Op Pad in De ultieme wandelgids voor de Maasstad

Op Pad in Rotterdam

Eddy le Couvreur

Schrijver: Eddy le Couvreur Coverontwerp: Eddy le Couvreur / Bravenewbooks ISBN: 9789402118520 © Eddy le Couvreur

Inhoud

Wandelen in Rotterdam ...... 6

De geschiedenis van Rotterdam in vogelvlucht ...... 7

Wandeling A: van Oost naar West...... 22

1. Erasmus Universiteit en DWL-terrein ...... 24

2. ...... 29

3. Waterstad ...... 59

4. Hoboken, en het Park ...... 77

5. ...... 114

6. ...... 147

Wandeling B: Van Noord naar Zuid ...... 161

1. ...... 163

2. Het , Blijdorp en ...... 175

3. Weena, en ...... 195

4. ...... 222

5. ...... 236

6. Bloemhof, Kiefhoek en ...... 272

Gebruikte Literatuur ...... 300

5

Wandelen in Rotterdam

e beste manier om een stad te leren kennen is hem te voet verkennen. Dat geldt ook voor Rotterdam. Wan- Ddelend door de wijken en buurten van Rotterdam leer je de verscheidenheid van de stad kennen en krijg je een beeld van de ontwikkeling van de stad vanaf de middeleeu- wen tot aan het eind van de twintigste eeuw. In dit boek staan twee lange afstandswandelingen beschreven. Deze wandelingen lopen door bekende maar vaak juist door min- der bekende delen van de stad. Wandeling A (24,5km) begint in Kralingen in het Oosten van de stad. Via mooie boomrijke lanen met riante villa’s in het oosten en meer alledaagse westen van de wijk kom je in de Waterstad, in het centrum van Rotterdam. Verderop komen we in het 19 e eeuwse en voorname Scheepvaarkwartier en het Park. Via het ooit zelfstandige Delfshaven, dat zijn histori- sche uiterlijk goed heeft bewaard, eindigen we in het Westen van de stad in de wijk Spangen, waar begin 20 e eeuw volgens destijds moderne stedenbouwkundige inzichten een woon- wijk werd gebouwd. Wandeling B (30km) begint in het wel- varende dorp Hillegersberg. Via de 19 e eeuwse uitbreidings- wijk Het Oude Noorden, dat tegenwoordig bruist van het leven, komen we in het centrum, met zijn moderne architec- tuur, levendige terrassen, kunst en cultuur. We steken de Erasmusbrug over naar de Kop van Zuid, het voormalige ha- vengebied dat omgetoverd wordt tot woon-, werk en leefge- bied. Ook hier veel moderne architectuur, maar ook leuke terrassen, goede restaurants en culturele instellingen. Via de oude en interessante wijken Feijenoord, , Bloemhof en Vreewijk eindigen we bij het Zuidplein. De wandeling is in delen te wandelen. Je kunt hem oppakken en verlaten waar je wilt. Het traject kruist vele malen Metro en tramlijnen. Stations en haltes zijn in de tekst en op de be- geleidende kaarten aangegeven.

6

De geschiedenis van Rotterdam in vo- gelvlucht

Het begin (tot 1360) Al rond 900 werd het gebied rond de monding van de Rotte bewoond. Rond het jaar 1000 wordt voor het eerst melding gemaakt van de parochie Rotta. Het gebied maakte deel uit van het graafschap Holland, dat op zijn beurt weer deel uit- maakte van het Roomse Duitse Rijk. De graaf van Holland had gebieden weer in beheer gegeven aan ambachts- heren, die lokaal het ge- zag uitoefenden. Deze ambachtsheerlijkheden werden erfelijk. Ten wes- ten van de Rotte hadden de heren van Bokel hun ambachtsheerlijkheid ten oosten was dat de familie Van Voorschoten. Andere ambachten in de omge- ving waren Cralinghen, Mathenesse en Spangen. Deze edelen hadden elk hun eigen waterwering opgeworpen ter bescherming tegen het water. Graaf Floris V (1256-96) beval de heren hun dijken aan elkaar aan te sluiten zodat er een zeedijk zou ontstaan die het gehele achterland ging be- schermen. Deze dijk sneed de Rotte van de Maas af. Er werd een spuisluis aangelegd. Dit deel van de zeedijk heette Mid- dendam (waar nu de Hoogstraat ligt). Rond deze dam in de Rotte ontstond Rotterdam. In de loop der tijd verwierven de bewoners rond de Middendam een aantal privileges van de graven van Holland. In 1340 verleende graaf Willem IV stads-

7 rechten aan de gebieden ten westen en ten oosten van de Rotte. Bovendien mocht Rotterdam een aftakking van de Schie graven (Rotterdamse Schie) om zo een verbinding met het Hollandse achterland (Delft, Haarlem) te krijgen. In 1358 mocht Rotterdam een stadsmuur bouwen.

