Varen-Varia e 19 jaargang no. 2 winter 2006

Inhoud

Van het secretariaat ...... 1

Nieuwe leden...... 1

Najaarsexcursie 2006...... 2

Tuinbezoek in Apeldoorn...... 5

Rens Huibers'varentuin ...... 6

Wolfsklauwen als geneesmiddel...... 8

Sporenbank 2006 ...... 10

Een nieuwe varenclassificatie...... 12

Van de bestuurstafel

Van het secretariaat Nieuwe leden

J. Boermans, Spielehorst 11, 7531 ER Enschede Voor het nieuwe jaar 2007 heeft het be- [email protected] stuur de volgende data’s onder voorbehoud R Beuving, Smetsakker 8 5625 SH Eindhoven voor bijeenkomsten en excursies vastge- [email protected] steld: Mw. M Paul, Prins Hendriklaan 108, 3584 ES Utrecht Weekend 24 en 25 maart: N V V -stand T Gerrits, Marquette 70, 8219 AS Lelystad theo- zaai-en stekdagen hortus te Utrecht [email protected] A Boelens, Vincent van Goghstraat 188 1072 DA Zaterdag 21 april: voorjaarsledenvergade- Amsterdam 06-53255075 M King, Nieuwezijds Voorburgwal 254h 1012 RS ring in Burger’s Dierenpark te Arnhem. Amsterdam [email protected] Weekend 26-27 mei: plantenbeurs te Es- Nieuw E-mail adres: sen, Duitsland Mw. H Thielen uit Rijsbergen: [email protected] Zaterdag 16 of 23: juni kasteeltuin Elsloo Nieuw secretariaat: Secretaris Britse Varenvereniging: Zaterdag 29 september: najaarbijeenkomst Dr. Yvonne C Goulding, tuin hortus te Leiden met varendeterminatie 7 Grange Road, Buxton Derbyshire SK17 6NH Zaterdag 3 november: Oriëntal Garden met Engeland o.a. boomvarens

1

Uit met de vereniging

wijfjesvaren. Als gevolg van de Duitse kwa- Najaarsexcursie 2006 liteitseisen kweekt Wouter nu een ‘frizelliae’ Ben van Wierst waarvan alle veren de wenteltrapvorm heb- ben en die zeker niet meer terugloopt. 30 september 2006 was het weer tijd voor Wouter let er ook op dat zijn Polystichum de najaarsbijeenkomst. Uit het programma setiferum-vormen ook onder de juiste naam was bezoek aan het bos met stippelvaren verkocht worden en probeert moederplan- geschrapt. Over bleef het bezoek aan twee ten van de winningplaats te halen. kwekers. Beide kwekers hadden duidelijk een tegengestelde handelwijze. Bij beiden Wouter is op zoek naar nieuwe goede intro- hoorden de 14 aanwezig leden vele interes- ducties, wat moeilijk is omdat er vele soor- sante zaken. Zoveel dat degenen die deze ten varens zijn maar weinig die echt nieuwe dag meegingen lang niet alles terugvinden elementen toevoegen aan het bestaande van het vertelde. Als eerste stond Wouter assortiment. van Driel op het programma . Er wordt bij elk zaaisel goed opgelet of er Wouter vertelde hoe hij 20 jaar geleden het afwijkingen zijn die interessant zijn om door bedrijf kocht om varens te kweken. Het be- te ontwikkelen. Zo selecteerde Wouter een drijf was uit hobby ontstaan. Het bedrijf donkergekleurde fijnbladige Polystichum groeide. Er wordt nu aan een aantal grote proliferum en een purperbladige vorm van Europese ketens geleverd, maar ook aan Blechnum penna-marina. bedrijven die planten op het internet verko- pen.

Schaalvergroting, die overal in deze sector plaatsvindt, is er de oorzaak van dat er vaak een concessie aan de kwaliteit ge- daan wordt. Er kan dan niet meer gelet worden op de 100% soortechtheid van een verkochte . Ook niet meer of de plan- ten voor ze in de verkoop in gaan goed af- gehard zijn. In de loop van de jaren zag Wouter in dat hij dat niet wilde en dat kwali- teit leveren ook een manier was om een goede boterham te verdienen en meer vrije tijd over te houden.

Verkocht wordt er nu vooral aan enkele handelaren die ook kwaliteit willen leveren. Ook verkoopt hij op tuinfairs, beurzen e.d. Duitsland geeft daarvoor uitstekende gele- genheid. Daar is een groot publiek met ken- nis van zaken. Wouter staat hier onder an- dere op de Hamburgse Plantendagen, die 2 maal per jaar gehouden geworden. Door de kwaliteit die hier geleverd wordt, werd het duidelijk dat de kwaliteit van Nederlandse kwekers vaak onvoldoende is. Een heel aantal voorbeelden werd genoemd. Bijvoor- beeld: Athyrium filix-femina ‘frizelliae’ wordt vaak geleverd in een vorm die weer terug- loopt naar de oorspronkelijke vorm van de

2

Andere producten waarmee verder ge- wees ons de weg naar het volgende adres kweekt wordt, is een serie steriele tongva- en dat was de kwekerij van Lambert Ko- rens die ooit het bezit waren van de beken- ning. de Duitse professor Maas. Vermeerdering van de tongvaren gaat met een klassieke, Lambert vertelde altijd boswachter te willen bijna vergeten methode door het maken worden, totdat hij van het bestaan van van stengelbasisstekken. (Van de wortel- planthunters hoorde. Dat wilde hij ook zijn stok wordt de rest van de oude bladsteel en dat lukte. In het begin met wat veel over- gehaald. Je hebt dan een steeltje in de moed, wat hem op een veroordeling kwam vorm van een spijkertje. Deze wordt omge- te staan voor het exporteren van orchidee- keerd in de stekgrond gezet met het aan- en uit Costa Rica. Op een gegeven mo- hechtingdeel naar boven tot aan de basis ment ging hij in zee met het bedrijf van de van de stek. Er zullen zich reeds na twee heer Smit in Sappemeer. Lambert had al- maanden broedbolletjes aan de basis vor- lerlei ideeën met nieuwe planten die inte- men, die na vier maanden plantjes zullen ressant konden zijn om te kweken. Dit wa- opleveren.) ren o.a. allerlei soorten orchideeën, waarbij er bij selectie goed gelet wordt op o.a. het Wouter brengt de door hem ontwikkelde aantal bloemen en de beworteling. vormen zonder juridische bescherming op de markt. Naamsbescherming levert hem De markt voor de toekomst is een belang- onvoldoende op en het kost veel moeite om rijk onderdeel van het werk.. Zo wordt er te markt in de gaten te houden wie er met bijvoorbeeld met vertegenwoordigers van zijn planten de kas in gaat om ze op grote een groot internationaal woninginrichtings- schaal te vermeerderen. bedrijf nagedacht over de ontwikkeling van trendy bewerkte varens die over enige tijd Als er nieuwe vormen worden ontwikkeld, op de markt moeten komen. wordt er zoveel mogelijk vastgehouden aan namen die duidelijk het product beschrij- Ook een trend van de laatste jaren, de ven. Syngonanthus chrysanthus ‘Mikado’, door Lambert kortweg Mikado’s genoemd, wordt Zaaien doet Wouter nog steeds op de gevoed door zijn inspanningen. Deze wor- “vensterbank”-methode. Dus een polys- den gevonden op de vochtige savannes tyreenbak met zaaigrond en huishoudfolie van Brazilië. Wouter vond daar verschillen- erover. Op de bak worden veel gegevens de vormen van deze planten. geschreven, zoals herkomst, datum e.d. Voordat hij op reis gaat (gebeurt 12 – 15 x In het sproeiwater wordt E.M. (EMRO, per jaar) zoekt hij eerst in de archieven van Noordwolde) toegevoegd. Dit is een in Ja- de Leidse Hortus waar hij een bepaalde pan ontwikkeld middel voor de landbouw, plant kan vinden. Met die gegevens wordt dat vele micro-organismen bevat. Basis de reis ondernomen. In het betreffende ge- voor dit product zijn onder andere rijstze- bied aangekomen, maakt hij gebruik van melen. Het heeft een reinigende werking verschillende manieren van vervoer. Zo doordat het vrije radicalen wegvangt. Aan ging hij op zoek naar aloësoorten met be- het sproeiwater wordt ook melasse toege- hulp van een heteluchtballon. voegd als voeding. De goede ontwikkeling van zijn planten schrijft Wouter toe aan de- Van allerlei soorten mag een beperkt aantal ze toevoegingen. exemplaren zonder probleem uitgevoerd worden. Na de uiteenzettingen van Wouter konden we op zoek gaan naar wat er van onze ga- In de loop van de jaren heeft Lambert veel ding was tussen de aanwezige varens en gebieden bezocht en hij denkt nu te weten er was zeker genoeg te vinden. Ondertus- waar op de wereld de meeste soorten te sen wisselden ook zelf meegebrachte plan- vinden zijn. Volgens hem voldoen deze ge- ten van eigenaar. En zo was de eerste helft bieden aan de volgende voorwaarden: een van de dag al goed afgesloten. Wouter hoge pH, veel kiezel in de bodem en een 3

