Michel De Klerk (1884–1923)

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Michel De Klerk (1884–1923) uit de serie Belangrijke Amsterdamse Architecten Michel de Klerk (1884–1923) Michel de Klerk 1 an deze architect weten we meer over wat hij gemaakt heeft dan van de man zelf. Dat gaat nu veranderen. V Michel de Klerk werd op 24 november 1884 geboren op de Zwanenburgwal als zoon van Joseph Leman de Klerk en Rebecca Roeper. Van een vorig huwelijk had zijn vader al 21 kinderen, waarvan de oudste ouder was dan Michels moeder. Zijn vader overleed al in 1886 en zijn moeder hield het gezin in stand door als wasvrouw op te treden tot zij in 1902 overleed, net 53 jaar oud. Michel was op school beter in tekenen dan in rekenen. De leraar hing zijn tekeningen regelmatig op en door meer dan een toeval kreeg de architect Ed. Cuy- pers die te zien. Direct na zijn schooltijd nam Cuypers de jongen in dienst als tekenaar op het architectenbureau. Daar deed hij als joodse jongen zijn bijnaam ‘Sam’ op en ook ontmoette hij hier zijn latere echtgenote Lea Jessurun en zijn collega’s Guillaume la Croix, Piet Kramer en Jo van der Meij. Dit bureau, Jan Luykenstraat 2, was de broedmachine voor de Amsterdamse School. Cuypers liet de jonge honden veel ruimte en stelde zijn persoonlijke bibliotheek over moderne architectuur ter beschikking. De eclectische werken van het bureau hadden echter niets uitstaande met die nieuwe architectuur. Welke rol De Klerk in deze bouwsels heeft ver- vuld is niet bekend. Rond 1900 begon De Klerk met de avondcursus bouwkundig tekenaar aan de Industrieschool Boven: Michel de Klerk (1884-1923) van de Maatschappij voor den Werkende Stand. In 1906 verlieten Kramer, Van der Meij en Onder: Jan Luijkenstraat 2, woning en kantoor van De Klerk het bureau van Cuypers. Michel ging naar Londen om daar werk te vinden. Kramer architect Ed. Cuypers voelde zich bij het commerciële werken van Cuypers niet meer thuis en Van der Meij had de Prix de Rome gewonnen en reisde daarna vier jaar door Europa. De Klerk had in Londen geen succes en keerde met hangende pootjes terug naar Cuypers waar hij tot 1911 bleef. Hij werd in 1909 lid van Architectura et Amicitiæ, waar Berlage, Kromhout, De Bazel en Lau- weriks domineerden. Om zijn kunstzinnige tekentalent te ontwikkelen volgde De Klerk in 1908-1910 lessen aan de Haarlemse academie ‘Kunst zij ons Doel’. In zijn laatste periode bij Cuypers ging De Klerk zoveel als hij kon op studiereizen door Engeland, Duitsland en Scan- dinavië. Engeland trok met name door de cultuur van bijzondere landhuizen en villa’s. In 1910 trouwden Michel en Lea en vertrokken op huwelijksreis naar Scandinavië, wat uiteraard weer op een studiereis uitdraaide. Toen ze februari 1911 terugkeerden naar Amsterdam ging De Klerk niet terug naar Cuypers. Michel de Klerk 2 Het is niet goed bekend waarmee De Klerk de kost verdiende nadat hij bij Ed. Cuijpers weg- gegaan was. Er is een enkel armzalig verbouwinkje op Vlooienburg bekend waar hij geen eer mee in kon leggen en verder vooral ontwerpen voor nooit uitgevoerde projecten of competi- ties. Daarin zie je de latere De Klerk wel terug, maar niet in wat hij betaald verrichtte. Wat er van zijn creaties uitgevoerd werd leek na alle aanpassingen i.o.v. de opdrachtgever niet meer op zijn oorspronkelijke ontwerp in Uithoorn (volgende