immimmm Vitaal landelijk gebied landelijk Vitaal stadslandschap Veelzijdig Dynamisch Stedelijk veld Stedelijk Dynamisch Ruimtelijke Provinciale Zuid-Holland Structuurvisie

Provinciale

Dynamisch stedelijk veld

Ruimtelijke

Veelzijdig stadslandschap

Structuurvisie

Vitaal landelijk gebied

Zuid-Holland

Verbindend netwerk

2020

Vastgesteld door Provinciale Staten

13 oktober 2004

lijke St Voorwoord Zuid-H'

In 1989 viel de Berlijnse Muur. De periode tussen toen en nu is net zo lang als de periode die ons scheidt van 2020. In Europa en de rest van de wereld is sindsdien veel veranderd. En dat geldt ook voor Zuid-Holland. Waarschijnlijk is de samenleving meer veranderd dan de ruimte waarin de mensen samenleven. Kunnen we nu de trends van de voorbije 15 jaar doortrekken naar de komende 15 jaar? Dat zou te simpel zijn. Wat was er in 1989 nog niet? Er waren geen Vinexlocaties. De Utrechtse Baan was niet over- bouwd, er was geen Balijbos, geen Erasmusbrug en tussen Zoetermeer en was het landschap open met slechts een enkele kas. De economie was beduidend minder globaal en digitaal: gsm’s, pc’s en internet waren voor de meesten van ons onbekend. De files waren korter en ogenschijnlijk was er geen waterprobleem noch een multicultureel probleem. Inmiddels is Zuid-Holland iets voller en drukker dan toen. In elk geval weten we dat in 2020 de Zuid-Hollandse bevolking gemiddeld omvangrijker, ouder en multicultureler is dan in 2002. En de netwerksamenleving is ongetwijfeld weer een stap verder. In deze Structuurvisie schetsen wij het perspectief voor de ruimtelijke toekomst van onze provincie. Een toekomst die we verbeelden en waaraan actief gewerkt wordt, maar die zich natuurlijk niet als een blauwdruk laat plannen en ontwikkelen.

Als we onze visie en ambities waarmaken, zien we rond 2020 in de steden de gevolgen van een ongekende binnenstedelijke vernieuwing. De steden in de Zuidvleugel zijn ‘hoger’ en dichter geworden, maar ook groener en gevarieerder. Vanwege goede archi­ tectuur en zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing verrijkt de nieuwbouw het histo­ risch stedelijk beeld, ook omdat de vernieuwing gepaard gaat met een effectieve inpassing van wegen en spoorlijnen. De grootste verdichting is zichtbaar in bestaande centra en nieuwe knooppunten. Deze hebben zich ontwikkeld tot brandpunten van voorzieningen, werkgelegenheid en vrijetijdsbeleving. Met slimme logistieke oplos­ singen zijn trein, tram, metro, bus, auto en fiets veel beter met elkaar 'verknoopt’. Deze verknopingen hebben de steden van de Zuidvleugel in reistijd dichter bij elkaar gebracht. De Thalys rijdt met hoge snelheid over een eigen spoor en geeft de centra van de een betere positie in het Europese HST-netwerk. Economisch heeft de Zuidvleugel hiervan profijt. Door het betere regionale netwerk groeit de Zuidvleugel in de richting van een samen­ hangende woningmarkt, waar ook economische clusters, kennis en voorzieningen steeds meer complementair en op het niveau van de Zuidvleugel gaan functioneren. Bedrijventerreinen mogen weer gezien worden. En ondanks de ruimtelijke verdichting in de steden dragen robuuste parken en singels meer dan voorheen bij aan het beeld van de stad. Ook overtollig water vindt hierin zijn weg.

Vanuit de stad kom je inmiddels gemakkelijker in het buitengebied. Geleidelijk verandert het voorheen verrommelde landschap rond de grote steden in aantrekkelijke regionale parken, met vooral recreatie, bos, water en natuur. Verspreid glas maakt plaats voor woningen, kleinschalige kantoren en voorzieningen in het groen, die zowel de nabijheid van de stad als de ruimte van buiten zoeken. In de Zuidplaspolder zien we de succesvolle experimenten van wonen, werken en infrastructuur op en in het water. De waardevolle cultuurlandschappen ogen onveranderd, maar dat is schijn. De bebouwing in de linten heeft niet meer alleen een agrarische functie. Het polderland­ schap is aanzienlijk toegankelijker en aantrekkelijker geworden door een fijnmazig net

0 van paden, meer water en beplanting. Vooral in het Groene Hart is het landschap wateriger geworden. De landbouw deelt de ruimte met nieuwe economische acti­ viteiten en vitale dorpskernen.

Op de schaal van Zuid-Holland zijn de grenzen tussen stad en land overigens vervaagd. Gebieden als de Oude Rijnzone zijn interessante stadslandschappen geworden, waar wonen en werken in een groene, maar goed ontsloten omgeving het beeld bepalen. Ook de ontwikkelingen in de greenports dragen bij aan minder scherpe overgangen tussen stad en land. De bollenteelt is zich steeds meer gaan richten op specifieke teelten en handel en daarmee ontstaat meer ruimte voor een aantrekkelijk landschap. De glastuinbouw is steeds kennisintensiever geworden en daarmee succesvol onderdeel van de stedelijke economie. Het Westland is overigens ook in andere opzichten veranderd: meer groen, meer water en een groene woonwijk als overgang naar Den Haag. De Delflandse kust bestaat inmiddels uit een brede jonge duinzone die in het zuiden uitzicht biedt op de grote nieuwe havenbekkens van de Tweede Maasvlakte. Zuid- Holland is een stukje groter geworden. Al met al zal het aanzien van Zuid-Holland in 2020 vooral bepaald worden door de nauwe verwevenheid en interactie tussen maatschappelijke ontwikkelingen en actief (ruimtelijk) ontwikkelingsbeleid. Hoe precies? Ik hoop dat we er trots op zullen zijn.

gedeputeerde ruimtelijke ontwikkeling Provincie Zuid-Holland Ruimtelijke Structuurvisie Inhoudsopgave Zuid-Holland 2020

Inleiding 7

Deel I De Structuurvisie ii

1 De lagenbenadering ii ï.i De eerste laag: ondergrond n 1.2 De tweede laag: netwerken 12 1.3 De derde laag: occupatie 12

2 Een schaalsprong in ambities 15 2.1 Randstad Holland 15 2.2 De Rijn-Schelde Delta 16

3 Hoofdlijnen ruimtelijke structuurvisie 19 3.1 Zuid-Holland in de delta 19 3.2 Zuid-Holland in de metropool 21

4 Ruimtelijke Structuurvisie 2020 25 4.1 Dynamisch stedelijk veld 26 4.2 Veelzijdig stadslandschap 33 4.3 Vitaal landelijk gebied 37 4.4 Verbindend infranetwerk 39

D e e l II D e R u i m t e l i j k e O p g a v e n 4 3

5 Ruimtelijk program m a: de sectorale opgaven 43 5.1 Groenblauw 43 5.2 Infrastructuur 49 5.3 Wonen 53 5.4 Werken 54

6 Strategische opgaven en projecten 59 6.1 Selectie en clustering 59 6.2 Thema’s, opgaven en projecten 59 6.3 Opgaven en projecten in de tijd 72 6.4 Op weg naar uitvoering 74

D e e l III D e La n g e T e r m i j n 7 7

7 O pgaven voor 2020 en verder 7 7 7.1 Ruimtedruk in relatie tot milieu en water 78 7.2 Ruimtedruk en netwerkvorming in de Zuidvleugel 79 7.3 Ruimtedruk en netwerkvorming tussen Zuidvleugel en de omgeving 80

V erantwoording 82

0 H Inleiding Zuid-: d 2020

Zuid-Holland heeft geen traditie in ruimtelijke plannen decentrale overheden zorg voor de nadere invulling, die het gehele grondgebied van de provincie bestrijken. uitwerking en realisatie. Centraal wat centraal moet en In de afgelopen veertig jaar is slechts tweemaal een decentraal wat decentraal kan. is het motto. De dergelijk product gemaakt, echter zonder formele provincie Zuid-Holland neemt deze rol graag op zich. status. Het ruimtelijk beleid wordt tot dusver gedragen We geven de ruimtelijke structuurvisie in dat sturings- door vier streekplannen. Verankerd in de Wet concept een plaats. Ruimtelijke Ordening, vormen ze het ruimtelijk inte­ gratiekader voor sectoraal en gebiedsgericht beleid. Het doel van de structuurvisie is dan ook, dat we tijdig en actief willen inspelen op actuele en toekomstige Waarom dan nu wél een provinciedekkende visie? ruimtelijke processen. We willen een samenhangende Allereerst omdat er op andere beleidsterreinen al langer en richtinggevende ruimtelijke strategie schetsen, die sprake is van dergelijke plannen. Zie bijvoorbeeld het inspeelt op rijksbeleid, zoals in de Nota Ruimte en de Beleidsplan Milieu en Water en het Provinciaal Nota Mobiliteit en die actuele provinciale en regionale Verkeers- en Vervoerplan. Daarnaast omdat er met plannen en visies integreert: de streekplannen, het andere partners in de afgelopen jaren (ruimtelijke) Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan, het Beleidsplan visies zijn ontwikkeld die grotere gebieden omvatten Milieu en Water, de Provinciale Economische Visie, de dan de afzonderlijke streekplannen. Voorbeelden zijn Deelstroomgebiedsvisies, de Zuidvleugelvisie en de de Zuidvleugelvisie en de Kwaliteitszonering Groene Kwaliteitszonering Groene Hart. Hart. Een derde aanleiding ligt in schaalvergroting en netwerkvorming: steeds meer maatschappelijke en De structuurvisie is niet slechts een optelsom van bestuurlijke processen spelen zich af op hogere schaal­ andere plannen en visies. We zetten hiermee de positie niveaus. In het spoor van de Vijfde Nota Ruimtelijke van Zuid-Holland duidelijker neer in het ruimere kader Ordening, respectievelijk de Nota Ruimte zijn visies en van de Randstad en de Rijn-Schelde Delta. In dat opzicht plannen ontwikkeld op het niveau van de Randstad en maken we een schaalsprong in het denken over ruimte­ van de Rijn-Schelde Delta. Zuid-Holland speelt daarin lijke ontwikkeling. De structuurvisie beschrijft een inte­ geografisch, dus ook bestuurlijk en inhoudelijk een grale ruimtelijke strategie op een hoger schaalniveau en belangrijke rol. geeft een doorkijk naar een termijn die langer is dan tot dusver gebruikelijk. Daarmee biedt zij een nieuwe en Dit scala aan visies en beleidsnota’s in een complexe andere manier van omgaan met ruimtelijke kwaliteit, beleidsomgeving heeft bij Provinciale Staten de ontwikkeling, differentiatie en samenhang. We beogen behoefte doen ontstaan aan een provinciedekkende een brug te slaan tussen de korte en de lange termijn en ruimtelijke visie. tussen streekplannen, visies en andere plannen op verschillende schaalniveaus (Rijk, landsdeel, provincie, Doel van de structuurvisie vleugels en regio’s). De structuurvisie past in een trend waarin ruimtelijke Anderzijds is het door het globale en relatief compacte ordening verandert in ruimtelijke ontwikkeling. Van de karakter van de structuurvisie niet mogelijk volledig overheid wordt verwacht dat zij, naast het reactieve recht te doen aan alle nuances en achtergronden van ordeningsbeleid, ook actief bijdraagt aan de ontwik­ het ruimtelijk relevante provinciale beleid. Daarvoor keling van functies. Dat vraagt om intensieve en vroeg­ blijven de betreffende sectorale beleidsnota’s het aange­ tijdige samenwerking tussen overheden, maatschappe­ wezen kader. In dit verband verwijzen wij naar deze lijke organisaties en marktpartijen. We verwachten dat nota’s, waarbij het onder andere gaat om de Woonvisie, de provincie in de nabije toekomst in het speelveld van de Provinciale Economische Visie, hetpw p, het bmw en de regionale, gebiedsgerichte ontwikkeling een sterkere de Landbouwnota. rol krijgt toebedeeld. De Nota Ruimte anticipeert hierop door de rijksbemoeienis te beperken tot de onder­ werpen waaraan (inter)nationaal belang wordt gehecht. Binnen duidelijk geformuleerde beleidskaders dragen

0 grale of partiële) streekplanherziening met bijbeho­ Waarom een provinciale ruimtelijke structuurvisie? rende procedures nodig zijn om nieuw ruimtelijk beleid te formaliseren. ■ Noodzakelijke en wenselijke ontwikkelingen kunnen beter geregisseerd worden aan de hand Deze structuurvisie en de nieuwe W et op van een provinciedekkende structuurvisie. DE RUIMTELIJKE ORDENING ■ Een duidelijke positionering van Zuidvleugel, Van toelatingsplanologie naar ontwikkelingsplanologie Groene Hart en Delta is noodzakelijk. en de juiste bevoegdheid op het juiste niveau. Dat is de ■ De provincie wil over de strategische hoofdlijnen kentering die de nieuwe Wet ruimtelijke ordening op het schaalniveau van Randstad Holland (wro) wil bewerkstelligen. De Nota Ruimte onderstreept afspraken maken met het Rijk. hiervan het belang. Het provinciaal ruimtelijk beleid ■ De provincie gaat zich meer inzetten voor komt daarmee in een ander perspectief te staan. Als de ontwikkelingsbeleid op provinciaal niveau. nieuwe wro in de nu bekende vorm rechtskracht krijgt, Daartoe zijn afspraken nodig over een doelmatig verdwijnt het streekplan en komt er een eind aan de en doelgericht instrumentarium. provinciale goedkeuring van bestemmingsplannen. ■ De structuurvisie kan bijdragen aan betere Tegelijk krijgt de provincie nieuwe instrumenten zoals sturing op het gebied van water, groen, infra­ een provinciale bestemmingsplanbevoegdheid en een structuur. wonen en werken. provinciale projectenprocedure. Ook de Nota Ruimte wordt al zoveel mogelijk opgezet volgens de nieuwe wro en heeft daarmee deels het karakter gekregen van Status en reikwijdte van de structuurvisie een structuurvisie. De status van deze visie is niet formeel in de Wet op de ruimtelijke ordening vastgelegd. De visie vervangt dan De nieuwe wro wordt aangevuld met instrumenten ook niet de huidige streekplannen. Die blijven binnen voor grondbeleid die de provincie een sterkere positie de huidige wet het juridische kader voor ruimtelijk op de grondmarkt geven. De nieuwe instrumenten beleid. De structuurvisie is voor de provincie wel een maken het mogelijk bestemmingen feitelijk te reali­ zelfbindend en richtinggevend document, waarin de seren (regie) en daarbij de financiële aspecten eerlijk te streekplangebieden in onderlinge samenhang worden regelen. In de Nota Grondbeleid is hiervoor al veel opge­ bezien. De ruimtelijke strategie hebben we hierin op nomen. Er komt een grondexploitatieregeling die het een hoger schaalniveau tot 2020 in beeld gebracht, met mogelijk maakt binnen een bestemmingsplan kosten te een doorkijk naar nog langere termijn. Dat maakt het verhalen op basis van het profijtbeginsel en een mogelijk op dat hogere niveau afwegingen te maken en regeling voor overeenkomsten voor vergoeding van ruimtelijke ontwikkelingen te initiëren en te stimu­ planschade. Op grond van de Onteigeningswet wordt leren. De structuurvisie kan een rol gaan spelen in een een onteigeningsbevoegdheid voor de provincie voorge­ actief provinciaal ruimtelijk ontwikkelingsbeleid, in steld en in de uitbreiding van de Wet gemeenschappe­ samenwerking met andere partijen. lijke regelingen wordt een regeling ten aanzien van het grondbeleid van toepassing verklaard op de zoge­ Een belangrijke constatering in dit verband is. dat de noemde WGRplus-regio’s. Het Rijk zal in samenwerking Zuid-Hollandse streekplannen een faseverschil kennen. met het veld de wenselijkheid van instrumenten voor De recent vastgestelde streekplannen West en Oost bovenlokaal kostenverhaal en verevening en de moge­ hebben 2015 als planhorizon. het streekplan Rijnmond lijke vormgeving daarvan onderzoeken. IRR2020) reikt tot 2020 en streekplan Zuid tot 2010. Met de structuurvisie overbruggen we dit faseverschil op het Een ruimtelijke structuurvisie kan volgens de nieuwe globale niveau van de gehele provincie. De structuur­ wro de basis vormen voor uitoefening van deze visie krijgt de rol van een richtinggevend kader voor de bevoegdheden. Hierin moeten dan beleidsdoelen streekplannen. Waar structuurvisie en streekplan worden opgenomen die richtinggevend zijn voor de beleidsmatig uiteenlopen, zal echter altijd een (inte­ inzet van bestuurlijke, financiële en juridische instru- Ruimte11)ke Structu Zuid-Hollanid 2020

menten. Aan de structuurvisie kan een uitvoeringspro- Leeswijzer gramma of een uitvoeringsagenda worden verbonden. Deze ruimtelijke structuurvisie schetst op basis van het De uitbreiding van de Wet gemeenschappelijke rege­ actuele beleid een vernieuwde kijk op de ruimtelijke lingen stelt daarbij dat de provincie voor haar gehele toekomst van Zuid-Holland. De tijdshorizon is 2020. grondgebied ruimtelijke plannen of visies moet maken. maar we geven ook een doorkijk voorbij 2020. Regionale plannen worden dan getoetst aan deze provinciale plannen of visies. De structuurvisie bevat De nota bestaat uit drie delen. Deel I beschrijft de eigen­ volgens de nieuwewro geen juridisch bindende lijke ruimtelijke structuurvisie. Deze is langs twee normen. De wetgever gaat er vanuit dat deze worden lijnen opgebouwd. In de eerste plaats zijn de ruimte­ vastgelegd in algemene regels en aanwijzingen, bijvoor­ lijke ontwikkelingen en de bijbehorende opgaven top- beeld in de vorm van een verordening. down beschreven vanuit het perspectief van de hogere schaalniveaus: Randstad en Rijn-Schelde Delta. Hierin Uitgaand van parlementaire behandeling in 2004 kan staat de schaalsprong centraal. In de tweede plaats de nieuwe wro in 2006 in werking treden. Dan zal de bottom-up vanuit het bestaande en in ontwikkeling huidige wet worden ingetrokken. Voor de doorwerking zijnde provinciale beleid. De synthese van de opgaven van beleid moet echter gebruik worden gemaakt van de op de verschillende schaalniveaus staat hier centraal. vigerende wro met visie en PKB-uitspraken per beleidsthema. Deel II maakt de ruimtelijke opgaven zoals die uit de visie volgen, concreet. Ook geven we een overzicht van Hoe is de structuurvisie tot stand strategische projecten die op het schaalniveau van de GEKOMEN? provincie relevant zijn. De ontwikkeling van deze structuurvisie startte met de presentatie van het basisrapport Ruimtelijk Beeld Zuid- Deel III geeft een beschrijving van de ruimtelijke en Holland 2015+ in juni 2003 door Gedeputeerde Staten. maatschappelijke trends die bepalend kunnen zijn voor Daarop volgde een advies- en discussieronde waarin het ontwikkelingen op langere termijn en die een aantal basisrapport aan diverse partijen voor advies en lastige opgaven en kwesties nu al op de agenda zetten. commentaar is voorgelegd. Tijdens deze ronde kon ook schriftelijk worden gereageerd. Van mei tot september 2003 zijn met bestuurlijke en maatschappelijke partners inhoudelijke discussies gevoerd: de Bestuurlijke Platforms Zuidvleugel en Groene Hart, de aangrenzende provincies, de Provinciale Planologische Commissie, de regio’s, het maatschappelijk middenveld, belangenorganisaties et cetera. Tot in oktober 2003 zijn er reacties op het basisrapport Ruimtelijk Beeld Zuid- Holland 2015+ binnengekomen. Het bestuurlijke en maatschappelijke debat heeft veel positieve reacties opgeleverd. Tegelijk zijn er ook kritische kantekeningen geplaatst. Deze reacties zijn met een aantal nieuwe beleidsinzichten en uitgangspunten verwerkt tot de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie die nu voor u ligt.

Deze structuurvisie is in april 2004 in het College van Gedeputeerde Staten in ontwerp vastgesteld. In oktober 2004 is de structuurvisie door Provinciale Staten vastge­ steld.

0

Rui

Deel I De structuurvisie

De lagenbenadering

De structuurvisie is uitgaande van de zogenoemde lagen­ benadering opgebouwd. Die benadering maakt inzich­ telijk hoe de ondergrond en de infrastructuur de dragers zijn van occupatie en de functies die daarmee samen­ hangen. In de eerste laag worden bodem, water, landschap en natuur als een samenhangend ruimtelijk systeem beschouwd. Die ondergrond biedt de basis voor de tweede laag, die wordt gevormd door netwerken van infra­ structuur en knopen. Deze laag levert op zijn beurt de condities met beperkingen en kansen voor de derde laag, de occupatielaag, bestaande uit een veelheid van functies en verschijningsvormen. Door de lagenbenadering als uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid te nemen wordt het mogelijk het belang van bodem, water en groen meer accent te geven en functies als wonen en werken beter te koppelen aan de kenmerken van de ondergrond en aan het infrastructurele netwerk.

De lagenbenadering komt concreet tot uitdrukking in de wijze waarop waterbeleid, groenbeleid en verkeers- en vervoersbeleid worden gekoppeld aan economisch beleid en verstedelijkingsbeleid. Het groenblauwe raamwerk en het inffastructuurnet (met name openbaar vervoer en wegen) zijn daarbij richtinggevend voor het gebruik van de ruimte. De lagenbenadering en sectorale beleidslijnen vormen zo de uitgangspunten voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de provincie. Daarmee zijn ze tevens de uitgangspunten voor de ruimtelijke structuurvisie.

ï.i De eerste laag: ondergrond

In het waterbeleid wordt op basis van het Beleidsplan Milieu en Water en de Deelstroomgebiedsvisies ingezet op een duurzaam watersysteem, waarbij de nieuwe benadering ten aanzien van veiligheid, wateroverlast, waterkwaliteit en de watertoets bepalend is voor de oplossingen. Meebewegen met het water volgens de opgaventrits vasthouden, bergen, aan- en afvoeren, is daarbij leidend. Hiermee wordt tevens een meer sturende rol van water beoogd bij de keuzen voor ruimtelijke ontwikkeling.

