opnieuw bezien

boven geschetste ontwikkeling een aantal belang­ J. C. Visser rijke kanttekeningen te plaatsen. In mijn be­ In mijn studie over de ruimtelijke ontwikkeling schrijving van de ruimtelijke structuur van de van Schoonhoven gedurende de Middeleeuwen1 oudste kern van de stedelijke nederzetting heb ik heb ik de aanvang van de stedelijke ontwikkeling wat betreft de ligging van de Haven en de Oude van deze kleine stad aan de Lek geplaatst in het Haven de traditionele opvatting gevolgd dat bei­ tweede kwart van de 13e eeuw. Hierbij heb ik aan­ de zijn gegraven onmiddellijk ten oosten van de genomen dat de eerste stimulans tot deze ontwik­ oorspronkelijke zijkade van de ontginning Ber­ keling is uitgegaan van Jan van de Lede, de edel­ gambacht/Bovenberg. Het noordelijke gedeelte man die in 1247 apud Sconhouen oorkondde. van deze zijkade is nu nog terug te vinden in de Jan van de Lede zou ten behoeve van de nieu­ Opweg. De Haven en de Oude Haven, met een we nederzetting een verbinding tot stand hebben dam ter plaatse van de huidige Dam, zouden dus gebracht tussen de Lek en de Vlist bestaande uit aangelegd zijn in de scheg tussen de zijkade en de de huidige Haven, Oude Haven en Botersloot. In Zevender. In deze scheg was ook het kasteel van deze verbinding scheidde een dam, de huidige de heren van Schoonhoven gelegen. Dam bij de hervormde kerk, het buitenwater Een nadere beschouwing van de topografie (Lek) van het binnenwater (Vlist). Langs de Ha­ van het oude centrum van Schoonhoven leert dat ven tussen de (latere) Stenenbrug en de Dam, deze veronderstelling niet juist is. Uit nauwkeu­ langs de westzijde van de Oude Haven en langs rige kaartstudie blijkt dat de Opweg niet exact in de Koestraat onmiddellijk achter de kerk werd het verlengde ligt van de westelijke kade langs de door de heer van Schoonhoven een aantal huiser- Oude Haven en de Haven, maar zodanig ver­ ven uitgegeven, het begin van de 'stad' Schoon­ schoven dat deze ten zuiden van de Dam vrijwel hoven. Deze stedelijke nederzetting verschijnt samenvalt met de oostelijke kade van de Haven voor de eerste maal in de schriftelijke bronnen, (zie figuur 2). De richting van de oude zijkade is wanneer op 3 mei 1280 graaf Floris V van Hol­ nog terug te vinden in de voorgevelrooilijnen van land de Zeeuwse edelman Nicolaas van Cats be­ bebouwing aan de westzijde van de Oude Haven leent met de goede van Schoonhoven, omvattende poort (Oude Haven 2 t/m 36) alsmede aan de oostzijde engerecht. legen het einde van de 13e eeuw zou de van de Haven vanaf de Stenenbrug noordwaarts bebouwing langs de Haven en de Koestraat zich (Haven 43 t/m 67). Het is verder opmerkelijk dat hebben uitgebreid in de richting van de Lek; te­ de as van het gedeelte van de Haven (het water) vens zou zich dan bebouwing ontwikkeld hebben ten zuiden van de Stenenbrug niet in het verleng­ langs de Havenstraat. Onder de heerschappij van de ligt van de as van het gedeelte van de Haven Jan van Henegouwen volgde tenslotte omstreeks ten noorden van de Stenenbrug doch hiermee 1325 een relatief bescheiden uitbreiding in ooste­ een kleine hoek maakt. Tenslotte blijkt dat de as lijke richting langs Nes en Molenstraat alsmede van de ten oosten van de Opweg gelegen Bo­ bebouwing langs de Korte Dijk, de Voorhaven en tersloot niet minder dan 25 m verschoven ligt ten de Tol. Hiermee was de ruimtelijke structuur van opzichte van de as van de Oude Haven. Schoonhoven in grote lijnen vastgelegd zoals we Gelet op deze aan de topografie ontleende die kennen van de stadsplattegronden van Van nieuwe gegevens lijkt het niet goed denkbaar dat Deventer en Guicciardini uit de tweede helft van de Haven, de Oude Haven en de Botersloot als de 16e eeuw. onderdelen van een kunstmatige waterverbin­ Een hernieuwd onderzoek naar de oudste ge­ ding gelijktijdig zijn aangelegd. De ligging van schiedenis van het stadje2 geeft aanleiding bij de genoemde onderdelen, respectievelijk ten westen en ten oosten van de oude zijkade (Opweg), ver­ zet zich tegen een dergelijke veronderstelling. * Ik dank de heer Th. Rothfusz voor het vervaardigen Met deze constatering is een belangrijk gegeven van de figuren en ir. J. G. Wegner voor het kritisch voor de reconstructie van de ruimtelijke struc- doorlezen van het concept. 65 Schoonhoven opnieuw bezien

