Het Koninkrijk Tegen Het Licht

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Het Koninkrijk Tegen Het Licht Het Koninkrijk tegen het licht Rechtsvergelijkend onderzoek in opdracht van de Tweede Kamer der Staten- Generaal naar de staatsrechtelijke overzeese verhoudingen in het Koninkrijk der Nederlanden, de Franse Republiek, het Koninkrijk Denemarken en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland prof. mr. H.G. Hoogers mr. G. Karapetian april 2019 INHOUDSOPGAVE Inleiding en aanleiding tot het onderzoek 3 Hoofdstuk 1 Het Koninkrijk der Nederlanden 7 §1. Inleiding 7 §2. Een smalle rechtsband 8 §3. Democratische vertegenwoordiging 9 §4. Sociaaleconomische verhoudingen 10 §5. Financiën 11 §6. Defensie en openbare orde 11 §7. De beslechting van geschillen 13 Hoofdstuk 2 De Franse Republiek 16 §1. Inleiding 16 §2. Les collectivités territoriales: DrOM, COM en Nieuw-Caledonië 17 §3. Democratische vertegenwoordiging 21 §4. Sociaaleconomische verhouding en financiën 22 §5. Defensie en openbare orde 23 §6. De beslechting van geschillen 23 §7. Conclusie 24 Hoofdstuk 3 Het Koninkrijk Denemarken 25 §1. Inleiding; de structuur van het Deense Rijk 25 §2. De rechtsband tussen Denemarken en de beide andere Rijksdelen 29 §3. Democratische vertegenwoordiging 30 §4. Sociaaleconomische verhoudingen 31 §5. Financiën en openbare orde 31 §6. Defensie 31 §7. De beslechting van geschillen 32 §8. Conclusie 33 Hoofdstuk 4 Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland 35 §1. Inleiding 35 §2. Veertien Constituties voor veertien British Overseas Territories 37 §3. Democratische vertegenwoordiging 39 §4. Sociaaleconomische verhouding en financiën 41 §5. Defensie en openbare orde 42 §6. De beslechting van geschillen 42 §7. Conclusie 43 Hoofdstuk 5. Conclusies 44 §1. De structuur van de staatkundige relaties 44 §2. Democratische vertegenwoordiging 46 §3. Sociaaleconomische verhoudingen en financiën 47 §4. Defensie en openbare orde 48 §5. De beslechting van geschillen 49 §6. Slotopmerkingen 50 Bibliografie 52 2 Inleiding en aanleiding tot het onderzoek De Vaste Commissie Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft in haar jaarplan voor het jaar 2019 een aantal onderwerpen aangemerkt waarop zij kennisversterking nodig acht. Een van die onderwerpen is de ontwikkeling van een toekomstvisie voor het Koninkrijk. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat sinds de herziening van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Statuut) in 2010 uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de zogenoemde BES-eilanden) maken deel uit van het staatsbestel van het land Nederland. De betrekkingen met de overzeese gebieden worden sinds de inwerkingtreding van het Statuut op 15 december 1954 door dat document beheerst. Het Statuut roept een nieuwe rechtsorde binnen het Koninkrijk der Nederlanden in het leven, waarin de thans vier samenstellende delen in beginsel als gelijkberechtigde partners naast elkaar staan. Ieder der vier Landen behartigt zijn eigen aangelegenheden op autonome grondslag, op basis van een eigen landsconstitutie en door middel van eigen organen. Boven de vier Landen staat het Koninkrijk, eveneens voorzien van eigen organen, die de aan het Koninkrijk toekomende taken en bevoegdheden uitoefenen. In deze organen van het Koninkrijk komt echter het wezenlijke verschil tussen Nederland en de andere drie Landen met betrekking tot hun grootte, bevolkingsomvang en economische kracht tot uitdrukking: zij zijn in essentie de organen die uit kracht van de Grondwet als organen van Nederland optreden, aangevuld met vertegenwoordigers van de drie andere Landen en handelend op grond van procedures waarin voor deze vertegenwoordigers