0 In het groenbeleid vormen de realisering van de Science en specialistische technologie. De traditioneel Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) en van sterke sectoren betreffen het maritieme, logistieke en het recreatieve groen in en om de stad (GIOS) het chemische cluster van Rotterdam en het glastuinbouw­ leidende beginsel. De hoofdopgave is om hiermee tot cluster in het Westland en Oostland. Voor een gunstig een robuust en samenhangend groenblauw raamwerk vestigingsklimaat zijn goede bereikbaarheid en te komen en de kwaliteit van natuur, landschap en geschikte woonmilieus belangrijke voorwaarden. recreatie drastisch te verbeteren, niet alleen rondom de Ruimtelijk relevant is verder het bieden van geschikte steden, maar ook in het landelijk gebied. Ook de en voldoende ruimte voor de diversiteit aan bedrij­ Cultuurhistorische Hoofdstructuur en de vigheid en zakelijke dienstverlening. Daarbij gaan Kwaliteitszonering Groene Hart dragen hieraan bij. De binnenstedelijke intensivering en ontwikkeling van kwaliteitszonering hanteren we als uitgangspunt voor knopen samen met herstructurering en uitleg van deze ruimtelijke structuurvisie. bedrijventerreinen. In het landelijk gebied wordt gestreefd naar een duurzame positie van de grondge­ bonden landbouw. 1.2 De tweede laag: netwerken Eigen behoefte wonen en werken Leidend voor de benadering van de tweede laag is het Zuid-Holland, vooral de Zuidvleugel, heeft te maken Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan( p w p ). Een met een aanzienlijke selectieve migratie van goed opge­ centrale doelstelling hierin is een hoge kwaliteit van leide en kapitaalkrachtige inwoners naar elders. We bereikbaarheid. Dit doel heeft vele uitwerkingen: een stellen ons ten doel een meer evenwichtige samen­ kwaliteitssprong en meer samenhang in het netwerk als stelling van de bevolking te bereiken. Daarvoor moet de geheel en van het openbaar vervoer en het wegennet in migratiestroom worden gekeerd, en dat kan door meer het bijzonder. Daarbij gaat het respectievelijk om kwalitatief hoogwaardige en gedifferentieerde woon- en ontwikkeling van het Zuidvleugelrailnet en een heror­ werkmilieus te bieden. De zogenoemde ‘migratiesaldo- dening van het wegennet via de introductie van een nul'-benadering geldt als uitgangspunt. 'Hoofdwegennet' en een ‘Zuidvleugelnet Wegen', elk onderverdeeld naar ‘wegen van bijzonder belang’ en Enkele trends vragen om beleid dat gedeeltelijk ook 'andere wegen'. Ander ruimtelijk relevante aspecten ruimtelijke consequenties heeft. Zo is het vanwege de zijn een betere afstemming van verstedelijking en infra­ vergrijzing nodig specifiek voor ouderen te bouwen en structuur met een pregnante rol voor Stedenbaan, een meer ruimte te scheppen voor zorgvoorzieningen in de betere verknoping van het openbaar vervoernet, het woonomgeving. Tegelijk is het voor de vitaliteit en het wegennet en het vaarwegennet, multimodaal goederen­ evenwicht in de bevolkingssamenstelling van belang vervoer en verbetering van de verkeersveiligheid. eveneens gericht te bouwen voor jongeren. Dit betekent aanpassing van bestaande woningen en nieuwbouw van geschikte woningen en appartementen voor deze doel­ 1.3 De derde laag: occupatie groepen. De opgave speelt overal, maar is vooral op het platteland en in kleine kernen urgent. Een andere Ontwikkeling van een duurzame en vitale opgave ligt in de achterstandwijken in stedelijke ECONOMIE gebieden. We willen een verdere ruimtelijke en sociale Ons beleid is gericht op een concurrerend vestigings­ segregatie tegengaan. Centraal staan sociale en econo­ klimaat. gericht op het stimuleren van kansrijke groei­ mische programma’s, maar ruimtelijke maatregelen sectoren en het vernieuwen en versterken van de traditi­ kunnen aan de oplossing bijdragen. Bijvoorbeeld een oneel sterke economische sectoren van Zuid-Holland. meer evenwichtige spreiding van goedkope woningen Inzet op negen economische clusters en daarin vooral over de regio en herstructurering van achterstands­ de kenniscomponent staat centraal, bijvoorbeeld de wijken. groeisector van kennisintensieve bedrijvigheid zoals life

12 lijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

Concentratie van verstedelijking in Een veilig en gezond woon- en leefmilieu BESTAAND STADS- EN DORPSGEBIED Op veel plekken in Zuid-Holland is de milieukwaliteit We willen het ruimtebeslag voor wonen en werken ontoereikend. Vooral de verbetering van de stedelijke beperken om daarmee de kwaliteit van de steden en van milieukwaliteit in de buurt van infrastructuur en het landelijk gebied te versterken. We zetten in op de industrie verdient aandacht, mede in verband met de opgave voor wonen en werken voor minstens vijftig voorgenomen stedelijke verdichting. Dit vergt een procent in bestaand bebouwd gebied te realiseren. aanpak van geluidshinder, luchtvervuiling en externe Belangrijk middel is een betere koppeling van binnenste veiligheid. Ieder van deze aspecten vereist een specifieke delijke intensivering, infrastructuur en openbaar vervoer. benadering, waarbij oplossingen vaak op een hoger De Stedenbaan, met een betere benutting van bestaande schaalniveau liggen dan dat van de provincie. infrastructuur, biedt aanknopingspunten voor nieuwe Anderzijds zijn oplossingen veelal maatwerk, waarin de locaties en verdichting van bestaande locaties. provincie een belangrijke rol kan spelen. De Stad-en- milieubenadering maakt het betrokken partijen De andere vijftig procent van de verstedelijkingsvraag mogelijk om gezamenlijk tot een optimale afstemming willen we zoveel mogelijk combineren met andere van ruimtelijke ordening en milieu komen. Stedelijke opgaven, met name met de realisatie van groen in en ontwikkeling gaat volgens die benadering samen met om de stad en met de wateropgave. Deze combinaties duurzame verbetering van de milieukwaliteit. bieden mogelijkheden om te beantwoorden aan de vraag naar landelijk wonen en wonen in het groen.

0 Zuid-Holland: Positionering in groter verband Delta - Groene Hart Kust

W tÊ Haven - Luchthaven ----- HSL-Betuwelijn

----- A4 - Al 5 - Al 6

ƒ '/

, * 0_ __ 10km"~ ©Provincie Zuid-Holland CartografieFO04.1390/4 Ruimtelijke Structuurvisie Een schaalsprong in ambities Zuid-Holland 2020

Zuid-Holland vormt met de Zuidvleugel, grote delen van De kenmerken het Groene Hart en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta Randstad Holland vormt het grootste stedelijke netwerk een belangrijk onderdeel van Randstad Holland van Nederland. Circa dertig procent van de Nederlandse (voorheen Deltametropool). Tegelijk maakt de provincie bevolking woont en werkt er. Het is het politieke, deel uit van de Rijn-Schelde Delta. Dit is niet slechts een bestuurlijke en culturele hart van Nederland én de geografische constatering. Belangrijker zijn de achter­ belangrijkste motor van economie, logistiek, kennisin­ liggende maatschappelijke, economische en bestuur­ dustrie, innovatie, zakelijke en financiële dienstverlening lijke ontwikkelingen, die samen te vatten zijn in de en toerisme. Randstad Holland is van internationale bete­ term netwerkvorming op hogere schaalniveaus. Zowel kenis en kan zich meten met metropolitane gebieden in economisch als maatschappelijk zijn er steeds meer de wereld. Op het gebied van handel en distributie wordt relaties en netwerken die de schaal van stadsgewesten internationaal een toppositie ingenomen. overstijgen en zich gaandeweg op het niveau van Europese regio’s afspelen. Deze trend heeft ook een De delta van Rijn en Maas vormt de waterrijke bakermat bestuurlijke uitwerking gekregen in de vorm van waardoor de steden zijn ingebed in een unieke en geva­ diverse bestuurlijke samenwerkingsverbanden. rieerde landschappelijke context. Anders dan de meeste Daarmee is de toekomst van onze provincie nauw grootstedelijke gebieden is het centrum van Randstad verbonden met die van de hogere schaalniveaus. Holland niet verstedelijkt. De stedelijke basis ligt in de samenstellende vleugels rond het Groene Hart: de In dit hoofdstuk bepalen we de relatie met de grote Zuidvleugel, de Noordvleugel en de Utrechtse Regio. netwerken van Randstad Holland en de Rijn-Schelde Daarbinnen vormen de vier grote steden en de twee Delta. Vanuit het perspectief van Randstad Holland is mainports de motoren van de economische ontwik­ een schaalsprong nodig, gericht op versterking van keling. Op de schaal van de vleugels en de stedelijke netwerken en samenhang, concurrentiekracht, iden­ regio’s speelt zich het grootste deel van de sociaal- titeit en cultuur, ecologie en waterbeheer. Vanuit het economische relaties en vervoersbewegingen af. Daar perspectief van de Rijn-Schelde Delta is een betere liggen ook de meeste ruimtelijke opgaven. balans nodig in de ontwikkelingen van haveneconomie, logistiek en mobiliteit enerzijds en die van natuur, land- De opgaven schap, cultuur en toerisme anderzijds. Twaalf Randstadpartijen (vier provincies, vier grote steden en vier stadsregio’s) zijn sinds het proces van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening samen opgetrokken in de 2.i Randstad Holland Bestuurlijke Commissie Randstad (bcr). In dat verband hebben de partijen een gezamenlijke ambitie geformu­ Randstad Holland of Deltametropool? De naam leerd in de vorm van een ontwikkelingsbeeld voor (toen Deltametropool heeft z’n langste tijd gehad en wordt nog) de Deltametropool. Deze ambitie valt inmiddels ingewisseld voor Randstad Holland. Het debat en de goeddeels samen met de ambities die het Rijk in de Nota beleidsvorming rond de Deltametropool hebben niet­ Ruimte formuleert ten aanzien van Randstad Holland. temin de betekenis van dit grootstedelijke netwerk Centraal staat de ontwikkeling van Randstad Holland tot verdiept en verbreed. De stedelijke component van de een unieke en concurrerende Europese regio: een opgave ‘metropool' en de landschappelijke component van de met vooral economische, maar ook culturele en ruimte­ ‘delta’ zijn sterker op elkaar betrokken. Ongeacht de lijke dimensies. Deze ambitie vraagt om een schaalsprong naam blijven de steden, het Groene Hart en de land­ vanuit de vleugels die gericht is op versterking van: schappen in de buitenflanken een samenhangend gebied en zijn ze afhankelijk van elkaar. Er is een breed ■ netwerken en samenhang, gedragen opvatting ontstaan over het belang en de ■ concurrentiekracht, positie van dit gebied in Nederland en in Europa en over ■ identiteit en cultuur, de opgaven die daaruit voortkomen. ■ ecologie en waterbeheer. Met deze strategie tekenen de opgaven voor Randstad 2.2 D e R i j n -S c h e l d e D e l t a Holland zich af op twee schaalniveaus. Allereerst opgaven die de Randstad positioneren als een concurre­ Zuid-Holland is niet alleen onderdeel van Randstad rende Europese regio in het internationale netwerk. Dit Holland, maar maakt tevens deel uit van de Rijn- is een gezamenlijke opgave voor de twaalf randstadpar- Schelde Delta. Kern van dit gebied is de Zeeuwse en tijen en het Rijk. Zuid-Hollandse delta, omringd door de Rotterdamse Daarnaast een evenwichtige inrichting van Randstad regio, de Drechtsteden, de West-Noord-Brabantse steden Holland. Hier betreft het vooral opgaven op het niveau en de Vlaamse stedenband Antwerpen-Gent-Oostende. van de vleugels en de stedelijke regio's. Aan de monding van de Rijn, de Maas en de Schelde vormt het gebied de natuurlijke toegangspoort tot Opgaven voor Randstad Holland Noordwest-Europa. In deze delta is een havennetwerk en logistiek-industrieel complex ontstaan dat behoort ■ Complementaire ontwikkeling van economische tot de belangrijkste ter wereld. Deze economische topmilieus, kenniscentra en culturele topvoor- rijkdom gaat samen met een unieke ecologische zieningen. rijkdom, die geënt is op de kwaliteit als estuarium. De ■ Aanleg van snelle hart-op-hartverbindingen gevarieerde overgangen van zoet naar zout water en de tussen de centra waardoor de ‘tijdsruimte’ getijdenwerking zijn bepalend voor de ecologische tussen de centra wordt verkleind en een samen­ kwaliteit. hangend functioneren in Europese context mogelijk wordt. De opgaven ■ Ontwikkeling van de mainports Rotterdam en Vanwege het specifieke en grensoverschrijdende Schiphol als de economische motoren. karakter en de omvang van het gebied heeft de Rijn- ■ Ontwikkeling van de ‘greenports’ van de Schelde Delta de potentie van een Europese regio. De glastuinbouw, bollen en sierteelt als centra van ontwikkeling van het gebied wordt aangestuurd door productie, kennis en handel. een samenwerkingsverband tussen Vlaamse en ■ Ontwikkeling van gevarieerde topmilieus voor Nederlandse overheden, het bedrijfsleven en milieuor­ wonen, zowel hoogstedelijk als groen en ganisaties. Men streeft naar een balans in de ontwikke­ waterrijk. lingen van haveneconomie, logistiek en mobiliteit ener­ ■ Realisatie van een duurzaam watersysteem zijds en die van natuur, landschap, cultuur en toerisme combineren met versterking van de diverse anderzijds. waterrijke landschappen als belangrijke dragers van identiteit en kwaliteit van Randstad Holland. In het zogenoemde Delta Perspectief hebben de partici­ Het Nationaal Bestuursakkoord Water, de perende partijen een gemeenschappelijke visie gefor­ Deelstroomgebiedsvisies en de muleerd. Hierin zijn drie opgaven relevant voor onze Kwaliteitszonering Groene Hart vormen hiervoor structuurvisie. uitgangspunt. ■ Versterking van de Hollandse kust. Een integrale aanpak staat centraal, waarbij vooral in de zwakke schakels veiligheid, natuur en toerisme hand in hand moeten gaan. ■ Evenwichtige ontwikkeling van Zuidvleugel en Noordvleugel. Het wegwerken van de relatieve achterstand van de Zuidvleugel is van belang om onevenwichtigheid binnen Randstad Holland te voorkomen. Opgaven voor Rijn-Schelde Delta

■ Een meer samenhangende ontwikkeling van de havens van Rotterdam en Antwerpen in relatie tot de overige havens in de Rijn Schelde Delta. ■ Optimalisering van het vervoer tussen Rotterdam, Noord-Brabant en Antwerpen, zowel over de weg, over water als per spoor, afgestemd op de groenblauwe en stedelijke kwaliteiten. ■ Versterking van de groenblauwe kwaliteiten in de Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta, gericht op kustversterking, duurzame revitalisering van het water- en ecosysteem van het estuarium, versterking van de cultuurlandschappen en versterking van de toeristische kwaliteit.

3 Hoofdlijnen ruimtelijke STRUCTUURVISIE

Met de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2020 sluiten we aan bij de ambities op het hogere schaal­ Hoofdlijnen van de visie: Zuid-Holland in de delta niveau zoals we die hiervoor hebben samengevat. Kijkend vanuit dit niveau schetsen we in dit hoofdstuk Groene Hart op hoofdlijnen hoe de positie van Zuid-Holland kan ■ Ontwikkeling als Nationaal Landschap. worden versterkt. De opgaven en prioriteiten sluiten ■ Ontwikkeling van een duurzaam perspectief aan bij het document De Zuidvleugel van de Randstad voor het veenweidegebied. van het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel (december 2003) en de Groene Hartbrief van het Bestuurlijk Groene Hart en Zuid-Hollandse delta als open ruimten Platform Groene Hart (januari 2004). m Uitwerking van de kwaliteitszonering, gericht op: ■ Versterking van de landschappelijke, cultuur­ De visie op hoofdlijnen is globaal samen te vatten in historische en recreatieve kwaliteiten. twee termen: de versterking van de stedelijke ■ Een balans tussen restrictief beleid in open netwerken en de versterking van de waterrijke cultuur- landschappen en ontwikkelingsbeleid in en natuurlandschappen. Centraal staat de ambitie om transformatiezones. de Zuid-Hollandse kernkwaliteiten binnen de Randstad ■ Realisering van de ecologische hoofdstructuur. als metropool te versterken: Den Haag als centrum voor ■ Realisering van een duurzaam watersysteem. bestuur en internationaal recht, Rotterdam als wereld­ ■ Versterking van de sociaal-economische vitaliteit haven en als maritiem-logistiek cluster, de hoog­ van de agrarische sector en de kernen in het waardige kenniscentra op het terrein van technologie, landelijk gebied. life Science en ICT en de hoogwaardige agrarische clusters. Wat Randstad Holland zo bijzonder maakt, is Kustzone de ligging in de delta. Via een kwaliteitszonering willen m Integrale, multifunctionele en duurzame we een gedifferentieerd beleid voeren om het Groene versterking van de zwakke schakels in de Hart en de Zuid-Hollandse Delta te versterken. In het kustzone. algemeen is de opgave om water, natuur, recreatie, (agrarische) bedrijvigheid en leefkwaliteit beter met Rivierengebied elkaar in balans te brengen. In specifieke gebieden zijn m Uitwerking Ruimte voor de Rivier. transformaties nodig om verrommeling op te heffen en nieuwe kansen te creëren. Met deze ruimtelijke opgaven kunnen we Zuid-Holland een sterke(re) positie in Kwaliteitszonering Randstad Holland en de Rijn-Schelde Delta geven. Voor de ordening en inrichting van het landelijk gebied In dit hoofdstuk werken we de gewenste ruimtelijke en de groene ruimte van Zuid-Holland is de zogenoemde ontwikkeling op hoofdlijnen uit. kwaliteitszonering het leidende beginsel. Het is een methode om de verschillen in landschappelijke kwaliteit, omvang, functie en ligging van gebieden uit te 3.1 Zuid-Holland in de delta werken tot een samenhangende ordening en zonering. Ieder type gebied krijgt daarbij een eigen inrichtings- Met de Zuid-Hollandse delta, de kust, de benedenri­ opgave, gericht op gebiedsspecifieke, integrale kwali­ vieren en het grootste deel van het Groene Hart liggen teitsverbetering. De gebiedsopgaven hangen af van de omvangrijke delen van de open ruimte van Randstad aard, omvang en positie van een gebied en de kansen en Holland binnen de grenzen van onze provincie. Deze problemen die er spelen. In de grote landschappelijke landschappen kunnen worden beschouwd als uniek in eenheden zijn versterking en behoud van open land­ Europa. Vanuit dit gegeven heeft de provincie een schap, ecologische vitaliteit, cultuurhistorie, duurzame belangrijke verantwoordelijkheid voor de groenblauwe landbouw en ontwikkeling van een duurzaam water­ structuur en kwaliteit van het gebied. Daar vloeien systeem de bepalende opgaven. In (versnipperde) trans­ verschillende hoofdlijnen uit voort. formatiezones is integrale herinrichting aan de orde, met zowel versterking van de groenblauwe functies als Kansen liggen er in de combinatie van oplossingen. ontwikkeling van nieuwe woon- en werkmilieus. De Oplossingen voor wateroverlast, watertekort en waterkwa­ kwaliteitszonering geeft ook richting aan de opgaven liteit kunnen op basis van de deelstroomgebiedsvisies voor de overgangsgebieden tussen stad en land. De worden uitgewerkt in combinatie met ontwikkeling van kwaliteitszonering helpt om een gevarieerde balans te natuur en recreatie. Schaalvergroting en verbreding van de vinden tussen ontwikkeling van landschappelijke grondgebonden landbouw kan samengaan met verbetering kwaliteit en versterking van de vitaliteit van woon- en van het landschap en het zoeken naar nieuwe economische werkmilieus binnen een restrictief kader. dragers. Erkenning op Europees niveau van het veenweide­ landschap als gebied met natuurlijke handicaps kan in dit Groene Hart verband belangrijke steun bieden. En binnen de hoofd­ Het Groene Hart is een internationaal waardevol land- lijnen van de kwaliteitszonering kunnen gemeenten zich schap met bijzondere natuurlijke, cultuurhistorische en richten op een meer gedifferentieerde opgave voor wonen, recreatieve kwaliteiten. Deze kwaliteiten, en de positie werken en voorzieningen in de (kleine) kernen. binnen Randstad Holland, zetten het Groene Hart op de kaart van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. De Zuid-Hollandse delta status Nationaal Landschap is van belang om een De kwaliteitszonering wordt ook uitgewerkt voor de duurzame ontwikkeling van het Groene Hart ook finan­ Zuid-Hollandse delta. De zonering begint hier bij cieel en instrumenteel mogelijk te maken. voorkeur op het niveau van de gehele Zeeuwse en Zuid- Hollandse delta, want dit is de relevante schaal van deze In deze context is de kwaliteitszonering op hoofdlijnen open ruimte. De kwaliteitszonering is een belangrijke ingevuld. Het Groene Hart is globaal opgebouwd uit drie leidraad voor gebiedsgerichte versterking van de grote open landschappen, waar versterking van groen­ kwaliteiten van de Zuid-Hollandse eilanden en deltawa- blauwe kwaliteiten centraal staat: de Venen, de teren. De noord- en oostranden van Voorne-Putten en de Waarden en de Vechtplassen. Deze open ruimten zijn Hoeksche Waard vormen de overgangszones van de van elkaar gescheiden door twee grote transformatie- stedelijke Zuidvleugel naar de open delta en hebben een zones: de Oude Rijnzone tussen en Utrecht en de gemengd stedelijk-landschappelijke opgave. A2-zone tussen en Utrecht. Deze transfor- matiezones bieden als overgangsgebied de mogelijkheid Net als in het Groene Hart, ligt ook in de Zuid-Hollandse voor verweving van stedelijke functies met versterking delta een belangrijke opgave in het vinden van een van de groenblauwe kwaliteiten. Verder wordt vooral nieuw evenwicht tussen diverse functies. Het gaat hier het westelijk deel van het Groene Hart gekenmerkt door vooral om een duurzaam watersysteem en ecosysteem, een mozaïek van kleinere landschappen en transforma- economisch perspectief voor de agrarische sector als tiezones. beheerder van het landschap en de sociaal-economische vitaliteit in de kernen. Een belangrijke stimulans ligt in Een centrale opgave voor het Groene Hart is een een versterking van de ecologische, recreatieve en duurzame ontwikkeling van het veenweidegebied. Het toeristische kwaliteiten. In het overwegende zeeklei­ gaat daarbij om het vinden van een evenwicht tussen tal gebied van de eilanden heeft de akkerbouw nieuwe van functies: een duurzaam watersysteem, een robuuste impulsen nodig voor een duurzame toekomst. De water- ecologische structuur, een duurzaam economisch opgave heeft in de delta nadrukkelijk een binnendijks perspectief voor de agrarische sector, oplossingen voor en buitendijks aspect. Naast oplossingen voor water­ de problematiek van bodemdaling en behoud van overlast spelen de zoetwatervoorziening en de water­ waardevolle cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteit een belangrijke rol. Gedeeltelijke openstelling structuren. Nauw hiermee verbonden zijn opgaven op van de Haringvlietsluizen vormt daarvan een onderdeel. het vlak van de economische en sociaal-maatschappe- lijke vitaliteit van de (kleine) kernen en verbetering van Andere ‘deltaopgaven’ zijn Ruimte voor de Rivier en de de toegankelijkheid en de recreatieve kwaliteit van versterking van de zeewering, beide gericht op natuur en landschap. vergroting van de veiligheid tegen overstromingen. Ook R lijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

hier is sprake van integrale opgaven met onder andere Identiteit en concurrentiekracht kansen voor het ontwikkelen van nieuwe natuur en De Zuidvleugel kan zich als netwerkstad onderscheiden nieuw toerisme. Ruimte voor de Rivier gaat samen met als centrum van bestuur en recht, kennis en logistiek in versterking van de ecologische hoofdstructuur in het een Hollands landschap. De identiteit en de concurren­ rivierengebied. De kustversterking concentreert zich tiekracht van de Zuidvleugel is erbij gebaat deze kern­ rond de Delflandse kust tussen Hoek van Holland en kwaliteiten sterker te profileren. Den Haag kan zich als Scheveningen, de strook tussen Katwijk en Noordwijk, regeringsstad en als vestigingsplaats van mondiale juri­ het Flaauwe Werk op Goeree en enkele badplaatsen. dische organisaties verder ontplooien als internationaal centrum van bestuur en recht. De mainport Rotterdam blijft als wereldhaven de motor voor het maritiem- 3.2 Zuid-Holland in de metropool logistieke cluster, waarvan ook Shipping Valley in de Drechtsteden onderdeel uitmaakt. Een derde speerpunt Opgebouwd uit vier stedelijke regio’s vormt de is de verdere ontwikkeling en stimulering van de hoog­ Zuidvleugel van Leiden tot en van Den Haag waardige kenniscentra op het terrein van technologie, tot Gouda de stedelijke component van de zuidelijke life Science en ICT. Temidden van diverse andere kenni­ Randstad. Als ergens stedelijke regio’s elkaar overlappen scentra vormen het biosciencepark Leiden en de en met elkaar zijn vervlochten, dan is het wel hier. De Kennisboulevard A i3 (Technopolis - Rotterdam- netwerkvorming biedt kansen om de diverse Schieveen) twee cruciale hotspots, met nauwe relaties kwaliteiten meer in samenhang te brengen en daarmee naar de drie Zuid-Hollandse universiteiten. De vierde het schaalniveau van de afzonderlijke regio’s te over­ kernkwaliteit wordt gevormd door de hoogwaardige stijgen. In het streven naar meer evenwicht tussen de agrarische clusters: de glastuinbouw, de bollenteelt en Zuid- en de Noordvleugel is versterking van de iden­ de boom- en sierteelt. Kenmerk van deze greenports is titeit, de concurrentiekracht en de samenhang een de specifieke combinatie van hoogwaardige kennis, belangrijke opgave voor de Zuidvleugel als netwerkstad. productie en handel. Dit gezamenlijke profiel vormt een kansrijke troef voor de versterking van de interna­ Hoofdlijnen van de visie: Zuid-Holland in de tionale en nationale positie van de Zuidvleugel. Een metropool grotere ruimtelijke samenhang kan deze positie verder versterken. Versterking concurrentiekracht netwerkstad Zuidvleugel m Versterking van Den Haag als internationaal De vier kernkwaliteiten overstijgen het schaalniveau centrum van bestuur en recht. van de Zuidvleugel en zijn bovendien nauw verbonden ■ Versterking mainport Rotterdam en maritiem met de mainport Schiphol. Anderzijds zijn ze ingebed logistiek cluster. in de historische en culturele omgeving van de ■ Ontwikkeling knopen en kenniscentra Hollandse steden en landschappen en zijn ze mede­ (technologie, life Science, ICT). bepalend voor de identiteit op lokale en regionale ■ Versterking greenports (glas, bollen, sierteelt). schaal. Inzet op dit profiel geeft aanleiding om het Zuidvleugelconcept ook in ruimtelijk opzicht te Versterking samenhang netwerkstad Zuidvleugel verdiepen (zie ook hoofdstuk 4.1.). ■ Versterking interne en externe bereikbaarheid via schaalsprong en verbetering van de Samenhang en bereikbaarheid samenhang in het infrastructuumetwerk. Van een compleet stedelijk netwerk op meer dan ■ Grotere samenhang tussen stedelijke regionale schaal is pas sprake als de vier stedelijke ontwikkeling en benutting infrastructuur. regio’s van de Zuidvleugel een betere interne en ■ Ontwikkeling van een robuust, samenhangend externe samenhang en bereikbaarheid kennen. en gevarieerd groenblauw raamwerk en een Pas dan is een goed evenwicht mogelijk tussen de duurzaam watersysteem. Zuidvleugel en de Noordvleugel. In onderlinge samenhang kan iedere regio vervolgens zijn specifieke

