PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De weg naar het recht een rechtssociologisch onderzoek naar de samenhangen tussen maatschappelijke ongelijkheid en juridische hulpverlening C.J.M. Schuyt, Kees Groenendijk en Ben Sloot bron C.J.M. Schuyt, Kees Groenendijk en Ben Sloot, De weg naar het recht. Kluwer, Deventer 1976 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/schu069wegn01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / C.J.M. Schuyt, Kees Groenendijk en Ben Sloot V Voorwoord De samenwerking tussen sociologen en juristen wordt zeer vaak en op vele plaatsen wenselijk genoemd. Deze studie is het product van een dergelijke intensieve samenwerking tussen juristen en sociologen. Bovendien hebben wij gedurende het onderzoek zowel van sociologen als van juristen adviezen en begeleiding mogen ontvangen. Sociale wetenschappers hebben ons gesteund met hun technische en methodologische adviezen. Juristen hebben ons niet alleen gewezen op onbegrijpelijk sociaal-wetenschappelijk jargon, maar hebben ons tevens op fijnzinnige wijze juridische puntjes op de i laten zetten. Wij stellen er prijs op deze dubbele steun hier met name te noemen. Aan Mr. B.J. Asscher, Drs. R. Bergsma, Dr. O.W.M. Kamstra, Mr. W. Taekema, Mr. J. van Rijn van Alkemade, Drs. W. Scheepmaker en Mr. P. Verberne, leden van de begeleidingscommissie van ons onderzoek, zeggen wij hartelijk dank. Hoewel de discussies in de begeleidingscommissie soms alternerend voor de beoefenaren van één van de disciplines te specifiek werden, zijn de vergaderingen voor ons van veel nut geweest. Drs. Chr. Haverman, adjunct-directeur van het Universitair Rekencentrum te Nijmegen, zijn wij erkentelijk voor zijn adviezen bij de computerverwerking. Deze adviezen hebben ons veel (reken)tijd bespaard. Bij de uitvoering van het onderzoek zijn wij geholpen door onze collegae Paul van Wersch en Niels van Manen en door de student-assistenten Laurette Baten, Coen van Laer, Frans de Krijger, Harrie Zonderland en Leo Smeets. Vooral het werk van de student-assistenten maakt duidelijk, dat empirisch sociaal-wetenschappelijk onderzoek teamwerk is en teamgeest veronderstelt. De prettige wijze van samenwerken met hen heeft ons geleerd, dat het onderscheid tussen docenten en studenten soms erg willekeurig is. Aan allen zijn wij zeer veel dank verschuldigd. In het voorwoord van veel boeken wordt verwezen naar ‘haar, zonder wie dit boek niet geschreven zou zijn’. Wij willen met deze traditie breken en vooral onze dank betuigen aan haar, zonder wie dit boek wel geschreven, maar nooit getypt en verschenen zou zijn. De wijze waarop Mieke Janssen onze verschrikkelijke handschriften en de ontelbare correcties en aanvullingen op elkaars handgeschreven teksten en de vele versies van de tekst tot een eindtekst heeft weten om te toveren, heeft onze bewondering gewekt. Zij deed dit bovendien zonder ook maar een ogenblik haar goede humeur en vrolijke opgewektheid te verliezen. Onze dank gaat voorts uit naar de Minister van Justitie en naar de Universiteit van Nijmegen, die het onderzoek financieel mogelijk gemaakt hebben. Tenslotte danken wij alle respondenten, die bereid zijn geweest hun medewerking te verlenen aan het onderzoek. Wij hopen dat hun stem in ons rapport doorklinkt. mei 1976 Nijmegen Berkeley, U.S.A. Kees Schuyt Kees Groenendijk Ben Sloot C.J.M. Schuyt, Kees Groenendijk en Ben Sloot, De weg naar het recht IX Lijst van afkortingen A.A. Ars Aequi A.B. Advocatenblad ABW Algemene Bijstandswet Bijl. Hand. II Bijlagen van de Handelingen van de Tweede Kamer GAB Gewestelijk Arbeidsbureau GAK Gemeenschappelijk Administratiekantoor Hand. I Verslag van de Handelingen van de Eerste Kamer Hand. II Verslag van de Handelingen van de Tweede Kamer H.R. Hoge Raad J.A.C. Jongeren Advies Centrum M.v.A. Memorie van Antwoord M.v.T. Memorie van Toelichting N.A.V. Nederlandse Advocaten Vereeniging N.J. Nederlandse Jurisprudentie O.E.O. Office of Economic Opportunity RWW Rijksgroepsregeling werkloze werknemers W. Weekblad van het Recht WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering W.R.O.M. Wet op de rechtsbijstand aan on- en minvermogenden WW Werkloosheidswet WWV Wet Werkloosheidsvoorziening ZW Ziektewet C.J.M. Schuyt, Kees Groenendijk en Ben Sloot, De weg naar het recht 1 Deel I. Theorie C.J.M. Schuyt, Kees Groenendijk en Ben Sloot, De weg naar het recht 3 Hoofdstuk 1 Aandacht voor rechtshulp: 1876-1976 ‘... dat het gehalte der regtspraak in burgerlijke en strafzaken verbetert en het verwijt doet verdwijnen dat in Nederland het verkrijgen van regt alleen voor de zeer armen en de zeer rijken (en daarbij zeer geduldigen) is weggelegd. Een verwijt, dat overigens in dezelfde woorden, vóór nagenoeg 100 jaren, reeds door den president Schorer bij zijn bekend “Vertoog over de ongerijmdheid”, werd uitgesproken, en dat over 100 jaren