een zekere mate van invloed is ingeruimd, die echter meestal niet beslissend kan worden genoemd. Aan het Koninkrijk zijn uit kracht van het Statuut maar op beperkte schaal bevoegdheden toegekend. Hoewel het Statuut ervan uitgaat dat er tussen de Landen van het Koninkrijk op vrijwillige basis samengewerkt kan worden op terreinen waar de landen autonoom zijn en dit ook op redelijk grote schaal gebeurt, is er toch tussen de Landen van het Koninkrijk een tamelijk beperkte mate van staatkundige integratie: de statutaire rechtsband is er een die gericht is op differentiatie en zelfstandigheid, niet een die gericht is op eenheid en samenwerking. Zo vormen de Landen van het Koninkrijk geen gezamenlijke monetaire unie, geen douane-unie of zelfs maar een vrijhandelszone, is er geen onbelemmerd verkeer van personen binnen het Koninkrijk en is er geen fiscale eenvormigheid. De Nederlandse staatsburgers van de Landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden in de Staten-Generaal niet vertegenwoordigd. De aan de vier Landen toekomende staatkundige autonomie is constitutioneel verankerd: het Statuut kan alleen met de instemming van alle deelgenoten worden gewijzigd. Naast de drie Caribische Landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten vormen de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbare lichamen deel van het Land Nederland. De grondslag ervoor is gelegen in art. 132a van de Grondwet, en niet (meer) in het Statuut.1 De drie openbare lichamen (ook wel aangeduid als Caribisch Nederland) zijn dus aanzienlijk vaster aan Nederland verklonken dan de drie andere eilanden. Ze vallen, als deel van Nederland, integraal onder de Grondwet en onder de bevoegdheden van de Nederlandse wetgever en hun inwoners worden in de Staten-Generaal vertegenwoordigd. De bevoegdheden van de lokale organen zijn goed te vergelijken met die van gemeenten in Nederland. Zij behoren echter niet tot enige provincie en materieel wijkt het in Caribisch Nederland geldende recht vaak sterk af van het in Europees Nederland geldende recht. Ook Europeesrechtelijk bevinden deze eilanden zich in een volstrekt andere positie dan Europees Nederland. 1 Stb. 2017, 426. 3 In het kader van de toekomstvisie voor het Koninkrijk wenst de Commissie een antwoord op de volgende hoofdvraag: Op welke wijze hebben andere staten (de Franse Republiek, het Deense Koninkrijk en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland) de staatsrechtelijke verhoudingen met hun voormalige koloniën die thans onder het soevereine gezag van deze staten vallen, ingericht? De centrale vraagstelling is onderverdeeld in de volgende deelvragen: 1. Op welke wijze is de staatsrechtelijke overzeese verhouding in de Franse Republiek, het Deense Koninkrijk en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vormgegeven? 2. Waarin verschillen de verhoudingen onderling? 3. Wat zijn de gevolgen van de verschillende verhoudingen voor de mate van integratie van de overzeese delen in de desbetreffende Europese staten? Daarbij wordt in elk geval aandacht besteed aan het element van democratische vertegenwoordiging, het sociaaleconomisch voorzieningenniveau en financiën, openbare orde en defensie. 