0 positie en identiteit versterken en daarmee tegelijk Speciale aandacht vraagt de externe veiligheid in een essentiële bijdrage leveren aan het geheel van de verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen. Zuidvleugel. Gerichte bronaanpak en het stimuleren van transport- routes die binnenstedelijke gebieden ontzien, zijn Een schaalsprong en verbetering van het verkeers- en uitermate belangrijk voor het welslagen van de stra­ vervoerssysteem in de provincie is daarvoor nodig, tegie van stedelijke verdichting rond infrastructuur. evenals een betere afstemming tussen verstedelijking, Anderzijds vraagt het goed functioneren van de economische ontwikkeling en infrastructuur. Door het mainport ook enkele routes waar transport en door­ specifieke karakter van de Zuidvleugel ligt de opgave op stroming prioriteit krijgen en stedelijke verdichting het vlak van de bereikbaarheid niet alleen op het achterwege blijft. nationale, maar nadrukkelijk ook op het regionale schaalniveau. In hun samenhang vormen de regionale Een aantrekkelijk vestigingsmilieu verbeteringen echter een opgave van nationale dimensie. Een andere voorwaarde voor een volwaardige en Een betere verknoping van het openbaar vervoer met het duurzame ontwikkeling van de Zuidvleugel is een wegennet is voorwaarde voor de daadwerkelijke aantrekkelijk woon-, leef- en vestigingsmilieu. Groen en vorming van een samenhangend inffastructuurnetwerk. water vormen daarvoor essentiële dragers. Vooral in de Daarin past tevens een betere benutting van het vaarwe­ vele versnipperde tussengebieden van de Zuidvleugel gennet. De externe bereikbaarheid van de steden en de ligt nog een forse inrichtingsopgave om de kwaliteit van mainport vergt voldoende doorstroomroutes via weg, landschap, natuur en recreatie nabij de stad te verbe­ spoor en water, met goede verbindingen naar Schiphol teren. De ontwikkeling van een robuust, samenhangend en het zuidelijke en oostelijke achterland. en gevarieerd groenblauw raamwerk is daarmee de noodzakelijke tegenhanger van de stedelijke dynamiek. Als uitgangspunt voor verbetering van de interne bereikbaarheid kiezen we voor een dubbele benuttings- Recreatieve inrichting en kwaliteitsverbetering van strategie, waarin ten eerste het huidige netwerk beter landschap en natuur gaan samen met de realisering van wordt benut en waar nodig wordt vernieuwd. Ten de wateropgave. Deze zal in belangrijke mate ook in en tweede wordt het vernieuwde infrastructuurnet beter nabij de steden zijn beslag moeten krijgen, niet alleen benut als ruggengraat voor verdere verstedelijking en om de ruimtelijke kwaliteit te vergroten maar vooral economische ontwikkeling. Vooral het railnet dient de om de toenemende kansen op wateroverlast te drager te zijn van (binnen)stedelijke verdichting en beperken. intensivering. De ontwikkeling van de Stedenbaan, RandstadRail en de RijnGouweLijn vormen in dit licht Gevarieerde woonmilieus belangrijke stappen naar een Zuidvleugelrailnet als De demografische ontwikkeling, de inzet op een concur­ drager van de netwerkstad. Het wegennet wordt beter rerend vestigingsklimaat en de toenemende vraag naar aangesloten op het openbaar vervoernet. Verder wordt kwaliteit vereisen een grotere differentiatie in woonmi­ het wegennet verbeterd door een herordening van het lieus. Vestigingsvoorkeuren variëren van optimaal netwerk naar een 'Hoofdwegennet’ en een bereikbare, drukke stadscentra tot rustige en landelijke 'Zuidvleugelnet Wegen', waarbij delen van het onder­ milieus. Binnen dit spectrum beweegt zich de verstede- liggend wegennet een meer zelfstandige rol bij de lijkingsopgave. Centraal staat de doelstelling om afwikkeling van het regionaal verkeer krijgen toege­ minstens vijftig procent van de verstedelijkingsopgave dicht (OWN+) Deze herordening moet gepaard gaan met binnenstedelijk te realiseren. gerichte capaciteitsverruiming van bestaande wegen en de aanleg van enkele ontbrekende schakels. Voor wonen gaat het vooral om het op gang brengen van doorstroming, door het toevoegen van woonmilieus De verbetering van de infrastructuur moet ook gepaard waar een tekort aan is: hoogstedelijke en landelijke gaan met verbetering van de (stedelijke) milieukwa­ milieus, dure en goedkope woningen en woningen voor liteit. veiligheid en de kwaliteit van het landschap. ouderen en jongeren. Ruimtelijk betekent dit het ‘lijke Str Z u i d - H (

intensief benutten en herstructureren van de ruimte in zijn de beste locaties voor de ontwikkeling van hoog­ de centra van de huidige steden en dorpen, vooral in de waardige kenniscentra en zakelijke dienstverlening. Dat omgeving van stations (Stedenbaan), op verouderde geldt ook voor de goed ontsloten knopen aan de rand haventerreinen en aan rivieroevers: meervoudig en van de stad, maar centraal gelegen in het netwerk. Een intensief ruimtegebruik. Hier ligt de opgave voor zowel voorbeeld is Leiden Oost. dure, stedelijke topmilieus als goedkope startersmi- lieus, zowel voor ouderen als jongeren. Via verdunning Grootschalige bedrijvigheid van het logistieke en mari­ in bestaand stedelijk gebied en gevarieerde, veelal klein­ tieme cluster, distributie en de intensieve tuinbouw­ schalige uitbreiding kan ruimte worden gecreëerd voor clusters vereisen daarentegen ruime locaties, goed groene, dorpse en landelijke woonmilieus, ook hier aangesloten op het (hoofd)wegennet, met een goede zowel in dure als minder dure setting, in combinatie inpassing in het landschap. met landschapsverbetering. Tussen beide uitersten richt de ruimtelijke opgave Gevarieerde werkmilieus zich op locaties voor de kennisintensieve en stuwende Variatie staat ook centraal in de vraag naar concurre­ industrie (Leiden, Delft), herstructurering en rende werkmilieus. De economische ontwikkeling vergt intensivering van bestaande bedrijventerreinen en voldoende en divers ruimtelijk aanbod, goede bereik­ ontwikkelingskansen voor kleinschalige stadseco­ baarheid en een actief ontwikkelingsbeleid. Voor de nomie in het bestaand stedelijk gebied. Net als bij Zuidvleugel als geheel wordt ingezet op een meerpolige wonen zijn ook bij de ontwikkeling van bedrijvigheid ontwikkeling waarbij knooppunten en centra elkaar doorstroming, intensivering en functiemenging aanvullen in een samenhangend netwerk. De goed belangrijke doelen. Het project DECOR vervult hierbij bereikbare stedelijke centra en multimodale knopen een stimulerende rol.

Ruimtelijke Structuurvisie Ruimtelijke Structuurvisie 2020 Zuid-Holland 2020

Dit hoofdstuk bevat de kern van de Provinciale Een deel van de ambities kan worden gerealiseerd door Ruimtelijke Structuurvisie 2020 en is de uitwerking van behoud en versterking van bestaande ruimtelijke het vorige hoofdstuk . We bouwen voort op de uitgangs­ kwaliteiten en functies. In gebieden waar kwaliteit punten en de hoofdlijnen die vanuit de hogere schaalni­ tekort schiet is vernieuwing en herstructurering aan de veaus van invloed zijn. Tegelijk integreren we de visies, orde. In weer andere gebieden kan transformatie nodig plannen en projecten uit het actuele provinciale beleid zijn. Behalve vernieuwing en verandering van ruimte­ tot de schaal van de gehele provincie. De structuurvisie lijke kwaliteiten is er dan ook sprake van functieveran­ is daarmee niet zozeer een visionair vergezicht, maar dering. wel een vernieuwende visie op samenhang en schaalni­ veaus, op ruimtelijke kwaliteit, differentiatie en ontwik­ Kernpunten van de ruimtelijke structuurvisie keling. Dat alles in het licht van de middellange termijn, met het jaar 2020 als richtpunt. Deze termijn is Algemene uitgangspunten voor verdere verstedelijking gekozen omdat een ruimtelijke visie dan nog samen ■ Voldoende ruimte voor wonen en bedrijvigheid kan gaan met concreet strategisch beleid en de (eigen behoefte) via samenhang in transformatie, uitvoering van projecten. herstructurering en uitleg. ■ Minstens 50% van de verstedelijkingsopgave In het verlengde van de voorgaande hoofdstukken stellen (wonen, werken en voorzieningen) vindt plaats we in de structuurvisie twee ruimtelijke ambities in bestaand stedelijk gebied centraal. In de eerste plaats is dat de schaalsprong en ■ De verstedelijkingsopgave richt zich op een differentiatie in gebieden en netwerken. In de tweede grotere differentiatie van woon- en werkmilieus. plaats streven we ernaar stad en land duurzaam te ■ Stedelijke verdichting wordt gekoppeld aan de versterken en onderling beter te verbinden. Om deze ontwikkeling van het Zuidvleugelnet, met abstracte ambities tastbaar te maken, hebben we gekozen Stedenbaan, RandstadRail en de RijnGouweLijn voor een ordening in vier strategische thema’s waarin de als belangrijkste dragers voor (binnen)stedelijke gewenste gebiedskwaliteiten, de ruimtelijke differen­ ontwikkeling. tiatie en de samenhang integraal tot hun recht komen. ■ Tegelijk wordt het Zuidvleugelnet beter gekoppeld met het wegennet. Het eerste thema is het dynamisch stedelijk veld. ■ Binnenstedelijke verdichting vindt tevens plaats Binnen dat thema krijgen vooral de (stedelijke) opgaven via transformatie van verouderde haven en voor de Zuidvleugel gestalte. Variatie in woon- en werk­ industrieterreinen, met Stadshavens Rotterdam milieus is daarin de hoofdzaak, zowel binnen bestaand als belangrijkste opgave. bebouwd gebied als daarbuiten. Dan het thema veel­ ■ Stedelijke verdichting gaat samen met duurzame zijdig stadslandschap. Met name binnen dit thema verbetering omgevingskwaliteit. krijgt de schaalsprong en de versterking van de relatie ■ Stedelijke uitleg vindt overwegend plaats in tussen stad en land een plaats. Omdat steeds meer ruim­ transformatiezones stad-land, in samenhang met telijke opgaven te maken hebben met het raakvlak van binnenstedelijke ontwikkeling, gekoppeld aan stedelijke en landelijke ontwikkelingen, is dit zowel het Zuidvleugelnet en ontwikkeling van groen ruimtelijk als beleidsmatig een strategisch onderwerp en water. geworden. Het derde thema is het vitaal landelijk gebied, waarin grote delen van het Groene Hart en de De belangrijkste transformatiezones voor gecombineerde Zuid-Hollandse Delta hun plek krijgen. Versterking van ontwikkeling van wonen, werken, infrastructuur en gebiedseigen kwaliteiten en versterken van de recrea­ groenblauw raamwerk tieve functie krijgen veel aandacht. Het vierde en laatste • De Oude Rijnzone (Katwijk-Leiden-Alphen- thema is het verbindende netwerk. Dat netwerk vormt Bodegraven), inclusief Valkenburg, ten behoeve de schakel binnen en tussen de drie voorgaande van de Leidse Regio, Duin en Bollenstreek en de thema’s. Met name infrastructuur is hier de bepalende Rijnstreek. factor. ■ De Zuidplaspolder, ten behoeve van de ■ Realisering van de wateropgave in het landelijke Rotterdamse regio. Midden Holland en gebied in relatie tot duurzame landbouw en . natuurontwikkeling. ■ Het gebied tussen Den Haag en Rotterdam, ten ■ Realisering Provinciale Ecologische Hoofd behoeve van Haaglanden en de Rotterdamse Structuur (PEHS) door ontwikkeling van robuuste Regio. natuurgebieden in het Groene Hart, de Delta en ■ De kustzone van Delfland (op langere termijn) de kustzone met verbindingen daartussen. ten behoeve van Haaglanden en de Rotterdamse ■ Vitale en leefbare kernen in het landelijk gebied, regio met ontwikkelingsruimte voor eigen behoefte op ■ De Rechter Maasoever ten behoeve van de regionaal niveau, binnen contouren en Rotterdamse regio. kwaliteitszonering. ■ De noordrand van de Hoeksche Waard ten ■ Differentiatie op regionaal niveau via kwaliteits­ behoeve van de Rotterdamse regio en de zonering: restrictief in open landschap, Hoeksche Waard. ontwikkeling in transformatiezones. ■ De Merwedezone ten behoeve van Drechtsteden ■ Integrale aanpak van de veenweideproblematiek. en Alblasserwaard. ■ Integrale en duurzame kustontwikkeling, ■ De oostrand van de Hoeksche Waard (op langere gericht op versterking van de zwakke schakels en termijn) ten behoeve van de Drechtsteden. multifunctionele ruimtelijke ontwikkeling.

De belangrijkste ruimtelijk- economische ontwikkelingen m Ontwikkeling van intensieve knopen voor 4.1 Dynamisch stedelijk veld zakelijke dienstverlening in de centra van de steden en op goed bereikbare plekken in het Het dynamisch stedelijke veld valt globaal samen met stedelijke netwerk. het stedelijke netwerk van de Zuidvleugel en vormt ■ Ontwikkeling van de kenniscentra ruimtelijk, maatschappelijk en economisch het meest Biosciencepark Leiden en Kennisboulevard A i3 dynamische deel van Zuid-Holland. Hier zal het grootste (Delft-Rotterdam). deel van de behoefte aan woningen en bedrijvigheid ■ Ontwikkeling van de mainport Rotterdam met gerealiseerd worden. Naast behoud en versterking van aanleg Tweede Maasvlakte en bedrijventerrein goed functionerende stedelijke milieus ligt het accent Hoeksche Waard noord. op stedelijke transformatie en vernieuwing. ■ Ontwikkeling bedrijventerrein Zuidplaspolder ■ Duurzame herstructurering en ontwikkeling van Centraal staat de opgave om binnen het bestaand de greenport glas in het Westland en het Oostland, stedelijk gebied van de Zuidvleugel minstens vijftig waaronder B-driehoek en Zuidplaspolder. procent van de toekomstige vraag naar woningen, ■ Vernieuwing van de greenports bollen en sierteelt. bedrijfsruimte en voorzieningen te accommoderen. Dit geldt zowel voor de steden als voor de middelgrote en Integrale verbetering van de groene ruimte en kleinere kernen. Onder bestaand stedelijk gebied wordt leefomgevi ngskwalitei t in dit verband verstaan het gebied dat op grond van m Ontwikkeling van regioparken en realisatie van bestaande plannen in 2010 een stedelijke functie zal een aantal robuuste ecologische en recreatieve hebben. verbindingen ter versterking van de groen­ Leidend principe is een grotere samenhang tussen blauwe kwaliteit rond de stad. verstedelijking en infrastructuur. We kiezen ervoor die ■ Realisering van de wateropgave in en rond de samenhang te versterken door met name het railnet te steden in relatie met groenontwikkeling en benutten als ruggengraat van binnenstedelijke landelijk wonen. verdichting en een betere koppeling tussen weg en openbaar vervoer tot stand te brengen. Zowel voor R lijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

wonen, werken als voorzieningen zullen ontwikke­ topmilieus). Een belangrijk nevendoel is het op gang lingen vooral plaatsvinden in de omgeving van het brengen van grotere doorstroming in de bestaande Zuidvleugelnet. Vooral de Stedenbaan, maar ook woningvoorraad, waarmee substantiële aantallen RandstadRail, de RijnGouweLijn, de Hoekse Lijn en de betaalbare eengezinshuizen beschikbaar kunnen MerwedeLingeLijn vormen zo belangrijke pijlers. komen. Door de koppeling aan het Zuidvleugelnet Andersom stellen de omgevingskwaliteiten die horen omvat deze opgave een groot aantal relatief kleine bij stedelijke functies eisen aan goede inpassing van verdichtingslocaties, gespreid over de gehele infrastructuur. Zuidvleugel. Stedelijke verdichting vergroot de kansen op doelmatig ruimtegebruik, beperkte mobiliteitsgroei en een groter Schakelzones stad-water aandeel van het openbaar vervoer. Het draagvlak voor Een tweede binnenstedelijke opgave betreft de stedelijke voorzieningen is ermee gediend en het legt transformatie van verouderde haven- en industrie­ minder beslag op schaarse open ruimte. Het is een terreinen, als kansrijke plekken voor unieke en hoog­ complexe opgave, waarbij verdichting en intensivering stedelijke woonkwaliteiten aan het water. Omdat met centraal staan, maar die ook samengaat met een dergelijke transformatie de relatie tussen de stad verdunning en uitleg op welgekozen plekken in en aan en het water als identiteitsdrager wordt versterkt, zijn het stedelijke netwerk. deze gebieden op de kaart benoemd als schakelzone stad-water. Ook hier is combinatie van wonen, werken Variatie in woonmilieus en voorzieningen in hoge dichtheid kenmerkend. De Het is belangrijk dat locaties voor stedelijke ontwik­ grootste opgave in deze categorie vormen de keling niet op zichzelf staan, maar deel uitmaken van Stadshavens in Rotterdam. Deze worden getrans­ een samenhangend proces van herstructurering, trans­ formeerd van een gebied dat vrijwel uitsluitend voor formatie en doorstroming, dat per saldo een intensiever havenbedrijvigheid dient, tot een multifunctioneel en en gevarieerder stedelijk ruimtegebruik oplevert. Dat intensief stedelijk gebied aan het water. Ook de hangt nauw samen met verbetering van de kwaliteit Drechtoevers vormen een karakteristieke schakelzone van het leef- en vestigingsmilieu. Meer differentiatie in stad-water, met een transformatieopgave die gericht is woon- en werkmilieus, grotere menging van wonen, op de ontwikkeling van veelzijdige stedelijke functies werken en (zorg)voorzieningen, meer groen en water in aan de rivier en ruimtelijke samenhang van de de stad, grotere sociale veiligheid en vermindering van Drechtsteden. Net als bij intensivering bij stations de milieubelasting zijn onverbrekelijk onderdeel van de vergen de schakelzones stad-water vergaande en verstedelijkingsopgave. Er zijn nieuwe ruimtelijke complexe transformaties. Het verminderen van de concepten en oplossingen nodig om beter in te spelen beperkingen vanuit milieuhinder en externe op de trends van vergrijzing en individualisering, de veiligheid zijn belangrijke voorwaarden voor succes. toenemende behoefte aan zorg op maat, het toene­ Het belang is echter groot, temeer omdat ook hier mende aandeel allochtone inwoners en de vraag naar een belangrijke sleutel ligt tot het op gang brengen ruimtelijke kwaliteit. van de noodzakelijke doorstroming in de bestaande woningvoorraad. Stedelijke centra Centraal staat binnenstedelijke intensivering en Naoorlogse wijken en restcapaciteit verdichting, geconcentreerd in en nabij stedelijke De derde binnenstedelijke opgave betreft de herstructu­ centra, wijken en dorpskernen rondom de stations van rering van veelal naoorlogse wijken en realisatie van de de Stedenbaan en andere lijnen van het Zuidvleugelnet. resterende Vinex-capaciteit en overige restcapaciteit Hoge dichtheden, een hoog voorzieningenniveau, binnen de stedelijke contouren. Hier kan zowel sprake openbaar vervoer en menging met werkmilieus zijn kan zijn van verdichting als van verdunning en kenmerkende kwaliteiten van het centrum-stedelijk vergroening. Er liggen kansen om op wijkniveau de wonen. Binnenstedelijke verdichting richt zich met eenzijdigheid van woonmilieus te doorbreken door name op concrete doelgroepen (ouderen, starters. grotere differentiatie en menging met werken,