Afbeelding 1. Haven van Schoonhoven tussen de Stenenbrug en de Dam. tuur ten tijde van de eerste fase van de stedelijke vengrens in de tijd aan voor de situatie die is afge­ ontwikkelingvan Schoonhoven weggevallen. Het beeld. De benedengrens kan 5 tot 10 jaar vroeger blijkt evenwel mogelijk, uitgaande van de eerder liggen. Figuur 1, 'omstreeks 1250', geeft een beeld genoemde topografische gegevens, een nieuwe van de voorstedelijke situatie; figuur 2, 'om­ reconstructie te maken. Deze geeft echter een streeks 1270', de ruimtelijke structuur van de beeld te zien dat aanmerkelijk afwijkt van het tot oudste stedelijke nederzetting; figuur 3, 'om­ nu toe gangbare. streeks 1320', geeft een indruk van het ruimtelijk Gezien de sterk gewijzigde denkbeelden die patroon van de stad nadat de eerste fase van de het hernieuwde onderzoek heeft opgeleverd, zijn stedelijke ontwikkeling tot een afronding was ge­ in dit artikel de resultaten ervan vastgelegd in een komen. Toen was echter tevens door het vergra­ schetsmatige reconstructie van de ruimtelijke si­ ven van de Haven en de Oude Haven en het gra­ tuatie op een drietal wezenlijke momenten in de ven van de Botersloot een aanzet gegeven voor ontwikkeling van Schoonhoven, te weten dejaren verdere ontwikkelingvan de stad, die in het twee­ 1250, 1270 en 1320. Deze jaartallen geven een bo­ de kwart van de 14e eeuw ruimtelijk gestalte zou

66 Schoonhoven opnieuw bezien

1 Oude Haven 4 Haven 7 Carmelietenstr 10 Kerkstraat '/// ] zie 13 Havenstraat llllll> pg.1 2 Dam 5 Visbrug 8 Meent 11 Appelstraat n 11111 3 Stenenbrug 6 Stadhuisstraat 9 Lopikerstraat 12 Koestraat

Figuur 1. Schoonhoven, voorstedelijke fase omstreeks 1250.