Hoeken en Kabeljauwen (1345 - 1490) Na de dood van graaf Willem IV breekt er een machtsstrijd uit tussen diens zuster Margaretha en haar zoon Willem V. In deze strijd - de Hoekse en Kabeljauwse twisten genoemd - kiezen edelen en steden partij (hoewel de partijen voortdu- rend wisselen) op basis van onderlinge vetes en geschillen. Na het overlijden van Willem VI in 1417 ging de strijd om de rechten van Jacoba van Beieren op de opvolging. Daarna stond centraal of men vóór Bourgondië (Kabeljauws) of tegen Bourgondië (Hoeks) was. Rotterdam probeerde in die tijd zoveel mogelijk buiten het strijdgewoel te blijven en zich een betere positie te verwerven ten opzichte van haar concurren- ten. De Rotterdamse economie draait in die tijd voornamelijk op de haringvangst en de overslag van goederen langs de Rotte en de Schie. Rond 1490 komt Rotterdam toch in het centrum van de strijd te liggen als Jonker Frans van Bredero- de de stad kiest als uitvalsbasis voor zijn Hoekse legertje. Jonker Frans wordt door de Bourgondiërs verslagen en daarmee komt een eind aan de partijstrijd.

Tachtigjarige Oorlog (1568-1648)

Rotterdam komt redelijk goed uit de twisten te voorschijn. Het lukt Rotterdam om het stapelrecht van Dordrecht (een handelsmonopolie) ongedaan te maken. Rotterdam ontwik- kelt zich als koopstad, waar kooplieden voor eigen rekening goederen per schip importeren, opslaan en vervolgens op een geschikt moment op de lokale, regionale of buitenlandse 8 markt brengen. In 1572 raakt Rotterdam betrokken in de Tachtigjarige oorlog. In dat jaar veroveren de Watergeuzen Den Briel. Spaanse troepen onder Boussu worden verjaagd. De Watergeuzen maken gebruik van het vacuüm en nemen Delfshaven in en rukken op naar Rotterdam. De stad slaat de aanval af, maar een paar dagen later staan de Spanjaarden van Boussu voor de poort. In de stad is onenigheid over het in te nemen standpunt. Men besluit slechts een klein aantal Spanjaarden toe te laten. Door een misverstand draait dit op een bloedbad uit. De Spanjaarden heroveren vanuit Rotter- dam Delfshaven. Dan worden de troepen teruggetrokken naar de Zuidelijke Nederlanden om een inval van Lodewijk van Nassau te bestrijden. De pro-Spaanse bestuurders van de stad vertrekken met de Spaanse troepen. Vanaf dat moment kiest Rotterdam voor de op- stand. De ge- beurtenissen van 1572 en ook die van een aantal jaren later tijdens het beleg van Lei- den, drukken de stad op het feit dat ze beter beschermd moet worden. Onder leiding van haar pensionaris Van Oldenbar- nevelt wordt de stad uitgebreid met nieuwe havens en ver- dedigingswerken.

