Caesar-Van-Everdingen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Caesar-Van-Everdingen CAESAR VAN EVERDINGEN CAESAR VAN fiEverdingen Caesar van Caesar SCHILDER MET EEN VLEIEND PENSEEL Caesar van Everdingen (1616/1617-1678) is de belangrijkste schilder die Alkmaar in de Gouden Eeuw voortbracht. Hij behoorde tot de selecte groep kunstenaars die in 1648-1652 een bijdrage mocht leveren aan het decoratieprogramma voor de Oranjezaal in Huis ten Bosch. Van Everdingen wordt beschouwd als een van de grote meesters van het Hollands classicisme – een stroming die teruggreep op de kunst van de klassieke oudheid en de Italiaanse renaissance. Hij schilderde indrukwekkende historiestukken en portretten in een verfijnde, gladde stijl en heldere kleuren. (1616/1617-1678) Kunstenaarsbiograaf Arnold Houbraken roemde hem aan het begin van de achttiende eeuw met recht om zijn ‘vleiend penseel’. www.uitgeverijwaanders.nl www.stedelijkmuseumalkmaar.nl fiInhoud 6 Woord vooraf 63 3 Lidewij de Koekkoek CAESAR VAN EVERDINGEN ALS PORTRETTIST 8 Dankbetuigingen Rudi Ekkart Christi M. Klinkert 76 UITGELICHT 4 13 1 Mutsen, hoeden en strikken in het werk CAESAR VAN EVERDINGEN, van Caesar van Everdingen DE CLASSICIST UIT ALKMAAR Sabine Craft-Giepmans Christi M. Klinkert 81 4 34 UITGELICHT 1 MATERIALEN EN TECHNIEKEN Allart van Everdingen (1621-1675), VAN EEN EIGENZINNIGE eerste schilder van het Scandinavische ‘NETTE’ SCHILDER landschap Caroline van der Elst Christi M. Klinkert 98 UITGELICHT 5 38 UITGELICHT 2 De Alkmaarse schutters poseren Caesar van Everdingen en in de Waag Jacob van Campen Caroline van der Elst Quentin Buvelot 104 UITGELICHT 6 43 2 Een unieke restauratie in de werkplaats CAESAR VAN EVERDINGEN EN van Caesar van Everdingen HET HOLLANDS CLASSICISME Caroline van der Elst Jeroen Giltaij 107 CATALOGUS 58 UITGELICHT 3 Caesar van Everdingen 199 Literatuur en de Oranjezaal Lidwien Speleers 205 Fotoverantwoording 208 Colofon fiMaterialen 4 en technieken 81 VAN EEN EIGENZINNIGE ‘NETTE’ SCHILDER Caroline van der Elst aesar van Everdingen wordt geroemd om van classicisten zoals Van Everdingen – de nadruk zijn schildervaardigheden, met name zijn op een open, schetsmatige manier van schilderen, C sublieme stofuitdrukking, heldere kleur- met een losse penseelstreek en het ‘boetseren’ gebruik en subtiele lichtwerking. De afgelopen met de verf. De Lairesse keurde dit sterk af en decennia werd een aanzienlijk aantal van zijn wer- adviseerde kunstenaars ‘gelyk en mals’ te schilde- ken gerestaureerd of uitvoerig technisch onder- ren, ‘evenwel niet op zijn Rembrands of Lievensz, zocht, waardoor nieuwe inzichten zijn verkregen dat het sap gelyk drek langs het stuk neêrloope’.3 in zijn materiaalgebruik, technieken en werkwijzen.1 Omdat het Groot Schilderboek is gebaseerd op Deze onderzoeken bevestigen het beeld van Van de principes van de ‘nette’ stijl geeft het inzicht Everdingen als ‘nette schilder’, die zijn composities in de technieken die door Caesar van Everdingen zorgvuldig voorbereidde en uitvoerde in een ver- werden gebruikt. fijnde schildertechniek. Verrassend is echter dat er ook aspecten aan het licht kwamen die duiden op een minder nauwkeurige manier van werken. HET ZEVENTIENDE-EEUWSE SCHILDERS- In dit essay wordt Caesars schildertechniek uit- ATELIER ALS WERK- EN LEERPLAATS voerig beschreven. Er wordt ingegaan op de algemene schilders- In de zeventiende eeuw bevonden ateliers zich praktijk in de zeventiende eeuw, waarbij steeds vaak in het woonhuis (afb. 96). Van een aantal wordt uitgelegd hoe Van Everdingen zich hiertoe schilders is bekend dat zij werkruimtes hadden verhoudt. Ook wordt zijn werkwijze afgezet tegen op hoger gelegen etages.4 De zolder bijvoorbeeld, de regels die de schilder en theoreticus Gerard waar meer licht was en minder rumoer van de de Lairesse (1640-1711) in zijn Groot Schilderboek