Handboek Handboekmaatschappelijke Maatschappelijk opvang Opvang

Regio IJmond, Zuid en Informatie voor professionals Regio IJmond, Zuid Kennemerland en Haarlemmermeer informatie voor professionals

8 december 2020

21 Gemeentedecember 2020 GemeenteAfdeling Haarlem Maatschappelijke ondersteuning Afdeling Maatschappelijke Ondersteuning 0

Leeswijzer Dit handboek Maatschappelijke Opvang is een weergave van de afspraken die gelden voor de maatschappelijke opvang in de regio IJmond, Zuid Kennemerland en Haarlemmermeer, voortaan aangeduid als de regio (die is gelijk aan de veiligheidsregio Kennemerland). Dit gebied betreft de maatschappelijke opvang in , , Haarlem, Haarlemmermeer, , , en .

Haarlem is centrumgemeente, wat betekent dat Haarlem budgethouder en opdrachtgever is voor de maatschappelijke opvang in de hele regio. Het beleid wordt in samenwerking met de regiogemeenten opgesteld. Het betreft de opvang van daklozen met OGGZ-problematiek. De opvang van economisch daklozen valt onder de verantwoordelijkheid van de regiogemeenten.

Dit handboek is een "levend document". Afspraken worden continu aangevuld, verscherpt en bijgesteld. De actualisatie van het handboek is in handen gelegd van een kernredactie binnen het Operationeel Overleg Zorg (OOZ). Deze kernredactie bestaat uit de veldregisseur, een vertegenwoordiger van de gemeente Haarlem, de BCT en een vertegenwoordiger van een zorgorganisatie. De gemeente Haarlem is penvoerder. De meest recente versie wordt op de website ( https://www.haarlem.nl/opvang-dak-en-thuislozen/ ) geplaatst onder vermelding van de datum.

Het handboek wordt een keer per twee maanden geagendeerd in het OOZ, bijvoorbeeld themagewijs aan de hand van de inhoudsopgave. De aanpassingen in het Handboek worden door het Beleidsoverleg geaccordeerd, de gemeente Haarlem stelt ze uiteindelijk vast.

1

Inhoudsopgave

1. Keten 7 1.1 Vereenvoudigde keten 7 1.2 Visie 7 1.3 Overlegstructuren in de keten 8

2. Aanmelding en beschikking 9 2.1 Aanmelding bij de BCT 9 2.1.1 Aanmelding dakloze buiten openingstijden BCT 9 2.1.2 Vooraanmelding bij de BCT 10 2.2 Doelgroep van de maatschappelijke opvang 10 2.2.1 Opvang van economisch daklozen 10 2.2.2 Opvang van mensen met een BW-indicatie 10 2.2.3 Opvang van ingezetenen uit de EU 10 2.2.4 Opvang van mensen van buiten de EU zonder status niet zijnde uitgeprocedeerde asielzoeker 10 2.2.5 Opvang van cliënten met huisdieren 11 2.2.6 Opvang van cliënten met een forensisch kader 11 2.3 Afgifte en duur beschikking 11 2.3.1 OGGZ doelgroep 11 2.3.2 Economisch daklozen 12 2.4 Voorwaarden voor de opvang 12 2.4.1 Eigen bijdrage 12

3. Opvangvoorzieningen, plaatsing en wachtlijst 14 3.1 Aanbod opvangvoorzieningen in de regio 14 3.1.1 Tijdelijke uitbreiding opvangcapaciteit (Winterfase I) 2020-2021 14 3.1.2 Maatregelen bij temperatuur van min 10 en lager (Winterfase II) 15 3.2 Plaatsing 16 3.3 Reservelijst en wachtlijst 16 3.4 Prioritering reservelijst 17

2

3.5 Prioritering wachtlijst 17 3.6 Melden door cliënt 17 3.7 Wachtlijst en prioritering wachtlijst Spaarnezicht 18

4. Trajecthouderschap en trajectplan 19 4.1 Trajecthouder 19 4.2 Trajectplan 20 4.2.1 Beëindiging maatschappelijke opvang bij weigeren/niet meewerken aan traject 20 4.3 Cliëntcategorieën 20 4.4 Samenwerking met de gemeente van herkomst binnen de regio 21 4.4.1 Zwerfjongeren 22 4.4.2 Afspraken bij aanmelding 22 4.4.3 Afspraken bij plaatsing 22 4.4.4 Afspraken over het contact tussen gemeente van herkomst en de trajecthouder 22 4.4.5 Gezinsopvang 23 4.5 Veldregie en escalatiemogelijkheden 23 4.5.1 Zorgconferentie 23 4.5.2 Individueel Casusoverleg (ICO) 25

5. Afwezigheid, sancties en schorsing tijdens verblijf 26 5.1 Afwezigheid 26 5.2 Sancties 27 5.3 Schorsing 28 5.3.1 Time-outbed volwassenen 28 5.3.2 Time-outbed jongeren 28 5.3.3 Eenzijdige zorgbeëindiging 29

6. Financiën 30 6.1 Aanvragen uitkering in Haarlem 30 6.1.1 Proces aanvragen uitkering 30 6.1.2 Bypassmogelijkheid voor daklozen 30 6.2 Aanvragen briefadres in Haarlem 30 6.2.1 Proces aanvragen briefadres 31

3

6.3 Schulddienstverlening in Haarlem 31 6.3.1 Proces schulddienstverlening kwetsbare doelgroepen 31

7. Crisis 34 7.1 Vroegsignaleringsoverleg 34 7.2 Crisisdienst GGZ 34 7.2.1 GGZ inGeest 34 7.2.2 Dijk en Duin 35

8. Uitstroom 36 8.1 Zelfstandig wonen 36 8.2 Uitstroom naar zelfstandig wonen met begeleiding 36 8.2.1 Contingentwoningen Zuid-Kennemerland 36 8.2.2 Kanswoning IJmond 37 8.2.3 Opstapregeling Haarlemmermeer 38 8.3 Beschermd wonen 39 8.4 Zorg vanuit de Wet Langdurige Zorg 40

9. Informatie en registratie 41 9.1 Cliëntennet 41 9.2 Bezettingsoverzichten 41 9.3 Beleidsinformatie 41

10. Calamiteit of incident 42

11. Beleid en uitvoering maatschappelijke opvang zwerfjongeren 43 11.1 Uitgangspunten Regionaal Kompas/Protocol MO 43 11.2 Brede Centrale Toegang, beschikkingen en registraties 44 11.2.1 Economisch daklozen onder de 23 jaar 45 11.3 Op de wachtlijst of direct plaatsen – dat is de vraag! 45 11.4 Als Spaarnezicht vol is 45 11.5 Zorg- en hulpverlening gebaseerd op de ZRM-analyse 46 4

11.6 Trajectplan, trajecthouder, veldregisseur. 46 11.7 Spaarnezicht 47

12. Overig hulpverleningsaanbod OGGZ-doelgroep 50 12.1 Buitenslapers 50 12.1.1 Outreachende zorg 50 12.1.2 Was- en doucheservice HVO-Querido 50 12.2 Sociaal Wijkteam Haarlem en Zandvoort 50 12.3 Meer-team Haarlemmermeer 51 12.4 Meldpunt Zorg en Overlast (GGD) 51 12.5 Convenant Preventie Huisuitzettingen 51 12.6 Aanpak Woonoverlast 52 12.7 Vangnet en Advies Zuid Kennemerland en Haarlemmermeer 52 12.8 Vangnet en Advies Midden Kennemerland 53 12.9 ACT 53 12.10 Brijder Verslavingszorg 54 12.11 Medisch spreekuur Damiate 55 12.12 Dagbestedingsorganisaties 55 12.13 Stem in de Stad 56 12.14 Zorg en Veiligheidshuis 56 12.14.1 Afstemmingsplatform complexe casuistiek 56 12.14.2 Nazorg ex-gedetineerden 56 12.15 Forensische zorg 57 12.15.1 De Waag 57 12.15.2 Ambulant Centrum Fivoor en FACT Team Fivoor 57 12.16 Reclassering 58 12.16.1 Reclassering Nederland 58 12.16.2 Leger des Heils 58 12.16.3 GGZ Reclassering Fivoor 58 12.17 Geestelijke Gezondheidszorg 59 12.17.1 GGZ inGeest (Zuid Kennemerland en Haarlemmermeer) 59 12.17.2 Dijk en Duin (IJmond) 60 12.18 Zorg voor verstandelijk beperkten 60 12.19 Opvang en begeleiding dak- en thuislozen Schiphol 61

5

12.20 Veilig Thuis 61 12.21 Blijf 61 12.22 Juridisch Loket 62

13. Bijlagen 63 Bijlage 1 Overzicht overlegvormen en deelnemers 64 Bijlage 2 Trajectplan 67 Bijlage 3 Afwegingskader plaatsing Maatschappelijke Opvang 69 Bijlage 4 Rol Vangnet en Adviesteam GGD bij buitenslapers uit EU-landen 71 Bijlage 5 Criteria en procesafspraken plaatsing Frans Halspanden 72 Bijlage 6 Criteria en procesafspraken Ziekenboeg 73 Bijlage 7 Criteria en plaatsingsafspraken plaatsing Pitstop 74 Bijlage 8 Criteria en procesafspraken plaatsing MO Kennemerhof 76 Bijlage 9 Protocol Maatschappelijke Opvang 77 Bijlage 10 Overzicht contactambtenaren regiogemeenten VRK 91 Bijlage 11 Contactpersonen CJG in de VRK regio 92 Bijlage 12 Contactpersonen maatschappelijke opvanglocaties 93 Bijlage 13 Aanmeldformulier Zorgconferentie 94 Bijlage 14 Stappenplan time-outbed 96 Bijlage 15 Protocol eenzijdige zorgbeëindiging Maatschappelijke Opvang 97 Bijlage 16 Huisvestingskaart Haarlem en omgeving 100 Bijlage 17 Procesafspraken aanvraag contingentwoning voor ex-gedetineerden en daklozen die van straat komen 104 Bijlage 18 Overzicht contactpersonen contingentenregeling ZK 106 Bijlage 19 Overzicht aanbod dagbesteding 108 Bijlage 20 Afwegingskader voorrangsregeling wachtlijst Spaarnezicht 119 Bijlage 21 Afspraken inzet begeleiding bij jongeren Haarlemmermeer in een hotel in afwachting van Spaarnezicht 120 Bijlage 22 Afwegingskader Veilig Thuis 121

6

1. Keten

1.1 Vereenvoudigde keten

Maatschappelijke opvang is al meerdere decennia de verantwoordelijkheid van de centrumgemeenten. De keten maatschappelijke opvang (MO) is geen keten die op zichzelf staat. De keten heeft samenhang met andere ketens zoals beschermd wonen, jeugd, verstandelijke beperking of ouderenzorg. In het maken van afspraken en beleid moet er gekeken worden naar de samenhang van de ketens, zodat gevolgen voor andere ketens niet gemist worden en andersom. Het schema hieronder geeft de samenhang van de verschillende ketens weer in vereenvoudigde vorm.

Toegang t l n e e g i g l e r c r r

o t e z e e

a i i d t / a t u a g a o m u n p

i t i h l i e t Maatschappelijke opvang c s e i h

c t d c e r e l j s n a i ë a a s i P r h c n T e n e r a B o n i F F

Uitstroom

1.2 Visie

De visie op de keten maatschappelijke opvang is cliënten zo ondersteunen dat ze op die plek terecht komen die, gegeven hun perspectief, het beste past. Dat betekent concreet: • Bij binnenkomst in de maatschappelijke opvang wordt een individueel trajectplan opgesteld dat leidt tot een plek die gegeven hun perspectief het beste past. • Iedereen stroomt (zo snel mogelijk) uit de maatschappelijke opvang uit. • Na uitstroom wordt ingezet op het voorkomen terugval/crisis. De visie op en ambities voor de maatschappelijke opvang zijn neergelegd in de nota Regionaal Kompas 2015- 2020. De visie op de toekomst van maatschappelijke opvang en beschermd wonen is verwoord in de nota Beleidskader opvang, wonen en herstel 2017-2020.

7

1.3 Overlegstructuren in de keten

In de keten maatschappelijke opvang is op operationeel en beleidsmatig niveau een overlegstructuur ingericht, waarbij voor diverse overleggen een opschalingsmogelijkheid is vastgelegd. In de overlegstructuur is de link met het veiligheidsdomein geborgd doordat vertegenwoordigers uit het domein veiligheid aan de verschillende overleggremia deelnemen. De veldregisseur functioneert als linking pin tussen de beide domeinen. In onderstaand overzicht zijn de verschillende overlegvormen weergegeven.

In bijlage 1 is een overzicht opgenomen met de vertegenwoordigers van de organisaties in de verschillende overleggen.

8

2. Aanmelding en beschikking

2.1 Aanmelding bij de BCT

(Dreigend) daklozen, thuislozen en andere sociaal kwetsbare burgers kunnen met vragen en voor informatie en advies terecht bij de Brede Centrale Toegang (BCT). Politie, Handhaving, huisarts, Sociaal Wijkteam, maatschappelijk dienstverleners kunnen (dreigend) daklozen naar de BCT verwijzen. Daklozen kunnen zich ook zelf melden. In de BCT werken medewerkers/zorgcoördinatoren van de GGD Kennemerland. Deze medewerkers begeleiden burgers die zich melden naar de benodigde zorg, diensten en zo nodig opvang.

De BCT is te vinden in het gebouw van de 24-uursopvang aan de Wilhelminastraat 10-12 in Haarlem. Het loket is open van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 12.30 uur. Na sluitingstijd van de BCT (12.30) kunnen cliënten zich niet meer melden voor een plek diezelfde dag in de maatschappelijke opvang, tenzij er sprake is van een noodgeval (zie hiervoor 2.1.1).

Voor de aanvraag van maatschappelijke opvang en informatie over de aanvraag van een briefadres en/of (bijstands-)uitkering (WWB) is het loket geopend tot 12.00 uur.

De BCT is te bereiken via telefoonnummer: 023 511 4477.

Wanneer een cliënt zich meldt bij de BCT wordt gekeken of een aanvraag voor een plek in de maatschappelijke opvang gedaan kan worden (meldingsfase). Is de inschatting dat iemand in aanmerking komt voor maatschappelijke opvang in de regio, dan volgt een onderzoeksgesprek (onderzoeksfase). In dit gesprek loopt de BCT de gebieden van de zelfredzaamheidsmatrix langs en legt deze gegevens vast in het trajectplan (bijlage 2). In bijlage 3 is het afwegingskader plaatsing Maatschappelijke Opvang opgenomen.

Komt iemand van buiten de regio en is de kans op maatschappelijk herstel daar groter, dan doet de BCT een warme overdracht naar gemeente van herkomst. Dit is conform de werkwijze zoals neergelegd in het Convenant Landelijke Toegankelijkheid Maatschappelijke Opvang.

Uit het onderzoek volgt een toewijzingsbeschikking of afwijzingsbeschikking.

2.1.1 Aanmelding dakloze buiten openingstijden BCT De opvangende instelling kan in noodgevallen aan daklozen die zich niet hebben gemeld binnen kantoortijden één nacht onderdak bieden in de maatschappelijke opvang. HVO-Querido mag hiervoor zo nodig (als de opvang vol is) boven de capaciteit gaan. Opvang gebeurt op voorspraak van de politie, het Veiligheidshuis of zorgaanbieders als ACT, RIBW, LdH, GGD, SSW Schiphol of het Sociaal Wijkteam. Of er sprake is van een noodgeval, is ter beoordeling van de organisatie die de dakloze bij de opvang aanmeldt. HVO-Querido heeft de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen, mits goed beargumenteerd, de opvang te weigeren (bijvoorbeeld als het gaat om iemand die geschorst is of dat er een veiligheidsrisico bestaat).De opgevangen dakloze meldt zich de volgende dag bij de BCT. Weigering wordt gemeld bij de veldregisseur. Die past hoor en wederhoor toe bij betrokken partijen. Uitkomst van hoor en wederhoor worden door de veldregisseur gemeld bij de gemeente Haarlem.

Telefoonnummer HVO-Querido voor aanmelding buiten kantoortijden BCT: 023 – 206 20 22

9

2.1.2 Vooraanmelding bij de BCT Hulpverleners, politie, Veiligheidshuis en regiogemeenten kunnen een vooraanmelding doen bij de BCT. Daartoe nemen ze contact tijdens kantooruren op met de BCT. Als er geen bed beschikbaar is, komt de cliënt op de reservelijst.

2.2 Doelgroep van de maatschappelijke opvang

Daklozen komen in aanmerking voor maatschappelijke opvang als zij: • niet zelfredzaam genoeg zijn om zelf regie te voeren over hun eigen probleem én oplossing1 • en niet terug kunnen vallen op voorliggende voorzieningen en/of eigen sociale netwerk • of behoren tot de groep uitgeprocedeerde asielzoekers en ongedocumenteerden. Aan deze groep wordt vooralsnog opvang in de vorm van bed-bad-brood aangeboden.

2.2.1 Opvang van economisch daklozen Daklozen die alleen op het gebied van huisvesting niet zelfredzaam zijn en niet terug kunnen vallen op voorliggende voorzieningen en/of eigen sociale netwerk worden “economisch daklozen” genoemd. De opvang van economisch daklozen is een lokale taak. De BCT geleidt economisch daklozen uit andere gemeenten terug naar de gemeenten van herkomst. Economisch dakloze(n) gezinnen uit Haarlem worden opgevangen in de maatschappelijke opvang locatie Velserpoort.

2.2.2 Opvang van mensen met een BW-indicatie Als cliënten met een BW-indicatie zich melden bij de BCT wordt altijd contact opgenomen met Beschermd wonen ([email protected] t.a.v. Richard den Heijer). Voor deze cliënten wordt met voorrang gezocht naar een overbruggingsplek binnen beschermd wonen. Indien deze cliënten dakloos zijn en er niet meteen een opvangplek in BW beschikbaar is, dan kan de cliënt tijdelijk in de MO worden opgevangen totdat er een (overbruggings-)plek binnen BW beschikbaar is. Vanuit de BW-indicatie wordt overbruggingszorg in de vorm van begeleiding in de maatschappelijke opvang en dagbesteding geleverd. Ook dat verloopt via Beschermd wonen ([email protected]).

2.2.3 Opvang van ingezetenen uit de EU Ingezetenen uit de EU hebben op basis van de Wmo (artikel 1.2.2) de eerste drie maanden van verblijf in Nederland geen recht op opvang, tenzij er voor de ingezetene risico's zijn voor de veiligheid als gevolg van huiselijk geweld. Na drie maanden kan in schrijnende gevallen opvang worden geboden als de situatie daar om vraagt (maatwerk). Uitzondering op deze regel zijn situaties waar minderjarige kinderen bij betrokken zijn. EU burgers die niet worden opgevangen kunnen door het Vangnet en Adviesteam van de GGD worden beoordeeld en van advies voorzien. Zie bijlage 4.

2.2.4 Opvang van mensen van buiten de EU zonder status niet zijnde uitgeprocedeerde asielzoeker Mensen die van buiten de EU afkomstig zijn, geen asiel vragen, geen verblijfstitel hebben en ook geen status "uitgeprocedeerde asielzoeker" hebben, wordt geen opvang geboden. Uitzondering op deze regel zijn situaties waar minderjarige kinderen bij betrokken zijn.

1 Zwerfjongeren worden gezien als een aparte categorie. Het zijn ‘feitelijk of residentiële daklozen onder de 23 jaar met meervoudige problemen’. Er gelden daarmee vergelijkbare criteria voor toegang tot de maatschappelijke opvang als voor volwassenen. Alleen kunnen er vanwege hun leeftijd en achtergrond andere arrangementen gelden, bijvoorbeeld vanwege betrokkenheid van de jeugdzorg. Binnen onze regio is een maatschappelijke opvangvoorziening gespecialiseerd in de opvang van zwerfjongeren. (Spaarnezicht). Hoofdstuk 10 beschrijft de processen rondom zwerfjongeren.

10

2.2.5 Opvang van cliënten met huisdieren Vanwege hygiëne en het risico op agressief gedrag tegen andere huisdieren en/of cliënten is het niet toegestaan cliënten met huisdieren op te nemen in de maatschappelijke opvang.

2.2.6 Opvang van cliënten met een forensisch kader Cliënten met een forensisch kader (d.w.z. cliënten waarbij justitiële afspraken (maatregelen) zijn gemaakt over zorg, behandeling en/of verblijf) en die dakloos zijn, wordt opvang geboden. Bij de opvang van cliënten met een forensisch kader houdt de toezichthouder (iemand van de reclassering) in de meeste gevallen de coördinatie op het traject. Afstemming met de trajecthouder van de opvang, GGD of ACT is noodzakelijk om het doel van de hulpverlening en ieders rol daarin helder te hebben.

2.3 Afgifte en duur beschikking

Bij de afgifte en duur van de beschikking wordt onderscheid gemaakt tussen cliënten uit de OGGZ-doelgroep en economisch daklozen.

2.3.1 OGGZ doelgroep De BCT geeft, namens de gemeente Haarlem, een beschikking af aan de cliënten voor verschillende locaties van de maatschappelijke opvang. De duur van de beschikking is 5 dagen of een half jaar, met een mogelijkheid van verlenging van drie maanden.

De BCT hanteert een onderzoeksperiode van veertien dagen voor de cliënten in de 24-uursopvang (OGGZ doelgroep in Wilhelmina en Velserpoort. In deze onderzoeksperiode wordt bekeken of iemand ook daadwerkelijk slaapt in de opvang. Voor de gezinsopvang in en Velserpoort, de Frans Halspanden, Kennemerhof en Spaarnezicht geldt deze onderzoeksperiode niet.

Na zes maanden is een verlenging van drie maanden van de beschikking mogelijk. De trajecthouder meldt de reden van verlenging aan de BCT. De BCT geeft vervolgens een verlengingsbeschikking af voor drie maanden. Als de verlenging noodzakelijk is vanwege gebrek aan doorstroommogelijkheden, geeft de trajecthouder dit signaal af aan de veldregisseur. Als na de verlenging van drie maanden langer opvang nodig is, wordt dezelfde procedure gevolgd.

Bij twijfelgevallen of bij knelpunten bij verlenging kan de trajecthouder, bij voorkeur samen met de cliënt, een driegesprek met de BCT aanvragen.

Het is de taak van de trajecthouder en de cliënt om in de gaten te houden wanneer de beschikking afloopt en tijdig de BCT over verlenging te informeren. De veldregisseur ontvangt elke maand een overzicht van de GGD met aflopende beschikkingen ter monitoring.

Aan passanten van wie al meteen vaststaat dat zij de duur van vijf dagen opvang niet overschrijden, geeft de BCT een beschikking van vijf dagen af.

Als de opvang eindigt voordat de indicatie is verlopen als gevolg van uitstroom of doorstroom , Communiceert de trajecthouder dit met de BCT. De BCT maakt een einde beschikking.

11

2.3.2 Economisch daklozen Voor economisch daklozen (alleenstaanden en gezinnen) in Haarlem geldt dezelfde procedure als voor de OGGZ-doelgroep. Het enige verschil is dat er niet standaard een beschikking wordt afgegeven voor 6 maanden maar dat de termijn van de beschikking kan variëren. De afgifte van de duur van de beschikking is maatwerk. De gedachte hierachter is dat economisch daklozen sneller kunnen uitstromen omdat zij op minder levensgebieden problemen hebben dan de OGGZ-doelgroep.

2.4 Voorwaarden voor de opvang

Aan het gebruik van de voorziening maatschappelijke opvang zijn voor de cliënt de volgende voorwaarden verbonden:

De cliënt betaalt een eigen bijdrage De cliënt betaalt een eigen bijdrage voor het verblijf in de maatschappelijke opvang. Als hij geen inkomen heeft en (nog) niet in staat is de eigen bijdrage te betalen, dan spreekt de BCT een betalingsregeling af. Heeft de cliënt een inkomen maar betaalt de eigen bijdrage niet, dan wordt de toegang tot de opvang beëindigd.

Huisregels De cliënt moet zich houden aan de huisregels die gelden op de opvanglocatie en die bij aanvang en tijdens het verblijf kenbaar gemaakt worden door de exploitant / beheerder aldaar.

De cliënt werkt optimaal mee aan het zo snel mogelijk weer op eigen kracht kunnen deelnemen aan de samenleving De cliënt dient zelf alles in het werk te stellen om zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor zijn opvang- en woonproblematiek. In het geval de cliënt daarbij hulp krijgt vanuit of in opdracht van de opvangfaciliteit of de Brede Centrale Toegang, verleent hij daaraan zijn volledige medewerking.

De cliënt werkt mee aan een eventuele wijziging van opvanglocatie Het kan zijn dat de cliënt tijdens het verblijf in de opvanglocatie moet verhuizen naar een ander opvangadres of dat hij, gezien zijn situatie, wordt verwezen naar een andere opvangmogelijkheid. Hierbij wordt volledige medewerking verwacht.

2.4.1 Eigen bijdrage Voor de maatschappelijke opvang is een eigen bijdrage verschuldigd (met uitzondering van de opvang van jongeren en uitgeprocedeerde asielzoekers). De eigen bijdrage voor verblijf in de maatschappelijke opvang van HVO-Querido en de ziekenboeg bedraagt € 5,75 per nacht. De eigen bijdrage van de Pitstop ( uitzonderlijke opvang locatie) bedraagt € 12,50. De BCT int de eigen bijdrage. De eigen bijdrage voor verblijf in de maatschappelijke opvang van RIBW-KAM Kennemerhof en de FransHalspanden (midstay voorzieningen) bedraagt € 12,50 per nacht. De gezinsopvang in de Haarlemmermeer bedraagt €16,50 per nacht. Het RIBW int de eigen bijdrage.

Voor de opvanglocaties Wilhelminastraat, Velserpoort en de ziekenboeg gelden de volgende afspraken: • Indien de cliënt een weekmelding heeft reserveert hij een bed voor de gehele week en heeft hij een betalingsverplichting voor de gehele week. • Indien de cliënt op de reservelijst staat betaalt hij alleen de daadwerkelijk geslapen nachten.

12

• Indien de cliënt nog geen inkomen heeft kan hij een betalingsafspraak maken bij de BCT. De cliënt dient mee te werken aan het realiseren van inkomen bijv. door het aanvragen van een bijstandsuitkering volgens de participatiewet. • Zodra de cliënt inkomen heeft ontvangen betaalt hij de eigen bijdrage en loopt hij volgens afspraak de betalingsachterstand in. • Als de cliënt inkomen heeft, en toch de eigen bijdrage niet voldoet is de BCT helaas genoodzaakt de cliënt de toegang tot de maatschappelijke opvang te ontzeggen. Hij krijgt hierover eerst een mondelinge en schriftelijke waarschuwing. Cliënt krijgt weer toegang tot de maatschappelijke opvang als voor de opgelopen schuld een betalingsregeling is afgesproken en hij de eigen bijdrage betaalt. • Overige bepalingen die van toepassing zijn op de bepaling van de eigen bijdrage voor de maatwerkvoorziening maatschappelijke opvang, zijn vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Algemene en maatwerkvoorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Haarlem 2020.

13

3. Opvangvoorzieningen, plaatsing en wachtlijst

3.1 Aanbod opvangvoorzieningen in de regio

Op basis van de intake wordt de meest passende plek voor de cliënt gezocht. In de regio zijn verschillende opvangmogelijkheden voor alleenstaande daklozen, dakloze gezinnen en voor uitgeprocedeerde asielzoekers.

Plaats Opvangvoorzieningen Aantal plekken Doelgroep

Haarlem 24-uursopvang Wilhelmina 30 Alleenstaande daklozen Haarlem Velserpoort 1 21 units Economisch dakloze gezinnen Haarlem Velserpoort 2 47 Alleenstaande daklozen en uitgeprocedeerde asielzoekers/ ongedocumenteerden Haarlem Frans Halspanden 14 Alleenstaande daklozen die getraind worden in woonvaardigheden * Haarlem Ziekenboeg 3 Alleenstaande daklozen die zorgbehoeftig zijn ** Haarlem Spaarnezicht 22 Zwerfjongeren Haarlem Time-out bed 3 Geschorsten (zie H. 5.3.1.) Haarlem Pitstop Max. 2 Cliënten waarvoor de MO geen passende plek is *** Beverwijk Kennemerhof 11 Alleenstaande daklozen **** Hoofddorp Opvang Hoofddorp 29 units Dakloze gezinnen

* zie bijlage 5 voor de criteria voor de Frans Halspanden ** Zie bijlage 6 voor de criteria ziekenboeg *** zie bijlage 7 voor de criteria voor plaatsing in de Pitstop **** zie bijlage 8 voor de criteria voor Kennemerhof

3.1.1 Tijdelijke uitbreiding opvangcapaciteit (Winterfase I) 2020-2021 Van 11 november 2020 tot 15 maart 2021 is een tijdelijke 24-uurslocatie voor maatschappelijke opvang ingericht op het passagiersschip Aurora. Het schip is aangemeerd aan het , tussen de Waarderbrug en de Zaanenstraat. Er zijn 35 extra plekken beschikbaar voor reguliere maatschappelijke opvang en winternoodopvang fase 1.

Voor deze opvang gelden dezelfde regels als voor de “gewone” opvang: dezelfde toegangscriteria gelden, cliënten melden zich in de ochtend bij de BCT voor een bed voor de komende nacht en betalen een eigen bijdrage. De BCT bepaalt op welke locatie mensen het best opgevangen kunnen worden. Van mensen die op het schip verblijven wordt verwacht dat zij voldoende zelfredzaam zijn om zelfstandig te kunnen functioneren op het schip en zich kunnen houden aan de op het schip geldende huisregels.

14

Reservelijst Indien er tijdens de winterfase I toch een reservelijst ontstaat zijn er twee opties: I. De gevoelstemperatuur is beneden de 0 C. In dit geval neemt de BCT direct contact op met de gemeente. II. De gevoelstemperatuur is boven de 0 C. In dit geval gelden de reguliere afspraken (zie ook paragraaf 3.3. voor de afspraken reserevelijst).

Daarvoor gebruikt de BCT de volgende berekening: De BCT hanteert hierbij de aangekondigde temperaturen via www.buienradar.nl en past hierop toe de windchill factor volgens http://projects.knmi.nl/tools/omrekenen/.

3.1.2 Maatregelen bij temperatuur van min 10 en lager (Winterfase II) Bij een gevoelstemperatuur van min 10 of lager gaat de Regeling opvang daklozen fase II van kracht. Deze regeling voorziet in 15 extra bedden op het passagiersschip Aurora. De BCT kondigt fase II aan en af. Hiervoor wordt dezelfde berekening gebruikt als beschreven bij fase I.

De opvang is bedoeld voor: • Categorie I : Buitenslapers met psychische stoornis of ernstig verslaafd, die zich als gevolg daarvan blootstellen aan de gevolgen van extreme kou (in de zin van de WVGGZ: het gevaar dat de betrokkene zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen). De buitenslaper heeft onvoldoende beschermende maatregelen (thermische of extra slaapzak, dekens, koude werende ondergrond, tent etc.) genomen. • Categorie II : Buitenslapers (wilsbekwaam) en waarbij geen sprake is van een psychische stoornis en/of ernstige verslaving. Deze categorie wil buiten blijven maar heeft onvoldoende beschermende maatregelen genomen.

Voor de uitvoering van de regeling stelt de VRK/GGD (ambulancedienst) een busje beschikbaar om buitenslapers pers die na 18.00 uur nog niet binnen zijn om die te bezoeken. Bij deze ritten zal een medewerker van ACT-team van GGZinGeest aanwezig zijn.

Categorie I: GGD/ACT-medewerker legt contact met buitenslaper en beoordeelt of GGZ-crisisdienst ingeschakeld moet worden om te zien of de buitenslaper wilsonbekwaam is. Dit kan resulteren in: • 1. GGZ-crisisdienst hoeft niet te komen voor een beoordeling; GGD oefent drang uit om buitenslaper alsnog gebruik te laten maken van de 15 extra plaatsen (voor winterfase II) op de het passagiersschip Aurora; • 2. GGZ-crisisdienst laten komen voor beoordeling. Als de buitenslaper wilsonbekwaam is en de GGZ meent dat zij deze buitenslaper mee moeten nemen naar de GGZ-voorziening om te overnachten, dan wordt de procedure voor de crisismaatregel (CM) gestart. De GGZ neemt contact op met de burgemeester van de gemeente Haarlem. Voor het vervoer van de daklozen met een CM kan gebruik worden van het vervoer van GGZ-InGeest.

Ad. 1. Indien de buitenslaper wilsbekwaam is, zal de ambulancedienst van de GGD de buitenslaper in een busje van de GGD naar het passagiersschip Aurora brengen.

Ad. 2. De GGZingeest neemt de wilsonbekwame dakloze, na de CM van de gemeente (burgemeester ondertekent) ontvangen te hebben mee naar de hiervoor beschikbare crisisbedden. Categorie II: GGD bekijkt of er voldoende beschermende maatregelen zijn genomen door die groep buitenslapers die niet wilsonbekwaam zijn en die ondanks motiverende maatregelen buiten willen blijven. Dit

15 kan resulteren in, dat er aanvullende maatregelen getroffen moeten worden in de vorm van extra dekens/slaapzakken. Hierbij zal het Leger des Heils ingeschakeld worden.

Geschorsten Geschorsten daklozen kunnen tijdens winteropvang fase II wel gebruikmaken van de extra beddenregeling of van de vier time-out bedden die beschikbaar zijn bij: PerMens, HVO-Querido, RIBW (Transvaal) of bij het Leger des Heils (gebouw Huis en Haard).

3.2 Plaatsing

De BCT beoordeelt waar de cliënt, gegeven zijn perspectief, het beste opgevangen kan worden. Het kan zijn dat doordat er niet meteen plek is, een cliënt eerst in een andere voorziening wordt opgevangen.

Als de cliënt is geplaatst, krijgt de opvanglocatie in Cliëntennet een melding. Bij opening van de melding kan de opvanglocatie het trajectplan inzien waarin de BCT informatie over de cliënt heeft vastgelegd bij de intakeprocedure.

Nadat de cliënt zich heeft gemeld bij de BCT en een beschikking heeft gekregen, houdt de BCT twee weken bij of de cliënt ook daadwerkelijk slaapt in de opvang. Als dat tien van de veertien nachten het geval is, wordt de cliënt gekoppeld aan een trajecthouder van de opvanglocatie. Als binnen de twee weken iemand af en toe slaapt wordt hij gekoppeld aan een trajecthouder van de GGD.

Cliënt wordt Plaatsing bij BCT stelt geplaatst in aanbod beschikking op en plaatst cliëntennet Loket BCT/GGD in voorziening (of wachtlijst)

Trajecthouder Maken maakt samen trajectplan met cliënt individueel Trajecthouder trajectplan o.b.v. ZRM

Uitvoeren Uitvoeren en Evalueren trajectplan rapporteren uitvoering voortgang trajectplan + Trajecthouder/ door regelen Voorziening trajecthouder nazorg

3.3 Reservelijst en wachtlijst

Als er geen plek beschikbaar is in de opvang, komt de cliënt op de wachtlijst. De wachtlijst wordt door de BCT beheerd en geeft een overzicht van de cliënten die gebruik willen maken van een bepaalde voorziening, maar 16 waarvoor geen plek beschikbaar is. De BCT kan desgevraagd aan cliënt of trajecthouder informatie geven over de plek op de wachtlijst hij staat. De cliënt kan hier geen rechten aan ontlenen. Cliënten op de wachtlijst kunnen als dat noodzakelijk is, tijdelijk worden ondergebracht in alternatieve opvangmogelijkheden zoals hotels.

Voor de opvang in de Wilhelminastraat en Velserpoort wordt dagelijks een reservelijst in plaats van een wachtlijst bijgehouden. De cliënt moet zich hiervoor dagelijks melden. Cliënten die in de ochtend bij de BCT geen bed hebben kunnen reserveren omdat de opvang vol is, komen op de reservelijst. Als 's avonds blijkt dat toch bedden beschikbaar zijn (omdat cliënten elders een slaapplaats hebben gevonden), komen deze bedden beschikbaar voor cliënten op de reservelijst. Cliënten op de reservelijst kunnen zich voor een reservebed om 22.00 melden bij de Wilhelmina.