9

Economisch is de tijd die nu aanbreekt er een van grote groei en voorspoed. De handel en scheepvaart maken en bloeiperi- ode door. Vooral de handel met Engeland, Frankrijk, Amerika en zelfs met Spanje bloeien op. De ligging van de stad is gun- stig, maar ook de politieke omstandigheden spelen Rotter- dam in de kaart. Delft houdt haar havenplaats Delfshaven kort uit kort termijnbelang, Schiedam is te spaarzaam om haar haven uit te breiden en Amsterdam en Antwerpen zijn geblokkeerd. Als Amsterdam voor de opstand tegen Spanje kiest verdwijnt weer veel handel naar Amsterdam. De vesti- ging te Rotterdam van de admiraliteit van de Maze (1586), van een Kamer van de Oost- Indische (1602) en een van de West- Indische Compag- nie (1621), evenals die van de Mer- chant Adventurers (1635) waren blijken van toenemende handelsbloei. Ook cultureel maakt Rotterdam een bloeitijd door. Aangetrokken door een tolerant bestuurlijk klimaat trekt de stad weten- schappers en filosofen uit diverse landen aan, die vanuit Rot- terdam publiceren. Bekendste onder hen in is de Franse pro- testant Pierre Bayle (1647-1706), die in 1681 hoogleraar wordt aan de Illustre School van Rotterdam. Hij schrijft in Rotterdam zijn meesterwerk Dictionaire Historique et Criti- que , dat in Europa qua opzet veel navolging kreeg. In die tijd verkeren ook Engelse filosofen als John Locke en Shaftesbury in Rotterdam. Locke schreef in Rotterdam in 1686 An Essay concerning Human Understanding. Locke's ideeën waren later inspiratie voor de opstellers van de Amerikaanse Grondwet. Onder redactie van de Vlaamse protestant Pieter

10

Rabus wordt het eerste wetenschappelijke tijdschrift in de Nederlandse taal uitgegeven, de Boekzaal van Europa. In het kielzog van de groeiende intelligentsia beleefde ook het drukkers en uitgeversgilde een gouden tijd in de 17e eeuw. Door de gunstige ligging van Rotterdam op tal van handels- routes lieten buitenlandse schrijvers hier hun werken druk- ken en verspreiden en wisten Rotterdamse en Nederlandse schrijvers een internationaal publiek te bereiken.

18 e eeuw De 18e eeuw is voor de hele republiek een tijdperk van stag- natie en achteruitgang. Het land wordt overvleugeld door Engeland in de internationale politiek en handel. Ook de groei van Rotterdam stagneert. In de 18 e eeuw wordt de bin- nenstad verder volgebouwd en verfraaid. Rotterdam ver- fraait de oude stadspoorten en bouwt nieuwe zoals de Delftse Poort. Er ontstaat wat industrie (suiker, koffie, tabak, jene- ver). De bewoning blijft binnen de stadsmuren (vesten) waar de bevolkingsdichtheid extreme vormen aanneemt, maar buiten de stad richtten welgestelden in de nabij gelegen pol- ders buitenverblijven (lusthoven) in. Ook werden industrieën die in de stad zelf als niet langer wenselijk werden be-

11

schouwd naar de pol- ders buiten de stad verhuisd. Dit was mo- gelijk omdat Rotter- dam na de opstand de jurisdictie in de am- bachten rondom had verworven. De Franse tijd leidt een periode van vergaande stagna- tie in.

12

19 e eeuw: van handelsstad tot transitohaven Na het vertrek van de Fransen komt Rotterdam weer vrij snel tot groei. In het Ruhrgebied komt de industrialisatie goed op gang en Rotterdam weet zich goed gelegen voor de opko- mende handel tussen dit gebied en de markten in Engeland en Amerika. Andersom leent Rotterdam zich ook uitstekend voor de export van Duitse steenkolen. Ook de exploratie van Afrika brengt nieuwe handel. In deze periode wordt de bin- nenstad gesaneerd (waterleiding, riolering, afwatering) en breidt de stad haar havencapaciteit enorm uit. De aard van de handel en de havenactiviteiten verandert ingrijpend. Van de koopstad met zijn kooplieden en stapelhandel verschuift het accent nadrukkelijk naar de transitohandel, waarbij goederen

