De Groninger Veenkoloniën (Westelijk Deel) L

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Groninger Veenkoloniën (Westelijk Deel) L De Groninger veenkoloniën (westelijk deel) L. A. H. de Smet Stichting voor Bodemkartering, Wageningen De Groninger veenkoloniën(westelij k deel) Bodemkundige en landbouwkundige onderzoekingen in het kader van de bodemkartering with a summary The peat reclamation districts of Groningen (western part) A survey of the soils and their agricultural classification De Bodemkartering van Nederland, deel XXIV 1969 Stichting voorBodemkartering Wageningen L.A .H .d eSme t Stichtingvoor Bodemkartering, Wageningen DeGroninge r veenkoloniën (westelijkdeel ) Bodemkundige en landbouwkundige onderzoekingen inhe tkade rva n de bodemkartering with a summary The peat reclamation districts of Groningen (western part) A survey of the soils and their agricultural classification ' b - ^ DEN HAAG £ ƒ»( "12 ME) 1970 ** -J x BIBLIOTHEEK , Verslagen van Landbouwkundige Onderzoekingen 722 1969 Centrum voor landbouwpublikaties en landbouwdocumentatie Wageningen M a o © Centrum voor Landbouwpublikatiese nLandbouwdocumentatie , Wageningen, 1969. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welkeande r wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van deuitgever . No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other meanswithou t written permissionfro m the publisher. Manuscript afgesloten: september1963 . Eigenpublikaties , daterende vann a 1963,genoem d in dezeteks t enopgenome n in delijs t van geraad­ pleegdeliteratuur , verschenenreed sal safzonderlijk e artikelen alsonderdele n vanhe t onderzoek in de Groninger veenkoloniën. Voorwoord Deze publikatie bevat de resultaten van het bodemkundige n landbouwkundig on­ derzoekva nd eGroninge rveenkolonië n (westelijkdeel) . De bodemkundige opname, die in 1954-1958 plaatsvond, werd verricht door D. Daniels en A. E. Klungel, bodemkundige ambtenaren van de Stichting voor Bodemkartering. Zij verzamelden ook de landbouwkundige gegevens in de periode 1955-1960. K. Wagenaar, eveneens bodemkundig ambtenaar van de Stichting voor Bodemkartering, verrichtte het tuinbouwkundig gedeelte van het onderzoek in Hoogezand-Sappemeer. De Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst Zuidelijk Groningen onder leiding van Ir. D. J. Pattje verstrekte verschillende landbouwkundige gegevens en gaf diverse inlichtingen enwaardevoll eadviezen . Dr. J. J. Schuurman en Ir. P. Boekeiva n het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid verleendenmedewerkin gaa nresp .he tbewortelings -e nhe t pF-onderzoek. Vanhe t proefplekkenonderzoek metfabrieksaardappelen , verricht in dejare n 1956 t/m 1958 door de Aardappelenquête commissieVeenkoloniën ,werde n opbrengst- en enkele anderegegeven sverzamel d door deNederlandsch eKali-Impor t Maatschappij. Het Landbouw-Economisch Instituut verschafte gegevens van de aan haar boek­ houdingdeelnemend e bedrijven. Aan alle medewerkers, ook hen, die niet met name zijn genoemd, betuig ik mijn hartelijke dank. Inhoud 1 ALGEMENE INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Doel enmethod e van het onderzoek 1 1.3 Bodemkundige enlandschappelijk e beschrijving 2 1.4 Bodemgebruik enlandbouwkundig e mogelijkheden 6 1.5 Voornaamste conclusies 7 1.5.1 Geologie 7 1.5.2 Bodemkunde 8 1.5.3 Landbouw 9 1.5.4 Cultuurtechniek 10 2 GEOLOGISCHE OPBOUW 12 2.1 Inleiding 12 2.2 Pleistocene afzettingen 12 2.3 Holocene afzettingen 16 3 ONTGINNINGSGESCHIEDENIS 19 3.1 Inleiding 19 3.2 Oorspronkelijke toestand 19 3.3 Vervening en ontginning 20 3.3.1 Geschiedenis 20 3.3.2 De randveenontginningen 22 3.3.3 De ontginningen van het centrale veengebied 23 4 BODEMKUNDIGE OPBOUW EN ASPECTEN VAN DEBODEMKUNDIG E INDELING 32 4.1 Inleiding 32 4.2 Beschrijving van bodemkundige verschillen in het terrein 32 4.2.1 De randgebieden 32 4.2.2 De oude veenkoloniën 33 4.3 Bodemvorming en profielontwikkeling 35 4.3.1 Bodemvorming en profielontwikkeling in dekzand 35 4.3.2 Bodemvormende processen invee n 37 4.4 Aspecten van debodemkundig e indeling 41 4.4.1 Hoogteligging van het bodemprofiel 41 4.4.2 Aard, humeuziteit endikt eva n debovengron d 41 4.4.3 Aard en dikte van de veenlaag 44 4.4.4 Diepteligging en aard van het zand 46 4.4.5 Legenda, indelingscriteria en gebruikte termen 47 5 BESCHRIJVING VAN DE BODEMEENHEDEN EN DE BODEMKAART 50 5.1 Inleiding 50 5.2 Veenkoloniale zandgronden (bodemeenheid 1,2 e n 3) 50 5.3 Veenkoloniale zandgronden en dunne veen- op zandgronden (bodemeen­ heid 4, 5,6 e n 7) 57 5.4 Veenkoloniale veengronden 65 5.4.1 Veenlaag geheel of alleen aan bovenzijde indrogend (bodemeenheid 8, 9, 10 en 11) 67 5.4.2 Veenlaag niet of alleen aan de bovenzijde indrogend (bodemeenheid 12, 13) 71 5.5 Bijzondere onderscheidingen (bodemeenheid 14,15) 75 5.6 Toevoegingen (Y en L) 76 6 DE ONTWIKKELING VAN HET BODEMGEBRUIK, BOUWPLAN EN TEELTMOGE- LIJKHEDEN 79 6.1 Inleiding 79 6.2 Akkerbouw 79 6.3 Tuinbouw 84 7 LANDBOUWKUNDIGE ONDERZOEKINGEN IN HET KADER VAN DE BODEMKAR- TERING 86 7.1 Inleiding 86 7.2 Hydrologische eigenschappen van het bodemprofiel 86 7.3 Bewortelbaarheidva n het veenkoloniale profiel 88 7.4 Vruchtbaarheidstoestand van deveenkolonial e grond 104 7.5 Vruchtwisseling, bemesting en opbrengsten 107 7.5.1 Vruchtopvolging 109 7.5.2 Graanenquêtes 111 7.5.3 Aardappelenquêtes 115 7.5.4 LEI-type bedrijven 119 8 DE GESCHIKTHEIDSCLASSIFICATIE EN DE BODEMGESCHIKTHEIDSKAART VOOR AKKERBOUW 123 8.1 Inleiding 123 8.2 Rangorde-methode; rangorde-bepalingen 123 8.2.1 De landbouwkundige hoedanigheden van oude veenkoloniale gronden 124 8.2.2 De grootte van en deverschille ni n de bemestingen 129 8.2.3 De grootte van en deverschille n in de opbrengsten 132 8.2.4 Rangorde-bepalingen van de bodemeenheden naar de geschiktheid voor de gewassen enva n degewasse n perbodemeenhei d 133 8.3 Geschiktheidsclassificatie 133 8.4 Beschrijving van de bodemgeschiktheidsklassen en bodemgeschiktheids- kaart 138 9 DE GESCHIKTHEIDSCLASSIFICATIE VOOR TUINBOUW 142 9.1 Inleiding 142 9.2 Verschillen in geschiktheid van deveenkolonial e grond 142 9.3 De eisen dieverschillend e teelten aan het bodemprofiel stellen 143 9.4 Globale bodemgeschiktheidsclassificatie voor tuinbouw 144 10 DE CULTUURTECHNISCHE GESCHIKTHEIDSCLASSIFICATIE, DE VEENDIKTEKAART EN DE CLASSIFICATIEKAART VOOR CULTUURTECHNISCHE DOELEINDEN 146 10.1 Inleiding 146 10.2 Veendiktekaart 146 10.3 Cultuurtechnische classificatie 147 10.4 Classificatiekaart voor cultuurtechnische doeleinden 153 SAMENVATTING 155 SUMMARY 158 ZUSAMMENFASSUNG 160 LITERATUUR 162 BIJLAGEN/ appendices 1 Bodemkaart/so/V map 2 Gedetailleerde bodem- en vruchtwisselingskaarten /detailed soil and crop rotation maps 3 Bodemgeschiktheidskaart voor akkerbouw / soil suitability mapfor arable farming 4 Veendiktekaart /map of the thickness of thepeat layer 5 Classificatiekaart voor cultuurtechnische doeleinden / classification mapfor land improvement purposes 1 Algemene inleiding 1.1 Inleiding De resultaten van het bodemkundig en landbouwkundig onderzoek inhe t westelijke deel van de oude veenkoloniën van de provincie Groningen worden in een aantal hoofdstukken vrij uitvoerig behandeld. Ieder hoofdstuk behandelt een bepaald afge­ rond onderwerp. De achtereenvolgende hoofdstukken grijpen wel min of meer in elkaar, maar de op een bepaald terrein geïnteresseerde lezer kan volstaan met het lezen van dit hoofdstuk enva n die hoofdstukken, welkezij n belangstelling hebben. In het kort zullen in deze algemene inleiding worden behandeld het doel en de methode van het onderzoek, de bodemkundige en landschappelijke beschrijving van het gebied, de landbouwkundige en cultuurtechnische mogelijkheden en de belang­ rijkste conclusies, diehe t onderzoek heeft opgeleverd. 1.2 Doele nmethod eva nhe tonderzoe k De moeilijkheden in het veenkoloniale akkerbouwbedrijf, o.a. veroorzaakt door de noodzakelijke inkrimping van de fabrieksaardappelteelt als gevolgva n het Besluit Be­ strijding Aardappelmoeheid (1950), de minder goede financiële uitkomsten van de roggeteelt in de laatste jaren en de weinig gunstige perspectieven van andere teelten, zoals maïs, olievlas, suikerbieten enz., maakten een bodemkundige en tevens een land­ bouwkundige studie van het gebied gewenst. De variaties in bodemgesteldheid zijn groot, vooral door verschillen in de profielop- bouw en de ligging van de profielen ten opzichte van de grondwaterspiegel. Enerzijds komen er gronden voor, die te hoog liggen en daardoor te droog zijn en anderzijds gronden, die te laag liggen en als gevolg daarvan te nat. Een tussengroep heeft welis­ waar een gunstiger grondwaterstand, maar dezeword t veelal toch ook nog gekenmerkt door gebreken in de profielbouw. Zowel de te droge als de te natte gronden leggen de gebruiker beperkingen ten aanzien van de gewassenkeuze, van bepaalde bodembehan­ delingen en oogstwerkzaamheden op. Ook voor een deel van de gunstiger gelegen gronden gelden in vergelijking met de betere veenkoloniale gronden nog beperkingen. Hetbodemkundi g onderzoek bestond in hoofdzaak uit het in kaart brengen van de bodemgesteldheid van het gebied. Als basis voor de legenda van de bodemkaart werd een vochttrappenindeling gekozen die op de belangrijkste bodemkundige kenmerken berust en verband houdt met de landbouwkundige eigenschappen van het profiel. In hoofdstuk 4worde n de aspecten van deze indeling besproken. Verder bestond het bo- 1 demkundig onderzoek voornamelijk in het beschrijven, bemonsteren en analyseren van de onderscheiden bodemeenheden. Hierbij werd ook gebruik gemaakt van gege­ vensva n andere onderzoekers (hfdst. 5). Het landbouwkundig onderzoek bestond vooral in het verzamelen van landbouw­ kundige
Recommended publications
  • A Geological History of Groningen's Subsurface
    A geological history of Groningen’s subsurface Erik Meijles, University of Groningen Date June 2015 Editors Jan van Elk & Dirk Doornhof Translated by E.L. Howard General introduction Ground acceleration caused by an induced earthquake is strongly dependent on the composition of local shallow soils. NAM commissioned Deltares to conduct a detailed survey of the shallow subsurface above the Groningen gas field. The survey focuses on Quaternary geology with an emphasis on the upper 50 metres. This report provides an introduction to Groningen’s Quaternary geology as a background to the comprehensive Deltares report, which has culminated in a detailed model of Groningen’s shallow subsurface. This report was written by Dr ir Erik Meijles, Assistant Professor of Physical Geography at the University of Groningen. Wim Dubelaar, Dr Jan Stafleu and Dr Wim Westerhoff of TNO Geological Survey of the Netherlands (TNO- NITG) in Utrecht assisted with editing this report and provided a number of key diagrams. Title A geological history of Groningen’s subsurface Date June 2015 Client NAM Author Erik Meijles, Assistant Professor Edited by Jan van Elk of Physical Geography and Dirk Doornhof Organization University of Groningen Organization NAM Significance for Research theme: earthquake Predicting ground acceleration research Explanation: Ground acceleration caused by an induced earthquake is strongly dependent on the composition of local shallow soils. NAM commissioned Deltares to conduct a detailed survey of the shallow subsurface above the Groningen gas field. This survey focuses on the Quaternary geology of Groningen with an emphasis on the upper 50 metres. Directly This research serves as background to the report entitled ‘Geological schematisation of related the shallow subsurface of Groningen’ written by various Deltares staff members.
    [Show full text]
  • Main Results Test with Hydrogen Train in Groningen
    MAIN RESULTS TEST WITH HYDROGEN TRAIN IN GRONINGEN CONTENTS Main Results of the Hydrogen Train Test in Groningen Result of test with hydrogen train in Groningen .......................................................4 The Test Dispensation .................................6 The Trial Runs ................................................7 The Refueling Process ..............................17 Press- and Public Information Day ........21 RESULT OF TEST WITH HYDROGEN TRAIN IN GRONINGEN At the start of 2020, after a long preparation period of as much as one and a half year, the Province of Groningen, together with various partners, did a feasibility study in the form of a pilot test with a hydrogen (battery) train (running on green hydrogen) to explore whether this could be a full-fledged sustainable alternative to the current diesel trains. The Province of Groningen sees an important role for green hydrogen • For greening the chemical sector (raw material). • As a fuel in heavy mobility (buses, trains, trucks, ships, aircraft). • As an essential piece of the puzzle regarding energy transition (storage, transportation). • This will also create new economic opportunities and employment. Pilot The trial runs were done on the track between Groningen and Leeuwarden during nighttime for a period of two weeks, with a passenger train running on green hydrogen. During the tests, the train ran a number of times at normal speed – without passengers – alternately as an intercity- and a local train – between the stations of Groningen and Leeuwarden. By these trial runs, practical experience was gained in running on hydrogen. This was the first time a train ran on hydrogen in the Netherlands. The tests focused on, among other things, the actual running, fuel consumption, and refueling.
    [Show full text]
  • Letter to the House of Representatives About Extraction
    > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Directoraat-generaal Energie, Telecom & President of the House of Representatives Mededinging of the States General Directie Energiemarkt Binnenhof 4 Bezoekadres 2513 AA THE HAGUE Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 Datum T 070 379 8911 (algemeen) Betreft Extraction decree of gas extraction in The Groningen field and reinforcement measurements. www.rijksoverheid.nl/ez Ons kenmerk DGETM-EM / 14207601 Dear President, Uw kenmerk The consequences of years of gas extraction in Groningen are becoming increasingly clear. The number of earthquakes recorded in 2012, 2013 and 2014 Bijlage(n) (until 9 December) were 93, 119 and 77 respectively. In the same period there were a total of 20, 29 and 18 tremors respectively that measured more than 1.5 on the Richter scale. It is anticipated that the strength and frequency of the earthquakes will increase over the coming years. The consequences for houses, monuments and other buildings are plain to see. The Groningen field lies in the municipalities of Appingedam, Bedum, Bellingwedde, Delfzijl, Eemsmond, Groningen, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Loppersum, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Slochteren, Ten Boer and Veendam. The sense of having a safe living environment has been eroded in the area where there are (frequent) earthquakes. This deeply affects the daily life of the residents. At the same time, gas extraction is essential to our energy supply in the Netherlands. The great majority of Dutch households use Groningen gas for their heating and cooking. Gas extraction is also an important source of revenue for the Dutch state.
    [Show full text]
  • Provincie Groningen Werkt Volgens Normen Die Zijn Vastgelegd in Een Handvest Voor Dienstverlening
    groningen Gedeputeerde Staten Aan het lid van Provinciale Staten, de heer M.S. Scheffers Datum 1 4 HAAR! 2 017 Briefnummer 2017-10.985/11/A.7 Zaaknummer 676025 Behandeld door F.B. van der Geest Telefoonnummer (050) 316 4987 Antwoord op uw brief d.d. 15 februari 2017 Bijlage Onderwerp schriftelijke vragen omtrent de subsidie aan het bureau Berenschot voor onderzoek naar een herindelingsvariant Pekela, Stadskanaal en Veendam Geachte heer Scheffers, In uw brief van 15 februari jl. heeft u ons coliege enkele schriftelijke vragen gesteld, naar aanleiding van ons besluit op 7 februari jl. om een financiële bijdrage van € 50.000 te verlenen in de kosten voor een onderzoek dat door bureau Berenschot is uitgevoerd. Een onderzoek dat de gemeenten hebben laten uitvoeren met als doel de raden te helpen een (principe)uitspraak te doen over de herindelingsvariant Pekela, Stadskanaal, Veendam. In deze brief reageren wij graag op de door u gestelde vragen. 1. Heeft u deze bijdrage beschikbaar gesteld naar aanleiding van een verzoek/aanvraag vanuit één van de betrokken gemeenten? Zo Ja welke gemeente(n) is/zijn dit. Ja, het college van Veendam heeft op 14 december 2016 een verzoek bij ons ingediend, mede namens de colleges van B&W van de gemeenten Pekela en Stadskanaal. 2. Zijn er voorwaarden verbonden aan de beschikbaar gestelde bijdrage? Zo Ja, welke zijn dit. Nee, er zijn geen voorwaarden gesteld aan de financiële bijdrage die wij aan de drie gemeenten hebben verleend. Wij hebben alle gemeenten die ons een verzoek hebben gedaan gefaciliteerd. Uitgangspunt is dat de gemeenten bepalen waarvoor zij een bijdrage wensen te ontvangen.
    [Show full text]
  • Fact Sheet Stadskanaal
    Fact sheet Stadskanaal Location map of the Stadskanaal oil field Fact sheet Stadskanaal Q4 2009 General information The Stadskanaal oil field was discovered in 1981 by NAM by well Stadskanaal-01- sidetrack-3 (STK-01-S3). There is oil in the Z2 Carbonate Member (ZEZ2C) and gas in the Upper Rotliegend Group (RO). The oil is trapped in a fault and dip closed structure. The oil is not produced due to the limited size of the field. The oil field lies in the Groningen concession of the NAM, close to the Drenthe II concession of the NAM to the southwest. The field is situated on the northwestern edge of the Lower Saxony Basin. The Zechstein 2 Carbonate is characterized by a great variation in thickness and composition within the area. To the south the Zechstein 2 Carbonate reaches a thickness of more that 190m. More information on the thickness pattern, 3D seismic and facies information is available in Van der Sanden (1996) and Geluk (2000). Regional geological information of the Zechstein 2 Carbonate, the Slochteren Formation and the Tubbergen Formation, including the structural, regional porosity distribution of the Zechstein 2 Carbonate and burial history of the area is available in map sheet VI Veendam-Hoogeveen (TNO-NITG 2000). Furthermore, a reference is made to map sheet III: Rotummeroog-Groningen for information on the sedimentology and the structural configuration of the area. Sequence of events Date Event 04-04-1963 Production license Groningen effective (NAM) 08-03-1981 Spud date Stadskanaal-01-sidetrack-3 18-04-1981 TD reached 2795
    [Show full text]
  • Geachte Leden Van Staten En Gemeenteraden, Graag Wijs Ik U Op
    Geachte leden van Staten en gemeenteraden, Graag wijs ik u op stukken met betrekking tot het spoorgoederenvervoer en ook een onderzoek in de context hierbij met de Zeehavens. Dit betreft dus ook de ontsluiting per trein van Delfzijl en de Eemshaven, Op 12 december publiceerde het Duitse Verkeersministerie ook een aantal documenten die in verband staan met het 'Masterplan Schienengüterverkehr'; hier is de link: https://www.bmvi.de/SharedDocs/DE/Artikel/StV/masterplan- schienengueterverkehr-af-TP.html?nn=14462 Tevens wil ik op een oud besluit wijzen gemaakt in het najaar 2013. In de 'Economische visie Eemsdelta 2030' wordt gesproken over een primaire goederenspoorlijn langs de N33 Framsum - Zuidbroek. Dit is de betreffende link: http://www.eemsdelta.nl/eemsdelta/visie- 2030_42143/ . In het hoofdstuk infrastructuur wordt dit bij de gemeente Deflzijl neergelegd. Zodra het om spoorlijnen gaat is de Provincie Groningen de eerste overheid die te zijn die dit project hoort te trekken. Daar zit meer specialistische kennis dan in de gemeente Delfzijl. Wat ook geldt voor Veendam - Stadskanaal. In het BO-MIRT van 22 november 2018 stond dit erover te lezen op bladzijde 35 van de bijgevoegde bijlage: 11. Reactivering Veendam-Stadskanaal; juridische verkenning v Rijk en regio onderkennen dat de spoorlijn Veendam – Stadskanaal een belangrijke bijdrage kan leveren aan de bereikbaarheid in de regio. v De provincie Groningen zoekt samen met ProRail en in afstemming met het Rijk naar mogelijkheden tot reactivering van deze spoorlijn. v Door betrokken partijen zijn hierin de afgelopen periode voortvarende stappen gezet, met name ten aanzien van de technische en juridische haalbaarheid. De provincie Groningen rondt de onderzoeken hiernaar op korte termijn af.
    [Show full text]
  • Regio Deal Oost-Groningen: Van Leefbaarheid Naar Toekomstkracht
    Regio Deal Oost-Groningen: Van Leefbaarheid naar Toekomstkracht Partijen: 1. de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten, hierna te noemen: LNV; 2. de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw drs. K.H. Ollongren; 3. de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer drs. R.W. Knops; Partijen onder 2 en 3 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: BZK; 4. de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw mr. drs. M.C.G. Keijzer, hierna te noemen: EZK; 5. de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de heer Hugo de Jonge; 6. de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de heer Paul Blokhuis; Partijen onder 5 en 6 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: VWS; 7. de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mevrouw Tamara van Ark, hierna te noemen: SZW; 8. de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Engelshoven, hierna te noemen: OCW; Partijen genoemd onder 1 tot en met 8 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: het Rijk; 9. Gedeputeerde staten van de provincie Groningen, namens deze: de heer Tjeerd van Dekken, gedeputeerde, hierna te noemen: Provincie Groningen; 10. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen, namens deze: mevrouw José van Schie, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Midden-Groningen; 11. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt, namens deze: mevrouw Cora-Yfke Sikkema, burgemeester, hierna te noemen: Gemeente Oldambt; 12. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela, namens deze: de heer Hennie Hemmes, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Pekela; 13.
    [Show full text]
  • Public Transportation “Made by OV- Bureau” How Do We Do It ?
    Public Transportation “Made by OV- bureau” How do we do it ? London 2017, June 8th ir. Erwin Stoker Manager PT development Outline Introduction • Public transportation in the Netherlands • Public transportation in Groningen Drenthe • Franchising history Cases 1. Joint development and business cases 2. Buses 3. Bus depots 4. Personnel 5. Concession Management 6. OV-chipcard and national datawarehouse public transportation I won’t bite ! Concession = Franchise Public transportation in the Netherlands PT in the Netherlands National railways (Main network) Operator: - NS Nederlandse Spoorwegen - 100% public company - Negotiated contract 2015-2025 - Ministry of Infrastructure and Environment Tracks: - Prorail - 100% public company - Negotiated contract 2015-2025 - Maintenance and extensions - Ministry of Infrastructure and Environment PT in the Netherlands: Regional PT 14 responsible public bodies - 12 provinces - Rotterdam/The Hague - Amsterdam Modes: - Regional rail - Metro - Tram - Bus Responsible for tracks/road: - Local or regional road administration Wet Personenvervoer 2000 (PT bill 2000) - Privatisation of (former) provincial and city public transport (bus) companies - Obligation for PTA to franchise all public transportation from 2000 - Exclusive right for 1 operator in a certain area or on a certain line PT in the Netherlands: PT franchises (2017) All bus contracts franchised (Except Rotterdam/The Hague and Amsterdam: negotiated contract) Public transportation in Groningen and Drenthe Population Groningen 570.000 (City of Groningen
    [Show full text]
  • Zijne Excellentie De Heer Frans TIMMERMANS Minister Van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 NL - 2500 EB Den Haag
    EUROPEAN COMMISSION Brussels, 16.09.2014 C(2014) 6429 final PUBLIC VERSION This document is made available for information purposes only. SUBJECT: State aid SA.39108 (2014/N) – The Netherlands Regional aid map 2014-2020 Sir, 1. PROCEDURE (1) On 28 June 2013 the Commission adopted the Guidelines on regional State aid for 2014- 20201 (hereinafter "RAG"). Pursuant to paragraph 178 of the RAG, each Member State should notify to the Commission, following the procedure of Article 108(3) of the Treaty for the Functioning of the European Union, a single regional aid map applicable from 1 July 2014 to 31 December 2020. In accordance with paragraph 179, the approved regional aid map is to be published in the Official Journal of the European Union, and will constitute an integral part of the RAG. (2) By electronic notification dated 18 July 2014, registered at the Commission on the same day, the Dutch authorities duly notified a proposal for the Dutch regional aid map for the period from 1 July 2014 to 31 December 2020. 2. DESCRIPTION OF THE NOTIFIED REGIONAL AID MAP (3) In their notification, the Dutch authorities propose to designate seven non-predefined 'c' areas with a total population2 of 1,254,830 inhabitants, or 7.478% of the national population of 16,779,575, as eligible for regional aid under the derogation provided in Article 107(3)(c) of the TFEU for the period from 1 July 2014 to 31 December 2020. All 1 OJ C 209, 23.7.2013, p.1. 2 All population figures in this document refer to the resident population of the Netherlands of 2013 (source: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)).
    [Show full text]
  • V O O R D R a C H T
    v o o r d r a c h t 12 maart 2019 Documentnummer: 2019-020233, MB Dossiernummer : K1593 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen voor een realisatiebesluit van de reactivering van de spoorverbinding Veendam-Stadskanaal. 1. Samenvatting Het reactiveren van de verbinding Veendam - Stadskanaal voor het openbaar vervoer per spoor is essentieel voor de sociaal economische ontwikkeling en vitaliteit van de regio. Een regio waar het gezien de toch perifere ligging extra belangrijk is dat steden zoals Stadskanaal en Emmen met hun economisch belang en hun (zorg)voorzieningen goed bereikbaar zijn. Een eerste stap in het verbeteren van de bereikbaarheid per spoor in deze regio was de reactivering van de spoorlijn Groningen - Veendam. Wij staan nu aan de vooravond van de tweede stap, de reactivering van het spoor tussen Veendam en Stadskanaal. Met deze voordracht stellen wij uw Staten namelijk voor een realisatiebesluit te nemen voor de reactivering van de spoorverbinding Veendam - Stadskanaal. De afgelopen jaren is gewerkt om te komen tot een voorkeursoplossing voor deze tweede stap. Deze voorkeursoplossing is nu bekend waardoor aan uw Staten kan worden voorgesteld om een realisatiebesluit te nemen over deze tweede stap, waarmee de huidige treindienst Groningen - Veendam kan doorrijden naar Stadskanaal. De huidige voorkeursoplossing gaat daarmee uit van het doorrijden van de huidige stoptreinen. De reistijd Groningen - Stadskanaal bedraagt bij deze stap 2 zo'n 41 minuten. Tijdens het onderzoek naar deze voorkeursoplossing, hebben wij geconstateerd dat er goede kansen zijn om ook snel een derde stap te nemen; namelijk een sneltrein naar Stadskanaal in plaats van een stoptrein.
    [Show full text]
  • Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief Pekela - Veendam
    Ruimtelijk ontwikkelingsperspectief Pekela - Veendam Pekela - Veendam 1 Een “Kainstobbe” of fossiel stuk veenhout. Tevens de naam van de locatie van de eerste werksessie ten behoeve van het Ruimtelijk ontwikkelingsperspectief. 2 Ruimtelijk ontwikkelingsperspectief voorwoord De gemeenten Pekela en Veendam werken al een aantal jaren succesvol samen. Als één van de resultaten hiervan ligt nu voor u het Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief Pekela-Veendam. Het ontwikkelingsperspectief gaat over de ruimtelijke kwaliteit van beide gemeenten en hoe wij de geconstateerde waarden op het vlak van cultuurhistorie, landschap en stedenbouw met elkaar kunnen door ontwikkelen. Het perspectief legt geen normen op, maar geeft aan de hand van kwalitatieve regieaanwijzingen een duidelijke koers en richting hoe we om kunnen gaan met onze dagelijkse leefomgeving. Het kwalitatieve en integrale karakter van het perspectief sorteert voor op de nieuwe Omgevingswet, waarin deze benadering centraal staat. Kwaliteiten Als er iets duidelijk is geworden tijdens het totstandkomingsproces van dit perspectief is het wel dat Pekela en Veendam beschikken over veel kwaliteiten. Nu zullen er sommigen onder u zijn die dit altijd al gezegd hebben, maar voor velen binnen en buiten onze gemeenten zal dit toch verrassend zijn. Daarom gaan we de geconstateerde waarden uit het perspectief allereerst delen met onze burgers en de verschillende vakdisciplines binnen en buiten onze gemeenten. Door bewustwording creëren we gunstige uitgangscondities om met elkaar, bij het maken van plannen, verder in gesprek te gaan en te werken aan een mooi en vitaal gebied van Pekela en Veendam. Beleid Het Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief wordt gebruikt als onderlegger voor het toekomstige, ruimte gerelateerde, beleid van de beide gemeenten. Het gedachtegoed en onderdelen van het perspectief worden meegenomen in omgevingsvisies, omgevingsplannen en andere beleidsinstrumenten om de ruimtelijke kwaliteit te behouden en versterken.
    [Show full text]
  • The Northern Netherlands Hydrogen Investment Plan 2020 Expanding the Northern Netherlands Hydrogen Valley
    THE NORTHERN NETHERLANDS HYDROGEN INVESTMENT PLAN 2020 EXPANDING THE NORTHERN NETHERLANDS HYDROGEN VALLEY October 2020 TABLE OF CONTENTS Preface 3 Executive summary 4 01 An attractive opportunity for the Netherlands 6 02 A unique position for the Northern Netherlands 14 03 A blueprint for the rest of Europe 20 04 A road map to 2030 24 05 Support needed – ten actions 28 06 Implementation plan for the next 18 months 32 Appendix 36 TABLE OF CONTENTS 2 PREFACE Over the past several years, the Northern tem. To highlight the ambitious nature of the the European gas industry, the Netherlands is Netherlands has accelerated its hydrogen Northern Netherlands, one goal of the region favourably positioned to build on its heritage project pipeline together with its ambitions is to have offshore hydrogen production by of natural gas excellence to accelerate hy- of becoming the leading European hydro- 2030. Whereas the project pipeline in the 2019 drogen development and lead this emerging gen ecosystem. The Northern Netherlands Investment Agenda was worth EUR 2.8 billion industry. A leading Dutch hydrogen industry has received recognition from the Fuel Cells in total, all investments in this 2020 Investment has the potential to attract global businesses, and Hydrogen Joint Undertaking (FCH Plan amount to over EUR 9 billion. investments, and talent – it would provide the JU)¹ Hydro gen Valley grant as the leading Netherlands with the opportunity of securing European Hydrogen Valley developing a In the buildup of a hydrogen ecosystem like 66,000 existing recurring FTEs (e.g., in gas in- full-fledged green hydrogen value chain, this, the region faces technical and economic frastructure, mobility), attracting 41,000 new and is highlighted as a target region for the challenges, and also needs to address societal recurring FTEs (e.g., in maintenance, opera- European Just Transition Fund.
    [Show full text]