gemiddelde temperatuur van 18 graden bruinkoolmijnen. Dit wordt in feite uit oude Celsius. veenlagen ontgonnen. In de onderste laag bevinden zich alle uit de veenlagen uitge- Van een nieuwe soort wordt in Nederland spoelde plantenhormonen. Wanneer deze eerst een groot aantal gekweekt, 10.000 is onderste laag in de potgrond wordt gedaan, geen uitzondering. Hiervan blijft een zeer wordt er sneller een symbiose gevormd tus- klein aantal (hooguit enkele tientallen) over, sen de plantenwortel en micro-organismen, dat als uitgangsmateriaal wordt gebruikt om waardoor de plant beter groeit. mee verder te kweken. Geselecteerd wordt er op het oog. De rest gaat op de compost- Lambert kweekt zijn planten meestal uit hoop. zaad en niet uit meristeemculturen. Hij heeft dan een wat grotere onderlinge ver- Lambert laat eigen selecties wel patente- scheidenheid maar dat vindt de consument ren. Hij heeft 19 patenten van planten geen probleem. We kregen wat van het se- waarvan hij het alleenrecht heeft om ze op lectiewerk bij orchideeën te zien. de markt te brengen. Voor de beschrijving van de plant wordt er door de AID een Tenslotte liet Lambert ook nog wat zien “genetic marker” gemaakt. Dit is een be- van zijn hobby van de laatste jaren. Dit is schrijving van een aan te wijzen stukje DNA het kruisen van lavendelsoorten. Doel is van de plant. o.a. de winterhardheid van de gevoelige soorten te vergroten. Van de lavendel zijn Nieuwe planten worden uitgezet in een al gepatenteerde vormen op de markt ge- proef met 16 soorten potgrond. Zelf denkt bracht. Lambert dat het belang van silicium en ijzer in het plantmedium wordt onderschat. In Na al deze uitzettingen namen we afscheid veel planten worden deze mineralen gevon- en kregen we een Cyathea tomentosissima den, terwijl in potgrond weinig wordt toege- en hertshoornvaren mee. voegd. Het was een goede dag geweest met twee Aan de potgrond wordt altijd Paul-humus- kwekers die hun werk elk op eigen wijze zuur toegevoegd. Dit is een product uit de benaderden.

4

Tuinbezoek bij de familie Schut Een bijzondere verrassing was de Osmun- da regalis ‘Fragilis’ die we in een andere aan de Tuinstraat 54 te Apel- gedeelte van de tuin tegenkwamen. Gelijk doorn gevraagd aan Barry of er in de wintermaan- den een stukje naar Broek op Langedijk Rens Huibers (woonplaats secretaris) getransporteerd Op zaterdag 27 mei j.l. waren jammer ge- kan worden! noeg maar vier mensen op bezoek geko- men naar Apeldoorn. Maar Peter Meegdes, Ook de vele Polystichum-soorten onder het Hein van Maurik, Johan Roodnat en Rens bladerdak van de bomen komen perfect tot Huibers kregen daar totaal geen spijt van . hun recht. Gezien ze een groot gedeelte Na de koppen koffie en koek hadden we van de dag profiteren van de schaduw zijn lekker de ruimte om onder leiding van gast- ze letterlijke uit hun krachten gegroeid. Wat heer Barry de tuin te bewonderen en te een verschil met de soorten uit mijn eigen discussiëren over diverse varens en de tuin, welke bijna de gehele dag aan zonlicht vele andere planten. zijn blootgesteld.

Aan de Tuinstraat te wonen is al bijzonder. De tuin is doorzoomd met smalle paadjes Een kleine straat met eenrichtingsverkeer die als een rotonde bij elkaar komen en en voor de huizen nog ruim de gelegenheid omgeven wordt door forse exemplaren van hebben om een tuin te creëren. Je waant je Osmunda regalis ‘Cristata’. niet in een stad. Ook de voortuin is interessant genoeg om Rondom de woning is de tuin niet alleen vol dat eens te bestuderen en lekker over te geplant met varens, ook hosta’s, primula’s, praten. bijzondere heestertjes en vooral ook bomen completeren het leefgebied van de familie. Dat Barry ons verontschuldigde dat de co- niferen (geen haag) en andere grote hees- Blauw geschilderde tafeltjes, stoeltjes, plan- ters nog niet gesnoeid maakte ons niet uit. tenbakken en andere leuke voorwerpen in Ook hier had de hij met oude trottoirte- combinatie met de kleuren van de woning gels rotsbedden opgezet. Daartussen diver- maken het geheel stijlvol. se vetplanten, tijm, Asplenium en tot onze stomme verbazing atropurpurea, Barry heeft ervoor gezorgd dat bepaalde welke een hoogte heeft van om en nabij de hoekjes met kleinere planten zo gemaakt zestig cm! Klakkeloos werd ons verteld dat zijn dat je er lang bij stil blijft staan te kijken deze planten al zo’n zes jaar staan, en ge- omdat er zoveel te zien is. woon ieder jaar weer met nieuwe krullen tevoorschijn komt. Een plaatje om te zien! Ook voor rust in de tuin is nagedacht. Een overdekt prieel, compleet met zithoek kijkt Met het verstrijken van de tijd kregen we uit over een stukje vijver. Rondom de vijver van onze magen het sein om wat tot ons te zijn rotsheuveltjes gemaakt van oude ge- nemen. Onze gastvrouw had een heerlijke broken tegels, straatstenen en een partij soep gemaakt welke met smaak werd ver- met rotsstenen. Deze zijn weer opgevuld orberd, onderwijl we nog vele onderwerpen met aarde en vol geplant met Asplenium over varens met elkaar bespraken. trichomanes, allerlei variëteiten van Asple- nium scolopendrium, waaronder een hele Na het bezoek aan de familie Schut reden mooie “Laceratum Kay”, Asplenium fonta- we naar kwekerij Hans Kramer te Ede. num, Polypodiums en een paar Woodsia elongata. In de handel wordt deze vaak als De showtuinen van Hans zagen er weer Woodsia ilvensis aangeboden, maar dat is schitterend uit en voor de varenliefhebbers niet juist. De echte “ilvensis” is bijna niet te waren er toch weer (varen)soorten die niet kweken. alledaags te verkrijgen zijn en voor een mooie aanvulling in de tuin zorgen.

5

Uit eigen tuin

Mijn varentuin diverse waterwegen in de Langedijk een toeristische attractie moet worden. Dus Rens Huibers. toen de mooie dagen zich aandienden Diverse mensen in de vereniging weten wel kwam er ook veel vaarverkeer op gang. ongeveer hoe de tuin er bij mij uitziet. Qua grootte stelt het niet zoveel voor, vooral als Het leeuwendeel van deze bootjes hebben je bedenkt dat de tuin van de buurman erbij een buitenboordmotor die in alle soorten en betrokken geraakt is de afgelopen 25 jaren. maten te koop zijn. Nu wil het dat sommige Nee, het valt in het niets als ik op bezoek van die motoren het uitlaatsysteem in ben geweest bij bijv. Johan Roodnat, Johan combinatie met waterkoeling hun Eek, Fons Slot en Bernhard Mars. uitlaatgassen onder de waterspiegel afgeven, en dus het water enigszins Met een diepte van 5 en een breedte van bevuilen. 15 meter is het letterlijk stapelen geblazen om toch zoveel mogelijk 400-430 stuks Ik wilde dat in eerste instantie niet geloven, varensoorten op het goede plekje te zetten. maar navraag bij derden bevestigde dat.