zo snel mogelijk worden doorgevoerd naar de eindbestem- ming. De koopman verdwijnt en het overslag bedrijf doet zijn intrede. De werkgelegenheid trekt arbeiders uit met name het Hollandse platteland en steden, maar ook uit Brabant en Zeeland aan. Naast immigratie speelt vanaf het eind van de 19e eeuw, door de sterk dalende zuigelingensterfte, ook de natuurlijke bevolkingsaanwas een steeds belangrijker rol in 13 de bevolkingsgroei. Om die groeiende bevolking te kunnen herbergen, gaat Rotterdam buiten de bouwen. Eerst verrijst Cool, vervolgens het Oude Westen en het Nieu- we Westen. In 1886 wordt Delfshaven ge- annexeerd, in 1895 volgt Kralingen. Zeer belangrijk voor de ontwikkeling van Rot- terdam als havenstad is de aanleg van de Nieu- we Waterweg in 1863. Het bouwen gaat door op het eiland Feijenoord. Hier worden een aantal havens aangelegd en nieuwe woonwijken ge- bouwd, nadat in 1878 de Maasbruggen zijn aangelegd. In deze periode komen ook de spoorwegen naar Rotterdam. Eerst de aansluiting op de Hollandse Spoorweg naar Amster- dam via Den Haag. Later ook het Rijnspoor naar Gouda en Utrecht en tenslotte het doortrekken van de spoorlijn naar het zuiden via het spoorwegviaduct en de spoorbruggen over de Nieuwe Maas. In deze ontwikkeling speelt de zakenman en politicus Lodewijk Pincoffs een stuwende rol, samen met zijn zakenvriend en bankier Marten Mees. In 1879 wordt hij ech- ter als fraudeur ontmaskerd en vlucht hij naar Amerika. De gemeente zet de ontwikkeling zelf voort onder leiding van stadsbouwmeester G.J. de Jongh. Waren de uitbreiding onder leiding van Pincoffs nog een moderne voortzetting van de koopstad traditie; de Jongh had meer oog voor de behoeften en het belang van de transitohandel. Havens onder zijn be- wind aangelegd waren veel groter en leenden zich veel beter voor overslag van bulkgoederen. In deze periode streeft Rot- terdam, Amsterdam als havenstad voorbij. De eerste wereld- oorlog bracht stagnatie met zich mee, die pas rond 1926 was overwonnen. Daarna kwam de wereldwijde economische recessie van 1929, die ook Rotterdam niet onberoerd liet. De

14 effecten van de 1e wereldoorlog en de economische crisis in de jaren dertig brachten pijnlijk aan het licht hoe kwetsbaar de Rotterdamse economie was. De bedrijvigheid was zeer eenzijdig en bovendien zeer afhankelijk van de ontwikkelin- gen in het Duitse achterland.

Tweede Wereldoorlog en Wederopbouw (1940-1975) Er is geen en- kele gebeurte- nis in de Rot- terdamse ge- schiedenis te noemen die diepere sporen heeft nagelaten in de Rotter- damse samen- leving en stadsontwikke- ling dan de inval van Duitsland in mei 1940. Op 14 mei 1940 werd de binnenstad en de 17 e eeuwse haven volledig vernietigd. Ook delen van Kralingen, en het moes- ten het ontgelden. ± 900 mensen kwamen om duizenden werden dakloos. Ook later in de oorlog had de stad te leiden van bombardementen, ditmaal van geallieerde zijde (o.a. ok- tober '41 en maart '43). Vijf jaar van onderdrukking en ver- volging volgden. In 1945 vernielden en roofden de Duitse troepen wat er nog over was van de haveninstallaties. Al in 1941 kwam Witteveen, directeur gemeentewerken, met een wederopbouwplan. Op dit plan kwam veel kritiek. Het plan wordt aangepast door Van Traa tot een Basisplan en in 1946 aanvaardt. De plannen voor de wederopbouw waren op zich niet nieuw. Zij waren al ver voor de oorlog gemaakt als op- 15 lossing voor de toenemende verkeersproblemen in de dicht- bebouwde binnenstad. Vooral door geldgebrek gedurende de crisisjaren en de vergaande consequenties van sommige van de plannen gingen veel plannen niet door. Deson- danks werden ook voor de oorlog de nodige gebouwen gesloopt en nieuwe door- gaande straten aangelegd. In 1946 werd echter het oorspronkelijke straten- plan verlaten en het centrum wordt ontsloten door brede verkeerswegen. Er wordt dan gedacht in stedelijke functies die gegroepeerd worden: winkels, banken, woningen, groen. Vooral de architecten van het Nieuwe Bouwen krijgen veel ruimte bij het invullen van de wederopbouw. In het centrum verdwijnt 50% van de woningcapaciteit. Nieuwe wijken wor- den gebouwd op Zuid (, Zuidwijk, ), en Alexander (Lage Land, ). Al voor de oorlog was de stad zich gaan beraden op mogelijkhe- den om de eenzijdige afhankelijk- heid van de haven en de economische ontwikkelin- gen in Duits- land te verminderen. Gekeken werd naar industrialisatie. Pas na 1950 lukte dat met name in de petrochemische industrie. De haven breidt zich dan uit in westelijke richting. Achter-

16 eenvolgens wordt het Waalhavengebied, Pernis, de Botlek, Europoort en het Maasvlaktegebied in gebruik genomen. Grotere en diepere havens worden aangelegd en de (pe- tro)chemische industrie neemt een grote vlucht. In de trans- portsector krijgt de containeroverslag een steeds meer de overhand in de haven.

