Facetten Uit Het Leven En De Leer Van Jean Calvijn
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
1 FACETTEN UIT HET LEVEN EN DE LEER VAN JEAN CALVIJN Leerzame studies over het kerkelijk leven van Calvijn en zijn collega's Samengesteld door Willem Westerbeke STICHTING DE GIHONBRON MIDDELBURG 2010 2 INHOUD 1. CHRONOLOGIE UIT HET LEVEN VAN JOHANNES CALVIJN 1509-1564 2. FACETTEN UIT HET LEVEN EN DE LEER VAN JEAN CALVIJN 2.1. Calvijn en de aanklacht tegen Servet. Blz. 6 Een reddingsactie die mislukte en Calvijns handen bond. Dr. F. P. van Stam 2. 2. De reformator in dienst van een hogere orde? Prof dr. W. Janse. Blz. 21 2.3. Aanvechting als Goddelijke oefening. Prof dr. A. de Reuver. Blz. 27 De geloofsaanvechting van Calvijn. 2.4. De diplomatie en politiek van Calvijn. Dr. M. A. van den Berg. Blz. 36 2. 5 Het verhaal van het testament van een oude en duurzame vriendschap Calvijn en Farel: Testament van een vriendschap. Prof dr. E. A. de Boer. Blz. 43 2.6. Alle aandacht voor het gezag van de Heilige Schrift. Blz. 48 De Calvinistische Reformatie in Europa in de l6de eeuw. Dr. C. R. van den Berg Reformatorische Stemmen verleden en heden 2.7. De gereformeerde ethiek bij Calvijn. Blz. 65 2. 8. Om de waarheid van het Evangelie. Dr. A. Noordegraaf Galaten 2: 11-14 in de uitleg van Luther en Calvijn. Blz. 82 Enkele hoofdstukken uit: JOHANNES CALVIJN. ZIJN WERK EN GESCHRIFTEN. Door dr. W. de Greef. Blz. 105 (1ste hoofddeel niet aanwezig) 2. COMMENTAAR OP SENECA'S DE CLEMENTIA (1532). Blz. 107 3. Calvijn en de Bijbel. Blz. 110 4. Opbouw van de kerk. Blz. 129 5. IN DISCUSSIE MET ANDERE STROMINGEN EN PERSONEN De Libertijnen. Blz. 147. 6. De Institutie. Blz 149. 7. Calvijn wilde de stad dienen als predikant. Blz. 154 Calvijns relatie met de Raad van Genève. Dr. W. de Greef 3 1. CHRONOLOGIE UIT HET LEVEN VAN JOHANNES CALVIJN 1509-1564 De Gezinsgids Van de drie grote Reformatoren, die de meesten op school in één adem hebben horen noemen, is Johannes Calvijn de laatst-geborene. Toen hij ter wereld kwam was Luther reeds leraar aan de universiteit te Wittenberg. De Zwitserse hervormer Zwingli overleed in 1531, toen Calvijn nog lid van de Roomse kerk was. Niettemin is Calvijn, hoezeer hij ook heeft mogen voortbouwen op het werk van zijn voorgangers, voor ons land het belangrijkst geweest. Zijn invloed legde de grondslag voor de kerken van Gereformeerde belijdenis in de Nederlanden. In dit Reformatie-nummer willen we daarom op beknopte wijze de levensloop van Calvijn volgen. We gaan daarbij uit van de jaartallen, waarop belangrijke gebeurtenissen plaatsvonden. 1509. Calvijn werd geboren in het stadje Noyon, dat ten noorden van Parijs ligt. Zijn ouders heetten: Gérard Cauvin en Jeanne Le Franc. Uit hun huwelijk werden zes kinderen geboren. Calvijn was op één na de oudste. Zijn vader was niet onbemiddeld. Hij had vele functies, o.a. notaris en secretaris van de bisschop. 1521. Calvijn ontving een "kerkelijke studiebeurs". Hij kreeg de inkomsten van het vierde deel van een kapelaans- plaats. 1523-1528. De moeder van Calvijn was een vrome vrouw, echter geheel de Roomse kerk toegedaan. Zij stierf toen Calvijn nog maar veertien jaar was. Na het onderwijs op de stadsschool en het huisonderwijs bij de familie Montmor gevolgd te hebben, vertrok Calvijn naar Parijs, waar hij de hogeschool bezocht. In Parijs maakte hij de eerste terechtstelling van een ketter mee. Bij de familie Cop, waarvan vier zonen medeleerlingen waren van Calvijn, kwam hij in contact met de ontluikende Reformatie. 