De grondwaterstand is dankzij de Daarbij werd mij verteld dat er ook naastliggende sloot niet lager dan 40 cm in minuscule hoeveelheden motorolie in het het groeiseizoen. Een benijdenswaardige water afgegeven worden. Inderdaad is het positie voor een tuin die in de zomer toch mij ook opgevallen dat er soms oliesporen vrij veel water moet hebben, vergeet niet de op het water drijven. afgelopen maand juli! Dit jaar heb ik de tuin diverse malen Toch ging het dit jaar niet al te goed met besproeid met water uit de betreffende sommige soorten. Bladverbranding bij sloot. Er zijn jaren voorbij gegaan dat ik dit diverse Polystichum-en Athyrium soorten niet nodig was, hoogstens hier en daar met gaven op die plekken geen kleur aan de een gieter rondgaan. tuin. Het aantal uren dat de tuin in de volle Maar ondanks het watergeven zijn vooral zon staat is ongeveer 4 uren, zo tussen 11 lichtgevoelige varens zoals de Asplenium en 15 uur, aan instraling is dat voor scolopendrium en al zijn variëteiten, die ook genoemde soorten soms teveel. nog de gehele dag in lichte schaduw staan, Daarnaast heb ik gemerkt dat er ook sterk achteruit gegaan. Matteucia orientalis, varens bij zijn die niet door de zon maar Cyrtomium fortunei, Onychium japonicum door een andere omstandigheid slechter en Adiantum aleuticum ‘Subpumilum’zijn zijn gaan groeien. Het berust op een zelfs zwart geworden. theorie, maar navraag bij meerdere Daarnaast heb ik nog een onooglijk klein mensen in mijn omgeving, die ook aan de vijvertje met salamanders en verder betreffende sloot wonen, geven er wel begroeid is met diverse Equisetum-soorten, voeding aan. Pilularia globulifera, Marsilea angustifolia. Jarenlang is het water afgesloten geweest Dit jaar is het water een brij geworden van voor varend verkeer. De weg die 200 meter draad-en slijmalg. bij ons vandaan ligt ging over een dam, Ik heb de algengroei weten terug te dringen waaronder een smalle “duiker”lag, die voor door er kroosvaren ( Azolla filiculoides) bij doorstromend water moest zorgen. te gooien, die op zijn beurt letterlijk de vijver Vorig najaar is de weg met de dam uitgroeide. Ook misschien door vervuild uitgegraven en heeft men er een brug over water? het ontstane water gebouwd. Dit is gedaan Wie het weet mag het mij zeggen. in het kader dat de doorvaarbaarheid van 6

Nu even wat leuks over de tuin. Voorjaar zuurminnende varens met nieuwe 2005 ben ik begonnen met het maken van wortelvorming direct opgenomen kunnen diverse rotspartijen . In eerste instantie worden. bedoeld om drogere plaatsen te creëren voor varens die daar van houden. De Zelf kweek ik moeilijk te groeien varens, andere reden hiervoor was dat je met de denk maar bijv aan Cryptogramma crispa in veelal kleinere rotsvarens een enorme potgrond met zuur steengruis. verscheidenheid aan soorten kunt planten, vooropgezet dat sommigen in de Tussen twee haakjes: sla met de wintermaanden enige bescherming nodig voorhamer op een stuk asfaltweg of grind hebben tegen vooral wind en regen. de stenen kapot.

In de natuur vindt je ook een geweldige Op sier- en terrastegels blijft van dit alles variatie op verticale rotswanden waar het weinig heel! vocht gewoon langs loopt en de vegetatie nooit te nat staat. Even terug naar de kalkrijke rotstuin. De brokken tufsteen veranderen in luttele Maar wat voor steensoort zou ik nemen? Er maanden van een gele naar een groene zijn zure rotsstenen zoals sommige soorten kleur. Groene mossoorten nemen vanaf het gestold graniet en basalt. Als kalkrijke begin bezit van het oppervlak van de stenen kun je bijv. het zachte tufsteen stenen, waarop deze een nog natuurlijkere gebruiken, die je bij de diverse tuincentra uitstraling krijgen. kunt kopen en waar keermuurtjes van gemaakt kunnen worden omdat ze Paraplu- en levermossen moet u zoveel rechthoekig uitgezaagd zijn. Vooral dit soort mogelijk verwijderen omdat ze een steen is erg poreus, waterdoorlatend en ondoordringbare laag op de stenen maken. brokkelt gemakkelijk af. Om een zo Gebruik geen mosdoder o.i.d. want uw natuurlijk ogende rotsheuveltje te maken varens gaan er geheid aan! had ik de blokken met een voorhamer stuk geslagen en de brokken zodanig Wat er ook op voorkomt zijn varens die op neergelegd dat er nog wat aarde tussen een natuurlijke manier uitgezaaid zijn. gestrooid kon worden. De aarde moet direct natgegooid worden met veel water En dat zijn er tot m’n stomme verbazing om het vol te laten lopen tussen de kieren. nogal wat! Om er een paar te noemen: Dit omdat het vocht ook omgekeerd in droge tijden de rotsstenen vanuit de grond Asplenium scolopendrium, A. trichomanes enigszins vochtig moet houden. ssp. quadrivalens, A. ceterach, Cyrtomium fortunei (!), Cystopteris bulbifera, C. Een ander voordeel is dat de wortels van bulbifera ‘Crispa’, C. fragilis, een paar varens er beter in groeien zonder uit te Athyrium filix-femina soorten, drogen in barre tijden. Ook in droge cycadina, Polystichum setiferum, Woodsia wintermaanden omdat de verdamping bij polystichoides en last but not least groenblijvende varens gewoon doorgaat . Adiantum pedatum. En er zijn nogal veel soorten groenblijvende varens. Alleen al van Asplenium (meestal Ook het natuurlijk uitzaaien van varens in kalk) en ( veelal basis tot zuur) de vlakke borders verbazen mij iedere keer heb ik zo’n 45 soorten kunnen planten. weer. Dit jaar vond ik een paar Athyrium goeringianum ‘Pictum’ tussen Doodia Van de hardere (en zuurdere) steensoorten media en Adiantum capillus-veneris tussen als basalt, maaskeien en graniet kun je met wortelstokken van Thelypteris decursiva- een zware hamer natuurlijke kunststukken pinnata. maken. Gooi het gruis niet weg, maar gebruik het voor tussen de stenen in Ik zou u nog wel van alles willen vertellen, combinatie met tuinaarde. In het gruis maar dat doe ik wel in een volgende zitten spoorelementen die voor uitgave van Varen-Varia. 7