67 Schoonhoven opnieuw bezien

krijgen door de genoemde uitbreidingen in de Een zelfde onzekerheid geldt de wegverbin­ richting van de Lek en ten oosten van de ding tussen het stadscentrum van Schoonhoven Zevender. en de kerk van Willige-Langerak. Binnen de stad In het navolgende zullen de in de figuren 1, 2 is dit tracé terug te vinden in de Stadhuisstraat- en 3 gegeven reconstructies worden toegelicht en Carmelietenstraat-Meent. Gedurende de Mid­ de hierin verwerkte gegevens worden onder­ deleeuwen en ook nog daarna werd het oostelijke bouwd. Tot slot zal worden ingegaan op de voor gedeelte van deze weg aangeduid als 'de Kerk- deze reconstructie gekozen 'peiljaren'. Hierbij laan naar Willige'. Het tracé moet aanwezig ge­ zullen enige qua ruimtelijke structuur met weest zijn vóór de stadsvorming omdat de rich­ Schoonhoven vergelijkbare steden mede in de be­ ting ervan bepalend is geweest voor de verkave­ schouwing worden betrokken. ling van de huiserven langs de Haven (zie hier­ na); bovendien liep het tracé dood tegen de om­ De voorstedelijke fase (figuur 1) streeks 1325 aangelegde oostelijke stadsgracht. Dat dit tracé eens deel heeft uitgemaakt van de Schoonhoven kwam tot ontwikkeling in het mon­ doorgaande bedijking langs de Lek, zoals ik eer­ 5 dingsgebied van de Zevender. De uitmonding der heb aangenomen , lijkt bij nader inzien niet van dit in oorsprong natuurlijke stroompje heeft waarschijnlijk. Tegen een dergelijke veron­ in eerste instantie een halt toegeroepen aan twee derstelling pleiten het doorlopen van de verkave­ ontginningen langs de noordoever van de Lek. ling van de Nesse ten zuiden en ten noorden van Ten westen van de Zevender was dit de ontgin­ de weg en de hoogteligging van het gedeelte van ning Bergambacht/Bovenberg, ten oosten de het tracé onmiddellijk ten westen van de kerk van ontginning Willige-Langerak. De oostelijke be­ Willige-Langerak. De kruin van dat weggedeelte grenzing van Bovenberg werd in eerste instantie ligt namelijk op nagenoeg dezelfde hoogte als het gevormd door een zijkade, waarvan het noorde­ omliggende land (0,4 m -N. A. R). Een oude kade lijke gedeelte terug te vinden is in de huidige Op- ter plaatse kan echter zijn afgegraven. De belang­ weg. De oudste begrenzing van Willige- rijkste overweging tegen een vroege doorgaande Langerak, eveneens een kade, vinden we terug in bedijking in de monding van de Zevender wordt de Populierenlaan bij de hervormde kerk van dan ook gevonden in het feit dat het gehele stads­ Willige-Langerak. Deze kade wordt in 1274 aan­ deel van Schoonhoven ten oosten van de Haven geduid als de Oude Sidewende. Genoemde ont­ ongeveer één meter extra moet zijn opgehoogd. ginningen zullen in de tweede helft van de 11e Deze ophoging doet vermoeden dat de huidige eeuw tot stand gekomen zijn. In dezelfde eeuw Lekdijk de eerste waterkering tussen Schoonho­ werd het Hofland aan de ontginning Bovenberg ven en Willige-Langerak is geweest, en tevens dat toegevoegd. Hiertoe werd een kade langs de Ze­ dit dijkvak eerst in de jaren twintig van de 14e 6 vender aangelegd, die aansloot op de kade - te­ eeuw tot stand is gekomen . vens ontginningsbasis - van het westelijke ge­ De Kerkweg in de ontginning Bovenberg kan deelte van , namelijk de ontginning Vijf- eveneens als een voorstedelijk wegtracé worden tienhoeven (Noordzevender). De kade langs de aangemerkt. Voor de ruimtelijke structuur van Zevender is voor een deel terug te vinden in de Schoonhoven is deze weg van belang geweest om­ Lange Weistraat. Ten westen van de sidewende dat hij de plaats bepaald heeft van de vesting­ van Willige-Langerak werd de Nesse ontgonnen. gracht aan de noordzijde van de stad (zie figuur De westelijke begrenzing van deze restontgin- 3)- ning werd gevormd door een zijkade met daar­ Wat betreft de afwatering van de verschillende langs een watergang3. Een nauwkeurige datering ontginningseenheden zal Willige-Langerak tot van de Nesse is niet te geven. Een aanleg in de 12e 1274 langs de 'Oude Sidewende' rechtstreeks op eeuw lijkt voor de hand te liggen, maar de eerste de Lek hebben afgewaterd7, de Nesse via de eer­ helft van de 13e eeuw is evenzeer mogelijk4. der genoemde sloot langs de westelijke zijkade 68 Schoonhoven opnieuw bezien

100 200 rn- afwateringsrichting 1111 • 11~ buiten waterkering '//// bebouwing langs kade (Lange Weistraat) afw. richting XI B-XII TTTTTTT oudste zijkaden

Figuur 2. Schoonhoven, stedelijke nederzetting omstreeks 1270.