3.4 Prioritering reservelijst

De reservelijst wordt opgesteld op basis van volgorde van intakedatum bij de BCT. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt indien er sprake is van ernstige kwetsbaarheid. Het vaststellen van ernstige kwetsbaarheid is maatwerk en wordt gezamenlijk bepaald door HVO-Querido-, BCT en de Veldregisseur. Als is vastgesteld dat er sprake is van ernstige kwetsbaarheid, wordt de cliënt bovenaan de reservelijst geplaatst en komt hij/zij als eerste in aanmerking voor een reservebed. Ook cliënten die bovenaan de reservelijst worden geplaatst moet zich om 22.00 uur melden bij de Wilhelmina.

3.5 Prioritering wachtlijst

Om de wachtlijst op te stellen is een procedure met prioriteringsregels vastgesteld. Wanneer een cliënt met prioriteit op de wachtlijst wordt geplaatst, kan hij eerder in de voorziening worden geplaatst dan langer wachtenden. Dit wordt besproken en besloten in het Operationeel Overleg Zorg. De cliënt kan prioriteit krijgen als hij aan een of meerdere van de volgende criteria voldoet: • Somatische gronden (ziekenboeg plaatsing) • Terug uit kliniek • Hardheidsclausule m.b.t. kwetsbaarheid. Het toepassen van de hardheidsclausule is maatwerk. Het is aan de professional om de inschatting ten aanzien van kwetsbaarheid te maken. Dit betreft uitzonderingen die niet in regels zijn te vatten.

3.6 Melden door cliënt

Voor de opvang in de Wilhelminastraat en Velserpoort moeten cliënten zich wekelijks melden bij de BCT voor een bed. Cliënten die zich melden en gebruik maken van het toegekende bed, krijgen garantie op een bed voor de volgende dag. Hiervoor moeten zij zich wel melden bij de BCT. Tijdens de eerste veertien dagen in de maatschappelijke opvang moet iedere cliënt zich dagelijks melden. Cliënten op de reservelijst moeten zich ook dagelijks melden.

17

3.7 Wachtlijst en prioritering wachtlijst Spaarnezicht

Pension Spaarnezicht vervult een regionale functie als opvang- en woonlocatie voor dak- of thuisloze jongeren tussen de 18 en 23 jaar. Pension Spaarnezicht heeft 22 kamers. Jongeren kunnen in Spaarnezicht geplaatst worden op basis van een beschikking. Deze wordt afgegeven door de Brede Centrale Toegang.

Vanwege het beperkte aantal plekken in Spaarnezicht is er structureel sprake van een wachtlijst. De wachtlijst wordt beheerd door de Brede Centrale Toegang. Jongeren die op de wachtlijst voor Spaarnezicht staan moeten in het eigen netwerk overbruggen. Als de draagkracht in het eigen netwerk ontbreekt en er sprake is van directe nood kan een jongeren gedurende de wachtperiode in een (budget)hotel worden geplaatst. Dit wordt vanuit de Brede Centrale Toegang georganiseerd.

Er zijn verschillende hotels waar de gemeente gebruik van kan maken. In bijna alle hotels wordt een redelijke mate van zelfstandigheid verwacht. Jongeren dienen bijvoorbeeld de kamer netjes te houden, de aanwijzingen van het hotelpersoneel op te volgen en geen andere personen in de hotelkamer uit te nodigen. Bij hotelplaatsingen is altijd een begeleider betrokken die het hulpverleningstraject met de jongere opstart. Voor Haarlemmermeer zijn hierover separaat afspraken gemaakt (zie bijlage 21).

Mochten er twijfels zijn aan de mate van zelfstandigheid bij een jongere, of als er sprake is van zwaardere vormen van psychische problematiek, kan een jongere in zorghotel Pitstop geplaatst worden. Hier is meer toezicht en is het personeel bekend met de OGGZ-doelgroep.

In schrijnende situaties kan het voorkomen dat er een verzoek komt vanuit de begeleidende partij of een jongere met voorrang op de wachtlijst voor Spaarnezicht kan worden geplaatst. Om willekeur te voorkomen, maar wel een vorm van maatwerk te kunnen bieden is een afwegingskader opgesteld (Zie bijlage 20).

18

4. Trajecthouderschap en trajectplan

Nadat de BCT een beschikking heeft afgegeven en de cliënt is geplaatst wordt een traject opgestart. Uitgangspunt binnen de keten is dat mensen de gepaste zorg krijgen. Door middel van een trajectplan worden doelen en stappen vastgelegd die tot de plek waar iemand gezien zijn perspectief het best past. Het trajectplan is cliëntgebonden en niet organisatie gebonden. Het trajectplan staat in cliëntennet en wordt op die wijze gedeeld met ketenpartners.

4.1 Trajecthouder

Iedere cliënt in de maatschappelijke opvang krijgt, na de onderzoeksperiode van veertien dagen door de BCT, een trajecthouder m.u.v.: • Economisch daklozen: zij krijgen begeleiding via het Sociaal Wijkteam en/of CJG. Aanvullend op deze begeleiding is er sinds 1 juni 2019 een pilot gestart. Via deze pilot kunnen economisch daklozen een trajecthouder krijgen. Het is aan de professional om de inschatting te maken wie er voor deze pilot in aanmerking komen. • Uitgeprocedeerde asielzoekers: zij krijgen begeleiding van Stem in de Stad en/of Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). De trajecthouder stelt samen met de cliënt het trajectplan op. De trajecthouder is afkomstig van de organisatie waar de cliënt verblijft, in concreto HVO-Querido of RIBW en voor jeugd Kenter/Jeugdcirkel.

Wanneer cliënt buiten slaapt/geen verblijfplaats heeft, is Vangnet en Advies van de GGD trajecthouder, tenzij een andere ketenpartner (bijvoorbeeld ACT of Forensische Poli Fivoor) begeleiding/behandeling geeft op alle levensgebieden. Als een ketenpartner in het kader van het trajectplan behandeling biedt (bijvoorbeeld verslavingszorg door Brijder) dan wordt het trajecthouderschap niet overgedragen maar blijft dat bij de trajecthouder.

De taken van de trajecthouder zijn als volgt: • Samen met de cliënt doelen, acties en plannen vastleggen in het trajectplan op alle leefgebieden die leiden tot de plek waar iemand gegeven zijn perspectief het beste past. • Toe leiden naar passende zorg en huisvesting. • Fungeren als contactpersoon: - Contactpersoon zijn voor de cliënt van plaatsing tot verwijzing naar andere zorg en/of opvangplek. - Contact houden met de cliënt tijdens de wachtlijstperiode (indien aanwezig). - Zorg dragen voor en contact houden met ketenpartners over de uitvoering van dit trajectplan met deeldomeinen. - Contact houden met gemeente van herkomst. • Schrijven, bijhouden en maandelijks voortgang bespreken van trajectplan met cliënt. • Toe leiden naar vervolgplek. • Warme overdracht indien nodig/gewenst. • Administratie (rapportages schrijven, gespreksverslagen opstellen, urenverantwoording etc.).

19

4.2 Trajectplan

Een trajectplan omvat een inventarisatie van problemen en kwaliteiten op alle leefgebieden, inclusief een risicotaxatie op gedrag. De trajecthouder legt samen met de cliënt doelen, acties en plannen vast die moeten leiden tot de plek waar iemand gezien zijn perspectief het beste past. Er wordt actief contact gezocht en samengewerkt met andere behandelaars en de gemeente van herkomst. Dit met als doel af te stemmen over de doelen zoals die zijn verwoord in het trajectplan en wie wat daarin doet. De trajecthouder voert gezamenlijk met de cliënt regie over het plan en de bijbehorende acties.

Het trajectplan start op het moment dat de BCT de beschikking voor zes maanden en veertien dagen maatschappelijke opvang heeft afgegeven.

Het trajectplan loopt af drie maanden na einde van de opvang (wanneer cliënt zelfstandig gaat wonen), zodat op ieder moment in het traject de meest passende zorg geboden kan worden aan cliënten. Indien de cliënt doorstroomt, naar bijvoorbeeld Beschermd Wonen, dan wordt het trajectplan overgedragen. Maandelijks vindt met de cliënt een evaluatie van het trajectplan plaats. Op initiatief van de trajecthouder kan ook een breed overleg met alle betrokken ketenpartners ingepland worden. Het trajectplan eindigt niet als de zorgleveringsovereenkomst wordt beëindigd door een partij (ofwel door de cliënt zelf ofwel door een zorgorganisatie), omdat dit problemen oplevert bij zorgmijders.

4.2.1 Beëindiging maatschappelijke opvang bij weigeren/niet meewerken aan traject De trajecthouders in de maatschappelijke opvang doen binnen de termijn van de beschikking (6 maanden) en binnen de mogelijke verlengde beschikking (3 maanden) hun uiterste best samen met de cliënt een trajectplan op te stellen en uit te voeren. Als cliënten pertinent niet meewerken aan het trajectplan dat is gericht op uitstroom of als cliënten wel opvang willen maar een trajectplan weigeren, wordt de maatschappelijke opvang beëindigd. Het weigeren van een passende vervolgplek (bijv. een woning) is reden om de opvang te beëindigen. Het voornemen om een traject en de maatschappelijke opvang te beëindigen wordt in overleg met de ketenpartners genomen. Daartoe brengt de trajecthouder de voorgenomen beëindiging in bij het OOZ. Het Protocol eenzijdige zorgbeëindiging (zie paragraaf 5.3.3.) is van toepassing bij beëindiging van opvang bij het niet meewerken aan het traject.

Het Vangnet en Adviesteam van de GGD kan begeleiding/bemoeizorg bieden aan deze cliënten als ze buitenslaper worden. Indien de cliënt gemotiveerd is mee te werken aan een traject dan kan de BCT opnieuw een beschikking voor maatschappelijke opvang afgeven. Het is aan de professionals om te bepalen of er nu wel sprake is van motivatie en wat ‘voldoende motivatie’ inhoudt (zie ook bijlage 15).

4.3 Cliëntcategorieën

In de maatschappelijke opvang wordt gewerkt met categorieën van cliënten. Deze categorieën worden gebruikt om de verdeling van trajecthouderschap onder organisaties te kunnen maken.

20

Voorziening Doelgroep Trajecthouderschap belegd bij

Wilhelminastraat OGGZ-daklozen Altijd/meestal verblijf HVO- Querido Af en toe verblijf 14 dagen BCT als contactpersoon, daarna MO-team GGD Passant Andere regio

Velserpoort 1 Economisch dakloze gezinnen Begeleiding door HVO-Querido of door pandbegeleiding, Sociaal Wijkteam en/of CJG coach. Velserpoort 2 OGGZ-daklozen (individueel) HVO-Querido

Uitgeprocedeerde asielzoekers/ Geen ongedocumenteerden

Economisch daklozen (individueel) Sociaal Wijkteam

Spaarnezicht Dakloze OGGZ-jongeren tot 23 jaar Kenter Jeugdzorg + Jeugdcirkel

Ziekenboeg zieke OGGZ-daklozen die niet in de Trajecthouder van instelling waar cliënt opvang kunnen verblijven voorheen verbleef

Frans Halspanden OGGZ-daklozen RIBW K/AM

Hoofddorp OGGZ dakloze gezinnen RIBW K/AM

Kennemerhof Beverwijk OGGZ-daklozen RIBW K/AM

4.4 Samenwerking met de gemeente van herkomst binnen de regio

Haarlem is centrumgemeente voor de regio Zuid Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer voor de opvang van daklozen met OGGZ-problematiek. De regiogemeenten hebben een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het voorkomen van dakloosheid en de opvang van economisch daklozen. Ook tijdens de maatschappelijke opvang blijft de gemeente van herkomst verantwoordelijk voor haar “eigen” burgers. Dat betekent in concreto dat de regiogemeente vanaf het eerste moment van opvang actief betrokken is en wordt bij het gehele proces van opvang en maatschappelijk herstel (waaronder huisvesting). Dit is vastgelegd in het Protocol Maatschappelijke Opvang. Hierin staan ook andere samenwerkingsafspraken tussen gemeenten (Het Protocol is opgenomen in bijlage 9).

Elke gemeente heeft een vast aanspreekpunt - de zogenaamde contactambtenaar (zie bijlage 10) - die samen met de cliënt verantwoordelijk is voor het regelen van passende huisvesting en de noodzakelijke 21 vervolgoplossingen tijdens het verblijf en bij terugkomst in de “eigen” gemeente. Dit is nodig om de doorgaande zorglijn te borgen. De contactambtenaar werkt nauw samen met de Brede Centrale Toegang, de trajecthouder van de opvangvoorziening en de gemeente van verblijf. Ten aanzien van die samenwerking zijn onderstaande afspraken gemaakt.

4.4.1 Zwerfjongeren In geval van zwerfjongeren is – naast de contactambtenaar – de (CJG) regisseur van de “eigen” gemeente samen met de cliënt verantwoordelijk voor het organiseren van de noodzakelijke zorg- en (specialistische) hulpverlening tijdens en na de periode van opvang. De CJG-regisseur en de begeleider van Spaarnezicht maken afspraken over wat nodig is, wie wat doet en werken daarbij nauw samen.

4.4.2 Afspraken bij aanmelding Als een dakloze met meervoudige (OGGZ)-problematiek zich meldt bij de gemeentelijke balie en de gemeente verwijst hem door naar de BCT, dan neemt de gemeente altijd contact op (telefonisch of per mail) met de BCT (vooraanmelding). Als een dakloze cliënt zich rechtstreeks meldt bij de BCT, neemt de BCT altijd contact op (telefonisch of per mail) met de gemeente van herkomst om die te informeren dat de cliënt een aanvraag voor maatschappelijke opvang doet. Twijfelt de BCT over plaatsing van de cliënt in de maatschappelijke opvang, dan overlegt de BCT met de gemeente van herkomst. Schiphol Social Work (SSW) kan dak en thuislozen uit de regiogemeenten direct aanmelden bij de BCT.

4.4.3 Afspraken bij plaatsing De BCT stuurt binnen een week na plaatsing van de cliënt in de maatschappelijke opvang een kopie van de beschikking naar de gemeente van herkomst. Hierin staat vermeld waar de cliënt is geplaatst. De gemeente Haarlem stuurt maandelijks een overzicht naar de regiogemeenten met daarop de cliënten uit de betreffende regiogemeente die in de maatschappelijke opvang zijn opgenomen. Als de cliënt gedurende zijn traject naar een andere opvanglocatie verhuist, stelt de trajecthouder de gemeente van herkomst hiervan per mail op de hoogte. Eindigt de opvang tussentijds (voordat de indicatie verloopt) dan ontvangt de gemeente van herkomst een kopie van de einde beschikking.

4.4.4 Afspraken over het contact tussen gemeente van herkomst en de trajecthouder Per opvanglocatie van de maatschappelijke opvang is een contactpersoon benoemd (zie bijlage 12). De contactpersoon is het eerste aanspreekpunt voor de gemeente van herkomst.

Zowel de contactpersoon van de opvanglocatie als de contactambtenaar van de gemeente van herkomst zijn verantwoordelijk voor het leggen van het eerste contact. Uitgangspunt is dat na de derde week na het versturen van de beschikking het contact tot stand komt. Dit kan per mail of telefonisch.

Van de trajecthouder wordt verwacht dat zij gemeente van herkomst informeren over de stand van zaken in het traject, en dat zij aangeven wat de gemeente kan doen bij terugkeer. Bij voorkeur vindt aan het begin van het traject een driegesprek plaats tussen cliënt, trajecthouder en gemeente van herkomst.

Van de gemeente van herkomst wordt verwacht dat zij meedenken en actie ondernemen in de vervolgstappen die nodig zijn als de cliënt uitstroomt: met name huisvesting, financiën en (beschikking) begeleiding/nazorg. De benodigde (zorg)inhoudelijke informatie wordt uitgewisseld in het contact tussen trajecthouder en gemeente van herkomst.

22

Als er knelpunten zijn, er sprake is van stagnatie of cliënten dreigen tussen wal en schip te vallen, kunnen regiogemeenten en/of trajecthouder contact opnemen met de veldregisseur (zie ook hieronder).

4.4.5 Gezinsopvang De gezinsopvang MO Haarlemmermeer geeft zelf begeleiding bij gezinnen. Wanneer bij binnenkomst al hulpverlening betrokken is bij het gezin, wordt bekeken of zij betrokken kunnen blijven. Als er meer hulp nodig is voor een gezin van het CJG of specialistische hulp, neemt MO Haarlemmermeer contact op met de gemeente van herkomst. Per gemeente is de toegang anders geregeld. In bijlage 10 is een overzicht opgenomen met contactgegevens per gemeente.

4.5 Veldregie en escalatiemogelijkheden

Als een trajecthouder vastloopt met een casus, neemt zij/hij contact op met de betreffende ketenpartner en samen proberen ze - eventueel met andere ketenpartners - een oplossing te bereiken. Als de trajecthouder vastloopt met een casus en hij komt er niet uit met de betrokken ketenpartner(s), neemt hij contact op met de veldregisseur. Samen proberen ze - eventueel met andere ketenpartners - een oplossing te bereiken.

Veldregie heeft tot doel knelpunten rond casussen op te lossen die op het trajectniveau niet tot een oplossing gebracht konden worden en om structurele knelpunten in de uitvoering te signaleren en waar mogelijk op te lossen. De veldregisseur kan ook zelf het initiatief nemen een vastgelopen casus te agenderen in het Operationeel Overleg Zorg of een zorgconferentie te organiseren (zie 4.5.1.)

Als de veldregisseur vastloopt met een casus, dan bespreekt hij de casus met de relevante (aangewezen) leidinggevenden van betrokken ketenpartners in het verlengd Beleidsoverleg OGGZ-keten. Het Beleidsoverleg wordt hiervoor (zo nodig) met een half uur verlengd zodat de veldregisseur met betrokken leidinggevenden kan overleggen. De trajecthouder houdt tijdens alle escalatiestadia de regie over de casus. Met andere woorden: de casus wordt niet door veldregisseur overgenomen.

Contactgegevens veldregisseur: Sylvia Roskam (werkdagen maandag t/m donderdag) Email: [email protected] Telefoon: 06-27629560 Wilhelminastraat 10 2011 VM Haarlem Postbus 5514 2000 GM Haarlem

4.5.1 Zorgconferentie

Criteria voor aanmelding: Het betreft een stagnerende casus op het gebied van Zorg of een combinatie van Zorg en Veiligheid. Betrokkene heeft geen forensisch kader. Wanneer de betreffende persoon een forensisch kader heeft, kan de casus aangemeld worden bij het Zorg- en Veiligheidshuis. Hier kan besloten worden om een ICO te organiseren (zie paragraaf 4.5.2.). 23

Er moeten twee of meer instanties bij de casus betrokken zijn of betrokken worden. Het is aantoonbaar dat de trajecthouder diverse pogingen heeft ondernomen om het knelpunt/de knelpunten op te lossen.

Voorbeelden waarom de casus kan worden aangemeld voor een zorgconferentie: • Cliënt werkt niet mee met traject, hulpverleners kunnen geen contact krijgen en er is sprake van overlast en/of teloorgang. • Hulpverlening aan cliënt sluit niet aan op de problematiek van cliënt. Er zijn diverse pogingen ondernomen om andere vormen van hulpverlening aan te bieden, b.v.: consultatie bij een andere instelling, adviesvraag in het Operationeel Overleg Zorg. • Huisvesting van cliënt is niet geschikt voor problematiek/gedrag van cliënt. Er is gezocht naar verschillende mogelijkheden, b.v. ruil met andere cliënt, andere woonvorm, maar geen oplossing gevonden. • De hulpverlenende instantie wil een verzoek tot eenzijdige zorgbeëindiging indienen en is op zoek naar een voor de cliënt passend vervolg.

Benodigde informatie bij aanmelding: Bij aanmelding moet duidelijk zijn om welke cliënt het gaat en wat het doel is van de bespreking. Benodigde informatie is: • Naam cliënt • Geboortedatum cliënt • Begeleidende instelling/hulpverlening • Woonsituatie cliënt • Aanleiding voor de zorgconferentie: problematiek, reden stagnatie, etc. • Doel zorgconferentie • Mening cliënt/wat wil cliënt • Ondernomen pogingen om problemen op te lossen. Voor de aanmelding moet het formulier Aanmelding Zorgconferentie worden ingevuld en verstuurd naar de veldregisseur (bijlage 13).

Doel: Het doel van de zorgconferentie kan verschillen. Hieronder de mogelijke doelen van een zorgconferentie: • Opstellen van een plan van aanpak met concrete acties. • Met de betrokken partners overeenstemming bereiken over de situatie van de cliënt. Bijvoorbeeld gezamenlijke acceptatie dat cliënt vanwege zijn/haar gedrag geen hulp geboden kan worden. • Eénzijdige zorgbeëindiging door de zorgverlener. Afspraken over welke zorg en opvang de cliënt na de zorgbeëindiging geboden wordt en door wie.

Mogelijke deelnemers: De deelnemers variëren per zorgconferentie. Onderstaande partijen kunnen deelnemer zijn: • Zorgpartijen: GGD, GGZ, (F)ACT, Forensische psychiatrie, Verslavingszorg, Ambulante woonbegeleiding, Thuiszorg, ander. • Opvang: Nachtopvang, Maatschappelijke Opvang, Gezinsopvang, Beschermd wonen. • Veiligheid: Politie, Handhaving, Reclassering, Beveiliging. • Andere betrokken instanties: Gemeente - WMO, Gemeente - Werk & Inkomen, Woningcorporatie, Bewindvoering, , Advocaat, ander • Cliënt of familie van cliënt.

24

Rol deelnemers: Deelnemers bekijken welke kennis en expertise zij kunnen leveren om het traject van cliënt op een hoger plan te krijgen. Deelnemers zullen na de zorgconferentie één of meerdere acties moeten uitvoeren.

Besluitvorming: Op basis van beschikbare informatie en professionele expertise worden besluiten genomen. De veldregisseur neemt het uiteindelijke besluit.

Verslaglegging: Veldregie verzorgt een beknopt verslag met de gemaakte afspraken.

Terugkoppeling en monitoring: De trajecthouder koppelt de uitslag van de zorgconferentie terug aan de cliënt. Deelnemers houden elkaar op de hoogte via de mail. Daarbij blijft het maatwerk. Kort na de zorgconferentie is het vaak belangrijk dat alle aanwezigen op de hoogte zijn van ondernomen acties. Soms is het echter niet nodig om iedereen van alles op de hoogte te houden en volstaat een mail aan de direct betrokkenen omtrent een specifieke actie.

Verantwoordelijkheid trajecthouder: • De trajecthouder blijft regievoerder en behoudt verantwoordelijkheid voor de zorg • Inzamelen benodigde informatie • Casus goed inbrengen, met duidelijke knelpunten waar oplossingen voor nodig zijn • Terugkoppelen afspraken aan de cliënt.

4.5.2 Individueel Casusoverleg (ICO) Wanneer de problematiek binnen een casus te complex is om binnen één keten aan te pakken kan men een ICO aanvragen bij het Veiligheidshuis. Veiligheidshuizen zijn netwerksamenwerkingsverbanden, die partners uit de strafrechtketen, de zorgketen, gemeentelijke partners en bestuur verbinden in de aanpak van complexe problematiek. In een ICO worden alle direct betrokken professionals uitgenodigd om tot een gezamenlijk plan van aanpak te komen, waarbinnen de interventiemogelijkheden van de verschillende instanties op elkaar worden afgestemd. Er wordt gekeken wat daarin mogelijk is of juist onmogelijk. Daarbij wordt specifiek gekeken naar wat er de afgelopen jaren al is ingezet, wat de effecten daarvan zijn geweest en of er patronen te zien zijn.

Om in aanmerking te komen voor bespreking in het Veiligheidshuis, dient een casus aan de 3 hieronder omschreven criteria te voldoen: A. Er is sprake van problemen op 3 of meer leefgebieden die (mogelijk) leiden tot crimineel en/of overlast gevend gedrag of verder afglijden; B. Verbinding tussen meerdere ketens is nodig om tot een effectieve, gezamenlijke aanpak te komen; C. Reguliere interventies hebben in het verleden herhaaldelijk tot onvoldoende resultaat geleid.

Het Veiligheidshuis faciliteert de uitnodiging, locatie, een onafhankelijke voorzitter en de notulen. Deze notulen vormen de basis voor het gezamenlijk plan van aanpak. Het Veiligheidshuis monitort het plan van aanpak totdat de casus weer kan worden afgeschaald. Het Veiligheidshuis neemt geen regie over in de casus: deze blijft bij de inbrenger of een andere betrokken partij.

25

5. Afwezigheid, sancties en schorsing tijdens verblijf

5.1 Afwezigheid

Onder bepaalde voorwaarden/omstandigheden kan een cliënt afwezig zijn, terwijl hij of zij een plek behoudt binnen maatschappelijke opvang. Dit betekent in concreto dat de cliënt garantie heeft op een bed bij terugkeer na afwezigheid. Het bed wordt in de tussentijd niet vrijgehouden maar tijdelijk voor een andere dakloze opengesteld zodat de capaciteit optimaal benut wordt. Onderstaand overzicht geeft weer welke termijnen gelden bij verschillende redenen van afwezigheid. De termijnen gelden voor de maatschappelijke opvanginstellingen van zowel HVO-Querido als RIBW. De trajecthouder zorgt voor monitoring van de termijn. De termijn kan worden verlengd als dit in het belang is van het herstel van een cliënt. Dit is maatwerk. De trajecthouder bespreekt het voornemen tot verlenging van de termijn in het OOZ.

Afspraken termijn garantie op bed bij terugkeer na afwezigheid

Reden afwezigheid Termijn garantie op bed na afwezigheid

Opname kliniek 28 nachten Detentie 28 nachten Verlof 14 nachten Vermist 2 nachten* Schorsing 28 nachten * termijn geldt 2 nachten na constatering van vermissing

Het traject stopt niet bij afwezigheid van de cliënt, maar blijft tijdelijk openstaan. Ook daarover zijn afspraken gemaakt die in onderstaande tabel zijn opgenomen.

Afspraken termijn openhouden traject

Reden Termijn openhouden traject

Opname kliniek 28 dagen Detentie 28 dagen Verlof 14 dagen Vermist 14 dagen* Schorsing 28 dagen * termijn geldt 14 nachten na constatering van vermissing

De termijnen gelden voor de trajecten van de maatschappelijke opvanginstellingen van HVO-Querido en RIBW. De trajecthouder zorgt voor monitoring van de termijn. De termijn kan worden verlengd als dit in het belang is van het herstel van een cliënt. Dit is maatwerk. De trajecthouder bespreekt het voornemen tot verlenging van de termijn in het OOZ.

26

Voor de ambulante trajecten van de GGD en ACT gelden geen termijnen. Dit is maatwerk.

5.2 Sancties

Cliënten die grensoverschrijdend gedrag vertonen, kunnen een sanctie opgelegd krijgen. Hierover zijn ketenbrede afspraken gemaakt. Met deze afspraken is gewaarborgd dat in elke opvanglocatie in de keten op dezelfde wijze wordt gereageerd op grensoverschrijdend gedrag. De afspraken zijn neergelegd in onderstaand tabel. De sancties gelden ook voor de ziekenboeg.

VERBALE AGRESSIE OBJECT VAN FYSIEKE AGRESSIE OVERIGE AGRESSIE INCIDENTEN

Lichte incidenten • Agressieve • Slaan op tafel • Maken van • Lichte overlast stemverheffing • Slaan met deuren dreigende gebaren Sanctie: • Gematigd vloeken waarschuwing, of schorsing van maximaal 1 dag

Matige incidenten • Schreeuwen • Objecten • Dreigend op • Matige overlast • Grof vloeken neergooien iemand afkomen • Discriminatie Sanctie: schorsing • Persoonlijke • Tegen meubilair • Geluidsoverlast van maximaal 3 beledigingen deuren etc slaan, dagen • Lichte dreigementen schoppen of spuwen

Ernstige incidenten • Razen • Objecten breken • Vastgrijpen van • Herhaaldelijke • Zeer grof vloeken • Meubilair, ramen kleding extreme overlast Sanctie: Schorsing • Zware persoonlijke etc. kapot slaan of • Slaan, schoppen, • Herhaaldelijke van maximaal 1 beledigingen schoppen haren uittrekken. discriminatie maand, terugkeer • Ernstige dreigementen • Banden leksteken • Aanvallen waarbij • Handel in drugs op casusniveau • Eenmalige dreiging • Bekladden lichte • Wapenbezit beoordelen met wapens verwondingen • Diefstal ontstaan

Extreme incidenten • Herhaaldelijk en • De boel verbouwen • Aanvallen waarbij • Structurele opzettelijk uiten van • Brandstichting ernstige extreme overlast Sanctie: Schorsing zware beledigingen verwondingen • Herhaaldelijke langer dan 1 maand, • Dreigen met grof worden handel in drugs terugkeer op geweld c.q. wapens toegebracht • Wapenbezit casusniveau • Structurele intimidatie • Diefstal. beoordelen (bespreken in het OOZ)

Het overzicht bevat richtlijnen voor de vorm van incidenten en hoe hiermee om te gaan. De voorbeelden van agressie zijn niet uitputtend, maar kunnen houvast bieden om te zien om wat voor soort incident het gaat.

27

Ketenpartners die geen opvang bieden aan de cliënt, maar wel begeleiding bieden, kunnen in overleg met de beheerder van de opvang een schorsing uitspreken voor hun cliënt.

5.3 Schorsing

Schorsing is een uiterste sanctie. Het kan een middel zijn om de veiligheid van personeel, cliënten en de omgeving te waarborgen of om de cliënt uit de vertrouwde omgeving te halen. Bij schorsingen tot één maand kan de zorgorganisatie zelf een schorsing toekennen. Bij hoge uitzondering (bijvoorbeeld als in de opvangende organisatie bij medewerkers een trauma is ontstaan of dat justitie betrokken is) kan een langere of zelfs definitieve schorsing worden toegekend. Dit kan alleen door gezamenlijk besluit vanuit ketenpartners en een gezamenlijk gedragen oplossing. Een verzoek tot een dergelijke schorsing kan worden neergelegd in het Operationeel Overleg Zorg, alwaar ook het besluit moet vallen. De trajecthouder is te allen tijde de partij die verantwoordelijk voor de begeleiding van de desbetreffende cliënt.

5.3.1 Time-outbed volwassenen Voor cliënten uit de maatschappelijke opvang en beschermd wonen in Midden- en Zuid-Kennemerland die een time-out voor een locatie hebben of geschorst zijn, is een time-outbed beschikbaar. Onder time-out voor een locatie wordt verstaan dat een cliënt tijdelijk de locatie niet mag betreden. Dit geldt voor maximaal een week. Als de ontzegging langer duurt, spreken we van een schorsing.

Omdat het niet wenselijk is dat cliënten met een ontzegging op straat verblijven, kunnen zij terecht op het time-outbed. Het time-outbed is beschikbaar op vier locaties: een bij HVO-Querido, een bij Permens, een bij RIBW en een bij het Leger des Heils. De opvang op een time-outbed is sober (bed, bad en brood) en wordt geboden van 18.00 – 9.00. Het bed is maximaal een maand beschikbaar voor cliënten van HVO-Querido, RIBW en Leger des Heils. De cliënt betaalt de gebruikelijke eigen bijdrage of woonkosten tijdens het verblijf op het time-outbed door.

Het time-outbed is niet beschikbaar: • voor jongeren onder de 23; het is onwenselijk jongeren onder te brengen in locaties met een OGGZ- doelgroep; voor jongeren is een apart time-outbed beschikbaar zie paragraaf 5.3.2. • in geval van crisis; in geval van crisis kunnen cliënten terecht bij HVO-Querido; • indien met enige mate van zekerheid gesteld kan worden dat het gedrag (gevaar voor cliënten en personeel) waarvoor degene is geschorst zich zal herhalen op de locatie met time-outbed.

De trajecthouder van de betreffende cliënt neemt contact op met de veldregisseur om te bespreken of een time-outbed passend is voor de client. Indien dit het geval is, checkt de veldregisseur de beschikbaarheid van het time-outbed en verwijst de trajecthouder naar de aanbieder waar het time-outbed vrij is. De trajecthouder geeft een korte mondelinge en schriftelijke (d.m.v. trajectplan) overdracht aan de opvangende organisatie. Om uiterlijk 22.00 meldt de cliënt zich bij de locatie. De cliënt kan maximaal twee maal geschorst worden: één keer op zijn opvanglocatie en één keer van het time-outbed.

In bijlage 14 is het stappenplan time-outbed met contactgegevens opgenomen.

5.3.2 Time-outbed jongeren Voor jongeren die in Spaarnezicht verblijven en daar een time- out krijgen is een time-outbed beschikbaar bij Vast & Verder in Hoofddorp. Er kan maximaal 1 week gebruik gemaakt worden van het time-outbed.

28

De opvang op het time-outbed is sober (bed, bad en brood) en wordt geboden van 18.00 – 9.00 uur. De trajecthouder van Spaarnezicht blijft begeleider, door Vast & Verder wordt minimale begeleiding geboden. Wanneer Spaarnezicht gebruik wil maken van de time-outplek moet dit vooraf overlegd worden met de ketenregisseur jongeren ([email protected]).

De locatie van het time-outbed voor jongeren is BW Vast & Verder, Baron de Coubertinlaan 54, Hoofddorp.

5.3.3 Eenzijdige zorgbeëindiging Als een zorgaanbieder wil overgaan tot eenzijdige zorgbeëindiging, bijvoorbeeld omdat de cliënt zich stelselmatig misdraagt, treedt het Protocol eenzijdige zorgbeëindiging maatschappelijke opvang in werking. In dit protocol staan de stappen beschreven die een zorgorganisatie moet doorlopen om tot eenzijdige zorgbeëindiging te kunnen overgaan. De beoordeling of het voornemen tot zorgbeëindiging wordt goed- dan wel afgekeurd is een taak van de veldregisseur. Het protocol is opgenomen in bijlage 15.

29

6. Financiën

Bijna alle cliënten in de maatschappelijke opvang hebben schulden. Vaak hebben ze ook geen inkomen. Het op orde brengen van de financiën is een belangrijke, zo niet de belangrijkste, stap om het leven weer op de rit te krijgen.

6.1 Aanvragen uitkering in Haarlem

Cliënten die in de maatschappelijke opvang in Haarlem verblijven, kunnen een uitkering aanvragen als zij geen inkomen hebben uit een andere inkomstenbron. Als cliënten uit de regio afkomstig zijn, wordt de gemeente van herkomst na zes maanden verantwoordelijk voor de materiele kosten van de cliënt. Dit betreft de uitkering maar ook eventuele andere materiele kosten zoals schuldhulp, Wmo voorzieningen en leerlingenvervoer.

6.1.1 Proces aanvragen uitkering Tijdens het gesprek van de BCT krijgt een nieuwe cliënt, indien de cliënt geen inkomen heeft, ingeschreven staat in de BRP en recht heeft op een uitkering, een doorverwijzing naar een medewerker van de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Haarlem. Deze medewerker is werkzaam in het loket van de BCT. De medewerker van de afdeling Werk en Inkomen geeft het aanvraagformulier voor een uitkering en (indien van toepassing) briefadres mee. Bij de aanvraag zit een begeleidende brief waarin staat dat de cliënt de aanvraag de volgende dag moet komen inleveren.

Voor een uitkering zijn de volgende documenten vereist: • geldig ID • bankafschriften van afgelopen drie maanden • inzage in eventueel vermogen Deze informatie moet binnen twee weken worden aangeleverd bij de medewerker van de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Haarlem bij de BCT.

6.1.2 Bypassmogelijkheid voor daklozen Voor daklozen waarbij de kans op arbeidsparticipatie klein geacht wordt is er een zogenaamde bypass mogelijk in het aanvraagproces. Normaal gesproken doorloopt de cliënt het “poortmodel” waarbij de cliënt voorlichting krijgt over zijn rechten en plichten en een individueel participatiegesprek heeft. Daklozen waarbij de kans op arbeidsparticipatie klein geacht wordt, bijvoorbeeld omdat zij een verslaving of psychiatrische problematiek hebben of omdat ze geen inschrijfadres hebben, hoeven het poortmodel niet te doorlopen.

