhibition an d ho w successful ral architects. During his journey from the East to the West coast hè these artists were a t that moment. I n th e case o f th e members o f 'D e saw and studied various well-known buildings, such as The Guaran- Stijl' it was Theo van Doesburg's stubborn attitude that was also to ty Building o f Louis Sullivan an d th e administrative building o f Th e blame tbr this. Larkin Factories of Frank Lloyd Wright, as well as less-known ones. Th e pavilion received favourable reviews, which i n their turn were The personal encounter with Sullivan in Chicago made a great im- highly coloured by the (press) reports of the Dutch organization. The pression on the young architect and hè regarded this as one of the claim that the pavilion signified the national and international recog- high points of his journey. Through a coincidence a visit to Wright nition o f th e Amsterdam school should b e somewhat modit'ied, i n only just failed t o take place, bu t Tjeenk di d meet Wright's most ta - view of the composition and procedures of the organization. How- lented pupils, such a s Richard E . Schmidt, Walter Burley Griffin, ever, th e organization appeared t o have made allowances fo r on e Marion Mahoney and Dwight Heald Perkins. It was particularly in important aspect: th e expression o f th e national identity. the work of this group of architects, now known under the coordina- ting name o f 'The Prairie School' o r 'The Chicago School o f Archi- tecture' that Tjeenk recognized th e modern spirit o f th e ne w Ameri- Dendrochronological dating of monuments (7). Houses. can architecture. The influence these architects had on Tjeenk is to be traced in the design of the architect's own house of 1925. DJ. de Vries During his journey through the United States Tjeenk kept a diary, which as yet has never been published. The diary contains a lot of Th e dendrochronological datings no w presented refer t o houses with valuable Information o n th e American world o f building an d o n th e oakwood constructions, varying in age from the early 14th c e n t u r y various prominent architects in the first quarter of this ccntury. Al- to the middle of the 18th century. Because of the doctoral research though th e journey wa s made a t relatively early stage i n th e Dutch- o f Esther Jansma (RING Amersfoort) an d th e application o f Scandi- American interaction and in spite of the similarity in style between navian Standard curves it was possible to date a number of buildings some of Tjeenk's buildings and the creations of the Prairie School, after al l i n 1995. From these datings i t appears that th e oakwood this architect and his work have never been discussed within the fra- used for various buildings in the town of Groningen must have come mework of 'Americana' before. from Scandinavia or the Baltic Provinces. In 1571. for instance, Scandinavian pinewood and oakwood were simultaneously used in Turftorenstraat 1 3 i n Groningen. A t th e time o f th e Twelve-Year The Amsterdam School in Paris. Truce (1609-'21) this Scandinavian pinewood was being applied in The Dutch pavilion at the Exposition Internationale des Arts buildings throughout The Netherlands, with the exception perhaps of Décoratifs e t Industriels Modernes (1925) some eastern provinces, where oakwood roof constructions were still customary until into the 18th century (monastery St Gerlach at Hou- Marie-Thérèse van Thoor them around 1710 and castle Genhoes in Oud-Valkenburg in 1750). Generally, the datings of houses presented here are connected with From th e moment when world exhibitions were organiz.ed ( l 8 5 ) research by building historians working privately or in public serv- The Netherlands has participated in these events. The Dutch conlri- ice. bution thereby followed the general trend from an architectural point o f view a s well. Initially Th e Netherlands go t th e disposal o f a smalt part of a large hall, which could distinguish itself from the other countries in its layout. At the end of the nineteenth century this con- tribution wa s supplemented with a 'national-style' front i n th e so - AUTEURS called Rue des Nations. For Brussels (1910) W. Kromhout designed th e first independent Dutch pavilion. A t th e Paris Exposition Inter- nationale de s Arts Décoratifs e t Industriels Modernes (1925), from Drs. Kasper van Ommen studeerde kunstgeschiedenis aan de which later o n th e style name 'art déco' wa s t o b e derived, Th e Rijksuniversiteit van Leiden. In 1992 verscheen bij de Stadsuitge- Netherlands was represented with a pavilion of J.F. S t a al and three verij van Amsterdam een bewerking van zijn doctoraalscriptie onder exhibition rooms, furnished b y H.Th. Wijdeveld. de titel Straatmeuhilair Amsterdamse School 1911-1940. Verder pu- The pavilion showcd characteristics of the decorativc brickwork bliceert hij regelmatig in verschillende kunst- en boekhistorische of the Amsterdam School and the realistic form language of Cubist tijdschriften en is als redacteur verbonden aan het tijdschrift De Boe- Expressionism. Artists who, j u s t as Staal and Wijdeveld, were or had kenwereld en de cultuurhistorische reeks Tn den Houttuyn'. been members of the Amsterdam Society 'Architectura et Amicitia", such a s R.N. Roland Holst, C.A. L i o n Cachet, J . Mendes d a Costa, J . Drs. Marie-Thérèse van Thoor studeerde kunstgeschiedenis in Radecker and Hildo Krop contributed to the interior of the pavilion. Utrecht en is daar nu werkzaam als docent architectuurgeschiedenis. The work of these artists also determined the appearance of the exhi- Zij schrijft een proefschrift over de Nederlandse paviljoens op de bition rooms. Consequently, the artists referred to constituted the co- wereldtentoonstellingen va n 1910 to t e n me 1958. re of the committees responsible for the composition of the contribu- tion. The initiator in this respect was the 'Tentoonstellingsraad voor Dr . D.J. d e Vries i s coördinator bouwhistorisch onderzoek bi j d e Bouwkunst en Verwante Kunsten' (Exhibition Council for Architec- Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist en ondersteunt profes- ture an d Related Arts). A certain form o f preferential treatment ap - sionele bouwhistorici met dendrochronologische monstername en peared t o exist no t only i n th e composition o f th e committees, bu t datering te n laste va n di e dienst. He t artikel over vijftig jaar RDMZ also i n their procedures, since besides free entry o n paper, th e exhi- schreef hij op persoonlijke titel.