pagina). In 1911 maakte De Klerk kennis met de projectontwikkelaars Hille en Kamphuys die veel in de Museumbuurt werkten. Door toedoen van H.A.J. Baanders op dat bureau kreeg De Klerk tekenwerk toegeschoven en werkte zo mee aan de totstandkoming van appartementsgebou- wen in de Nicolaas Maesstraat, Johannes Verhulststraat en Gabriël Metsustraat. Het Hillehuis draagt nog de meeste kenmerken van de invloed die De Klerk kon uitoefenen. Boven: Een ontwerp van De Klerk voor de schoor- stenen op het appartementsgebouw Gabriel Metsusstraat/Nic. Maesstraat dat het niet haalde Links: Het Hillehuis Gabriel Metsusstraat/Johan- nes Vermeerplein, hoek Nicolaas Maes- straat Michel de Klerk 3 De relatie met Klaas Hille dwong De Klerk tot commerciëler ontwerpen, hoezeer dat ook te- gen zijn natuur was. Maar Hille ontwikkelde zich tevens tot de mecenas die De Klerk nodig had om uit te groeien tot een architect die nog veel bijzonders zou gaan presteren. In 1912 kreeg De Klerk het zowaar een beetje druk. Naast het werk voor Hille werd hij ook nog ‘ingehuurd’ door Johan van der Meij, die in 1912 de opdracht voor de bouw van het Scheepvaarthuis had gekregen. Hij kreeg deze opdracht voor de buitenkant van het gebouw, want de techniek en de constructie waren in handen van de gebroeders Van Gendt. Van der Meij trok zijn voormalige collega’s Piet Kramer en Michel de Klerk aan om hem te assisteren. Voor de vele soorten decoraties werden kunstenaars aangetrokken die later in de Amsterdam- se School naam zouden maken: Hildo Krop, Willem Bogtman, Theo Nieuwenhuis en vele anderen. Er zijn boeken vol geschreven over dit gebouw, zodat hier veel woorden achterwege kunnen blijven. De inbreng van De Klerk beperkte zich tot de inrichting en meubilering van het pand. De oplevering van het eerste deel van het gebouw was in 1916, De Klerk en Kramer Boven: Een recente foto van het Scheepvaarthuis waren voor die tijd al weer ontslagen. door Matthijs v.d. Hoek © De geheime liefde van Michel de Klerk was de bijzondere villa. In Hilversum bouwde hij in 1914 de villa ‘Bileken’ in de Van Lenneplaan voor de weduwe Veerhoff-Kothe. Onder: Het Veerhoff-Kothehuis in Hilversum zoals Hille was nog niet buiten beeld. In het najaar van 1913 kreeg De Klerk de opdracht voor het het er na enkele verbouwingen bijstaat; ontwerpen van een blok huizen in de Spaarndammerbuurt, een uitgesproken arbeidersbuurt. links het ontwerp van De Klerk Dat vroeg dus om goedkope woningen maar De Klerk mocht proberen daar iets fraais van te maken. Als we zijn ontwerp vergelijken met het uitgevoerde huizenblok moeten we opnieuw vaststellen dat er diverse ingrepen plaatsvonden ten nadele van het ontwerp. De oplevering was in mei 1914. Eveneens in 1914 kwam de opdracht van Hille voor een tweede blok huizen aan het Spaarndammerplantsoen in Amsterdam. Omdat aanne- mingsbedrijven het door de schaarste aan bouwmaterialen moei- lijk kregen hun opdrachten uit te voeren zou dit project tijdens de voorbereidingen overgenomen worden door woningbouwvereni- ging Eigen Haard. Deze bouwvereniging zou de doorbraak wor- den voor De Klerk, daarbij stevig ondersteund door wethouder Wibaut en Arie Keppler, directeur van de Amsterdamse Woning- dienst. Michel de Klerk 4 Links: Presentatietekening van het eerste blok aan het Spaarndammerplantsoen, gedateerd november 