« Beeld van: Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020 Dynamisch stedelijk veld

voorzieningen en recreatie. In een combinatie van behoeve van de Haagse Regio. De Hoekse Lijn biedt herstructurering en doorstroming liggen hier potenties op de Rechter Maasoever. Ook de kustzone bovendien kansen om tot een evenwichtiger verdeling tussen Kijkduin en Hoek van Holland biedt op langere van kansarme bevolkingsgroepen per regio te komen. termijn mogelijkheden voor nieuwe woonmilieus, waarbij overigens de ontsluiting (zowel via ov, bijvoor­ Nieuwe uitleglocaties beeld doortrekking Randstadrail, als via de weg) een Primair binnenstedelijke ontwikkeling, secundair belangrijk aandachtspunt is. In het zuidelijk deel van de uitleg. De resterende opgave voor wonen richt zich dus provincie liggen de potenties voor stedelijke ontwik­ op ontwikkeling buiten het bestaand stedelijk gebied. keling in de transformatiezones vooral in de noordrand Deze opgave betreft vooral op milieus die in de stad niet van de Hoeksche Waard, de Merwedezone en op of niet voldoende kunnen worden ontwikkeld, maar termijn in de oostrand van de Hoeksche Waard. waar wel vraag naar is. Het gaat overwegend om relatief kleinschalige uitbreidingen van bestaande steden en Variatie in werkmilieus dorpen, nieuwe dorpsachtige kernen en groenblauwe De beschikbare ruimte voor bedrijvigheid is schaars. De en/of landelijke woonmilieus. Dus geen nieuwe steden ontwikkeling van een concurrerend vestigingsmilieu en of grootschalige, monofunctionele woningbouwlocaties. een vitale economie vergt daarom een creatieve aanpak. Het verdient voorkeur ook de uitleglocaties in de Het gaat om selectiviteit en differentiatie. Het accent invloedssfeer van het Zuidvleugelnet te realiseren. De ligt op herstructurering, intensivering en het selectief ontwikkeling van uitleglocaties vindt plaats op plekken bieden van ruimte aan vooral kennisintensieve en die vanuit natuur en landschap minder kwetsbaar zijn stuwende bedrijvigheid voor de economische clusters en wordt gekoppeld aan de gelijktijdige versterking van waar Zuid-Holland nu reeds sterk in is. Het gaat daarbij het groenblauwe raamwerk en het landschap, zowel niet alleen om ruimte. De kwaliteit van het leefmilieu, financieel als ruimtelijk. Vanuit de optiek van een de bereikbaarheid, het klimaat voor starters en de duurzaam watersysteem moet de watertoets mede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt zijn richting geven aan de keuze van uitleglocaties. evenzeer van belang. Wij beperken ons hier echter tot de ruimtelijke aspecten van het beleid. Met de geschetste benadering staat stedelijke uitleg nagenoeg nooit op zich zelf, maar maakt deel uit van Knopen en stedelijke centra een integrale transformatieopgave, die veelal gestalte We zetten in de eerste plaats sterk in op de goed krijgt in de schakelzones stad-land-water (zie ook 4.2.). bereikbare knopen en stedelijke centra van de Voor het noordelijk deel van de provincie wordt ingezet Zuidvleugel. Deze kunnen zich verder ontwikkelen tot op een optimale stedelijke benutting van de Oude brandpunten van voorzieningen, kennis, creatieve Rijnzone tussen Katwijk en Alphen, inclusief de locatie diensten, cultuur en economische activiteit. Er liggen Valkenburg. De RijnGouweLijn-west ontsluit de locatie kansen voor ontwikkeling van hoogstedelijke, econo­ Valkenburg en andere locaties in de as Leiden-Katwijk. mische kwaliteiten, gekoppeld aan meervoudig en De RijnGouweLijn-oost biedt diverse mogelijkheden intensief ruimtegebruik en netwerkvorming op voor kleinschalige uitleg tussen Leiden en Alphen aan Zuidvleugelniveau. Het Zuidvleugelnet, in het bijzonder den Rijn en tussen Alphen aan den Rijn en Gouda. In Stedenbaan, en verbeterde wegontsluiting vormen het centrale deel van de provincie bieden de hiervoor de dragers. Extra inzet vraagt de ontwikkeling Zuidplaspolder en het gebied tussen Den Haag en van de internationale topmilieus, zoals de centra van Rotterdam aanknopingspunten voor een rijk scala aan Den Haag (bestuur en recht) en Rotterdam (zaken­ nieuwe woonmilieus. Voor de Zuidplaspolder moet centrum en life Science). Aansluiting op dehsl is nodig nader onderzoek uitwijzen welke vorm van ov om die toppositie te versterken. Andere knopen met een ontsluiting adequaat en haalbaar is. Mogelijk kan (inter)nationaal profiel zijn Leiden West/CS, Technopolis Stedenbaan of een nieuwe railverbinding hierbij een rol Delft-Noordrand Rotterdam en Den Haag spelen. RandstadRail biedt op langere termijn kansen Beatrixkwartier/ Centrale Zone. De overige knopen voor uitleg bij Pijnacker en Nootdorp (Noukoop) ten hebben vooral een (boven)regionale functie. Kennisparken een versterking van de kenniscomponent. Voorbeelden In de tweede plaats willen we ruimte geven aan kenni­ zijn het Rotterdamse haven- en industriegebied en scentra die gericht zijn op de ontwikkeling van hoog­ Shipping Valley in de Drechtsteden. De milieuzonering waardige technologie. Zij kunnen zich ontwikkelen tot zal overigens op sommige plaatsen de mogelijkheden kennisparken in een groene setting op gunstige locaties voor stedelijke verdichting beperken. Bijvoorbeeld rond in het infrastructuurnetwerk. De Kennisboulevard A i3 de haven en industriecomplexen en langs enkele vormt een belangrijk speerpunt. Hier gaat verdere cruciale transportassen waar het vervoer van goederen, ontwikkeling van Technopolis in Delft-Zuid gepaard waaronder gevaarlijke stoffen, prioriteit krijgt. met ontwikkeling van kennisintensieve bedrijvigheid in de Polder Schieveen en Noordrand Rotterdam. De reali­ Bij de locatiekeuze van nieuwe grootschalige bedrijven­ sering van de A4 en de A13-16 en regionalisering van de terreinen maken we onderscheid naar de bedrijvigheid A13 zijn hiervoor belangrijke voorwaarden. Andere en logistiek die samenhangt met de mainport belangrijke en kansrijke kennisparken zijn het bioscien- Rotterdam en de meer op randstedelijke distributie cepark in Leiden West/CS en het ruimtevaartcentrum gerichte bedrijvigheid. De eerste categorie heeft baat bij Estec in Noordwijk, beide centraal gelegen tussen een ligging aan transportassen naar het zuidelijke en Zuidvleugel en Noordvleugel. oostelijke achterland. De Tweede Maasvlakte, de noordrand van de Hoeksche Waard, Nieuw Reijerwaard Binnenstedelijke bedrijventerreinen bij Ridderkerk en de polder Nieuwland bij Alblasserdam Een derde opgave is de herstructurering van de bestaande komen hiervoor in aanmerking. Voor de tweede cate­ binnenstedelijke bedrijventerreinen. Hiervoor is schuif- gorie is met name de oostflank van de Zuidvleugel in ruimte nodig. Om die te krijgen zetten we in op een beeld, met de Zuidplaspolder, Leiden Oost en Alphen proces van doorstroming en ontmenging. Kleinschalige, aan den Rijn als nieuwe locaties, centraal gelegen in het intensieve bedrijvigheid kan ter plaatse intensiveren of netwerk van Randstad Holland. Nieuwe locaties voor doorstromen naar knooplocaties. Dit moet leiden tot bedrijvigheid vergen een goede landschappelijke intensiever en hoogwaardiger ruimtegebruik op binnen­ inpassing, versterking van het groenblauw raamwerk en stedelijke bedrijventerreinen, kansen voor broedplaat­ een goede ontsluiting. Zo vergt het bedrijventerrein in smilieus. creatieve diensten en een betere integratie met de noordrand van de Hoeksche Waard een verbeterde het overig stedelijk gebied. In het verlengde hiervan ligt aansluiting van de N217 op de A29. de opgave om in het gehele stedelijk gebied meer ruimte te bieden voor stadseconomie en menging van wonen en Glastuinbouw bedrijvigheid op wijkniveau. Op een aantal bijzondere De vijfde opgave heeft betrekking op het glastuinbouw­ binnenstedelijke locaties zetten we in op nog verder­ complex. De samenhang met bestaande complexen en gaande transformatie van bedrijvigheid naar stedelijk de combinatie van handel, kennis en grootschalige wonen, werken en voorzieningen. De Stadshavens in productie zijn bepalende factoren voor nieuwe uitleg. Rotterdam en de Binckhorst en Laakhaven in Den Haag Met de herstructurering van het Westland en nieuwe zijn hiervan treffende voorbeelden. ontwikkeling in de B-driehoek en de Zuidplaspolder krijgen de twee grote complexen van de Greenport Grootschalige terreinen gestalte op de flanken van de Zuidvleugel. We stellen Schuifruimte ontstaat ook door grootschalige, exten­ voorop, dat de ontwikkeling en herstructurering tot sieve en milieuhinderlijke bedrijvigheid (nieuwe) duurzaam glas gepaard gaat met versterking van de ruimte te bieden op bestaande grootschalige terreinen ruimtelijke en milieukwaliteit, sanering van verspreid en op enkele nieuwe, grote uitleglocaties. De bedoelde glas en ruimte voor waterberging. locaties moeten gunstig liggen ten opzichte van de

(weg)infrastructuur en zo min mogelijk hinder ople­ Va r i a t i e in s t e d e l i j k e kwaliteiten veren voor de stedelijke omgeving. De opgave voor de Met de variatie in woon- en werkmilieus is een bestaande complexen ligt vooral in een intensiever en belangrijk deel van het dynamisch stedelijk veld efficiënter ruimtegebruik, optimale milieuzonering en beschreven. De variatie in stedelijke kwaliteiten is

30 Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

echter groter. De diversiteit, intensiteit en kwaliteit van Stedelijk groen en stedelijk parklandschap stedelijke voorzieningen, zoals detailhandel, cultuur, Een essentieel onderdeel van het dynamisch stedelijk recreatie en zorg zijn bepalend voor het karakter en het veld is de kwaliteit van de groene ruimte in en bij de functioneren van de netwerkstad. Daarbij vormen de stad. We duiden deze ruimte aan met de termen stedelijk historische (binnen)steden de bakermat van de groen (binnen de stad) en stedelijk parklandschap (in de Zuidvleugel. Deze zijn belangrijke dragers van de iden­ overgang tussen stad en land). De groene ruimte is de titeit en het cultuurhistorisch erfgoed. Ze vormen noodzakelijke tegenhanger van de stedelijke dynamiek. belangrijke pijlers voor de vrijetijdseconomie en dragen bij aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat. Het stedelijk parklandschap beslaat grote groengebieden Behoud en versterking van deze diverse kwaliteiten is die in sommige gevallen reeds volledig zijn ingericht een blijvende opgave. voor recreatie, natuur en water. Voorbeelden zijn het Bieslandse Bos en Hitland. Andere gebieden bestaan uit De Haagse en Rotterdamse regio vormen samen het versnipperd landschap waar de kwaliteit tekort schiet en centrale stedelijke netwerk van de Zuidvleugel. Hier waar in de toekomst de landbouw geen rol van betekenis zijn (inter)nationale en hoogstedelijke kwaliteiten meer kan spelen. Voorbeelden zijn de groenzone aanwezig. Gezamenlijk en complementair kunnen de Pijnacker-Berkel en grote delen van IJsselmonde. Het Haagse en Rotterdamse topkwaliteiten wedijveren met stedelijk parklandschap wordt, voor zover dat niet reeds de Amsterdamse regio: wereldhaven, moderne cultuur het geval is, volledig ingericht voor recreatie, natuur en en architectuur, internationaal juridisch centrum, rege­ water. De kwaliteit en de gebruikswaarde van de ringscentrum en een universiteit. Tussen de beide gebieden wordt daarop afgestemd. De gebieden zijn steden bevindt zich een tweede universiteit (TU onderdeel van een robuust en gevarieerd groenblauw Delft/Technopolis) en een regionale luchthaven. Een raamwerk op regionale schaal. Een raamwerk dat bestaat grotere ruimtelijke samenhang tussen de Rotterdamse uit een aaneenschakeling van cultuurhistorisch en Haagse regio kan deze kwaliteiten versterken. waardevol landschap, recreatiegebieden, bossen, parken, natuur, water en groene routes in de invloedssfeer van Vanuit hun eigen karakteristiek vormen de overige stede het stedelijk gebied. lijke regio's de verbindende schakels naar de ruimere omgeving. De Leidse regio is met de universiteit en Op zorgvuldig gekozen plekken buiten de Provinciale aanverwante kennisindustrie te beschouwen als het Ecologische Hoofdstructuur zijn er in het stedelijk park­ kenniscentrum van life Science. Deze positie is nauw landschap kansen voor groenblauwe woon- en werkmilieus verbonden met de historische en culturele kwaliteiten in lage dichtheden. De regelingen Ruimte voor ruimte, van de stad Leiden. Door haar ligging op het kruispunt hergebruik agrarische bedrijfsgebouwen en nieuwe land­ van de Oude Rijn en de belangrijke noord-zuidverbin- goederen bieden hiervoor mogelijkheden. Daarnaast zijn dingen vormt de regio tevens de schakel met de ‘groen-door-rood’constructies mogelijk, indien de Noordvleugel en Schiphol en via de Oude Rijnzone met bebouwing royale opbrengsten genereert voor groen. de regio Utrecht. De Drechtsteden vervullen met Shipping Valley een specifieke rol in het logistiek-mari- Het stedelijk groen vormt de binnenstedelijke tieme cluster. Dit gaat samen met de bijzondere karakte­ component van dit raamwerk. Daarbij streven we naar ristiek van Dordrecht als historische rivierstad. De regio meer samenhang tussen het stedelijk groen en het vormt door haar ligging op de driesprong van rivieren, stedelijk parklandschap. Deze opgave gaat samen met hoofdwegen en spoorlijnen een schakel naar zowel het het ontwikkelen van een duurzaam watersysteem met zuidelijke als oostelijke achterland. Ten slotte kan de meer ruimte voor water in en bij de stad, teneinde de Goudse regio zich met de toekomstige Zuidplaspolder toenemende kansen op wateroverlast te beperken. ontwikkelen tot een nieuwe schakel van de Zuidvleugel naar het Groene Hart en de regio Utrecht: een combinatie Schakelzones stad-infrastructuur van historische en nieuwe occupatie, in de periferie van Een derde opgave waardoor de variatie in stedelijke de Zuidvleugel ,maar centraal in de Randstad. kwaliteiten kan worden vergroot, is de ontwikkeling van

« Beeld van: Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020 Veelzijdig stadslandschap

de schakelzones stad-infrastructuur. Hier gaat het om stad. Deze gebieden willen we met behoud van de agra­ veelal versnipperde gebieden in en aan de stadsranden rische functie verder ontwikkelen als parklandschap. waar de bestaande functies en kwaliteiten niet goed met elkaar samengaan. Het zijn tevens de zones waar Schakelzones stad-land-water infrastructuur voor milieuhinder en barrières in de De schakelzones stad-land-water zijn gebieden die van stedelijke samenhang zorgt. Een integrale transformatie oudsher gekenmerkt zijn door een mengeling van stede­ van deze schakelzones is noodzakelijk, maar voor iedere lijke en landelijke functies, dikwijls gecombineerd met zone geldt een eigen, specifieke opgave. In het algemeen infrastructuur en (vaar)water. Tal van functies strijden gaat het om wederzijdse afstemming van bestaande hier om voorrang en zitten elkaar vaak in de weg: functies en infrastructuur, het verminderen van barriè- groen, water, infrastructuur, wonen, werken en agra­ rewerking, verbetering van de milieukwaliteit en het rische bedrijvigheid. De opgave is om de spanning ontwikkelen van nieuwe functies en kwaliteiten die tussen stad en land om te buigen naar duurzame passen bij de dynamiek van infrastructuur. Soms heeft verweving van functies: meer kwaliteit en een betere daarbij de inpassing ten gunste van stedelijke integratie van de stedelijke component, de landelijke verdichting prioriteit, in andere gevallen krijgt de trans- component, infrastructuur en de wateropgave. De scha­ portfunctie het primaat. kelzones hebben ieder een specifieke en integrale trans- formatieopgave. Deze is gericht op ruimtelijke kwali­ Zo is de opgave in de Ais-zone bij Rotterdam vooral om teitsverbetering en gelijktijdige ontwikkeling van ruimte te bieden aan het transport van en naar de groenblauwe en stedelijke functies. Stedelijke mainport. Dat legt beperkingen op aan stedelijke inten­ verdichting en uitleg zijn in deze schakelzones sivering. In het binnenstedelijke deel van de Vlietzone onderdeel van een integrale transformatieopgave. in Haaglanden en tussen Delft en Rijswijk liggen daar­ Diverse maatregelen kunnen in uiteenlopende combi­ entegen mogelijkheden voor stedelijke functies in naties aan de orde zijn. Denk aan herschikking en combinatie met groene geleding. In de Oostflank Leiden sanering van functies, combinatie van groen en rood, is de ontwikkeling van een nieuwe knoop aan de orde, benutting en inpassing van infrastructuur, verbetering met onder andere een verdieping van de A4. Een van de milieukwaliteit, de wateropgave, benutting van bijzondere schakelzone vormt Rotterdam Airport dat waterfronten en realisering van groenblauwe verbin­ zich kan ontwikkelen tot bovenregionaal dingen. De schakelzones zijn geschikt voor de ontwik­ (zaken)vliegveld in het centrum van de Zuidvleugel. Dit keling van nieuwe (groene) woon- en werkmilieus en kan vanuit de veiligheids- en geluidsoptiek leiden tot toepassing van de Ruimte-voor-ruimtebenadering. De beperkingen voor bebouwing. zones kunnen bovendien een regionale opvang voor stedelijke functies uit het aangrenzende landelijke gebied vervullen. Enkele schakelzones bieden eventueel 4.2 Veelzijdig stadslandschap mogelijkheden voor opstellingen van windenergie.

Belangrijke delen van Zuid-Holland krijgen steeds meer De grootste schakelzone stad-land-water is de een gemengd karakter met enerzijds kenmerken van Zuidplaspolder en omgeving. In dit gebied heeft de het vitaal landelijk gebied en anderzijds een steeds versnippering vele oorzaken en gezichten. Infrastructuur, sterker wordende invloed van de stad. Vaak botsen hier glas, verstedelijking en stadsrandactiviteiten vormen hier verschillende functies en is er sprake van een rommelig een rommelige mix in restanten van een open landschap. en versnipperd beeld. Die gebieden duiden we aan als Van een overwegend agrarisch gebied in de randzone van schakelzone stad-land-water. Deze drie overheersende het Groene Hart ontwikkelt de Zuidplaspolder zich tot gebiedskenmerken dienen als het ware beter onderdeel van de periferie van de Zuidvleugel. In deze ‘geschakeld’ te worden. Andere gebieden in de overgang diepe droogmakerij ligt een omvangrijke en integrale van stad naar land hebben hoge cultuurhistorische en verstedelijkingsopgave. Belangrijk daarbij is het natuurlijke kwaliteiten en krijgen daarmee een steeds optimaal benutten van de perifere positie in de belangrijker recreatieve functie ten behoeve van de Zuidvleugel en tegelijk de centrale positie in de Randstad. Deze positionering biedt de aanknopings­ passen in de milieuzonering van het havengebied. De punten voor een nieuwe identiteit, waarin wonen, waardevolle polders bij Spijkenisse en de Bernisse zijn werken, glas, water en groen in diverse functiecombi­ aangeduid als parklandschap. naties samengaan op een wijze die past bij de specifieke Eén en ander vormt de aanzet tot kwaliteitszonering van gebiedskwaliteiten van deze droogmakerij. We kiezen in de Zuid-Hollandse delta. In deze zonering zijn de noorde­ dit verband voor een accent op een relatief grootschalig, lijke en oostelijke randzones van de Hoeksche Waard en innovatief en hoogwaardig centrum van logistiek, bedrij­ Voorne-Putten tot onderdeel gemaakt van het veelzijdig vigheid en glas in het noordelijk deel van de polder, naast stadslandschap, met de daarbij passende opgaven en ruimte voor relatief kleinschalige locaties voor wonen en krijgen ze samen met IJsselmonde betekenis als over­ werken in een waterrijke en groene omgeving in het gangsgebieden tussen de Zuidvleugel en de Delta. zuidelijk deel van de polder. Een robuust groenblauw raamwerk, een duurzaam watersysteem en adequate Tenslotte kunnen de zones voor kustversterking worden infrastructuur zijn hiervoor noodzakelijke voorwaarden. beschouwd als een bijzondere vorm van een schakelzone stad-land-water. Voor deze zones is de opgave een inte­ In de Oude Rijnzone, een andere schakelzone stad-land- grale, duurzame en multifunctionele ontwikkeling, waar water, ligt de opgave vooral in het benutten van de de kustversterking wordt gecombineerd met ontwikkeling RijnGouweLijn als drager voor overwegend kleinschalige van natuur, recreatie en toerisme. Op Goeree (het Flaauwe verstedelijking met gelijktijdige versterking van de Werk) gaat het primair om een landwaartse versterking. groenblauwe en cultuurhistorische kwaliteiten. In de zone Katwijk-Noordwijk wordt naast landwaartse versterking ook gekeken naar mogelijkheden voor Een derde belangrijke schakelzone stad-land-water is de zeewaartse kustversterking. Voor de Delflandse kust noordrand van de Hoeksche Waard. De ontwikkeling van tussen Hoek van Holland en Scheveningen ligt het accent een grootschalig bedrijventerrein in de noordrand bij de op een gefaseerde zeewaartse kustversterking. met naast A29 geeft aanleiding tot een integrale transformatie van de genoemde functies tevens (beperkte) mogelijkheden het gebied: een robuuste groenblauwe herinrichting, voor stedelijke functies in de kustzone. inpassing van het bedrijventerrein, adequate ontsluiting en een woonopgave. Het gebied ten oosten van dehsl Schakelzones komt op langere termijn in aanmerking voor integrale ■ Gebieden waar via integrale transformatie een transformatie, gericht op wonen en werken in een groen­ betere samenhang wordt gerealiseerd tussen blauwe context, indien de verdere ontwikkeling van de ruimtelijke functies en kwaliteiten. Drechtsteden daar aanleiding toe geeft. Schakelzones stad-water

De transformatie van de Merwedezone richt zich op een • Binnenstedelijk gelegen gebieden waar haventer­ goede inpassing van de Betuweroute en de Ai 5 als reinen en rivieroevers worden getransformeerd belangrijke transportroutes naar het achterland, in naar gevarieerde (hoog)stedelijke milieus. combinatie met een verbetering van de (groene) over- gangzone naar het Groene Hart. De MerwedeLingeLijn en Schakelzones stad-infrastructuur de rivieroevers bieden potenties voor transformatie en m Gebieden aan de rand van de stad waar via trans­ ontwikkeling van woon en werkmilieus. Vergelijkbare formatie een betere samenhang wordt gereali­ opgaven gelden voor de rechter Maasoever waar betere seerd tussen infrastructuur en passende stede­ benutting van rivieroevers en van de Hoekse Lijn voor lijke functies. stedelijke functies samengaat met verbetering van de leefomgevingskwaliteit. Schakelzones stad-land-water

m Gebieden buiten de stad waar via transformatie een Op Voorne-Putten worden de noord- en oostrand betere samenhang wordt gerealiseerd tussen stede­ beschouwd als schakelzones stad-land-water. Hier zijn lijke en groene functies, infrastructuur en water. mogelijkheden voor stedelijke en groene functies die

34 :elijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

Parklandschappen Dicht bij de steden in de Zuidvleugel liggen grote Parklandschap gebieden met relatief hoge cultuurhistorische en m Robuuste gebieden in de omgeving van de stad natuurlijke kwaliteiten. In deze waardevolle cultuur­ met overwegend functies voor recreatie, water, landschappen is de invloed van de stad duidelijk natuur en (verbrede) landbouw in een merkbaar en de agrarische functie staat er onder druk. cultuurhistorisch waardevol landschap. Voorbeelden zijn Midden-Delfland, het Land van Wijk en Wouden en het Eiland van Dordrecht. Deze gebieden Cultuurlandschap willen we ontwikkelen tot parklandschap. De cultuur­ m landelijk gebied met een overwegend agrarische historische en ecologische kwaliteit vormt de drager functie. voor een aanzienlijke versterking van de recreatieve gebruikswaarde en van de Provinciale Ecologische Natuurlandschap Hoofdstructuur. Grondgebonden landbouw heeft in het m landelijk gebied met een overwegende parklandschap een duurzame plaats als beheerder en natuurfunctie. economische drager, maar vooral in een verbrede en op de stad gerichte vorm. De gebieden zijn bij uitstek Regionale parken geschikt voor realisering van een belangrijk deel van de • Geografisch begrensde gebiedseenheden, wateropgave. Verder zijn er kansen voor kleinschalige bestaande uit parklandschappen en/of stedelijke en zorgvuldig ingepaste groene en/of blauwe woon- en parklandschappen met een belangrijke functie werkmilieus, onder dezelfde voorwaarden die bij de voor de recreatieve uitloop en geleding van de stedelijke parklandschappen zijn genoemd. Zuidvleugel.

De duinen zijn te beschouwen als een bijzondere vorm van parklandschap, omdat landbouw en bebouwing Bollen- en sierteeltcomplex ontbreekt en de natuurfunctie dominant is. Om die Het bollencomplex en het sierteeltcomplex hebben als reden zijn ze in de visie benoemd als natuurlandschap. greenports beide een integrale opgave. Het zijn inten­ Integrale bescherming en ontwikkeling van natuur­ sieve en hoogwaardige economische clusters, waar een waarden staan hier centraal, in combinatie met recre­ nauwe samenhang is tussen productie, kennis en atief gebruik en een functie voor de waterwinning en de handel. De landelijke en de stedelijke component zijn kustverdediging. De binnenduinranden van Voorne en hier verweven. Anders dan bij de glastuinbouw is de Goeree zijn eveneens als parklandschap benoemd. Een productie in belangrijke mate grondgebonden. Dat zestal parklandschappen en stedelijke parkland­ geeft de complexen ook landschappelijke waarde en een schappen die een grote rol spelen voor de recreatieve functie voor recreatie en toerisme. Intensivering van de uitloop en de landschappelijke geleding van de sector zet de landschappelijke waarde in beide gebieden Zuidvleugel, krijgt de status van regionaal park: de echter onder druk. Verder speelt voor beide teelten de Groenblauwe Slinger, Zoetermeer Zuidplas, problematiek van verzilting van het oppervlaktewater. IJsselmonde, Eiland van Dordrecht, Den Haag Katwijk De ruimtelijke opgave ligt bij verbetering van het land­ en het Hollands Plassengebied. schap, de waterhuishouding en de toeristische kwaliteiten. In het sierteeltgebied gaat dit samen met Stedelijk groen realisering van waterberging in de polder Middelburg m Gebieden en routes in de stad met functies en Tempel en een concentratie van de pot- en container- recreatie, water en natuur. teelt in de droogmakerij. In de Bollenstreek gaat kwali­ teitsverbetering samen met een zorgvuldige inpassing Stedelijk parklandschap en soms sanering van bedrijfsgebouwen en onder­ m Robuuste gebieden dicht bij de stad met over­ steunend glas. Beide gebieden hebben vanwege de wegend functies voor recreatie, water en natuur. greenportfunctie beperkte potenties voor groene woon- en werkmilieus.

0

« Beeld van:

Vitaal landelijk gebied

4.3 Vitaal landelijk gebied Het G roene Hart Het Groene Hart is als typisch Hollands veenweideland­ Het aanzien van het landelijk gebied wordt vooral schap een belangrijke drager van cultuurhistorie, bepaald door het cultuurlandschap van de grondge­ ecologie en recreatie. De opgave is om hier een bonden landbouw en de karakteristieke occupatie in duurzaam toekomstperspectief te bieden. Agrarisch linten, langs dijken en in dorpen, afgewisseld met beheer speelt hierin een belangrijke rol. Een duurzame water- en natuurlandschappen. Deze diversiteit vormt toekomst voor de melkveehouderij vergt economische een belangrijk deel van het cultuurhistorisch en ecolo­ versterking van de sector in de vorm van verbreding en gisch erfgoed van Zuid-Holland en verdient daarom schaalvergroting. Het is noodzakelijk daarbij een even­ gerichte bescherming en versterking. wicht te vinden met de wateropgave en de opgave om oplossingen voor de bodemdaling te vinden. Verder In het bestaande natuurlandschap van de kustzone is de moeten de recreatieve kwaliteit en de bereikbaarheid opgave eenduidig. De duinen worden als onderdeel van van het gebied aanzienlijk worden verhoogd. Ten slotte de ecologische hoofdstructuur integraal beschermd als speelt het gebied een rol bij de realisering van de ecolo­ natuurgebied met recreatieve kwaliteiten, en als gebied gische hoofdstructuur. Op termijn zal niet overal de voor kustverdediging en waterwinning. agrarische functie in stand kunnen blijven en zal de Elders is de opgave breder en gevarieerder. Het gaat om ontwikkeling van nieuwe economische dragers bij de toekomst van de landbouw, de wateropgave, de reali­ moeten dragen aan behoud van vitaliteit en kwaliteit. sering van de ecologische hoofdstructuur, de versterking van de recreatieve gebruikswaarde en het In het noordelijk deel van het Groene Hart (de Venen) vinden van een balans tussen de vitaliteit van de kernen krijgt de kwaliteitszonering ruimtelijk vorm in een en de kwaliteiten van landschap en cultuurhistorie. mozaïek van robuuste, natte natuurgebieden, nieuwe en bestaande plassen, waternetwerken, veenweiden en We staan voor de taak deze aspecten gebiedsgericht met agrarische droogmakerijen. Dit mozaïek sluit aan op de elkaar in evenwicht te brengen via verdere uitwerking transformatiezone van de Oude Rijn en de parkland- van de kwaliteitszonering. De grondgebonden schappen van Reeuwijk, het Hollands Plassengebied en landbouw is en blijft een belangrijke drager en tevens de Groenblauwe Slinger. In de Waarden krijgt de beheerder van het landelijk gebied. Om de druk op deze Krimpenerwaard het aanzien van een nat veenweide- en sector te kunnen weerstaan is economische versterking natuurlandschap. In de Alblasserwaard- nodig in de vorm van verbreding en schaalvergroting. Vijfheerenlanden blijft het open, agrarisch veenweide­ Voor de vitaliteit van het landelijk gebied is ook de leef­ landschap dominant, verweven met kleinschalige baarheid van de kernen essentieel. Als richtsnoer natuur en waterberging. Robuuste ecologische en recre­ hanteren we het bouwen voor de eigen behoefte op de atieve verbindingen versterken de gewenste samenhang schaal van de regio. Contouren geven daarvoor per kern tussen de onderscheiden eenheden. de speelruimte. De combinatie van kwaliteitszonering en contouren biedt differentiatie in de speelruimte: in D e Zuid-Hollandse delta open landschappen is sprake van een restrictieve bena­ In de Zuid-Hollandse delta wordt de ruimtelijke dering met strakke contouren, in transformatiezones structuur bepaald door de ontwikkeling van de deltawa- (schakelzones) is meer ruimte voor ontwikkeling. teren en de Biesbosch tot een robuust en dynamisch Vooral het bouwen van woningen voor ouderen en estuarium van natuur- en waterlandschappen. De jongeren kan bijdragen tot instandhouding van het opgave is om meer samenhang tussen de deltawateren draagvlak voor voorzieningen. Ook het bieden van te realiseren met geleidelijker overgangen van zoet naar ruimte voor nieuwe economische activiteiten en woon­ zout water en om buitendijkse deltanatuur te ontwik­ vormen kan, voor zover passend in het bebouwingspa- kelen. Dit bevordert de duurzaamheid en de kwaliteit troon en het landschap, op termijn bijdragen aan de van het water- en ecosysteem en vergroot de recreatieve versterking van de vitaliteit. Vrijkomende agrarische en toeristische aantrekkelijkheid. Tegelijk ligt er een bebouwing kan in dit verband een rol spelen. opgave om de zoetwatervoorziening zowel op de schaal

« Beeld van: «uimt.iijk. struCtuu,.iSie Zuid-Hol land 2020 V erbindend infranetwerk

van Zuidwest Nederland als op de schaal van de drager van dit net is de Stedenbaan. Dit is een hoogfre­ eilanden veilig te stellen. Binnendijks krijgt de water- quent regiotreinsysteem op bestaand spoor tussen de opgave vooral gestalte in de uitbouw van de krekensy­ Noordvleugel, Leiden, Den Haag, Rotterdam en stemen op de eilanden, gekoppeld aan vergroting van Dordrecht en tussen Den Haag, Rotterdam en Gouda. het areaal open water, natuurontwikkeling en land- Dit systeem wordt mogelijk met de komst van dehsl en schapsverbetering. Een derde opgave is om de de Betuweroute, omdat daardoor op bestaand spoor akkerbouw als drager van het landschap te verbreden capaciteit vrijkomt. Ontwikkeling van de Stedenbaan en de agrarische sector tot een duurzame vorm van biedt kansen voor nieuwe haltes en viersporigheid. De grondgebruik te ontwikkelen. Glastuinbouw wordt realisering van een spoortunnel in Delft ondersteunt geconcentreerd in regionale locaties per eiland. Ten het functioneren van Stedenbaan. slotte is het ook op de eilanden van belang nieuwe economische dragers voor het landschap verder te De Stedenbaan is tevens aanjager voor verdichting en ontwikkelen. Kansen liggen in verdere ontwikkeling van intensivering van het bestaand stedelijk gebied en kan recreatie en toerisme, gericht op de kust, de deltawa- uitgroeien tot de ruggengraat van de verstedelijkings- teren, het binnendijkse landschap en cultuurhistorie. strategie. Belangrijke elementen in het Zuidvleugelnet zijn verder: de RijnGouweLijn west en oost, RandstadRail, de Rotterdamse metro en op termijn de 4.4 Verbindend infranetwerk Hoekse Lijn, de MerwedeLingeLijn en de HOV-ring Drechtsteden. Al deze lijnen bieden kansen voor stede­ Het infranetwerk is de drager van de mobiliteit, bereik­ lijke verdichting bij stations en haltes, in samenhang baarheid en economische ontwikkeling en legt de met een verbeterde aansluiting van de stedelijke fiets-, verbindingen in en tussen het stedelijke veld, het stads­ wegen- en ov-netten op de haltes van het landschap en het landelijke gebied. Binnen iedere cate­ Zuidvleugelnet. Ook het openbaar vervoer over water, gorie heeft het netwerk verschillende verschijnings­ zoals de fast ferry en de waterbus, speelt hierin een vormen: van fijnmazig in het stedelijke veld tot belangrijke rol. grofmazig in het landelijke gebied. Dit betekent een gedifferentieerde opgave. De bereikbaarheid op het hogere schaalniveau wordt bediend door intercity’s, de hsl en de luchthavens De stedelijke dynamiek en de nog steeds toenemende Schiphol en Rotterdam-Airport. Om het HSL-netwerk te mobiliteit vergen vooral in het stedelijke veld een gedif­ completeren streven we naast de HSL-Zuid ook naar ferentieerd en samenhangend net, dat optimale bereik­ realisering van de aansluiting van Rotterdam en Den baarheid en toegankelijkheid garandeert. Bijna alle Haag op de HSL-Oost. Daarbij is overigens geen nieuw vervoerswijzen zijn daarbij aan de orde, maar de tracé in beeld. nadruk ligt bij verbetering van het openbaar vervoer. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met De diverse knooppunten in het ov-netwerk lenen zich mensen die minder mobiel zijn en met de toenemende bij uitstek voor een betere koppeling met het wegennet. behoefte om activiteiten en verplaatsingen te combi­ neren. Voor optimale bereikbaarheid is tevens een Het wegennet betere verknoping van het railnet en het wegennet van Bij de opgave voor het wegennet geldt een enigszins belang. vergelijkbare benadering als bij het spoornet: betere In het landelijk gebied blijft de auto de primaire benutting (bijvoorbeeld Ai 2) en uitbouw waar nodig vervoerswijze. (bijvoorbeeld Ais-West en A13/16). Met de aanleg van de A4 door Midden-Delfland en de verbreding van het Het railnet wegvak Leiden-Burgerveen naar twee maal drie rijst­ Voor het railnet ligt de opgave in de ontwikkeling van roken kunnen de parallelle routes (de A13 en de A44) een fijnmaziger en meer samenhangend netwerk op een meer bovenregionale verkeersfunctie gaan regionaal niveau: het Zuidvleugelnet. Een belangrijke vervullen. Deze wegen kunnen dan onderdeel worden van het stedelijk netwerk. Deze inzet past in de opgave inpassing van bestaande en nieuwe infrastructuur. van herordening. Daarin wordt onderscheid gemaakt Bij deze inpassing moet worden gekozen tussen naar een Hoofwegennet en een Zuidvleugelnet Wegen, aanpassing van de infrastructuur en aanpassing van elk onderverdeeld naar wegen van bijzonder belang het stedelijke weefsel (hwn+, own+) en andere wegen( hwn, own). Bij de cate­ gorie own+ worden delen van het onderliggend De eerste richting is een betere inpassing van de infra­ wegennet opgewaardeerd tot doorgaande verbindings­ structuur met als doel de leefomgevingskwaliteit in het wegen op (boven)regionaal niveau. Om tot meer stedelijke gebied te verbeteren, veelal in het licht van samenhang en capaciteit in het onderliggende stedelijke verdichting. Voorbeelden zijn de binnenstede­ wegennet te komen, moeten tevens enkele schakels die lijke spoorzones in de Drechtsteden, Delft en Gouda de tot nu toe ontbreken, worden gerealiseerd. A13 in Overschie. Hierbij gaat het vooral om het mini­ maliseren van milieubelasting (geluid, luchtkwaliteit, Goederenvervoer externe veiligheid) en vermindering van de barrière- De externe bereikbaarheid van vooral de mainport werking in het stedelijke weefsel. Bij deze inpassingen Rotterdam vraagt efficiënte doorstroomroutes via weg, worden per locatie maatwerkoplossingen gevraagd. spoor en water, met goede verbindingen naar Schiphol Onder andere de Stad-en-milieubenadering levert en het zuidelijke en oostelijke achterland. Vooral met hiervoor mogelijkheden. In het buitengebied vormt het het oog op het (doorgaande) goederenvervoer ligt er verminderen van de barrièrewerking in ecologische, tevens een opgave tot betere verdeling over en recreatieve en landschappelijke verbindingen een koppeling van de modaliteiten van weg, rail en water. opgave. De te realiseren overslagterminal in Alphen aan den Rijn is hiervan een goed voorbeeld. Stimulering van De tweede richting betreft een zodanige inpassing dat goederenvervoer over water en spoor kan zowel het het stedelijke weefsel wordt aangepast aan de infra­ wegennet als het stedelijke leefmilieu ontlasten. structuur. Op een aantal economisch belangrijke routes Behalve de Betuweroute en de bestaande achterlandver­ of assen zoals de Ais/Betuweroute krijgt de transport­ bindingen via weg en water kunnen op termijn ook de en doorstroomfunctie prioriteit. Deze prioriteit beperkt A4-Zuid en de RoBelspoorlijn in dit verband een rol de mogelijkheden voor stedelijke verdichting en stelt gaan spelen. voorwaarden aan andere stedelijke ontwikkelingen langs deze assen. Inpassing van infrastructuur De opgave voor het infrastructurele netwerk heeft Op termijn liggen mogelijke oplossingen in het twee gezichten. Naast de opgave voor verbetering van beperken van het vervoer van gevaarlijke stoffen tot het netwerk zelf, voortkomend uit de wens tot routes en modaliteiten die zo min mogelijk het stede­ versterking van de bereikbaarheid en de economische lijke gebied doorkruisen. De aanleg van de A4-Zuid en vitaliteit ligt er een opgave voor een zorgvuldige van de RoBelspoorlijn kunnen daarbij van belang zijn.

4 0

DYNAMISCH STEDELIJK VELD L a d n e g e 2de Maasvlakte Maasvlakte 2de bedrijven - gebied Stedelijk gebied stedelijk Nieuw Toersitisch centrum Toersitischcentrum knooppunt (inter)nationaal parklandschap Stedelijk groen Stedelijk Luchthaven glas Duurzaam Haven - bedrijven gebied stedelijk Nieuw Zoeklokatie water Zoeklokatie water Bestaand centrum Logistiek knooppunt Bovenregionaal Sierteeltcomplex Sierteeltcomplex Bollencomplex Parklandschap Schakelzone stad - land - land -water stad Schakelzone Kustontwikkeling Cultuurlandschap Cultuurlandschap Zoeklokatie water Zoeklokatie Dorpsgebied Natuurlandschap Stedenbaan Stedenbaan net HOV Regionaal (Inter)nationale wegen wegen (Inter)nationale HSL / Betuweroute Groenblauwe verbindingen verbindingen Groenblauwe /Rivieren / kanalen kreken wegen Regionale wegen Randstedelijke Reservering wegverbinding Reservering HOV-verbinding Reservering P rovinciale R uimtelijke S tru

Zuid-Holland 2020

D e e l II

D e ruimtelijke OPGAVEN

Ruimtelijk programma: DE SECTORALE OPGAVEN

In dit hoofdstuk zijn de ruimtelijke opgaven vanuit een sectorale invalshoek op kwantitatieve en kwalitatieve wijze beschreven en op kaart weergegeven. Daarbij is de volgorde van de lagenbenadering, zoals besproken in hoofdstuk 1 gevolgd. De opgave voor groen en water wordt voor een belangrijk deel bepaald door de reali­ satie van het groenblauwe raamwerk. De opgaven voor infrastructuur zijn gericht op een betere benutting van het bestaande netwerk, het realiseren van ontbrekende schakels en het opheffen van enkele knelpunten. Op het gebied van wonen wordt een bouwprogramma van 180.000 en een sloopprogramma van 60.000 woningen voorzien. Ruimte voor bedrijvigheid zien we vooral gerealiseerd in stedelijke centra, bij knooppunten en op enkele strategische uitleglocaties. De opgaven voor de verschillende sectoren richten zich zoveel mogelijk op het jaar 2020. De programma-informatie en syste­ matiek zijn per sector echter nogal verschillend, waardoor volledige eenduidigheid in de opzet niet mogelijk is. Verder blijven de programma's in bepaalde mate momentopnamen, die vanwege nieuwe prognoses of afspraken weer kunnen wijzigen. (Zo zal het programma infrastructuur op kleine onderdelen nog worden aangepast bij de definitieve vaststelling van het

p w p deel B in 2005).

5.1 Groenblauw

De ontwikkeling van een robuust, samenhangend en een gevarieerd groenblauw raamwerk in de Zuidvleugel vormt een meervoudige opgave waarin een belangrijk deel van het ruimtelijk programma voor natuur, recreatie en water bijeen komt. In de andere delen van de provincie richt de opgave zich vooral op natuur en water.

0 l a n d s c h a p :

kw aliteits-

z o n e r i n g

grote landschappelijke eenheden: behoud en vernieuwing

kleine landschappelijke eenheden: vernieuwing en behoud versnipperde landschappen: transformatie

landschap &

cultuurhistorie ï /, - ƒ* / f - r

4 - 'J T T i'f duinen

kustlandschap

4 ■ - O ; / zeeklei / veenpolders ê v» : J 4 V - " ' zeekleilandschap

• ' *- ■ kleidroogmakenien 4 ' ' • f A - r 'y \ - v \ v : \ ~ s ■ veendroogmakenien 4* V 4 J * 4 * 4 veenweidelandschap

• 4 - y \ - / / ' ' nv'erenlan

* r r cultuurhistorisch 1 I waardevolle gebieden • # beschermd stads- • « en dorpsgezicht

1 Limes-zone (hoge ' archeologische 0 4 . 1 3 9 0 / 7 verwachting) Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

hebben. Voor de periode na 2015 moet rekening worden Het totale raamwerk krijgt vorm in de volgende gehouden met een aanvullende buitenstedelijke recrea­ deelopgaven: tiebehoefte die samenhangt met de nieuwe woning­ ■ Regioparken in de Zuidvleugel bouwopgaven na 2015. Voor de periode 2015-2020 is ■ Robuuste natuurgebieden in het Groene Hart, de bijna 1500 hectare extra recreatiegebied berekend (zie: Delta en de kustzone Alterra, De Vries en de Regt;Confrontatie vraag en aanbod ■ Parken in de steden met verbindingen naar de recreatie in Zuid-Holland, 2004: onderzoek in opdracht van regioparken de Provincie Zuid-Holland). ■ Robuuste verbindingen tussen regioparken en natuurgebieden W ateropgave tot 2020 ■ Variatie in natuur en landschap Op basis van berekeningen in de deelstroomgebieds- visies Midden-Holland en Zuid-Holland Zuid is een zeer ruwe schatting te geven van de oppervlakte van De wateropgave komt in belangrijke mate in het maatregelenpakket voor de buitenstedelijke regioparken en natuurgebieden tot stand wateropgave tot het jaar 2050. De aangegeven hectares zijn voor wateroverlast, watertekort en D e groenopgave tot 2020 waterkwaliteit. Op basis van bestaande provinciale en regionale beleids­ plannen is de groenopgave tot 2013 vastgesteld. Voor In het Nationaal Bestuursakkoord Water is afgesproken zowel de recreatie- als de natuurgebieden is het de dat de stedelijke wateropgave in de eerste helft van ambitie van de provincie om al in het jaar 2013 de 2006 door de gemeenten in beeld gebracht moet zijn. (Provinciale) Ecologische Hoofdstructuur gerealiseerd te Daarnaast is afgesproken dat de waterbeheerders hun

Regionale recreatiebehoefte in de periode 2013 tot 2020 W ateropgave tot 2020 (buitenstedelijk) (in hectare) (in hectare) Zuidvleugel tot 2020 Leidse Regio 300 200 Duin- en Bollenstreek 60 Haaglanden 800 400 Rijnstreek 50 Rijnmond 700 300 Leidse regio 130 Drechtsteden 200 100 Haagse regio 440 Goudse Regio 400 200 Westland 40 Zuidvleugel (Totaal) 2.400 1.100 Midden-Holland 90 AlblasserwaardA/ijfheerenlanden 40 Groene Hart ■ 1 Drechtsteden 80 Rijnstreek 500 300 Rotterdamse regio 380 W ilck en Wiericke 300 700 Voorne-Putten en Rozenburg 30 Krimpenerwaard 300 100 Hoeksche W aard 20 Alblasserwaard-Vijfherenlanden 300 100 Goeree-Overflakkee 10 Groene Hart (Totaal) 1400 1200 Totaal Streekplan West 670 Totaal Streekplan Oost 180 Delta Totaal Streekplan Rijnmond 410 Hoeksche W aard 500 200 Totaal Streekplan Zuid 110 Goeree Overflakkee 400 200 Totaal Zuid-Holland 1370 Delta (Totaal) 900 400 Programma Groen in de periode tot 2013 Recreatie Natuur totaal al aan­ Resttaak totaal Resttaak (in hectare) gekocht gekocht

1. Provinciaal landschap Bollenstreek 140 0 140 433 95 338 1a Groene Laan Kust 0 0 0 6 0 6 1b Groene laan Hollands Plassengebied - Kust 0 0 0 32 0 32 2. Regiopark Hollands Plassengebied 196 196 0 16 0 16 2a Groene laan Hollands Plassengebied - GBS 0 0 0 205 80 125 3. Regiopark Den Haag-Katwijk 143 90 53 92 20 72 3a Groene Laan Duivenvoorde corridor 37 0 37 64 0 64 4. Regiopark Groenblauwe Slinger 2166 1163 1003 537 199 338 4a Groene laan Groenblauwe Slinger - Kust 78 0 78 69 5 64 Totaal W est 2760 1449 1311 1454 399 1055 O ost

1. Regiopark Zoetermeer-Zuidplas 3192 1339 1853 341 30 311 2. Groene Hart: De Venen/Nieuwkoop/Bodegraven 0 0 0 1718 608 1110 2a Groene laan Hollands Plassengebied-De Venen 0 0 0 28 0 28 3. Groene Hart: Rijnstreek/Reeuwijk 567 552 15 1181 827 354 4. Groene Hart: Krim penerwaard 505 505 0 2589 1096 1492 4a Groene laan Zuidplas-Krimpenerwaard 0 0 0 81 7 74 5. Groene Hart: Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 215 215 0 1379 526 853 Totaal Oost 4479 2611 1868 7318 3095 4223 Rijnmond

1 Regiopark Groenblauwe Slinger 1215 1202 13 266 228 38 1a Groene laan Noordrand Rotterdam 371 86 285 0 0 0 2. Regiopark Zoetermeer-Zuidplas 485 11 474 20 0 20 3. Regiopark IJsselmonde 1188 289 899 10 5 5 4. Deltagebied Voorne-Putten 150 133 17 647 129 518 5 Groene laan Westland-Groenblauwe Slinger 237 55 182 159 12 147 Totaal Rijnmond 3646 1776 1870 1102 374 728 Zuid

1 Regiopark IJsselmonde/Drechtsteden 294 243 51 0 0 0 2. Regiopark Eiland van Dordrecht/Drechtsteden 596 226 370 792 461 331 3 Deltagebied Hoeksche Waard 0 0 0 1953 1584 369 4 Deltagebied Goeree-Overflakkee 0 0 0 1481 676 805 4. Nog aan te wijzen Deltanatuur 0 0 0 625 57 568 Totaal Zuid 890 469 421 4851 2778 2073 Robuuste verbindingen 0 0 0 2000 41 1959 Totaal Zuid-Holland 11775 6305 5470 16725 6687 10038

4 6 Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

bodem & water I polders dieper dan _ -2.5 meter (in het f-1 buitengebied)

zwakke schakels in kustverdediging & veiligheid kustfundament

zoekgebied voorraadberging/ zoetwatervoorziening

zoekgebied berging bij wateroverlast

zoekgebied stedelijke waterberging bronnen Kuslvisie / Slmowgebredsvisles

watersysteem toetsen aan de in het nationale akkoord Ontwikkeling regioparken vastgestelde normen. De studie naar de zoetwatervoor­ Binnen de regioparken wordt het overgrote deel van de ziening Midden-West Nederland wordt ook in de loop recreatieopgave en een belangrijk deel van de natuur- van 2006 afgerond. Hierdoor kunnen de cijfers van de opgave in samenhang gerealiseerd. Daarmee wordt bijge­ wateropgave nog wijzigen. dragen aan de verscheidenheid aan verschijningsvormen en functies binnen het groenblauwe raamwerk. Omwille van vergelijkbaarheid van de wateropgave met Gedeeltelijk leidt dit tot volledige transformatie van opgaven voor wonen, werken en infrastructuur binnen agrarisch gebied tot recreatie en natuur (stedelijk park- de verstedelijkingsstrategie, is de opgave voor 2050 landschap). Voor het overige tot vernieuwing van het evenredig verdeeld over de perioden tot 2010 en 2010 landschap door gedeeltelijke wijziging van de agrarische tot 2020 functie naar natuur en recreatie (parklandschap). De opgave voor de regioparken staat in de volgende tabel. groenblauw raamwerk

