Toekomst Zuidvleugel
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Naar een netwerk Zuidelijke Randstad Een eerste stap in het veranderen van de overheidssamenwerking op het niveau van de Zuidvleugel van de Randstad Victor Dobbe, secretaris/(programma)manager Zuidvleugel Vastgesteld in het directeurennetwerk Zuidvleugel, november 2015 Inhoud SAMENVATTING .............................................................................................................................................. 3 1. INLEIDING ....................................................................................................................................................... 8 1.1 Achtergrond ......................................................................................................................... 8 1.2 Aanpak ................................................................................................................................. 9 2. HOE GAAT HET NU EN WAAR MOET HET NAARTOE? .................................................................................. 10 2.1 Trends en ontwikkelingen ................................................................................................. 10 2.2 Hoe gaat het nu? ............................................................................................................... 11 2.3 Wat moet er veranderen? ................................................................................................. 13 2.4 Hoofdlijnen van een eerste stap naar verandering ........................................................... 14 2.4.1 In de regio samen sterk: ............................................................................................................. 14 2.4.2 Economie en Bereikbaarheid: ..................................................................................................... 14 2.4.3 Brede ruimtelijk-economische koers voor het verstedelijkte gebied: ........................................ 14 2.4.4 Samenwerking met het Rijk: ....................................................................................................... 14 3 HOE KOMEN WE VAN A NAAR B?................................................................................................................. 15 3.1 Procesvoorstel ................................................................................................................... 15 3.2 Basisvoorstellen ................................................................................................................. 16 3.3 Uitwerkingsvoorstellen ..................................................................................................... 18 3.3.1 Programma’s ............................................................................................................................... 18 3.3.2 Sturing en overleggen ................................................................................................................. 19 3.3.3 Bijeenkomsten en communicatie ............................................................................................... 21 3.3.4 Coördinatie en ondersteuning .................................................................................................... 21 3.3.5 Financiering ................................................................................................................................. 21 4. VERVOLGPROCES.............................................................................................................................................. 23 2 SAMENVATTING • In de Zuidelijke Randstad vinden als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen momenteel veel organisatorische verschuivingen plaats. De regionale organisaties Holland-Rijnland en Midden-Holland zijn in verandering naar regionale netwerkorganisaties, de WGR-plus regio’s Rotterdam en Haaglanden zijn opgeheven en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) is opgericht, met als onderdelen vervoersautoriteit en economisch vestigingsklimaat. Daarnaast is er een nieuw college van GS van de provincie Zuid-Holland aangetreden en hebben de provincie en de MRDH hun samenwerking geïntensiveerd. Er zijn ook stappen gezet in de samenwerking van de overheid met kennisinstellingen en bedrijfsleven, onder meer met het oprichten van de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ) en InnovationQuarter (IQ, de regionale ontwikkelingsmaatschappij Zuidvleugel). Het bestuurlijk landschap is momenteel aan stevige verandering onderhevig en het zal nog enige tijd kosten om een nieuw evenwicht te vinden in de onderlinge verhoudingen, ook tussen overheid en samenleving. • Ondanks de aanwezige potentie, talloze fysieke investeringen, 3.5 mln. inwoners en 25% BNP, blijven de prestaties van de Zuidvleugel van de Randstad (de sterk