4. Op welke wijze is de eventuele geschillenbeslechting tussen de overzeese delen en de Europese staten geregeld? De vraagstelling van de Commissie spitst zich toe op de niet-zelfstandige overzeese landsdelen die onder het soevereine gezag vallen van de Franse Republiek, het Deense Koninkrijk en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Er wordt derhalve geen aandacht besteed aan de rechtsverhouding tussen het moederland en voormalige koloniën die onder het volkenrecht zijn te kwalificeren als soevereine staten, dan wel onder het soevereine gezag van een andere staat vallen. De drie staten hebben, zoals zal blijken uit het navolgende, de verhouding met de overzeese gebieden op een wijze ingekleurd die aansluit bij het constitutionele raamwerk van het moederland. De Franse Republiek heeft een regeling in de Grondwet met betrekking tot de overzeese gebiedsdelen die deel uitmaken van de Republiek. Deze worden aangeduid met de gemeenschappelijke term Collectivités territoriales, waarvan drie verschillende varianten zijn. Het meest in de Republiek zelf geïntegreerd zijn de Départements et régions d’outre-mer (DrOM) die hun grondslag vinden in art. 73 van de Franse Grondwet. Zij vallen – kort gezegd – integraal onder het commune Franse recht en verschillen daarin niet van Franse departementen en regio’s op het vasteland. De eigen organen van de DrOM en hun bevoegdheden worden geregeld in een apart hoofdstuk van het Franse decentrale wetboek – de organieke wet Code général collectivités territoriales. Een verschil ten opzichte van de departementen op het vasteland is dat de overzeese departementen tevens zelf regio zijn en dat op een aantal punten de lokale autoriteiten met toestemming van de formele wetgever de bevoegdheid hebben om van het in de metropool geldend recht af te wijken. Naast de DrOM kent de Republiek ook Collectivités d’outre-mer (COM), waarvoor art. 74 van de Grondwet de grondslag biedt. Deze hebben anders dan de DrOM formeel in beginsel geen uniforme verhouding tot de Franse staat: hun betrekking met de metropool wordt door een eigen statuut vormgegeven, dat in een organieke wet wordt vastgelegd. In de praktijk vertonen deze organieke wetten, zoals zal blijken uit Hoofdstuk 2 van deze studie, een grote mate van overeenkomstigheid. In de verschillende statuten worden de eigen organen van de COM 4 en hun bevoegdheden geregeld, alsmede de bevoegdheden die deze organen hebben om eigen, van het commune Franse recht afwijkende regelingen te scheppen. Daarnaast wordt in deze statuten geregeld op welke wijze en in hoeverre het commune Franse recht daar van toepassing is. Voor zowel de DrOM als de COM geldt echter dat art. 73 van de Grondwet vrij strikte grenzen schept waarbinnen de afwijkingen dienen
Recommended publications
  • The Nebraska Unicameral and Its Lasting Benefits, 76 Neb
    Nebraska Law Review Volume 76 | Issue 4 Article 6 1997 The eN braska Unicameral and Its Lasting Benefits Kim Robak Nebraska Lieutenant Governor Follow this and additional works at: https://digitalcommons.unl.edu/nlr Recommended Citation Kim Robak, The Nebraska Unicameral and Its Lasting Benefits, 76 Neb. L. Rev. (1997) Available at: https://digitalcommons.unl.edu/nlr/vol76/iss4/6 This Article is brought to you for free and open access by the Law, College of at DigitalCommons@University of Nebraska - Lincoln. It has been accepted for inclusion in Nebraska Law Review by an authorized administrator of DigitalCommons@University of Nebraska - Lincoln. Kim Robak* The Nebraska Unicameral and Its Lasting Benefits TABLE OF CONTENTS I. Introduction .......................................... 791 II. Background ........................................... 793 III. Why and How the Unicameral Works ................. 799 A. Organization ...................................... 800 B. Process ........................................... 802 C. Partisanship ...................................... 804 D. The Lobby ........................................ 804 IV. Why a Nonpartisan Unicameral Is Superior to a Bicameral System ..................................... 805 A. Duplication ....................................... 805 B. Representative and Open Process .................. 809 C. Nonpartisanship .................................. 810 D. Leadership ........................................ 812 E. Lobby ............................................. 814 F. Balance
