Transect-Rapport 3270 Ewijk, Vordingstraat Tussen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Transect-rapport 3270 Ewijk, Vordingstraat tussen 39 en 39C Gemeente Beuningen (GD) Een Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven (IVO-P), karterende en waarderende fase Overijsselhaven 127 T: 030-7620705 3433 PH Nieuwegein E: [email protected] Colofon Titel Ewijk, Vordingstraat tussen 39 en 39c (GD). Een Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven (IVO-P), karterende en waarderende fase. Rapportnummer Transect-rapport 3270 Auteur T. Bakker MSc Versie Versie 1.0 Datum 26-03-2021 Projectnummer 20080032 Onderzoeksmelding 4946577100 Opdrachtgever Buro Waalburg Schoenaker 10 6641 SZ Beuningen Uitvoerder Transect b.v. Overijsselhaven 127 3433 PH Nieuwegein Bevoegde overheid Gemeente Beuningen Adviseur namens bevoegde overheid Mevr. N. Van der Zande Beheer en plaats documentatie Transect b.v., Nieuwegein Omslagafbeelding Foto van het plangebied Autorisatie Naam Datum Paraaf Drs. A.A. Kerkhoven 26-03-2021 Senior KNA Archeoloog ISSN: 2211-7067 © Transect b.v., Nieuwegein Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Transect aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. Overijsselhaven 127 T: 030-7620705 3433 PH Nieuwegein E: [email protected] Samenvatting In opdracht van Buro Waalbrug heeft Transect b.v. in februari 2021 een archeologisch inventariserend proefsleuvenonderzoek (IVO-P), karterende en waarderende fase uitgevoerd in het plangebied Vordingstraat tussen 39 en 39c in Ewijk (gemeente Beuningen). Ten tijde van het onderzoek was het plangebied (circa 1070 m2) in gebruik als tuin. De aanleiding voor het onderzoek werd gevormd door het voornemen een woning te bouwen in het plangebied. Tevens zullen een oprit en groenvoorzieningen worden aangelegd. Om het plangebied op gelijke hoogte met de straat en het naastgelegen perceel te krijgen, zal het terrein eerst met 30 centimeter worden afgegraven, waarna het met circa 60-80 centimeter zal worden opgehoogd. Deze ingrepen zullen gepaard gaan met de nodige bodemingrepen, waarbij eventuele archeologische resten worden verstoord. Daarom is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd om de aard en mate van aanwezigheid van archeologische resten vast te stellen. In het plangebied zijn twee proefsleuven aangelegd met een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer 80 m2, ofwel circa 13,4% van het plangebied. In de proefsleuven zijn twee sporen aangetroffen, namelijk: één greppel die waarschijnlijk afkomstig is uit de Nieuwe Tijd en één paalkuil. De paalkuil is, op basis van uiterlijke kenmerken, waarschijnlijk prehistorisch. Er zijn enkele fragmenten keramiek, dierlijk botmateriaal, grind en glas aangetroffen. Eén fragment keramiek is afkomstig uit de Nieuwe Tijd, van een andere scherf kon de datering niet bepaald worden. Uit het vooronderzoek bleek dat het plangebied in een gebied ligt met oever- en komafzettingen. Deze afzettingen zijn tijdens het proefsleuvenonderzoek deels aangetroffen. Op basis van het zeer geringe aantal archeologische resten in het plangebied is er geen sprake van een behoudenswaardige archeologische vindplaats. Het paalspoor en de greppel bevinden zich beide in werkput 2. Mogelijk is dit de rand van een vindplaats die zich ten noordoosten van het plangebied bevindt. Advies Het archeologisch proefsleuvenonderzoek heeft uitgewezen dat in de onderzochte terreindelen binnen het plangebied geen sprake is van een behoudenswaardige archeologische vindplaats. Op basis hiervan adviseert Transect b.v. het plangebied archeologisch vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling van de woning met groenvoorzieningen en oprit. Bovenstaande vormt een advies. Op basis van het advies is het aan de bevoegde overheid van de gemeente Beuningen een selectieadvies uit te brengen omtrent de omgang met archeologische resten in het plangebied. Onderhavig onderzoek betrof een steekproef. Ongeacht het besluit dat de bevoegde overheid neemt attenderen wij daarom op de wettelijke verplichting om wanneer bij grondroerende werkzaamheden archeologische waarden worden aangetroffen, deze te melden (conform Erfgoedwet artikel 5.10). Dit kan via de gemeente Beuningen of via de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Inhoud 1. Aanleiding .......................................................................................................................... 6 2. Resultaten vooronderzoek ................................................................................................. 8 3. Aard, doel en onderzoeksvragen ...................................................................................... 10 4. Onderzoeksmethodiek ..................................................................................................... 11 5. Resultaten veldonderzoek ................................................................................................ 12 6. Beantwoording van de onderzoeksvragen ........................................................................ 17 7. Waardestelling ................................................................................................................. 19 8. Conclusie en advies .......................................................................................................... 21 9. Geraadpleegde bronnen .................................................................................................. 22 Bijlage 1. Archeologische periode-indeling voor Nederland ............................................................. 23 Bijlage 2. Allesporenkaart ................................................................................................................ 24 Bijlage 3. Vlaktekeningen ................................................................................................................ 25 Bijlage 4. Vondstenlijst .................................................................................................................... 27 Bijlage 5. Sporen- en lagenlijst ......................................................................................................... 28 1. Aanleiding Provincie Gelderland Gemeente Beuningen Plaats Ewijk Toponiem Vordingstraat tussen 39 en 39c Kaartblad 39H Perceelnummer(s) EWK00 E 2590 Centrumcoördinaat 178.825 / 430.860 Oppervlakte plangebied Circa 1070 m2 Oppervlakte onderzoeksgebied n.v.t. Huidig grondgebruik Tuin In opdracht van Buro Waalbrug heeft Transect b.v.1 in februari 2021 een archeologisch inventariserend proefsleuvenonderzoek (IVO-P), karterende en waarderende fase uitgevoerd in het plangebied Vordingstraat tussen 39 en 39c in Ewijk (gemeente Beuningen). De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1. In totaal heeft het plangebied een oppervlakte van circa 1070 m2. Ten tijde van het onderzoek was het plangebied in gebruik als tuin. De aanleiding voor het onderzoek werd gevormd door het voornemen een woning te bouwen in het plangebied. Tevens zullen een oprit en groenvoorzieningen worden aangelegd. Om het plangebied op gelijke hoogte met de straat en het naastgelegen perceel te krijgen, zal het terrein eerst 30 centimeter worden afgegraven, waarna het circa 60-80 centimeter zal worden opgehoogd. In 1998 heeft in het plangebied een oppervlaktekartering en booronderzoek plaatsgevonden (Schutte et al. 1999). Dit heeft plaatsgevonden aangezien het huidige plangebied onderdeel was van een groter plangebied waarop woningbouw gerealiseerd werd. Uit dit onderzoek bleek dat het plangebied in een zone ligt waar oeverwalafzettingen op komklei aanwezig zijn, waaronder mogelijk wederom oeverwalafzettingen aanwezig kunnen zijn. Het geheel is mogelijk afgedekt met komklei. Op basis van de resultaten van de oppervlaktekartering en het booronderzoek heeft de overheid besloten dat in het kader van de huidige planontwikkelingen een vervolgonderzoek moet worden uitgevoerd in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Het doel van dit onderzoek is het toetsen en aanvullen van de verwachting uit het vooronderzoek door het opsporen en waarderen van eventueel aanwezige archeologische resten. Op basis hiervan kan de bevoegde overheid van de gemeente Beuningen een uitspraak doen over de omgang met eventueel aanwezige archeologische resten in het plangebied. Het proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen uit protocol 4003 (‘Inventariserend Veldonderzoek – Proefsleuven’) van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 4.1 (KNA 4.1) en het voor het onderzoek opgestelde Programma van Eisen (Scheeringa, 2021). 1 Transect b.v. voldoet aan de eisen zoals gesteld in de kwaliteitsnorm ‘BRL SIKB 4000’, versie 4.0, en is gecertificeerd door middel van een procescertificaat. Transect b.v. is certificaathouder van de volgende protocollen: ‘KNA Protocol 4001 Programma van Eisen’, ‘KNA Protocol 4002 Bureauonderzoek’, ‘Protocol 4003 Inventariserend Veldonderzoek, variant Overig’, ‘Protocol 4003 Inventariserend Veldonderzoek, variant Proefsleuven’ en ‘Protocol 4004 Opgraven’, en staat geregistreerd bij het RCE en de SIKB. 6 Figuur 1. De ligging van het plangebied op een topografische kaart (bron kaart: www.opentopo.nl). 7 2. Resultaten vooronderzoek Landschappelijke achtergronden Het plangebied ligt in het zuidelijk deel van de Betuwe en maakt deel uit van het Midden-Nederlandse rivierengebied. Op de paleogeografische kaart van de gemeente Beuningen bevindt het plangebied zich