69 Schoonhoven opnieuw bezien

van dit gebied. Het Hofland heeft steeds via de van de Haven ter hoogte van de Stenenbrug ge­ Vorne op de Vlist geloosd. Bergambacht, waar­ ven reden te veronderstellen dat aan de situatie onder Bovenberg viel, heeft tot het einde van de Haven-Dam-Oude Haven zoals die sedert de 16e 13e eeuw rechtstreeks op de Lek afgewaterd8. Het eeuw in kaart is gebracht een oudere situatie is is dus mogelijk dat Bovenberg, of een deel daar­ voorafgegaan. van, oorspronkelijk zijn overtollige water op de Een dergelijke situatie lijkt op een aannemelij­ Lek heeft gebracht via een watergang langs de ke wijze te reconstrueren indien we veronderstel­ Opweg. Indien dit het geval is geweest zal de sloot len dat de dam, die het rivierwater van het bin­ aan de westzijde van de Opweg een grotere nenwater scheidde in een oudere fase van de breedte hebben gehad dan de scheisloten tussen stadsontwikkeling, niet ter plaatse van de huidige de percelen. In figuur 1 is een dergelijke grotere Dam heeft gelegen, maar meer in de richting van breedte (1 tot 2 roeden) verondersteld met een de Lek. In figuur 2 is daarom aangenomen dat sluisje in de waterkering langs de Lek. ten tijde van de stadsvorming slechts het gedeelte Over de bebouwing in de voorstedelijke perio­ van de huidige Haven tussen de Stenenbrug en de is niets met zekerheid vast te stellen. In de hui­ de Visbrug als buitenhaven is aangelegd. Op re­ dige topografie is geen enkel spoor van een derge­ latief eenvoudige wijze kon in aansluiting hierop lijke bebouwing terug te vinden. Bebouwing een binnenhaven worden aangelegd door gebruik langs de Zevender aan de Lange Weistraat is in te maken, eventueel met verbreding, van de sloot de periode vóór de stadsvorming echter aanne­ langs de oude zijkade tot aan de Kerkweg. melijk. Het kasteel van Schoonhoven kan in Bij deze veronderstelde gang van zaken is de eerste aanleg uit het tweede of derde decennium nieuwe nederzetting geheel binnendijks aange­ van de 13e eeuw dateren. De juiste ligging van de­ legd. De huiserven aan de westzijde van de bin­ ze vestiging van het heerlijk gezag is niet meer nenhaven zullen dus op het maaiveld van het lan­ vast te stellen. delijk gebied zijn uitgezet. De binnendijkse lig­ ging van de nederzetting geeft een verklaring De stedelijke nederzetting (figuur 2) voor de afwijkende richting van de erfscheidin- gen. Het zal voor het uitzetten van de erven aan De oudste delen van de stedelijke nederzetting de westzijde van de binnenhaven de eenvoudigste kunnen gelokaliseerd worden aan weerszijden wijze van werken zijn geweest de richting van de van de Haven tussen de Stenenbrug en de Dam, Stadhuisstraat aan te houden. Tevens is het hier­ langs de westzijde van de Oude Haven en langs bij aannemelijk dat in eerste instantie geen erven de westzijde van de Koestraat ter hoogte van de zijn uitgezet tussen de Stenenbrug en de Visbrug kerk. De ligging van deze oudste kern binnen het (die er nog niet was!), maar daarentegen wel huidige stadscentrum valt af te leiden uit de meer landinwaarts langs de Koestraat. In de ge­ enigszins afwijkende richting van de percelen in geven reconstructie is geen plaats voor de Bo- de bouwblokken langs de genoemde gracht- en tersloot. Een gelijktijdig met de stadswording ge­ straatgedeelten. Deze percelen staan niet lood­ graven Botersloot zou alleen als vaarwater ge­ recht op de rooilijnen langs de Haven-Oude Ha­ functioneerd kunnen hebben indien de Opweg ven en de Koestraat, maar maken hiermee een ter hoogte van de Kerkweg was doorgraven. Dat scheve hoek. Deze afwijkende richting is in ver­ was evenwel niet mogelijk door een verschillende band te brengen met de richting van de Stad­ waterhuishouding aan beide zijden van de Op­ huisstraat, een onderdeel van de oude weg naar weg, enerzijds die van Bergambacht, anderzijds Willige-Langerak. De lokatie van het oudste ste­ die van het Hofland. delijke Schoonhoven gevoegd bij het eerder ge­ Het is niet meer vast te stellen hoeveel huiser­ constateerde samenvallen van de oude zijkade ven bij de aanleg van de stedelijke nederzetting van Bovenberg met de oostelijke Havenkade en Schoonhoven zijn uitgegeven. Waarschijnlijk wa­ gevoegd bij de waargenomen knik in de lengte-as ren het de vijf bouwblokken zoals aangegeven in

70 Schoonhoven opnieuw bezien

0 50 100 r '///. iiniii vermoedelijke stadswal 1 Oude Haven 4 Haven PW ffig.1 2 Dam lllllll 3 Stenenbrug

Figuur 3. Schoonhoven, stedelijke nederzetting omstreeks 1320.