6.2 Aanvragen briefadres in Haarlem

Voor het aanvragen van een uitkering is een adres noodzakelijk. Omdat een dakloze geen woonadres heeft waar hij post kan ontvangen, kan hij een briefadres aanvragen (zie bijlage 23 voor het processchema aanvragen briefadres). Het postadres is Zijvest 39 in Haarlem. In Haarlem zijn de briefadressen ondergebracht bij de BCT, daar kan de dakloze zijn post ophalen.

30

Heeft de dakloze geen uitkering P-wet maar een andere inkomstenbron (bijvoorbeeld uit werk of WIA), dan is het mogelijk een briefadres bij Stem in de Stad aan te vragen.

6.2.1 Proces aanvragen briefadres Nadat een briefadres is aangevraagd, controleert de gemeente gedurende minimaal een week waar iemand verblijft ‘s nachts om zeker te weten dat het om een inwoner van Haarlem gaat. Een dakloze kan in de nachtopvang verblijven of bij drie verschillende slaapadressen in Haarlem. Dit wordt gecheckt door sociale recherche: de dakloze moet dagelijks doorgeven waar hij verblijft.

6.3 Schulddienstverlening in Haarlem

Inwoners van de gemeente Haarlem, Zandvoort, Bloemendaal en Heemstede die 18 jaar en ouder zijn, kunnen zich bij de gemeente Haarlem melden als zij in een problematische schuldsituatie zitten waar zij zonder hulp niet uit (denken te) komen. Voor de doelgroep kwetsbare burgers, waaronder de OGGZ- doelgroep, is een aparte route in werking. Deze wordt hieronder beschreven.

6.3.1 Proces schulddienstverlening kwetsbare doelgroepen Aanmelding Aanmelding kan digitaal via www.haarlem.nl/schulden of persoonlijk bij de balie van sociale zaken aan de Zijlvest 39. Naar aanleiding van de aanmelding wordt opgemaakt of iemand tot de kwetsbare doelgroep behoort, onder andere aan de hand van de volgende kenmerken: • Klant staat ingeschreven op een briefadres: Groenmarkt 22 of Zijlvest 39 • Klant is aangemeld door een specifieke hulpverleningsinstantie • Klant staat onder beschermingsbewind Het is wenselijk dat de hulpverlener, begeleider of de beschermingsbewindvoerder op de aanmelding zijn contactgegevens vermeldt.

Na de aanmelding worden klanten ingedeeld bij twee consulenten schulddienstverleners. In samenwerking met de begeleider of de beschermingsbewindvoerder wordt de aanvraag compleet gemaakt.

Klanten in een crisissituatie waarbij sprake is van dreigende afsluiting van de nutsvoorzieningen en/of huisuitzetting, worden prioritair – binnen drie dagen – geholpen. Aanmelden kan bij de balie sociale zaken aan de Zijlvest 39. Tijdens het crisisgesprek worden klanten met problematische schuldsituatie geadviseerd gelijk een aanvraag schulddienstverlening in te dienen.

Intake Na de aanmelding vindt een integrale (reguliere) intake plaats waarbij de consulent financiële problematiek en oorzaken en psychosociale problematiek in beeld brengt. Daarbij wordt rekening gehouden met het feit dat het gedrag en de medewerking van kwetsbare doelgroepen zich moeilijker laat voorspellen. In veel gevallen zijn klanten niet zelf in staat om de opdrachten voor schulddienstverlening uit te voeren en zijn hiervoor afhankelijk van (verschillende) hulpverleners. Voor kwetsbare doelgroepen moet vaak meer geregeld worden voordat er een stabiele situatie ontstaat. Denk hierbij aan het afbetalen van boetes en het aanvragen van beschermingsbewind.

Mogelijkheden schulddienstverlening Om de financiën weer op orde te krijgen zijn er de volgende mogelijkheden:

31

• Schuldbemiddeling ook wel minnelijke regeling (schulddienstverlening via de gemeente). De gemeente zoekt contact met de schuldeisers en probeert de schuldsituatie op te lossen door te onderhandelen met de schuldeisers (prognosevoorstel aanbieden).

• Budgetbegeleiding: gericht op gedragsverandering rond geldzaken via (advies/afbouw)gesprekken en cursussen. Dit is vaak niet van toepassing bij kwetsbare doelgroepen die onder beschermingsbewind of curatele gesteld zijn.

• Budgetbeheer: Als iemand vanwege een psychische of lichamelijke beperking zijn inkomen (tijdelijk) niet kan beheren, kan budgetbeheer worden ingezet. Dit is ondersteuning door een vrijwilligers- of professionele organisatie bij het beheren van het inkomen. Vaak worden de vaste lasten door de budgetbeheerder betaald. De kosten voor budgetondersteuning betaalt de cliënt zelf, dat is gemiddeld € 80,- per maand. In Haarlem zijn drie typen budgetbeheer: a. Basis: het bedrag dat afgelost moet worden wordt gereserveerd, de rest wordt vrij aan de client doorbetaald. b. Plus: het volledig inkomen wordt beheerd, vaste lasten etc. worden betaald, cliënt ontvangt maandelijks huishoudgeld. c. Totaal: het volledig inkomen wordt beheerd, vaste lasten etc. worden betaald, cliënt ontvangt wekelijks huishoudgeld.

• Beschermingsbewind: een bewindvoerder beheert de inkomsten voor de cliënt en betaalt de vaste lasten waaronder het afbetalen van schulden. De cliënt krijgt (wekelijks) leefgeld. Beschermingsbewind moet worden aangevraagd bij de kantonrechter en wordt toegekend als iemand vanwege een psychische of lichamelijke beperking (tijdelijk) niet zelf zijn financiën kan regelen. De kosten voor beschermingsbewind worden door de gemeente Haarlem vergoed indien het inkomen op bijstandsniveau ligt. Anders worden deze kosten door de cliënt zelf betaald.

• Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP): wanneer de schulddienstverlening niet is gelukt, omdat de schuldeisers niet mee willen werken aan het minnelijktraject, wordt de klant doorgeleid naar de WSNP. Dit is een regeling met schuldeisers om problematische schulden af te lossen. Het traject wordt op voordracht van de gemeente of schuldhulpverlenende instantie toegewezen door de rechter en duurt drie jaar. De kosten voor de bewindvoerder WSNP worden betaald uit de boedel.

• Nazorg: nazorg omvat het geheel van activiteiten dat plaatsvindt na beëindiging van een traject schulddienstverlening en dat gericht is op het voorkomen van recidive.

• Cursus Grip op geld: klanten die in een schudregeling zitten, krijgen verplicht deze cursus aangeboden. Tijdens de cursus wordt aandacht besteed aan de zaken zoals, welke regelingen en toeslagen er zijn, hoe schulden te voorkomen, hoe te bezuinigen, hoe om te gaan met internetbankieren en hoe om te gaan met verleidingen van reclame. Dit is vaak niet van toepassing bij kwetsbare doelgroepen die onder beschermingsbewind of curatele gesteld zijn.

32

Schema werkproces kwetsbare doelgroepen SDV

www.haarlem.nl/schulden Digitale aanmelding: of via de balie S ozawe, Zijlvest 39

Filterdienst: is klant 18 en woont in Haarlem, Zandvoort, Bloemendaal, Haarlemmerliede en en Heemstede Valt de klant onder kwetsbare doelgroepen?

Kwetsbare doelgroepen: Aanvraag compleet maken in samenwerking met de begeleider of een beschermingsbewindvoerder

Integrale intake

Cursus Budgetbeheer:

Grip op Basis, Plus, Schuldbemiddeling (SB) Totaal Budgetbegeleiding Geld Schuldregeling via de gemeente

Niet altijd van Nazorg toepas- WSNP sing bij Niet altijd van toepassing bij de kwetsbare doelgroepen kwetsbare doel groepen

33

7. Crisis

Crisissituaties kunnen zich op verschillende plekken op verschillende manieren voordoen. In het vorige hoofdstuk is beschreven welke sancties in de opvanglocaties gelden voor grensoverschrijdend en overlast gevend gedrag. Voor mensen die verward gedrag vertonen is in de regio het Vroegsignaleringsoverleg (VSO) opgestart. Voor cliënten die een acute psychiatrische crisis hebben, bestaat de crisisdienst. Hieronder worden beide voorzieningen toegelicht.

7.1 Vroegsignaleringsoverleg

Sinds mei 2016 bestaat in de regio het Vroegsignaleringsoverleg OGGZ. Per basisteam van de politie vindt onder het motto ‘klein, snel en samen’ frequente integrale afstemming plaats tussen de partners van verslavingszorg, geestelijke gezondheidszorg, politie en GGD. De regierol van dit afstemmingsoverleg is daar namens de gemeenten belegd bij de GGD. Onder regie van de GGD nemen politie, GGZ en verslavingszorg (Brijder) deel aan het tweewekelijkse overleg Vroegsignalering. Het doel van dit overleg is om mensen, die verward gedrag vertonen, tijdig naar zorg toe te leiden, zodat (mogelijke) overlast afneemt.

De term verward gedrag slaat op een bredere doelgroep dan alleen de OGGZ-doelgroep. Het gaat om mensen die grip op hun leven (dreigen) te verliezen, waardoor het risico aanwezig is dat zij zichzelf of anderen schade berokkenen (2). Verschillende aandoeningen en beperkingen (psychiatrische klachten, (licht) verstandelijke beperkingen, dementie, verslaving) en verschillende levensproblemen (schulden, dakloosheid, verlies van dierbaren, gebrek aan participatie, onverzekerd zijn, illegaliteit, enzovoorts) kunnen tijdelijk of meer structureel leiden tot verward gedrag.

7.2 Crisisdienst GGZ

7.2.1 GGZ inGeest Als een patiënt in de regio Kennemerland in crisis is en acuut (binnen 24 uur) hulp nodig heeft, kan die terecht bij spoedeisende psychiatrie van GGZ inGeest. Bij spoedeisende psychiatrie is geen tijd voor een uitgebreide diagnose. De hulp is gericht op directe verbetering van de situatie. Dat kan telefonisch, bij de patiënt thuis of op een van de locaties. Soms is een kortdurende opname nodig. De spoedeisende psychiatrie is beschikbaar voor bestaande patiënten, maar ook voor mensen die nog niet bij GGZ inGeest in behandeling zijn.

De spoedeisende psychiatrie van GGZ inGeest is 24 uur per dag bereikbaar op telefoonnummer: 088 788 5077.

Locatie spoedeisende psychiatrie Regio Kennemerland: Amerikaweg 2 2035 RA Haarlem T (023) 518 7222

2 Definitie Landelijk Aanjaagteam Verwarde Personen 34

7.2.2 Dijk en Duin Patiënten uit Midden-Kennemerland van Dijk en Duin kunnen bij een crisis binnen kantoortijden contact opnemen met hun behandelaar. Buiten kantoortijd en in het weekend kunnen patiënten contact opnemen met het Crisismeldpunt telefoonnummer 088 358 09 99.

Als patiënten niet bij Dijk en Duin ingeschreven staan, kunnen zij contact opnemen met de huisarts(post). De dienstdoende huisarts kan contact opnemen met de crisisdienst van Dijk en Duin.

35

8. Uitstroom

Het doel van zorg en ondersteuning in de maatschappelijke opvang in de regio is de cliënt ondersteunen naar die plek waar hij, gegeven zijn perspectief, het beste past. De best passende plek kan zijn: • Zelfstandig wonen (eventueel binnen netwerk) • Zelfstandig wonen in contingent woning met begeleiding • Beschermd Wonen (BW) • Zorg vanuit de Wet Langdurige Zorg (WLZ) Uitstroom uit de keten kan ook worden veroorzaakt doordat iemand naar een andere regio verhuist, door overlijden cliënt of (tijdelijk) door detentie.

8.1 Zelfstandig wonen

Als cliënten in staat zijn zelfstandig te wonen zonder begeleiding in de regio kunnen zij zich inschrijven bij een Woonservice of Woningnet voor een sociale huurwoning. Daarnaast zijn er mogelijkheden (een kamer) te huren op de particuliere markt. De BCT heeft de zogenaamde “huisvestingskaart” ontwikkeld waarop alle mogelijke vormen van (zoeken naar) huisvesting zijn opgenomen. De huisvestingskaart is opgenomen in bijlage 16.

8.2 Uitstroom naar zelfstandig wonen met begeleiding

Uitstromen naar zelfstandig wonen met begeleiding is in de drie subregio's verschillend geregeld. In de IJmond zijn er de zogenaamde kanswoningen, in Zuid Kennemerland de contingentwoningen en in de Haarlemmermeer zijn er bilaterale afspraken met Ymere gemaakt.

8.2.1 Contingentwoningen Zuid-Kennemerland

Doelgroepen contingentwoningen In Zuid-Kennemerland stellen de corporaties op jaarbasis 100 contingentwoningen beschikbaar. Jaarlijks is er overleg met de corporaties over een eventuele (tijdelijke) ophoging van dit aantal.

De doelgroep voor de contingentwoningen bestaat uit cliënten die uitstromen uit een intramurale instelling die met behulp van woonbegeleiding en/of behandeling (weer) zelfstandig gaan wonen. Het gaat dus uitdrukkelijk om mensen die minimaal een jaar woonbegeleiding en/of behandeling nodig hebben bij het zelfstandig (gaan) wonen. Het betreft mensen die uitstromen uit: • Maatschappelijke opvang • Beschermd wonen • Een zorginstelling voor jongvolwassenen (MO of residentiele instelling), Geestelijke Gezondheidszorg (inclusief verslavingszorg) en Verstandelijk Gehandicaptenzorg • Daarnaast komen in aanmerking voor huisvesting via de contingentenregeling: • Cliënten die begeleiding krijgen via Housing First • Economisch dakloze gezinnen met kinderen vanuit Velserpoort (onder strikte voorwaarden) • Ex-gedetineerden • Daklozen die van straat komen of in negatief netwerk verblijven.

36

Voor de aanvraag van een contingentwoning voor ex-gedetineerden en daklozen die van straat komen of in negatief netwerk verblijven zijn aparte procesafspraken gemaakt. Deze zijn te vinden in bijlage 17.

Aanvraagprocedure Instellingen beoordelen of een cliënt in staat is met behulp van begeleiding zelfstandig te gaan wonen en of de cliënt aan de voorwaarden voldoet. Voorwaarden zijn bijvoorbeeld het voldoen aan de huisvestingsverordening, het hebben van een begeleidingsplan, een stabiel inkomen en een zorgverzekering. De instelling vraagt via de aangewezen contactpersoon (bijlage 18) de contingentwoning aan en stuurt het aanvraagformulier toe aan het uitstroomoverleg. Het uitstroomoverleg checkt de aanvraag en stuurt deze door naar Woonservice. Bij een positief oordeel ontvangen de cliënt en de begeleidende organisatie een beschikking urgentie en wordt de cliënt toegewezen aan een corporatie. De corporatie biedt eenmaal een woning aan, er mag niet geweigerd worden. De cliënt kiest in samenwerking met de trajecthouder tussen een omklapcontract (contract op naam van de begeleidende instelling) en een driehoekscontract (contract op naam van de cliënt).

Voor vragen over de contingentenregeling kan contact worden opgenomen met Franklin Piers ([email protected]).

Afspraken ter voorkoming uitzetting i.h.k.v. contingentregeling Binnen de uitvoering van de contingentregeling zijn diverse afspraken opgenomen ter voorkoming van overlast, escalatie en huisuitzetting. De woningbouwcorporaties en de organisatie die begeleiding biedt zoeken elkaar actief op om (zorg-)signalen te delen en afspraken te maken over benodigde interventies. Bij langdurige en/of zorgelijke overlast kan met betrokken partijen een zorgconferentie gepland worden onder leiding van de veldregisseur. Indien noodzakelijk bestaan onder voorwaarden verschillende mogelijkheden om iemand tijdelijk uit de eigen woonomgeving te halen, bijvoorbeeld door inzet van een time-outbed, opname of tijdelijke plaatsing op een andere locatie. Wanneer in het uiterste geval blijkt dat zelfstandig verblijf binnen een contingentwoning niet haalbaar is kan een eventuele (versnelde) toeleiding naar BW besproken worden. De afdeling handhaving van de gemeente Haarlem kan op verzoek ingezet worden bij overlast rondom contingentwoningen.

8.2.2 Kanswoning IJmond

Doelgroepen kanswoningen In de IJmond stellen de corporaties op jaarbasis 40 kanswoningen beschikbaar. De kanswoningen zijn bestemd voor inwoners van de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen. De doelgroep voor de kanswoningen bestaat uit cliënten die: • vanuit een intramurale woonsituatie of extramuraal met begeleiding kunnen verhuizen naar een reguliere woning, • of niet langer op reguliere wijze kunnen wonen, maar die door middel van een afgesproken traject en met (intensieve) begeleiding wel tot ‘normaal’ woongedrag kunnen komen.

Aanvraagprocedure De zorginstelling én de client vragen door middel van een ingevuld aanvraagformulier bij de contactpersoon van het gemeentelijk Noodteam een kanswoning aan via e-mail: • Beverwijk: [email protected] , • Heemskerk: [email protected] ,

37

• Velsen: [email protected] De contactpersoon checkt of de aanvraag compleet is en of aan de gestelde voorwaarden is voldaan. Voorwaarden zijn bijvoorbeeld het voldoen aan de Huisvestingsverordening, of er bij schulden een schuldhulpverleningstraject is of de cliënt voldoende is gemotiveerd. Het Noodteam, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeente, de corporatie(s) en hulpverlening, bespreekt de aanvraag en besluit over het al dan niet beschikbaar stellen van een kanswoning. Er bestaan drie typen kanswoningen: • kanswoning A: woning met een regulier huurcontract met zo nodig begeleiding vanuit de zorginstelling • kanswoning B: woning met een huurcontract op naam van de cliënt met daaraan gekoppeld een begeleidingsovereenkomst • kanswoning C: woning met een huurcontract op naam van de zorginstelling die de woonbegeleiding geeft. Na een afgesproken periode wordt beoordeeld of de woning op naam van de cliënt kan komen te staan. Het Noodteam besluit welke variant het beste past bij de voorgedragen cliënt. De corporatie zoekt, zo mogelijk binnen drie maanden, een passende woning in de betreffende gemeente. Het Noodteam evalueert periodiek de kanswoningen.

8.2.3 Opstapregeling Haarlemmermeer

Doelgroepen Opstapregeling De doelgroep voor de Opstapregeling bestaat uit cliënten die uitstromen uit een intramurale instelling en die met behulp van woonbegeleiding en/of behandeling (weer) zelfstandig gaan wonen. Het betreft mensen die uitstromen uit: • Maatschappelijke opvang • Beschermd wonen • Een zorginstelling voor jongvolwassenen (MO of residentiele instelling), Geestelijke Gezondheidszorg (inclusief verslavingszorg) en Verstandelijk Gehandicaptenzorg • Intramurale jeugdzorg Jaarlijks wordt in overleg met de zorgorganisaties een inschatting gemaakt van het aantal cliënten dat naar verwachting kan uitstromen. Op basis hiervan worden met de woningcorporatie(s) afspraken gemaakt over het aantal woningen dat beschikbaar is voor deze doelgroep. In 2019 is dat aantal vastgesteld op 65.

Aanvraagprocedure Instellingen beoordelen of een cliënt in staat is met behulp van begeleiding zelfstandig te gaan wonen en of de cliënt aan de voorwaarden voldoet. Voorwaarden zijn bijvoorbeeld het voldoen aan de huisvestingsverordening, het hebben van een begeleidingsplan, een stabiel inkomen en een zorgverzekering.

Stap 1: Voorbereiden op zelfstandig wonen: (financieel) zelfredzaam Om te bepalen of iemand in staat is zelfstandig te wonen is een aantal indicatoren benoemd: • is (financieel) voldoende redzaam, • in staat begeleiding of behandeling te accepteren, • kan hulp te vragen, • is een ‘goede buur’ (geen overlast of onveilige situaties). De zorgorganisatie begeleidt de cliënt richting zelfstandig wonen. De zorgorganisatie ondersteunt bijvoorbeeld bij het vergroten van praktische vaardigheden (‘huis op orde houden’), het vergroten van sociale vaardigheden of zorgen dat de financiën op orde zijn (al dan niet met begeleiding).

38

Stap 2: Aanmelden voor Opstapregeling De zorgorganisatie waar de cliënt verblijft beoordeelt of deze in aanmerking komt voor de Opstapregeling. Zij meldt de cliënt aan door het ingevulde aanmeldformulier en alle bijlagen via beveiligde e-mail te versturen naar: [email protected] Medewerkers van de gemeente toetsen of de aanmelding compleet is en zorgt daarna dat de cliënt op de lijst komt voor een opstapwoning. Een aparte melding voor (Wmo) zorg of inkomensondersteuning is niet nodig. Wel moet later nog de ‘formele aanvraag’ gedaan worden. De gemeente bespreekt dit met de cliënt en/of zijn begeleider.

Stap 3: Uitstroomtafel: Match woning en cliënt Gemiddeld zal het 3-6 maanden duren voordat er een woning beschikbaar is voor de cliënt. Als er een woning beschikbaar komt, meldt de woningcorporatie dat bij de uitstroomtafel. Aan deze tafel zitten vertegenwoordigers van alle zorgorganisaties die betrokken zijn bij de opstapregeling. Samen bekijken zij voor welke client deze woning het beste past. Dit is niet altijd diegene die het langst op de lijst staat.

Stap 4: Driehoekscontract Zodra er een woning beschikbaar is maakt de woningcorporatie een afspraak met de cliënt om het tijdelijke huurcontract en de woonbegeleidingsovereenkomst te ondertekenen. Dit is het driehoekscontract. Tegelijkertijd wordt de zorg opgestart is en als dat van toepassing is ook de inkomensondersteuning. Soms is het mogelijk dat de cliënt een voorschot krijgt, bijvoorbeeld voor verhuis- of inrichtingskosten. Dit wordt beoordeeld door de gemeente.

Stap 5: Terugval voorkomen of signaleren (netwerk in de wijk) Om terugval te voorkomen is het belangrijk dat op tijd gesignaleerd wordt als het mis gaat of dreigt te gaan met de cliënt. De begeleider houdt dit in de gaten en zet zo nodig extra zorg in, mits dit past binnen de afspraken die gemaakt zijn met de gemeente. Bij signalen van (dreigende) terugval informeert de begeleider de woningcorporatie en andersom ook. Om (dreigende) terugval te signaleren wordt ook gebruik gemaakt van het netwerk in de wijk. Dit kunnen sociaal makelaars, zorg- en welzijnspartners, buren of iemand anders uit het sociale netwerk zijn. Zij weten wat ze kunnen doen als het niet goed gaat en met wie ze hun zorgen kunnen bespreken.

Stap 6: Evaluatiegesprek: Gaat het goed? De begeleider organiseert ieder half jaar een evaluatie. De begeleider, de woningcorporatie en de cliënt bespreken samen de afspraken uit woonbegeleidingsovereenkomst. Een half jaar voor de afloop van het tijdelijk huurcontract organiseert de begeleider een eindevaluatie. Op basis van deze evaluatie wordt besloten of het huurcontract omgezet wordt naar een vast contract. Als de eindevaluatie negatief is, wordt in overleg met de cliënt, de zorgorganisatie en de woningcorporatie besloten wat er gebeurt na afloop van het tijdelijk huurcontract. De afspraken hierover worden nog verder uitgewerkt.

Stap 7: Vast huurcontract! Na 2 jaar Als de eindevaluatie positief is, wordt het tijdelijke huurcontract omgezet naar een vast huurcontract!

8.3 Beschermd wonen

Een aanvraag Beschermd Wonen kan gedaan worden bij het Wmo-loket van de gemeente Haarlem. Haarlem fungeert als centrumgemeente voor de hele regio voor BW. De gemeente Haarlem bepaalt of er een indicatie 39 wordt afgegeven en zo ja, voor hoe lang. Als de indicatie is afgegeven, bepaalt de cliënt bij welke aanbieder hij de zorg wil afnemen. Als er een wachtlijst is bij de betreffende aanbieder, komt de cliënt op de wachtlijst. De aanbieder kan in de tussentijd overbruggingszorg leveren in de vorm van begeleiding en dagbesteding.

8.4 Zorg vanuit de Wet Langdurige Zorg

Voor doorstroom naar zorg vanuit de Wet Langdurige Zorg (onder meer het langdurig verblijf in een instelling voor GGZ, Verstandelijke Gehandicaptenzorg en Lichamelijke Gehandicaptenzorg waarbij intensieve zorg en toezicht nodig is) moet een indicatie worden aangevraagd bij het Centrum Indicatiestelling Zorg. Informatie over aanvragen is te vinden op de website: www.ciz.nl.

40

9. Informatie en registratie

Gegevens van cliënten worden voor registratie en uitwisseling met ketenpartners vastgelegd in Cliëntennet, een systeem van de GGD. Daarnaast staat er vaak informatie in het eigen elektronisch cliëntendossier (ECD) van een instelling.

9.1 Cliëntennet

Trajectplannen van cliënten staan in Cliëntennet. Ketenpartners HVO-Querido, RIBW/KAM en GGD registreren in Clientennet. Andere ketenpartners zoals Brijder, Dijk en Duin, Veiligheidshuis en Leger des Heils hebben toegang tot Clientennet en kunnen dossiers inzien. De trajectplannen in Cliëntennet worden opengesteld voor de trajecthouders van de opvanglocatie wanneer de cliënt is geplaatst. Wijzigingen in een trajectplan worden ook doorgevoerd in Cliëntennet.

Daarnaast is er communicatie over cliënten via mail en telefoon. Een keer per dag is er e-mailcontact over grensoverschrijdend gedrag tussen de nachtopvang en BCT. Informatieoverdracht tussen partijen kan het beste via een beveiligd systeem. Met overdracht via de mail of telefoon zijn de gegevens van de cliënt niet voldoende beschermd. Er is afgesproken overdracht op deze wijze tot een minimum te beperken.

9.2 Bezettingsoverzichten

De GGD maakt tweewekelijkse bezettingsoverzichten van alle locaties van de maatschappelijke opvang in de regio.

9.3 Beleidsinformatie

(In bewerking)

41

10. Calamiteit of incident

De colleges van Haarlem en Zandvoort hebben een Calamiteitenprotocol Sociaal Domein vastgesteld. In dit protocol is vastgesteld dat zorgaanbieders incidenten en calamiteiten melden. Het volledige protocol is terug te vinden op de website van de gemeente (https://gemeentebestuur.haarlem.nl/Vergaderingen/Besluitenlijst-BenW/2015/25- augustus/10:00/Calamiteitenprotocol-Sociaal-Domein/2015267594-3-Bijlage-1- Calamiteitenprotocol- Sociaal-Domein.pdf).

Wat is een calamiteit? In de Wet maatschappelijke ondersteuning is het volgende vastgelegd: “Een aanbieder doet bij de toezichthouder calamiteiten en geweld (artikel 6.1 Wmo), onverwijld melding van: iedere calamiteit de bij de verstrekking van een voorziening heeft plaatsgevonden; geweld bij de verstrekking van een voorziening.”

Onder calamiteit wordt verstaan: “Een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van een Wmo- voorziening, die heeft plaatsgevonden gedurende de betrokkenheid van een instelling en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een cliënt kan leiden of heeft geleid”.

Calamiteiten zijn onder meer en in ieder geval: • het overlijden van een cliënt; • het overlijden van een ander als gevolg van het handelen van een cliënt; • ernstig en/of blijvend lichamelijk en psychisch letsel van een cliënt of van een ander als gevolg van het handelen van een cliënt; • ernstig grensoverschrijdend gedrag: fysiek, psychisch en/of seksueel door en jegens cliënten, door hulpverleners, ouders of verzorgers; • vermissing van een cliënt; • geweld bij verstrekking van een voorziening.

Melding doen Een calamiteit dient gemeld te worden bij de toezichthouder WMO, GGD Kennemerland: Dit kan door onderstaand formulier in te vullen en per e-mail te verzenden naar: [email protected] https://www.ggdkennemerland.nl/-/media/ggdwebsites-2016/documenten/toezicht-en- hygiene/meldingsformulier-calamiteiten-en-geweldsincidenten-wmo.ashx?la=nl-nl.

Een calamiteit gericht op een voorziening in de gemeente Haarlem en gemeente Zandvoort dient ook direct telefonisch gemeld te worden bij de piketdienst van de gemeente. Dit kan via het volgende telefoonnummer; Gemeente Haarlem 023-5115119

42

11. Beleid en uitvoering maatschappelijke opvang zwerfjongeren

Zwerfjongeren zijn feitelijke3 of residentiële4 dak – en thuisloze jongeren onder de 23 jaar die kampen met meervoudige problemen5 c.q. OGGZ problematiek. In het protocol MO (het Kompas) is opgenomen dat voor zwerfjongeren, vanwege hun (jonge) leeftijd en achtergrond, andere arrangementen kunnen gelden – bijvoorbeeld vanwege betrokkenheid van de jeugdzorg of specifiek aanvullend beleid geldt voor zwerfjongeren met als ‘eigen’ gemeente Haarlem of Zandvoort.

Onderstaand volgt een beschrijving van de uitgangspunten van beleid en de werkwijzen zoals deze voor alle gemeenten geldt. De in de kaders geplaatste teksten betreffen aanvullingen die specifiek van toepassing zijn op de groep van Haarlemse en Zandvoortse dak – en thuisloze jongeren.

11.1 Uitgangspunten Regionaal Kompas/Protocol MO

Elke gemeente is verantwoordelijk voor haar ‘eigen’ burgers. Dit betekent het volgende: A) Dat de betreffende gemeente voorkomt dat haar burgers dakloos worden6. Als dat toch gebeurt of dreigt is het aan de gemeente van herkomst om het probleem op te lossen7. Als dat niet lukt – en die burger kampt vermoedelijk met OGGZ problematiek – kan de gemeente doorverwijzen naar de Brede Centrale Toegang (BCT) in Haarlem voor maatschappelijke opvang. De betreffende gemeente doet hiervan een voormelding bij de BCT. B) Dat de betreffende gemeente bij doorverwijzing naar de BCT verantwoordelijk is en blijft voor haar ‘eigen’ burgers. Dit betekent dat de gemeente vanaf het moment van doorverwijzing c.q. opvang onderzoek doet en alle nodige maatregelen neemt om de zelfredzaamheid en de sociaal maatschappelijk positie van cliënt te herstellen. Zoals het regelen van noodzakelijke (vervolg-) oplossingen als huisvesting, zorg- en hulpverlening en het borgen van de ‘doorgaande zorglijn’8. C) Dat maatschappelijke opvang per definitie een noodoplossing is en daarom zo kort mogelijk moet duren.

3 Feitelijke daklozen kampen met instabiele huisvesting, hebben soms een onderkomen bij vrienden, familie of kennissen, maken soms gebruik van de nachtopvang of zijn aangewezen op de straat. 4 Residentiele daklozen zijn personen die als bewoner minimaal 6 maanden in een 24-uursvoorziening/ gecertificeerde instelling verblijven en daar zorg en begeleiding krijgen en voor huisvesting niet kunnen terugkeren naar het eigen netwerk. 5 Deze definitie is in 2011 landelijk tot stand gekomen na overleg tussen het ministerie van VWS, de Federatie Opvang, het Leger des Heils, de Stichting Zwerfjongeren Nederland, de MO-groep en de Algemene Rekenkamer. 6 Huisvesting van burgers is geregeld in het beleid van gemeenten en woningbouwcorporaties. Ook het voorkomen en oplossen van dakloosheid is hierin geregeld. Denk aan Housing First, contingentenregeling en wat te doen als bij huurschulden huisuitzetting dreigt. 7 De gemeente kan onderzoek doen om terugkeer naar de thuissituatie of opvang binnen het eigen netwerk mogelijk te maken. 8 De hiervoor aangewezen instanties zijn bekend bij de BCT en de maatschappelijke opvangvoorzieningen. Op deze instanties kan een beroep worden gedaan om uitvoering te geven aan het onder 10.1.b en 10.1.d gestelde. 43

D) Dat de ‘eigen’ gemeente uiterlijk binnen zes maanden passende huisvesting heeft geregeld voor haar dak- en thuisloze burger9. E) Dat de gemeente voor de uitvoering van het onder 10.1b en 10.1d gestelde een vaste (regisserende) aandachtfunctionaris heeft. F) Dat de gemeente voor het uitvoering geven aan het onder ‘b‘ gestelde, instanties heeft gecontracteerd/aangewezen voor het bieden van zorg en/of (specialistische) hulpverlening. Aanvullingen en aanpassingen m.b.t. jongeren uit Haarlem of Zandvoort Om concreet uitvoering te geven aan het gestelde onder 10.1.b. en 10.1.f zijn m.b.t. zwerfjongeren uit Haarlem en Zandvoort de volgende maatregelen genomen: CJG Kennemerland opdracht verleend om zorg en hulp te bieden aan de doelgroep. De Ketenregisseur Dak- en Thuisloze jongeren10 te belasten met de ketenaanpak, het aansluiten bij- en regie voeren op de Jeugdcirkel11 en de uitstroom naar vervolghuisvesting met woonbegeleiding.

11.2 Brede Centrale Toegang, beschikkingen en registraties

De BCT is voor alle VRK-gemeenten de toegangspoort tot de maatschappelijke opvang. De BCT is bevoegd om vast te stellen of een jongere in aanmerking komt voor maatschappelijk opvang en zo ja, met welke regio en gemeente de dak- en thuisloze sociaal maatschappelijk verbonden is. De besluiten op aanvragen voor maatschappelijke opvang worden door de BCT bij beschikking afgedaan. De aandachtfunctionaris en de zorg-/hulpverlenende instantie van de ‘eigen’ gemeente worden over de plaatsing en de op door hen op te starten taken – waaronder de samenwerking met Spaarnezicht geïnformeerd. De registratie hiervan vindt plaats in het Cliëntennet’.

Aanvullingen en aanpassingen m.b.t. jongeren uit Haarlem of Zandvoort Als een zwerfjongere afkomstig uit Haarlem of Zandvoort zich bij de BCT meldt, dan neemt de BCT altijd contact op met het stedelijk CJG-team. De aangewezen CJG-coach van het team gaat, op grond van het gestelde onder ad 10.1b in gesprek met de jongere mede om te beoordelen of een alternatieve oplossing tot de mogelijkheden behoort zoals onder ad 3, ad 4 en in voetnoot 8 beschreven. De uitkomsten van het gesprek van de CJG-coach met de jongere worden gedeeld met de BCT en door de BCT gebruikt om tot een afgewogen besluit te komen. Over plaatsingen/uitplaatsingen in Spaarnezicht of een alternatieve opvanglocatie (bv. Pitstop of een hotel) informeert de BCT de Ketenregisseur Dak- en Thuisloze jongeren van de gemeente Haarlem. De registratie hiervan vindt plaats in het ‘Cliëntennet’.

9 De gemeente van herkomst blijft primair verantwoordelijk maar mag een actieve rol verwachten van de dakloze bij de zoektocht naar huisvesting (advertenties nalopen, plaatsen et cetera). 10 De Ketenregisseur Dak- en Thuisloze jongeren is ingaande 1 januari 2017 door gemeente Haarlem aangesteld. Zij ziet erop toe dat de deelnemers (CJG-coaches, de gemeentelijke afdelingen en ketenpartners) op adequate wijze uitvoering geven aan het onder ad1 gestelde. In het verlengde hiervan richt de Ketenregisseur zich op het oplossen van (structurele) knelpunten op casusniveau en intervenieert bij stagnatie totstandkoming en uitvoering van de trajectplannen (bijvoorbeeld bij de partners die onderdeel uitmaken van de jeugdcirkel) en werkt gericht aan definitieve uitstroom uit de maatschappelijke opvang. Mede in dit verband werkt de Ketenregisseur samen met de Veldregisseur van de GGD. 11 De Jeugdcirkel in Haarlem is een multidisciplinair team bestaande uit in- en externe deskundigen van zorg- en (specialistische)dienst- en hulpverleners. De Jeugdcirkel is in de eerste helft van 2015 gestart en sindsdien verantwoordelijk voor de analyse van de problematiek waarmee kwetsbare (zwerf)jongeren kampen en de zorg- en hulpverlening die nodig is om die problematiek op te lossen. De afspraken die hierover worden gemaakt (wie doet wat wanneer) worden vastgelegd in de trajectplannen van de jongeren. 44

11.2.1 Economisch daklozen onder de 23 jaar Economisch daklozen onder de 23 jaar worden middels een warme overdracht door de BCT terugverwezen naar de gemeente van herkomst.

