De Groninger Veenkoloniën (Westelijk Deel) L
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Groninger veenkoloniën (westelijk deel) L. A. H. de Smet Stichting voor Bodemkartering, Wageningen De Groninger veenkoloniën(westelij k deel) Bodemkundige en landbouwkundige onderzoekingen in het kader van de bodemkartering with a summary The peat reclamation districts of Groningen (western part) A survey of the soils and their agricultural classification De Bodemkartering van Nederland, deel XXIV 1969 Stichting voorBodemkartering Wageningen L.A .H .d eSme t Stichtingvoor Bodemkartering, Wageningen DeGroninge r veenkoloniën (westelijkdeel ) Bodemkundige en landbouwkundige onderzoekingen inhe tkade rva n de bodemkartering with a summary The peat reclamation districts of Groningen (western part) A survey of the soils and their agricultural classification ' b - ^ DEN HAAG £ ƒ»( "12 ME) 1970 ** -J x BIBLIOTHEEK , Verslagen van Landbouwkundige Onderzoekingen 722 1969 Centrum voor landbouwpublikaties en landbouwdocumentatie Wageningen M a o © Centrum voor Landbouwpublikatiese nLandbouwdocumentatie , Wageningen, 1969. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welkeande r wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van deuitgever . No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other meanswithou t written permissionfro m the publisher. Manuscript afgesloten: september1963 . Eigenpublikaties , daterende vann a 1963,genoem d in dezeteks t enopgenome n in delijs t van geraad pleegdeliteratuur , verschenenreed sal safzonderlijk e artikelen alsonderdele n vanhe t onderzoek in de Groninger veenkoloniën. Voorwoord Deze publikatie bevat de resultaten van het bodemkundige n landbouwkundig on derzoekva nd eGroninge rveenkolonië n (westelijkdeel) . De bodemkundige opname, die in 1954-1958 plaatsvond, werd verricht door D. Daniels en A. E. Klungel, bodemkundige ambtenaren van de Stichting voor Bodemkartering. Zij verzamelden ook de landbouwkundige gegevens in de periode 1955-1960. K. Wagenaar, eveneens bodemkundig ambtenaar van de Stichting voor Bodemkartering, verrichtte het tuinbouwkundig gedeelte van het onderzoek in Hoogezand-Sappemeer. De Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst Zuidelijk Groningen onder leiding van Ir. D. J. Pattje verstrekte verschillende landbouwkundige gegevens en gaf diverse inlichtingen enwaardevoll eadviezen . Dr. J. J. Schuurman en Ir. P. Boekeiva n het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid verleendenmedewerkin gaa nresp .he tbewortelings -e nhe t pF-onderzoek. Vanhe t proefplekkenonderzoek metfabrieksaardappelen , verricht in dejare n 1956 t/m 1958 door de Aardappelenquête commissieVeenkoloniën ,werde n opbrengst- en enkele anderegegeven sverzamel d door deNederlandsch eKali-Impor t Maatschappij. Het Landbouw-Economisch Instituut verschafte gegevens van de aan haar boek houdingdeelnemend e bedrijven. Aan alle medewerkers, ook hen, die niet met name zijn genoemd, betuig ik mijn hartelijke dank. Inhoud 1 ALGEMENE INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Doel enmethod e van het onderzoek 1 1.3 Bodemkundige enlandschappelijk e beschrijving 2 1.4 Bodemgebruik enlandbouwkundig e mogelijkheden 6 1.5 Voornaamste conclusies 7 1.5.1 Geologie 7 1.5.2 Bodemkunde 8 1.5.3 Landbouw 9 1.5.4 Cultuurtechniek 10 2 GEOLOGISCHE OPBOUW 12 2.1 Inleiding 12 2.2 Pleistocene afzettingen 12 2.3 Holocene afzettingen 16 3 ONTGINNINGSGESCHIEDENIS 19 3.1 Inleiding 19 3.2 Oorspronkelijke toestand 19 3.3 Vervening en ontginning 20 3.3.1 Geschiedenis 20 3.3.2 De randveenontginningen 22 3.3.3 De ontginningen van het centrale veengebied 23 4 BODEMKUNDIGE OPBOUW EN ASPECTEN VAN DEBODEMKUNDIG E INDELING 32 4.1 Inleiding 32 4.2 Beschrijving van bodemkundige verschillen in het terrein 32 4.2.1 De randgebieden 32 4.2.2 De oude veenkoloniën 33 4.3 Bodemvorming en profielontwikkeling 35 4.3.1 Bodemvorming en profielontwikkeling in dekzand 35 4.3.2 Bodemvormende processen invee n 37 4.4 Aspecten van debodemkundig e indeling 41 4.4.1 Hoogteligging van het bodemprofiel 41 4.4.2 Aard, humeuziteit endikt eva n debovengron d 41 4.4.3 Aard en dikte van de veenlaag 44 4.4.4 Diepteligging en aard van het zand 46 4.4.5 Legenda, indelingscriteria en gebruikte termen 47 5 BESCHRIJVING VAN DE BODEMEENHEDEN EN DE BODEMKAART 50 5.1 Inleiding 50 5.2 Veenkoloniale zandgronden (bodemeenheid 1,2 e n 3) 50 5.3 Veenkoloniale zandgronden en dunne veen- op zandgronden (bodemeen heid 4, 5,6 e n 7) 57 5.4 Veenkoloniale veengronden 65 5.4.1 Veenlaag geheel of alleen aan bovenzijde indrogend (bodemeenheid 8, 9, 10 en 11) 67 5.4.2 Veenlaag niet of alleen aan de bovenzijde indrogend (bodemeenheid 12, 13) 71 5.5 Bijzondere onderscheidingen (bodemeenheid 14,15) 75 5.6 Toevoegingen (Y en L) 76 6 DE ONTWIKKELING VAN HET BODEMGEBRUIK, BOUWPLAN EN TEELTMOGE- LIJKHEDEN 79 6.1 Inleiding 79 6.2 Akkerbouw 79 6.3 Tuinbouw 84 7 LANDBOUWKUNDIGE ONDERZOEKINGEN IN HET KADER VAN DE BODEMKAR- TERING 86 7.1 Inleiding 86 7.2 Hydrologische eigenschappen van het bodemprofiel 86 7.3 Bewortelbaarheidva n het veenkoloniale profiel 88 7.4 Vruchtbaarheidstoestand van deveenkolonial e grond 104 7.5 Vruchtwisseling, bemesting en opbrengsten 107 7.5.1 Vruchtopvolging 109 7.5.2 Graanenquêtes 111 7.5.3 Aardappelenquêtes 115 7.5.4 LEI-type bedrijven 119 8 DE GESCHIKTHEIDSCLASSIFICATIE EN DE BODEMGESCHIKTHEIDSKAART VOOR AKKERBOUW 123 8.1 Inleiding 123 8.2 Rangorde-methode; rangorde-bepalingen 123 8.2.1 De landbouwkundige hoedanigheden van oude veenkoloniale gronden 124 8.2.2 De grootte van en deverschille ni n de bemestingen 129 8.2.3 De grootte van en deverschille n in de opbrengsten 132 8.2.4 Rangorde-bepalingen van de bodemeenheden naar de geschiktheid voor de gewassen enva n degewasse n perbodemeenhei d 133 8.3 Geschiktheidsclassificatie 133 8.4 Beschrijving van de bodemgeschiktheidsklassen en bodemgeschiktheids- kaart 138 9 DE GESCHIKTHEIDSCLASSIFICATIE VOOR TUINBOUW 142 9.1 Inleiding 142 9.2 Verschillen in geschiktheid van deveenkolonial e grond 142 9.3 De eisen dieverschillend e teelten aan het bodemprofiel stellen 143 9.4 Globale bodemgeschiktheidsclassificatie voor tuinbouw 144 10 DE CULTUURTECHNISCHE GESCHIKTHEIDSCLASSIFICATIE, DE VEENDIKTEKAART EN DE CLASSIFICATIEKAART VOOR CULTUURTECHNISCHE DOELEINDEN 146 10.1 Inleiding 146 10.2 Veendiktekaart 146 10.3 Cultuurtechnische classificatie 147 10.4 Classificatiekaart voor cultuurtechnische doeleinden 153 SAMENVATTING 155 SUMMARY 158 ZUSAMMENFASSUNG 160 LITERATUUR 162 BIJLAGEN/ appendices 1 Bodemkaart/so/V map 2 Gedetailleerde bodem- en vruchtwisselingskaarten /detailed soil and crop rotation maps 3 Bodemgeschiktheidskaart voor akkerbouw / soil suitability mapfor arable farming 4 Veendiktekaart /map of the thickness of thepeat layer 5 Classificatiekaart voor cultuurtechnische doeleinden / classification mapfor land improvement purposes 1 Algemene inleiding 1.1 Inleiding De resultaten van het bodemkundig en landbouwkundig onderzoek inhe t westelijke deel van de oude veenkoloniën van de provincie Groningen worden in een aantal hoofdstukken vrij uitvoerig behandeld. Ieder hoofdstuk behandelt een bepaald afge rond onderwerp. De achtereenvolgende hoofdstukken grijpen wel min of meer in elkaar, maar de op een bepaald terrein geïnteresseerde lezer kan volstaan met het lezen van dit hoofdstuk enva n die hoofdstukken, welkezij n belangstelling hebben. In het kort zullen in deze algemene inleiding worden behandeld het doel en de methode van het onderzoek, de bodemkundige en landschappelijke beschrijving van het gebied, de landbouwkundige en cultuurtechnische mogelijkheden en de belang rijkste conclusies, diehe t onderzoek heeft opgeleverd. 1.2 Doele nmethod eva nhe tonderzoe k De moeilijkheden in het veenkoloniale akkerbouwbedrijf, o.a. veroorzaakt door de noodzakelijke inkrimping van de fabrieksaardappelteelt als gevolgva n het Besluit Be strijding Aardappelmoeheid (1950), de minder goede financiële uitkomsten van de roggeteelt in de laatste jaren en de weinig gunstige perspectieven van andere teelten, zoals maïs, olievlas, suikerbieten enz., maakten een bodemkundige en tevens een land bouwkundige studie van het gebied gewenst. De variaties in bodemgesteldheid zijn groot, vooral door verschillen in de profielop- bouw en de ligging van de profielen ten opzichte van de grondwaterspiegel. Enerzijds komen er gronden voor, die te hoog liggen en daardoor te droog zijn en anderzijds gronden, die te laag liggen en als gevolg daarvan te nat. Een tussengroep heeft welis waar een gunstiger grondwaterstand, maar dezeword t veelal toch ook nog gekenmerkt door gebreken in de profielbouw. Zowel de te droge als de te natte gronden leggen de gebruiker beperkingen ten aanzien van de gewassenkeuze, van bepaalde bodembehan delingen en oogstwerkzaamheden op. Ook voor een deel van de gunstiger gelegen gronden gelden in vergelijking met de betere veenkoloniale gronden nog beperkingen. Hetbodemkundi g onderzoek bestond in hoofdzaak uit het in kaart brengen van de bodemgesteldheid van het gebied. Als basis voor de legenda van de bodemkaart werd een vochttrappenindeling gekozen die op de belangrijkste bodemkundige kenmerken berust en verband houdt met de landbouwkundige eigenschappen van het profiel. In hoofdstuk 4worde n de aspecten van deze indeling besproken. Verder bestond het bo- 1 demkundig onderzoek voornamelijk in het beschrijven, bemonsteren en analyseren van de onderscheiden bodemeenheden. Hierbij werd ook gebruik gemaakt van gege vensva n andere onderzoekers (hfdst. 5). Het landbouwkundig onderzoek bestond vooral in het verzamelen van landbouw kundige