1801 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Ontwerp in functie van voorlopige vaststelling

VOORLOPIG VASTGESTELD DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN………….. IN OPDRACHT:

SECRETARIS BURGEMEESTER

GEZIEN EN GOEDGEKEURD DOOR DE DEPUTATIE IN ZITTING VAN ……………… opdrachtgever Gemeente Wingene IN OPDRACHT: adres / locatie Oude Bruggestraat 13

8750 WINGENE

ontwerper SumResearch nv waterloolaan 90 DE PROVINCIEGRIFFIER DE GOUVERNEUR

B-1000 Brussel DE ONTWERPER ( SUMRESEARCH): t +32 2 512 70 11 f +32 2 512 31 90 [email protected] www.sum.be

Brussel, juni 2009 RUIMTELIJK PLANNER RUIMTELIJK PLANNER PATRICK MAES SIMON VERLEDENS

SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

1801 Gemeentelijk Ruimtelijk structuurplan Wingene Informatief gedeelte

1801/bx.sv

SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

INHOUD

0 Inleiding 1 0.1 Doel van de studie 1 0.2 Basisprincipes van structuurplanning 2 0.3 Planningsproces 5 0.4 Het procesverloop 6 1 Algemeen profiel van de gemeente Wingene 7 1.1 Situering 7 1.2 Enkele Kencijfers 7 2 Planningscontext en analyse van het gevoerde ruimtelijk beleid 9 2.1 Ruimtelijk beleid op Vlaams niveau 9 2.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) 9 2.1.2 Gewestplan 14 2.1.3 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten 16 2.1.4 Habitat- en vogelrichtlijngebieden 16 2.1.5 Vlaams ecologisch netwerk 16 2.1.6 Afbakening buitengebied 19 2.2 Ruimtelijk beleid op Provinciaal niveau 20 2.2.1 Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen 20 2.2.2 Provinciale Ruimtelijk Uitvoeringsplannen 28 2.3 Ruimtelijk beleid op gemeentelijk niveau 29 2.3.1 BPA’s 29 2.3.2 Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan 32 2.3.3 Mobiliteitsplan 35 2.3.4 Sectorale visie zonevreemde bedrijven 38 2.3.5 Actualisatie sectorale visie zonevreemde bedrijven (2006) 39 2.3.6 Studie plattelandseconomie in de regio -Tielt (Plectrum 2007) 41 2.3.7 Sectorale visie zonevreemde woningen 43 2.3.8 Woonbehoeftestudie (planperiode 2007-2017) 44 2.3.9 Relevante basiselementen in de gemeentelijke structuurplannen van de buurgemeenten 44 2.3.10 Inventaris domeinen kastelen en landhuizen. 44 3 De bestaande ruimtelijke structuur op macroschaal 46 3.1 Macrostructurerende elementen in Wingene 46 3.2 Wingene binnen de regionale stedelijke structuur van West-Vlaanderen 48 3.2.1 Hiërarchie der kernen 48 3.2.2 Regionale woningmarkten: alternatieve methodiek voor het bestuderen van de nederzettingsstructuur 50 3.2.3 Pendelstromen 54 1801/bx.sv I SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4 De bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau 56 4.1 Globale bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau 56 4.1.1 Fysisch milieu 56 4.1.2 Historische ontwikkeling 58 4.1.3 Bouwkundig erfgoed 60 4.1.4 Kwantitatieve/kwalitatieve analyse qua bodemgebruik te Wingene 61 4.1.5 Synthese bestaande ruimtelijke structuur 62 4.2 De bestaande woon- en leefstructuur op mesoniveau 65 4.2.1 Ruimtelijke opbouw 65 4.2.2 Demografisch profiel 69 4.2.3 De huisvestingssituatie 75 4.2.4 Knelpunten en potenties inzake de nederzettingsstructuur 80 4.3 De bestaande ruimtelijk-economische structuur op mesoniveau 81 4.3.1 Ruimtelijke opbouw 81 4.3.2 Tewerkstellingsprofiel 83 4.3.3 Potenties en knelpunten inzake ruimtelijk-economische structuur 84 4.4 De bestaande vervoers- en verkeersstructuur op mesoniveau 87 4.4.1 auto- en vrachtverkeer 87 4.4.2 Openbaar vervoer 87 4.4.3 Fietsverkeer 88 4.4.4 Voetgangersverkeer 88 4.4.5 Knelpunten en potenties inzake vervoers- en verkeersstructuur 88 4.5 De natuurlijke structuur 90 4.5.1 Structuurbepalende Elementen 90 4.5.2 De ecologische infrastructuur 92 4.5.3 Potenties en knelpunten inzake de natuurlijke structuur 92 4.6 Bestaande landschappelijke Structuur 95 4.6.1 De traditionele landschappen 95 4.6.2 Elementen van het huidige landschap 96 4.6.3 Potenties en knelpunten 96 4.7 De agrarische structuur 99 4.7.1 Algemene ruimtelijke situering van de agrarische structuur 99 4.7.2 Profiel van de land- en tuinbouw 99 4.7.3 Knelpunten en potenties 108 4.8 De bestaande recreatieve en socio-culturele structuur 111 4.8.1 De bestaande recreatieve structuur 111 4.8.2 Het sociaal-cultureel netwerk: voorzieningen en diensten 113 4.8.3 Knelpunten en Potenties 114 5 De bestaande ruimtelijke structuur op microschaal 116 5.1 Bestaande ruimtelijke structuur kern Wingene 117 5.2 Bestaande ruimtelijke structuur Zwevezele-Hille 120 5.2.1 Kern Zwevezele 120 1801/bx.sv II SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

5.2.2 Kern Hille 121 5.2.3 Lint langsheen N 50 121 5.3 Bestaande ruimtelijke structuur veldgebied 123 5.3.1 Wildenburg 123 5.3.2 Sint-Pietersveld – Gulke Putten 123 5.3.3 Vorsevijvers 124 5.3.4 Eikendreef 124 6 Ruimtelijke behoeften 126 6.1 Bevolkingsprognose en woonbehoeften 126 6.1.1 Bevolkings- en gezinsprognose 126 6.1.2 Leegstand en reconversieprojecten 129 6.1.3 Raming van de woningbehoefte 129 6.1.4 Inventaris van de onbebouwde percelen 130 6.1.5 Confrontatie van behoeften en aanbod 134 6.2 Economische behoefte in Wingene 135 6.2.1 Bovengemeentelijke elementen 135 6.2.2 Elementen uit de gemeentelijke economische strategie 135 6.2.3 Aanbod aan bedrijventerreinen 136 6.2.4 Behoefte aan nieuwe lokale bedrijventerreinen 139 6.2.5 Confrontatie van aanbod en behoefte 142 6.3 Socio-culturele en recreatieve behoeften in Wingene 143 7 Globale sterkten – en zwaktenanalyse 144 7.1 Knelpunten en bedreigingen 144 7.2 Kwaliteiten en Potenties 145 8 Bijlagen 147 8.1 Statistische gegevens op niveau van statistische sectoren 147 8.1.1 Tabellen betreffende bevolkingsevolutie 147 8.1.2 Tabellen betreffende de huisvestingssituatie 149

1801/bx.sv III SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

FIGUREN

Figuur 1 : planningsproces van de structuurplanning 4 Figuur 2 : Wingene binnen de Ruimtelijke visie op Vlaanderen 11 Figuur 3 : selectie van de economische knooppunten in Vlaanderen 12 Figuur 4 : VEN-gebieden 17 Figuur 5 : gewenste nederzettingsstructuur volgens het PRS West-Vlaanderen 22 Figuur 6 : gewenste ruimtelijke structuur verkeer en vervoer volgens het prs West-Vlaanderen 24 Figuur 7 : gewenste ruimtelijke structuur van de ‘middenruimte’ 26 Figuur 8 : gewenste ruimtelijke structuur van de 'veldruimte' 27 Figuur 9 : overstromingskaart 57 Figuur 10 : schematische doorsnede van de cuesta’s in centraal West-Vlaanderen 58 Figuur 11 : afbakening van de verschillende deelgebieden in Wingene 72 KAARTEN

Kaart 1 : regionale situering van wingene 8 Kaart 2 : gewestplan 15 Kaart 3 : beschermde monumenten en landschappen in Wingene 18 Kaart 4 : situering van de BPA’s en Provinciale RUP’s in Wingene 31 Kaart 5 : ecologisch relevante entiteiten (GNOP) 34 Kaart 6 : herinrichting doortochten 37 Kaart 7 : situering geïsoleerde bedrijven (1997) 40 Kaart 8 : zonevreemde woningen in Wingene 45 Kaart 9 : macrostructurerende elementen in Wingene 47 Kaart 10 : Wingene binnen de regionale stedelijke structuur van West-Vlaanderen 49 Kaart 11 : schematische afbakening van de regionale woningmarkten in West-Vlaanderen 52 Kaart 12 : geoperationaliseerde regionale woningmarkten in West-vlaanderen 53 Kaart 13 : pendelstromen van en naar Wingene 55 Kaart 14 : globale bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau 64 Kaart 15 : schematische voorstelling van de bestaande nederzettingsstructuur 68 Kaart 16 : bevolkingsevolutie 1991-2001 74 Kaart 17 : sociale huisvestingsprojecten 79 Kaart 18 : schematische voorstelling van de ruimtelijk-economische structuur 86 Kaart 19 : schematische voorstelling van de bestaande verkeersstructuur 89 Kaart 20 : schematische voorstelling van de natuurlijke structuur 94 Kaart 21 : Erfgoedlandschappen 97 Kaart 22 : schematische voorstelling van de landschappelijke structuur 98 Kaart 23 : spreiding land- en tuinbouwbedrijven 102 Kaart 24 : schematische voorstelling van de bestaande agrarische structuur 110 Kaart 25 : schematische voorstelling van de recreatieve structuur 115

1801/bx.sv IV SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Kaart 26 : bestaande ruimtelijke structuur kern Wingene 119 Kaart 27 : bestaande ruimtelijke structuur Zwevezele-Hille 122 Kaart 28 : bestaande ruimtelijke structuur Veldgebied 125 Kaart 29 : bouwmogelijkheden, deelplan 1 132 Kaart 30 : bouwmogelijkheden, deelplan 2 133 TABELLEN

Tabel 1 : Structuurplanningsproces, drie fazen in ruimte en tijd 3 Tabel 2 : de goedgekeurde BPA’s 30 Tabel 3 : evolutie bodembezetting 1999-2007 61 Tabel 4 : Bevolkingsevolutie in Wingene, het arrondissement en de provincie, 1981 - 2004 69 Tabel 5 : evolutie van het migratiesaldo en natuurlijke groei sinds 1977 70 Tabel 6 : bevolkingsevolutie per leeftijdsklasse 71 Tabel 9 : Evolutie van het aantal werknemers in Wingene tussen 1988 en 1998 84 Tabel 10 : evolutie van de bedrijfsgrootte en aantal bedrijven in Wingene 100 Tabel 11 : aandeel werkkrachten in de land- en tuinbouw in wingene 103 Tabel 12 : aandeel loontrekkenden en niet-loontrekkenden in de primaire sector 103 Tabel 13 : leeftijdsopbouw en opvolging bij de land- en tuinbouwers 104 Tabel 14 : leeftijdsopbouw en opvolging bij bedrijven in hoofdberoep volgens inkomenscategorie 104 Tabel 15 : Teeltstructuur van de gewassen van Wingense bedrijven in evolutie 106 Tabel 16 : Evolutie van de veestapel (1980-2007) 107 Tabel 17 : gesloten prognose bevolkingsevolutie Wingene, 2007-2017 127 Tabel 18 : gesloten prognose bevolkingsevolutie per leeftijdsklasse van 20 jaar 127 Tabel 19 : Prognose van het aantal gezinnen, 2007-2017 128 Tabel 20 : kwantitatieve woonbehoefteprognose 129 Tabel 21 : Raming van het reële aanbod aan bouwmogelijkheden in de gemeente Wingene in de periode 2007-2017 131 Tabel 22 : confrontatie aanbod – behoefte tot 2017 134 Tabel 23 : confrontatie aanbod – behoefte tot 2017 met bijgestelde realisatiegraad in binnengebieden 134 Tabel 24 : inventaris bedrijventerreinen 138 tabel 25 : bevolkingsevolutie per deelgebied, 1981-2004 147 tabel 26 : evolutie van de bevolking per leeftijdsklasse en deelgebied, 1981-2001 148 tabel 28 : evolutie van de gezinsgrootte in vergelijking met het aantal particuliere gezinnen 148 tabel 30 : evolutie van het aantal particuliere gezinnen per deelgebied, 1981-2001 148 tabel 32 : ouderdom van de woongebouwen, NIS, VOLKSTELLING 2001 149 tabel 34 : comfort van de woningen, NIS, VOLKSTELLING 2001 149 tabel 36 : aard van de woningen, NIS, VOLKSTELLING 2001 150 tabel 37 : de grondoppervlakte van de woningen, NIS, VOLKSTELLING 2001 150 tabel 38 : eigendomsstructuur van de woningen, NIS, VOLKSTELLING 2001 151

1801/bx.sv V

SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

0 Inleiding 0.1 Doel van de studie Door het Gemeentebestuur van Wingene werd aan SumResearch/Groep Planning gevraagd een Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan voor de gemeente op te maken. Het planologisch beleid in Vlaanderen heeft een nieuwe dimensie gekregen door het “Decreet houdende de Ruimtelijke Planning” van 24 juli 1996, intussen geïntegreerd in het decreet van 18-05-1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en latere wijzigingen, waarbij een juridische basis werd geboden. Enerzijds tot het opstellen van een “Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen” en anderzijds tot het opstarten van provinciale en gemeentelijke structuurplannen. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan zal het nodige ruimtelijk integratiekader vormen waarbinnen de uiteenlopende visies over, aanspraken op en behoeften aan ruimte vanuit de verschillende sectoren tegen elkaar worden afgewogen en op elkaar kunnen worden afgestemd. Het zal de duurzame stedenbouwkundige ontwikkeling die moet worden afgestemd op de draagkracht van de bebouwde gebieden en het landschap, begeleiden. In tegenstelling tot bij de klassieke eindtoestandsplannen (A.P.A.’s, B.P.A.’s en Gewestplannen) is het bij het Ruimtelijk Structuurplan niet de bedoeling de toekomstige ruimtelijke structuur concreet vast te leggen. Het ontwikkelt daarentegen een visie op de ontwikkeling van de gemeente in relatie tot het socio-economische functioneren. Als beleidsplan is het - doelgericht en procesmatig - continu, mits mogelijkheid tot bijsturing - actiegericht, in functie van realisaties, en - het zoekt de relatie tussen het stedenbouwkundige beleid van Wingene en de socio-economische, ecologische, mobiliteits- landschappelijke, industriële, distributie - planologische, ... ontwikkelingen.

1801/bx.sv 1 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

0.2 Basisprincipes van structuurplanning Aangezien deze vorm van ruimtelijke planning erg verschilt van de traditionele eindtoestandplanning worden de basisprincipes van de structuurplanning hierna verduidelijkt. Het structuurplan is een getekend en/of geschreven moment (fase) van een stedenbouwkundig proces dat continu is. Het is een begrip dat na 1972, met het eerste structuurplan van Brugge, ook in Vlaanderen ingang gevonden heeft.1 Structuurplanning kent in tegenstelling met de voormalige wet van 29 maart 1962, geen begin en geen einde dat met een uitvoeringsbesluit zou kunnen bevestigd worden.

Structuurplanning is nooit af. Het kent enkele hoofdmomenten die dan in de vorm van een plan - een structuurplan - vastgelegd worden. In het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening is bepaald hoe een dergelijk structuurplan kan worden vastgelegd. Hierbij worden de socio-ruimtelijke en functioneel-economische problemen van een gemeente, streek of regio globaal onderzocht en in betere banen geleid, in functie van de maatschappelijke en politieke doelstellingen die eigen zijn aan de gemeente, de buurt of de regio.

Tussen - enerzijds het maatschappelijk leven van een gemeente (en haar regio) en de ruimtelijke gevolgen die hieruit ontstaan (verkavelen, bouwen, afbreken, onteigenen, functiewijzigingen, wegenaanleg, vellen of planten van bomen, verhoging van vervuiling, verschraling en vermindering van de bewoonbaarheid, ...) en - anderzijds de ruimtelijke mogelijkheden van een gemeentelijk gebied (evenwicht tussen open en bebouwde gebieden, hiërarchisering van verkeerstypen - doorgaand verkeer/woon-werkverkeer -, evenwicht tussen harde en zachte functies, ...) en de maatschappelijke en politieke doelstellingen van de gemeente, kan men zoeken naar betere en meer efficiënte stedenbouwkundige modellen.

De keuze van één bepaald model (in de tijd) gebeurt gezamenlijk door de overheid, de bevolking en de deskundigen, waarbij de bevolking en de deskundigen voorstellen formuleren en de overheid democratisch beslist. Hierbij zijn haalbaarheid en kostprijs een niet onbelangrijke dimensie.

In die zin kan men stellen dat structuurplanning, noch min noch meer, een ‘globale ruimtelijke begeleiding’ is van het maatschappelijk gebeuren van een gemeente (op een bepaald moment in de tijd) waarvoor de ruimtelijke gevolgen zo goed mogelijk tot stand moeten kunnen komen. Hierdoor probeert men een betere ‘bewoonbaarheid’ (kwaliteit van leven en wonen), ‘bereikbaarheid’ (verkeer en vervoer) en ‘bestuurbaarheid’ te bereiken.2

De algemene en bijzondere plannen van aanleg voorzien in de voormalige stedenbouwwet van 1962 moeten beschouwd worden als loutere ‘uitvoeringsplannen’ van deze structuurplanning, naast andere instrumenten zoals informatiecampagnes, bouwreglementen, premies, ...

Volgens het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening dienen de structuurplannen van de lagere overheden zich te richten naar deze van de hogere overheden. In concreto dient het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

Zie “Structuurplan1 Brugge”, Groep Planning, Brugge 1976. 2 Zie “Wonen of Wijken”, Jan Tanghe, Sieg Vlaeminck, Hugo Vanderstadt - I.C.A.S.D. Brussel, 1979.

1801/bx.sv 2 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

van Wingene te kaderen binnen het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Het structuurplanningsproces kent drie fazen in de ruimte en drie fasen in de tijd: Ruimte 1ste niveau: Macroschaal Deelstructuren3 in een ruime omgeving rond Wingene (Vlaams en Provinciaal niveau) 2de niveau: Mesoschaal Deelruimten en deelstructuren binnen de gemeentegrens van Wingene (gemeentelijk niveau) 3de niveau: Microschaal Deelstructuren binnen de deelgebieden4 van Wingene (niveau woonkernen, open ruimten,…) Tijd 1ste trap: ontwikkelingsmodel Lange termijnplanning waarin de filosofie en de politiek voor een wel bepaald gebied uitgestippeld wordt 2de trap: ontwikkelingsplan Middellange termijnplanning waarin de filosofie concreter wordt toegepast op situatie van het leefgebied 3de trap: actieplan Actieplanning waarin voorstellen worden omgezet in uitvoeringsplannen en –daden voor het leefgebied Tabel 1 : Structuurplanningsproces, drie fazen in ruimte en tijd

Het structuurplan voor Wingene situeert zich op de mesoschaal en moet worden beschouwd als een ontwikkelingsmodel en ontwikkelingsplan voor het gehele grondgebied van Wingene. Daarnaast zal het ontwikkelingsplan ondersteund en aangevuld worden zowel door actieplanning als door deelplanning voor specifieke gebieden in Wingene (microschaal).

3 Deelstructuren: verwijzen naar de sectorale aanpak (natuurlijke structuur, agrarische structuur, verkeers- en vervoersstructuur, nederzettingsstructuur, ruimtelijke – economische structuur en toeristische – recreatieve structuur). 4 Deelgebieden: een aantal samenhangende gebieden die een ruimtelijke éénheid vormen. Enkel die éénheden waar er zich problemen situeren en/of waarvoor er opties voor de toekomst worden genomen, worden als deelruimte weerhouden in het GRS. M.a.w. die gebieden die verder moeten gedetailleerd worden t.o.v. de mesoschaal worden hier opgenomen. Meestal gaat het hier over de verschillende woonkernen van de gemeente.

1801/bx.sv 3 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

TIJD

Macroschaal Visievorming Projectie Realisering

Ontwikkelings- Ontwikkelings- Actieplan Vlaams gewest model plan Provincie Lange termijn Middenlange Korte termijn termijn

Visievorming Projectie Realisering Mesoschaal

Ontwikkelings- Ontwikkelings- Actieplan model plan Gemeente R Lange termijn Middenlange Korte termijn termijn U I Visievorming Projectie Realisering M Microschaal Ontwikkelings- Ontwikkelings- Actieplan Delen van de model plan T gemeente Lange termijn Middenlange Korte termijn E termijn

STRUCTUURPLAN WINGENE Figuur 1 : planningsproces van de structuurplanning

1801/bx.sv 4 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

0.3 Planningsproces Het decreet houdende de ruimtelijke planning van 24 juli 1996, intussen geïntegreerd in het decreet van 18-05-1999 en navolgende wijzigingen, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, bepaalt dat ruimtelijke structuurplannen moeten bestaan uit drie delen: een informatief gedeelte, een richtinggevend gedeelte en een bindend gedeelte; - het informatief gedeelte omvat het doelgericht onderzoek van de bestaande ruimtelijke structuur, te verwachten evoluties, ruimtelijke potenties, enz. en een probleemanalyse welke gelijktijdig verloopt met de ontwikkeling van een aantal doelstellingen. Dit is dus de bestaande ruimtelijke structuur en de prognoses. - het richtinggevend gedeelte formuleert de beleids- en actievoorstellen die het resultaat zijn van het toetsen van de doelstellingen aan de functionele, ruimtelijke en verkeerskundige knelpunten. Dit is de gewenste ruimtelijke structuur. - het bindend gedeelte tenslotte omvat een aantal concrete beslissingen betreffende de ruimtelijke ordening, die bindend zijn voor alle administratieve overheden. Alhoewel alle onderdelen een afzonderlijke waarde hebben, vormen zij samen het ruimtelijk structuurplan.

Het planningsproces bestaat uit vier fasen: - Opmaak van een startnota, waarin vertrekkende vanuit bestaande bronnen (woonbehoeftestudie, statistisch materiaal, enz.) de bestaande ruimtelijke structuur algemeen wordt beschreven, leemten in de kennis worden aangegeven, knelpunten worden gedetecteerd en een aanzet tot oplossingen wordt geformuleerd.

- Opmaak van sectorstudies, waarbij de leemten in de kennis van bepaalde sectoren (bv. huisvesting, bedrijvigheid) worden weggewerkt. - Opmaak van een Voorontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Hier worden de verschillende sectorstudies, samen met gegevens uit de startnota geïntegreerd tot één geheel dat bestaat uit de drie delen van een structuurplan (informatief, richtinggevend en bindend). Dit voorontwerp van het GRS wordt onderworpen aan een vooroverleg bij wijze van een plenaire vergadering met de instanties van het Vlaams Gewest en de Provincie (cfr. besluit van de Vlaamse Regering van 05-05-2000) - Opmaak van een Ontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Op grond van de besluitvorming rond het voorontwerp van het GRS wordt het document gefinaliseerd in een Ontwerp van GRS met volgende procedurestappen: - 1e advies vanwege de gemeentelijke commissie voor Ruimtelijke Ordening. - Voorlopige vaststelling door de gemeenteraad. - Organisaties van het openbaar onderzoek met inachtname van ten minste één informatie- en inspraakvergadering. - - Toetsing door de Bestendige Deputatie aan het PRS, op basis van een advies van de PROCORO - 2e advies vanwege de gemeentelijke commissie voor Ruimtelijke Ordening. - Definitieve vaststelling van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.

Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan wordt goedgekeurd door de Bestendige Deputatie aangezien er een Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan bestaat, goedgekeurd bij MB van 6 maart 2002. Een goedgekeurd GRS wordt vastgelegd voor een termijn van vijf jaar. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van Wingene wordt begeleid door een door de gemeente samengestelde stuurgroep.

1801/bx.sv 5 27 februari 2002, 19 mei 2003, 13 oktober 2003, 24 no

SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

0.4 Het procesverloop vember 2003, 26 januari 2004, 23 februari 2004 Doel is het creëren van een maatschappelijk draagvlak. Het verloop bestaat uit een officieuze stap en een officiële stap.

De officieuze stap: 1. Vooroverleg over de startnota met ARP: 14 september 2001 Structureel overleg over het voorontwerp: 13 januari 2005 2. Vergaderingen met de KERNGROEP (delegatie schepencollege, gemeentelijke administratie en ontwerper): 21 november 2001,

3. Vergaderingen met de STUURGROEP (CBS, GECORO, administraties en/of instanties, ...): - Deelnota recreatie 4 maart 2002 - Deelnota bedrijvigheid 12 juni 2002 - Deelnota landelijk gebied 14 oktober 2002 - Deelnota wonen 9 december 2002 - Deelnota microschaal 17 november 2003 - Eerste voorontwerp 3 mei 2004 - Tweede voorontwerp richtinggevend gedeelte 29 november 2004 - Derde voorontwerp 2 juni 2008

4. Overleg met de bevolking: Op 6 februari 2002 werd een algemene informatievergadering georganiseerd betreffende de startnota

De officiële stap: Zie vorige pagina (bepalingen van het decreet). 1. Plenaire vergadering 22 september 2008

1801/bx.sv 6 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

1 Algemeen profiel van de gemeente Wingene Vooraleer over te gaan naar de werkelijke analyse op macro-, meso-, en microschaal, worden bij wijze van kennismaking met de gemeente, enkele ruimtelijk relevante kencijfers voor Wingene opgesomd en wordt de gemeente op kaart gesitueerd. 1.1 Situering Wingene is gelegen in het oosten van de provincie West-Vlaanderen, en maakt deel uit van het arrondissement Tielt. De gemeente ligt tussen de stedelijke gebieden Brugge, Roeselare, Tielt en Torhout. De fusiegemeente Wingene bestaat uit de deelgemeenten Wingene en Zwevezele.

De buurgemeenten van Wingene zijn Oostkamp en Beernem in het noorden, in het oosten, Tielt, Pittem en in het zuiden, en Lichtervelde in het westen.

Wat het wegennet betreft valt vooral de N50 op, die Brugge en Kortrijk verbindt en dwars door Wingene loopt. De E 304, de snelweg tussen Brugge en Kortrijk, loopt over de grens tussen Wingene en Lichtervelde. De N370 doorsnijdt de gemeente van noordoost (Beernem) naar west (Lichtervelde). 1.2 Enkele Kencijfers Op 1 januari 2008 telde Wingene 13.458 inwoners op een totale oppervlakte van 6.842 ha. Dit komt overeen met een bevolkingsdichtheid van 196 inw/km², wat iets meer is dan de helft is van het gemiddelde voor de provincie West-Vlaanderen (357inw/km²) en ook een stuk lager ligt dan het gemiddelde van het arrondissement Tielt (266 inw/km²).

1801/bx.sv 7 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene

Kaart 1 Brugge Regionale situering

Torhout

Tielt

Deinze Roeselare

Opdrachtgever: gemeentebestuur Wingene 1801 / sv / maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2 Planningscontext en analyse van het gevoerde ruimtelijk beleid 2.1 Ruimtelijk beleid op Vlaams niveau 2.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Inleiding Structuurplanning is een voor het Vlaamse Gewest nieuwe wijze van ruimtelijke planning. Het is het uitstippelen van een beleidsvisie en niet het vastleggen van bodembestemmende uitvoeringsplannen. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is de uitwerking van deze methodiek op het niveau van Vlaanderen. Hierin wordt de gewenste ruimtelijke structuur van Vlaanderen aangegeven als een kader waarin de ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Een coherente, overkoepelende en evenwichtige ruimtelijke visie op de ontwikkeling van Vlaanderen is immers essentieel voor het afwegen en beoordelen van de verschillende ruimtevragen. Deze ruimtevragen hebben ook hun invloed op de twee andere bestemmingsniveaus, met name het provinciale en het gemeentelijk niveau.

De samenwerking tussen de drie bestuurlijke niveaus (gewest, provincie en gemeente) dient te gebeuren op basis van het subsidiariteitsprincipe. Dit betekent dat de bevoegde overheid zich bezighoudt met die materies die geëigend zijn om op het bewuste niveau geregeld te worden. Beslissingen moeten dus genomen worden op het meest geschikte niveau. Lagere niveaus zullen zich richten naar het kader en de beperkingen van het hoger niveau en dit verder verifiëren en uitwerken.

Voor de opmaak van het GRS van Wingene is het derhalve van groot belang om de krachtlijnen van deze bovengemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, en dus in de eerste plaats van het RSV, met kennis van zaken in te schatten. In de volgende paragrafen worden de verschillende structuurbepalende componenten die in het RSV specifiek betrekking hebben op Wingene of zijn onmiddellijke omgeving uitvoerig behandeld.

Algemene krachtlijnen RSV Op 23 september 1997 keurde de Vlaamse regering het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) goed. Op 19 maart 2004 bekrachtigde het Vlaams parlement een beperkte herziening van het RSV inzake de verdeling van het wonen over het stedelijk gebied en het buitengebied en de opname van de zonevreemde bedrijven in de ruimtebalans.

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen schetst, na een evaluatie van de bestaande toestand en na afweging van de ruimtelijke aanspraken van de verschillende maatschappelijke activiteiten, de visie op de gewenste ontwikkeling van het Vlaamse grondgebied. Die visie wordt uitgedrukt in de gewenste ruimtelijke structuur. Alle onderdelen van het RSV vormen een samenhangend geheel dat een kader vormt voor de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen tot 2007. Het bevat de structuurbepalend elementen (elementen die de hoofdlijnen van de ruimtelijke structuur beschrijven) van gewestelijk belang en de taakverdeling voor de uitvoering ervan. Het duidt de onderdelen aan die respectievelijk door het Vlaams Gewest, de provincies of de gemeenten moeten worden uitgevoerd.

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft als visie ‘Vlaanderen, open en stedelijk’. Wanneer deze visie in een aantal ruimtelijke principes vertaald worden dan betekent dit:

1801/bx.sv 9 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

- gedeconcentreerde bundeling van wonen en werken - poorten als motor voor ontwikkeling - (bestaande) infrastructuren als bindteken en basis voor locatie van activiteiten - fysisch systeem ruimtelijk structurerend

In de gewenste ruimtelijke structuur worden deze principes verder uitgewerkt voor de 4 ruimtelijke gebiedsdelen in Vlaanderen: - de stedelijke gebieden; - het buitengebied; - de gebieden voor economische activiteiten; - en de lijninfrastructuren.

Verder worden ook maatregelen voorgesteld met een algemene draagwijdte: het creëren van een maatschappelijk draagvlak, de versterking van de administratie, een geïntegreerde benadering van de ruimtelijke ordening. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zegt niet alleen hoe de Vlaamse Ruimte er in 2007 kan uitzien, maar ook welke middelen en instrumenten daartoe moeten worden gebruikt. Op basis van de resultaten van voorbereidend onderzoek legt het aan de Vlaamse Regering een aantal bindende taken voor uitvoering op.

Wingene binnen het RSV Wingene behoort tot het buitengebied In het RSV is Tielt geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. De afbakening zelf zal gebeuren door de provincie, maar er wordt verwacht dat het volledige grondgebied van Wingene tot het buitengebied zal behoren. Het buitengebied bevat delen van de bebouwde ruimte en het grootste gedeelte van de onbebouwde ruimte. Het buitengebiedbeleid wordt gedifferentieerd naar een beleid voor de natuurlijke structuur, de agrarische structuur en de nederzettingsstructuur. Het bestaande fysisch systeem wordt als uitgangspunt gehanteerd, en vormt als het ware de ruggengraat van het buitengebied. Doelstellingen uit het RSV voor het buitengebied zijn ondermeer het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, bosbouw, wonen en werken). Op deze wijze worden de grote aaneengesloten gebieden van het buitengebied gevrijwaard en waar mogelijk versterkt.

De belangrijkste gevolgen voor de nederzettingsstructuur zijn: - Het wonen moet geconcentreerd worden in de woonkernen en hoofddorpen van het buitengebied (geselecteerd in het PRS). - Geen verdere groei van de linten en verspreide bebouwing. - Voor West-Vlaanderen mogen slechts 33% van de nieuw te bouwen woningen (69.000 in totaal) in de kernen van het buitengebied opgericht worden. - Voor de kernen van het buitengebied wordt een woningdichtheid van 15 woningen per ha nagestreefd. - Multifunctionaliteit en verweven van functies staan voorop in de woonkernen en de hoofddorpen.

De natuurlijke structuur bestaat uit “het samenhangend geheel van rivier- en beekvalleien, boscomplexen en andere gebieden, waar voor de natuur structuurbepalende elementen en processen tot uiting komen; aanvullend daarop de ecologische infrastructuur gevormd door lijn-, punt- en vlakvormige elementen, door geïsoleerde natuur- en bosgebieden en door parkgebied.“ Binnen de natuurlijke structuur wordt de bosstructuur als deelstructuur onderscheiden. De oude veldgebieden en de cuesta van Oedelem ten

1801/bx.sv 10 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

noordoosten van Wingene, zijn structuurbepalend voor de Vlaamse bosstructuur. Deze gronden zijn minder geschikt voor landbouw, zodat er grote compartimenten bos voorkomen, afgewisseld met akkers en weiden.

