A1ib000000d8unzaaz.Pdf
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
NEO-BOOGIE-WOOGIE JAZZ 7, 8 EN 9 APRIL 92 \ NEO-BOOGIE-WOOGIE DINS DAG 7 APRIL 92 ZWARTE ZAAL Marilyn Crispell plano Irene Schweizer piano Georg Grawe piano WOENSDAG 8 APRIL 92 BLAUWE ZAAL Paul Bley piano ism. Radio 1 DONDERDAG 9 APRIL 92 BLAUWE ZAAL Het Belgisch Pianokwartet Marilyn Crispell piano Fred Van Hove piano Walter Hus piano Eddy Loozen piano Inleidend gesprek door Rob Leurentop telkens om 19.15 uur aanvang concert 20.00 uur WOENSDAG 7 APRIL 41 g een pauze einde concert omstreeks 21.00 uur Zwarte Zaal * DONDERDAG 8 APRIL pauze 20.45 uur einde concert omstreeks 22.00 uur Blauwe Zaal VRIJDAG 9 APRIL pauze 20.45 uur einde concert omstreeks 22.00 uur Blauwe Zaal MARILYN CRISPELL Marilyn Crispell studeerde piano en compositie aan het New England Con servatory of Music. De jazz ontdekte ze door de muziek van John Coltrane en Cecil Taylor, artiesten waarmee ze het meest vergeleken wordt. Ze is het best bekend van haar werk met Anthony Braxton, die ze in 1978 ontmoette op de Creative Music Studio in Woodstock, New York. Crispell maakte vanaf 1986 ook deel uit van de Reggie Workman Quartet, hij is ook lid van haar trio met de drummer Gerry Hemingway. Marilyn Crispell werkte samen met Anthony Davis op de New York City Opera's World premiere van zijn opera 'X', en met Oliver Lake, Pauline Oliveros, Roscoe Mitchell, de dichter Ed Sanders, de Afrikaanse percussionist Olatunji, componisten Robert Cogan en Pozzi Escot, de Saxofonist Tim berne en de drummer Paul Motian. IRENE SCHWEIZER GEORG GRAWE Irene Schweizer kreeg een klassieke Georg Grawe stichtte in 1974 het Georg piano-opleiding en besliste op haar Grawe Quintet en is sindsdien profes- twaalf jaar de jazz-wereld in te stappen. sioneel werkzaam als componist en uit- In Zurich trad ze op in trio met de reper voerder. In 1981 vormde hij het Gruben toires van Bill Evans en McCoy Tyner. Klankorkest, een kamerensemble met In de jaren zestig ontmoette ze Paul een internationale bezetting van 10 tot Favre, waarmee ze tesamen met de 12 leden. Als componist en dirigent contrabassist Peter Kowald een trio werkte Gräwe mee aan theaterprojecten vormde. Sinds 1970 treedt ze regelma- in de theaters van Bochum, Keulen en tig op met Gerd Dudek, Peter Brötz- het Burgtheater te Wenen, alsook aan mann, Manfred Schoof, Harry Miller, verscheidene radio- en televisie-projec- Louis Moholo. Ze stichte tevens de ten. Musiker Kooperative Schweiz en speel- de met de European Jazz Unity, met John Tchicai en sinds 1973 regelmatig met de Saxofonist Rüdiger Carl. Irene Schweizer is de pianiste van de vrije improvisatie, met een grote zin voor de vorm, die in de loop van het discours gestalte krijgt. Een percussieve toucher, een uiterste beheersing van de dynamiek en de kwaliteit van de klank maken haar een van de belangrijkste fi- guren van de Europese gei'mproviseerde muziek. PAUL BLEY Paul Bley is zonder overdrijven een der ware originelen op het jazzpad, een man die ondanks een rijkgevulde carrière nog steeds verrast, een pianist die bijna si- multaan met Bill Evans (maar met een ander uitgangspunt) een diafane jazz- stijl op de been bracht die met figuren als Chick Corea en zeker Keith Jarrett tot de norm is gaan behoren. Het lijkt bij het beluisteren van Bley's delikate oeuvre moeilijk begrijpbaar dat hij de jazzwereld instapte als een fervente bewonderaar van zijn landgenoot Oscar Peterson. In 1949, op zijn zeventiende erfde Bley zelfs Petersons begeleiders en verving hij de meester in zijn vertrouwde clubs toen die naar de Verenigde Staten trok om er car rière te maken. Een jaar later volgde Bley zijn idool tot in New York, maar daar scheidden de wegen. Bley koos voor een vervolmaking in compositie en orkest- leiding aan de Juilliard School. Zijn eer- ste plaat nam Bley op in trio met Charles Mingus en Art Blakey. In de jaren vijftig verblijft hij voornamelijk in Californie, waar hij speelt met Chet Baker, in trio met Charlie Haden en Billy Higgins; vanaf 1958 voegen Ornette Coleman en Don Cherry zieh tot de groep. Later verenigt hij zieh in trio met onder meer Steve Swallow, Jimmy Giuffre, Gary Peacock, Don Ellis en Sonny Rollins. In 1968 begint Paul Bley zieh te interesseren voor de synthesiser en verlaat hij voor een tijdje de hem zeer nauw aan het hart liggende triobezetting. Daarna rieht hij zijn aan- dacht vooral op solistisch werk en wordt hij één van de grootste specialisten van de jazzpiano. In de tweede helft van de jaren '80, speelt Bley ook in kwartet met John Surman, Bill Frisell en Paul Motain. BELGISCH PIANOKWARTET Het Belgisch Pianokwartet is een pvba, een pianistenviertal met beperkte aan- sprakelijkheid. Het is een indrukwek- kende confrontatie van vier verschil- — j lende pianostijlen en temperamenten. Walter Hus, voormalig lid van het Bel gisch Pianokwartet, treedt opnieuw aan als vervanger van Christian Leroy. Hij is de akademisch gevormde pool, gei'n- teresseerd in een constructieve concep- tie van muziek. Verder is er de uitbundige Eddy Loozen, grotendeels autodidact en gepassio- neerd als een jazzmusicus waaruit een emotioneel leven en pianospel volgt. Fred Van Hove is de oudste van het vier- tal; al een kwajdeeuw leeft hij van de vrije improvisatiemuziek, hij is een in ternationale autoriteit op dit gebied. Als vierde element wordt Marilyn Crispell met haar troeblerende lyriek toegevoegd. In het pianokwartet wisselen giganti sche klankmassa's en brutale ritmische pulsen elkaar plots af met naieve melo- dieen. Het schema van het kwartet wordt voortdurend overhoop gehaald door zijn vier personages die, om beur- ten, nu eens innig samenwerken, dan weer mekaar uitdagen en in de weg staan. Het kwartet trad met veel bijval op bij manifestaties als Nacht van de Poezie, Kaaitheaterfestival, Free Music 84 Ant werpen, Week van de Hedendaagse Mu ziek Gent, Jazz Middelheim 85. De diversiteit van deze manifestaties kan duiden op de brede waaier van mo- gelijkheden van het ensemble. CD NEO BOOGIE WO O Gl E : teursvan adembenemende muzikale ar- SPANNING IN HET GRENSGEBIED chitectuur. De magie van de boogie woogie inspi- reerde Mondriaan tot zijn boogie woogie. In en uit elkaar schuivende for- Marilyn Crispell, Irene Schweizer, maties, puur en kleurrijk gestold in een Georg Gräwe, Paul Bley, Fred Van Hove, verbündend wit alchemisch moment. Eddy Loozen, Walter Hus als vervanger (Met welke hand geschilderd? Rechts? van Christian Leroy. Zeven pianisten, Links?). zeven eigen en eigenzinnige visies op de Na het klassieke hoogtepunt van de jazz en zijn randgebieden. Twee-, vier-, magistrale pianoduo's en -trio's stierf zes- en achthandig, met improvisatie als de boogie