1913. Het is overigens een versie die niet is uitgevoerd; daarvoor kijkt u nog even naar de foto op de omslag. In tegenstelling tot de huidige waardering kreeg De Klerk in 1914 stevige kritiek van vakgenoten op zijn ontwerp. Zonder de ondersteuning van Wibaut, Keppler en de Schoonheidscommissie had de carrière van De Klerk er heel anders uitgezien. Onder: Uitwerking van het middelste trappenhuis; tussenfase, niet zo uitgevoerd Eerste blok Spaarndammerplantsoen De Klerk’s werk aan het Hillehuis had aannemer Hille vertrouwen gegeven in zijn werkwijze en in 1913 verzocht hij De Klerk mee te werken aan de ontwikkeling van een groot huizenblok in de Spaarndammerbuurt, een echte arbeidersbuurt. Dat limiteerde de architect natuurlijk wel in de mate van kostbare detaillering, maar het neemt niet weg dat dit een bijzonder blok is geworden. Dat dankt het met name aan het kleurgebruik dat afwijkt van het gebruikelijke schema van bruine baksteen en rode dakpan. Het is een wonder dat Hille en Kamphuis zoveel ruimte aan De Klerk gunden, in een tijd dat aannemers meestal nog zelf hun huizen in elkaar knutselden, laat staan een architect in de arm namen. De Klerk koos als baksteen een ‘paarse’ variant; donker magenta of purper zou ook passen. De zolderverdieping kreeg een slechts licht hellende pannenwand van fel terrakleurige dak- pannen. Na meer dan een eeuw zijn deze kleuren wat fletser geworden maar bovenstaande tekening geeft een indruk van wat De Klerk bedoelde. Wij zullen direct bij de andere blokken rond het plantsoen zien dat ze allemaal een eigen kleurstelling kregen. Bij een renovatie in 1975-’76 werd het ramenplan gewijzigd als gevolg van herindeling van de binnenruimte. Michel de Klerk 5 Het neutrale Nederland kreeg tijdens de Eerste Wereldoorlog te maken met ernstige tekorten aan allerlei soorten levensmiddelen, grondstoffen en ook bouwmaterialen. Daardoor werd de bouw van het tweede blok huizen voorlo- pig uitgesteld. Toen de bouwvergunning dreigde te verlopen besloot Hille die in 1916 over te doen aan woningbouwver- eniging Eigen Haard, een vereniging op socialistische grondslag. Links: Het tweede blok aan het Spaarndammer- plantsoen begin 20-er jaren, met ingericht en beplant plantsoen Onder: De scherpe hoek met de Zaanstraat dwong tot een bijzondere oplossing en gebruik van Begin maart 1914, toen de bouw van het eerste blok net begonnen was, kreeg De Klerk van de ruimte. Onderin kwam een winkel. Hille en Kamphuis opdracht het tweede blok voor te bereiden. Dat lag tegenover het eerste blok met daartussen het plantsoen. Tijdens deze voorbereidingsperiode deed Hille en Kamp- huis de bouwvergunning en vergevorderde bouwplannen over aan woningbouwvereniging Eigen Haard. Het is moeilijk te bepalen welke invloed Eigen Haard in het verdere verloop van de voorbereiding nog uitoefende. Feit is dat De Klerk bleef wijzigen tot het laatste moment. De hoekoplossing van <70º leverde hoekappartementen en een winkel op met een wel heel afwijkende plattegrond. Op de volgende pagina een schets van de achtergevel ter plekke. Ze doet aan de buitenkant al denken aan wat De Klerk en Piet Kramer later voor Woningbouw- vereniging De Dageraad zouden ontwerpen (zie pag.??). De kleuren zijn bij dit blok bepaald door gele en donkerbruine baksteen met een enkel rood pannen element nabij de scherpe hoek.