straat, maakte veelal deel uit van het schilders- (1707) voor zijn collega-schilders opstelde.2 Dit bedrijf. Menig schilder had zijn wrijfstenen en boek verscheen weliswaar geruime tijd na Caesars zogenaamde ‘vrijfftafels’ om verf te maken op dood, maar beschrijft de schilderspraktijk vanaf het zolder staan.5 Een afzonderlijke ruimte om de verf midden van de zeventiende eeuw tot ongeveer 1690, te wrijven was belangrijk, omdat er geen stof en de jaren waarin De Lairesse zelf als schilder actief ander vuil in de gewreven verf mocht komen.6 was, voordat hij blind werd. Hij was een exponent Soms werkten kunstenaars in zeer ruime, aparte van het classicisme en een tegenstander van een ateliers – getypeerd als schilderhuys – waar grote ‘ruwe’ manier van schilderen (afb. 55). Bij deze historiestukken werden vervaardigd.7 Werken < Detail van cat.nr. 15 ‘ruwe’ stijl lag – in tegenstelling tot de ‘nette’ stijl op groot formaat konden ook ‘op locatie’ worden 10 gemaakt, zoals gebeurde toen Van Everdingen muziekinstrumenten en naturalia aanwezig. Een 96 de groepsportretten van de Jonge en de Oude ledenpop werd gedrapeerd met stoffen om deze Inrichting van en werkzaam- Schutterij schilderde: hij kreeg hiervoor de op natuurlijke wijze en in de compositie passend heden in een schilderswerk- plaats, met leermeester, be schikking over een ruimte in de Alkmaarse na te kunnen tekenen en schilderen.11 leerlingen en medewerkers. Waag (zie Uitgelicht 5). In de werkplaats werkten meestal niet meer dan Werkplaats van Philips Galle Idealiter had een werkruimte noorderlicht dat drie leerlingen, die tussen de twaalf en zestien jaar naar Johannes Stradanus, binnenviel door dubbele hoge kloosterramen oud waren.12 De jongste leerlingen hielden de werk- Color Olivi (schilderen met olieverf), c. 1595, gravure, (onbeglaasde ramen met houten luiken onder, plaats schoon en bereidden de verven. Vervolgens 19,5 x 27 cm, Amsterdam, 82 en glas-in-lood-beglazing boven). Noorderlicht leerden zij paletten opmaken, penselen reinigen, doe- Rijksmuseum, inv.nr. 83 gaf geen scherpe schaduwen en een gelijkmatige ken opspannen en gekleurde gronden op doeken en RP-P-1904-1038 belichting gedurende de dag, zodat goed in kleur kon worden geschilderd. Bij een te sterke lichtinval CAESAR VAN EVERDINGEN werden de ramen voorzien van zogenaamde EN TECHNIEKEN MATERIALEN blaffeturen: houten voorzetramen met dun wit kaaslinnen of papier. In de zomer kon er wel vijftien uur worden doorgewerkt, terwijl er in de winter maar drie à vier uur goed licht het atelier binnenviel.8 In de donkere wintermaanden werden kaarsen en olielampen gebruikt, wat een goed kleurgebruik in de weg stond. Het kunstlicht leende zich echter prima voor de tekenstudie, een van de pijlers waarop de ‘nette’ stijl gebouwd was getuige het leerboek van De Lairesse. De tekenstudie zoals door De Lairesse beschreven, omvatte met name in de eerste leerjaren veel aandacht voor anatomie, proportie, houdingen, perspectief, geometrie, com- posities, kleur, schaduwen en reflecties. Ook het natekenen van voorbeeldtekeningen en het inten- sief bestuderen van antieke gipsen was een belangrijk aandachtspunt. 98 panelen aanbrengen. Ook het bereiden van vernis, Wanneer hij het tekenen beheerste, mocht de gezel Voor het werken zonder kleur – en als sterke Illustratie in Crispijn de Passe inkt, houtskool en (olie)krijt was een taak van leer- het schildersvak leren. Hij schilderde gipsen en de Jonge, ’t Light der Teken- contrasten wenselijk waren, zoals bij het natekenen en Schilderkonst, Amsterdam lingen. De benamingen knecht en werkgezel hebben draperieën na en kopieerde schilderijen van zijn van modellen in licht-donker – werd gebruik 1643-1644 (p. 23), Den Haag, waarschijnlijk betrekking op al iets gevorderde en leermeester of andere kunstenaars (afb. 99). Later gemaakt van hangende olielampen met meerdere