Nizap 2 C 0 0 1
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
in de bush in de bush verrijzen ni 1v-makers als zeifvo Literatu ur uit In dit nummer: Een man in het kustplaatsje Jango bewerkt een houten vijzel, waarin mais gestampt wordt. Vele Angolezen beginnen terug te keren naar de plek die zij op de vlucht voor de oorlog verlieten. Her en der verrijzen nieuwe hutjes op stukjes schoongemaakte grond. Foto: Carlos Lousada Angola na een half jaar vrede In het mooie, aan Mozambique grenzende Maputaland in Zuid-Afrika zijn tal van natuurreservaten aangelegd. Dat gaat ten koste van de oorspronkelijke bevolking, die haar aloude manier van leven en werken moet opgeven. Zo mag er niet meer met netten worden gevist. Een fotoreportage. Foto: Kadir van Lohuizen 'Men maakt zich meer zorgen om de dieren dan om ons' Nieuwe abonnementsprijzen Per 1 januari gaan de abonnementsprijzen van Amandla, voor het eerst in vier jaar, omhoog. De prijs van een jaarabonnement wordt f22,50 in Nederland, f35,- elders in Europa en f50,- buiten Europa. Losse nummers gaan f2,50 kosten. Onze Vlaamse lezers staan ook veranderingen te wachten, maar daarover meer in het volgende nummer. Inhoud Interview met Henk van Zuidam over Angola pagina 3. Redactioneel: krachtenbundeling aan vooravond onderhandelingen pagina 4. Reportage: de Nederlandse universiteiten op zoek naar nieuwe (en oude) Zuidafrikaanse vrienden pagina 6. De zelfvoldane missionarissenhouding van Nederlandse tv-makers ten aanzien van Afrika pagina 8. Nieuwe denkbeelden over de economie en banden met het ANC centrale thema's op congres van Zuidafrikaanse Communistische Partij pagina 10. Fotoreportage: de mensen komen op het tweede plan in Maputaland pagina 12. Zambia is eenpartijstaat af, maar past een meerpartijenstelsel wel bij Afrika? pagina 14. Je moet er geweest zijn pagina 16. Literatuur uit Zuidelijk Afrika in Amandla: 'Woorden als kogels' pagina 18. Mamlambo, kort verhaal door Bheki Maseko pagina 19. Colofon Vijftiende jaargang, nummer 12, december 1991 Redactieadres: Oudezijds Achterburgwal 173, 1012 DJ Amsterdam Telefoon: (020) 623 22 29 Uitgave van: -Boycot Outspan Aktie, Oude Vest 79, 2312 XT Leiden Telefoon: (071) 14 21 24 - Komitee Zuidelijk Afrika Oudezijds Achterburgwal 173 1012 DJ Amsterdam Telefoon: (020) 627 08 01 -Werkgroep Kairos, Kromme Nieuwegracht 10 3512 HG Utrecht Telefoon: (030) 31 97 14 Een jaarabonnement kostf18,50; buitenland f30, -; per luchtpost buiten Europa f45, Voor wijze van abonneren en doorgeven van adreswijzigingen zie pagina 24. Redactie: Sietse Bosgra, Ditty Eimers, Brenda Filippo, Hanne Obbink en Luuk Obbink Eind- en bureauredactie: Arie van Dalen Vormgeving: Maarten Messie Layout- ontwerp: Van Dalen, Karsten & Messie Aan dit nummer werkten verder mee: Annet Berntsen, Robert Dorsman, Ciska Matthes en Kees Neefjes Druk en zetwerk: Meboprint Amsterdam Pagina 3 Pagina 12 ANGOLA EEN HALF JAAR NA HET UITBREKEN VAN DE VREDE In de bush verrijzen nieuwe hutjes Het was zonder meer een bijzondere gebeurtenis: vorige maand kwam Jonas Savimbi, leider van de Angolese rebellenbeweging Unita, aan in de hoofdstad Luanda. Hem werd geen strobreed in de weg gelegd door de MPLA-regering die hij zestien jaar had bevochten. Henk van Zuidam is medewerker van de Eduardo Mondlane Stichting in Amsterdam, die ontwikkelingswerk doet in Angola en Mozambique. Hij bezocht Angola onlangs en zag dat het vredesakkoord van mei jongstleden het land ook in andere opzichten van aanzien doet veranderen. Zijn verhaal. 'Het is tegenwoordig mogelijk om per auto van Luanda naar de provincie Huila, in het zuiden, te rijden. Dat is opmerkelijk, want zolang ik me kan herinneren, moest dit traject per vliegtuig worden afgelegd. Het gebied tussen Luanda en Huila werd namelijk door Unita beheerst of in ieder geval onveilig gemaakt. De weg is nu vrij en de mijnen die er lagen, zijn opgeruimd. Maar de gaten in de weg zijn nog niet gedicht. De tocht naar Huila kost dan ook een dag of drie -vroeger kon het in één dag. De weg naar Huila is geen uitzondering. Beide partijen -het leger van de regerende MPLA en het Unita-leger houden zich vrij nauwkeurig aan het staakt-het-vuren en een groot deel van het land is nu te bereiken. Eenmaal aangekomen in de provincie Huìla kon ik gebieden bezoeken die de afgelopen twee jaar door Unita beheerst werden. Tot mei van dit jaar rukte Unita alleen maar verder op. Het was zelfs de vraag of de hoofdstad van Huila nog behouden kon blijven. Maar nu kon ik tot in de uithoeken van de provincie komen. In het door de regering beheerste gebied kan overal vrij gereisd worden, ik kwam nergens meer leger- of politieposten tegen en de meeste legerkampen zijn ontruimd. Vroeger was er elke vijftig of honderd kilometer wel een lijntje over de weg gespannen en in de bush verscholen zaten dan twee of drie soldaten. Wie het waagde om door te rijden, kon een kogel door zijn dak verwachten. Zulke posten ben ik niet meer tegengekomen, althans niet in