Buitenmuseum Zuiderzeemuseum Cultuurhistorisch Onderzoek
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
BUITENMUSEUM ZUIDERZEEMUSEUM CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK PROJECTNUMMER V14 | STEENHUISMEURS VENNEBROEK | JANUARI 2020 Voorpagina: Zuiderzeemuseum, 2018 [The Flying Dutchmen] 2 BUITENMUSEUM ZUIDERZEEMUSEUM INHOUD INLEIDING 5 4. REALISATIEFASE 45 Gebouwen 1. VOORGESCHIEDENIS 7 Buitenruimte De Hindelooperkamer Omgeving Fragmentengebouw Programmering en beheer Nederlands Openluchtmuseum, Arnhem Zaanse Schans 5. ZUIDERZEEMUSEUM BEELDIMPRESSIE 58 Zuiderzeemuseum Conclusie 6. WAARDERING 73 Kernwaarden 2. VOORGESCHIEDENIS BUITENMUSEUM 13 Cultuurhistorische waarde Monumentendag, 1942 Museologische waarde Het rapport van de Rijkscommissie voor Advies inzake de Musea, 1943 Landschappelijke waarde Commissie van advies van een Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, 1943 Stedenbouwkundige en ensemblewaarden Besluitvorming Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, 1948 Architectonische waarde 3. PLANVORMING BUITENMUSEUM 1946-1968 25 Ontwerpen voor het Buitenmuseum: Bouma 1946-1955 BRONNEN EN EINDNOTEN 89 Uitgangspunten voor het Buitenmuseum, 1956 Literatuur Ontwerp Buitenmuseum: Fleddérus, 1958 Geraadpleegde archieven De bouwcommissie, 1965 Eindnoten Opslagloods en kapel Den Oever, 1965-66 Beplantingsplan Kelder, 1965-66 COLOFON 93 Op zoek naar oude panden, 1966-67 Dijkaanleg en andere gewijzigde omstandigheden, 1967 Schetsontwerp buitenmuseum, Janse 1967 Van Bouwcommissie naar Commissie Buitenmuseum Structuurvisie Buitenmuseum: Heijligenberg, 1968 STEENHUISMEURS 3 4 BUITENMUSEUM ZUIDERZEEMUSEUM INLEIDING Het Nederland van vóór de Afsluitdijk is tegenwoordig niet haven niet meer bereiken. Tussen 1650 en 1850 daalde Het Zuiderzeemuseum is een rijksmuseum en is als zodanig meer goed voor te stellen. De Zuiderzee en de Waddenzee de bevolking van 22.000 naar 5.400 inwoners. Nadat onderdeel van de collectie Nederland. Het leeuwendeel van liepen in elkaar over en vormden een (voor Nederlandse de Afsluitdijk in 1932 was voltooid, lag Enkhuizen niet de Rijkscollectie (collectie Nederland) wordt beheerd door begrippen) enorme binnenzee. De invloed van die zee langer aan zee. De stad was meer dan bereid om het de voormalige Rijksmusea, die in 1994 zijn verzelfstandigd. was tot in het hart van het land voelbaar. De provincies Zuiderzeemuseum, waar de verloren cultuur van de dorpen De musea hebben de collecties in bruikleen van de Gelderland, Overijssel en Utrecht lagen aan zee. De en stadjes rond de Zuiderzee in vol bedrijf zou worden staat. De verantwoordelijkheid voor de Rijkscollectie ligt Zuiderzee had vier eilanden: Urk, Schokland, Marken en getoond, welkom te heten. grotendeels bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wieringen. De grote centrale watervlakte vormde een Wetenschap. Net als in het Openluchtmuseum in Arnhem is barrière van jewelste tussen het noorden en het westen Het Zuiderzeemuseum trekt jaarlijks 300.000 bezoekers en er voor gekozen om deze museumstatus niet te combineren van het land. De landschappelijke en culturele verschillen bestaat uit een Binnenmuseum en een Buitenmuseum. Het met de aanwijzing van rijksmonumenten of een beschermd tussen Friesland, Noord-Holland en de Veluwe waren Binnenmuseum richt zich op het systematisch opbouwen, dorpsgezicht. Dat maakt dat het Buitenmuseum in een groot. Maar de zee verbond ook al deze gebieden, dankzij onderzoeken en presenteren van een cultuurhistorische planologisch ‘zwart gat’ is beland, omdat niet precies vastligt de visserij, de scheepsbouw en het vervoer over water. collectie. Het is gevestigd in een reeks historische wat tot de rijkscollectie moet worden gerekend en wat niet – De aanleg van de Afsluitdijk (1932) betekende het einde panden aan de Wierdijk, met uitzicht op de haven. Het en hoe zich dat verhoudt tot ruimtelijke ontwikkelingen in de van de Zuiderzeecultuur, zoals die zich in de loop van Buitenmuseum, geopend in 1983, ligt op de zuidelijke omgeving. De huidige planvorming voor het Enkhuizerzand eeuwen had gevormd. Met een visserijtentoonstelling in punt van het Enkhuizer Zand. Dit is een buitendijks heeft deze vraag actueel gemaakt en was de concrete Enkhuizen (1930), wetenschappelijke expedities, publicaties recreatiegebied, direct ten noorden van de historische aanleiding om een cultuurhistorische verkenning van het en documentaires werd deze cultuur onderzocht en onder binnenstad van Enkhuizen. Hier komt de Zuiderzeecultuur museum op te stellen. Het doel is om de cultuurhistorische de aandacht gebracht. Het leidde kort na de Tweede tot leven, in de setting van een museumdorp aan de zee. waarde van het Buitenmuseum expliciet te maken, op de Wereldoorlog tot de oprichting van het Zuiderzeemuseum in Vanuit het Buitenmuseum is het zicht op Enkhuizen en het schaal van