De agrarische structuur is het samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren. Een gedeelte van de gebieden van de natuurlijke structuur overlappen met de gebieden van de agrarische structuur : de verwevingsgebieden en de natuurverbindingsgebieden. Er wordt geopteerd om de gebieden van de agrarische structuur te differentiëren in functie van de bebouwingsmogelijkheden.

Figuur 2 : Wingene binnen de Ruimtelijke visie op Vlaanderen

1801/bx.sv 11 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Wingene als specifiek economisch knooppunt Wingene is in het RSV geselecteerd als economisch knooppunt (dus buiten de stedelijke gebieden en het buiten het economisch netwerk van het Albertkanaal), omwille van haar impact op de werkgelegenheid en de kansen die hieraan verbonden zijn voor de regio. Deze selectie gebeurde op basis van de volgende drie criteria: - een totale tewerkstelling boven de 3.500, - een industriële tewerkstelling van meer dan 1.000, - een arbeidsbalans (= verhouding tussen de totale werkbevolking en de actieve bevolking) van meer dan 60. Gezien de selectie van Wingene als specifiek economisch knooppunt, is het de taak van de provincie om de regionale bedrijventerreinen af te bakenen. De gemeente bakent de lokale bedrijventerreinen af.

Figuur 3 : selectie van de economische knooppunten in Vlaanderen

1801/bx.sv 12 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Lijninfrastructuur te Wingene

De weginfrastructuur Een van de doelstellingen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen m.b.t. mobiliteit en lijninfrastructuur is de optimalisering van het wegennet door categorisering. In het RSV worden de hoofdwegen (hoofdfunctie is verbinden op internationaal niveau), de primaire wegen categorie I (hoofdfunctie is verbinden op Vlaams niveau) en de primaire wegen categorie II (hoofdfunctie is verzamelen op Vlaams niveau) geselecteerd. De selectie van de secundaire wegen gebeurt door de provincie; de selectie van de lokale wegen door de gemeente. Op het grondgebied van Wingene zijn er geen hoofdwegen en primaire wegen gesitueerd, maar wel in de onmiddellijke omgeving van Wingene. Al deze wegvakken maken deel uit van Maas 2 : Kortrijk – Deinze – Tielt:

Hoofdwegen: - E403: van A10 (Oostkamp) tot A8 (Doornik) - A10: van A18 (Jabbeke) tot R0 (Groot-Bijgaarden)

Primaire weg cat.II: - N37: van A10 (Aalter) tot N35/N37 (Tielt) - N37 / N35: van ringlaan (N35/N37) (Tielt) tot Pittem - N37: van Pittem tot E403 (Ardooie) De waterweginfrastructuur Het Vlaams waterwegennet wordt ingedeeld in een hoofdwaterwegennet, dat een (inter)nationale verbindende functie heeft en de belangrijkste economische knooppunten ontsluit, en een secundair waterwegennet, dat alle andere bevaarbare kanalen en waterwegen omvat. Op het grondgebied van Wingene is er geen enkele hoofdwaterweg geselecteerd: de Leie die een 15-tal kilometer ten zuidoosten van Wingene loopt, is de meest nabije hoofdwaterweg. De enige secundaire waterweg in de buurt van Wingene is het kanaal Gent – Brugge. Dit kanaal vervult een belangrijke vervoersfunctie op Vlaams niveau, gezien hier meer dan 4 % van de totale vervoerde vracht wordt afgewikkeld.

De spoorweginfrastructuur Op Vlaams niveau worden de spoorwegen ingedeeld in een hoofd- en regionaal spoorwegennet voor personen- en goederenvervoer, wordt een selectie gemaakt van de vormingsstations, en van de structuurbepalende stations waar het wenselijk is een verdichting van de stationsomgeving na te streven. Op het grondgebied van Wingene zijn er geen spoorlijnen gesitueerd. De meest nabij gelegen lijnen van het hoofdspoorwegennet voor personen zijn de verbinding Oostende – Brugge – Kortrijk - Rijsel (station Lichtervelde), de verbinding Brussel - Oostende (station Beernem) en de verbinding Adinkerke – Brussel (station Tielt).

1801/bx.sv 13 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.1.2 Gewestplan Het gemeentebestuur van Wingene heeft zich tot nu toe in haar ruimtelijk beleid vooral laten leiden door het gewestplan en waar nodig gedetailleerd via Bijzondere Plannen van Aanleg (zie paragraaf 2.3.1). Het grondgebied van de gemeente Wingene is opgenomen in het gewestplan Roeselare – Tielt, dat bij KB van 17/12/1979 werd goedgekeurd. Op 23/11/1994 en op 19/04/1995 waren er twee beperkte wijzigingen van het gewestplan, in functie van de uitbreiding van de ambachtelijke zone te Hille. Het MB van 15/12/1998 bracht het gewestplan Roeselare – Tielt een ganse reeks wijzigingen aan: o.m. schrapping tracés ringwegen, schrapping woonuitbreidingsgebieden, uitbreiding groenzone Sint-Pietersveld en bedrijventerrein Hille. - De woongebieden zijn terug te vinden in de kernen van Wingene en Zwevezele. Aansluitend op de kernen zijn er enkele woonlinten (o.a. Zeswege, Scheewege, Poelvoorde-Beer) die als landelijk woongebied aangeduid zijn op het gewestplan. Ook diverse gehuchten (Wildenburg, Sint-Jan, Sint-Elooi, ...) zijn ingetekend als woongebieden met landelijk karakter. In het totaal zijn er in Wingene acht woonuitbreidingsgebieden afgebakend, waarvan vijf gesitueerd zijn in de kern van Zwevezele. De overige drie bevinden zich ten oosten van de kern van Wingene. Bij de gewestplanwijziging in 1998 is het middelste gebied grotendeels geschrapt, in overeenstemming met de schrapping van het tracé van de oostelijke omleidingsweg rond de kern van Wingene. Er is één woonpark op het grondgebied van Wingene, aansluitend op de Lakebossen in het noorden van de gemeente. - Oorspronkelijk waren in Wingene twee bedrijventerreinen afgebakend voor milieubelastende industrieën (‘Hille’ en ‘Wildenburg’) en een zone voor ambachtelijke bedrijven (‘Verrekijker’). Met de gewestplanwijzigingen in 1994 en 1995 kwam er in Hille respectievelijk ca 3ha en 10ha ruimte voor ambachtelijke bedrijvigheid bij. Aansluitend hierop zijn er met de gewestplanwijziging in 1998 nog eens twee ruime regionale bedrijventerreinen afgebakend (Hille Noord en Zuid, samen ca 18ha), en zijn twee geïsoleerde bedrijven (langs de Kortrijksesteenweg en langs de Hillesteenweg) paars ingekleurd. - De natuurgebieden in Wingene zijn sterk geconcentreerd: ze zijn bijna uitsluitend gelegen in het noordoosten van de gemeente en komen overeen met de veldgebieden op de heuvelrug van Hertsberge tot Lotenhulle. Bij de gewestplanwijziging in 1998 kwam hier nog een aanzienlijk deel natuurgebied bij. De natuurgebieden zijn afgewisseld met enkele parkgebieden, natuurreservaten, vier zones voor verblijfsrecreatie en een zone voor gemeenschapsvoorzieningen. - Het grootste deel van Wingene is ingekleurd als agrarisch gebied. Hiernaast is er ook een aanzienlijk deel als landschappelijk waardevol agrarisch gebied aangeduid (in het noordoosten van de gemeente).

1801/bx.sv 14 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene P N P P N N N P N N N N N N N N N N R N R N N N R N NN P N N N N N N P P N N N N N N II N N II N N R N N N N N II N N N R N P N N N N N N N P N P N P N R N N N P NN

II

N

N T T RO LO

II

P N N N II N

N

N

Kaart 2 Gewestplan

BESCHERMDESITUERING VAN MONUMENTEN DE BPA'S Opdrachtgever:EN LANDSCHAPPEN gemeentebestuur Wingene 1801 / sv / maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.1.3 Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten De omgeving van de Gemeenschapsinstelling voor bijzondere jeugdzorg “De Zande” (Ruiselede) is sinds 1976 beschermd als landschap. Een gedeelte van het Sint-Pietersveld in Wingene hoort hierbij.

Sedert 2000 zijn alle gebouwen en bepaalde installaties van de Radio-maritieme diensten en het zendstation SCRE beschermd als monument omwille van de historische, industrieel-archeologische en wetenschappelijke waarde. Dit complex is tevens gelegen in het

Sint-Pietersveld en is een goed bewaard voorbeeld van een radiozendcentrum met grote actieradius voor internationaal en maritiem radioverkeer, vooral tussen België en het toenmalige Belgisch Congo. In september 2002 werd het Sint-Pietersveld (deels op grondgebied Wingene, deels grondgebied Ruiselede) als landschap beschermd.

Beschermde dorpsgezichten zijn er niet op het grondgebied van Wingene.

2.1.4 Habitat- en vogelrichtlijngebieden De EG-habitatrichtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 beoogt de instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde flora en fauna. Zij bevat maatregelen inzake gebiedsbescherming en soortbescherming (artikel 6). Samen met de vogelrichtlijngebieden vormen de habitatgebieden een samenhangend ecologisch netwerk van speciale beschermingszones, Natura 2000 genaamd.

In uitvoering van de Habitatrichtlijn zijn momenteel op basis van wetenschappelijke gegevens in Vlaanderen 38 Speciale Beschermingszones (of kortweg SBZ-H) aangemeld bij de Europese Commissie voor een totale oppervlakte van ongeveer 102.000 ha (beslissing van de Vlaamse regering van 4 mei 2001). In Wingene liggen delen van het Sint-Pietersveld en de Munkebossen in habitatrichtlijngebied. Er zijn geen vogelrichtlijngebieden aangeduid op het grondgebied van Wingene.

2.1.5 Vlaams ecologisch netwerk De Vlaamse regering besliste op 18 juli 2003 over de definitieve afbakening van het eerste deel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). Het VEN wordt afgebakend op basis van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud. Conform het decreet natuurbehoud moet het VEN zich beperken tot de huidige kwetsbare gebieden op het gewestplan. Het VEN eerste fase omvat 87.000 ha en houdt geen bestemmingswijzigingen in. Op 17 oktober 2003 gaf de Vlaamse Regering de opdracht om met de 2e fase VEN van start te gaan. Opzet is om een globale ruimtelijke visie voor de overige landbouw-, natuur- en bosgebieden op te maken. Pas bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen zullen deze gebieden concreet afgebakend worden. Gebieden die tot het VEN behoren krijgen wel bijkomende beperkingen: regeling van meststoffen, verbod om pesticiden te gebruiken, verbod om de vegetatie te wijzigen, verbod om het bodemreliëf te wijzigen, verbod om het grondwaterpeil te verlagen, verbod om de structuur van de waterlopen te wijzigen. Voor elk VEN-gebied wordt een natuurrichtplan opgesteld.

Op de onderstaande figuur zijn de VEN-gebieden op grondgebied Wingene aangeduid:

1801/bx.sv 16 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Figuur 4 : VEN-gebieden

1801/bx.sv 17 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene

1

2

Kaart 3 1 Beschermd landschap Gemeenschapsinstelling bijzondere jeugdzorg De Zande Beschermde monulenten en landschappen

2 Beschermd monument radiozendstation

BESCHERMDESITUERING VAN MONUMENTEN DE BPA'S Opdrachtgever:EN LANDSCHAPPEN gemeentebestuur Wingene 1801 / sv / maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.1.6 Afbakening buitengebied In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vindt voor het buitengebied een afbakening plaats van de agrarische, natuurlijke en bosstructuur. Wingene werd ingedeeld in twee buitengebiedregio’s: Veldgebied Brugge-Meetjesland en Leiestreek.. Hierin geeft de overheid aan hoe zij de open ruimte in deze regio’s de komende jaren ruimtelijk wil zien ontwikkelen en welke acties ondernomen kunnen worden om dit te realiseren. Op 25 juli 2006 werd het afbakeningsvoorstel voor Veldgebied Brugge- Meetjesland goedgekeurd, op 29 juni 2007 volgde dan de goedkeuring van het operationeel uitvoeringsprogramma. Voor de Leiestreek gebeurde dit op 14 november 2008.

Het grootste deel van de gemeente Wingene valt onder de Leiestreek. Het volledig agrarisch gebied wordt herbevestigd, met uitzondering van de omgeving van de Egemse Veldekens (11), waar via een gewestelijk RUP de natuurwaarden van de Egemse Veldekens zullen worden versterkt (overwegend grondgebied Pittem).

Twee kleinere deeltjes in het noorden van de gemeente werden opgenomen in het Veldgebied Brugge-Meetjesland, nl de omgeving van Zorgvliet-Lakebossen- Munkbossen (gedeeltelijk ook op het grondgebied van Oostkamp) en de omgeving van Bulskampveld – Vagevuur – Blauwhuisbossen (overlappend met grondgebied Beernem). Voor beide gebieden zal een gewestelijk RUP worden opgemaakt ter versterking van het typische veldlandschap met bijhorende bosuitbreiding.

1801/bx.sv 19 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.2 Ruimtelijk beleid op Provinciaal niveau 2.2.1 Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen 2.2.1.1 Algemeen Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen werd goedgekeurd bij M.B. van 06/03/2002. De planperiode van het PRS is tot 2007. De visie en de doelstellingen geformuleerd in het RSV worden overgenomen en uitgewerkt in het PRS, rekening houdend met de gebiedsspecifieke eigenheid van de provincie. De ruimtelijke visie voor de provincie gaat uit van de ruimtelijke verscheidenheid van de provincie, en wil deze behouden of zelfs versterken.

Het PRS beoogt een maximale samenhang tussen activiteiten en functies op haar grondgebied. Een ruimtelijke invalshoek is daardoor bij uitstek geschikt. Het ruimtelijk structuurplan treedt niet in de plaats van sectoren en kan ook de doelstellingen ervan niet realiseren. Het staat niet boven de sectoren maar doorsnijdt deze. De provinciale structuurplanning kenmerkt zich door de betrokkenheid van alle actoren, intensieve communicatie, door het werken met integrerende concepten en door maximale koppeling van planning en uitvoering. Het geheel van de provincie wordt daarbij beschouwd als meer dan de som van haar onderdelen. In een provincie met diverse onderdelen is het creëren van samenhang hiertussen van essentieel belang voor het functioneren van de hele ruimte. Diversiteit kan niet zonder samenhang. Onderdelen spelen altijd een rol in een groter geheel. De provinciale gewenste ruimtelijke structuur moet daarom in een ruimer kader worden bekeken.

Het ruimtelijk structuurplan voor de provincie is geen statisch plan maar een beleidsplan gericht op ontwikkeling en uitvoering. Het biedt een kader voor ontwikkeling en uitvoering, naast een beperkt aantal (strategische) bindende bepalingen. Dit kader bestaat uit een visie, een perspectief op de gewenste structuur en een ruimtelijk concept inzake de gewenste structuur. Het is een coherent geheel van ordeningsbeginselen en zal worden gebruikt als criterium voor het dagelijks beleid, de keuze van projecten, de behandeling van conflicten en als discussie - element. Samenwerking en communicatie zijn hierbij een noodzaak.

Het structuurplan biedt een kader voor het sturen van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, het verlenen van adviezen en het beoordelen van ruimtelijke problemen. Daarnaast zoekt het naar strategische acties voor de gewenste ruimtelijke structuur. Het structuurplan maakt daarbij de overgang naar concrete uitvoering en inrichting van de ruimte.

In de volgende paragrafen worden de verschillende structuurbepalende componenten uit het Structuurplan West-Vlaanderen die specifiek betrekking hebben op Wingene of zijn onmiddellijke omgeving uitvoerig behandeld.

1801/bx.sv 20 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.2.1.2 Wingene binnen het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen Kwantitatieve taakstelling voor het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen Verdeling van het aantal bijkomende woongelegenheden: - Wingene is een gemeente van het buitengebied. Voor de planperiode 1991 – 2007 bedraagt de taakstelling van het aantal bijkomende woongelegenheden voor Wingene 525 woningen. - Een provinciaal reservepakket woongelegenheden van 20% bijkomende woongelegenheden wordt op provinciaal niveau gehouden. Gezien de periode waarover de berekende behoefte zich voordoet (1991-2007), kunnen er zich in gemeenten diverse ontwikkelingen voordoen die bijstellingen vereisen. Tevens kunnen er vanuit de gemeenten specifieke doelstellingen geformuleerd worden die maken dat het toebedeelde pakket ontoereikend is. Daarom is het noodzakelijk dat er kan worden geput uit een reservepakket. Een specifiek beleidskader geeft aan wanneer het reservepakket woongelegenheden in aanmerking kan komen (PRS West-Vlaanderen, p. 245).

Verdeling van de bijkomende ruimte voor bedrijventerreinen: - Als specifiek economisch knooppunt krijgt Wingene voor de periode 1994-2007, 12,5 ha voor de behoefte aan nieuwe (regionale) bedrijventerreinen toebedeeld. - Een provinciaal reservepakket bedrijventerreinen van bijkomende bedrijventerreinen wordt op provinciaal niveau gehouden. Criteria en procedure zijn vastgelegd hoe gemeenten kunnen putten uit het provinciaal reservepakket.

Gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de deelstructuren Gewenste nederzettingsstructuur De gewenste ruimtelijke structuur voor het nederzettingspatroon in West-Vlaanderen is een gelijkmatig verspreid patroon van stedelijke gebieden, hoofddorpen en woonkernen. Wingene en Zwevezele zijn beide geselecteerd als structuurondersteunende hoofddorpen in het buitengebied. Onder een structuurondersteunend hoofddorp wordt het volgende verstaan: - Rol: structuurondersteunend voor wonen en werken in het buitengebied en een bovenlokale verzorgende rol - Mogelijkheid bijkomende woningen: opvang van de eigen groei huishoudens op niveau van de kern + aangroei huishoudens, die niet kerngebonden zijn + mogelijkheid eigen groei huishoudens van andere geselecteerde kernen in het buitengebied - Mogelijkheid lokale bedrijvigheid: in verwevenheid met het wonen en de mogelijkheid voor een lokaal bedrijventerrein van 5 ha; met de mogelijkheid tot uitbreiding tijdens de planperiode - Aangeven ruimtelijke ontwikkelingen: in een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan; de nood aan bijkomende woongelegenheden en de grootte van een lokaal bedrijventerrein worden gestaafd met gemeentelijke behoeftestudies.

1801/bx.sv 21 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Figuur 5 : gewenste nederzettingsstructuur volgens het PRS West-Vlaanderen

Gewenste structuur bedrijvigheid De gewenste ruimtelijke structuur voor regionale bedrijventerreinen is al grotendeels bepaald door de verregaande selectie (van economische knooppunten en poorten) vanuit het RSV. Buiten de economische knooppunten en poorten zijn nieuwe regionale bedrijventerreinen immers niet mogelijk.

In het RSV is Wingene geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. Nieuwe regionale bedrijventerreinen kunnen hier best aansluiten op de bestaande economische structuur. Zodoende worden de endogene ontwikkelingen en de clustervorming er ruimtelijk ondersteund volgens de draagkracht van de omgeving. Bedrijventerreinen zullen vastgelegd worden in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen na uitwerking van ruimtelijk-economische visies.

1801/bx.sv 22 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Gewenste natuurlijke structuur landschapselementen en kleine natuurgebieden Algemeen kan gesteld worden dat de complexen van natuur (gebieden met natuurelementen die een grote samenhang vertonen met kenmerken van het fysisch systeem) deel uitmaken van een Vlaamse structuur. De verbindingen ertussen zijn hoofdzakelijk elementen van provinciaal niveau. Het Vlaams Gewest zal de GEN-, GENO-, natuurverwevingsgebieden en bosuitbreidingsgebieden aanduiden. In het PRS West- Vlaandereninfrastructuur worden deze gebieden hypothetisch gebundeld in natuuraandachtszones. Binnen deze zones komen ook nog andere activiteiten voor zoals beroepslandbouw. Na aanduiding van GEN-, GENO- en natuurverwevingsgebieden door het Vlaamse Gewest worden deze natuuraandachtszones uitgewerkt in een dicht net van natuurverbindingsgebieden tussen de verschillende infrastructuur natuureenheden. Dit gebeurt binnen het landschappelijk kader. De omgeving Bulskampveld tot Merkenveld – gedeeltelijk op grondgebied van de gemeente Wingene – is geselecteerd als natuuraandachtszone

Natuurverbindingsgebieden zijn gebieden waar kleine natuur- en landschapselementen de migratie van organismen tussen natuuraandachtzones (de GEN-, GENO- en natuurverwevingsgebieden aangeduid door het Vlaams Gewest) vergemakkelijken. Het beleid is gericht op het behouden, herstellen en ontwikkelen van kleine landschapselementen en kleine natuurgebieden. Het stelsel van rivier- en beekvalleien zorgt reeds voor een natuurlijke doorkruisbaarheid. Voor Wingene zijn enkel de vallei van de Ringbeek en de vallei van de Ringbeek-Veldekensbeek-Strategoedbeek (‘Grote Beek’) geselecteerd. Hiernaast kunnen ook clusters van kleine fungeren als stapstenen tussen de aandachtszones. Voor de omgeving van Wingene is één zo’n cluster van belang: het gebied ten zuiden van Oedelem (gemeente Beernem).

De ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang bestaat uit grotere lijnvormige landschapselementen met een belangrijke verbindingsfunctie. Ze zijn scherp in het landschap afgebakend en ze zijn van menselijke oorsprong. De natte ecologische bestaat uit kanalen en rechtgetrokken waterlopen. Voor de omgeving van Wingene is enkel het kanaal Gent-Brugge geselecteerd. Polderdijken en oude spoorwegbeddingen vormen de belangrijkste elementen van de droge ecologische . In de omgeving van Wingene zijn geen droge ecologische infrastructuren geselecteerd.

Gewenste agrarische structuur De gewenste agrarische structuur van West-Vlaanderen bestaat in hoofdzaak uit twee deelgebieden: de grondgebonden agrarische structuur en de intensief gedifferentieerde agrarische structuur.

Wingene ligt in het gebied met een intensief gedifferentieerde agrarische structuur. Hier komt een grotere menging voor van diverse soorten landbouwbedrijven. De draagkracht van de ruimte moet hier het uitgangspunt zijn voor de ontwikkelingsmogelijkheden en vernieuwing van de landbouw. Om diverse redenen kan een optimale verwevenheid gewenst zijn tussen de grondgebonden en de grondloze landbouw. Het ruimtelijk beleid moet de nodige maatregelen nemen om deze verwevenheid te ondersteunen en om de infrastructuur te optimaliseren met respect voor de landschappelijke waarden. Voor de landbouw is het belangrijk dat er op lokaal niveau lokale bouwvrije zones aangeduid worden, waar de grondgebonden landbouw als ruimtelijke drager voorkomt in kleinere aaneengesloten gebieden en waar geen enkele vorm van bijkomende bebouwing wordt toegestaan. Dit is vooral noodzakelijk in de intensief gedifferentieerde agrarische structuur. In het aanduiden van bouwvrije zones is een taak voor de gemeenten weggelegd.

Gewenste verkeers- en vervoersstructuur De secundaire wegen die voor Wingene van belang zijn behoren tot ‘Maas 2’ (gevormd door de A10, E403 en A14). Volgende wegvakken in Wingene en omgeving werden geselecteerd als secundaire weg:

1801/bx.sv 23 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Secundair categorie I: - N35: van de N37 (Tielt) tot de N409 (Deinze) De hoofdfunctie van secundaire wegen categorie I is verbinden op bovenlokaal en lokaal niveau. De inrichting is een 2X2 of 2X1-weg met gescheiden verkeersafwikkeling en doortochten in de bebouwde kom. Secundair categorie II: - N50: van de N50f Siemenslaan (Oostkamp) tot de N399 (Ingelmunster) - N370: van de N50 (Hille-Wingene) tot de N368 (Beernem) - N370: van de N35b (Lichtervelde) tot de N50 (Wingene) - N327a (Heilige Sacramentstraat): van de N370 (Wingene) tot de N327 (Wingene) - N327: van de Heilige Sacramentstraat (Wingene) tot de N37 (Tielt)

De hoofdfunctie van secundaire wegen categorie II is verzamelen op bovenlokaal en lokaal niveau. De inrichting is een 2X1-weg, niet noodzakelijk met een gescheiden verkeersafwikkeling, met doortochten in de bebouwde kom. Voor Wingene en omgeving werden de NMBS-stations van Tielt en Lichtervelde geselecteerd als knooppunt voor het regionaal openbaar vervoer. De lijn 73 Gent – De Panne (met halte te Tielt) maakt deel uit van het spoorwegennet op regionaal niveau.

Figuur 6 : gewenste ruimtelijke structuur verkeer en vervoer volgens het prs West-Vlaanderen

1801/bx.sv 24 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Gewenste landschappelijke structuur Met betrekking tot de landschappelijke structuur in de streek van Wingene zijn de volgende elementen geselecteerd (de selectie is niet limitatief): Landschapseenheden : - het gave landschap van de oude veldgebieden, Bulskampveld (Wildenburg, Sint-Pietersveld) - het gave landschap van de Munkebossen - het gave landschap van de Ringbeek en Veldekens - het nieuwe landschap van het Land van Roeselare - Tielt Bij nieuwe landschappen zijn bestaande structuren onder invloed van grootschalige ingrepen (sterk versnipperde bebouwing, industrialisering, agro-industrie en ruilverkaveling oude stijl) uitgewist. Structurerende elementen en componenten: - structurerend reliëfelement cuesta Hertsberge-Lotenhulle - structurerend reliëfelement zuidelijke flank plateau van Tielt - structurerend lineair element Velddambeek-Hertsbergebeek-Ringbeek Ankerplaatsen: - Sint-Pietersveld (op de grens met Ruiselede) - Munkebossen (op de grens met Oostkamp)

Gewenste ruimtelijke structuur van de deelruimte Middenruimte en Veldruimte Wingene is gesitueerd op het grensgebied tussen de ‘Middenruimte’ en de ‘Veldruimte’ van West-Vlaanderen.

Middenruimte Deze deelruimte rond de steden Roeselare, Tielt en Torhout wordt gekenmerkt door een sterk geïndustrialiseerde landbouw en een concentratie van intensieve veeteelt. Deze sterke economische dynamiek zorgde voor een groot aandeel verspreide (zonevreemde) bedrijvigheid en een vrij ongestructureerd landschap. Gezien het belang van deze deelruimte voor de agrarische structuur op Vlaamse niveau (zie RSV), moet de evolutie van deze activiteiten dan ook ingepast worden in dit “nieuwe landschap”. De volgende beleidselementen voor de ‘Middenruimte’ zijn van belang voor Wingene en omgeving: - Concentratie van dynamische activiteiten in de stedelij Een aanbod van regionale bedrijventerreinen ter versterking van de endogene ontwikkelingen en/of sectorale clustervorming kan in de stedelijke gebieden en specifieke economische knooppunten gegenereerd worden. Nieuwe bovenlokale bedrijven, in de zin van nieuwe of vernieuwende initiatieven die los staan van endogene ontwikkelingen en sectorale clustervorming, worden enkel geconcentreerd in de stedelijke gebieden. Bedrijventerreinen in de specifieke economische knooppunten kunnen zich ontwikkelen aansluitend bij die bestaande bedrijvigheid, rekening houdend met de draagkracht van de omgeving, de ontsluiting en de clustervorming. - Versterking van de stedelijke gebieden: ke gebieden en de specifieke economische knooppunten: Het regionaalstedelijk gebied Roeselare is de belangrijkste pool van de Middenruimte. Het neemt een belangrijke taak op zich voor de regionale bedrijfsontwikkeling. Het structuurondersteunend kleinstedelijk gebied Tielt, en het kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau Torhout zijn de twee andere belangrijke tewerkstellings- en verzorgingscentra voor de deelruimte. - Opwaardering van het regelmatig verspreid rasterpatroon van kernen:

1801/bx.sv 25 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Door de historisch gegroeide linten en de verspreide bebouwing is het kernenpatroon vervaagd in de deelruimte. De selectie van – op regelmatige afstand gelegen – structuurondersteunende hoofddorpen zal het wonen en werken sterker bundelen. Vanuit deze gedachte wordt Zwevezele opgewaardeerd tot structuurondersteunend hoofddorp. - Optimalisering van de verkeersontsluiting: Het sterk verspreide, bovenlokale verkeer dat een gevolg is van de uitwaaierende activiteiten in deze deelruimte, wordt gebundeld via aangepaste ontsluitingen naar het hogere wegennet. Dit gebeurt onder meer door de aanhaking van de R32 (Roeselare) en de R34 (Torhout) op de E403, en door een geleiding van de bovenlokale verkeersstromen via delen van de N36 en N50. - Vrijwaren van de structurerende heuvelruggen, open-ruimteverbindingen, beekvalleien en bosgebieden: Op de structurerende heuvelruggen, zoals de zuidelijke flank van het plateau van Tielt, dienen versnippering, terreinnivellering en bebouwing te worden vermeden. In de omgeving van de as Roeselare – Tielt structureren bovenlokale beekvalleien het nieuwe landschap door te fungeren als “natuurlijke aders” door het agrarische gebied

Figuur 7 : gewenste ruimtelijke structuur van de ‘middenruimte’

1801/bx.sv 26 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Veldruimte Deze deelruimte valt ruwweg samen met de zandstreek ten zuiden van Brugge. Op Vlaams niveau vormt deze deelruimte een open- ruimteverbinding tussen twee grote aaneengesloten gebieden van het buitengebied (RSV). De structuur van dit gebied wordt sterk bepaald door de ‘veldgebieden’. Dit maakt het gebied interessant voor een versterking van de bosstructuur. Daarnaast heeft het ook toeristisch-recreatieve functies. De volgende beleidselementen voor de ‘Veldruimte’ zijn van belang voor Wingene en omgeving: - Het rasterpatroon van dreven en boscomplexen versterken: Het cultuurhistorisch dambordpatroon wordt behouden en versterkt en is vanuit landschappelijk oogpunt een randvoorwaarde voor bijkomende ontwikkelingen. - Een beperkte kernenselectie doorvoeren rekening houdend met de landschappelijke context: De stedelijke gebieden Bruggen en Torhout bundelen dynamische functies. Daarnaast werden een aantal economische knooppunten geselecteerd (ook Wingene). De ontsluiting van de veldruimte gebeurt hoofdzakelijk via het hoofdwegennet (A10-E403). Een beperkte selectie secundaire wegen verzorgt de ontsluiting op bovenlokaal niveau.

