in de bush in de bush verrijzen ni 1v-makers als zeifvo Literatu ur uit

In dit nummer: Een man in het kustplaatsje Jango bewerkt een houten vijzel, waarin mais gestampt wordt. Vele Angolezen beginnen terug te keren naar de plek die zij op de vlucht voor de oorlog verlieten. Her en der verrijzen nieuwe hutjes op stukjes schoongemaakte grond. Foto: Carlos Lousada Angola na een half jaar vrede In het mooie, aan Mozambique grenzende Maputaland in Zuid-Afrika zijn tal van natuurreservaten aangelegd. Dat gaat ten koste van de oorspronkelijke bevolking, die haar aloude manier van leven en werken moet opgeven. Zo mag er niet meer met netten worden gevist. Een fotoreportage. Foto: Kadir van Lohuizen 'Men maakt zich meer zorgen om de dieren dan om ons' Nieuwe abonnementsprijzen Per 1 januari gaan de abonnementsprijzen van , voor het eerst in vier jaar, omhoog. De prijs van een jaarabonnement wordt f22,50 in Nederland, f35,- elders in Europa en f50,- buiten Europa. Losse nummers gaan f2,50 kosten. Onze Vlaamse lezers staan ook veranderingen te wachten, maar daarover meer in het volgende nummer. Inhoud Interview met Henk van Zuidam over Angola pagina 3. Redactioneel: krachtenbundeling aan vooravond onderhandelingen pagina 4. Reportage: de Nederlandse universiteiten op zoek naar nieuwe (en oude) Zuidafrikaanse vrienden pagina 6. De zelfvoldane missionarissenhouding van Nederlandse tv-makers ten aanzien van Afrika pagina 8. Nieuwe denkbeelden over de economie en banden met het ANC centrale thema's op congres van Zuidafrikaanse Communistische Partij pagina 10. Fotoreportage: de mensen komen op het tweede plan in Maputaland pagina 12. Zambia is eenpartijstaat af, maar past een meerpartijenstelsel wel bij Afrika? pagina 14. Je moet er geweest zijn pagina 16. Literatuur uit Zuidelijk Afrika in Amandla: 'Woorden als kogels' pagina 18. Mamlambo, kort verhaal door Bheki Maseko pagina 19. Colofon Vijftiende jaargang, nummer 12, december 1991 Redactieadres: Oudezijds Achterburgwal 173, 1012 DJ Amsterdam Telefoon: (020) 623 22 29 Uitgave van: -Boycot Outspan Aktie, Oude Vest 79, 2312 XT Leiden Telefoon: (071) 14 21 24 - Komitee Zuidelijk Afrika Oudezijds Achterburgwal 173 1012 DJ Amsterdam Telefoon: (020) 627 08 01 -Werkgroep Kairos, Kromme Nieuwegracht 10 3512 HG Utrecht Telefoon: (030) 31 97 14 Een jaarabonnement kostf18,50; buitenland f30, -; per luchtpost buiten Europa f45, Voor wijze van abonneren en doorgeven van adreswijzigingen zie pagina 24. Redactie: Sietse Bosgra, Ditty Eimers, Brenda Filippo, Hanne Obbink en Luuk Obbink Eind- en bureauredactie: Arie van Dalen Vormgeving: Maarten Messie Layout- ontwerp: Van Dalen, Karsten & Messie Aan dit nummer werkten verder mee: Annet Berntsen, Robert Dorsman, Ciska Matthes en Kees Neefjes Druk en zetwerk: Meboprint Amsterdam Pagina 3 Pagina 12

ANGOLA EEN HALF JAAR NA HET UITBREKEN VAN DE VREDE In de bush verrijzen nieuwe hutjes Het was zonder meer een bijzondere gebeurtenis: vorige maand kwam Jonas Savimbi, leider van de Angolese rebellenbeweging Unita, aan in de hoofdstad Luanda. Hem werd geen strobreed in de weg gelegd door de MPLA-regering die hij zestien jaar had bevochten. Henk van Zuidam is medewerker van de Eduardo Mondlane Stichting in Amsterdam, die ontwikkelingswerk doet in Angola en Mozambique. Hij bezocht Angola onlangs en zag dat het vredesakkoord van mei jongstleden het land ook in andere opzichten van aanzien doet veranderen. Zijn verhaal. 'Het is tegenwoordig mogelijk om per auto van Luanda naar de provincie Huila, in het zuiden, te rijden. Dat is opmerkelijk, want zolang ik me kan herinneren, moest dit traject per vliegtuig worden afgelegd. Het gebied tussen Luanda en Huila werd namelijk door Unita beheerst of in ieder geval onveilig gemaakt. De weg is nu vrij en de mijnen die er lagen, zijn opgeruimd. Maar de gaten in de weg zijn nog niet gedicht. De tocht naar Huila kost dan ook een dag of drie -vroeger kon het in één dag. De weg naar Huila is geen uitzondering. Beide partijen -het leger van de regerende MPLA en het Unita-leger houden zich vrij nauwkeurig aan het staakt-het-vuren en een groot deel van het land is nu te bereiken. Eenmaal aangekomen in de provincie Huìla kon ik gebieden bezoeken die de afgelopen twee jaar door Unita beheerst werden. Tot mei van dit jaar rukte Unita alleen maar verder op. Het was zelfs de vraag of de hoofdstad van Huila nog behouden kon blijven. Maar nu kon ik tot in de uithoeken van de provincie komen. In het door de regering beheerste gebied kan overal vrij gereisd worden, ik kwam nergens meer leger- of politieposten tegen en de meeste legerkampen zijn ontruimd. Vroeger was er elke vijftig of honderd kilometer wel een lijntje over de weg gespannen en in de bush verscholen zaten dan twee of drie soldaten. Wie het waagde om door te rijden, kon een kogel door zijn dak verwachten. Zulke posten ben ik niet meer tegengekomen, althans niet in regeringsgebied. Maar wie aan de grenzen komt van wat door de regering beheerst wordt, die stuit toch op zo'n lijntje over de weg: een Unita-controlepost. Gewone Angolezen wordt niets in de weg gelegd, maar vertegenwoordigers van de regering, van buiten- landse hulporganisaties en soms ook van de Verenigde Naties worden niet doorgelaten. Zelfs hulpgoederen voor de bevolking aan de kant van Unita worden tegengehouden. Dat is in feite een schending, niet van het staakt-het-vuren, maar wel van het vredesakkoord. Het is nog steeds een vrij groot gebied dat op deze manier door Unita beheerst wordt. Een stamhoofd in een vluchtelingenkamp in het oosten van Huila vertelde me dat er in het Unita-gebied verder naar het oosten nog niet veel veranderd was. Daar werden door Unita nog bijdragen in de vorm van voedsel verlangd, moesten koeien worden afgestaan en diensten verricht. * Een nieuw probleem voor Angola is het opkomend banditisme. Het leger wordt teruggetrokken in de centrale kazernes en er is ook begonnen met Onder een boom wordt het nieuws uit de dorpen uitgewisseld. Dankzij de fiets is de onderlinge communicatie versneld. Foto: Carlos Lousada Amandla vervolg van pagina 3 het inzamelen van de wapens van de volksmilities. Vooral in de Unitagebieden schijnt dat nogal moeizaam te verlopen. Er zijn hoe dan ook heel veel wapens in het land. En tegelijkertijd komen er ook steeds meer goederen in omloop. Als gevolg van de economische hervormingen stijgen de prijzen en de lonen houden geen gelijke tred met deze stijgingen. Banditisme is het gevolg: steeds vaker worden goederentransporten tussen de steden overvallen.' Rubberbootjes 'Ook in de havens komt het voor. Schepen worden overvallen met rubberbootjes, gewapende mannen springen 's nachts aan boord en kapen de boel - sommigen vrezen dat het er straks net zo zal gaan als in Lagos, de hoofdstad van Nigeria: daar lagen coasters voor de kust die aankomende schepen enterden. De haven van Luanda stond toch al niet zo goed bekend. Van goederen die via Luanda het land werden ingevoerd was de kans vijftig procent dat ze verloren gingen. Niemand wist er het fijne van: er werd eens een container opzij gezet, in een verloren hoekje, die stond er dan maanden en langzaam verdween de inhoud. De administratie in de haven was een puinhoop en niemand kon aanwijzen wie er schuldig was. Maar de goederen verdwenen wel. Nu gaat het echter heel anders. Het leger heeft zich teruggetrokken en heeft geen matigende invloed meer op de misdaad; ex-soldaten vervallen kennelijk nogal eens tot duistere praktijken; er is nog geen goede politiemacht die de zaak in.de hand kan houden. En de misdaad vindt nu georganiseerd plaats. Er wordt van tevoren bedacht wat er gestolen gaat worden en dat eigent men zich vervolgens met wapengeweld toe. Buitenlanders worden op straat of zelfs in hun hotelkamer bestolen. Mensen kloppen netjes aan, stellen zich voor als ambtenaren van de belastingdienst die willen controleren of het aantal dollars dat iemand bij zich heeft, klopt met de opgave - en gaan er dan met de dollars vandoor. Zulke verhalen hoorde ik een half jaar geleden nog niet. Iedereen aast op dollars. De kwanza (de nationale munt) is, ondanks een aantal monetaire maatregelen, nog niet veel waard. In Angola bestaan al jaren in feite twee economische circuits: het officiële -maar in de winkels is haast niets te krijgen - en het informele, de zogenaamde 'parallelmarkt'. De dagelijkse handel vindt vooral plaats op de parallelmarkt. De prijzen zijn er echter geweldig hoog: vroeger ongeveer honderd keer en tegenwoordig nog steeds vijftien tot vijftig keer zo hoog als in het officiële economische circuit. Mensen in loondienst hebben dus heel weinig aan hun (officiële) loon. Om in leven te blijven hebben ze toegang nodig tot de parallelmarkt, en die krijgen ze alleen als ze dollars hebben of goedere.n die ze op de parallelmarkt tegen de daar geldende prijzen kunnen verkopen. De stedelijke bevolking kan op twee manieren aan dollars en goederen komen: legaal en illegaal. Angolezen in overheidsdienst krijgen tot nu toe bonnen waarmee ze in de staatswinkels goederen kunnen krijgen: bier, meel, kleding, schoenen. Die kun je op de parallelmarkt verhandelen, en zo kun je je officiële inkomen vertienvoudigen. Dat is legaal. Illegaal is het als je je goederen toeëigent om die te verkopen. Iedereen is gedwongen zich, legaal of illegaal, toegang te verschaffen tot de parallelmarkt. Het is dus geen wonder dat er heel veel goederen verdwijnen.' Verstard 'Op het platteland gaat het overigens anders toe. De bevolking daar heeft zich onttrokken aan de geldeconomie, die is teruggevallen op een ruileconomie. Dat beperkt de voedselproduktie, want zoveel te ruilen is er niet. Daarom produceren de boeren maar net iets meer dan ze nodig hebben om zelf van te kunnen leven. Het kleine beetje extra dat ze verbouwen, wordt geruild voor de dingen die ze niet zelf kunnen maken, zoals kle- ding, medicijnen, lucifers en petroleum. Om de economie weer op poten te zetten, zijn er politieke hervormingen nodig. Het overheidsapparaat is namelijk verstard en de regerende MPLA is er niet in geslaagd het apparaat in beweging te krijgen. Er vindt nog steeds een factiestrijd plaats tussen hervormers en conservatieven. De conservatieven zien dat zij hun privileges dreigen te verliezen; zij hebben namelijk greep op de distributie van goederen en kunnen zich dus toegang verschaffen tot de parallelmarkt. Daarom zijn de economische hervormingen die al vanaf 1987 voortdurend maar weer afgekondigd worden ook steeds mislukt: het ambtenarenapparaat weigert die door te voeren. De ambtenaren zijn er alleen toe te brengen economische hervormingen door te voeren als ze door het na te laten het gevaar lopen dat ze hun privileges verliezen. Tot nu toe werden ze vooral beoordeeld op hun functioneren als partijlid. Maar een nieuwe regering zou hen wel eens kunnen gaan beoordelen op hun functioneren als ambtenaar. En dan zouden ze hun baan wel eens kunnen verliezen. Een bijkomend effect van de opkomst van meer politieke partijen is dat het onwillige ambtenarenapparaat erdoor onder druk komt te staan. In Luanda is al wel wat te zien van de nieuwe politieke omstandigheden. In de straten hangen spandoeken van allerlei partijen. Vooral Unita trekt de aandacht: de Unita-vlag wappert bijvoorbeeld heel prominent aan de voorgevel van het dure Hotel Turismo waar de Unita-delegatie neergestreken is. Van de andere partijen -het zijn er nu enkele tientallen - is minder te zien. De enige uitzondering