    [Show full text]
  • Internationale Übereinkünfte
    7.3.2014 DE Amtsblatt der Europäischen Union L 68/1 II (Rechtsakte ohne Gesetzescharakter) INTERNATIONALE ÜBEREINKÜNFTE BESCHLUSS DES RATES vom 2. Dezember 2013 über den Abschluss des Protokolls zur Änderung des Übereinkommens über das öffentliche Beschaffungswesen (2014/115/EU) DER RAT DER EUROPÄISCHEN UNION — HAT FOLGENDEN BESCHLUSS ERLASSEN: gestützt auf den Vertrag über die Arbeitsweise der Europäischen Artikel 1 Union, insbesondere auf Artikel 207 Absatz 4 Unterabsatz 1 in Verbindung mit Artikel 218 Absatz 6 Buchstabe a Ziffer v, Das Protokoll zur Änderung des Übereinkommens über das öffentliche Beschaffungswesen wird hiermit im Namen der Eu­ auf Vorschlag der Europäischen Kommission, ropäischen Union genehmigt. nach Zustimmung des Europäischen Parlaments, Der Wortlaut des Protokolls ist diesem Beschluss beigefügt. in Erwägung nachstehender Gründe: Artikel 2 Der Präsident des Rates wird die Person(en) bestellen, die befugt (1) Nach Maßgabe des Artikels XXIV Absatz 7 Buchstaben b ist (sind), im Namen der Union die Annahmeurkunde gemäß und c des WTO-Übereinkommens über das öffentliche Absatz 3 des Protokolls und im Einklang mit Artikel XXIV Beschaffungswesen (Government Procurement Agreement — Absatz 9 des GPA von 1994 zu hinterlegen, um die Zustim­ GPA von 1994) wurden im Januar 1999 Verhandlungen mung der Union, durch das Protokoll gebunden zu sein, zum über die Überarbeitung des GPA von 1994 eingeleitet. Ausdruck zu bringen ( 1 ). (2) Die Verhandlungen wurden von der Kommission in Ab­ stimmung mit dem nach Artikel 207 Absatz 3 des Ver­ Artikel 3 trags über die Arbeitsweise der Europäischen Union ein­ Das Protokoll ist dahingehend auszulegen, dass es keine Rechte gerichteten Besonderen Ausschuss geführt. oder Pflichten begründet, die vor den Gerichten der Union oder der Mitgliedstaaten unmittelbar geltend gemacht werden kön­ (3) Am 15.
    [Show full text]
  • British Overseas Territories Law
    British Overseas Territories Law Second Edition Ian Hendry and Susan Dickson HART PUBLISHING Bloomsbury Publishing Plc Kemp House , Chawley Park, Cumnor Hill, Oxford , OX2 9PH , UK HART PUBLISHING, the Hart/Stag logo, BLOOMSBURY and the Diana logo are trademarks of Bloomsbury Publishing Plc First published in Great Britain 2018 First edition published in 2011 Copyright © Ian Hendry and Susan Dickson , 2018 Ian Hendry and Susan Dickson have asserted their right under the Copyright, Designs and Patents Act 1988 to be identifi ed as Authors of this work. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording, or any information storage or retrieval system, without prior permission in writing from the publishers. While every care has been taken to ensure the accuracy of this work, no responsibility for loss or damage occasioned to any person acting or refraining from action as a result of any statement in it can be accepted by the authors, editors or publishers. All UK Government legislation and other public sector information used in the work is Crown Copyright © . All House of Lords and House of Commons information used in the work is Parliamentary Copyright © . This information is reused under the terms of the Open Government Licence v3.0 ( http://www.nationalarchives.gov.uk/doc/ open-government-licence/version/3 ) except where otherwise stated. All Eur-lex material used in the work is © European Union, http://eur-lex.europa.eu/ , 1998–2018. A catalogue record for this book is available from the British Library.