Figuur 8 : gewenste ruimtelijke structuur van de 'veldruimte'

1801/bx.sv 27 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.2.2 Provinciale Ruimtelijk Uitvoeringsplannen Binnen Wingene werden een aantal Provinciale RUP’s goedgekeurd:

28/08/2006 PRUP Degroote - Terra plant 28/08/2006 PRUP Trans beton - Devooght 28/08/2006 PRUP Joris Ide

1801/bx.sv 28 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.3 Ruimtelijk beleid op gemeentelijk niveau 2.3.1 BPA’s Voor Wingene zijn de volgende Bijzondere Plannen van Aanleg goedgekeurd: DATUM GOEDKEURING NAAM VOORNAAMSTE BESTEMMING GEWESTPLAN REALISATIE BESTEMMING DEELGEMEENTE WINGENE MB 29/11/2001 De Koker - Galgenstraat Wonen Woongebied Grotendeels gerealiseerd, o.a. Seyntex-project nog te realiseren MB 20/12/2001 Sportcentrum Wingene Recreatie, Woongebied + Beperkt deel nog te realiseren gemeensch. voorz. landbouwgebied MB 02/05/2005 BPA Sportcentrum recreatie Uitbreiding KB 19/05/1992 Lentakkermolen Wonen Woongebied Quasi volledig gerealiseerd, behalve enkele bouwgronden MB 10/09/2002 AZ De Verrekijker Bedrijvigheid Ambachtelijk + Volledig verkocht landbouwgebied MB 23/11/2005 AZ De Verrekijker Bedrijvigheid landbouwgebied Gronden worden vanaf april 2008 Uitbreiding verkocht MB 09/09/2002 AZ ’t Raakske Bedrijvigheid Landbouwgebied, Gerealiseerd landelijk woongeb MB 10/01/2002 BPA ‘oude melkerij’ Bedrijvigheid Ambachtelijke zone gerealiseerd MB 26/03/2002 BPA Veldbeek Zone voor RWZI Zone voor RWZI Geopend in 2007 MB 03/08/1998 Binnengebied Wonen, Woongebied Sociale kavels gerealiseerd, H.Sacramentstr.– gemeensch. voorz. rusthuis nog te realiseren Kaplotestr– Zandbergstr. MB 28/05/03 Hof van Wingene wonen Woongebied/landbouwgebied deels gerealiseerd

DEELGEMEENTE ZWEVEZELE MB 03/08/1998 Bruggestraat Sociale huisvesting Woon(uitbreidings)-gebied, In opbouw en verkoop. landbouwgebied MB 15/09/2000 Hille Wonen, Woonzone en Grotendeels gerealiseerd bedrijvigheid industriezone MB 09/06/1995 Centrum Zwevezele Wonen, Woonzone Gerealiseerd (in herziening) gemeensch. voorz. KB 01/04/1985 Landeigendommen Wonen Woonzone Gerealiseerd (in herziening) MB 15/04/1997 Gedeeltelijke herziening Wonen Woonzone Gerealiseerd (in herziening) Landeigendommen MB 27/01/1993 AZ Yoobeek Bedrijvigheid Ambachtelijke zone Gerealiseerd (in herziening) MB 30/03/2000 AZ Yoobeek uitbreiding Bedrijvigheid Ambachtelijke zone Gerealiseerd MB 16/06/2007 AZ Pannaershoek Bedrijvigheid Landbouwgebied Gerealiseerd

1801/bx.sv 29 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

SECTORALE BPA’S MB 24/07/1998, Zonevreemde Bedrijvigheid Overwegend landbouwzone 19 bedrijven werden goedgekeurd herziening MB economische Herziening MB 26/06/2007 26/06/2007 activiteiten Fase I MB 19/09/2000 Zonevreemde Bedrijvigheid Overwegend landbouwzone 2 bedrijven goedgekeurd en 3 economische bedrijven deels goedgekeurd activiteiten Fase II MB 31/05/2001 Inrichtingsplan Hille Bedrijvigheid Deels ambachtelijke zone, Inrichtingsplan bedrijventerreinen Noord en Zuid deels bedrijventerrein Hille Noord en Zuid Regionaal openbaar MB 16/12/2002 Herziening sectoraal Bedrijvigheid landbouw Herziening BPA garage Vervenne BPA fase I, Verhenne (1/11) MB 16/12/2002 Herziening sectoraal Bedrijvigheid landbouw Herziening BPA Wallecan (1/29) BPA fase I, Wallecan (1/29) MB 16/12/2002 Herziening sectoraal Bedrijvigheid Herziening BPA Verbeke (1/24) BPA fase I, Verbeke (1/24) MB 10/04/2002 Zonevreemde Bedrijvigheid Landbouw en ambachtelijke Uitbreiding Bedrijf van landschoot, economische activiteiten zone ambachtelijke zone Van Bruwaene; Fase III BPA Vienne werd afgekeurd MB 28/08/2006 Zonevreemde Bedrijvigheid 4 bedrijven economische activiteiten Fase IV MB 18/12/2007 Zonevreemde Bedrijvigheid 3 bedrijven economische activiteiten Fase V MB 25/10/2001 Herziening BPA Bedrijvigheid Herziening bestaand BPA Aanpassing Electrotech, sectoraal bebouwingsvoorschriften BPA fase II Tabel 2 : de goedgekeurde BPA’s

1801/bx.sv 30 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene

Ambachtelijke Zone 't Raakske BPA Veldbeek BPA Sportcentrum Uitbreiding BPA Sportcentrum

BPA 't Hof van Wingene

BPA Lavoordeakker Binnengebied H. Sacramentstraat - Kaplotestraat en Zandbergstraat BPA De Koker - Galgenstraat BPA Pannaershoek BPA De Hille

BPA Lentakkermolen BPA Oude Melkerij

Ambachtelijke Zone De Verrekijker BPA Bruggestraat Ambachtelijke Zone De Verrekijker Uitbreiding BPA Akkerstraat

BPA wijk Landeigendommen

BPA wijk Landeigendommen (gedeeltelijke herziening) BPA Centrum BPA wijk Landeigendommen

Ambachtelijke Zone Yoobeek

Kaart 4 BPA Situering van de BPA's en RUP's

Sectoraal BPA zonevreemde economische activiteiten

Provinciaal RUP

SITUERING VAN DE BPA'S Opdrachtgever: gemeentebestuur Wingene 1801 / sv / maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.3.2 Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan In het kader van de milieuconvenant heeft Wingene een Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan opgesteld. Dit werd opgemaakt door Belconsulting in 1996. Met het opstellen van dit GNOP engageert de gemeente zich tot het voeren van een gemeentelijk natuurbeleid. Een GNOP valt op te delen in twee grote delen. Het eerste deel houdt een analyse in van de bestaande natuurwaarden en brengt een knelpuntenanalyse. Deze globale analyse wordt als basis genomen voor het beschrijven van de bestaande natuurlijke structuur in Wingene. De belangrijkste (ruimtelijke) knelpunten m.b.t. de natuurwaarden in Wingene zijn: - vermesting door landbouwkundige activiteiten; - verdroging door intensivering van het grondgebruik; - verontreiniging van grond- en oppervlaktewater, bodem en lucht door huishoudens, industrie en landbouw; - versnippering van biotopen door bebouwing en technische infrastructuur; - verlies van kleine landschapselementen.

Het eerste deel concludeert met de afbakening van de zogenaamde ERE’s (Ecologische Relevante Entiteiten). Deze gebieden werden geselecteerd op basis van enerzijds de (nog) aanwezige natuurwaarden en anderzijds de potentiële natuurwaarden. Op perceelsniveau leidde dit tot de volgende entiteiten:

01. Bovenloop Jobeek 14. Bovenlopen Ringbeek-Poelvoordebeek 02. Omgeving Moskou 15. Omgeving Leestje-Schewege 03. Omgeving Zonnebekehoek 16. Omgeving Klokhof 04. Omgeving Aspergem 17. Middenloop Ringbeek 05. Bovenloop Muizeveldbeek 18. Benedenloop Ringbeek 06. Kasteelpark Zwevezele 19. Omgeving Kraaiveldbos 07. Omgeving Rik 20. Bovenloop Klaphullebeek 08. Middelloop Grotebeek 21. Omgeving Lammersdam 09. Omgeving Lakebossen 22. Omgeving Sint-Pietersveld-Gulkeputten 10. Omgeving Winkelhoek 23. Omgeving Kasteel Wildenburg-Degruyterebossen 11. Omgeving Munkebossen 24. Omgeving Vagevuurbossen 12. Bovenlopen Veldbeek 25. Omgeving Blauwhuisbossen-Vorsevijvers 13. Middenlopen Veldbeek

Het tweede deel omvat de natuurontwikkelingsmaatregelen. Hierin wordt een onderscheid gemaakt in algemene maatregelen, specifieke maatregelen voor de verschillende landschapseenheden en specifieke maatregelen voor de verschillende ERE. De algemene doelstellingen hebben tot doel de algemene basisecologische kwaliteit van het volledig gemeentelijk grondgebied te verhogen. De specifieke doelstellingen voor de verschillende landschapseenheden zijn gericht op het beschermen, herstellen en ontwikkelen van bijzondere natuur- en landschapswaarden:

1801/bx.sv 32 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Landschapseenheid A: Vertakking van Jobeek / Grote beek, Veldbeek / Ringbeek en Klaphullebeek / Wantebeek. - behoud en uitbreiding van beekdalbos; - structuurbehoud en –herstel van de waterlopen; - behoud en beheer van de beekdalgraslanden; - behoud van perceelsrandbegroeiing; - behoud van bestaande poelen en graven van nieuwe poelen. Landschapseenheid B: Heuvelruggen van Ruddervoorde / Waardamme en Hertsberge / Lotenhulle - specifiek behoud en uitbreiding of ontwikkeling van grotere boskernen; - vrijwaren en lokaal herstellen van bronniveau’s; - specifiek behoud en systematisch herstel van drevenpatronen; - specifiek gericht bermbeheer. Landschapseenheid C: Veldresten van Raverschoot, Rijsberge en Vrijgeweed - ontwikkeling en aangepast beheer van kleinere boskernen; - behoud en herstel van graslanden; - behoud en systematisch herstel van drevenpatronen; - specifiek gericht bermbeheer. Landschapseenheid D: Randen van het Plateau van Tielt - behoud en uitbreiding of ontwikkeling van kleinere boskernen; - aanbrengen van struweelbegroeiing op taluds; - gericht bermbeheer; - behoud van perceelsrandbegroeiing; - aangepast beheer van hellinggraslanden; - behoud van bestaande poelen en graven van nieuwe poelen. Uiteindelijk werd uit het GNOP één specifiek actieplan geselecteerd met een ruimtelijke weerslag, nl. Sint-Pietersveld-Blauwhuis. Tot op heden werden volgende algemene acties uitgevoerd:

Fietspad en aanplantingen Lammersdam. Dit project werd uitgevoerd in 1999. De verharding van het fietspaadje bestaat uit ternair zand en de aanplantingen werden uitgevoerd door de natuurvereniging tijdens de Dag van de Natuur.

Waterzuivering Sint-Pietersveld. Het gemeentebestuur liet een studie maken over deze waterzuiveringsproblematiek waarbij een afweging werd gemaakt tussen verschillende scenario’s voor de waterzuivering van het volledige gebied. Deze studie wijst uit dat een koppeling van de verschillende lozingspunten naar 1 lozingspunt het meest voordelige is. Er werd geopteerd om een tot en met het privé-domein volledig gescheiden stelsel aan te leggen, gezien het feit dat overstorten niet toegelaten zijn in het reservaat en natuurgebied. Het regenwater moet dus uit het vuilwaterstelsel gehouden worden. Aquafin NV zal instaan voor de bouw van een RWZI (kleinschalige waterzuiveringsinstallatie) voor 600 IE. De werken hiervoor werden aangevat in 2007 en zullen in het voorjaar van 2008 beëindigd worden.

Subsidiereglement voor aanplanting en onderhoud van knotbomen, houtkanten, en aanleg poelen en bronnen. Dit reglement werd goedgekeurd op 24/03/1997 en bevat dus bovenstaande subsidiemogelijkheden.

1801/bx.sv 33 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Kaart 5 : ecologisch relevante entiteiten (GNOP)

1801/bx.sv 34 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.3.3 Mobiliteitsplan In 1997-1998 werd door Groep Planning het mobiliteitsplan Wingene opgemaakt. Het werd conform verklaard in mei 1998. Het mobiliteitsplan onderzoekt de verschillende knelpunten op verkeerskundig vlak in de ganse gemeente en reikt adequate oplossingen aan. Het bevat een samenhangend geheel van maatregelen waarin de verschillende verkeerssoorten op een evenwichtige wijze aan bod komen. Een mobiliteitsplan bestaat uit drie delen waarvan iedere studiefase wordt afgesloten met een nota: de oriëntatienota, de synthesenota en het beleidsplan. In het beleidsplan wordt een beleidsprogramma opgemaakt waarin de verschillende actiedomeinen en verantwoordelijkheden van de beleidsactoren wordt geschetst en dit met 2010 als tijdshorizon.

Volgende keuzes werden opgenomen in het beleidsprogramma: - Ruimtelijk beleid en locatiebeleid: hier wordt het schrappen van de tracés van de omleidingswegen rond Wingene in het gewestplan voorgesteld, mits de opname en herinrichting van de Beernemstraat, Heilig Sacramentstraat en Tieltstraat / Oude Bruggestraat als doortocht. De gewestplanwijziging van 1998 bevat reeds de schrapping van de twee omleidingswegen. - Wegencategorisering en snelheidsbeleid: de E403 (afritten te Lichtervelde / Zedelgem-Ruddervoorde) en de E40 (afrit Beernem) zijn de twee wegen van het hoofdwegennet in de buurt van Wingene. Primaire wegen van categorie twee zijn het aansluitpunt Lichtervelde op de E403 en verbindingen Tielt-E403 (oprit Ardooie) en Tielt-E40 (oprit Aalter). De selectie van secundaire wegen gebeurt in het PRS West-Vlaanderen. Daarnaast werden nog enkele verbindingen beschouwd als lokale wegen. - Doortochtenbeleid: Diverse wegvakken binnen het verblijfsgebied van Wingene en Zwevezele komen in aanmerking voor een herinrichting als doortocht. - Parkeerbeleid: Noch in Wingene, noch in Zwevezele stellen zich parkeerproblemen. - Openbaar vervoer: hierbij werden geen speciale problemen geconstateerd. De busbediening van De Lijn is bevredigend. Er kan nog gewerkt worden aan enkele punten zoals de verbetering van de openbare vervoersverbinding tussen Tielt en Wingene, de evaluatie van de nieuwe buslijn naar Beernem en de uitrusting van de bushaltes met (overdekte) fietsstallingen. - Fietsbeleid: Wat de fietsvoorzieningen betreft is Wingene slecht uitgerust. Om het fietsnetwerk te verbeteren werden enkele maatregelen in verband met het fietsverkeer geformuleerd. Het belangrijkste voorstel is de uitrusting van de gewestwegen N327, N50 en N370 met aanliggende en vrijliggende fietspaden. - Voetgangersbeleid: De basis hier is het uitbreiden van de zone 30 in het centrum van Wingene en het invoeren ervan in het centrum van Zwevezele. Door de herinrichting van de Markt van Zwevezele en de Oude Bruggestraat - Tieltstraat kreeg de voetganger meer plaats binnen het openbaar domein.

Aan de hand van de deze wensstructuren werden maatregelen uitgewerkt om de wensstructuren te concretiseren, rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden. Een opsomming van deze maatregelen met opdeling naar korte termijn, middellange termijn en lange termijn is eveneens opgenomen in het beleidsplan Wingene.

1801/bx.sv 35 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Inmiddels werden reeds de volgende projecten uitgevoerd: - Aanleg fietspaden langs de N327 Tielt - Wingene (1999-2001) - Herinrichting marktplein van Zwevezele in functie van de zone 30 (1999) - Herinrichting Oude Bruggestraat tussen Hillesteenweg en Beernemstraat in functie van de zone 50 (2000) - Herinrichting van de Tieltstraat - Oude Bruggestraat in functie van de zone 30 (2000 en 2001) - Herinrichting van de Beernemstraat tussen de Peerstalstraat en H.Sacramentstraat met aanleg van een fietspad (1999 en 2008) - Herinrichting Kasteelstraat - Lichterveldestraat met een kruispunt in plateauvorm (1998) - Herinrichting kruispunt Bruggestraat – Tramstraat (2001) - Herinrichting kruispunt Beernemstraat – H.Sacramentstraat (2001) - Aanleg fietspaden langs Hillesteenweg tussen Scheewege en Oude Bruggestraat (2000 en 2001) - Aanleg van fietspaden langs de Egemsestraat tussen Wingene en Egem (2005) - Aanleg van fietspaden langs de N370: Wingene – Zwevezele, (2007)

Nog te realiseren projecten zijn: - Herinrichting doortocht Hille (N50 en deel Wingensesteenweg N370) - Aanleg van fietspaden langs de N370: Beernem – Wingene Zwevezele – Lichtervelde (deel in 2008) - Aanleg van fietspaden langs de Ruiseledesteenweg tussen Wingene en Ruiselede

In het voorjaar van 2008 wordt het mobiliteitsplan onderworpen aan een sneltoets. Er wordt geopteerd om het te verbreden en vernieuwen tegen eind 2009.

1801/bx.sv 36 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Kaart 6 : herinrichting doortochten

1801/bx.sv 37 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.3.4 Sectorale visie zonevreemde bedrijven Deze nota, opgemaakt in 1997 door WITAB, heeft als doelstelling de zonevreemde bedrijvigheid te onderzoeken, na te gaan hoe groot de problematiek in Wingene is en oplossingen te formuleren zodat de economische activiteiten levensvatbaar blijven, versterkt kunnen worden en op lange termijn kunnen groeien.

In eerste instantie werd een inventaris van de geïsoleerde bedrijven opgemaakt. Geïsoleerde bedrijven zijn bedrijven die verspreid – ruimtelijk geïsoleerd – in de gemeente voorkomen. Er worden daarin drie types onderscheiden: - geïsoleerde bedrijven gelegen in de woonzones (woongebied, landelijk woongebied, woonpark en woonuitbreidings-gebied) - geïsoleerde bedrijven gelegen in agrarische- en groengebieden - geïsoleerde bedrijven gelegen in een zone voor bedrijvigheid (paarse vlekjes)

Uit de bedrijveninventaris van de gemeente blijkt dat er in Wingene 233 geïsoleerde bedrijven voorkomen (situatie 1997). Daarvan zijn er 137 of 59% gelegen in een woonzone. 72 bedrijven of 32% liggen in agrarisch of groengebied en 9% (22 bedrijven) ligt in een daarvoor bestemde zone voor ambachtelijke en/of lokale bedrijvigheid.

Het hoge percentage geïsoleerde bedrijven in de woonzones wijst op een sterke verwevenheid tussen de ambachtelijke bedrijvigheid en het wonen. Daarbij gaat het voornamelijk over bouwondernemingen en aanverwante bedrijven (28%), houtbewerkingsbedrijven (21%), garage- en autowerkplaatsen (13%), vleesverwerkende en voedingsbedrijven (9%) en metaalbewerkende bedrijven (8%). Meestal zijn dit niet-hinderlijke ambachtelijke bedrijven. Buiten de woonzones komen de geïsoleerde bedrijven sterk verspreid voor. De densiteit is het hoogst in de deelgemeente Wingene.

Over het buitengebied van Wingene komen er ook een aantal geïsoleerde bedrijven voor die als dusdanig zijn bestemd. Ze liggen in zogenaamde paarse vlekjes op de plannen van aanleg. Het gaat hier enerzijds over historisch gegroeide bedrijven die individueel als bedrijvigheid zijn ingekleurd en anderzijds over geïsoleerde bedrijven die recent via het sectoraal BPA ‘zonevreemde bedrijven’ als bedrijvigheidwanneer zowel zijn deingekleurd. juridische toets, met name het al of niet toets, met name de (on)verenigbaarheid met verschillende activiteiten en functies duidelijk daartoe besluiten’ Binnen de groep van de geïsoleerde bedrijven zitten nog een groot aantal kleinschalige zonevreemde activiteiten. Het al of niet zonevreemd zijn van een bedrijf wordt afgewogen op basis van de definitie uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Hierin wordt zonevreemdheid als volgt omschreven: ‘een bedrijf, zijnde een gebouw,

Als zonevreemde bedrijven worden dus gerekend: - bedrijven in het agrarisch gebied of groengebied (juridischeovereenstemmen toets);activiteit ofmet functie, bestaande kan pas voorschriften, zonevreemd wordenals de planologischebeschouwd, - bedrijven die bij een mogelijke uitbreiding zonevreemd worden (juridisch/planologische toets); - milieubelastende bedrijven in de woonzone (hinderlijke bedrijven; is eigenlijk een feitenkwestie; planologische toets).

Uit de bedrijveninventaris van de gemeente blijkt dat er dus 74 van het totaal aantal geïsoleerde bedrijven in de gemeente zonevreemd waren op het moment van de studie (1997). De meeste van deze bedrijven zijn geheel of gedeeltelijk gelegen in agrarisch gebied.

Om tot een oplossing te komen werden een aantal basisprincipes geformuleerd. Daarnaast werd, op basis van de verschillen in de diverse gebiedsdelen van de open ruimte, een selectie gemaakt van openruimtetypes waaraan randvoorwaarden ten aanzien van

1801/bx.sv 38 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

zonevreemde bedrijven werden gekoppeld. Vervolgens werd elk bedrijf getoetst aan de basisprincipes gedifferentieerd naar type openruimtegebied en werd een classificatie voorgesteld van de bedrijven (volgens de omzendbrief RO 97/01).

Tenslotte werd een beleidsstrategie t.o.v. deze problematiek voorgesteld. De gemeente Wingene opteerde voor een gefaseerde aanpak van de zonevreemde activiteiten. Prioritair worden bedrijven geselecteerd voor opname in een sectoraal BPA of voor de aanvraag van een gewestplanwijziging. In een latere fase kunnen BPA’s worden opgemaakt die de ordening van woonkorrels, waarin bedrijven kunnen worden opgenomen, regelen.

Deze visie moest vertaald worden via een gewestplanwijziging en het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. Daar de nota in 1997 is opgemaakt zijn deze maatregelen reeds uitgevoerd: het sectoraal BPA werd uitgevoerd in vijf fases nl. bij MB 24/07/1998, bij MB 19/09/2000,MB 10/04/2002, MB 28/08/2006 en MB 18/12/2007. Binnen deze BPA’s werd voor een 25-tal bedrijven een oplossing gecreëerd.

Eén regionaal bedrijf werd opgenomen in een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (MB 28/08/2006). Voor de resterende kleinschalige zonevreemde bedrijven of activiteiten waarvoor een bestemmingswijziging niet aangewezen is, dringt zich eerder de noodzaak op om binnen het GRS een aangepast referentiekader voor functiewijzigingen uit te werken.

2.3.5 Actualisatie sectorale visie zonevreemde bedrijven (2006) N.a.v. de opmaak van het Sectoraal BPA Zonevreemde Economische activiteiten, Fase IV, MB 28.8.2006 gebeurde er een actualisatie van de sectorale visie die werd opgenomen in de Memorie van toelichting van dit BPA onder Punt 3 Globale gemeentelijke benadering.

De bestaande ruimtelijke en gewenste ruimtelijke structuur op mesoniveau werd er in opgenomen en uitgetekend conform het Voorontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan zoals aangepast overeenkomstig het Structureel overleg van 13 januari 2005.

Tevens werd de bedrijveninventaris van 1997/1998 geactualiseerd.

1801/bx.sv 39 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Kaart 7 : situering geïsoleerde bedrijven (1997)

1801/bx.sv 40 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.3.6 Studie plattelandseconomie in de regio Roeselare-Tielt (Plectrum 2007) In de regio Roeselare-Tielt werd door de wvi in het kader van een Streekcharterproject van RESOC en ondersteund door het Vlaamse Agentschap Economie een uitgebreid onderzoek verricht naar de feitelijke (bestaande) economische activiteiten en hun dynamiek in de landelijke bestemmingszones. Het onderzoek focust zich hierbij op de aanwezige economische activiteiten, met uitsluiting van de agrarische en horeca activiteiten, ontwikkeld op solitaire sites (dus niet op terreinen of sites die als bedrijfs- of woonzone bestemd zijn).

Speciale aandacht werd hierbij besteed aan de aanwezigheid van dit type activiteiten in voormalige hoevegebouwen. Het onderzoek bracht 875 niet-agrarische bedrijven in de 17 gemeenten in beeld, hoofdzakelijk gelegen in een agrarische bestemmingszone, en (nog) niet betrokken In een bestaand specifiek plannings- of beleidsinstrument (BPA/RUP,Functiewijzigingen ...).

Het onderzoek verrast door het hoog aantal bedrijven dat zich bewust ontwikkeld heeft binnen een onzekere juridische stedenbouwkundige context en door de sterke recente oprichtingsdynamiek die deze bedrijven kenmerkt. Ook omtrent de ruimtelijke inpassing van deze bedrijven in de omgeving komt het onderzoek tot verrassende vaststellingen.

De resultaten roepen op tot een dringend debat over deze problematiek en het ontwikkelen van een aangepast evaluatiekader dat oplossingen biedt met ruimtelijke kwaliteit.

De regio Roeselare-Tielt lanceert daarom een oproep en een actieplan om hier dringend werk van te maken.

Bij gebrek aan volledige of kwalitatieve inventarissen werd voor dit onderzoek door de wvi en met heel wat inspanningen van de 17 gemeenten een nieuwe inventaris van deze bedrijfssites opgebouwd.

Deze zgn PLECTRUM-databank (PlattelandsEConomieTieltRoeselare) leverde 875 ondernemingsadressen op waarvan 31 1(35,5%) in (voormalige) hoevegebouwen. Deze cijfers bevestigen de veronderstelling dat de inname van hoevegebouwen door niet landbouwgebonden activiteiten reeds op diverse plaatsen een realiteit is.

Uit de analyse blijkt ook dat op het platteland vaak dezelfde met zone-eigen activiteiten voorkomen. De top 5 van de meest voorkomende activiteiten omvat meteen 60 % van alle gedetecteerde activiteiten. Het gaat om aannemers, handelszaken, tuinaanleg, transport en houtbewerking. Wanneer de top-10 bekeken wordt, komen ook metaalbewerkers, garagecarrosserie, grondwerken, stapeling en elektriciteitswerken mee in beeld.

Opvallend is ook de dynamiek van deze ontwikkeling in de laatste 10 jaar. Van alle gedetecteerde ondernemingen werd 26.3% opgericht in de laatste 5 jaar. Een verdere opsplitsing toont aan dat de oprichtingsdynamiek in agrarische gebouwen, met ruim 30 %, nog sterker is dan deze in andere gebouwen op het platteland (24%).

Uit het onderzoek blijkt ook dat de ontstaansgeschiedenis van deze bedrijfssites een gevarieerde achtergrond heeft :een aantal bedrijven dateren reeds van voor de vaststelling van het gewestplan en of van voor de vergunningsplicht op functiewijzigingen (1984). Maar ook heel wat activiteiten (of wijzigingen) dateren van na deze periode en ontstonden dus ondanks het strikte beleid m.b.t. niet zone-eigen activiteiten.

1801/bx.sv 41 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Op basis van de aard van de activiteit kan grofweg gesteld worden dat tot op heden voor 85% van de gedetecteerde ondernemingen het huidig wetgevend kader blijkbaar geen oplossing kan bieden voor het bestaan van deze activiteiten op deze plaatsen. De sterke recente oprichtingsdynamiek die blijkt uit de kruispuntbank voor ondernemingen (KBO) (hoofdzakelijk in bestaande gebouwen) toont tegelijkertijd aan dat de huidige regelgeving hierop blijkbaar weinig invloed heeft en dit in het bijzonder in (voormalige) agrarische gebouwen. De logica van de valorisatie van deze bestaande gebouwen (en het hierin geïnvesteerd kapitaal) blijkt hierbij sterker dan de logica van de bestaande regelgeving waarbij dit leidt tot risicovol startgedrag.

Anderzijds ontstond door opeenvolgende wijzigingen in regelgeving in de voorbije decennia ook onzekerheid bij diverse ondernemers. Tenslotte hebben de diverse overheden ook niet altijd op een passende wijze opgetreden tav deze ontwikkeling. Op deze manier is er een zekere kloof ontstaan tussen beleidsdoelstellingen en het vigerend ruimtelijk beleid aan de ene kant en de feitelijkheid op het terrein aan de andere kant. Voor Wingene gaat het om een tachtigtal bedrijven waarvan 27 % in voormalige hoevegebouwen, bij 13 % is er sprake van een combinatie van agrarische activiteiten en niet-agrarische op een hoeve; de resterende 60 % betreffen niet-agrarische bedrijfsactiviteiten in andere gebouwen.

In de (voormalige agrarische) gebouwen gaat het vooral al : grondwerken, transport, tuinaanleg, aannemer, stapeling, wellnes en veevoederhandel.

In de niet-agrarische gebouwen gaat het vooral om aannemer, handel, elektriciteit/sanitair, garage, houtbewerking, stapeling, transport, tuinaanleg.

1801/bx.sv 42 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

2.3.7 Sectorale visie zonevreemde woningen In het voorjaar van 1998 werd door de gemeente Wingene aan Groep Planning de opdracht gegeven een visie te ontwikkelen omtrent de zonevreemde woningen op haar grondgebied. In functie van de uitbouw van een eigen globaal ruimtelijk beleid, ingebed en in confrontatie met het ruimtelijk beleid van de hogere bestuursniveaus, stelde de gemeente Wingene zich vragen over de continuïteit en kwaliteit van de woonfunctie in het landelijk gebied. Het ontwikkelen van een visie bood de gemeente voldoende houvast om adequaat te kunnen inspelen op een aantal recente ontwikkelingen binnen het woonbeleid van de regionale overheden. Tevens zou de studie een aanleiding zijn voor de gemeente om op de best mogelijke wijze een gemeentelijk uitvoeringsplan voor te bereiden en er een verantwoorde onderbouw aan te geven. De inhoud van de studie wordt hieronder samengevat.

Wat wordt verstaan onder zonevreemdheid? Zonevreemdheid manifesteert zich zowel op juridisch als op planologisch vlak. Juridische zonevreemdheid heeft betrekking op de discrepantie tussen de bestaande toestand en de toestand zoals deze in de gewestplannen is vastgelegd. Het betreft dan de functies die niet gesitueerd zijn in de overeenkomstige bestemming (in dit geval woningen die niet gesitueerd zijn in woonzones). Planologische zonevreemdheid uit zich in het niet verenigbaar zijn met de omgeving.

Probleemstelling De problematiek van de zonevreemde woningen in Wingene is tweeledig. Ten eerste werden veel historisch gegroeide sites in het landelijk gebied bij de opstelling van het Gewestplan Roeselare-Tielt in een juridisch onzekere toestand gebracht. Ten tweede wordt er in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geen specifieke strategie voorgesteld om aan het planologisch aspect van de verspreide bewoning tegemoet te komen. Aldus stelt zich een discriminatie van de zonevreemde woningen t.o.v. de woningen in de woonkernen.

De studie “Sectorale visie zonevreemde woningen” nam zich tot doel om de lokale situatie van de verspreide bebouwing in Wingene onder de loep te nemen, zodanig dat er voor de zonevreemde woningen een gebiedsgerichte strategie kan uitgewerkt worden, rekening houdend met de randvoorwaarden van het gebied. Er werden 1238 zonevreemde woningen geteld waarvan een 1000-tal in landbouwzone en de overige in zones voor gemeenschapsvoorzieningen, zones voor verblijfsrecreatie en groengebieden. Dit slaat op één vierde van het totaal aantal woningen.

De visie Na het uitvoeren van een gericht onderzoek waarin enkel de voor deze sectorale benadering relevante gegevens5 werden verzameld en onderzocht, werd een aanzet tot visie geformuleerd. De visie voor Wingene moet in de eerste plaats leiden tot een oplossing voor de discriminatie van de zonevreemde woningen, waarvan in de probleemstelling sprake was. Op de tweede plaats moet er gezocht worden naar een methode om de verspreide bebouwing op een duurzame manier in de ruimtelijke structuur van de gemeente in te bedden. Alleen zo kan er een gefundeerd beleid gevoerd worden omtrent de verspreide bebouwing in het algemeen en de zonevreemde woningen in het bijzonder. De gebiedseigen kenmerken van Wingene dwingen tot een visie die steunt op twee principes. Enerzijds moet er binnen het huidige onderzoeksgebied op een gebiedsgerichte manier gewerkt worden en anderzijds moet er een typologie voor de nederzettingsstructuur uitgetekend worden. - Principe 1: De gebiedsgerichte afbakening steunt op de verschillende historisch gegroeide verschijningsvormen van de nederzettingsstructuur in Wingene. Hiervoor vormen de verschillende occupatiegebieden de basis.

5 Als relevante onderzoeksgegevens werden volgende thema’s geselecteerd: inventaris van de huidige toestand op het terrein, historische analyse, demografische analyse, uitrustingsniveau en kwaliteit van de verspreide bebouwing.

1801/bx.sv 43 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

- Principe 2: De nederzettingstypologie zorgt er onder meer voor dat concentraties van woningen op een eenvoudige manier kunnen aangeduid worden. De opbouw ervan kan onder meer gebaseerd zijn op de omvang, de sociale dimensie en het voorkomen van de site.

Door beide principes te koppelen kunnen er voor de afgebakende entiteiten op een eenvoudige manier gebiedsgerichte opties opgesteld worden en kon aldus een gepaste oplossing gegeven worden voor de onduidelijke toestand van de (zonevreemde) verspreide bebouwing.

2.3.8 Woonbehoeftestudie (planperiode 2007-2017) In het kader van de opmaak van het GRS werd de woonbehoeftestudie in opdracht van de gemeente Wingene geactualiseerd door WES. De resultaten van deze studie werden opgenomen in het hoofdstuk omtrent de behoeften.

2.3.9 Relevante basiselementen in de gemeentelijke structuurplannen van de buurgemeenten De gemeente Wingene telt zeven buurgemeenten: Oostkamp, Beernem, Ruiselede, Pittem, Ardooie, Lichtervelde en Tielt. In de huidige stand van zaken zijn er weinig conflicterende elementen vast te stellen tussen de (voorlopige) structuurplannen van deze gemeenten en het structuurplan van de gemeente Wingene.

2.3.10 Inventaris domeinen kastelen en landhuizen. Door de provincie werd in 2008 een inventaris opgemaakt van kasteeldomeinen in het arrondissement Brugge en enkele gemeenten van het Brugse Ommeland waartoe ook Wingene behoort. Er werden acht kasteeldomeinen geselecteerd : 1. Kasteel Blauwhuis, Beernemsteenweg, 171, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, opp. 2,5 ha. 2. Kasteel Hendriksberg, Blauwhuistraat, 11, natuurgebied, 13 ha. 3. Kasteel Munken, Munkelostraat, 35, parkgebied, 19,9 ha. 4. Kasteel Sint Pietersveld, Sint Pietersveldstraat, 4 natuurgebied, 5,3 ha. 5. Kasteel De Varens, Polderdreef 5, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, 11,8 ha. 6. Kasteel De Warande, Beernemsteenweg, 173, parkgebied, 5,2 ha. 7. Kasteel Wildenburg, Beernemsteenweg, 106, 27,8 ha. 8. Kasteelpark Zwevezele, Waldreef, parkgebied, 3,5 ha.

