Biographiscii Woordenboek, Xviii
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
BIOGRAPHISCII WOORDENBOEK, XVIII. A. J. VAN DER AA, BIOGRAPHISCH WO ORDENBOEK DER NEDERLANDEN , BEVATTENDE Levensbeschrijvingen van zoodanige Personen, die zich op eenigerlei wijze in ons Vaderland hebben vermaard gemaakt, VOORTGEZET DOOR K.. R. van 11 rderwijk EN Dr. G. D. J. SOHO rir Onder medewerking van de Heeren: P. J. B. C. ROBIDt VAN DER AA, Prof. P. 0. VAN DER CMJS W. EEKHOFF , Dr. J. J. DE HOLLANDER 8. F. KLYNSMA, P. A. LEUPE, H. C. ROGGE, T. A. ROMEIN, Jhr. J. W. VAN SYPESTEYN en anderen. ACHTTIENDE DEEL. HAARLEM, 3. 3. VAN BREDEBODE. 1874. BIOGRAPHISCH WOORDENBOEK DER NEDERLANDEN. T. TAAME (M. D.) A b c o u d e vermeldt van hem: Verhandeling van de nutste instrumenten tot de Heellcunde. m. pl. Zie "lank. en Very., bl. 208. TAAMS (WILLEM), in den aanvang der 17de eeuw lede- zetter te Jisp, wordt door Follinus in zijn Simonides ofte die memorieconst, Haarl. 1612, vermeld wegens zijn buitenge- woon geheugen. Zie Banga, Gesch. d. Geneesk., D. I, bl. 314. TAAN (KLAAs) te Zaandam. E d w. Lytton Balwer maakt gewag van de geringe zucht bij den Hollandschen koopmans- stand, om door luisterrijke feesten en gastmalen bewijzen te leveren van zijnen rijkdorn, en dat geen Hollandsch koopman, uit vrees van zijn crediet te zullen benadeelen, een gastmaal zou durven geven, dat hem NB. honderd duizend gulden kos- ten zou; maar dan ook daarentegen, wanneer het vaderland wordt bedreigd, alsdan geen opoffering hem te groot is, noch te zwaar valt, om dat gevaar te helpen bestrijden. Ten be- wijze daarvan noemt hij K 1 as s Taa n, die in 1795, bij den inval der Franschen, voor zijn aandeel in de oorloglasten f 200,000 in de kas van 's lands ontvanger liet storten. //Welke schatten," schreef 0 c k e r s e, I, bevat onder anderen de Zaan langs zijne burgerlijke boorden en het beruchte Broek in Wa- terland. Men kent alom de namen van eerien Klaas T as n, van eene Neel tj e Pate r, die, zegt men f 80,000, anderen willen nog sneer, tot den XXV penning in 1788 betaalde." Zie E. L. Bulwer, England and the English, T.V,p. 17; Ockerse, Ontwerp tot eene algem. karakterk., bl. 257; Nay., D. IV, bl. 326; D. V, bl. 136. TAAPKENS (J.), Nederduitsch dichter, bloeide omstreeks de helft der 18" eeuw. Zijne treurzangen op den dood van 1 2 C. van V elzen en J. F. van Oost bro ek, beide predikan- ten te Groningen, versehenen in 1752, aldaar bij B o 1 t. Zie van der Aa, N. B. A. C. Wb. TAATS (BENJAMIN) beoefende reeds als student te Gronin- gen de poezij. Zoo vervaardigde hij o. a. een gedicht voor de Stigtellyke gedichten van C. F. S ij t sam a. Zie v. d. Aa, t. a. p. TAATS (RuTGER MoENs), te Middelburg geboren, werd leer- ling van A a r t Schouman, hield zich eenigen tijd te 's Hage op, en keerde vervolgens naar zijne geboorteplaats terug, waar hij historian, landschappen en portretten schilderde. Hij was in 1761 lid der Haagsche confreriekamer. Zie Kramm. TAAY (W. H. C.), Nederduitsch dichter uit de tweede helft der vorige eeuw, lid van Konst wordt door arbeid ver- kregen. In de Taal - en Dichtlievende oefeningen van dit ge- nootschap (D. III, bl. 173) komen gedichten