71 Schoonhoven opnieuw bezien

figuur 2. Het blijft hierbij goed mogelijk dat de van de Haven 24 roeden lang geweest zijn, wel­ erven aan de Koestraat niet bij het oorspronkelij­ licht verdeeld in 6 erven van 4 roeden. ke plan hebben gehoord doch iets later zijn uitge­ geven. Het bouwblok ten noorden van de Stad­ De Dam en de Botersloot (figuur 3) huisstraat zal zich in noordelijke richting uit­ gestrekt hebben tot voorbij de huidige Lopi- De wens de buitenhaven te vergroten zal geleid kerstraat. Deze straat is pas in de 14e eeuw aange­ hebben tot het opwerpen van een nieuwe dam ter legd. In de 15e eeuw wordt het gedeelte van de plaatse van de huidige Dam. Hierdoor werd de Lopikerstraat dat uitkomt op de Dam nog aange­ aanlegmogelijkheid voor rivierschepen vrijwel duid met Nieuwstraat. Gezien de ligging van de verdubbeld. Het landinwaarts brengen van de bouwblokken moet reeds bij de aanleg van de ne­ waterkering moet een vrij ingrijpende operatie derzetting ruimte voor een kerkgebouw gereser­ zijn geweest. Langs de westzijde van de Haven veerd zijn. moest tussen de Stenenbrug en de Dam een kade Het is opvallend dat de afstand tussen de noor­ worden aangelegd. Ook de kade aan de oostzijde delijke gevelwand van de Appelstraat en de erf- van de Haven (deel van de oude zijkade) zal zijn scheiding van Haven 48 ca 30 m of 8 roeden be­ verhoogd. Het restant van de binnenhaven ten draagt en dat de afstand tussen de genoemde erf- noorden van de Dam werd sindsdien aangeduid scheiding en de rooilijn van de Kerkstraat ten met 'Oude Haven'. noorden van de kerk ca 150 m of 40 roeden meet. Om het gebruik van de nieuwe haven te stimu­ Het is daarom aantrekkelijk te veronderstellen leren zal voorts overwogen zijn de vaarverbin- dat bij het uitzetten van de eerste erven aan de ding met het achterland te verbeteren. Een der­ westzijde van de Haven een stramien van 4 roe­ gelijke verbetering was mogelijk door middel van den (ca 15 m) is gehanteerd. Dit stramien is even­ het graven van de Botersloot. Het is daarom eens terug te vinden aan de oostzijde van de Ha­ waarschijnlijk dat de Botersloot tegelijk met of ven. Het kan geen toeval zijn dat de breedte van kort na het vergroten van de Haven tot stand is de Lopikerstraat bij de Dam samen met het aan gekomen. Een verbinding tussen de Botersloot en de zuidzijde hiervan gelegen pand Haven 79 ca 15 de Haven was, het is reeds opgemerkt, slechts m meet en dat de afstand tussen de noordelijke mogelijk door middel van een doorgraving van gevelwand van de Lopikerstraat en die van de de Opweg, met de eerder vermelde moeilijkhe­ Stadhuisstraat ca 120 m bedraagt. Overigens den ten aanzien van de waterhuishouding. Deze blijkt de voorgevel van het stadhuis ook ca 15 m moeilijkheden kwamen te vervallen toen aan de breed te zijn. noordzijde van de stad een stadsbuitengracht Veel duidelijker dan in Schoonhoven komt de werd aangelegd (de Oude Singel). Door aan de maatvoering met een module van 4 roeden tot singel langs deze verdedigingsgracht de functie uiting in de stadsplattegrond van het aan de over­ van waterscheiding tussen het stadsgebied en het zijde van de Lek gelegen Nieuwpoort. Op het landelijk gebied van Bovenberg te geven, was het oudste kadastrale minuutplan van dit stadje ko­ mogelijk het gehele stadsgebied via het Hofland men aan de Binnenhaven verscheidene erven met op de Vlist te doen afwateren. In deze situatie kon een dergelijke breedte voor. Van Nieuwpoort we­ de Botersloot zonder extra voorzieningen in ver­ ten we met zekerheid dat erven met zo'n breedte binding gebracht worden met de (Oude) Haven. daadwerkelijk zijn uitgegeven9. Uit de kadastrale De aanleg van de Botersloot verbeterde daarbij minuut van Nieuwpoort blijkt eveneens dat de de afwatering van het stadsgebied op de Vlist module van 4 roeden ook voor het kerkelijk erf is aanmerkelijk. Naast een functie voor de scheep­ gebruikt. De breedte van dit erf zal 16 roeden be­ vaart zal de Botersloot dan ook een functie voor dragen hebben. Veronderstellend dat deze de afwatering van het stadsgebied vervuld heb­ breedte ook toegepast werd bij het kerkelijk erf in ben. Deze laatste functie zal mede in overweging Schoonhoven, zal het bouwblok aan de westzijde genomen zijn bij het besluit de Botersloot te