Aanvullingen en aanpassingen m.b.t. jongeren uit Haarlem of Zandvoort De BCT meldt economisch dakloze jongeren bij het stedelijk CJG-team. De aangewezen CJG-coach gaat in gesprek met de economisch dakloze jongere. Mocht na inventarisatie van de CJG-coach blijken dat de jongere kampt met meervoudige problemen en daarmee onder de OGGZ doelgroep valt, dan treedt de CJG-coach in overleg met de BCT om de beschikking te herzien. Economisch daklozen jongeren kunnen niet geïndiceerd worden voor SPZ.

11.3 Op de wachtlijst12 of direct plaatsen – dat is de vraag!

Dak- en thuisloosheid kent diverse gradaties en situaties: acute, niet acute, iets er tussenin en al dan niet in tijdelijke zin. Als dak- en thuisloosheid niet acuut is en twijfel bestaat over de precieze status van de jongere kan plaatsing op de wachtlijst verantwoord zijn. Het kan het zelf-oplossend vermogen van de jongere aanwakkeren. maar ook de gemeente ruimte bieden voor nader onderzoek. Deze invalshoek is gebaseerd op de ervaringen van de BCT: Zo weten zij, ingeval van jongeren, dat sommige (op de wachtlijst) bij contactlegging door de BCT lieten weten dat hun probleem (in de thuissituatie) al was opgelost, een kamer hadden gevonden of bij een vriend(in) zijn gaan wonen. Jongeren die op de wachtlijst staan krijgen geen beschikking.

Aanvullingen en aanpassingen m.b.t. jongeren uit Haarlem of Zandvoort Conform het onder 10.2. gestelde komt plaatsing op de wachtlijst tot stand in overleg tussen de BCT en de CJG-coach. Jongeren op de wachtlijst behoren, conform het onder 10.1b. gestelde, tot de verantwoordelijkheid van de CJG-coach. Afhankelijk van de ontwikkelingen kan de CJG- coach beslissen de jongere van de wachtlijst te halen. Reden kan zijn dat maatschappelijke opvang niet (meer) nodig is of juist acuut is geworden. In het laatste geval kan de BCT in overleg met de CJG-coach beslissen tot directe opvang.

11.4 Als Spaarnezicht vol is

Daar waar de situatie overduidelijk acuut is en de maatschappelijke opvang vol is kan de BCT cliënt direct plaatsen in een alternatieve opvanglocatie zoals bijvoorbeeld een pension of budgethotel. In al deze gevallen is, uitsluitend om financiële redenen, vooraf instemming nodig van de gemeente Haarlem13. Plaatsing in een alternatieve opvanglocatie gebeurt altijd in of in de directe nabijheid van de ‘eigen’ gemeente. De reden is een zuiver praktische: het is daar waar de ‘eigen’ gemeente direct uitvoering kan geven aan het gestelde onder ad 10.1b. en 10.1d. De aandachtfunctionaris en/of de hulpverlenende instantie van die gemeente vervult dan de rol van trajecthouder14. Immers het pension of budgethotel is geen opvangvoorziening en heeft niet de positie of verantwoordelijkheid om die rol op zich te nemen.

12 Een jongere kan tot 23 jaar op de wachtlijst worden geplaatst voor MO in Spaarnezicht. Als een jongere 23 jaar wordt ten tijde van plaatsing in een alternatieve opvanglocatie vervalt de alternatieve opvang 7 dagen na zijn 23e verjaardag. De 23-jarige dient zicht binnen 7 dagen opnieuw te melden met CJG-coach bij de BCT voor een nieuwe beschikking MO volwassenen. Wanneer de BCT bij de eerste melding constateert dat een jongere binnen 3 maanden 23 jaar wordt dan informeert de BCT de jongere en zijn/haar begeleider over genoemde afspraak. 13 De BCT dient contact op te nemen met de Ketenregisseur Dak- en Thuisloze jongeren, afdeling Jeugd, Onderwijs en Sport 14 De functie van trajecthouder is beschreven onder punt 10.6. en 10.7. 45

Aanvullingen en aanpassingen m.b.t. jongeren uit Haarlem of Zandvoort Plaatsing in een alternatieve opvanglocatie gebeurt altijd in Haarlem of Zandvoort – in overleg tussen de BCT en de CJG-coach. Jongeren die verblijven in alternatieve opvanglocaties behoren, conform het onder 10.1.b. gestelde, tot de verantwoordelijkheid van de CJG-coach. Dit betekent dat de CJG-coach vanaf dag 1 van plaatsing start met een ZRM-analyse opmaat evenals het opstellen van een trajectplan en bespreking in de Jeugdcirkel. Aanvullingen en aanpassingen m.b.t. jongeren uit Haarlemmermeer Er zijn aparte afspraken gemaakt tussen het Meerteam en de BCT (zie bijlage21).

11.5 Zorg- en hulpverlening gebaseerd op de ZRM-analyse

ZRM staat voor Zelf-Redzaamheid-Matrix en kent 13 leefdomeinen (excl. supplement ouderschap) Op elk leefdomein kan de mate van zelfredzaamheid van de cliënt worden bepaald. Op basis van de uitkomsten wordt vastgesteld in welke mate zorg en hulp nodig is en welke partij(en) de CJG-coach nodig heeft om de zelfredzaamheid van cliënt (weer) op het gewenste niveau te brengen. Op hoofdlijnen ziet dat er als volgt uit. Voor meer uitgebreide/precieze informatie kan contact worden opgenomen met betrokken instantie(s).

Leefdomeinen Aangewezen instantie /zorg- en/of hulpverlener Financiën: inkomen en De gemeente van opvang/verblijf is verantwoordelijk voor het schuldhulp bieden van uitkering over de eerste 6 maanden. De gemeente Haarlem biedt schuldhulp aan burgers uit de VRK gemeenten. Werk en Opleiding Het Leerplein in Haarlem heeft de VRK-gemeenten als werkgebied Tijdsbesteding De zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente15 Huisvesting Verantwoordelijkheid van de ‘eigen’ gemeente Huiselijke relaties De zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente Geestelijke gezondheid De zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente en/of de medische specialist Lichamelijke gezondheid De huisarts/medische specialisten16 Middelengebruik De zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente Basale ADL De zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente Instrumentele ADL De zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente Sociaal netwerk De zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente Maatschappelijke participatie De zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente Justitie Het Veiligheidshuis heeft de VRK als werkgebied

11.6 Trajectplan, trajecthouder, veldregisseur.

Elke dak- en thuisloze burger met een OGGZ-indicatie17 die in de maatschappelijke opvang of een alternatieve opvanglocatie verblijft, heeft een trajectplan gericht op het realiseren van definitieve uitplaatsing, het bevorderen van de zelfredzaamheid en het maatschappelijk herstel. Het trajectplan wordt –

15 Het betreft die instanties waarbij de gemeente (vaak in (sub)regionaal verband) zorg en hulp heeft ingehuurd en/of ingekocht. 16 De inzet en kosten van huis-, tandarts en/of medische specialisten zijn geregeld binnen de Zorgverzekeringswet. 17 Zie voor die criteria de ‘Handreiking Landelijke Toegang Maatschappelijke opvang’. 46 op basis van het onder 10.1b. en 10.1d. gestelde – opgesteld door de trajecthouder18 samen met de jongere en in nauwe samenwerking met de aandachtfunctionaris en/of de zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente. De functie van trajecthouder is door de gemeente opgedragen aan de exploitant van de opvangvoorziening19 – voor zwerfjongeren is dat Spaarnezicht. Structurele problemen worden oplossingsgericht door de Veldregisseur met betrokken gemeente(n) besproken. Betreft het gemeente Haarlem en Zandvoort dan is de Ketenregisseur het aanspreekpunt. Rapportages hierover worden door de Veldregisseur en/of Ketenregisseur aan de orde gesteld in het regionaal beleidsoverleg MO en zo nodig in het PFO.

De functie van trajecthouder is voor Haarlemse en Zandvoortse zwerfjongeren opgedragen aan het stedelijk CJG-team in Haarlem. Onder regie van de CJG-coach wordt het trajectplan in overleg met de jongere opgesteld en voor bespreking en vaststelling ingebracht in de Jeugdcirkel. De begeleider van Spaarnezicht wordt hierin nauw betrokken ingeval de jongeren in Spaarnezicht verblijft. De wijze waarop is beschreven onder punt 10.7. De Ketenregisseur Dak- en Thuisloze jongeren ziet er op toe dat op adequate wijze uitvoering wordt gegeven aan het onder 10.1. gestelde i.c. deze werkbeschrijving.

11.7 Spaarnezicht

Spaarnezicht is gevestigd in Haarlem en maakt onderdeel uit van Kenter jeugdhulpverlening en is gespecialiseerd in de opvang van zwerfjongeren van 18 tot 23 jaar. Spaarnezicht is een 24-uurs (crisis)voorziening, heeft 22 kamers en voert het beleid uit van de VRK-gemeenten. De algemene uitgangspunten van beleid luiden als volgt: A) Als de BCT voornemens is om een jongere bij Spaarnezicht te plaatsen dan vindt altijd vooraf contact plaats met Spaarnezicht. Spaarnezicht kan de jongere weigeren ingeval deze verslaafd, gewelddadig en/of op een of andere wijze een dreiging vormt voor de (sociale) veiligheid. B)Bij plaatsing van een jongere neemt Spaarnezicht binnen één werkdag contact op met de aandachtfunctionaris en/of de zorg-/hulpverlenende instantie (trajecthouder) van de ‘eigen’ gemeente voor het maken van afspraken over de samenwerking (wie, wat, wanneer doet) bij de uitvoering van het onder ad 10.1.b. en 10.1.d. gestelde20. C) Binnen 6 weken heeft Spaarnezicht in overleg met de jongere, de aandachtfunctionaris en zorg- /hulpverlenende instantie van de gemeente een trajectplan gemaakt dat is gericht op maatschappelijk herstel (= 10.1.b.) en tijdige uitstroom (= 10.1.d.). D) De taakverdeling vanaf het moment van maatschappelijke opvang laat zich als volgt omschrijven: 1. Spaarnezicht draagt zorg voor een ZRM-analyse, legt een dossier aan met alle relevante stukken en stelt in overleg met de jongere een concept-trajectplan op. 2. Het conceptplan is gebaseerd op de ZRM-analyse en wordt afgerond en vastgesteld in nauw overleg met de jongere, de aandachtfunctionaris en de zorg-/hulpverlenende instanties van de ‘eigen’ gemeente en voor akkoord ondertekend door de jongere en trajecthouder. 3. Spaarnezicht voert (als trajecthouder) stevig regie op het juist en tijdig uitvoeren van de in onder B gemaakte en in het trajectplan opgenomen afspraken.

18 Voor Haarlem/Zandvoort/Beverwijk/Heemskerk/Velsen is het CJG aangewezen als trajecthouder, voor de overige gemeenten is pension Spaarnezicht trajecthouder. 19 Indien en voor zover besloten door de gemeenteraad. 20 Per gemeente kan het eerste aanspreekpunt verschillen. In de praktijk zal Spaarnezicht contact opnemen met de zorg-/hulpverlenende instantie van de gemeente die dan vervolgens contact opneemt met de aandachtfunctionaris als het bijvoorbeeld gaat om het regelen van huisvesting en het borgen van de doorgaande zorglijn. 47

E) Spaarnezicht21 is verantwoordelijk voor de maatschappelijke opvang van zwerfjongeren. Als trajecthouder is Spaarnezicht eerstverantwoordelijke voor de totstandkoming, de regie en uitvoering van het trajectplan. Deze strekt zich uit tot de taken die in samenspraak met de gemeente tot stand zijn gekomen en eindigen bij uitplaatsing. De verantwoordelijkheid van de gemeente en hulpverlenende instanties lopen door om uitvoering te geven aan de ‘doorgaande zorglijn’. F) Ingeval van (structurele) knelpunten op casusniveau of stagnatie in de uitvoering van trajecten en de uitstroom kan, conform het onder ad 3 gestelde, de trajecthouder of CJG-coach, de Veldregisseur (regio- gemeenten) of Ketenregisseur Dak- en Thuisloze jongeren (Haarlem en Zandvoort) inschakelen (en vice versa) om op te schalen.

Aanvullingen en aanpassingen m.b.t. jongeren uit Haarlem, Zandvoort (vanaf B) A) Bij plaatsing in Spaarnezicht neemt Spaarnezicht binnen een werkdag contact op met de CJG- coach voor het maken van afspraken over de samenwerking (wie, wat, wanneer doe) bij de uitvoering van het onder ad 10.1.b. gestelde. Specifieke afspraken worden door de CJG-coach bij mail bevestigd. Uitzondering hierop is de taakverdeling zoals onder 10.7.D. beschreven. Deze berust op specifieke verantwoordelijkheden van de CJG-coach. B) Binnen 6 weken na melding BCT, is de CJG-coach verantwoordelijk voor het, in nauw overleg met de jongere (en bij plaatsing Spaarnezicht, tevens in nauw overleg met de mentor), dat er een trajectplan gemaakt dat is gericht op maatschappelijk herstel (10.1b.) en tijdige uitstroom (10.1d.) De CJG-coach organiseert een Jeugdcirkel en stelt de Ketenregisseur Dak- en Thuisloze jongeren hiervan op de hoogte. C) De CJG-coach draagt zorg voor een taakverdeling tussen de CJG-coach en (de mentor van) Spaarnezicht. D) De CJG-coach heeft in de Jeugdcirkel de taak om op inhoudelijk niveau trajectplannen tot stand te brengen die juist, volledig en ‘op maat’ zijn. E)Bij bespreking in de Jeugdcirkel is de jongere aanwezig. F)Na bespreking wordt binnen twee weken het trajectplan voor definitief ondertekend door CJG- coach en de jongere. Een kopie wordt opgestuurd naar de partners die in de uitvoering van het plan een actieve rol hebben.

Haarlemse en Zandvoortse zwerfjongeren > Overige opvanglocaties. Voor Haarlemse en Zandvoortse zwerfjongeren zijn er in Haarlem de volgende alternatieve opvanglocaties.

Pitstop Pitstop is een pension voor psychiatrische ex-patiënten. Jongeren kunnen daar worden geplaatst (met toestemming van de Ketenregisseur Dak- en Thuisloze jongeren)onder voorwaarde dat vanaf dag een CJG-coach met die jongeren is verbonden en de CJG-coach plaatsing in Pitstop, gelet op de medebewoners, verantwoord is. Pitstop kan worden ingezet als Spaarnezicht vol is en een jongere in Pitstop (inmiddels) beter op zijn plaats is. In het laatste geval draagt zo een ‘overplaatsing’ bij aan het creëren van ruimte in Spaarnezicht voor een jongere die op de wachtlijst staat of in een budgethotel verblijft.

‘De Schakel’ In 2017 is ‘de Schakel’ toegevoegd aan het palet van alternatieve opvanglocaties in Haarlem. De Schakel beschikt over vier kamers met een gemeenschappelijke keuken en badkamer. Zwerfjongeren kunnen daar worden geplaatst (maximaal verblijf 1 jaar) onder voorwaarde dat

21 Spaarnezicht is gedurende het verblijf van de jongere verantwoordelijk voor (woon)begeleiding en (bemoei)zorg. 48 de plaatsing tot stand komt via de Jeugdcirkel in overleg met Bedrijf en Samenleving. Aan iedere jongere wordt een mentor van Bedrijf en Samenleving. Waar nodig zal er specialistische hulpverlening betrokken worden, bijvoorbeeld een CJG-coach.

Concreet zijn de volgende afspraken gemaakt:

Voorwaarden in- en uitstroom 1,.De voorziening sluit inhoudelijk en procesmatig aan op de uitgangspunten van beleid en uitvoering aangaande de opvang van dak- en thuisloze jongeren. 2.Voorstellen tot plaatsing van dak- en thuisloze jongeren in ‘de Schakel’ kunnen Door Bedrijf en Samenleving worden ingediend bij de Ketenregisseur (= tevens voorzitter van de Jeugdcirkel). 3.Voorstellen tot plaatsing van een kandidaat-bewoner komen uitsluitend tot stand na nauw overleg tussen Bedrijf en Samenleving en de Ketenregisseur. 4.De uitstroom van de jongeren komt tot stand in nauw overleg met Bedrijf en Samenleving en de ketenregisseur voor het borgen van de doorgaande zorglijn. 5.De duur van verblijf en begeleiding in de Schakel bedraagt maximaal 12 maanden; in specifieke uitzonderingsgevallen 18 maanden. Verlenging van de maximale duur gebeurt altijd in samenspraak met Bedrijf en Samenleving en de Ketenregisseur.

Voorwaarden periode van plaatsing De Ketenregisseur voert regie op de in- en uitstroom en zet zo nodig ambulante begeleiding in met betrekking tot de uitvoering van de trajectplannen van de jongeren. De begeleiders van de Schakel en Bedrijf en Samenleving Haarlem en Omstreken: Bieden woon- en leef begeleiding met als doel de zelfredzaamheid van de jongeren zodanig te bevorderen dat zij voorafgaand aan de uitplaatsing in staat zijn om zelfstandig kunnen wonen (huishouden runnen en financiën te beheren), actief participeren in de samenleving (scholing/werk), een sociaal ondersteunend netwerk hebben opgebouwd en in staat zijn deze te onderhouden. Activeren en ondersteunen de jongeren proactief bij het zelfstandig zoeken en regelen van huisvesting en inrichting.

CoWonen In 2017 is het project CoWonen toegevoegd aan het pallet aan alternatieve opvanglocaties. Met het project kunnen we maximaal 6 jongeren op jaarbasis een plaats bieden in de Schoterhof. Doelstelling is om jongeren die nog niet zelfstandig kunnen wonen te plaatsen in Schoterhof waar ze begeleiding en ondersteuning krijgen gericht op o.a. zelfstandig kunnen wonen en arbeidsmarktgerichte activering (scholing/werk). CoWonen zal niet voor elke jongere geschikt zijn. Zo geldt de voorwaarde dat zij minimaal 4 uur per week vrijwilligerswerk moeten verrichten in Schoterhof. Dit ten behoeve van de bewoners. De plaatsing komt tot stand via het CJG, Kenterjeugdhulp, de Jeugdcirkel en het WMO loket. De trekker van het project ‘Schoterhof’ is Kenter jeugdhulp. Voorafgaand aan de plaatsing worden tussen en met alle betrokken partijen afspraken gemaakt over de werkprocessen, de te onderscheiden verantwoordelijkheden/bevoegdheden en taakverdeling. Periodiek zal het project gemonitord worden. Het project geldt in principe voor de duur van 2 jaar. Afhankelijk van de geboekte resultaten wordt halverwege 2019 een besluit genomen over de voortzetting van het project.

49

12. Overig hulpverleningsaanbod OGGZ-doelgroep

Behalve maatschappelijke opvang is er voor de OGGZ-doelgroep een breed hulpverleningsaanbod. Hieronder worden de verschillende ketenpartners, samenwerkingsverbanden en hun aanbod benoemd.

12.1 Buitenslapers

12.1.1 Outreachende zorg Daklozen met OGGZ-problematiek die buiten de maatschappelijke opvang verblijven (o.a. buitenslapers), worden bezocht door het ACT-team of het Vangnet en Adviesteam van de GGD (zie ook hieronder). Daklozen die zich in bootjes bevinden worden door de Havendienst aangemeld bij Vangnet en Advies. Vangnet en Advies biedt outreachende bemoeizorg in de vorm van een traject met aandacht voor alle levensgebieden met als doel oplossen van dakloosheid, toe leiden naar zorg en voorkomen van verdere teloorgang.

12.1.2 Was- en doucheservice HVO-Querido HVO-Querido biedt aan buitenslapers een was- en doucheservice. Buitenslapers kunnen dagelijks gratis tussen 16.00 en 17.00 hun was doen en/of een douche nemen.

12.2 Sociaal Wijkteam Haarlem en Zandvoort

In het Sociaal Wijkteam bieden professionals vanuit verschillende disciplines laagdrempelige hulpverlening aan inwoners uit de wijk. Het Sociaal Wijkteam beoordeelt wat voor hulp of ondersteuning er ingezet kan worden, vanuit bijvoorbeeld het sociaal netwerk of hulpverlening. Voorwaarde is dat iemand open staat voor contact met het Sociaal Wijkteam. Er hoeft geen directe hulpvraag te zijn, maar wel enige bereidheid tot medewerking. Het Sociaal Wijkteam werkt in geval van een dreigende huisuitzetting samen met onder andere schulddienstverlening, wijkconsulenten van de woningbouwcorporaties, de wijkagent en andere professionals. Via https://www.sociaalwijkteamhaarlem.nl/locaties/ kan voor de gemeente Haarlem en Zandvoort worden opgezocht bij welk Sociaal Wijkteam iemand terecht kan. Het Sociaal Wijkteam is eveneens onderdeel van het Convenant Preventie Huisuitzettingen (PHU), waarin afspraken gemaakt zijn over het tijdig melden van huurachterstanden door de woningbouwcorporaties. Daarnaast is het Sociaal Wijkteam betrokken bij het project Vroegsignalering Schulden, waarin wordt ingezet op een vroegtijdige en preventieve aanpak van (financiële) problematiek.

Contactgegevens Sociaal Wijkteam Sociaal Wijkteam Haarlem en Zandvoort Telefoonnummers, emailadressen en inloopspreekuren via website Website: www.sociaalwijkteamhaarlem.nl

50

12.3 Meer-team Haarlemmermeer

Het Meer-team is er voor professionals en is geen toegang tot hulp voor inwoners. Professionals kunnen het Meer-team inschakelen als er sprake is van problematiek op meerdere leefgebieden en: • deze problemen niet door de betrokken professionals opgelost kunnen worden of • de hulpverlening vastloopt, de ingezette hulp niet helpt en de hulpverleners en de inwoner er samen niet uitkomen of • er onorthodoxe oplossingen op maat nodig zijn De ondersteuning aan professionals is tijdelijk en kent verschillende gradaties: van het bieden van informatie en advies, tot procesregie met professionals en zo nodig de cliënt al dan niet in combinatie met uitvoerende hulp.

Contactgegevens Meer-team Het Meer-team is telefonisch te bereiken. Telefoon bureaudienst: 088 633 78 32

12.4 Meldpunt Zorg en Overlast (GGD)

Het Meldpunt Zorg en Overlast van de GGD biedt advies, hulp en ondersteuning bij dreigende huisuitzettingen waarbij betrokkene niet open staat voor hulpverlening en/of waar er sprake is van zware, complexe problematiek. Het Meldpunt Zorg en Overlast beoordeelt in deze gevallen of er sprake is van een situatie waarin er bemoeizorg of gedwongen zorg toegepast kan worden. Bemoeizorg is zorg waarbij hulp en ondersteuning geboden wordt terwijl iemand daar niet om vraagt, of deze zelfs weigert. Dit kan enkel ingezet worden wanneer hier een gegronde reden voor is, bijvoorbeeld een dreigende huisuitzetting, ernstige teloorgang of (woon-)overlast bij omwonenden. Er is in de meeste gevallen sprake van complexe problematiek. Waar mogelijk leidt het Meldpunt Zorg en Overlast toe naar reguliere zorg. Het Meldpunt Zorg en Overlast kan daarnaast ook de inschatting maken dat er mogelijk verplichte zorg nodig is. In dat geval kan zij verkennend onderzoek uitvoeren in het kader van de Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (Wvggz), en indien nodig een verzoek tot verplichte zorg indienen bij de Officier van Justitie. Het meldpunt werkt bij dreigende huisuitzettingen nauw samen met verschillende partijen zoals schulddienstverlening en de woningbouwcorporaties, en betrekt waar nodig GGZ, forensische GGZ, LVB expertise en/of verslavingszorg.

Contactgegevens Meldpunt Zorg en Overlast Het Meldpunt Zorg en Overlast is bereikbaar op nummer 023 515 9998 op maandag, dinsdag en woensdag van 9.00 tot 17.00 uur en donderdag tot en met zondag van 9.00 tot 22.00 uur. Of via de mail [email protected].

12.5 Convenant Preventie Huisuitzettingen

In het Convenant Preventie Huisuitzettingen (PHU) hebben de gemeente Haarlem en woningbouwcorporaties Pré Wonen, Elan Wonen en Ymere afspraken gemaakt met betrekking tot het voorkomen van huisuitzettingen door huurachterstanden. De woningbouwcorporatie benadert huurders met

51 een huurachterstand in de eerste maand al actief. Wanneer dit onvoldoende tot verbetering leidt en/of de woningbouwcorporatie inschat dat er meer problematiek speelt wordt een aanmelding gedaan bij het Sociaal Wijkteam.

Het Sociaal Wijkteam beoordeelt de aanwezig problematiek, inclusief een schuldeninventarisatie door een schulddienstverlener. Het is mogelijk de gang naar de deurwaarder uit te stellen wanneer de lopende huur betaald wordt en er een betalingsregeling getroffen is met betrekking tot de achterstand. Als een betalingsregeling niet haalbaar blijkt volgt het opstarten van een minnelijk traject via het team Schuldhulpverlening van de gemeente. Wanneer ook het minnelijk traject niet mogelijk is volgt een aanmelding voor de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) bij de rechtbank. Het Sociaal Wijkteam zorgt waar nodig voor het inschakelen van ketenpartners. De regierol ligt bij het Sociaal Wijkteam of wordt door het Sociaal Wijkteam bij een ketenpartner belegd. De woningbouwvereniging en het Sociaal Wijkteam informeren elkaar actief over het treffen van een betaalregeling en het voldoen van de lopende huur.

Wanneer ondanks bovenstaande interventies vanuit de woningbouwcorporatie, het Sociaal Wijkteam en/of schulddienstverlening de lopende huur niet voldaan wordt, start een procedure tot ontbinding van het huurcontract bij de rechtbank. Als het vonnis tot ontruiming is uitgesproken ontvangt de troubleshooter van de gemeente hier bericht van zodra de datum van uitzetting bekend is. De troubleshooter neemt nogmaals actief actie om een betalingsregeling te treffen ter voorkoming van huisuitzetting. De werkafspraken binnen het convenant hebben geen betrekking op een (dreigende) huisuitzetting als gevolg van strafbare feiten zoals fraude, hennep of overbewoning.

12.6 Aanpak Woonoverlast

Er zijn verschillende partijen betrokken bij de aanpak van woonoverlast waaronder inwoners zelf, verhuurders (o.a. woningbouwcorporaties), gemeente, politie en zorgpartijen. Het Handboek Woonoverlast van de gemeenten Haarlem en Zandvoort biedt een overzicht van mogelijke interventies in de aanpak van woonoverlast, van licht naar zwaar. In de eerste plaats is de insteek om in te zetten op het op gang brengen een onderling gesprek, eventueel met ondersteuning van Buurtbemiddeling, wijkagent of mediation. Indien er sprake is van (vermoedens van) achterliggende problematiek zijn er diverse partijen die de bewoners ondersteuning en/of hulpverlening kunnen bieden, zoals het Sociaal Wijkteam of het Meldpunt Zorg en Overlast. In geval van overlast door verloedering en ernstige vervuiling kan casuïstiek besproken of aangemeld worden bij Hygiënisch Woningtoezicht (HWT) van de GGD. Wanneer noodzakelijk bestaan er verschillende maatregelen vanuit het verplichte kader. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld een gedragsaanwijzing, een last onder dwangsom of een procedure om iemand tijdelijk uit de woning te plaatsen.

12.7 Vangnet en Advies Zuid Kennemerland en Haarlemmermeer

Het Vangnet- en Adviesteam biedt in de regio Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer outreachende bemoeizorg en zorgcoördinatie aan thuiswonende mensen met complexe problematiek en aan daklozen die niet (of onregelmatig) in de maatschappelijke opvang verblijven, waaronder buitenslapers. Vangnet en Advies leidt (zorgmijdende) cliënten met complexe problematiek toe naar reguliere hulpverlening. Doel is het voorkomen van dakloosheid, teloorgang en overlast.

52

Burgers, mensen uit de naaste omgeving en professionals kunnen aanmelden bij Vangnet en Advies. Ook het VroegSignaleringsOverleg (VSO) meldt hier aan. De BCT leidt cliënten toe naar Vangnet en Advies wanneer zij in de onderzoeksperiode minder dan 10 van de 14 dagen in de maatschappelijke opvang hebben geslapen. In geval van acute zorg of wanneer het om buitenslapers gaat, leidt de BCT direct toe naar Vangnet & Advies. Het team werkt nauw samen met woningcorporaties, maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ instellingen, gemeenten en politie. Deze samenwerking is noodzakelijk om de juiste aanpak te realiseren. Daarnaast vervult het team een adviesfunctie voor gemeenten, hulpverlenende en andere betrokken instanties.

Contactgegevens Vangnet en Advies Zuid Kennemerland Vangnet en Advies ZK Openingstijden: werkdagen van 9.00 -17.00 Telefoon: 023 – 515 99 98 Email: [email protected] Website: www.ggdkennemerland.nl

12.8 Vangnet en Advies Midden Kennemerland

Het vangnet en Adviesteam in Midden Kennemerland is een samenwerkingsverband tussen Dijk en Duin, RIBW, Brijder Verslavingszorg, GGD Kennemerland, en Socius. Organisatorisch is het team een onderdeel van Dijk en Duin. Het team biedt in de regio Midden Kennemerland outreachende bemoeizorg en zorgcoördinatie aan thuiswonende mensen met complexe problematiek en aan daklozen die niet (of onregelmatig) in de maatschappelijke opvang verblijven, waaronder buitenslapers. Vangnet en Advies leidt (zorgmijdende) cliënten met complexe problematiek toe naar reguliere hulpverlening. Doel is het voorkomen van dakloosheid, teloorgang en overlast. Doel is het voorkomen van dakloosheid, teloorgang en overlast. Burgers, mensen uit de naaste omgeving en professionals kunnen aanmelden bij Vangnet en Advies. Ook het VroegSignaleringsOverleg (VSO) meldt hier aan. Het team werkt nauw samen met de moederorganisaties, andere hulpverlenende instanties, woningcorporaties, wijkteams, gemeenten en politie. Deze samenwerking is noodzakelijk om de juiste aanpak te realiseren. Daarnaast vervult het team een adviesfunctie voor gemeenten, hulpverlenende en andere betrokken instanties.

Contactgegevens Vangnet en Advies Midden Kennemerland Vangnet en Advies Midden Kennemerland Leeghwaterweg 1A 1951 NA Velsen-Noord Telefoon: 088 – 35 80 290 Email: [email protected]

12.9 ACT

Het ACT team verleent in Haarlem intensieve, outreachende (bemoei)zorg aan cliënten met een ernstige psychiatrische aandoeningen (vaak dubbeldiagnose) met complexe problematiek op verschillende

53 leefgebieden. Via outreachende zorg en lange adem worden (vaak zorgmijdende) cliënten toe geleid naar reguliere hulpverlening. Cliënten worden aangemeld door ketenpartners of komen in zorg door “casefinding” van het ACT zelf.

Contactgegevens ACT Secretariaat ACT-team Wilhelminastraat 10 2011 VM Haarlem Telefoon: 023 – 58 32 300 (secretariaat voor algemene vragen) Bureaudienst ACT-team: 06 – 22 51 64 29 (nummer voor cliënten en hulpverleners) Email: [email protected]

12.10 Brijder Verslavingszorg

Brijder Verslavingszorg biedt verslavingszorg in de hele regio vanuit de Zorgverzekeringswet. Daarvoor is een verwijzing van de huisarts nodig. Brijder biedt kortdurende (groeps)behandeling en sociale verslavingszorg. Sociale verslavingszorg is een langdurende behandeling bij cliënten die een combinatie van ernstige verslavingsproblematiek, psychische problemen en problemen op maatschappelijk- en sociaal gebied hebben. Brijder heeft in Haarlem een methadon/medicatie poli.

Daarnaast levert Brijder een bijdrage aan het toe leiden naar verslavingszorg van cliënten uit de OGGZ- doelgroep. Belangrijkste vindplaats is de gebruiksruimte voor drugs en alcohol in de maatschappelijke opvanglocatie Wilhelmina. In Beverwijk heeft Brijder samen met Actief Talent een inloop voor de OGGZ- doelgroep.

Contactgegevens Brijder:

Brijder Haarlem Richard Holkade 4 2033 PZ Haarlem Telefoon: 088 – 35 83 800 Email: [email protected] Website: www.brijder.nl/onze-locaties/verslavingszorg-haarlem-hoofdkantoor

Brijder Sociale Verslavingszorg Haarlem Zijlweg 148c 2015 BJ Haarlem Telefoon: 088 – 35 83 880 Email: [email protected] Website: www.brijder.nl/onze-locaties/verslavingszorg-haarlem-zijlweg

Haarlemmermeer Brijder Hoofddorp Spaarnepoort 1 2134 TM Hoofddorp Telefoon: 088 – 35 83 5 10 Email: [email protected] Website: www.brijder.nl/onze-locaties/verslavingszorg-hoofddorp-kliniek 54

Midden-Kennemerland Brijder Velsen-Noord - Midden Kennemerland Leeghwaterweg 1A 1951 NA Velsen-Noord Telefoon: 088 – 35 83 715 Email: [email protected] Website: www.brijder.nl/onze-locaties/verslavingszorg-midden-kennemerland

12.11 Medisch spreekuur Damiate

Damiate is een laagdrempelig medisch spreekuur voor dak- en thuislozen die geen huisarts en/of tandarts hebben. Het verpleegkundig inloopspreekuur vindt twee maal per week plaats bij Stem in de Stad. De sociaal verpleegkundige biedt directe verpleegkundige zorg en verwijst zo nodig door naar de huisartsen en een tandarts met wie wordt samengewerkt. Damiate stelt ook de indicatie voor opname op de ziekenboeg.

Contactgegevens Spreekuur Damiate: Spreekuur is elke dinsdag en donderdag van 14.00 – 15.30 Stem in de Stad Nieuwe Groenmarkt 22 2011 TW Haarlem

12.12 Dagbestedingsorganisaties

Uitgangspunt is om aan alle cliënten van de maatschappelijke opvang een vorm van dagbesteding te bieden. Dit is onderdeel van het trajectplan. Binnen de nachtopvang is dagbesteding mogelijk op locatie in de vorm van corveetaken. Er zijn diverse ketenpartners die extern dagbesteding bieden voor de doelgroep: Actief Talent, Ecosol, Roads, Leger des Heils en Bijna Gratis Markt. In bijlage 19 is een overzicht opgenomen van alle activiteiten die de organisaties bieden, inclusief contactgegevens. Een beschikking maatwerkvoorziening Wmo voor dagbesteding in Haarlem is niet (meer) nodig. Dagbesteding is onderdeel van de basisinfrastructuur en daarmee vrij toegankelijk.

De Vrijwilligerscentrale Haarlem en omstreken bemiddelt in vrijwilligerswerk voor deze doelgroep in de regio Zuid-Kennemerland. Voor mensen die extra steun en aandacht nodig hebben, is het mogelijk een afspraak voor het “Spreekuur extra” te maken.

