Cultuurhistorische Rapportage
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
CULTUURHISTORISCHE RAPPORTAGE Facetbestemmingsplan Maastrichts Planologisch Erfgoed April 2020 1 Inhoudsopgave CULTUURHISTORISCHE RAPPORTAGE 1 1 Toelichting 3 1.1 Inleiding en systematiek 3 1.2 Verantwoording 4 1.3 Rijksmonumenten 5 1.4 Gemeentelijke monumenten 5 2 Algemene richtlijnen 6 2.1 Algemene richtlijnen voor onderhoud, restauratie, wijziging en herbestemming van dominante en kenmerkende bouwwerken alsmede voor waardevolle cultuurhistorische elementen 6 2.2 Algemene richtlijnen voor onderhoud en wijzigingen van waardevolle groenelementen 8 2.3 Algemene richtlijnen voor onderhoud en wijzigingen in cultuurhistorische attentiegebieden en beschermde stadsgezichten 8 3 Ruimtelijke Karakteristiek 10 3.1 GEOLOGISCHE ONTSTAANSGESCHIEDENIS 10 3.2 MAASTRICHT CENTRAAL 11 3.3 ITTEREN EN BORGHAREN 14 3.4 BUITENGEBIED – SINT PIETERSBERG, JEKERDAL, CANNERBERG 17 3.5 DE HEEG, EYLDERGAARD & VROENDAAL 21 3.6 MAASTRICHT ZUIDOOST 25 4 Archeologie Lanakerveld 28 4.1 Inleiding 28 4.2 Gebiesbeschrijving 28 4.3 Werkwijze archeologisch (bureau)onderzoek 28 4.4 Maastrichts Planologisch Erfgoedregime 30 5 Inventarisatie en specifieke richtlijnen 31 5.1 Inventarisatie en specifieke richtlijnen dominante en kenmerkende bouwwerken 31 5.2 Inventarisatie en specifieke richtlijnen cultuurhistorische attentiegebieden 5.3 Inventarisatie en specifieke richtlijnen waardevolle cultuurhistorische elementen 2 1 Toelichting 1.1 Inleiding en systematiek Het voorliggende rapport vormt de onderlegger dat ten doel heeft het cultureel erfgoed, in de gebieden van de bestemmingsplannen, waar dit nog niet is gebeurd, goed gemotiveerd en gedocumenteerd, planologisch te beschermen (zie hiervoor de toelichting en de regels van dit bestemmingsplan) Het is van belang om rekening te houden met de wettelijke verplichtingen, zoals vermeld in de wet Ruimtelijke Ordening en zoals vastgesteld door jurisprudentie. De voornaamste bepaling hierbij is de verplichting om iedere beslissing of aanbeveling goed te motiveren. Om aan deze eisen te voldoen is het noodzakelijk gebleken om het onderzoek op te delen in een drietal onderleggers die respectievelijk inzoomen op macro-niveau, micro-niveau en ondergronds niveau. Dit resulteert in een onderbouwing in drie deelrapporten ruimtelijke karakteristiek, Inventarisatie, en Archeologie waarin de waarden en verwachtingen zijn beschreven. De juridische consequenties worden vervolgens in de planverbeelding vastgelegd. Macro-niveau De deelrapporten Ruimtelijke karakteristiek behandelen de bestemmingsplangebieden op stedenbouwkundig niveau. Hierin wordt een aantal thema’s behandeld (waaronder infrastructuur, groen, bebouwing, verkaveling) die samen het karakter van het bestemmingsplangebied bepalen. Ook de beeldkwaliteit is in kaart gebracht. De rapporten Ruimtelijke karakteristiek dienen ter motivering voor de planologische bescherming van de karakteristiek van de bestemmingsplangebieden. Daarnaast kunnen ze worden aangewend als instrument en inspiratiebron voor het beheer en de verdere ontwikkeling van de gebieden. Micro-niveau Het deelrapport Inventarisatie behandelt de in de regels van het bestemmingsplan opgenomen objecten. Het rapport dient als motivering voor de planologische bescherming van behoudenswaardige panden, complexen, objecten, structuren en groenelementen. Omdat niet alleen het pand, maar ook de directe omgeving van belang is ook deze bij het behoud van de specifieke karakteristiek meegenomen in de beschrijving. Door de toevoeging van zowel algemene als specifieke richtlijnen kan het deelrapport worden toegepast als instrument voor het beheer en de ontwikkeling op pand- of objectniveau en op structuurniveau. Het deelrapport Inventarisatie is met name van belang bij de beoordeling van de omgevingsvergunning met de activiteit bouwen, slopen en/of aanleggen en bij de ontwikkeling van bouwplannen. Ondergronds niveau De deelrapporten Archeologie hebben betrekking op het bodemarchief. Deze rapporten fungeren als motivering voor de planologische bescherming van de ondergrondse behoudenswaardigheden. De rapporten archeologie zijn, met uitzondering van het bestemmingsplan Lanakerveld, reeds opgenomen in de betreffende bestemmingsplannen en dienen te worden geraadpleegd bij beslissingen op stedenbouwkundig niveau, bij de behandeling van ontheffingsprocedures en projectbesluiten en bij de beoordeling van de omgevingsvergunning met de activiteit bouwen, slopen en/of aanleggen. 