Zuidvleugelbrief Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de

Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad Investeren in mensen, kennis en infrastructuur

Den Haag, september 2006 Inhoudsopgave

1. INLEIDING ...... 3 1.1 PROGRAMMA-AANPAK NOTA RUIMTE ...... 4 1.2 RIJKSBESLUITEN...... 5 1.3 VERVOLGTRAJECT ...... 6 1.4 LEESWIJZER...... 6 2. CONTEXT EN RUIMTELIJKE VISIE...... 7 2.1 NATIONAAL STEDELIJK NETWERK RANDSTAD HOLLAND...... 7 2.2 RUIMTELIJK BEELD ZUIDVLEUGEL...... 8 2.3 DOELSTELLING...... 11 2.4 HOOFDOPGAVEN ...... 12 2.5 UITVOERINGSSTRATEGIE ...... 13 3. RIJKSBESLUITEN ...... 15 3.1 REEDS GENOMEN BESLUITEN...... 15 3.2 VOORGENOMEN BESLUITEN...... 17 A (haven en stad) en Drechtsteden...... 18 B Den Haag, Westland en Kustzone...... 19 C A4- (en A13-A16-) zone en Zuidvleugel algemeen...... 21

Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 2

1. Inleiding Nieuw élan is nodig voor de Zuidvleugel van de Randstad. Investeren in mensen, kennis en infrastructuur is daarvoor essentieel. Rijk, decentrale overheden en marktpartijen moeten hun verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat daarmee dit gebied optimaal bijdraagt aan de concurrentiepositie, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van de Randstad: de economische motor van Nederland en het sociale, culturele en politieke hart van de Delta.

Het rijk is erop gericht optimale condities te scheppen voor de ontwikkeling van dit deel van de Randstad. Besluitvorming in een aantal projecten moet worden vlotgetrokken en patstellingen moeten worden doorbroken. Daarop is het Programma Zuidvleugel (evenals de algehele programma-aanpak van de Nota Ruimte) primair gericht. In deze brief wordt met name ingegaan op de ruimtelijk- economische opgaven en bijbehorende rijksbesluiten op het gebied van de verkeers- en vervoersinfrastructuur en - in mindere mate - de verstedelijking in de Zuidvleugel van de Randstad.

Beeldbepalend voor de Zuidvleugel zijn de Rotterdamse haven als mainport, Den Haag als ‘legal capital’, de hoogwaardige en innovatieve tuinbouw in met name het Westland, de verschillende kennisinstellingen en de dynamiek in de gehele A4-zone die in feite bij en Schiphol in de Noordvleugel begint en doorloopt via naar Rotterdam. Deze zone en de genoemde functies in de Zuidvleugel geven samen (ontwikkel)kracht aan de Delta. Bereikbaarheid is cruciaal om deze kracht te kunnen benutten. Ook de woningbouwproductie is hiervoor van grote betekenis. Deze moet zowel kwantitatief als kwalitatief bijdragen aan een goed woon- en leefklimaat. Voldoende woningen van een goed niveau vergroten, evenals aansprekende groenvoorzieningen, de aantrekkelijkheid en kracht van het gebied. Het kabinet beoogt met de rijksbesluiten in deze brief die kracht te versterken.

Binnen de Zuidvleugel is door de regio in samenspraak met het rijk gewerkt aan de ontwikkeling van een agenderende visie. Deze visie, die door bureau BVR vanuit een focus op het internationale speelveld is opgesteld, schetst een aansprekende agenda voor met name de middellange en lange termijn. Met deze visie is tevens focus en samenhang aangebracht in het geheel van de Zuidvleugelprojecten en zijn ambities verbeeld.

De inzet van het kabinetsbeleid is gericht op het realiseren van een aantal grote, gebiedsgerichte opgaven. Daarmee wordt concrete invulling gegeven aan de realisatie van (de Uitvoeringsagenda van) de Nota Ruimte. In verschillende opzichten sluit dit aan op de door de regio uitgebrachte visie. Voor de besluiten van het kabinet volstaat lezing van deze brief. De door mijn ministerie vervaardigde structuurbeelden vormen een analytische achtergrond bij deze brief en zijn als bijlage bijgevoegd.

Met de rijksbesluiten in deze brief neemt het kabinet zijn verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van dit deel van de Randstad. De brief bevat rijksbesluiten die het kabinet op korte termijn zal realiseren. Deze besluiten passen bij de eerder genoemde middellange en lange termijn visie. De strategie en hoofdopgaven van rijk en regio komen dan ook uit deze brief naar voren. Met vereende kracht en nieuw élan ontstaat een aantrekkelijk toekomstbeeld waarin de kracht van de Zuidvleugel versterkt is en zwaktes op het gebied van leefmilieu en ruimtelijke kwaliteit zijn aangepakt. Een sterke Zuidvleugel is een voorwaarde voor een sterke Randstad. Die sterke en goed geprofileerde Randstad is het visitekaartje van Nederland voor buitenlandse investeerders. De besluiten die in deze brief zijn vervat, vormen de onderlegger en opmaat voor integrale, internationaal aansprekende gebiedsprojecten. Deze projecten zullen mede een katalysator vormen voor het nationale en internationale bedrijfsleven om het potentieel van de Zuidvleugel, als belangrijke economische motor in de Delta van Rijn, Maas en Schelde, te benutten.

De ontwikkeling van de Zuidvleugel is dus geen zaak van de overheden alleen; Integendeel. Inzet van publieke én private partijen is van doorslaggevend belang. Alleen samen kan het wervende toekomstperspectief werkelijkheid worden. Een echte ‘public-private spirit’ is nodig. Buitenlandse voorbeelden leren ons ook dat een toekomstbeeld pas werkelijkheid wordt als én overheid én

Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 3 marktpartijen én burgers én maatschappelijke organisaties het dragen. Dat élan zal de Zuidvleugel de benodigde impuls geven.

De rijksinzet is gericht en de bijdrage van het kabinet selectief. Dat past bij de sturingsfilosofie van de Nota Ruimte: ‘Decentraal wat kan, centraal wat moet’. De rijksinzet voor de Zuidvleugel is erop gericht om over die zaken waar het rijk eerstverantwoordelijk is snel en doelgericht te beslissen, maar wel in nauwe relatie met de zaken waarvoor de andere overheden eerstverantwoordelijk zijn. Daarbij gaat het onder meer om daadkracht. Een goed voorbeeld daarvan zijn alle besluiten en maatregelen die nodig zijn om het verkeers- en vervoersnetwerk van de Zuidvleugel voor te bereiden op de toekomst. Met een aantal besluiten op het terrein van de verkeers- en vervoersinfrastructuur laat het kabinet zien dat het een impuls geeft aan de bereikbaarheid, ook in financiële zin. Tegelijkertijd geeft het kabinet een impuls aan de gebiedsontwikkeling van een aantal locaties dat van belang is voor leefbaarheid en het economisch klimaat.

Het werk aan de Zuidvleugel is met deze brief vanzelfsprekend niet af. Dit najaar zullen door rijk en regio nog aanvullende besluiten worden genomen (zie paragraaf 1.4). Op een aantal terreinen zijn namelijk nog belangrijke keuzen te maken voor rijk en regio. Zo zal de ruimtelijke kwaliteit moeten verbeteren door bijvoorbeeld het groen verder te versterken, ruimte voor water te scheppen en een kwaliteitsimpuls te geven aan stad en land (in zowel sociale als fysieke zin). Met de besluiten over infrastructuur en verstedelijking draagt dat bij aan de vitaliteit van de Zuidvleugel en daarmee aan de aantrekkingskracht van de Randstad als geheel.

1.1 Programma-aanpak Nota Ruimte In het kader van de Uitvoeringsagenda van de Nota Ruimte is een viertal gebiedsgerichte programma’s ingesteld. Met deze programma-aanpak streeft het kabinet naar meer daadkrachtige en samenhangende besluitvorming over projecten met een belangrijke rijksverantwoordelijkheid.

Drie van de vier programma’s hebben betrekking op de Randstad1. Een aantal belangrijke ruimtelijke besluiten dat in de Randstad op korte termijn moet worden genomen is in één van die rijksprogramma’s opgenomen. Met de programma’s zorgt het kabinet voor samenhang en afstemming in de besluitvorming over ruimtelijke projecten. Bovendien wordt gestreefd naar versnelling van de besluitvorming, met één verantwoordelijk bewindspersoon als eerste aanspreekpunt. Het gat met name om een aantal lastige ruimtelijke opgaven waarvoor het de hoogste tijd is om besluiten te nemen en ontwikkelingen in gang te zetten. Patstellingen moeten worden doorbroken om ervoor te zorgen dat de ruimtelijke kwaliteit, aantrekkelijkheid en internationale concurrentiepositie van de Randstad worden versterkt.

Eén van de rijksprogramma’s is het programma Zuidvleugel. Aan dit programma - en de daarin opgenomen projecten – wordt door rijk en regio gewerkt. Realisatie van het ruimtelijk beleid in dit deel van de Randstad wordt hiermee versneld en vastgelopen trajecten vlot getrokken. Dat is precies wat het kabinet beoogde met de programma-aanpak.

In het Zuidvleugelprogramma is een aantal projecten opgenomen met een relatief grote rijksverantwoordelijkheid. In overleg met de regio is eind 2005 een meer uitgebreide projectenbundel opgesteld met maar liefst 22 projecten. De projecten kennen elk hun eigen voorbereidingstraject en verkeren in verschillende fasen van besluitvorming. Sommige projecten zijn al in hoge mate in de uitvoeringsfase2, andere worden daarvoor gereed gemaakt3 en weer andere zijn in voorbereiding of in

1 Deze programma’s hebben betrekking op Noordvleugel inclusief de Utrechtse regio, Zuidvleugel en Groene Hart. Het vierde programma heeft betrekking op het Zuidoosten van Noord-Brabant en Noord-Limburg. 2 4 projecten: Den Haag Nieuw Centraal, Randstadrail, Rotterdam Centraal en Groenblauwe Slinger 3 9 projecten: RijnGouweLijn-Oost, Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR), A15 Maasvlakte-Vaanplein, Spoorzone , Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS), A13-A16 en noordrand Rotterdam, Kenniscentra en bedrijventerreinen/Hoeksche Waard, Groen in en om de stad en Kustverdediging Zuidvleugel. Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 4 studie4. In verschillende gevallen geldt dat later nadere keuzes door het kabinet of door de regio gemaakt zullen worden.

Slechts in een aantal gevallen is er op dit moment een rijksbesluit aan de orde. Deze rijksbesluiten zijn in dit document opgenomen in paragraaf 3. Ze geven richting aan de verdere ruimtelijke ontwikkeling. Om de uitvoering te versnellen is het nodig binnen de genoemde 22 projecten te prioriteren, om versnippering van inzet te voorkómen. In dit document is dan ook niet voor alle projecten een rijksbesluit opgenomen. Voor de besluiten over de verkeers- en vervoersinfrastructuur geldt overigens aanvullend dat op basis van de netwerkanalyse Zuidvleugel dit najaar afspraken gemaakt zullen worden over welke maatregelen uit de netwerkanalyses gezamenlijk met de regio geïmplementeerd kunnen worden. Het rijksbeleid uit de Nota Ruimte en de daaraan gerelateerde uitwerkingen5 vormt het kader voor de vier rijksprogramma’s. Voor het Zuidvleugelprogramma wordt de basis voor de besluiten nu en in de toekomst echter met name gevormd door de meer op de Zuidvleugel toegespitste structuurbeelden en de eerder genoemde ruimtelijke visie waar het rijk zich in hoofdlijnen in herkent. De structuurbeelden, die als bijlage aan deze brief zijn toegevoegd, geven onder meer inzicht in de sociaal-economische en ruimtelijke structuur van het gebied, alsmede in de beleidsmatige bijdrage aan de bestaande ruimtelijke structuur. Het document geeft met beelden de ruimtelijke, sociale, economische en culturele rijkdom van dit gebied weer. Met kaartmateriaal van verleden, heden en mogelijke toekomstbeelden, brengt het document ook dynamiek in beeld.

’Het programma Zuidvleugel past bij de gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling die het kabinet met de Nota Ruimte nastreeft. Betrokkenheid en verantwoordelijkheid van decentrale overheden, marktpartijen, maatschappelijke organisaties en burgers is bij deze gebiedsontwikkeling essentieel. Slechts bij een beperkt aantal projecten is het rijk aan zet.

1.2 Rijksbesluiten Voor de Zuidvleugel van de Randstad is het van grote betekenis de ruimtelijk-economische dynamiek te stimuleren zodat de Zuidvleugel bijdraagt aan de economische concurrentiepositie van de Randstad als geheel. Daarbij is een goede balans tussen economie, bereikbaarheid en leefmilieu essentieel. Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, ruimte voor de grote verstedelijkingsopgave en investeren in sociale samenhang en krachtige steden, maken onderdeel uit van deze doelen. Met de besluiten in deze Zuidvleugelbrief draagt het kabinet eraan bij dat deze doelen gehaald kunnen worden.

Deze brief bevat alleen rijksbesluiten. Vanzelfsprekend wordt daarmee maar een deel van de uitvoeringsbesluiten in beeld gebracht, die belangrijk zijn voor de ruimtelijke dynamiek van de Zuidvleugel van de Randstad. De besluiten waarvoor decentrale overheden en marktpartijen verantwoordelijk zijn – en waarvoor er geen rijksbesluit aan de orde is – zijn niet opgenomen.

In deze brief is niet alleen een aantal nieuwe rijksbesluiten opgenomen, maar is ook een aantal relevante rijksbesluiten aangegeven waarover kort geleden besluitvorming plaats vond. Met de besluiten in deze brief laat het kabinet zien bij te dragen aan de ontwikkeling van de Zuidvleugel van de Randstad. In de komende maanden (en jaren) zal voor een aantal thema’s en projecten aanvullende besluiten worden genomen.

De Zuidvleugel is in zekere zin niet hard begrensd. In feite maakt Holland-Rijnland en wellicht ook een deel van de Haarlemmermeer, deel uit van zowel de Noord- als de Zuidvleugel van de Randstad. De ontwikkeling van het Groene Hart is relevant voor zowel Noordvleugel, Zuidvleugel als Utrechtse regio. De rijksbesluiten over de Haarlemmermeer en de Bollenstreek zijn opgenomen in het

4 9 projecten: Stedenbaan Zuidvleugel, Den Haag internationale stad van recht en bestuur, Stadshavens Rotterdam, Zuidplaspolder, Greenports Zuidvleugel, As Leiden-Katwijk, Spoorzone Drechtsteden, Kustontwikkeling Zuidvleugel en Project Mainportcorridor Zuid. 5 Met name: Nota Mobiliteit, Pieken in de Delta, Agenda Vitaal Platteland en Actieprogramma Ruimte en Cultuur. Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 5 Noordvleugelprogramma. Besluiten over de ontwikkeling van de Ouderijnzone, de RijnGouweLijn- Oost en de greenport Boskoop zijn onderdeel van het Programma Groene Hart. In dit document zijn die besluiten niet herhaald.

1.3 Vervolgtraject Dit najaar zal de netwerkanalyse Zuidvleugel (voor verkeer en vervoer) worden vastgesteld en worden bezien of het MIT6 moet worden aangepast. Daarnaast is investeren in mensen en kennis (‘human capital’) en ruimtelijke kwaliteit zeker zo belangrijk als in ‘harde’ infrastructuur en verstedelijking. De diversiteit en kracht van het aanwezige potentieel aan bewoners en ondernemers (groot-, midden- en kleinbedrijf) moet immers worden benut en ‘verzilverd’ om het gebied meer positieve kracht en uitstraling te geven, de diversiteit te vergroten en bestaande achterstanden weg te werken. Ook de woningbouwproductie is van grote betekenis. Deze moet zowel kwantitatief als kwalitatief bijdragen aan een goed woon- en leefklimaat. Voldoende woningen van een goed niveau vergroten, evenals aansprekende groenvoorzieningen, de aantrekkelijkheid en kracht van het gebied.

Het is belangrijk dat in de komende maanden ook de decentrale overheden duidelijk maken hoe zij hun middelen inzetten en financiële prioriteiten stellen. Wanneer de financiële inzet van provincie en gemeenten helder is, zal die met deze Zuidvleugelbrief de basis vormen voor een meerjarig uitvoeringsplan van de meest betrokken overheden in de Zuidvleugel van de Randstad. Afspraken over een dergelijk plan waaraan rijk en regio elkaar kunnen houden, kunnen dan aansluitend in een bestuursovereenkomst worden vastgelegd en via bijvoorbeeld een symposium publiek worden gemaakt. Ook private partijen kunnen daarmee worden aangesproken en gestimuleerd om bij te dragen aan de ontwikkeling van de Zuidvleugel tot een vitaal, attractief en samenhangend deel van het nationaal stedelijk netwerk Randstad Holland.

Kort gezegd gaat het erom dat rijk en regio in de komende periode samenwerken om de visie verder uit te werken en te concretiseren. Hiervoor zullen de volgende concrete stappen worden gezet. Deze brief, met de eerder genoemde visie en de structuurbeelden, vormt stap 1 om te komen tot een meerjarig integraal uitvoeringsplan in de Zuidvleugel van de Randstad. Stap 2 wordt dit najaar gezet. Aan rijkszijde gaat het met name om vaststelling van de netwerkanalyse, integratie met de wateropgave, helderheid over een mogelijk aanvullende impuls in stedelijke vernieuwing en groen en de rijksbesluiten in een tweede Zuidvleugelbrief. Het kabinet gaat er vanuit dat er dan ook helderheid bestaat over de inzet van de andere overheden. Daarna kan gezamenlijk stap 3 worden gezet: het concretiseren van de uitvoeringsafspraken en het bestuurlijk vastleggen van die afspraken.

1.4 Leeswijzer Paragraaf 2 van deze brief schetst de ruimtelijke context van de Randstad als geheel (waarvan de Zuidvleugel deel uitmaakt). Naast deze positionering bevat deze brief een weergave van de structuur van de Zuidvleugel en een aantal voor het gebied geldende opgaven.

In paragraaf 3 zijn de eigenlijke rijksbesluiten opgenomen. Een aantal daarvan (in paragraaf 3.1) is reeds eerder genomen. De uitvoering is echter nog niet afgerond. Ze zijn in deze brief opgenomen omdat ze te beschouwen zijn als voorinvesteringen of als besluiten waarop moet worden voortgebouwd. Paragraaf 3.2 bevat de voorgenomen rijksbesluiten. De besluiten zijn gebiedsgewijs gepresenteerd.

6 Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 6

2. Context en ruimtelijke visie

2.1 Nationaal stedelijk netwerk Randstad Holland De Randstad is het grootste nationaal stedelijk netwerk dat in de Nota Ruimte is opgenomen. Het is de economische motor van Nederland en tevens het sociale, culturele en politieke hart. Het functioneren van de Randstad als geheel is dan ook van grote betekenis voor Nederland als geheel. Het rijk richt zijn aandacht in belangrijke mate op dit gebied in zowel beleidsmatige als financiële zin. Het kabinet heeft zich in de Nota Ruimte onder andere ten doel gesteld de concurrentiepositie van de Randstad te verbeteren. De Zuidvleugel speelt daarin een belangrijke rol in.

In het algemeen komt het grootste deel van de ruimtelijke rijksinvesteringen in de Randstad terecht: onder meer in de vier grote steden, de beide mainports en in de hoofdverbindingsassen van spoor, weg en water. In de Nota Ruimte is de Randstad uiteengelegd in vier deelgebieden: de Noordvleugel, de Zuidvleugel, de Utrechtse regio en het Groene Hart7. De omvang van zowel deze gebieden als van de grootste steden op zichzelf, is internationaal gezien relatief beperkt. Dat geldt in veel opzichten ook voor de kracht en internationale uitstraling. Gezien de grote internationale concurrentie tussen grootstedelijke gebieden, is het van groot belang dat het rijk bijdraagt aan de dynamiek en kwaliteit van zowel de Randstad als geheel als van de deelgebieden. Het gaat er om de potenties te benutten en uit te gaan van de sterktes van het gebied en gelijktijdig de problemen aan te pakken. Nederland moet er hard aan werken om ervoor te zorgen dat de Randstad een internationaal concurrerende regio is van wereldformaat. Daarvoor is het nodig dat de Zuid- en Noordvleugel (inclusief Utrechtse regio) beide hun zaken op orde hebben. Versterking van de clusters waarin de Randstad een sterke positie heeft, is hierin van grote betekenis. Dit zijn: logistieke dienstverlening, tuinbouwclusters, lifesciences, (petro)chemische industrie, zakelijke en financiële dienstverlening, creatieve sector, toerisme en non-profit instellingen (m.n. internationale instellingen)8.

De tekorten op de woningmarkt maken ruimte voor woningbouw en woningbouwproductie tot een belangrijk onderwerp voor de dynamiek van de Randstad. Voor de Noordvleugel, Zuidvleugel en Utrechtse regio wordt door rijk en regio uitgegaan van een ruimtebehoefte voor in totaal 384 duizend woningen in de periode 2010-20309. Investeringen in het leefmilieu zijn ook hard nodig. Water, natuur en landschap bieden niet alleen mogelijkheden voor onder meer recreatie, maar ze vertegenwoordigen ook een belangrijke ruimtelijke kwaliteit die bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de Randstad. Daarnaast worstelt de Zuidvleugel, zoals ook blijkt uit de onlangs door het Centraal Planbureau gepubliceerde studie, met een gebrek aan ruimte voor bedrijvigheid. De realisatie van de Tweede Maasvlakte en een bovenregionaal bedrijventerrein in de Hoekse Waard zijn cruciale ontwikkelingslocaties om aan de behoefte hieraan tegemoet te komen en de belangrijke rol die de Zuidvleugel van de Randstad vervult voor de internationale concurrentiepositie van Nederland in de toekomst vast te houden.

De meeste ruimtelijke opgaven hebben echter geen betrekking op de schaal van de Randstad als geheel, maar op dat van de deelgebieden (zoals de Zuidvleugel). De integrale opgaven van de Randstad als geheel voor de lange termijn worden ook door het kabinet opgepakt. Daarbij moet onder meer gedacht worden aan de ruimtelijke consequenties van klimaatverandering, de bevolkingsontwikkeling, macro-economische ontwikkelingen en verkeer en vervoer. Onder regie van de minister van VROM wordt gewerkt aan een strategische langetermijnagenda. Resultaten hiervan kunnen naar verwachting eind 2006 aan het parlement worden aangeboden. Daarmee wordt gelijktijdig invulling gegeven aan de beide moties Lemstra die in het kader van de behandeling van de Nota Ruimte in de Eerste Kamer werden aangenomen10. Onder leiding van de ministers van VROM en BZK wordt nader invulling gegeven aan verschillende scenario’s voor de inrichting van het

7 In de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur van de Nota Ruimte is het Groene Hart opgenomen als nationaal landschap en zijn de andere drie deelgebieden aangemerkt als economisch kerngebied. 8 Op basis van het in opdracht van VROM en EZ uitgevoerde onderzoek door Buck Consultants International (Referentiekader Randstad Holland, Nijmegen, 2005) 9 Op basis van een verwachte behoefte van respectievelijk 150.000, 165.000 en 69.000 woningen. 10 Eerste Kamerstukken 2004-2005, 00XXI, nr. C en 2005-2006, 29435, nr. D Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 7 middenbestuur van de Randstad. Daarmee wordt invulling gegeven aan de politiek-bestuurlijke aspecten die in de Randstad spelen in relatie tot de inhoudelijke, ruimtelijke opgaven.

Kaart 111: nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur Zuidvleugel als deel van het nationaal stedelijk netwerk Randstad Holland

2.2 Ruimtelijk beeld Zuidvleugel In de Nota Ruimte is de Zuidvleugel van de Randstad op de kaart gezet. In de structuurbeelden die als bijlage bij deze brief zijn gevoegd geven kaartbeelden inzicht in de structuur van het gebied.

De Zuidvleugel van de Randstad beslaat globaal het gebied van Leiden tot . Het bevat de grootste haven van Europa, twee van de vier grote Nederlandse steden, Rotterdam en Den Haag12, en een aantal andere steden, zoals Leiden, Zoetermeer, Delft en Dordrecht. Ook Gouda dat in het Groene Hart van de Randstad ligt, is van betekenis voor de Zuidvleugel.

De Zuidvleugel is ontstaan aan de monding van de Maas en Rijn. Aan de westkant bevindt zich de zandige kuststrook. Verder ligt het gebied voor een groot deel onder de zeespiegel. In het oosten van het gebied bevinden zich enkele diepgelegen droogmakerijen, waar de veenbodem in het verleden is verwijderd: de Zoetermeerse Meerpolder, de Prins Alexanderpolder en de Zuidplaspolder. Centraal in het gebied liggen veengebieden, die inmiddels enkele meters onder NAP liggen als gevolg van de doorgaande ontwatering sinds de Middeleeuwen. Het landschap in de Zuidvleugel is in sterke mate bepaald door de mens in zijn strijd tegen het water. De bebouwing is in eerste instantie ontstaan op hoger gelegen delen zoals oeverwallen, maar later uitgebouwd in de polders.

Het gebied is, net als de gehele Randstad, meerkernig van karakter, maar de onderlinge relaties zijn, ten opzichte van bijvoorbeeld de Noordvleugel van de Randstad, nog betrekkelijk zwak verweven. Het

11 Bron: Nota Ruimte 12 Tevens de vierde VN-stad in de wereld Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 8 is dan ook in het belang van de Zuidvleugel en de Randstad als geheel om de samenhang en interactie tussen de verschillende kernen van de Zuidvleugel te vergroten. Daarmee ontstaat een meer robuust netwerk van steden waar bewoners en ondernemers nog beter kunnen profiteren van de kracht van de afzonderlijke steden. Zo ontwikkelt zich een krachtig en samenhangend netwerk van steden met veel economische en functionele relaties tussen de steden en met fijnmazige verbindingen voor goederen en personen (individueel en openbaar vervoer). De economische en wetenschappelijke centra worden zo aaneengesmeed tot een krachtig geheel dat, samen met de Noordvleugel, de grootste economische motor van Nederland is. Een goede bereikbaarheid is hiervoor een essentiële voorwaarde.

De steden van de Zuidvleugel hebben in hoge mate een eigen signatuur en karakter. Dat is zowel een kracht als een mogelijke zwakte. Ontwikkelingen die vooral gerelateerd zijn aan en gebaseerd zijn op één functie, worden verzwakt wanneer die ene functie een minder krachtige ontwikkeling doormaakt. Daarom is het goed de bestaande kracht te benutten en uit te bouwen, maar gelijktijdig de economische diversiteit te vergroten. Verdere verbreding van het woningaanbod, de versterking van het culturele klimaat en van de zakelijke dienstverlening, kan bijvoorbeeld de relatief eenzijdige economische structuur van Rotterdam en omgeving verbreden en het imago van de stad verbeteren.Versterking van de diversiteit en ondersteuning van een meerzijdige ontwikkeling van de steden maakt ze krachtiger en minder kwetsbaar. Datzelfde geldt voor de Zuidvleugel als geheel.

In de Zuidvleugel van de Randstad neemt de Rotterdamse haven13 een belangrijke plaats in (als haven- en industriecomplex). Deze mainport is zowel een draaischijf van enorme internationale goederenstromen als een concentratie van (petro)chemische industrie en tal van andere bedrijven. Ook in de wijdere omgeving van Rotterdam (zoals in de Drechtsteden) en langs de hoofdverbindingsassen zijn verschillende belangrijke havengerelateerde bedrijven en voorzieningen te vinden die zich bijvoorbeeld bezig houden met transport en logistiek. De haven van Rotterdam is als mainport een belangrijk icoon voor de Zuidvleugel. De haven onderstreept de logistieke functie van het gebied en de betekenis als internationale toegangspoort voor met name goederen. Samen met de vooraanstaande positie van de luchthaven Schiphol als mainport in de Noordvleugel, kan de Randstad zich zelfs profileren als de ‘gateway to Europe’ voor personen en goederen. Een aantal logistieke functies buiten de beide mainports 14 versterkt dit beeld nog meer.

De Zuidvleugel is een belangrijke schakel tussen Amsterdam en Schiphol enerzijds en Antwerpen, Brussel en Parijs anderzijds. Het is ook een schakel tussen internationale goederenstromen over zee en de Europese afnemers in Duitsland en Midden-Europa. Goede noord-zuid en oost-west verbindingen voor personen en goederen zijn voor deze functie van grote strategische betekenis. Verbetering van de doorstroming op de hoofdverbindingsassen past hierbij. De wegverbinding tussen Amsterdam/Schiphol, Den Haag/Rotterdam en Antwerpen/Brussel is, net als de HSL-Zuid, van grote (strategische) betekenis voor het functioneren van Nederland. Dat geldt ook voor de verbinding van de Rotterdamse haven met het Duitse en Midden-Europese achterland via de A15 Maasvlakte- Vaanplein en de aanleg van de Betuweroute.

De Zuidvleugel draagt bij aan de kracht van de Randstad. Het is één van de grote economische motoren van de Randstad en Nederland. Een aantal economische clusters waar de Randstad bovengemiddeld op scoort is in de Zuidvleugel te vinden. Daarin is door marktpartijen en overheden ook al veel geïnvesteerd in de afgelopen jaren. Die voorinvesteringen moeten niet alleen worden afgemaakt, maar de geschapen potenties moeten ook optimaal worden benut. Naast de relaties met de Noordvleugel en Utrechtse regio, bestaan er ook belangrijke functionele relaties tussen de Zuidvleugel van de Randstad en West-Brabant.

Den Haag is het politiek-bestuurlijke centrum van Nederland. In de stad zijn tal van overheidsinstanties, maatschappelijke organisaties, adviesorganen, ambassades en andere internationale vertegenwoordigingen te vinden, evenals verschillende internationale organisaties op

13 Gesitueerd in Rijnmond en Drechtsteden 14 Zoals bijvoorbeeld de logistiek in Utrechtse regio, bij de greenports en in de Amsterdamse haven. Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 9 het gebied van vrede en recht die de stad karakter geven als ‘legal capital of the world’. Met name in de internationale zone van Den Haag is deze functie van de stad zichtbaar. Daarnaast zijn Den Haag en omgeving en Rotterdam belangrijke centra op het gebied van de zakelijke dienstverlening en het congreswezen. Bij Den Haag als internationale stad hoort onder meer een goed functionerend stedelijk en regionaal openbaar vervoer met goede aansluitingen op het nationale en internationale net, versterking van de hotel- en congresfaciliteiten, hoogwaardige woonmilieus voor (buitenlands) personeel en een aantrekkelijke en veilige kust. In samenhang hiermee geldt voor het Westland een integrale opgave die mogelijkheden biedt voor zowel hoogwaardige woonmilieus als voor herstructurering en revitalisering van de glastuinbouw en het functioneren van de greenport als belangrijke economische drager van de Zuidvleugel.

De woningbouwmogelijkheden op het (voormalige) vliegkamp Valkenburg kunnen ook bijdragen aan de ontwikkeling van Den Haag als internationale stad. In relatie tot onder meer versterking van de internationale concurrentiepositie is er immers grote behoefte aan (internationale) topwoonmilieus in de Randstad.

De drie universiteiten en de vele daaraan verbonden activiteiten geven de Zuidvleugel ook betekenis als kenniscentrum. Dat geldt ook voor de (bio)life sciences als opkomend cluster. Leiden heeft op dit vlak grote potenties die kunnen bijdragen aan de kracht en uitstraling van de (Zuidvleugel van de) Randstad. Tenslotte is het Zuid-Hollands glasdistrict (Westland en Oostland) het belangrijkste centrum voor logistiek en kennis op het gebied van de glastuinbouw, niet alleen binnen Nederland maar ook wereldwijd.

De randen van de Zuidvleugel worden gevormd door waardevolle landschappen: Groene Hart, Hoekse Waard en de kust. Daarbij is met name de kust van betekenis voor recreatie en toerisme. Midden in de Zuidvleugel ligt Midden-Delfland, een agrarisch gebied (en rijksbufferzone) met recreatieve betekenis in de nabijheid van de steden Den Haag, Delft en Rotterdam.

Aan de randen van de Zuidvleugel en net daarbuiten is nog een aantal functies te vinden dat bijdraagt aan de economische kracht van de Zuidvleugel. Het gaat dan bijvoorbeeld om twee greenports in Zuid-Holland (Bollenstreek en Boskoop) en één in Noord-Holland (Aalsmeer e.o.) en om de mainport Schiphol.

Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 10

Kaart 215: Ruimtelijk rijksbeleid in de Zuidvleugel

2.3 Doelstelling In de inleiding van deze brief is al aangegeven wat het kabinet ziet als centrale opgaven en doel voor de Zuidvleugel van de Randstad: Investeren in mensen, kennis en infrastructuur van de Zuidvleugel draagt bij aan het benodigde nieuwe élan. Daar focust het kabinet op, als onderdeel van de inzet op versterking van de concurrentiepositie van de Randstad als geheel.

Nieuw élan is nodig voor de Zuidvleugel van de Randstad. Voorop staat dat de Zuidvleugel nieuw economisch elan nodig heeft, maar ook een goede bereikbaarheid en een verbetering van leefmilieu, sociale samenhang, groen en ruimtelijke kwaliteit (in brede zin) zijn hard nodig. Het gaat dan ook om meer dan alleen nieuw élan op economisch vlak. Er wordt dus ingezet op: · versterking van economie, · verbetering van de bereikbaarheid (zowel binnen de Zuidvleugel als op internationale noord- zuid en oost-west verbindingen vanuit de Randstad) en · versterking van de algehele leefkwaliteit, het leefmilieu en de ruimtelijke kwaliteit. Een optimale balans tussen deze drie thema’s en een integrale, ruimtelijke uitwerking ervan is van cruciale betekenis voor de Zuidvleugel. Een dergelijke balans biedt perspectief en nieuw elan aan dit deel van de Randstad. Daarvoor is het de hoogste tijd.

Betrokkenheid van marktpartijen (bijvoorbeeld in PPS-constructies), maatschappelijke organisaties en burgers is cruciaal om de opgaven waarvoor de Zuidvleugel staat, succesvol op te kunnen pakken en uit te voeren. De werkwijze van alle betrokken overheden moet er dan ook op gericht zijn deze partijen al in een vroeg stadium bij de gebiedsontwikkeling en uitvoering van projecten te betrekken.

Het kabinet realiseert zich dat de regio haar doelen en opgaven met de ruimtelijke visie in beeld heeft gebracht. Deze visie bevat verschillende onderdelen die, zoals uit deze brief blijkt, ook op de agenda van het rijk staan en een aantal dat daar op termijn op terecht kan komen. Het kabinet gaat ervan uit

15 Kaart zoals opgenomen in een bijlage bij deze brief: structuurbeelden Zuidvleugel Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 11 dat deze regionale visie geen vooropgezette ruimtelijke blauwdruk is voor de Zuidvleugel, maar een dynamische en flexibele basis is voor overleg en afstemming.

2.4 Hoofdopgaven Voor het rijk is het vooral van belang, met het oog op versnelling van de uitvoering en het geven van een gerichte impuls aan de Zuidvleugel, focus en prioritering aan te brengen in de diverse activiteiten. Op grond van geografische analyse en de ruimtelijke visie van rijk en regio kunnen zes prioritaire thema’s c.q. hoofdopgaven voor de Zuidvleugel worden benoemd. Door vanuit deze zes hoofdopgaven aan dit deel van de Randstad te werken, wordt de gewenste dynamiek in samenhang gestimuleerd. De inspanningen moeten erop gericht zijn ‘sterk te houden wat sterk is’ en - wat betreft de ruimtelijke kwaliteit en het leefmilieu - ‘sterk te maken wat zwak is’. Het is met andere woorden van belang de in het gebied aanwezige economische clusters met internationale uitstraling te ondersteunen en zwakke plekken in de stad en daarbuiten aan te pakken en te ontwikkelen. Dat geldt ook voor groen en blauw.

De vier voornaamste sterktes van het gebied zijn: · de haven van Rotterdam als mainport, · de positie van Den Haag als internationale stad van recht, vrede en bestuur, · de greenports (en dan met name de glastuinbouw in het Westland) en · de grote concentratie van gerenommeerde kennisinstellingen (in onder meer Leiden, Delft en Rotterdam) en R&D. Deze vier geven het gebied ook internationaal een gezicht. Ze vormen in feite bij elkaar het voornaamste beeldmerk van de Zuidvleugel van de Randstad en maken de Zuidvleugel tot één van de motoren van de Delta.

De twee grootste zwaktes hebben te maken met de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidvleugel. Het gaat om: · Een tekort aan groene en blauwe kwaliteiten in de nabijheid van de steden, · Leefkwaliteit en aantrekkelijkheid in stedelijk gebied.

De eerste zwakte heeft te maken met de groene en blauwe kwaliteiten, om groene recreatiemogelijkheden en om de toegankelijkheid en bereikbaarheid van deze voorzieningen. Het gaat ook om het algehele ruimtelijke beeld van de Zuidvleugel dat maar beperkt groen en blauw van karakter is. In de Nota Ruimte signaleerde het kabinet deze zwakte al. De voorlopige resultaten van het onderzoek van de Stichting Recreatie naar recreatieve en toeristische tekorten in de Zuidvleugel, bevestigen dit beeld.

De andere zwakte van de Zuidvleugel wordt gevormd door de diverse verouderde, verrommelde en soms zelfs in onbruik geraakte en verwaarloosde gebieden. De Nota Ruimte bevat veel aandacht voor herstructurering, revitalisering en transformatie van dit soort gebieden. Ze zijn op verschillende plekken te vinden in de Zuidvleugel, onder meer in de Rotterdamse haven en in het gebied ten zuidoosten van Rotterdam (tussen Rotterdam en Zwijndrecht-Dordrecht). Dit soort gebieden draagt niet bij aan een positief imago voor de Zuidvleugel en hebben mogelijk zelfs een remmende werking op de aantrekkingskracht van dit deel van de Randstad. Het Rijk heeft met de regiobestuurders in het kader van het Actieplan Bedrijventerreinen een convenant afgesloten, om de krachten te bundelen bij de aanpak van de, in dit Actieplan genoemde, herstructureringslocaties in de Zuidvleugel. Ook in het kader van PMR is al veel in gang gezet om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Ten zuidoosten van Rotterdam lijkt dit nog niet het geval en is een nieuwe impuls nodig.

Veel inspanningen worden er gedaan om de verschillende aandachtswijken in de steden te herstructureren. Deze kwaliteitsimpuls is nodig voor goede sociale, economische en ruimtelijke condities en het verkleinen van de ruimtelijke tegenstellingen tussen verschillende stadsdelen en tussen stad en randgemeenten. Meer diversiteit en keuzemogelijkheid zijn nodig om tegemoet te

Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 12 komen aan de wensen van de burgers wat betreft woonmilieus. In dit verband zijn door het rijk ook afspraken gemaakt voor een financiële impuls (van 24 miljoen euro) in de Rotterdamse kansenzones.

De Zuidvleugel heeft met 165.000 woningen een grote kwantitatieve verstedelijkingsopgave voor de periode 2010-2030. Daarover hebben rijk en regio overeenstemming bereikt. Deze opgave, die past bij het in de Nota Ruimte daarvoor aangegeven scenario van hoge ruimtebehoefte, geeft aan welke hoeveelheid ruimte gereserveerd moet worden voor verstedelijking binnen en buiten het bestaande bebouwde gebied om niet voor verrassingen gesteld te worden. Voor de ruimtelijke reserveringen houden rijk en regio vast aan het Hoge Ruimtedruk-scenario, maar voor investeringsbeslissingen voor de periode tot 2020 gaat het kabinet, conform de Nota Ruimte, uit van cijfers die zijn ontleend aan ‘Primos midden’. Dit komt overeen met de inzet van het kabinet met betrekking tot Almere, zoals in de Nota Ruimte opgenomen16. Vanzelfsprekend zal voor de benodigde investeringen nauwgezet moeten worden gemonitord (en geëvalueerd), zodat de financiële inzet past bij de daadwerkelijke ruimtelijke ontwikkelingen.

Maar het gaat niet alleen om de beschikbaarheid van ruimte en de realisatie van woningbouwproductie in kwantitatieve zin, maar zeker ook om kwaliteit die beter aansluit bij de woningbehoeften en versterking van de ruimtelijke kwaliteit in de gehele Zuidvleugel. De inspanningen en investeringen zullen daar in hoge mate op moeten worden gericht. Herstructurering en verstedelijking maken onderdeel uit van de opgave de leefkwaliteit en aantrekkelijkheid in het stedelijk gebied te vergroten en ruimtelijke (en sociale) tegenstellingen te verkleinen. De vier sterktes en twee zwaktes uit deze paragraaf vormen samen de zes hoofdopgaven voor de Zuidvleugel, zoals ze ook in de ruimtelijke visie nader is verwoord en onderbouwd.

2.5 Uitvoeringsstrategie rijk en regio Aan de hoofdopgaven wordt in uitvoerende zin vorm gegeven door te werken met zes pakketten. Drie daarvan zijn in feite gebiedsgerichte programma’s voor: · Rotterdam: ruimte voor de mainport (en de stad), · Den Haag en Kust (internationale stad aan zee) en · Deltapoort: het gebied Rotterdam-Zwijndrecht-Dordrecht (herstructurering). Drie andere programma’s haken direct aan op de doelen en hoofdopgaven voor de Zuidvleugel en hebben ruimtelijk betrekking op in feite de Zuidvleugel als geheel of zelfs de Zuidvleugel en aangrenzende gebieden. Het gaat om: · De groen/blauwopgave. Deze is zowel in de stadsranden te vinden als in de nationale landschappen die aan de Zuidvleugel grenzen (Hoeksche Waard en Groene Hart). · Kenniscampus Delft/Rotterdam en Leiden · Versterking van de greenports (productieruimte en logistiek voor de greenports) Een opgave die te maken heeft met de verkeers- en vervoersinfrastructuur op een hogere schaal dan de Zuidvleugel (bijvoorbeeld de eerder genoemde strategische noord-zuid en oost-west verbindingen) kan het beste daar worden ondergebracht waar concrete inrichtingsopgaven spelen (nu of in de toekomst). De A4-Delft-Schiedam is om die reden onderdeel van het cluster Delft/Rotterdam en Leiden.

Door te werken met zes pakketten kan door rijk en regio gericht aan gebiedsontwikkeling worden gewerkt en invulling worden gegeven aan de ontwikkelingsgerichte benadering die het kabinet in de Nota Ruimte heeft opgenomen. De zes pakketten moeten dan ook in hoge mate integraal van karakter worden. Decentrale overheden, maar ook marktpartijen, maatschappelijke organisaties en burgers moeten alle een op hen toegesneden rol krijgen om invulling te kunnen geven aan deze opgaven. Nieuwe vormen van publiek-private samenwerking kunnen helpen om de gewenste resultaten te bereiken. Een aanpak zoals bij de ontwikkeling van de Amsterdamse Zuidas spreekt aan. Deze aanpak verdient navolging bij de realisatie van ruimtelijke projecten in de Zuidvleugel.

16 Zoals aangegeven bij: ‘overwegingen bij de keuze voor de groei van Almere’ in paragraaf 4.2.5.2 van de Nota Ruimte. Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 13 Ook de recent gemaakte afspraken over de exploitatie van de Betuweroute door drie betrokken partijen17 is nieuw en biedt mogelijk aanknopingspunten voor andere projecten om met vereende kracht tot resultaat te komen.

Kaart 3: Rijksbesluiten Zuidvleugel geclusterd: Rotterdam, Den Haag en A4-zone

In het algemeen is de rijksrol faciliterend. De rijksbemoeienis moet te herleiden zijn tot een helder nationaal belang. Decentraal wat kan en centraal wat moet, betekent dat de rijksinzet selectief en gericht is. Op dit moment betekent dit dat er niet in alle zes pakketten sprake is van rijksbesluiten. Om die reden is de clustering van de rijksbesluiten in paragraaf 3 anders dan de zes pakketten. Het eerste cluster (A) heeft primair te maken met Rotterdam (stad en haven) en de zone Rotterdam- Dordrecht (‘Deltapoort’). Het tweede cluster (B) met Den Haag, Westland en de Kustzone. Het derde cluster (C) bevat de besluiten die niet bij de eerste twee clusters passen, of deze overstijgen. Het gaat dan met name om ontwikkelingen in de A4- (en A13-A16-) zone. Daarbij betreft het bijvoorbeeld ruimtelijke kwaliteit, leefmilieu, kennis, groen-blauw en de bereikbaarheid tussen de verschillende steden van de Zuidvleugel van de Randstad en met de Noordvleugel.

17 Prorail en de twee havenbedrijven van Rotterdam en Amsterdam. Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 14

3. Rijksbesluiten Bij de eerder genoemde ruimtelijke opgaven en doelen (paragraaf 2) is er een taak voor rijk, decentrale overheden, maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Met de rijksbesluiten in het kader van Zuidvleugelprogramma neemt het kabinet zijn verantwoordelijkheid voor de hierboven genoemde opgaven. Vanzelfsprekend hebben de betrokken decentrale overheden ook hun eigen verantwoordelijkheid om de opgaven in te vullen en vorm te geven. In dit document zijn de rijksbesluiten verwoord. Er zijn nog diverse andere besluiten te nemen door andere partijen en door het rijk. Alle betrokken partijen moeten hun verantwoordelijkheid nemen om de Zuidvleugel van de Randstad een goed perspectief te bieden en de ruimtelijk-economische ontwikkeling te stimuleren. Zoals aangegeven zal het kabinet voor het einde van 2006 in een Tweede Zuidvleugelbrief een aantal aanvullende besluiten nemen die niet alleen bijdragen aan de ruimtelijk-economische vitaliteit van het gebied, maar daaraan ook in sociaal-economisch een impuls geven.

Zoals aan het einde van paragraaf 2.5 aangegeven, worden de rijksbesluiten (in paragraaf 3.2) gepresenteerd in één van de drie (geografische) clusters. Eerst wordt in paragraaf 3.1 echter een beeld gegeven van relevante besluiten die de afgelopen maanden en jaren door het rijk al werden genomen.

3.1 Reeds genomen besluiten Het rijk is betrokken bij de ontwikkeling van de Zuidvleugel en investeert grote bedragen in het gebied. Voor verschillende doelen heeft het rijk de afgelopen maanden en jaren beleid vastgesteld, gelden ter beschikking gesteld en overeenkomsten gesloten. Het gaat om uiteenlopende zaken op het gebied van verstedelijking, infrastructuur, economie, groen en de kustverdediging van de Zuidvleugel. Voor alle rijksbesluiten geldt dat voldaan moet worden aan de vigerende wet- en regelgeving waaronder luchtkwaliteit. In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zullen generieke en locatiespecifieke maatregelen opgenomen worden die nodig zijn ter compensatie van de effecten van de ontwikkelingen op de luchtkwaliteit. Het rijk stelt vanuit het FES landelijk 100 miljoen euro beschikbaar voor lokale maatregelen.

Verstedelijking Het rijk heeft zich de afgelopen jaren bijvoorbeeld ingezet voor de nieuwe sleutelprojecten (NSP). Twee daarvan zijn te vinden in de Zuidvleugel van de Randstad: Rotterdam Centraal en Den Haag Nieuw Centraal. Met beide gemeenten zijn uitvoeringsovereenkomsten gesloten. De rijksbijdrage voor het NSP-project in Rotterdam is vastgesteld op 215 miljoen euro. Voor het NSP-project Den Haag Nieuw Centraal stelt het rijk 131 miljoen euro18 beschikbaar. Ook voor de ontwikkeling van de Spoorzone Delft is een uitvoeringsovereenkomst gesloten. Het rijk stelt hier een bedrag van 345 miljoen euro beschikbaar.

Het rijk heeft begin dit jaar besloten tot een impulsbudget van 100 miljoen euro voor stedelijke vernieuwing voor de jaren 2006-2009 ter bevordering van het opheffen van knelpunten in de voortgang van het proces van stedelijke vernieuwing in de 56 aandachtswijken. Ook dat is van belang voor de stedelijke ontwikkeling van de Zuidvleugel: 14 van deze wijken liggen immers in dit deel van de Randstad.

Verkeers- en vervoersinfrastructuur Het rijk heeft ook fors geïnvesteerd in de spoorweginfrastructuur voor personen en goederen. Zo is met het besluit over de HSL-Zuid eerder besloten tot de aanleg van een milieuvriendelijke, snelle verbinding als belangrijke schakel in het internationale en nationale langeafstandsverkeer voor personen. Het project wordt momenteel uitgevoerd. Het rijksbudget voor de HSL-Zuid bedraagt in totaal maar liefst 5.687 miljoen euro. Op regionale schaal is het project Randstadrail van belang. Voor de realisering van dit project (hoogwaardige lightrail-ov-verbinding tussen Rotterdam, Den Haag en

18 Genoemde bedragen in deze brief zijn op basis van het prijspeil van 2005, tenzij anders vermeld. Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 15 Zoetermeer met een fysieke koppeling aan de bestaande stedelijke railnetten) bedraagt de rijksbijdrage 846 miljoen euro.

De aanleg van de Betuweroute is een andere majeure investering die de positie van de Zuidvleugel van de Randstad versterkt. Deze exclusief voor het goederenvervoer bestemde tweesporige, geëlektrificeerde spoorlijn van de Rotterdamse haven naar de grens met Duitsland wordt momenteel aangelegd. Voor de realisering van de Betuweroute hanteert het rijk een taakstellend budget van 4.636 miljoen euro. Besloten is dat voor een periode van maximaal vijf jaar (vanaf 1 januari 2007), de Exploitatiemaatschappij Betuweroute (BREM) de Betuweroute op commerciële wijze zal gaan exploiteren. Ook met de realisering van het Project Mainport Rotterdam draagt het kabinet bij aan de verdere ontwikkeling en versterking van de Rotterdamse haven. Dit project bestaat uit de aanleg van de Tweede Maasvlakte, landaanwinning ten behoeve van de mainport, 750 hectare natuur- en recreatieterrein op Midden-IJsselmonde en in de noordrand van Rotterdam, Bestaand Rotterdams Gebied en natuurcompensatie. Voor dit project is een rijksbijdrage beschikbaar van 1.010 miljoen euro.

Als uitwerking van de Nota Mobiliteit heeft het rijk met de samenwerkende overheden in de Zuidvleugel van de Randstad een netwerkanalyse opgesteld voor de Zuidvleugel. Het doel is te komen tot een gedragen maatregelenpakket en het maken van programma-afspraken over maatregelen met effecten op Zuidvleugelniveau. Basis hiervoor is een gedeelde visie op de ruimtelijk- economische ontwikkeling van de Zuidvleugel.

Economie Bovenstaande investeringen in verstedelijking en infrastructuur zijn gelijktijdig van betekenis voor de economie van de Zuidvleugel van de Randstad. Dat geldt ook voor het meerjarenprogramma dat in het kader van de nota Pieken in de Delta samen met partners in de regio wordt uitgewerkt ter versterking van de nationaal belangrijkste economische clusters. Voor de Zuidvleugel bedraagt de rijksbijdrage ten minste 30 miljoen euro. Ook de rijksinzet voor de greenports is in dit verband van belang. Het rijk wil de ruimtelijke ontwikkeling van de greenports in Nederland zodanig sturen dat hun functie als greenport ook op langere termijn blijft behouden c.q. wordt versterkt. Hoewel vooral een taak voor provincies, heeft het rijk een stimulerende rol bij de nodig geachte herstructurering. Naar verwachting speelt dit in het Westland en eventueel in de Bollenstreek.

Groen Naast de bovenstaande investeringen, is ook een aantal groenafspraken van betekenis voor de ontwikkeling van een aantrekkelijke Zuidvleugel als onderdeel van een krachtige Randstad. Ook op dat terrein levert het rijk een belangrijke bijdrage. Zo zijn afspraken gemaakt met de Zuidvleugel- steden die betrokken zijn bij het grotestedenbeleid: Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Leiden en Schiedam). Deze afspraken zijn vastgelegd in Meerjarenontwikkelingsprogramma's voor de periode 2005-2009. De programma's voor recreatief groen om de stad (RodS) lopen al geruime tijd. Rijk en regio hebben de afspraken over de realisering herbevestigd en geactualiseerd in het akkoord Zuidvleugel Zichtbaar Groener (2005). In 2006 zal in het ILG-uitvoeringscontract met de provincie worden vastgesteld welke prestatieafspraken zij in de contractperiode 2007-2013 gaat uitvoeren. De opgave die in deze rijksbufferzones resteert tot 2014 is in totaal bijna 800 hectare aan te verwerven gronden voor recreatie en EHS-doelen. Hiervoor zijn rijksmiddelen beschikbaar ter grootte van 60 miljoen euro. Deze middelen zullen onderdeel worden van het ILG. Met het Groenakkoord ROM Rijnmond zijn afspraken gemaakt over een ambitie van 1000 ha en een voorlopige inzet op de realisering van 800 ha in 2010. Voor de ruimtelijke kwaliteit en recreatiemogelijkheden om de stad heeft het rijk met de regio afspraken gemaakt over de groenopgaven voor Zoetermeer, Rottewig en Zuidplaspolder, voor natuurontwikkeling over het realiseren van een ecologische verbinding tussen de Rottewig en de Krimpenerwaard en ten behoeve van de ontwikkeling van de greenport Zuid-Hollands Glasdistrict over de ontwikkelingsruimte van 200 hectare (netto) glastuinbouw.

Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 16

In de Nota Ruimte is de Hoeksche Waard aangewezen als één van de nationale landschappen. Daarbij stelt het rijk 0,9 miljoen euro beschikbaar voor versterking, ontwikkeling, toegankelijkheid en cultuurhistorie. Het globale tracé voor de mogelijk toekomstige A4 Zuid en de reservering van het bovenregionale bedrijventerrein vallen buiten het nationale landschap. Ongeacht de exacte begrenzing van het nationaal landschap is in de Hoeksche Waard geen ruimte voor de verstedelijkingsbehoefte van de Zuidvleugel. Het kabinet heeft, in lijn met de uitspraak in de PKB Nota Ruimte, onderzoek laten uitvoeren naar de optimale omvang van het in de Nota Ruimte aangegeven bedrijventerrein. Het kabinet heeft op basis van dat onderzoek aan de Tweede Kamer aangegeven dat 120 hectare minimaal nodig is voor droge, havengerelateerde bedrijventerreinen ten behoeve van het havenindustrieel complex van de Rotterdamse haven. Samen met de 60 hectare voor de regionale behoefte zal het bedrijventerrein in de Hoeksche Waard een omvang van 180 hectare krijgen. De Nota Ruimte gaf al aan dat de decentrale overheden daarvoor ruimte dienen te reserveren.

Kustverdediging Het kabinet investeert ook in de kustverdediging van de Zuidvleugel. Hier liggen drie van de acht 'prioritaire zwakke schakels', waarvoor een versterkingsplan moet worden gemaakt in combinatie met meer ruimte voor de ruimtelijke kwaliteit. Het gaat om de Delflandse Kust, Scheveningen en Noordwijk. In opdracht van het rijk worden op dit moment onder regie van de provincies integrale planstudies gemaakt. Voor een snelle aanpak van de zwakke schakels is tussen 2007 en 2010 223 miljoen euro beschikbaar, ongeveer 1/3 deel van het totale budget. Afhankelijk van de planstudies zal bekeken worden welke zwakke schakel(s) als eerste worden aangepakt. Het kabinet verwacht dat deze studies in 2006, en uiterlijk medio 2007 gereed zullen zijn. Voor de versterking van de zwakke schakels stelt het rijk middelen beschikbaar op het moment dat de provincie een uitvoeringsplan gereed heeft en als de provincie kan aangeven dat zij de financiering voor de ruimtelijke kwaliteit heeft geregeld. Het bedrag van 742 miljoen euro is taakstellend voor alle schakels (voor de periode 2007 t/m 2020). Dit geld is bedoeld voor de financiering van de versterking van de zeewering bij de zwakke schakels.

3.2 Voorgenomen besluiten In deze paragraaf zijn de voorgenomen rijksbesluiten opgenomen, ondergebracht bij het (geografische) cluster waarop het betreffende besluit betrekking heeft.

Netwerkanalyse In het kader van de Netwerkanalyse verkeer en vervoer voor de Zuidvleugel heeft het rijk samen met de regio de bereikbaarheidsproblematiek verder verkend. De verschillende ruimtelijke ontwikkelingen van de Zuidvleugel, zoals de Tweede Maasvlakte, de Rotterdamse mainport in algemene zin en de ontwikkelingen van Den Haag Internationale stad, zijn een basis voor de genoemde analyse. De in de netwerkanalyse opgenomen mogelijke maatregelen bestaan uit no-regret (investerings)maatregelen, verkenningen, regionale projecten, programma’s kleinere maatregelen en quick wins. Nadere studie in een verkenning of anderszins zal moeten uitwijzen welke maatregel de meest geëigende oplossing is voor het gesignaleerde bereikbaarheidsprobleem. De Netwerkanalyse laat zien dat de knelpunten op de weg zich vooral manifesteren op de verbindingen tussen de stedelijke centra Rotterdam en Den Haag en de relaties vanuit de Rotterdamse haven en de greenports richting Schiphol, Utrecht en zuidelijk achterland. Daarnaast wordt de verkeersafwikkeling belemmerd door problemen op een groot aantal aansluitingen van hoofd- en onderliggend wegennet. Het openbaar vervoer voldoet niet aan de kwaliteitsambitie van de regio. In de netwerkanalyse komen de volgende oplossingsrichtingen aan de orde: de A13/16, Pleinweg Rotterdam, een nieuwe parallelstructuur voor de A12 te Gouda (incl. passage van de Gouwe), de ‘Rijnlandroute’, het Trekvliettracé, de verbetering aansluitingen hoofdwegennet – onderliggend wegennet en het optimaliseren van het spoor op de ‘Oude Lijn’ (Den Haag – Rotterdam - Dordrecht). Of en hoe deze oplossingsrichtingen vanuit het Rijk gefinancierd moeten worden c.q. kunnen worden, zal in nader overleg met de regio verder moeten worden uitgewerkt. Hiertoe zullen de genoemde oplossingsrichtingen in het komende bestuurlijke MIT-overleg aan de orde komen.

Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 17

Beschikbare gelden Het Kabinet heeft 100 miljoen euro extra beschikbaar gesteld naast de al eerder gereserveerde 900 miljoen euro voor de uitvoering van de Nota Ruimte in de periode 2011-2014. Hiermee is uit het FES- fonds voor de uitvoering van deze Nota in totaal 1 miljard euro beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn beschikbaar naast de reguliere sectorale departementale middelen. In het Kabinet is afgesproken dat voor de periode 2007-2010 250 miljoen euro versneld bestemd wordt voor de uitvoering van integrale gebiedsontwikkelingsprojecten, onder andere Greenports en projecten voor de uitvoering van de programma-aanpak. In de periode 2011-2014 is de resterende 750 miljoen euro beschikbaar voor deze integrale gebiedsontwikkeling. Voor vaststelling van de projecten die in aanmerking kunnen komen voor besteding uit deze in totaal 1 miljard zal de daartoe bestemde procedure worden gevolgd. Enkele projecten bevinden zich reeds in de uitwerkingsfase, ook zijn reeds enkele projecten voorgedragen voor de verkenningsfase.

A Rotterdam (haven en stad) en Drechtsteden

A1) Het kabinet zal een herstelbesluit nemen over de PKB PMR. Vervolgens legt het kabinet de PKB, het Bestuursakkoord en de Uitwerkingsovereenkomsten PMR ter vaststelling voor aan de Tweede Kamer. Bij de planning gaat het kabinet uit van: 2006: Vaststelling van PKB (deel 4), Bestuursakkoord en Uitwerkingsovereenkomsten; 2007: start deelprojecten 750ha natuur en BRG (Bestaand Rotterdams Gebied) 2008: zeereservaat is ingesteld; 2008: eerste plons Landaanwinning Tweede Maasvlakte; 2008: start uitvoering duincompensatie; 2013/2014: Landaanwinning gereed; eerste overslag; 2021: afronding 750 hectare en BRG

A2) Het kabinet acht herstructurering en gedeeltelijke transformatie van verouderde havengebieden van grote betekenis voor zowel het functioneren van de Rotterdamse haven als mainport, als voor de vitaliteit en kracht van de stad Rotterdam. Er zullen waarschijnlijk mogelijkheden gaan ontstaan voor transformatie van het noordelijke deel van de Stadshavens in Rotterdam, waarmee een bijdrage kan worden geleverd aan de benodigde woningbouwproductie voor met name middeninkomens. Ten slotte kunnen er hoogwaardige vestigingslocaties voor kennisintensieve bedrijvigheid gerelateerd aan de mainport worden gerealiseerd. Het kabinet wil bijdragen aan het oplossen van knelpunten op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu en ondersteunt daarmee de ontwikkeling van de Rotterdamse Stadshavens tot een aantrekkelijk werk/woongebied. Dit project kan worden ingediend voor de procedure met betrekking tot de bestemming van de FES-middelen voor de periode 2007-2010.

Voor de problematiek van de ‘ontsluiting van de westelijke Zuidvleugel’ (Zuidwesthoek), waaronder het Waterwegkruisend verkeer te Rotterdam en de ontsluiting naar het zuiden, moeten de uitkomsten van de PMZ-studie worden afgewacht (eind 2006). Afhankelijk daarvan zal mogelijk een verkenning worden gestart. Hierover zullen in het MIT-overleg verdere procesafspraken worden gemaakt.

A3) Op het traject A15 Maasvlakte – Beneluxplein wordt het gedeelte Beneluxplein – Vaanplein uitgebreid van 2x3 rijstroken naar 2x3 + 2x2 rijstroken, inclusief het ombouwen van het Vaanplein en het Beneluxplein. Het kabinet is erop gericht medio 2007 een Ontwerp-Tracébesluit te nemen voor de A15 Maasvlakte- Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 18

Vaanplein. Het kabinet heeft in het MIT een taakstellend budget van 1.270 miljoen euro gereserveerd voor de realisering van het project.

A4) Op basis van het onderzoek naar de omvang van het bovenregionale bedrijventerrein in de Hoeksche Waard voor droge, havengerelateerde bedrijvigheid heeft het kabinet geconcludeerd dat een reservering van 120 hectare de optimale omvang is. Samen met de regionale opgave gaat het in totaal om 180 hectare. Het kabinet acht ook landschappelijke inpassing en adequate ontsluiting van groot belang. Het Rijk zal met de regio een pilot voor deze landschappelijke inpassing starten. Het advies van de rijksbouwmeester zal bij de ruimtelijke invulling van de Hoeksche Waard integraal worden betrokken. Dit project kan worden ingediend voor de bestemming van de FES-middelen voor de periode 2007-2010.

A5) De minister van VROM zal nog dit jaar nader overleggen met de provincie Zuid- Holland over het opstarten van een integrale gebiedsuitwerking onder leiding van de provincie voor het gebied ten zuidoosten van Rotterdam. Voor een dergelijke uitwerking zal nauw moeten worden samengewerkt met in elk geval de gemeenten Rotterdam, Dordrecht en Zwijndrecht en het Waterschap Hollandsche Delta. Het zal met name moeten gaan om versterking van de groene en blauwe kwaliteiten en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in het algemeen in de zone Rotterdam- Zwijndrecht-Dordrecht (in de visie aangeduid als ‘Deltapoort’). Herstructurering en het scheppen van nieuwe (schuif)ruimte voor werken en wonen kan hier mogelijk een onderdeel van gaan vormen.

A6) Het kabinet steunt de integrale ontwikkeling van de Zuidplaspolder (ZPP) en ziet voor het gebied vooral een functie om te voorzien in groene en dorpse woonmilieus, met woningen in lage dichtheden. Daarmee is deze woningbouw een belangrijke aanvulling op het aanbod van de Zuidvleugel. Voor de periode 2010-2020 streeft de regio naar 11.900 woningen in dit gebied. De effecten op de verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de periode 2010 – 2020 zijn nader onderzocht in het kader van de netwerkanalyse Zuidvleugel. Het genoemde aantal woningen past zowel binnen de bandbreedte van de scenario’s die bij deze analyse worden gehanteerd als binnen het rijksuitgangspunt bij de planning van eventuele rijksinvesteringen in het kader van de Nota Ruimte19. Uitgangspunt is dat de ruimtelijke ontwikkeling in de pas loopt met de bereikbaarheid en vice versa. Gezien de relatie met de verdichting binnen bestaand bebouwd gebied en de inzet van met name de Rotterdamse regio op dit punt, acht het kabinet flexibiliteit en faseerbaarheid van groot belang bij de woningbouwplanning in de Zuidplaspolder. De algehele onzekerheden met betrekking tot de bevolkingsontwikkeling in de komende decennia maakt dit nog extra belangrijk.

B Den Haag, Westland en Kustzone

B1) Om de bereikbaarheid en de ontsluiting van de greenport Zuid-Hollands Glasdistrict te verbeteren zal worden geïnvesteerd in infrastructuur in deze regio’s. Dit project kan worden ingediend voor de procedure met betrekking tot de bestemming van de FES-middelen voor de periode 2007-2010.

B2) Herstructurering van de glastuinbouw in het Westland kan mogelijk enige ruimte bieden langs de kust voor aantrekkelijke woonmilieus waaraan de regio een tekort heeft. Ook kan wellicht ruimte ontstaan voor veiligheid, groen en waterberging. De greenport-functie mag door herstructurering echter niet onder druk komen te staan. De mogelijkheid voor vestiging van nieuwe glastuinbouwbedrijven in de

19 Zie paragraaf 2.4 van deze brief. Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 19 Zuidplaspolder, annex aan de greenport, kan mogelijk de genoemde doelen dienen. Het kabinet zal hiertoe samen met de regio een integraal onderzoek starten.

B3) Het kabinet zal binnen de randvoorwaarden van de reeds genomen besluiten over de versterking van de (prioritaire) zwakke schakels langs de kust nog deze kabinetsperiode een besluit nemen over de rijksinzet. Het gaat bij de plannen van deze zwakke schakels niet alleen om de veiligheidsaspecten, maar ook om de ruimtelijke kwaliteit van de kustverdediging. Het kabinet verwacht dat de provincie Zuid-Holland pro-actief en risicodragend aan de slag gaat en nog dit jaar voorkeursalternatieven voor de kustontwikkeling van de drie schakels in de Zuidvleugel (Noordwijk, Scheveningen en Delflandse Kust) in beeld brengt.

Wat betreft de zwakke schakel bij Scheveningen ligt er een goede mogelijkheid om verbetering van de kustveiligheid gepaard te laten gaan met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In combinatie met de toekomstige ontwikkeling van de haven van Scheveningen en de benutting van het vertrek van Norfolk, zijn er goede perspectieven om de ontwikkeling in de Haagse kustzone aan te zwengelen als een icoon voor het nieuwe élan. Het kabinet zal zich inspannen om deze ontwikkeling verder te ondersteunen. Dit project kan worden ingediend voor de procedure met betrekking de bestemming van de FES-middelen voor de periode 2007-2010.

B4) Mede in het licht van de eerder geconstateerde tekorten groen en recreatieve voorzieningen in de Zuidvleugel, ondersteunt het kabinet het initiatief voor een verkenning naar nut- en noodzaak met hierin verschillende alternatieven om de recreatieve en toeristische tekorten in de Zuidvleugel op te lossen. De Delflandse kust biedt hiervoor bijvoorbeeld goede mogelijkheden. Het kabinet is dan ook bereid samen met de provincie, de gemeente(n), de betrokken organisaties en private partijen dit initiatief te gaan uitwerken.

B5) Het kabinet kiest ervoor dat bij de ontwikkeling van Valkenburg ruimte wordt geboden voor een topwoonmilieu gericht op met name de werknemers van internationale bedrijven en instellingen. Vanwege de vastgoed- en beleidsbelangen van het rijk besluit het kabinet het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf in te zetten om met de regio een businesscase voor Valkenburg te maken. Valkenburg schuift als GOB-project daarmee door van de verkenningenfase naar fase 3 van de GOB-procedure.

Mede op basis van de resultaten van de netwerkanalyse Zuidvleugel zullen, in overleg met de regio, de mogelijkheden nagaan worden welke verkeers- en vervoersmaatregelen er met betrekking tot Valkenburg en omgeving gezamenlijk geïmplementeerd kunnen worden, voor zowel de korte als de lange termijn.

B6) Het kabinet erkent het nationale belang van de positie van Den Haag als internationale stad van vrede, recht en bestuur. Het kabinet beziet de mogelijkheden tot facilitering en ondersteuning van deze positie van Den Haag. Dit geldt zowel voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van het zogenoemde ‘World Forum’ als voor de bijbehorende verbetering van de bereikbaarheid van (de internationale zone in) Den Haag. Beide zijn immers van grote betekenis voor benutting van de potenties van de stad.

Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 20

C A4- (en A13-A16-) zone en Zuidvleugel algemeen

C1) Het kabinet acht de A4-wegverbinding tussen Amsterdam/Schiphol, Den Haag/Rotterdam en Antwerpen/Brussel van grote (strategische) betekenis. Spoedige aanleg van het ontbrekende gedeelte Delft-Schiedam acht het kabinet dan ook van groot nationaal belang. Op 23 juni 2006 heeft het rijk met de regio een bestuursakkoord gesloten over de uitgangspunten voor inpassing, de planning en financiering. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek uit de eerste fase van de planstudie A4 Delft-Schiedam is besloten om de A4 Delft-Schiedam (2 varianten) en het Meest Milieuvriendelijke Alternatief (MMA) verder uit werken in stap 2 van de Trajectnota MER. Doel is om uiteindelijk te komen tot een variant die goed is ingepast, zoveel mogelijk tegemoet komt aan de wensen vanuit de omgeving (de zeven uitgangspunten van het IODS-Advies), en te realiseren is binnen het beschikbare budget van de IODS-partners. Voor zowel de inpassing in het stedelijke als het meer landelijke gebied zal worden voldaan aan de wettelijke en beleidsmatige eisen die het rijk stelt. Daarmee is een maatschappelijk verantwoorde aanleg gewaarborgd.

Het kabinet heeft 581 miljoen euro gereserveerd in het MIT voor de realisering van het project. Voor de A4 Delft-Schiedam wordt de rijksbouwmeester om advies gevraagd, uitgaande van dit taakstellende budget.

Daarnaast is het project Mainport Zuid (PMZ) van start gegaan. Dit project beoogt om de kwaliteit van de bereikbaarheid (bij de start een beperking tot doorgaande wegverbindingen) en verbonden omgeving tussen Rotterdam en Antwerpen via publiek-private samenwerking te verbeteren.

C2) Het kabinet acht een verbinding A13-A16 van grote betekenis voor zowel de bereikbaarheid van Rotterdam en Delft, als voor de mogelijkheden de luchtkwaliteit in met name Rotterdam te verbeteren. Het kabinet heeft eerder aan de Tweede Kamer aangegeven dat de A13-A16 de hoogste prioriteit heeft als in de MIT-periode 2011 – 2014 vrij besteedbare middelen ontstaan als gevolg van herprioritering van projecten, kasoverschotten op de begroting dan wel vergroting van het beschikbare budget door bijvoorbeeld een toename van de FES-middelen20. In 2006 zullen rijk en regio in overleg onderzoeken welke variant op basis van kosteneffectiviteit en inpassing de voorkeur verdient. Het kabinet acht een versnelde aanleg van de A13/16 urgent. Uiterlijk tijdens het bestuurlijk overleg MIT voor 2007, dat dit najaar plaats vindt, zullen afspraken worden gemaakt over wanneer en binnen welke (financiële) voorwaarden de A13-A16 (versneld) kan worden aangelegd. Daarbij moeten ook de resultaten worden betrokken van de haalbaarheidsstudie 'Anders Betalen voor Meer en of Eerder Mobiliteit'.

C3) De regio ziet de ‘kennisboulevard A13’ (of ‘Holland Science Port’) als een belangrijk kenniscentrum van de Zuidvleugel, bestaande uit Sciencepark Technopolis (TU Delft), Science- en businesspark Schieveen en het Rotterdam Airport Businesspark. Het kabinet erkent de potenties van deze kennisboulevard voor de internationale profilering van zowel de Zuidvleugel als de Randstad als geheel.

Het kabinet ziet het belang van een goede landschappelijke inpassing van Schieveen waardoor een kwalitatief zeer aantrekkelijk gebied kan worden gerealiseerd dat ook een voorbeeldwerking kan hebben voor andere locaties in

20 Tweede Kamerstukken 2005-2006, 30300A, nr. 30 Zuidvleugelbrief - Kabinetsbesluiten voor de Zuidvleugel van de Randstad 21 Nederland met een vergelijkbaar karakter. Het kabinet beziet de mogelijkheden tot facilitering en ondersteuning van zowel de inpassing van Schieveen als de ontwikkeling van Technopolis.

C4) De combinatie van hoogwaardig vervoer, waaronder stedenbaan, dat uit de netwerkanalyse als kansrijke oplossing naar voren is gekomen, vraagt mogelijk verruiming van de capaciteit op het spoor. Nadere studie moet zicht geven op de precieze aard van de maatregelen op de ‘Oude lijn’ (Den-Haag - Rotterdam - Dordrecht) en de Goudse lijnen. Voor de ‘Oude Lijn’ is deze studie urgent. Gestart zal daarom worden met een capaciteitsstudie spoor op de Oude lijn. Hierbij zullen ook de 4-sporigheid Delft en verschillende nieuwe stations zoals bijvoorbeeld station Kethel, worden betrokken.

C5) Gezien het tekort aan groenblauwe kwaliteit rond de steden richt het kabinet zich op twee sporen. Voor de ontwikkeling van recreatief groen wordt prioriteit gegeven aan realisering van de bestaande opgave. Hierover worden met de provincie Zuid-Holland prestatieafspraken gemaakt in het ILG-uitvoeringscontract 2007-2013. Het rijk zal geen nieuwe opgave voor recreatief groen formuleren, anders dan dat bij nieuwe woningbouwprojecten groen (en blauw) integraal moet worden meegenomen in de planning en financiering. Het in de regio agenderen van landbouw als drager van de open ruimte en het landschap, is het tweede spoor waarop het kabinet zich richt voor het vergroten van groenblauwe kwaliteit. Samen met betrokken partijen in de regio zal worden bezien wat nodig is om een economisch draagkrachtige landbouw in stand te houden.

Nieuw élan voor de Zuidvleugel van de Randstad - Investeren in mensen, kennis en infrastructuur 22