Contactgegevens dagbestedingsorganisaties Zie bijlage 19 voor aanbod en contactgegevens dagbestedingsorganisaties

Contactgegevens Vrijwilligerscentrale Vrijwilligerscentrale Haarlem en omstreken Nieuwe Groenmarkt 51 2011 TV Haarlem Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 16.00 uur

55

Telefoon: 023-531 48 62 E-mail: [email protected] Website: www.vwc-haarlem.nl

12.13 Stem in de Stad

Stem in de Stad biedt verschillende activiteiten en voorzieningen voor de OGGZ-doelgroep. Aanloopcentrum: Het Aanloopcentrum biedt een laagdrempelige inloop voor thuisloze en eenzame burgers, vaak met multi-problematiek. Het Aanloopcentrum is van 11:00 - 13:00 (di t/m vrij) en 14:00 - 16:00 (dagelijks) geopend. Eetvoorziening: Bij de eetvoorziening bij Stem in de Stad kunnen daklozen en/of verslaafden drie maal in de week (maandag, woensdag en vrijdag van 17.00 – 17.30) gratis een maaltijd krijgen. Loket in de Stad: biedt laagdrempelig informatie en advies aan dak- en thuislozen. Het spreekuur vindt plaats op dinsdag, donderdag en vrijdag van 11.00 – 13.00. Postadres: Mensen zonder vaste verblijfsplaats die geen uitkering van de gemeente ontvangen maar een andere inkomstenbron hebben kunnen bij Stem in de Stad een postadres krijgen. Openingstijden: van dinsdag tot en met vrijdag tussen 11.00 en 13.00. Aanvraag via de BCT. Straatpastor: De straatpastor van Stem in de Stad biedt dak- en thuislozen en verslaafden een luisterend oor en leidt ze zo mogelijk toe naar zorg of hulpverlening. Damiate: Stem in de Stad biedt onderdak aan het medisch spreekuur van Damiate (zie hierboven).

Contactgegevens Stem in de Stad: Stem in de Stad Nieuwe Groenmarkt 22 2011 TW Haarlem Telefoon: 023 – 534 2891 Email: [email protected] Website: www.stemindestad.nl

12.14 Zorg en Veiligheidshuis

12.14.1 Afstemmingsplatform complexe casuïstiek In het Zorg en Veiligheidshuis werken de regiogemeenten, justitiële organisaties, (lokale) zorginstanties, GGZ, GGD en jeugdzorg samen. Het Veiligheidshuis is het platform waar professionals complexe casuïstiek, waarbij een combinatie van repressieve, bestuurlijke en zorg interventies wenselijk is, kunnen voorleggen aan andere partners. Het doel is om gezamenlijk tot een afgestemde aanpak te komen waarmee wordt voorkomen dat partnerorganisaties uit verschillende ketens en domeinen elk een gedeelte van de problematiek aanpakken en/of langs elkaar heen werken. Het concrete resultaat van de samenwerking is een integrale probleemanalyse van de casus met een afstemmingsplan, met daarin concrete afspraken over de verschillende interventies, inzet van partners en eventuele vervolgstappen en monitoring.

12.14.2 Nazorg ex-gedetineerden Gemeenten zijn verantwoordelijkheid voor het organiseren van de uitvoering van de nazorg van ex- gedetineerden op de leefgebieden identiteitsbewijs, huisvesting, werk/inkomen, schulden en zorg. Het Coördinatiepunt Nazorg Ex-gedetineerden is ondergebracht bij het Zorg en Veiligheidshuis.

56

Bij het Coördinatiepunt komen alle detentiemeldingen binnen van burgers uit Kennemerland. Het Coördinatiepunt screent, duidt de hulpvraag van de gedetineerde en stelt een individueel re-integratieplan voor de verschillende leefgebieden. Het Coördinatiepunt zorgt ervoor dat verschillende organisaties en instellingen rondom de gedetineerde met elkaar in contact zijn en dat interventies en acties op elkaar worden afgestemd. Het fungeert ook als verbindende schakel tussen de PI, de gemeente en ketenpartners.

Contactgegevens Zorg en Veiligheidshuis Veiligheidshuis Koudenhorn 2 2011 JC Haarlem Telefoon: 088 – 16 80 340

12.15 Forensische zorg

12.15.1 De Waag De Waag biedt ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg (ggz) in heel Nederland, waaronder Haarlem. De Waag biedt gespecialiseerde zorg voor mensen die grensoverschrijdend of strafbaar gedrag combineren met een psychische stoornis. Cliënten worden doorverwezen door bijvoorbeeld de huisarts of door politie of justitie, maar mensen komen ook vrijwillig. In al de behandelingen werkt De Waag aan het voorkomen van grensoverschrijdend of strafbaar gedrag. De Waag richt zich ook op jeugdige cliënten vanaf 12 jaar.

Contactgegevens De Waag – Haarlem De Waag – Haarlem Oostvest 60 2011 AK Haarlem Telefoon: 023 – 53 38 191 E: [email protected] Website: www.dewaagnederland.nl

12.15.2 Ambulant Centrum Fivoor en FACT Team Fivoor Het ambulant centrum en het forensisch FACT team (intensieve outreachende zorg) bieden (ambulante) hulp aan cliënten met complexe problematiek op het gebied van verslaving, psychiatrie en (licht) verstandelijke beperkingen. Het betreft vooral cliënten in een juridisch kader (ong. 85%) die in contact met politie en justitie (dreigen te) komen of regelmatig in detentie verblijven. Of vrijwillig aan cliënten waar de veiligheid van het systeem/maatschappij of de veiligheid van cliënt zelf in het geding is. Uitgangspunt is de veiligheid van de samenleving of in engere zin het voorkomen van recidive en overlast. Iedereen met complexere problemen (inclusief jongeren) kan er terecht. De behandeling bestaat uit een geïntegreerde aanpak van verslavingsproblematiek, psychiatrische problematiek en problemen die gepaard gaan met een (licht) verstandelijke beperking, huiselijk geweld al dan niet in combinatie met justitiële bemoeienis, en de aanpak van schulden en problemen op het gebied van huisvesting. Waar nodig wordt doorverwezen naar reguliere hulpverlening. Fivoor opereert in Haarlem e.o, Midden Kennemerland en Zaanstreek .

57

Contactgegevens Ambulant Centrum Fivoor Ambulant Centrum Fivoor Zijlweg 148c 2015 BJ Haarlem Telefoon: 088- 357 94 84 Website: www.fivoor.nl

12.16 Reclassering

12.16.1 Reclassering Nederland Reclassering Nederland adviseert, controleert en begeleidt verdachten en veroordeelden. Reclassering Nederland heeft in de strafrechtketen van begin tot eind contact met verdachten en veroordeelden. Er wordt samengewerkt met de directe ketenpartners als politie, Openbaar Ministerie, rechtbank, gemeenten en het gevangeniswezen, maar ook met psychiatrische instellingen, verslavingszorg en woningbouwverenigingen.

Contactgegevens Reclassering Nederland Reclassering Nederland kantoor Haarlem Adres Oostvest 60, 2011 AK Haarlem Telefoon: 088 - 80 41 203 Website: www.reclassering.nl

12.16.2 Leger des Heils De reclassering van dak- en thuisloze volwassenen gebeurt door het Leger des Heils door middel van toezicht, begeleiding en advies. Na een veroordeling krijgen cliënten een meldplicht opgelegd en wordt door een toezichthouder onderzocht wat nodig is om recidive te voorkomen. Hierbij kunnen behandeling en begeleiding op gebied van wonen worden ingezet. De toezichthouder houdt toezicht op de gestelde bijzondere voorwaarden. Het Leger des Heils is gespecialiseerd in dakloze cliënten en zwerfjongeren.

Contactgegevens Reclassering Leger des Heils Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering Weesperzijde 70 1091 EH Telefoon: 020 - 562 3700

12.16.3 GGZ Reclassering Fivoor De taken van Fivoor op het gebied van reclassering zijn drieledig: • Advisering omtrent verdachten en veroordeelden aan Openbaar Ministerie , Rechterlijke Macht en Justitiële inrichtingen over de recidive risico’s en strafoplegging al dan niet met verplichtingen. • Toezicht houden op verdachte dan wel veroordeelde personen. • Uit laten voeren van opgelegde taakstraffen. Fivoor is gespecialiseerd in verslaafde en ernstig psychiatrische cliënten.

58

Contactgegevens GGZ Reclassering Fivoor Zijlweg 148 c - III 2015 BJ Haarlem Telefoon: 088 - 3579484 Website: www.fivoor.nl

12.17 Geestelijke Gezondheidszorg

12.17.1 GGZ inGeest (Zuid Kennemerland en Haarlemmermeer) GGZ inGeest biedt specialistische hulp bij zwaardere, ingewikkelde psychiatrische problematiek. De hulp kan bestaan uit: • acute hulp in geval van crisis • poliklinische hulp • dagbehandeling • opname in een kliniek • behandeling en activerende begeleiding vanuit F-ACT-teams Er is altijd een verwijzing nodig van de huisarts of een andere verwijzer.

Contactgegevens GGZ inGeest GGZ inGeest Locatie Zuiderpoort Haarlem Amerikaweg 2 2035 RA Haarlem Telefoon: 023 518 7222 (ma t/m do 08.00 - 20:00 uur en vr 08:00 - 18:00 uur) Telefoon Poli volwassenen: 023 518 7400 Telefoon F-ACT Haarlem: 023 518 7220

Locatie Spaarnepoort Hoofddorp Spaarnepoort 1 2134 TM Hoofddorp Telefoon 023 890 3100

Locatie Bennebroek 113 2121 AD Bennebroek Telefoon 023 583 2911

Crisisdienst GGZ inGeest GGZ inGeest - locatie Zuiderpoort Spoedeisende psychiatrie Kennemerland Amerikaweg 2 2035 RA Haarlem Telefoon (24 uur per dag): 088 788 5077

Website: www.ggzingeest.nl

59

12.17.2 Dijk en Duin (IJmond) Dijk en Duin biedt specialistische psychiatrie, met name volwassen mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) en oudere mensen met ernstige geheugenproblemen. De hulp kan bestaan uit: • acute hulp in geval van crisis • (intensieve) behandeling thuis • opname in een kliniek • behandeling en activerende begeleiding vanuit F-ACT-teams Er is altijd een verwijzing nodig van de huisarts of een andere verwijzer.

Contactgegevens Dijk en Duin Algemeen bezoekadres Dijk en Duin Oude Parklaan 125 1901 ZZ Telefoonnummer: 088 – 35 80 000 Informatieservice: 088 – 35 80 100 Email: [email protected] Website: www.dijkenduin.nl Kijk op de website voor de overige locatie- en contactgegevens

12.18 Zorg voor verstandelijk beperkten

Zorg en begeleiding aan mensen met een verstandelijke beperking of autisme wordt geboden door MEE en SIG. Het gaat om begeleiding op alle levensgebieden.

Contactgegevens MEE

Regiokantoor Zuid-Kennemerland Oostvest 60 2011 AK Haarlem Telefoonnummer: 088 6 522 522 Email: [email protected] Website: www.meenwh.nl

Regiokantoor IJmond Laan van Assumburg 97 1962 TL Heemskerk Telefoonnummer: 088 6 522 522 Email: [email protected] Website: www.meenwh.nl

Regiokantoor Amstel en Zaan (voor Haarlemmemermeer) Derkinderenstraat 10-18 1062 DB Amsterdam Telefoon: 020 512 72 72 Email: [email protected] Website: www.meeaz.nl

Contactgegevens SIG Regio ZK en IJmond

60

Stichting SIG Postbus 101 1940 AC Beverwijk Telefoon: 0251 - 257 857 Email: [email protected] Website: www.sig.nu

12.19 Opvang en begeleiding dak- en thuislozen Schiphol

Dak- en thuislozen die zich op het terrein van Schiphol bevinden, worden opgevangen en begeleid naar maatschappelijke opvang en zorg door Schiphol Social Work (SSW). Als een dakloze door SSW begeleid wordt en afkomstig is uit de regio, kan SWW rechtstreeks contact opnemen met de BCT voor een intake. De reguliere route via de gemeente van herkomst kan worden overgeslagen.

Contactgegevens Schiphol Social Work Telefoon: 020 - 341 77 32 / 06 - 55 34 87 81 Email: [email protected] Website: www.schipholsocialwork.nl

12.20 Veilig Thuis

Veilig Thuis Kennemerland is het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling in de regio IJmond, Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer. Veilig Thuis is er voor professionals en burgers die te maken hebben met huiselijk geweld of kindermishandeling bij henzelf of in hun omgeving. Veilig Thuis is 24 uur per dag telefonisch bereikbaar het vragen van advies of het doen van een melding.

Contactgegevens Veilig Thuis Veilig Thuis Postbus 6033 2001 HA Haarlem Telefoon: 0800 - 2000 (gratis, 24/7) voor informatie, advies en meldingen. 088 - 8006200 (lokaal tarief) voor overige vragen of direct contact met Veilig Thuis Kennemerland Website: www.veiligthuis-ken.nl

12.21 Blijf

De plaatsing voor de noodopvang kan alleen via Veilig thuis. Zie bijlage 22 voor het afwegingskader van Veilig thuis voor het afwegingskader plaatsing Blijf of de Maatschappelijke opvang. Als er geen noodopvang nodig is maar wel begeleiding kan er via de bureaudienst een aanmelding worden gedaan. 1. Telefonische begeleiding: De hulplijn biedt een luisterend oor voor iedereen die dat nodig heeft. Zij geven adviezen en verwijzen, indien nodig door, naar passende hul 61

2. Ambulante Begeleiding: Kortdurende begeleiding voor volwassenen die te maken hebben met huiselijk geweld. De begeleiding is ambulant (niet in de opvang). 3. Oranje Thuis huis: Intensieve begeleiding voor gezinnen waar huiselijk geweld langdurig en bij herhaling speelt. De begeleiding vindt plaats in de thuissituatie. De term oranje staat voor de stoplichtkleur oranje. Bij groen is sprake van geweld, maar is de veiligheid te herstellen met eenvoudige maatregelen. Rood staat voor extreme dreiging waarbij vrouwen en kinderen moeten vluchten en de politie wordt ingeschakeld. Bij oranje is het geweld zodanig dat er hulp nodig is om de situatie te doorbreken. Op deze hulp is het Oranje Huis toegesneden.

Contactgegevens BLIJF Hulp en advies: 088 234 24 50 Algemeen: 088 234 24 00

12.22 Juridisch Loket

Het juridisch loket geeft gratis juridisch advies op allerlei terreinen zoals inkomen en schulden, werk, politie en justitie, echtscheiding.

Contactgegevens Juridisch Loket Bezoekadres: Stationsplein 70 2011 LM Haarlem Postadres: Postbus 2252 2002 CG Haarlem Inloopspreekuur dinsdag en donderdag van 09.00 - 11.00 uur Telefoon: 0900 8020 (€ 0,25 p/m) Email: via website contactformulier Website: www.juridischloket.nl

62

13. Bijlagen

63

Bijlage 1 Overzicht overlegvormen en deelnemers

Overleg: Operationeel overleg zorg en veiligheid

Frequentie: Elke week op dinsdag om: 15.00 – 15.30: Veiligheidsoverleg 15.30 – 16.30: Operationeel Overleg Zorg (even weken) Overleg Outreachende Bemoeizorg (oneven weken) Voorzitter: GGD Notulist: GGD Locatie: Wilhelmina Deelnemende organisaties: Zorg Bemoeizorg Veiligheid

ACT X X X Actief Talent X Alpha Security X Brijder X X X Ecosol X Gem. Haarlem afd. V&H X Gem. Haarlem afd. Werk en Inkomen X X GGD Vangnet en advies X X X GGD BCT X GGD veldregisseur X X X GGZ inGeest (psychiater) X HVO-Querido X X Leger des Heils X X X Fivoor X X X Politie X RIBW X X Stem in de Stad X Veiligheidshuis X agendalid X

Overleg: Beleidsoverleg OGGZ-keten Agendalid Op afroep

Frequentie: Eens per maand op dinsdagochtend 9.00 -11.00 Voorzitter: Gemeente Haarlem afd. MO Notulist: Gemeente Haarlem afd. MO Locatie: Wilhelmina Deelnemende organisaties: ACT /GGZ inGeest Brijder Clientenvertegenwoordiging Gem. Haarlem afd. V&H Gem. Haarlem afd. MO

64

GGD Zorg en BCT HVO-Querido Leger des Heils Fivoor Politie RIBW Veiligheidshuis X X BW instellingen X Blijf Groep X Vertegenwoordiging regiogemeenten X

Overleg: Operationeel Overleg Zorg MO Haarlemmermeer Frequentie: eens in de maand op donderdag om 14.00 – 15.30 uur Voorzitter: GGD Notulist: GGD Locatie: MO Haarlemmermeer Deelnemende Organisaties: MO Haarlemmermeer/RIBW Meerteam Gemeente Haarlemmermeer afd MO Gemeente Haarlemmermeer afd W&I Gemeente Haarlem Veilig Thuis GGD JGZ GGD Veldregie GGD BCT Nazorg Ex-gedetineerden - Agendalid

Overleg: Verlengd Beleidsoverleg OGGZ-keten t.b.v. opgeschaalde casuistiek

Frequentie: Zo nodig eens per maand op dinsdagochtend aansluitend op het Beleidsoverleg Voorzitter: Veldregisseur GGD Notulist: Veldregisseur GGD Locatie: Wilhelmina Deelnemende organisaties Betrokken organisaties op uitnodiging van veldregisseur

Overleg: Beheersoverleg Wilhelmina

Frequentie: Eens per maand op donderdag (tijdstip nader te bepalen) Voorzitter: Gemeente Haarlem V&H Notulist: Gemeente Haarlem V&H Locatie: Wilhelmina Deelnemende organisaties: Gem. Haarlem afd. V&H

65

HVO-Querido Politie GGD BCT GGD veldregisseur (agendalid)

Overleg: Jaarlijks netwerkbijeenkomst

Frequentie: Minimaal eens per jaar Organisatie: Wisselend een van de ketenpartners (GGD organiseert 2018) Deelnemende organisaties: alle ketenpartners op zowel management- als bestuurlijk niveau

66

Bijlage 2 Trajectplan

Trajectplan Naam client Geboortedatum Datum intake Trajecthouder Domeinen Huisvesting Huidige situatie

Doel Financiën Huidige situatie

Doel Werk/dagbesteding & opleiding (1) Huidige situatie

Doel

Activiteiten dagelijks leven (2) Huidige situatie

Doel Maatschappelijke participatie (3) Huidige situatie

Doel Huiselijke relaties (4) Huidige situatie

Doel Sociaal netwerk (5) Huidige situatie

Doel Lichamelijke gezondheid Huidige situatie

Doel Geestelijke gezondheid Huidige situatie

Doel Middelengebruik (6) Huidige situatie 67

Doel Politie/Justitie (7)

Huidige situatie

Doel Toegespitste informatie

Concrete vraag/ probleem Mening client Afspraken advies Datum Vervolgende bespreking Evaluatie

Noten:

1. Inkomen, schulden, etc 2. Zelfverzorging: voldoende eten, wassen, woning schoonhouden, zelfstandig of met hulp reizen. 3. Deelname aan organisaties anders dan dagbesteding en vrijwilligerswerk. Vb inzet muziekgroep, sporten. 4. Wel of geen problemen met andere leden van het huishouden. 5. Contact met familie en/of vrienden. Belemmerende of ondersteunende contacten. 6. Verslaving, lichamelijke of geestelijke problemen als gevolg van gebruik van middelen. 7. Frequentie van contact met politie of justitie vanwege strafbare feiten. Wel of geen strafblad.

68

Bijlage 3 Afwegingskader plaatsing Maatschappelijke Opvang

De maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen is toegankelijk voor iedereen die in Nederland woont. Zo staat het in de wet (WMO). De bestuurders van de centrumgemeenten hebben over de landelijke toegang afspraken gemaakt. Volgens de richtlijnen van de VNG Handreiking Landelijke toegang maatschappelijke opvang zorgt de gemeente Haarlem er voor dat iedere dak- en thuisloze burger een beroep kan doen op de Maatschappelijke Opvang. Burgers die een beroep doen op de maatschappelijke opvang, kunnen zich in Haarlem melden bij de Brede Centrale Toegang (BCT). De BCT indiceert burgers voor de maatschappelijke opvang in de VRK regio Kennemerland (bestaande uit subregio’s Haarlemmermeer, Zuid Kennemerland en Midden Kennemerland). De BCT bepaalt of daklozen in aanmerking komen voor maatschappelijke opvang en op welke MO locatie cliënten het beste tot zijn recht komt. Dat doen zij als zij: • niet zelfredzaam genoeg zijn om zelf regie te voeren over hun eigen probleem én oplossing22 • en niet terug kunnen vallen op voorliggende voorzieningen en/of eigen sociale netwerk • of behoren tot de groep uitgeprocedeerde asielzoekers en ongedocumenteerden. Aan deze groep wordt vooralsnog opvang in de vorm van bed-bad-brood aangeboden.

Daklozen die alleen op het gebied van huisvesting niet zelfredzaam zijn en niet terug kunnen vallen op voorliggende voorzieningen en/of eigen sociale netwerk worden “economisch daklozen” genoemd. De opvang van economisch daklozen is een lokale taak. De BCT geleidt economisch daklozen uit andere gemeenten terug naar de gemeenten van herkomst. Economisch dakloze(n) gezinnen uit Haarlem worden opgevangen in de maatschappelijke opvang locatie Velserpoort.

Het besluit van de BCT wordt bekrachtigd in een beschikking (een officieel besluit) Gemeenten conformeren zich aan dat oordeel. Overwogen kan worden om een geschillencommissie in te stellen in het geval een gemeente een principieel bezwaar heeft tegen de beoordeling door de BCT.

Criteria en beoordeling Burgers komen in aanmerking voor maatschappelijke opvang in Haarlem als ze daadwerkelijk dakloos zijn (feitelijk op straat staan), niet kunnen terugvallen op voorliggende voorzieningen of hun sociaal netwerk. De BCT beoordeelt in een intake aan de hand van de Zelfredzaamheid-Matrix de mate van zelfredzaamheid. De Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) is een instrument om aanvragers te screenen, problemen van cliënten te inventariseren of de ontwikkeling van cliënten te volgen. Met dit instrument kunnen behandelaars, beleidsmakers en onderzoekers in de (openbare) gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en gerelateerde werkvelden de mate van zelfredzaamheid van hun cliënten beoordelen. Het instrument wordt toegelicht op (en is te downloaden van) www.zelfredzaamheidmatrix.nl.

Tijdens de intake met de burger vraagt de zorgcoördinator van de BCT naar de huidige situatie op 11 levensdomeinen van de ZRM, naar eventuele problemen en wat de burger doet om die problemen op te lossen. De 11 domeinen van de ZRM zijn: Inkomen, Dagbesteding, Huisvesting, Gezinsrelaties, Geestelijke gezondheid, Fysieke gezondheid, Verslaving, ADL-vaardigheden, Sociaal netwerk, Maatschappelijke

22 Zwerfjongeren worden gezien als een aparte categorie. Het zijn ‘feitelijk of residentiële daklozen onder de 23 jaar met meervoudige problemen’. Er gelden daarmee vergelijkbare criteria voor toegang tot de maatschappelijke opvang als voor volwassenen. Alleen kunnen er vanwege hun leeftijd en achtergrond andere arrangementen gelden, bijvoorbeeld vanwege betrokkenheid van de jeugdzorg. Binnen onze regio is een maatschappelijke opvangvoorziening gespecialiseerd in de opvang van zwerfjongeren. (Spaarnezicht). Hoofdstuk 10 beschrijft de processen rondom zwerfjongeren.

69 participatie, en Justitie. Dit zijn de noodzakelijke en niet-overbodige gebieden die in iedere volwassen persoon (in de Nederlandse samenleving) bepalend zijn voor de effectiviteit, productiviteit en kwaliteit van leven. De zorgcoördinator van de BCT registreert de beoordeling in een trajectplan. Het trajectplan staat in cliëntennet en wordt gedeeld binnen de keten.

De BCT heeft een ruime kennis van de sociale kaart en kan zorgdragen dat kwetsbare personen bij de juiste ketenpartners terecht komen. Bij het doorverwijzen spelen registreren, controleren, monitoren en feedback een belangrijke rol.

Plaatsing in de maatschappelijke opvang Na de aanmelding en de beoordeling door de zorgcoördinator van de BCT wordt besloten in welke centrumgemeente de maatschappelijke opvang van de burger het beste kan plaatsvinden. Dat is de centrumgemeente of regio waar de kans op een succesvol traject voor de burger het grootst is. De volgende belangen en omstandigheden worden meegewogen en vastgesteld: • De aanwezigheid van een positief sociaal netwerk. • Bekendheid bij zorginstellingen of MO instellingen • Redenen om de burger uit zijn sociale netwerk te halen. • De plaats waar aantoonbare bekendheid is bij de hulpverlening en/of politie. • De plaats van geboorte. Een criterium om voor maatschappelijke opvang in een andere dan de aanmeldgemeente in aanmerking te komen, kan zijn dat de burger het laatste jaar vóór zijn aanmelding, aantoonbaar zijn hoofdverblijf in die centrumgemeente of regio had. Dit moet blijken uit inschrijving in de BRP of gegevens van zorginstellingen.

Als na de beoordeling blijkt dat maatschappelijke opvang moet plaatsvinden in een andere gemeente dan de plaats van aanmelding, benadert de zorgcoördinator van de BCT zijn collega in de andere gemeente. Zij maken afspraken over de overdracht van de cliënt.

70

Bijlage 4 Rol Vangnet en Adviesteam GGD bij buitenslapers uit EU-landen

Handhaving geeft via veldregisseur aan Vangnet team door dat er een EU burger buiten slaapt. Wanneer Handhaving de situatie van de buitenslaper zorgelijk vindt, dan zal het Vangnet team de situatie beoordelen en vervolgens adviseren.

De rol van de GGD is dus beoordelen en adviseren. Situatie inschatten op basis van somatische problemen, psychische problematiek en teloorgang. 1 Bij ernstige somatische problemen is het advies melden bij de Huisartsenpost/SEH na 17uur 2 Bij ernstige psychische problemen zal de GGD de crisisdienst inschakelen/ ACT consulteren. 3 Bij teloorgang zal de GGD met de veldregisseur overleggen en monitoren. De GGD zal de EU-buitenslaper wijzen op de mogelijkheid een beroep te doen op de hulp van AMOC in Amsterdam. Voor Oost Europeanen kan verwezen worden naar Barka.

Toelichting AMOC: Adres Stadhouderskade 159 Amsterdam 1074 BC Telefoonnummer +31 (0)20 - 672 11 92 (bereikbaar ma t/m vrijdag 9-18uur) Voor de kwetsbare groep buitenlanders uit EU landen met multiproblematiek heeft AMOC een specifiek aanbod. Ze krijgen overdag opvang in de inloop aan de Stadhouderskade. Ook is er een beperkte nachtopvang waarmee 24 uur per dag opvang in een crisissituatie is gegarandeerd.

Toelichting Barka: Barka NL biedt ondersteuning aan Midden – Oost Europese burgers die in moeilijke economische en sociale situatie verkeren en helpt bij het terugkeren naar hun thuisland. Mobiel team: Mieszko Pospiech Tel: 06 27 48 22 84/ E-mail: [email protected] Katarzyna Skrobol Tel: 06 21 42 92 57/ E-mail: [email protected]

In geval van WNO fase 2: kan deze doelgroep binnen slapen in MO Haarlem. Administratieve verwerking GGD: Namen gaan op de buitenslaperslijst. Bij bijzonderheden wordt er een melding van client aangemaakt in clientennet.

NB Het Vangnet team zal de EU-buitenslaper niet behandelen/in zorg nemen/ opvang bieden.

71

Bijlage 5 Criteria en procesafspraken plaatsing Frans Halspanden

Criteria plaatsing

De Frans Halspanden zijn een midstay-voorziening in de keten van maatschappelijke opvang. Doel van deze opvang is het aanleren van woonvaardigheden zodat cliënten na hun verblijf zelfstandig kunnen gaan wonen (al dan niet met begeleiding). Tijdens het verblijf kan ook blijken dat zelfstandig wonen niet tot de mogelijkheden van de cliënt behoort en dat beschermd wonen of een andere (intramurale) plek passend is.

De cliënt kan in principe zes maanden verblijven in de Frans Halspanden, met een eventuele verlenging van drie maanden. De BCT beoordeelt de plaatsing (op advies van de trajecthouder) en geeft de beschikking af.

De instroom in de Panden zal vooral afkomstig zijn uit de eerste opvangvoorzieningen. Het is echter niet uitgesloten dat ook een “buitenslaper” geschikt wordt geacht in te stromen in de Frans Halspanden.

De Frans Halspanden zijn geen “automatische tussenstap” in de keten. Het is derhalve niet de bedoeling dat elke cliënt bij opname in de maatschappelijke opvang op de wachtlijst voor de Frans Halspanden wordt gezet. Cliënten krijgen op basis van het advies van de trajecthouder, waaruit blijkt dat deze tussenstap noodzakelijk is, een Indicatie voor de Frans Halspanden.

Voor de cliënt gelden de volgende voorwaarden voor opvang in de Frans Halspanden: • De cliënt beschikt over een geldige indicatie voor de maatschappelijke opvang • De cliënt heeft nog niet voldoende woonvaardigheden om zelfstandig te gaan wonen (al dan niet met begeleiding). • De cliënt is geschikt om in een groepsetting te verblijven • De cliënt heeft een eigen inkomen

Procesafspraken plaatsing Frans Halspanden

• Het trajectplan dient als aanmeldformulier, met daarin kort toegelicht waarom de Frans Halspanden een passende plek is. • Er vindt een kennismakingsgesprek met cliënt plaats door medewerkers van de Frans Halspanden. • Wanneer cliënten afwezig zijn (bijvoorbeeld in detentie), kunnen ze op de wachtlijst blijven staan. • Wanneer een cliënt in een (andere) opvangvoorziening of instelling geplaatst is, verliest hij zijn plek op de wachtlijst voor de Frans Halspanden. Voor een eventuele nieuwe plaatsing in de Frans Halspanden, bijvoorbeeld bij vastlopen van het traject, moet de cliënt opnieuw aangemeld worden. • Wanneer cliënten een woning hebben gekregen, moeten zij uiterlijk 2 weken na het verkrijgen van de sleutel uitstromen. In uitzonderlijke gevallen kan uitstel van de uitstroomdatum worden aangevraagd bij de trajectbegeleiding. • Wanneer er een verzoek is vanuit het RIBW of de trajecthouder om de volgorde op de wachtlijst aan te passen, wordt dit ingebracht in het OO Zorg. • Eénmaal per half jaar wordt de wachtlijst Frans Halspanden besproken met het RIBW, HVO- Querido, ACT, GGD, BCT, Veldregisseur GGD.

72 Bijlage 6 Criteria en procesafspraken Ziekenboeg

Op de Transvaal zijn 3 kamers beschikbaar voor de ziekenboeg. Deze kamers zijn beschikbaar voor personen die op straat of in de nachtopvang verblijven en ziek zijn. De GGD-verpleegkundige beoordeelt (vaak in samenspraak met de behandelaar)of iemand al dan niet gebruik kan maken van een ziekenboeg-bed.

Criteria: • Patiënt maakt gebruik van nachtopvang, verblijft op straat, thuisloos • Patiënt moet vanwege ziekte overdag gebruik kunnen maken van een bed • Patiënt kan niet in MO verblijven vanwege infectiegevaar/overdracht • Patiënt heeft aantoonbare nazorg nodig na een (ziekenhuis)opname.

Contra-indicatie: • Chronische medische problematiek • Langdurige revalidatie [meer dan 2 weken} • ADL afhankelijkheid/bedlegerig • Te risicovolle medische situatie • Veiligheidsrisico voor bewoners/medewerkers Transvaal • Patiënt heeft een pandverbod in Transvaal

Duur: • Kortdurend. Indicatie voor 1 week en wordt door GGD verpleegkundige zo nodig verlengd.

Voorzieningen: • Kamer met gedeeld toilet en douche • Transvaal verstrekt 3 maaltijden per dag • Transvaal-team biedt bed-bad-brood • GGD-verpleegkundige biedt ondersteuning aangaande medische problematiek • Trajecthouder blijft begeleiding continueren ten tijde van ziekenboegverblijf

Uitstroom uit de ziekenboeg: • Indien patiënt vóór opname ziekenboeg in de nachtopvang verbleef, blijft het bed beschikbaar voor hem of haar • Indien patiënt vóór opname ziekenboeg niet in de nachtopvang verbleef, kan hij na de ziekenboeg op de reservelijst worden geplaatst. Voor de ex-patiënt geldt vervolgens dezelfde procedure als voor de andere personen op de reservelijst. • In uitzonderlijke gevallen, wanneer iemand vanwege zijn situatie niet buiten kan verblijven, kan er een verzoek bij de veldregisseur worden neergelegd. Zij bespreekt het verzoek met de coördinator van de BCT en zorgcoördinator van HVO-Querido. Gezamenlijk besluiten zij of patiënt binnen kan verblijven bij HVO-Querido gedurende een vooraf bepaalde periode.

Contact: Vragen voor gebruik Ziekenboeg richten aan: Merel Schipper - GGD, tel nr.: 06-10462324 Bij afwezigheid van Merel Schipper contact opnemen met: Meldpunt Zorg & Overlast - GGD, tel nr.: 023-5159998 of BCT - GGD, tel nr.: 0235114477

73 Bijlage 7 Criteria en plaatsingsafspraken plaatsing Pitstop

Dakloze cliënten waarvoor de gewone maatschappelijke opvang geen passende plek is, kunnen in de Pitstop worden geplaatst bij wijze van alternatieve MO-plek. Dit is maatwerk waarbij duidelijk moet zijn dat het alternatief slapen op straat is.

Plaatsing in de Pitstop moet te allen tijde een uitzonderingssituatie zijn en blijven!

De maximale verblijfsduur is drie maanden. Hier kan in overleg met Pitstop in uitzonderlijke gevallen van worden afgeweken. Als bij aanvang van de plaatsing al bekend is dat een langer verblijf wenselijk is, wil de Pitstop dit graag weten zodat hiermee rekening gehouden kan worden. Omdat de verblijfsduur beperkt is, moet er uitstroomperspectief zijn voor de cliënt.

Criteria De criteria zijn voor plaatsing in de Pitstop zijn: • De cliënt is in staat en gemotiveerd om in de Pitstop te verblijven. • Cliënt accepteert begeleiding door de trajecthouder23 . • Cliënten kunnen in aanmerking komen als zij dakloos zijn/in de MO verblijven en: • niet kunnen functioneren in een groep en/of • extreem prikkelgevoelig zijn bijvoorbeeld als gevolg van autisme en/of • een detox hebben ondergaan en/of • afgekickt zijn en terugkeer naar de MO een groot risico op terugval is en/of • tijdelijk opgenomen zijn geweest in de GGZ en/of • er sprake is van een noodgeval en er maatwerk nodig is.

Contra-indicatie voor opname zijn: • actief verslaafd • rolstoelgebruiker • Er is in principe perspectief op uitstroom (b.v. contingentwoning of BW indicatie).