van hem voor. Zie v. d. A a, N. B. A. C. Woordenb. TAAYEN (LYN), een visscher nit Veere, viel met zijn stadge- noot K o e ij e vle e s c h in handen der Spanjaarden en werd in den Brielgevanencr gezet. Na de inneming van die stad, werd hij, door i nvlod van Jan van K u i k, Heer van Erpt, zon- der losgeld, op vrije voeten gesteld. Te Veere teruggekeerd, poogden beide, met gelukkigen uitslag hunner medeburgers, over te halen om van Spanje of te vallen. Zie van Yperen, 200jarig jubelfeest der stad Veere, bl. 38; Kok; Verwoert; Schotel, hoe vierde onze vaderen de gedenkdagen enz. in 1772. TA.BARY (JoHANNEs), een Nederlander van geboorte, leefde in de 14de en het begin der 15de eeuw, was aanvankelijk een medicus, later kanunnik, eindelijk bisschop te Arras. Hij schreef de .4rte medica , libri IV, die hij opdroeg aan Karel VI, koning van Frankrijk. Zie Sweertius; Valerius Andreas; Foppens; 'Richer. TABBO was, volgens de Chronijken, in den aanvang der 2de eeuw, prins van Friesland. Hij diende keizer Domitianus tegen de,Katten, toen de Noormannen in Friesland vielen en het land afstroopten. Hij kwam naar Friesland terug, dock te laat om de Noormannen te verhinderen het door hen ge- roofde in veiligheid te brengen. Hij overleed in het jaar 120 of 130, en werd door zijn zoon As ion opgevolgd. Zie 0. Scharlensis, Chr. v. Friesland, bl. 10; F. Sjoerds, list. Jaarb. D. I, bl. 41, 197; Hamconius, Frisia, p. 12. 3 TACK was beroemd arts te Middelburg in het midden der 18de eeuw. Zie Bouman, Gesch. d. Geld. Hooges., D. II, bl. 259. TACK (ADOLF), commissaris van den schouwburg te Amster- dam, een man van veel smaak en een groot Iiefhebber van het tooneel, die zelf een klein maar keurig bewerkt kamer- tooneeltie had. Hij overleed in den aanvang dezer eeuw. Hij schreef: Het Huwlyk van den Cap ucijn ; blsp. gev. n. h. Fr. van Volm er a n gev. Amst. 1800. Middernacht of de Nieuwejaarswenschen. Ald. 1800. De Maarschalk van Catinat, of het schilderfj; zangsp. gev. n. h. Fr. van B. J. Marsollier (met zang). Aid. 1803. De doorluchtige Blinde, trsp. n. h. Fr. van Coignie z. Ald. 1807. Zie v. d. A a, t. a. p.; Cat. d. Maats. v. N. L., D. I, bl. 201. TACQUET (JoHANNEs), Heer van Heist en Lechem, te Antwerpen geboren, was een uitstekend geleerde, en gaf in het licht : Philippica ott Haras de Chevaux, Antv. 1614. 4°. Hij overleed te Brugge. J an us L e r n u t i us vervaardigde zijn grafschrift. Zie Swee rtius; Andre'as Valerius; Foppens; Richer. TADAMA (Mr. REINTER WILLEM), zoon van Reinier W il- 1eml) en van Christina Elizabeth van Lochem, werd den 20sten November 1810 te Amsterdam geboren. Zijn va- der, keizerlijke procureur crimineel voor het Departement der Zuiderzee, overleed reeds den 20 8teli Maart 1812, waarna zijne moeder zich te Zutphen neerzette. Na zijne voorbereidende studien aan de latijnsche school, onder den rector Lentin g, voleindigd te hebben, zette hij die te Deventer (1827 - 1830) en vervolgens te Leiden voort, en werd aldaar den 2 Osten Junij 1833, na de verdediging zijne historisch-juridische dissertatie De origine systematis Repraesentativi tot doctor in de beide regten bevorderd. Hij vestigde zich als advokaat te