Recommended publications
  • Staal, J .F. , Kropholler A.J. En Staal-Kropholler M. / Archief
    Nummer Toegang: STAX Staal, J .F. , Kropholler A.J. en Staal- Kropholler M. / Archief Het Nieuwe Instituut (c) 2000 This finding aid is written in Dutch. 2 Staal, J .F. , Kropholler A.J. en Staal-Kropholler STAX M. / Archief STAX Staal, J .F. , Kropholler A.J. en Staal-Kropholler 3 M. / Archief INHOUDSOPGAVE BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF......................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker.......................................................................6 Citeerinstructie............................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen.........................................................................6 Archiefvorming.................................................................................................7 Geschiedenis van het archiefbeheer............................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer.............................................................8 Staal, Jan Frederik.....................................................................................8 Kropholler, Alexander Jacobus..................................................................9 Staal-Kropholler, Margaret......................................................................13 Bereik en inhoud............................................................................................17 Verwant materiaal..........................................................................................18 BESCHRIJVING
    [Show full text]
  • T Sant in Aerdenhout. Nieuw Project Stichting Historische Interieurs in Amsterdam
    Dienkeuken in villa ’t Sant in Aerdenhout. Nieuw project Stichting Historische Interieurs in Amsterdam Hartvoor het huis Met het project Van grachtenhuis tot villa in het groen gaat Stichting Historische Interieurs in Amsterdam opnieuw woningen portretteren – ditmaal grachtenhuizen in Amsterdam en villa’s in het Gooi en Zuid- Kennemerland. Aan het eind van het project worden de vondsten gebundeld en gepubliceerd in drie boeken. Waarom trokken sommige welgestelde Amsterdammers naar ‘buiten’ en anderen niet, hoe beleven de huidige bewoners hun woning en welke bijzondere vondsten komen de onderzoekers tegen? Tekst | Barbara Laan iets brengt je beter in contact met het is dat wel de reden waarom het zulk dankbaar werk is om leven van vroeger dan een bezoek aan een oude huizen te bestuderen, erachter te komen wie er hebben oud en bijzonder woonhuis. De geur van gewoond en welke vaklui verantwoordelijk waren voor het fraaie boenwas, de krakende vloeren, de zijdezacht houtwerk, de kleurrijke ramen, de patronen en decoraties. geworden trapleuning; de jaren van aanraking Het onderzoeksproject van Stichting Historische Interieurs in Nen gebruik gaven het huis zijn indringende patina en sfeer. Amsterdam maakt het mogelijk deze kennis te verzamelen en De historische materialen, zorgzaam onderhouden, dragen vast te leggen voor toekomstige generaties, zoals eerder al is onmiskenbaar bij aan de tastbaarheid van de tijd. Misschien gedaan over wonen in Amsterdam Zuid. juli/augustus 2016 | Herenhuis 63 Voormalige eetkamer van de familie Van Ogtrop in Amsterdam. Stempel De Bazel – De Ploeg op het onderstel van de eettafel van de familie Van Ogtrop in Amsterdam. De stad of de frisse buitenlucht? In het tijdvak 1875-1945 ging het Amsterdam zowel economisch Jaren van aanraking als artistiek voor de wind.
    [Show full text]
  • (Johannes Ludovicus Matheus) Lauweriks / Verzameling
    Nummer Toegang: ZWOL Zwollo, F. (Frans) (sr): materiaal van L.J.M. (Johannes Ludovicus Matheus) Lauweriks / Verzameling Het Nieuwe Instituut (c) 2000 This finding aid is written in Dutch. 2 Zwollo, F. (Frans) (sr): materiaal van L.J.M. ZWOL (Johannes Ludovicus Matheus) Lauweriks / Verzameling ZWOL Zwollo, F. (Frans) (sr): materiaal van L.J.M. 3 (Johannes Ludovicus Matheus) Lauweriks / Verzameling INHOUDSOPGAVE BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF......................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker.......................................................................6 Citeerinstructie............................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen.........................................................................6 Archiefvorming.................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer.............................................................7 Zwollo, Frans (sr.).....................................................................................7 Lauweriks, Johannes Ludovicus Mattheus................................................8 Verwant materiaal..........................................................................................10 BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN........................................11 ZWOL Zwollo, F. (Frans) (sr): materiaal van L.J.M. 5 (Johannes Ludovicus Matheus) Lauweriks / Verzameling Beschrijving van het archief
    [Show full text]
  • K.P.C. De Bazel, Architect
    K.P.C. de Bazel, architect Nol Verhagen De Bussumse architect Karel Petrus Cornelis de Bazel (1869­1923) is landelijk vooral bekend als de architect van het kantoor van de Nederlandsche Handel ­ Maatschappij (NHM) aan de Vijzelstraat in Amsterdam, dat nu bekend staat als: De Bazel. Dat is een eer die voor zover ik weet geen enkele andere Nederlandse architect te beurt Getekend portret is gevallen. Maar in Bussum blijft de herinnering aan De van K.P.C. de Bazel, tekenaar en datering Bazel levend in de vorm van een groot aantal woonhuizen en onbekend woningcomplexen die hier zijn gerealiseerd. De K.P.C. de Bazelstraat Bazelstraat, een mooie herinnering aan de Tot de verbeelding spreken ongetwijfeld villa architect van deze wijk. Meentwijck aan de Groothertoginnelaan, gebouwd in 1912, en de modelboerderij Oud In hout gebouwd Bussem, gebouwd tussen 1903 en 1905. Interessant is verder het houten woonhuis Maar De Bazel bouwde niet alleen voor de dat De Bazel al in 1903 voor A.J. van der Vies rijken. In een bijlage bij het proefschrift K.P.C. bouwde aan de Rijksstraatweg, nu Amers- de Bazel – Architect van Adriaan Wessel foortsestraatweg 31. Dit adres lag destijds in Reinink uit 1965 staan alle uitgevoerde de Verboden Kring die behoorde bij Werk V, bouwwerken van de hand van De Bazel op- gelegen op de plek waar nu het viaduct gesomd. Daarin vind je behalve de villa’s heel over de A1 aan het eind van de Huizerweg wat keren de aanduiding arbeiderswoning, ligt. Werk V was onderdeel van de ring van tuinmanswoning, knechtswoning, brugwach- verdedigingswerken ten zuiden van de Vesting terswoning of boswachterswoning.