verstedelijkte Zuidelijke Randstad) nog teveel achter, denk aan hoge werkloosheid, noodzaak tot innovatie, etc., zeker in vergelijking tot Brabantstad en de Metropoolregio Amsterdam (MRA) én de A2-corridor, maar ook internationaal. De agglomeratiekracht wordt niet genoeg benut. • Er is weliswaar veel bereikt en veel geïnvesteerd in het gebied, maar de publieke-publieke samenwerking op de schaal van de Zuidelijke Randstad is er niet goed aan toe: er is geen sterk gemeenschappelijk verhaal van de overheden zelf (met scherpe keuzes), de overheidscoalities zijn niet sterk genoeg (vakbestuurders en vakdirecteuren zien elkaar ook te weinig op de schaal van de Zuidelijke Randstad) en de energie van overheden voor samenwerking in de Zuidelijke Randstad is te beperkt, mede vanwege de ingewikkelde structuren en de vele overleggen, maar ook vanwege een te klassieke aanpak (de overheid regelt het wel of helemaal niet). Het gaat teveel over de vorm en te weinig over de inhoud. Daarnaast spelen niet alle relevante overheden een directe rol, zoals de middelgrote steden, waardoor het draagvlak broos is. • Deze situatie is, ook in het kader van de samenwerking met het Rijk in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) in relatie tot de Adaptieve Gebiedsagenda Zuidelijke Randstad (en andere samenwerkingen met het Rijk), geen goede zaak voor het versterken van de internationale concurrentiekracht van de regio. Het rijk kiest (niet) en de regio vormt geen vuist (meer). • Inhoudelijk gezien zullen de toekomstopgaven voor het verstedelijkte gebied (vernieuwing economie, bereikbaar en samenhangend metropolitaan gebied én energietransitie) echt gezamenlijk door overheden, in samenhang en over grenzen en schalen heen, moeten worden opgepakt, en op een adaptieve wijze (met bedrijven en kennisinstellingen), willen we voorkomen dat we de boot internationaal missen en onze steden de groei niet kunnen accomoderen. De Zuidelijke Randstad als gebied is daarbij relevant gelet op het daily urban system, waarbij een behoefte bestaat aan denkkracht en uitvoeringskracht, maar ook efficiëntie en effectiviteit. • Daarnaast zal het Rijk voor het MIRT blijven inzetten op het niveau van de Zuidelijke Randstad, is er na 2028 weer MIRT-geld (waarvoor de voorbereidingen starten) en komt de nationale omgevingsvisie eraan. Dat vraagt om een krachtige en eenduidige inzet van de regio (lobbykracht) op basis van de inhoud, ook in andere samenwerkingen met het Rijk. • Samenwerkingsverband Zuidvleugel (1997) is een informele samenwerking op de schaal van de Zuidelijke Randstad, tussen de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Rotterdam en Den Haag en de regio’s MRDH, Holland-Rijnland, Midden-Holland en Drechtsteden, gericht op het verstedelijkte gebied. Ook in de Noordvleugel (Metropoolregio Amsterdam) en in Brabant (Brabantstad) zijn er dergelijke samenwerkingen. De Zuidvleugelsamenwerking is nu onder meer gericht op de samenwerking met het Rijk via het BO MIRT in relatie tot de Adaptieve Gebiedsagenda Zuidelijke Randstad, maar ook de verstedelijkingsstrategie en wonen van de Zuidvleugel, Stedenbaan (knooppuntontwikkeling) en 3 tijdelijke projecten. Het Samenwerkingsverbandverband is niet de enige samenwerking op de schaal van Zuidelijke Randstad, denk aan de samenwerking provincie-MRDH, de EPZ, IQ, Programmabureau warmte-koude, de landsdelige OV- en Spoortafel, de regietafels groen, het Ambtelijk Mobiliteitsoverleg Zuidvleugel (AMOZ), etc., maar op dit moment wel de meest integrale en gebiedsdekkende publiek- publieke samenwerking. Oud overzicht Zuidvleugel • Op dit moment is nog niet aan te geven hoe de onderlinge verhoudingen in de regio zich zullen ontwikkelen en ook een structurele herschikking van overheidsstructuren lijkt niet aanstaande. Toch zal er wel spoedig wat moeten veranderen in de samenwerking van de overheden op de schaal van de Zuidvleugel van de Randstad (Zuidelijke Randstad), omdat de opgaven daarom vragen. Ook de samenleving vraagt daarom: wat gaan de overheden doen? Bottom-up alleen volstaat daarbij niet. • In dit voorstel wordt een aanzet gegeven om de overheidssamenwerking op de schaal van de Zuidelijke Randstad in verandering te brengen, gericht op het gezamenlijk aangaan van de inhoudelijke opgaven met gezamenlijke denkkracht, uitvoeringskracht en lobbykracht (naar het Rijk). • Als eerste stap wordt daarom het ‘Samenwerkingsverband Zuidvleugel’ per 1 januari 2016 omgevormd naar een ‘netwerk Zuidelijke Randstad’. In dit publiek-publieke netwerk van de Zuidelijke Randstad wordt tussen overheden op inhoud gezamenlijkheid georganiseerd op de strategische ruimtelijk- economische koers voor het verstedelijkte gebied, gericht op het versterken van de internationale concurrentiekracht. De samenwerking met het Rijk in het BO MIRT in relatie tot de Adaptieve Gebiedsagenda Zuidelijke