Werkafspraken voor voordracht en plaatsing: • Trajecthouder meldt verzoek tot plaatsing cliënt in de Pitstop bij veldregisseur ter bespreking in het OOZ. • De Pitstop wordt uitgenodigd voor het OOZ door de veldregisseur via de mail: [email protected]. • Pitstop vaardigt een van de werkbegeleiders naar het OOZ af. • Bespreking verzoek tot plaatsing in het OOZ. Daar vindt in ieder geval de toetsing van de criteria voor plaatsing plaats. • De veldregisseur meldt per mail aan de BCT ([email protected]) dat een positief besluit tot plaatsing in de Pitstop is genomen en geeft de naam van de cliënt en van de trajecthouder door. • De trajecthouder neemt contact op met de receptie van de Pitstop om te horen of er plek is en om een intakegesprek te plannen. • Bij akkoord opname door de Pitstop wordt een aanvangsdatum vastgelegd. • De trajecthouder meldt zich met de cliënt bij de BCT. • De BCT geeft bij cliënten die nog geen beschikking MO hebben (in concreto cliënten van ACT of V&A) een gewone MO-beschikking af voor zes maanden. De gemeente ontvangt hiervan een kopie ([email protected]). • Cliënten die al een beschikking hebben (in concreto cliënten die verblijven in de MO) ontvangen geen nieuwe beschikking. De trajecthouder houdt in de gaten wanneer deze beschikking

23 De trajecthouder kan werkzaam zijn bij HVO-QUERIDO Querido, ACT of Vangnet en Adviesteam GGD.

74 verloopt. De BCT stuurt een email naar de gemeente Haarlem ([email protected]) met de naam van de cliënt en de startdatum van verblijf in de Pitstop. • BCT informeert de cliënt over de betaling van de eigen bijdrage: € 12.50,- per nacht. De betaling van de eigen bijdrage vindt plaats bij de BCT. Hiervoor gelden de normale regels van betaling eigen bijdrage. • De BCT informeert de gemeente over afwijkingen bij de betaling van de eigen bijdrage. • Cliënt wordt door Pitstop geplaatst op afgesproken datum. • De trajecthouder blijft de cliënt begeleiden gedurende het verblijf in de Pitstop. • Er vindt in ieder geval na 10 dagen en na 10 weken een evaluatie plaats tussen Pitstop en trajecthouder en zoveel vaker als nodig is. • Als de cliënt zich niet houdt aan de huisregels van de Pitstop of op andere wijze overlast veroorzaakt kan de Pitstop het verblijf beëindigen. In overleg met de trajecthouder wordt de cliënt toe geleid naar de nachtopvang van HVO-Querido of naar een andere passende plaats. Telefoonnummer HVO-Querido voor opvang buiten kantoortijden BCT: 023 – 206 20 22. • Omdat plaatsing in de Pitstop een alternatief is voor opvang in de maatschappelijke opvang, kunnen cliënten gebruik maken van de contingentenregeling. Voorwaarde is dat zij zelfstandig kunnen wonen met begeleiding en zij voldoen aan de andere voorwaarden die hieraan verbonden zijn. • De Pitstop informeert de BCT en de gemeente per mail bij het einde van het verblijf van de cliënt in de Pitstop.

Overzicht contactgegevens Organisatie Naam Telefoonnummer Email

BCT Dolima Mul 06- 52 78 19 61 [email protected] Pitstop Lone Schipper 06 11 08 52 10 Lone.schipper- [email protected] Pitstop Daniel Majoor 06- 50 74 68 94 [email protected] Gemeente Haarlem Nina Kienhuis 06- 42 10 26 09 [email protected] GGD veldregisseur Sylvia Roskam 06- 27 62 95 60 [email protected] ACT Marike Sijbrandij 06- 30 12 29 61 [email protected] HVO-Querido Cor Besselink 06- 12 41 66 31 Cor.besselink@HVO- Queridoquerido.nl HVO-Querido 023- 206 20 22 plaatsing buiten kantoortijden BCT

75 Bijlage 8 Criteria en procesafspraken plaatsing MO Kennemerhof

Criteria plaatsing De MO Kennemerhof is een midstay-voorziening in de keten van maatschappelijke opvang. In de opvang krijgt de cliënt een traject waarin gekeken wordt op welke leefgebieden ondersteuning nodig is en wat een passende vervolgplek is. Het aanleren van woonvaardigheden kan onderdeel zijn van het traject zodat cliënten na hun verblijf in Kennemerhof zelfstandig kunnen gaan wonen (al dan niet met begeleiding). Tijdens het verblijf kan ook blijken dat zelfstandig wonen niet tot de mogelijkheden van de cliënt behoort en dat beschermd wonen of een andere (intramurale) plek passend is.

De cliënt kan in principe zes maanden verblijven in de MO Kennemerhof, met een eventuele verlenging van drie maanden. De BCT beoordeelt de plaatsing (op advies van de trajecthouder) en geeft de beschikking af.

De instroom in de MO Kennemerhof zal vooral afkomstig zijn uit de eerste opvangvoorzieningen. Het is echter niet uitgesloten dat ook een “buitenslaper” geschikt wordt geacht in te stromen in de MO Kennemerhof.

De MO Kennemerhof is geen “automatische tussenstap” in de keten. Het is derhalve niet de bedoeling dat elke cliënt bij opname in de maatschappelijke opvang op de wachtlijst voor de MO Kennemerhof wordt gezet. Cliënten krijgen op basis van het advies van de trajecthouder, waaruit blijkt dat deze tussenstap noodzakelijk is, een Indicatie voor de MO Kennemerhof.

Voor de cliënt gelden de volgende voorwaarden voor opvang in de MO Kennemerhof: • De cliënt beschikt over een geldige indicatie voor de maatschappelijke opvang • De cliënt is afkomstig uit de IJmond * • De cliënt is geschikt om in een groepsetting te verblijven • De cliënt is in staat om in enige mate zelfstandig te wonen • De cliënt heeft een eigen inkomen

Procesafspraken plaatsing MO Kennemerhof • Het trajectplan dient als aanmeldformulier, met daarin kort toegelicht waarom de Kennemerhof een passende plek is. • Er vindt een kennismakingsgesprek met cliënt plaats door medewerkers van Kennemerhof • Wanneer cliënten afwezig zijn (bijvoorbeeld in detentie), kunnen ze op de wachtlijst blijven staan. • Wanneer een cliënt in een (andere) opvangvoorziening of instelling geplaatst is, verliest hij zijn plek op de wachtlijst voor de Kennemerhof. Voor een eventuele nieuwe plaatsing in de Kennemerhof, bijvoorbeeld bij vastlopen van het traject, moet de cliënt opnieuw aangemeld worden. • Wanneer cliënten een woning hebben gekregen, moeten zij uiterlijk 2 weken na het verkrijgen van de sleutel uitstromen. In uitzonderlijke gevallen kan uitstel van de uitstroomdatum worden aangevraagd bij de trajectbegeleiding • Wanneer er een verzoek is vanuit het RIBW of de trajecthouder om de volgorde op de wachtlijst aan te passen, wordt dit ingebracht in het OO Zorg. • De BCT stelt elk kwartaal een wachtlijst op voor Kennemerhof en bespreekt deze met de velregisseur en betrokken partners. • als er units leeg staan in Kennemerhof en er zijn cliënten van buiten de regio IJmond die geen plek hebben in andere maatschappelijke opvangvoorzieningen, kan de BCT tot plaatsing van mensen van buiten de regio IJmond in Kennemerhof overgaan.

76 Bijlage 9 Protocol Maatschappelijke Opvang

PROTOCOL MAATSCHAPPELIJKE OPVANG ZUID-KENNEMERLAND, IJMOND EN HAARLEMMERMEER

Versie april 2019

77 Aanleiding

In het protocol maatschappelijke opvang worden de samenwerkingsafspraken tussen de centrumgemeente Haarlem en de regiogemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Velsen en Zandvoort, vastgelegd. Haarlem is centrumgemeente, wat betekent dat gemeente Haarlem budgethouder en opdrachtgever is voor de maatschappelijke opvang in de regio Zuid Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer. In het najaar van 2015 is het Protocol Maatschappelijke Opvang vastgesteld door de gemeenten in de regio. Vanaf 1 januari 2021 heeft het rijk de intentie om de middelen niet meer uit te keren aan de centrumgemeenten maar aan alle gemeenten met als doel dat gemeenten meer ruimte krijgen om, op basis van hun lokale situatie, zorg op maat en dichtbij hun inwoners te organiseren. De gemeenten in de regio moeten gezamenlijk komen tot praktische en financiële afspraken vanaf 2021. De verwachting is dat uitwerking van de doordecentralisatie aanleiding is om het protocol maatschappelijke opvang (opnieuw) te wijzigen of in zijn geheel te laten vervallen. Door de komst van het nieuwe convenant landelijke toegankelijkheid is de keuze gemaakt om het protocol al tussentijds te wijzigen en niet te wachten tot 2021.

Het nieuwe convenant landelijke toegankelijkheid maatschappelijke opvang De VNG- commissie Zorg Jeugd en Onderwijs heeft op 14 februari 2019 ingestemd met het advies aan alle gemeenten om het nieuwe convenant te tekenen en, de daarbij horende modelbeleidsregels voor de zomer te incorporeren in hun beleid. Het volledige convenant landelijke toegankelijkheid is in de bijlage toegevoegd (bijlage 2). Het aangepaste convenant moet ervoor zorgen dat de uitvoering van de landelijke toegankelijkheid beter wordt uitgevoerd. De grootste verschillen ten opzichte van het huidige convenant zijn; 1. Niet alleen de centrumgemeenten worden verzocht het convenant te tekenen, maar alle gemeenten. 2. De gemeente is verantwoordelijk voor de opvang als de kans op een succesvol traject het grootst is. Dit was in het huidige convenant ook al zo, alleen is de tekst hierop wat aangescherpt. 3. De omschrijving van de woonplaats is aangepast. In het nieuwe convenant wordt alleen gekeken naar het laatste woonjaar. De BCT beoordeelt de woonplaats tot nu toe op basis van de woongeschiedenis van de afgelopen drie jaar. 4. Het meewegen van de wens van de cliënt staat nog explicieter omschreven. 5. Tot het moment van de overdracht, moet er opvang geboden worden. Dit was in het oude convenant vrijblijvender. 6. Indien iemand weigert om medewerking te verlenen aan de overdracht naar een andere (centrum)gemeente, kan dit een reden zijn om de opvang te weigeren. Door het nieuwe convenant landelijke toegankelijkheid moeten er ook op regionaal niveau afspraken gemaakt worden over de in- en de uitstroom van de maatschappelijke opvang. De regionale afspraken zijn in dit document uitgewerkt.

Bij de aanpassing van het protocol maatschappelijke opvang is ook rekening gehouden met onderstaande ontwikkelingen: 1. Het beleidskader Opvang Wonen en Herstel Naast de uitgangspunten die vallen onder het Regionaal Kompas is een overkoepelend beleidskader geschreven voor maatschappelijke opvang, beschermd wonen en vrouwenopvang. In het beleidskader is de transformatieopgave omschreven. 2. Uittreding van de gemeente Gemeente Uitgeest is uitgetreden bij de Decentralisatie Uitkering van centrumgemeente Haarlem en maakt geen deel meer uit van de afspraken uit het regionaal kompas per 1 januari 2018. In het protocol van 2015 maakte de gemeente Uitgeest nog onderdeel uit van deze regio. 3. Het aanbod is veranderd sinds 2015 De druk op de maatschappelijke opvang is de laatste jaren groter geworden. Meer mensen dienen zich aan als dakloos, terwijl de uitstroom uit de opvang stagneert. Daarbij is er een specifieke groep van circa 24 langdurige zorgafhankelijke mensen, veelal met verslavingsproblematiek, voor wie

78 reguliere ondersteuning in een 24-uurs voorziening niet passend blijkt te zijn. Deze urgentie heeft geleid tot een vergroting van de regionale capaciteit maatschappelijke opvang vanaf 2015.

Looptijd nieuwe protocol maatschappelijke opvang Het regionaal protocol maatschappelijke opvang heeft een looptijd van 1 juni 2019 tot en met 31 december 2020. Het protocol wordt stilzwijgend verlengd met één jaar als géén van de partijen uiterlijk 3 máánden vóór het beëindigen van het protocol heeft aangegeven het protocol te willen beëindigen of wijzigen.

Handboek maatschappelijke opvang Voor een totaal overzicht van de afspraken in de keten die gelden voor de maatschappelijke opvang in de regio verwijzen we naar het handboek maatschappelijke opvang. Het handboek is te vinden op de website van de gemeente Haarlem (https://www.haarlem.nl/opvang-dak-en- thuislozen/).Het handboek is een levend document. Afspraken tussen de ketenpartners worden continu aangevuld, aangescherpt en bijgesteld.

79 1.Doel en doelgroep

Kerntaak van de maatschappelijke opvang is het bieden van tijdelijk verblijf aan mensen zonder dak boven hun hoofd. Maatschappelijke opvang is gericht op (weer) zelfstandig kunnen wonen en is per definitie een noodoplossing die zo kort mogelijk moet duren. De maximale verblijfsduur in de maatschappelijke opvang bedraagt in beginsel 6 maanden24. Voor zwerfjongeren zo mogelijk maximaal 3 maanden. Daklozen komen in aanmerking voor maatschappelijke opvang als zij: • niet zelfredzaam genoeg zijn om zelf regie te voeren over hun eigen probleem én oplossing en; • niet terug kunnen vallen op voorliggende voorzieningen en/of eigen sociale netwerk. In de regio, wordt onderscheid gemaakt tussen, economisch daklozen, daklozen met OGGZ problematiek en zwerfjongeren (18 t/m 22 jaar).

1.1 Economisch daklozen Mensen die alleen op het gebied van huisvesting ten gevolge van praktische problematiek niet zelfredzaam zijn en niet terug kunnen vallen op voorliggende voorzieningen en/of eigen sociale netwerk worden “economisch daklozen” genoemd. De opvangvraag is hierbij leidend.

1.2 Daklozen met OGGZ problematiek Mensen hebben OGGZ problematiek als er een vermoeden van beperkte zelfredzaamheid is als gevolg van een verslaving, psychische of psychosociale problematiek dan wel een combinatie van deze problemen. Naast de opvangvraag is een duidelijke zorgvraag aanwezig. De zorgvraag is hierbij leidend. Tot de doelgroep OGGZ behoren conform Trimbos (2003) sociaal kwetsbare mensen die: niet of niet voldoende in staat zijn om in de eigen basale bestaansvoorwaarden te voorzien (onderdak, voedsel, inkomen, gezondheidszorg, sociale contacten); meerdere problemen tegelijkertijd ondervinden, waaronder bijvoorbeeld tekortschietende zelfverzorging, sociaal isolement, vervuiling van woonruimte en/of woonomgeving, gebrek aan vaste of stabiele woonruimte, psychische- en/of verslavingsproblemen; vanuit de optiek van professionele hulpverleners niet de zorg krijgen die zij nodig hebben om zich in de samenleving te handhaven; geen stabiel contact hebben met de geestelijke gezondheidszorg en/of de verslavingszorg; overlast veroorzaken en de veiligheid verstoren, waaronder veelplegers.

1.3 Zwerfjongeren Zwerfjongeren worden gezien als een aparte categorie. Het zijn ‘feitelijk of residentiële daklozen tussen 18 en 22 jaar met meervoudige problemen’. Er gelden daarmee vergelijkbare criteria voor toegang tot de maatschappelijke opvang als voor volwassenen. Alleen kunnen er vanwege hun leeftijd en achtergrond andere arrangementen gelden, bijvoorbeeld vanwege betrokkenheid van de jeugdzorg. Binnen onze regio is een maatschappelijke opvangvoorziening gespecialiseerd in de opvang van zwerfjongeren.

2. Voorzieningen en capaciteit In dit hoofdstuk zijn alleen de bovenlokale voorzieningen omschreven. Naast deze voorzieningen zijn er ook lokale voorzieningen in de regio IJmond, Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer. Bijvoorbeeld de gezinsopvang voor economisch dakloze gezinnen in de gemeente Haarlem. Omdat de opvang van economisch daklozen een lokale opgave is zijn deze voorzieningen niet in het overzicht opgenomen. De onderstaande voorzieningen bieden opvang aan mensen met OGGZ problematiek of aan dakloze jongeren.

24 Na zes maanden is een verlenging van drie maanden van de beschikking mogelijk. Als na de verlenging van drie maanden langer opvang nodig is, wordt dezelfde procedure gevolgd. 80

2.1 Bovenlokale voorzieningen maatschappelijke opvang Plaats Naam locatie Aanbieder Aantal plekken Doelgroep

Haarlem Wilhelmina HVO-Querido- 30 Alleenstaande Querido daklozen vanaf 23 jaar oud met OGGZ Winteropvang HVO-Querido- 8 problematiek Haarlem *(tijdelijk) Wilhelmina Querido Haarlem Velserpoort HVO-Querido- 47 Querido Haarlem Winteropvang HVO-Querido- 8 *(tijdelijk) Querido Velserpoort Haarlem Transvaal/Ziekenboeg RIBW-K/AM 3 Alleenstaande daklozen die zorgbehoeftig Haarlem Spaarnezicht Kenter 22 Dakloze jongeren tot 22 jaar oud Haarlem Frans Hals RIBW-K/am 14 Alleenstaande daklozen vanaf 23 jaar oud met OGGZ problematiek en die getraind worden in woonvaardigheden

Haarlem Time out bed HVO-Querido- 3 Dakloze met een Querido/ tijdelijke schorsing RIBW- K/am/ Leger des Heils Haarlem Pitstop Roads 2 Daklozen waarvoor de MO geen passende plek is

Beverwijk Kennemerhof RIBW-K/AM 11 Alleenstaande daklozen vanaf 23 jaar met OGGZ problematiek Hoofddorp Haarlemmermeer RIBW-K/AM 29 Gezinnen met OGGZ-gezinnen OGGZ problematiek * Tijdelijke uitbreiding opvangcapaciteit december tot april In de periode van 1 december 2018 tot 1 april 2019 is vanwege de winterperiode tijdelijk extra opvangcapaciteit beschikbaar. Het gaat om een uitbreiding van 16 bedden in de opvang aan de Wilhelminastraat (8 bedden) en Velserpoort (8 bedden). Voor deze opvang gelden dezelfde regels als voor de “gewone” opvang: dezelfde toegangscriteria gelden, cliënten melden zich in de ochtend bij de Brede Centrale Toegang voor een bed voor de komende nacht en betalen een eigen bijdrage.

2.2 Toegang tot de voorzieningen Voor de maatschappelijke opvang is de toegang belegd bij de Brede Centrale Toegang. Deze wordt uitgevoerd door de GGD Kennemerland. De Brede Centrale Toegang werkt voor de hele regio. De Brede Centrale Toegang toetst aanvragen, doet de verdere intake en besluit over plaatsing in de bovenlokale voorzieningen van de maatschappelijke opvang. Het is dus de “toegangspoort” voor alle bovenlokale maatschappelijke opvang voorzieningen. De Brede Centrale Toegang hanteert 81 hierbij het convenant landelijke toegankelijkheid Maatschappelijke Opvang (zie bijlage 2). Zie ook paragraaf 3.3 voor meer informatie over de rollen en taken van de Brede Centrale Toegang

3. Rollen en verantwoordelijkheden In het protocol zijn de onderstaande afspraken gemaakt tussen de centrumgemeente en de regiogemeenten in de aanloop naar de doordecentralisatie per 1-1-2021. Dit om de continuïteit te waarborgen van bovenlokale voorzieningen voor maatschappelijke opvang. Voor een volledig overzicht tussen de afspraken in de keten, verwijzen wij naar het handboek maatschappelijk opvang.

3.1 Taken en verantwoordelijkheden van iedere gemeente Elke gemeente is verantwoordelijk voor haar ‘eigen’ inwoners en heeft de volgende taken en verantwoordelijken:

Voorkomen dat hun inwoners dakloos worden. Om dakloosheid te voorkomen, hebben de gemeenten in de regio elk afspraken met de woningcorporaties om huisuitzettingen op basis van huurschulden te voorkomen.

Het uitvoeren van de eerste screening. Tijdens deze screening wordt bepaald of een inwoner in aanmerking komt voor plaatsing in de bovenlokale voorzieningen van de maatschappelijke opvang. Potentiële cliënten voor de maatschappelijke opvang zijn meestal in beeld bij de eigen gemeente. Iedere gemeente beoordeelt zelf welke zorg en ondersteuning deze persoon of dit gezin nodig heeft met als primaire doel een lokale aanpak en oplossing. Bij deze eerste screening wordt beoordeeld of het gaat om “economische daklozen” of om iemand met OGGZ problematiek. Indien het gaat om iemand met OGGZ problematiek, kan de gemeente de persoon in kwestie aanmelden bij de Brede Centrale Toegang. In onderling overleg tussen gemeente en Brede Centrale Toegang wordt bekeken of een intakegesprek bij de Brede Centrale Toegang kan leiden tot plaatsing.

Het realiseren van opvang voor economisch daklozen. In onze regio is afgesproken dat de regiogemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor de opvang van economisch daklozen.

Het hebben een vast aanspreekpunt, die verantwoordelijk is voor het regelen van passende huisvesting en de noodzakelijke vervolgoplossingen tijdens het verblijf en bij terugkomst in de ‘eigen’ gemeente. Dit is nodig om de doorgaande zorglijn te borgen. Deze ambtenaar van de ‘eigen’ gemeente werkt nauw samen met de Brede Centrale Toegang, de begeleider van de opvangvoorziening en de gemeente waar opvang wordt geboden. Het betrekken van de CJG regisseur bij de opvang van zwerfjongeren. De ‘eigen’ gemeente is verantwoordelijk voor het organiseren van de noodzakelijke zorg- en (specialistische) hulpverlening tijdens en na de periode van opvang. De CJG-regisseur en de begeleider van Spaarnezicht maken afspraken over wat nodig is, wie wat doet en werken daarbij nauw samen.

Verantwoordelijk voor uitstroom na de maatschappelijke opvang. Iemand stroomt uit naar de gemeente waar de hij of zij in het jaar voorafgaand aan de melding hoofzakelijk stond ingeschreven. Deze ‘eigen’ gemeente zorgt uiterlijk binnen zes maanden voor passende huisvesting voor haar dak- en thuisloze inwoner. Voor zwerfjongeren geldt, zo mogelijk, een maximale termijn van 3 maanden. Van de gemeente van herkomst wordt verwacht dat zij meedenken en actie ondernemen in de vervolgstappen die nodig zijn als iemand uitstroomt: met name huisvesting, financiën en (een beschikking voor) Wmo voorzieningen. De benodigde (zorg)inhoudelijke informatie wordt uitgewisseld in het contact tussen trajecthouder van de opvangvoorziening en gemeente van herkomst. Iedere gemeente maakt met de wooncorporaties afspraken over huisvesting om deze uitstroom te kunnen realiseren.

3.2. Taken en verantwoordelijkheden van de centrumgemeente

82 Naast de lokale taken en verantwoordelijkheden heeft de centrumgemeente tot 2021 een aantal aanvullende taken en verantwoordelijkheden. Dit zijn: • Het in stand houden van de maatschappelijke opvangvoorzieningen en het aantal plaatsen in de hele regio. Zij ontvangt hiervoor middelen van het Rijk (Decentralisatie Uitkering Maatschappelijke Opvang). • Het maken, monitoren en bewaken van subsidie en inkoopafspraken met de uitvoerende organisaties. • Het monitoren of de gemaakte afspraken bijdragen aan het beleid. • Het zorgdragen voor de toegang naar de Maatschappelijke Opvang. De centrumgemeente heeft hiervoor ondermandaat verleend aan de Brede Centrale Toegang voor het afgeven van beschikkingen. • De regiogemeenten actief informeren over de uitvoering van het vastgestelde beleid. • De regiogemeenten maandelijks informeren over de mensen uit de betreffende regiogemeente die in de maatschappelijk opvang zijn opgenomen. • Het behandelen van bezwaar- en beroepschriften voor de bovenlokale voorzieningen.

3.3 . Taken en verantwoordelijkheden van de Brede Centrale Toegang De Brede Centrale Toegang voert de volgende taken uit voor de regio: • Aanmelding, intake en toetsing: Zodra de screening van de regiogemeenten heeft geleid tot aanmelding bij de Brede Centrale Toegang, voert de Brede Centrale Toegang een intakegesprek. In dat gesprek wordt alle informatie uitgewisseld tussen de persoon in kwestie en Brede Centrale Toegang die noodzakelijk is om te kunnen toetsen of iemand inderdaad voor plaatsing in aanmerking komt. • Besluit nemen: Een besluit tot plaatsing (of afwijzing) is een besluit conform de Algemene Wet Bestuursrecht. De Brede Centrale Toegang heeft hiervoor ondermandaat gekregen van de centrumgemeente Haarlem. Vanuit de Brede Centrale Toegang wordt na de toetsing een beschikking voor iemand opgesteld met daarin opgenomen de maximale verblijfsduur in de maatschappelijke opvangvoorziening. Ook worden in de beschikking de verplichtingen van de persoon aan wie opvang geboden wordt rondom het trajectplan (indien van toepassing) vastgelegd. Bij afwijzing van een plaatsing in de maatschappelijke opvang wordt een afwijzingsbeschikking afgegeven door de Brede Centrale Toegang. De persoon in kwestie wordt hierover geïnformeerd en - indien aan de orde - doorverwezen naar geschikte hulp- of dienstverlening of wordt terugverwezen naar eigen gemeente. De Brede Centrale Toegang legt dit vast in Cliëntennet. De Brede Centrale Toegang geleidt economische daklozen terug naar de gemeente van herkomst indien is vastgesteld dat diegene daar, in het jaar voorafgaand aan de melding hoofdzakelijk is ingeschreven geweest. Als wordt geconstateerd dat diegene hoofdzakelijk woonachtig is in een bepaalde gemeente of regio, niet zijnde de regio IJmond, Zuid-Kennemerland of de Haarlemmermeer wordt het convenant landelijke toegankelijkheid Maatschappelijke Opvang gehanteerd. • Plaatsing: Na het besluit verzorgt de Brede Centrale Toegang een plaats binnen één van de maatschappelijke opvang instellingen. Als er geen plek is plaatst de BCT mensen op de wachtlijst van één van deze instellingen. De Brede Centrale Toegang stuurt binnen een week na plaatsing een kopie van de beschikking naar de gemeente van herkomst. Hierin staat vermeld waar de persoon is geplaatst. • Wachtlijst: Als er geen plek beschikbaar is in de opvang, komt de persoon in kwestie op de wachtlijst. De wachtlijst wordt door de Brede Centrale Toegang beheerd en geeft een overzicht van de mensen die gebruik willen maken van een bepaalde voorziening, maar waarvoor geen plek beschikbaar is. Mensen op de wachtlijst kunnen als dat noodzakelijk is, tijdelijk worden ondergebracht in alternatieve opvangmogelijkheden zoals hotels Specifieke afspraken voor de Wilhelminastraat en Velserpoort: Voor de opvang in de Wilhelminastraat en Velserpoort wordt dagelijks een reservelijst in plaats

83 van een wachtlijst bijgehouden. Mensen moeten zich hiervoor dagelijks melden. Mensen die in de ochtend bij de Brede Centrale Toegang een bed hebben kunnen reserveren omdat de opvang vol is, komen op de reservelijst. Als 's avonds blijkt dat toch bedden beschikbaar zijn (omdat mensen elders een slaapplaats hebben gevonden), komen deze bedden beschikbaar voor mensen op de reservelijst. Mensen op de reservelijst kunnen zich voor een reservebed om 22.00 uur melden bij de Wilhelmina. • Afspraken Spaarnezicht: Daar waar de situatie overduidelijk acuut is en de maatschappelijke opvang vol is kan de Brede Centrale Toegang iemand direct plaatsen in een alternatieve opvanglocatie zoals bijvoorbeeld een pension of budgethotel. In al deze gevallen is, uitsluitend om financiële redenen, vooraf instemming nodig van de gemeente Haarlem. Plaatsing in een alternatieve opvanglocatie gebeurt altijd in of in de directe nabijheid van de ‘eigen’ gemeente. De aandachtfunctionaris en/of de hulpverlenende instantie van die gemeente vervult dan de rol van trajecthouder. Immers het pension of budgethotel is geen opvangvoorziening en heeft niet de positie of verantwoordelijkheid om die rol op zich te nemen. • Tussentijdse beëindiging: Als de opvang tussentijds eindigt (voordat de indicatie verloopt). Dan ontvangt de gemeente van herkomst een kopie van de einde beschikking.

3.4 Uitvoering: ingeval van “verschil van mening” Bij verschil van mening neemt de gemeente van herkomst contact op met de Brede Centrale Toegang. In de uitvoering kan een blijvend verschil van mening ontstaan tussen de Brede Centrale Toegang en de ambtenaar en/of de CJG-regisseur van de gemeente van herkomst. Voorstel is dat de gemeente van herkomst initiatief neemt om in overleg te treden met de Brede Centrale Toegang in bijzijn van de veldregisseur en één beleidsambtenaren uit de groep van het Regionaal overleg Opvang Wonen en Herstel. Deze gelegenheidsgroep neemt dan een besluit over hoe het beleid moet worden geïnterpreteerd om tot een juiste uitvoering van zaken te komen. Bijkomend effect is dat met deze aanpak de eenduidigheid in beleid en uitvoering kan worden bewaakt en geborgd.

3.5 Verdeling van de kosten Verdeling van kosten tussen gemeenten We kennen drie soorten kosten voor maatschappelijke opvang en herstel: a. Kosten bed, bad en brood: de directe kosten verbonden aan het verblijf in de maatschappelijke opvangvoorziening. b. Kosten begeleiding van en naar vervolgoplossingen, tijdens periode van opvang. c. Materiële kosten (inclusief kosten van uitvoering): kosten van uitkering, huisvesting, Wmo- voorzieningen, arbeidsmarktgerichte activering, zorg en hulp, leerlingenvervoer. Met onderstaande uitwerking van de kostenverdeling tussen gemeenten is zoveel mogelijk recht gedaan aan de praktijk van de afgelopen jaren, de uitgangspunten wet- en regelgeving, de bestuurlijke uitgangspunten en verantwoordelijkheden van gemeenten.

Kostensoort Rekening Rekening Rekening decentralisatie gemeente ‘eigen’ uitkering voor van verblijf gemeente maatschappelijke opvang Bed, bad en brood de periode van n.v.t. n.v.t. opvang Begeleiding/zorg en hulp geboden de periode van n.v.t. n.v.t. in en door de opvangvoorziening opvang

84 Materiele kosten Spaarnezicht n.v.t. Maximaal zes Na 6 (inclusief uitvoeringskosten): maanden 26maanden Participatiewet, Wmo- voorzieningen, schuldhulp, leerlingenververvoer 25 Materiele kosten overige MO n.v.t. de periode n.v.t (inclusief uitvoeringskosten): van opvang Participatiewet, Wmo- voorzieningen, schuldhulp, leerlingenververvoer 27 Verantwoordelijkheid ‘eigen’ gemeente: A. Begeleiding/zorg en hulp n.v.t. n.v.t. Ja geboden door de CJG-regisseur en/of (contact-) ambtenaar B. Huisvesting + inrichting en arbeidsgerichte activering

Toelichting op bovenstaande tabel (zie bijlage 1 voor de achtergrondinformatie):

Wmo-voorzieningen Indien een cliënt verblijft in een maatschappelijke opvangvoorziening en gebruik maakt van een voorziening afkomstig uit de Wmo, bijvoorbeeld een rolstoel, dan mag deze gebruikt worden tijdens het verblijf in de maatschappelijke opvangvoorziening, indien deze zich buiten de gemeente van herkomst bevindt.

Huisvestingsverordening Bij vertrek uit de maatschappelijke opvangvoorziening moet de betrokkene zich conformeren aan de huisvestingsverordening van de gemeente of regio van herkomst. Voor de regio’s Zuid- en Midden Kennemerland en Haarlemmermeer zijn 2 afzonderlijke huisvestingsverordeningen van kracht.

25, In het protocol Maatschappelijke opvang 2015, zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de materiele kosten. In de praktijk blijkt dat alleen voor Spaarnezicht de kosten worden gedeclareerd. Voor de andere vormen van Maatschappelijke Opvang zijn geen facturen gestuurd de afgelopen jaren. Het overzicht is daarom aangepast op de situatie in de praktijk. 26 Mocht het verblijf in Spaarnezicht langer duren dan zes maanden, dan worden de kosten vanaf de 7de maand in rekening gebracht bij de gemeente van herkomst van de betrokken cliënt. 27 Zie voetnoot 2. 85 Bijlage 1: Extra achtergrondinformatie

Afgifte briefadres Een briefadres is het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen door de briefadresgever. De briefadresgever is een natuurlijk of rechtspersoon die er voor zorg draagt dat de post betrokkene bereikt. De bevoegdheid voor de afgifte van een briefadres ligt bij de gemeente waar het briefadres zich bevindt. Iemand komt in aanmerking voor een briefadres als hij/zij: • Dakloos of thuisloos is; • In een instelling of detentie verblijft; • In een vaartuig of voertuig woont; • Korter dan 8 maanden in het buitenland verblijft.

In de situatie van verblijf in een instelling voor maatschappelijke opvang mag in principe een briefadres gekozen worden. Er wordt geen tijd gesteld aan hoelang een briefadres wordt verstrekt. Zolang er geen woonadres is, is er recht op een briefadres. Iedere zes maanden vindt er een controle plaats of er nog geen woonadres is.

Verstrekking van identiteitsbewijs De gemeente waar iemand geregistreerd staat in de basisregistratie personen (BRP) met een woon- of briefadres is bevoegd om een identiteitsbewijs te verstrekken.

Leerlingenvervoer De aanvraag voor leerlingenvervoer moet ingediend worden in de gemeente waar de leerling feitelijk verblijft. Dit hoeft niet de gemeente te zijn waar de leerling staat ingeschreven. Dat doet niet ter zake. Uitgegaan wordt van het feitelijke verblijf. Soms verblijft een leerling tijdelijk ergens anders. De gemeente waar de leerling tijdelijk verblijft, moet een aanvraag voor leerlingenvervoer tijdens dat verblijf beoordelen volgens de gangbare criteria. Zie ook de verordening: http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Haarlem/367405/367405_1.h tml

Jeugdcirkel Dak- en thuisloosheid gaat vaak gepaard met complexe problematiek. Dit geldt zeker voor zwerfjongeren. Haarlem heeft voor deze groep specifiek beleid ontwikkeld – gericht op volledig herstel. Voor de uitvoering – conform de methode – “een jongere, een plan, en regisseur” is de Jeugdcirkel opgericht, een multidisciplinair overleg waarbij deskundigen van de gemeente, zorg- en specialistische hulpverleners aanwezig zijn en zorg op maat bieden aan de jongere. De CJG-coach of andere betrokken hulpverlener organiseert de Jeugdcirkel waarbij de jongere zelf altijd aanwezig is.

86 Bijlage 2: Convenant landelijke toegankelijkheid

De commissie Zorg Jeugd en Onderwijs van de VNG is op 14 februari 2019 akkoord gegaan met het maken van afspraken tussen alle gemeenten over de manier waarop zij samen verantwoordelijkheid voor de landelijke toegankelijkheid van maatschappelijke opvang nemen, via dit door de VNG in overleg met gemeenten opgestelde convenant Gemeenten die het convenant hebben ondertekend verplichten zich daarmee om de model- beleidsregels uit het convenant in hun eigen beleid te incorporeren en te laten vaststellen. 87

Door het ondertekenen van deze tekst verklaren de colleges van alle gemeenten akkoord te zijn met het volgende:

De colleges van de gemeenten zijn, overwegende dat de Wmo bepaalt dat de maatschappelijke opvang in Nederland toegankelijk is voor een ieder die zich genoodzaakt ziet daarop een beroep te doen, van mening dat zij ieder verantwoordelijk zijn voor het beleid in hun gemeente; dat alle gemeenten er gezamenlijk verantwoordelijk voor zijn dat deze wettelijke landelijke toegankelijkheid voor de maatschappelijke opvang in Nederland is gewaarborgd; dat het onwenselijk is dat inwoners die zijn aangewezen op maatschappelijke opvang worden afgewezen voor toegang tot eerste opvang in een gemeente, zonder dat duidelijk is in welke gemeente zij wél aanspraak op toegang kunnen maken.

De colleges van de gemeenten spreken af dat zij voor de uitvoering van de landelijke toegankelijkheid de volgende model-beleidsregels willen hanteren:

Model- Beleidsregels inzake de toepassing van de landelijke toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang voor ingezetenen van Nederland28

Artikel 1. Begripsbepalingen In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder a. college: college van burgemeester en wethouders van [naam gemeente] of [het college van de centrumgemeente [naam centrumgemeente], namens het college van burgemeester en wethouders van [naam gemeente] of [het dagelijks bestuur van [naam regionaal samenwerkingsverband van gemeenten bestaand uit de gemeenten [namen gemeenten] welke gezamenlijk zorgdragen voor maatschappelijke opvang]. b. regio: een regionaal samenwerkingsverband van gemeenten welke gezamenlijk zorgdragen voor maatschappelijke opvang in de betreffende regio. c. maatschappelijke opvang: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving, niet zijnde personen die de thuissituatie hebben verlaten in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld; d. melding: melding aan het college als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet; e. sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt; f. wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. g. woonplaats: de gemeente waarvan de cliënt het jaar voorafgaand aan de melding hoofdzakelijk is ingeschreven als ingezetene in de zin van de Wet basisregistratie personen. Alle andere begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die hierboven niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht, alsmede andere wet- en regelgeving.