Wolfsklauwen als geneesmiddel herinnert eraan dat het een drastisch pur- gatieve werking heeft. Toepassing is echter Wim de Winter niet ongevaarlijk vanwege de giftige alkaloï- “Gelijkend op dit kruid Sabina is een den die het bevat. Dodonaeus in zijn be- dat selago wordt genoemd. Het wordt faamde Cruydboeck was hier kennelijk be- verzameld zonder ijzeren werktuig, ducht voor. Hij schrijft over de (grote) wolfs- met de rechterhand bedekt door de klauw dat het “in sommige winkels wordt tuniek, door de linker steels opgegra- verkocht als spica celtica en de leek houdt ven, gekleed in een zuiver wit gewaad het daar ook voor, tot grote schade en pijn en op schone blote voeten. Voordat van de zieke mens”. Op zich is dit een het verzameld wordt wordt een offer vreemd standpunt over de grote wolfsklauw gebracht van brood en wijn; het wordt die op grote schaal als geneeskruid werd meegenomen in een nieuwe doek. en nog steeds wordt gebruikt. Echter, een Volgens de Gallische druïden wordt recent artikel in het Journal of Toxicology het gebruikt tegen elk onheil en baat and Clinical Toxicology biedt hiervoor wel- de rook tegen alle oogkwalen.” – Plini- licht een verklaring: us, Naturalis Historia, Liber XXIV par. Wolfsklauwen als kruiderij hebben de LXII. reputatie onschadelijk te zijn en worden Dit kruid selago is de naamgever van de nu en dan gebruikt ter bereiding van een dennenwolfsklauw (Huperzia selago (L.)). heilzame thee. In Europa kan de alge- Echter op welke plant dit citaat precies be- mene Lycopodium clavatum gemakkelijk trekking heeft is niet geheel duidelijk. Som- verwisseld worden met L. selago, de migen (bijv. Villar, 1986) houden het wel op dennenwolfsklauw. Twee patiënten de dennenwolfsklauw, hoewel meestal dronken een thee die per ongeluk bereid wordt aangenomen (bijv. Dorstal & Reichs- was met het gedroogde kruid van L. se- tein, 1984) dat het gaat om de zavelboom lago, wat resulteerde in zweten, overge- (Juniperus sabina L.), een jeneverbesachti- ven, diarrhee, duizeligheid, krampen en ge, maar argumenten hiervoor heb ik nog spraakproblemen. Deze symptomen niet gevonden. Deze laatste interpretatie is suggereren een cholinergisch mechanis- wat vreemd omdat Plinius het in de vooraf- me. Om deze werking te doorgronden gaande paragraaf heeft over Herba Sabina, onderzochten we een aftreksel van L. in het Grieks brathy genaamd, dat in twee selago met behulp van menselijke rode soorten voorkomt, de ene met bladeren die bloedcellen als enzymbron in een aan- op de tamarisk gelijken, de andere op de gepast Ellman assay, waarmee we een cypres. Als je dan weet dat van de zavel- significante anticholinesterase activiteit boom twee variëteiten onderscheiden wor- konden aantonen. De belangrijkse actie- den, nl. var. tamariscifolia Ait. en var. cu- ve component kwam in chromatografie pressifolia Ait. dan wordt het toch merk- uit met huperzine A, maar was 2 tot 3 waardig dat één alinea later selago dezelf- keer sterker dan de standaard en in elk de plant zou zijn, temeer daar je de gemid- geval sterk genoeg om de waargenomen delde jeneverbes niet zomaar even steels vergiftigingsverschijnselen te verklaren. met je linkerhand uit de grond wipt. (Felgenhauer &al., 2000).

Of de dennenwolfsklauw nu wel of niet de Farmacologisch zijn de alkaloïden de oud-keltische selago is, vast staat wel dat meest actieve bestanddelen en heden- hij vanaf de late middeleeuwen in de daags onderzoek richt zich dan ook voor Noord-Westeuropese geneeskunde als me- een belangrijk deel op de inventarisatie van dicijn is toegepast. Als zodanig was hij bij deze stoffen in planten. Begrijpelijk gaat de apothekers bekend als Muscus catharticus, eerste aandacht uit naar planten die van- Herba selaginis, Herba musci erecti. Ook ouds als medicinaal te boek staan. De alka- de oude Belgische naam Mousse purgative loïden van de dennenwolfsklauw hebben volgens Van Os (1968) een sterk braakver- 8

wekkende en miotische werking. Ze wor- den in Polen wel gebruikt in plaats van pilocarpine als mioticum bij de behande- ling van glaucoom. Alkaloïden gevonden in de dennenwolfsklauw zijn selagine (=huperzine A) en 6-beta-hydroxyhuper- zine A. (Ayer &al., 1989). In de Sovjet- Unie is getracht met kleine doses van dit kruid de (psychische) verslaving aan alco- hol te doorbreken in de zogenaamde aversietherapie (Cherednik & Pliuiko, 1985). Deze therapievorm staat thans als onwerkzaam bekend. In de Bohemen ten- slotte werd het als wormafdrijvend middel in de veeartsenij gebruikt. Merkwaardig is de vermelding van dezelfde toepassing maar dan van de sporen uit Mexico (May, 1978): enerzijds zijn de sporen chemisch zo goed als inert, anderzijds ligt Mexico ver buiten het areaal van deze soort in Amerika, namelijk Canada en het uiterste noorden van de V.S. Literatuur Lycopodium selago Ayer, W.A., Browne, L.M., Orszanska, H., Valenta, Z. & Liu, J.S., 1989. Alka- loids of Lycopodium selago: On the iden- Villar, 1986. Huperzia. In: Castroviejo, S; tity of selagine with huperzine A and the Laínz, M; López-González, G; et al., 1986. structure of a related alkaloid. Canadian Flora Iberica Vol. I: Lycopodiaceae- Journal of Chemistry 67(10): 1538-1540. Papaveraceae. Real Jardín Botánico, Ma- drid; pp. 3 – 5. Cherednik, N.N. & Pliuiko K.S., 1985. [Ervaringen met de geconditioneerde- Voirin, B., Jay, M. & Hauteville, M., 1976. reflexbehandeling van alcoholisme met Selagin, a new flavone isolated from Hu- kleine doses Lycopodium selago]. Vrach- perzia selago [Pteridophyta]. Phytochemis- Delo 1985 Dec(12): 71-72 [in Russisch]. try 15 (5): 840-841.

Technische termen Dorstal, J. & T. Reichstein, 1984. Pteri- dophyta. In: Hegi, Illustrierte flora von Mit- purgatief: laxerend. Ook wel eufemistisch catharticum (reinigingsmiddel) genoemd. teleuropa, Band 1 Teil 1; 3. vollig neu be- arbeitete Auflage; Parey: Berlin, Hamburg; alkaloïde: een grote groep van organische verbindingen pp. 23—28. afkomstig uit plantaardige bronnen, veelal biologisch actief met een duidelijke uitwerking op mensen en dieren.

Felgenhauer, N., Zilker, T., Worek, F. & cholinergisch: gestimuleerd, geactiveerd of overgedragen Eyer, P., 2000. Intoxication with huperzine door de neurotransmitter acetylcholine; van toepassing op A, a potent anticholinesterase found in the het sympathische en parasympathische zenuwstelsel. fir club moss. Journal of Toxicology and anticholinesterase: tegenwerking van het enzym dat Clinical Toxicology 38 (7): 803-808. (acetyl-)choline na gebruik weer afbreekt.

May, L.W., 1978. The Economic Uses mioticum: middel dat contractie van de pupil veroorzaakt. and Associated Folklore of and glaucoom: oogziektes gekenmerkt door voorhoogde druk Allies. The Botanical Review, in het oog, wat uiteindelijk tot blindheid kan leiden. 44:491-528.

9

Uit de vereniging Sporenbank Nederlandse Va- Adiantum aleuticum ‘Subpumilum’ Adiantum pedatum renvereniging 2006: Adiantum pedatum ‘Japonicum’ Adiantum pedatum ‘Miss Sharples’ Te bestellen bij: Adiantum venustum Rens Huibers, [email protected] Athyrium filix-femina ‘Cristata’ Athyrium filix-femina ‘Crusiatum-cristatum’ Wij hebben de volgende sporen voor diege- ne die daar interesse voor heeft. Athyrium filix-femina ‘Fieldiae Áthyrium filix-femina ‘Frizelliae’ Winterharde groenblijvende varens: Athyrium filix-femina ‘Minutissimum’ Asplenium adiantum-nigrum Athyrium filix-femina ‘Sitchensis’ Asplenium anceps Athyrium filix-femina ‘Plumosum’ Asplenium ceterach Athyrium filix-femina ‘Rotstiel’ Asplenium ceterach ssp. bivalens Athyrium filix-femina ‘Vernoniae’ Asplenium ceterach ssp. crenatum Athyrium otophorum ‘Okanum’ Asplenium ebenoides Athyrium vidalii Asplenium fontanum Cystopteris alpina Asplenium foreziense Cystopteris bulbifera Asplenium marinum Cystopteris bulbifera ‘Crispa’ Asplenium monanthes Cystopteris diaphana Asplenium pinnatifidum Cystopteris dickieana Asplenium scolopendrium ‘Ramosum’ Cystopteris fragilis Asplenium scolopendrium ‘Ramo- Diplazium wichuriana amabilis marginatum’ Dryopteris affinis ssp affinis Asplenium scolopendrium ‘Saggitatum Dryopteris affinis ssp. borreri Asplenium scolopendrium ‘Cristatum’ Dryopteris affinis ssp cambrensis Asplenium trichomanis ‘Stuart Williams’ Dryopteris affinis ‘Crispa Gracilis’ Asplenium trichomanis ‘Ramo-cristatum’ Dryopteris affinis ‘Cristata’ Blechnum spicant ‘Rickard’s Serrate’ Dryopteris affinis ‘Cristata Angustata’ Blechnum nova-zealandiae Dryopteris affinis ‘Pinderi’ Cyrtomium caryotideum Dryopteris affinis ‘Crispa Barnes’ Cyrtomium fortunei var. clivicola Dryopteris X complexa ‘Stableri’ Cyrtomium lonchitoides Dryopteris blandfordii Cyrtomium macrophyllum Dryopteris buschiana Dryopteris dickinsii Dryopteris carthusiana Dryopteris sieboldii Dryopteris clintoniana Gymnopteris vestita Dryopteris corleyi Pelaea atropaurpurea Dryopteris cristata Pellaea glabella Dryopteris cycadina Polypodium vulgare ‘Jean Taylor’ Dryopteris dilatata Polypodium vulgare ‘Ramosum Hillman’ Dryopteris dilatata ‘Crispa Whiteside’ Polystichum braunii Dryopteris dilatata ‘Lepidota Cristata’ Polystichum imbricans Dryopteris erythrosora ‘Prolifica’ Polystichum retroso-paleaceum Dryopteris expansa Polystichum tagawanum Dryopteris filix-mas ‘Barnesii’ Polystichum xyphophyllum Dryopteris filix-mas ‘Crispa’