Recent verleden en heden Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig is het Basisplan al enige tijd voltooid. Er is een nieuwe stad gebouwd, maar de strikte functiescheiding en het rigide Nieuwe Bouwen hebben een wat kille en stille binnenstad opgeleverd. De open plek- ken die resten worden steeds meer ingevuld met verrassen- de, maar veelal kleinschalige woningbouwprojecten. In de oude wijken wordt de stadsvernieuwing ter hand genomen. In de late jaren 80 en jaren 90, komen grootschalige pro- jecten meer in zwang en wordt de wederopbouw afgerond met veel hoogbouw, die de stad een wereldstad-uiterlijk ge- ven. De meest recente pro- jecten zijn de Erasmusbrug en de Kop van Zuid. Deze pe- riode wordt ook geken- merkt door een massale trek van Rotter- dammers uit de oudere wijken naar Rotterdamse nieuw- bouwwijken, maar vooral ook naar de randgemeenten zoals, Capelle a/d IJssel, Spijkenisse, Ridderkerk, Barendrecht en Hellevoetsluis, die een snelle groei doormaken. De plaats van 17 deze (ex-)Rotterdammers wordt ingenomen door nieuwko- mers. De explosieve economische groei tussen 1965 en 1973 ver- oorzaakt een grote behoefte aan arbeidskrachten. Dit luidt een eerste immigratiegolf in van arbeiders uit het middel- landse zeegebied, vooral Marokko en Turkije. Rond 1975 komen ook een aanzienlijk aantal migranten uit Suriname naar Nederland en ook naar Rotterdam. De hernieuwde wel- vaart van de negentiger jaren geeft weer aanleiding tot nog meer immigratie uit arme landen. Inmiddels is al 40% van de Rotterdamse bevol- king van allochtone afkomst. Dit heeft naast de nodige problemen met in- tegratie (of gebrek daaraan) ook een kosmopolitisch stadsbeeld opgele- verd, met een grote verscheidenheid op cultureel, culinair en religieus gebied. Rotterdams wereld- lijke karakter en bereikbaarheid krij- gen ook een keerzij- de. Door de grote verschillen in drugsbeleid tussen Nederland en de omringen- de landen werd Rotterdam een populaire bestemming voor vooral Franse en Belgische drugstoeristen. Dit "toerisme" concentreert zich met name in oude wijken met een zwakke sociale structuur. Na stevige actie van politie en gemeente is dit probleem teruggedrongen.

18

Op cultureel gebied worden ook vorderingen gemaakt. Rot- terdam krijgt een aantal toonaangevende culturele evene- menten binnen haar en bouwt nieuwe culturele voorzienin- gen als theaters, concertzalen en musea. Rotterdam heeft een aantal toonaangevende muziek, dans- en toneelgezelschap- pen, als het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Scapino bal- let, Conny Jansen Danst en het RO Theater.

In 2001 was Rotterdam Europese Culturele Hoofdstad. Rot- terdam heeft ook zijn traditie van bakermat voor populaire cultuur weer opgepakt. Dit uit zich vooral in de landelijk vermaarde dans- en clubcultuur. Ook sportief staat Rotter- dam met de marathon en de start van de Tour de France in 2010 op de wereldkaart.

