PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/18655 Please be advised that this information was generated on 2018-07-07 and may be subject to change. Hora est Het interieur van de ‘Aula major’ van het nieuwe ‘Aula/Congresgebouw’ van de k u n aan de Comeniuslaan met zicht op de corona en op de katheder voor de promovendus. In gebruik genomen in 1988. (foto: J. van Teeffelen) Hora Bibliografie van de proefschriften est Katholieke Universiteit Nijmegen 1923-1998 samenstelling en in l e id in g d r s . a .j .m . d o bb e la er VALKHOF PERS I f j j l NIJMEGEN Dit boek is uitgegeven in opdracht van de Universiteitsbibliotheek ter gelegen­ heid van het vijftiende lustrum van de Katholieke Universiteit Nijmegen 71 JAAR K-Hhulitliu U n im M ti! NLjlHtJCfl ISBN 90 5625 044 2 © 1998 Universiteitsbibliotheek Nijmegen Boekverzorging: Brigitte Slangen, Nijmegen Druk en lithografie: ssn , Nijmegen Bindwerk: Binderij Callenbach, Nijkerk Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, mikrofilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint or any other means without prior written permission from the publisher. Inhoud Lijst van illustraties vi Ten geleide vii Inleiding en verantwoording ix Bibliografie van de proefschriften i Register promovendi 545 Register promotores 575 Register coreferenten 594 Promovendi per faculteit 599 Gebruikte bronnen 627 Lijst van illustraties: 1. Het interieur van de ‘Aula major’ in het Aula/Congresgebouw ii 2. Doctorsbul van de eerste promovendus xviii 3. Gedeelte van ‘Plechtigheden der promotie’ (1938) 60 4. Het aulagebouw aan de Wilhelminasingel 212 5. Voorbeeld van een inschrijving in het Promotieregister 300 6. De rectorsketen 456 7. De pedel in ambtsgewaad 502 8. De pedelstaf 544 Ten Geleide Hora est biedt een overzicht van alle proefschriften die sedert de stichting aan de vii Katholieke Universiteit zijn verdedigd. Het 75-jarig bestaan van de k u n leek een passende gelegenheid om deze inventaris eens op te maken. De dissertaties geven immers bij uitstek een beeld van het onderzoek, dat aan onze universiteit is ver­ richt. Zij bieden een kaleidoskoop van de onderwerpen, waaraan de wetenschap­ pers van de k u n in de loop der jaren hun beste krachten hebben gewijd. Tegelijk geeft deze inventaris inzicht in de intensiteit van het onderzoeksbedrijf aan de onderscheiden faculteiten. Tevens illustreert hij de rol die de promotores hebben gespeeld om ‘het vuur in hun domein brandend te houden’ of de grenzen van hun opdracht te verleggen. De Universiteitsbibliotheek heeft steeds een belangrijke taak gehad ten aanzien van de distributie van de proefschriften, met name ook onder zusterinstellingen in het buitenland. Momenteel spant zij zich in om de verspreiding ervan nog te opti­ maliseren door dissertaties ook in elektronische vorm via Internet aan te bieden. Met dit overzicht hoopt de bibliotheek een extra dimensie te geven aan haar taak­ stelling inzake de ontsluiting van een vooraanstaand segment van de produktie van de instelling, wier ‘wetenschappelijk arsenaal’ zij mag beheren. Tevens wil zij hier­ mee een eerbetoon bieden aan allen die als promotores en promoti het onderzoek aan de k u n gedurende 75 jaar hebben gedragen. Dr. A.H. Laeven Bibliothecaris Inleiding en verantwoording Deze presentatie van de Nijmeegse proefschriften bevat alle titels der proefschrif- ix ten van de Katholieke Universiteit vanaf het academisch jaar 1923-1924 tot het einde van het academisch jaar 1997-1998. In totaal liet de dienstdoende pedel van de universiteit hierbij 4406 keer het bevrijdende ‘hora est’ weerklinken. Daarom is het terecht, dat deze bibliografie van de proefschriften van de eerste 75 jaar van de Katholieke Universiteit Nijmegen de titel Hora est heeft meegekregen. Eén der eerste artikelen van het Promotiereglement van de Katholieke Universiteit luidt: “Tot de promotie heeft toegang ieder die ... als proeve van bekwaamheid tot het zelfstandig beoefenen van de wetenschap een proefschrift heeft geschreven ...”