Winterharde (half)bladverliezende varens: Dryopteris filix-mas ‘Crispa Cristata’ Adiantum aleuticum Dryopteris filix-mas ‘Cristata’ Adiantum aleuticum ‘Imbricatum’ Dryopteris filix-mas ‘Cristata Jackson’

10

Dryopteris filix-mas ‘Cristata Martindale’ Cheilanthes lindheimeri Dryopteris filix-mas ‘Grandiceps’ Cheilanthes maderensis Dryopteris filix-mas ‘Linearis’ Cheilanthes persica Dryopteris filix-mas ‘Linearis Polydactyla’ Cheilanthes sieberi Dryopteris goldiana Cheilanthes sinuata Dryopteris ludoviciana Cheilanthes tomentosa Dryopteris neorosthornii Cheilanthes villosa Dryopteris pseudo-disjuncta Cheilanthes wootonii Dryopteris X tavelii var. polydactyla Diplazium bantamense Dryopteris tyrrhena Doodia caudata Dryopteris tokyoensis Doodia media Dryopteris uniformis Gymnopteris vestita Dryopteris wallichiana Lygodium japonicum Hypolepis millefolium Notholaena nivea Lunathyrium japonicum Pellaea cordifolia Matteucia orientalis Pellaea falcatum Onychium japonicum Pellaea paradoxa Phegopteris connectilis Pellaea rotundifolia Phegopteris decursiva-pinnata Pellaea viridis Thelypteris palustris Pessopteris crassifolium Woodsia elongata Phlebodium aureum ‘Glauca’ Woodsia fragilis Pteris vittata Woodsia ilvensis Thelypteris kunthii Woodsia obtusa Woodsia manchuriensis Kamervarens Woodsia mollis Asplenium flaccidum-terrestre Woodsia plummerae Asplenium nidus Woodsia polystichoides Campyloneuron angustifolium Elaphoglossum crinitum Niet winterharde varens Hemionitis arifolia Lecanopteris curtisii In de zomermaanden buiten in b.v. een pot: Nephelea tryoniana Adiantum capillus-veneris Quercifilix zeylanica Adiantum fulvum Adiantum hispidulum Adiantum raddianum ‘Pacific Maid’ Arachniodes simplcior ‘Variegata’ Aspidotis carlotta-hallii Blechnum articulatum Ceterach aureum Ceterach dalhousiae Cheilanthes acrostica Cheilanthes alabamensis Cheilanthes argentea Cheilanthes bonariensis Cheilanthes distans Cheilanthes eckloniana Cheilanthes eatonii Cheilanthes feei Cheilanthes jamaicensis Cheilanthes lanosa

11

Van de leestafel

Een nieuwe varenclassificatie joenen kenmerken – en zelfs als daar maar een klein deel van kan worden onderzocht, Peter Hovenkamp en als daar maar weer een klein deel van Gerda van Uffelen bruikbaar is, dan is het toch al snel een res- pectabel aantal. Waarom een nieuwe varenclassificatie? Varenclassificaties zijn er bijna zoveel als Ten tweede - deze kenmerken zijn (nog) er varenboeken zijn. Want of je nu een niet belast met vooroordelen over belang- overzicht geeft van de Nederlandse in- rijkheid. Het is daardoor vrij gemakkelijk om heemse varens, van de varens van heel tot overeenstemming te komen over een Europa, alle winterharde tuinvarens, of juist indeling op basis van deze kenmerken – kamer- en kasvarens – ze zullen in een be- zonder in discussies te vervallen of nu juist paalde volgorde moeten staan. Vaak kie- plaats van de sori op het blad belangrijk is zen we ervoor om die volgorde af te laten of juist de plaats van de bladen op de wor- hangen van het doel van een overzicht, en telstok. niet alleen maar van het alfabet. Terecht of niet, we denken dat je daarmee iets over de Het nadeel is natuurlijk dat DNA-kenmerk- eigenschappen van de behandelde varens en niet eenvoudig waar te nemen zijn. Er is kan overbrengen. In speciale gevallen or- een behoorlijk goed uitgerust laboratorium ganiseren we het overzicht dus aan de voor nodig, en de nodige kostbare appara- hand van speciale eigenschappen, bijvoor- tuur. Maar misschien verandert dat nog… beeld graad van winterhardheid als we schrijven over tuinvarens. Maar in gevallen De laatste jaren heeft er in elk geval een waarin we niet één specifiek doel hebben, explosie plaatsgevonden van onderzoek laten we de rangschikking van de varens aan varen-DNA. Talloze artikelen hebben zoveel mogelijk van alle eigenschappen tot een toenemend inzicht geleid in de ver- afhangen. We gebruiken daarvoor dan een wantschappen en de afstamming van de wetenschappelijke classificatie, door ken- varens. ners opgesteld aan de hand van zoveel mogelijk eigenschappen. Helaas blijken Het werd dan ook tijd om de indeling van kenners het nogal eens oneens te zijn over Kramer te herzien, en zoveel mogelijk aan wat nu precies de belangrijkste eigen- te passen aan nieuwe inzichten. Onlangs is schappen zijn – vandaar dat er veel ver- er een artikel verschenen van Alan Smith schillende classificaties zijn. Sinds een jaar en een aantal andere onderzoekers, waarin of vijftien baseren veel overzichten zich op ze op basis van al het recente onderzoek de classificatie van Kramer, zoals die in het een nieuwe varenstamboom en een daarop grote overzicht over plantenfamilies van gebaseerde indeling presenteren. Zij doen Kubitzki gegeven wordt. daarin hun best om bij die indeling niet al- leen de DNA-kenmerken, maar ook de tra- Het begon echter de laatste jaren duidelijk ditionele kenmerken te gebruiken. Deze te worden dat dit overzicht op belangrijke indeling zal, gezien de opzet ervan en de punten verbeterd kon worden. Dit is vooral deskundigheid van de auteurs, waarschijn- het gevolg van het steeds toenemende be- lijk de basis gaan vormen voor veel over- lang van moleculaire kenmerken in de sys- zichtswerken. Hier wil ik dan ook op basis tematiek: kenmerken die direct ontleend van dit artikel deze nieuwe indeling pre- worden aan de DNA-code. Deze kenmer- senteren. Ik volg daarbij in grote lijnen de ken hebben twee belangrijke voordelen, en opzet ervan, maar zal niet alle details ervan één groot nadeel. overnemen. Op een paar kleine wijzigingen na is dit ook de indeling die in de laatste Ten eerste - er zijn er erg veel van. De druk van de Heukels’ Flora is gebruikt. DNA code bevat bij de meeste planten mil-

12

Wolfsklauwen Varens Zaadplanten toe onderzochte varens overeen te komen, en duidelijk te verschillen van de vergelijk- bare structuren bij de zaadplanten.