In 2002 krijgen al langer slui- merende gevoelens van onvrede onder de bevolking over inte- gratie van allochtonen, crimina- liteit en de gesloten bestuurs- cultuur een politieke dimensie als de Rotterdamse voormalig wetenschapper, columnist en organisatieadviseur Pim For- tuyn zich als spreekbuis hier- voor opwerpt. Binnen korte tijd krijgt hij in de aanloop naar gemeenteraadsverkiezingen, door zijn aansprekende, maar voor anderen omstreden optreden, een grote aanhang. Dit resulteert in 16 zetels in de gemeenteraad voor zijn Leefbaar Rotterdam partij. Zijn einddoel ligt echter in de landelijke politiek waarin hij met zijn Lijst Pim Fortuyn hoge ogen gooit voor de Tweede Kamerverkiezingen van mei 2002. Hij wordt echter op 6 mei 2002, 9 dagen voor de verkiezingen in Hil- versum vermoord. Deze gebeurtenis brengt een grote schok

19 te weeg onder de Rotterdamse en Nederlandse bevolking. Bij de 2e Kamerverkiezingen behaalt de Lijst Pim Fortuyn 26 zetels - een ongekend aantal voor een nieuwe partij. Met de LPF loopt het door interne strijd slecht af. De partij wordt in 2008 opgeheven .

Het Rotterdamse gemeentebestuur met wethouders van Leefbaar Rotterdam, CDA en VVD maakt onder leiding van Burgemeester Opstelten (VVD) de veiligheid in de stad be- leidsprioriteit nummer één. Daarnaast zijn het tegengaan van verloedering van oude wijken en het tegengaan van concen-

traties van kansarmen in die wijken belangrijke beleidsdoel- stellingen. In 2003 wordt een akkoord bereikt met de rijks- overheid over een Openbaar Vervoerterminal, ter vervanging van het Centraal Station. Het nieuwe station, halte op de Hoge Snelheidslijn naar Brussel en Parijs, moet de aanjager wor- den voor de economische opleving en vernieuwing van het stationsgebied met als werknaam Central District. In de loop van 2006 begint de economie weer behoorlijk aan te trekken. Bouwprojecten worden weer voortvarend opgepakt. Met name in het centrum worden veel (hoog)bouwprojecten ge- realiseerd. In 2008 gaat burgemeester Opstelten met pensi- 20 oen en wordt Ahmet Aboutaleb (PvdA) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Hij is de eerste burgemeester van Ma- rokkaanse afkomst in Nederland en de eerste van een Euro- pese grote stad.

De economische en financiële crisis, die in 2008 inzet laat ook Rotterdam niet onberoerd. De werkloosheid loopt op en de gemeente ziet zich genoodzaakt te snijden in de uitgaven. Toch worden er nog een aantal in het oog springende pro- jecten en gebouwen gerealiseerd. In 2013 wordt de Tweede Maasvlakte in gebruik genomen, die 2.000 ha toevoegt aan het havengebied en de haven toegankelijk maakt voor de nieuwste generatie containerschepen. Het nieuwe Centraal Station wordt in 2014 geopend na een bouwperiode van 8 jaar. In het zelfde jaar wordt ook het qua vloeroppervlak grootste gebouw opgeleverd, De Rotterdam. Een ontwerp van de wereldvermaarde en van oorsprong Rotterdamse archi- tect Rem Koolhaas. Eind 2014 volgt de Markthal. Deze archi- tectonische aanwinsten zijn voor de reisgids Rough Guides aanleiding om Rotterdam op de 8 e plaats te zetten van haar steden-top10. De New York Times zet de stad op nr. 10 van de 52 Places to Go.

21

Wandeling A: van Oost naar West Deze wandeling loopt van Oost naar West begint bij Metro- station Kralingse Zoom gaat via het voormalig Drinkwater- leiding terrein, Kralingen, Waterstad, Hoboken, Scheepvaart- kwartier, Het Park, Delfshaven en Spangen naar het Marco- niplein. De route is opgedeeld in 5 samenhangende delen: 1. Erasmus Universiteit en DWL – terrein 2. Kralingen 3. Waterstad 4. Hoboken, Scheepvaartkwartier en Het Park 5. en Delfshaven 6. Spangen

Bij elk routedeel is een aparte routekaart. De totale lengte is 25km, maar aangezien de route regelmatig metrostations en tramhaltes passeert op elk gewenst punt worden opgepikt of onderbroken. Metrostations en tramhaltes die je onderweg tegenkomt worden in de tekst vetgedrukt vermeld.