Koninklijke Bibliotheek zelfstandige medewerkers.13 Van Everdingen was kon hij helpen met het aanbrengen van de onder- lonten. Dit is te zien op een gravure van Crispijn op zijn elfde of twaalfde reeds schilders gesel; zo teke ning voor een schilderij of bij de eerste verf- > 99 de Passe de Jonge (1594-1670) met een werkplaats Wallerant Vaillant, Een leerling wordt hij namelijk genoemd in een notariële akte lagen. Vervolgens mocht hij zelfstandig schilderijen waar leerlingen onder begeleiding aan het werk kopieert een schilderij, ca. van december 1628 (afb. 4).14 Als volleerd meester uit voeren die – indien geslaagd en in de stijl van zijn (afb. 97). Ook in de werkplaats van Caesar 1650, paneel, 32,1 x 39,5 cm, had hij later zelf leerlingen onder zijn hoede.15 de meester – door de meester werden gesigneerd van Everdingen werd veel getekend. Dat blijkt uit Londen, Guildhall Art Gallery, De eerste leerjaren werd er alleen getekend; en verkocht. The Harold Samuel Collection de beschrijving van de nalatenschap van de schilder, door dagelijks te oefenen leerde een pupil lijnvoe- waarin naast ongeveer zeventig schilderijen enkele ring en schaduwwerking.16 Er werd gewerkt naar honderden tekeningen voorkomen. Daarbij zijn veel voorbeeldtekeningen met losse lichaamsdelen, ZEVENTIENDE-EEUWSE studies van naakten en antieke sculpturen, en teke- zoals ogen, neuzen, monden, handen, armen en SCHILDERSMATERIALEN ningen van tronies, kinderen, handen en voeten.9 benen (afb. 98). Vervolgens werd het tekenen Al deze werken gingen verloren; we kennen van van gehele lichamen geoefend met behulp van Gereedschap Van Everdingens tekeningen alleen nog een ont- voorgeschreven maatindelingen. Ook het perspec- Schilderskwasten bestonden uit een met vlasdraad werp voor een gebrandschilderd glas (cat.nr. 5). < 97 tief en de lichtval kwamen aan bod, evenals het gebonden bundel zacht haar op een lange ebben-, Het schilderen vond zittend op een drievoet of Illustratie in
Recommended publications
  • 2000 Jaargang 99
    Robert Hook Hollandd ean : Dutch influenc architecturs hi n eo e Alison Stoesser-Johnston The use of these publications by English architects and arti- Introductie)!! sans and the design of Wollaton Hall were not based on any Dutch classicism was a recent arrival in England when first-hand personal impressio f classicisno Italymn i . Thid ha s Robert Hooke made his first architectural designs in the late emergence th waio t r fo t f Inigeo o Jone s architectsa visis Hi . t 1660s. 'e constructioPrioth o t r f Hugo n h May's Eltham to Italy in 1613-'14 in the entourage of Thomas Howard, 2nd Lodg 1663-'64n i e e firsth , t exampl f Dutceo h classicisn mi Earl of Arundel, his close interest in Roman antiquities and England, classical elements straight from Italy and via Flan- intimate knowledge of Palladio's drawings are most ders had been used in English architecture for nearly a hund- dramatically exemplifie Banquetins hi n di g Hous f 1619-22eo . red years. Initially these had been mainly of a decorative na- Not only, however, has Jones here used Palladian "vocabulary" ture but vvith the construction of Inigo Jones' Banqueting 7 but hè has combined it with the application of Scamozzian House (1619-'21) there was a dramatic change in the way orders, the Composite being superimposed on the lonic. This classicism was adapted to English architecture. Jones drew combination of Palladian elements with Scamozzian also on the examples of Palladio and Scamozzi in his architecture influence beginninge th d f Dutcso h classicism.8 Jones' design using both Palladio's treatise, / quattro libri, personal know- was not only a major innovation in England but it also inspired ledge of his architecture and, in the case of Scamozzi, per- Jaco n Campe s va bfirs hi tn i narchitectura l commission i n sonal contact e applieH .