Artikel 2. Melding en (eerste) opvang 1. Een behoefte aan maatschappelijke opvang kan door of namens een cliënt bij het college worden gemeld. 2. In die situaties waarin terstond maatschappelijke opvang noodzakelijk is, beslist het college onverwijld tot verstrekking van een voorziening maatschappelijke opvang in afwachting van de uitkomst van het in artikel bedoelde onderzoek en de aanvraag van de cliënt.

28 1 Het is juridisch gezien niet mogelijk om landelijk gemeentelijke (beleids-)regels vast te stellen. Vandaar dat hier de term model-beleidsregels wordt gehanteerd. Landelijke toegankelijkheid vereist echter wel afspraken waar alle gemeenten zich aan houden. Dit wordt geregeld doordat alle gemeenten het convenant ondertekenen, de regels uit dit model overnemen in de gemeentelijke regelgeving en implementeren.

88 3. Indien het college niet onverwijld maatschappelijke opvang kan bieden waar dit wel terstond noodzakelijk is, treft het college maatregelen om onverwijld op een andere wijze of in een andere gemeente of regio tijdig te voorzien in de behoefte van de cliënt aan maatschappelijke opvang.

Artikel 3. Onderzoek 1. Het college vergewist zich met de cliënt wat de woonplaats was van de cliënt voor het ontstaan van dakloosheid. 2. Indien het college vaststelt dat de cliënt, voor het ontstaan van dakloosheid, woonachtig was in een bepaalde gemeente of regio, niet zijnde de [naam gemeente en/of naam regio] en hierover overeenstemming heeft met de bepaalde gemeente of regio kan het college de uitvoering van het onderzoek overlaten aan de bepaalde gemeente of regio, waarbij bij overdracht van eventuele informatie artikel 4 lid 4 van toepassing is. 3. Indien het college de woonplaats van de cliënt voor het ontstaan van dakloosheid niet vaststelt of kan vaststellen, dan wel de uitvoering van het onderzoek niet wenst te laten uitvoeren door de gemeente of regio zoals bedoeld in lid 2 voert het college het onderzoek uit. Dit geldt ook indien het college niet tot overeenstemming komt met de in lid 2 bedoelde gemeente of regio. 4. Indien het college het onderzoek zelf uitvoert, kan zij de in lid 2 bedoelde gemeente of regio verzoeken om informatie ten behoeve van het onderzoek aan te leveren. 5. Het college onderzoekt in welke gemeente of regio een traject in de maatschappelijke opvang de grootste kans van slagen heeft, dat wil zeggen het meeste kan bijdragen aan de zelfredzaamheid en participatie (en daarmee het duurzaam herstel) van de cliënt. 6. Het college betrekt bij dit onderzoek in elk geval de wens van de cliënt. Verder dient het college ook in elk geval bij het onderzoek te betrekken: a. of er factoren zijn in een gemeente of regio die de kans van slagen van een traject naar verwachting vergroten, zoals een sociaal netwerk welke een positieve invloed heeft of kan hebben op de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt, en/of bestaand werk en/of dagbesteding en/of onderwijs van de cliënt en/of lopende hulpverlenings- of ondersteuningstrajecten. b. of er factoren zijn in een gemeente of regio die de kans van slagen van een traject naar verwachting verkleinen, zoals een sociaal netwerk welke een negatieve invloed heeft of kan hebben op de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt en/of actuele criminele activiteiten van de cliënt en/of maatregelen die opgelegd zijn aan de cliënt. 7. Indien, gedurende het onderzoek, blijkt dat een traject in de maatschappelijke opvang mogelijk of waarschijnlijk in een andere gemeente of regio de grootste kans van slagen heeft, dan betrekt het college deze gemeente bij het onderzoek. 8. Het onderzoek, zoals bedoeld in lid 3, wordt zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen 2 weken uitgevoerd, tenzij er redenen zijn, buiten de invloed van het college, die dit onmogelijk maken. 9. De uitkomsten van het onderzoek worden vastgelegd in een onderzoeksverslag. 10. Indien het college, conform lid 2, de uitvoering van het onderzoek overgedragen heeft aan een bepaalde gemeente of regio, dan vergewist het college zich van de uitkomsten van het onderzoek.

Artikel 4. Overdracht van cliënt en cliëntgegevens 1. Indien het college, op grond van het in artikel 3 lid 5 bedoelde onderzoek, van oordeel is dat de kans van slagen van een traject groter is in een andere gemeente of regio, dan neemt het college - in overleg met de cliënt - contact op met die andere gemeente of regio. 2. Deelt de andere gemeente of regio het oordeel van het college, zoals bedoeld in lid 1, dan vindt de overdracht van de cliëntgegevens én de cliënt onverwijld plaats. Dit tenzij met de andere gemeente of regio wordt overeengekomen dat het bijdraagt aan de kans van slagen van een traject, dat deze overdracht later plaatsvindt. 3. Tot aan het moment van daadwerkelijke overdracht van de cliënt blijft het college maatschappelijke opvang bieden, dan wel blijft het college andere maatregelen treffen om op een andere wijze te voorzien in de behoefte van de cliënt aan maatschappelijke opvang. 4. Het college draagt bij de overdracht alle noodzakelijke informatie over de cliënt, waaronder het onderzoeksverslag, over aan de andere gemeente of regio, in overleg met de cliënt.

89 5. Het college maakt met de andere gemeente of regio en de cliënt voorts concrete afspraken over: de datum van overdracht; welke aanbieder de cliënt maatschappelijke opvang, dan wel andere ondersteuning die in de behoefte van de cliënt aan maatschappelijke opvang voorziet, zal bieden in de andere gemeente of regio; hoe het vervoer van de cliënt en eventuele reisbegeleiding plaatsvindt. 6 Indien de cliënt weigert medewerking te verlenen aan de in lid 2 bedoelde overdracht, kan het college overgaan tot weigering van de aanvraag tot een voorziening maatschappelijke opvang.

Artikel 5. Verschil van mening tussen gemeenten 1. Bij verschil van mening tussen het college en de andere gemeente of regio over de vraag welke gemeente of regio verantwoordelijk is voor het bieden van maatschappelijke opvang aan de cliënt spant het college zich maximaal in om tot een oplossing te komen. 2. Indien het college én de andere gemeente of regio niet tot een oplossing komen, kan het college het geschil voorleggen aan de commissie geschillen landelijke toegankelijkheid. 3. In afwachting van het oordeel van de in het tweede lid genoemde commissie blijft het college een voorziening maatschappelijke opvang bieden, dan wel op andere wijze voorzien in de behoefte van de cliënt aan maatschappelijke opvang. 4. Het college volgt in het geschil het oordeel van de in het tweede lid genoemde commissie.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze beleidsregels treden in werking op [datum]. 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels landelijke toegankelijkheid maatschappelijke opvang [naam gemeente of regio].

Aldus ondertekend door de wethouder, met instemming van het College van Burgemeester en Wethouders

Plaats Datum Naam wethouder

90 Bijlage 10 Overzicht contactambtenaren regiogemeenten VRK

GEMEENTE CONTACT- EMAILADRES TELEFOONNR WERKDAGEN AMBTENAAR .

Beverwijk Yvonne Bakker [email protected] 0251- 25 62 Laura Noortman 56

Bloemendaal Muriël Heijens [email protected] 023- 5225518/06- 30957254 Haarlem Fenny Traksel [email protected] 06 - 4621 50 Ma t/m do 22 Haarlemmermeer Daniel Ring [email protected] 0900 -1852 Di t/m vrij (casemanager l 06-28471412 Preventie dakloosheid

Marloes marloes.duivenvoorde@haarle 0900 -1852 Ma t/m woe Duivenvoorde mmermeer.nl ( 023 - 567 (oa subteam 6638 / 06 – huisvesting) 41869350

Meer-team [email protected] 023 - 820 09 Alle dagen 26 (bureaudienst v/h Meer-Team) Heemskerk Carolien Schelvis [email protected] 0251 - 25 69 Ma, wo en do- 34 dagmiddag telefonisch bereikbaar, op andere dagen per mail Heemstede Jalien de Groote [email protected] 023 5483040 maandag t/m / 06- vrijdag 15556184 Velsen Elodie Neijssel [email protected] 0255 - 56 73 33

Zandvoort Fenny Traksel [email protected] 06 - 46 21 50 dinsdag tot en met 22 donderdag 023 - 511 30 67

91 Bijlage 11 Contactpersonen CJG in de VRK regio

Gemeente Contactpersoon Functie Telefoon Email

Beverwijk Yvonne van Balen Manager CJG 06-10456604 [email protected] IJmond Bloemendaal Nora Barnhoorn Manager CJG 06-57313713 Kennemerland

Haarlem/Zandvoort Thomas Witteveen Ketenregisseur 06-14844669 [email protected] Jeugd gemeente Haarlem en Zandvoort Haarlemmermeer Bureaudienst 023-5673505 [email protected] Meer-Team (graag telefonisch aanmelden)

Heemskerk Informatie & Advies 088-995 8355 [email protected] CJG Kennemerland

Heemstede Floor van Coördinator CJG [email protected] Blitterswijk Heemstede

Velsen Informatie & Advies 088-995 8355 https://cjgkennemerland.nl/contact CJG Kennemerland

92 Bijlage 12 Contactpersonen maatschappelijke opvanglocaties

OPVANGLOCATIE CONTACT EMAILADRES TELEFOON WERK PERSOON NR. DAGEN

HVO-Querido Hessel Ras Hessel.ras@HVO- 06- 11625079 Ma t/m do Wilhelmina Queridoquerido.nl

HVO-Querido Hessel Ras Hessel.ras@HVO- 06- 11625079 Ma t/m do Velserpoort Queridoquerido.nl

RIBW Frans Halspanden Marie-Josse Keijman [email protected]

RIBW Haarlemmermeer Danielle van [email protected] 023 - 554 20 20 ma,wo,do,v (gezinsopvang) Varsseveld r Rignalda Felicia [email protected] di,wo,do, vr

RIBW Beverwijk Marian Baltus [email protected] 06 - 42 70 24 88 ma, wo (even weken), do Spaarnezicht Ingrid Lunter [email protected] 06 – 51 99 79 73 023 – 531 30 73

93 Bijlage 13 Aanmeldformulier Zorgconferentie

Aanmelding Zorgconferentie

Naam cliënt : ______Voornaam : ______Achternaam :______

Geboortedatum cliënt: ______/______/______

Begeleidende instelling/hulpverlening

Naam instelling en begeleider(s): ______E-mailadres(sen) begeleider(s) : ______Telefoonnummers(s) : ______

Woonsituatie cliënt : ( )Nachtopvang ( ) Frans Hals ( ) MO Beverwijk ( ) MO Haarlemmermeer ( ) BW, namelijk ______( ) Contingentwoning ( ) Housing First ( ) Eigen woning met begeleiding : van ______

Aanleiding voor de zorgconferentie: problematiek, reden stagnatie, etc.

Doel zorgconferentie • • • •

• Wie moet er verder aanwezig zijn:

• Naam instelling en hulpverlener(s): ______• E-mailadres(sen) : ______• Telefoonnummer(s) : ______94 ______

• Mening cliënt/wat wil cliënt: ______• Ondernomen pogingen om problemen op te lossen: ______

95 Bijlage 14 Stappenplan time-outbed

96 Bijlage 15 Protocol eenzijdige zorgbeëindiging Maatschappelijke Opvang

Als de cliënt in zorg is bij een aanbieder is er sprake van een zorgovereenkomst. In deze overeenkomst staan de rechten en plichten van aanbieder en cliënt. Voor de aanbieder geldt een maximale inspanningsverplichting voor de levering van adequate ondersteuning/zorg. Hieronder wordt verstaan: de inspanningen binnen de eigen organisatie, het organiseren van een passend ondersteuningsaanbod in de vorm van overbruggingsondersteuning of alternatieve ondersteuning bij een andere aanbieder. Aanbieders in de maatschappelijke opvang zien zich soms gedwongen om de zorg aan een cliënt te beëindigen. Dit is een ongewenste situatie die zich alleen zou mogen voordoen op grond van zwaarwegende redenen. Dit protocol geeft inzicht in de rechten en plichten van aanbieders, cliënten, de GGD Kennemerland en de gemeente Haarlem ten aanzien van eenzijdige zorgbeëindiging.

De stappen en overwegingen die de aanbieder moet nemen worden beschreven. Daarnaast wordt er duidelijkheid gegeven over de wijze waarop de gemeente Haarlem met eenzijdige zorgbeëindiging omgaat en welke eisen de gemeente aan de aanbieder stelt. Het protocol is gebaseerd op het protocol Zorgweigering en eenzijdige zorgbeëindiging (Zorg en Zekerheid, 2016).

Eenzijdige zorgbeëindiging: Van eenzijdige zorgbeëindiging is sprake indien de ingezette zorg door de zorgaanbieder eenzijdig wordt stopgezet, zonder verzoek en/of toestemming van de cliënt/vertegenwoordiger, terwijl de zorgvraag nog wel actueel en/of noodzakelijk is. Het beëindigen is alleen mogelijk bij zwaarwegende redenen en het volledig doorlopen van het protocol.

Voorbeelden van zwaarwegende redenen zijn: • Een ernstige mate van bedreiging of intimidatie die de situatie onwerkbaar maakt omdat de persoonlijke veiligheid of vrijheid van de zorgverlener en/of mede-cliënten in gevaar is. • Extreem fysiek en/of verbaal geweld door cliënt. • Een onherstelbaar verstoorde vertrouwensrelatie. • Hygiënische omstandigheden die ernstige gezondheidsrisico’s opleveren voor de zorgverlener en/of mede-cliënten. • Het niet nakomen van essentiële verplichtingen of regels ook niet na herhaaldelijk (schriftelijk) aandringen of waarschuwen door de aanbieder. • Cliënt is niet gemotiveerd en onttrekt zich volledig aan het traject, waardoor de ondersteuning geen effect heeft. • Het weigeren van passende huisvesting.

Procedure De gemeente Haarlem verwacht van een aanbieder, de veldregisseur en de BCT dat zij onderstaande achtereenvolgende stappen doorlopen in geval van een voorgenomen eenzijdige zorgbeëindiging. De partijen leggen deze stappen vast in het dossier van de client.

Stap Wie Wat en hoe 1 Aanbieder Waarschuwen cliënt Als de aanbieder problemen ervaart in de uitvoering van de zorgovereenkomst, dan waarschuwt de aanbieder de cliënt, zowel mondeling als schriftelijk. Zo nodig meerdere keren. De redenen, knelpunten en het gewenste gedrag worden gecommuniceerd naar de cliënt. Zo ook de mogelijke consequenties van de situatie, met als uiterste consequentie het beëindigen van de zorg. De aanbieder onderzoekt samen met de cliënt of en hoe de situatie veranderd kan worden 2 Aanbieder Verkennen van alternatieven binnen de eigen organisatie

97 De aanbieder stelt de betrokken hulpverlener(s), eventuele behandelaar en de eventuele contactpersoon van de cliënt op de hoogte van de problematiek en bespreekt met hen mogelijke oplossingen. Mogelijkheden zijn onder andere: het inzetten van alternatieve ondersteuning, medicatie, de inzet van andere deskundigen en ander zorgaanbod. Dit kan betekenen dat een cliënt naar een andere locatie binnen de organisatie wordt overgeplaatst. Cliënt wordt besproken in het Operationeel Overleg Zorg.

Uit het dossier moet duidelijk blijken welke inspanningen de aanbieder heeft verricht om de casus te bespreken en welke communicatie heeft plaatsgevonden met de cliënt. 3. Aanbieder Laatste waarschuwing De aanbieder geeft de cliënt een laatste waarschuwing als de ongewenste situatie blijft bestaan. Dat gebeurt door middel van een brief. In de brief staat het verzoek om mee te werken en te voldoen aan de voorwaarden waaronder de zorg kan worden voortgezet. Ook worden de consequenties van het niet voldoen aan de voorwaarden beschreven. De aanbieder stelt een passende termijn waarbinnen de situatie moet zijn verbeterd 4. Aanbieder Verkennen alternatieven buiten de eigen organisatie d.m.v. een zorgconferentie Als na de laatste waarschuwing de situatie niet is verbeterd, en er geen mogelijkheden zijn om de cliënt passende zorg te bieden binnen de eigen organisatie, dan zoekt de aanbieder naar passende zorg buiten de eigen organisatie. Het Operationeel Overleg Zorg, een Zorgconferentie, het verlengde TO en consult bij het ‘oliemannetjesoverleg’ van de gemeente Haarlem kunnen hier aan bijdragen. De aanbieder zelf blijft hiervoor echter verantwoordelijk en regelt de overdracht naar een andere aanbieder. 5. Aanbieder Verzoek indienen eenzijdige zorgbeëindiging veldregisseur Indien de situatie na uiterste inspanning van de aanbieder niet is opgelost en er geen passende zorg buiten de eigen organisatie gevonden is, kan de aanbieder een verzoek tot zorgbeëindiging indienen bij de veldregisseur. De aanbieder meldt de voorgenomen eenzijdige zorgbeëindiging mondeling en per brief aan de cliënt. De client wordt hierbij ook gewezen op de mogelijkheid om een clientondersteuner/ vertrouwenspersoon mee te nemen naar het gesprek met de veldregisseur. 6. Aanbieder De medewerker meldt schriftelijk het verzoek tot de eenzijdige zorgbeëindiging bij de veldregisseur. In dit verzoek zijn opgenomen: 1. Een bondige situatiebeschrijving. 2. Een kopie van de schriftelijk brief aan de cliënt (zie ook punt 5) 3. De onderbouwing met een dossier. Uit het dossier moet blijken welke omstandigheden een rol spelen in het verzoek. De genomen stappen (1 t/m 5) moeten helder zijn voor de cliënt en zijn (wettelijk) vertegenwoordiger(s) en zijn in het dossier (zorgplan) vastgelegd. 4. Een voorstel waarin beschreven staat hoe de continuïteit van de zorgverlening is geregeld totdat de BCT heeft besloten wel of niet de zorg te beëindigen. 7. Veldregisseur Beoordeling veldregisseur De Veldregisseur beoordeelt binnen vijf werkdagen of de aanbieder heeft voldaan aan de stappen 1t/m 6. Als de aanbieder hier niet aan heeft voldaan, wordt het verzoek niet in behandeling genomen. De veldregisseur meldt dit per mail aan de aanbieder. De aanbieder neemt in dat geval contact op met de client over het vervolg van de zorg. 8. Veldregisseur Hoor en Wederhoor Als aan de voorwaarden is voldaan wordt er een gesprek voor hoor en wederhoor gepland. De client wordt hierbij ook gewezen op de mogelijkheid om een clientondersteuner/ vertrouwenspersoon mee te nemen naar het gesprek.

De Veldregisseur gaat in gesprek met de client en vertegenwoordiger/ clientondersteuner en onderzoekt of al het mogelijke is gedaan om het conflict op te lossen. De veldregisseur kan hierbij ook andere specialisten of bemiddelaars inschakelen. De veldregisseur maakt een verslag van dit gesprek en stuurt het verslag inclusief advies naar de client.

98 9. Veldregisseur De toetsing van de veldregisseur leidt een advies: De veldregisseur stelt binnen 15 werkdagen na indiening van het verzoek een advies op. In de advisering van de veldregisseur worden de volgende afwegingen meegenomen: a. Het belang van de cliënt tegen de belangen van andere groepsbewoners. b. Of het gedrag van de cliënt niet (mede) wordt veroorzaakt door de aandoening van de cliënt.

De beoordeling van de veldregisseur leidt tot:

a. Advies voor beëindiging De veldregisseur adviseert om over te gaan tot eenzijdige zorgbeëindiging. In het advies is opgenomen waarom de veldregisseur dit adviseert.

b. Advies om de zorg niet te beëindigen. De veldregisseur bespreekt met de aanbieder de te ondernemen acties en maakt met de aanbieder vervolgafspraken. De aanbieder neemt contact op met de cliënt om de voortzetting van de zorgverlening te bespreken, hierbij kan er ook gekeken worden naar mogelijke alternatieven buiten de eigen organisatie (zie ook punt 4).

De veldregisseur mailt de BCT het gespreksverslag en het advies per beveiligde e-mail. De aanbieder krijgt een kopie van het advies en het gespreksverslag. De acties worden geregistreerd in cliëntennet. 10 Coördinator De uiteindelijke beslissing om de beschikking voor maatschappelijke opvang te beëindigen BCT is door de gemeente gemandateerd aan de BCT. Het advies van de veldregisseur wordt in dit besluit meegewogen. De BCT motiveert in het besluit waarom de zorg wordt beëindigd. De coördinator (of plaatsvervanger) van de BCT stuurt een kopie van het besluit: • naar de zorgaanbieder • Afdeling Maatschappelijke Ondersteuning van de gemeente Haarlem

Verzoek tot hernieuwde toelating In het proces eenzijdige zorgbeëindiging zijn diverse herkansingsmogelijkheden voorgeschreven voordat zorgbeëindiging aan de orde is. Het besluit tot eenzijdige zorgbeëindiging is in principe een reden om de hernieuwde toelating af te wijzen, tenzij er zwaarwegende redenen / nieuwe feiten of omstandigheden zijn om hier na een periode op terug te komen. Deze hernieuwde toelating is altijd maatwerk. De BCT beoordeelt, zo nodig in overleg met de aanbieder, over de hernieuwde toelating. Deze hernieuwde toelating kan plaatsvinden in de vorm van een driegesprek (client, aanbieder, BCT). Om willekeur te voorkomen, maar wel een vorm van maatwerk te kunnen bieden zijn de volgende richtlijnen opgesteld: 1. Bij beëindiging door zwaarwegende redenen, zoals het niet meewerken aan een traject en/of onvoldoende motivatie, wordt een nieuwe aanvraag voor een periode van twee maanden niet in behandeling genomen, tenzij punt 3 van toepassing is. 2. Bij beëindiging door zeer zwaarwegende redenen, zoals ernstig fysiek en/of verbaal geweld wordt, een nieuwe aanvraag voor de periode van zes maanden niet in behandeling genomen, tenzij punt 3 van toepassing is. 3. Bij zwaarwegende omstandigheden of nieuwe feiten en is het mogelijk om van punt 1 en 2 af te wijken en wordt de aanvraag binnen de termijn van 2 (of 6 maanden) in behandeling genomen. Als uit het onderzoek van de BCT blijkt dat iemand in aanmerking komt voor opvang, worden er altijd aanvullende voorwaarden gesteld aan de motivatie en of het gedrag van de client. 4. Als een client zich na 2 respectievelijk 6 maanden meldt dan wordt de aanvraag voor hernieuwde toelating volgens de normale procedure afgehandeld. Als uit het onderzoek van de BCT blijkt dat iemand in aanmerking komt voor opvang, worden aanvullende voorwaarden gesteld aan de motivatie en of het gedrag van de client. 5. Bij twijfel over de motivatie of het gedrag kan de BCT een beschikking voor een kortere periode dan 6 maanden afgeven. 99 Bijlage 16 Huisvestingskaart Haarlem en omgeving

Huisvestingskaart Midden- en Zuid Kennemerland en landelijk versie januari 2019

Het zoeken van een woonruimte kan erg ingewikkeld zijn. Dit document is bedoeld ter ondersteuning van deze zoektocht. In de hele is de woningmarkt erg krap, zeker in de steden. Wanneer je buiten de stadskernen zoekt (bijvoorbeeld in Zandvoort, IJmuiden en Beverwijk) wordt de kans op een woonruimte al iets groter. In andere delen van het land is er minder krapte op de woningmarkt en is huisvesting vaak ook veel goedkoper. Daarom beginnen we met informatie die u kan helpen om een woning te vinden in deze zogenaamde ontspannen woningmarkt gebieden.

Sociale huurwoningen

Algemeen Sociale huurwoningen zijn bedoeld voor mensen met inkomen onder een bepaalde grens. Informatie over inschrijving en over de voorwaarden vindt u hieronder en op internet. Sociale huurwoningen op de ontspannen woningmarkt

Landelijke adressen van sites; www.woonzorg.nl Hier is landelijk aanbod van woningen te vinden. Selecteer op categorie sociale huurwoning, gewenste aantal kamers, leeftijd en aantal bewoners. Dan is het aanbod in heel Nederland te zien. Sommige wooncomplexen met 3-4 kamerwoningen die voor senioren bestemd waren hebben nu andere bestemming gekregen. Met name voor 55-plussers is er veel aanbod. www.huurwoningen.nl Landelijk aanbod, er hoeft geen inschrijfgeld betaald te worden. Selecteer op deze website je woonwensen qua aantal kamers en huur. Zoek onder de huurgrens van € 710,68 om in aanmerking te kunnen komen voor huursubsidie.

Adressen van sites per provincie:

Groningen: www.woningnetgroningen.nl Aanbod in heel , inschrijfkosten 20,95 per jaar.

Friesland: www.woonfriesland.nl Aanbod in heel . www.wonennwf.nl Aanbod in de provincie Friesland, in de gemeente Waadhoeke, Ferwerderadeel en in de dorpen Stiens en Hijum van gemeente .

Limburg: www.thuisinlimburg.nl Aanbod van 13 corporaties in heel . /West-Brabant www.zuidwestwonen.nl Alle corporaties met woningaanbod in Zeeland en West-Brabant. Inschrijfkosten 17,50 per jaar. 100

Sociale huurwoningen in Midden- en Zuid-Kennemerland

Er kunnen redenen zijn waarom u alleen in de eigen regio wilt wonen. Hieronder wordt uitgelegd hoe het mogelijk is om voor een sociale huurwoning in Midden- en Zuid-Kennemerland in aanmerking te komen. De wachttijd in deze regio kan oplopen tot 8 of soms wel 15 jaar. Voor bepaalde groepen zijn er aparte regelingen, bijvoorbeeld senioren (boven de 55 jaar). Jongeren kunnen zich voor woonruimte inschrijven bij studentenwoningweb.nl

Urgentie en wachttijdreductie In opdracht van de Woonservice en van Woningnet doet ‘Het Vierde Huis’ intakes als mensen een urgentie-aanvraag willen doen. Zij maken een inschatting of de situatie zich hiervoor leent. Urgentie wordt vrijwel alleen maar in levensbedreigende situaties verstrekt. Soms kan wachttijdreductie worden verstrekt, bijvoorbeeld als mensen met kinderen dakloos raken als gevolg van een relatiebreuk. Dan worden er enkele jaren bij de inschrijfduur opgeteld, waardoor de wachttijd verkort wordt. Voorwaarde voor beide regelingen is recente woongeschiedenis in de regio.

Huren in Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Zandvoort, Velsen, Beverwijk en Heemskerk De meeste sociale huurwoningen in deze gemeentes worden aangeboden via de Woonservice Inschrijfkosten: € 10,- per jaar. De wachttijd voor een sociale huurwoning bedraagt in het algemeen minimaal acht jaar. Voor inschrijven, voorwaarden en vragen bezoekt u de website; www.mijnwoonservice.nl Telefoonnummer Woonservice: ☎ 0900 - 0400 800

Huren in Heemskerk, Beverwijk en Wijk aan Zee Naast de woningen die via de woonservice worden aangeboden, kunt u voor de drie bovengenoemde gemeentes ook inschrijven bij Woon op Maat via de website www.woonopmaat.nl. Inschrijven is kosteloos. U kunt maximaal drie opties á € 25,- kopen; hiermee geeft u aan in welke buurt u een woning zoekt. De wachttijden van deze optiewoningen liggen tussen de 1 en de 10 jaar. Op deze website worden ook woningen gezet die direct te huur zijn. U dient dan binnen 24 uur te reageren. Op deze manier is het mogelijk met een korte inschrijfduur aan een woning te komen.

Huren in de Haarlemmermeer De sociale huurwoningen in de Haarlemmermeer worden aangeboden via Woningnet Amsterdam. Eenmalige inschrijfkosten: € 50,- ; verplicht jaarlijks verlengen kost € 8,- . U kunt reageren op gewone woningen én op lotingwoningen. Voor de gewone woningen zijn lange wachttijden, afhankelijk van de gemeente/buurt waarbinnen u zoekt. Ook zonder inschrijving kunt u op de website bij de aangeboden woningen kijken hoe lang de gemiddelde wachttijd is. Voor de lotingwoningen gelden deze wachttijden niet; met geluk kunt u dus snel een woning hebben. Voor inschrijving, voorwaarden en vragen bezoekt u de website; www.woningnetregioamsterdam.nl

Andere opties; Als u niet in aanmerking komt voor een sociale huurwoning, bijvoorbeeld door te hoog inkomen, of als dit in uw situatie te lang duurt zijn er de volgende tips en mogelijkheden:

Tips - De meeste woningen worden via-via gevonden. Laat mensen in je omgeving weten dat je op zoek bent naar een nieuwe woning. Hang een briefje op in de supermarkt, sportclub, gebedshuis, op je werk, Facebook, etc. - Op de huidige woningmarkt zijn makelaars die onverkoopbare woningen (evt. tijdelijk) verhuren. 101 Het kan lonen om makelaars te bezoeken of aan te schrijven.

Particuliere Huur De meeste mensen die per direct woonruimte zoeken zijn aangewezen op particuliere aanbieders. Het aanbod verandert dagelijks en is met name digitaal te volgen. Vaak dient eenmalig inschrijfgeld betaald te worden voordat gereageerd kan worden op woningen/kamers. Marktplaats www.marktplaats.nl Kamernet www.kamernet.nl (Reageren ca. € 3,- per kamer) Di-rect Wonen www.directwonen.nl (Aanmelding gratis, bemiddelingskosten i.g.v. slagen) Haarlem Wonen www.haarlemwonen.nl (Aanmelding gratis, bemiddelingskosten i.g.v. slagen) 123 Wonen www.123wonen.nl (Aanmelding gratis, bemiddelingskosten i.g.v. slagen) Huren via Funda www.funda.nl/huur/haarlem Huurgoed Haarlem www.huurgoed.nl E-wonen www.e-wonen.nl Pararius www.pararius.nl Roomservice www.roomservice.nl/ Kamertje.nl www.kamertje.nl BZwonen/Rotsvast www.rotsvast.nl Interhouse Haarlem www.haarlem.interhouse.nl Nu woonruimte www.nuwoonruimte.nl/kamers.php Heilighart www.heiligharthuisvesting.nl (tijdelijke verhuur) Jaap www.jaap.nl huren van . Langdurige particuliere huur.

Tijdelijke huur Soms is er tijdelijke huur mogelijk, bijvoorbeeld in slooppanden of terreinen waar men bezig is met herbestemming. Tijdelijke huur is iets anders dan anti-kraak. Je hebt meer rechten en spreekt een vaste termijn af met de verhuurder.

Anti-kraak Bij anti-kraak ga je een overeenkomst aan voor het beheren van een leegstaande ruimte. Dit kan een woning zijn maar ook bijvoorbeeld een kantoorpand. Je betaalt vaak minder dan gewone huur, maar hebt zeer weinig rechten. De eisen zijn streng en soms zijn er bepaalde voorwaarden waar je je aan moet houden, zoals de afspraak elke avond aanwezig te zijn of het niet toelaten van logé’s. Vaak is er in het contract opgenomen dat controleurs te alle tijde de woning mogen betreden. Hou hier rekening mee wanneer je (tijdelijk) in een anti-kraakwoning verblijft. Er zijn diverse aanbieders met uiteenlopende werkwijzen waaronder: Interveste www.interveste.nl/stadsgidsen/linkspage/q/stad/Haarlem Camelot nl.cameloteurope.com Ad Hoc Beheer Alleen aanmelding via huidige gebruikers: Kantoor Amsterdam: 020 6760454 Zwerfkei zwerfkeibeheer.nl/home_bewoners.html Villex www.villex.nl/ FMT beheer www.fmtvastgoedbeheer.nl

Onderhuur & zwarte huur Een kamer onderhuren of zwart huren: het kan een oplossing lijken, maar blijkt dit in de praktijk nauwelijks te zijn, aangezien een zwart adres geen rechten aan de huurder geeft. Soms zijn de verhuurders bang voor verlies van inkomen wanneer er een nieuwe bewoner bij komt. Het kan de moeite waard zijn om uit te zoeken om hoeveel geld het gaat. Misschien kan jij als nieuwe bewoner een bijdrage leveren in het verschil dat ontstaat en mag je je dan wel inschrijven? • Op een zwart adres kan je jezelf niet inschrijven waardoor je geen gebruik kan maken van officiële regelingen zoals uitkering, schuldhulpverlening, zorgverzekering en toeslagen.

102 • Je kunt er per direct uit gezet worden, zonder dat je beroep kan doen op voorzieningen waar je normaal gesproken recht op hebt. • Het niet hebben van een inschrijfadres kan problemen geven op vele gebieden zoals loonbetaling, verzekeringen of simpele zaken als het aanvragen van een rijbewijs.

Als u over bovenstaande informatie vragen heeft, kunt u contact opnemen met de Brede Centrale Toegang, Wilhelminastraat 10 te Haarlem, tel: 023 511 44 77. De BCT is geopend op werkdagen van 9.00 – 12.00 uur.

103 Bijlage 17 Procesafspraken aanvraag contingentwoning voor ex- gedetineerden en daklozen die van straat komen

Voorwaarden en beoordelingsproces voor aanvraag contingentwoning voor ex-gedetineerden

De contingentenregeling is bedoeld voor mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang, beschermd wonen of een andere intramurale instelling. In de praktijk blijkt dat een deel van de cliënten die in detentie zitten vergelijkbare problematiek heeft. Huisvesting is een belangrijk onderdeel van de re-integratie na detentie en daarmee een belangrijke beschermende factor in het verminderen van recidive. Om deze reden is dit onderdeel dan ook opgenomen in het Plan ter verbetering van de nazorg aan Haarlemse ex-gedetineerden van de gemeente Haarlem. We willen voorkomen dat dakloze ex-gedetineerden na detentie eerst naar de maatschappelijke opvang moeten alvorens in aanmerking te kunnen komen voor de contingentenregeling. Detentie kan een uitgelezen moment zijn om te starten met het maatschappelijk herstel, waarvan huisvesting een essentieel onderdeel is.

Ex-gedetineerden worden toegevoegd aan de doelgroepen van de contingentenregeling. In dit voorstel hebben we het over zowel cliënten met als zonder forensisch kader na detentie. Naast de algemene voorwaarden die voor elke contingent-aanvraag gelden, is het voorstel dat deze cliënten moeten voldoen aan onderstaande extra voorwaarden: • Cliënt stroomt uit uit detentie • Cliënt was voor of is door detentie dakloos geraakt • Cliënt werkt mee aan een re-integratietraject waar huisvesting een onderdeel van is • Client heeft meervoudige problematiek waardoor woonbegeleiding nodig is • Cliënt heeft geen BW-indicatie (WMO of forensisch) • Cliënt kan zelfstandig wonen met woonbegeleiding • Cliënt is gemotiveerd om zelfstandig te gaan wonen met woonbegeleiding • Cliënt accepteert woonbegeleiding • Cliënt werkt mee aan budgetbeheer, bewindvoering of een andere vorm van financiële ondersteuning

Beoordelingscommissie Om in aanmerking te komen voor een contingentwoning moet door de aanvragende organisatie een goede motivatie zijn opgesteld, waarbij tevens is onderbouwd waarom cliënt geen gebruik kan maken van de alternatieve opties. Aanvragende partij voor ex-gedetineerden zal in de meeste gevallen het RIBW-KAM zijn, maar dit kan ook één van de andere partijen zijn die met een samenwerkingsovereenkomst bij de contingentenregeling is aangesloten. Voorstel is om de aanvragen voor de doelgroep ex-gedetineerden te toetsen bij een speciale commissie, die akkoord dient te geven voor de aanvraag. De commissie bestaat uit: • Reclassering Nederland – Jaouad Redouani • Fivoor forensische ambulante zorg – Alice van • Coördinatiepunt Nazorg ex-gedetineerden (CPN) – Saskia van Bergen of trajectbegeleider nazorg • RIBW KAM – Petra van Son Het CPN coördineert de aanvragen, haalt de commissie bij elkaar en stuurt na akkoord het aanvraagformulier woning contingentenregeling door naar [email protected] en [email protected].