22

23

1. Erasmus Universiteit en DWL-terrein Nummers m ❸ in de eks corresponderen me num- mers op de kaar. Lenge: 2,5 km

via Erasmus Universiteit naar het D.W.L. ter- rein …

De wandeling begint op Metrostation Kralingse Zoom. Men gaat vanaf het perron naar boven naar de stationshal en neemt de uitgang aan de linkerzijde. Vervolgens met de roltrap naar beneden. Links zien we het eindpunt van de Parkshuttle. Een onbemand voertuig dat werknemers, die op het nabijgelegen bedrijventer- rein Rivium werken, op afroep ophaalt en wegbrengt. Dan rechtsom, onder het viaduct door langs het fietspad lopen we naar de Kralingse Zoom. Daar aangekomen linksaf richting Erasmus Universiteit. Bij de zebra lopen we rechtdoor. Links is het Brainpark te zien, een bedrijvenpark met vooral kennisintensieve bedrijven. Het park is juist hier ingericht van- wege de wisselwerking met de naastgelegen Erasmus Universi- teit. Voor het kruispunt met de K.P. van de Mandeleweg steken we rechtsaf de zebra over en lopen het terrein van de Erasmus Universiteit op (Ma-vr 7-23 u. en zaterdag 9-13 uur op andere tijden alternatieve route volgen: rechtdoor, viaduct over, rechtdoor, fietspad Honingerdijk rechtsaf tot trap links om- laag; hek door route vervolgen vanaf ❷.

24

De Erasmus Universiteit is in 1973 ontstaan uit een fusie en uitbreiding van de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH) en de Medische Faculteit Rotterdam (MFR). Het com-

plex Woudestein, waar we nu lopen was eens de thuisbasis van de NEH, die al in 1913 werd opgericht door Rotterdamse haven- en zakenlieden, die praktijkgericht hoger onderwijs van groot belang achten voor de ontwikkeling van 's werelds grootste havenstad. De Medische faculteit dateert uit 1966 (zie verderop op deze wandeling). Het NEH gebouw (hoog- bouw, bibliotheek, aula en aangelegen collegezalen) werd van 1965-70 gebouwd naar een ontwerp van Elffers Partners. De betonbouw vond destijds in de 70’er jaren weinig bewonde- ring. Later is het universiteitsterrein verder volgebouwd met kantoren en collegezalen.

25

We lopen het terrein op langs de tennisbanen en zien na een 150m de universiteitsbibliotheek in het water staan. We slaan de Institutenlaan linksaf in.

De hoogbouw aan de rechterhand bevat kleine collegezalen en kantoren van faculteiten.

De Hogeschoollaan gaan we rechtsaf in. Deze volgen we tot de poort. Meteen uit de poort linksaf langs het eindpunt van tramlijn 7 . Bij het stoplicht steken we rechts de Burgemeester Oudlaan over en meteen weer links de Abraham van Rijckevor- selweg oversteken. We lopen rechtdoor over het fietspad langs de Oude Plantagedreef. We volgen het fietspad linksaf, steken de Oude Plantagedreef over en lopen over de hooggelegen Ho- ningerdijk. Na ongeveer 150m kunnen we de trambaan over- steken en door een poort in het hekwerk het voormalige D.W.L. terrein op.

❷Hier was van 1871 tot in de zeventiger jaren het Drinkwa- terleiding bedrijf gevestigd, waar het Rotterdamse drinkwa-

Watertoren ter werd gezuiverd. In 1980 is begonnen met de bouw van 26 ongeveer 2500 woningen. In het ontwerp van de woonwijk is getracht de structuur van het waterbedrijf te behouden. Als we het terrein oplopen zien we meteen rechts de Paleis- zaal. Dit gebouw maakte deel uit van het pompgebouw, dat nu dienstdoet als wijkcentrum. De zogenoemde Paleiszaal kan gehuurd worden voor festiviteiten en wordt ook door de deelgemeente Kralingen als trouwzaal gebruikt.

Bij de filterbekkens gaan we linksaf om de bekkens heen.

Rechts zien we de watertoren die nu als café restaurant dienst doet.

We lopen verder langs de filterbekkens.

Recht voor ons zien we de voormalige snelfiltergebouwen, gebouwd in 1929 toen er een nieuwe filtertechniek werd geïntroduceerd. De gebouwen zijn nu ingericht voor jonge- renhuisvesting.