3 Van het Lanakerveld is in het vigerende bestemmingsplan slechts een klein deel opgenomen als archeologisch beschermd gebied. Onderzoek in 2007 heeft aangetoond dat dit gebied een rijk en gevarieerd bodemarchief kent en in het gehele Lanakerveld wordt middels dit bestemmingsplan het regime voor zone A van kracht. De motivatie voor deze aanwijzing is opgenomen in het deel Archeologie Lanakerveld van deze rapportage. Elk deelrapport moet worden beschouwd als een op zichzelf staand product en behelst enkele specifieke toepassingsmogelijkheden. Niettemin moeten deze drie types rapporten die samen het MPE inhoud geven, als één totaalonderzoek worden beschouwd. Vandaar dat ze als onderdeel van het bestemmingsplan in de inspraak worden gebracht en de bijbehorende procedures zullen doorlopen. 1.2 Verantwoording De gemeente Maastricht heeft in de afgelopen jaren de bestemmingsplannen geactualiseerd . Sinds 1 juli 2013 mogen bestemmingsplannen namelijk niet ouder zijn dan tien jaar. In een bestemmingsplan staat waar en waarvoor de grond en gebouwen in een gebied gebruikt mogen worden. Het Maastrichts Planologisch Erfgoed wordt sinds 2005 opgenomen in de bestemmingsplannen. In het merendeel van de nieuwe bestemmingsplannen is het Maastrichts Planologisch Erfgoed als een nieuw onderdeel opgenomen. Bij een klein deel van de geactualiseerde bestemmingsplannen is dit, met uitzondering van het archeologisch aspect van het MPE, nog niet gebeurd. Hierdoor is er een hiaat in de bescherming van het Maastrichts erfgoed, dat gerepareerd moet worden. De reparatie gebeurt door middel van het facetbestemmingsplan Maastrichts Planologisch Erfgoed. Hiermee wordt al het Maastrichts Erfgoed op de in Maastricht inmiddels gebruikelijke wijze beschermd. Het facetbestemmingsplan Maastrichts Planologisch Erfgoed betreft met name het cultureel erfgoed in de bestemmingsplannen: Maastricht Centraal; vastgesteld 27-04-2010; onherroepelijk 01-06-2010; Itteren-Borgharen vastgesteld 18-12-2012; onherroepelijk 01-01-2013; Buitengebied -Sint Pietersberg, Jekerdal, Cannerberg; vastgesteld 01-11-2011; onherroepelijk 13-02- 2013; De Heeg -Eyldergaard - Vroendaal; vastgesteld 24-04-2012; onherroepelijk 25-02-2013; Maastricht Zuidoost; vastgesteld 4-6-2013; onherroepelijk 18-06-2013. Lanakerveld; vastgesteld 28-05-2002; onherroepelijk 22-10-2003 Met de vaststelling van het bestemmingsplan Centrum, vastgesteld 21-05-2013; onherroepelijk 27-08-2014 is het gedeelte van het bestemmingsplan Maastricht Centraal in dit nieuwe bestemmingsplan opgenomen. Het betreft het gedeelte ten westen van het spoorcomplex, inclusief dit spoorcomplex. In het bestemmingsplan Centrum is echter verzuimd de panden Duitse Poort en Heugemerweg aan te wijzen als dominant bouwwerk. Met de vaststelling van het bestemmingsplan Heer-Scharn, vastgesteld 22-11-2011; onherroepelijk 19-12-2012 is een gedeelte van het bestemmingsplan Maastricht-Centraal in dit nieuwe bestemmingsplan opgenomen. Het betreft het gedeelte ten zuiden van de Scharnerweg. Een klein gedeelte aan de zuidrand (langs de van Akenweg) van het bestemmingsplan Lanakerveld wordt thans opgenomen in het bestemmingsplan Maastricht Noord-west, dat medio 2017 zal worden vastgesteld. 4 1.3 Rijksmonumenten Voor de rijksmonumenten in het plangebied wordt verwezen naar het Rijksmonumentregister dat te raadplegen is via https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl 1.4 Gemeentelijke monumenten De inventarisatie van het gemeentelijk erfgoed is in dit rapport, als een aparte bijlage “Inventarisatie” bijgevoegd aan het Facetbestemmingsplan Cultureel Erfgoed. 5 2 Algemene richtlijnen 2.1 Algemene richtlijnen voor onderhoud, restauratie, wijziging en herbestemming van dominante en kenmerkende bouwwerken alsmede voor waardevolle cultuurhistorische elementen De algemene uitgangspunten voor werkzaamheden aan cultuurhistorisch erfgoed zijn hieronder weergegeven. Of het nu een restauratie betreft, het aanpassen aan de huidige gebruikseisen of een herontwikkeling ten behoeve van toekomstig ander gebruik, de uitgangspunten welke hieronder staan beschreven moeten altijd een leidende rol spelen in het denkproces van omgang met cultureel erfgoed. Indien met gemotiveerde redenen voor vernieuwing en herontwikkeling wordt gekozen, dient dit eveneens te gebeuren vanuit deze cultuurhistorische randvoorwaarden. Behoud gaat voor vernieuwen Historische constructies, structuren en bouwmaterialen geven een pand belangrijke monumentale en historische waarde. Door de aanwezigheid hiervan is de geschiedenis en ontwikkeling van het monument afleesbaar. Vervangen of wijzigen van de bestaande constructies, structuren, materialen, details en indien van toepassing waardevolle interieuronderdelen kunnen ten koste van de bouw- en cultuurhistorische waarden gaan. De cultuurhistorische waarden dienen gerespecteerd te worden. Behoud door zorgvuldig ontwikkelen en vernieuwen Toevoegingen dienen tot stand te komen op, in of bij de minst kwetsbare plekken van het beschermde pand. Een eigentijds ontwerp heeft hierbij de voorkeur, waarbij moderne materialen mogelijk zijn, mits passend bij de bestaande textuur en het kleurengamma.