is de PRD, de Democratische Hervormingspartij; dat is de partij waarvan de bekendste politicus buiten de MPLA en Unita, Joaquim Pinto de Andrade, voorzitter is.' Sterke man 'De politiek is echter vooral een kwestie van de stedelijke bevolking. Op het platteland leeft het niet. Wat de bevolking daar wil is dat er vrede komt en rust. De mensen willen terug naar de streek waar ze vandaan komen, naar hun dorpen en hun akkers. Ze willen zich weer wijden aan het gewone leven, aan landbouw, aan het verkopen van hun opbrengsten op de markt. Het politieke bestel kan hun niets schelen - sommigen verlangen zelfs terug naar de rust en de orde die er onder de Portugezen heersten. Ze hebben jaren onder een sterke man gewerkt die de Portugezen boven hen had gesteld en later onder een door de MPLA-regering benoemde sterke man. Ze wachten nu gewoon op de volgende sterke man. Er is een vrij opgewekte, optimistische stemming in het land. Het vertrouwen dat de vrede zal standhouden groeit. Overal zag ik groepjes mensen die op eigen houtje hadden besloten terug te gaan: ze pakken hun boeltje op en gaan lopen, soms twee dagen, soms vijf dagen. En in de bush zag ik kleine, nieuwe hutjes en schoongemaakte stukjes grond. De mensen vestigen zich weer, ook in gebieden die verder nog helemaal verlaten zijn, omdat iedereen er een tijdje geleden weggevlucht was voor het oorlogsgeweld. Ze keren terug naar gebieden waar alles verwoest is: de schooltjes zijn er niet meer, gezondheidsposten zijn er verdwenen, de watervoorziening deugt niet meer. Maar ze gaan terug.' Hanne Obbink Markt in een musseque (sloppenwijk) van Benguela-Stad. Op de vlucht voor de oorlog op het platteland hebben vele Angolezen zich - illegaal en zonder rechtengevestigd in de musseques, die iedere officiële status ontberen. De marktvrouwen werken van zonsopgang tot zonsondergang om genoeg te verdienen voor het levensonderhoud van hun gezinnen. Foto: Carlos Lousada Amandia

ACADEMISCHE VRIJHEDEN Universiteiten op zoek naar nieuwe (en oude) vrienden Officieel respecteerden de Nederlandse universiteiten vanaf het midden van de jaren zeventig de ban op academische contacten met Zuid-Afrika. Dit gebeurde vaak naar aanleiding van felle discussies in universiteitsraden. Op persoonlijke contacten had dit beleid geen vat. Nu mag Zuid-Afrika weer. Het ANC heeft ingestemd met opheffing van de academische boycot. Amandla maakte een rondje langs de Bureaus Buitenland van de universiteiten en nam universiteitsbladen door. Wat zijn de plannen met Zuid-Afrika? Minister van onderwijs Ritzen had de universiteiten al laten weten dat de Nederlandse regering geen bezwaar meer ziet in officiële contacten met Zuid- Afrika. Toen in 1977 het Cultureel Akkoord tussen Nederland en Zuid-Afrika werd bevroren (later werd het opgezegd), betekende dat niet dat er een verbod kwam op uitwisselingen op het gebied van cultuur, onderwijs en onderzoek, maar het had wel het effect van een boycot. Als er nog officiële universitaire contacten plaatsvonden, liepen die vaak uit op een publicitaire rel. In de jaren tachtig richtten de meeste universiteiten Zuid-Afrika-fondsen op, als blijk van steun aan de oppositie tegen de . Het ging om bescheiden bedragen: geld voor lezingen en in de regel één beurs per jaar voor een Zuidafrikaanse student of onderzoeker. Aanvankelijk werden de kandidaten voor een beurs door het ANC voorgedragen, later door Udusa, de Zuidafrikaanse vereniging van progressieve universitaire stafleden. De Zuidafrikaanse ambassade was er als de kippen bij om de discussie over de universiteiten en hun contacten met Zuid-Afrika te heropenen. Al enkele maanden na de vrijlating van Mandela, namelijk vorig jaar juni, vond de ambassade de tijd rijp voor herstel van de academische uitwisseling, zo wist het Utrechts Universiteitsblad te melden. In zijn niet aflatende strijd tegen sancties nodigde ambassadeur Nothnagel de Nederlandse universiteiten uit voor een gesprek. Utrecht, Groningen, Amsterdam en Tilburg gingen niet op de uitnodiging in. De Leidse universi- Niet-economische sancties opgeheven Eind oktober maakte het ANC bekend dat de sancties tegen ZuidAfrika stapsgewijs worden afgebroken. Hierover was overeenstemming bereikt door de 'alliantie' van ANC, de vakbondsfederatie Cosatu en de communistische partij. Met onmiddellijke ingang zijn de nieteconomische sancties opgeheven: de sportboycot, de culturele en academisch boycot, de beperkingen op het gebied van toerisme, visa-verstrekking en luchtvaartverbindingen. Dat wil nog niet zeggen dat alles nu maar kan. De sportorganisaties zelf zullen van geval tot geval aangeven welke internationale sportcontacten kunnen plaatsvinden en welke nog moeten wachten. Op het gebied van de cultuur blijft men contacten met racistische Zuidafrikaanse organisaties afwijzen. Van de economische sancties wil de 'alliantie' pas afzien als er een overgangsregering in Zuid-Afrika is. Deze regering van alle partijen zal dan zelf een besluit over beëindiging van de sancties nemen. Voorlopig zijn de plannen om het olie-embargo en de wapenboycot vol te houden tot er sprake is van een definitieve machtsoverdracht (in 1994?) aan een democratisch gekozen regering. teit en de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU) wel. Er vond een gesprek plaats tussen de twee voorzitters van de colleges van bestuur en de ambassadeur. Wat betreft Leiden is het daarbij vooralsnog gebleven. De heer Teller van het Bureau Buitenland zegt dat zijn universiteit nog doende is een aantal politieke en praktische factoren af te wegen. Wat eventuele partners vakmatig waard zijn, speelt ook een rol. VU en PU Van openlijk herstel van oude contacten is tot dusver alleen sprake bij de VU. Het is geen nieuws dat er ondanks de ban op officiële contacten persoonlijke banden tussen Nederlandse en Zuidafrikaanse academici zijn blijven bestaan. De ontwikkelingen aan de VU laten zien dat juist die banden kunnen bijdragen aan het opbloeien van contacten met gevestigde, blanke universiteiten in ZuidAfrika. Van de zomer was rector Reinecke van de christelijke universiteit van Potchefstroom (PU) al bij de eveneens christelijke VU op bezoek. Het was het eerste officiële contact sinds jaren. Vanaf 1958 bestond er een nauwe samenwerking tussen VU en PU. Die werd in 1976 verbroken na een lange discussie in de universiteitsraad en gesprekken op bestuursniveau tussen beide universiteiten. Potchefstroom weigerde toentertijd het apartheidsregime te veroordelen. In een interview met het VU-blad Ad Valvas van nog maar een half jaar geleden noemde voorzitter drs. H. Brinkman van het college van bestuur " .. herstel van het contact met Potchefstroom onaannemelijk'. Een bezoek aan Zuid-Afrika van Brinkman (voorheen docent Zuidafrikaanse taal- en letterkunde) leidde echter toch tot een uitnodiging aan prof. Reinecke. In de lezing die Reinecke in september hield voor een select universitair gezelschap, liet hij zich in vage bewoordingen uit over de opstelling van zijn universiteit in 'het nieuwe ZuidAfrika': 'We zien onszelf als een opleidingsuniversiteit voor een brede gemeenschap'. Feitelijk hield die breedheid A mandla d6 mb., 1991 6 in 1989 in dat er op de in totaal bijna negenduizend studenten 370 'gekleurde' studenten stonden ingeschreven. De VU moet nagegeven worden dat zij haar contacten niet tot Potchefstroom beperkt, maar ook activiteiten ontplooid op de meest progressieve universiteit van Zuid-Afrika, die van 'Wes-Kaapland'. De VU zendt dit jaar geologen naar Kaapstad, met als doel om samen met de eerste 'zwarte' faculteit geologie een gemeenschappelijk onderzoeksprogramma op te stellen. Een professor computerlinguistiek gaat met Kaapse studepten een onderzoek opzetten naar het Afrikaans dat 'kleurlingen' spreken. En de VU denkt erover na hoe de al jarenlang bestaande officieuze contacten met de theologische faculteit een officieel karakter kunnen krijgen. Missies Een van de redenen waarom de Leidse universiteit nog geen vastomlijnde plannen heeft, is dat er zich niet teveel Nederlandse academici op dezelfde universiteit moeten storten, aldus Teller. Daarmee doelt hij ongetwijfeld juist op de universiteit van de Westkaap. Vorig jaar kwam rector prof. J. Gerwel in Nederland om steun vragen voor de zeer snel groeiende universiteit. Niet alleen de VU gaf gehoor aan dat verzoek. Utrecht gaat ondersteuning bieden op het gebied van wis- en natuurkunde, geologie, onderwijs, vrouwenstudies en de bibliotheek. Als gevolg hiervan wordt het Utrechtse anti-apartheidsfonds niet meer aan beurzen besteed, maar aan deze samenwerking. Wel blijft de jaarlijkse Utrechtse antiapartheidsweek (dit jaar van 25 tot 29 november) bestaan. Elders wordt wel nagedacht over contacten, maar is het aantal concrete activiteiten nog zeer beperkt. In Tilburg organiseerde de Progressieve Studentenfractie een forum over onder andere deze kwestie. De universiteitsraden in Groningen en Amsterdam hebben het voorzichtige besluit genomen binnenkort missies naar Zuid-Afrika te sturen om de mogelijkheden tot steun aan niet-blanke universiteiten te onderzoeken. Groningen denkt aan samenwerking op onderwijskundig terrein, bijvoorbeeld met een instelling die zich bezighoudt met het lager en middelbaar onderwijs, zegt H.P. Kleinsma van het Bureau Buitenland. De Wageningse landbouwuniversiteit houdt de zaak nog even af, onder meer omdat zusterfaculteiten uitsluitend te vinden zijn bij de gevestigde blanke universiteiten, aldus Bureau Buitenland-woordvoerder A. de Vries. Om dezelfde reden is het moeilijk een geschikte Zuidafrikaanse kandidaat te vinden voor de studiebeurs die Wageningen ter beschikking heeft. Enschede kampt met hetzelfde probleem: het betreffende fonds is de afgelopen twee jaar niet aangeroerd. De door Udusa voorgedragen kandidaten waren meer gebaat bij een hogere beroepsopleiding. In feite staat het voortbestaan van de fondsen ter discussie, al is die nog niet gesloten. Enschede stuurt, met steun van bedrijven, in maart wel 24 studenten bedrijfskunde voor een stagereis naar Zuid-Afrika. Hoewel toevallig, past dat mooi bij de wens van het ANC dat er vooronderzoek wordt gedaan voor investeringen in Zuid-Afrika. Opgeheven De technische universiteiten in Delft en Eindhoven hieven de anti- apartheidsfondsen al bij gebrek aan kandidaten op. Eindhoven had trouwens jarenlang aan het bestaan ervan nauwelijks ruchtbaarheid gegeven. Een bezoek dat de Eindhovense rector prof. dr. Van Lint deze zomer aan Zuid-Afrika bracht, heeft ertoe geleid dat de zwarte universiteit in het 'thuisland' Lebowa nu van boeken wordt voorzien. Van Lint kondigde voorts aan dat er alsnog beurzen aan zwarte Zuidafrikanen zouden kunnen worden verstrekt maar, zo zei hij in het universiteitsblad Cursor, 'je moet dan wel goede studenten hebben, die de aansluiting aankunnen. Je moet geen schertsgebaar maken en zomaar iemand hier naartoe halen'. Voor een van de grootste problemen in ZuidAfrika, het bewust laag gehouden niveau van het onderwijs voor zwarten, stelt de rector fijntjes het ANC verantwoordelijk. Dat 'predikte "eerst revolutie, dan scholing" en stak. zelfs scholen voor zwarten in brand. Veel jongeren zien het onderwijs nu als een Actie van studenten van de Universiteit van West-Kaapland, die zich na een oproep daartoe van rector Gertvel in veel Nederlandse belangstelling mag verheugen. Teveel misschien, vrezen sommigen. Foto: Paul Babeliowsky/HH Anaa