. Verderop bepaalt het reglement dan nog, dat een proefschrift bestaat uit hetzij een wetenschappelijke verhandeling over een bepaald onderwerp in de vorm van een boek, hetzij een verzameling van afzonderlijke wetenschappelijke verhandelingen. Hierover wordt dan vervolgens nog gezegd, dat “vermenigvuldiging geschiedt doordat het proefschrift wordt gedrukt, tenzij het College van Decanen een andere wijze van vermenigvuldiging toestaat”. Deze laatste bepaling biedt de mogelijk­ heid, dat in de naaste toekomst wellicht een groot deel der proefschriften niet meer uit een gedrukte uitgave zal bestaan. Wat dit betreft komt deze jubileumuitgave van 75 jaar Nijmeegse gedrukte proefschriften wellicht op een historisch moment. Bij de proefschriften van het laatste jaar zijn er reeds een aantal die zowel als ‘elektro­ nische publikatie’ beschikbaar zijn alsook in gedrukte vorm. Bij deze proefschrif­ ten is in een annotatie in deze bibliografie vermeld: “Ook in elektronische vorm beschikbaar via WebDOc”. Tot nu toe zijn er nog geen Nijmeegse proefschriften die alleen maar via het net beschikbaar zijn. De titelbeschrijvingen der Nijmeegse proefschriften zijn in eerste instantie ge­ selecteerd uit het computerbestand van de ‘on line werkcatalogus’ (owc) van de k u n , zoals die bij de Universiteitsbibliotheek wordt opgebouwd en onderhouden. Zoals wellicht bekend, is deze owc een afgeleid produkt van het g g c -titelbestand (het Gemeenschappelijk Geautomatiseerd Catalogiseersysteem van pica). Dit betekent ondermeer, dat deze titelbeschrijvingen van de Nijmeegse proefschriften oorspronkelijk door titelbeschrijvers van verschillende bibliotheken in het com­ puterbestand zijn ingevoerd. Daardoor zijn kleine verschillen in opvatting en uit­ werking onvermijdelijk. Dit laatste geldt zeker voor de titelbeschrijvingen van de uitgaven van vóór 1980, die bijna altijd zijn ingevoerd in het g g c zonder autopsie, waardoor kleine onnauwkeurigheden onvermijdelijk waren. Alleen waar die feilen wat al te storend werden, zijn zij in de onderhavige bibliografie weggewerkt. Dit gebeurde vooral in de werkfase waarin met behulp van het geselecteerde bestand van titelbeschrijvingen de proefschriften in het magazijn van de ub werden op- gezocht en deze titelbeschrijvingen met de gegevens op het titelblad werden ver­ geleken. In deze fase werden de gegevens met betrekking tot faculteit of wetenschapsge­ bied, de datum van de promotie en de namen van de promotor(es) en eventuele copromotor(es) bij de titelbeschrijving genoteerd. Later bleek, dat in het Promotie- register het onderscheid tussen medepromotor en copromotor aanvankelijk niet altijd duidelijk werd aangegeven. Daarom werd besloten onder de aanduiding ‘pro­ motores’ alle namen te laten volgen die als promotor of copromotor vermeld staan. x Later zijn hier nog de namen van de ‘coreferenten’ aan toegevoegd. Opmerkelijk was verder nog dat in de proefschriften van de eerste jaren de promotor niet altijd duidelijk en expliciet genoemd werd. Pas vanaf 1936 werd het blijkbaar voorschrift om de naam van de promotor op een vaste plaats in het proefschrift uitdrukkelijk te vermelden. Tenslotte werd deze aldus aangevulde lijst titel voor titel vergeleken met de gegevens in het zogenoemde ‘Promotieregister’ zoals dat bij het Bureau van de pedel wordt bijgehouden vanaf de eerste promotie in i924. Dit Promotieregister bestaat nu uit xvi delen, waarin tot het einde van het aca­ demisch jaar 1997-1998 de 4406 promoties bij de Katholieke Universiteit zijn vast­ gelegd en bevestigd. Het eerste deel heeft op het voorplat een etiket met als opdruk: ‘Promotie Register. Nijmegen, Drukkerij-Binderij Gebr. Janssen’. Het formaat is 32,5 x 21 cm, en de band bevat 250 voorbedrukte en genummerde formulierbladen. Deze band bevat de registratie van de promoties van 1924 tot 1952. De volgende delen zijn van hetzelfde formaat, zij het dat men vanaf het ive deel overging op tweezijdig bedrukte pagina’s. De officiële bevordering tot doctor geschiedde tot eind november 1972 door de Senaat der R.K. Universiteit en werd bekrachtigd met de handtekening van de Secretaris van de Senaat. Vanaf i december van dat jaar geschiedde die bevordering door het College van Decanen en de ondertekening door de Rector magnificus of diens plaatsvervanger, de fungerend Rector magnifi­ cus. De laatste controle met behulp van het Promotieregister was nodig om er zeker van te zijn, dat geen proefschrift of promotie gemist was en om de juiste volgorde van de promoties vast te stellen. In het Promotieregister zijn alle promoties doorlo­ pend genummerd en datzelfde nummer werd overgenomen in deze uitgave. Van­ zelfsprekend heeft bij een zogenoemde meervoudige promotie ieder der promo­ vendi een nummer gekregen. Over het algemeen geeft de numerieke volgorde ook de datumvolgorde aan, maar er zijn soms kleine afwijkingen, zoals bijvoorbeeld bij nummer 241 en 242. Ook bleek op drie plaatsen een nummer te zijn uitgevallen (namelijk de nrs. 662, 905 en 2271), wat later weer 2 keer werd gecorrigeerd, zodat vanaf nummer 3730 de nummering één waarde hoger aangaf dan het werkelijke aantal promoties. Recentelijk werd de nummering in het Promotieregister opnieuw gecorrigeerd bij nummer 4380 naar aanleiding van de
Recommended publications
  • Western Civilization in Javanese Vernacular
    WESTERN CIVILIZATION IN JAVANESE VERNACULAR Colonial education policy Java 1800-1867 Sebastiaan Coops Sebastiaan Coops Student number: 1472720 Supervisor: Prof. Dr. J.J.L. Gommans Preface The picture on the cover is a Javanese civil servant, employed by the Dutch colonial government as a teacher - mantri goeroe. He is seated together with a pupil on the left and a servant on the right. The servant and the sirih-box for betel nuts imply his high social status. Both the title and this picture refer to Dutch colonial education policy where western and Javanese normative culture created an amalgamation from which the Inlandsche school developed. 2 Table of Contents INTRODUCTION 5 CHAPTER I: EDUCATION IN THE ENLIGHTENMENT ERA 15 CHAPTER INTRODUCTION 15 THE ENLIGHTENMENT IN THE METROPOLIS 16 THE ENLIGHTENMENT IN THE COLONY 21 JAVANESE EDUCATION TRADITION 26 CHAPTER CONCLUSION 32 CHAPTER II: EDUCATION POLICY IN THE NETHERLANDS-INDIES 33 CHAPTER INTRODUCTION 33 BEFORE 1830 34 1830-1852 42 1852-1867 48 CHAPTER CONCLUSION 64 CHAPTER III: BRITISH-INDIA AND COLONIAL EDUCATION POLICY IN THE NETHERLANDS INDIES 67 CHAPTER INTRODUCTION 67 BEFORE 1835 67 1835-1854 68 1854-1867 70 CHAPTER CONCLUSION 73 CONCLUSION 75 BIBLIOGRAPHY 78 3 4 Introduction No! It is our sacred duty, our calling, to give that poor brother, who had lived in the wastelands of misery and poverty, the means with which he, the sooner the better, could share in our happier fate completely equal to us!1 The Age of Enlightenment and revolution had shaken the world at the end of the 18th century to its core.
    [Show full text]
  • Sugar, Steam and Steel: the Industrial Project in Colonial Java, 1830-1850
    Welcome to the electronic edition of Sugar, Steam and Steel: The Industrial Project in Colonial Java, 1830-1885. The book opens with the bookmark panel and you will see the contents page. Click on this anytime to return to the contents. You can also add your own bookmarks. Each chapter heading in the contents table is clickable and will take you direct to the chapter. Return using the contents link in the bookmarks. The whole document is fully searchable. Enjoy. G Roger Knight Born in deeply rural Shropshire (UK), G Roger Knight has been living and teaching in Adelaide since the late 1960s. He gained his PhD from London University's School of Oriental and African Studies, where his mentors included John Bastin and CD Cowan. He is an internationally recognised authority on the sugar industry of colonial Indonesia, with many publications to his name. Among the latest is Commodities and Colonialism: The Story of Big Sugar in Indonesia, 1880-1940, published by Brill in Leiden and Boston in 2013. He is currently working on a 'business biography' — based on scores of his newly discovered letters back home — of Gillian Maclaine, a young Scot who was active as a planter and merchant in colonial Java during the 1820s and 1830s. For a change, it has almost nothing to do with sugar. The high-quality paperback edition of this book is available for purchase online: https://shop.adelaide.edu.au/ Sugar, Steam and Steel: The Industrial Project in Colonial Java, 1830-18 by G Roger Knight School of History and Politics The University of Adelaide Published in Adelaide by University of Adelaide Press The University of Adelaide Level 14, 115 Grenfell Street South Australia 5005 [email protected] www.adelaide.edu.au/press The University of Adelaide Press publishes externally refereed scholarly books by staff of the University of Adelaide.
    [Show full text]
  • State Building Participants Coordinator
    Theme 6: State Building Participants Coordinator: Ido de Haan (Utrecht University) Participants In alphabetical order 1. Alberto Feenstra 2. Klaas van Gelder 3. Jens van de Maele 4. Karen van Nieuwenhuyze 5. Marijcke Schillings 6. Pieter Slaman 7. Tamàs Székely 1. Alberto Feenstra University of Amsterdam Paper for the Conference: Keeping the Ship of State Afloat. Zeeland's Sovereign Debt Management, 1600-1800 (Working) Title of dissertation Finance without frontiers? The integration of provincial money markets in the Dutch Republic. Supervisor(s) J.P.B. Jonker Short Biography Alberto Feenstra (1982) studied Global History at the Vrije Universiteit Amsterdam. Previously he has been employed as research assistant at the Geldmuseum (Money Museum) in Utrecht. Currently he is employed as a PhD Candidate at the University of Amsterdam, where he works on the integration of financial markets within the Dutch Republic. This research examines the domestic capital market developments within the Dutch Republic. Whereas international relations have been studied more extensively the domestic ‘rooting’ of each location has remained under-researched. Yet, as the current crisis clearly showed, international capital markets are intertwined with domestic ones and they mutually influence each other. Hence, this research aims to improve our understanding of capital markets by taking into account their specific local context, such as political, legal and social institutions. Contact information [email protected] Website/Social Media - 1 2. Klaas van Gelder
    [Show full text]
  • N the Changing Shape of Pro-Slavery Arguments in the Netherlands (1789- 1814)
    3 n the changing shape of pro-slavery arguments in the Netherlands (1789- 1814) DOI: http://dx.doi.org/10.1590/2236-463320161402 Pepjin Brandon Department of History, VU Amsterdam International Institute of Social History, Amsterdam, Netherlands [email protected] Abstract: One of the puzzling questions about the formal Dutch abolition of the slave- trade in 1814 is why a state that was so committed to maintaining slavery in its Empire did not put up any open resistance to the enforced closing of the trade that fed it. The explanations that historians have given so far for this paradox focus mainly on circumstances within the Netherlands, highlighting the pre-1800 decline of the role of Dutch traders in the African slave-trade, the absence of a popular abolitionist movement, and the all-overriding focus within elite-debates on the question of economic decline. This article argues that the (often partial) advanced made by abolitionism internationally did have a pronounced influence on the course of Dutch debates. This can be seen not only from the pronouncements by a small minority that advocated abolition, but also in the arguments produced by the proponents of a continuation of slavery. Careful examination of the three key debates about the question that took place in 1789-1791, 1797 and around 1818 can show how among dominant circles within the Dutch state a new ideology gradually took hold that combined verbal concessions to abolitionist arguments and a grinding acknowledgement of the inevitability of slave-trade abolition with a long-term perspective for prolonging slave-based colonial production in the West-Indies.
    [Show full text]
  • Cultivated Tastes Colonial Art, Nature and Landscape in The
    F Cultivated Tastes G Colonial Art, Nature and Landscape in the Netherlands Indies A Doctoral Dissertation by Susie Protschky PhD Candidate School of History University of New South Wales Sydney, Australia Contents Acknowledgments …………………………………………………………….. iii List of Abbreviations ………………………………………………………….. v List of Plates …………………………………………………………………… vi F G Introduction ……………………………………………………………………. 1 Part I — Two Journeys Chapter 1: Landscape in Indonesian Art ……………………………………….. 36 Chapter 2: Dutch Views of Indies Landscapes …………………………………. 77 Part II — Ideals Chapter 3: Order ………………………………………………………………. 119 Chapter 4: Peace ………………………………………………………………. 162 Chapter 5: Sacred Landscapes ………………………………………………… 201 Part III — Anxieties Chapter 6: Seductions …………………………………………………………. 228 Chapter 7: Identity – Being Dutch in the Tropics …………………………….. 252 Conclusion …………………………………………………………………….. 293 F G Glossary ……………………………………………………………………….. 319 Bibliography …………………………………………………………………... 322 ii Acknowledgments First, I would like to express my gratitude to the Faculty of Arts and Social Sciences at the University of New South Wales for granting me an Australian Postgraduate Award between 2001 and 2005. The same Faculty funded two research trips abroad, one to the Netherlands in 2004 and another to Indonesia in 2005. Without these sources of funding this thesis would not have possible. In the Netherlands, I must thank Pim Westerkamp at the Museum Nusantara, Delft, for taking me on a tour through the collection and making archival materials available to me. Thanks also to Marie-Odette Scalliet at the University of Leiden, for directing me toward more of her research and for showing me some of the university library’s Southeast Asia collection. I also appreciate the generosity of Peter Boomgaard, of the KITLV in Leiden, for discussing aspects of my research with me. Thanks to the staff at the KIT Fotobureau in Amsterdam, who responded admirably to my vague request for ‘landscape’ photographs from the Netherlands Indies.
    [Show full text]
  • Nederlandsche Handel- Maatschappij, 1824-1964
    ABN AMRO Historisch Archief NederlANdscHe HANdel- MAAtscHAppij, 1824-1964 Trading roots, 1824-1882 Nederlandsche Handel-Maatschappij (Netherlands Tra- was compelled to pay taxation in kind (chiefly coffee, ding Society) or NHM was founded in The Hague on sugar and tea). NHM acted as state banker, merchant March 29, 1824 on the initiative of King William I, who and shipping agent. It sold and shipped the products was nicknamed the Merchant Monarch because of his the Dutch Government obtained through the Cultivation active support trade and industry. The king’s object was System. NHM did this so successfully and attracted so to resuscitate the national economy in the wake of the much business that it acquired the nickname Kompenie period of French rule (1795-1813). NHM was an import/ Ketjil, or ‘Little Company’, after the older and famous export company set up to expand existing trade relations Dutch East India Company. and open up new channels. After 1830 when the Netherlands and Belgium became separate states, NHM also provided risk and loan capital to industrial enterprises, especially in the textile industry in the Twente region of the Netherlands. In 1850 NHM began to finance companies operating plantations in the Dutch East Indies. NHM even owned a number of plantations itself. As part of this policy a branch was opened in Singapore in 1858. Its successor is now the oldest bank in Singapore. In the Dutch colony of Surinam NHM had from 1866 on an interest in cultivation companies, most famous of which was Mariënburg (1882). Through its close ties with the Dutch government, NHM played a major role in developing trade between the Netherlands and the Dutch East Indies.
    [Show full text]
  • Unfree Labour and Extractive Regimes in Colonial Java and Beyond
    TSpace Research Repository tspace.library.utoronto.ca Unfree Labour and Extractive Regimes in Colonial Java and Beyond Tania Murray Li, Alexandre Pelletier and Arianto Sangadji Version Post-print/accepted manuscript Citation Li, T. M., Pelletier, A., & Sangadji, A. (2016). Unfree Labour and (published version) Extractive Regimes in Colonial Java and Beyond. Development and Change, 47(3), 598-611. Publisher’s statement This is the peer reviewed version of the following article: Li, T. M., Pelletier, A., & Sangadji, A. (2016). Unfree Labour and Extractive Regimes in Colonial Java and Beyond. Development and Change, 47(3), 598-611, which has been published in final form at http://dx.doi.org/10.1111/dech.12229 . This article may be used for non-commercial purposes in accordance with Wiley Terms and Conditions for Self-Archiving. How to cite TSpace items Always cite the published version, so the author(s) will receive recognition through services that track citation counts, e.g. Scopus. If you need to cite the page number of the author manuscript from TSpace because you cannot access the published version, then cite the TSpace version in addition to the published version using the permanent URI (handle) found on the record page. This article was made openly accessible by U of T Faculty. Please tell us how this access benefits you. Your story matters. Review essay _________________________________________________________________________ Unfree Labour and Extractive Regimes in Colonial Java and Beyond Tania Murray Li, Alexandre Pelletier and Arianto Sangaji __________________________________________________________________________ Jan Breman, Mobilizing Labour for the Global Coffee Market: Profits From an Unfree Work Regime in Colonial Java.
    [Show full text]
  • Low Countries Historical Review | Volume 136 (2021) | Review 8
    bmgn — Low Countries Historical Review | Volume 136 (2021) | review 8 Angelie Sens, De kolonieman. Johannes van den Bosch (1780-1844), volksverheffer in naam van de koning (Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2019, 440 pp., isbn 9789460038914). De carrière van Johannes van den Bosch was nauw verbonden met het koningschap van Willem i van Nederland. Allereerst verwierf Van den Bosch koninklijke belangstelling dankzij zijn inspanningen op sociaal gebied met de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid in 1818, en na 1826 op koloniaal vlak met zijn hervormingsplannen voor Suriname en de invoering en uitvoering van het Cultuurstelsel op Java. Meestal wordt Van den Boschs naam verbonden aan een van deze twee grootschalige projecten en is er weinig oog voor de doorgaande lijn in zijn activiteiten. Dat is opmerkelijk, omdat het maar de vraag is of de koning met zo een gewillig oor naar de koloniale hervormingsplannen van Van den Bosch had geluisterd als hij niet eerst gezien had met hoeveel daadkracht de Maatschappij van Weldadigheid werd gerealiseerd. In de biografie De kolonieman. Johannes van den Bosch (1780- 1844), volksverheffer in naam van de koning, geschreven door de cultuur- en pershistoricus Angelie Sens, komt de rode draad in Van den Boschs carrière gelukkig wel tot zijn recht. Tussen 1927 en 1970 vestigde Jacobus Johannes Westendorp Boerma de aandacht op deze flamboyante persoonlijkheid met een proefschrift, een pakkende biografie uit 1950, een bronnenpublicatie en een lange reeks artikelen. Nu heeft Sens dit alles, verrijkt met aanvullend eigen onderzoek, nog eens samengevat in een overzichtelijke en vlot geschreven biografie. Zij biedt enkele nieuwe inzichten over de eerste levensfase van Van den Bosch, dat wil zeggen, zijn jeugdjaren in Herwijnen in het rivierengebied tussen Waal en Linge, zijn diensttijd als genieofficier op Java en zijn bemoeienissen als landeigenaar in de Ommelanden van Batavia.
    [Show full text]
  • Prince Dipanagara's Pilgrim's Staff
    Archipel Études interdisciplinaires sur le monde insulindien 97 | 2019 Varia Prince Dipanagara’s Pilgrim’s Staff Le Bâton de pèlerinage du Prince Dipanagara Pauline Lunsingh Scheurleer Electronic version URL: https://journals.openedition.org/archipel/1034 DOI: 10.4000/archipel.1034 ISSN: 2104-3655 Publisher Association Archipel Printed version Date of publication: 11 June 2019 Number of pages: 87-112 ISBN: 978-2-910513-81-8 ISSN: 0044-8613 Electronic reference Pauline Lunsingh Scheurleer , “Prince Dipanagara’s Pilgrim’s Staff”, Archipel [Online], 97 | 2019, Online since 16 June 2016, connection on 16 September 2021. URL: http://journals.openedition.org/archipel/ 1034 ; DOI: https://doi.org/10.4000/archipel.1034 Association Archipel PAULINE LUNSINGH SCHEURLEER 1 Prince Dipanagara’s Pilgrim’s Staff 1Prince Dipanagara (1785-1855), a national hero of the Republic Indonesia, was the leader of the Java War (1825-1830). As a Javanese prince who took the title of Ratu Adil (Just King), he owned many weapons and other objects considered pusaka (sacred heirloom). Both during the War itself, when some were captured by Dutch commanders, and afterwards, when the prince’s personal collection of pusaka weapons were distributed among his children, a number of the pusaka in his possession still remained and many would subsequently be dispersed in collections all over the world. One of these pusaka has only recently surfaced. For a long time it had remained with the descendants of Jean Chrétien Baud (1789-1859), a post-Java War Governor-General (in office 1834-1836), after an interim period (1833-1834). In 1834 Baud went on an inspection tour, with the purpose of affirming Dutch power on the island and to check that the recently imposed Cultivation System (cultuurstelsel) was working properly.
    [Show full text]
  • A Tiny Spot on the Earth
    A Tiny Spot on the Earth A Tiny Spot on the Earth The Political Culture of the Netherlands in the Nineteenth and Twentieth Century Piet de Rooy Amsterdam University Press Cover illustration: Nationaal Archief/Spaarnestad. Photo/Wilh. L. Stuifbergen Translated by Vivien Collingwood Cover design: Suzan Beijer Lay-out: Crius Group, Hulshout Amsterdam University Press English-language titles are distributed in the US and Canada by the University of Chicago Press. isbn 978 90 8964 704 7 e-isbn 978 90 4852 415 0 (pdf) e-isbn 978 90 4852 416 7 (ePub) nur 686 © Piet de Rooy/ Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2015 All rights reserved. Without limiting the rights under copyright reserved above, no part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise) without the written permission of both the copyright owner and the author of the book. Table of Contents Introduction 7 1. Long Live the Republic! 17 1798: The Constitution 2. A New Society is Being Created Here 43 1813: The Nation State 3. Everything is a Motley 73 1848: Parliamentary Democracy 4. Following the American Example 111 1879: The Political Party 5. Justice and Love 147 Fin de siècle: Ideology 6. The Nation is Divided into Parties 185 1930: The Pillarized-Corporate Order 7. Fundamental Changes in Mentality 229 1966: The Cultural Revolution 8. That’s Not Politics! 265 2002: Populism 9. A Tiny Spot 289 Political culture Acknowledgements 299 Notes 301 Bibliography 371 Index of persons 403 All government, indeed every human benefit and enjoyment, every virtue, and every prudent act, is founded on compromise and barter.