} regionaal park transformatie iiL—4i

\ oveng recreatief uitloopgebied

oveng recreatief . i uitloopgebied te verbeteren

Ä geledmgs- & verbindingszone

hoofdlijnen Q PEHS

stedeh|ke groengebieden

toerisme&recreatie

kust met badplaatsen

Keukenhol J Bollenstrei

Kinderdijk

groot stedelijk o

48 lelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

grote landschappen buiten de Zuidvleugel (Groene Ontwikkeling parklandschappen en stedelijke Hart, Delta en kust). Met deze verbindingen worden parklandschappen (regioparken) recreatieve routes en ecologische schakels in samenhang gerealiseerd. Zoetermeer Zuidplas Transformeren IJsselmonde Transformeren Den Haag - Katwijk behouden en Groenblauwe verbindingszones verbeteren Hollands Plassengebied behouden en ■ Hollandse Plassen - kust verbeteren ■ Hollandse Plassen - Groenblauwe Slinger Eiland van Dordrecht Vernieuwen ■ Duivenvoorde corridor ■ Noordrand Rotterdam

G r o e n b l a u w e Slinger: ■ Westland - Groenblauwe Slinger Midden-Delfland Vernieuwen ■ Groenblauwe Slinger - kust Oude Leede Transformeren ■ Hollandse Plassen - de Venen Groenzone Berkel - Pijnacker Transformeren ■ Zoetermeer Zuidplas - Krimpenerwaard Bieslandse Bos Verbeteren ■ Nieuwkoop - Reeuwijk Nieuwe Driemanspolder Transformeren ■ Alblasserwaard - Biesbosch Land van Wijk en Wouden Verbeteren

5.2 Infrastructuur Realiseren van een samenhangend raamwerk We hebben niet slechts de ambitie extra hectares groen In het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan, deel B (de en water te realiseren; we willen dit ook tot een samen­ beleidsagenda), is een maatregelenpakket voor infra­ hangend netwerk maken. Die ambitie is uitgewerkt in structuur opgenomen. Dit pakket is daarin verdeeld een aantal robuuste verbindingszones tussen de regio- over drie fasen: tot en met 2007, van 2008 tot 2013 en parken onderling, tussen het binnenstedelijk en van 2014 tot 2020. In de volgende tabel hebben we het buitenstedelijk groen en tussen de regioparken en de pakket tot de hoofdlijnen teruggebracht. infrastructuur

D esidan u

^__j regionaal wegennet

In ontwikkeling

rondweg Gouda / N470 / omleiding Zevenhuizen

(reservenng) A4 Zuid

verbinding A4-N44 ontsluiting en bereikbaar­ heid Zuidplaspolder, Stads­ havens. Hoeksche Waard. Rijnstreek

infrastructuur

• «•Vip* hov-ontsluiting 2) Zuidplas

hov-verbinding Zoetermeer - Delft - Den Haag

' »1 Drechtstedennng 0 4 .1 390/8 Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

Opgaven infrastructuur tot 2020

Fase 2003-2007 Fase 3: 2014-2020 (Inter-) nationale railverbinding (Inter-) nationale railnet HSL-Zuid, Betuweroute viersporigheid Rotterdam-Gouda; HST-West HOV verbinding Zuidvleugelnet HOV verbinding Zuidvleugelnet 1e fase Stedenbaan; RandstadRail, Rijn G ouw e Lijn Oost; Stedenbaan 3e fase; ZoRo-rail; RandstadRail 2e fase ZoRobus; Hoekse Lijn (doortrekking); Hoofdwegennet van bijzonder belang Hoofdweg van bijzonder belang A4 de Hoek - Clausplein (2*4 rijstroken); opwaardering: A4 Midden-Delfland; A4 Leiden-Burgerveen (2*3 rijstroken); A15-Oost en A27 A15-West; betere benutting: A12, A15-Oost, A20 en A27 H oofdw eg H oofdw eg: functiewijziging: A20 (Terbregseplein - Westerlee) en A29; nieuwe oeververbinding ten westen van Rotterdam Zuidvleugelweg van bijzonder belang Zuidvleugelweg van bijzonder belang N470; verlenging Veilingroute en reconctructie knooppunt opwaardering: N211, N213, N218, N222, N470; functiewij­ Westerlee (onderdelen project '3in1' Westland); ziging: N57, N59 en N11-Oost; Zuidvleugelweg Zuidvleugelweg Omleiding Zevenhuizen; N210 (vernieuwbouw); 2e ontslui- ontsluiting regionaal bedrijfsterrein Hoekse Waard (N217- tingsweg Hoek van Holland (onderdeel project *3inV A29); ontsluiting verstedelijking Driehoek; structuurverbe­ Westland); Zuidwestelijke randweg Gouda; N205-N206 (of tering vierhoek: Leiden - Alphen aan den Rijn - G ouda - alternatief) Zoetermeer Vaarw egen Vaarw egen Overslag Terminal A lphen ad Rijn Fase 2: 2008-2013 Na 2020 (Inter-) nationale railnet (ruimtelijke reservering tot 2020) Spoortunnel Delft (viersporigheid) A4-Zuid; RoBel: goederenlijn Rotterdam-Antwerpen, H O V v erbinding Z uidvleugelnet spoorverbinding Utrecht-Breda; vaarwegomlegging Delftse Stedenbaan 2e fase; Rijn G ouw e Lijn West; M erw ede Linge Schie; Lijn; Ridderkerklijn (Tramplus); Hoekse Lijn (ombouw); Zuidtangent Haagse Agglolijn; Drechtstedenring (bus) Hoofdweg van bijzonder belang

Hoofdw eg A13/A16; functiewijziging: A13 en A44 Zuidvleugelweg van bijzonder belang Rijnlandroute (A4-A44); opwaardering: N207-Noord (Alphen-Leimuiden- A4); verbindingsboog N11-A12 (N459); functiewijziging: N3 en N44 Zuidvleugelweg opwaardering N209 Vaarw egen betere benutting vaarroute Hollandsche IJsselGouwe

0 stedelijke herinrichting & uitleg

bestaande uitleglocaties \ (Vinex)

stedelijke hennnch- * tingsopgave zuidvleugelnet drager stedelijke < verdichting

nieuwe stedelijke > uitleglocaties

zoekgebied stedelijke uitleg Ruimtelijke Structuurvisie Zu id -Holland 2020

Knelpunten leefomgeving Daarnaast treedt vermindering van kwaliteit op als In de huidige situatie zijn er locaties waar de milieu­ gevolg van een belasting door industrie en bedrijvigheid, kwaliteit en de aanwezige functies niet met elkaar in met name in de schakelzones in het Rijnmondgebied en overeenstemming zijn. Het gaat vooral om locaties waar de Drechtsteden. gevoelige bestemmingen zoals wonen nabij infra­ structuur liggen. Geluidbelasting, luchtkwaliteit en (externe) veiligheid zijn onvoldoende of overschrijden 5.3 Wonen wettelijke normen. De belangrijkste knelpunten in relatie tot infrastructuur zijn: Op basis van het Zuidvleugeldocument, de Woonvisie en onderliggende nota’s is het bouw- en sloopprogramma voor de periode van 2005 tot 2020 globaal vastgesteld. Top 10 van knelpunten in de leefomgeving In totaal komt die opgave overeen met de berekende vraag tot 2020. Onderscheid is gemaakt naar de binnen­ ■ Ai 2 Voorburg/ Den Haag stedelijke opgave en de opgave voor uitleg. Tevens is ■ Ai 3 Delft globaal aangegeven om welke woonmilieus het gaat. ■ Ai 6 Van Brienenoordtracé De verdichting rond stations plus de transformatie van ■ A13/A20 Overschie havengebieden moet voorzien in de vraag naar ■ Ai6/Spoorzone Zwijndrecht - Dordrecht centrumstedelijke (en dorpse) woonmilieus, de her­ ■ A20 Vlaardingen - Zevenkamp structurering aan stadsranden voor de groenstede lijke ■ Ai 5 Hoogvliet milieus en de nieuwe uitleglocaties in die naar lande­ ■ N3 Dordrecht lijke milieus. Nadere uitwerking van de woningbouw­ ■ Ai 3, de Schie, A4 opgave naar aantallen en woonmilieus per regio krijgt ■ Ai 2/ A20/ spoorzone Gouda gestalte in de (op te stellen) ivz (Implementatie Verstedelijkingsprogramma Zuid-Holland).

Woningbehoefte Zuid-Holland 2005-2009 2010-2014 2015-2019 2005-2019 behoefte 88.000 68.000 64.000 220.000 vervanging 25.000 30.000 28.000 83.000 productie 113.000 98.000 92.000 303.000 Totaal 2005-2019 circa 300.000 (inclusief vervanging van w ege sloop)

Programma woonmilieus 2010 tot 2020 Categorie W oonm ilieu Bouw Sloop Verdichting bij stations Centrum stedelijk van de Stedenbaan en centrum dorps 50.000 25.000 Verdichting bij overige stations Centrum stedelijk van het Zuidvleugelnet en centrum dorps 40.000 15.000 Overig binnenstedelijk door Centrum stedelijk, herstructurering, havens en buitencentrum, rivieroevers, restant Vinex/Vinac groenstedelijk en/of dorps 50.000 20.000 Buitenstedelijke uitleg: Valkenburg, Groenstedelijk, Zuidplaspolder en kleinschalige uitleg dorps en landelijk 50.000 0 Totaalopgave 2010-2020 190.000 60.000 54 Werken De harde cijfers over het aanbod betreffen bedrijventer­ reinen waarvoor geen knelpunten bij verwezenlijking Economische centra bij knopen zijn te verwachten. Bij de realisatie van het zachte De goed bereikbare knopen, centra en stations­ aanbod zijn nog knelpunten te verwachten omdat de omgevingen zijn geschikt voor de ontwikkeling en betreffende locaties nog niet in bestemmingsplannen concentratie van kennisintensieve bedrijvigheid en zijn opgenomen. Bij de cijfers over Rijnmond, linker zakelijke dienstverlening. Internationale topmilieus Maasoever, is het aanbod aan zeehaventerreinen en krijgen vooral ruimte in de centra van Den Haag en distriparken niet meegeteld en bij de regio Zuid is Rotterdam. Goeree-Overflakkee buiten beschouwing gelaten.

Bedrijventerreinen, vraag en aanbod Prioritaire locaties 2002-2020 Ten behoeve van de ontwikkeling van vitale onderdelen Op basis van het cPB-scenario European Coördination is van de Zuidvleugeleconomie is een gezamenlijke een schatting gemaakt van de kwantitatieve behoefte Zuidvleugellijst opgesteld waarin prioritaire aan bedrijventerreinen in de periode tot 2020. Dit is een (koepel)projecten van bedrijventerreinen in de voorzichtige schatting. In streekplannen (bijvoorbeeld Zuidvleugel worden benoemd, waar we ons voor streekplan West) wordt uitgegaan van hogere groeisce­ inspannen om tot realisatie te komen. Het gaat hierbij nario's. Aangezien bij elk scenario sprake is van om bedrijventerreinen met een (boven)regionale bete­ tekorten, zeker op langere termijn, werken we een stra­ kenis. De lijst van (koepel)projecten vormt de basis om tegie uit die gericht is op het taakstellend realiseren van met het ministerie van ez te komen tot afspraken ten bedrijfsruimte in relatie met de potenties voor de aanzien van rijksondersteuning, mede in relatie tot het Zuidvleugeleconomie. in voorbereiding zijnde rijksactieplan bedrijventerreinen.

Economische centra bij knopen

internationale topmilieus

Den Haag Centraal/Ambassade centrum van recht en bestuur Rotterdam Centraal zakencentrum Technopolis/TU Delft - Schieveen/Noordrand kennisknoop techniek R'dam (Kennisboulevard A13) Leiden West/Centraal kennisknoop life science Rotterdam Erasmus Medisch Centrum kennisknoop life science

Den Haag Beatrixkwartier nationaal zakencentrum ICT Schiedam (Schieveste) regionaal zaken- en voorzieningen centrum Rotterdam Parkstad regionaal voorzieningen centrum Rotterdam Alexander regionaal voorzieningen centrum Spoorzone Delft regionaal centrum Spoorzone Dordrecht-Zwijndrecht regionaal zaken- en voorzieningen centrum Spoorzone G ouda regionaal centrum Spoorzone Alphen aan den Rijn regionaal centrum Knoop Leiden Oost regionaal zaken- en voorzieningen centrum

Den Haag Centrale Zone (CS - Prins Clausplein) internationaal zakencentrum Rotterdam Noordrand internationaal zakencentrum

54 Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

Prioritaire locaties van nieuw te ontwikkelen en te herstructureren bedrijventerreinen

Bruto hectare Aanpak (voorlopig) Rijnmond rechter Maasoever Spaanse Polder e.o. Herstructurering 330 Rotterdamse havens rechter Maasoever Herstructurering 170 Droge bedrijventerreinen rechter Maasoever Herstructurering 150 Schieveen Nieuw terrein - kennis 100 Rivierfront Vlaardingen/Schiedam Herstructurering 280 Krimpen Stormpolder Herstructurering 80 H oofdw eg Capelle aan den IJssel Herstructurering 70 Hoefweg Bleiswijk Nieuw terrein 220 Rijnmond linker Maasoever Waalhaven, Eemhaven Transformatie 410 Droge bedrijventerreinen linker Maasoever Herstructurering 110 Tweede Maasvlakte Nieuw nat terrein 1.750 Veiling Barendrecht e.o. Herstructurering 90 Haaglanden Technopolis Nieuw terrein - kennis 100 Harnaschpolder Nieuw terrein 90 Schieoevers/Rotterdamseweg Herstructurering 100 binnenstedelijk (Laakhaven en Binckhorst) Transformatie 150 Veilingcomplex Westland Nieuw terrein en herstructurering 230 Zoetermeer noordoostelijke bedrijventerreinen Nieuw terrein en herstructurering 270 Leidse regio m H i Oude-Rijnzone; deelzones: Nieuwe terreinen; 190 zone Leiden-Rijnwoude-Zoeterwoude overloop en herstructurering zone Alphen a/d Rijn-Bodegraven Leeuwenhoek/Rijnfront Nieuw en herstructurering - kennis 40 't Heen Herstructurering 70 Midden-Holland ■ ■ ■ ■ I I M HiWÊÊKÊÊÊÊÊm i Zuidplas Nieuwe terreinen - overloop 300 Gouda-Waddinxveen Nieuw terrein en herstructurering 220 Zuid IIIHHI Hoeksche W aard Nieuwe terreinen - overloop 350 460 Shipping Valley Herstructurering en nieuw terrein Knoo p Gorinchem Nieuw terrein en herstructurering 180

0

Bedrijventerreinen, vraag en aanbod 2002-2020 (netto hectares) Behoefte tekort tekort opties aanbod aanbod Leidse regio / Duin en Bollenstreek 250 103 147 98 49 133 Haaglanden 490 473 17 64 -47 124 Totaal West 740 576 164 162 2 257 Rijn en G ouw e 280 117 163 71 92 165 De W aarden 160 87 73 58 15 44 Totaal Oost 440 204 236 129 107 209 Rechter Maasoever 440 294 146 103 43 68 Linker Maasoever 470 98 372 96 276 132 Totaal Rijnmond 910 392 526 199 327 200 Drechtsteden 230 153 77 26 51 91 Hoeksche W aard 190 23 167 60 107 287 Totaal Zuid 420 176 224 86 158 378 Totaal Zuid-Holland 2.510 1.349 1.161 576 585 1.044

Verhouding tussen vraag en aanbod Gt lastuinbouw Het gevarieerde aanbod aan knopen, ruimte voor kenni­ In het kader van het Uitvoeringsprogramma scentra en bedrijventerreinen biedt perspectief om in glastuinbouw vindt monitoring plaats van de ontwik­ voldoende mate tegemoet te komen aan de vestigings­ keling van het glastuinbouwareaal binnen de provincie. eisen vanuit de belangrijke economische clusters. Voor De Rapportage Monitor Glastuinbouw Zuid-Holland van de dienstenclusters (ICT, telecom, internationaal recht) april 2004 geeft de volgende cijfers over de ontwik­ is ruimte in de goed bereikbare (hoog)stedelijke centra keling in de periode 1997 - 2003. en knopen in het stedelijke netwerk. Met de kenni­ scentra in Delft, Rotterdam en Leiden is er ook voor de Aan de hand van deze uitkomsten kan worden geconsta­ kennisclusters (life Science en specialistische techno­ teerd dat over de betreffende periode het productie- logie) naar verwachting voldoende ruimte beschikbaar oppervlak (‘netto glas’) met 10% is afgenomen en het die overeenkomt met de vestigingseisen. Ruimte voor zichtbare (fysieke) glasoppervlak met 0,5% is afge­ productie en de logistieke clusters (maritiem, logistiek, nomen. Het aantal bedrijven is sterk afgenomen met chemie en glastuinbouw) op gunstige plekken in het 25%. Dit duidt op schaalvergroting, die per saldo geen transportnetwerk vinden we op de middellange termijn extra ruimtebeslag vergt. door in te zetten op de Hoeksche Waard, de Het glasbeleid richt zich op de saldo-o benadering, zijnde Zuidplaspolder, de B-driehoek, de tweede Maasvlakte en het handhaven van het netto glasareaal op 5800 ha. De andere locaties in de Zuidvleugel. Dit in combinatie met uitkomsten van de monitor vormen geen aanleiding het een programma voor herstructurering van bestaande saldo-o beleid voor glastuinbouw te herzien. Voor het terreinen. toekomstig glasareaal betekent dit dat de bovengrens van 5800 ha netto glas blijft gehandhaafd.

Glastuinbouw 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 netto glas (ha) 6006 6053 5900 5855 5769 5404 fysiek glas (ha) 7123 7286 7085 bedrijven (aantal) 5881 5662 5288 4895 4625 4390 58 Ruimtelijke Structuurvisie Strategische Zuid-Holland 2020 OPGAVEN EN PROJECTEN TOT 2020

De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2020 brengt Beleidsmatige relevantie en continuïteit voor het gehele grondgebied van de provincie een groot Diverse opgaven hebben reeds een strategisch karakter aantal strategische opgaven en projecten met zich mee. vanwege het vigerend provinciaal beleid en de bestuur­ In veel gevallen gaat het daarbij om projecten en lijke en instrumentele afspraken met andere partners opgaven die al in gang zijn gezet, bijvoorbeeld via zoals de Bestuurlijke Commissie Randstad, het Bestuurlijk andere beleidsvelden, vigerende ruimtelijke plannen, of Platform Zuidvleugel, Bestuurlijk Platform Groene Hart beleidskaders zoals de Zuidvleugel of het Groene Hart. en het Nationaal Waterakkoord. Deze opgaven blijven ook In andere gevallen gaat het om vernieuwde en nieuwe strategisch in het kader van deze structuurvisie. opgaven, die voortvloeien uit actueel provinciaal beleid en visievorming in het kader van deze structuurvisie. De Volgorde, fasering en urgentie opgaven zijn gerangschikt naar zes thema’s die op het Het zwaartepunt van de strategische opgaven ligt op de schaalniveau van de provincie van bijzonder belang middellange termijn (2010 tot 2020). Maar er zijn ook zijn. In dit hoofdstuk worden de opgaven en projecten strategische opgaven en projecten die nu al in gang zijn benoemd. gezet. Het is van groot belang om deze voortvarend te blijven aanpakken en ze vanuit die optiek ook een plaats te geven in de structuurvisie. Daarbij is het schaalniveau, 6.1 Selectie en clustering de ruimtelijke en maatschappelijke urgentie voor de korte termijn en het zicht op bestuurlijke en financiële Met de veelheid aan opgaven en projecten is het van afspraken bepalend voor de selectie. Anderzijds is van belang te komen tot een strategische selectie en belang om waar mogelijk te anticiperen op kwesties en clustering die past bij de aard en de status van de struc­ opgaven van de (verre) toekomst. Daarbij proberen we in tuurvisie. Immers niet alles kan tegelijk, niet alles is van te schatten hoe bepalend de lange termijnopgaven zijn ruimtelijk en/of strategisch belang en niet alles is een voor de beslissingen en opgaven van nu. taak van de provincie. Met behulp van vijf criteria komen we tot een selectie van ruimtelijke opgaven en Karakter van de opgaven projecten die in het kader van deze structuurvisie van Niet alle strategische opgaven hebben hetzelfde strategisch belang zijn. De opgaven en projecten karakter. Er zijn opgaven die reeds de status hebben van clusteren we vervolgens in een zestal thema’s. een afgebakend project, met bestuurlijke afspraken en beschikbaar instrumentarium. Andere opgaven zijn nog Ruimtelijke relevantie dermate jong en veelomvattend dat ze alleen nog in Het is van belang te selecteren naar ruimtelijke rele­ termen van integrale gebiedsontwikkeling of als thema­ vantie. Opgaven en projecten die weinig tot geen ruim­ tische opgave zijn te definiëren. telijke implicaties hebben, komen via ander, sectoraal beleid aan bod. 6.2 Thema’s , opgaven en projecten

Schaalniveau In deze structuurvisie concentreren we ons op opgaven De in de vorige paragraaf genoemde criteria leiden tot en projecten op het bovenregionale schaalniveau van selectie en ordening van strategische opgaven naar een Randstad Holland, de Zuidvleugel, het Groene Hart en zestal thema’s. Binnen die thema’s worden de strategische de Delta. Voor opgaven op een lager schaalniveau zijn opgaven benoemd. Dat zijn thematische of gebiedsge­ andere plannen geschikter, met name streekplannen, richte en integrale clusters van strategische projecten. regionaal-ruimtelijke ontwikkelingsplannen en gebieds- Daarbij geven we tevens aan welke partij de meest programma’s. Wanneer er sprake is van een relatie logische initiatiefnemer is of kan zijn. Binnen die opgaven tussen hogere en lagere schaalniveaus, hebben we een benoemen we strategische projecten. Gezien de grote zodanige clustering en opschaling gezocht, dat de samenhang tussen vele projecten en de integrale bena­ opgaven relevant en structurerend zijn op het hogere dering vanuit ruimtelijke optiek zijn overlappingen in het schaalniveau. benoemen van projecten en opgaven soms onvermijdelijk.

0 T h e m a I: T ransformatie e n vernieuw ing s t e d e l i j k g e b i e d

Strategische op g ave (S1) Stedenbaan

Rolverdeling Zuidvleugel en provincie: initiatief, visie-ontwikkeling Provincie: kaderstelling Regio's en gemeenten: planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Stimulering en afstemming van stedelijke verdichting rond bestaan­ de en nieuwe stations in sam enhang met de ontw ikkeling van een nieuw, frequent regionaal treinsysteem op de doorgaande spoor­ lijnen in de Zuidvleugel en verbetering van het aansluitend wegennet. Strategische projecten Binnenstedelijke verdichting in wijken rond stations en haltes, ontwikkeling regionaal treinsysteem op kernspoornet Zuidvleugel en verbetering w egennet met ko ppeling aan stations en haltes.

Strategische opgave (S2) (Overige) binnenstedelijke verdichting aan Zuidvleugelnet

Rolverdeling Provincie: visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio's: visie- en planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Stimulering en afstemming van stedelijke verdichting rond bestaande en nieuwe stations en haltes in samenhang met de ontwikkeling van het regionale railnet. Strategische projecten RandstadRail, RijnGouweLijn, Hoekse Lijn en MerwedeLingeLijn.

Strategische opgave (S3) Integrale ontwikkeling binnenstedelijke spoorzones

Rolverdeling Provincie: kaderstelling, visie-ontwikkeling Regio's en gemeenten: visie- en planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Verbetering van milieukwaliteit en externe veiligheid in samenhang met stedelijke verdichting en economische ontwikkeling in spoorzones. Strategische projecten Spoorzone Delft (realisering spoortunnel, knoopontwikkeling, stede­ lijke verdichting), spoorzone Drechtsteden (aanpak externe veiligheid, knoopontwikkeling, stedelijke verdichting) en spoorzone Gouda (aanpak externe veiligheid, knoopontwikkeling, stedelijke verdichting).

Strategische opgave (S4) Transformatie en ontwikkeling schakelzones stad-water

Rolverdeling Provincie: visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio's, gemeenten: visie- en planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Ontwikkeling van verouderde haven- en industrieterreinen naar hoogstedelijke milieus aan het water voor wonen, werken en voor­ zieningen, met verbetering van de ontsluiting en de milieukwaliteit. Strategische projecten Stadshavens Rotterdam, Drechtoevers en rechter Maasoever Schiedam-Vlaardingen.

6o Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

Strategische opgave (S5) Herstructurering stedelijk gebied

Rolverdeling Provincie: kaderstelling Regio's en gemeenten: kaderstelling, planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Het bieden van een bovenregionaal kader voor integrale vernieuwing van stadswijken, gericht op kwaliteitsverbetering en differentiatie van de woningvoorraad en de woonomgeving met verbetering van de leefbaarheid. De stedelijke groen- en water- opgave is hier onderdeel van. Strategische projecten Bovenregionaal afstemmingskader ISV projecten.

Strategische opgave (S6) Transformatie schakelzones stad-infrastructuur

Rolverdeling Rijk: kaderstelling Provincie: visie-ontwikkeling Regio's, gemeente: visie- en planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Herinrichting van stedelijke zones nabij infrastructuur, gericht op wederzijdse afstemming van bestaande en nieuwe stedelijke functies en infrastructuur, met gelijktijdige verbetering van de milieukwaliteit, groene geleding en ruimtelijke samenhang. Strategische projecten A15-zone/Betuweroute Rotterdam, Vlietzone Haaglanden, Oostflank Leiden en Rotterdam Airport.

0 62

w m Strategische projecten Strategische Omschrijving Strategische projecten Strategische Rolverdeling (E4) opgave Strategische Omschrijving Rolverdeling (E3) opgave Strategische projecten Strategische Omschrijving Rolverdeling (E2) opgave Strategische projecten Strategische Omschrijving T Rolverdeling (El) ave g op Strategische a m e h R : I I k j i l e t m i u vlietpolder, Harnaschpolder, overslagterminal Alphen aan den Rijn. den aan Alphen overslagterminal Harnaschpolder, vlietpolder, Noordrand Hoeksche W aard, bedrijventerrein Zuidplaspolder, Oost- Oost- Zuidplaspolder, bedrijventerrein aard, W Hoeksche ontsluiting. en Noordrand inpassing van ruimtelijke goede herstructurering de bedrijventerreinen, met bestaande samenhang van in bedrijventerreinen ontwikkeling nieuwe clustergewijze voor condities stimulerende en Ruimte ei':paotikln, uitvoering kaderstelling planontwikkeling, Regio's: visie-ontwikkeling, initiatief, Provincie: bedrijventerrein nieuw ikkeling ntw O industriegebied, realisering 750 hectare groen IJsselmonde en en IJsselmonde Rotterdam. en groen haven- hectare 750 Noordrand bestaand realisering herstructurering industriegebied, Maasvlakte, Tweede anleg A van milieukwaliteit en leefomgeving. en milieukwaliteit van TU/Technopolis/Schieveen). Maasvlakte, herstructurering bestaand havengebied en verbetering verbetering en havengebied Tweede bestaand aanleg r oo d herstructurering ainportfunctie m Maasvlakte, de van uitvoering versterking uitvoering en Integrale planontwikkeling, en visie- (deel)planontwikkeling Gemeente: visie-ontwikkeling, Provincie: kaderstelling Rijk: ipro wikln Rotterdam ikkeling tw ainporton M boulevard A 1 3 (Delft-Rotterdam, ontw ikkeling en afstemm ing ing afstemm en ikkeling ontw kennis­ en (Delft-Rotterdam, biosciencepark) 3 1 A ikkeling boulevard (ontw CS/West in Leiden p oo n kennisparken. bedrijvigheid K groene kennisintensieve bereikbare, van goed ikkeling ontw clustergewijze Het gericht bieden van ruim te en stimulerende condities voor voor condities stimulerende en te uitvoering ruim van ikkeling, bieden gericht planontw Het en visie- gemeenten: kaderstelling Regio's, visie-ontwikkeling, Provincie: kenniscentra ikkeling ntw O Zone (Beatrixkwartier-Clausplein), N o ordrand Rotterdam, kn oop oop kn Rotterdam, ordrand o N (Beatrixkwartier-Clausplein), Zone Leiden-oost, Schieveste, Alexander. Schieveste, Leiden-oost, economische ige aard gw oo h van ikkeling ontw geconcentreerde Rotterdam Centraal, Den Haag CS Kwadrant, Haagse Poort/Centrale Poort/Centrale Haagse Kwadrant, CS Haag Den Centraal, Rotterdam voor condities stimulerende en te ruim van uitvoering bieden ikkeling, gericht Het planontw en visie- Gemeenten: bedrijvigheid, zakelijke dienstverlening en voorzieningen op knopen op voorzieningen en dienstverlening zakelijke bedrijvigheid, Provincie: visie-ontwikkeling, kaderstelling kaderstelling visie-ontwikkeling, Provincie: ikkeling pontw Knoo - e h c s i m o n o c e

g n i l e k k i w t n o Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

Strategische opgave (E5) Herstructurering bedrijventerreinen

Rolverdeling Provincie: visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio's: planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Ruimte en stimulerende condities voor modernisering, intensivering en duurzaam beheer van bestaande, verouderde bedrijventerreinen, in samenhang met ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. (DECOR) Strategische projecten Shipping Valley, Rechter Maasoever, Spaanse Polder en O ude Rijnzone.

Strategische opgave (E6) Greenport duurzaam glas

Rolverdeling Provincie: initiatief, visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio's: planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Ruimte en stimulerende condities voor de ontwikkeling van een duurzaam glascomplex, waarbij herstructurering van bestaand glas, ontwikkeling van nieuw glas en sanering van verspreid glas in samenhang worden aangepakt. Strategische projecten IOPW (herstructurering en vernieuwing Westland), ontwikkeling Oostland (B-driehoek en Zuidplas) en sanering verspreid glas (Ruimte voor ruimte).

Strategische opgave (E7) Vernieuwing greenports bollen en sierteelt

Rolverdeling Provincie: initiatief, visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio's: planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Versterking en herstructurering van het bollencomplex en het sierteeltcomplex in samenhang met duurzame verbetering van de kwaliteit van landschap, milieu en watersysteem. Strategische projecten IOP Duin- en Bollenstreek en herstructurering sierteelt Boskoop. T h e m a I I I : Ve r n i e u w i n g e n transformatie s t a d - l a n d

Strategische opgave (SL1) Driehoek Rotterdam Zoetermeer Gouda

Rolverdeling Provincie: initiatief, visie-ontwikkeling, kaderstelling Stuurgroep: visie- en planontwikkeling (ISV) Omschrijving Integrale transformatie en herinrichting van de driehoek Rotterdam Zoetermeer G ouda tot onderdeel van het stedelijke veld, gericht op de ontwikkeling van een robuuste groen- en waterstructuur, nieuwe (kleinschalige) woonmilieus, grootschalig bedrijventerrein en glastuinbouw met bijbehorende infrastructuur. Strategische projecten Integrale transform atie Zuidplaspolder (ISP), ontw ikkeling Groenblauw raamwerk Zoetermeer Zuidplas en ontwikkeling glastuinbouw B-driehoek.

Strategische opgave (SL2) Verstedelijking as Leiden-Katwijk

Rolverdeling Provincie: initiatief, visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio:planontwikkeling Omschrijving Sam enhangende ontw ikkeling van w oo n- en w erkm ilieus door maximale benutting van de binnenstedelijke capaciteit en benutting van het marinevliegkamp Valkenburg voor verstedelijking, in sam enhang met verbeterde ontsluiting via rail en w eg en in een groe nblauw raamwerk, (in sam enhang met SL3). Strategische projecten Structuurvisie As Leiden Katwijk, Ontwikkeling Valkenburg, knoop Leiden-West, binnenstedelijke verdichting, ontwikkeling RijnGouweLijn-West, verbinding A4-A44 en ontwikkeling groe nblauw raamwerk.

Strategische opgave (SL3) Transformatie Rijn-Gouwezone

Rolverdeling Provincie: initiatief, visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio’s: planontwikkeling Omschrijving Integrale transformatie en herinrichting van de Rijn-Gouwezone, gericht op groene herinrichting, ontwikkeling van de RijnGouweüjn en benutting van de lijn voor stedelijke verdichting nabij stations (in sam enhang met SL2). Strategische projecten transformatievisie Oude Rijnzone, realisering RijnGouweLijn-Oost, groen/stedelijke ontwikkeling Oude Rijnzone Leiden-Alphen - Bodegraven en groen/stedelijke ontwikkeling zone Alphen -Gouda.

64 Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

Strategische o p g ave (SL4) Verstedelijking Haagse Regio

Rolverdeling Provincie: visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio: visie- en planontwikkeling Gemeenten: uitvoering Omschrijving Benutting RandstadRail, Stedenbaan en de Vlietzone Haaglanden voor nieuwe woon-en werkmilieus, in samenhang met stedelijke verdichting en groenblauwe inpassing. Strategische projecten Randstadrail, Vlietzone Haaglanden, zone Delft-Rijswijk

Strategische opgave (SL5) Transformatie Merwedezone

Rolverdeling Provincie: initiatief, visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio's: planontwikkeling Omschrijving Integrale transformatie en herinrichting van de Merwedezone, gericht op herstructurering van w onen en werken, versterking van groen­ blauwe kwaliteiten in de overgangzone naar het Groene Hart, inpas­ sing en vrijwaring van de doorstroomroutes A15 en Betuweroute en benutting van de MerwedeLingeüjn voor stedelijke verdichting. Strategische projecten transformatievisie Merwedezone

Strategische opgave (SL6) Transformatie Noordrand Hoeksche Waard

Rolverdeling Provincie: initiatief, visie- en planontwikkeling, kaderstelling Regio en gemeenten: planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Integrale transformatie en herinrichting van de Noordrand Hoeksche Waard, gericht op ontwikkeling van bovenregionaal bedrijventerrein, groenblauwe inpassing, verbeterde ontsluiting en verruiming van woningbouw in en bij de kernen, in samenhang met Kwaliteitszonering. Strategische projecten ontwikkeling bedrijventerrein, groenblauwe herinrichting, verbetering aansluiting N217-A29

Strategische o p g ave (SL7) Transformatie Rechter Maasoever

Rolverdeling Provincie: visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio: visie- en planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Integrale transformatie en herinrichting van de Rechter Maasoever, gericht op herstructurering van w onen en werken, verbetering van de kwaliteit van milieu en leefomgeving, versterking groenblauwe kwali­ teiten en benutting van de Hoekse Lijn voor stedelijke verdichting. Strategische projecten transformatievisie Rechter Maasoever Strategische o p g ave (SL8) Kustontwikkeling Delfland

Rolverdeling Rijk: initiatief, visie-ontwikkeling, kaderstelling Provincie en Hoogheemraadschap: (deel)planontwikkeling Omschrijving Integrale, multifunctionele, duurzame en gefaseerde kustontwik­ keling, gericht op primair zeewaartse kustversterking in samenhang met de ontw ikkeling van de potenties voor natuur, recreatie, toerisme en (landelijk) wonen.Daarbij rekening houdend met het maatschappelijk draagvlak (conform motie PS dd. 17-12-03) Strategische projecten kustontwikkeling Delfland.

Strategische opgave (SL9) Overige transformatiezones stad-land-water

Rolverdeling Provincie:initiatief, visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio's: planontwikkeling Omschrijving gebiedsgerichte en integrale transformatie Strategische projecten Aar-Amstelzone, Vlietrandzone Leidschendam-Leiden, oostrand Hoeksche W aard.

Strategische opgave (SL10) Integrale ontwikkeling Delft Schiedam

Rolverdeling Rijk: kaderstelling, uitvoering Provincie: initiatief, visie- en planontw ikkeling Omschrijving Realisering van de A4 Midden-Delfland in samenhang met inpassing in en kwaliteitsverbetering van Midden Delfland en het stedelijke gebied Schiedam-Vlaardingen. Strategische projecten Realisering en inpassing A4 Midden-Delfland, versterking kwaliteit Midden-Delfland en stedelijke vernieuwing zone Schiedam-Vlaardingen.

66 ructuurvisie Zuid-H'olland 2020

Thema IV: V itaal landelijk gebied

Strategische opgave (LG1) Duurzaam toekomstperspectief veenweidegebied

Rolverdeling Rijk: kaderstelling Provincie(s): visie- en planontwikkeling Regio's: uitvoering Omschrijving Versterking van de economische positie van de melkveehouderij door verbreding en schaalvergroting, in samenhang met duurzame oplossingen voor de bodemdaling en het watersysteem. Strategische projecten Veenweidepacten Krimpenerwaard/ Gouwe-Wiericke, Ontwikkelingsprogramma Groene Hart.

Strategische opgave (LG2) Duurzaam toekomstperspectief Zuid-Hollandse Eilanden

Rolverdeling Provincie: visie-ontwikkeling Omschrijving Versterking van de economische positie van de landbouw door verbreding en schaalvergroting, in samenhang met kwaliteits- zonering en duurzame oplossingen voor de zoetwatervoorziening. Strategische projecten Kwaliteitszonering, wateropgave en duurzame landbouw.

Strategische opgave (LG3) Versterking vitaliteit en leefbaarheid kernen

Rolverdeling Provincie: visie-ontwikkeling, kaderstelling Regio's: planontwikkeling Gemeenten: uitvoering Omschrijving Ruimte bieden voor de eigen behoefte aan wonen, werken en (zorg)voorzieningen in een regionaal perspectief en binnen contouren per kern. Strategische projecten diverse regionale projecten T h e m a V : O ntw ikkeling g r o e n b l a u w r a a m w e r k

Strategische opgave (GB1) Ontwikkeling regioparken

Rolverdeling Provincie: initiatief, visievorming, planontwikkeling, kaderstelling Regio's: planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Ontwikkeling en inrichting van regionale parken in de Zuidvleugel, gericht o p robuuste versterking van de kwaliteiten voor recreatie, natuur en landschap in samenhang met de wateropgave. Strategische projecten G roenblauw e Slinger, Zoetermeer Zuidplas, IJsselmonde, Eiland van Dordrecht, Den Haag-Katwijk en Hollandse Plassen.

Strategische o p g ave (GB2) Realisering robuuste natuurgebieden en verbindingen

Rolverdeling Provincie: kaderstelling, visie- en planvorming Regio's: uitvoering Omschrijving Ontwikkeling van robuuste ecologische en recreatieve verbindings- zones ( groene lanen')in samenhang met de wateropgave en de realisering van robuuste natuurgebieden.(PEHS) Strategische projecten Robuuste verbindingen in de Zuidvleugel (Hollandse Plassen-kust, Duivenvoorde corridor. Noordrand Rotterdam, Westland-GBS, GBS-kust) robuuste verbindingen in Groene Hart (Hollandse Plassen-GBS, Venen-Waarden, Waarden-Biesbosch) en robuuste verbindingen in de Delta (Biesbosch-kust/ Deltanatuur).

Strategische o p g ave (GB3) Ontwikkeling duurzaam regionaal watersysteem

Rolverdeling Provincie: visie-ontwikkeling, kaderstelling Waterschappen, gemeenten: planontwikkeling en uitvoering Omschrijving Uitwerking van de deelstroomgebiedsvisies in uitvoerings- programma's en Beleidsnota Water, gericht op duurzame oplossingen voor wateroverlast, verdroging en verbetering van de waterkwaliteit, waar mogelijk in combinatie met andere functies. Strategische projecten Water in stedelijk gebied (vergroting van de ruimte voor water- berging in bestaand en nieuw stedelijk gebied, 10% water), water in stadslandschap (ontwikkelen van ruimte voor waterberging voor overlast en tekort in samenhang met relevante functies en de landschappelijke context) en water in landelijk gebied (idem).

68 Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

Strategische opgave (GB4) Ontwikkelingsperspectief Kustzone

Rolverdeling Provincie: initiatief, regie, visieontwikkeling Rijk: kaderstelling Waterschappen, gemeenten: uitvoering Omschrijving opstellen ontwikkelingsperspectief, gericht op uitwerking van integrale, multifunctionele, duurzame en gefaseerde kustontwik- keling en -versterking van de zwakke kustvakken. Strategische projecten planstudies en programma's zwakke schakels kust

T h e m a VI: O ntw ikkeling infrastructuur

Strategische opgave (INI) Ontwikkeling Zuidvleugelnet

Rolverdeling Provincie: initiatief, visie- en planontw ikkeling Regio's: planontwikkeling Omschrijving Ontwikkeling van een samenhangend regionaal openbaar vervoerssysteem in de Zuidvleugel. Strategische projecten Stedenbaan, RandstadRail, RijnGouweLijn-Oost en West, Hoekse Lijn, MerwedeLingeLijn en HOV Drechtsteden.

Strategische opgave (IN2) Kwaliteitssprong onderliggend wegennet (OWN+)

Rolverdeling Rijk: kaderstelling Provincie: visie- en planontwikkeling, uitvoering Omschrijving Opwaardering van delen van het onderliggende wegennet naar 'Zuidvleugelweg van bijzonder belang'(OWN+) in samenhang met aanpassing van onderdelen van het hoofdwegennet.

Strategische projecten Voor de diverse projecten ten aanzien van het hoofdwegennet en het onderliggende w egennet w ordt verwezen naar paragraaf 5.2. _70, Legenda S trategische o p g a v e n t o t 2 c

t iüiüüypuiJivmï/IjikZïïu'j

'i'isïxaiürjjiaii" aaiiai'-eJ- zones sinti/ivater (G4)

'l'^in-.Ffii-itiiiriM .-.rtiiikuU

Tnuisiuriuade sooorzoiies plij r _* Tjïm sfuruiatis DrleiioeJs £2G en I “ As laddendüuvyijt PLJ/GL2)

a iG ’'A M a lu yo n fltfcierdain (£3)

Greenoori jdas (£5)

rj I lleuw óedrij yenterreiu (£4)

Üiiiy/iidtailug jegiooiü&eü (G£i)

Gysenooris bolle" eu sierEe eii (£7)

■ KusionEV/iidielLui; 1 en Veiligheid pI3/GlJ4)

•Duurzaam veeu- y/eidegebied (LGi)

e ila n d e n (LG2J

iiobuiEna vei'liiüdiiiijäii (G132)

W aiar (GU2)

yiüdiiaii au iaaibuiir- iiald itarnaii (LG2) O

V'/aijaiiliai rl'/Yi l / GV'/i 1+ (ii 12)

Giadaiibmm au Zuid'/iaii^ainai o’/ari^ (Gi,G2Ji II) 04.1390/2 6.3 O p g a v e n e n p r o j e c t e n i n d e t i j d

Behalve de ordening van opgaven en projecten in strate­ Daarbij is onderscheid gemaakt naar de periode tot gische thema’s, zoals in de vorige paragraaf, zetten we 2010 (de lopende of binnenkort startende projecten), de de projecten hieronder in een globaal tijdschema neer. periode van 2010 tot 2020 en de periode na 2020.

Transformatie en vernieuwing stedelijk gebied

program m a project 2000 2010 2015 2020 2025 2030 51 Stedenbaan Spoornet Stedelijke verdichting 52 Verdichting Zuidvleugelnet overig RandstadRail RijnGouweLijn Hoekse Lijn MerwedeLingeLijn 53 Binnenstedelijke spoorzones Spoorzone Delft Spoorzone Drechtsteden Spoorzone Gouda 54 Schakelzones stad-water Stadshavens Drechtoevers Rechter Maasoever Schiedam 55 Schakelzones stad-infrastructuur A15-zone Rotterdam Vlietzone Haaglanden Oostflank Leiden Rotterdam Airport/Noordrand

Transformatie en vernieuwing stad-land

programma project 2000 2010 2015 2020 2025 2030 SL1 Driehoek RZG w ^ m a m m m Ê m SL2 As Leiden-Katwijk SL3 Rijn-Gouwezone ■■■■■■■■■■■ SL4 Haagse regio

SL5 Merwedezone mmmmmmmmÊmmmm SL6 Noordrand Hoeksche Waard SL7 Rechter Maasoever SL8 Kustontwikkeling Delfland

SL9 Overige transformatiezones Aar Amstelzone ■ ■ ■ ■ ■ h h b b h i Oostrand Hoeksche Waard SL10 IODS Ruimtelijke economische ontwikkeling

program m a project 2000 2010 2015 2020 2025 2030 E1 Knoopontwikkeling Den Haag CS-Kwadrant Rotterdam CS Haagse Poort/centrale zone Noordrand Rotterdam E2 Kenniscentra Leiden Bioscience Kennisboulevard A13Technopolis ■ - : - -• ■

Kennisboulevard A 1 3 Schieveen ■ mmhhbmbhhhm E3 Mainport Rotterdam Tweede Maasvlakte Bestaand havengebied Groen IJsselmonde E4 Nieuw bedrijventerrein Hoeksche Waard Zuidplaspolder Oostvlietpolder Harnaschpolder Overslagterminal Alphen WÊÊ^rntmamm E5 Herstructurering bedrijventerreinen E6 Greenport duurzaam glas IOPW B-driehoek/Zuidplas Sanering (ruimte voor ruimte) E7 Vernieuwing greenports IOP Duin- en bollenstreek Sierteelt Boskoop

Vitaal landelijk gebied

program m a project 2000 2010 2015 2020 2025 2030 LG1 Veenweidegebied LG2 Zuid-Hollandse eilanden LG3 Vitale kernen

Infrastructuur

program m a project 2000 2010 2015 2020 2025 2030 Zie Provinciaal Verkeers- diverse en Vervoerplan Groenblauw raamwerk

programma project 2000 2010 2015 2020 2025 2030 GB1 Regioparken Groenblauwe Slinger Zoetermeer Zuidplas IJsselmonde Eiland van Dordrecht Den Haag-Katwijk

Hollandse Plassen m a m a m m im m GB2 Natuurgebieden en verbindingen GB3 Duurzaam watersysteem GB4 Ontwikkelingsperspectief Kustzone Planstudies en programma zwakke schakels

6.4. Op weg naar uitvoering verantwoordelijkheid en verder worden uitgewerkt. In vervolg op de prsv wordt daartoe in elk geval de ivz De strategische opgaven en projecten zoals benoemd opgesteld, de Implementatie in de voorgaande paragrafen zijn te beschouwen als Verstedelijkingsprogramma Zuid-Holland. Hierin een eerste stap naar operationalisering van de struc- worden de verstedelijkingsopgaven met betrekking tot tuurvisie. Tegelijk moet beseft worden dat de struc- wonen, werken, groen, water en infrastructuur per tuurvisie niet de start van alle opgaven en projecten regio geprogrammeerd. Niet los van de bestaande markeert. Diverse opgaven en projecten zijn reeds in programma’s, maar wel in grotere samenhang op het ontwikkeling, op basis van afspraken of uitvoerings- niveau van de gehele provincie. en investeringsprogramma’s die in andere kaders zijn of worden ontwikkeld. Zo zijn in het Bestuurlijk De hoofdlijnen van en stappen in het uitvoeringstraject Platform Zuidvleugel over de prioritaire Zuidvleugel- kunnen in de navolgende opbouw worden gezien: projecten afspraken gemaakt over verantwoordelijk­ ■ het samen met rijk en regio's opstellen van een heden en investeringen. Verder wordt in het kader uitvoeringsagenda, gericht op de (boven)regionale van de Nota Ruimte een Uitvoeringsagenda opgaven, programma’s en projecten, met zomogelijk ontwikkeld. Hierover worden in de Bestuurlijke bijbehorende financierings arrangementen. Commissie Randstad nadere afspraken gemaakt Het gaat hier vooral om (bestuurlijke) overeen­ tussen het rijk en de Randstadpartners over de stemming over en afstemming van de regio-overstij- strategische opgaven op het niveau van de Randstad gende opgaven en projecten, waarin het rijksbeleid en de Vleugels (Zuidvleugel, Noordvleugel, Groene medesturend is op de aard en de keuze van de opgaven. Hart, regio Utrecht). Tenslotte worden in sectorale Afspraken hierover worden met name in het kader van programma’s en Gebiedsprogramma’s uitvoerings- de bcr en met de Vleugels gemaakt. Op rijksniveau zijn afspraken vastgelegd op de schaal van de regio's. de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit en de Agenda Vitaal In deze veelheid aan uitvoeringskaders op verschillende Platteland richtinggevend. Naast de gezamenlijke inzet schaalniveaus is het van belang om op het niveau van de vanuit de Randstadpartners spelen in dit verband de provincie een uitvoeringsprogramma te ontwikkelen bovenregionale opgaven vanuit deprsv , de Zuidvleugel. waarin de strategische opgaven en projecten in het Groene Hart en de Rijn Schelde Delta een belang­ samenhang hun plaats krijgen naar schaalniveau en rijke rol.