1801/bx.sv 44 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene

zonevreemde woningen Kaart 8 zonevreemde bedrijven Zonevreemde woningen en bedrijven (sectoraal) BPA inzake bedrijvigheid

SITUERING VAN DE BPA'S Opdrachtgever: gemeentebestuur Wingene 1801 / sv / maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

3 De bestaande ruimtelijke structuur op macroschaal De macrostructurerende elementen zijn de ruimtelijke elementen die Wingene verbinden met haar omgeving. Door het lokaliseren en analyseren van deze elementen wordt Wingene ruimtelijk geplaatst in haar regionale context; de gemeente wordt m.a.w. gepositioneerd binnen de provincie, de streek en/of de regio. In eerste instantie beperkt het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zich tot het werkingsgebied van de gemeente. Het is echter duidelijk dat bepaalde ontwikkelingen (en voorstellen) de grenzen van de gemeente overstijgen. Een aantal ontwikkelingen binnen de gemeente hangen nauw samen met de ontwikkelingen en tendensen in de aangrenzende gemeenten en regio’s. Waar nodig zal dan ook op deze ontwikkelingen worden ingegaan. De belangrijkste macrostructurerende elementen voor Wingene worden beschreven in de volgende paragraaf en voorgesteld op de daaropvolgende kaart.

3.1 Macrostructurerende elementen in Wingene Wingene is gesitueerd op de overgang van zandig Vlaanderen naar zandlemig Vlaanderen. In het zuiden maakt Wingene nog deel uit van de lichte Zandleemgebieden terwijl we in het noordoosten van de gemeente reeds de Streek van Beernem (Zandig Vlaanderen) aantreffen. Daartussenin ligt het Lemig zandgebied. Deze bodemkundige indeling komt tevens tot uitdrukking in de landschappelijke streken. De zuidelijke helft van Wingene maakt daarbij deel uit van de “open akkers van Zand-Lemig Vlaanderen”, de noordelijke helft hoort bij de “Vlaamse Zandstreek”. In deze Vlaamse Zandstreek komen in Binnen-Vlaanderen een aantal veldgebieden voor. Eén daarvan is het Bulskampveld dat zich uitstrekt van het zuiden van Brugge tot in het noordoostelijke deel van Wingene. Ook agrarisch gezien situeert Wingene zich op de overgang van twee entiteiten. De zandstreek wordt voornamelijk gekenmerkt door concentraties van intensieve veehouderij. Het zuidelijke deel van Wingene behoort tot het zogenaamde landbouwgebied van Roeselare-Tielt, dat eveneens concentraties van intensieve veeteelt kent naast een pak andere teelten (o.a. groenteteelt), en dus gedifferentieerder is.

Wat de bosstructuur betreft maken de bossen in het noordoosten van Wingene deel uit van het Bulskampveld, een bosrijk en oud veldgebied gelegen ten zuidoosten van Brugge. De bossen zijn aan elkaar gelinkt door dreven, en er komen een aantal kasteelparken en heiderelicten in voor.

Als deel van het groter geheel behoort de nederzettingsstructuur van Wingene tot een gebied dat gekenmerkt wordt door veel kernen en een sterke historische verspreide bebouwing, te situeren in het midden van West-Vlaanderen.

De regio wordt ontsloten door twee wegen van internationaal belang: de E40 en de E403. De N37 vormt een belangrijke schakel in de diagonale verbinding tussen de E40 en de E403. Wingene is gesitueerd middenin het driehoekig maas gevormd door de E40, de E403 en de N37. De N50, regionale weg Brugge - Kortrijk, loopt parallel aan de E403 en loopt dwars door Zwevezele.

1801/bx.sv 46 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Kaart 9 BRUGGE Macrostructurerende elementen in Wingene

Jabbeke N 3 2 Stedelijke bebouwing

Woonkernen

Zandstreek Oostkamp Zandleemstreek

Knesselare Veldrestanten

Autosnelweg met op- en afrittencomplex Zedelgem Beernem Kana a l Belangrijke weg B N ru g g 4 e Belangrijke waterweg - 4 G en t Regionale stad

2 3 Kleine stad N

7 1 Aalter A A 1 0

TORHOUT

7 3 Wingene N

Ruiselede

Lichtervelde Zwevezele N 35

N

5

0

TIELT

Pittem N 35

Hooglede Ardooie N 37

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene ROESELARE 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

3.2 Wingene binnen de regionale stedelijke structuur van West-Vlaanderen 3.2.1 Hiërarchie der kernen Wingene situeert zich tussen de vier steden Roeselare (ca. 16 km), Brugge (ca. 18 km), Torhout (ca. 10 km) en Tielt (ca. 8 km). De dichtstbijzijnde centra met een regionale uitstraling zijn Roeselare en Brugge. Tielt is een goed uitgeruste kleine stad, Torhout is een kleine stad met een behoorlijk uitrustingsniveau. Gelijkmatig tussen de steden verspreid ligt een veelheid aan nederzettingen, waaronder Wingene en Zwevezele. Door een sterke, historisch gegroeide, verspreide bebouwing is het nederzettingspatroon sterk vervaagd.

Roeselare heeft de jongste decennia een duidelijke opgang gemaakt en wordt erkend als regionale stad in het centrum van de provincie. De invloedssfeer van Roeselare strekt zich uit tot in het arrondissementen Tielt.

Tielt ligt binnen het spanningsveld van het grootstedelijk centrum Gent en de regionale steden Brugge, Roeselare en Kortrijk. Bovendien liggen goed uitgeruste kernen met een lokaal voorzieningsniveau in de omgeving. Daardoor is Tielt voor een kleine stad onvoldoende uitgerust. Toch is Wingene grotendeels op Tielt aangewezen voor detailhandel, secundair onderwijs en gespecialiseerde diensten.

Torhout is de motor geweest voor industriële ontwikkelingen in de omgeving. In dit gebied heeft zich een vermenging voorgedaan met industriële activiteiten en zijn er hogere bevolkingsdichtheden.

Het is duidelijk dat Wingene, gezien haar ligging, onder invloed staat van deze vier steden, hoewel de invloed van Torhout eerder beperkt is. Bovendien is het zo dat Zwevezele en het westen van de gemeente eerder gericht zijn op Roeselare en Torhout, terwijl Wingene en het oostelijk deel van de gemeente eerder aanleunen bij Brugge en Tielt.

1801/bx.sv 48 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Kaart 10 Wingene binnen de regionale stedelijke structuur van West-Vlaanderen

Knokke-Heist

grootstad buiten West-Vlaanderen NOORDZEE Blankenberge

goed uitgeruste regionale stad Oostende

Maldegem Brugge regionale stad

Gistel Nieuwpoort kleine stad Aalter

Torhout Gent zwak uitgeruste kleine stad of grote hoofdzakelijk zelfvoorzienende stad Veurne Diksmuide Tielt

intensiteit van de attractie

Roeselare

Izegem Waregem

Poperinge Ieper Kortrijk Avelgem Wervik Menen

Rijsel

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

3.2.2 Regionale woningmarkten: alternatieve methodiek voor het bestuderen van de nederzettingsstructuur Als gevolg van een stille metamorfose ontstaat er een nieuw beeld over de dorpen en steden in Vlaanderen. Kenmerkend daarbij is de steeds verder toenemende afstand tussen activiteitencentra. Deze metamorfose dringt, hetzij gedeeltelijke, hetzij volledige nieuwe referentiekaders op om een zo best mogelijke manier een ruimtelijk beleid te voeren.

Aan de basis van deze metamorfose liggen geografische integratie en differentiatie door schaalvergroting. ‘Schaalvergroting’ is een algemene maatschappelijk tendens, een megatrend6. Daarbij zijn integratie en differentiatie de processen waar het om gaat. “Integratie houdt de overgang in van autonomie naar specifieke positie binnen een groter geheel, hetgeen de mogelijkheid opent tot specialisatie. Er treedt bij wijze van spreken een soort taakverdeling in groter verband op. Differentiatie impliceert dan een gelijktijdige uitsortering van bewoners, werknemers, gebruikers, klanten, e.d. “ (Saey P., 1997).

Deze megatrends beïnvloeden zowel de feitelijke toestand van het platteland als de manier waarop we erover denken. Het vroegere beeld van het dorp was een uniform beeld. Karakteristiek was het grote belang van het lokaal voorzieningenniveau en de lokale werkgelegenheid. Het veranderende beeld is er een van een nieuwe verscheidenheid en voltrekt zich in drie dimensies. Landelijke woondorpen evolueren van: - autonoom dorp naar woondorp; - een dorp met een heterogene bevolkingssamenstelling naar een dorp met een homogene bevolkingssamenstelling; - traditionele dorpsbinding (‘geworteldheid’) naar moderne dorpsbinding (‘dorpstrots’).

Samenvattend onderscheiden dorpen zich steeds minder naar hiërarchie en steeds meer naar verscheidenheid. Het worden concurrenten op een zelfde regionale woningmarkt (Saey en Van Nuffel, 1999). Daarbij spelen kenmerken van het woningpatrimonium en kenmerken van de woonomgeving een grote rol (bv. ligging ten opzichte van stedelijke gebieden, de aantrekkelijkheid van de woonomgeving).

Om dit proces van ‘schaalvergroting’ te kunnen inbedden in de uitwerking van een nederzettingsstructuur wordt het concept ‘regionale woningmarkt’ toegepast. “Een regionale woningmarkt ontstaat wanneer vraag naar en aanbod van woningen en bouwgronden in een nederzetting structureel bepaald beginnen te worden door de vraag en aanbod in andere nederzettingen, gelegen op afstanden die het geheel op een ruimtelijk niveau brengen dat de schaal van een gemeente met aangrenzende gemeenten (ruim) overschrijdt. Een regionale woningmarkt ontwikkelt zich doordat migraties niet meer ondernomen worden omwille van motieven in verband met de werkplaats, maar omwille van motieven die te maken hebben met de woonomstandigheden. De woonplaats valt steeds minder samen met de werkplaats.” (Saey P. en Van Nuffel N., 1999) Deze benadering van regionale woningmarkten maakt geen gebruik van de geijkte manier van differentiatie op basis het voorzieningenniveau, maar wel van een differentiatie van de nederzettingsstructuur volgens een (nieuwe) verscheidenheid op grond van specifieke kenmerken.

Daar wonen niet enkel het resultaat is van individuele woonwensen maar ook van prijsvorming door vraag en aanbod, onstaat een regionale woningmarkt, naast de vorming van woonmilieus, ook door de krachten van een immobiliënmarkt.

6 Megatrends zijn “algemene doorgaande ontwikkelingen in de samenleving, zowel regionaal, nationaal als wereldwijd, die een vergaande invloed hebben op denken en handelen van mensen en organisaties” (VROM, 1998).

1801/bx.sv 50 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Ter verduidelijking dient gezegd te worden dat het hier gaat om een hypothetische benadering. Het is niet gezegd dat in de realiteit niet nog meer processen van invloed zijn op het nederzettingssysteem. Toch wordt aangenomen dat deze manier van analyseren meer mogelijkheden biedt om op de best mogelijke manier het bebouwingspatroon te analyseren. Deze theoretische benadering werd reeds onderzocht in het ‘Leefbaarheidsonderzoek in de Plattelandskernen van de Westhoek’. Tevens wordt in het beleidsplan Ontwerp Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen een aanzet gegeven tot het uitbouwen van zo een referentiekader voor de nederzettingsstructuur.

Het is de bedoeling om in het verdere verloop van het GRS de nederzettingsstructuur van Wingene te positioneren in deze regionale woningmarkt (zie kaart ‘Geoperationeliseerde woningmarkten in West-Vlaanderen’). Tevens zal een beleid uitgeschreven worden dat gebaseerd is op de verscheidenheid van de nederzettingsstructuur van Wingene, met daarin speciale aandacht voor de problematiek van zonevreemde woningen. Een mogelijke oplossing kan liggen in het uitwerken van een identiteitsstrategie (De Roo, N. en Prof. Dr. Thissen, F., 2000) voor het wonen op het platteland (zie verder bij de gewenste ruimtelijke structuur).

1801/bx.sv 51 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Kaart 11 schematische afbakening van de regionale woningmarkten in West-Vlaanderen

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Kaart 12 Geoperationaliseerde regionale woningmarkten in West-vlaanderen

Knokke-Heist

Woningmarkt Kortrijk NOORDZEE Blankenberge Woningmarkt Menen

Woningmarkt Waregem Oostende Brugge Maldegem Woningmarkt Avelgem

Woningmarkt Westhoek

Woningmarkt Brugge

Gistel Aalter Woningmarkt Torhout Nieuwpoort Woningmarkt Tielt

Wingene Gent Woningmarkt Roeselare Torhout Woningmarkt Kust-Oostende Diksmuide Veurne Tielt

Roeselare Izegem

Waregem

Ieper Poperinge

Wervik Kortrijk Avelgem Menen

Rijsel

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

3.2.3 Pendelstromen7 Voor de woon-werkverplaatsingen kunnen we laatste volkstelling zijn nog niet

Woon-werkverplaatsingen (cijfers 2001) In het totaal zijn er 1.890 personen tewerkgesteld in Wingene (dit is exclusief de zelfstandigen). 55% van deze tewerkgestelden woont in Wingene zelf. Nog eens beschikbaar. 15% van de Hier tewerkgestelden moeten we du in Wingene komt uit de overige gemeenten van het arrondissement Tielt, en dan vooral uit de buurgemeenten (Ruiselede, Tielt, Pittem, Ardooie). Hiernaast is nog een aanzienlijk aandeel van de ingaande pendelaars afkomstig uit het arrondissementbeschikken Brugge over (14%). cijfers van 2001. De cijf

Van de 12.647 inwoners van Wingene (cijfer van 2001) verplaatsen er zich dagelijks 3.545 naar hun werk. Bijna 30 % van hen (1.039 personen) werkt binnen de gemeentegrenzen. De overiges gemeenten terugvallen van op het arrondissement Tielt vangen 23% werknemers uit Wingene op. Opnieuw spelen de buurgemeenten Tielt (413), Pittem (141) en Ardooie (117) hierbij de grootste rol. Nog eens 22% van de werknemers uit Wingene vindt werk in het arrondissement Brugge en 10% in het arrondissement Roeselare. cijfers uiters 1991. betreffende de schoolpendel van de

Woon-schoolverplaatsingen (cijfers 1991) Het merendeel (94%) van de 754 leerlingen die schoollopen te Wingene is woonachtig binnen de gemeente zelf. Slechts 42 leerlingen zijn afkomstig uit buurgemeenten en aangrenzende arrondissementen. Dit is ook logisch gezien er geen secundair onderwijs voorzien is in Wingene, en lager onderwijs meestal in de buurt van de woonplaats wordt gevolgd. Dagelijks verplaatsen zich 2.009 Wingense leerlingen naar school. Hiervan loopt 35% school in Wingene zelf, en 65% erbuiten. Zo’n 21% van de scholieren loopt school in Tielt, 14% in het arrondissement Brugge, 8% in het arrondissement Roeselare en nog eens 6% in de provincie Oost-Vlaanderen.

7 Bron: pendelgegevens, N.I.S., 1991

1801/bx.sv 54 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Ingaande werkpendel BRUGGE DAMME Uitgaande werkpendel BRUGGE DAMME KAPRIJKE KAPRIJKE

JABBEKE MALDEGEM EEKLO JABBEKE MALDEGEM EEKLO OUDENBURG OUDENBURG

46 341 MIDDELKERKE MIDDELKERKE GISTEL GISTEL BEERNEM WAARSCHOOT BEERNEM WAARSCHOOT 49 KNESSELARE 135 KNESSELARE ZOMERGEM ZOMERGEM ZEDELGEM 13 ZEDELGEM 6 OOSTKAMP OOSTKAMP 21 92 66 ICHTEGEM ICHTEGEM 141

LOVENDEGEM LOVENDEGEM KOEKELARE KOEKELARE 25 AALTER 43 AALTER 32 1039 TORHOUT TORHOUT 55 41 58 WINGENE RUISELEDE NEVELE WINGENE RUISELEDE NEVELE DIKSMUIDE GENT DIKSMUIDE 111 GENT 34 33 KORTEMARK LICHTERVELDE KORTEMARK LICHTERVELDE 96 413 55 141 TIELT SM-LATEM TIELT SM-LATEM PITTEM 9 43 PITTEM 14 31 DEINZE DEINZE HOOGLEDE HOOGLEDE 117 ARDOOIE DE PINTE ARDOOIE DE PINTE

HOUTHULST HOUTHULST DENTERGEM DENTERGEM 38 28 197 48 STADEN STADEN MEULEBEKE NAZARETH MEULEBEKE NAZARETH ROESELARE ROESELARE 56 ZULTE ZULTE IZEGEM OOSTROZEBEKE IZEGEM OOSTROZEBEKE

Ingaande schoolpendel BRUGGE DAMME Uitgaande schoolpendel BRUGGE DAMME KAPRIJKE KAPRIJKE

JABBEKE MALDEGEM EEKLO JABBEKE MALDEGEM EEKLO OUDENBURG OUDENBURG

157 MIDDELKERKE MIDDELKERKE GISTEL GISTEL BEERNEM WAARSCHOOT BEERNEM WAARSCHOOT

KNESSELARE 19 KNESSELARE ZOMERGEM ZOMERGEM ZEDELGEM ZEDELGEM OOSTKAMP OOSTKAMP ICHTEGEM 77 ICHTEGEM 19

LOVENDEGEM LOVENDEGEM KOEKELARE KOEKELARE

5 AALTER 12 AALTER TORHOUT TORHOUT 71 4 61 RUISELEDE WINGENE RUISELEDE NEVELE 712 WINGENE NEVELE DIKSMUIDE GENT DIKSMUIDE 98 21 GENT KORTEMARK LICHTERVELDE KORTEMARK LICHTERVELDE 425 4 TIELT SM-LATEM TIELT SM-LATEM PITTEM PITTEM 10 5 DEINZE 33 DEINZE HOOGLEDE HOOGLEDE ARDOOIE ARDOOIE DE PINTE DE PINTE

HOUTHULST HOUTHULST DENTERGEM DENTERGEM 129

STADEN STADEN MEULEBEKE NAZARETH MEULEBEKE NAZARETH ROESELARE ROESELARE

ZULTE ZULTE IZEGEM OOSTROZEBEKE IZEGEM OOSTROZEBEKE

Arrondissementgrens Kaart 13 Werk- en schoolpendel van en naar Wingene Gemeentegrens

Pendelstromen

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4 De bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste structurerende elementen in de gemeente en wordt daarna overgegaan tot een uitgebreidere analyse van alle structurerende elementen van Wingene. Deze bestaat uit de nederzettingsstructuur, de socio–culturele en recreatieve structuur, de ruimtelijk – economische structuur, de verkeers- en vervoersstructuur en de open ruimte structuur (natuurlijke, landschappelijke en agrarische structuur). 4.1 Globale bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau 4.1.1 Fysisch milieu Reliëf Wingene situeert zich hoofdzakelijk op de noordelijke uitloper van het plateau van Tielt. Ter hoogte van de zuidwestelijke grens van de gemeente is er aansluiting met de topzones van dit laagplateau. Aan de noordwestelijke grens strekt zich de heuvelrug uit van Ruddervoorde naar Waardamme; aan de noordoostelijke grens is er de heuvelrug van Hertsberge naar Lotenhulle. Met uitzondering van de randen van deze verheven rugzones kent het landschap van het Wingense grondgebied sterk verlaagde en vervlakte reliëfkenmerken. Dit zwakglooiend landschap, gedomineerd door een aantal heuvelruggen en afgewisseld door beekdepressies, werd grotendeels gevormd tijdens het kwartair. Op het einde van het Tertiair bleef een zacht noordwaarts hellend oppervlak achter met een afwisseling van zand- en kleilagen. Door de verschillende erosiegevoeligheid van deze noordwaarts hellende lagen, ontstond een reeks cuesta’s of heuvelruggen. In de eerder gevormde diepe valleien werd enorm veel materiaal afgezet, zodat de valleien door opvulling ondiep en breed werden.

Hydrografie Wingene heeft twee afwateringsstelsels, enerzijds behorend tot het Rivierbeekbekken, anderzijds tot het Poekebeekbekken.Tot het Rivierbeekbekken behoren de Jobeek / Grote Beek, Muizeveldbeek, Leugaartsbeek, Poversbeek of Veldbeek met bovenlopen Kloosterbeek en Speibeek, Ringbeek met zijbeken Rattebeek, Poelvoordebeek en Steenbeek, Blauwhuisbeek en oude Blauwhuisbeek. De rivierbeek watert af naar het kanaal Gent-Oostende en het Zuidervaardeken.Tot het Poekebeekbekken behoren (op grondgebied van Wingene) de Pachtebeek en de Klaphullebeek. De Poekebeek watert af naar de Leie. Om in de toekomst wateroverlast te vermijden dient er ruimte voor water te worden voorzien. Dit kan zowel door de natuurlijke watergebieden bouwvrij te houden of door specifieke maatregelen in te lassen waardoor bebouwde gebieden met een overstromingsrisico gevrijwaard blijven.

Van nature overstroombare gebieden (NOG) omvatten de ruimte die de waterlopen permanent of periodiek zouden innemen in afwezigheid van kanaliserende en beschermende infrastructuren. Gezien de poldergronden van nature overstroombaar zijn door de zee, zijn ze integraal door als NOG geclassificeerd. De NOG-kaart geeft niet noodzakelijk het actueel overstromingsrisico weer, maar is een indicatie van waar overstromingen zich in een bodemkundig-historisch perspectief hebben voorgedaan. De recent overstroomde gebieden (ROG) zijn ingetekend op basis van gegevens van overstromingen tussen 1988 en 2000. Een aanvulling van deze informatie met gemodelleerde overstromingsgebieden8 (MOG), heeft geleid tot de afbakening van risicozones voor overstroming. Dit zijn plaatsen die aan terugkerende en belangrijke overstromingen blootgesteld werden of kunnen blootgesteld worden.

8 Op basis van gedetailleerde topografische metingen van waterlopen, en hydrologische en hydrodynamische modellering.

1801/bx.sv 56 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Figuur 9 : overstromingskaart Bron: OC Gis Vlaanderen

De recent overstroomde gebieden en de risicozones voor overstroming zijn in de beekvalleien gesitueerd, namelijk ten oosten van de H. Sacramentstraat (Ringbeek) en nabij Wildenburg (Blauwhuisbeek); daarnaast zijn verspreid over de gemeente nog een aantal van nature overstroombare gebieden; deze situeren zich bijna allemaal in het zuidelijk deel van de gemeente.

Bodem Wingene is gesitueerd op de overgang van zandig Vlaanderen naar zandlemig Vlaanderen. In het noordelijk deel van de gemeente is de bodem zandig (ca. 70% van de totale oppervlakte van Wingene); in het zuidelijk gedeelte zijn de gronden zandlemig. Hiernaast zijn er in de smalle beekvalleien nog langgerekte stroken kleiige bodems terug te vinden.

1801/bx.sv 57 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Figuur 10 : schematische doorsnede van de cuesta’s in centraal West-Vlaanderen

4.1.2 Historische ontwikkeling De eerste vermeldingen over Wingene en Zwevezele in historische documenten dateren uit de 9de eeuw. Sint-Jan werd als nieuwe parochie in 1913 gesticht, terwijl Hille als straatgehucht vermoedelijk pas uit het begin van de 18de eeuw dateert.

De dorpsgemeenschappen functioneerden in een gesloten landbouweconomie. Die landbouweconomie steunde op de exploitatie van zeer nabijgelegen akkerland en op het gebruik van de omliggende bossen en wastines. Op het einde van de 11de eeuw zouden, gelokaliseerd rond de kleine dorpskernen, reeds pleksgewijze akkerontginningen tot stand gekomen zijn. Dit is de zogenaamde kampstructuur, welke reeds in de Germaanse tijd moet ontstaan zijn. Het is een structuur waarbij men zich midden de ontgonnen akkers vestigde en waarbij de wegen ontstonden.

Maar deze vlekken betekenden vermoedelijk nog maar kleine cellen in een matrix van het toen overheersende natuurlandschap. De Heuvelrug tussen Hertsberge en Lotenhulle, gelegen onder onherbergzame wastines en omgord door bossen, zou zelfs tot diep in de 18de eeuw als een soort niemandsland fungeren. Van deze uitgestrekte wastines waren de zuidranden van het Bulskampveld, het Vrijgeweed, het Lichtervelde/Zwevezeleveld, Het Wingens Veld, het Sint-Pietersveld en de noordrand van het Raverschootveld de belangrijkste. Zij besloegen naar schatting een kleine helft van de totale gemeentelijke oppervlakte en waren in hoofdzaak gelegen op extreem droge gronden alsook op de nattere gronden. Aan de randen van de veldgebieden en ter hoogte van Sint-Elooi, Poelvoorde en Rateling overheersten sterk uitgebreide boszones. Vanaf de 12de eeuw richtten grotere abdijen pioniersbedrijven op met de bedoeling van daaruit de woeste heidegronden te ontginnen. Deze pogingen kenden maar een matig succes en stuitten bovendien op tegenstand van de aangelanden, die de wastine-

1801/bx.sv 58 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

gronden op basis van gemeenschappelijke gebruiksrechten benutten als ‘vroente’ of extensief weidegebied. De ligging en de omvang van de wastines in het beschouwde gebied bleef nagenoeg ongewijzigd tot diep in de 18de eeuw, waardoor het kaartbeeld van Ferraris van omstreeks 1775 een heel goed beeld verschaft van het toenmalige cultuurlandschap. Verspreid over het grondgebied van Wingene lagen kleinere hoeven en hoven van mindere heerlijkheden en de huisjes van de pachters. Concentraties van verspreide bebouwing bevonden zich rond o.a. grotere hoeven, kruispunten van wegen en molens.

Een tweede belangrijk periode vangt aan op het einde van de 18de eeuw. Herbebossingsdecreten, uitgevaardigd onder Oostenrijks bewind en later door het Frans bestuur bestendigd, hebben een grote en vrijwel definitieve ontginningsbeweging in gang gezet. Daarbij ging vooral het wastine-areaal heel snel gaan inkrimpen. Het ontginnen gebeurde voornamelijk onder toenemende demografische druk en een nijpend tekort aan hout en voedsel. De vrij recente ontginningen leidden tot een inversie in het landschapsbeeld waarbij enerzijds aaneengesloten bossen werden gerooid en anderzijds gepoogd werd om voormalige wastines in nieuwe landbouwgrond om te zetten - dit bekende nieuwe landbouwbedrijfjes - (o.m. Vrijgeweed, Rijsbergeveld en Raverschootsveld). In gevallen waar dit laatste mislukte (deel Vagevuur, deel Sint-Pietersveld) werden deze resterende ‘velden’ uit oogpunt van rendabiliteit grotendeels beplant.

De veldontginningen zelf vonden ingang via een dicht net van lange, rechtlijnige ontginningsdreven die aan de basis lagen van een kenmerkendeBelconsulting geometrische n.v. indeling, in die mate zelfs dat van een dambordvormig landschapspatroon gesproken wordt. Dit recente, collectief aangevatte ontginningspatroon contrasteerde fel met het oudere, individueel aangevatte ontginningspatroon waarin akkers en weilanden domineren. Op deze plaatsen liet een door houtkanten en (knot)bomenrijen sterk gesloten landschapsbeeld een onregelmatige perceleringspatroon zien. Het werd door een systeem van talrijke, kronkelende landwegen doorsneden (o.m. Zeswege en Aspergem). Een aantal beekdepressies zorgden dan weer voor een opener landschapsbeeld.

Concreet betekende de 18de eeuwse ontginningsbeweging dat het merendeel van de economisch onrendabel geworden “woeste gronden” op het Wingens grondgebied werden omgevormd; heide werd productief bebost en oudere bosaanplantingen werden tot akkerland omgezet of in nieuwe kasteeldomeinen ingekapseld. Daar domineren actueel de jong-cultuurlandschappelijke patronen, in hoofdzaak bestaande uit bosbestanden en akkerlanden en doorsneden door lijnrechte ontginningsdreven. Op de meeste andere plaatsen zijn de oud-cultuurlandschappelijke patronen eveneens sterk vervaagd.

In de 19de eeuw had de industriële revolutie reeds een grote opgang gemaakt. Deze industriële revolutie is in de eerste plaats een sociale revolutie die gekenmerkt wordt door een demografische explosie, wat leidde tot grote veranderingen in de nederzettingsstructuur en het landschap. Dit was voornamelijk het geval in de veldgebieden van Wingene (Bron: GNOP Wingene, ).

Na WO II staat alles in het licht van de wederopbouw. Grote aantallen woningen worden opgetrokken. Dit gebeurt hoofdzakelijk grootschalig in en rond de woonkernen. Maar ook in het landelijk gebied groeit de bebouwing. Bestaande bebouwing langs wegen transformeren in dichte linten en kleine gehuchten groeien uit tot volwaardige kernen.

1801/bx.sv 59 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.1.3 Bouwkundig erfgoed

De historische kern van Wingene wordt getypeerd door een heterogeen karakter, gevormd door de grote schaalverschillen, het uitzicht en de functies van de bebouwing. De oudste bebouwing staat weergegeven in tiendenboek van het Sint-Amandsche van Wingene van 1639. Die concentreert zich vooral rondom het gemeenteplein en de z.g. Kaplote. Langsheen de Oude Bruggestraat, de Beernemstraat en Tieltstraat situeren zich een aantal gaaf bewaarde voorbeelden van herenhuizen die verschillende stijlen illustreren. Ook een concentratie in o.m. de Futselstraat van kleine arbeiderswoningen van twee à drie traveeën en één à twee bouwlagen.

Buiten de dorpskern bevinden zich enkele historisch gegroeide woonconcentraties, zoals onder meer het gehucht Wildenburg, Sint- Elooi en Sint-Jan Het gehucht Wildenburg bewaart nog het z.g. Blauwhuiskasteel en Sint-Joriskerk.

Buiten het dorpscentrum treffen we boerderijen en kleinschalige landelijke architectuur aan in een agrarisch landschap.

Wingene bewaart enkele belangrijke historische hoeves die zeker teruggaan tot de 16de eeuw. Deze hoeves bestaan uit losse bestanddelen gegroepeerd rondom een meestal heraangelegd erf. Soms gaat het om omwalde sites met een typische opper- en neerhofsituatie die meestal is verdwenen. Andere sluiten aan bij de typologie van het langgeveltype waarbij de hoeve bestaat uit een woongedeelte en hierbij aansluitend de stallingen en schuur. Een groot aantal sites zijn reeds afgebeeld op historisch kaartenmateriaal, maar de hoevegebouwen zijn grondig verbouwd.

Een gelijkaardige situatie is terug te vinden op het grondgebied Zwevezele. In de dorpskern van Zwevezele bevinden zich enkele gaaf bewaarde voorbeelden van panden in de verschillende stijlen illustreren. Een gelijkaardige situatie is terug te vinden op het grondgebied Zwevezele. In de dorpskern van Zwevezele bevinden zich enkele gaaf bewaarde voorbeelden van panden die verschillende stijlen illustreren.

Het landelijke gebied wordt gekenmerkt door de vele akker- en weilanden en verspreide hoevebouw. Enerzijds kleinschalige hoeves bestaande uit losse lage bestanddelen, gelegen op een meestal heraangelegd erf, soms met behouden boomgaard en meidoornhaag. Anderzijds grootschalige hoeves die verband houden met een heerlijkheid.

1801/bx.sv 60 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.1.4 Kwantitatieve/kwalitatieve analyse qua bodemgebruik te Wingene Om de ruimtelijke structuur van de gemeente te begrijpen wordt er in een tabel een overzicht gegeven van het huidige grondgebruik van Wingene en hoe deze is geëvolueerd op acht jaar tijd.

functie 1999 2007 Evolutie 1999-2007 abs. (ha) % abs. (ha) % Akkerland 3.157 46,1 3.100 45,3 -57 Grasland 2.008 29,3 1.944 28,4 -54 Tuinen, parken & boomgaarden 52 0,8 48 0,7 -4 Bossen 452 6,6 454 6,6 +2 Recreatiegebieden 9 0,1 9 0,1 0 Wegen en waterwegen 15 0,2 17 0,2 +2 Overige + woeste grond 60 0,9 74 1,1 +14 Totaal onbebouwde percelen 5.753 84,1 5.646 82,5 -107 Gebouwen met woonfunctie 652 9,5 699 10,2 +47 Gebouwen met economische functie 158 2,3 210 3,1 +52 Gebouwen voor gemeenschapsvoorziening 25 0,4 26 0,4 +1 Overige 7 0,1 8 0,1 +1 Totaal bebouwde percelen 842 12,3 943 13,8 +101 Niet gekadastreerde percelen 247 3,6 253 3,7 +6 TOTALE OPPERVLAKTE 6.842 100,0 6.842 100,0 0 Tabel 3 : evolutie bodembezetting 1999-2007 Bron: Administratie van het Kadaster

Wanneer we de evolutie van het bodemgebruik over de periode 1999-2007 beschouwen, kunnen we vaststellen dat de onbebouwde oppervlakte nog steeds verder afneemt ten voordele van de bebouwde oppervlakte. Vooral de oppervlakte akkerland is drastisch afgenomen, met een snelheid van meer dan 10 ha per jaar. Deze oppervlakte is hoofdzakelijk ingenomen door nieuwe woongebouwen (+ 47 ha), en in mindere mate door gebouwen met een economische functie (+ 52 ha).