    [Show full text]
  • Country House in a Park Informal, Almost Wilderness Garden in This Painting Contains Architectural Elements Characteristic of C
    different work because the Washington painting was sold by ile, 3rd Baron Savile [b. 1919], Rufford Abbey, Notting­ the Baron de Beurnonville only in 1881. hamshire; (sale, Christie, Manson & Woods, London, 18 2. The provenance given in Strohmer's 1943 catalogue of November 1938, no. 123); Rupert L. Joseph (d. 1959), New the Liechtenstein Collection and in the 1948 Lucerne exhibi­ York.1 tion catalogue contains misinformation. 3. See The Hague 1981, 34, and also Kuznetsov 1973, Exhibited: Jacob van Ruisdael, Mauritshuis, The Hague; Fogg 31-41. Art Museum, Harvard University, Cambridge, Massachu­ 4. Wright 1984, cat. 7. setts, 1981-1982, no. 54. 5. Landscape with a Footbridge (inv. no. 49.1.156) and Land­ scape with Bridge, Cattle, and Figures (inv. no. 29). DEPICTIONS of elegant country houses came into References vogue in the latter half of the seventeenth century as 1896 Bode: 99. 1903 Suida: 116. increasing numbers of wealthy Dutch merchants 1907- 1927 HdG, 4 (1912): 94, no. 295 129,no.407. built homes along the river Vecht and in other pic­ 1908 Hoss: 58, I.14, repro. turesque locations in the Netherlands. Artists who 1911 Preyer: 247-248. specialized in architectural painting, among them 1927 Kronfeld: 184-185, no. 911. Jan van der Heyden (q.v.), depicted the houses and 1928 Rosenberg: 87, no. 252. gardens in great detail. Surprisingly, however, not '943 Strohmer: 101, pi. 69. 1948 Lucerne: no. 175. all of these seemingly accurate representations por­ 1965 NGA: 119, no. 1637. tray actual structures; sometimes the scenes were 1968 NGA: 106, no. 1637. purely imaginary, intended to project an ideal of "975 NGA: 316-317, repro.
    [Show full text]
  • POWER of the PORTRAIT: Production, Consumption and Display of Portraits of Amalia Van Solms in the Dutch Republic
    POWER OF THE PORTRAIT: Production, Consumption and Display of Portraits of Amalia van Solms In the Dutch Republic by Saskia Beranek B.A., Pennsylvania State University, 2001 M.A., Duke University, 2003 Submitted to the Graduate Faculty of The Kenneth P. Dietrich School of Arts and Sciences in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy University of Pittsburgh 2013 UNIVERSITY OF PITTSBURGH Kenneth P. Dietrich School of Arts and Sciences This dissertation was presented by Saskia Beranek It was defended on March 29, 2013 and approved by Jennifer Waldron, Associate Professor, English Joshua Ellenbogen, Associate Professor, History of Art and Architecture Stephanie Dickey, Bader Chair in Northern Baroque Art, Queen's University, Art Co-Advisor: C. Drew Armstrong, Associate Professor and Director of Architectural Studies Dissertation Advisor: Ann Sutherland Harris, Professor Emerita, History of Art and Architecture ii Copyright © by Saskia Beranek 2013 iii POWER OF THE PORTRAIT: Production, Consumption and Display of Portraits of Amalia van Solms in the Dutch Republic Saskia Beranek, PhD University of Pittsburgh, 2013 Portraits of Amalia van Solms, wife of Frederik Hendrik of Orange-Nassau and one of the most significant women in the Dutch Republic, were widely circulated and displayed during her lifetime (1602-1675). This study focuses on cases where specific audiences and sites of display can be isolated. When portraits can be viewed in their original context, they speak not only to those elements intrinsic to the image such as symbolism or fashion, but also to issues extrinsic to the image: social practices, cultural ideals, and individual identities.
