Downloaded from Brill.Com10/07/2021 10:27:03AM Via Free Access □ OÉ Marlies Stoter LU O
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Downloaded from Brill.com10/07/2021 10:27:03AM via free access □ OÉ Marlies Stoter LU O HENDRICK VAN BUIJTENHEM EN < DE REIS VAN ZIJN JAPANSE LAKKOKER De ontdekking van een koker van Japans lakwerk in de collectie van het Fries Museum was in 2007 even groot nieuws. Zowel binnen als buiten het co museum wekte het verbazing dat dit 17e-eeuwse Japanse voorwerp met daarin vier authentieke documenten van de Verenigde Oost-Indische Compagnie nog niet eerder voor het voetlicht was verschenen. Lakwerkexpert Christiaan Jörg was onder de indruk van de kwaliteit en de gaafheid van de vondst, bovendien gaat het om een zeer zeldzame vorm: Jörg had niet eerder een documentenkoker van lakwerk gezien. De inhoud is ook uit historisch oogpunt van belang: de vier documenten, voorzien van handtekeningen, officiële lakstempels en jaartallen zijn de aanstellingsbrieven van Hendrick van Buijtenhem als opperhoofd van Japan. O Tientallen meters officieel VOC-archief zijn bewaard gebleven, maar persoonlijke VOC-documenten zijn betrekkelijk zeldzaam. Met opperhoofd wordt een hoge functionaris van de VOC aangeduid en in dit < geval gaat het om de belangrijkste man van Deshima, een klein kunstmatig eiland in de baai van Nagasaki in Japan. Daar moesten de Hollandse koop lieden in dienst van de VOC sinds 1641 verplicht wonen, wilden zij handel i/j kunnen drijven met de Japanners. Naast de Chinezen waren zij de enigen, die goederen uit Japan mochten uitvoeren en ze accepteerden de serie dwingen LU de en kostbare maatregelen die de Japanners hen oplegden. Vooral de uitvoer 0^ van Japans zilver (tot 1668) en koper was voor hen van cruciaal belang voor de intra-Aziatische handel. De Nederlanders voerden zelf zijde uit Bengalen, wollen stoffen uit Europa, huiden, suiker en diverse andere Europese produc O ten in. Er werd Japans porselein ingekocht evenals lakwerk in allerlei vormen en maten, afkomstig uit de omgeving van Kyoto en Nagasaki. De persoonlijke bewegingsvrijheid van de Nederlanders wordt zo ingeperkt dat Engelbert Kaempfer (1651-1716), die in 1691 en 1692 als arts op Deshima werkt, ver zucht: ‘Aldus leven wy ’t geheele jaar door, weinig beter dan gevangenen, besloten binnen den omtrek van een klein Eyland, onder geduurig en naauw toezicht onzer bewaakers.’1 Ieder jaar werd er vanuit Batavia door de gouverneur-generaal een nieuwe koopman als opperhoofd van Deshima aangesteld. Ook dit is een belangrijke eis van de Japanse overheid: elk jaar een nieuwe directeur, zodat de banden Afbeelding i met de Japanners die het eiland bevoorraden, beveiligen en als tolk fungeren, De lakkoker op de vier niet te nauw worden. Maar wanneer een koopman goed bevalt in zijn functie documenten en kaart als opperhoofd, dan keerde hij vaak na een jaar in Batavia terug naar de van Nagasaki en om vrijwillige hechtenis van Deshima. De handel met de Japanners bood geving uit De Beschrij ving van Japan van namelijk volop kansen om er, oogluikend gedoogd door de VOC, zelf handel Engelbert Kaempfer. naast te drijven, zodat de meesten na een paar jaar in Japan welgesteld naar Foto: Fries Museum, het vaderland terugkeerden. Hendrick van BuijtenhemDownloaded kreeg from Brill.com10/07/2021 deze verant 10:27:03AM Erik en Petra Hes merg woordelijke en lucratieve functie maar liefst vier keer: in de jaren 1684-1685,via free access Afbeelding 2 1687-1688, 1690-1691 en 1692-1693. De documenten in de koker zijn de Bovenzijde van het dek schriftelijke getuigen van deze aanstellingen. sel van de lakkoker met Door de aanwezigheid van driemaal het monogram HVB (Hendrick van de initialen tussen chry santen. Foto: Fries Buijtenhem) in gouden letters op de buitenzijde van de koker wordt duidelijk Museum, johan van de dat het voorwerp en de inhoud onmiskenbaar met elkaar verbonden zijn. Veer Door de jaartallen op de documenten kan de koker rond 1690 worden gedateerd. Hendrick van Buijtenhem, opperhoofd van Japan De loopbaan van Hendrick van Buijtenhem is in grote lijnen traceerbaar in de archieven van de VOC in het Nationaal Archief in Den Haag en in diverse Aziatische archieven. Een belangrijke bron van informatie over de vertrekkende en binnenkomende schepen en over de benoemingen en bevorderingen van het hogere personeel wordt gevormd door de Daghregisters,Downloaded from Brill.com10/07/2021 die op het kasteel 10:27:03AM van Batavia werden bijgehouden. De op Deshima geschreven Daghregistersvia free access geven een indruk van de dagelijkse gang van zaken op het eiland, van de handel en van de jaarlijkse hofreis naar Jedo (Tokio). Een nadeel is dat deze journalen bedoeld zijn als verantwoording en verslaglegging aan de Hoge Regering in Batavia. Persoonlijke zaken spelen in deze dagregisters een ondergeschikte rol. In contemporaine publicaties zoals De Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie door Pieter van Dam en Oud en Nieuw Oost-Indië door Fran^ois Valentijn is