INVENTARIS

van het archief van HET BESTUURVAN DE VOORZEVENDEREN DE LOPIKERVOORWETERING,

(1803) 1807-1953

i. TjNki .(*:«>i ; 11'.i. rrM i a m M II l ^fesRHC\ V- tf' DE5TJCHT5E W.R.C.Alkemade RijnstreekenLopikerwaard RljNLANDEN 2016

■-,;■.

BESTUUR VOORZEVENDEREN LOPIKER VOORWETERING 3

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING Voorgeschiedenis 5 Het "bestuur"van de Voorzevender en Lopiker Voorweterinq en ziin taken 6 Het archief en de inventarisatie 7

INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN HET BESTUUR VAN DE VOORZEVENDER EN DE LOPIKER VOORWETERING (1803) 1807-1953

STUKKEN VAN ALGEMENE AARD 9

STUKKEN BETREFFENDEAFZONDERLIJKE ONDERWERPEN

Organisatie en bestuur 9 Financiën 9 Taakuitvoering Toezicht op de verplichtingen van de gemeente op grond van het in 1806 gesloten contract 10 Waterstand 11 Onderhoud van de wetering 11 Vergunningverlening 11

4

BESTUURVOORZEVENDERENLOPIKERVOORWETERING

INLEIDING

Voorgeschiedenis De Lopikerweteringheeft een lengte van circa dertien kilometer. Hij begint ten westen van het Lopikerverlaatbij de Uitweg, heette tôt aan de westgrens van het waterschap de Lopiker Voorwetering of Lopikervaart en daarna de Voorzevender. De Voorzevender eindigt in de stadsgracht van Schoonhoven. Het stadswater van Schoonhoven ligt dus gemeenschappelijk met het water van de Voorzevender en Lopikerwetering, maar viel onder het beheervan het stadsbestuur. De Lopikerweteringen de Voorzevender zijn, net als de Enge IJssel, deels oorspronkelijke veenstromen en stonden bekend onder de naam "Lobeke". Misschien al in de elfde eeuw werd het overtollig water uit de oudste ontginningen in Lopik en Jaarsveld naar de Lopikerwetering afgevoerd. Later gingen ook andere polders, zoals , ,Zuid-Zevender en Noord-Zevenderop of via de Lopikerweteringafwateren. De Lopikerweteringen in het verlengde ervan de Enge IJssel waren toen nog belangrijke vaarroutes. De scheepvaart van Schoonhoven naar IJsselstein via de Lopikerwetering werd echter belemmerd,onder andere door de aanwezigheidvan de dam bij Uitweg; schepen moesten met een overtoom over die dam heen getild worden. In 1628 sloten het stadsbestuur van Schoonhovenen het Kapittel van Sinte Marie als heer van Lopik een overeenkomst tôt het verdiepen en verruimen van de wetering en het vervangen van de dammen door een sluis op de plaats van de Uitwegse dam. Er werd eveneens bepalingen vastgesteld over de schouw van de wetering (door het bestuur van Lopik werd in 1636 een schouwbrief vastgesteld) en de bediening van de sluis te Schoonhoven. Deze sluis diende om wateroverlast door Lekwater, via de stadsgracht van Schoonhoven,in de wetering te voorkomen. Dit bleef allemaal redelijk functioneren tôt halverwege de achttiende eeuw. Er kwamen toen veel klachten van polderbesturen, maar ook van schippers en aanwonenden over de vaak te hoge waterstand in de Lopikerwetering.In 1803 kwam het eindelijk tôt verbetering in de situatie. Op 10 januari sloten het stadsbestuur van Schoonhoven enerzijds en vertegenwoordigers van de gerechten Lopik, Willige Langerak, Cabauw, Zevender en Jaarsveld een overeenkomst, voorlopig voor twee jaar, met betrekking tôt de Lopikerwetering.Schoonhoven zou verschillende maatregelentreffen om het water van de wetering niet te overbelasten met stadswater. Indien het water van de Lopikerwetering boven het vastgestelde peil van 60 duim steeg moesten de sluizen en heulen in Schoonhoven , die het Lekwater binnenlieten, afgesloten worden door het stadsbestuur. De polderbesturenverbonden zich om gezamenlijk de wetering tussen het Lopiker verlaat en de stadsgracht op de juiste diepte te houden. Er zou een schouwreglement komen op grond waarvan vertegenwoordigersvan stad en polders de schouw zouden voeren. In mei 1803 werd de wetering zoals afgesproken voor rekening van de polders op juiste diepte gebracht. Schoonhoven bleef echter in gebreke bij de uitvoeringvan zijn verplichtingen Na enkele juridische stappen besloot de stad zich vervolgens neer te leggen bij een nieuwe overeenkomst.Op 28 december 1806 werd die gesloten, waarbij de verplichtingen van de stad nog duidelijker werden vastgelegd en er ook sancties werden gesteld op het niet naleven ervan. Het nieuwe akkoord voorzag o.a. in: - Vaststelling van een peil voor de Lopikerwetering

Voor deze inleiding is, behalve van het archief, gebruik gemaakt van: Uyl,W.F.J. den, De II: de waterschappen(, 1963), pp. 66-86.