1801/bx.sv 61 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.1.5 Synthese bestaande ruimtelijke structuur 4.1.5.1 Hoofdcomponenten bestaande ruimtelijke structuur Bij de beschrijving van de bestaande ruimtelijke structuur, kunnen vier hoofdcomponenten onderscheiden worden, namelijk: - de nederzettingsstructuur, bestaande uit twee hoofdcomponenten, namelijk de kern van Wingene en de bipool Zwevezele- Hille. Daarnaast zijn nog een aantal kleinere woonconcentraties, hetzij historisch gegroeid (Wildenburg, Sint-Jan, Sint- Elooi,…), hetzij eerder gepland (Sint-Pietersveld, Sprookjesdreef en Vorsevijvers). Tot slot wordt Wingene gekenmerkt door sterk verspreide bebouwing.

- de open ruimte, bestaande uit landbouwgebied en boscomplexen; de boscomplexen zijn veelal restanten van voormalig veldgebieden en situeren zich voornamelijk in het zuidoosten van de gemeente.

- de concentraties van economische activiteiten, waarvan de grootste zich langs de N50 ter hoogte van Hille bevindt; daar is ruimte voor zowel lokale als regionale bedrijvigheid. Nabij Wildenburg situeert zich nog een regionaal bedrijventerrein; ten zuiden van de kern van Wingene bevindt zich het lokaal bedrijventerrein “Verrekijker”.

- de lijninfrastructuren, met als voornaamste element de N50 tussen Kortrijk en Brugge die dwars doorheen de gemeente snijdt en waarlangs onder meer het bedrijventerrein “Hille” t.h.v. de kern van Hille gelegen is. Op de grens met Lichtervelde loopt de E403, de snelweg tussen Kortrijk en Brugge. De gemeente heeft geen station en er lopen geen spoorlijnen door de gemeente.

4.1.5.2 De structuurbepalende elementen op mesoniveau De ruimtelijke structuur van Wingene bestaat globaal beschouwd uit de volgende elementen: - een sterk gedifferentieerde nederzettingstructuur; - de sterk ruimtelijk structurerende boscomplexen en beekvalleien; - drie openruimtegebieden.

Wingene heeft diverse types van nederzettingen. Enerzijds zijn er de kernen die op lokaal niveau onafhankelijk functioneren. Zij zijn de kapstok van de Wingense nederzettingsstructuur. Daarin zijn Wingene en Zwevezele de twee hoofddorpen en Hille, en Wildenburg de twee kleinere onafhankelijke dorpen. Om en rond deze onafhankelijke dorpen bevinden zich de grotere concentraties bedrijven. Anderzijds zijn er in Wingene, naast deze op lokaal niveau zelfvoorzienende dorpen, ook een groot aantal nederzettingen die volledig (of gedeeltelijk) afhankelijk zijn in het voorzien van de dagelijkse behoeften. Zij bestaan onder de vorm van (partieel) afhankelijke dorpen, woonconcentraties of wijken, speciale woonentiteiten en de verspreide bebouwing.

De boscomplexen en beekvalleien spelen ruimtelijk en ecologisch een niet te onderschatten rol in Wingene. Binnen de gemeentegrenzen komen er twee grote eenheden bos voor, nl. de uitlopers van de Munkbossen en de eenheid om en rond de Blauwhuisbossen - Sint-Pietersveld. Beide maken zij deel uit van grotere gehelen die boven de grenzen van Wingene uitstijgen. Hun ruimtelijke invloed blijkt uit hun omvang, ruimtelijke spreiding, samenstelling, tewerkstelling en de functies die ze vervullen. Voornamelijk op ecologisch vlak zijn de boscomplexen samen met de beekvalleien de hoofdelementen. De beken vormen een belangrijk net van corridors voor fauna en flora binnen een agrarisch intensief landschap.

1801/bx.sv 62 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

De open ruimte van Wingene bestaat uit drie deelgebieden, nl. het ‘zandig Wingene’, ‘het plateau van Tielt’ en het ‘Voormalig Veldgebied’. Het ‘zandig Wingene’ wordt gerelateerd aan het houtland. Het is een landbouwgebied met voornamelijk intense veeteelt en een dens verspreide bebouwing. Op het ‘plateau van Tielt’ is de landbouw dan weer gedifferentieerder en is de verspreide bebouwing minder dens. Men kan hier spreken van een eerder open akkerlandgebied met een beperk aantal veeteeltbedrijven.

In de hiernavolgende kaart worden de voornaamste karakteristieken van de bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau schematisch weergegeven.

In volgende rubrieken 4.2 tot en met 4.6 wordt op de bestaande ruimtelijke structuur op mesoniveau van Wingene verder ingezoomd op basis van een diepgaande analyse van de diverse ruimtelijke structuren. Op basis van deze afzonderlijke analyses worden deze rubrieken afgesloten met een formulering van de knelpunten en de potenties en finaal met de betrokken behoefte-bepaling.

1801/bx.sv 63 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene Beernem / E40

Brugge

Brugge

Lichtervelde

Tielt

Kortrijk Kortrijk

Voormalig veldgebied: jonge Hoofddorp Beekvalleien nederzettingen, dreven en bos Kaart 14 Kleiner onafhankelijk dorp Boscomplexen Zandig Wingene: intensieve vee- Globale bestaande ruimtelijke structuur teelt, dense verspreide bebouwing (Partieel) afhankelijke woonkern Markante reliëfovergangen Het plateau van Tielt: gedifferentieerde Woonconcentraties of wijken intensieve landbouw, verspreide bebouwing Specifieke woonentiteiten

Industrieel bedrijventerrein Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene Ambachtelijk bedrijventerrein 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.2 De bestaande woon- en leefstructuur op mesoniveau 4.2.1 Ruimtelijke opbouw

WingeneHoofddorpen is gelegen zijn op woonkernende smalle overgangsstrook die in vergelijking van Zandstreek met naarde Zandleemstreek. Dit zijn gebieden met goede bouwgronden en voorzieningenapparaateen matige landbouwwaarde. bezitten. Daardoor Dienaangaande kenmerkt hebben Wingene zij zich daarmee met een dan sterk ook verspreideeen min of bebouwingmeer intens met relatiepatroon, een specifieke waardoor vorm en zij een eigen dynamiek. Deze nederzettingsstructuur bestaat uit verschillende entiteiten: een verzorgende functie bezitten.

(a) De hoofddorpen Wingene en Zwevezele

omliggende kleinere localiteiten een sterk uitgebouwd Wingene is gelegen op een lichte verhoging ten westen van de Ringbeek. Deze Ringbeek vormt samen met de Steenbeek een quasi natuurlijke grens van de kern Wingene. De structuur van het dorp is vrij concentrisch met een centrum dat gelegen is tegen het kruispunt van de drie belangrijkste invalswegen (Beernemsteenweg, Tieltsteenweg en Hillesteenweg). Naast de geleidelijk gegroeide bebouwing langs wegen en in kleine bouwblokken komen er in Wingene-dorp twee grote geplande verkavelingen voor, nl. de wijk tussen Hillesteenweg, Egemstraat en Helakkerstraat en de wijk bestaande uit de Vredestraat en Sneppestraat. Langs de invalsweg Hillesteenweg is Wingene vergroeid met de landelijke wijk Scheewege. Momenteel ontwikkelt er zich een nieuwe wijk tussen de Peerstallestraat – Beernemstraat en de Leenmolenstraat.

Zwevezele ligt ten oosten van de Grote Beek, maar de woonkern sluit er niet op aan. De kern en het oudste gedeelte van Zwevezele bevinden zich tegen het huidige kasteelpark. Dit kasteelpark is gelegen op de plaats waar Zwevezele ontstaan is. De huidige structuur van het dorp is gegroeid vanuit de bebouwing rond het marktplein en langs de belangrijkste wegen (Bruggestraat, Lichterveldestraat en Pastorijstraat). De meer recente bebouwing van Zwevezele bestaat uit kleinere verkavelingen en opvullingen tussen en langs de belangrijkste wegen. Opmerkelijk is bovendien dat Zwevezele uit deint naar de N50 en zo langzaam vergroeit met de woon- en werkkern Hille. Dit zal nog versterkt worden door de ontwikkeling van het huisvestingsproject tussen de Bruggestraat, Rupsenstraat en Brokkelingenstraat.

(b) De kleinere onafhankelijke dorpen

Deze kleinere dorpen komen autonoom voor naast de hoofddorpen en zijn min of meer zelfvoorzienend. Doorheen de geschiedenis zijn deze dorpen om uiteenlopende redenen niet uitgegroeid, wat de hoofddorpen wel deden. Zij kunnen zichzelf voorzien in de e elementaire behoeften en tellen bovendien geen afhankelijke kern twee onafhankelijke dorpen voor:

Hille is een straatdorp, ontstaan langs de Brugsesteenweg. De huidige structuur van het dorp bestaat uit de lintbebouwing langs de Brugsesteenweg, een aantal kleinere verkavelingen aan beide zijden van het lint en een grote ontwikkeling van bedrijven op het bedrijventerrein in het zuidoostelijke deel van Hille. In het westen raakt Hille langzaam vergroeid met Zwevezele.

Wildenburg is een jong dorp – er pas sprake van een concentratie van woningen op de militaire kaart van 1913-25 – langs de Beernemsteenweg die ontstaan is tegen de veel oudere site van “Château de Blauwhuys” (gelegen langs de Blauwhuisbeek). De ruimtelijke structuur van het dorp is volledig gericht op de Beernemsteenweg. Tussen de Beernemsteenweg en de De en. Ze hebben dus geen verzorgende rol. In Wingene komen er 1801/bx.sv 65

igen SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Gruyteredreef is een recente verkaveling in afwerking. Op het kruispunt van de Beernemsteenweg met de Gravestraat sluit Wildenburg aan op een industriezone.

(c) De partieel afhankelijke woonkernen

Deze kleinere localiteiten voldoen, in tege behoeften en zijn daarvoor aangewezen op naburige kernen. Deze naburige kernen kunnen ofwel onafhankelijke woonkernen ofwel hoofddorpen zijn. Wingene kent twee partieel afhankelijke woonkernen:

Sint-Jan situeert zich ten oosten van Wingene. Het is een jonge kern dat ontstaan is rond een veldkapel. Tegenwoordig bestaat de structuur van Sint-Jan uit twee straten met daarlangs een lintbebouwing. nstelling tot de onafhankelijke woonkernen, slechts gedeeltelijk in de eigen element Sint-Elooi situeert zich ten noordwesten van Wingene en ligt op de rand van de Veldbeekvallei. Het is bovendien een jonge kern gegroeid uit het aaneenklitten van verspreide bebouwing. De hedendaagse structuur van de woonkern bestaat uit een lintbebouwing langs de Rozendalestraat, de Lavoordestraat en langs de verbindingsstraatjes daartussen

(d) De woonconcentraties en wijken

Dit zijn totaal afhankelijke concentraties of wijken die bestaan samen met de verspreide bebouwing, een typische verschijningsvorm van de nederzettingsstructuur van Wingene. Op het grondgebied van Wingene zijn er 13 woonconcentraties en wijken te selecteren:

Hoogweg, Barrierke, Hekke, Wingens Veld, Haze, Predikherenstraat, Raakske, Ondank, Rik, Scheewege, Peerstalle en Zeswege. aire Een speciale vermelding waard is Beer-Poelvoorde. Deze wijk is gelegen aan de Ringbeek-Poelvoordebeek. Poelvoorde was vanaf de 11de eeuw één van de twee – naast Wingene zelf – belangrijkste heerlijkheden in Wingene. Het kasteel van Poelvoorde (thans een landbouwbedrijf) was het machts- en juridisch centrum van deze heerlijkheid. Tegenwoordig bestaat Beer - Poelvoorde echter uit een lintvormige bebouwing langs de straten Balgerhoekstraat enuit Ruisledesteenwegwoningen, landbouwbedrijven met weinig ofen geen ambachtelijke voorzieningen activiteiten. en meegaand met de woonkern Sint-Jan.

(e) De sterk verspreide bebouwing Deze vorm van bebouwing maakt een wezenlijk deel uit van de nederzettingsstructuur van Wingene. Het patroon is een totale verspreiding met een hoge densiteit. Verschillende functies komen er in voor, zoals ambachtelijke bedrijvigheid, land- en tuinbouw, wonen, verblijfsrecreatie en (nuts)voorzieningen. Voor een verder inzicht in de historiciteit en de structuur van deze verspreide bebouwing verwijzen we naar de inventaris behorend tot de sectorale visie zonevreemde woningen (1998). Het is, In Hoofdstuk 2.3.8 werden de resultaten van deze studie –zow

(f) De specifieke woonentiteiten

Deze woonconcentraties zijn wegens hun ontstaansgeschiedenis en hun specifieke ruimtelijke situatie niet onder te brengen in éé van de vorige categorieën. Functioneel zijn dergelijke entiteiten voor: 1801/bx.sv 66 el de inventaris als de uitgewerkte visie – kort toegelicht.

zij volledig afhankelijk van een of meerdere verzorgende kernen. In Wingene komen

n drie SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Sint-Pietersveld ligt in het oosten van de gemeente, in het voormalige veldgebied. De bebouwing, gelegen in een dambordpatroon van rechte dreven, bosbestanden en grasland, bestaat uit de bebouwing van de Radio-maritieme site (in eigendom van het Ministerie van Defensie, voorheen van Belgacom),, de gebouwen van de Gemeenschapsinstelling voor bijzondere jeugdzorg “De Zande” en het Penitentiair Landbouwcentrum (beide gelegen op het grondgebied van Ruiselede) en het OC Wingene, een opvangcentrum voor asielzoekers uitgebaat door het Rode Kruis. Van dagelijkse voorzieningen is er in deze entiteit geen sprake; enkel woningen en gebouwen ten dienste van de activiteiten van deze instellingen zijn er aanwezig. Het dient bovendien opgemerkt te worden dat het geheel van gebouwen, architectuur, dreven, bos en andere landschappelijke elementen een esthetisch geheel, een entiteit met een uitzonderlijke sfeer vormt.

De Vorsevijvers ligt in het noorden van de gemeente en sluit aan op de woonparken van Hertsberge (Oostkamp). Het is een zone voor verblijfsrecreatie waar vele weekendverblijven zijn omgevormd tot woningen. De hoge densiteit van de woningen en de specifieke sociale structuur bepalen dat dit gebied wordt geselecteerd tot een eigen woonentiteit. Dagelijkse voorzieningen zijn er niet aanwezig.

De entiteit Sprookjesdreef bestaat grotendeels uit een woonpark en sluit aan op de noordelijke grens van Wingene, tegen de Lakebossen. Zoals dit bij de Vorsevijvers het geval is kan ook hier gesproken worden van een eigen woonentiteit op basis van hoge densiteit en specifieke sociale structuur. Ook hier zijn er geen dagelijkse voorzieningen aanwezig.

(g) Karakteristieke gebouwen

Binnen de gemeentegrenzen zijn enkel de Gemeenschapsinstelling voor bijzondere jeugdzorg “De Zande” en de gebouwen van de Radio-maritieme diensten als monument beschermd. Daarnaast kunnen er een aantal karakteristieke gebouwen/constructies geselecteerd worden die een vrij belangrijke beeldbepalende functie hebben. Naast een aantal kastelen9, oudere nijverheidsgebouwen en hoeven kunnen – hoofdzakelijk in de woonkernen een aantal behoudenswaardige woningen aangeduid worden10.

9 acht landhuizen/kastelen werden als puntrelict geselecteerd (cfr. landschapseenheden) 10 Binnen deze context kan worden verwezen naar de inventaris in het themanummer van ‘Ons Wingene’ (uitgegeven door de lokale heemkundige kring) i.v.m. markante gevels van woningen te Wingene en Zwevezele (jaarboek 6, deel 2, 2003)

1801/bx.sv 67 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Morfologische differentiatie Functionele hiërarchie Kaart 15 Aaneensluitende bebouwing Hoofddorp Bestaande nederzettingsstructuurstructuur Lintvormige bebouwing Kleiner onafhankelijk dorp

Specifieke entiteit (Partieel) afhankelijke woonkern

Verspreide bebouwing Woonconcentraties of wijken

Specifieke woonentiteiten Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene Verspreide bebouwing 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.2.2 Demografisch profiel Demografische processen vormen belangrijk randvoorwaarden voor de planning van o.m. sociale, culturele, technische en economische voorzieningen. Het is dan ook evident om in het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan inzicht te verwerven in de bevolkingsevolutie, de bevolkingsstructuur en de recente demografische tendensen van de gemeente om een onderbouwde ontwikkelingsstrategie te bekomen voor Wingene. 4.2.2.1 Bevolkingsevolutie op gemeentelijk niveau Evolutie van het aantal inwoners Uit de volgende tabel blijkt dat de Wingense bevolking sinds 1981 toegenomen is. De groei van de bevolking ligt hoger in Wingene dan het gemiddelde voor het arrondissement Tielt en voor de provincie West-Vlaanderen. Er valt bovendien af te lezen dat de bevolking van Wingene tussen 1981 en 1991 eerst afnam, om pas in de periode na 1991 te stabiliseren en te groeien. Deze trend was sterker in deelgemeente Wingene dan in Zwevezele. 1981 1991 2007 INDEX (1981 = 100)

DEELGEMEENTE WINGENE 7.245 7.095 8.003 110,4

DEELGEMEENTE ZWEVEZELE 4.942 4.850 5.458 110,4

GEMEENTE WINGENE 12.187 11.945 13.461 110,4

ARRONDISSEMENT TIELT 84.982 86.032 89.584 105,4

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN 1.080.400 1.106.529 1.150.487 108,5 Tabel 4 : Bevolkingsevolutie in Wingene, het arrondissement en de provincie, 1981 - 2004 Bron: NIS

Natuurlijke groei en migratiesaldo Onderstaande tabel leert ons dat de groei van de bevolking in Wingene reeds vanaf 1977 gestaag afnam. Pas in 1988 kwam het keerpunt, waarna de bevolking (quasi) elk jaar toenam. Om de oorzaak van deze stijging na te gaan, wordt de loop van de bevolking weergegeven. Hiervoor wordt de natuurlijke aangroei (= aantal geboorten - aantal sterften) naast het migratiesaldo geplaatst (= aantal inwijkingen - aantal uitwijkingen). De som van deze cijfers bepaalt de bevolkingsevolutie. Daaruit kunnen we concluderen dat het natuurlijk saldo op enkele jaren na steeds (licht) positief was. De bevolkingsafname in de periode 1977-1988 is dus louter toe te schrijven aan het negatief migratiesaldo. Vanaf 1988 is het aantal inwijkelingen gevoelig gestegen, waardoor het migratiesaldo positief werd, en de bevolking begon toe te nemen.

1801/bx.sv 69 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

INWIJKINGEN UITWIJKINGEN MIGRATIESALDO GEBOORTES STERFTE NATUURLIJK SALDO TOTAAL SALDO BEVOLKING 1977 306 337 - 31 150 104 + 46 + 15 12.363 1978 235 295 - 60 154 125 + 29 - 31 12.332 1979 218 292 - 74 150 130 + 20 - 54 12.278 1980 277 343 - 66 149 136 + 13 - 53 12.225 1981 249 346 - 97 148 128 + 20 - 77 12.131 1982 257 315 - 58 126 132 - 6 - 64 12.067 1983 279 286 - 7 132 155 - 23 - 30 12.037 1984 277 313 - 36 130 119 + 11 - 25 12.012 1985 316 349 - 33 121 132 - 11 - 44 11.968 1986 294 348 - 54 129 129 0 - 54 11.914 1987 319 305 + 14 113 132 - 19 - 5 11.909 1988 340 309 + 31 139 117 + 22 + 53 11.954 1989 326 285 + 41 142 120 + 22 + 63 12.016 1990 265 297 - 32 149 159 - 10 - 42 11.971 1991 331 345 - 14 155 122 + 33 + 19 11.988 1992 327 269 + 58 142 115 + 27 + 85 12.072 1993 321 303 + 18 157 127 + 30 + 48 12.121 1994 400 354 + 46 138 107 + 31 + 77 12.197 1995 435 346 + 89 137 125 + 12 + 101 12.288 1996 399 382 + 17 141 131 + 10 + 27 12.321 1997 428 375 + 53 156 132 + 24 + 77 12.381 1998 428 393 + 35 129 123 + 6 + 41 12.420 1999 426 349 + 77 149 127 + 22 + 99 12.517 2000 464 360 +104 157 126 +31 +135 12.647 2001 437 357 +80 145 120 +25 +105 12.738 2002 482 447 +35 140 125 +15 +50 12.790 2003 514 430 +84 148 129 +19 +103 12.896 2004 549 424 +125 134 124 +10 +135 13.032 2005 527 482 +45 155 106 +49 +94 13.136 2006 607 472 +135 175 120 +55 +190 13.328 Tabel 5 : evolutie van het migratiesaldo en natuurlijke groei sinds 1977 Bron : NIS

Opmerking: door een aantal ‘rechtzettingen’ van de bevolkingscijfers van het NIS na 1988, zonder daarbij hetzij de migratiecijf sterftecijfer aan te passen, komt het hier gegeven saldo niet altijd overeen met het verschil tussen migratiesaldo en natuurlij

1801/bx.sv 70

ers, hetzij het geboorte- en ke aangroei. SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Bevolkingsevolutie per leeftijdsklasse Een analyse van de leeftijdsopbouw van de bevolking is belangrijk om bevolkingsvooruitzichten en andere afgeleide factoren zoals behoefte aan huisvesting zinvol te kunnen benaderen. Onderstaande tabel geeft de evolutie weer van het aantal inwoners van Wingene sinds de volkstelling van 1981. De bevolking is hierbij opgedeeld in vijf leeftijdsklassen. 1981 1991 2001 2007 EVOLUTIE 1981-2007

ABS. % ABS. % ABS. % ABS. % ABS. %

0 – 14 JAAR 2.420 19,9 2.108 16,6 2.290 18,1 2.401 18,0 -19 -0,8

15 – 24 JAAR 2.062 16,9 1.632 13,7 1.429 11,3 1.440 10,8 -622 -30,0

25 – 44 JAAR 3.044 25,0 3.426 28,7 3.734 29,5 3.837 28,8 +793 +26,1

45 – 64 JAAR 2.769 22,7 2.873 24,0 2.878 22,8 3.150 23,6 +381 +13,8

15 – 64 JAAR 7.875 64,6 7.931 66,4 8.041 63,6 8.427 63,2 +552 +7,0 65 + 1.893 15,5 1.910 16,0 2.316 18,3 2.500 18,8 +607 +32,1

TOTAAL 12.188 100 11.949 100 12.647 100 13.328 100 +1.030 +9,4 Tabel 6 : bevolkingsevolutie per leeftijdsklasse Bron : NIS, Volkstellingen 1981, 1991, Rijksregister 2001 en 2007

Uit de tabel blijkt duidelijk dat ook Wingene niet ontsnapte aan de vergrijzing van de bevolking. In de periode 1981-2007 nam het aandeel jongeren (15-24 jaar) af met 30%, terwijl de 65-plussers hun aandeel zagen toenemen met 32%. Ook de middengroep (25- 44 jarigen) kende een forse stijging. De toename van deze groep zal een sterke weerslag hebben op het aantal 65-plussers na het verloop van een aantal decennia.

1801/bx.sv 71 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.2.2.2 Bevolkingsevolutie op niveau van de deelgebieden Op basis van de statistische sectoren werd een indeling gemaakt in deelgebieden, grofweg in overeenstemming met het ruimtelijk patroon. Met deze afbakening beogen we de spreidingspatronen van de bevolking nauwkeuriger te beschrijven en zo hun kenmerken te achterhalen. Volgende begrenzing werd gehanteerd voor de afbakening van de verschillende deelgebieden:

Wildenburg

Wulfhoek Verspreide bebouwing

Nieuw-Zwevezele

Wingene-kern Sint-Jan-Kern

Hille

Verspreide bebouwing Verspreide bebouwing

Zwevezele-kern

Figuur 11 : afbakening van de verschillende deelgebieden in Wingene

Hieronder wordt enkel een bondige analyse gegeven van de statistische gegevens (NIS volkstelling 1981, 1991 en 2001, rijksregister 2001). Voor de volledige tabellen wordt verwezen naar de bijlage, meer bepaald naar hoofdstuk 8.1.1 Tabellen betreffende bevolkingsevolutie, pagina 147 e.v.

Evolutie van het aantal inwoners (zie tabel 23 : bevolkingsevolutie per deelgebied, 1981-2004) Globaal gezien is er in Wingene (2004) een bevolkingsstijging van 5,8% ten opzichte van 1981. Ruimtelijk situeert deze groei zich vooral in Wingene-kern, Hille, Nieuw-Zwevezele, Wildenburg en Wulfhoek. Naar absolute cijfers is het Wingene-kern die het grootste deel van de bevolkingstoename voor zijn rekening nam, op de voet gevolgd door Hille. De grote daler in de periode 1981-2004 is Zwevezele-kern, met 4,4%. In de verspreide bebouwing en in Sint-Jan-kern stagneerde de bevolking de voorbije twee decennia ongeveer.

1801/bx.sv 72 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Bevolkingsevolutie per leeftijdsklasse (zie tabel 24 : evolutie van de bevolking per leeftijdsklasse en deelgebied, 1981-2001) Uit de tabel blijkt dat enkel een aantal gehuchten (de kleinere kernen Hille, Nieuw-Zwezele en Wildenburg) de enige deelgebieden zijn met een toename van het aandeel 0-14 jarigen. Voor Hille en Nieuw-Zwezele hangt dit uiteraard samen met de sterke bevolkingstoename in deze deelgebieden, tengevolge van enkele grote huisvestingsprojecten of verkavelingen. Alle andere deelgebieden kenden een afname van het aandeel 0-14 jarigen, in combinatie met een stijging van het aantal 65-plussers. In Zwevezele-kern is deze vergrijzing het meest uitgesproken.

1801/bx.sv 73 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene

Globale bevolkingsevolutie Evolutie jongeren (0 - 19 j)

Evolutie middengroep (20 - 64 j) Evolutie ouderen (65+)

Kaart 16 Globale bevolkingsevolutie Evolutie jongeren Evolutie middengroep Evolutie ouderen Bevolkingsevolutie 1991-2001 sterke toename (+50 en meer) sterke groei (+25 en meer) sterke groei (+50 en meer) sterke groei (+50 en meer) lichte toename (+10 tot +50) lichte groei (+10 tot +25) lichte groei (+10 tot +50) lichte groei (+10 tot +50) stagnatie (-10 tot +10) stagnatie (-10 tot +10) stagnatie (-10 tot +10) stagnatie (-10 tot +10) lichte afname (-10 tot -50) lichte afname (-10 tot -25) lichte afname (-10 tot -50) sterke afname (-50 en meer) sterke afname (-25 en meer) sterke afname (-50 en meer) BESCHERMDESITUERING VAN MONUMENTEN DE BPA'S Opdrachtgever:EN LANDSCHAPPEN gemeentebestuur Wingene 1801 / sv / maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Evolutie van het aantal gezinnen en de gezinsgrootte (zie tabel 25 en tabel 26)

Net als bij de bevolkingscijfers kunnen we ook de evolutie van het aantal gezinnen nagaan. De bedoeling bestaat erin een beknopte schets te geven van de recente tendensen inzake gezinsvorming en -ontbinding. Ongeacht de bevolkingsevolutie van de gemeenten, doet zich in Vlaanderen een toenemende trend voor van het aantal gezinnen. De gezinsgrootte daarentegen neemt overal in Vlaanderen af, door diverse factoren:

- met hetde aantaltendens particuliere van het gemiddeld gezinnen vroeger samenwonen - het verminderen van het aantal kinderen per gezin, ten gevolge van de dalende nataliteit - de toename van de groep alleenwonende jongeren, ten gevolge van de stijgende decohabilitatie - de meer voorkomende gezinssplitsing ten gevolge van de toename van het aantal echtscheidingen - de stijging van het aantal alleenstaande bejaarden door een combinatie van diverse factoren zoals de langere levensverwachting, de vergrijzing van de bevolking en de voorkeur voor het langer zelfstandig wonen.

Ook in Wingene is de gemiddelde gezinsgrootte stelselmatig afgenomen sinds 1981, terwijl het aantal particuliere gezinnen gestegen is (met 32%). Momenteel (2007) bedraagt de gemiddelde gezinsgrootte 2,55. De gemiddelde gezinsgrootte scoort voor de verschillende referentiejaren toch nog steeds hoger dan het Vlaams en provinciaal gemiddelde, en is vrij gelijklopend met de gemiddelde gezinsgrootte van het arrondissement. (zie tabel in bijlage betreffende de evolutie van de gezins ).

Uit ervaring weten we dat de stijging van het aantal alleenwonenden in veel gemeenten een heel belangrijke rol speelt in de globale grootte in vergelijking toename van het aantal gezinnen. Ook voor Wingene willen we dit verder onderzoeken; tabel 26 in bijlage (pagina 148) geeft de evolutie van het aantal alleenwonenden per deelgebied weer in vergelijking met het aantal gezinnen met meer dan één persoon. Uit die tabel kunnen we concluderen dat deze stijging inderdaad vooral toe te schrijven is aan de sterke toename van het aantal éénpersoonsgezinnen. Procentueel gezien is de toename van het aantal éénpersoonsgezinnen in alle deelgebieden vrij sterk, met uitzondering van Hille en Wildenburg. De toename in Nieuw-Zwevezele en Wulfhoek zijn zeer uitgesproken, maar misleidend omwille van het lage aantal éénpersoonsgezinnen. Opmerkelijk is dat zowel procentueel gezien en absoluut gezien de grootste stijging van alleenwonenden zich in de verspreide bebouwing situeert: het aantal éénpersoonsgezinnen steeg hier tot ca. 400 éénheden.

4.2.3 De huisvestingssituatie In dit hoofdstuk wordt de bestaande huisvesting in Wingene nader bekeken. Inzicht in de huisvesting van een gemeente en in het bijzonder de woonkwaliteit is essentieel om de woningbehoefte accuraat in te schatten en te beoordelen of de maatregelen tot verbetering van de woon- en woningkwaliteit doelmatig zijn, en al dan niet moeten worden bijgestuurd. Hieronder wordt enkel een bondige analyse gegeven van de statistische gegevens. Voor de volledige tabellen wordt verwezen naar de bijlage, meer bepaald naar hoofdstuk 8.1.2 Tabellen betreffende de huisvestingssituatie pagina 149 e.v.11

11 Voor de woonkwaliteit moet hierbij wel vermeld worden dat wij verplicht zijn terug te vallen op volks- en woningtelling van 1991. Deze cijfers zijn dus meer dan tien jaar oud, zodat de resultaten i.v.m. de woonkwaliteit zeker genuanceerd moeten worden.

1801/bx.sv 75 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.2.3.1 Aantal woningen In 2001 waren er in Wingene 4.846 woongelegenheden (NIS, Volks- en woningstelling). Volgens gegevens van het kadaster wordt het aantal woongelegenheden op 1/1/2007 op 5.324 geraamd. 4.2.3.2 Kwaliteit van de woningen Ouderdom van de woningen In tabel 27 (in bijlage, pagina 149) krijgen we een beeld van de ouderdom van de woongebouwen. De weergave van het aantal woningen in ouderdomsklassen is in feite een weergave van de evolutie van het nederzettingspatroon tijdens de voorbije eeuw. Ter vergelijking werd ook het aandeel per ouderdomsklasse gemiddeld voor Vlaanderen in de tabel opgenomen.

In vergelijking met Vlaanderen vertoont Wingene geen grote verschillen wat betreft de woongebouwen jonger dan 1961. Het is voornamelijk het patrimonium oudere woongebouwen die afwijken van het Vlaams gemiddelde. Daarbij heeft Wingene een veel groter aandeel oudere woongebouwen van voor 1919 (15 % in Wingene t.o.v. 7,5 % voor Vlaanderen), terwijl het aandeel woongebouwen daterend tussen 1919 en 1961 lager is dan het Vlaams gemiddelde. Op niveau van de deelgebieden kunnen we vaststellen dat voornamelijk de verspreide bebouwing het hoogste aandeel oude woongebouwen heeft. Naarmate de woningen jonger zijn komen zij meer in de kernen voor. Het is ook opvallend dat er na 1970 een stuk meer gebouwd is in de kern Wingene dan in Zwevezele. Nieuw-Zwevezele (Sprookjesdreef en omgeving) is na WO II sterk uitgebreid. Recent kenden vooral Wulfhoek en Wildenburg een opvallende uitbreiding.

Comfort van de woningen In tabel 28 (in bijlage) wordt er per deelgebied een beeld geschetst van het huidige comfort van de woningen. Hierbij wordt een opsplitsing gemaakt in 4 categorieën. Met groot comfort wordt als minimumvereiste de aanwezigheid van een keuken (min. 4 m²), telefoon en garage verondersteld. Bij woningen met middelmatig comfort is klein comfort en centrale verwarming aanwezig. Met klein comfort bedoelt men de aanwezigheid van stromend water, toilet met waterspoeling, badkamer of stortbad. Woningen zonder comfort tenslotte voldoen niet aan de voorwaarden gesteld voor klein comfort. Uit de tabel blijkt dat het comfortniveau van de woningen in Wingene een stuk lager ligt dan het Vlaams gemiddelde: meer dan 40 % van de woningen heeft slechts klein comfort of geen comfort. Enkel de kern Wingene ,Nieuw-Zwevezele en de gehuchten Wulfhoek en Wildenburg (waar recent aantal nieuwe woningen werden gerealiseerd) bereiken een comfortniveau dat het gemiddelde voor Vlaanderen benadert. De woningen met het laagste comfortniveau komen voor in de verspreide bebouwing.