74 Z u i d - H'

■ Een verder uitgewerkte ordening naar verantwoorde­ regionaal karakter. Met name voor deze projecten is lijkheden nadere uitwerking van de provinciale verantwoorde­ Bij het tot ontwikkeling brengen van integrale en lijkheid en de implicaties daarvan aan de orde in een (boven)regionale opgaven en projecten zijn duidelijke uitvoeringsprogramma. afspraken over rollen en verantwoordelijkheden van essentieel belang. In het traject van visie- en beleids­ ■ Het feitelijk benoemen en (doen) uitvoeren van vorming tot uitvoering werken steeds vaker een regionale strategische projecten veelheid aan partijen samen, waarbij bovendien de Waar de provincie niet primair verantwoordelijk is, samenstelling en rollen in de loop van het proces maar wel een duidelijke betrokkenheid heeft is het zaak kunnen wisselen. Een heldere en eenduidige afbakening om tot afstemming te komen in de uitvoerings- en finan- van verantwoordelijkheden is dan een basisvoorwaarde cieringsafspraken. Veelal betreft het hier strategische voor vruchtbare samenwerking en daadwerkelijke opgaven en projecten op regionaal niveau, waar met ontwikkeling. name de regio’s eerst verantwoordelijk zijn. Hierbij ligt tevens een nauwe relatie met de Gebiedsprogramma’s ■ Het feitelijk benoemen en (doen) uitvoeren van de waar agendering van en het maken van uitvoerings- provinciale strategische projecten afspraken over strategische projecten plaats vindt en de Bij het bepalen van de diverse verantwoordelijkheden is regionale ontwikkelingsprogramma’s in de streek­ het ook voor de provincie van wezenlijk belang om de plannen waarmee de provincie vooral een stimulerende eigen verantwoordelijkheden duidelijk te markeren. In rol in het maken van afspraken over feitelijke uitvoering een ontwikkelingsgericht (ruimtelijk) beleid speelt de van projecten vervult. provincie een duidelijke rol. Daarvoor is het noodza- kelijk te bepalen voor welke opgaven en projecten de ■ de doorvertaling (voor zover nodig) naar formele provincie initiatiefnemer is en waar de provincie verant­ structuur- en /of streekplannen woordelijk is voor verdere implementatie. Naast de Voor de daadwerkelijke uitvoering van projecten is te (klassieke) sectorale verantwoordelijkheden (bv verkeer allen tijde een formeel juridische grondslag nodig, en vervoer) zal dit met name het geval zijn bij de inte­ vooralsnog op basis van de vigerendewro . grale strategische opgaven en projecten met een boven­

Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

Deel III De l a n g e t e r m i j n

Opgaven voor 2020 en VERDER

Het jaar 2020, de horizon van deze structuurvisie, is geen einddatum. Bestaande en nieuwe ontwikkelingen zullen op langere termijn leiden tot nieuwe ruimtelijke kwesties en opgaven. De strategische opgaven tot 2020 zullen niet in alle gevallen in dat jaar de eindoplossing hebben gebracht. Tegelijk zijn veel toekomstige opgaven reeds nu te voorzien, omdat ze vaak niet wezenlijk verschillen van de opgaven van vandaag en morgen. Het is van belang om in de aanpak van de huidige opgaven reeds zoveel mogelijk voor te sorteren op de lange termijn en op duurzame oplossingen. Dit om te voorkomen dat problemen zich in de periode na 2020 in alle hevigheid gaan aandienen. Toenemende concurrentie van ruimteclaims is zo’n te voorziene kwestie. Dit speelt met name in de gebieden tussen de stedelijke regio’s van de Zuidvleugel. Daar raakt elke vierkante meter gaandeweg belegd met meerdere ruimteclaims, bovenop het huidige grondge­ bruik. Voorlopig lukt het nog de huidige ruimteclaims te accommoderen, maar er is niettemin nu al sprake van forse opgaven. Bij de doorkijk naar de lange termijn lijkt het onontkoombaar dat de ruimteclaims nog concurrerender worden doordat de claims aanspraak doen op dezelfde, beperkte ruimte en door het gegeven dat de claims vaak niet meer te combineren zijn. Een tweede beweging is de toenemende netwerk­ vorming op het niveau van de Randstad en de Rijn- Schelde Delta. Dit werkt door op de netwerkvorming binnen en tussen de Zuidvleugel, de Noordvleugel en het Groene Hart. De ontwikkeling van verstedelijking en verbindende infrastructuur vormt een opgave op zich, die gaandeweg steeds meer consequenties krijgt voor de bestaande ruimtelijke en functionele structuur van de gehele provincie. De strategische opgaven tot 2020 anti­ ciperen weliswaar op deze ontwikkelingen, maar geven niet de eindoplossing. Die vraagt om verdergaande inte­ grale verkenningen, ontwerpen, scenario’s en visies. Tegelijk liggen er grote opgaven om waardevolle open ruimten veilig te stellen. Een duurzaam en veilig water-

0 systeem speelt daarin een cruciale rol. Een en ander kan Externe veiligheid op termijn leiden tot vernieuwde concepten voor de Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen gaat de voorkeur Zuidvleugel, het Groene Hart en de Blauwe Delta. In de gaat uit naar gerichte bronaanpak. De eerste stap in de structuurvisie zijn de eerste aanzetten hiervoor gegeven. goede richting is de beëindiging van chloortransport Voor de langere termijn gaat het om het doorontwikkelen vanaf 2006 door productie en verwerking bij elkaar te van de steden naar een vernieuwd en samenhangend brengen. In navolging hiervan is het streven erop gericht stedelijk netwerk en om het tot stand brengen van een ook het vervoer van stoffen als ammoniak en LPG door duurzaam deltaconcept. Deze opgaven kunnen we niet stedelijk gebied op termijn volledig af te bouwen, onder volledig aan de toekomst overlaten. Nu al dienen zich andere door verplaatsing van de productie. Waar dit niet kwesties aan. In de komende jaren zullen deze steeds haalbaar is, zal het vervoer zoveel mogelijk beperkt pregnanter worden. In dit hoofdstuk beschrijven we moeten worden tot enkele routes en transportwijzen die vanuit de huidige inzichten en trends waar we de ruimte het stedelijke gebied ontzien. De toekomstige realisering lijke vervolgopgaven en keuzen kunnen verwachten. van de A4 en de RoBelspoorlijn spelen ook in dit licht een belangrijke rol.

7.1 Ruimtedruk in relatie tot milieu en Opgave

WATER ■ Oplossingen zoeken die binnenstedelijke verdichting in relatie tot milieukwaliteit en veiligheid ook op lange De keuze om de verstedelijking in de toekomst vooral termijn haalbaar kunnen maken. binnenstedelijk te concentreren, leidt tot aanzienlijke ruimtelijke, maatschappelijke en economische voor­ delen, maar is niet de gemakkelijkste. Water De wateropgave in Zuid-Holland strekt zich uit over een Milieu zeer lange termijn. Er zijn grote ruimtelijke verande­ Een cruciale en zeer lastige vraag in dit verband blijft de ringen mee gemoeid en daarmee tegelijk grote spanning tussen verdichting en milieukwaliteit. Zeker belangen en hoge financiële kosten. Water zal een meer bij een koppeling van infrastructuur en verstedelijking structurerend principe moeten worden bij ruimtelijke zijn bovenop de huidige aanpak nieuwe en afdoende ontwikkeling. De drietrapsstrategie ‘vasthouden, bergen oplossingen noodzakelijk. De oplossingen liggen in een en af/aanvoeren' speelt een belangrijke rol in het mix van maatregelen. Belangrijk is innovatieve bron- streven naar een duurzaam watersysteem. Tot 2020 aanpak: beperking van hinder en uitstoot door tech­ betekent het dat we voldoende ruimte moeten bieden nische maatregelen, gerichte verplaatsing en concen­ om water vast te houden en te bergen. Op langere tratie van hinderlijke bedrijvigheid. Andere maatregelen termijn spelen drie kwesties die integraler, complexer die aan een oplossing bijdragen zijn verdergaande en ingrijpender (kunnen) zijn dan de wateropgave sec. beperking van snelheid en doorgaand verkeer op binnen­ stedelijke wegen, versterking van de positie van het Wateroverlast openbaar vervoer en creatieve maatregelen voor Allereerst de bescherming tegen overstromingen op lange inpassing en afscherming van infrastructuur. termijn. Versterking van de dijken is dan niet meer De problemen zijn echter hardnekkig en lijken met voldoende. Op de lange termijn gaat het om claims op de huidige aanpak niet of nauwelijks oplosbaar. Niet in binnendijks gebied die vergaande gevolgen kunnen de laatste plaats vanwege de toenemende mobiliteit. Alle hebben voor andere functies in dat gebied, maatschap­ inspanningen ten spijt worden de problemen eerder pelijk, economisch en ruimtelijk. Vooralsnog lijken de groter dan kleiner. Op langere termijn zijn daarom opgaven voor het Zuid-Hollandse deel van het rivieren­ fundamentele systeeminnovaties nodig. Een transitie gebied beperkt. Voor de kustzone kunnen op termijn naar een duurzaam vervoerssysteem moet op termijn meer ingrijpende maatregelen nodig zijn dan nu voor de ook bijdragen aan oplossingen voor het huidige, urgente huidige zwakke schakels worden voorbereid. Afhankelijk veiligheidsvraagstuk. van zeewaartse of landwaartse kustversterking kunnen

•8 lijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

dergelijke opgaven grote gevolgen hebben voor bestaande leven, maar dat diezelfde landbouw daardoor steeds of nieuwe functies en gebieden. De betreffende opgaven vaker botst met de schaal en de aard van het onderlig­ zijn nog nauwelijks te concretiseren, maar vergen wel gende landschap. Bodemdaling in de veenweidege­ tijdige verkenning van consequenties en oplossingen. bieden in het Groene Hart is daarvan een treffend voor­ beeld. De autonome oxidatie van het veen wordt Opgave aanzienlijk versneld door peilverlagingen die voor de ■ Een duurzame oplossing zoeken voor de spanning tussen grondgebonden landbouw gewenst zijn. Op termijn kan bescherming tegen wateroverlast en bestaande of nieuwe hierdoor het karakter van het gebied wezenlijk veran­ functies. deren. Andersom maakt het afremmen van de bodem­ daling door peilverhoging de landbouw nagenoeg onmogelijk. Deze paradox vraagt op termijn om struc­ Waterkwaliteit turele en integrale oplossingen. Kansen voor veran­ Zeespiegelstijging, periodiek lagere rivierafVoer en peil- dering liggen in het inzetten van de wateropgave als verlaging versterken de processen van verzilting. De een nieuwe drager voor openheid en andere vormen van zoetwatervoorziening op de schaal van geheel Zuidwest landbouw. Dit vraagt om het strategisch inzetten van de Nederland is daarbij in het geding. benodigde ruimte voor berging, peilverhoging en water- dynamiek, wellicht gekoppeld aan recreatie, natuur en Ten noorden van de Nieuwe Waterweg, Nieuwe Maas en aangepaste vormen van wonen en werken. Hollandse IJssel dragen vooral de zoute kwel in de droog­ makerijen en op termijn de mogelijke verzilting van het Opgave inlaatwater bij aan het tekort aan zoet water. Diverse ■ Een oplossing vinden voor de functionele en ruimtelijke intensieve teelten en kwetsbare ecosystemen zijn spanning tussen landbouw en bodemdaling in het gevoelig voor verzilting. Op lange termijn zijn misschien veenweidegebied. ingrijpende veranderingen in de zoetwatervoorziening nodig of drastische inkrimping van de genoemde inten­ sieve teelten en ecosystemen. 7.2 Ruimtedruk en netwerkvorming in DE ZUIDVLEUGEL Ten zuiden van de genoemde waterlijn is de zoetwater­ voorziening van Zuidwest Nederland een opgave. De De toenemende ruimtelijke en functionele netwerk­ ontwikkeling van het Delta-estuarium tot een duurzaam vorming tussen steden heeft vooral in de tussenlig­ water- en ecosysteem en een ander beheer van de gende gebieden grote gevolgen. Vooral ook omdat, ook Haringvlietsluizen vereisen een andere organisatie van de als de binnenstedelijke opgave van minstens vijftig zoetwatervoorziening. Op de Zuid-Hollandse eilanden procent gehaald wordt, de rest buiten de grenzen van bedreigt de verzilting het perspectief voor de akkerbouw. het bestaand stedelijk gebied zal komen. De druk op de Naast verbreding van de landbouw en binnendijkse zoet- open ruimte, vooral daar waar de steden dicht bij elkaar waterberging zijn er op termijn misschien kansen voor een liggen, is zeer groot. verschuiving van akkerbouw naar (extensieve) veehouderij. Netwerkvorming en toenemende ruimtedruk zullen aldus leiden tot overlapping en vervlechting van regio's. Opgave Waar de tussengebieden voorheen het scheidende ■ De zoetwatervoorziening op langere termijn veiligstellen landelijke gebied vormden tussen afzonderlijke steden, en een oplossing vinden voor de spanning tussen worden deze gaandeweg binnenruimten en inffastruc- tuurlandschappen in een groter, samenhangend (intensieve) landbouw en verzilting. stedelijk veld.

Bodemdaling Deze ontwikkeling is vooral aan de orde in het gebied Het is de paradox van de landbouw dat schaalvergroting tussen de Haagse en Rotterdamse agglomeratie. en intensivering noodzakelijk zijn om te kunnen over­ Kenmerkend is hier de concentratie van de glastuinbouw. Dit concentratiegebied ontwikkelt zich De stedelijke druk richt zich dan op de gebieden waar naar het oosten richting B-driehoek en Zuidplaspolder als de geluidscontour minder beperkend is: de Bollenstreek concentratie en uitplaatsingsgebied. Verder is ook de en de noordwestflank van het Groene Hart. sierteelt aan het overschakelen op teelt onder glas. De glastuinbouw vormt daarmee centraal in de Zuidvleugel De bollenteelt vormt echter de economische en land­ een stevig economisch complex dat zich echter niet schappelijke drager van de Bollenstreek, Teelt, handel, gemakkelijk laat combineren met andere functies. Met kennis en toerisme vormen samen een uniek complex. andere woorden, stedelijke ontwikkeling en duurzaam De bollenteelt is in belangrijke mate afhankelijk van de glas worden in de toekomst steeds meer concurrerende unieke bodemsamenstelling in de binnenduinrand. Dat ruimteclaims in een steeds krappere grondmarkt. De maakt het gebied kwetsbaar voor druk van buiten. grootste ruimteconcurrentie lijkt te ontstaan rond Anderzijds leidt de relatief beperkte ruimte in de Pijnacker, omdat dit gebied het meest direct in de Bollenstreek tot intensivering met (ondersteunend) glas invloedssfeer van de beide stedelijke regio’s ligt. In een en uitplaatsing van grootschalige teelt. Per saldo draagt dergelijk ruimtelijk spanningsveld zullen de dit proces bij tot verrommeling van het landschap. (kennis)intensieve en innovatieve teelten de grootste Beleidsmatig is het gebied als greenport veiliggesteld, concurrentiekracht hebben. Echter zowel de glas­ en wordt ingezet op verbetering van de ruimtelijke tuinbouw als de verstedelijking is niet gebaat bij een kwaliteit en de milieukwaliteit. autonoom en sluipend verdringingsproces. Het is daarom van belang deze kwestie op de agenda te zetten. In het Groene Hart bestaat nu al een zekere relatie tussen Alphen aan den Rijn en de Noordvleugel met Opgave Schiphol. Gezien de ligging heeft de tussenliggende ■ Een afweging maken tussen concurrerende ruimte­ open ruimte zekere potenties voor verstedelijking. claims van stedelijke ontwikkeling en duurzaam glas Daarmee wordt echter wel een inbreuk gemaakt op het in het gebied tussen de Haagse en Rotterdamse regio. Groene-Hartbeleid, temeer daar verstedelijking in dit gebied aanzienlijke verbetering van infra­ structuur vergt. 7-3 R u i m t e d r u k en netw erkvorming t u s s e n Z u i d v l e u g e l e n d e o m g e v i n g In een eerste gezamenlijke verkenning van de provincies Noord- en Zuid-Holland zijn diverse ver- Niet alleen binnen de Zuidvleugel is sprake van stedelijkingsopties globaal in beeld gebracht. Daarbij netwerkvorming en ruimtedruk. Ook op hogere schaal­ zijn naast de Oude Rijnzone en de Haarlemmermeer niveaus worden netwerken steeds intensiever. ook opties in de Bollenstreek en in de noordwestflank van het Groene Hart tussen Alphen aan den Rijn en R i c h t i n g N oordvleugel Schiphol onderzocht. Nadere verkenning zal moeten Het netwerk tussen de Zuidvleugel en de Noordvleugel uitwijzen wat op de langere termijn de meest optimale wordt vooral vanwege de centrale positie van mainport ontwikkeling is. Het gaat daarbij om een complexe Schiphol gestimuleerd. De Leidse regio komt daarmee opgave, waarvan de toekomst van beide gebieden, de steeds meer binnen de invloedssfeer van de opgaven vanuit water en infrastructuur en de ont­ Noordvleugel en gaat daardoor een grotere rol spelen wikkeling van Schiphol en de Leidse regio belangrijke als schakel tussen de Zuidvleugel en de Noordvleugel. ingrediënten vormen. In het gebied manifesteert zich vanaf twee zijden de verstedelijkingsdruk. Een complicerende factor daarbij Opgave vormen de geluidscontouren van Schiphol, die een ■ Een afweging maken tussen concurrerende ruimte­ steeds grotere beperking voor stedelijke ontwikkeling claims van verstedelijking, mainportontwikkeling, gaan betekenen. Gezien de concentratie van werkgele bollenteelt en open ruimte op het raakvlak van genheid rond Schiphol is verstedelijking in deze regio Noord- en Zuidvleugel. gunstig voor de woon-werkbalans in de Noordvleugel. Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

R i c h t i n g R i j n -S c h e l d e D e l t a R i c h t i n g G r o e n e H a r t Ook aan de zuidzijde van de Zuidvleugel is sprake van Vanwege de centrale ligging van het Groene Hart in toenemende ruimteconcurrentie en netwerkvorming. Randstad Holland krijgt dit gebied in toenemende mate Hier spelen de korte afstand tussen de Rotterdamse een verbindingsfunctie tussen de omliggende stedelijke regio en de Drechtsteden, de grootschalige ontwik­ agglomeraties. De stedelijke druk manifesteert zich in keling van de Rotterdamse haven en de overgang naar transformatiezones zowel intern op lokale en regionale de open delta van de Zuid-Hollandse eilanden. schaal als extern vanuit het grotere stedelijke netwerk. Met name in de Oude Rijnzone tussen Leiden en Utrecht Bij de ontwikkeling van de mainport is een tweezijdige doet zich deze ontwikkeling voor. De verstedelijking beweging te zien: zeewaarts en landinwaarts. Haven­ voegde zich hier van oudsher in de landschappelijke activiteiten ontwikkelen zich zeewaarts, maar logistiek structuur, maar op termijn is dat niet vanzelfsprekend. en distributie met gaandeweg meer en veelal groot­ Ook in noord-zuid richting zal in het Groene Hart de schalige ruimte, begeven zich landinwaarts. Vooral dit stedelijke druk en netwerkvorming toenemen. Wanneer laatste leidt tot meervoudige ruimteconcurrentie. De de Zuidplaspolder verder verstedelijkt en de druk op de logistieke netwerken van de mainport doorsnijden niet zone Alphen aan den Rijn-Schiphol toeneemt, ontstaat alleen de tussenruimte van IJsselmonde, maar ook het er gaandeweg een band van ruimtelijke intensivering stedelijke gebied en veroorzaken daar milieuhinder, en verkeersdruk tussen Rotterdam en Amsterdam die versnippering en onveiligheid. Dit belemmert zowel grote gevolgen zal hebben voor de structuur van het binnenstedelijke ontwikkeling (vooral in de spoorzone Groene Hart en het wegennet. De opgave is deze ontwik­ Drechtsteden), als optimale inrichting van het tussen­ kelingen tijdig en gericht te sturen om zo te voorkomen gebied IJsselmonde. Groene herinrichting laat hier al vele dat autonome en sluipende processen de ruimtelijke jaren op zich wachten, waardoor het gebied als recreatief kwaliteit en bereikbaarheid structureel aantasten. Een uitloopgebied voor de stad niet goed functioneert. nadere verkenning van de verkeersstructuur in de vierhoek Zoetermeer-Gouda-Alphen-Leiden is in dit Deze spanning manifesteert zich ook in de noordrand en verband een eerste stap. oostrand van de Hoeksche Waard. Na de inrichting van de noordrand van de Hoeksche Waard voor de ontwik­ Nauw verbonden met het voorgaande is een strategie keling van havenafgeleide bedrijvigheid zullen op om de grote open landschappen duurzaam in stand te termijn nieuwe aanspraken op de Hoeksche Waard. houden. Ook hier kan netwerkvorming een belangrijke IJsselmonde en mogelijk Voorne-Putten worden gedaan. rol gaan spelen, maar dan in de vorm van een samen­ Dit vergt een goede landschappelijke inpassing die recht hangend netwerk van water, recreatie en natuur. De doet aan de kwaliteit van het gebied als overgangszone thema’s netwerkvorming, duurzaamheid van open naar de Rijn-Schelde Delta. Het is een complex vraagstuk ruimte, groene herinrichting, inpassing en ontwik­ waarin het gaat om de oplossing van de stedelijke milieu­ keling van infrastructuur, wonen, werken, water, problematiek, efficiënt en multimodaal goederen­ recreatie en natuur komen hier samen. transport, innovatief en veilig vervoer van gevaarlijke stoffen, de verstedelijkingsopgave van de Drechtsteden Opgave en versterking van de groenblauwe kwaliteiten. In dit ■ De stedelijke druk en netwerkvorming in de versnip­ brede perspectief worden ook de keuzen rond de A4-zuid perde transformatiezones in het Groene Hart zodanig en de RoBelspoorverbinding naar het zuiden geplaatst. geleiden, dat grote landschappelijke eenheden in stand blijven. Opgave ■ Een afweging maken tussen concurrerende ruimteclaims van stedelijke ontwikkeling, stedelijke leefkwaliteit, land- schap, logistieke bedrijvigheid en grootschalige infra­ structuur in de zuidflank van de Zuidvleugel. De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020 is tot stand Nadere informatie gekomen na een bestuurlijk en maatschappelijk debat over het www.zuidholland.nl Ruimtelijk Beeld Zuid-Holland 2015+. Reacties en adviezen die in dit 070 - 441 6865 / [email protected] communicatietraject naar voren zijn gebracht, zijn samen met een 070 - 441 6300 / [email protected] aantal nieuwe beleidsinzichten in deze structuurvisie verwerkt. De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie is in ontwerp vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 27 april 2004. De definitieve vaststelling door Provinciale staten heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2004.

Uitgave Provincie Zuid-Holland Directie Ruimte en Mobiliteit Bureau Planologisch Strategische Visievorming December 2004

Samenstelling Projectteam Ruimtelijke Structuurvisie: Ejsmund Hinborch (projectleider) Francisco Colombo Alex Peters Met bijdragen vun. Hans Heupink (water). Max Hofman (zorg). Ron Houterman (economie), Willem de Kleijn (groen). Lennert Langerak (milieu). Ewoud Smit (wonen). Twan Verhoeven (verkeer en vervoer)

Tekstbewerking Henk Bouwmeester

Productie Bureau Vormgeving, provincie Zuid-Holland

Cartografie Mark Bel

Fotografie Koos Westgeest. provincie Zuid-Holland Lilja. Noorwegen

Vormgeving Ontwerpwerk. Den Haag

Druk PlantijnCasparie Den Haag

Oplage 2.500

82 lijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020

0