- Onderhoud van de sluis in de Visbrug, een schut in de Dam en heulen in de Havensloot en Zevender door het stadsbestuur. - Afsluiting van de sluizen, schutten en heulen door het stadsbestuur indien het water in de Lopikerweteringte hoog werd (om Lekwatertegen te houden). - Bediening van de sluis door een betrouwbare sluiswachter voor rekening en in -- diënrsLvamîde^stad,,„ - - Conflicten werden voorgelegd aan drie arbiters met bindend advies - Indien de stad de sluizen en schutten niet tijdig sloot in overeenstemmingmet het akkoord mochten de polderbesturendat laten doen op kosten van Schoonhoven - De polderbesturen bleven gehouden de Lopikerweteringtussen het Lopikerverlaat en de stadsgracht op diepte te houden - Twee keer per jaar, in juli en oktober, schouw van de wetering, sluis, heulen en schut door vertegenwoordigersvan stad en gerechten Het stadsbestuur van Schoonhoven legde zich overigens niet van harte neer bij het akkoord en probeerde, waar het kon, te saboteren. In 1824 tenslotte werd de overeenkomst nogmaals bevestigd, omdat het schut in de Dam vervangen moestworden.

Het "bestuur" van de Voorzevender en LopikerVoorwetering en zijn taken Op 20 maart 1807 vergaderden vertegenwoordigers van de polders onder Lopik, Jaarsveld, Willige Langerak, Cabauw en Zevender in het rechthuis van Lopik.Ze stemden in met het akkoord, waaraan vooral door Warnardus Verhagen, drost van Jaarsveld, namens de polders veel was bijgedragen. Ze verdeelden de kosten van rechtsprocedures (waarvan Schoonhoven 1300 gulden betaalde) onder elkaar en besloten tôt het doen maken van vier peilstenen: in het Lopikerverlaat,in de Fuikenbrug, in de brugvan Lopik en in de Zevenderse brug. Ook werd besloten om elk jaar in mei de Lopikerweteringen de Voorzevender te baggeren tôt de vereiste diepte. De schouw zou worden gevoerd in juli en oktober door vertegenwoordigers van de besturen. Gezamenlijk moesten ze ook controleren of Schoonhoven zich aan het gesloten akkoord zou houden. Stemmingen zouden per gerecht plaatsvinden, waarbij Lopik c.a. twee stemmen en de andere polders elk één stem hadden. Wijziging van de overeenkomst van 1806 was alleen mogelijk bij unanimiteit. Op basis van hetgeen in deze vergadering beslotenwerd is het beheer en onderhoudvan de huidige Lopikerwetering tôt 1954 gevoerd. Voor het beheer en onderhoud van de Lopiker Voorwetering en Voorzevender werd een bestuursorgaaningesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende polders, later waterschappen. Dit was het collège van gecommitteerden, in de wandeling "het bestuur" van de LopikerVoorwetering en Voorzevender genoemd. Het voorzitterschap rouleerde per jaar; de voorzitter van elk van de deelnemende waterschappen was eens per vijf jaar "tijdelijk voorzitter "_van het bestuur. De tijdelijke voorzitter was tevens secretaris en penningmeester; hij schreef de notulen en stelde de jaarrekening op. De uitgaven, voornamelijk schouwkosten en de kosten van het op diepte houden van de wetering, bedroegen gemiddeld honderd gulden perjaar en werden over de deelnemendewaterschappenomgeslagen. Het "bestuur" vergaderde aanvankelijk verschillende keren, maar vanaf circa 1890 één keer per jaar. Tôt 1890 gebeurde dat afwisselendin het rechthuis, later gemeentehuisvan Lopik en in een herberg te Schoonhoven; na 1890 waren de vergaderingen steeds in het gemeentehuis van Lopik. De verplichtingen van de polder Zevender werd later overgenomen door de waterschappen Noord-Zevender en Zuid-Zevender. De betrokken Jaarsvelder polders waren Graaf en Vijfhoeven, die in opgingen in het waterschap Batuwe c.a. De verplichtingen van Vijfhoeven, Cabauw en Zuid-Zevender gingen in 1927 over naar het nieuwe waterschap Willige Langerak c.a.