    [Show full text]
  • Pieter De Hooch a Woman Preparing Bread and Butter for a Boy
    PIETER DE HOOCH A WOMAN PREPARING BREAD AND BUTTER FOR A BOY PIETER DE HOOCH A WOMAN PREPARING BREAD AND BUTTER FOR A BOY WAY NE FRANITS THE J. PAUL GETTY MUSEUM D LOS ANGELES This book is affectionately dedicated to Linnea and Aidan, who prove the maxim that life can indeed imitate art. © 2006 J. Paul Getty Trust Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Getty Publications Franits, Wayne E. 1200 Getty Center Drive, Suite 500 Pieter de Hooch : A woman preparing bread and butter for a boy / Los Angeles, California 90049-1682 Wayne Franits. www.getty.edu p. cm. Includes bibliographical references and index. Mark Greenberg, Editor in Chief ISBN-13: 978-0-89236-844-0 (pbk.) iSBN-io: 0-89236-844-6 (pbk.) Mollie Holtman, Series Editor i. Hooch, Pieter de. Woman preparing bread and butter for a boy. Cynthia Newman Bohn, Copy Editor 2. Hooch, Pieter de —Criticism and interpretation. 3. J. Paul Getty Catherine Lorenz, Designer Museum. I. Hooch, Pieter de. II. Title. ReBecca Bogner and Stacy Miyagawa, ND653.H75A73 2006 Production Coordinators 759.9492-dc22 Lou Meluso, Charles Passela, Jack Ross, Photographers 2006010091 Typography by Diane Franco All photographs are copyrighted by the issuing institutions or their owners, unless Printed and bound in China otherwise indicated. Cover: Pieter de Hooch (Dutch, 1629-1684), A Woman Preparing Bread and Butter for a Boy, circa 1661-63 (detail). Oil on canvas, 68.3 x 53 cm (26% x 20% in.). Los Angeles, J. Paul Getty Museum, 84^.47. Frontispiece: Detail of windows from A Woman Preparing Bread and Butter for a Boy.
    [Show full text]
  • THE EXOTIC GIFT and the ART of the SEVENTEENTH-CENTURY DUTCH REPUBLIC By
    THE EXOTIC GIFT AND THE ART OF THE SEVENTEENTH-CENTURY DUTCH REPUBLIC By ©2013 ELLEN O’NEIL RIFE Submitted to the graduate degree program in Art History and the Graduate Faculty of the University of Kansas in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy. ________________________________ Chairperson Linda Stone-Ferrier, Ph.D. ________________________________ Sally J. Cornelison, Ph.D. ________________________________ Stephen H. Goddard, Ph.D. ________________________________ Amy McNair, Ph.D. ________________________________ William D. Keel, Ph.D. Date Defended: 4/9/2013 The Dissertation Committee for Ellen O’Neil Rife certifies that this is the approved version of the following dissertation: THE EXOTIC GIFT AND THE ART OF THE SEVENTEENTH-CENTURY DUTCH REPUBLIC ________________________________ Chairperson Linda Stone-Ferrier, Ph.D. Date approved: 4/9/2013 ii Abstract This dissertation examines the intersection between art and the gifting of exotic objects in the seventeenth-century United Provinces, directing attention to a special class of imagery visualizing the remarkable extent to which Europe’s first consumer culture became intertwined with foreign goods and influences. Its four chapters present representative case studies encompassing a range of media, including prints and paintings, and artistic genres, such as still life, portraiture, landscape, and allegory, from the mid- through the late- seventeenth century. These episodes of exotic gift exchange and their manifestation in art belonged to public and private spheres, the gifting of men and women, and multiple classes of society. In analyzing these images, my methodology draws on close readings; socioeconomic, historical, pictorial, and cultural contexts; gender; and issues in gift theory, including reciprocity, identity, personalization, and commodity/gift status, to explore the pictures’ meanings or functions for their audiences.