NEDERLANDSE TV-MA KERS EN AFRIKA Zeifvoldane missionarissen Vervolg van pagina 7 onoplosbaar probleem.' Samenwerking met 'zwarte' universiteiten, waar de rector wel voor is, kan moeilijk worden als Eindhoven aan haar richtlijnen vasthoudt. De heer De Fau van het Bureau Buitenland: 'Nieuwe internationale contacten worden bepaald door het niveau en de kwaliteit van de partners'. Subsidies Uit dit rondje langs Nederlandse universiteiten blijkt dat zij zich vrijwel allemaal bezinnen op contacten met Zuid-Afrika. Een verschil zit in de haast die wordt gemaakt. Wie er snel bij is, kan gemakkelijker aanspraak maken op de normale subsidies voor internationale contacten, die ook voor Zuid-Afrika bestemd zullen worden, aldus minister Ritzen. Ook verschilt de ernst van de politieke afweging die universiteiten willen maken. Moet de samenwerking behalve academische ook politieke doelen dienen? Samenwerking met overbezette, professioneel onderbemenste en academisch achtergestelde 'zwarte' universiteiten is een moeizamer klus dan samenwerking met blanke vakbroeders en studenten aan de gevestigde instellingen. En in hoeverre zijn universiteiten bereid over hun academische grenzen heen te kijken? In Zuid-Afrika betreffen de meest dringende onderwijskwesties de middelbare scholen en de beroepsopleidingen. Hoe denkt de progressieve beweging in Zuid-Afrika over de rol van het universitaire onderwijs? Is het wenselijk dat er criteria worden geformuleerd voor de uitwisseling tussen Nederlandse en Zuidafrikaanse universiteiten? Deze en dergelijke vragen komen aan de orde op een conferentie in Den Haag over de toekomstige relatie van Nederland en de Europese Gemeenschap met Zuid- en Zuidelijk Afrika. De conferentie in het ministerie van buitenlandse zaken duurt van 22 tot 24 januari. Naast het onderwijs staan er dan nog tal van andere thema's op de agenda. Annet Berntsen Afrika hangt van hongersnoden, staatsgrepen en andere rampen aan elkaar. Een verloren continent, waar zwarten elkaar afslachten als ze tenminste niet van de honger doodgaan. Dat is grofweg het beeld dat de gemiddelde Nederlander heeft van Afrika. Een beeld dat vooral bepaald wordt door de televisie. Toch is het al lang niet meer zo dat we Afrika uitsluitend opgediend krijgen in de vorm van kinderen met dikke hongerbuikjes. Wat schort er aan de informatie die via de tv de huiskamer binnenkomt? Onder het motto 'Eurovisies op Afrika' stelde het Tropeninstituut in Amsterdam van 4 tot 9 november de beeldvorming over Afrika op de Europese televisie aan de kaak. Afgaande op de hoeveelheid informatie die de Nederlandse kijker op de buis krijgt voorgeschoteld over Afrika komt Nederland er in vergelijking met andere Europese landen lang niet slecht vanaf. Zo kostte het de Nederlandse mediadeskundige De Jong geen enkele moeite een vier uur durend programma met televisiefragmenten over Afrika, gebaseerd op negen maanden televisie, samen te stellen. En dan had hij Zuid-Afrika, dat regelmatig in het brandpunt van de actualiteit staat, nog niet eens meegerekend. Zijn collega's uit Hongarije en Tsjechoslowakije slaagden er ternauwernood in twee uur te vullen op basis van twee jaar televisie. De grote fondswervende organisaties hebben in Nederland in tegenstelling tot Oost-Europa, Duitsland en Engeland, niet te klagen over toegang tot de televisie. Van EO tot RTL4, ze zijn geen van allen te beroerd om van tijd tot tijd een programma aan Afrika te wijden en de kijkers op te roepen weer eens in de buidel te tasten. Dergelijke programma's leveren de omroepen veel goodwill op en kosten hen bovendien geen cent, omdat het gewoonte is dat de zogenaamde 'charimarkt' die uit eigen zak betaalt. En de Nederlandse kijker mag dan misschien nauwelijks geïnteresseerd zijn in Afrika, dat neemt niet weg dat-ie nog steeds bereid is grif en gul te geven voor het goede doel. Slecht bekeken Ondanks het feit dat de charitatieve markt een stevige vinger in de pap heeft, is het in tegenstelling tot wat velen denken niet zo dat het beeld over Afrika op de Nederlandse televisie beheerst wordt door misère en droefenis. In de afgelopen negen maanden was slechts eenmaal een beeld van hongerende kinderen te zien. Wel zonden de omroepen programma's uit over uiteenlopende onderwerpen als muziek, godsdienst, aids en verdwijnende regenwouden. Een kenmerk van vrijwel alle gewone (dus niet-fondswervende) programma's over Afrika is dat ze slecht bekeken worden, door gemiddeld zo'n tweehonderdduizend kijkers. 'Dat heeft weinig te maken met het late tijdstip waarop ze meestal uitgezonden worden', betoogde Ruud van Breugel, programmamaker bij de KRO tijdens de afsluitende paneldiscussie. 'Er zijn nu eenmaal wetten van kijkdichtheid en programma's over Afrika trekken gewoon weinig kijkers, of je ze nu uitzendt op primetime of aan het eind van de avond.' Reclameman P. Mertz vond dat een al te gemakkelijke dooddoener: 'Ik weet wel dat je Afrika niet kunt verkopen als een hamburger, maar dat wil niet zeggen dat je je neer hoeft te leggen bij de zogenaamde ongeïnteresseerdheid van het publiek. In de reclamewereld worden daar al decennia lang technieken voor ontwikkeld. Het is ronduit bedroevend dat daarover door omroepen en door het ontwikkelingswereldje absoluut niet wordt nagedacht. Als mensen niet geïnteresseerd zijn kun je ze namelijk geïnteresseerd maken.' Een conclusie die zich na vier uur A mandi1a

Westerse cameraploeg op locatie in Namibië Foto: Swapo kijken naar tv-fragmenten over Afrika opdringt is dat het gros van de programma's al zijn ze nog zo gevarieerd in onderwerp en visie allesbehalve interesse opwekt. Het is vooral door saaiheid, prekerigheid en eentonigheid waardoor deze programma's opvallen. Of het nu gaat om regenwouden, muziek of aids, steevast worden ze in- en uitgeluid door tromgeroffel. En of het programma zich afspeelt in Mali of in Mozambique, een typisch Afrikaanse zonsondergang doet het altijd goed, schijnen de programmamakers te denken. Dan is er nog de gewoonte om vooral hulpverleners, in de meeste gevallen paters en bisschoppen, als deskundigen aan het woord te laten. Als er al 'gewone' Afrikanen in hun eigen taal aan het woord komen, worden hun stemmen weggedrukt door een voice over, een Nederlandse commentaarstem, die vooral herinneringen oproept aan de vroegere schooltelevisie. Het is geen wonder dat net dat ene hongerbeeld op het netvlies blijft hangen, simpelweg omdat dat een van de weinige beelden is die emoties oproepen. Mombassa Law Door het panel dat zich tot slot van de week over de kwestie boog, werd de schuld voor de negatieve beeldvorming over Afrika vooral bij de omroepen en bij de fondswervende organisaties gelegd. 'Er wordt veel te weinig gebruik gemaakt van het koppie', stelde cineaste Hillie Molenaar. 'De omroepen hebben geen fantasie. Als de televisie vindt dat er meer soap moet komen, waarom is er dan bijvoorbeeld geen LA Law uit Mombassa?' Het zijn vooral de fondsen in Nederland die er belang bij hebben dat Afrika wordt geassocieerd met ellende, constateerde Piet van Harn van de NCO. Hij gaf toe dat ook zijn eigen club er niet in geslaagd is het negatieve beeld te doorbreken. 'De NCO is misschien wel te veel gericht geweest op de relatie tussen Afrika en Nederland. Het ging niet om "wat is Afrika?" maar om "wat hebben wij met Afrika te maken?" Daardoor vielen veel programma's die positieve aspecten van Afrika belichten buiten de boot.' Eensgezind waren de panelleden over de noodzaak Afrika's positieve kanten voor het voetlicht te brengen. De negatieve beeldvorming zal er toe leiden dat Afrika van de agenda verdwijnt. Uiteindelijk zal niemand meer geïnteresseerd zijn in Afrika en zal het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking verdwijnen, was de teneur van de discussie. Zolang echter deze gedachtengang de discussie over de beeldvorming van Afrika overheerst, is er weinig hoop dat de televisie er in de toekomst in zal slagen de kijkers wel te interesseren voor Afrika. Want of er nu een positief of een negatief beeld gepresenteerd wordt, als aandacht voor Afrika vrijwel uitsluitend in het licht staat van onze hulprelatie met dat continent, blijft de zendingsdrang op de televisie domineren. En zendingsdrang leidt zelden tot programma's die de nieuwsgierigheid prikkelen. Op de vraag op welke manier de NCO de interesse van het publiek voor Afrika zou willen opwekken, kwam Piet van Harn dan ook niet veel verder dan: 'Kijk, we zouden meer aandacht aan cultuur moeten geven. Ook een speelfilm moet kunnen. We zeggen nu ook tegen programmamakers: bedenk eens iets creatiefs waarmee je de mensen kunt interesseren.' Extra waarde De eerste en voornaamste reden waarom de televisie aandacht zou moeten besteden aan Afrika, kwam niet aan bod. Die is er dat er in Afrika net zoveel belangwekkende ontwikkelingen op het gebied van cultuur, politiek, sport, wetenschap, godsdienst en noem maar op plaatsvinden, als in Europa. Aangezien in Afrikaanse landen veel zaken op een andere manier worden aangepakt dan in Europa, kan televisie over en uit Afrika een extra waarde toevoegen en als eyeopener fungeren. Dat het wel degelijk mogelijk is om de interesse van een breed publiek voor Afrika op te wekken, wordt bewezen in Duitsland. Een programmamaker: 'Wij hebben onze zendingsdrang op de televisie al tien jaar geleden achter ons gelaten. Het woord "Derde Wereld" gebruiken we niet meer. In Duitsland zijn Afrikaanse speelfilms tegenwoordig een commercieel succes. Wanneer stappen jullie eindelijk eens af van die zelfvoldane missionarissenhouding?' Ditty Eimers 9

(TE) NA UWE BAND METANC STAA T CENTRAAL OP ACHTSTE CONGRES Zuidafrikaanse communisten gaan hun koers drastisch verleggen Overal ter wereld veranderen communistische partijen haastig hun naam. In de Sovjet-Unie is de partij zelfs op non-actief gesteld. De Zuidafrikaanse Communistische Partij (SACP) denkt er echter niet over afscheid te nemen van haar beladen naam of het hamer-en-sikkel-symbool. Toch staat de partij op haar congres van 7 en 8 december voor ingrijpende veranderingen. Het aanstaande congres is pas het achtste in de zeventigjarige geschiedenis van de SACP. Het zesde congres van 1962 was het laatste dat binnen Zuid-Afrika plaatsvond. De partij was toen al verboden en het congres werd in het diepste geheim gehouden. Het daarop volgende partijcongres werd in 1989 op Cuba gehouden, vier maanden voor de val van de Berlijnse Muur. Het orthodoxe marxisme-leninisme in het daar aangenomen partijprogramma 'De Weg naar de Macht' is nu niet meer bruikbaar. Door de partij-afdelingen wordt sinds de zomer gediscussieerd over een nieuw ontwerp-partijprogramma, waarvan 'democratisch socialisme' het uitgangspunt vormt. 'Onze vijanden verspreiden de leugen dat de communistische partij de auto's, de huizen en het meubilair van de mensen wil afpakken. Maar binnen het democratisch socialisme zal ieder het recht hebben op zijn eigendommen zolang die maar niet worden gebruikt om anderen uit te buiten.' De SACP is voorstander van een gemengde economie, waarin de kapitalistische sector een belangrijke plaats inneemt. Overheid en bevolking moeten geleidelijk aan een grotere greep krijgen op de economie. 