BESTUURVOORZEVENDERENLOPIKERVOORWETERING 7

De overeenkomst uit 1807 bleef fungeren tôt de oprichting van het waterschap Enge IJssel en Lopikerweteringper 1januari 1954. Met ingang van die datum werd de Lopikerwetering ook als vaarwater buiten gebruik gesteld.

Het archief en de inventarisatie Het jaarlijks roulerend secretariaat had begrijpelijkerwijs consequenties voor de archiefzorg. Omdat de voorzitters, tevens secretaris, zich vooral als voorzitter van hun eigen waterschap en minder als "tijdelijk voorzitter" van het bestuur van de Voorzevender en Lopiker Voorwetering beschouwden is veel van de correspondentie, die hij in laatstgenoemde hoedanigheid voerde, in de verschillende waterschapsarchieven terecht gekomen. De voorzitter van het waterschap Lopik c.a., de primus inter pares van de bij de wetering betrokken waterschappen, hield de notulen en rekeningen onder zich. Uit het archief van dat waterschap is waarschijnlijk het archief, dat tôt voor kort abusievelijk als het archief van het "waterschap Voorzevender en Lopiker Voorwetering" bekend stond, afgescheiden en in 1994 door H.A.R. Hovenkamp voorlopig beschreven. Bij de inventarisatievan de archieven van de andere bij de wetering betrokkenwaterschappen is echter een groot aantal stukken, duidelijk behorend tôt het archief van het bestuur van de Lopikerwetering, aangetroffen. Zo werden de stukken over de oprichting van het bestuur aangetroffen in het archief van het waterschap Willige Langerak c.a. en veel stukken over de overeenkomsten met de stad Schoonhovenaan het begin van de negentiendeeeuw in het archief van het waterschap Batuwe c.a. Het hierna beschreven archief is dus de samenvoeging van stukken, afkomstig uit de diverse waterschapsarchieven, waarvan door adressering, ondertekening of context onmiskenbaar is vast te stellen, dat ze ontvangen of opgemaakt zijn door of namens het bestuur van de Lopikerweteringbij de uitvoering van zijn taken. Dit laat onverlet dat er ook in de afzonderlijke waterschapsarchieven nog documenten te vinden zijn, gevormd door de besturen van die waterschappen vanuit hun afzonderlijke betrokkenheid bij het beheer en onderhoudvan de wetering. Het archief heeft een omvang van 0,375 meter en is in goede materiële staat. Het staat bij het Regionaal Historisch Centrum bekend onder archiefnummer H057.

Inleidina

I.f- ■ ■ "?î *: ' '• i ■# •

_

BESTUUR VOORZEVENDEREN LOPIKER VOORWETERING

INVENTARIS VAN HETARCHIEF VAN HET BESTUUR VAN DE VOORZEVENDEREN LOPIKER VOORWETERING, (1803) 1807-1953

STUKKEN VAN ALGEMENE AARD

1-2. Notulen van de vergaderingenvan de gecommitteerden, 1807-1953. 2 delen

1. 1806-1904; 2. 1905-1953.

3. Notulen van de vergaderingenvan de gecommitteerden,afschriften, 1807-1814. 1 deel

4. Klad-notulenvan de vergaderingenvan de gecommitteerden, 1812 en 1832. 1 omslag

STUKKEN BETREFFENDE AFZONDERLIJKE ONDERWERPEN

Orqanisatie en bestuur

5. Notulen van de vergadering van gecommitteerden van de besturen van de polders onder Lopik, Willige Langerak, Cabauw, Zevender en Jaarsveld, tôt regeling van het gezamenlijk beheer en onderhoud van de Voorzevender en LopikerVoorwetering,authentiek afschrift, 1807. 1 katern

6. Register, houdende afschriften van de notulen van de vergadering van gecommitteerden van de polders onder Lopik, Willige Langerak, Cabauw, Zevender en Jaarsveldtôt regelingvan het gezamenlijk beheer en onderhoud van de Voorzevenderen LopikerVoorwetering, 1807, van het verslag van de meting van de waterpeilen op de vier peilstenen, 1808, van de akte van overeenkomst met de stad Schoonhoven betreffende de waterstand, 1806, en de akte tôt wijziging daarvan, 1824, gedrukt, [1824], 1 katern

7. Stukken betreffende de verlenging van het tijdelijk voorzitterschap van de voorzitter van hetwaterschap Lopik c.a. met een half jaar, 1862. 1 omslag

Financiën

8. Rekeningen,deelsintweevoud, 1814-1817,1819,1822-1830,1832-1900,1902-1940en1952. 1pak

9. Bijlagen bij de rekeningen, 1810, 1814, 1817, 1819, 1822-1830, 1833-1840, 1842-1843, 1845-1847 en 1849-1850. 1 pak

10 Inventaris

Taakuitvoerinq

Toezicht op de verplichtingenvan de gemeente Schoonhovenop grond van het in 1806 gesloten contract