Het komt voor dat voor een cliënt die in deze doelgroep valt een gewone urgentie is aangevraagd. Het kan zijn dat de urgentiecommissie van mening is dat een contingentconstructie gewenst is. Indien dit het geval is, kunnen dergelijke aanvragen door de urgentiecommissie worden doorgestuurd en voorgelegd.

Quotum 104 Afspraak is om op jaarbasis 5 ex-gedetineerde cliënten gebruik te laten maken van deze regeling. Na anderhalf jaar na start van de pilot (mei 2018) worden de afspraken geëvalueerd.

Voorwaarden en beoordelingsproces voor aanvraag contingentwoning voor daklozen afkomstig van straat of (negatief) netwerk De contingentenregeling is bedoeld voor mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang, Beschermd wonen of een andere intramurale instelling. Er zijn cliënten die om bepaalde redenen niet naar de maatschappelijke opvang kunnen, bijvoorbeeld vanwege een negatief netwerk in de opvang of omdat zij een huisdier hebben, maar uiteindelijk wel in aanmerking zouden moeten kunnen komen voor zelfstandige huisvesting. Deze mensen slapen op straat slapen of verblijven in hun netwerk.

Deze cliënten worden onder voorwaarden toegelaten tot de contingentenregeling . De cliënt moet voldoen aan onderstaande voorwaarden: • Cliënt is langdurig dakloos en verblijft op straat of in netwerk dat een ernstig negatieve invloed heeft op het algeheel functioneren van de cliënt. • Cliënt heeft multiproblematiek, bijvoorbeeld verslaving en psychiatrie, en komt vanwege zijn problematiek in aanmerking voor maatschappelijke opvang. Cliënt zit in een zorgtraject waar huisvesting een onderdeel van is. • Cliënt is goed in zorg. • Cliënt heeft geen BW indicatie. • Cliënt kan zelfstandig wonen met begeleiding. • Cliënt accepteert woonbegeleiding. • Cliënt is gemotiveerd om zelfstandig te gaan wonen met begeleiding. • Client komt niet in aanmerking voor reguliere route naar huisvesting. • Huidige situatie is onwenselijk, bijvoorbeeld een netwerk dat ernstig wordt overbelast door cliënt en diens problematiek.

Aanvragende partijen zijn Vangnet en Advies van de GGD en ACT (onderdeel van Ingeest). Om in aanmerking te komen voor een contingentwoning moet door de aanvragende organisatie een goede motivatie zijn opgesteld, waarbij goed is onderbouwd waarom cliënt geen gebruik kan maken van de alternatieve opties. Deze motivatie wordt in het OOZorg ingediend en het OOZorg dient akkoord te geven voor de aanvraag. Het komt voor dat voor een cliënt die in deze doelgroep valt een gewone urgentie is aangevraagd. Het kan zijn dat de urgentiecommissie van mening is dat een contingentconstructie gewenst is. Indien dit het geval is, kunnen dergelijke aanvragen door de urgentiecommissie worden doorgestuurd en voorgelegd.

Quotum Afspraak is om op jaarbasis 5 cliënten gebruik te laten maken van deze regeling. Na anderhalf jaar na start van de pilot (mei 2018) worden de afspraken geëvalueerd.

105 Bijlage 18 Overzicht contactpersonen contingentenregeling ZK

ORGANISATIE CONTACT EMAILADRES PERSOON

Brederode Wonen Loes Duin [email protected]

De Heeren van Zorg Isabelle Schutte [email protected] Dijk en Duin Hans Stuiver [email protected]

Elan Wonen Maria Flohr [email protected]

Gemeente Haarlem Franklin Piers [email protected]

Fenny Traksel [email protected]

GGD Dirk van Duijn [email protected] GGZ Ingeest Truus Stolwijk [email protected] Hartekampgroep Jan Hakker [email protected]

HVO-Querido Querido Suzan Jonker (uitstroom [email protected] OGGZ daklozen)

Loutfia el Makrini (uitstroom economisch [email protected] daklozen Velserpoort) Jeugdcirkel (gemeente Thomas Witteveen [email protected] Haarlem) Kenter Jeugdhulp Sharon Beentjes [email protected]

Leger des Heils Wessel Bottemanne [email protected] Lievegoed Lola Matena [email protected]

Megakids Mirjam Plantinga [email protected]

Philadelphia Marijke Vader [email protected]

Pré Wonen Ilva Mudde [email protected]

RIBW Esther Uijleman [email protected] Linda Hinrichs [email protected]

Rozemarijn Vincent Wagenaar [email protected] SIG Karina Wosimski [email protected]

Stichting De Linde Hans van Klink [email protected]

Veldregisseur GGD Sylvia Roskam [email protected]

106 (vz Operationeel Overleg Zorg) Woonservice Colinda Brugemann [email protected] Woonstichting Eric Goedhart [email protected] De Key Vervanger: Erica Kamstra [email protected] Ymere Erik Smit [email protected]

Zorg en Veiligheidshuis Saskia van Bergen [email protected] (ex-gedetineerden)

107

Bijlage 19 Overzicht aanbod dagbesteding

Locatie Actief Talent Haarlem Adres Phoenixstraat 10, 2011 KC, 023-5321829 Contactpersoon Rachid BenAkli/ Shirley Hill Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Met name mensen met een GGZ- en/of verslavingsachtergrond, of met sociaal maatschappelijke problematiek worden aangesproken door dit aanbod. Waarbij de expertise vooral ligt op gebied van verslavingsproblematiek en dak- en thuislozen. Activiteiten Aanbod; - productiewerk - keukenwerkzaamheden - houtwerkplaats - creatieve activiteiten - naai atelier - fietsenwerkplaats - schoonmaakwerkzaamheden - groenwerkzaamheden i.s.m. Donkergroen (hoveniersbedrijf) - externe klussen (o.a. schilderwerk) - pc cursus - OEK training (bij voldoende aanmeldingen) Extra info Wij ondersteunen de mensen in hun herstel, waarbij eigen kracht en talenten centraal staan. De activiteiten bieden structuur en kunnen ook gebruikt worden om aan verschillende doelen te werken. Met iedere deelnemer wordt een plan gemaakt waarin deze doelen staan omschreven. Waar mogelijk helpen we mensen met behulp van onze trajectbegeleiders en jobcoaches verder richting opleiding en vrijwilligers-/ betaald werk. Openingstijden 8.30-15.30 maandag t/m vrijdag

Actief Talent biedt hiernaast met subsidie vanuit het Regionaal Kompas (al jaren) het volgende inloopactiviteiten/dagopvang doelgroep OGGZ/ zorgmijders.

108

Locatie Activiteitencentrum De Fjord Adres Paul Krugerkade 6, tel 023 534 86 28 Contactpersoon Astrid Valkenburg – [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Met name mensen met psychosociale of psychiatrische problematiek worden aangesproken door dit aanbod. Activiteiten Fietswerkplaats Creatieve activiteiten Recreatieve activiteiten; wandelen, zingen Kookactiviteiten Buurtkamer Computerinloop Gezamenlijke lunch Extra info Samenwerking met partners in de Fjord; Haarlem Effect en Zorgbalans De Fjord is in ontwikkeling, betrekt de buurt en gaat samen met deelnemers beheer en koffie/ontmoetingsplek beheren. Openingstijden Maandag t/m donderdag

Locatie Groene Werkplaats Adres Van Dortstraat 1, tel 023 545 87 60 Contactpersoon Jannie Eijfferts – [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Met name mensen met psychosociale of psychiatrische problematiek worden aangesproken door dit aanbod Activiteiten Werken in de tuin en in de kas Opknappen van tuinmeubilair Creatieve en recreatieve activiteiten Onderhoud gereedschap Gezamenlijke lunch Extra info De Groene Werkplaats ligt tussen schooltuinen en buurttuinen waar veel mee wordt samengewerkt. Openingstijden Maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag

Locatie De Nieuwe Werf Adres Werfstraat 8, tel 023 525 37 19 Contactpersoon Simone de Jong – [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Met name mensen met psychiatrische problematiek, een verslavingsachtergond, dak- en thuislozen, ex- gedetineerden worden aangesproken door dit aanbod. Vaak is er sprake van LVB-problematiek Activiteiten Tuin Fietsenwerkplaats Kleine klussen 109 Creatieve en recreatieve activiteiten aansluitend op de behoefte van deelnemers Ontbijt (indien nodig) en lunch Extra info De Nieuwe Werf beheert een tuin die ook open is voor de buurt en runt daarnaast i.s.m. het Posthuis Schoterbos een winkeltje in de Raakshalle. Openingstijden Maandag t/m donderdag

Locatie Posthuis Schoterbos Adres Meester Jan Gerritszlaan (tegenover nr 73) tel 06 517 21 84 (Simone de Jong) Contactpersoon Simone de Jong – [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Met name mensen met psychiatrische problematiek, een verslavingsachtergond, dak- en thuislozen, ex- gedetineerden worden aangesproken door dit aanbod. Vaak is er sprake van LVB-problematiek. Activiteiten Houtwerkplaats, waar o.a. producten gemaakt worden voor de Raaks Halle Opkweken planten Klussen Gezamenlijke lunch Extra info Het Posthuis ligt in het Schoterbos, op een rustige beschutte plek. Er wordt samengewerkt met de buurt- en schooltuinen Openingstijden Maandag t/m donderdag

Locatie Sportcentrum De Hagedis Adres Hagestraat 13 tel. 023 533 88 98 Contactpersoon Abdenacer Salamani – [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Deelnemers komen van EcoSol Effect, Roads, Actief talent, HVO-Querido, Hartekampgroep, enz. en buurtbewoners Activiteiten Fitness Groepslessen Extra info De Hagedis is een kleine, gezellige sportschool waar deelnemers en buurtbewoners sporten Openingstijden 7 dagen per week

Overige activiteiten: Winkel in de Raaks Halle: 2 dagen per week draaien deelnemers van EcoSol Effect mee in de winkel. Er worden producten uit met name de houtwerkplaats verkocht. Informatie via de Nieuwe Werf.

Cateringproject Waterlaboratorium: EcoSol Effect runt al 5 jaar de kantine in het Waterlaboratorium in de Waardepolder. Maandag t/m vrijdag wordt de lunch verzorgd. Deelnemers kunnen op 1 of meerdere dagen meewerken. Informatie via Simone de Jong.

Intake: Kennismaking en intake vindt plaats op de locatie waar iemand in eerste instantie een voorkeur voor heeft. Mocht daar uit komen dat op een van de andere locaties de mogelijkheden meer 110 aansluiten wordt er intern doorverwezen. Het kan ook zijn dat blijkt dat een activiteit van een andere aanbieder passender is, in dat geval wordt daar naar doorverwezen.

Algemene informatie: [email protected] www.ecosol.nl

Locatie Activeringscentrum de Fontein Adres Laan der Nederlanden 70C, 1946 AB Beverwijk Contactpersoon Marinka Verburg, Jolanda van der Burg, Peter van Eerden T 0251 256146

Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Met name mensen met psychosociale of psychiatrische problematiek, kwetsbare burger en mensen die gebaat zijn bij de geboden begeleidingsstijl, van 18 jaar en ouder worden aangesproken door dit aanbod. Activiteiten Oriëntatiefase van 6 weken, zoektocht naar passende werkzaamheden Diverse creatieve activiteiten Maken producten voor verkoop bij kringloopwinkel Noppes Fietsenwerkplaats Koffieochtend Wandelen in de wijk in combinatie met bezoek aan activeringsaanbod Diverse cursussen (Computer/tabletcursussen, budget, gezonde voeding, Nederlandse les) Extra info Het activeringscentrum zit in het gebouw van BW Laan der Nederlanden. Er is een samenwerking met het wijkteam en Noppes. Voor meer informatie zie ook de website: www.ribw-kam.nl/locaties/de-fontein- activiteitencentrum-laan-der-nederlanden In het door uitgebreide overzicht aangeleverd door de RIBW staan de tijden per activiteit en het aantal beschikbare plaatsen Openingstijden De activiteiten worden op verschillende tijdstippen in de week geboden. De Fontein is dagelijks geopend van 9.30 uur tot 16.00 uur

Locatie De pASSant Adres Spaarnwouderstraat 130, 2011 AH Haarlem Contactpersoon Coördinator: Sam van den Berg Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Met name mensen met een autisme spectrum stoornis (ASS) met normale tot hoge intelligentie worden aangesproken door dit aanbod Activiteiten Trainingen en cursussen (vriendschap, contact en communicatie, intimiteit en seksualiteit, autisme, autisme bij vrouwen, sociale vaardigheden e.a.) Trainingen en cursussen ( fotografie, toneel, creatief theater) Lotgenoten contact voor mensen met ASS (mannengroep, meidengroep, jongvolwassenengroep, contactgroep voor ouders en partners e.a.) Inloop en ontmoeting ook met de buurt (koffie en thee tafel, Samen eten) Diverse werkzaamheden ten behoeve van het ontwikkelen en aanbieden van het aanbod. Vacatures zijn zichtbaar op de website 111 Extra info De pASSant maakt deel uit van een keten van zorg en begeleiding voor mensen met ASS. Er is samenwerking met het Regionaal Autisme Centrum, GGZ Ingeest, Nederlandse Vereniging voor Autisme, MEE, Voorzet en diverse ouderinitiatieven. De bezoekers van de pASSant zijn actief betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van het aanbod. De pASSant is zoveel mogelijk cliëntgestuurd Openingstijden Koffie en theetafel woensdag 10.00- 12.00 uur. Samen eten: maandag en woensdag 17.15 - 20.00 uur De andere activiteiten zijn over het algemeen op maandag, woensdag en vrijdag en afhankelijk van de behoefte en planning

Locatie Groen en Doen Adres De Sprong, Prinses Beatrixdreef 2, 2033 TC Haarlem Contactpersoon Werkbegeleider: Hans Eveleens T 06 27008505 [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Voor iedere persoon die past binnen de geboden begeleiding met belangstelling voor geboden werkzaamheden. Met name mensen met psychosociale of psychiatrische problematiek (doelgroep RIBW K/AM) worden aangesproken door dit aanbod. Activiteiten Arbeidsmatige dagbesteding op het gebied van groenonderhoud, schilderwerk en eenvoudige klussen. De werkzaamheden worden uitgevoerd op alle locaties van de RIBW K/AM, voor particuliere opdrachtgevers, bedrijven en organisaties. Extra info Groen en Doen heeft een samenwerkingsverband met het Buurtbedrijf Haarlem. Beide hebben als uitvalsbasis de Sprong. Werkzaamheden kunnen samen worden uitgevoerd. Door de nauwe samenwerking is er een aansluitende begeleidingsstijl waardoor ontwikkeling en doorstroom mogelijk is. Openingstijden Maandag, dinsdag, donderdag van 9 tot 16.00 uur

Overige activiteiten: Het RIBW biedt hiernaast met subsidie basisinfrastructuur (al jaren) het volgende: Inloopactiviteiten bij de PaSSant

Catch-it: o.a. sociale bijeenkomsten voor een kwetsbare doelgroep (o.a. GGZ), deels via zelfsturing/ consumer run, gericht op o.a. laagdrempelige ontmoeting.

Maatjesproject: vrijwilligers ondernemen samen met mensen met psychische problematiek activiteiten en contact om het isolement te doorbreken, samen in beweging te komen, te ondersteunen bij het herstelproces, voor een gezellig contactmoment.

Locatie Zorghotel de Pitstop Adres Wilhelminastraat 42 2011 VN Haarlem 023 – 542 37 77 [email protected] Contactpersoon Eva van der Veer/Barbara Theunissen 112 Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Het Zorghotel biedt zeven dagen per week een laagdrempelige ontmoetingsplek aan burgers met een GGZ achtergrond en mensen met complexe psychisch sociale problemen en of verslavingsproblematiek. Activiteiten Arbeidsmatige dagbesteding, laagdrempelige inloop & wijkgerichte activiteiten. Dagelijkse koffie inloop (10:30 & 14:30) Dagelijkse eettafel (18:00 telefonisch aanmelden voor 14:30 kosten €5,-) Twee wekelijks administratiespreekuur (dinsdag & donderdag 14:00- 16:00) Wekelijkse maaltijdservice voor buurtbewoners (woensdag) Fietsenreparatiedienst Spelletjesmiddagen Het Zorghotel is een hotel, gelegen in het hartje van Haarlem. De gasten die we verwelkomen behoren tot de doelgroep volwassenen die met psychiatrie te maken hebben of hebben gehad. Ook mensen met problemen op het psychosociale vlak zijn van harte welkom. Het Zorghotel biedt rust en de mogelijkheid om even ‘bij te tanken’ buiten de eigen omgeving en uiteraard een logeerplek, maar dan met extra aandacht en begrip van onze deelnemers. Wij zijn een cliëntgestuurde arbeidsmatige dagbestedingslocatie, gerund voor en door mensen uit de doelgroep. Wij bieden onze deelnemers een (werk) plek waar zij een bijdrage kunnen leveren aan de dagelijkse vormgeving en uitvoering van het beleid van een hotel. De doelstelling van de participatie van deelnemers binnen het Zorghotel is het optimaal bevorderen van zelfredzaamheid, maatschappelijke participatie en zelfontplooiing. Het werken in het Zorghotel dient als middel om deelnemers in samenwerking met andere lotgenoten te laten werken aan hun persoonlijk herstel en indien mogelijk re-integratie op de reguliere arbeidsmarkt en daarmee aan het behoud of herstel van volwaardig burgerschap van mensen met een achtergrond in de psychiatrie of mensen die kampen met psychosociale problematiek. Wij bieden hiertoe ondersteuning op maat en een breed aanbod van diensten en producten, variërend van inloopactiviteiten, leerwerkplaatsen, trainingen/cursussen tot herstel ondersteunende coaching. Openingstijden 7 dagen per week van 08:00 – 23:00 (voor bezoekers anders dan gasten)

Locatie Roads Ateliers Adres Schotersingel 2, 2021 GE Haarlem Kantoor en Kunstatelier 023 – 541 06 87 Werkatelier: 023 – 541 06 95 [email protected] Contactpersoon Mieke Besselink, Jakelien Paulus, Simea Horjus, Ineke Schrijver Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Activiteiten Recreatieve en arbeidsmatige dagbesteding Creatieve inloop Workshops Schilder- en beeldhouwlessen, Werken aan de collectie van "Roads maakt" Wijkgerichte activiteiten in buurthuizen 113 Mogelijkheden tot vrijwilligerswerk, begeleid door professional De activiteiten en begeleiding zijn gericht op laagdrempeligheid, veiligheid en structuur. Extra info Bij Roads Ateliers kunnen cliënten/deelnemers diverse workshops en cursussen volgen in het kunstatelier, producten maken in het werkatelier of vrij aan de slag met schilderen en tekenen. Daarnaast verzorgt Roads Ateliers diverse activiteiten en workshops in de wijken. Openingstijden Maandag t/m vrijdag 9.00 tot 17.00 uur

Locatie Wijkgerichte activiteiten Adres Diverse buurthuizen, Roads kantoor Raaks (scholing) [email protected] Contactpersoon Nanja Wereldsma (scholing), Katharina Brinckmeijer (sport) José Bol (eettafels), Maureen van Nieuwaal Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Activiteiten Scholing: op de maandag en de woensdag worden cursussen gegeven in Nederlands, Frans, Engels, Spaans en diverse computercursussen. Sport: op de maandag zwemmen, op de dinsdag, woensdag en donderdag fitness, aerobics, yoga en kickboksen in de Hagedis, en op de donderdag volleybal in de Spaarnehal Eettafels (samen koken en eten) : op de maandag en de donderdag in de Ringvaart, op de dinsdag in Binnensteeds en in het badhuis. Roads Podium: dinsdag samen zingen en zanggroep in wijkcentrum Binnensteeds, op donderdag theater maken in de Ringvaart en op vrijdag mindfull bewegen en dans in Binnensteeds. Extra info De wijkgerichte activiteiten staan open voor buurtbewoners en voor mensen met een achtergrond in de psychiatrie. Naast deelname aan de activiteit zijn er voor deelnemers mogelijkheden om arbeidsmatige activiteiten te verrichten. Denk aan het voorbereiden van maaltijden, het optreden als gastheer/vrouw diverse organisatorische werkzaamheden t.b.v. de theatergroep. Openingstijden Zie de website van Roads voor het programma

Locatie Roads Print en Pixels Adres Nassauplein 4-6 2011 PG Haarlem 023 5515706 [email protected] Contactpersoon Annelies Stelling Doelgroep Roads Print en Pixels is een arbeidsmatige dagbestedingslocatie die algemeen toegankelijk is voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Het betreft met name mensen die door psychiatrische en/of psychosociale en/of verslavingsproblematiek hun werk zijn kwijtgeraakt of die door dergelijke problematiek een tijd(je) ‘buiten de maatschappij’ hebben gestaan. Het gaat om cliënten voor wie het belangrijk is weer een zinvolle dagbesteding te vinden, en/of weer structuur in het dagelijks leven aan te brengen en/of in een veilige omgeving weer sociale contacten aan te gaan. Het gaat hoofdzakelijk om cliënten die het leuk vinden om met een grafisch programma achter een computer te werken. 114 Nota bene: Men hoeft geen ervaring te hebben met een grafisch programma. Dat kan bij Print en Pixels worden aangeleerd. Het is wèl een vereiste dat men enige computerervaring heeft. Tevens is er regelmatig plaats voor mensen die administratieve en/of huishoudelijke taken willen uitvoeren. Ook is er met enige regelmaat plaats voor een chauffeur die op een bus kan rijden. Activiteiten Een bijdrage leveren aan de producten van de sociale firma Print en Pixels, dat wil zeggen: Het leren van grafische programma’s achter de computer, Meewerken aan het ontwerp en de productie van visitekaartjes, flyers, brochures en dergelijke; Het insteken van enveloppen en Het sealen van pakketjes; Het uitpellen van plakletters voor textielbedrukking; Het bezorgen van pakketten; Extra info Roads Print en Pixels is een locatie voor arbeidsmatige dagbesteding. Dit betekent onder andere dat er vaste afspraken gemaakt worden over wanneer wie komt. Elke werkdag bestaat uit 2 dagdelen. Het eerste dagdeel loopt van 9.30 uur tot 13.00 uur. Het tweede van 13.00 uur tot 16.30 uur. Als een cliënt zich eenmaal aangemeld heeft, word hij/zij op bepaalde dagdelen ingepland en verwacht. Bij de uitvoering van alle activiteiten wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de cliënt. Ook worden samen met cliënt ontwikkelingsstappen besproken. Deze kunnen allerlei niveaus en onderwerpen betreffen: voor de een is het bijvoorbeeld belangrijk om weer te leren op tijd te komen, voor de andere is het belangrijk om te werken aan het bewaken van eigen grenzen. Veiligheid en respect zijn kernwaarden op de werkvloer. Cliënten kunnen geen reiskostenvergoeding ontvangen, maar zij krijgen wel een algemene onkostenvergoeding van € 1,- per aanwezig uur. Openingstijden Maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot en met 17.00 uur

Locatie Appeltaart Imperium Adres Lorentzplein 2A, 2012 HG Haarlem 023 – 800 00 70 [email protected] Contactpersoon Pierrette Thimm / Marius Bassie Doelgroep Het project biedt structuur, concrete werkzaamheden die ook heel eenvoudig en laagdrempelig zijn. Dit is goed voor alle kwetsbare mensen van jong tot oud maar vooral mensen die structuur nodig hebben zijn erbij gebaat, zoals mensen met ADHD, autisme. Activiteiten Bakken van appeltaarten voor commerciële en particuliere klanten Extra info Belangrijk doel in het jaarplan is om eigen ruimte te krijgen, waardoor we langer open kunnen zijn, het assortiment kunnen uitbreiden en zodoende meer gevarieerde werkzaamheden kunnen bieden maar ook meer deelnemers kunnen aannemen. Openingstijden Maandag t/m vrijdag 8:30-13:00 uur

Individuele begeleiding: Trajectcoaching gericht op dagbesteding, mensen toeleiding naar activiteiten of dagbesteding, begeleiding tijdens dagbesteding en ondersteunen en motiveren bij het volhouden daarvan. Tevens

115 doet de trajectcoaching de doorstroom naar vrijwilligerswerk, scholing of betaald werk. De begeleiding wordt één op één aangeboden.

Locatie Werk & TrainingsCentrum locatie Werkdag Adres Spieringweg 835 2142 ED Cruquius Tel: 023 53 34 310 [email protected] Website: www.WerkdagBV.nl Contactpersoon Hubert-Jan de With Manager Werkdag Tel: 06 -14 36 38 14 @: [email protected] Ronald Kaandorp Teamcoördinator Tel: 06 - 39 80 60 61 @: [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Activiteiten Arbeidsafdeling, Administratie, Kaarsenmakerij, Textielatelier, Klusafdeling, Computer recycling, Electroherstel, Keramiekafdeling, Creatief/empowermentafdeling, Winkel Juffrouw De Bonte, 3D Printing, Grafisch DTP/Website, E-learning, Scholing, ned/rek/ VCA/ heftruck. Boekbinderij

Daarnaast kunt u onder begeleiding werkervaring opdoen bij diverse afdelingen binnen Paswerk en Buurtbedrijf Haarlem-Oost Extra info Aanmelden kan onze site www.werkdagbv.nl/aanmelden Openingstijden Ma. t/m donderdag 8.30 – 16.00 uur vrijdag 8.30 tot 12.00 uur

Locatie Werk & TrainingsCentrum locatie Snuffelmug Adres Surinameweg 9b, 2035 VA Haarlem Tel: 023 54 34 362 www.WerkdagBV.nl www.Snuffelmug.nl Contactpersoon Hubert-Jan de With Manager Werkdag Tel: 06 -14 36 38 14 @: [email protected] Peter Stoelman Teamcoördinator W&TC locatie Snuffelmug Tel: 06 - 41 07 90 92 @: [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Activiteiten Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte Extra info Aanmelden kan onze site www.werkdagbv.nl/aanmelden Openingstijden Ma. t/m vrijdag 8.30 – 16.00 uur 116

Locatie Trajectcentrum locatie De Sprong Adres Prinses Beatrixdreef 2 2033 TX Haarlem Contactpersoon Hubert-Jan de With Manager Werkdag Tel: 06 -14 36 38 14 @: [email protected] Peter Stoelman Teamcoördinator W&TC locatie Snuffelmug Tel: 06 - 41 07 90 92 @: [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Activiteiten Jobcoaching, intake en trajectplan toeleiding naar werkervaringsplaatsen tot en met betaald werk bij bedrijven en organisaties in Haarlem e.o.. (NB: dit aanbod valt niet volledig onder het Wmo-gefinancierde aanbod, maar ook onder het contract dat Werkdag heeft met Sociale zaken) Extra info Aanmelden kan onze site www.werkdagbv.nl/aanmelden Openingstijden Ma. t/m vrijdag 8.30 – 16.00 uur en op afspraak

Locatie Buurtbedrijf De Verbeelding Adres De Blauwe Louis Davidscarre 1 2042 LZ Zandvoort Tel: 023 57 40 226 [email protected] Website:www.DeVerbeelding-Zandvoort.nl Contactpersoon Hubert-Jan de With Manager Werkdag Tel: 06 -14 36 38 14 @: [email protected] Esther Swart Werkcoach Tel: 06 - 24 88 68 40 @: [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte. Activiteiten Arbeidsparticipatie, scholing, productiewerk, horeca, wijkklussen, schoonmaak, bibliotheekwerk Extra info Aanmelden kan via de website van De Verbeelding- Zandvoort https://www.deverbeelding-zandvoort.nl/index.php/formulier/formulier- verwijzer of via de site van Werkdag BV Openingstijden Ma t/m vrij 8.30 -16.00 uur

Locatie De Verbeelding Zandvoort Adres Swaluëstraat 2, 2042 KB Zandvoort Tel: 023 57 40 226 [email protected] Website: www.DeVerbeelding-Zandvoort.nl Contactpersoon Hubert-Jan de With Manager Werkdag Tel: 06 -14 36 38 14 @: [email protected] Ramon Munck Jobcoach Tel: 06 28 55 24 31 @: [email protected]

117 Hendrik Coblijn Jobcoach Tel: 06 55 336525 @ [email protected] Doelgroep Algemeen toegankelijk voor kwetsbare inwoners met een participatiebehoefte Activiteiten Jobcoaching, intake en trajectplan toeleiding naar werkervaringsplaatsen tot en met betaald werk bij bedrijven en organisaties in Zandvoort Extra info Aanmelden kan via de website van De Verbeelding- Zandvoort https://www.deverbeelding-zandvoort.nl/index.php/formulier/formulier- verwijzer of via de site van Werkdag BV: www.werkdagbv.nl/aanmelden Openingstijden Ma. t/m vrijdag 8.30 – 16.00 uur en op afspraak

Locatie Bij Bosshardt Haarlem Adres Bandoengstraat 21 2022 EK Haarlem 023 – 53 79 231 www.legerdesheils.nl/noord- Contactpersoon Doelgroep Bij Bosshardt staat open voor iedereen Activiteiten Ontmoetingsplek in de buurt met diverse activiteiten (creatief, koken etc) Extra info Openingstijden

118 Bijlage 20 Afwegingskader voorrangsregeling wachtlijst Spaarnezicht

Een afwegingskader dient als hulpmiddel om een mogelijk besluit op het verlenen van voorrang op de wachtlijst zo zorgvuldig mogelijk te maken.

Betrokkenen Om het afwegingskader in te zetten moeten minimaal de volgende personen gehoord worden: • De betrokken begeleider van de jongere; • De medewerker van de Brede Centrale Toegang die het intakegesprek heeft gevoerd; • De manager van Spaarnezicht; • De ketenregisseur. Een besluit over het wel of niet plaatsen met voorrang wordt in gezamenlijkheid door deze professionals genomen. Mocht het nodig zijn kan de begeleider van de jongere het advies van een andere partij opvragen, bijvoorbeeld van een behandelend psycholoog.

Uitgangspunt Het uitgangspunt voor het verlenen van voorrang op de wachtlijst is dat dit in principe niet mogelijk is. Alle jongeren die op de wachtlijst staan voor Spaarnezicht verkeren in een noodsituatie waarbij zij geen toereikende, veilige vorm van huisvesting hebben. Het is in het belang van al deze jongeren dat de periode waarop zij op de wachtlijst staan zo kort mogelijk duurt. Het komt echter voor dat een situatie dusdanig schrijnend/onstabiel is dat een zo snel mogelijke plaatsing in Spaarnezicht wenselijk is. Hiervoor zijn de volgende afwegingskaders geformuleerd.

Afwegingskaders Een uitzondering kan gemaakt worden als de huidige situatie leidt tot een zeer groot risico: • Op ernstige mate van fysieke of psychische verwaarlozing; • Op suïcide of een zware vorm van automutilatie; • Dat bij voorbaat aannemelijk is dat de veiligheid van een jongere of hotelgasten/personeel in het geding komt; • Op hoge maatschappelijke kosten bij het vasthouden aan de wachtlijst. Bijvoorbeeld dat een jongere volledig uit zicht verdwijnt en niet meer in contact is met de hulpverlening. Of dat er een grote kans is dat een jongere gedetineerd raakt. • Ex-Spaarnezicht bewoners. Het kan voorkomen dat een jongere in de periode na Spaarnezicht een terugval heeft. Bijvoorbeeld als de vervolgplaatsing niet naar wens verloopt of het een slechte match blijkt te zijn. Deze jongeren kunnen tot 6 maanden na het verblijf in Spaarnezicht met voorrang op de wachtlijst worden geplaatst, op voorwaarde dat zij de periode tot plaatsing in de woonvoorziening van herkomst kunnen overbruggen. Dit dient georganiseerd te worden volgens de hierboven beschreven werkwijze van het afwegingskader, met instemming van alle betrokkenen.

119 Bijlage 21 Afspraken inzet begeleiding bij jongeren Haarlemmermeer in een hotel in afwachting van Spaarnezicht

Besproken op 7 juli 2020

Aanwezig: Bart Herfst (Meer-team), Nicole van Pel (Meer-team), Dolima Mul (BCT), Thomas Witteveen (Gemeente Haarlem, ketenregisseur jongeren), Sylvia Roskam (GGD, veldregisseur OGGZ).

Naar aanleiding van een casus van een jongere uit Haarlemmermeer die in een hotel is geplaatst en waar door tussenkomst van feestdagen iets later dan anders iemand van het Meer-team aan is gekoppeld, zijn de afspraken die er zijn besproken. Hieronder de afspraken zoals besproken:

• Jongere meldt zich bij de BCT en wordt geïndiceerd voor de MO. Er is echter nog geen plek beschikbaar in Spaarnezicht. • Jongere kan in netwerk verblijven • Jongere kan niet in netwerk verblijven – kan tijdelijk in een hotel verblijven. Hotels hebben gegevens Meer-team ( bureaudienst e/o consulent expliciet ) voor het geval er contact nodig is. • BCT stuurt aanmelding met gegevens naar bureaudienst van Meer-team. Noodzakelijk zijn i.e.g. BSN, woonplaats voorafgaand aan BCT en beschrijving problematiek ( ook i.v.m. juiste match ). • Meer-team koppelt tijdens verdeelmoment op dinsdag, of indien eerder mogelijk, een eigen consulent aan de jongere. • Meerteam informeert de BCT en geeft de contactgegevens door van de betrokken consulent. • BCT sluit na aanmelding Meerteam en het ontvangen van de contactgegevens af. De Meerteam consulent onderhoudt contact met de jongere en Spaarnezicht. ( zo nodig in samenspraak met al betrokken hulpverlening, e/o zet tussentijds al hulp in daar waar nodig ). • Hotelreserveringen worden door de BCT geboekt en verlengd. • Zodra een jongere van een hotel naar Spaarnezicht gaat ontvangt de jongere een beschikking van de BCT.

120 Bijlage 22 Afwegingskader Veilig Thuis

Als er sprake is van een onveilige situatie door huiselijk geweld en/of kindermishandeling beoordeelt Veilig Thuis of iemand in huis kan blijven, in het netwerk kan verblijven of dat er een melding gedaan moet worden voor opvang.

Aanmelding Noodbed Blijfgroep: Wanneer het slachtoffer in acute onveiligheid verkeerd wanneer deze terugkeert naar zijn/haar woonsituatie. Hierbij is het aannemelijk dat er geen veiligheidsafspraken gemaakt kunnen worden ten behoeve van de (acute) veiligheid. Hierbij is er sprake van fysiek, psychisch en/of seksueel geweld (met of zonder letsel) Tevens is er aandacht voor eergerelateerd geweld.

Aanmelding MO: Wanneer iemand/een gezin dak-thuisloos is geraakt of dreigt te raken en hierdoor niet meer of onvoldoende in staat is om in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien ( dak boven hoofd, voedsel, inkomen, sociale contacten) Hierbij hoeft het dus niet zo te zijn dat huiselijk geweld en/of kindermishandeling op de voorgrond ligt. Al betekent het niet kunnen voldoen aan de basiszorg voor minderjarigen ook een vorm van kindermishandeling is. Dit is echter een gevolg van andere/eerdere risico-factoren.

Noot: Door Veilig Thuis wordt per casus onderzocht wat passend is voor het systeem.

• Als het niet duidelijk is waarom iemand door Veilig thuis is aangemeld voor de maatschappelijke opvang: Neem dan eerst contact op met de casushouder van Veilig Thuis.

121 Bijlage 23 Processchema aanvraag en toekenning briefadres

122

123 Dit is een uitgave van gemeente Haarlem, 21 december 2020

______

Postbus 511 2003 PB Haarlem Tel. 14 023 haarlem.nl

124