nog evenzoo zal gehoord worden, tenzij de wetgever eenmaal met vaste hand mogt doortasten niet alleen in de organisatie der regterlijke magt, maar ook in de regelen van regtsvordering’ uit: W. Wintgens, Redevoeringen over Regterlijke Organisatie, 's-Gravenhage, 1861 ‘Sinds jaren is gehamerd op het aambeeld eener betere regeling van den rechtsbijstand aan on- en minvermogenden’ uit: Voorlopig Verslag bij de Justitiebegroting voor 1919, blz. 5 1.1 Inleiding 1.2 Eerste en tweede golf van aandacht voor kosteloze rechtshulp in Nederland en in het buitenland: 1890-1940 1.3 De derde aandachtsgolf: 1949-1957 1.4 Nieuwe doelstellingen, oude middelen: het wetsontwerp Donker en de Wet van 1957 1.5 Rechtshulp opnieuw in discussie: 1964-1969-1976 (de vierde golf) 1.6 Van probleem naar probleemstelling: het onderzoek naar de sociale organisatie van de rechtshulp C.J.M. Schuyt, Kees Groenendijk en Ben Sloot, De weg naar het recht 5 1.1 Inleiding Voor de vierde keer in deze eeuw is de ongelijke toegang tot het recht, met name tot de advocaat als belangrijkste rechtshulpverlener voorwerp geworden van publieke en politieke discussie in Nederland. De eerdere aandacht was er in de periode van 1890 tot 1907, in de periode van 1913 tot 1924 en in de periode van 1949 tot 1957. Sinds de opkomst van de eerste wetswinkels in Nederland (1969-1971) wordt er wederom gesproken over leemte in de rechtshulp. We zien eenzelfde hernieuwde aandacht voor het probleem van rechtshulpverlening in andere westerse landen, met name in de Verenigde Staten sinds 1964, Engeland sinds 1967 en in de skandinavische landen. Experimenten op het gebied van rechtshulp, onderzoek en politieke debatten zijn ook daar op gang gekomen. De toenemende belangstelling voor dit probleem hangt vermoedelijk samen met de steeds problematischer wordende positie van het individu in de moderne verzorgingsstaat. Er is een groeiende behoefte aan autonomie en mondigheid van de burger ten opzichte van de staat. Er is een ontwikkeling aan de gang, waarin allerlei sociale relaties, die tot dusver gekenmerkt werden door een charitatieve inslag, door een sfeer van gunst of door een willekeurige behandeling, getransformeerd worden in juridische categorieën. Die relaties worden nu geformuleerd in rechten en plichten. Daarnaast is er sinds 1945 een verscherpte aandacht voor burgerrechten, fundamentele mensenrechten en de grondwettelijke bescherming ervan. Het gebied waarop rechtshulp noodzakelijk of belangrijk is geworden, is uitgebreid. Onderwijs op een brede schaal voor de jongere generaties na de tweede wereldoorlog heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat een latente behoefte aan rechtshulp manifest werd. Met behulp van moderne massacommunicatiemiddelen wordt deze manifeste behoefte tot uitdrukking gebracht. Naast deze zeer algemene maatschappelijke voorwaarden voor de hernieuwde aandacht voor rechtshulp, kunnen enkele specifieke voorwaarden opgespoord worden. Het feit dat op verschillende tijdstippen in de geschiedenis telkenmale de maatschappelijke problematiek van ongelijkheid in rechtshulp aan de orde wordt gesteld, maakt het aannemelijk dat het opleven van die aandacht niet toevallig is, maar met bepaalde ontwikkelingen in de samenleving samenhangt. Dit vermoeden wordt des te sterker als men constateert, dat ook in andere landen in diezelfde perioden telkens weer discussie over rechtshulp ontstaat. Door een vergelijking in de tijd of een vergelijking naar plaats wordt men in staat gesteld sociologische samenhangen te onderkennen: samenhangen tussen kenmerken van de sociale structuur van een samenleving en ontwikkelingen binnen die samenleving enerzijds en kenmerken van het rechtssysteem, de rechtspleging en de rechtshulp en ontwikkelingen binnen dat rechtssysteem anderzijds. Het is de taak van sociologisch onderzoek aan te tonen dat variaties in de toegang tot het recht niet volstrek toevallige variaties zijn, maar samenhangen met andere sociale verschijnselen. De variaties kunnen betrekking hebben zowel op verschillen tussen samenlevingen als op verschillen binnen één samenleving, met name verschillen die samenhang vertonen met een duurzame hiërarchische ordening van sociale groepen binnen die samenleving (sociale stratificatie). Dit is het onderwerp van deze studie: bestaan er samenhangen tussen vormen C.J.M. Schuyt, Kees Groenendijk en Ben Sloot, De weg naar het recht 6 van maatschappelijke ongelijkheid en het gebruik van, de behoefte aan en de toegang tot juridische hulpverlening? Voordat we overgaan tot een systematische beantwoording van deze vraag, beginnen we eerst met een korte historische verkenning van de problematiek van rechtshulp aan mindervermogende leden van de samenleving. 1.2 Eerste en tweede golf van aandacht voor kosteloze rechtshulp in Nederland en in het buitenland: 1890-1940 1.2.1. De eerste golf: