Im M Im M M Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Im M Im M M Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland Provinciale immimmm Dynamisch Stedelijk veld Ruimtelijke Veelzijdig stadslandschap Structuurvisie Vitaal landelijk gebied Zuid-Holland Provinciale Dynamisch stedelijk veld Ruimtelijke Veelzijdig stadslandschap Structuurvisie Vitaal landelijk gebied Zuid-Holland Verbindend netwerk 2020 Vastgesteld door Provinciale Staten 13 oktober 2004 lijke St Voorwoord Zuid-H' In 1989 viel de Berlijnse Muur. De periode tussen toen en nu is net zo lang als de periode die ons scheidt van 2020. In Europa en de rest van de wereld is sindsdien veel veranderd. En dat geldt ook voor Zuid-Holland. Waarschijnlijk is de samenleving meer veranderd dan de ruimte waarin de mensen samenleven. Kunnen we nu de trends van de voorbije 15 jaar doortrekken naar de komende 15 jaar? Dat zou te simpel zijn. Wat was er in 1989 nog niet? Er waren geen Vinexlocaties. De Utrechtse Baan was niet over- bouwd, er was geen Balijbos, geen Erasmusbrug en tussen Zoetermeer en Rotterdam was het landschap open met slechts een enkele kas. De economie was beduidend minder globaal en digitaal: gsm’s, pc’s en internet waren voor de meesten van ons onbekend. De files waren korter en ogenschijnlijk was er geen waterprobleem noch een multicultureel probleem. Inmiddels is Zuid-Holland iets voller en drukker dan toen. In elk geval weten we dat in 2020 de Zuid-Hollandse bevolking gemiddeld omvangrijker, ouder en multicultureler is dan in 2002. En de netwerksamenleving is ongetwijfeld weer een stap verder. In deze Structuurvisie schetsen wij het perspectief voor de ruimtelijke toekomst van onze provincie. Een toekomst die we verbeelden en waaraan actief gewerkt wordt, maar die zich natuurlijk niet als een blauwdruk laat plannen en ontwikkelen. Als we onze visie en ambities waarmaken, zien we rond 2020 in de steden de gevolgen van een ongekende binnenstedelijke vernieuwing. De steden in de Zuidvleugel zijn ‘hoger’ en dichter geworden, maar ook groener en gevarieerder. Vanwege goede archi­ tectuur en zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing verrijkt de nieuwbouw het histo­ risch stedelijk beeld, ook omdat de vernieuwing gepaard gaat met een effectieve inpassing van wegen en spoorlijnen. De grootste verdichting is zichtbaar in bestaande centra en nieuwe knooppunten. Deze hebben zich ontwikkeld tot brandpunten van voorzieningen, werkgelegenheid en vrijetijdsbeleving. Met slimme logistieke oplos­ singen zijn trein, tram, metro, bus, auto en fiets veel beter met elkaar 'verknoopt’. Deze verknopingen hebben de steden van de Zuidvleugel in reistijd dichter bij elkaar gebracht. De Thalys rijdt met hoge snelheid over een eigen spoor en geeft de centra van de Randstad een betere positie in het Europese HST-netwerk. Economisch heeft de Zuidvleugel hiervan profijt. Door het betere regionale netwerk groeit de Zuidvleugel in de richting van een samen­ hangende woningmarkt, waar ook economische clusters, kennis en voorzieningen steeds meer complementair en op het niveau van de Zuidvleugel gaan functioneren. Bedrijventerreinen mogen weer gezien worden. En ondanks de ruimtelijke verdichting in de steden dragen robuuste parken en singels meer dan voorheen bij aan het beeld van de stad. Ook overtollig water vindt hierin zijn weg. Vanuit de stad kom je inmiddels gemakkelijker in het buitengebied. Geleidelijk verandert het voorheen verrommelde landschap rond de grote steden in aantrekkelijke regionale parken, met vooral recreatie, bos, water en natuur. Verspreid glas maakt plaats voor woningen, kleinschalige kantoren en voorzieningen in het groen, die zowel de nabijheid van de stad als de ruimte van buiten zoeken. In de Zuidplaspolder zien we de succesvolle experimenten van wonen, werken en infrastructuur op en in het water. De waardevolle cultuurlandschappen ogen onveranderd, maar dat is schijn. De bebouwing in de linten heeft niet meer alleen een agrarische functie. Het polderland­ schap is aanzienlijk toegankelijker en aantrekkelijker geworden door een fijnmazig net 0 van paden, meer water en beplanting. Vooral in het Groene Hart is het landschap wateriger geworden. De landbouw deelt de ruimte met nieuwe economische acti­ viteiten en vitale dorpskernen. Op de schaal van Zuid-Holland zijn de grenzen tussen stad en land overigens vervaagd. Gebieden als de Oude Rijnzone zijn interessante stadslandschappen geworden, waar wonen en werken in een groene, maar goed ontsloten omgeving het beeld bepalen. Ook de ontwikkelingen in de greenports dragen bij aan minder scherpe overgangen tussen stad en land. De bollenteelt is zich steeds meer gaan richten op specifieke teelten en handel en daarmee ontstaat meer ruimte voor een aantrekkelijk landschap. De glastuinbouw is steeds kennisintensiever geworden en daarmee succesvol onderdeel van de stedelijke economie. Het Westland is overigens ook in andere opzichten veranderd: meer groen, meer water en een groene woonwijk als overgang naar Den Haag. De Delflandse kust bestaat inmiddels uit een brede jonge duinzone die in het zuiden uitzicht biedt op de grote nieuwe havenbekkens van de Tweede Maasvlakte. Zuid- Holland is een stukje groter geworden. Al met al zal het aanzien van Zuid-Holland in 2020 vooral bepaald worden door de nauwe verwevenheid en interactie tussen maatschappelijke ontwikkelingen en actief (ruimtelijk) ontwikkelingsbeleid. Hoe precies? Ik hoop dat we er trots op zullen zijn. gedeputeerde ruimtelijke ontwikkeling Provincie Zuid-Holland Ruimtelijke Structuurvisie Inhoudsopgave Zuid-Holland 2020 Inleiding 7 Deel I De Structuurvisie ii 1 De lagenbenadering ii ï.i De eerste laag: ondergrond n 1.2 De tweede laag: netwerken 12 1.3 De derde laag: occupatie 12 2 Een schaalsprong in ambities 15 2.1 Randstad Holland 15 2.2 De Rijn-Schelde Delta 16 3 Hoofdlijnen ruimtelijke structuurvisie 19 3.1 Zuid-Holland in de delta 19 3.2 Zuid-Holland in de metropool 21 4 Ruimtelijke Structuurvisie 2020 25 4.1 Dynamisch stedelijk veld 26 4.2 Veelzijdig stadslandschap 33 4.3 Vitaal landelijk gebied 37 4.4 Verbindend infranetwerk 39 D e e l II D e R u i m t e l i j k e O p g a v e n 4 3 5 Ruimtelijk program m a: de sectorale opgaven 43 5.1 Groenblauw 43 5.2 Infrastructuur 49 5.3 Wonen 53 5.4 Werken 54 6 Strategische opgaven en projecten 59 6.1 Selectie en clustering 59 6.2 Thema’s, opgaven en projecten 59 6.3 Opgaven en projecten in de tijd 72 6.4 Op weg naar uitvoering 74 D e e l III D e La n g e T e r m i j n 7 7 7 O pgaven voor 2020 en verder 7 7 7.1 Ruimtedruk in relatie tot milieu en water 78 7.2 Ruimtedruk en netwerkvorming in de Zuidvleugel 79 7.3 Ruimtedruk en netwerkvorming tussen Zuidvleugel en de omgeving 80 V erantwoording 82 0 H Inleiding Zuid-: d 2020 Zuid-Holland heeft geen traditie in ruimtelijke plannen decentrale overheden zorg voor de nadere invulling, die het gehele grondgebied van de provincie bestrijken. uitwerking en realisatie. Centraal wat centraal moet en In de afgelopen veertig jaar is slechts tweemaal een decentraal wat decentraal kan. is het motto. De dergelijk product gemaakt, echter zonder formele provincie Zuid-Holland neemt deze rol graag op zich. status. Het ruimtelijk beleid wordt tot dusver gedragen We geven de ruimtelijke structuurvisie in dat sturings- door vier streekplannen. Verankerd in de Wet concept een plaats. Ruimtelijke Ordening, vormen ze het ruimtelijk inte­ gratiekader voor sectoraal en gebiedsgericht beleid. Het doel van de structuurvisie is dan ook, dat we tijdig en actief willen inspelen op actuele en toekomstige Waarom dan nu wél een provinciedekkende visie? ruimtelijke processen. We willen een samenhangende Allereerst omdat er op andere beleidsterreinen al langer en richtinggevende ruimtelijke strategie schetsen, die sprake is van dergelijke plannen. Zie bijvoorbeeld het inspeelt op rijksbeleid, zoals in de Nota Ruimte en de Beleidsplan Milieu en Water en het Provinciaal Nota Mobiliteit en die actuele provinciale en regionale Verkeers- en Vervoerplan. Daarnaast omdat er met plannen en visies integreert: de streekplannen, het andere partners in de afgelopen jaren (ruimtelijke) Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan, het Beleidsplan visies zijn ontwikkeld die grotere gebieden omvatten Milieu en Water, de Provinciale Economische Visie, de dan de afzonderlijke streekplannen. Voorbeelden zijn Deelstroomgebiedsvisies, de Zuidvleugelvisie en de de Zuidvleugelvisie en de Kwaliteitszonering Groene Kwaliteitszonering Groene Hart. Hart. Een derde aanleiding ligt in schaalvergroting en netwerkvorming: steeds meer maatschappelijke en De structuurvisie is niet slechts een optelsom van bestuurlijke processen spelen zich af op hogere schaal­ andere plannen en visies. We zetten hiermee de positie niveaus. In het spoor van de Vijfde Nota Ruimtelijke van Zuid-Holland duidelijker neer in het ruimere kader Ordening, respectievelijk de Nota Ruimte zijn visies en van de Randstad en de Rijn-Schelde Delta. In dat opzicht plannen ontwikkeld op het niveau van de Randstad en maken we een schaalsprong in het denken over ruimte­ van de Rijn-Schelde Delta. Zuid-Holland speelt daarin lijke ontwikkeling. De structuurvisie beschrijft een inte­ geografisch, dus ook bestuurlijk en inhoudelijk een grale ruimtelijke strategie op een hoger schaalniveau en belangrijke rol. geeft een doorkijk naar een termijn die langer is dan tot dusver gebruikelijk. Daarmee biedt zij een nieuwe en Dit scala aan visies en beleidsnota’s in een complexe andere manier van omgaan met ruimtelijke kwaliteit, beleidsomgeving heeft bij Provinciale Staten de ontwikkeling, differentiatie en samenhang. We beogen behoefte doen ontstaan aan een provinciedekkende een brug te slaan tussen de korte
Recommended publications
  • Annex 3, Case Study Randstad
    RISE Regional Integrated Strategies in Europe Targeted Analysis 2013/2/11 ANNEX 3 Randstad Case Study | 15/7/2012 ESPON 2013 This report presents the final results a Targeted Analysis conducted within the framework of the ESPON 2013 Programme, partly financed by the European Regional Development Fund. The partnership behind the ESPON Programme consists of the EU Commission and the Member States of the EU27, plus Iceland, Liechtenstein, Norway and Switzerland. Each partner is represented in the ESPON Monitoring Committee. This report does not necessarily reflect the opinion of the members of the Monitoring Committee. Information on the ESPON Programme and projects can be found on www.espon.eu The web site provides the possibility to download and examine the most recent documents produced by finalised and ongoing ESPON projects. This basic report exists only in an electronic version. © ESPON & University of Birmingham, 2012. Printing, reproduction or quotation is authorised provided the source is acknowledged and a copy is forwarded to the ESPON Coordination Unit in Luxembourg. ESPON 2013 ANNEX 3 Randstad Case Study: The making of Integrative Territorial Strategies in a multi-level and multi-actor policy environment ESPON 2013 List of authors Marjolein Spaans Delft University of Technology – OTB Research Institute for the Built Environment (The Netherlands) Bas Waterhout Delft University of Technology – OTB Research Institute for the Built Environment (The Netherlands) Wil Zonneveld Delft University of Technology – OTB Research Institute for the Built Environment (The Netherlands) 2 ESPON 2013 Table of contents 1.0 Setting the scene for RISE in the Randstad ............................................. 1 1.1 Introduction ...................................................................................... 1 1.2 Governance in the Randstad ...........................................................
    [Show full text]
  • Startdocument Hoeksche Waard
    CONCEPT Startdocument Hoeksche Waard Dit startdocument is samengesteld op basis van gegevens van het Rijk, de provincie en de regio, alsmede gesprekken met partijen in de regio. Dit document is opgesteld als discussiedocument en heeft dan ook als doel om te faciliteren dat het gesprek over dit onderwerp gevoerd kan worden. Ten behoeve van de dialoogtafel d.d. 22 april 2013 Opgesteld door Public Result op verzoek van het SOHW en het Ministerie van BZK / WBI Inleiding De Hoeksche Waard is één van de ‘anticipeerregio’s’ in Nederland: gebieden waar in de toekomst sprake zal zijn van een bevolkingsdaling, ontgroening en vergrijzing. De regio kan zich hier tijdig op voorbereiden en maatregelen treffen om de negatieve gevolgen te keren, als ook de aanwezige kansen te benutten. De regio is zich hier goed van bewust en wil, ondersteund door de provincie en het ministerie van BZK, aan de slag met een voortvarende aanpak. Daarbij speelt niet alleen de toekomstige demografische transitie een rol, maar ook de bezuinigingsopgaven waar de gemeenten voor staan. De Hoeksche Waard bevindt zich, evenals een aantal andere Zuid-Hollandse anticipeerregio’s in een bijzonder positie doordat het onder de rook van de nog steeds groeiende Zuidvleugel van de Randstad is gelegen. De regio is in feite de voortuin van de Stadsregio Rotterdam met 1,2 miljoen inwoners en de Drechtsteden met ruim 260.000 inwoners. Natuurlijk begint de regio niet bij het spreekwoordelijke nulpunt. Er is in de samenwerking tussen de gemeenten en andere partijen al veel bereikt. Zo is een regionale structuurvisie opgesteld door het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard.
    [Show full text]
  • Integraal Verstedelijkingsakkoord Zuidelijke Randstad
    Integraal Verstedelijkingsakkoord Zuidelijke Randstad Ondergetekenden (hierna verder te noemen ‘partijen’) De minister voor Milieu en Wonen, mevrouw S. van Veldhoven – Van der Meer handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: “BZK”; De minister van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw C. van Nieuwenhuizen, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: “IenW”; De provincie Zuid-Holland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde mevrouw A.L. Koning, gemachtigd door de commissaris van de Koning handelende ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten hierna te noemen: “de Provincie”; De acht gemeenten die samen met de Provincie en de MRDH deel uitmaken van de Verstedelijkingsalliantie: Gemeente Den Haag, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer B. Revis; Gemeente Delft, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw K. Schrederhof; Gemeente Dordrecht, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P.H. Sleeking; Gemeente Leiden, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw F. Spijker; Gemeente Rotterdam, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw J. Bokhove; Gemeente Rijswijk, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A.F.M. van de Laar; Gemeente Schiedam, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer F.B. Minhas; Gemeente Zoetermeer, op grond van artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer R.C. Paalvast; De Metropoolregio Rotterdam Den Haag, hierna te noemen MRDH, vertegenwoordigd door mevrouw J.
    [Show full text]
  • Extra Inzet Voor De Zuidvleugel!
    Aan: De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw prof.dr. J.M. Cramer Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Onderwerp Briefadvies Zuidvleugel Extra inzet voor de Zuidvleugel! Datum 19 maart 2007 Contactpersoon VROM-raad Tim Zwanikken (projectleider) Geachte mevrouw Cramer, 070 339 26 18 Contactpersoon Hierbij bieden de VROM-raad, de Raad voor Verkeer en Waterstaat en de Raad voor Verkeer Raad voor het Landelijk Gebied u hun gezamenlijke advies aan over het en Waterstaat Wilma Okkerse programma Zuidvleugel. Op 7 november 2006 heeft u, mede namens de 070 351 9629 Ministers van Verkeer en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Economische Zaken om dit advies gevraagd. Contactpersoon Raad voor het Landelijk Gebied U heeft de raden verzocht te adviseren over het Zuidvleugelprogramma, in Bas van Leeuwen het bijzonder over de Zuidvleugelbrief. U vraagt daarbij of de raden willen 033 421 7833 bezien in welke mate de maatregelen en plannen uit het programma bijdragen Secretariaat aan het verder ontwikkelen en versterken van het gewenste internationale Joyce Parag 070 351 9625 vestigingsklimaat van de Zuidvleugel van de Randstad. Een toelichting op de adviesaanvraag en totstandkoming van het briefadvies vindt u in de bijlagen. Ons kenmerk RVW 2007/146 De raden erkennen het belang van overheidsinvesteringen in de Zuidvleugel en Bijlagen hebben zich dan ook de afgelopen maanden gebogen over de problemen, maar 3 zeker ook over de kansen van deze regio. Het is de raden duidelijk geworden dat extra rijksinvesteringen in dit gebied noodzakelijk en urgent zijn om de gewenste versterking van de economische concurrentiepositie te bereiken.
    [Show full text]
  • Zuidvleugelbrief Nieuw Élan Voor De Zuidvleugel Van De Randstad
    Zuidvleugelbrief Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad Investeren in mensen, kennis en infrastructuur Den Haag, september 2006 Inhoudsopgave 1. INLEIDING ..................................................................................................................................................................................... 3 1.1 PROGRAMMA-AANPAK NOTA RUIMTE .............................................................................................................................4 1.2 RIJKSBESLUITEN......................................................................................................................................................................5 1.3 VERVOLGTRAJECT ..................................................................................................................................................................6 1.4 LEESWIJZER...............................................................................................................................................................................6 2. CONTEXT EN RUIMTELIJKE VISIE.................................................................................................................................... 7 2.1 NATIONAAL STEDELIJK NETWERK RANDSTAD HOLLAND.........................................................................................7 2.2 RUIMTELIJK BEELD ZUIDVLEUGEL.....................................................................................................................................8
    [Show full text]
  • Randstad 2040 - Startnotitie - Naar Een Duurzame En Concurrerende Europese Topregio
    RANDSTAD 2040 - STARTNOTITIE - NAAR EEN DUURZAME EN CONCURRERENDE EUROPESE TOPREGIO ZOALS VASTGESTELD IN DE MINISTERRAAD VAN 22 JUNI 2007 Dit is een publicatie van het Ministerie van VROM. U kunt de startnotitie Randstad 2040 bestellen en downloaden via www.vrom.nl/randstad. VOORWOORD STARTNOTITIE Op 22 juni 2007 heeft het kabinet deze startnotitie gelijktijdig met het Urgentie- programma Randstad (UPR) vastgesteld en aansluitend aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden. Deze startnotitie vormt het begin van het opstellen van een integrale Randstadvisie voor de lange termijn. Deze startnotitie is tevens het eerste antwoord op de tweede motie Lemstra (januari 2006). Met deze startnotitie ‘Rand- stad 2040’ worden de langetermijnonderwerpen voor de ontwikkeling van de Rand- stad naar een duurzame en concurrerende Europese topregio op de agenda gezet. De drie pijlers van duurzaamheid (people, planet en profit) vormen daarvoor een belangrijk uitgangspunt. Met de startnotitie start het kabinet een dialoog met decen- trale overheden, maatschappelijke organisaties, burgers en marktpartijen. Aansluitend wil het kabinet in het kader van het UPR in het begin van 2008 komen tot een lange- termijnvisie voor de Randstad: het grootste stedelijk netwerk uit de Nota Ruimte en het stedelijke, culturele, economische, sociale en politieke hart van ons land. Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare dialoog in de komende maanden en wil vervolgens de visie opstellen en keuzes maken. Daarmee draagt het kabinet ook voor de lange termijn bij aan een duurzame en concurrerende Randstad en het daarvoor benodigde e´lan! Dr. Jacqueline Cramer Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu RANDSTAD 2040 – STARTNOTITIE Inhoudsopgave blz. Een mogelijk toekomstbeeld: De Randstad in 2040 II Hoofdstuk 1.
    [Show full text]
  • Urban Planning and Transport Infrastructure Provision in the Randstad, Netherlands –
    Urban planning and transport infrastructure provision in the Randstad, Netherlands – A Global City Cluster Prepared for the Roundtable on Integrated Transport Development Experiences Of Global City Clusters (2-3 July 2015, Beijing China) Dominic STEAD and Evert MEIJERS Delft University of Technology, Delft, Netherlands June 2015 THE INTERNATIONAL TRANSPORT FORUM The International Transport Forum at the OECD is an intergovernmental organisation with 57 member countries. It acts as a strategic think-tank, with the objective of helping shape the transport policy agenda on a global level and ensuring that it contributes to economic growth, environmental protection, social inclusion and the preservation of human life and well-being. The International Transport Forum organises an Annual Summit of ministers along with leading representatives from industry, civil society and academia. The International Transport Forum was created under a Declaration issued by the Council of Ministers of the ECMT (European Conference of Ministers of Transport) at its Ministerial Session in May 2006 under the legal authority of the Protocol of the ECMT, signed in Brussels on 17 October 1953, and legal instruments of the OECD. The Members of the Forum are: Albania, Armenia, Argentina, Australia, Austria, Azerbaijan, Belarus, Belgium, Bosnia and Herzegovina, Bulgaria, Canada, Chile, China (People’s Republic of), Croatia, Czech Republic, Denmark, Estonia, Finland, France, Former Yugoslav Republic of Macedonia, Georgia, Germany, Greece, Hungary, Iceland, India, Ireland, Israel, Italy, Japan, Korea, Latvia, Liechtenstein, Lithuania, Luxembourg, Malta, Mexico, Republic of Moldova, Montenegro, Morocco, the Netherlands, New Zealand, Norway, Poland, Portugal, Romania, Russian Federation, Serbia, Slovak Republic, Slovenia, Spain, Sweden, Switzerland, Turkey, Ukraine, United Kingdom and United States.
    [Show full text]
  • South Wing Studio
    Regional Design in Dutch Transport Planning Strategies Ir. V.E. (Verena) Balz1, Dr. D. (Dominic) Stead2 1 PhD candidate Delft University of Technology Faculty of Architecture and the Built Environment The Netherlands T. +31 (0)6 43034628 [email protected] 2 Associate Professor Delft University of Technology Faculty of Architecture and the Built Environment The Netherlands T +31-15-2783005 [email protected] Keywords – Regional Design, Spatial Representations, Indicative Planning ABSTRACT – The last decade has witnessed various trends in decentralization of government responsibilities related to spatial planning in the Netherlands and this has resulted in a differing flexibility of the indicative planning frameworks for transport and spatial development. In this article we investigate whether and if so, how revisions of frameworks have influenced the engagement of sub-national governments in ‘regional design’, the formulation of regional development strategies and projects by means of spatial representations, maps and plans. The paper examines one case in which a regional Transit Oriented Development (TOD) strategy has been formulated and implemented in the Netherlands. It analyses the spatial representations produced during the development of these strategies, considers the role of the representations in the decision-making process and analyses the extent to which the spatial representations reflect the decentralization shifts in national transport and land use planning frameworks. The main aim of this paper is to improve understanding of the role of ‘regional design’ in planning processes. Little has been written on this subject to date. 1. Introduction The last decade has witnessed various trends in decentralization of government responsibilities related to spatial planning in the Netherlands and this has resulted in several revisions to the indicative planning frameworks for transport and spatial development.
    [Show full text]
  • Toekomst Zuidvleugel
    Naar een netwerk Zuidelijke Randstad Een eerste stap in het veranderen van de overheidssamenwerking op het niveau van de Zuidvleugel van de Randstad Victor Dobbe, secretaris/(programma)manager Zuidvleugel Vastgesteld in het directeurennetwerk Zuidvleugel, november 2015 Inhoud SAMENVATTING .............................................................................................................................................. 3 1. INLEIDING ....................................................................................................................................................... 8 1.1 Achtergrond ......................................................................................................................... 8 1.2 Aanpak ................................................................................................................................. 9 2. HOE GAAT HET NU EN WAAR MOET HET NAARTOE? .................................................................................. 10 2.1 Trends en ontwikkelingen ................................................................................................. 10 2.2 Hoe gaat het nu? ............................................................................................................... 11 2.3 Wat moet er veranderen? ................................................................................................. 13 2.4 Hoofdlijnen van een eerste stap naar verandering ........................................................... 14 2.4.1 In de regio samen sterk: ............................................................................................................
    [Show full text]
  • The Position of the Zuidvleugel Within Worldwide Economic Networks
    The Position of the Zuidvleugel within Worldwide Economic Networks Dr. Ir. Ronald Wall WALL RESEARCH Rotterdam 10-08-2010 Table of contents: 1. Introduction to world city networks and their importance to urban development: 2. The two research questions investigated in this study: 3. An examination of city networks over the past centuries and the significance of these networks to city development. 4. Data and methodology: PART 1: Exploring the Zuidvleugel within Corporate Ownership Networks: 5. G4 cities within global, European and Dutch corporate networks: G4 cities within the global corporate network: G4 cities within the European corporate network: G4 cities within the Dutch corporate network: A detailed analysis on Dutch city relations within The Netherlands and internationally: The national centrality and structure of Dutch cities: Sectoral differences of corporate network between Dutch cities: 6. Explanations on the relationship between corporate network centrality and performance indicators of various cities in The Netherlands: Economic, social and spatial environments versus connectivity, at the Dutch corporate scale: The economic environment of cities The social-economic environment of cities The spatial environment of cities PART 2: Exploring the Zuidvleugel within Mergers and Acquisitions Networks: 7. Overview of M&A data Networks of city collaboration within the M&A network Networks of city competition within the M&A network 8. Conclusions and recommendations: 9. Literature 1 The Position of the Zuidvleugel in Worldwide Economic Networks Introduction to world city networks and their importance to urban development: The urban planning tradition of locally based, blue-print planning is today being increasingly destabilized by the irreversible processes of globalization (Graham and Marvin 2002).