    [Show full text]
  • Bekende En Onbekende Namen Van Bruggen, Sluizen En Tunnels Binnen De Gemeente Amsterdam
    Bekende en onbekende namen van bruggen, sluizen en tunnels binnen de Gemeente Amsterdam. Aalmoezeniersbrug ³ BRU0068 Vaste brug Nabij gelegen gerechtshof aan de Prinsengracht was een voormalig Aalmoezeniersweeshuis Aandammerbrug ² BRU058P P-Brug In de Poppendammergouw over de sloot die de Holysloter met het Bozenmeertje verbindt. Deze ophaalbrug in stadsdeel Noord is genoemd naar de Aandammergouw, waarin ze ligt, gezien vanuit de gemeente Broek in Waterland. De Aandammerbrug is 1 van de kleinste bruggen van Amsterdam, het was oorspronkelijk een houten brug gebouwd op zes jukken. Zij werd vervangen door een zogenaamde hoge zijl. Abel Tasmanbrug ³ BRX0118 Basculebrug, administratief Deze naam verwijst ook naar de Tasman straat en wordt ook wel de Tasmanbrug genoemd. Zie ook BRU0346 Afslagtunnel Gein-lijn ² BRU1616 Tunnel Genoemd naar het metrostation. Akerschutsluis ¹ SLU0102 Sluis Officiële naam voor deze schutsluis Aluminiumbrug ² BRU0222 Ophaalbrug Deze ophaalbrug wordt zo genoemd, omdat in 1956 het val (brugdek) van deze brug (als eerste in Nederland) in aluminium werd uitgevoerd. Een andere naam was Dwingerbrug, naar het naastgelegen bolwerk "Swijght Utrecht". BRX0113 Ambachtsbrug ³ BRX0107 Vaste brug, administratief Genoemd naar de nabij gelegen ambachtsschool, zie ook BRU0358 Amstelbrug ² BRX0077 Vaste brug, administratief Dit is een oude naam voor de Hoge Sluis, de Amstelbrug is genoemd naar het water dat zij overspant, voor de werkelijke naam en een verklaring van deze naam kijk bij BRU0246. Amstelschutsluis ¹ SLU0101 Sluis Officiële naam voor deze schutsluis. De enige sluizen in de Amstel die nog te zien zijn, liggen ter hoogte van Carre, zij dateren uit 1673 (ontwerp van Joh. Hudde) en hadden oorspronkelijk tot taak het Ijwater uit de Amstel te houden.