72 Schoonhoven opnieuw bezien

graven. ment in de stedelijke nederzetting, pas tegen het einde van de 13e eeuw aangelegd13. De datering Deze bewijsvoering uit het ongerijmde leidt er­ toe de vorming van Schoonhoven te plaatsen in De in de figuren 2 en 3 gereconstrueerde fasen in het derde kwart van de 13e eeuw. Een dergelijke de ruimtelijke ontwikkeling van Schoonhoven datering wordt zeer acceptabel, indien de wor­ zijn moeilijk nauwkeurig te dateren. De vorming dingsgeschiedenis van Schoonhoven wordt ver­ van de stedelijke nederzetting moet plaats gevon­ geleken met die van het naburige Nieuwpoort. den hebben vóór 1280; de afronding van het Reeds is gewezen op overeenkomsten in de maat­ oudste stadsdeel door een stadsbuitengracht na voering bij de aanleg van huiserven in beide stad­ 1300. In dat jaar verkreeg Schoonhoven vergun­ jes. Doch ook wat betreft de plattegrond vertonen ning zich te omvesten. De vermelding van de Schoonhoven en Nieuwpoort een grote gelijke­ plaatsaanduiding Schoonhoven in 1247 heeft mij nis: in beide nederzettingen een buitenhaven en er eerder toe gebracht het initiatief voor deze ste­ een tot binnenhaven vergraven sloot of water­ destichting toe te schrijven aan Jan van de Lede. gang met daarlangs aan beide zijden huiserven De vorming van Schoonhoven zou dan omstreeks en een kerkelijk erf. In Nieuwpoort kon het plan 1240 plaatsgevonden hebben. op de meest eenvoudige wijze tot uitvoering ge­ Een vergelijking met andere 'dam'steden bracht worden omdat de buitenhaven in de uiter­ maakt deze datering echter zeer onwaarschijn­ waarden aangelegd kon worden, in aansluiting lijk. Indien in het tweede kwart van de 13e eeuw al waterlopen zijn afgedamd, zoals de Schie of de Rotte, dan vond een stedelijke ontwikkeling nabij deze dammen eerst later plaats. Schiedam kwam tot ontwikkeling in de jaren zestig van de 13e eeuw, Rotterdam eerst tegen het einde van die eeuw10. Bij de damstad bij uitstek Amsterdam was de volgorde in de aanleg van de dam en be­ bouwing langs de rivieroevers omgekeerd. Be­ bouwing langs de Amstel is aantoonbaar in het begin van de 13e eeuw; de afdamming van de Amstel zal daarentegen niet voor het midden van de 13e eeuw tot stand gekomen zijn11. In Gouda zijn de afdamming van de Gouwe bij de Dubbele Buurt (Donkere Sluis) en de Haven tegelijk aan­ gelegd. Deze werken dateren echter uit de laatste decennia van de 13e eeuw12. Geen van de genoemde steden kan dus Jan van de Lede en de zijnen omstreeks 1240 tot voor­ beeld gediend hebben. Ook andere heerlijk- heidsstadjes in het westelijke rivierengebied ko­ men hiervoor niet in aanmerking. Alleen Mont- foort en Gorcum gaan terug tot de eerste helft van de 13e eeuw. Beide nederzettingen zijn in die tijd te karakteriseren als dijkdorpen. De vrij planma­ Afbeelding 2 Nieuwpoort detail op ware grootte van blad nr. 14 (Schoonhoven) van tige plattegrond van de 'stad' Montfoort is niet de kaart van de rivieren de Boven- ouder dan het eerste kwart van de 14e eeuw. In en Neder-Rijn, de Lek en de Nieuwe Gorcum werd de Lingehaven, het centrale ele­ Maas, 1836. 73 Schoonhoven opnieuw bezien