'Controle is voor ons echter geen kwestie van wie de produktiemiddelen feitelijk bezit. Er is geen sprake van socialisme als de produktiemiddelen in handen zijn van een staat die bestuurd wordt door een kleine groep bureaucraten, terwijl producenten en consumenten op geen enkel niveau van de economie democratische invloed hebben.' Het is duidelijk dat de Zuidafrikaanse communisten hun les hebben geleerd uit de ondergang van het communisme in Oost-Europa. Partijleider Joe Slovo zoekt de oorzaak daarvan gedeeltelijk in 'het uitschakelen van de marktmechanisme als factor om economische levensvatbaarheid vast te stellen'. De andere grote fout in de Oosteuropese landen was het gebrek aan democratische controle. Daarom spreekt de SACP zich in haar ontwerpprogramma ondubbelzinnig uit voor 'een meerpartijendemocratie, een handvest voor de mensenrechten, een onafhankelijk juridisch systeem, vrijheid van meningsuiting, vereniging, pers en godsdienst'. Op het congres zal ongetwijfeld uitgebreid worden ingegaan op de ondergang van het wereldcommunisme en de slaafse volgzaamheid van de partij aan de Sovjet- Unie. 'De laatste tientallen jaren heeft de partij de fout gemaakt om blindelings en kritiekloos alle buitenlandse politieke interventies van de Sovjet-Unie te steunen', gaf SACP-topman Jeremy Cronin onlangs in een interview toe. 'Binnen onze rijen woedt er een strijd om afscheid te nemen van een erfenis van jaren en jaren, die we stalinisme kunnen noemen', bekende partijleider Joe Slovo toen sommige kringen in de partij de coup tegen Gorbatsjov toejuichten. 'Die strijd wordt niet in een enkele nacht gewonnen.' Excuus Slovo gebruikt de onderdrukking in Zuid-Afrika als excuus voor de verstarring en het ondemocratische karakter van zijn partij. 'Sommige negatieve praktijken waren ons opgelegd door de situatie waarin we noodzakelijkerwijs moesten opereren. Gedurende de veertig jaar in de illegaliteit was geen interne partijdemocratie mogelijk. Omdat deze praktijken tot gewoonten worden en de neiging hebben voort te duren is thans de grootste inzet geboden om tot veranderingen te komen.' Slovo legt echter niet uit waarom de partij buiten Zuid- Afrika, in ballingschap, niet democratisch kon zijn. De coup tegen Gorbatsjov is door de Zuidafrikaanse communisten veroordeeld. 'Tegelijkertijd veroordelen we krachtig het anti-democratische verbod op de partij in vele republieken en het standrechtelijke en ongrondwettelijke op non-actief stellen van de partij door Gorbatsjov. Hij had niet het recht om in zijn eentje tot een dergelijke stap over te gaan. Dat recht heeft alleen het congres van de partij', zo voegde de SACP echter later aan haar veroordeling van de couppoging toe. Dat Slovo nog niet zo lang geleden coupleider Janajev had ontmoet had niets te betekenen: dat gesprek 'was onderdeel van het vaste patroon van contacten tussen zusterpartijen'. Hechte banden Hoe belangrijk en wezenlijk deze vraagstukken ook zijn, de meeste aandacht zal in december uitgaan naar de vraag wat er met de oude banden tussen de SACP en het ANC moet gebeuren. Toen de partij in 1921 werd opgericht was het een beweging van militante blanke arbeiders, mijnwerkers die uit Engeland kwamen, goudzoekers uit Amerika en Australië, verarmde Afrikaners die door de Britten van hun grond verdreven waren. In 1928 besloot de partij in opdracht van Moskou 'zich speciaal te richten op de opkomende organisaties onder de inlanders, zoals het ANC. De partij moet met behoud van haar zelfstandigheid in deze organisaties participeren en deze versterken.' De hechte banden tussen de SACP en het ANC werden vooral in ballingschap gesmeed, toen beide organisaties waren verboden. De overgrote meerderheid van de klaarblijkelijk niet zo talrijke leden was 'op de een of andere plaats in de organisatie van het ANC opgenomen in een betaalde full-time functie', aldus een geheim discussiestuk van de partij uit 1980. Amandla 10 'Hoewel het werk binnen de partijstructuren en collectieven volledig wordt verwaarloosd, zetten zij zich met hun inspanningen binnen het ANC in voor de revolutie en daarom is het belangrijk partijwerk.' Lege partijkas In die situatie lijkt nog weinig veranderd. 'De partij ontleent haar bijzondere karakter en haar kracht boven alles aan haar huidige vergaande verwevenheid met het ANC', aldus Jeremy Cronin. 'Deze samenwerking is voor beide partijen een verrijking geweest. De partij heeft er zeer van geprofiteerd... Door links en rechts wordt thans betoogd dat de partij zich moet ontbinden en op moet gaan in het ANC, of dat er een eind moet komen aan de langdurige traditie van overlappend lidmaatschap en leiderschap. Maar de partij is geen van beide van plan.' In feite vindt de partij haar machtsbasis meer in het ANC dan in de eigen organisatie. Ongeveer een derde van de leidende posities in het ANC wordt door communisten bezet. Tegelijk stagneert de ledenwerving van de partij: het ledental zou rond de twintigduizend liggen. Bovendien is de partijkas al geruime tijd leeg. In juli 1990 kon Slovo nog verklaren dat 'de Sovjet-Unie onze partij nog steeds financieel steunt, evenals andere regeringen en organisaties dat doen', maar sindsdien is die geldstroom geheel opgedroogd. Terwijl het ANC-bestuur in het 22 verdiepingen hoge voormalige Shell-gebouw in Johannesburg zetelt, heeft de SACP slechts drie kantoorruimten ter beschikking bij de vakbondskoepel Cosatu. Omdat hij ernstig ziek is, zal partijleider Joe Slovo zich terugtrekken, maar niemand staat te springen om zijn baan over te nemen. De hoge partijfunctionarissen die in het bestuur van het ANC zitten, willen hun positie en inkomen niet graag verruilen voor onzekere vooruitzichten op het partijbureau. Diner-dansant Op 27 juli gaf de SACP een dinerdansant in het stadhuis van Johannesburg om haar zeventigste verjaardag te vieren, maar vooral om fondsen te werven. De staf had al twee maanden geen salaris meer ontvangen. De toegangsprijs was zeventig gulden, behalve voor de stafleden die vrij toegang hadden. De stadhuishal bleef opvallend leeg. De prijs was te hoog voor 'de onderdrukte massa's' In juli vorig jaar kwam de SA CP weer om voor het feestje uit Soweto over te bovengronds in Zuidkomen. Afrika. SecretarisBinnen het ANC gaan steeds meer generaal Joe Slovo stemmen op die zich keren tegen het danste bij die gelegenoverlappende lidmaatschap van ANC heid de toyi-toyi. Ween SACP, ook door mensen die op gens ernstige ziekte zich voor een voortzetting van de zal de partijleider samenwerking zijn. Op het laatste zich terugtrekken, maar niemand staat te congres van het ANC wees secretaris- trappelen om zijn generaal Alfred Nzo erop dat de nau- functie over te nemen. we banden het recruteren van aanhang onder blanken, 'Indiërs' en nna 'kleurlingen' bemoeilijken. Mandela Ziemmnski/HH kondigde aan dat beide organisaties na de ondergang van de apartheid hun eigen weg zullen gaan. Bij de verkiezing van een nieuw bestuur voor de afdeling Kaapstad van het ANC greep Mandela in om Alan Boesak tot voorzitter gekozen te krijgen in plaats van een gestaald kaderlid van de SACP. Boesak heeft zich herhaaldelijk gekeerd tegen de invloed van de communisten op het ANC, omdat mede hierdoor de gemeenschap van 'kleurlingen' dreigt over te lopen naar het kamp van president De Klerk. De grote vraag is of het congres van de SACP op deze signalen zal reageren en een eind zal maken aan de nauwe verstrengeling met het ANC. Sietse Bosgra A m db, 1a 11

'_, In het noorden van de provincie Natal in Zuid-Afrika ligt het vruchtbare, groene Maputaland. Zo mooi en onaangetast is het gebied, dat de Zuidarikaanse staat lang geleden is begonnen er natuurreservaten aan te leggen. Dat ging en gaat ten koste van de inheemse bevolking, die er eeuwenlang in harmonie met de natuur leefde. Duizenden mensen werden gedwongen hun land te verlaten en zich in kale 'resettlements' te vestigen. In het Kosi Baai-gebied werden de boeren ingesloten door onder stroom staande hekken, die soms dwars door hun akkers lopen. Vissen met netten, een generaties lang gebruikte methode, werd verboden. Nijlpaarden die met het oog op het toerisme het gebied werden binnengebracht, bedreigen voortdurend de oogst. Soms worden zonder waarschuwing stuwdammen opengezet, waardoor het land onderloopt. 'Men maakt zich meer zorgen om de dieren dan om ons ~en als gevolg daarvan sterven wij', zeggen de mensen in Maputaland. 'Maar wij zijn de natuur, we zorgen goed voor het land.' mandla Foto's: Kadir van Lohuizen - decembe, 1991 Tekst: Ciska Matthes 12

' 13

OOK IN ZAMBIA LEGT DE 'BEVRIJDINGSPARTIJ' HET AF Is een stelsel met meer partijen on-Afrikaans? Zambia is eenpartijstaat af. Bij kanen een volbloed democratie, de eerste vrije verkiezingen, eind Botswana was dat al langer. Zimbabwe is in naam democratisch, maar oktober, ondergingen president feitelijk een eenpartijstaat: de ZanuKaunda en zijn partij hetzelfde PF van president Mugabe bezet 147 lot als de communisten in Oost- van de 150 zetels in het parlement. Swaziland, Lesotho en Malawi zijn Europa: ze leden een zware ne- dictaturen. Wat Lesotho betreft ligt derlaag. De plaats van de ooit er wel een toezegging van de militaire junta, die in 1986 de macht greep, dat immens populaire Kaunda als de grondwettelijke toestand volgend staatshoofd wordt overgenomen jaar hersteld wordt. In Malawi, geredoor Frederick Chiluba. In fe- geerd door 'president voor het leven' Banda, heeft minister van financiën bruari verliet ook Kaap Verdië al Chimango onlangs voorzichtig het het eenpartijstelsel (met het- idee van een meerpartijensysteem geopperd, maar Banda en zijn kliek zelfde resultaat voor de oude willen daar niets van weten. In Mamachthebbers) en andere Afri- lawi wordt iedere oppositie hardhandig onderdrukt. Zuid-Afrika ten kaanse landen zullen nog volgen, slotte is een bekend, apart verhaal. Er gaan in Afrika echter ook stemmen op die zeggen dat een Koperprijs meerpartijensysteem typisch Tussen de ontwikkelingen in OostWesters is en niet past bij de Europa en Afrika bestaan veel overAfrikaanse tradities. eenkomsten. Het belangrijkste verschil is dat in Afrikaanse landen druk van buitenaf -in het bijzonder van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank vaak een e ene partij in Afrikaanse een- grote rol speelt. De gebeurtenissen in partijstaten is veelal een voortzetting Zambia illustreren dat. van de beweging die het land van de Kenneth Kaunda leidde Zambia in kolonisator bevrijdde. Vaak had zo'n 1964 naar de onafhankelijkheid. ,partij meteen na de onafhankelijk- 'KK', zoals hij vaak liefkozend werd heid ook werkelijk de steun van een genoemd, werd elke vijf jaar herkozeer groot deel van de bevolking. zen. Geen wonder, want er waren Maar als er nu vrije verkiezingen wor- nooit tegenkandidaten. In 1972 legde den gehouden, dan krijgt zij al gauw hij die situatie in de grondwet vast. de rekening gepresenteerd voor cor- Op zijn eigen Unip (Verenigde Naruptie en vriendjespolitiek in haar tionale Onafhankelijkheidspartij) na, kringen, het gebrek aan vrijheid en werden toen alle politieke partijen de economische problemen waarmee verboden. Dit zou het land tot een bijna elk Afrikaans land wordt gecon- eenheid smeden, zo heette het. fronteerd. Tot halverwege de jaren zeventig was In Zuidelijk Afrika moet Angola eind er voor KK ook geen vuiltje aan de volgend jaar de stap naar een meer- lucht. Ook toen zij nog toegestaan partijendemocratie maken, zo is in was, kreeg de oppositie geen voet aan het vredesakkoord tussen de MPLA- de grond in het dankzij de koper- en regering en de Unita-rebellen vastge- kobalt-export tamelijk welwarende legd. In Mozambique had het rege- Zambia. Toen de koperprijs scherp rende Frelimo voor dit jaar de eerste daalde, raakte het land echter in een vrije