    [Show full text]
  • Ontdek Architect, Prentkunstenaar, Schilder Pieter Post
    64427 Pieter Post man / Noord-Nederlands architect, prentkunstenaar, schilder, tekenaar, decoratieschilder (van interieurs), hofarchitect, hofschilder Naamvarianten In dit veld worden niet-voorkeursnamen zoals die in bronnen zijn aangetroffen, vastgelegd en toegankelijk gemaakt. Dit zijn bijvoorbeeld andere schrijfwijzen, bijnamen of namen van getrouwde vrouwen met of juist zonder de achternaam van een echtgenoot. Post, Pieter Jansz. mostly signed 'P. Post' Kwalificaties architect, prentkunstenaar, schilder, tekenaar, decoratieschilder (van interieurs), hofarchitect, hofschilder Nationaliteit/school Noord-Nederlands Geboren Haarlem 1608-04/1608-05-01 baptized on 1 May 1608 Overleden Den Haag 1669-05/1669-05-08 buried on 8 May 1669 Familierelaties in dit veld wordt een familierelatie met één of meer andere kunstenaars vermeld. son of Jan Jansz. Post, brother of Frans Post and father of Johan and Maurits Post, grandfather of Rachel Ruysch Zie ook in dit veld vindt u verwijzingen naar een groepsnaam of naar de kunstenaars die deel uitma(a)k(t)en van de groep. Ook kunt u verwijzingen naar andere kunstenaars aantreffen als het gaat om samenwerking zonder dat er sprake is van een groep(snaam). Dit is bijvoorbeeld het geval bij kunstenaars die gedeelten in werken van een andere kunstenaar voor hun rekening hebben genomen (zoals bij P.P. Rubens en J. Brueghel I). Lois, Jacob (ca. 1620-1676) Balckeneynde, Claes Dircksz. van Deze persoon/entiteit in andere databases 23 treffers in RKDimages als kunstenaar 15 treffers in RKDlibrary als onderwerp
    [Show full text]
  • Caesar Van Everdingen, Jacob Van Campen En 'Hollands Classicisme'
    Caesar van Everdingen, Jacob van Campen en ‘Hollands classicisme’ Eric Jan Sluijter 28 november 2016 [email protected] www.ericjansluijter.nl 1 Caesar van Everdingen niet genoemd door: Cornelis de Bie Joachim von Sandrart Samuel van Hoogstraten André Felibien Roger de Piles Filippo Baldinucci Lijst Jan Sysmus Lijst Houbraken 60 befaamde schilders uit bloeitijd 2 Caesar van Everdingen, Syrinx en Pan, paneel 40,5 x 37 cm. Caesar van Everdingen, Vertumnus en Amsterdam, Rijksmuseum Pomona, paneel 47, 9 x 38,9 cm. (wellicht in eigen inventaris 3 Madrid, Fundación Thyssen-Bornemisza vermeld als‘een Amasona’) Salomon de Braij (1587-1664) 4 Jacob van Campen (1596-1657) Pieter Soutman (ca. 1593/1601-1657) Pieter de Grebber (ca. 1600 – vóór 1653) Honselaarsdijk, reconstructie trappenhuis en zalen (naar oosten) Paulus Bor (1601-1669) Jan Gerritsz. van Bronckhorst (1603-1661) Christiaen van Couwenbergh (1604-1667) Caesar van Everdingen (1617/1618-1678) Huis ten Bosch, Oranjezaal 5 Jacob van Campen Paulus Bor Jan Gerritsz van Bronckhorst Caesar van Everdingen Paulus Bor, Ariadne (detail), Paulus Bor, Cydippe (detail), Jacob van Campen, detail uit triomfstoet ca. 1630-35, Poznán, Muzeum ca. 1640, Amsterdam, in Oranjezaal, Narodowe Rijksmuseum Paulus Bor, ‘Het Spaens Heydinnetje’, 1641, doek 123,8 x 147,5 cm. Utrecht, Centraal Museum Jacob van Campen, Mercurius en Argus, ca. 1640, doek 204 x 193 cm. Den Haag, Mauritshuis 6 Jan Gerritsz van Bronckhorst, Jan Gerritz. van Bronckhorst, Slapende nimf, 1645-50, Musicerende figuren (detail), doek 85 x 116 cm. 1653, doek 132,5 x 144 cm. Braunschweig, Herzog Anton Ulrich-Museum. part. verz. 7 Jan Gerritsz van Bronckhorst, naar ontwerp van Jacob van Campen, Scènes uit het leven van David, 1655.