    [Show full text]
  • Feasibility Study for the Resettlement of the British Indian Ocean Territory
    Feasibility Study for the Resettlement of the British Indian Ocean Territory Draft Report 13th November 2014 CONTENTS 1 INTRODUCTION AND BACKGROUND 4 1.1 The British Indian Ocean Territory 4 1.2 Aims and overview of this study 5 1.3 Structure of this draft report 6 2 STUDY APPROACH AND METHODOLOGY 7 2.1 Guiding principles 7 2.2 Analytical framework 8 2.3 Key phases of activity 11 3 KEY ACTIVITIES AND RESETTLEMENT OPTIONS 13 3.1 Field visit to the British Indian Ocean Territory 13 3.2 Consultations and survey results 15 3.3 Overview of resettlement options 18 4 LEGAL AND POLITICAL ANALYSIS 20 4.1 Introduction and overview 20 4.2 Constitutional and governance framework 22 4.3 Treaty arrangements between the US and the UK 31 4.4 Environmental protection laws and conventions 32 4.5 Conclusions and implications for resettlement 35 5 ENVIRONMENTAL ANALYSIS 38 5.1 Introduction and overview 38 5.2 Assessment of key environmental issues 38 5.3 Evaluation of potential resettlement locations 48 5.4 Summary environmental comparison of resettlement options 55 6 INFRASTRUCTURE ANALYSIS 58 6.1 Introduction and overview 58 6.2 Assessment of key infrastructure issues 59 6.3 Summary of implications for resettlement 66 7 ECONOMIC AND FINANCIAL ANALYSIS 68 7.1 Introduction and overview 68 7.2 Data sources 68 7.3 Indicative cost estimates 68 8 COMPARISON OF RESETTLEMENT OPTIONS 74 8.1 Choice of resettlement location 74 8.2 Environmental considerations 76 8.3 Comparative costs of resettlement options 79 ACRONYMS AND ABBREVIATIONS BIOT British Indian Ocean
    [Show full text]
  • Tekst Zrewidowanego Porozumienia
    ISSN 1977-0766 Dziennik Urzędowy L 68 Unii Europejskiej Tom 57 Wydanie polskie Legislacja 7 marca 2014 Spis treści II Akty o charakterze nieustawodawczym UMOWY MIĘDZYNARODOWE 2014/115/UE: ★ Decyzja Rady z dnia 2 grudnia 2013 r. dotycząca zawarcia Protokołu zmieniającego Porozu­ mienie w sprawie zamówień rządowych . 1 Protokół zmieniający Porozumienie w sprawie zamówień rządowych . 2 Cena: 10 EUR Akty, których tytuły wydrukowano zwykłą czcionką, odnoszą się do bieżącego zarządzania sprawami rolnictwa i generalnie zachowują ważność przez określony czas. Tytuły wszystkich innych aktów poprzedza gwiazdka, a drukuje się je czcionką pogrubioną. PL 7.3.2014 PL Dziennik Urzędowy Unii Europejskiej L 68/1 II (Akty o charakterze nieustawodawczym) UMOWY MIĘDZYNARODOWE DECYZJA RADY z dnia 2 grudnia 2013 r. dotycząca zawarcia Protokołu zmieniającego Porozumienie w sprawie zamówień rządowych (2014/115/UE) RADA UNII EUROPEJSKIEJ, PRZYJMUJE NINIEJSZĄ DECYZJĘ: uwzględniając Traktat o funkcjonowaniu Unii Europejskiej, Artykuł 1 w szczególności jego art. 207 ust. 4 akapit pierwszy w związku z art. 218 ust. 6 lit. a) ppkt (v), Protokół zmieniający Porozumienie w sprawie zamówień rządo­ wych zostaje niniejszym zatwierdzony w imieniu Unii Europej­ skiej. uwzględniając wniosek Komisji Europejskiej, Tekst Protokołu jest załączony do niniejszej decyzji. uwzględniając zgodę Parlamentu Europejskiego, Artykuł 2 a także mając na uwadze, co następuje: Przewodniczący Rady wyznacza osobę lub osoby umocowane do złożenia instrumentu akceptacji w imieniu Unii, jak okre­ (1) Negocjacje dotyczące rewizji Porozumienia w sprawie ślono w ust. 3 Protokołu oraz zgodnie z art. XXIV ust. 9 GPA zamówień rządowych (w ramach GPA z 1994 r.) zostały z 1994 r., w celu wyrażenia zgody Unii Europejskiej na zwią­ zainicjowane w styczniu 1999 r.