1528-1529. Na een ruzie tussen Calvijns vader en de geestelijken te Noyon, gebood zijn vader dat Calvijn met de studie voor priester moest ophouden. Calvijn ging nu rechten studeren te Orleans en Bourges. In Bourges kreeg Calvijn les in de Griekse taal van Melchior Wolman, een Duitse Lutheraan. 1530-1531. Calvijn preekte soms in het land van Bourges. Toen zijn vader in 1531 stierf, keerde hij naar Parijs terug om daar de studie te beginnen, welke hij een warm hart toedroeg: "De humaniora". De "edele studie, die de taal doet beheersen en de menselijke geest doorgronden". Hij voltooide echter wel zijn rechtsstudie. In Parijs bezocht Calvijn de geheime vergaderingen, waar de Bijbel gelezen en bestudeerd werd, maar hij bleef trouw aan de Roomse kerk. 1532. Calvijn verwierf te Orléans de juridische doctorstitel. Tevens verschijnt in datzelfde jaar zijn eerste proefschrift. Het is een commentaar op het geschrift van Seneca: De Clementia (Over de zachtmoedigheid). 1533. In Calvijns leven kwam de grote ommekeer. Calvijn zelf sprak van een "plotselinge bekering". Hij brak radicaal met de Roomse kerk. Op 1 november, Allerheiligendag, moest de nieuwe rector van de Universiteit te Parijs, Calvijns vriend Nicolaas Cop, een rede houden voor studenten en professoren. Deze rede was zuiver Protestants. Het gevolg was dat Nicolaas Cop moest vluchten en 4 toen men van de vriendschap met Calvijn hoorde, moest ook hij de stad ogenblikkelijk verlaten. Calvijn ontsnapte toen door een raam van zijn kamer, via aan elkaar geknoopte lakens. Calvijn vluchtte naar Saintonge. Zijn vriend Du Tillet verschafte hem onderdak. Bij zijn vriend werkte Calvijn voor de Institutie. Hij droeg de schuilnaam: Charles d' Espeville. 1534. In dat jaar ging Calvijn naar Noyon en deed afstand van zijn geestelijke waardigheid en van de geldelijke voordelen. Hij bezocht tevens Parijs, want hij wilde Michaël Servet, een Spaanse arts, van zijn dwalingen afbrengen. Servet loochende de Drie-eenheid en verwierp de kinderdoop. De ontmoeting mislukte. Calvijn schreef toen: "Ik was bereid te Parijs mijn leven te wagen, om hem, indien mogelijk, voor onze Heiland te winnen; hij wilde echter, ofschoon hij het offer dat ik hem bood, zag, er totaal geen gebruik van maken". Ook bracht Calvijn een bezoek aan Le Fèvre d'Etaples te Nérac. Deze man had toen juist zijn Franse Bijbelvertaling voltooid. Le Fèvre, bijna honderd jaar, zei tegen Calvijn: "Gij zult het instrument zijn, waardoor het Koninkrijk der hemelen in Frankrijk wordt bevestigd". Na nog enkele plaatsen bezocht te hebben, bereikten Calvijn en Du Tillet in het najaar van 1534 de stad Bazel. 