    [Show full text]
  • Building Modernity
    Building Modernity Indische Architecture and Colonial Autonomy, 1920-1940 Martijn Veenendaal 4026241 Supervisor: Prof. Dr. Gerrit Knaap Bachelor thesis 22 June 2015 13,309 words “When two people meet, each one is changed by the other so you’ve got two new people.”1 1 John Steinbeck, The Winter of Our Discontent (New York: The Viking Press, 1961). Page | 1 Index of Contents Introduction 3 Chapter I Architecture and Colonial Autonomy 6 The Ethical State 6 The Open State 8 Decentralization and Colonial Autonomy 9 Colonial Architecture: The Maturation of a Discipline 10 Autonomous Colonialists 15 Chapter II The Indische Style: the role of the “native” in modernity 19 Re-developing the “native” 19 The Debate: adherents and adversaries 21 Thomas Karsten: association and cultural synthesis 27 The Ideology of the Indische Style 31 Chapter III Material Culture and Cultural Colonial Citizenship 33 The Indies Fatherland 34 Colonial Difference and Cultural Citizenship 36 The Colonial Mimic Men 38 A Colonial Divide? 39 The End of Association 40 Conclusion 42 Bibliography 44 Illustrations Appendix I: figure 1-5 17 Appendix II: figure 6-9 32 Page | 2 Introduction There exist two camps there, the first one claiming that the mother country must transport ‘civilization’, including art, to the colony. There is too little remaining of the Javanese art to bestow it with lasting value; while the Javanese himself, whose cooperation would be necessary, no longer possesses artistry. Mais, à qui la faute? On the other side there is a camp that argues the complete
    [Show full text]
  • Het De Hunze Van Starkenborghpad 2014
    De Hunze – Van Starkenborgh pad een wandelroute door de Groninger stadswijk De Hunze / Van Starkenborgh Het logo van ‘De Hunze’ in 1989. De grijze vlek is de vereenvoudigde landkaart van de buurt. Het logo was ontworpen voor de planontwikkeling en werd gebruikt bij de verkoopadvertenties voor de verschillende deelprojecten. Na oplevering van de woningen is het logo in gebruik genomen door het Hunze Overleg Platform (H.O.P.) totdat H.O.P. in 2003 overging in Bewonersorganisatie De Hunze / Van Starkenborgh (B.H.S.) Het 1 2 Het De Hunze – Van Starkenborghpad Stg. de Algehele Aanraking, i.s.m. Bewonersorganisatie De Hunze / Van Starkenborgh en Stadsdeelcoördinatie Noorddijk, presenteert: Het De Hunze – Van Starkenborghpad Drukwerk: ’t Hartje B.V. Omslagontwerp: Hans Huisjes Teksten en Beeld : Paul Marius Borggreve Gedicht Kliko-opstelsteen: Lianne van Gemert Foto Granpré Molièreweg 1990: Peter Imthorn Foto Dirty looks in de winter: Marcel Imthorn Met dank aan: Hans Huisjes, Frits Barkhuis, Lianne van Gemert, Mijnske Sival, Ina Bos, Peter en Marcel Imthorn, Marianne Huizinga, Marjory Simonides, Klaas van Dijk, Rik Andreae, Kees van Bohemen, Liesbeth Visser en de leden van de dinsdagwandelgroep, Ruadhan van Kalker en niet in de minste plaats Petra van Kalker. Deze gids is gerealiseerd met de financiële steun van: SDC, BHS, PLUS Gils, ’t Hartje, Het Kasteel, Tonny van Moorsel – de Graaf, Logopedie Praktijk Wicherlink, Fysio 4 Noorderhoogebrug, Fietscentrum Bus, Autobedrijf Ceulen &Ko*, Kunst*Kolonie*Veenhuizen, Janke Sinnema, Maria Hintzbergen, Jan en Willy Timmer, de familie Scholten en diverse anonieme gevers. algehele.blogspot.nl Groningen, 2014 3 4 INLEIDING De stad Groningen bestaat nu bijna 1000 jaar en bestond ook ver daarvoor al als Drents esdorp op een uitloper van de Hondsrug.