    [Show full text]
  • The European Union, Its Overseas Territories and Non-Proliferation: the Case of Arctic Yellowcake
    eU NoN-ProliferatioN CoNsortiUm The European network of independent non-proliferation think tanks NoN-ProliferatioN PaPers No. 25 January 2013 THE EUROPEAN UNION, ITS OVERSEAS TERRITORIES AND NON-PROLIFERATION: THE CASE OF ARCTIC YELLOWCAKE cindy vestergaard I. INTRODUCTION SUMMARY There are 26 countries and territories—mainly The European Union (EU) Strategy against Proliferation of small islands—outside of mainland Europe that Weapons of Mass Destruction (WMD Strategy) has been have constitutional ties with a European Union applied unevenly across EU third-party arrangements, (EU) member state—either Denmark, France, the hampering the EU’s ability to mainstream its non- proliferation policies within and outside of its borders. Netherlands or the United Kingdom.1 Historically, This inconsistency is visible in the EU’s current approach since the establishment of the Communities in 1957, to modernizing the framework for association with its the EU’s relations with these overseas countries and overseas countries and territories (OCTs). territories (OCTs) have focused on classic development The EU–OCT relationship is shifting as these islands needs. However, the approach has been changing over grapple with climate change and a drive toward sustainable the past decade to a principle of partnership focused and inclusive development within a globalized economy. on sustainable development and global issues such While they are not considered islands of proliferation as poverty eradication, climate change, democracy, concern, effective non-proliferation has yet to make it to human rights and good governance. Nevertheless, their shores. Including EU non-proliferation principles is this new and enhanced partnership has yet to address therefore a necessary component of modernizing the EU– the EU’s non-proliferation principles and objectives OCT relationship.
    [Show full text]
  • Aruba Country Profile Health in the Americas 2007
    Aruba Netherlands Antilles Colombia ARUBA Venezuela 02010 Miles Aruba Netherlands Oranjestad^ Antilles Curaçao Venezuela he island of Aruba is located at 12°30' North and 70° West and lies about 32 km from the northern coast of Venezuela. It is the smallest and most western island of a group of three Dutch Leeward Islands, the “ABC islands” of Aruba, Bonaire, and Curaçao. T 2 Aruba is 31 km long and 8 km wide and encompasses an area of 180 km . GENERAL CONTEXT AND HEALTH traction of 2.4% is projected (Table 1). While Aruba has made DETERMINANTS considerable progress toward alleviating poverty, available data suggest that income inequality is still considerably larger than in Aruba’s capital is Oranjestad,and the island divides geograph- countries with comparable income levels. ically into eight districts: Noord/Tanki Leendert,Oranjestad-West, According to the Centrale Bank van Aruba, at the end of 2005, Oranjestad-East, Paradera, Santa Cruz, Savaneta, San Nicolas- inflation stood at 3.8%, compared to 2.8% a year earlier. Mea- North, and San Nicolas-South. The average temperature is 28°C sured as a 12-month average percentage change,the inflation rate with a cooling northeast tradewind. Rainfall averages about accelerated by nearly 1% to 3.4% in 2005, reflecting mainly price 500 mm a year, with October, November, December, and January increases for water, electricity, and gasoline following the rise in accounting for most of it. Aruba lies outside the hurricane belt oil prices on the international market. At the end of 2005, the and at most experiences only fringe effects of nearby heavy trop- overall economy continued to show an upward growth trend ical storms.