1535. In Bazel schreef Calvijn, behalve de voorrede bij de Franse Bijbelvertaling van Olivetanus, ook zijn vermaarde Institutie of Onderwijzing in de Christelijke Godsdienst. Dit boek bevatte een voorrede aan François I. Het telde zes hoofdstukken: 1. de wet; 2. het geloof; 3. het gebed; 4. de sacramenten; 5. de vijf valse sacramenten; 6. de Christelijke vrijheid, het kerkelijk gezag en de burgerlijke regering. Dit werk werd tot 1559 steeds meer aangevuld. Vanuit Bazel vertrok Calvijn met Du Tillet naar de hertogin Renata van Ferrara, een zuster van Frans I. Deze hertogin droeg de Hervorming een warm hart toe. 1536. Vanwege de oorlog tussen Karel V én Frans I moest Calvijn, die - nadat hij nog in Parijs was geweest - naar Bazel wilde terugkeren, de zuidelijke route nemen die over Genève liep. Hij was van plan daar maar één nacht te blijven, maar Farel, predikant der Hervorming in Genève, beval hem Genève niet meer te verlaten. Calvijn wees dit verzoek eerst van de hand, maar hij durfde niet meer te weigeren toen Farel zei: "En ik, in de naam van de Almachtige God, verklaar dat uw studiën een voorwendsel zijn; indien gij weigert u met ons aan dit werk des Heeren te geven, God zal u vervloeken, want: gij zoekt uzelf en niet Christus". In oktober van dat jaar vond te Lausanne, op verzoek van Bern, een godsdienstgesprek plaats tussen Farel en enige Rooms Katholieke geestelijken. Op een spannend ogenblik stond Calvijn op en wist de tegenstanders van repliek te dienen, mede dankzij zijn zeer grote kennis van de kerkvaders. Het gevolg was dat zeer velen voor de zaak der Hervorming werden gewonnen. 1537. In dat jaar werden de artikelen over de regering der kerk door de Raad van Genève vastgesteld. Calvijn had de Raad deze artikelen voorgelegd. Er werd besloten: Eens per maand avondmaal, handhaving van de tucht door de kerk, invoering van het psalmgezang, kerkelijk onderwijs aan de jeugd en ordening van het huwelijk. De Raad van Genève stond voor het merendeel achter Calvijn. Zij had in 1535, na een mislukte vergiftigingspoging van de predikanten Farel, Froment en Viret, het besluit genomen dat de pauselijke godsdienst was afgeschaft en de gereformeerde waarheid aangenomen. 5 Calvijn gaf in deze tijd een Catechismus uit, deze werd gevolgd door een belijdenis bestaande uit 21 artikelen. Alle openbare goddeloosheid trachtte Calvijn uit Genève te verwijderen. De Raad werkte nog steeds mee. Er werd zelfs besloten dat iedereen in Genève verplicht was vóór de Reformatie te kiezen. Wie zich daartegen verzette, moest de stad verlaten. 1538. Er kwam steeds meer verzet in Genève. De Wederdopers, onder leiding van Caroli, brachten de stad in beroering evenals de Libertijnen, een grote groep vrijzinnigen. Deze laatste groep verkreeg zelfs de meerderheid in de Raad bij de raadsverkiezingen van dat jaar. Te midden van al het rumoer kwam de eis van Kanton Bern dat bij het avondmaal de ouwel en niet meer het brood gebruikt moest worden. Ook werden Christelijke feestdagen naast de zondag verplicht. Calvijn en Farel weigerden dit en hielden de zondag daarop helemaal geen avondmaal vanwege alle onrust. Zij hielden een boetpredicatie. Het gevolg was dat zij dezelfde week uit de stad werden verbannen. Farel vertrok naar Neurenberg en werkte later in Neuchâtel. Calvijn reisde naar Bazel. Hij was nog maar drie maanden in Bazel of er kwam reeds een verzoek van Bucer om naar Straatsburg te komen. Calvijn stemde toe. Hij preekte daar elke dag evenals in Genève de gewoonte was. Ook gaf hij lezingen aan de Academie aldaar. Zijn gehoor in de kerk bestond voornamelijk uit vele Franse vluchtelingen. 1539. Calvijn gaf een psalmboek uit met 18 psalmen, waarvan hij zelf er 7 en Marot er 8 berijmd had.