    [Show full text]
  • Progress and Stagnation of Renovation, Energy Efficiency, and Gentrification of Pre-War Walk-Up Apartment Buildings in Amsterdam
    sustainability Article Progress and Stagnation of Renovation, Energy Efficiency, and Gentrification of Pre-War Walk-Up Apartment Buildings in Amsterdam Since 1995 Leo Oorschot and Wessel De Jonge * Heritage & Design, Section Heritage & Architecture, Department of Architectural Engineering & Technology, Faculty of Architecture and the Built Environment, Delft University of Technology, Julianalaan 134, 2628BL Delft, The Netherlands; [email protected] * Correspondence: [email protected] Received: 1 February 2019; Accepted: 22 April 2019; Published: 5 May 2019 Abstract: Increasing the energy efficiency of the housing stock has been one of the largest challenges of the built environment in the Netherlands in recent decades. Parallel with the energy transition there is an ongoing revaluation of the architectural quality of pre-war residential buildings. In the past, urban renewal was traditionally based on demolition and replacement with new buildings. This has changed to the improvement of old buildings through renovation. Housing corporations developed an approach for the deep renovation of their housing stock in the period 1995–2015. The motivation to renovate buildings varied, but the joint pattern that emerged was quality improvement of housing in cities, focusing particularly on energy efficiency, according to project data files from the NRP institute (Platform voor Transformatie en Renovatie). However, since 2015 the data from the federation of Amsterdam-based housing associations AFWC (Amsterdamse Federatie Woningcorporaties) has shown the transformation of pre-war walk-up apartment buildings has stagnated. The sales of units are slowing down, except in pre-war neighbourhoods. Housing associations have sold their affordable housing stock of pre-war property in Amsterdam inside the city’s ring road.
    [Show full text]
  • Jan Frederik Staal
    Jan Frederik Staal Jan Frederik Staal (Amsterdam, 28 février 1879 - là, 8 avril 1940) était un architecte néerlandais. Staal s'est établi en 1902, avec Alexander Kropholler (1881-1973), comme architecte dans l'entrepreneur hollandais de son père, Staal et Haalmeyer. À partir de 1903, ils ont conçu des bâtiments, qui ont également été construits par l'entrepreneur de son père. Certains bâtiments conçus par Staal et Kropholler sont les bureaux de la compagnie d'assurance-vie " De Utrecht " à Amsterdam et Leeuwarden. En 1910, la coopération entre Staal et Kropholler a été rompue et Staal a commencé à exécuter ses projets dans le style de l’école d’Amsterdam. Les villas du parc Meerwijk à Bergen (1917-1918) furent ses premiers bâtiments dans ce style. D'autres créations de Staal sont la vente centrale de fleurs à Aalsmeer , un bâtiment de 12 étages avec le surnom de Skyscraper à Amsterdam , le pavillon hollandais de l' Exposition des arts décoratifs et industriels de 1925 à Paris , le bâtiment principal du journal De Telegraaf (de nos jours de Kas-Bank) sur le Nieuwezijds Voorburgwal à Amsterdam, les Koopmansbeurs à Rotterdam et diverses maisons à Amsterdam Rivierenbuurt . La conception du concours de Staal pour un opéra sur la place Museumplein à Amsterdam n'a pas été réalisée: bien que son entrée ait été préférée en 1920, l'opéra n'a pas été réalisé. Plus tard, il a utilisé des motifs pour sa vente aux enchères de fleurs et son bâtiment Telegraaf. Staal est un architecte néerlandais très important qui a progressé organiquement de l'architecture de l'école d'Amsterdam à la Nouvelle Objectivité.
    [Show full text]
  • Academische Boekengids
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) De Indische wortels van het Nederlandse modernisme: ideeën over oosterse spiritualiteit bepaalden de interesse in Indische kunst Weststeijn, T. Publication date 2008 Published in De Academische Boekengids Link to publication Citation for published version (APA): Weststeijn, T. (2008). De Indische wortels van het Nederlandse modernisme: ideeën over oosterse spiritualiteit bepaalden de interesse in Indische kunst. De Academische Boekengids, 71, 2-8. http://www.academischeboekengids.nl/do.php?a=show_visitor_artikel&id=770 General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:28 Sep 2021 Academische Boekengids Thijs Weststeijn De Indische wortels van het Nederlandse modernisme Ideeën over oosterse spiritualiteit bepaalden de interesse in Indische kunst [intro] Grondleggers van het Nederlandse modernisme, zoals Berlage en Mondriaan, waren beïnvloed door de cultuur van het huidige Indonesië.