op een sluis in de Lekdijk ter plaatse van het hui­ Jan van de Lede. dige stadhuis. In Schoonhoven ontbrak dit voor­ Het verleggen van de dam in de Haven en het land door de ligging aan een buitenbocht van de graven van de Botersloot hebben na 1300 hun Lek. Daar moest de buitenhaven achter de beslag gekregen. In aanmerking genomen, da* bestaande waterkering worden aangelegd. Was omstreeks 1325 andere omvangrijke openbare het bij Nieuwpoort mogelijk het 'stadsplan' volle­ werken zijn uitgevoerd, namelijk de stadsuitbrei­ dig in te passen in de reeds bestaande ruimtelijke ding in oostelijke richting, zullen de eerder ge­ structuur, in Schoonhoven waren relatief ingrij­ noemde werkzaamheden hiervóór plaatsgevon­ pende aanpassingen nodig ter verwerkelijking den hebben. Bij een keuze tussen het eerste en van hetzelfde planningsprincipe. tweede decennium van de 14e eeuw heeft de peri­ Daar het uit overwegingen van ruimtelijke ode 1310-1320 de voorkeur. In 1310 werd immers planning moeilijk te aanvaarden is dat een 'ide­ Jan van Henegouwen met Schoonhoven beleend. aal' plan ontworpen is met een 'kreupel' plan als Naast Schoonhoven bezat Jan van Henegouwen voorbeeld, zal de planvorming voor Schoonho­ veel andere goederen in Holland en Zeeland, ven niet eerder tot stand zijn gekomen dan die waaronder het in 1308 verworven Gouda. Getui­ voor Nieuwpoort, hoogstens gelijktijdig. De aan­ ge de oostelijke stadsuitleg en de ontwikkeling leg van Nieuwpoort heeft plaatsgevonden tussen van de stad in de richting van de Lek die onder ca 1255 en ca 1275. Stedestichters waren Herba- zijn gezag tot stand zijn gekomen is het verleide­ ren van Arkel, heer van Bergambacht en Lies­ lijk ook de reconstructie van de Haven en de aan­ veld, en Wouter van Langerak, die ook het gezag legvan de Botersloot aan hem toe te schrijven. De uitoefende in Willige-Langerak14. Beide edellie­ aanleiding hiertoe kan de ontwikkeling van Gou­ den waren dus 'buren' van de toenmalige heren da geweest zijn, nadat daar in de laatste decennia van Schoonhoven. Allen waren bovendien - al van de 13e eeuw een haven was aangelegd met dan niet aangetrouwd - familie van elkaar15. voor die tijd forse afmetingen. Met het verbete­ Genoemde relaties versterken de veronderstel­ ren van de infrastructuur ten behoeve van het ling dat de planvorming voor Schoonhoven en verkeer te water zal Jan van Henegouwen de con­ Nieuwpoort vrijwel gelijktijdig tot stand is geko­ currerende positie van Schoonhoven ten opzichte men, in kameraadschap of in onderlinge naijver. van andere in opkomst zijnde riviersteden heb­ Een datering van Schoonhoven tussen ca 1255 en ben willen verstevigen. ca 1275 betekent dat niet Jan van de Lede, maar diens zoon Hugo Botter van de Lede - die tus­ Deze nieuwe kijk op de oudste geschiedenis van sen 1255 en 1258 zijn vader opvolgde als heer van Schoonhoven bevat veel hypothetische elemen­ Schoonhoven - het initiatief tot de vorming van ten. Zeker is echter dat er in de beschouwde peri­ het stedelijke Schoonhoven moet hebben geno­ ode veel meer aan de hand is geweest dan de men. Deze datering houdt tevens in dat de ver­ oudste stadsplattegronden doen vermoeden; een melding van Schoonhoven in 1247 betrekking constatering die niet alleen voor Schoonhoven heeft op het voorstedelijke Schoonhoven, meer in opgaat maar voor het merendeel van onze steden. het bijzonder de kern daarvan: het kasteel van

Verwijzingen en aanvullingen

1. J. C. Visser, Schoonhoven, De ruimtelijke ontwikke­ wordt in algemene zin verwezen naar de hoofdstuk­ ling van een kleine stad in het rivierengebied gedu­ ken II en III van 'Schoonhoven', waarin de voorge­ rende de Middeleeuwen, Assen 1964. De gegevens schiedenis van het stadsgebied en de ontwikkeling en conclusies, die ik in dit artikel aan mijn eerdere van de stedelijke nederzetting gedurende de 13e studie heb ontleend, zijn hier niet gedocumenteerd eeuw worden behandeld. of van nadere argumenten voorzien. Hiervoor 2. Dit onderzoek werd verricht in het kader van de 74 Schoonhoven opnieuw bezien