landschap, stedenbouw, museumaanleg en Enkhuizen. ‘gevoel van de zee’ te ervaren. Andersom is het museum de opzet van de buurtjes. Het onderzoek is gebaseerd een deel van de skyline van Enkhuizen en van de kustlijn op archiefmateriaal, literatuur en veldwerk. Ook is de De komst van het Zuiderzeemuseum was een enorme van het IJsselmeer geworden. Het idee was om een ontwerper van het museum, de stedenbouwkundige Kees opsteker voor Enkhuizen. In de zeventiende eeuw was compact museumdorp te maken dat op het water was Heijligenberg uitgebreid geïnterviewd. Enkhuizen de derde stad van het huidige Noord-Holland. georiënteerd. Het juiste ‘milieu’ voor dit museum zou alleen Van dat roemrijke verleden restte in de jaren dertig langs de oevers van de voormalige Zuiderzee gevonden SteenhuisMeurs Vennebroek alleen het decor. Sinds 1700 kampte de stad met krimp, kunnen worden en de ‘echtheid’ van het museumdorp Januari 2020 veroorzaakt door de oorlogen met Engeland, de opkomst bestond er uit dat in het museum een alledaagse van Amsterdam en het verzanden van de havenmond (door werkelijkheid werd geschapen. het beruchte Enkhuizer Zand). Grote schepen konden de STEENHUISMEURS 5 Historische tentoonstelling Oude Manhuispoort, Amsterdam 1976 [Rijksmuseum Amsterdam] 6 BUITENMUSEUM ZUIDERZEEMUSEUM Hindelooper Kamer, Leeuwarden 1877 [Collectie Fries genootschap; De Jong 2001, 76] 1. VOORGESCHIEDENIS Rijksmuseum Amsterdam, Fragmentengebouw in 1971 [Rijksmuseum Amsterdam] Gedurende de negentiende eeuw kwam de volkscultuur totaalbeeld ervaren. De echte vernieuwing vond volgens in Europa in de belangstelling te staan. Het begon met het hem een jaar later in Leeuwarden plaats, waar op de in kaart brengen van oude gewoonten en tradities op het oudheidkundige tentoonstelling een Hindelooper kamer platteland, wat leidde tot publicaties en tentoonstellingen. was gemaakt. Het was maar een samenraapsel van oude Rond 1900 ontstonden de eerste openluchtmusea. De meubels, op karton geschilderde tegels en vier poppen Scandinavische landen liepen hierin voorop. In 1873 stichtte in klederdracht, maar de impact op de bezoekers was Artur Hazelius bij Stockholm het Nordiska Museet, waar enorm. Voor hen kwamen de aangeklede poppen over als op zijn initiatief in 1891 het openluchtmuseum Skansen ‘virtual reality’. Gezien door ogen van anderhalve eeuw bij kwam. Andere openluchtmusea volgden in Noorwegen geleden leek het of de houten klazen ieder ogenblik in (Bygdøy 1894, Maihaugen 1904), Finland (Seurasaari beweging konden komen. De Hindelooper kamer werd het 1909), Denemarken (Arhus 1914), Nederland (Arnhem jaar erop in Parijs op de wereldtentoonstelling getoond en 1918) Duitsland (Unteruhldingen 1928, Cloppenburg 1934) had ook daar, ondanks de bescheiden opzet, veel succes. en Roemenië (Boekarest 1936). De museumterreinen Bijzonder aan de Hindeloper kamer was dat de bezoekers hadden een parkaanleg, waarin oude bouwwerken werden erin rond konden lopen en dus opgingen in de presentatie. gereconstrueerd en samen een historische collectie Die ervaring werd niet geboden in de groots opgezette vormden. Ze boden het decor om de traditionele levenswijze Zweedse inzending van Artur Hazelius. Hij liet de bezoeker op het platteland aan de hand van gebruiksvoorwerpen nagebouwde scenes uit het Zweedse volksleven in groot en interieurs te etaleren. In Nederland ontstonden uitgevallen kijkdozen (‘taferelen’) zien, maar hier bleef de gedurende de twintigste eeuw verschillende private bezoeker een letterlijke buitenstaander.2 en publieke openluchtmusea, met een meer of minder wetenschappelijk onderbouwde collectie. De totstandkoming FRAGMENTENGEBOUW van de belangrijkste openluchtmusea laat prachtig zien De stap van stijlkamer naar bouwkundige collectie werd in hoe de ideevorming en de ruimtelijke concepten van Nederland door P.J.H. Cuypers gezet in het Rijksmuseum te openluchtmusea zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld. Amsterdam, dat in 1885 zijn deuren opende. Het museum bestond aanvankelijk uit een reeks van (apart toegankelijke) DE HINDELOOPERKAMER collecties op het gebied van kunst, kunstnijverheid en Halverwege de negentiende eeuw vonden in Nederland geschiedenis. Bouwkunst was een van de thema’s, oudheidkundige tentoonstellingen plaats, onder meer in waarbij het niet zozeer om de plattelandscultuur, maar Utrecht (1857), Delft (1863), Middelburg (1870), Zaandam om kerkelijke en burgerlijke bouwkunst ging. Cuypers (1874) en Amsterdam (1876). In de Oude Manhuispoort ontwierp sommige museumzalen in aansluiting op de Amsterdam richtte architect P.J.H. Cuypers in 1876 daarin geëtaleerde objecten, zodat historische ensembles stijlkamers uit de zeventiende en de achttiende eeuw in. ontstonden. Zo werden in de gotische zaal (in de De historicus Ad de Jong noemde ze de eerste museale kelder) replica’s van historische kolommen, nagemaakte ensembles in