Door Smith e.a. worden de verschillende groepen besproken in de volgorde waarin ze, van de basis uitge zien, afsplitsen van de gereconstrueerde stamboom (figuur 2). Ik volg hier deze opzet, zodat we aan de basis van de stamboom beginnen met de Addertongfamilie (Ophioglossaceae)

Bij de eerste belangrijke splitsing,in de stamboom wordt een groep wordt afge- Figuur 1.De basis van de vaatplantenstam- splitst die bestaat uit de Addertongfamilie boom (Addertongen en Maanvarens,de Ophi- oglossacaeae) en de Psilotum-achtigen (Psilotum en Tmesipteris, Psilotaceae). De Hoofdgroepen Psilotum-achtigen zijn hoofdzakelijk tropi- sche varens met een zodanig vreemde Wat zijn varens? bouw dat ze heel lang niet tot de echte va- rens werden gereken, maar tot de Varen- Het eerst dat opvalt is dat de term “varens” achtigen. Iedereen die wel eens een Psilo- gebruikt wordt met een andere betekenis tum-plant heeft bekeken (dat kan makkelijk: dan tot nog toe vaak gebruikelijk was. In de ze groeien in veel tropische kassen als on- nieuwe classificatie worden bij de varens kruid, bijvoorbeeld in de Hortus bij ons in ook de Psilotaceae en de Equisetaceae Leiden) kan zich dat voorstellen. De beze- (Paardenstaarten) inbegrepen. In traditio- machtige groeivorm doet in niets aan de nele classificaties werden deze twee groe- bekendere varens denken. Bij Addertongen pen vaak als geheel apart beschouwd, en Maanvarens ligt de varenachtigheid er naast de “echte varens”. In de nieuwe clas- dikker bovenop. Dat deze twee groepen bij sificatie wordt voor de basis van de vaat- elkaar horen is een van de verassingen die plantenstamboom uitgegaan van twee voortvloeiden uit het stamboomonderzoek hoofdsplitsingen, steeds in twee takken. van de laatste jaren. Toch zijn er ook wel kenmerken te vinden die achteraf gezien in De eerste splitsing is die tussen Wolfs- de juiste richting bleken te wijzen. Zo zijn klauwachtigen, (Lycopodiales, planten met de prothallia van zowel Addertongen, éénnervige kleine blaadjes), en echte blad- Maanvarens, als Psilotums (voor zover be- planten – de planten met grote, meernervi- kend) allemaal ondergronds en vormen ze ge bladen (dat er binnen die groep zo nu en een mycorrhiza (samenleving met een dan ook weer soorten zijn ontstaan met schimmel). Bij de overige varens groeien ze kleine blaadjes is iets dat we hier voor het op het bodemoppervlak. Ook zijn de wortel- gemak buiten beschouwing laten). stelsels van beide groepen afwijkend: de Addertongen hebben wortels zonder wortel- De tweede splitsing, binnen de echte blad- haren, terwijl de Psilotums in het geheel planten, is die tussen varens en zaadplan- geen wortels hebben. Eén van de effecten ten. Zo bezien zijn varens dus bladplanten van het stamboomonderzoek zal dan ook die geen zaden vormen – maar gelukkig waarschijnlijk zijn dat men nu naarstig op zijn er ook nog wat positiever te verwoor- zoek gaat naar meer kenmerken die de sa- den kenmerken, al zijn die erg technisch en menvoeging van Addertongen en Psilotums specialistisch van aard. Details van de kunnen ondersteunen. Het is heel wat mak- structuur van de vaatbundels, van de spo- kelijker zoeken als je weet waarnaar je op ren en de sporevorming en van de manne- zoek bent. lijke geslachtscellen blijken voor alle tot nog

13

stamboom familie orde klasse

Figuur 2 De stamboom waarop de nieuwe varenclassificatie is gebaseerd

De groep die tegenover de Maanvaren/ geheel worden uitgesloten dat verder on- Psilotums staat is misschien nog wel onver- derzoek dit resultaat nog een keer onderuit wachter: hier vinden we Paardenstaarten haalt… (Equisetaceae) gebroederlijk samen met de varens. Het is niet voor niets dat dit resul- Maar zelfs als we accepteren dat de Paar- taat van onderzoek de voorpagina van het denstaarten zo nauw verwant zijn aan de gerenommeerde wetenschappelijke tijd- “gebruikelijke” varens dat ze daarmee sa- schrift Nature heeft gehaald – het mag rus- men geplaatst worden, dan nog vormen ze tig een spectaculair resultaat heten dat de daarin een afwijkende groep. De varens, in Paardenstaarten eigenlijk echte varens zijn, deze opvatting, bestaan uit drie hoofdgroe- en geen verre verwant. Het moet alleen niet pen: De Paardenstaarten, de Marattia- 14

achtigen, en de zgn. leptosporangiate va- se (Equisetopsida). Moeilijker is het om rens. Elk van die groepen is gemakkelijk te kenmerken te vinden die de verwantschap herkennen, en de samenstelling ervan is al met de varens ondersteunen. Maar ze zijn heel lang hetzelfde. er wel. Er zijn duidelijke overeenkomsten gevonden in de anatomie van de wortels en De paardenstaarten zijn bekend genoeg de (microscopische) kenmerken van de om er niet al te veel over te hoeven uitwij- mannelijke geslachtscellen. den. De karakteristieke kransachtige ver- takking, de getande schedes, de onmisken- De Marattia-achtigen (Marattiaceae) zijn bare sporenaren zijn bekend genoeg, en de iets minder bekend, maar vormen ook een groep wordt dan ook tegelijkertijd onder- goed herkenbare groep met een paar gene- scheiden als geslacht (Equisetum), familie ra en een helaas nog volstrekt onduidelijk (Equisetaceae), orde (Equisetales) en klas- aantal soorten. Op een paar uitzonderingen na zijn het grote varens, met ietwat leerach- tige bladen met duidelijke zwellingen of uit- groeisels aan de basis van de bladsteel of de bladslippen. De sporangia zijn dikwan- dig, bevatten zeer grote aantallen sporen, en hebben geen duidelijke annulus. Ze wor- den ook weer onderscheiden als aparte fa- milie (Marattiaceae), orde (Marattiales) en als klasse (Marattiopsida).

Ook de leptosporangiate varens zijn wat betreft hun samenstelling niet veranderd. Ze worden gekenmerkt door een sporangi- um dat dunwandig is, een min of meer dui- delijke annulus bezit en meestal een relatief klein aantal sporen bevat. De dunne wan- den de annulus spelen een rol bij de ope- ning van het sporangium, waarbij de sporen naar buiten geslingerd worden door de plot- selinge beweging van de annulus, zodat ze gemakkelijker verspreid kunnen worden.

De meeste varens die we kennen behoren tot deze groep, die in totaal naar schatting ongeveer 9000 soorten omvat, en die nu als de klasse Polypodiopsida wordt onder- scheiden.

Binnen die groep is er een aantal opvallen- de verschillen tussen de nieuwe indeling en de tot nog toe gangbare. Er worden nu 7 ordes onderscheiden, die in grote lijnen overeenkomen met de gangbare indeling.

Osmundales

De verwanten van de bekende Koningsva- ren (Osmunda) werden altijd al aan de ba- Figuur 3. Overeenkomsten en verschillen bij sis van de Leptosporangiate varens ge- mannelijke geslachtscellen bij Wolfsklauwen plaatst, en daarin is niets veranderd. De en Varens (schematisch, naar Renzaglia et kenmerkende eigenschappen zitten vooral al. 2000) in de stengelanatomie (de karakteristieke 15

stengels zijn daardoor ook als fossiel heel structuur van het sporangium en in de on- goed herkenbaar), de sterk verschillend gebruikelijke manier waarop deze niet in gevormde vruchtbare en onvruchtbare de- duidelijke sori, maar stuk voor stuk in de len van de bladen en de vorm van de spo- oksel van een soort schubje staan. Net als rangia. de vorige groep zijn het tropische varens, die alleen in gespecialiseerde collecties in Hymenophyllales (Vliesvarens) cultuur zijn.