regeringsgebied. Maar wie aan de grenzen komt van wat door de regering beheerst wordt, die stuit toch op zo'n lijntje over de weg: een Unita-controlepost. Gewone Angolezen wordt niets in de weg gelegd, maar vertegenwoordigers van de regering, van buiten- landse hulporganisaties en soms ook van de Verenigde Naties worden niet doorgelaten. Zelfs hulpgoederen voor de bevolking aan de kant van Unita worden tegengehouden. Dat is in feite een schending, niet van het staakt-het-vuren, maar wel van het vredesakkoord. Het is nog steeds een vrij groot gebied dat op deze manier door Unita beheerst wordt. Een stamhoofd in een vluchtelingenkamp in het oosten van Huila vertelde me dat er in het Unita-gebied verder naar het oosten nog niet veel veranderd was. Daar werden door Unita nog bijdragen in de vorm van voedsel verlangd, moesten koeien worden afgestaan en diensten verricht. * Een nieuw probleem voor Angola is het opkomend banditisme. Het leger wordt teruggetrokken in de centrale kazernes en er is ook begonnen met Onder een boom wordt het nieuws uit de dorpen uitgewisseld. Dankzij de fiets is de onderlinge communicatie versneld. Foto: Carlos Lousada Amandla vervolg van pagina 3 het inzamelen van de wapens van de volksmilities. Vooral in de Unitagebieden schijnt dat nogal moeizaam te verlopen. Er zijn hoe dan ook heel veel wapens in het land. En tegelijkertijd komen er ook steeds meer goederen in omloop. Als gevolg van de economische hervormingen stijgen de prijzen en de lonen houden geen gelijke tred met deze stijgingen. Banditisme is het gevolg: steeds vaker worden goederentransporten tussen de steden overvallen.' Rubberbootjes 'Ook in de havens komt het voor. Schepen worden overvallen met rubberbootjes, gewapende mannen springen 's nachts aan boord en kapen de boel - sommigen vrezen dat het er straks net zo zal gaan als in Lagos, de hoofdstad van Nigeria: daar lagen coasters voor de kust die aankomende schepen enterden. De haven van Luanda stond toch al niet zo goed bekend. Van goederen die via Luanda het land werden ingevoerd was de kans vijftig procent dat ze verloren gingen. Niemand wist er het fijne van: er werd eens een container opzij gezet, in een verloren hoekje, die stond er dan maanden en langzaam verdween de inhoud. De administratie in de haven was een puinhoop en niemand kon aanwijzen wie er schuldig was. Maar de goederen verdwenen wel. Nu gaat het echter heel anders. Het leger heeft zich teruggetrokken en heeft geen matigende invloed meer op de misdaad; ex-soldaten vervallen kennelijk nogal eens tot duistere praktijken; er is nog geen goede politiemacht die de zaak in.de hand kan houden. En de misdaad vindt nu georganiseerd plaats. Er wordt van tevoren bedacht wat er gestolen gaat worden en dat eigent men zich vervolgens met wapengeweld toe. Buitenlanders worden op straat of zelfs in hun hotelkamer bestolen. Mensen kloppen netjes aan, stellen zich voor als ambtenaren van de belastingdienst die willen controleren of het aantal dollars dat iemand bij zich heeft, klopt met de opgave - en gaan er dan met de dollars vandoor. Zulke verhalen hoorde ik een half jaar geleden nog niet. Iedereen aast op dollars. De kwanza (de nationale munt) is, ondanks een aantal monetaire maatregelen, nog niet veel waard. In Angola bestaan al jaren in feite twee economische circuits: het officiële -maar in de winkels is haast niets te krijgen - en het informele, de zogenaamde 'parallelmarkt'. De dagelijkse handel vindt vooral plaats op de parallelmarkt. De prijzen zijn er echter geweldig hoog: vroeger ongeveer honderd keer en tegenwoordig nog steeds vijftien tot vijftig keer zo hoog als in het officiële economische circuit. Mensen in loondienst hebben dus heel weinig aan hun (officiële) loon. Om in leven te blijven hebben ze toegang nodig tot de parallelmarkt, en die krijgen ze alleen als ze dollars hebben of goedere.n die ze op de parallelmarkt tegen de daar geldende prijzen kunnen verkopen. De stedelijke bevolking kan op twee manieren aan dollars en goederen komen: legaal en illegaal. Angolezen in overheidsdienst krijgen tot nu toe bonnen waarmee ze in de staatswinkels goederen kunnen krijgen: bier, meel, kleding, schoenen. Die kun je op de parallelmarkt verhandelen, en zo kun je je officiële inkomen vertienvoudigen. Dat is legaal. Illegaal is het als je je goederen toeëigent om die te verkopen. Iedereen is gedwongen zich, legaal of illegaal, toegang te verschaffen tot de parallelmarkt. Het is dus geen wonder dat er heel veel goederen verdwijnen.' Verstard 'Op het platteland gaat het overigens anders toe. De bevolking daar heeft zich onttrokken aan de geldeconomie, die is teruggevallen op een ruileconomie. Dat beperkt de voedselproduktie, want zoveel te ruilen is er niet. Daarom produceren de boeren maar net iets meer dan ze nodig hebben om zelf van te kunnen leven. Het kleine beetje extra dat ze verbouwen, wordt geruild voor de dingen die ze niet zelf kunnen maken, zoals kle- ding, medicijnen, lucifers en petroleum.