voorbereiding van Aflevering 5 - Schoonhoven en deze datering mag de afdamming van de Amstel op Nieuwpoort - van de Historische Stedenatlas van zijn vroegst op ca 1250 gesteld worden. S.J. Focke­ Nederland onder red. van G. van Herwijnen, C. ma Andreae heeft in zijn korte schets van het mid­ van de Kieft, J. C. Visser en J. G. Wegner. deleeuwse Amsterdam in het eerste deel van Dui­ 3. Deze watergang staat aangegeven op de stadsplat­ zend jaar bouwen (Amsterdam 1948, pp. 59-60) de tegrond van Jacob van Deventer (ca 1560) en de op­ dam gedateerd op 'ca 1270'. meting die Pieter Sluyter in 1552 vervaardigde van 12. De oudste ontwikkeling van Gouda is niet erg dui­ het Hofland (ARA, V. T. H. nr. 2436). delijk. S.J. Fockema Andreae stelt m. i. terecht de 4. De in de Nesse gelegen kerk van Willige-Langerak vorming van het stedelijke Gouda in het begin van wordt voorde eerste maal vermeld in 1272 (OSU nr. de jaren tachtig van de 13e eeuw. Hij noemt hierbij 1825). Los van deze datering is een verband in de het stadsrecht van 1272 'apocrief (Duizend jaar tijd tussen de ontginning van de Nesse en de stich­ bouwen, deel I, p. 55). Deze kwalificatie spreekt mij ting van de kerk niet noodzakelijk: de kerk kan op aan. De poging van J. E.J. Geselschap (zie zijn bij­ een terpje gebouwd zijn voordat de Nesse door een drage 'De opkomst van Gouda' in: Gouda zeven kade van het Lekwater werd afgesloten. eeuwen stad, Gouda 1972) deze uit een vidimus van 5. Zie figuur 1, p. 54 in 'Schoonhoven'. 1335 bekende akte handen en voeten te geven is 6. Dr. P. A. Henderikx te Amsterdam wees mij op de­ m. i. niet geslaagd. De stadswording zal dus later ze mogelijkheid. dan 1272 gesteld moeten worden. Het is voorts mo­ 7. Hierop wijst de oorkonde van 27 mei 1274 (OSU nr. gelijk dat de aanleg van de haven en de uitgifte van 1867) waarin de gemeenschappelijke bedijking en huiserven hierlangs eerst tegen het einde van de 13e afwatering van Willige-Langerak, en eeuw hebben plaatsgevonden. Het voor de 13e Zuid-Zevender werd geregeld. Wanneer het water eeuw vrij hoge bedrag van ca 15 penningen per roe­ in de toen gevormde polder een bepaald peil over­ de, dat voor de erven langs de Westhaven en de schreed, moest het water worden geleid naar de Oosthaven aan hofstedehuur moest worden opge­ Oude Sidewende. bracht, kan hierop wijzen. 8.L.F. Teixeira de Mattos, De , 13. Vergelijk H. F. van Peer, Van Gorcums ontstaan tot 's-Gravenhage 1927, p. 705. Gorcums sanering, Gorinchem 1962, p. 14, in na­ 9. Vriendelijke mededeling van dr. P. A. Henderikx te volging van W. A. van der Donk, Gorcumse Oud­ Amsterdam. heden VII, De oudste berichten over de Gorcumse 10. Volgens vriendelijke mededeling van de heer C. Haven, Gorinchem 1955. Hoek te Rotterdam zal zowel de Schie bij Schiedam 14. Genoemde lokale machthebbers worden als zoda­ als de Rotte in de jaren veertig van de 13e eeuw zijn nig vermeld in het stadsrecht van Nieuwpoort van Tafgedamd. 28 april 1283 (J. de Fremery, Supplement op het 11. Jan Baart, De ontstaansgeschiedenis van de stad oorkondenboek van Holland en Zeeland, nr. 220). Amsterdam. In: Van stadskern tot stadsgewest, Ten aanzien van het ontstaan van Nieuwpoort in de Amsterdam 1984, p. 22. De auteur acht het moge­ periode ca 1255-ca 1275: bij een grensbeschrijving lijk dat reeds in het begin van de 13e eeuw een door­ van het gerecht Langerak in 1253 wordt op geen en­ gaande bedijking met een dam in de Amstel aanwe­ kele wijze op de aanwezigheid van Nieuwpoort ge­ zig was. Hij verwijst hierbij naar de opvatting van doeld (Ob. H. Z. uitg. Kruisheer, deel II, nr. 990, S.J. Fockema Andreae, dat een in 1226 vermelde 1253, 26 dec.); in 1277 blijkt Gijsbrecht van Lange­ Wendeldijk in verband te brengen is met de rak diens vader Wouter als heer van Langerak te Spaarndam en de Spaarndammerdijk. Deze opvat­ zijn opgevolgd (Ob. H. Z. uitg. v. d. Bergh, deel II, ting is afdoende weerlegd door H. van der Linden nr. 331, 1277, 31 maart). in diens bijdrage 'Rijnland-oorsprong en oudste 15. Wouter van Langerak was gehuwd met een dochter ontwikkeling van een streekwaterschap' (in: Ge­ van Herbaren van Arkel; de laatste was een neef plaatst in de tijd, Amsterdam 1984, pp. 301 e. v.). van Hugo Botter van de Lede. Zie P. G. F. Vermast, Volgens Van der Linden zijn de Spaarndam en de De heeren van Goye, 's-Gravenhage 1949-1951, p. doorgaande waterkering tot aan de Amstel niet veel 221 (overdruk uit De Ned. Leeuw) en J. W. Groes- ouder dan 1253, het jaar waarin de Spaarndam beek, De Heren van Arkel, De Ned. Leeuw 1954, voor de eerste maal vermeld wordt. Uitgaande van bijgevoegde overzichtstabel.

75