De vliesvarens zijn gemakkelijk te herken- Alle resterende varens worden door Smith nen aan het zeer dunne blad, waardoor de et al. aangeduid als “core leptosporangia- planten er “mosachtig” uitzien. In Europa tes”, de “kern” van de leptosporangiate va- komen drie soorten voor uit twee geslach- rens. Het is een groep die het grootste deel ten, Trichomanes en Hymenophyllum, vrij- van de varens omvat, en ook de meeste wel allemaal zeldzaam of zeer zeldzaam. bekende soorten, gerangschikt in drie or- Over de hele wereld omvatten deze ge- des: de Salviniales (Watervarens), de Cya- slachten echter veel meer soorten, en wer- theales (“boomvarens”) en de den ze elk vaak in een aantal kleinere ge- (de rest). We treffen hier weinig buitenissi- slachten verdeeld. In de nieuwe classifica- ge groeivormen meer aan – met één uitzon- tie worden ze nog steeds als hoofdgroepen dering: de Watervarens. binnen de familie beschouwd. Echter, de kleine geslachten die nog binnen Hymen- Hydropteridales (Watervarens) ophyllum werden onderscheiden zijn nu allemaal afgeschaft, terwijl enkele van de Uiterlijk vertonen de watervarens weinig geslachten uit de Trichomanes-groep nog overeenkomst. Wie het Klaverbladvarentje steeds worden herkend. (Marsilea) ziet, vermoedt niet direct een verwantschap met de Kroosvaren (Azolla) Gleicheniales of de Vlotvaren (Salvinia)! Toch worden ze tegenwoordig in één groep geplaatst. En Deze groep heeft betrekkelijk weinig veran- ook hier zijn er weer overeenkomsten te deringen ondergaan. Alleen is het nu wel vinden – met name in de levenscyclus, die zeker dat hier niet alleen de Gleichenaceae bij al deze varens een fase heeft waarin in thuis horen, maar ook de Dipteridaceae duidelijk herkenbare macro- en microspo- en de Matoniaceae, waarvan voorheen de ren voorkomen, en waarvan een deel zich verwantschappen onduidelijk waren geheel binnen de wand van de macrospore afspeelt. Deze overeenkomsten zijn dus Varens uit deze groep komen in tropische geen aanpassingen aan het waterleven die gebieden heel algemeen voor als opslag in de loop van de evolutie een paar maal langs wegen en op verwaarloosde plaat- zijn opgetreden (zoals bijvoorbeeld de sen. Het zijn meestal sterk kruipende va- smalle blaadjes van het Hoornblad en veel rens met een opvallend vertakt of verdeeld ander waterplanten dat wel zijn). Het lijkt er blad. In Europa komen ze niet voor, en ook sterk op dat alle watervarens van één enke- zijn ze in het algemeen moeilijk te kweken, le voorouder afstammen, die met behulp waardoor ze bij de meeste liefhebbers niet van deze eigenschappen aan het waterle- erg bekend zullen zijn. ven was aangepast.

Schizaeales Cyatheales (“boomvarens”)

Hoe weinig de de drie families die in deze Ik zet de term “boomvarens” maar tussen orde bijeen worden genomen ook op elkaar aanhalingstekens. Hoewel de naam van lijken, ze worden al heel lang als nauwe deze orde ontleend is aan het grote ge- verwanten gezien. Schizeaeceae, Lygodia- slacht Cyathea dat hierin een plaats heeft ceae en Anemiaceae zijn families die in gekregen, omvat de orde ook een aantal vorm en groeiwijze bijna niet sterker van geslachten met veel kleinere en geenszins elkaar zouden kunnen verschillen. Kenmer- boomvormige varens, waarvan pas recent kende overeenkomsten zijn er echter in de duidelijk is geworden dat ze eigenlijk hier 16

thuishoren. Dit zijn geen erg bekende groe- pen: het geslacht Hymenophyllopsis omvat een achttal soorten die uitelijk eerder op vliesvarens lijken, en komt allen voor op de vlakke bergtoppen (“tepui’s”) in noordelijk Zuid-amerika. Het geslacht Plagiogyria is wat groter met 15 soorten, en komt voor op bergen in Zuidoost Azië De planten lijken opvallend veel op Blechnums, en verschil- len daarvan vooral doordat ze kaal zijn – dus zonder schubben of duidelijke haren.

Naast deze vreemde eenden in de bijt vin- den we hier natuurlijk de gewone boomva- rens uit de geslachten Cyathea (Cyathea- ceae), Dicksonia (Dicksoniaceae), Culcita (Culcitaceae), Cibotium (nu ook in een ei- gen familie, de Cibotiaceae), en een aantal duidelijk daaraan verwante maar zeldza- mere soorten. Duidelijke kenmerken voor Figuur 4. Polypodiales-sporangium (A) ver- geleken met een aantal andere types deze orde zijn eigenlijk niet aan te geven.

Polypodiales re geslachten die vaak in uiterlijk en groe- vorm nogal op Adelaarsvaren lijken, zoals De nu resterende groep omvat alle Dennstaedtia en Microlepia. Vrijwel alle- “gewone” varens. Hier vinden we het me- maal hebben ze kruipende, behaarde wor- rendeel van de varens die bij liefhebbers in telstokken en grote bladveren. cultuur zijn. In oudere indelingen werd deze groep vaak onderscheiden als familie – de Polypodiacae. Jarenlang hakken en scha- ven aan deze grote familie heeft ertoe ge- Hier vinden we naast een groot aantal min- leid dat de meeste varens nu niet meer tot der bekende, ook veel bekende geslachten, die familie gerekend worden, maar ze zoals Adiantum (Venushaar), Cheilanthes, staan nu toch weer netjes bij elkaar in een Cryptogramma (Rolvaren), Pellaea en Pte- orde. De hele groep wordt gekenmerkt ris. Vroeger werden deze geslachten vaak door het bezit van een karakteristiek spo- in kleiner aparte families geplaatst, zoals rangium – netjes tweezijdig symmetrisch, Adiantaceae. Nu staan ze hier gebroederlijk met een vertikaal staande annulus, en een bijeen. Ook het geslacht Vittaria en verwan- dunne, vaak lange steel. ten wordt nu hier geplaatst, en niet meer in de aparte familie Vittariaceae. De onderlin- Binnen de omgrenzingen van de families ge verhoudingen binnen de familie zijn ech- hebben zich echter weer heel wat verande- ter nog steeds onderwerp van onderzoek, ringen voorgedaan. Ik ga hier alleen wat en Smith et al. houden de mogelijkheid nog dieper in op de families waarbinnen min of wel open dat er weer vijf kleinere families meer bekende varens voorkomen. kunnen worden onderscheiden. Wat betreft kenmerken is het een moeilijk te herkennen Dat betekent dat ik de families Lindsaea- familie – zowat het enige dat ervan gezegd ceae en Saccolomataceae oversla. Het kan worden is dat de sori eigenlijk altijd gaat hier voornamelijk om tropische va- langwerpig zijn, en niet worden bedekt door rens, die in cultuur vrijwel niet voorkomen. een indusium, hooguit door de naar binnen omgeslagen bladrand. Dennstaedtiaceae Aspleniaceae Tot deze familie behoort de bekende Ade- laarsvaren (Pteridium), en een aantal ande- Het geslacht Aspenium (Streepvaren), in