verkiezingen beloofd, maar die economische crisis verzeild. Zambia zijn uitgesteld omdat er nog steeds moest aankloppen bij IMF en Wegeen duurzaam bestand met de reldbank. Zoals altijd verbonden A mandla Renamo-rebellen is bereikt. Namibië deze aan steun de eis dat de economie dmb,, 1991 is sinds het vertrek van de Zuidafri- geliberaliseerd zou worden. In de praktijk leidde dat onder andere tot forse prijsverhogingen voor de eerste levensbehoeften. Dat riep fel verzet van de bevolking op, met stakingen en (vaak bloedige) onlusten. De regering-Kaunda zag zich daardoor steeds weer gedwongen prijsmaatregelen te treffen, met name voor mais, het basisvoedsel in Zambia. Tegen het met subsidies kunstmatig laag houden van de voedselprijzen kwamen dan vervolgens IMF en Wereldbank weer in het geweer. Zo zwalkte Zambia in zijn economisch beleid van de ene naar de andere kant. In' 1987 besloot Kaunda de banden met het IMF en de Wereldbank maar te verbreken. De prijsbeheersing probeerde hij wel stukje bij beetje los te laten in de hoop dat de bevolking langzamerhand aan de hogere prijzen zou wennen. Maar in 1989 brak er opnieuw een oproer uit, terwijl Kaunda's regering tegelijkertijd moest erkennen dat zij zonder steun van IMF en Wereldbank niet uit de economische problemen kon komen. Hierdoor en doordat zich een krachtige oppositiebeweging ontwikkelde, zagen Kaunda en de Unip zich gedwongen om hun politieke monopolie te laten varen en vrije verkiezingen in het vooruitzicht te stellen. Samenraapsel Bij de verkiezingen, waaraan in totaal zes partijen deelnamen, kwam de Beweging voor een Meerpartijen-Democratie (MMD), die ook de stoot tot de democratisering had gegeven, als triomfator uit de bus. De leider van de MMD is Frederick Chiluba, die eerder successen boekte als voorzitter van de machtige vakbond van mijnwerkers. Hij staat aan het hoofd van een tamelijk merkwaardig samenraapsel van ondernemers en vakbondsleiders, van christenen en anarchisten. Dat brengt meteen met zich mee dat het de MMD niet licht zal vallen om de problemen van het land daadkrachtig aan te pakken. Een consequent beleid is met een dergelijke achterban nauwelijks mogelijk zonder de boel uit elkaar te laten spatten. Een duidelijk verkiezingsprogram- ma had de MMD dan ook niet, Kaunda's Unip trouwens evenmin. De verkiezingsstrijd werd voornamelijk op sentimenten gevoerd, waarbij grove methoden niet werden geschuwd. Kaunda maakte zijn tegenstanders bij voorkeur uit voor leugenaars en drugsdealers, de oppositie had eigenlijk maar één thema: de corruptie van Kaunda's regime. Over en weer dreigden Unip en MMD de tegenpartij na de verkiezingen keihard te zullen aanpakken, maar inmiddels spreken zowel Chiluba als Kaunda verzoenende taal. Voor sommigen in Afrika is het helemaal niet vanzelfsprekend dat de eenpartijstaten door meerpartijendemocratieën moeten worden vervangen. 'Het Westerse democratie- model' zou ongeschikt zijn voor dit continent. In de kolommen van de New African werd hierover deze zomer een vinnig debat gevoerd door twee redacteuren van dit maandblad, Anver Versi en Baffour Ankomah. Versi wijst erop dat de Afrikaanse staten kunstmatige eenheden zijn. Zij werden gevormd doordat de koloniserende mogendheden betrekkelijk willekeurig grenzen trokken op de kaart van Afrika. Bij de dekolonisatie bleven deze grenzen gehandhaafd, hoewel zij soms een stam over twee of meer landen verdeelden, of juist elkaar vijandig gezinde stammen 'verenigden'. Dit laatste is volgens Versi de kern van de problemen waarmee Afrikaanse landen op politiek gebied worstelen. Stambelangen Partijen werden over het algemeen niet gevormd op basis van klassebelangen of politieke visies, maar om de belangen van een bepaalde stam te verdedigen. In landen als Zaire, Nigeria, Soedan, Oeganda en Ethiopië leidde dit tot bloedige burgeroorlogen. Staten met een eenpartijstelsel ontsnapten aan dit noodlot, aldus Versi, die Kenia, Zambia, Zimbabwe, Ivoorkust, Lesotho en Tanzania daarvan als voorbeeld geeft. Hij voorspelt dat de introductie van het meerpartijensysteem zal leiden tot geweld, gekonkel en corruptie en daarmee tot vernietiging van de toch al kwetsbare economieën. Op zich is democratie niets nieuws voor Afrika, in vrijwel alle Afrikaanse samenlevingen werden vòòr de kolonisatie beslissingen op democratische wijze genomen, betoogt Versi. Juist in een eenpartijstaat zou eendracht heersen, omdat niet alleen de ideeën en belangen van de grote, dominante stammen, maar die van de gehele bevolking erin tot hun recht zouden komen. Binnen één partij zou politiek niet door stammen, maar door individuen bedreven worden. Versi's opponent Ankomah beweert precies het tegenovergestelde: juist een meerpartijenstelsel zou op natuurlijke wijze aansluiten bij de politieke tradities en de wensen van de Afrikaanse volkeren. Vóór de kolonisatie bestond Afrika uit een groot aantal koninkrijken, waarin de koning veelal regeerde in samenspraak met een raad van wijze mannen, de dorpshoofden. Deze opperhoofden wonnen op hun beurt advies in van alle volwassen mannen uit het dorp. Koningen en opperhoofden die faalden, konden uit hun functie worden ontheven. Het probleem is volgens Ankomah niet ofer een meerpartijendemocratie moet komen, maar hoe deze er precies uit moet zien. De beste kansen op sociaal- economische vooruitgang ontstaan volgens hem wanneer er meer, elkaar beconcurrerende partijen zijn. Geen van beide auteurs werkt overigens het stelsel dat hij prefereert uit. Ankomah roemt de democratie in de vroegere koninkrijken, maar in veel gevallen werd daar net zolang vergaderd tot er een unaniem besluit kon worden genomen. Op het niveau van een grote meerpartijenstaat is een door alle parlementariërs gesteund voorstel een unicum. Ankomah gaat niet op deze kwestie in. Versi laat buiten beschouwing hoe binnen een eenpartijstaat kan worden voorkomen dat stamgenoten hun krachten bundelen. Hoe dit ook zij en ongeacht de uitslag van de verkiezingen, er is een goede reden om verheugd te zijn over de gang van zaken in Zambia. De oppositie tegen Kaunda en zijn partij was zo sterk dat zij hun heerschappij waarschijnlijk alleen met geweld hadden kunnen behouden. Volgens Ankomah is dat precies ook de makke van iedere eenpartijstaat: alleen met geweld kan hij zich vestigen en handhaven. Arie van Dalen Kees Neetjes Aanhangers van Frederick Chiluba en zijn MMD vieren feest in de hoofdstad Lusaka Foto: Associated Press 15 E

Gatsha Mangosuthu Buthelezi is de leider van Inkatha en van de regering van het 'thuisland' KwaZulu. Zijn 'staat van dienst' is in de kolommen van dit blad al vaak uitgemeten. De bevolking van KwaZulu werd op alle mogelijke manieren geterroriseerd om zich aan te sluiten bij Inkatha, aanhangers van het ANC waren en zijn er hun leven geen moment zeker. In het laatste jaar sloeg het geweld over naar andere gebieden in ZuidAfrika, in hoofdzaak door toedoen van Inkatha, zoals van vele kanten is vastgesteld. Buthelezi's Inkatha collaboreerde niet alleen met het apartheidsregime, maar is er ook nog door gefinancierd, zo is in het Inkathagateschandaal gebleken. Wat ligt er dus meer voor de hand als je als christendemocratische fractie in het Europees Parlement half november 1991 een conferentie over de verhouding tot Afrika houdt, dan Buthelezi te vragen een inleiding te houden over 'democratie en ontwikkeling'? Buthelezi hapte meteen toe, zo laat een woordvoerster van het CDA weten, maar er komt ook een vertegenwoordiger van het ANC. Dat stond alleen niet in de uitnodigingen. Drie hongerstakers (in het Afrikaans wordt met meer logica gesproken van 'eetstakers') van de extreemrechtse Orde Boerevolk zijn onlangs op een borgtocht van ongeveer 3500 gulden vrijgelaten, op voorwaarde dat zij zich dagelijks melden bij de politie. Zij verkeerden in levensgevaar, zo hadden hun advocaat, hun familie en mandia de Orde Boerevolk verklaard. De .... 9, 91 eetstaking' duurde zo'n vijftig dagen en diende om de status van politieke gevangene en daarmee amnestie te verkrijgen. De drie worden verdacht van een bomaanslag bij een bushalte en een moord. Onder de veelzeggende kop So het die eetstakers verneuk publiceerde het Zuidafrikaanse Vrye Weekblad de resultaten van een medisch onderzoek bij de drie, waaruit absoluut niet bleek dat zij in levensgevaar hadden verkeerd en zelfs niet dat zij ueberhaput hadden gevast. Toch hongerstakers dus. De Britse koningin Elizabeth was half oktober in Zimbabwe, ter gelegenheid van een Gemenebest-top. 44 jaar geleden, toen het land nog als Rhodesië deel uitmaakte van het Britse imperium, was ze er ook al eens. De koningin herinnerde zich van toen een bezoek aan de township Mbare bij de hoofdstad Harare en ging daar nu opnieuw heen. Duizenden kinderen en volwassen omzoomden in de schroeiende zon de straten om haar te verwelkomen. De Zimbabweaanse overheid was er op gebrand een goede indruk te maken op de vorstin. De straten waren schoongemaakt, de verkeersmarkeringen en gebouwen opgeschilderd, in de plantsoenen waren nieuwe bloembedden aangelegd. Bovendien had zij bedacht dat Elizabeth niet oog in oog moest komen te staan met het kleine kamp in Mbare, waar daklozen hutjes hadden opgetrokken. Met als argument dat de overheid anders ,ernstig in verlegenheid' zou worden gebracht, vroeg de regering gerechtelijke toestemming om het kamp te ontruimen. Tevergeefs. Het gemeentebestuur van Harare liet zich daardoor echter niet afschrikken en stuurde bulldozers op het kamp af, die de boel met de grond gelijkmaakten. De ongeveer tweeduizend bewoners, waarvan velen met werk in Harare, werden gedwongen zich in een inderhaast ingericht nieuw kamp te vestigen - 65 kilometer van de hoofdstad. Koningin Elizabeth bracht ook een bezoek aan het door langdurige droogte getroffen Matabeleland in het zuidwesten van Zimbabwe. Ze hield daar een toespraak en zei op zeker moment: 'Ik bid dat de droogte spoedig mag eindigen en dat u in het komend jaar overvloedig regen mag krijgen.' Op dat ogenblik barstte de eerste regenbui van het seizoen los en moest zij haar speech afbreken om te gaan schuilen. De Zuidafrikaanse regering heeft een eigen manier van public relations bedrijven. De apartheid is geheel en al verleden tijd, moeten we goed begrijpen, en daarom moet de rest van de wereld ook niet meer zeuren. Met het wegwerken van de gevolgen van de apartheid is nog geen serieus begin gemaakt, de democratische rechten van de niet-blanke bevolking zijn nog nergens gegarandeerd. Maar wie daarom de dag dat de regerende Nationale Partij 'het licht' zag, niet wil loven eer de avond valt, krijgt de wind van voren. Als minister Pik Botha van buitenlandse zaken woordvoerder is, wekt hij steevast op z'n minst de indruk een stel whisky's teveel achter zijn goudgekroonde kiezen te hebben. Pik Botha begreep niets van het Ame- rikaanse regeringsbesluit om bovenop het al bestaande en nog geldende wapenembargo tegen ZuidAfrika een nieuw verbod uit te vaardigen. Nagenoeg iedere vorm van handel met de Zuidafrikaanse wapenfabriek Armscor en alle daarmee verbonden bedrijven werd verboden, ook als het gaat om produkten die niets met wapens op zich te maken hebben. Op 12 oktober gaf hij een laconieke eerste reactie ten beste. De nieuwe sancties hadden niets met Armscor te maken en ook niets met de levering van raketten door Armscor aan Irak; volgens hem hadden ze eigenlijk nergens mee te maken. Niet, zei Botha, dat hij er veel van af wist ('I'm not in that