    [Show full text]
  • Peer Review Report Phase 2 Implementation of the Standard In
    Global Forum on Transparency and Exchange of Information GLOBAL FORUM ON TRANSPARENCY AND EXCHANGE for Tax Purposes OF INFORMATION FOR TAX PURPOSES PEER REVIEWS, PHASE 2: ARUBA This report contains a “Phase 2: Implementation of the Standards in Practice” review, as well as revised version of the “Phase 1: Legal and Regulatory Framework review” already released for this country. The Global Forum on Transparency and Exchange of Information for Tax Purposes is the Peer Review Report multilateral framework within which work in the area of tax transparency and exchange of information is carried out by over 120 jurisdictions which participate in the work of the Phase 2 Global Forum on an equal footing. The Global Forum is charged with in-depth monitoring and peer review of the implementation Implementation of the Standard of the standards of transparency and exchange of information for tax purposes. These standards are primarily refl ected in the 2002 OECD Model Agreement on Exchange of in Practice Information on Tax Matters and its commentary, and in Article 26 of the OECD Model Tax Convention on Income and on Capital and its commentary as updated in 2004, which has ARUBA been incorporated in the UN Model Tax Convention. Peer Review Report Phase 2 Implementation of the Standard in Practice The standards provide for international exchange on request of foreseeably relevant information for the administration or enforcement of the domestic tax laws of a requesting party. “Fishing expeditions” are not authorised, but all foreseeably relevant information must be provided, including bank information and information held by fi duciaries, regardless of the existence of a domestic tax interest or the application of a dual criminality standard.
    [Show full text]
  • The Role of the Second Chamber in European States
    Strasbourg, 1 March/1er mars 2006 CDL(2006)011 Or. Bil. Study No. 335/2005 EUROPEAN COMMISSION FOR DEMOCRACY THROUGH LAW (VENICE COMMISSION) COMMISSION EUROPEENNE POUR LA DEMOCRATIE PAR LE DROIT (COMMISSION DE VENISE) THE ROLE OF THE SECOND CHAMBER IN EUROPEAN STATES LE ROLE DE LA DEUXIEME CHAMBRE DANS LES ETATS EUROPEENS CONTRIBUTIONS BY VENICE COMMISSION MEMBERS CONTRIBUTIONS DES MEMBRES DE LA COMMISSION DE VENISE This document will not be distributed at the meeting. Please bring this copy. Ce document ne sera pas distribué en réunion. Prière de vous munir de cet exemplaire. CDL(2006)011 - 2 - TABLE OF CONTENTS TABLE DES MATIERES Page THE SECOND CHAMBERS OF PARLIAMENT, by Christoph Grabenwarter, Constitutional Court, Vienna, Substitute Member, Austria......................................................................................3 LE SENAT DE BELGIQUE, par Jean-Claude Scholsem, Université de Liège, Membre, Belgique ..............................................................................................................................................7 ROLE OF THE SECOND HOUSE OF THE PARLIAMENTARY ASSEMBLY OF BOSNIA AND HERZEGOVINA, by Cazim Sadikovic, University of Sarajevo, Member, Bosnia and Herzegovina......................................................................................................................................12 THE ROLE OF THE SECOND CHAMBER IN THE CZECH REPUBLIC: THE SENATE OF THE PARLIAMENT OF THE CZECH REPUBLIC, by Eliska Wagnerova, Constitutional Court, Brno, Member, Czech Republic...........................................................................................16
    [Show full text]
  • Bio Drs. Rendolf A. (Andy) Lee in a 25-Year Career Serving Land Aruba Mr
    Bio Drs. Rendolf A. (Andy) Lee In a 25-year career serving Land Aruba Mr. Andy Lee held several positions in the civil service and in politics of Aruba. Mr. Lee is currently counselor to the Prime Minister of Aruba. Prior to this position he represented Aruba as Minister Plenipotentiary in Washington, DC. He was the Director of the Department of Foreign Affairs of Aruba and served also as the Director of the Central Bureau of Statistics of Aruba. Mr. Lee served as a Member of Parliament in the 7th and 8th Parliament of Aruba from 2005 to 2011 and was Speaker of the Aruban Parliament from 2009 to 2010. His focus in Parliament was on Public Finance, Foreign Affairs and Kingdom Affairs, Education, Financial and Economic Affairs, and on Tourism. Mr. Andy Lee was born and raised in Aruba. After finishing high school in Aruba, he studied Political Science in The Netherlands. He has been married to Mrs. Margriet Lee - Tromp since 1992. They have two daughters, Kristel (1995) and Hannah (1997). Education Political Science (MA) at the University of Amsterdam (1993) Major in Comparative and International Politics Minors in Political Theory and in Politics and Business Civil Service Career 2018 - Advisor to Prime Minster of Aruba 2014 – 2018 Minister Plenipotentiary for Aruba in Washington, DC 2012 – 2014 Director Department of Foreign Affairs Aruba 2002 – 2005 Chairman Committee on Population and Development Aruba 1995 – 2005 Director of the Central Bureau of Statistics of Aruba 1994 – 1995 Policy Officer at the Department of Economic Affairs of Curacao 1994 Researcher at the Central Bureau of Statistics of Aruba Political Career Member of the 7th and 8th Parliament of Aruba, from 2005 to 2011 Representative of the Christian Democratic Party 2010 – 2011 Assigned Committees: Education; Tourism; Financial and Economic Affairs; Public Finance; Judiciary; Chairman – Foreign Affairs and Kingdom Affairs 2009 - 2010 Speaker of the Parliament of Aruba 2005 – 2009 Assigned Committees: Education; Tourism; Public Finance; Chairman - Financial and Economic Affairs .
    [Show full text]
  • Country Compendium
    Country Compendium A companion to the English Style Guide July 2021 Translation © European Union, 2011, 2021. The reproduction and reuse of this document is authorised, provided the sources and authors are acknowledged and the original meaning or message of the texts are not distorted. The right holders and authors shall not be liable for any consequences stemming from the reuse. CONTENTS Introduction ...............................................................................1 Austria ......................................................................................3 Geography ................................................................................................................... 3 Judicial bodies ............................................................................................................ 4 Legal instruments ........................................................................................................ 5 Government bodies and administrative divisions ....................................................... 6 Law gazettes, official gazettes and official journals ................................................... 6 Belgium .....................................................................................9 Geography ................................................................................................................... 9 Judicial bodies .......................................................................................................... 10 Legal instruments .....................................................................................................
    [Show full text]
  • Student Research Exchange Collected Papers 2017
    Student Research Exchange Exchange Research Student Collected Papers 2017 Papers Collected Student Research Exchange Collected Papers 2017 ISBN/EAN: ISBN/EAN: Student Research Exchange Collected Papers 2017 This is the digital version of the UAUCU 2017 Student Research Exchange Papers. Due to editorial motives, blank pages for final print have not been removed from this document. UAUCU Student Research Exchange Collected Papers 2017 UAUCU Student Research Exchange Collected Papers 2017 Louisa Maxwell Yun Lee Tanya Kirchner Melany Llocclla Zita Ngizwenayo Rachel Tromp Rotem Zilber Larisa Leeuwe Ben Bultrini William Cruice Rodolfo Rodriguez Nayla Yarzagaray Introduction to the third edition of the UAUCU Student Research Exchange Collected Papers This volume presents academic papers and personal Some of the student-researchers are still working on the reflections written by the twelve participants of the UAUCU interpretation and presentation of their findings, and will student research exchange project 2017. The texts in this later finalize project papers, or bachelor or master theses, volume reflect a wide diversity of academic disciplines based on results of fieldwork presented. and approaches, as well as the wide diversity in cultural background of this year’s participant cohort. The program, Our 2017 multidisciplinary team is also remarkably which offers students from the University of Aruba multicultural: it includes students with personal connec- (UA), University College Utrecht (UCU) and University tions not only to Aruba, but to Belgium, Colombia, Utrecht (UU) the opportunity to conduct research in a Curaçao, Holland, Ireland, Israel, Italy, Myanmar, Russia, multidisciplinary international student team, has already Rwanda, South Korea, Thailand, the United States and proven to be a successful formula: work presented in the Venezuela.
    [Show full text]