    [Show full text]
  • Arnout Van Der Meer
    ©2014 Arnout Henricus Cornelis van der Meer ALL RIGHTS RESERVED AMBIVALENT HEGEMONY: CULTURE AND POWER IN COLONIAL JAVA, 1808-1927 by ARNOUT HENRICUS CORNELIS VAN DER MEER A dissertation submitted to the Graduate School-New Brunswick Rutgers, The State University of New Jersey In partial fulfillment of the requirements For the degree of Doctor of Philosophy Graduate Program in History Written under the direction of Professor Michael Adas And approved by: _________________________________" _________________________________" _________________________________" _________________________________New Brunswick, New Jersey " OCTOBER, 2014 ABSTRACT OF THE DISSERTATION Ambivalent Hegemony: Culture and Power in Colonial Java, 1808-1927 By ARNOUT HENRICUS CORNELIS VAN DER MEER Dissertation Director: Professor Michael Adas “Ambivalent Hegemony” explores the Dutch adoption and subsequent rejection of Javanese culture, in particular material culture like dress, architecture, and symbols of power, to legitimize colonial authority around the turn of the twentieth century. The Dutch established an enduring system of hegemony by encouraging cultural, social and racial mixing; in other words, by embedding themselves in Javanese culture and society. From the 1890s until the late 1920s this complex system of dominance was transformed by rapid technological innovation, evolutionary thinking, the emergence of Indonesian nationalism, and the intensification of the Dutch “civilizing” mission. This study traces the interactions between Dutch and Indonesian civil servants, officials, nationalists, journalists and novelists, to reveal how these transformations resulted in the transition from cultural hegemony based on feudal traditions and symbols to hegemony grounded in enhanced Westernization and heightened coercion. Consequently, it is argued that we need to understand the civilizing mission ideology and the process of modernization in the colonial context as part of larger cultural projects of control.
    [Show full text]
  • Recent Dutch-Language Publications
    Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 176 (2020) 187–201 bki brill.com/bki Recent Dutch-Language Publications Harry A. Poeze KITLV/Royal Netherlands Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies [email protected] Ernst van den Boogaart,Vreemde verwanten: De wereld buiten Europa 1400–1600. Nijmegen: Vantilt, 2019, 404 pp. ISBN: 9789460044618, price: EUR 29.95 (hard- back). From 1400 on, Europeans ventured out of their own continent in search of the unknown and in particular the many sorts of riches they imagined they would find. Before then, only occasional travelers went East and their reports, such as those of Marco Polo, were widely read and served as an impetus to discover. The Portuguese sailed ever farther south along the coast of West Africa to ulti- mately round the Cape of Good Hope and reach India and Southeast Asia. They soon settled and with Goa as their center upheld a monopoly for decades. After Marco Polo’s visit to Sumatra, it was the Portuguese who collected the price- less spices from as far as the Moluccas, with Melaka serving as their base. Soon thereafter, Europeans arrived on the North and South American continents. Van den Boogaart (1943), a well-known expert on this European expansion, describes this pushing back of frontiers in the book Vreemde verwanten, guided by the contemporary travel reports. He supplies the facts of the journeys, as well as the ethnographic details that are given in these reports, illustrated by sometimes hair-raising prints, for instance of horrible “cannibals”. By includ- ing maps, he also shows how fast cartography evolved from imagination to fact, culminating in Ortelius’ map of the world, first published in Antwerp in 1570, and discussed by Van den Boogaart in the last chapter of this book.
    [Show full text]