Zutphen, weike betrekking hij met die van procureur aan de Arrondis- sements - Regtbank aldaar in 1839 verbond, na reeds in 1837 tot commies-griffier aan het vredegeregt te zijn aangesteld. Den 3den October 1840 werd hij tot lid van den stedelijken raad benoemd, na eenigen tijd vroeger in het kiezers - collegie zitting te hebben genomen. In 1840 werd hij plaatsvervan- gend- en in 't volgende jaar kantonregter te Zutphen en in 1 ) In 1772 te Nigerpatnam geboren. Hij huwde eerst met mejufvrouw de Bordes, later met vrouwe Dina Susanna Rietveld. C. E. van Loch em was zijne derde vrouw. 1* 4 1853 tot lid der Provinciale staten van Gelderland benoemd. Ook was hij lid der plaatselijke schoolcommissie, curator der latijnsche school, regent van het oude en nieuwe gasthuis, regent der gevangenissen en lid en later voorzitter van den militieraad. Hij huwde den 21sten Junij 1838 Wilh el mina Elizabeth Mechteld van Doorninck, die hem 9 kin- deren schonk. Tadama was een voortreffelijk regtsgeleerd en geschied- kundige, waarvan hij vele proeven heeft gegeven, een zijner verhandelingen werd net goud bekroond. Het Provinciaal Utrechtsch genootschap, de Maatschappij van Nederl. letter- k unde, het Friesch •genootschap, en het Historisch te Utrecht benoemden hem tot lid. Hij overleed den 22sten Mei 1860. Hij gaf in het licht: Tddrekenkundig Register van alle oorkonden in het atedelijk Archief te Zutphen berustende. Zutphen 1854. Geschiedenis der stad Zutphen, van de vroJgste tijden tot 1795. M. pin. en kaarten. Arnhem en Zutphen. 1856. 8°. Verslag over het grafelijk Bergsche Archie! te Heerenberg in Nij ho ff's Bijdr. V. 1. Biddrage tot de kennis van den ouden loop van den Iissel tusschen Westervoort en Deventer, in Ov. Alm. 1852, bl. 1. Willem, Graaf van den Berg en zijne tydgenooten, eene bijdrage tot de geschiodenis van den tachtigjarigen oorlog uit oorspronkelidke en grootendeels onbekende stukken zamengesteld. Zutphen 1846. De waarheid aangaande .Ludolf van den Berg, eene bij- drage tot de geschiedenis van zijn geslacht en van zijnen tijd. Arnhem 1847. Antwoord aan den Heer van Haven Nyenhuis over de wettige of onwettige geboorl,e der Heeren van Breda uit Ludolf van den Berg, in N ij hoff 's Bijdr. D. VI. .Het proces van Willem, Graaf van den Berg, Stadhouder van Gelderland. Ald. D. 1X. Onuitgegevenbrielvan Willem I aan de stad Tiel. Ald. D. IV. Het markenregt van Zelvolde van den fare 1421. Ald. D. VIII. Brief van Johan de Witt aan Hieronymus van Beverninck. Ald. N. .Reeks. Dl. I. De Maan- en Klaagbrief van Bernhard vau Meurs tegen Karel van .Egmond, Hertog van Gelre. Ald. D. IV. Het oordeel van een tijdqenoot (A l p h e r t van Till, kerk- meester der Groote- of St. Walburgkerk te Zutphen) over Her- tog Karel van Egmond. Ald. D. VIII. Rekening van een monnik uit de eerste helfi der 16" eeuw in Kronijk v. h. Hist. genoots. 10de Jaarg. 1854. Jimmie opgestelt door den Raad extraordinair van Ne- derlands India en afgaande Gouverneur en Directeur van 5 Java's Noord-Oost oust, Willem liendrik van Ossenberch, om te atrekken tot narigt van zijnen successeur den Heer Johan- nes Vos, aankomende Gouverneur en Directeur van Java's lvToord• Oost cust.