17

zijn eentje goed voor voor meer dan 700 derlandse flora. Athyrium (Wijfjesvaren) is soorten, maakt het overgrote deel uit van daarvan natuurlijk het bekendste geslacht, deze familie. Als alle verwachtingen uitko- maar ook Gymnocarpium (Driehoeksvaren) men (is nog veel onderzoek in gang) blijft en Cystopteris (Blaasvaren) horen hier er nog maar één geslacht naast Asplenium thuis. En Woodsia natuurlijk. Van de tropi- over, dat een aantal Aziatische soorten be- sche geslachten verdient vooral Diplazium vat die nu nog gewoon tot Asplenium wor- vermelding – een groot geslacht, met hon- den gerekend. Geslachten als Ceterach derden soorten, dat helaas nog zeer slecht (Schubvaren) of Thamnoperis (Nestvarens) bekend is. worden de één na de ander opgeheven. Blechnaceae Iedereen kent wel een Asplenium, al is het maar de gewone muurvaren (A. ruta- Deze familie bevat vooral het geslacht muraria) of de nestvaren (A. nidus). Ze zijn Blechnum, met de inheemse Blechnum spi- in het algemeen vrij eenvoudig te herken- cant (Dubbelloof) en nog enkele andere po- nen aan de karakteristieke streepvormige pulaire tuin- en kasvarens. Daarnaast ook sori met een langwerpig indusium, en in nog de geslachten Doodia, Woodwardia en geval van twijfel, aan de schubben op wor- een aantal meer tropische geslachten. Ten telstok en bladsteel, die zulke mooie helde- opzichte van oudere indelingen is er aan re doorschijnende cellen hebben. deze familie weinig veranderd. De kenmer- kende plaatsing van langwerpige sori paral- Thelypteridaceae lel aan de middennerf van de bladslippen maakt de familie makkelijk herkenbaar. Bekende, Nederlandse, vertegenwoordi- gers van deze familie zijn natuurlijk de Onocleaceae Moerasvaren (Thelypteris palustris), de Stippelvaren (Oreopteris limbosperma, Twee bekende tuinvarens hebben, met een door Smith et al. ook tot Thelypteris gere- paar minder bekende geslachten, een ei- kend), maar ook de Smalle beukvaren gen familie gekregen: Onoclea (Bolletjes- (Phegopteris connectilis) hoort hier thuis. varen) en Matteucia (Struisvaren). In totaal De echte hoofdmoot van de familie bestaat bevat de hele familie slechts 5 soorten, en echter weer uit een kleine 1000, voorname- hij is dan ook lang een ondergeschoven lijk tropische soorten, die ondergebracht kind geweest bij diverse andere families, zijn in een al naar gelang de opvattingen, doordat het niet de moeite waard werd ge- tussen de 5 en 30 geslachten. Uit dit wisse- vonden om voor maar een paar soorten lend aantal geslachten blijkt al wel dat men een eigen familie op te richten. Alle soorten het over de omgrenzing van de familie dan vertonen een sterke tweevormigheid met wel in grote lijnen eens is, maar des te min- aparte vruchtbare en onvruchtbare bladen. der over die van de geslachten. Kenmerken van de familie zijn voornamelijk te vinden in de karakteristieke beharing en De omschrijving van de Dryopteridaceae is de zeer regelmatig geveerde nervatuur van in de nieuwe classificatie vooral gewijzigd de meeste soorten, waarbij de nerven bij doordat de geslacht Elaphoglossum en Bol- veel soorten ook weer samenkomen. Ook bitis er nu bij wordt gerekend. Beide zijn zijn verreweg de meeste soorten niet meer tropische geslachten, van kruipende varens dan één keer echt geveerd. waarbij de fertiele bladen geheel bedekt zijn met sporangia. In eerder classificaties wer- Woodsiaceae den ze om die reden in een aparte familie, de Lomariopsidaceae, geplaatst. Verder Onder de naam Woodsiaceae groeperen bevat deze familie natuurlijk nog steeds Smith et al. een aantal geslachten die voor Dryopteris (Niervaren), Polystichum het grootste deel ook wel als Athyriaceae (Naaldvaren), Cyrtomium (IJzervaren) en worden benoemd – bijvoorbeeld in de Ne- talloze andere, meer tropische geslachten, waaronder een paar waarvan de positie 18

nog niet helemaal duidelijk is. Met deze Polypodiaceae samenstelling is het moeilijk om duidelijke kenmerken te vinden waar de hele familie De omschrijving van deze familie is ingrij- aan kan worden herkend. pend gewijzigd door de toevoeging van de Grammitidaceae, die lang als een aparte Lomariopsidaceae (zij het nauw verwante) familie werden ge- zien. De “echte” Polypodiaceae zijn bij lief- Vroeger was dit een duidelijk herkenbare hebbers wel bekend: hier vinden we o.a. de familie, waarin een aantal geslachten werd Eikvaren en verwanten (Polypodium), de samengebracht die een kruipende wortel- Hertshoornvaren (Platycerium) en het nauw stok combineerden met een gebrek aan daaraan verwante Pyrrosia, de Mierenva- duidelijk omgrensde sori, maar in plaats rens (Lecanopteris) en een groot aantal daarvan sporangia verspreid over het hele minder bekende geslachten. Het overgrote oppervlak van het vruchtbare blad. In deze merendeel van de soorten groeit als epifyt nieuwe classificatie is van die duidelijkheid in de tropen, en het vermoeden bestaat dat niets overgebleven. De familie bevat nu het deze levenswijze is ontstaan in de voorou- bekende geslacht Nephrolepis (Visgraat- der die ze nog gemeenschappelijk hebben varens) samen met een paar andere ge- met de eveneens epifytische Davalliaceae. slachten. Op het eerste gezicht een sa- Binnen de familie is ook de indeling in ge- menraapsel dat alleen bijeen wordt gehou- slachten nog geen uitgemaakte zaak. den door oppervlakkige gelijkenissen. In hoeverre we hier nu juist door oppervlakki- De Grammitidaceae is een veel minder be- ge gelijkenissen op het goede spoor wor- kende groep – het is moeilijk om deze den gezet is nog afwachten. Smith et al. hoofdzakelijk bergbewonende tropische va- sluiten niet uit dat de familie nog weer ge- rens in cultuur te houden. Meestal zijn het splitst moet gaan worden als resultaat van ook vrij kleine, simpel gebouwde varentjes. nader onderzoek. De precieze omgrenzing van de geslachten die voorheen tot de Grammitidaceae wer- Tectariaceae en Oleandraceae den gerekend is ook nog steeds in onder- zoek – de simpele bouw ervan maakt het In deze twee families komen weer voorna- niet makkelijk om betrouwbare kenmerken melijk bij de meeste liefhebbers onbekende te vinden. varens voor. In de nieuwe classificatie wordt één geslacht van de ene naar de an- Voor een volledig overzicht van de plaats der van de twee verplaatst – maar het gaat van alle genera ontbreekt hier de ruimte – alweer om een geslacht (Arthropteris) dat ik kan verwijzen naar het artikel van Smith alleen bij deskundigen bekend is. et al., dat zo’n overzicht wel geeft. Het is vrij down te loaden van de volgende internetlo- Davalliacae katie: http://www.pryerlab.net/publication/ fichier749.pdf. De Davalliaceae zullen daarentegen bij de meeste liefhebbers wel bekend zijn: het Literatuur Hazepootje is een bekende kamerplant, en er zijn een aantal andere Davallia’s in cul- Kubitzki, K. (ed.) 1990. The Families and tuur. Behalve het geslacht Davallia bevat Genera of Vascular . Deel 1: Kramer, de familie een paar sterk erop gelijkende K.U & Green, P.S., (eds.) Pteridophytes geslachten, waarvan sommige dan wel, and Gymnosperms. dan weer niet tot Davallia worden gere- kend. Er heeft enig grensverkeer met ande- Meijden, R. van der. 2005. Heukels’ Flora re families plaats gevonden, onder andere van Nederland. 23e druk. met de Polypodiaceae, die met de Davallia- ceae de epifytische leefwijze gemeen heb- Smith, A.R., Pryer, K.M., Schuettpelz, E. ben, en vaak ook een soortgelijke kruipen- Korall, P., Schneider, H. & Wolf, P.G. 2006. de beschubde wortelstok hebben. A classification for extant ferns. Taxon 55: 705-731.

19

VAREN-VARIA, het orgaan van de Contributie Nederlandse Varenvereniging, verschijnt ⁄ driemaal per jaar en wordt gratis De contributie bedraagt 16 per jaar ⁄ toegezonden aan alle leden. (voor leden buiten Nederland 20 per jaar), over te maken op postgiro 210286 Redactie t.n.v. de penningmeester van de Neder- landse Varenvereniging te Eindhoven. Peter Hovenkamp Eiberoord 3 Kopij 2317 XL Leiden [email protected] Varen-Varia accepteert in principe alle Bestuur bijdragen van leden van de Nederlandse Varenvereniging. De redactie is graag be- Bernhard Mars, voorzitter reid om, in overleg met de auteurs, zorg [email protected] te dragen voor stijl of spelling. Rens Huibers, secretaris [email protected] Kopij kan worden aangeleverd in hand- Dirk Ambachtsheer, penningmeester geschreven of getypte vorm (beide graag [email protected] met dubbele regelafstand, of elektronisch Johan Roodnat, algemeen lid (op diskette in ASCII-format, of elk gang- [email protected] baar tekstverwerkingsformat), of per e- Ben van Wierst, algemeen lid mail of e-mail aanhangsel naar: [email protected]

[email protected] Secretariaat Illustraties: Illustraties bijvoorkeur in de Rens Huibers vorm van lijntekeningen in zwart-wit. Dwarspad 15 1721BP Broek op Langedijk Er kan per nummer een kleurenplaat wor- 0226-314443 (telefoon en fax) den bijgevoegd. Internet http://www.nederlandse-varenvereniging.nl/ Sporenbank

Rens Huibers [email protected]

20