Aard van de woningen Op basis van de gegevens van het NIS (zie tabel 31 in bijlage) wordt onderzocht welke soort bebouwing er typerend is voor de verschillende deelgebieden. Het woningtype hangt nauw samen met de ouderdom van het woningbestand. Sinds de jaren ’50 heeft Vlaanderen zijn eeuwenoude traditie van rijwoningen stilaan gewijzigd en schakelde men over naar het bouwen van vrijstaande en gekoppelde ééngezinswoningen. In 2001 bestond bijna 60% van het woningbestand in Wingene uit open bebouwing, wat beduidend meer is dan het Vlaams gemiddelde (36,1 %). Dit hangt samen met een veel kleiner aandeel gesloten bebouwing (16,2 %) dan het Vlaams gemiddelde (22,6 %). Het is evident dat de hoogste aandelen open bebouwing in de verspreide bebouwing voorkomen. Niettegenstaande beide kernen een relatief groot aandeel open en halfopen bebouwing hebben, is het aandeel gesloten bebouwing van Wingene-kern en Zwevezele-kern groter dan het Vlaams gemiddelde: dit is te wijten aan het laag aantal appartementen in vergelijking met Vlaanderen. In Wulfhoek en Nieuw-Zwevezele is open bebouwing veruit het meest voorkomende woningtype.

1801/bx.sv 76 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Woonoppervlakte Wanneer we als maatstaf voor een kwaliteitsvolle woning een minimale oppervlakte van 54 m² veronderstellen, volgt dat globaal gezien 25% van de woongebouwen niet aan deze voorwaarde voldoet (cijfers 2001). Dit cijfer is ongeveer gelijk aan het Vlaams gemiddelde.

Op basis van deze vier criteria kunnen we besluiten dat globaal gezien de kwaliteit van de woningen in Wingene eerder aan lage kant is. Voornamelijk de ouderdom en het comfortniveau is beduidend lager dan het Vlaams gemiddelde. Anders is dit voor de kern van Wingene en voor Nieuw-Zwevezele, beide hebben een hogere woningkwaliteit dan gemiddeld in Vlaanderen. 4.2.3.3 Eigendomsstructuur Uit de statistische gegevens (zie tabel 31, pagina 151) kunnen we opmaken dat de verhouding eigenaars/huurders globaal gezien ongeveer één huurwoning op vijf woningen bedraagt. In Vlaanderen is ongeveer één woning op drie huurwoning. In Wingene kern is het aantal eigenaars (77,0%) het laagst, in Wulfhoek het grootst (93,4%). 4.2.3.4 Leegstaande woningen Een aangroei van het aantal gezinnen hoeft niet altijd te betekenen dat er een uitbreiding van het woningbestand noodzakelijk is. Indien het aantal leegstaande woningen van behoorlijke kwaliteit groter is dan de leegstand die vereist is voor het verzekeren van een vlotte woonwisseling (= frictieleegstand), kan hieruit geput worden bij een groeiende vraag naar woningen. In theorie bedraagt de frictieleegstand 3% van het totaal aantal woningen. Op basis van dit cijfer bedraagt de frictieleegstand voor Wingene ca. 148 woningen. Uit de jaarcijfers van de GOM West-Vlaanderen 2001 blijkt dat de precieze frictieleegstand voor Wingene op 01/01/2001 3,22 % bedroeg. Dit cijfer werd gebruikt bij de raming van de behoefte aan bijkomende woningen. 4.2.3.5 Sociale huisvesting In de gemeente Wingene zijn er vier maatschappijen actief op de sociale huisvestingsmarkt (Vivendo – voormalig Interbrugse-, cv De Mandelbeek, WVI en De Mandel), dit naast het OCMW en de gemeente zelf.

a. Nulmeting 31/12/2007 - Sociale koopwoningen : 15 - Sociale kavels : 0 - Sociale huurwoningen (SHM) : 97 - Sociale huurwoningen (SVK) : 4 - Nulmeting absolute cijfers : 116 - Huishoudens 1/1/2008 : 5278 - Aandeel sociale huur : 1,91 % - Aandeel sociale koop/kavel : 0,28 % - Aandeel sociaal woonaanbod : 2,20 %

b. Aanbod gemeente - 23 sociale huurwoningen voor bejaarden.

c. In planning - De Mandelbeek : 16 sociale appartementen (2009) - Vivendo : 24 sociale huurwoningen (2009) 1801/bx.sv 77 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

- De Mandel : 13 sociale koopwoningen (2010) - De Mandelbeek : 12 sociale huurwoningen (2012) - Vivendo : 10 sociale huurwoningen bejaarden (2012)

1801/bx.sv 78 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Woongebieden volgens het gewestplan Kaart 17 Sociale huisvestingsprojecten

Overzicht van alle sociale woningen en kavels

Gerealiseerde projecten

Geplande projecten

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.2.4 Knelpunten en potenties inzake de nederzettingsstructuur + Snelle verbetering in de voorbije tien jaar van de woningkwaliteit door renovatie en hernieuwbouw, zowel van de verspreide bebouwing als in de kernen. + Grote groengebieden zoals Bulskampveld en Sint-Pietersveld zorgen voor een hoge kwaliteit van de woonomgeving. + Grotere aandacht voor de woonomgeving biedt mogelijkheden voor kwalitatieve opwaardering van het landschap.

- Zeer hoog aandeel verspreide bebouwing in het agrarisch gebied, en met een hoge densiteit. Deze verspreide bebouwing herbergt een diversiteit van kleine en middelgrote economische activiteiten. - Hoog aandeel permanente bewoning in de zone voor verblijfsrecreatie “de Vorsevijvers” en het ontbreken van een aantal nutsvoorzieningen in deze zone. - Vergroeiing van de woonkernen door lintbebouwing langs de Ruiseledesteenweg, Beernemsteenweg, Zeswegenstraat, de N50,... - Hoog percentage aan oudere bevolking, en een toenemend aandeel alleenstaanden. - Een hoog aantal woningen zonder klein comfort. - Gebrek aan recreatieve parkruimte (‘groene long’) in kern Wingene

1801/bx.sv 80 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.3 De bestaande ruimtelijk-economische structuur op mesoniveau In onze maatschappij bepalen de economische krachten in hoge mate de maatschappelijke en ruimtelijke structuren. Economische dynamiek is één van de meest bepalende factoren bij de ruimtelijke ontwikkeling en daarmee één van de belangrijkste elementen voor het ruimtelijk beleid. Omgekeerd kan het ruimtelijk beleid forse effecten hebben op de richting waarin de economie zich zal ontwikkelen. In Wingene wordt dit benadrukt door de selectie van de gemeente als specifiek economisch knooppunt in het RSV. Een ruimtelijk-economische benadering van de gemeente mag dan ook niet ontbreken. 4.3.1 Ruimtelijke opbouw 4.3.1.1 Bedrijventerreinen volgens het gewestplan (96 ha) De belangrijkste bedrijvenzone situeert zich te “Hille” en heeft een totale oppervlakte van 56 ha. Op het oorspronkelijke gewestplan van 1979 was hier enkel een zone van 26 ha voor milieubelastende industrieën (“De Akker”), gelegen langs de N50. Dit terrein is quasi volledig volzet. In 1994 en 1995 waren er twee gedeeltelijke wijzigingen van het gewestplan, in functie van de uitbreiding van de bedrijvenzone. Hierdoor werd respectievelijk 2,4 ha industriegebied bijgecreëerd, en 10 ha voor lokale bedrijvigheid met openbaar karakter (“De Hille”). Dit lokaal bedrijventerrein was noodzakelijk voor de herlocalisatie van een aantal bedrijven gelegen in het landbouwgebied. In 1998 volgde een gewestplanwijziging waarbij nog eens 18 ha agrarisch gebied omgezet werd naar regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter (“Hille Noord en Zuid”). Beide terreinen zijn gerealiseerd in 2002 en volledig uitverkocht. In zijn “Ruimtelijk-economische visie voor het specifiek economisch knooppunt Wingene” heeft de Bestendige Deputatie bij besluit van 14 oktober 2004 Hille geselecteerd als uitbreidingszone voor de vestiging van regionale bedrijven.

“Wildenburg” is een zone voor milieubelastende industrieën (28 ha), gelegen aan de rand van de bosgebieden in het noordoosten van de gemeente, en op korte afstand van de E40. Dit terrein is inmiddels volledig ingenomen, en biedt plaats aan een dertigtal bedrijven. Een beperkt aandeel van deze bedrijven houdt zich uitsluitend bezig met handelsactiviteiten (o.a. drankenhandel, vleeshandel,...).

“Verrekijker” is een ambachtelijke zone die ten zuiden aansluit bij de kern van Wingene, en een totale oppervlakte van 9,2 ha. Via het BPA “Ambachtelijke Zone de Verrekijker” van 1993 is het terrein uitgebreid met ca 2 ha. Het terrein is vooral geschikt voor centrumgebonden en kleinere bedrijven en is volledig bezet. Het voormalig bedrijfspand van de Aldis-melkerij op het terrein is ingericht als doorgangsgebouw (1.700 m²) met zeven huurmodules. Jonge starters uit de ambachtelijke sector kunnen hier goedkope huurruimte vinden. In 1995 heeft de gemeente de naastliggende hoeve aangekocht als toekomstige uitbreidingsruimte (13 ha) voor het bedrijventerrein.

Er werd reeds een uitbreiding met 4,5 ha bruto goedgekeurd bij MB van 23/11/2005. De verkoop van de uitgeruste kavels met een netto-oppervlakte van ongeveer 2,8 ha zal gebeuren in het voorjaar van 2008.

Hiernaast zijn er in de gemeente nog een aantal verspreid gelegen kleinere zones voor bedrijvigheid die overeen stemmen met individuele bedrijven: De Eikel en Stockplastics langs de N50, papierfabrikant Declercq langs de Hillesteenweg, bloedverwerkend bedrijf Ve-os in de Koolskampstraat en houthandels Vancauwenberghe en Vanlandschoot in de Ratelingstraat. Deze zes kleine ambachtelijke en industriezones samen zijn goed voor ca 5 ha. 4.3.1.2 Bedrijventerreinen binnen goedgekeurde BPA’s Voor vier zonevreemde bedrijven, gelegen in agrarisch gebied, is er een bedrijfsBPA opgesteld om de juridische toestand te regulariseren: 1801/bx.sv 81 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

- BPA Pannaershoek voor bedrijf Devos (plaatbewerking). - BPA Lavoordeakker voor het papierbedrijf Declercq langs de Hillesteenweg. - BPA Yoobeek en uitbreiding voor een klein gedeelte van het bedrijf Unifrost op grondgebied van Wingene. Het grootste deel van Unifrost ligt in Ardooie. - BPA ’t Raakske voor het bouwbedrijf Van Eeno in de Rakestraat.

4.3.1.3 Verspreide bedrijvigheid De verspreide bedrijvigheid werd in 1997 onderzocht door WITAB. De studie had als doelstelling de zonevreemde bedrijvigheid te onderzoeken, na te gaan hoe groot de problematiek in Wingene is en oplossingen te formuleren zodat de economische activiteiten levensvatbaar blijven, versterkt kunnen worden en op lange termijn kunnen groeien.

In eerste instantie werd een inventaris van de geïsoleerde bedrijven opgemaakt. Geïsoleerde bedrijven zijn bedrijven die verspreid – ruimtelijk geïsoleerd – in de gemeente voorkomen. Er worden daarin drie types onderscheiden: - geïsoleerde bedrijven gelegen in de woonzones - geïsoleerde bedrijven gelegen in agrarische en groengebieden - geïsoleerde bedrijven gelegen in een zone voor bedrijvigheid (paarse vlekjes)

Op basis daarvan werd een beleidsstrategie t.o.v. deze problematiek voorgesteld. De gemeente Wingene opteerde voor een gefaseerde aanpak van de zonevreemde activiteiten. Er werd een sectoraal BPA opgemaakt in vijf fases nl. bij MB 24/07/1998, bij MB 19/09/2000,MB 10/04/2002, MB 28/08/2006 en MB 18/12/2007.

Eén regionaal bedrijf werd opgenomen in een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (MB 28/08/2006). Voor de resterende kleinschalige zonevreemde bedrijven of activiteiten waarvoor een bestemmingswijziging niet aangewezen is, dringt zich eerder de noodzaak op om binnen het GRS een aangepast referentiekader voor functiewijzigingen uit te werken.

In Hoofdstuk 2.3.4 werden de resultaten van de inventaris beknopt samengevat.

4.3.1.4 Kleinhandel en commerciële diensten De locatie, de omvang en het aangeboden assortiment bepalen het ruimtelijk voorkomen van de kleinhandel. Dit uit zich o.a. in het voorkomen van verschillende types handelszaken, zoals detailhandelzaken, grootschalige detailhandelzaken, grootwarenhuizen, shoppingcentra en discounts. De detailhandel van Wingene is over het algemeen kleinschalig van aard en komt in min of meer geconcentreerde gebieden voor: - Kernwinkelgebied van Wingene: dit zijn de straten waar de winkels een belangrijk aandeel uitmaken van het straatbeeld – zij het sterk verweven met wonen, horeca en openbare en zakelijke dienstverlening –. Dit speelt zich af langs de Tieltstraat, het Kerkplein, de Markt, de Oude Bruggestraat en de Beernemstraat. De aard van het handelsgebeuren is gericht op het lokaal verzorgende karakter van de kern van Wingene en de onmiddellijke omgeving. - Kernwinkelgebied van Zwevezele: ook in de kern van Zwevezele bestaat het kernwinkelgebied uit een aantal straten waar de winkels een belangrijk aandeel uitmaken van het straatbeeld. Dit speelt zich af langs de Bruggestraat, de Lichterveldestraat, het Marktplein en de Tramstraat. Ook hier is het handelsgebeuren gericht op het lokaal verzorgende karakter van de kern en de onmiddellijke omgeving.

1801/bx.sv 82 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

- Detailhandelslint N50-Hille: langs de N50 ter hoogte van Hille bevindt zich een lintvormige detailhandelsconcentratie. Hier zijn de detailhandelszaken grootschaliger dan in de beide kernwinkelgebieden. Hun verzorgend karakter overschrijdt dan ook het lokaal niveau.

De meer geïsoleerde handelszaken komen voor als: - Verspreide kleinhandel: dit is kleinhandel die meestal verzorgt op buurtniveau en die verspreid voorkomt in kernen, gehuchten en andere woonconcentraties. De aard van hun handelsgebeuren is strikt lokaal. - Geïsoleerde grootschalige detailhandelszaken: dit zijn vrij grote vestigingen met lokale reikwijdte die alleenstaand ontstaan zijn langs bv. intergemeentelijke en regionale verbindingswegen, zoals het agrarisch toeleveringsbedrijf tuin- en plastiekcenter langs de Beernemsteenweg (N370).

4.3.2 Tewerkstellingsprofiel Het aantal arbeidsplaatsen steeg van 3433 in 1988 naar 3661 in 1998 tot 3920 in 2005 waarvan 1.737 of 44 % zelfstandigen. In de groep zelfstandigen behoort 32 % tot de landbouw. Sinds 1998 is er een sterke stijging gebeurd van de tewerkstelling in de metaalsector door de snelle uitbreiding van een aantal bedrijven. (vb Joris Ide, Devos). De tertiaire sector is nog steeds expansief, zowel wat zelfstandigen als werknemers betreft. De primaire sector kende globaal gezien slechts een lichte daling van het aantal arbeidsplaatsen: de daling van het aantal zelfstandigen wordt grotendeels gecompenseerd door de verdubbeling van het aantal werknemers. Ondanks deze (lichte) daling is het aandeel van de primaire sector in de totale tewerkstelling in Wingene nog steeds zeer hoog.

1801/bx.sv 83 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

AANTAL WERKNEMERS AANTAL ZELFSTANDIGEN TOTAAL PRODUCTIETAK 1988 1998 1988 1998 ARBEIDSPLAATSEN 2006 abs. % abs. % abs. % abs. % abs. % Totaal primaire sector 55 3,0 111 5,7 674 42,7 579 33,8 664 15,7 Chemie 56 3,0482,5 Metaal 94 5,1 160 8,2 Productie & verwerking vlees 84 4,5 48 2,5 Rest voedingssector 140 7,5 66 3,4 Textiel / leder / confectie 242 13,0 75 3,9 Hout / papier / plastiek 259 14,0 194 10,0 Bouw 294 15,8 355 18,2 Totaal secundaire sector 1.169 63,0 946 48,6 312 19,8 374 21,8 1.353 32,0 Handel 203 10,9 221 11,3 Horeca 34 1,8 56 2,9 Verkeer / vervoer 82 4,4 132 6,8 Financiële instellingen 59 3,2 96 4,9 Overheidsadministratie 54 2,9 102 5,2 Onderwijs 93 5,0 106 5,4 Socio-medische verzorging 85 4,6 157 8,1 Cultuur en overige diensten 22 1,2 21 1,1 Totaal tertiaire sector 632 34,1 891 45,7 591 37,5 760 44,4 2.211 52,2 TOTAAL 1.856 100,0 1.948 100,0 1.577 100,0 1.713 100,0 4.232 100,0 Tabel 7 : Evolutie van het aantal werknemers in Wingene tussen 1988 en 1998 Bron : RSZ en RSVZ-gegevens 1988 en 1998, NIS, West-Vlaanderen Werkt, 2009

4.3.3 Potenties en knelpunten inzake ruimtelijk-economische structuur + Wingene is in het RSV geselecteerd als specifiek economisch knooppunt omwille van haar impact op de tewerkstelling. De opvang van nieuwe regionale bedrijven dient te gebeure op Hille (BD 14/10/2004) + Groei van de tewerkstelling in de secundaire en tertiaire sector. + Het eerste aanbod aan uitgeruste bedrijventerreinen vanaf 2000 gaat gepaard met een grote vraag en een snelle verkoop. Alle lokale en regionale terreinen op Hille zijn begin 2008 verkocht. + Uitbreidingsmogelijkheden bij de ambachtelijke zone “Verrekijker” (een eerste uitbreidingsfase wordt bouwrijp in het voorjaar van 2008. + Nagenoeg alle solitaire grootschalige zonevreemde bedrijven zijn opgenomen in een sectoraal BPA zonevreemde economische activiteiten (25) of een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (1). + De goede ligging en ontsluitingsmogelijkheden van bedrijventerrein Hille

1801/bx.sv 84 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

- Het niet meer beschikbaar zijn van lokale en regionale terreinen op Hille en het ontbreken van perspectief op een snel nieuw aanbod door het uitblijven van een nieuwe taakstelling, alsook de lange ontwikkelingstermijn van bedrijventerreinen. - Hoog aantal kleinschalige geïsoleerde zonevreemde bedrijven met grote behoefte aan bedrijfszekerheid. - Slechte integratie in het landschap van het bedrijventerrein Wildenburg. - Visuele verstoring van het landschap in de Jobeekvallei, en verkeersproblemen ter hoogte van het bedrijf Unifrost. - Het structureel achterblijven van het aanbod aan bedrijventerreinen op de vraag

1801/bx.sv 85 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene Beernem / E40

Brugge Brugge F

8

1

G E H J 7 D

C

B A

6 Lichtervelde 5

4

2

I

Tielt

Kortrijk Kortrijk

Bedrijvigheid op de bedrijventerreinen : A) RO De Akker 1. De Eikel RO bedrijventerrein / milieubelastende industrie B) LO Hille Zuid 2. Stockplastics C) RO Hille Zuid 3. Declercq Kaart 18 LO bedrijventerrein D) RO Hille Noord 4. Ve-os Bestaande ruimtelijke-economische structuur E) LO Verrekijker 5. Vancauwenberghe Bedrijvigheid buiten de bedrijventerreinen : F) RO Wildenburg 6. Vanlandschoot G) LO Lavoordeakker 7. Degroote Verspreide bedrijvigheid in de open ruimte H) LO Bosveld 8. Eenoo I) RO Unifrost (BPA Jobeek) Geïsoleerd bedrijf volgens plannen van aanleg J) LO Pannaershoek Geïsoleerd zonevreemd bedrijf goedgekeurd via sectoraal BPA Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene Sterke verwevenheid tussen wonen en bedrijvigheid 1801/sv/maart 2008 Semi-detailhandelslint N50 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.4 De bestaande vervoers- en verkeersstructuur op mesoniveau 4.4.1 auto- en vrachtverkeer 4.4.1.1 Verkeerskundige structuur Aan de randen van het grondgebied van Wingene liggen twee wegen van internationaal belang: de E40 (Brugge - Gent) en de E403 (Brugge – Kortrijk). Het meest nabije op- en afrittencomplex van de E40 ligt in Beernem, en is bereikbaar via de N370; het toegangscomplex voor de E403 ligt in Lichtervelde en is bereikbaar via de N50 en de N35 (beperkt tot 10,5 ton). Het verkeer zwaarder dan 10,5 ton dient de E403 te verlaten via afrit Ardooie (N37)

De N50 (verbinding Brugge – Kortrijk) is de belangrijkste regionale verbindingsweg op het grondgebied van Wingene. Andere wegen van regionaal belang in Wingene zijn de N370 (verbinding Beernem – Wingene – Lichtervelde), en de N327 (verbinding Tielt – Wingene). De N327 zorgt bovendien voor de verbinding met de N37.

Hiernaast zijn er nog een achttal wegen die fungeren als verbindingsweg tussen (deel)gemeenten. Vanuit Wingene vertrekken de volgende wegen: - de Egemsestraat richting Egem (Pittem) - de Ruiseledesteenweg richting Ruiselede - de Rozendalestraat richting Ruddervoorde (Oostkamp) - de Peerstalstraat richting Hertsberge (Oostkamp) Ook vanuit Zwevezele vertrekken verschillende wegen om de kern te verbinden met de buurgemeenten : - de Koolskampstraat richting Koolskamp (Ardooie) - de Meiboomstraat richting Beveren (Roeselare) - de Vannekestraat richting Ruddervoorde (Oostkamp) - de Ricksteenweg, Vijfwegenstraat en Vrijgeweidstraat richting Torhout De kernen van Wingene en Zwevezele vertonen dus een typisch radiaal wegennet waar verschillende wegen samenkomen. De overige straten, zowel binnen als buiten de kern, zijn in eerste instantie woonstraten die enkel dienen als interne ontsluitingsweg, en kunnen als lokaal beschouwd worden.

4.4.1.2 Lokale vrachtroutes De voornaamste vrachtroutes zijn te situeren ter hoogte van de N50, de N370, de N327, de Peerstalstraat, de Rozendalestraat, de Ruiseledesteenweg, de Ricksteenweg/Sprietstraat. 4.4.2 Openbaar vervoer In Wingene is er geen treinstation, en op het grondgebied van de gemeente bevinden zich ook geen spoorlijnen. De meest nabije stations voor Wingene zijn gesitueerd in Tielt en Lichtervelde, op de spoorlijn 73 Gent - De Panne, en in Beernem op de spoorlijn Oostende - Brussel. Voor het openbaar vervoer is Wingene dus vooral aangewezen op de bus, die zich situeert op drie assen: - lijn Tielt – Zwevezele – Brugge : frequentie van 1 bus / uur - lijn Zwevezele – Ardooie – Roeselare : frequentie van 1 bus / uur - lijn Wingene – Sijsele : maakt de verbinding met het station van Beernem, de uren zijn gericht op de trein

1801/bx.sv 87 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.4.3 Fietsverkeer De fietsroutes zijn belangrijk voor het woon-werkverkeer en het woon-schoolverkeer. Er wordt bij nieuwe verkavelingen gezorgd voor fietsdoorsteken als kortere verbinding naar het centrum van de deelgemeenten. Bij wegenwerken worden de nodige fietsvoorzieningen ingewerkt. Aan bushaltes worden fietsstallingen voorzien.

In het Provinciaal functionele fietsroutenetwerk werden de volgende wegen geselecteerd als bovenlokale fietsroute: - N50 Brugge – Kortrijk - N370 Lichtervelde – Wingene – Beernem - N 327 Wingene – Tielt - Egemsestraat - Ruiseledesteenweg - Rozendalestraat - Vagevuurstraat - Koolskampstraat - Ricksteenweg, Vijfwegenstraat en Vrijgeweidstraat

4.4.4 Voetgangersverkeer Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen voetgangerszones en voetgangersverbindingen. De centra van Wingene en Zwevezele moeten in hun totaliteit beschouwd worden als voetgangerszones en ook in mindere mate de woonkernen Hille, Sint-Jan en Wildenburg. De centra van Wingene en Zwevezele zijn reeds grotendeels zone 30-gebied. Voetgangersverbindingen zijn bijvoorbeeld de verschillende schoolroutes en de verbindingen tussen woongebieden en centra. Bij nieuwe verkavelingen worden doorsteken voorzien voor fietsers en voetgangers als kortste verbinding.

4.4.5 Knelpunten en potenties inzake vervoers- en verkeersstructuur + Zeer goede ontsluiting door ligging middenin het driehoekig maas gevormd door de E40, de E403 en de N37. + Afstemming van de buslijn naar Beernem op de treinuren.

- Barrièrewerking van de N50 en verkeersveiligheidsproblemen ter hoogte van de doortocht te Hille. - Wingene beschikt niet over een station, en is daarvoor aangewezen op Beernem, Tielt of Lichtervelde. - Doorgaand vrachtverkeer ter hoogte van Hille, Zwevezele-dorp en Wingene-dorp. - Een gebrek aan verbindende fietspaden langsheen de gewestweg N370, zowel tussen Wingene en Beernem als tussen Zwevezele en Lichtervelde. - Ontbreken van fietspaden langs de Ruiseledesteenweg en Rozendalestraat (cfr. Provinciaal functioneel fietsroutenetwerk)

1801/bx.sv 88 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene Beernem / E40 Herstberge

0

7

3 Ruddervoorde N

Brugge

Brugge Torhout Ruddervoorde

A Ruiselede

1

7 N370 N 3 2 7

N370

Lichtervelde

Egem

N

5

0

Tielt

Koolskamp Kortrijk Kortrijk Beveren

Weg van internationaal belang Kaart 19 Regionale verbindingsweg Bestaande verkeersstructuur Intergemeentelijke verbindingsweg

Buslijn 749/1 : Tielt - Zwevezele - Brugge

Buslijn 749/2 : Zwevezele - Ardooie - Roeselare

Buslijn 802/1 : Wingene - Sijsele Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 Knooppunt van buslijnen SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.5 De natuurlijke structuur Het begrip natuurlijke structuur wordt in haar ruimtelijke betekenis gehanteerd. De natuurlijke structuur is: 1. Het samenhangend geheel van de rivier- en beekvalleien, de grotere natuur- en boscomplexen en de andere gebieden, waar de voor de natuur structuurbepalende elementen en processen tot uiting komen; 2. Met aanvullend daarop de ecologische infrastructuur gevormd door lijn-, punt- en vlakvormige natuurelementen, door kleinere natuur- en boscomplexen en door parkgebieden. Binnen de natuurlijke structuur is er een ecologische samenhang aanwezig en treden belangrijke ecologische relaties op. De gebieden met een sterke interne samenhang en veel relatief ongestoorde ecologische relaties hebben een grote meerwaarde voor de natuurfunctie12.

4.5.1 Structuurbepalende Elementen Structuurbepalende natuurgebieden zijn zeer verscheiden in hun voorkomen. Hun omvang, plaats en kenmerken zijn dikwijls zeer uiteenlopend. Door het samengaan van voor de natuur belangrijke processen en elementen op een duidelijk af te bakenen plaats vormen deze gebieden een waardevol ruimtelijk-natuurlijk systeem die als een natuurgebied kan getypeerd en afgebakend worden. Aldus spelen deze samenhangende gebieden een structurerende rol.

4.5.1.1 Dominante aanwezigheid van de boscomplexen De boscomplexen (samen meer dan 400 ha) vormen in een groot deel van Wingene een dominant element. Ze zijn dominant omwille van landschappelijke aspecten en omwille van de invloed die ze hebben op de levensgemeenschappen van de omliggende gebieden en de waterhuishouding en het mesoklimaat. Bossen bezitten een specifieke fauna en flora. Voor Wingene zijn dit de rompgemeenschappen van het Eiken-berkenbostype.

De bossen in Wingene kennen een aparte verschijningsvorm. De structuur waarin ze voorkomen is een drevenpatroon in dambordvorm (ontstaan vanuit de wijze waarop de het gebied destijds werd ontgonnen). Naast een cultuurhistorische waarde representeren de ontginningsdreven ook een biologische waarde en dit voornamelijk als refugium of uitwijkplaats voor heiderestanten. De dreven zijn lang en recht en zijn meestal opgebouwd uit Gewone beuk of Zomereik. Door deze strakke structuur kunnen bosbestanden over korte afstand sterk van elkaar verschillen. Dichte bestanden komen er voor naast open bestanden, loofhoutbestanden komen er voor naast gemengde of naaldhoutbestanden en productiebestanden komen er voor naast relicten van extensieve wastina’s en heiderestanten. Wingene telt zes boscomplexen: - uitlopers van de Munkebossen - Blauwhuisbossen, Vagevuurbossen, Degruyterebossen, St.-Pietersveld-Gulke Putten en Lammersdam: allen onderdeel van de relictzone Bulskampveld. - Hun algemene ruimtelijke invloed blijkt uit de omvang, de ruimtelijke spreiding, samenstelling, tewerkstelling (bosbouw) en de functies die ze vervullen.

12 Bron : Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen : integrale versie. Deel 1A : bestaande ruimtelijke structuur, pag. 65

1801/bx.sv 90 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.5.1.2 Beekvalleien De beekvalleien zijn voor de natuurlijke structuur dominante structurerende elementen. Zij hebben een bijzondere waarde vanwege hun eigen levensgemeenschappen en vanwege de belangrijke deelname in een aantal landschapsecologische processen.13 Men treft er voedselrijke bodems aan met natte graslanden, er komt kwel voor en bijzondere kleine landschapselementen (KLE’s) maken er deel van uit. Wingene telt een 12-tal belangrijke beekvalleien. Deze van de Blauwhuisbeek, de Ringbeek, de Steenbeek, de Poelvoordebeek, de Klaphullebeek, de Veldbeek, de Speibeek, de Kloosterbeek, de Leugenaarsbeek, de Grote beek, de Jobeek en de Muizeveldbeek.

4.5.1.3 Andere gebieden met belangrijke waarden en potenties voor de natuur De andere gebieden met belangrijke waarden en potenties voor de natuur (ecologisch relevante entiteiten) zijn verschillend in hun voorkomen t.o.v. de grote boscomplexen. Vooral hun omvang (kleinschaliger) en kenmerken zijn verschillend. Het gaat voor Wingene over de volgende twee gebieden:

De omgeving van de Lakebossen is ecologisch waardevol omdat het deel uitmaakt van een beboste omgeving met drevenpatroon en omdat het direct aansluit bij de grotere boskern van het Lakebos. Tevens zijn er restanten te vinden van soortenrijke natte graslanden en waardevolle kleine landschapselementen.

De omgeving Leestje-Scheewege (behorende tot de bovenloop van de Steenbeek) is belangrijk omwille van de vele soortenrijke natte graslanden die voorkomen op gronden met stuwwater en kwel. Daarmee samengaand komt er nog een grote verscheidenheid voor aan kleine landschapselementen voor.

4.5.1.4 Bijzondere natuurlijke elementen en processen Biotische en fysische structuurbepalende elementen en processen bepalen, samen met de dominante invloed van de mens op de natuur, het voorkomen en het functioneren van natuur. In Wingene komen deze structuurbepalende elementen en processen op velerlei plaatsen tot uiting. Zij maken als dusdanig ook deel uit van de natuurlijke structuur. Naast de hierboven beschreven elementen en processen, zijn ook volgende aspecten belangrijk:

Bronniveaus zijn meestal te vinden op hellingen en langs stuwwatergronden. Door het gegroepeerd voorkomen van bronnen op deze plaatsen is de impact van bronniveaus bepalend voor grote gebieden. In Wingene zijn een 6-tal bronniveaus terug te vinden: omgeving Spriet, omgeving Rik, omgeving kasteel van Zwevezele, omgeving St.-Pietersveld-Gulke Putten, omgeving Vagevuurbossen en omgeving Bosveldstraat-Landsmanstraat.

Stuwwatergronden (en kwel) veroorzaken bijzondere standplaatsfactoren waaraan verschillende organismen gebonden zijn. Het zijn ecosystemen waarbij de kwaliteit van het kwelwater een belangrijke factor vormt. Wingene telt een 3-tal grotere gebieden waar stuwwatergronden voorkomen, nl. de omgeving ten zuiden van de kern Wingene, de omgeving Aspergem en de omgeving Jo.

Markante reliëfovergangen komen in Wingene voor waar het Plateau van Tielt eindigt en overgaat in het Zandgebied. Deze reliëfovergangen zijn bijzonder door de ecologische waarden die gepaard gaan met de gradiënten van deze gronden. Het sterkst

13 Bron : Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (p.65), Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 1997.

1801/bx.sv 91 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

zijn deze reliëfovergangen op de rug van de cuesta van Tielt in de omgeving van de kern van Zwevezele, en op het front van de cuesta van Hertsberge in de omgeving van het Sint-Pietersveld.

4.5.2 De ecologische infrastructuur De ecologische infrastructuur wordt gevormd door strook-, lijn-, punt- en kleine vlakvormige natuurelementen, door geïsoleerde natuur- en bosgebieden en door parkgebieden. In Wingene maken de volgende landschapselementen deel uit van de ecologische infrastructuur: - Heiderestanten - Taluds - poelen en sloten - kleine bosentiteiten - wegbermen - perceelsrandbegroeiing.

In drie kleinere entiteiten komen een aantal van deze elementen geconcentreerd voor: - Omgeving Rik - Omgeving Bosveldstraat/Landsmanstraat - Kasteelpark Zwevezele

4.5.3 Potenties en knelpunten inzake de natuurlijke structuur Wingene is een landelijke gemeente waar de intensieve landbouw een grote druk betekent voor de verschillende ecosystemen. Toch bezit Wingene nog voldoende potenties ter ontwikkeling van de natuurlijke structuur:

+ De ontwikkeling van de natuurlijke structuur in het Poekebeekbekken krijgt goede kansen daar dit gebied integraal deel uitmaakt van het beschermingsgebied voor drinkwaterwinning van het waterproductiecentrum te Kluizen. + In de omgeving Sint-Pietersveld kunnen nog vele graslanden als halfnatuurlijk worden bestempeld. + De valleien van de Jobeek, de Grote Beek, de bovenloop van de Ringbeek en de bovenlopen van een aantal kleinere beken bevatten nog belangrijke vochtige en/of natte gebieden. + De boscomplexen Munkebossen, Blauwhuisbossen, Vagevuurbossen, Degruyterebossen, Sint-Pietersveld / Gulke Putten en Lammersdam bevatten nog zeer waardevolle ecosystemen, vaak overblijfselen van ecosystemen die typerend waren voor de vroegere veldgebieden.

Wingene heeft echter ook een aantal knelpunten14 :

- De biologische en fysico-chemische kwaliteit (gekend) van het oppervlaktewater van de Jobeek en de Ringbeek is over het algemeen slecht tot zeer slecht. Ook de meeste andere waterlopen hebben een slechte tot zeer slechte biologische en fysico- chemische kwaliteit van het oppervlaktewater. - Op vele plaatsen in Wingene zijn waterlopen genormaliseerd en plaatselijk verstevigd of ingekokerd.

14 Bron: GNOP Wingene, Knelpuntenanalyse.

1801/bx.sv 92 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

- Sterke vervaging van de oud-cultuurlandschappelijke patronen en de daarmee gepaard gaande half-natuurlijke biotopen. Enkele houden nog stand in een aantal geïsoleerde bos-, graas- en hooiweidepercelen of in grazige bermen en kavelrandbegroeiingen. - Een groot deel van het systeem van de Ringbeek is gedegradeerd door de ruilverkaveling Wingene: beekbegeleidende graslanden werden ontwaterd en/of genivelleerd en/of tot akkerland omgevormd, de middenloop van de Ringbeek werd over grote afstand rechtgetrokken. - Daling van de biodiversiteit en kwalitatieve achteruitgang van de vegetatie als het gevolg van verregaande vermesting van de bodem. - Wingene is een ‘zwarte gemeente’ volgens het mestactieplan. Het mestoverschot is er aanzienlijk en moet via mestverwerking worden weggewerkt. - Verdroging van vochtige en/of natte weilanden met belangrijke ecologische potenties door drainage. Tevens wordt de algemene verdroging in de hand gewerkt door een verhoging van de afvoercapaciteit van de waterlopen. - Algemene oppervlakteverontreiniging is het gevolg van enerzijds geconcentreerde emissies van woonkernen en industrie en anderzijds verspreide emissies van verspreide bewoning en landbouw. - Als gevolg van de schaalvergroting van de landbouw zijn in de laatste decennia veel bomenrijen, houtkanten, poelen en andere kleine landschapselementen verdwenen. - Een deel van de bestaande bossen zijn gedegenereerd door weekendhuisjes en onaangepast beheer. - Versnippering van het landschap is een probleem dat zich voornamelijk in de Zandstreek en de Zandleemstreek stelt, daar de bebouwing er historisch reeds zeer dens is. Door de uitbreiding van infrastructuren en de toenemende druk van industrie en bewoning worden de daar nog resterende open ruimten verder aangetast. - Niettegenstaande er gebiedsgerichte verschillen zijn qua waterbeheersing neemt het natuurlijk overstroombare karakter van de verschillende beken nog steeds af (o.a. door kanalisering), met het verlies aan systeem- en landschapskenmerken als gevolg. - De inname van ruimte door ‘harde functies’ (wonen, industrie, ambachtelijke bedrijvigheid) gebeurde soms zonder rekening te houden met het landschap. Nieuwe inplantingen dienen ingepast te worden in het landschap.

1801/bx.sv 93 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

1

2

3

B A

4

C 5

Elementen en processen belangrijk voor de natuur Structuurbepalende gebieden Kleinere waardevolle entiteiten Kaart 20 A Beekvalleien 1 Het ‘Bulskampveld’ Omgeving Rik Bestaande natuurlijke structuur Boscomplexen 2 Munkebossen B Omgeving Bosveldstraat-Landsmanstraat

Bronniveaus 3 Omgeving Lakebossen C Kasteelpark Zwevezele Stuwwatergronden en kwel 4 Omgeving Leestje-Scheewege

Markante reliëfovergangen 5 Egemse Veldekens Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/april 2009 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.6 Bestaande landschappelijke Structuur Het landschap vormt de globale context - is het resumé - van het ruimtelijk functioneren van een gebied. Zij is het resultaat van de dynamisch wisselwerking tussen de fysische factoren, de biotische factoren en de antropogene factoren (de menselijke handelingen). Het voorkomen van een bepaald landschap resulteert in een specifiek ecologisch functioneren, een specifieke visuele beleving en een specifiek menselijk ruimtegebruik. De specifieke ordening van de abiotische, biotische en antropogene factoren is hiervan de aanleiding. Bakens, structurerende reliëfkenmerken, markante terreinovergangen, gave landschappen en openruimte- corridors typeren het landschap en zijn dus structuurbepalend.

4.6.1 De traditionele landschappen In Wingene komen er drie grote traditionele landschappen voor. Aan de basis daarvan liggen de verschillende bodemkundige streken. Deze fysische basisstructuur bepaalt niet alleen de rijk gevarieerde landschapsecologische structuur in Wingene maar ook de landbouw en zelfs de nederzettingsstructuur. Er is de streek van Beernem (droge zandgronden), de lemige zandgronden en de zandleemgronden, zij vormen respectievelijk het oude veldgebied van Aalter (Bulskampveld), het Houtland en het plateau van Tielt. Elk hebben ze hun eigen landschappelijke eigenschappen. Een korte beschrijving van de drie gebieden:

Het oude veldgebied van Aalter: dit gebied behoort tot de Zandstreek buiten de Vlaamse Vallei. Het bestaat uit vlakke gebieden met microreliëf-elementen en een dambordpatroon van bossen en open landbouwgebieden. De open ruimten hebben een kleine tot middelmatige omvang en worden door de vegetatie begrensd. Er is bebouwing in zowel de bossen als in de open gebieden.

⇒ Relictzone van dit traditioneel landschap in Wingene: Bulskampveld. Deze gronden zijn pas begin 18de eeuw ontgonnen: de oude heidegebieden die gemeenschappelijke graasgronden vormden (wastines), werden systematisch bebost. Hierbij werden verschillende dreven aangeplant, waardoor een dambordvormig patroon ontstond. Na de Franse revolutie kwamen de beboste heidevelden in handen van adellijke families die er kastelen bouwden en parken aanlegden. In de relictzone komen verschillende ontginningsnederzettingen voor zoals Sint-Pietersveld en Doomkerke.

Het Houtland: behoort eveneens tot de Zandstreek buiten de Vlaamse Vallei. Het vormt het interfluvium tussen Leie (Vlaamse Vallei), de kustvlakte en het IJzerbekken. Er is een golvende topografie met verspreide bebouwing en opgaande perceelsrandbegroeiing, veel weidse maar gerichte vergezichten, door de topografie bepaald. Er zijn talrijke versnipperde ruimten begrensd door topografie of bebouwing.

⇒ Relictzone van dit traditioneel landschap in Wingene: Munkebossen. Reeds ten tijde van Ferraris is dit bos aangeplant met ontginningsdoeleinden. De oorspronkelijke structuur van het bos en percelering is nu nog duidelijk herkenbaar. Bovendien is de zone is archeologisch belangrijk: de hoeve bij het Munkekasteel is een gewezen site met walgracht.

Het plateau van Tielt : Dit gebied behoort tot de zandleemstreek. Het is een hoger gelegen gebied met een zacht glooiende topografie. Het landschap is open en opgebouwd uit gemengde akker- en weilandgebieden. Lokaal zijn er voormalige bosoppervlakten en veldgebieden. Overheersend verspreide bebouwing. ⇒ Relictzone van dit traditioneel landschap in Wingene: Ringbeek en Veldekens. Het beekbegeleidend bos, de verspreiding van de bebouwing en de richting van de percelering zijn nog zeer herkenbaar volgens Ferraris. De ontginning is evenwijdig gelegen aan de loop van de Ringbeek.

1801/bx.sv 95 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Daarnaast zijn nog een aantal punt- en lijnrelicten geselecteerd. De volgende acht kastelen/landhuizen zijn als puntrelicten aangeduid: Blauwhuis Oud Kasteel, hoeve Zonnebekehoek, Munkekasteel, Poelvoorde kasteel, Schouterwalle, ’t Klokhof, ’t Schapershof en villa Les Fougères. De Ringbeek is als lijnrelict aangeduid. 4.6.2 Elementen van het huidige landschap De (markante15) elementen van een landschap zijn die elementen die de identiteit van het huidig landschap in belangrijke mate bepalen. Vandaar zijn deze elementen structuurbepalend voor de herkenbaarheid van een gebied. De structuurbepalende (en markante) elementen zijn de volgende: - De gemeenschapsinstelling bijzondere jeugdzorg ‘De Zande’ en omgeving; - De valleien van de Ringbeek, Poelvoordebeek, de Veldbeek, de Speibeek, de Kloosterbeek, de Grote beek, de Jobeek, de Muizeveldbeek en hun nevenlopen; - De verschillende boscomplexen; - De ontginningsdreven in Rasterpatroon; - De reliëfovergangen ter hoogte van Zeswege en Zwevezele; - De Radio-maritieme site met haar masten; - De radiomast van Egem; - De gebouwen van ‘Unifrost’; - De totale verspreide bebouwing.

4.6.3 Potenties en knelpunten + Nog vrij veel samenhangende en herkenbare relictzones van de traditionele landschappen (vooral van de veldgebieden).

- Niettegenstaande er gebiedsgerichte verschillen zijn qua waterbeheersing neemt het natuurlijk overstroombare karakter van de verschillende beken nog steeds af (o.a. door kanalisering), met het verlies aan systeem- en landschapskenmerken als gevolg. - Versnippering van het landschap door de uitbreiding van infrastructuren en de toenemende druk van bedrijfsgebouwen en woningen. Dit is een probleem dat zich voornamelijk in de Zandstreek en de Zandleemstreek stelt, daar de bebouwing er historisch reeds zeer dens is. . - De inname van ruimte door ‘harde functies’ (wonen, industrie, ambachtelijke bedrijvigheid) gebeurt zonder rekening te houden met het landschap. Nieuwe inplantingen dienen ingepast te worden in het landschap en niet zomaar ergens worden neergepoot. - Veel kleine landschapselementen (bomenrijen, houtkanten, poelen,...) zijn de laatste decennia verdwenen o.a. door de schaalvergroting van de landbouw. Dit leidt tot het uniformiseren en het uitwissen van de traditionele verscheidenheid van landschappen. De leesbaarheid en de herkenbaarheid verdwijnt. Dit is een ernstige en schrikbarende evolutie. In Wingene doet deze trend zich voor, in de Zandstreek en de Zandleemstreek onder de vorm van het verdwijnen van de perceelsrandbegroeiingen.

15 Markante elementen komen voor onder de vorm van bakens, reliëfelementen, terreinovergangen, gave landschappen en openruimte-corridors.

1801/bx.sv 96 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene

Relictzones Kaart 21 Erfgoedlandschappen Ankerplaatsen

Puntrelicten

BESCHERMDESITUERING VAN MONUMENTEN DE BPA'S EN LANDSCHAPPEN Lijnrelicten Opdrachtgever: gemeentebestuur Wingene 1801 / sv / maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene C U E S T A H E R S T B E R G E - L O T E N H C U U L E L S E T A V A N T I E L T

Elementen van het huidige landschap Zones met relicten van de traditionele landschappen Kaart 22 Beekvalleien Het oude veldgebied van Aalter Bestaande landschappelijke structuur Boscomplexen Het Houtland

Rijksopvoedingsgesticht en omgeving Het plateau van Tielt

Radio-masten

Markante reliëfovergangen (cuesta-front) Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene Beeldbepalend bedrijfsgebouw 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.7 De agrarische structuur 4.7.1 Algemene ruimtelijke situering van de agrarische structuur Vanuit historisch perspectief vertoont de landbouw een sterke relatie met het fysisch systeem (de grondsoort, het watersysteem en het reliëf). Dit gegeven is naarmate de landbouwtechnieken verbeterden deels verloren gegaan. Een klassiek voorbeeld daarvan is het omzetten van nat weiland naar akkerland doormiddel van sterke drainage. Desondanks vertoont het agrarisch gebruik van de cultuuroppervlakte in Wingene nog steeds een goed waarneembare band met het fysisch systeem. Op de overgang van de Zandstreek naar de Zandleemstreek treffen we in Wingene gronden aan met een gemiddeld matige landbouwwaarde. Dit verklaart eveneens het hoge aandeel aan grasland en voedergewassen op overbemeste gronden. De ruimtelijk neerslag hiervan leidt tot de volgende structurerende zones in Wingene:

De zandige zone dekt het grootste gebied van Wingene. Dit intensief landbouwgebied wordt gekenmerkt door een versnipperd areaal van hoofdzakelijk weilanden en maïsakkers. De gronden kennen er een matige landbouwwaarde, maar worden sterk bemest. De moderne landbouwbedrijven maken deel van de nederzettingsstructuur en liggen verspreid over het gebied.

De zandlemige zone bedekt een smalle strook in het zuiden van de gemeente Wingene. Deze zone is een overgangszone. De nabijheid van de Zandstreek is te merken aan de aanwezigheid van intensieve veeteeltbedrijven en hun teelten (grasland en voedergewassen). Daarnaast laat de invloed van de zandlemige bodems zich natuurlijk ook gelden door het voorkomen van teelten die een vruchtbare bodem eisen. Het handelt dan over teelten zoals groenteteelt in open lucht, aardappelen en boomkwekerijen. Het verspreid voorkomen van land- en tuinbouwbedrijven is er iets minder dens dan in de zandige zone.

Het Bulskampveld ligt in het noordoosten van de gemeente en bestaat hoofdzakelijk uit bossen. De landbouw komt hier dus als nevenfunctie voor en ligt versnipperd tussen de bosbestanden. Deze landbouwgronden liggen onder zware druk daar zowel de VLAREM-wetgeving als het mestdecreet ingrijpende randvoorwaarden opleggen ter bescherming van de bos-, natuur-, en waterwinningsgebieden. De eigenlijke landbouwwaarde van deze gebieden is zeer gering. De gronden zijn er arm en droog of waterziek.

4.7.2 Profiel van de land- en tuinbouw Om de ruimtelijke impact van de land- en tuinbouw te kunnen inschatten dienen een aantal factoren die het ruimtelijk functioneren van land- en tuinbouw mede bepalen, onderzocht te worden. Deze factoren zijn: 1. Structuur en spreiding van de bedrijven 2. Tewerkstelling 3. Leefbaarheids- en opvolgingspatroon 4. Ontwikkelingstendenzen 5. Bodemgeschiktheid 6. Grondgebruik 7. Dieren Voor het onderzoek werden in hoofdzaak de gegevens uit de jaarlijkse land- en tuinbouwtellingen als informatiebron gebruikt. Er moet evenwel opgemerkt worden dat deze gegevens niet altijd volledig met de werkelijkheid overeenstemmen. Vandaar dat enkel

1801/bx.sv 99 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

structurele verschuivingen in rekening mogen worden gebracht. Een tweede knelpunt is het meer ruimtelijke aspect. De landbouwgegevens geven geen inzicht in de geografische spreiding van het agrarisch grondgebruik binnen de gemeente.

4.7.2.1 Structuur en spreiding van de bedrijven Minder maar grotere bedrijven Het aantal land- en tuinbouwbedrijven in 2007 in Wingene bedraagt 384. De gemiddelde oppervlakte cultuurgrond per bedrijf bedraagt 13,8 ha. Niet alle bedrijven in Wingene zijn van dezelfde grootteorde. Ongeveer 29% van de bedrijven kent een bedrijfsgrootte kleiner dan 5 ha, 38% tussen de 5 en 20 ha en 22% tussen 20 en 50 ha. 13 bedrijven hebben een bedrijfsgrootte groter dan 50 ha. Over een periode van 27 jaar zijn het aantal bedrijven met 54% gedaald. Binnen de evolutie zien we zowel een toename van de in gebruik genomen cultuurgrond als van de bedrijfsgrootte.

Onderstaande tabel toont de evolutie van de bedrijfsgrootte op de evolutie van het aantal bedrijven. Deze beiden zijn duidelijk omgekeerd evenredig: hoe meer bedrijven er verdwijnen, hoe groter de bestaande bedrijven worden. De vrijkomende cultuurgrond van de uitdovende bedrijven wordt overgenomen door bestaande of nieuwe bedrijven. De afname van het aantal bedrijven is de resultante van een ingaande (nieuwkomers) en een nog grotere uitgaande (wijkers) beweging. Ruimtelijk gezien heeft deze evolutie belangrijke repercussies m.b.t. de (al of niet agrarische) toekomstige bestemming van de bedrijfszetels (de gebouwen) van de wijkers, die de beroepssector verlaten en de toenemende schaal van de blijvers.

Grootteklasse 1980 1990 2000 2007 evolutie in % Bedr. Ha. Ha. Bedr. Ha. Bedr. Ha. Bedr. Bedr. zonder teelt 24 0 13 0 24 0 27 / < 5 ha 428 739,78 312 597,07 140 309,40 113 - 74% 5 < 10 ha 183 1301,56 156 1134,76 76 551,32 68 - 63% 10 < 20 ha 177 2407,96 143 2019,81 112 1584,91 79 - 55% 20 < 30 ha 26 621,07 45 1087,77 56 1408,84 49 + 88% 30 < 50 ha 3 96,52 13 470,31 33 1191,32 35 + 1167% + 50 ha 0 0 0 0 5 455,59 13 + totaal 841 5166,89 684 5308,72 446 5501,38 384 5288,85 - 54% Tabel 8 : evolutie van de bedrijfsgrootte en aantal bedrijven in Wingene Bron : NIS, landbouwtellingen 1980, 1990,2000 en 2007; eigen verwerking.

Aard van de landbouw De landbouw in Wingene is weinig grondgebonden16, in de veronderstelling dat de veehouderij (melkvee) weinig grondgebonden is. Het is zo dat rechtstreeks gezien de intensieve veehouderij weinig of geen cultuurgrond behoeft. Het grootste deel van de gronden in Wingene zijn zandgronden. Dit brengt een vrij heterogene bodemgeschiktheid en een grote aanwezigheid van grasland en voedergewassen met zich mee. Voor de intensieve varkensteelt zijn deze teelten zeer geschikt want zij zorgen voor voeder en

16 Een grondgebonden agrarisch bedrijf is een agrarisch bedrijf dat zijn landbouwproductie (plantaardig/dierlijk) geheel of gedeeltelijk voortbrengt via eigen uitbatingen van landbouwgronden. Bedrijven die een grondloze en grondgebonden bedrijfstak combineren, behoren eveneens tot de categorie van de grondgebonden bedrijven. Een grondloos agrarisch bedrijf is een agrarisch bedrijf dat zijn landbouwproductie (plantaardig/dierlijk) uitsluitend in bedrijfsgebouwen voortbrengt. Deze bedrijven hebben slechts behoefte aan een bouwplaats voor de oprichting van hun bedrijf. Grondloze bedrijven met een beperkte grondgebonden activiteit zijn eveneens grondloze bedrijven.

1801/bx.sv 100 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

mestafzet. Onrechtstreeks is de intensieve veehouderij dan toch grondgebonden. Het voorkomen van de polyvalente zandleembodems liggen dan weer aan de basis van een aandeel groenteteelt (9%) dat nog steeds stijgt.

Spreiding van de land- en tuinbouwbedrijven Over het algemeen komen de land- en tuinbouwbedrijven verspreid voor over het grondgebied van Wingene. Volgende conclusies kunnen getrokken worden: - in de sterk beboste omgeving van het Bulskampveld komen er weinig (land- en tuinbouw)bedrijven voor; - ook in de omgeving van de vallei van de Grote Beek en op de zandleemgronden is de dichtheid aan bedrijven duidelijk lager ; - op de zandleemgronden komen er weinig of geen bedrijven als nevenberoep voor; - er zijn duidelijk minder veeteeltbedrijven gevestigd in de deelgemeente Zwevezele; - omgekeerd bevinden de meeste glastuinbouwbedrijven zich in de deelgemeente Zwevezele.

Zonevreemde land- en tuinbouwbedrijven Ook landbouwbedrijven kunnen zonevreemd gelegen zijn. Voor het al of niet zonevreemd zijn van een landbouwbedrijf zijn we uitgegaan van de juridische voorwaarden die worden gesteld aan de afbakening van de verschillende zones van het gewestplan. Land- en tuinbouwbedrijven zijn vanuit juridisch oogpunt enkel toegelaten in volgende zones van het gewestplan: agrarisch gebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, ecologisch waardevol agrarisch gebied, woongebied met landelijk karakter, woongebied, voor zover het grondgebonden bedrijven betreft. Door het toetsen van de ligging van de land- en tuinbouwbedrijven aan het gewestplan kan besloten worden dat Wingene momenteel geen land- en tuinbouwbedrijven telt die zonevreemd zijn. Wat de zonevreemdheid naar gronden betreft, m.a.w. hoeveel gronden met een agrarisch bodemgebruik liggen in een niet-agrarische bestemming volgens het gewestplan, zijn er volgens gegevens van de Boerenbond (1996) 197 ha zonevreemd.

Aan landbouw verwante bedrijven Als uitgangspunt kan gesteld worden dat de aan landbouw verwante bedrijven die bedrijven zijn die onmiddellijk bij de landbouw aansluiten en erop afgestemd zijn. Daarbij wordt een onderverdeling gemaakt tussen de bedrijven die gericht zijn op input en deze die gericht zijn op de output. De eerste verschaffen de nodige hulpmiddelen; voorbeelden zijn agro-alimentatie (veevoeders, stroverhandeling,…), agro-toelevering (meststoffen, zaaigoed,…), agro-techniek, agro-loonwerk,… De tweede categorie zijn bedrijven gericht op de afname van de door de landbouw voortgebrachte producten. Voorbeelden hiervan zijn slachthuizen, diepvriesindustrie, …

Wingene telt 23 aan landbouw verwante bedrijven bedrijven17; het grootste aandeel van deze bedrijven is gericht op de input. De moeilijke en soms evoluerende rechtszekerheid van een aantal bedrijven wordt geïllustreerd door de vaststelling dat van de 23 opgesomde para-agrarische bedrijven er zich 2 bevinden op een bedrijventerrein en 10 in een sectoraal of bedrijfs-BPA.

17 Gemeente Wingene, WITAB (1997): Sectorale benadering zonevreemde bedrijven

1801/bx.sv 101 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene

bedrijfsmatige land- en tuinbouwproductie als hoofdberoep bedrijfsmatige land- en tuinbouwproductie als nevenberoep Kaart 23 geen effectief bedrijf of geen bedrijfsmatige land- en tuinbouwproductie Spreiding van de land- en tuinbouwbedrijven

(hoofdzakelijk) varkens- en/of melkveebedrijven (hoofdzakelijk) pluimveebedrijven (hoofdzakelijk) glastuinbouwbedrijven BESCHERMDE MONUMENTEN andere of gemengde land- en tuinbouwbedrijven Opdrachtgever:EN LANDSCHAPPEN gemeentebestuur Wingene 1801 / sv / maart 2008 Bron: NIS land- en tuinbouwtelling (jaartal 1999) GIS-verwerking door Johan Desmet SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.7.2.2 Tewerkstelling De tewerkstelling in de land- en tuinbouw is één van die factoren die duidelijk laat zien in welke mate de sector zich profileert in het buitengebied. In de Vlaamse land- en tuinbouw is de werkgelegenheid in de landbouw overwegend gesitueerd in West- en Oost- Vlaanderen. Het procentueel aandeel van de tewerkstelling in de land- en tuinbouw behoort tot de hoogste van Vlaanderen.

In mei 2007 telde Wingene 384 land- en tuinbouwbedrijven. Het totaal aantal tewerkgestelden18 in de land- en tuinbouw in Wingene bedroeg 709 werkkrachten (bestendige en niet-bestendige werkkrachten19). In 1980 bedroeg het aandeel in de landbouw nog 1465 werkkrachten. Dit betekent een verlies van 52% of 756 werkkrachten. Hun aandeel in de totale tewerkstelling van de gemeente is sterk verschillend naargelang het loontrekkenden of niet-loontrekkenden betreft. De loontrekkende tewerkstelling in de primaire sector is traditioneel het kleinste aandeel in de agrarische tewerkstelling, waardoor ook hun aandeel in de totale tewerkstelling van de gemeente eerder klein is. Het is voornamelijk de niet-loontrekkende tewerkstelling (de zelfstandige land- en tuinbouwer) die van belang is in de primaire sector. Met 592 niet-loontrekkende werkenden vertegenwoordigen zij 29,8 % van de totale niet- loontrekkende werkgelegenheid in Wingene (cijfers 2006). In vergelijking met het gemiddelde voor de provincie West-Vlaanderen (15,1%) spreken we in Wingene over een sterke agrarische vertegenwoordiging onder de zelfstandigen. Ondanks deze niet onbelangrijke aandelen in de totale tewerkstelling van Wingene wordt de agrarische sector gekenmerkt door een dalende tewerkstelling.

1980 1990 2000 2007 Bestendigde werkkrachten 812 716 551 Niet-bestendige werkkrachten 653 287 251 Totaal aantal werkkrachten 1465 1003 802 709 Aantal bedrijven 841 684 446 384 Tabel 9 : aandeel werkkrachten in de land- en tuinbouw in wingene Bron : NIS, landbouwtellingen 1980, 1990 en 2000; eigen verwerking.

1996 1998 2000 2006 Aantal loontrekkenden 96 111 107 Aantal niet-loontrekkenden 587 579 551 592 Totaal 683 690 658 Tabel 10 : aandeel loontrekkenden en niet-loontrekkenden in de primaire sector Bron : R.S.Z.-statistieken, jaartallen 1996, 1998, 2000 en 2006,.

18 Het totaal aantal tewerkgestelden omvat naast de loontrekkende en de niet-loontrekkende werkenden ook meewerkende partners en familieleden, waardoor de aantallen hoger zijn dan bij de eigenlijke totale tewerkstelling. 19 Bestendige werkkrachten zijn werkkrachten welke blijvend zijn, welke aan het bedrijf gebonden zijn. Niet-bestendige werkkrachten zijn veranderlijke werkkrachten.

1801/bx.sv 103 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.7.2.3 Leefbaarheids- en opvolgingspatroon Een van de grote problemen die zich voor de landbouw stellen in de nabije toekomst, is de bedrijfsopvolging. Steeds meer landbouwers hebben geen opvolger die hun bedrijf wil overnemen. Een groot deel van de huidige landbouwbedrijven is dus gedoemd om binnen een bepaalde tijd te verdwijnen. Onderstaande gegevens werden gehaald uit het Gemeentelijk Landbouwontwikkelingsplan Wingene en zijn gebaseerd op de landbouwtellingscijfers van 1999, aangevuld met informatie van bevoorrechte getuigen.

Aantal bedrijfsleiders Aandeel bedrijfsleiders (%) Totaal Ouder dan 50 j. Ouder dan 50 j. Ouder dan 50 j. Ouder dan 50 j. zonder opvolging zonder opvolging (*) Wingene 271 125 56 46,1 44,8 Zwevezele 148 69 48 46,6 69,6 Totaal wingene 419 194 104 46,3 53,6 Tabel 11 : leeftijdsopbouw en opvolging bij de land- en tuinbouwers Bron : GLOP Wingene (telling 1999) (*) ten opzichte van de 50-jarigen

Op een totaal van 419 bedrijven in Wingene zijn er 46,3% ofwel 194 bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar. Daarvan zijn er 53,6% ofwel 104 zonder opvolger. Opvallend is dat deze cijfers heel hoog liggen in Zwevezele. Meer dan de helft van de bedrijfsleiders, ruim 69%, ouder dan 50 jaar die een leefbaar bedrijf hebben zeggen geen opvolger te hebben. Bij de landbouwtellingen van mei 2007 tellen we nog 173 bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar. Slechts 24 ervan (13,9%) is zeker van opvolging.

Inkomenscategorie Aandeel bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar aantal zonder opvolger t.o.v. totaal aantal (%) waarvan geen opvolger (%) Wingene L 36 7 27,3 19,4 LV + MA 14 6 38,9 42,9 OL 30 17 66,7 56,7 Totaal 80 30 37,6 37,5 Zwevezele L 16 8 26,7 50,0 LV + MA 10 6 45,5 60,0 OL 14 12 51,9 85,7 Totaal 40 26 36,7 65,0 Totaal wingene L 52 15 27,1 28,8 LV + MA 24 12 41,4 50,0 OL 44 29 61,1 65,9 totaal 120 56 37,3 46,7 Tabel 12 : leeftijdsopbouw en opvolging bij bedrijven in hoofdberoep volgens inkomenscategorie Bron : GLOP Wingene (telling 1999) Noot: L= Leefbaar bedrijf LV= Levensvatbaar bedrijf MA= Marginaal bedrijf OL= Onleefbaar bedrijf

1801/bx.sv 104 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

27,1% of 52 bedrijven van de 192 leefbare bedrijven (in hoofdberoep) in Wingene hebben een bedrijfsleider van meer dan 50 jaar oud. Van deze 52 bedrijven zijn er 15 bedrijven of 28,8% zonder opvolger. Van de 72 onleefbare bedrijven zijn er 44 bedrijven of 61,1% met een bedrijfsleider van ouder dan 50 jaar. Daarvan hebben 29 bedrijven of 65,9% geen opvolger.

Afgaande op het opvolgingspatroon is het dus te verwachten dat de cultuurgrond grotendeels zal worden overgenomen door andere bedrijven, wat dus een verdere schaalvergroting binnen de landbouw betekent. De bedrijfsgebouwen zelf vormen een apart probleem. De toekomst van die gebouwen zal in grote mate bepaald worden door de locatie en de staat waarin het gebouw zich op het moment dat het leeg komt te staan, bevindt.

4.7.2.4 Bodemgeschiktheid Bodemgeschiktheid In de land- en tuinbouw is voor de meeste activiteiten de bodem een basisgegeven. Verschillende eigenschappen van de bodem bepalen de teelt en de opbrengst. Om te weten te komen wat de meest geschikte gronden voor de verschillende teelten zijn moet er een analyse van de bodemsoorten gemaakt worden. Door ir. J. Desmet (CLO-DVL-GENT) werden op basis van de Bodemkaart van België gedetailleerde kaarten opgemaakt die de bodemgeschiktheid aangeven voor agrarisch gebruik. Zijn conclusies (GLOP Wingene) werden geraadpleegd om de agrarische bodemgeschiktheid na te gaan. Naargelang hun samenstelling (textuur) en de draineringsklasse kunnen de bodemtypes gerangschikt worden volgens hun nut voor de landbouw. Landbouwkundig worden de bodems in vijf geschiktheidsklassen ingedeeld van zeer geschikt tot ongeschikt. Moderne teeltmethodes kunnen deze geschiktheid echter sterk beïnvloeden.

Het grootste gedeelte van Wingene behoort tot de zandstreek. Naar bodemgeschiktheid is de zandstreek weinig homogeen: bepaalde gronden zijn voor geen enkele teeltgroep echt geschikt terwijl andere gronden potenties hebben voor zelfs vier teeltgroepen (zeer geschikt voor boomkwekerijen en sierteelt en geschikt voor glasgroenten, extensieve groenteteelt en fruit). Kenmerkend zijn de grote aandelen van weiden en de groenvoedergewassen (vnl. mais). Dit laatste staat mede in verband met de grootschalige varkensteelt. Zandgronden zijn gevoelig voor doorspoeling van nutriënten. In de zandstreek is ook tuinbouw aanwezig; het gaat vooral om groenteteelt in openlucht. Een kleiner zuidelijk deel van de gemeente bestaat uit zandleemgrond (zandleemstreek). Hier valt de polyvalentie van de gronden op: veel gronden zijn ‘zeer geschikt’ of ‘geschikt’ voor drie, vier of vijf teeltgroepen (akkerbouw, extensieve groenteteelt, glasgroenten, fruit en intensieve groenteteelt). Opvallend in de zandleemstreek is de ontwikkeling van de groenteteelt, ook de groenteteelt onder glas wordt meer en meer belangrijk. De intensieve veeteelt heeft zich vanuit de zandstreek verspreid in de aanpalende delen van de zandleemstreek.