We houden de filterbekkens aan de rechterhand, steken de parkeerplaats over en gaan rechtsaf de Watertorenweg op. Na 20 meter links het trappetje op en de weg vervolgend, zien we rechts Hal4, nu in gebruik als zaal voor dinnershows en evenementen .

We lopen langs het haventje.

Aan het eind van het haventje stonden ooit de Rijnwaterkel- ders, een groot soort waterreservoir. Boven op deze kelders zijn energiezuinige woningen gebouwd. (Belangstellenden kunnen de trap op om langs de woningen te lopen).

27

Vóór de bejaardenflat linksaf en weer rechts (Rijsakkerstraat) tot aan de Oude Plantagedreef, die we oversteken. We lopen het parkje in.

We bevinden o ns nu in wat er over is van de Oude Plantage. Hier stond ooit een prachtig bos, dat in 1769 door de stad Rotterdam was aangelegd, bedoeld als recreatiegebied voor de Rotterdammers, hoewel het voor die tijd toch een heel eind uit de stad lag. In 1945 was deze plek volledig ontbost, omdat alle bomen tijdens de winter van 1944/45 in de Rot- terdamse kachels waren opgestookt.

We volgen het pad dwars door het parkje en steken bij de stop- lichten de Maasboulevard over.

De Maasboulevard loopt langs de grote bocht in de rivier de Nieuwe Maas en biedt een mooi uitzicht op de Skyline van de stad. Ze werd na de watersnoodramp van 1953 aangelegd toen de hoofdwaterkering werd verlegd van de Honingerdijk naar de Maasboulevard en de dijken werden verhoogd tot de zogenaamde Deltahoogte. In 1964 werd de weg voor het ver- keer opengesteld.

We lopen rechtdoor tot aan de Oostmaaslaan (links). We ste- ken nu rechts de Honingerdijk over en aan de overkant gaan we links af.

Tramhalte Woudestein (lijn 21, 24)

28

2. 29

2. Kralingen Nummers ❸ t/m e test rresere met um- mers e aart. Legte: 7m

…van Woudestein naar Oostplein…

Dt eel va e waelg begt e Hgerj bj e tramhalte Wueste va e lj 21.

❸ Shu rehts ze we het sta va Exelsr lgge, e ere betaal vetballub va Rtteram, e a ege tj jare e 1e vse u weer e erevse seelt. Va ee samewergsverba met het grte Feyer ut Rtter- am-Zu wre her jge selers gele vr het grte wer.

We lopen langs de Honingerdijk. Bij de zebra gaan we een beet- je naar rechts en nemen de weg die naar beneden loopt.

Rechts zien we eerst de voormalige buitenplaats "In den Rustwat" uit 1597. De kern van dit gebouw stond tot 1950 waar nu de Maasbou- levard ligt.

Rustwat In de 18e

30 eeuw werd het als herberg de stamkroeg van bedrijven, die zich in de nabijheid hadden gevestigd. De aanleg van de Oude Plantage in 1769 zal goed voor de omzet zin geweest. In 1830 verloor het haar functie als tapperij. In 1895 werd Kralingen door Rotterdam geannexeerd en in 1899 besloot de gemeen- te tot aankoop van ‘In den Rustwat’ met het omliggende ter- rein. Daar reed op 18 september 1905 tramlijn 1, de eerste elektrische tram, met als eindpunt ‘Inden Rustwat’. Stoom- zuivelfabriek ‘Aurore’ maakte er een ‘verversingslokaal’ van. Tijdens de watersnoodramp van 1953 stond het pand 1,65 meter onderwater. Voor de aanleg van de Maasboulevard

Park Honingen eind jaren '50 moest het historische pand worden gesloopt. Op initiatief van de historische genootschappen ‘Rotero- damum’ en ‘De Maze’ werd de herberg in 1960 opnieuw op- gebouwd op het terrein van de Perenhof bij het Arboretum. Met aanbouw huisvest het nu een goed restaurant. Links er- van is de ingang van het Arboretum Trompenburg. De bomentuin is ontstaan toen in 1928 in de tuin van de re- der Hoey Smith alle vierhonderd iepen gerooid moesten worden vanwege de iepenziekte. De reder vatte het plan op om een arboretum in te richten en verzocht zijn zeevarenden uit alle bezochte havens zaden van bomen mee te nemen. Sinds 1958 is het arboretum in beheer van een stichting.

31