    [Show full text]
  • “Architecture According to Proportions and Rules of the Antique.” Architectural Design Systems in Dutch Seventeenth-Century Classicism
    Jean-Philippe Garric, Frédérique Lemerle et Yves Pauwels (dir.) Architecture et théorie. L’héritage de la Renaissance Actes de colloque Publications de l’Institut national d’histoire de l’art “Architecture according to proportions and rules of the Antique.” Architectural design systems in Dutch seventeenth-century classicism Konrad Ottenheym DOI : 10.4000/books.inha.3402 Éditeur : Publications de l’Institut national d’histoire de l’art Lieu d'édition : Publications de l’Institut national d’histoire de l’art Année d'édition : 2012 Date de mise en ligne : 5 décembre 2017 Collection : Actes de colloques ISBN électronique : 9782917902653 http://books.openedition.org Référence électronique OTTENHEYM, Konrad. “Architecture according to proportions and rules of the Antique.” : Architectural design systems in Dutch seventeenth-century classicism In : Architecture et théorie. L’héritage de la Renaissance : Actes de colloque [en ligne]. Paris : Publications de l’Institut national d’histoire de l’art, 2012 (généré le 18 décembre 2020). Disponible sur Internet : <http://books.openedition.org/inha/ 3402>. ISBN : 9782917902653. DOI : https://doi.org/10.4000/books.inha.3402. Ce document a été généré automatiquement le 18 décembre 2020. “Architecture according to proportions and rules of the Antique.” 1 “Architecture according to proportions and rules of the Antique.” Architectural design systems in Dutch seventeenth-century classicism* Konrad Ottenheym 1 In 1648 the Amsterdam architect Philips Vingboons (1607–1678) published his first book with engravings of his own designs from the past decade1. In the introduction he wrote a brief history of architecture, from its biblical and antique origins up to his own time, including finally his own work.
    [Show full text]
  • The Mediaeval Prestige of Dutch Cities
    chapter 16 The Mediaeval Prestige of Dutch Cities Konrad Ottenheym In the Dutch Republic the mediaeval past was important not only to the nobil- ity but also to the cities, particularly in the Province of Holland.1 Many of the cities in the former County of Holland had obtained their formal city rights in the thirteenth and fourteenth centuries, and the sealed charters attesting to these privileges were the city council’s most treasured possession. In the sev- enteenth century these city charters took on an added significance in the regu- lar politics of the Provincial States of Holland. Following the 1581 repudiation of the authority of their Habsburg ruler, Philip II, the Count of Holland was for a while a vacant title.2 After a few years, the Provincial States of Holland resolved that they would appropriate the sovereign rights of the county to themselves. The States had originally been set up as an advisory panel for the Count, composed in those days of representatives of the peerage and the prov- ince’s six oldest cities. Now, the political assembly took on the Count’s own authority and extended the number of cities represented in it to eighteen. In the seventeenth century, the States of Holland was made up of representatives of each of these eighteen cities, plus one representative of the nobility. These cities thus formed part of the sovereign government and each had (in theory) equal vote. Differently than in many other European countries of the period, local government in the cities of Holland did not represent the central power but rather vice versa.3 This made the cities effective city-states with a great deal of autonomy, and above all with a pronounced sense of their individual worth and city pride.
    [Show full text]
  • ARTIST Is in Caps and Min of 6 Spaces from the Top to Fit in Before Heading
    PIETER JANSZ. POST (Haarlem 1608 – 1669 The Hague) A Panoramic View of the Dunes near Haarlem Oil on canvas, 29½ x 39¼ ins. (75 x 99.5 cm) Provenance: With Kleinberger, Paris, circa 1900 (as Joris van der Haagen) Gifted to Professor Wilhelm Martin (1876-1954) by a group of Dutch art dealers to mark his silver jubilee at the Mauritshuis on 2 January 1926 Thence by descent to his son Dr. Rudolf Martin (d. 1972), by whom taken to Calgary, Canada in 1967 Thence by descent to the previous owner, until 2013 Literature: S. J. Gudlaugsson, “Aanvullingen omtrent Pieter Post’s werkzaamheid als schilder”, in Oud Holland, 69, 1954, pp. 59-71, illustrated J. J. Terwen, K. Ottenheym, Pieter Post (1608-1669): architect, Zutphen, 1993, p. 246 (addendum IV, under attributions) Q. Buvelot, A Choice Collection: Seventeenth-century Dutch paintings from the Fritz Lugt Collection, exh. cat., Royal Cabinet of Paintings Mauritshuis, The Hague, 2002, pp. 139, 140, 214, fig. 24d. VP4648 This superbly atmospheric painting depicts a broad sweep of countryside in the vicinity of Haarlem. The view, taken from slightly raised ground, looks down over undulating dunes that give way to a flat coastal plain, with hedgerows and verdant pastures dotted with grazing animals and farm buildings. In the distance, screens of trees and a solitary beacon delineate the hazy coastline of one of Holland’s vast inland seas. In the foreground, a boy in yellow walks with his dogs on a sandy track that meets the viewer head-on. On the right, lying in deep shade by the side of the road are two recumbent figures, while moving along a track lower down are two horseback riders and a horse-drawn wagon, which is partially obscured by the lie of the land.