business'). Desondanks kon hij mededelen dat de maatregel geen enkele praktische consequentie had voor Armscor. Maar de nieuwe sancties waren wel unfair en ze kwamen op een onbegrijpelijk moment. Toen Pik Botha zijn troebele kijk op de Armscor-sancties ventileerde, was hij juist terug van een bezoek aan China, Australië en Nieuw-Zeeland. Vooral in dat laatste land heeft hij een onvergetelijke indruk gemaakt. Hij gelastte een persconferentie af, nadat hij tijdens een radio-interview buiten zijn oevers was getreden van boosheid. Er was hem een vraag gesteld over zijn betrokkenheid bij de geheime fondsen voor Inkatha. Daarvoor had hij zich er al over beklaagd dat hij koel, en niet met gejuich en tromgeroffel, was onthaald. Aan het eind van zijn bezoek verweet hij de Nieuwzeelanders achter te lopen, omdat zij niet terstond een einde aan alle sancties tegen Zuid-Afrika willen maken. Toen de regering-De Klerk besloot een einde te gaan maken aan de apartheid, verdedigde zij die koerswijziging tegenover haar blanke aanhang door te zeggen dat de apartheidspolitiek niet geslaagd was. De intenties waren goed geweest, maar praktisch was die politiek geen succes gebleken. Op zo'n kijk op meer dan veertig jaar Zuidafrikaanse geschiedenis is wel wat aan te merken, want hij gaat voorbij aan de misdadigheid van de apartheid en het lijden dat erdoor is veroorzaakt. In Nederland heeft de NederlandsZuidafrikaanse Werkgemeenschap (NZAW) de apartheid jarenlang te vuur en te zwaard verdedigd. Nu lijkt ook bij de NZAW een begin van het inzicht door te breken dat er aan de apartheid iets niet deugt. Dat bleek uit een artikel in het augustus/ septembernummer van het blad van de NZAW, Zuid-Afrika nù. Met kennelijke instemming schrijft Huub Franssen: 'In brede kringen van de Zuidafrikaanse wetenschappelijke wereld wordt van het standpunt uitgegaan dat de apartheid heeft afgedaan en net als het communisme moet worden gekwalificeerd als een grove misstap in de geschiedenis. Niet alleen politiek maar ook economisch werd Zuid-Afrika onder de apartheid een totale mislukking.' Aan wat mensen door de apartheid is aangedaan, wijdt Franssen nog geen letter. De rest van het artikel gaat over de economische ontwikkelingsproblematiek van Zuid-Afrika. De Zuidafrikaanse president De Klerk is wel een stapje verder. Ver van huis weliswaar verontschuldigde De Klerk zich voor het eerst voor het lijden dat door meer dan veertig jaar apartheid is veroorzaakt. Hij deed dat in een interview met Asahi Shimbun, het grootste dagblad van Japan: 'We betreuren bijzonder de pijn die veroorzaakt is door deze periode in onze geschiedenis en we zijn blij dat deze periode voorbij is.' Het wachten is nu op het moment dat ook de NZAW er blijk van geeft te begrijpen wat de apartheid heeft aangericht en blij is dat deze periode voorbij is. Armand ia dcembe, 1991

LITERATUUR IN AMANDLA Woorden als kogels In Zuidafrikaanse culturele kring, bij wit en zwart, leeft de sterke behoefte om het isolement te doorbreken dat door de culturele boycot van het land is veroorzaakt. Het herstel van de culturele betrekkingen met de buitenwereld staat op de agenda van een literatuurcongres in Johannesburg (december), een conferentie over de verhoudingen tussen Zuid-Afrika en Europa in Den Haag (januari) en een cultureel festival dat het Zuidafrikaanse Vrye Weekblad organiseert (maart). Met ingang van dit nummer zal Amandla regelmatig literatuur uit Zuidelijk Afrika presenteren, met het accent op werk uit ZuidAfrika. Robert Dorsman verzorgt de reeks en leidt haar in met een korte beschouwing over de Zuidafrikaanse literatuur en de positie van het Afrikaans. 'Mijn woorden zijn kogels die inslaan in jullie geest.' Zo bracht de Zuidafrikaanse dichter James Matthews tot uitdrukking dat zijn gedichten niet over bloemetjes en bijtjes gaan, maar de harde Zuidafrikaanse werkelijkheid als uitgangspunt hebben. Er zijn in Zuid-Afrika weinig schrijvers die niet de littekens dragen van psychische wonden die de apartheid heeft geslagen. Bovendien werden schrijvers, met name in de jaren zestig en zeventig, door de regering geïntimideerd. Zwarte schrijvers hadden te lijden onder strenge censuur, huiszoekingen, inbeslagneming van manuscripten. Een aantal belandde in de gevanAmandla genis. Menig schrijver werd in d ý.", 1991 ballingschap gedreven: Lewis Nkosi, Bloke Modisane, Alex La Guma, Lauretta Ngcobo, Bessie Head, Dennis Brutus, Wally Serote, Keorapetse Kgositsile en tal van anderen. Nat Nakasa en Arthur Nortje maakten in ballingschap een eind aan hun leven. Na 1963 bestond er bijna geen zwarte literatuur meer. Blanke schrijvers protesteerden niet of nauwelijks. De meeste Zuidafrikaanse schrijvers, zwart én wit, houden zich bezig met Het Trauma van de apartheid. Dit komt ook duidelijk tot uiting in het werk van de nieuwe generatie blanke schrijvers, waarvan Etienne van Heerden, Menán du Plessis en de dichteres Antjie Krog belangrijke vertegenwoordigers zijn. Zij geven op indringende wijze een beeld van de binnenwereld van de blanken: hun angsten, hun onzekerheid, hun gevoelens van schuld. 'Taal van de onderdrukking' Onder zwarte schrijvers bestaat een tendens te breken met de rauwe verzetsliteratuur van de jaren zestig en zeventig en daarvoor in de plaats het alledaagse te stellen en aansluiting te zoeken bij de rijke verteltraditie van Afrika. Men vindt dit terug in het werk van bijvoorbeeld Bheki Maseko, Niabulo Ndebele en dichters! performers als Mzwakhe Mbuli en Alfred Temba Qabula. De laatste jaren vindt er een interessante ontwikkeling plaats met betrekking tot het Afrikaans. Zwarte schrijvers die het Afrikaans als moedertaal hebben eisen hun leefen skryftaal voor zich op en reinigen haar van de terminologie van de apartheid. De dichter Hein Willemse schrijft hier- over: 'Afrikaans is de taal van de oproerpolitie die studenten met een sjambok bewerkt. Het is de taal van de onbeschofte winkelbediende. De taal waarin uitzettingsbevelen zijn gesteld. Het is de taal van de toenmalige minister van politie, Jimmy Kruger, die na de dood van Steve opmerkte: "Dit laat my koud".' Op initiatief van onder meer Breyten Breytenbach kwam in 1987 een groot aantal Afrikaans schrijvers en ballingen bijeen in Victoria Falls (Zimbabwe) om te praten over de (literaire) toekomst van Zuid-Afrika. Zij legden zich in een gezamenlijke verklaring vast mee te zullen helpen aan de totstandkoming van een nietraciaal, democratisch, niet-seksistisch Zuid-Afrika. Deze tekenen van toenadering nemen niet weg dat er nog heel wat water door de Oranjerivier moet stromen voor alle problemen uit de weg zijn geruimd. Want: 'Waar was die Afrikaans skrywers toe die land gebrand het?' vraagt Hein Willemse zich terecht af. Dat Nadine Gordimer de Nobelprijs voor literatuur heeft gekregen is voor de Zuidafrikaanse literatuur van groot belang. De belangstelling voor Zuidafrikaanse schrijvers zal erdoor toenemen. In een land waar nauwelijks boeken worden gelezen en het analfabetisme schrikbarend hoog is (68 procent), bestaat de noodzaak een literatuur tot ontwikkeling te brengen die recht doet aan de beleving van de zwarte inwoners die te lang monddood zijn geweest en nu erkenning eisen. In de woorden van de Zuidafrikaanse dichteres Rebecca Matlou: 'Ik ben, laat mij zijn!' Robert Dorsman James Matthews: 'Mijn woorden zijn kogels die inslaan in jullie geest' Foto: Jan Stegeman

Mamlambo door Bheki Maseko Mamlambo is een soort slang die geluk brengt aan een ieder die hem huisvest. De slang is te verkrijgen bij traditionele dokters die instructies meegeven ten aanzien van zijn exploitatie. Er dienen de nodige offers gebracht te worden om de resultaten op peil te houden. Het kan soms zijn dat je je eigen kinderen moet opofferen, of het zonder auto of kleren moet stellen. De plichten die het met zich meebrengt zijn zo talrijk dat men soms de neiging heeft er een paar te vergeten en het niet naleven van de instructies veroorzaakt grote ellende. Ze zeggen dat dit monster hele families kan uitroeien, waarbij hij altijd begint met de kinderen en zijn eigenaar voor het laatst bewaart. Het is nog een hele klus om je van de geluksslang te ontdoen als je genoeg hebt van voorspoed en offers brengen. Ze zeggen dat je een koe moet slachten en daarna het karkas in z'n geheel in de huid wikkelen en weggooien. Dit gebeurt dan in het bijzijn van een inheemse dokter, die het noodzakelijke ritueel tot het eind toe leidt. Dan zal er iemand langskomen, een glimmend voorwerp oprapen, en Mamlambo is van hem. Hier volgt het verhaal over hoe Sophie aan Mamlambo kwam en wat er met haar gebeurde: Sophie Zikode was een jonge, knappe vrouw met een diepzwart gezicht en een mollig en gaaf, onopvallend lichaam. Sinds ze zich in de Gouden Stad' had gevestigd om er als dienstbode te werken, had ze nooit lang een vaste vriend gehad. De man die langer bleef dan alle anderen was Elias Malinga uit Ermelo. Hij was de eerste man die ze leerde kennen toen ze in Johannesburg was, en hij was de enige van wie ze werkelijk hield. Ze was zo bezeten van liefde dat ze vlot alle dingen en gewoonten opgaf die Elias niet aanstonden, ondanks het feit dat zijn vrouw en kinderen in Ermelo voor hem op de eerste plaats kwamen. Op een dag, na een ruzie, ging Elias weg en kwam nooit meer terug. Ze belde op naar het bedrijf waar hij werkte om van een vriend van Elias te vernemen dat hij (Elias) genoeg van haar had. Ze heeft nooit meer iets van hem gehoord. Sinds Elias haar had verlaten had ze nooit meer van een ander gehouden. Ze verlangde alleen nog maar een echtgenoot aan wie ze trouw kon zijn. Maar het lukte maar niet er een te vinden. Toen kwamJonas, een lange, goedgebouwde Malawiër die heel wat aardiger voor haar was dan een van de andere mannen. Voor het eerst in haar jonge leven kwam de gedachte in haar op dat ze een traditionele dokter om hulp moest vragen. Ze wilde dat Jonas voor altijd bij haar zou blijven. De volgende morgen zocht ze Baba Majola op, die straatveger was. De oude man luisterde vol medeleven naar haar probleem terwijl hij afval uit de goot veegde. Hij zei dat ze om vier uur's middags terug moest komen. Klokslag vier uur was ze er weer, Baba Majola gaf haar een flesje met stinkend, stroperig spul. Hij zei dat ze haar hele lichaam ermee mioest insmeren voordat haar vriend kwam en dan het flesje onder het kussen leggen waarop ze sliepen. Ze deed precies wat hij gezegd had. Ze voelde zich schuldig toen er een gespannen sfeer in de kleine kamer kwam te hangen. Ze aten in stilte. Jonas was niet in zijn gewone doen vandaag. Hij was op een vreemde manier stil. Ze lagen een paar minuten te slapen toen Jonas iets vreemds onder het kussen voelde. Het voelde koud en glad aan. 'Sophie, Sophie', riep hij en schudde haar zachtjes heen en weer. 'Wat ligt hier onder het kussen?' Sophie had het vreemde ding al gevoeld kort nadat ze in bed gestapt waren. Maar ze had Jonas niet durven 1 Johannesburg vragen wat het was. 'Weet ik niet', antwoordde ze, zogenaamd slaperig. 'Doe het licht eens aan, dan kunnen we het zien.' Met trillende vingers zocht Jonas naar het lichtknopje. 'Jee, wat een grote slang!' Jonas sprong als eerste het bed uit. Sophie volgde. Ze stonden een tijdje te hannesen met de deur en toen hij eindelijk openvloog renden ze de felverlichte straat op. Halfnaakt klopten ze aan bij de dienstbodekamer van een huis in de buurt om een vriendin van Sophie wakker te maken. Sophies vriendin was stomverbaasd hen zo aan te treffen. Snel legden ze de situatie uit en samen gingen ze terug naar Sophies kamer. Door het raam konden ze de slang dwars over het bed zien liggen. Sophie was erg bang, maarjonas -Jezus! - Jonas, die kon bijna niet meer praten. Sophie besloot het hele verhaal op te biechten. Ze verteldejonas dat ze het gedaan had 'omdat ik wou dat je voor altijd bij me bleef'. Ze besloten naar een