10. Besluit van de vergadering van gecommitteerden van de besturen van de polders onder Lopik, Willige Làngerak, Cabauw, Zevender en Jaarsveld tôt vaststelling van een voorlopige overeenkomst met het stadsbestuur van Schoonhoven betreffende de waterstand in de Voorzevender en Lopiker Voorwetering, met afschriftvan de akte van overeenkomst, 1803. 2 stukken

11 . Akte van overeenkomst van gecommitteerden van de besturen van de polders onder Lopik, Willige Langerak, Cabauw, Zevender en Jaarsveld met het stadsbestuur van Schoonhoven betreffende de waterstand in de Voorzevender en LopikerVoorwetering, authentiek afschrift, met afschrift van het besluit tôt vaststelling, 1806. 2 stukken

12. Notariële akte van benoeming van mr P.l. de Fremerij te 's-Gravenhage ter vervanging van wijlen mr D. van Neck als arbiter in eventuelegeschillen naar aanleiding van de overeenkomst, gesloten met het stadsbestuur van Schoonhoven, inzake de waterstand in de wetering, 1815. 1 stuk

13 . Notariële akte van overeenkomst met het stadsbestuur van Schoonhoventôt wijziging van het contract betreffende de waterstand in de Voorzevender en Lopiker Voorwetering uit 1806, 1824. 1 stuk

14. Brieven van het stadsbestuur van Schoonhoven betreffende een door hen gewenste wijziging van het contract uit 1806, 1833. 1 omslag

15. Stukken betreffende klachten over het niet aanbrengen van noodbalken in de buitensluis te Schoonhovenbij hogewaterstand in de Lek, 1852. 1 omslag

16. Brieven van de Hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat te Gorinchem betreffende de vervanging van de provinciale sluis te Schoonhovendoor een duiker en de benoemingvan een duikerwachter, 1»^^ ■- — ^ ' 1-nmelag

17. Instructie voor de veercommissaris-havenmeester van de gemeente Schoonhoven, met bepalingen betreffende het openen en sluiten van de sluizen in de stad, gedrukt afschrift, 1931. 1 stuk

18. Briefwisseling van voorzitter H. Doornbos met de redactie van het tijdschrift "Waterstaatsbelangen" betreffende de verplichtingen van de gemeente Schoonhoven met betrekkingtôt het peil van de wetering, 1937. 1 omslag 19. Briefwisseling met het gemeentebestuur van Schoonhoven betreffende de gewenste reparatie van de schutsluizenaidaar, 1937. 1 omslag

BESTUUR VOORZEVENDEREN LOPIKER VOORWETERING 11

Waterstand

20. Staat van verrichte peilingen naar de diepte van de wetering, ingedeeld op verhoefslaagden, 1833. 1 stuk

21. Staat van de doorvaarthoogten en -breedten van de bruggen in de wetering tussen het Lopikerverlaaten de Schele Brug bij Schoonhoven, 1834. 1 stuk

22. Brieven met klachten over waterstand in de wetering van het bestuur van de polders onder Jaarsveld, 1845, en het gemeentebestuur van Schoonhoven, 1883en 1888. 3 stukken

23. Verslagen van peilingen van de diepte van de wetering met het oog op vervangingvan de peilmerken, 1855-1857. 3 stukken

24. Brief van voorzitter S. Cambier van Nooten aan de Officier van Justifie van Rotterdam met betrekking tôt het al dan niet gevestigde recht van het waterschap Batuwe c.a. om de Vogelzangsekade te doorsteken in geval van hoogwater in dat waterschap, afschrift, 1883. 1 stuk

25. Advies [van L.A. van der Voort, kameraar van het Hoogheemraadschapvan de Lekdijk Benedendams] betreffende het beheer van het peil in de wetering en de daartoe te nemen maatregelen, met stukken betreffende de voorbereidingervan, 1892. 2 stukken

Onderhoudvan de wetering

26. Stukken betreffende de voorbereiding en aanbesteding van het uitdiepen en het schoonmakenvan de wetering, 1811-1940. 1 omslag

27. Advies van de Gezondheidscommissiete Wijk bij Duurstede betreffende het tijdstip, waarop de wetering jaarlijks wordt schoongemaakt, 1906. 1 stuk

Vergunningverlening

28. Stukken betreffende de verlening van vergunning van kabels door de wetering aan de PUEM, 1930, en aan de Commandant van het Regiment Genietroepente Utrecht, 1938. 1 omslag

S»-: