Daniel Sepec Viool Tabea Zimmermann Altviool Jean-Guihen Queyras Cello
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Daniel Sepec viool Tabea Zimmermann altviool Jean-Guihen Queyras cello vr 6 mrt 2020 / Grote podia / Blauwe zaal 20 uur / pauze ca. 20.45 uur / einde ca. 21.55 uur inleiding Klaas Coulembier / 19.15 uur / Blauwe foyer 2019-2020 Beethoven integrale Isabelle Faust viool Alexander Melnikov piano do 28 nov 2019 Isabelle Faust viool Jean-Guihen Queyras cello Alexander Melnikov piano do 9 jan 2020 Novus String Quartet vr 24 jan 2020 Daniel Sepec viool Tabea Zimmermann altviool Jean-Guihen Queyras cello vr 6 mrt 2020 Alexander Melnikov piano Teunis van der Zwart hoorn Marcel Ponseele hobo Lorenzo Coppola klarinet Javier Zafra fagot za 7 mrt 2020 Quatuor Van Kuijk do 19 mrt 2020 Calidore String Quartet wo 27 mei 2020 teksten programmaboekje Klaas coördinatie programmaboekje deSingel Daniel Sepec viool Coulembier D/2020/5.497/027 Tabea Zimmermann altviool Jean-Guihen Queyras cello Ludwig van Beethoven (1770-1827) Strijktrio in Es, opus 3 42’ Allegro con brio Andante Menuetto: Allegretto Adagio Menuetto: Moderato Finale: Allegro pauze Strijktrio in D, opus 9 nr 2 25’ Allegretto Andante quasi Allegretto Menuetto: Allegro Rondo: Allegro Strijktrio in c, opus 9 nr 3 25’ Allegro con spirito Adagio con espressione Scherzo: Allegro molto e vivace Finale: Presto Gelieve uw GSM uit te schakelen Concertvleugels Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de De inleidingen kan u achteraf beluisteren via concertvleugels van deSingel desingel.be Moreau Pianoservice / Kapucinessenstraat 32 / 2000 Selecteer hiervoor voorstelling / concert / Antwerpen / +32 (0)486 83 63 98 tentoonstelling van uw keuze. moreau-pianoservice.be Muziek voor drie solisten Ludwig van Beethoven drukte zijn stempel op vele muzika- le genres. Hij voltooide een ongeziene collectie pianoso- nates, van de klassiek-elegante en transparante Eerste Sonate opus 2 nr 1 tot en met de complexe en unieke 32ste Sonate opus 111. De symfonie zou nooit meer hetzelfde zijn na de stappen die Beethoven zette in zijn late symfonieën. En ook het strijkkwartet groeide via de pen van Beethoven uit tot een grootschalige muziekvorm die het uiterste vraagt van uitvoerders en publiek. Elk van deze verwezenlijkingen kwam natuurlijk niet uit de lucht gevallen. Beethoven leerde de stiel van andere componisten - onder andere Joseph Haydn - bouwde aan zijn carrière, en creëerde vaak zelf opportuniteiten om zich te manifesteren als muzikant en componist. Voorafgaand aan de strijkkwartetten, liet de jonge Beethoven zich al opmerken in Wenen met een aantal strijktrio’s die kwalitatief zeker niet moeten onder- doen voor het latere werk. Eens hij de smaak van het strijkkwartet te pakken had, componeerde Beethoven geen strijktrio’s meer. Dat betekent echter niet dat deze werken prematuur of onvolle- dig zouden zijn. De keuze voor het strijkkwartet in de Graaf Johann Browne-Camus. Gravure van J.G. Mansfeld komende jaren was eerder een algemene trend. Het klassieke strijktrio dat bij Mozart en Haydn tot volle was- dom was gekomen zou doorheen de 19de eeuw aan populariteit inboeten. Aan het begin van de 20ste eeuw zouden componisten zoals Paul Hindemith, Arnold Schönberg en Anton Webern het genre herontdekken, vooral gecharmeerd door de transparantie van de bezetting. De combinatie van viool, altviool en cello zorgt ervoor dat elk van de drie instrumenten belangrijk is. Strijktrio’s uit de klassieke periode zijn dan ook heel anders dan de laat- barokke composities waarin meestal twee violen gecombi- neerd worden met een cello. Omdat elk van de drie instrumenten er alleen voor staat en dus solist is, werden dit soort trio’s vaak benoemd als concertante trio’s. Strijktrio in Es, opus 3 Beethovens Eerste Strijktrio sluit met zijn zes delen nog aan bij de klassieke traditie van de divertimento’s. Het meest voor de hand liggende model is Mozarts Violist Ignaz Schuppanzigh. Lithografie van B. Schrötter © Gesellschaft der Musikfreunde Wien 6 7 Divertimento voor strijktrio KV563. Niet alleen staan beide slecht voor een componist aan het begin van zijn carrière. werken in dezelfde toonaard, ook de opeenvolging van de Deze trio’s stellen hoge eisen aan de uitvoerders, en dat delen is identiek. Na een snel eerste en een langzaam heeft alles te maken met de muzikanten voor wie tweede deel volgt een eerste menuet. Zowel Mozart als Beethoven de muziek bedacht. Niemand minder dan Beethoven gaan verder met nog een langzaam deel en nog sterviolist Ignaz Schuppanzigh nam de vioolpartij voor zijn een menuet, vooraleer ze het afsluitende Allegro aanvatten. rekening, bijgestaan door twee collega’s van zijn eigen Met deze vormelijke overeenkomsten houdt de gelijkenis strijkkwartet. Nog meer dan in het eerste trio wordt elk van echter ook meteen op, want muzikaal tappen beide de drie muzikanten evenveel uitgedaagd om zowel de rol componisten uit een ander vaatje. van begeleider als van solist op zich te nemen. Beethoven componeerde dit trio in 1795, tijdens zijn De Trio’s opus 9 zijn opgedragen aan Graaf Johann beginperiode in het bruisende Wenen. Hij was toen al bij Browne-Camus, een generaal van het Russische leger die Haydn in de leer gegaan, maar deze compositie schreef hij in Wenen woonde en zich als één van de eersten had op eigen houtje. De openingsmaten van het werk roepen al ingeschreven op de publicatie van Beethovens Pianotrio’s meteen een zekere suspens op, die niet meer losgelaten opus 1. Beethoven droeg heel veel verschillende composi- wordt tot het galante tweede deel begint, in een gematigd ties op aan deze graaf en zijn echtgenote, wat aangeeft dat tempo. In het eerste menuet maken we kennis met ze niet alleen gulle patroons waren voor Beethoven, maar Beethovens bijzondere omgang met het ritme. De onderlig- ook een oprechte liefde voor muziek koesterden. gende driekwartsmaat die van het menuet normaal een Beethovens voormalige leraar, Johann Albrechtsberger (die edele dans maakt, wordt hier verstoord door onverwachte zelf ook een tiental strijktrio’s componeerde), was zo rusten en atypische accenten. Nu komt het eigenlijke enthousiast over dit trio dat hij er een bewerking van langzame deel, waarin de rustig deinende begeleiding het maakte voor orkest, die ook werd uitgevoerd ten huize fundament vormt voor enkele lyrische melodieën, nu eens Browne. in de viool, dan weer bij altviool en cello. Het menuet dat In beide trio’s zien we hoe Beethoven keuzes maakt in functie hierop volgt, beantwoordt meer aan de verwachtingen van van de instrumenten. Zo koos hij de toonaard van re groot in het genre. Hier geen abrupte pauzes, maar een keurige opus 9 nr 2, een toonaard die comfortabel speelt, vooral op dans waarin elk instrument aan bod komt. Ook in het viool. Het derde strijktrio is gecomponeerd in do klein, en in afsluitende Allegro maakt Beethoven er een erg concertant het begin van de compositie introduceert Beethoven een gebeuren van met snedige afwisselingen tussen de drie kernmotief dat regelmatig terugkeert. Dat motief landt op een solisten en een voortstuwende drive. lage sol, de laagste noot op de viool en dus een open snaar, met volle resonantie. De toonaard van do zorgt er ook voor dat de laagste snaar van de cello (de do-snaar) volop kan resone- ren op belangrijke rustpunten in het werk. Strijktrio’s opus 9, nrs 2 en 3 Hoewel deze twee trio’s dezelfde opbouw in vier delen Enkele jaren nadat Beethoven het Eerste Strijktrio had hebben, valt ook hier op hoe Beethoven bij elke compositie gecomponeerd, kwam hij naar buiten met zijn opus 9, een aan de weg vooruit timmert. In het nummer 3 maakt het verzameling van drie strijktrio’s in verschillende toonaar- klassieke menuet immers plaats voor een sneller en den. Wat meteen opvalt is de nieuwe benadering van de exuberanter scherzo, een tendens die we ook in vorm. Beethoven kiest hier voor een strakke vorm in vier Beethovens symfonieën terugvinden. Dit scherzo is heel bewegingen, wat ook de standaard was voor strijkkwartet- vinnig, met grote contrasten en een doorgedreven dialoog ten. Beethoven beschouwde dit als het beste wat hij tot tussen de drie strijkers. De muziek is wispelturig en lijkt dan toe had gemaakt, en dat was niet onterecht. Er was op voortdurend van toonaard te veranderen. De tegenstelling dat moment zoveel vraag naar zijn muziek dat hij in een met de rust en kalmte van de langzame beweging kan stevige onderhandelingspositie zat. Voor de drie trio’s van haast niet groter zijn. Dit scherzo draagt ontegensprekelijk opus 9 kreeg hij vijftig dukaten van de uitgever, wat onge- de stempel van hoe Beethoven verder als componist zou veer de waarde van een vleugelpiano was in die tijd. Niet evolueren. 9 Daniel Sepec Sepec zijn onder anderen Gerhard Daniel Sepec studeerde bij Dieter Schulz, Christian Tetzlaff, Alexej Vorholz aan de Musikhochschule van Lubimov, Thomas Riebl, Jaap ter Frankfurt am Main en bij Gerhard Linden en Andreas Staier. Als lid van Schulz aan de Universität für Musik het Arcanto Quartett maakte hij und Darstellende Kunst in Wenen. opnamen van kwartetten van Mozart, Aanvullend nam hij deel aan master- Schubert, Brahms, Debussy, Ravel, classes bij Sandor Végh en het Alban Bartók en Dutilleux. Sepec is de enige Berg Quartett. Op de internationale musicus die een cd opnam op een Mozart Wedstrijd in Salzburg in 1991 herontdekte viool die nog aan kreeg hij de Förderpreis der Mozart- Beethoven heeft toebehoord. Van Gesellschaft Wiesbaden. Sinds 1993 is 1993 tot 1996 leidde Sepec de viool- Daniel Sepec concertmeester bij de klas aan de Musikhochschule van Deutsche Kammerphilharmonie Frankfurt am Main. Van 2010 tot 2014 Bremen, waarmee hij ook regelmatig was hij verbonden aan de Hochschule solistisch optreedt onder leiding van für Musik in Basel. Sinds 2014 is hij dirigenten als Daniel Harding, Thomas professor aan de Musikhochschule Hengelbrock, Frans Brüggen en ook van Lübeck. onder zijn eigen leiding, zoals bijvoor- beeld op de cd-opnamen van de Tabea Zimmermann Vioolconcerti van Bach en de Vier De Duitse altvioliste Tabea Seizoenen van Vivaldi.