2 Airikaan'e kruiden bruikt Ai nd, d wan gentskrachtîg behandling f roa- traditionele dokter te gaan die een paar straten verderop woonde. Hij opende de deur maar duwde hem toen snel weer dicht. Ze hoorden hem zeggen: 'Blijf buiten wachten. Ik voel zwaarmoedigheid.' Ze konden de dokter iets horen zeggen in een vreemde taal, en de geur van brandende mutf2 kwam hen in alle hevigheid tegemoet. Hij begon te kreunen, alsof hij sprak tegen goden in een ver land. Daarna deed hij de deur open en vroeg wat er aan de hand was. Sophie vertelde het hele verhaal g!, opnieuw. '0, kind toch Jii hebt Manlambo in je kamer', huiverde hij. 'Wat? Mainlambo!' riep Sophie uit, '0 God, waar heb ik dit aan verdiend? Welke doodzonde heb ik begaan dat ik zo moet worden gestraft?' De tranen stroomden onafgebroken over haar wangen. 'Huilen helpt niet, m'n lieve kind', onderbrak de dokter in gebroken Zulu. 'De enige oplossing is je van de slang te ontdoen, en daar heb ikjouw hulp bij nodig. Ik zal je een koffer geven die je mee moet nemen naarje kamer, en de slang...' 'Wat' gilde Sophie, 'moet ik weer terug naar die kamer? 0 nee, nooit van m'n leven, het spijt me,' 'Je moet het zelf weten, meisje. Ofje houdt hem bij je, of je doet hem weg. Liefst zo snel mogelijk, want anders zal hij je overal achtervolgen. Het is jouw slang. De toverdokter had er genoeg van, daarom droeg hij hem aan jou over. Zo benjij ook verplicht hem aan een ander over te dragen, of zelf te houden.' 'Aan een ander overdragen! Nee' Waarom gooien we hem niet in de rivier of zo?' protesteerde Sophie. 'Dat kan niet. Of je geeft hem weg, of je houdt hem. Moet ik je helpen, of niet?' vroeg de dokter zakelijk. 'Ja.' Sophie gaf zich met een zucht gewonnen. De traditionele dokter pakte een grote koffer boven uit cle klerenkast, deed er wat muti in en stak het in brand. Hij begon weet te kreunen, alsof hij sprak tegen goden die zij niet konden zien. Zijn monotone gezang leek eindeloos te duren, 'Deze koffer moet je nu mee naar je kamer nemen en naast je bed zetten. De slang zal zichzelf in de koffer oprollen,' Hij zag Sophie twijfelen, dus voegde hij eraan toe: 'Het is jouw slang. Hij zal je niets doen.' Hij vervolgde: 'Daarna gaje ergens heen waar het druk is en je geeft hem aan iemand. Zoek dat verder zelf maar uit.' Ze gingen allemaal terug naar Sophies kamer. De grote slang was er nog, Met een 'wat moet, dat moet' vermande Sophie zich en op haar tenen liep ze de kamer binnen en zette de koffer naast het bed. Langzaam, alsof hij iets rook, tilde de slang zijn kop op, gleed de koffer in en rolde zich keurig op. Het enige waar ze aan denken kon was het Centraal Station van Johannesburg, waar ze Mamlambo voorgoed aan een ander zou geven. Ze liep snel naar de taxiAmandla standplaats, ongevoelig voor het gewicht van de koffer. ... ýb~ 1991 Ze wilde niemand dit aandoen, maar had geen keus. Toen ze zich bedacht dat er na achten niet veel taxi's meer waren, versnelde ze haar pas. Ze zag een paar politiewagens die in de buurt patrouilleerden, waarschijnlijk omdat er zoveel werd ingebroken, dacht ze. Terwijl ze bij de bushalte stond weg te dromen, drong het opeens tot haar door dat de auto voor het stoplicht een surveillancewagen was die haar kant op kwam. Zou ze de koffer laten staan en wegrennen? Maar ze hadden haar al gezien en ze zou niet ver komen. Hoe moet ze het geval aan de politie uitleggen? Zullen ze haar verhaal geloven? Het zal als een lopend vuurtje rondgaan dat ze een heks is. 'Wat doe jij hier op dit uur?' vroeg de bijrijder in de politiewagen. 'Ik wacht op een taxi, ik ga naar het station', antwoordde Sophie, verbaasd dat haar stem niet trilde. 'Laten we je hier niet meer zien als we terugkomen', dreigde de agent, met een blik op de koffer. De auto scheurde weg. Ze haalde opgelucht adem toen de taxi verscheen. De chauffeur tilde de koffer achter in de auto en vroeg wat er in zat. Ze zei dat het boodschappen waren. 'Ga je naar het station?' informeerde de chauffeur nieuwsgierig. 'Nee, ik ga naar het busstation', antwoordde Sophie koel. 'Ik weet dat je naar het station gaat en daar breng ik _je heen', hield de man vol. 'U kunt me niet zomaar naar het station brengen', zei Sophie, verontwaardigd. 'Ik moet naar Main Street, vlakbij het busstation.' Hij negeerde haar en reed rechtstreeks naar het station. De hele weg zat hij te glimlachen. Toen ze bij het station gekomen waren, stapte hij uit de auto en haalde w ýIA de koffer uit de bagageruimte. Sophie betaalde hem en wilde de koffer aanpakken. Maar de man negeerde haar. 'Op welk perron moet je zijn? Ik loop met je mee.' 'Ik kan het best alleen af. Geef mijn koffer hier en laat me met rust', drong ze aan. Ze begon het behoorlijk warm te krijgen. 'Of moet je naar het bagagedepot?' spotte de man, terwijl hij naar het felverlichte depot liep. Sophie bleef besluiteloos staan Moest ze de koffer bij deze man achterlaten en zich uit de voeten maken? Of zou ze gewoon moeten afwachten wat er ging gebeuren? Wist ce man wat er in de koffer zat, of was hij alleen maat nieuwsgierig? Zelfs als ze er vandoor zou gaan zou hij haar zo weer vinden. Had ze maar iemand meegenomen! Plotseling werd ze woedend. Iets in haar zei dat ze de koffer met geweld van de man moest afpakken. Hij had zich niet niet haar zaken te bemoeien. Ze liep regelrecht het depot binnen, trok de koffer tussen cle benen van de man vandaan en stormde naar buiten. Met stijve passen liep ze naar het perron en voelde hoe de mensen haar nakeken. Ze liep zigzaggend door de rnenigte zonder het helse kabaal te horen van stemmen en muziek uit de verschillende radio's die tegen elkaar in schetterden, Ze hoopte dat de taxichauffeur haar niet achterna kwam, maar durfde niet om te kijken. 'Hé, meisje' Waar wou jij naar toe?' Het was de stem van de taxichauffeur, Ze bleef stokstijf stilstaan, zonder zich om te draaien. Ze kreeg een brok in haar keel en de eerste tranen gleden over haar wangen. Ze had er echt genoeg van. Zonder na te denken draaide ze zich om en begon tegen de man te schreeuwen. 'Wat moet je van mij? Wat wil je nou eigenlijk?' Met zijn versleten pet scheef op z'n hoofd en z'n handen diep in de zakken van z'n kaki stofjas stond de man daar te glimlachen zonder iets van zijn kalmte te verliezen. Dat maakte Sophie nog bozer. 'Je bent op de vlucht en je probeert je sporen uit te wissen', tartte de taxichauffeur onverstoorbaar, terwijl hij zo nu en dan zijn pet verschoof. 'Wat is er aan de hand?' vroeg een politieagent die van een afstandje had staan kijken. 'Die man is me gevolgd vanaf de bushalte, en hij achtervolgt me nog steeds. Ik weet niet wat hij van me wil', schreeuwde Sophie, 'Dat mens staat te liegen. Ze is bij mij in de taxi gestapt en heeft de hele weg van Kensington af zenuwachtig zitten doen, Ik denk dat ze ergens voor op de vlucht is. Ze heeft iets uitgehaald', zei de taxichauffeur nadrukkelijk, terwijl hij in de menigte rondkeek voor bijval. 'Je liegt zelf! Ik heb nooit injouw taxi gezeten en ik ken je niet. Je liep achter mij aan toen ik bij de bushalte wegliep,' Sophie huilde, de tranen stroomden over haar gezicht. 'Laat ze de koffer maar openmaken - 's kijken wat er in zit.' Stomme Grijns liep op de koffer af. 'Oké. Oké.' De agent kwam tussenbeide. 'Hou allemaal je mond. Nu mag ik iets zeggen. Jongeman', zei hij, 'ken je deze vrouw?' 'Ik pikte haar op in Kens...' 'Ik zeg: ken je haar?' 'Ja, ze zat bij mij in de taxi...' 'Luister eens, jongeman', zei de agent, die kwaad begon te worden, 'ik stel je een concrete vraag en ik wil een concreet antwoord. Ik vraag 't je nog één keer. Ikzeg- ken-je-deze-vrouw?' Hij wees nadrukkelijk op Sophie. 'Nee, ik ken haar niet', antwoordde Stomme Grijns met tegenzin, terwijl hij zijn pet nog eens verzette. 'Heeft ze je op een of andere manier lastiggevallen?' 'Nee', antwoordde hij, bedremmeld. 'Wegwezen dan. Voor ikje oppak wegens verstoring van de openbare orde', snauwde de agent en hij wees in de richting waaruit de man gekomen was. Toen draaide hij zich om naar Sophie. 'Mijn kind, loop maar gewoon door. Die gladakker hoeft zijn neus niet in andermans zaken te steken.' Opgelucht pakte ze haar koffer, bedankte de agent en liep naar perron veertien, terwijl de politieman de mensen uiteendreef en hen zei zich met hun eigen zaken te bemoeien. Perron veertien. De oude dame werd ongeduldig. 'Waar blijft hij nou?' dacht ze. Ze kwam hier eens in de Illustratie: Caroline Cullinan Amand ia twee maanden om haar pensioen te halen en altijd als de taxi hen bij het station afzette ging haar zoon even naar de winkel om iets te eten te kopen voor de terugreis, Maar vandaag duurde het ongewoon lang voordat hij terugkwam. Deze gedachten hielden haar bezig toen er een jonge, donkere, knappe vrouw op haar afkwam, 'Goedenavond, Gogo', zei de jonge vrouw, terwijl ze kuiltjes in haar wangen kreeg. 'Goedenavond, m'n kind', antwoordde de oude dame, terwijl ze deze jonge, knappe vrouw, die het 3 Schoondohter toonbeeld was van een respectabele makoti , aandachtig bekeek. 'Wanneer vertrekt de trein naar Durban?' vroeg Sophie, met een blik op haar horloge. 'Om tien uur.' De oude dame was een dankbaar slachtoffer voor een praatje. Op het perron werd het steeds drukker. 'Gogo, kunt u misschien even op mijn bagage letten terwijl ik naar de winkel ben? Ik ben zo terug.' 'Goed, goed, m'n kind', zei de oude dame, en ze trok de koffer dichter naar zich toe. Sophie liep snel de trappen op. Tegen de tijd dat ze boven was hijgde ze. Tot haar verbazing en schrik stond daar Elias handen te schudden met een andere man. Ze kletsten als oude vrienden die elkaar lang niet hadden gezien. Verward bleef Sophie staan. Gelukkig stond Elias niet zijn rug naar haar toe en krioelde het er van de mensen. Ze herstelde zich snel en verdween in de massa. Opgelucht stapte ze in Kensington uit de bus. Bijna had ze oog in oog gestaan met Elias Malinga. Gelukkig had de ontmoeting met zijn vriend al zijn opgewekte aandacht opgeëist. Onderweg naar het busstation was ze voortdurend bang geweest, maar vooral voor de taxichauffeur. Nu zat haar iets anders dwars. De oude dame? Wie was zij? Sophie had het gevoel dat ze de vrouw kende, of in elk geval eerder had gezien. Ze probeerde het zich te herinneren, maar kon er niet opkomen. Wat zou er met de koffer gebeuren? Zou de oude dame hem meenemen? En Elias? Wat deed hij daar? Plotseling haatte ze Elias. Hij had nooit medelijden met haar gehad, en erger nog: toen ze opbelde naar zijn werk was ze het mikpunt van spot geweest voor zijn vrienden. Ze werd kwaad op zichzelf dat ze haar leven zo had laten bepalen door een liefde die geen rust of geluk had gebracht, terwijl zejonas had die haar alle liefde en goedheid gaf die hij in zich had. Voor het eerst werd ze verliefd op jonas. Maar zou hij haar nog accepteren? Kon hij haar maar ten huwelijk vragen. Ze zou het niet doen alleen om getrouwd te zijn. Amanda Ze zou trouwen met een man van wie ze echt hield. d~nbe~ 991 Jonas en de Nyasadokter zaten op het bed toen Sophie binnenkwam. Sophie zag tot haar verbazing datjonas al zijn spullen gepakt had. 'Ga je bij me weg, Jonas?' fluisterde Sophie met trillende stem. 'Nee, lieverd. Mijn vader wil dat ik terug kom naar Malawi omdat hij de boerderij niet meer alleen aankan. En ik zou het heel fijn vinden alsje met me meeging.' 'Maar ik heb geen paspoort. Hoe kan ik zonder paspoort naar Malawi? En bovendien, mijn ouders zouden niet weten waar ik ben.' 'We gaan ook niet vandaag. Komende zaterdag zullen we met je ouders gaan praten', zei Jonas, wijzend op de dokter die rustig op het bed zat en zo nu en dan knikte. Het was op een koele, zonnige zaterdag dat de dokter Sophie en jonas in zijn autootje naar het vliegveld Jan Smuts bracht. Sophie zou voor het eerst van haar leven aan boord van een vliegtuig stappen. Jonas had al vaak gevlogen om zijn sukkelende vader op te zoeken, die wilde dat hij de boerderij overnam. Lange tijd had jonas de smeekbeden van zijn vader om het beheer van de boerderij over te nemen genegeerd. Maar nu had hij zich uiteindelijk toch laten vermurwen. Door het autoraampje keek Sophie naar de mensen die op hun gemak liepen te winkelen. De bomen langs de Bezuidenhout Valley Avenue en de bloemen in de tuinen van de Europeanen zagen er mooi en vredig uit zoals ze stonden te trillen in de koele ochtendbries. Het was alsof ze dit deel vanjohannesburg voor het eerst zag. Ze konden, toen ze uit het vliegtuigraampje tuurden, Baba Banda (de dokter) in de menigte belangstellenden die op het balkon stond niet ontdekken. De vliegmachine vertrok en de mensen zwaaiden uitbundig, Sophie had het gevoel dat hij haar weghaalde bij het monster dat haar een paar dagen geleden zo'n angst had aangejaagd. De gebouwen beneden werden kleiner naarmate het vliegtuig steeg, totdat de grond onder hen plaatsmaakte voor een strak blauwe hemel. Ze vroeg zich af in welke' van die huizen Mamlambo zich bevond. Maar ze zou;nooit kunnen raden dat hij eigendom geworden was vin Elias. Ja, nadat Elias met zijn vriend had staan praten, was hij teruggegaan naar zijn moeder'Van wie is die koffer, Mama?' 'Van een meisje. Ze vroeg me of ik er op wilde passen tot ze terugkwam. Maar ik.weet niet waar ze is gebleven.' 'Nou, als ze niet terugkomt, neem ik hem wel mee.' Vertaling uit het Engels: Gitte Postel KOMITEE ZUIDELIJK NIEUWS OP DE EIGEN PAGINA AFRIKA 'Van suikerklontje tot ambulance' 'Zoveel en zo goed en zo goedkoop mogelijk', dat was jarenlang het motto van Jos Holzhaus. Vijftien jaar was hij de inkoper van het KZA. Als 'Swapo Jos' struinde hij samen zijn vrouw Tanja het hele land af om inkopen te doen ten behoeve van kampen voor vluchtelingen uit Zimbabwe, Namibië en ZuidAfrika. Herinner je je nog dat we een spijkerbroekenhandelaar los maakten juist voordat de deurwaarder de handel in beslag zou nemen?' 'En de chartervlucht naar "Salisbury" met dumpgoederen van Sietsma, posters, een drukpers van De Raddraaier, buttons van Gotschalk en allerlei kantoormateriaal van Winter?' Twee fragmenten uit een fax die Jos Holzhaus op zijn afscheidsreceptie ontving. Het laatste fragment gaat over het eerste vliegtuig met materiaal voor de Zimbabweaanse bevrijdingsbewegingen Zanu en Zapu, dat tijdens een wapenstilstand van een week op het vliegveld van het toenmalige Salisbury (nu Harare) mocht landen. Het Patriottisch Front van Zanu en Zapu kon hierdoor gelijk met haar voorlichtingscampagne beginnen. Voor de bevrijdingsbewegingen in Zuidelijk Afrika was goede bevoorrading van de vluchtelingenkampen van levensbelang. Vanuit Nederland droeg het KZA hier het nodige aan bij. Op aanvraag werden de goederen ingekocht en verstuurd. Met boodschappenlijstjen met daarop de meest uiteenlopende produkten, 'van suikerklontjes tot ambulances', ging Holzhaus aan de slag. Eerst langdurig telefoneren, daarna het land in om, desnoods met 50.000 gulden aan contanten in de portemonnee, de goedkoopste prijs te bedingen. Holzhaus, die zelf jarenlang een bedrijf had geleid, volgde een eigen tactiek: alle tussenhandel zoveel mo- gelijk uitschakelen en direct met de producent onderhandelen. 'Je moet gelijk de top zien te bereiken', vertelt hij, 'die kunnen direct zaken met je doen. En je staat dan verbaasd over hoeveel sympathie er ook in die kringen voor de strijd tegen de apartheid is.' Regelmatig wist hij zo goederen voor de kostprijs of nog minder te bemachtingen: 'Sommigen legden er zelfs geld bij'. De voorbeelden zijn legio: 17.000 spijkerbroeken voorf2,75 per stuk, schoenen voor 25 cent, kopieermachines uit Engeland met zestig procent korting, rekenmachines van f400,- voor 65 piek. Bij de aankoop van medicijnen wist Holzhaus enorme besparingen te boeken. Hij was daarin zijn tijd ver vooruit. 'Die doktoren van de bevrijdingsbeweging bestelden allemaal medicijnen van bepaalde merken. Dat was hier in het Westen ook het gebruik. Ik heb toen duidelijk weten te maken dat medicijnen zonder merk precies hetzelfde bevatten. Ze zijn niet mooi ingepakt in goudkleurige doordrukstrips, maar wel twintig tot vijftig keer goedkoper.' Een lading medicijnen die eerst een half miljoen kostte, kon zo voor 25.000 gulden ingekocht worden. 'Die kostenbesparingen hebben ze nu in Nederland ook ontdekt', lacht hij. 'Ziekenfondsen vergoeden tegenwoordig ook alleen de goedkope medicijnen volledig.' Perfect onderhouden Niet alle bestellingen van de bevrijdingsbewegingen waren even gemakkelijk te verwezelijken, ambulances bijvoorbeeld. 'Een ambulance kostte in Nederland zeventigduizend gulden. Een enorm bedrag. Ik wist toevallig uit mijn diensttijd dat ambulances in het leger perfect onderhouden werden, omdat degene die zijn ambulance het best schoon hield een extra dag verlof kreeg. Motorisch lagen die dingen natuurlijk finaal aan gort, maar de bovenbouw was meestal in prima staat. Ik wist dat ze in Engeland met vierwielaangedreven Rover-ambulances reden. Ik heb geïnformeerd en daar kenden ze pre- cies dezelfde regeling voor het onderhoud van die dingen. Een Nederlandse autohandelaar ging voor me op zoek en de ambulances bleken in Engeland duizend pond te kosten, zo'n vierduizend gulden. We hebben er gelijk een aantal gekocht. Hier werd dan een nieuw chassis en motorblok aangebracht.' Helemaal voorzien van apparatuur, medicijnen en reserve-onderdelen konden de ambulances uiteindelijk voor 36.000 gulden per stuk geleverd worden. Soms stuitte Jos Holzhaus op spullen waarvoor geen aanvraag lag, maar die wel goed van pas leken te komen, bijvoorbeeld een lading stempels. 'Je kent ze wel', herinnert hij zich enthousiast, 'van die kleine dingen die zichzelf van inkt voorzien. Ze waren zo goedkoop, dat konden we niet laten lopen.' Op de stempeltjes werd het ANC-symbool gezet en ze werden naar Zuid-Afrika gesmokkeld. Zuidafrikaanse jongeren konden zo met gering risico tienduizend keer per stempeltje het symbool van hun favoriete bevrijdingsbeweging op posters en WC-muren aanbrengen. Het zakelijk talent van Holzhaus heeft de bevrijdingsbewegingen in Zuidelijk Afrika miljoenen opgeleverd. 'Het zit in hem. Hij komt uit een zakenfamilie, hij speelt het spel zo goed', verklaart zijn vrouw Tanja het succes. 'Het is mijn twijfel', zegt hij zelf. 'Elke keer als ik die lijst zag Een ambulance voor het Patriottisch Front in Zimbabwe Foto: KZA Amandia dý,b 1991

Kalenderposter Zuid-Afrika 1992 Onder de titel 'Hoopvolle toekomst, harde realiteit' geeft het KZA een kalenderposter uit met foto's van de Nederlandse fotograaf Kadir van Lohuizen. D e foto's geven een beeld van de situatie in Zuid-Afrika op dit mo- ment. Hoop en vrees gaan er hand in hand. Het formaat van de kalender is 50 bij 70 centimeter en hij kostf9,50 (inclusief verzendkosten). De kalenderposter is verkrijgbaar door telefonische bestelling bij het KZA (020-6270801) of door f9,50 over te maken op giro 600657 ten name van Komitee Zuidelijk Afrika, Amsterdam, onder vermelding van 'kalenderposter'. Vervolg van pagina 23 met spullen dacht ik: oh, dat lukt me nooit. Dat was mijn kracht. Want als je een arrogante inkoper wordt die denkt: dat fiks ik wel even, dan ga je op je bek.' Piepeltjes Gedrevenheid vormde langrijke factor. Holzh elke transactie zorgvul de handel stonden mens riteitsbewegingen bek peltjes die je wel een draaien. Alleen al doo over te komen, had je de lingen vaak grotendeels De laatste jaren bemoe de werkzaamheden van steeds meer. Lang is hij Hij kocht zelfs speciaal Zo kon hij bedrijven b ken, terwijl hij toch de slaap kreeg. Nu gaat meer. Zijn gedrevenhei gebroken. 'Maak er gee maar een artikel dat beweegt steun te blijver hij aan het eind van het ook een beaus bereidde di ' nr 'I Conferentie Europa-Zuidelijk Afrika De conferentie over de toekomstige relatie van Nederland en de Europese Gemeenschap met Zuid- en Zuidelijk Afrika is een dag vervroegd. De driedaagse bijeenkomst wordt nu van 22 tot en met 24 januari gehouden in het ministerie van buitenlandse zaken in Den Haag. ,en uit solida- Tijdens de plenaire openingsbijeenend als pie- komst op woensdag 22 januari zullen oot kon uit- uit Zuid-Afrika Mamphele Ramp~ or deskundig hele, vice-rector van de universiteit onderhande- van Kaapstad en deskundige op het gewonnen.' gebied van de armoedebestrijding, ilijkte reuma Erik Molobi van de Kagiso Trust en Jos Holzhaus Thabo Mbeki, hoofd van de afdeling door gegaan, internationale zaken van het ANC, een camper. het woord voeren. Uit Europa zijn de blijven bezoe- Nederlandse minister Pronk en de broodnodige Europese commissaris van ontwikkehet echt niet lingssamenwerking gevraagd. d is echter on- Op donderdag 23 januari wordt in n egotrip van, een viertal werkgroepen gesproken. mensen ertoe Op vrijdag 24 januari wordt getracht n geven', zegt door een discussie tussen Nederlangesprek. ders en Zuidafrikanen een antwoord te vinden op de vraag welke bijdrage Evert de Vos Nederland kan leveren aan de oplos- sing van de grote problemen waarmee Zuid-Afrika geconfronteerd wordt. 'Nederland' staat daarbij voor zowel de Nederlandse overheid, als voor de talrijke organisaties die zich hier inzetten voor een Zuid-Afrika zonder apartheid. Na enkele korte plenaire inleidingen zullen er werkgroepen zijn op de volgende terreinen: (1) civics/lokale democratie, (2) de landkwestie, (3) milieu, (4) onderwijs, (5) bedrijfsleven en vakbeweging, (6) cultuur en (7) sport. Deelnemers aan deze dag zijn onder anderen Stan Sangweni (ANC; milieu), Lindilwe Mbandla (ANC; onderwijs), Jay Naidoo (vakbondsfederatie Cosatu; bedrijfsleven en vakbeweging), Max Sisulu (ANC; idem) en Sam Ramsamy (Zuidafrikaans Olympisch Comité; sport). De aanbevelingen uit de werkgroepen worden ten slotte plenair gepresenteerd en bediscussieerd. De organisatie van de conferentie is in handen van het KZA en het 'Standing Cormittee of NGO's' in Brussel, in samenwerking met Hivos en Novib. Nadere informatie: Ruud Bosgraaf (KZA, telefoon 020-6270801) Abonnementen/Adreswijzigingen Bestelling materiaal/informatie Het abonnementsgeld (fl8,50 in Nederland, Europa f30, - en buiten Materiaal is te bestellen door overmaking van het noodzakelijke bedrag Europa f45, -) moet worden overgemaakt naar giro 600657 van het op giro 600657 van het Komitee Zuidelijk Afrika te Amsterdam onder Komitee Zuidelijk Afrika te Amsterdam. Door meer te storten steunt u vermelding van het gewenste materiaal. Er is een lijst beschikbaar met het werk van het Komitee. Het doorgeven van adreswijzigingen bij informatie- en actiemateriaal die u telefonisch kunt opvragen: voorkeur schriftelijk door terugzending van het gecorrigeerde adres- 020-6270801. bandje.