    [Show full text]
  • Gebiedsagenda-Zuidelijke-Randstad
    ADAPTIEVE AGENDA ZUIDELIJKE RANDSTAD 2040 Een uitnodigend perspectief van Rijk en regio voor markt en samenleving DEFINITIEVE VERSIE 2013 – 2014 Opgesteld door het Rijk en de Zuidvleugelpartners Vastgesteld in Bestuurlijk Overleg MIRT 14 november 2013 1. INLEIDING Er zit energie in de markt en in de rest van de samenleving. Burgers, ondernemers en wetenschappers ontwikkelen creatieve en innovatieve initiatieven. De context waarbinnen overheden werken verandert structureel: beperkte investeringsmiddelen, andere demografische uitgangspunten en onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen. Dit vraagt om andere manier van (samen)werken tussen overheden, markt en samenleving en het bieden van een uitnodigend perspectief dat initiatieven van markt en samenleving stimuleert. Met de Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad 2040 (AAZR) leggen de overheden hiervoor gezamenlijk de basis. De AAZR benoemt een gezamenlijke ambitie met bijhorende strategieën en de opgaven die nu worden voorzien richting 2040. Elk jaar actualiseren de overheden, in nauw overleg met markt en samenleving, de opgaven. Daarbij staan gemaakte bestuurlijke afspraken niet ter discussie. De AAZR is leidend voor de bestuurlijke gesprekken van Rijk en regio over het fysieke domein. De vraagstukken op het gebied van R&D, innovatie en valorisatie en onderwijs en arbeidsmarkt bespreken Rijk en regio op andere tafels, waaronder het topsectorenoverleg. De eerste AAZR is een bod van de overheden gezamenlijk richting maatschappelijke partners om door te ontwikkelen richting het bestuurlijke overleg MIRT 2014. De AAZR bouwt voort op in ontwikkeling zijnde publiek-private initiatieven zoals de ROM Zuidvleugel en de economische agenda Zuidvleugel. 2. AMBITIE EN KANSEN 2.1 Waar gaan we voor in 2040? De Zuidelijke Randstad is een mondiaal concurrerende regio en in 2040 is die positie versterkt en behoort ze nog steeds tot één van de tien economisch krachtigste regio’s in Europa.
    [Show full text]
  • Procesdossier Randstad/Zuidvleugel/Metropoolregio
    Procesdossier Metropoolregio (RIS 173321), bijgewerkt tot 31 december 2014 Vanaf het eind van de vorige eeuw wordt er door verschillende overheden o.a. in een Bestuurlijk Platform Zuidvleugel (www.zuidvleugel.nl) aan een investeringsstrategie voor het gebied van de Zuidvleugel Randstad gewerkt in verband met de achterblijvende sociaal-economische positie daarvan in vergelijking met de Noordvleugel en de Rest van Nederland. Opeenvolgende lobbytrajecten hebben de regio/zuidvleugel bij de rijksoverheid onder de aandacht gebracht en urgentie gevraagd voor de problematiek van Zuidvleugel en Haagse en Rotterdamse prioriteiten en projecten De Randstad weer aan de top brengen als duurzame, economisch sterke regio, door besluitvaardigheid en bestuurlijke daadkracht te organiseren. Dat is het doel van Randstad Urgent, het programma waar het kabinet samen met de regio de schouders onder zet. De vier Randstadprovincies en de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4P4) werken aan de randstedelijke inzet voor de opzet, inhoud en uitvoering van het Urgentieprogramma Randstad (UpR) dat het kabinet onder leiding van de projectminister voor de Randstad dhr. Eurlings opstelt. Het kabinetsbesluit “Startnotitie Randstad 2040, naar een duurzame en concurrerende Europese topregio” (22 juni 2007) vormt het begin van het opstellen van een integrale Randstadvisie voor de lange termijn (de nota Ruimte is dat voor de korte en middellange termijn tot 2020, samen met het Urgentieprogramma Randstad(UPR)) en is tevens het begin van een dialoog met decentrale overheden, maatschappelijke organisaties, burgers en marktpartijen. In vervolg op de Startnotitie Randstad 2040 verscheen in september 2008 de Structuurvisie Randstad 2040. In het kader van de discussie over die stukken hebben de colleges van Rotterdam en Den Haag informerende gesprekken gevoerd met het oog op intensivering van de samenwerking en het beter positioneren van de Rotterdamse en Haagse regio’s als Metropoolregio.
    [Show full text]