    [Show full text]
  • 1997 (Mcmxcvii) Jaarboek 89
    NEGENENTACHTIGSTE JAARBOEK VAN HET GENOOTSCHAP Amstelodamum AMSTERDAM 1997 Vormgeving: Aljc Olthof(t) C5 1 Iarry N. Sierman Productie: Drukkerij Nauta H v, Zutphen A B N .k hl R 0 is sponsor van Genootschap Amstelodamum . .._. --- --._-.--- NEGENENTACHTIGSTE JAARBOEK AMSTELODAMUM INHOUD 6 GENO OTSCHAP AMSTELODAMUM: bestuur,adrcssen 7 Zevenennegentigste Jaarverslag, lopende over het jaar 1996 9 Verslag van de penningmeester over het zevenennegentigste boekjaar 11 M.HELL ‘Kennen, respecteren ende gehoorsamen’. Amsterdamse schouten en hun ambt 43 c.LESGER Migranten in Amsterdam in de achttiende eeuw. Residentiële spreiding en positie in de samenleaing 69 D.EEKEN Het kantoorgebouw van verzekeringsmaatschappij de ‘Utrecht’ aan het Damrak 9’ I.MATTHEY Een standbeeld voor Sweelinck 122 I..SCHOEWERT De ontstaansgeschiedenis van de IJ-tunnel ‘47 G.YAi\'THULL De Jan Roodenpoortstorcn herbouwd? 161 KRONIEK VAN AMSTERDAM OVER 1996 samengesteld door Margriet de Roever Jaarboek Xc,, Am.~telodamum [r997] GENOOTSCHAP AMSTELODAMUM BESCHERMHEER MR.S.PATIJN hur~emeestrrvan Amsterdirm BESTCUR PROF.DR.W.H.VROObl F.H.AMENDE voorzitter pennqyeestrr gekozen I 6 maart 197X Qredend ,999 gekozen 26 nmrt I 979 - afiredend I 997 PROF.DR.W.F.HEINEMEIJER MR.J.H.VAN DEN HOEK OSTENDE tweede voorzztter gekozen zz,/èbruari 1963 - gfiredend I 999 gekozen3ooktoher 1970 -~firedendzooo MEVR.DRS.R.E.KISTEMAKER PROF.DR.P.H.M.GERVER gekozen j aprtl I 9X6 - ufiredend I 998 hlEVR.DR.W.CHR.PIETERSE gekozen 26 smart 198X -~~/iuedendzooo gekozen 26 maart 199~ - ajiredend I 997 MR.M.G.B.EVERS DRS.G.V.4N DER PLAS tmrrde secretarts gekozen5 uprzl~9Hh-rrfttrrd~nd~99X ADRESSEÌi REDACTIE Genootschap Amstelodamum E.O.G.Haitsma Mulier Voorzitter: prof.
    [Show full text]
  • Annexaties En Stadsuitbreidingen Stadsuitbreidingen 1877-1921
    Annexaties en stadsuitbreidingen Stadsuitbreidingen 1877-1921 Topografische bijzonderheden van de Amsterdamse stadsuitbreidingen en sporen van polderbebouwing in de geannexeerde gebieden 1 Annexaties en stadsuitbreidingen et ontstaan en de groei van Amsterdam valt samen met de vorming van stadstaten in heel Europa, een H beweging die in de twaalfde eeuw inzette in Italië en zich in volgende eeuwen uitbreidde tot Noordwest-Europa. De steden proberen zich met wisselend succes te ontworstelen aan de macht van de landadel. De situatie rond Amsterdam was in zoverre afwijkend dat daar geen oude dorpskern aan ten grondslag lag maar echt uit het niets ontstond. De uitbreiding van Amsterdam zal nooit zonder slag of stoot ge- gaan zijn en de problematiek zal niet afwijken van die bij andere steden. De gestage groei in de dertiende t/m de zestiende eeuw en de explosieve groei in de zeventiende en later de negentiende eeuw had steeds te maken met het gunstig stemmen van landsheren, c.q. overheden, meestal door het sturen van geld, legers of oorlogs- schepen of het duidelijk maken van het economisch belang van zo’n uitbreiding. Daar kwamen in de zeventiende eeuw de gigantische leningen tegen aantrekkelijke tarieven bij, die Amsterdamse koop- lieden wisten te verstrekken. In de moderne tijd geven economische motieven de doorslag. De zojuist overreedde overheid had dan de over gederfde heerlijke rechten nadat de stad sinds 1342 een aantal taak de belangen van de omringende gemeenten af te wegen en ze malen uitgebreid was. De onmin ging eigenlijk terug tot de stichting goedschiks of kwaadschiks te laten instemmen met het afstaan van van de stad.
    [Show full text]