woogie uit als genre, voor- sleutelwoord, spelen zij boogie woogie goed. Maar de mentaliteit - of mögen wij met de geschiedenis van de muziek. zeggen de Gestalt? - van de boogie woogie bleef herkenbaar door de wereld Wij schrijven 1925. In Chicago rijden de van de jazz: het plotse verspringen van treinen, verspringen wissels. Tegen, het perspectief, het collage-achtige, het rond en over het ostinato van linkerhan- tegendraadse, het links tegen rechts, den stippelen rechterhanden grillige boven tegen onder, vraag tegen ant- trajecten van een vreemde schoonheid woord, ja tegen nee, het een tegen het uit. Jimmy Blythe en Chicago Stomp. ander, kortom het grote Tegen. Meade Lux Lewis en Honky Tonk Train Zo speelde de jazz jarenlang zijn rech- Blues. Clarence Pinetop Smith en het terhandmotieven tegen de linkerhand onsterfelijke Pinetop's Boogie Woogie. van de tijd, de samenleving, de geschie De rechterhand, passie, hart, onafhan- denis, de geschiedenis van de jazz in- kelijk. "Elle brode des riffs et des cluis. Zo, tegen, rond en over de nog phrases..." schrijft de respectabele rondvliegende brokstukken van de mu- Dictionnaire du Jazz. "Elle crée souvent ziekgeschie-denis na de reeks ontplof- des rhythmes qui contrecarrent la main fingen (de bebop-bang, de hardbop- gauche". Linkerhand,orde,rede, veran- bang, de New Thing-bang, de neo-bang, kerd. de post-bang) stippelen andere, nieuwe De aanstekelijke spanning die ontstond meesters vandaag weer andere, nieuwe in het grensgebied tussen links en grillige trajecten van zo mogelijk nog rechts, tussen beide handen - was dat vreemdere schoonheid uit. misschien wat men swing noemde? Een fascinerende poging om de stukjes Later, in de jaren dertig, in het be- van een gigantische muziekpuzzel weer faamde Café Society in New York, samen te voegen. Wat telkens weer mis- hoorde men die swing verdubbeld, ja lukt. Gelukkig maar, want wat is mooier zelfs verdrievoudigd, toen één, twee, dan de heldhaftige, nutteloze poging? drie maestros samen speelden op één, Het gaat eraan toe zoals bij de Duitse twee, drie piano's. Meade Lux Lewis, kunstenaar Dietmann die vazen stuk- Pete Johnson en Albert Ammons die bij smijt om ze weer in elkaar te kleven tot zichzelf een vinger amputeerde bij het iets wat er een beetje maar niet te veel prepareren van een hamburger - voor- op lijkt. malige taxichauffeurs en andere nobele Het onhandige, dubieuze eindresultaat beroepen, nu gehuld in smoking, au- overtreft steevast het origineel. Paul Bley, voor het eerst in België, zijn (overigens verdiende) reputatie speelt, geheel alleen, de woogie van van beeldenstormer. transformatie en recyclage tegenover de Hij is de kracht, het brein achter het boogie van de clichés van de moderne Belgisch Pianokwartet, het achthandige jazz. De man uit Montreal is perfect ge- ensemble dat Jazz Middelheim in ver- plaatst om dat te doen. Hij begon als voering bracht met een wervelende mu- gezwind imitator van Oscar Peterson, zikale stoelendans. Muziekspektakel, speelde zowel met de oude saxofoon- spektakelmuziek, weer een ander meester Coleman Hawkins als met de boogie woogie spel tussen verschillende revolutionaire Sonny Rollins, en ont- persoonlijkheden: Van Hove, de nobele, wikkelde zieh via de samenwerking met de wat constructieve Hus, de energieke Charles Mingus, Ornette Coleman en Eddy Loozen.