    [Show full text]
  • Nog Een Ontwerp Van Pieter Post in Gouda
    Nog een ontwerp van Pieter Post in Gouda Bianca uan den Berg 140 st ö N., Gouda mag zich gelukkig prijzen met een 00 werk van een van Nederlands beroemdste C: "O architecten, namelijk het waaggebouw van ·i= Pieter Post uit 1668. 1 Hij is ook de ontwer­ per van de waag in Leiden, het Schieland­ huis in Rotterdam. Met Jacob van Campen - de bouwmeester van onder andere het Paleis op de Dam in Amsterdam - is hij de belangrijkste vertegenwoordiger van de stijl ~ .. ; die wordt aangeduid als het H ollands Clas­ .. ....A.'f,e~ • • ~ -.:;; sicisme. Bij het Mauritshuis in Den Haag - -~~ ~ - ~~ ~ 2 hebben beiden samengewerkt. - !'J-1-tdt ilil!P.i■E :: ~~ .'-ki /ron! van de Vnn Br.vmiinghknpd (foto r-?ijbditnst 1100, hef Het werk van Post kenmerkt zich door symmetrîe en een Cui:,m·d Erfgord) geometrische ordening gecombineerd met weelderig beeldhouwwerk van festoenen, krullende acanthusran• op de indrukwekkende staat van dienst van Van Bevern­ ken, trofeeën en putti. Veel van deze kenmerken zien we ingh en zij 11 status in de Republiek der Nederlanden in dan ook ook terug in ons waaggebouw op de Markt . Gou• de cweede helft van de zevencie 11de eeuw. In dit artikel da blijkt echter nog een werk van Pieter Post rijk te zijn wordt ingegaan op de grote kunsthistorische waarde van en misschien zelfs nog i,ve l een derde. lNic de Sint•Jans­ de kapel die tussen 1668 en 16 74 101 stand is gekomen. kerk binnengaat voor een bezoek doet dat tegenwoordig Tijdens het onderzoek naar de totstandkoming van meestal vi a 'het winkeltje'.
    [Show full text]
  • Christiaan Huygens and the Dutch Appreciation for His Achievements
    Translation Article in Dutch: TIJDschrift, 09/3, September 2009, page 9 – 11. Christiaan Huygens and the Dutch appreciation for his achievements Last year Christiaan Huygens is more or less rehabilitated by his acceptance for the Canon of the Netherlands. Through this, he has been regiven the acknowledgement he deserves as a scientist of large historic importance. Therefore it is now a good moment to again evaluate critically, how the Netherlands honour their great man from history. C.A. Grimbergen Tributes The tributes to Christiaan Huygens are somewhat disappointing. There are two statues of him, one from 1949 in Rotterdam (in front of the building that used to be the National Insurance Bank) and one from 1996 in park Vreugd en Rust in Voorburg, a statue of father Constantijn and son Christiaan together. Both the statues are not at a prominent location. There is a number of parks and streets named after Huygens, although most names Huygens refer to father/diplomate Constantijn Huygens. Fig 1 Plaquette “Grafplaats van Constantyn en Christiaan Huygens” applied to Fig 2 Mausoleum of Sir Isaac Newton in the wall of the St Jacobs church in The Hague (Foto: C.A. Grimbergen). Westminster Abbey, London (http://en.wikipedia.org/wiki/Isaac_Newton). There is no mausoleum for this great physicist, only a small marble plate (fig. 1) in the St. Jacobs church in The Hague; jointly for father and son Huygens, who are both buried there, althought the exact location of the graves is not known anymore. Compare this to the ortentatious mausoleum of Isaac Newton in Westminster Abbey (fig.
    [Show full text]