uitgebreide aanvullende informatie over de hele VOC en haar kantoren te vinden, maar af en toe ook een persoonlijke noot. Over Van Buijtenhem is bijvoorbeeld bij Valentijn te lezen: ‘Dit was een ongemeen, verstandig, zachtzinnig en minzaam heer, die zich onder de Japanners bij uitstek heeft weten bemind te maken en tegelijk ook zoveel genoegen aan zijne oppergebieders te geven dat hij allereerst tot viermaal toe naar Japan gezonden werd.’2 Wanneer Hendrick van Buijtenhem precies naar de Oost vertrokken is en in welke rang of hoedanigheid is niet duidelijk geworden. Het jaar 1675 is het meest waarschijnlijk en dan is hij ongeveer 19 jaar oud.3 Net als vele anderen zal hij langzaam opklimmen van assistent tot koopman en van koopman tot koopman-en-secunde. Hij werkt al een aantal jaren op Deshima, wanneer hij in de zomer van 1684 vanuit Batavia een salarisverhoging van 50 naar 65 florijnen in de maand krijgt. Zijn eerste aanstelling tot opperhoofd van Deshima in het najaar van datzelfde jaar wordt bepaald door een speling van het lot. Het vertrekkend opperhoofd Constantijn Ranst de Jonge moet tot zijn schrik ervaren, dat zijn vervanger Joannes Besselman onderweg naar Deshima aan boord overleden is.4 Noodgedwongen besluit Ranst de Jonge om zijn tweede man op het eiland, Hendrick van Buijtenhem, in zijn plaats te benoemen. Van Buijtenhems eerste aanstellingsbrief wordt dus door Ranst de Jonge in Nagasaki geschreven op een gewoon vel Nederlands papier en niet door de gouverneur-generaal op het kasteel van Batavia, zoals gebruikelijk is. In de correspondentie wordt hij aangeduid als provisioneel opperhoofd, totdat maanden later zijn benoeming alsnog in Batavia ‘geapprobeert, wordt. Afbeelding 3 Detail uit de afbeelding van de stoet op weg naar Jedo. Uit Kaem pfer, Tafel XXII. Foto: Fries Museum Downloaded from Brill.com10/07/2021 10:27:03AM 2 via free access Waarschijnlijk trouwt hij vrij kort na zijn terugkeer in Batavia met Regina van Breen, dochter van de Zeeuwse predikant Gilles van Breen en Cornelia de Coninck. In het voorjaar van 1686 worden Constantijn Ranst de Jonge en Hendrick van Buijtenhem samen naar Bantam gestuurd om daar voor de Compagnie orde op zaken te stellen. Ranst de Jonge vertrekt eerder dan zijn collega, omdat hij weer scheep moet gaan naar Deshima om opperhoofd Andries Cleyer af te lossen. De zomer is de ideale tijd om, profiterend van de zuidwest moesson, vanuit Batavia naar Japan te varen. Na aankomst blijven de schepen enkele maan den liggen in de baai van Nagasaki, totdat het vertrekkende opperhoofd in november of begin december weer met de noordoostelijke moesson vertrekt. Tijdens de drukke handelsmaanden verkeren beide opperhoofden op het eiland en voor het hele personeel is dit de gezelligste periode van het jaar. Tussen de eerste en de tweede aanstelling van Van Buijtenhem verstrijken twee ambtsperioden. Na de tweede aanstelling wordt hij wel direct her benoemd, maar hij blijkt vanwege ‘onpasselyckheyt’ niet in staat om te vertrekken en Balthasar Sweer vertrekt in zijn plaats.5 Het stelt hem in staat de geboorte van zijn oudste dochter in Batavia mee te maken. Pieter van Dam, secretaris en geschiedschrijver van de VOC over de periode 1631-1709, spreekt over de gewoonte om een opperhoofd van Japan in de tussenliggende jaren op Batavia een functie te geven in de Raad van Justitie. Hendrick van Buijtenhem neemt pas zitting in deze Raad van Justitie na afloop van zijn vierde ambtsperiode en het is een raadsel waarom bij hem van deze gewoonte is afgeweken. Kan het zijn dat hij vanwege zijn bedacht zame en vriendelijke karakter bij uitstek geschikt is om diplomatieke rollen te vervullen op wisselende locaties? De opdracht in Bantam is daar misschien een voorbeeld van. Wanneer hij in 1697 Verlost' wordt naar het vaderland, laat hij nog enige tekenen van leven achter, die in de archieven zijn terechtgekomen. Zo ver koopt hij onderweg op Kaap de Goede Hoop vijf slaven. Daar vandaan vertrekt de samengestelde retourvloot van schepen afkomstig uit Batavia en Ceylon naar Nederland. Na het overlijden van commandeur Hendrik Pronk op de Kaap is er nog even sprake van dat vice-commandeur Van Buijtenhem zijn functie overneemt, maar bij meerderheid van stemmen wordt collega vice-commandeur Willem Burggraaf gekozen tot commandeur van de retourvloot.6 Samen op pad in Japan Over Van Buijtenhems vierde jaar op Deshima is De Beschryving van Japan door Engelbert Kaempfer van onschatbare waarde. Kaempfers aanstelling op Deshima in 1691 valt samen met de laatste aanstelling van Van Buijtenhem als opperhoofd en daarom is zijn boek een buitenkans om Van Buijtenhem - soms zelfs letterlijk - op de voet te kunnen volgen. Kaempfer gebruikte zijn twee jaren op Deshima om nauwgezet alle aspecten van Japan in kaart te brengen. Voor zijn vertrek had hij alle bestaande verslagen en verhande lingen van kooplieden en missionarissen over dit keizerrijk goed bestudeerd. Het moet voor Kaempfer prettig zijn om bij een ervaren directeur als Van Buijtenhem terecht te komen.