Erosiegevoeligheid Bodemerosie is een proces waarbij bodemdeeltjes (sediment) losgemaakt en verplaatst worden door water, ijs, wind of bodembewerking. De gevolgen van bodemerosie zijn voor de land- en tuinbouw en de maatschappij negatief: opbrengstverlies op korte termijn, de bodemkwaliteit neemt af op lange termijn, slib, water- en modderoverlast,... In Vlaanderen neemt vooral bodemerosie door afstromend water in bepaalde gebieden zorgwekkende proporties aan.. In Wingene is dit een marginale problematiek. Toch is er een beperkte oppervlakte aan bodems waar de factoren (bewerkte hellingen met zandleemgronden) voor bodemerosie aanwezig zijn. Deze gronden bevinden zich bijna allemaal op de deelgemeente Zwevezele.

1801/bx.sv 105 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.7.2.5 Grondgebruik D.m.v. het teeltpatroon te onderzoeken komen wij iets meer te weten over het aandeel dat de verschillende sectoren hebben in de land- en tuinbouw van Wingene. De bedoeling hiervan is om na te gaan of Wingene op dit vlak eigen kenmerken vertoont, en of deze kenmerken de laatste jaren gewijzigd zijn. Volgende tabel geeft de evolutie van het grondgebruik van de cultuurgrond over 20 jaar (1980-2007) weer: 1980 1990 2000 2007 Weiden en grasland 60,1 60,0 50,7 36,1 Graangewassen 14,2 6,9 6,7 10,2 Nijverheidsgewassen 0,4 0,2 0,4 0,5 Aardappelen 4,4 4,9 7,0 8,0 Voedergewassen 15,3 20,5 25,1 33,7 Groenten openlucht 4,1 4,5 8,3 9,0 Sierteelt in openlucht 0,6 0,9 1,2 0,5 Fruit in open lucht 0,1 0,1 0,1 0,0 Glasteelten 0,1 0,1 0,4 0,2 Overige 0,7 1,9 0,1 1,8 Toaal oppervlakte cultuurgrond 5166,89 ha 5308,72 ha 5501,38 ha 5288,85 ha Tabel 13 : Teeltstructuur van de gewassen van Wingense bedrijven in evolutie Bron : NIS, Land- en tuinbouwtellingen, 1980, 1990, 2000 en 2007

Opmerking: Hierbij moet echter opgemerkt worden dat de cijfers betrekking hebben op de bedrijven waarvan de maatschappelijke ze is. Dit brengt met zich mee dat bedrijven die hun zetel in Wingen gelegen, eveneens in rekening gebracht werden en vice versa.

Uit deze gegevens kunnen opvallende evoluties inzake grondgebruik naar de diverse teelten afgeleid worden. Algemeen kan worden gesteld dat vandaag de cultuuroppervlakte nog voor amper 36,1 % ingenomen wordt door weide en grasland. 33,7 % wordt ingenomen door de groenvoedergewassen (vnl. maïs). De graangewassen kennen een oppervlakteaandeel van 10,2%, de teelt van aardappelen 8%. Groenten in open lucht nemen 9,0 % in. Naar evolutie wordt het volgende vastgesteld: - de totale oppervlakte cultuurgrond is in 27 jaar mete hebben, ca. 122 maar ha waarvan toegenomen; de grond tu opssen het 2000grondgebied en 2007 van éénzien van we wel een sterke daling van de totale oppervlakte cultuurgrond - de oppervlakte die ingenomen wordt door weiden en grasland is bijna gehalveerd tussen 1980 en 2007, zodat die nu nog 36% van de totale cultuurgrond voor haar rekening neemt, - de oppervlakte ingenomen door voedergewassen meer dan verdubbeld is, waarbij voedermaïs veruit het grootste aandeel vormt, - de aardappelteelt is eveneens toegenomen van 4,4% in 1980 naar het huidige aandeel van 8%, - de aandelen fruitteelt en de teelten onder glas en plastiek is zeer klein in Wingene. Van de teelt in opentel in luchtWingene neemt gevestigd de extensieve groenteteelt het merendeel van de oppervlakte in en is sinds 1980 meer dan verdubbeld. de buurgemeenten is

1801/bx.sv 106 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.7.2.6 Dieren De evolutie van de veestapel wordt ook weergegeven. Deze cijfers zijn belangrijk in het kader van de mestproductie en -afzet. 1980 1990 2000 2007 Runderen aantal dieren 16.118 19.858 18.254 15.188 aantal dieren / 100 ha 312 374 332 287 Varkens aantal dieren 150.481 99.130 (varkenspest) 186.450 156.839 aantal dieren / 100 ha 2.912 1.867 3.389 2.965 Pluimvee aantal dieren 518.032 509.105 1.249.756 1.149.702 Overige aantal dieren 2.696 4.020 4.389 599 Tabel 14 : Evolutie van de veestapel (1980-2007) Bron : NIS, Land- en tuinbouwtellingen.

Bovenstaande cijfers bevestigen het patroon dat Wingene gekenmerkt wordt door sterk veeteelt-gerichte bedrijven. In 2007 waren er in de gemeente 15.188 runderen, ongeveer 17% minder dan in 2000. Het aantal varkens is sinds 1980 licht gestegen, van 150.481 varkens in 1980 tot 156.839 in 2007. Wingene behoort daarmee tot het arrondissement van West-Vlaanderen met het hoogste aantal varkens, nl. Tielt. In 1990 was er echter een terugval van het aantal varkens, dit was het gevolg van de opruiming ten gevolge van varkenskoorts. Ten opzichte van 2000 stellen we terug een sterke daling vast.

Ook bij het pluimvee is er in vergelijking met andere streken een grote bezetting van dieren. We spreken dan over 1.149.702 dieren, wat een stijging is van 222% t.o.v. 1980.

4.7.2.7 Algemene ontwikkelingstendenzen Grondgebruik en -behoefte: als gevolg van het mestbeleid is het belang dat wordt gehecht aan grond, vanuit de landbouw sterk toegenomen. Zeker in Wingene zal de belangstelling voor grond groot blijven. Enerzijds in functie van de mestafzet, anderzijds is er op het bedrijfsniveau meer grond nodig om het bedrijfsareaal te kunnen vergroten om het bedrijf leefbaar te houden.

De land- en tuinbouw moet in toenemende mate rekening houden met beperkingen vanuit de milieuwetgeving: de landbouwsector wordt meer en meer geconfronteerd met wetgeving en randvoorwaarden die opgelegd worden vanuit het milieubeleid. Milieuvergunningen, milieueffectrapporten en de mestwetgeving zijn hier typische voorbeelden van.

Tot eind 2007 was naast Vlarem ook het vergunningenbeleid van het mestdecreet van toepassing voor veehouderijen. Dit laatste kenmerkte zich in een vergunningsstop voor veehouderijen, tenzij in het geval van samenvoegingen of verplaatsingen. Sedert 2008 wordt bij de beoordeling van vragen tot uitbreiding van de milieuvergunning voor dieren nog enkel rekening gehouden met het Vlarem. Hierdoor zijn uitbreidingen van individuele bedrijven opnieuw mogelijk, mits de veehouder over voldoende nutriëntenemissierechten beschikt.

Binnen de veeteeltsector kan een uitbreiding van de mestverweringsinitiatieven verwacht worden: er zijn alsmaar minder afzetmogelijkheden voor dierlijke mest. Zeker nu Vlaanderen als volledig kwetsbaar gebied is aangeduid, zal de mestverwerking verder moeten uitgebreid worden.

1801/bx.sv 107 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Anders aanwenden van de productiegronden door technologische ontwikkelingen: De omvang en aard van de omgang met de productiegronden zal in de toekomst sterk afhangen van de ontwikkelingen op technologische en markt-economisch vlak. Anderzijds zal bij de ontwikkeling van nieuwe technologie rekening kunnen worden gehouden met de structuur van de productiegronden.

Economische- en marktontwikkelingen20: In de economie van de landbouwproductie blijkt steeds duidelijker dat er een structurele spanning aanwezig is tussen enerzijds productieverhoging en anderzijds de steeds verder teruglopende mogelijkheden om de afzet gelijke tred te laten houden. Hoe dit gegeven wordt opgelost is zeer bepalend voor de land- en tuinbouw. Het is duidelijk dat, wat de ontwikkelingen ook zijn, ze een duidelijke uitwerking zullen hebben op de productiegronden. Reacties kunnen bestaan uit het aanboren van nieuwe markten, uit cultuur nemen van gronden, braaklegging, meer productie van ruwvoer en krachtvoer van eigen bedrijf en diverse vormen van intensivering. De meest ingrijpende veranderingen zullen optreden in productietakken waarin nu sprake is van een zware marktordening. Dit raakt daarmee vooral de traditionele grondgebonden takken zoals akkerbouw en rundveeteelt.

Verschuivingen in de markt en in consumentenvoorkeuren kunnen eveneens een betekenende rol spelen. Hier bestaat de indruk dat de land- en tuinbouwers nog onvoldoende inspelen op ontwikkelingen zoals de vraag naar milieu- en diervriendelijk geproduceerde producten en de groeiende markt voor kwaliteitsproducten. Er worden nog teveel kansen onbenut gelaten. Ook kan het vergroten van de cultureel/culinaire bagage van de consument indirect van grote betekenis zijn voor de ontwikkeling in het landelijk gebied. Op de productiegronden zal aandacht moeten worden besteed aan het openhouden van mogelijkheden voor de specifieke plaatskeuze- eisen en externe productieomstandigheden van verschillende typen productie.

4.7.3 Knelpunten en potenties De land- en tuinbouw heeft de laatste decennia te kampen met zware problemen, veelal van ruimtelijke aard of met ruimtelijke impact. Grosso modo komen deze problemen neer op belangenconflicten met andere sectoren zoals de ruimtelijke aanspraken voor wonen, voor bedrijventerreinen, voor recreatie, voor natuurontwikkeling en voor milieubescherming. Een groot aantal van deze knelpunten en potenties werden aangereikt door het GLOP. + Wingene zorgt voor een belangrijk aandeel van de Westvlaamse varkenshouderij. Dit zorgt eveneens voor een zeer belangrijke tewerkstelling in de toelevering en de verwerking. + De nabijheid van veiling en groentenverwerkende diepvriesbedrijven en slachterijen zorgen voor een onmiskenbaar voordeel en zijn een rechtstreeks gevolg van wat in deze streek wordt geproduceerd. + De land- en tuinbouw in Wingene zal, als onderdeel van agri-business-complexen21, een belangrijke economische productiefactor blijven. + De land- en tuinbouw in Wingene is een belangrijke mededrager van actieve lokale gemeenschappen in het landelijk gebied. In de toekomst dient hieromtrent een belangrijke impuls gegeven te worden om de leefbaarheid van de verspreide bebouwing te garanderen. + De land- en tuinbouw in Wingene kan fungeren als medebeheerder van natuurwaarden en een aantrekkelijk landschap, alsook als partner in een recreatief medegebruik van het landelijk gebied. + Het mestdecreet leidt tot een snelle toename van mestverwerking en afbouw van mestoverschotten.

20 Bron: CASCO-concept, een benaderingswijze voor de landschapsplanning - Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van Nederland (Utrecht 1991). 21 Een ‘agri-business-complex’ is het geheel van de met de land- en tuinbouw samenhangende activiteiten.

1801/bx.sv 108 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

- Tussen landbouw en natuur treden soms belangenconflicten op. Tot de meest voorkomende conflicten behoren te veel bemesting in deze gebieden, verdroging door te veel wateronttrekking, beeksanering of drainage, te weinig zorg voor het behoud van kleine landschapselementen en restanten van traditionele landschappen. - De landbouwbedrijven hebben te kampen met grote mestoverschotten. Dit veroorzaakt een toenemend landbouwgebruik op marginale gronden als gevolg van de toenemende vraag naar landbouwgrond. - Landbouwgebruik in niet-agrarische bestemmingen houdt problemen in naar de toekomst. - Er is een grote versnippering in het grondgebruik. - Een groot aantal varkensbedrijven zien hun toekomstontwikkelingen afhankelijk van de afstandsregels van VLAREM II. - Landbouwbedrijven en bijhorende mestverwerkingsinstallaties worden steeds grootschaliger wat de problemen inzake landschapsintegratie en mobiliteit scherper stelt.

1801/bx.sv 109 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Zandige zone : intensieve veeteelt Kaart 24 Zandlemige zone : gedifferentieerde intensieve landbouw Bestaande agrarische structuur Bulskampveld : landbouw in nevenfunctie

Grens ruilverkaveling

Grote landbouwbedrijven varkens

Grote landbouwbedrijven kippen Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene Erosiegevoelige zones 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4.8 De bestaande recreatieve en socio-culturele structuur 4.8.1 De bestaande recreatieve structuur 4.8.1.1 Recreatieve voorzieningen Een visie op de gewenste ontwikkeling van de recreatie in Wingene kan niet geformuleerd worden zonder de bestaande toestand van de infrastructuur van de sport-, recreatieve- en jeugdactiviteiten te kennen. Het inventariseren van de bestaande recreatieve voorzieningen is dan ook de eerste stap in het ontwikkelen van een gewenste visie. Met de recreatieve structuur worden de voorzieningen bedoeld die een rol spelen in de vrijetijdsbeleving van de eigen bevolking of die van de regio.

De gemeente Wingene kent een sterk kerngebonden recreatieve structuur. Bijna alle sport- en recreatieve voorzieningen bevinden zich in en rond de twee hoofddorpen. Wingene telt een 50-tal verschillende sport- en recreatieverenigingen met in het totaal ca. 2900 leden.

In en rond de hoofdkern Zwevezele bevinden zich volgende voorzieningen: 1. De mandebijters: terrein voor hondendressuur (Rickvoetweg); 2. Rickvrienden: voetbalterrein (Rickvoetweg); 3. Sportcentrum Zwevezele: sporthal en voetbalterreinen, deels in BPA Centrum, MB 09/06/1995 (Kasteelstraat), deels in agrarisch zone 4. Bengel: speeldorp (op Hille); 5. chiro meisjes (Schoolstraat); 6. chiro jongens (Rickvoetweg); 7. Hobbit (Bruggestraat); 8. het kasteelpark (Waldreef); 9. De Wissel: cultureel centrum (Tramstraat); 10. Kinderopvang (Lichterveldestraat)

In en rond de hoofdkern Wingene bevinden zich volgende voorzieningen: 11. Sportcentrum Wingene: sporthal, recreatiebad ‘De Alk’, sportzaal de Tuimelaar, voetbalterreinen, gelegen in BPA Sportcentrum MB 20/12/01,(Beernemstraat) en BPA Sportcentrum-uitbreiding 02/05/2005; 12. De Feniks: cultureel centrum (Beernemstraat); 13. Deketelaere: paardenpiste (Rozendalestraat); 14. Parochiaal centrum en chiro Wingene (Oude Bruggestraat); 15. Verrekijker: KAJ, jeugdhuis De Mutse, polyvalente fuif- en feestzaal De Verrekijker (BPA Oude Melkerij); 16. Fitness- en saunacenter Aktief (Nieuwstraat); 17. Kinderopvang (Oude Bruggestraat).

1801/bx.sv 111 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Bovengenoemde voorzieningen herbergen uitsluitend lokale activiteiten. Er is echter in Wingene één sportinfrastructuur die een subregionaal verzorgingsgebied heeft, nl. het recreatiebad ‘De Alk’. Per jaar telt ‘De Alk’ 136.000 bezoekers, waarvan 70% van buiten de gemeente komt. Volgende voorzieningen komen verspreid over de gemeente voor: 18. Callewaert: terrein voor hondendressuur (Vrijgeweidstraat); 19. de Zande (Sint-Pietersveld): sportterreinen en skatepark (Vagevuurstraat). 20. Belradioclub: dit is het voormalig gebouw van het Belgacompersoneel dat de Radiomaritieme diensten in het zendgebouw verzorgde. Het gebouw staat sinds jaren leeg en is nu eigendom van het Ministerie van Defensie dat het gebouw wenst te verkopen. Het bestaat uit twee volwaardige verdiepingen en omvat 4 woningen, een drankhuis, magazijn, bergplaats, garages en tuin en bevindt zich in zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Het gebouw is gelegen nabij de natuur- en bosgebieden van Sint-Pietersveld en zou kunnen aangewend worden voor toeristisch-recreatieve functie voor o.m. verblijfstoerisme of jeugdlogies.

Naast deze traditionele sport- en recreatieve voorzieningen kunnen ook gebieden/landschappen een uitgesproken betekenis hebben voor de recreanten in en buiten de gemeente. In Wingene zijn de noordoostelijke boscomplexen (onderdeel van het grotere Bulskampveld) zo een gebied. Deze boscomplexen trekken recreanten aan uit de ganse regio. Het gaat dan voornamelijk over fietsers en wandelaars. Het aantal trips door de West-Vlaamse bevolking naar het Bulskampvelddomein is in 1996 door de Provinciale Dienst Toerisme en Recreatie geraamd op 634.000. De infrastructuur bestaat er o.a. uit een mountainbikeroute “Breughel-Molen”, verschillende wandelpaden en informatiepanelen.

Tenslotte moeten bij de recreatieve structuur ook nog de talrijke restaurants en cafés vermeld worden, die verspreid liggen in het agrarisch gebied. 4.8.1.2 Inventaris horecabedrijven en verblijfstoerisme in agrarisch zone (2008) Uit deze inventaris komen volgende resultaten : 1. Cafés : 6 ’t Bakkerietje (Vrijgeweidstraat), De Hoeve (Rozendalestraat), De Landsman (Landsmanstraat), Dove (Kortrijksesteenweg), Ferretti (Kortrijksesteenweg) en De Passage (ook frituur) (Kortrijksesteenweg). 2. Restaurants : 5 Amadeus (Kortrijksesteenweg), De Haze (Predikerenstraat), De Koornbloem (Tieltsesteenweg), De Oude Meerlaan (Kortrijksesteenweg) en Sint-Pietersveld (Vagevuurstraat) 3. Verblijfstoerisme : 3 Herwig Dufour (Ruddervoordestraat), Kaarsenhof(Landsmanstraat), Vaneenoo (Kinderboerderij in de Kortrijksesteenweg).

4.8.1.3 Juridische context Onder dit hoofdstuk worden de juridische randvoorwaarden inzake de gewestplannen en eventuele BPA’s geschetst.

Het gewestplan

Gebieden voor dag- en verblijfsrecreatie Op het gewestplan Roeselare-Tielt zijn voor het grondgebied van Wingene 5 gebieden met de bestemming recreatie aangeduid. Eén gebied is een zone voor dagrecreatie. Het is gelegen aan de westelijke rand van de hoofdkern Zwevezele en biedt plaats aan de 1801/bx.sv 112 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

gemeentelijke sporthal van Zwevezele en een voetbalterrein. De vier andere zones hebben de bestemming verblijfsrecreatie. Allen zijn ze gesitueerd in het Bulskampveld. Eén van deze zones is “De Vorsevijvers” (grenzend aan het woonpark Hertsberge), met tweede verblijven en een hondertal permanent bewoonde woningen. De aardewegen hier zijn ondertussen geasfalteerd, en in 2003 werden er waterleidingen gelegd. Nog twee andere zones in de Gruyterebossen zijn ingenomen door een 25-tal chalets waarvan enkele permanent bewoont. Een derde zone sluit aan op de verkaveling in landelijk woongebied te Wildenburg, maar is niet ingevuld (er staat één woning).

Andere zone-eigen gebieden voor recreatie en sport Terreinen en gebouwen die gelegen zijn in woongebied, landelijk woongebied of gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen kunnen ook een recreatieve functie hebben. Dit geldt voor het grootste deel van de recreatieve voorzieningen in de gemeente Wingene (zie inventaris bestaande recreatieve voorzieningen).

Bijzondere Plannen van Aanleg In Wingene ordent het terrein BPA Sportcentrum (MB 20/12/2001) de sport-, jeugd- en recreatieve activiteiten, nl... De belangrijkste bestemmingen zijn sport, recreatie, wonen en gemeenschapsvoorzieningen. Het aansluitende BPA Sportcentrum Wingene – uitbreiding dat in een uitbreiding voorziet met een 6-tal ha sportpark werd goedgekeurd bij MB van 02/05/2005 en wordt nu in gebruik genomen. Het sportcnetrum Zwevezele is grotendeels opgenomen in het BPA-centrum (MB 09/06/1995)..

Er is een ruimtelijk uitvoeringsplan in opmaak voor de voetbalterreinen die zich in agrarische zone bevinden met inbegrip van een uibreiding van 5 ha.

Zonevreemde recreatieterreinen / -gebouwen Het gaat hierbij vooral om sport- en recreatieterreinen met hun bijbehorende gebouwen of terreinen die volgens het gewestplan gelegen zijn in de landelijke gebieden (agrarisch gebied, groengebied, natuurgebied,...) en daarmee gelijkgestelde gebieden of zones. Het gaat om de volgende terreinen en gebouwen:

De mandebijters: terrein voor hondendressuur > agrarisch gebied; Rickvrienden: voetbalterrein > agrarisch gebied; Callewaert: terrein voor hondendressuur > agrarisch gebied. 4.8.2 Het sociaal-cultureel netwerk: voorzieningen en diensten De gemeente Wingene beschikt over een sterk uitgebouwd netwerk van sociaal-culturele voorzieningen en een bloeiend verenigingsleven dat zich vertakt in de woonkernen:

Scholen: In Zwevezele is er een vrije kleuter- en basisschool in het centrum en op de Hille. Wingene heeft vrije basisscholen in het centrum, Sint-Elooi, Wildenburg en Sint-Jan.

Bibliotheken: Er is een hoofdbibliotheek in het centrum van Wingene en een uitleenpost in het cultureel centrum te Zwevezele.

1801/bx.sv 113 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Culturele infrastructuur: De culturele infrastructuur in Zwevezele bestaat uit Cultureel Centrum De Wissel, De Oude Wissel, het dienstencentrum ACW en het Koetshuis. De Kunstacademie en de lessen Muziek en Woord gaan door in één van de scholen in het centrum. De culturele infrastructuur in Wingene omvat het Parochiaal Centrum, Cultureel Centrum De Feniks, de Kunstacademie, De Mutse, het ACW-dienstencentrum en de polyvalente fuif- en feestzaal De Verrekijker. De lessen Muziek en Woord gaan door in de vrije basisschool in het centrum. Op de Hille bevindt zich de kunstgalerij Gevaert.

Verenigingsleven: Dit kenmerkt zich door vele actieve socio-culturele verenigingen, de culturele programmatie van de culturele raad, een groeiend aantal buurt- en wijkcomités, twee gemeentelijke feestcomités, een jaarlijkse carnavalstoet (reeds 40 jaar) in Zwevezele, een traditie van Bruegelfeesten in Wingene, een heemkundige kring, de kunstkring Wingina, de fanfares De Sloebers en Sint-Cecilia, een viertal toneelverenigingen,…

Jeugdinfrastructuur: - Jeugdhuis De Mutse (Verrekijker) - Jeugdhuis Hobbit (Bruggestraat) - Chirolokalen (Oude Bruggestraat, Pastorijstraat, Rickvoetweg) - KLJ-Lokalen (Oude Wissel, Kunstacademie) - KAJ-Lokaal (Verrekijker) - VKAJ-Lokaal (Parochiaal Centrum) - Speelpleinwerking (op beide sportcentra) - Wijkspeelpleinen (Koning Boudewijnlaan, Hille,…)

4.8.3 Knelpunten en Potenties

+ Wildenburg/Sint-Pietersveld en recreatiebad “De Alk” bieden vele recreatieve mogelijkheden, en hebben een regionale uitstraling. + De opname van de gemeente in de toeristisch-recreatieve zone van het Brugse ommeland geeft een extra impulsaan de promotie van de recreatieve mogelijkheden. + Ombouw van de oude melkerij op de Verrekijker tot polyvalente feest- en fuifzaal. + Uitbreiden van sportcentrum Wingene tot een recreatief sportpark met rand- en speelbos. + Geplande uitbreiding van sportcentrum Zwevezele en opwaardering ruimtelijke inrichting. + Voorzien van speelinfrastructuur op sociale verkaveling tussen Rupsenstraat en Bruggestraat.

- Noodzaak tot uitbreiding en betere verkeersontsluiting van de basisschool te Wildenburg. - Ontbreken interne voetgangersverbinding tussen de kleuterschool de Vlieger en de basisschool de Regenboog in Zwevezele- centrum

1801/bx.sv 114 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

20

13 17 14

19 15 18 16

2 8 1 10 11 7 5

9 6 4

Bulskampveld : gebied met regionale uitstraling voor zachte vormen van recreatie Kaart 25 Bestaande recreatieve structuur Zone voor weekendverblijven

Sportcentrum

3 Lokale recreatieve voorzieningen (zie tekst)

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

5 De bestaande ruimtelijke structuur op microschaal In dit gedeelte wordt de gemeente Wingene bekeken op macro- en mesoschaal. Verschillende basiselementen en feitelijke gegevens hebben een beeld gegeven van de globale ruimtelijke structuur van de gemeente. In een volgende stap wordt dieper ingegaan op een aantal deelgebieden. Op het microniveau worden een drietal deelgebieden of kernen van Wingene ruimtelijk benaderd en cartografisch weergegeven. Hierbij worden de verschillende thema’s zoals de nederzettingsstructuur, de open ruimte, de infrastructuren, de gebieden voor economische activiteiten e.d. behandeld op schaal van de verschillende onderdelen waaruit Wingene is opgebouwd.

Achtereenvolgens wordt de bestaande ruimtelijke structuur van volgende deelgebieden op microschaal besproken: - Woonkern Wingene

- De bipool Zwevezele-Hille met aandacht voor de band langsheen de N50

- Veldgebied ten noordoosten van de gemeente

- Naast deze drie morfologisch duidelijk af te bakenen deelgebieden kan dieper ingegaan worden op een aantal aspecten van de gebieden die tot geen van de eerder besproken deelruimtes behoren. Het betreft in hoofdzaak landbouwgebied waar openheid primeert en waarin de niet-bebouwde ruimte overweegt. Deze gebieden worden reeds uitgebreid behandeld in de hoofdstukken omtrent de bestaande agrarische, landschappelijke en natuurlijke structuur. Er wordt vertrekkende vanuit de bestaande structuur en rekening houdend met de toekomstige behoeften een specifiek beleid uitgewerkt voor de bebouwing in dit gebied. Daarbij komen zowel het landelijk wonen als de landelijke bedrijvigheid aan bod.

1801/bx.sv 116 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

5.1 Bestaande ruimtelijke structuur kern Wingene Wingene is de hoofdkern van de gemeente en is geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp. Van de bijna 13.500 inwoners wonen er ongeveer 3.700 binnen de kern van Wingene. Hier zijn ook de heel wat diensten geconcentreerd: het administratief centrum van de gemeente, een relatief goed uitgerust winkelapparaat, onderwijs, sportinfrastructuur, bibliotheek, brandweer, cultureel centrum… Het nederzettingspatroon van de kern is als volgt opgebouwd: - De kern van Wingene heeft een vrij concentrische structuur met een centrum dat gelegen is nabij het kruispunt van de drie belangrijkste wegen (Beernemsteenweg, Tieltsteenweg en Oude Bruggestraat).; daar vinden we de grootste concentratie kleinhandelszaken, in het bijzonder in de Tieltstraat en een deel van de Oude Bruggestraat. De eigenlijke kern ten noorden van de Oude Bruggestraat wordt gekarakteriseerd door dense bebouwing en smalle straten.

- Naast de geleidelijk gegroeide bebouwing langs wegen en in kleine bouwblokken komen er in Wingene-dorp een aantal gerealiseerde verkavelingen voor. In het bijzonder het gebied ten zuiden van de Hillesteenweg-Oude Bruggestraat wordt gekenmerkt door een aantal grote (sociale) verkavelingen, nl. de wijk tussen Hillesteenweg, Egemstraat en Helakkerstraat en de wijk bestaande uit de Vredestraat en Sneppestraat. Daarnaast zijn nog een aantal kleinere verkavelingen In de omgeving van de Blekreke is nog een vrijliggende woonzone (van een twintigtal loten) binnen de kern gelegen. Dit gebied werd opgenomen in een BPA; In dit gebied is ruimte voorzien voor een nieuw rusthuis. Aan de rand van de kern zijn t.h.v. de Kozijnhoekstraat en ’t Hof van Wingene recent ontwikkelde verkaveliingen gesitueerd.

- Ten zuiden van de kern, langsheen de N327 (secundaire weg II), ligt het lokaal bedrijventerrein Verrekijker (8,6 ha), waarvoor een BPA werd opgemaakt, dat naast bedrijvigheid ook ruimte voor andere functies voorziet. Aan de voorzijde van het bedrijventerrein is langsheen de Tieltsteenweg een zone gereserveerd voor commerciële activiteiten. Ten zuiden van het gebied bevindt zich een beperkte zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Deze omvat de polyvalente feest- en fuifzaal De Verrekijker met erboven jeugdhuis ‘De Mutse’; ernaast ligt een jeugdlokaal van de KAJ. Het lokaal bedrijventerrein werd bij MB van 23/11/2005 uitgebreid met 4,5 ha.

- Aan de rand van de kern, tussen de Beernemstraat, Rozendalestraat en de Leenmolenstraat, zijn een groot aantal voorzieningen en diensten gelegen binnen dezelfde site: het recreatiebad ‘De Alk’, containerpark, loodsen van de technische dienst, sporthal, voetbalterreinen, cultureel centrum, brandweer en kerkhof.

- Verder wordt Wingene gekenmerkt door een aantal woonlinten onder meer langsheen de Hillesteenweg (waardoor Wingene vergroeid is met de landelijke wijk Scheewege), de Rozendalestraat, de Leenmolenstraat, de Ruiseledesteenweg, de Lavoordestraat en de Hoogweg. Langsheen de Hoogweg ligt het rusthuis Sint-Amand met daarbij een dertigtal bejaardenwoningenmet dienstverlening.

- De kern van Wingene wordt omgeven door een aantal structuurbepalende natuurelementen: enerzijds is er de vallei van de Ringbeek. Deze Ringbeek vormt samen met de Steenbeek een quasi natuurlijke grens van de kern Wingene (ten oosten van de kern). Anderzijds is er de omgeving Leestje-Scheewege-Klokhof, gekenmerkt door de vele soortenrijke natte graslanden en de grote verscheidenheid aan kleine landschapselementen.

Knelpunten en potenties

- Vrij goed uitgeruste kern: goed uitgebouwd handelsapparaat, scholen, diensten, recreatieve voorzieningen,… Een groot aantal van deze voorzieningen zijn geconcentreerd. Enerzijds is er de site langs de Beernemstraat met sportvoorzieningen, 1801/bx.sv 117 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

brandweer en technische dienst, cultureel centrum, kerkhof en containerpark; hier dringt uitbreiding van de sportvoorzieningen zich op. Anderzijds is er het Parochiaal Centrum, de bibliotheek en het gemeentehuis in de Oude Bruggestraat. Hierbij ligt een ruime parking die heel wat mogelijkheden biedt. Ook nabij het bedrijventerrein Verrekijker zijn een aantal voorzieningen voor jongeren en feesten. - Het fijnmazig netwerk van de kern zorgt voor een aangename en veilige omgeving voor voetgangers en fietsers. - Lintbebouwing - De gemeente wordt gekenmerkt door een groot aantal verkavelingen. Bij de oudste verkavelingen (ten zuidwesten van de gemeente) kan een aanpak van het openbaar domein voor een opwaardering zorgen. - Het lokaal bedrijventerrein ‘Verrekijker’ kent een goede ontsluiting via de N327 richting Tielt. Naast bedrijvigheid zijn binnen deze zone door het BPA Verrekijker ook een aantal andere mogelijkheden gecreëerd. Er is de polyvalente feest- en fuifzaal De Verrekijker met daarboven Jeugdhuis de Mutse en ernaast het jeugdlokaal van de KAJ. Langsheen de Tieltsesteenweg is een zone gereserveerd voor commerciële activiteiten; er is voldoende uitbreidingsruimte beschikbaar voor het lokaal bedrijventerrein (13 ha). - Er zijn geen grote binnengebieden meer te ontwikkelen binnen de kern. Enkel nabij de Blekreke is nog een vrijliggend woongebied, waarvan het zuidelijk deel bestemd is voor een nieuw rusthuis en het noordelijk deel voor woningbouw. - De kern wordt omgeven door een aantal belangrijke structurerende natuurelementen: beekvallei van de Ringbeek en de omgeving Leestje-Scheewege-Klokhof

1801/bx.sv 118 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Kaart 26 Bestaande structuur op microschaal Wingene

Handelsconcentratie

Kernbebouwing

Aaneengesloten centrumbebouwing

Lintbebouwing (Grotendeels) afgewerkte verkavelingen (binnen juridische voorraad) Te ontwikkelen verkavelingen (binnen juridische voorraad) Bejaardenwoningen Planologische ruil via BPA Hof van Wingene Vrijliggende onbebouwde ruimte binnen kern, R geplande locatie voor nieuw rust- en verzorgingstehuis Markant gebouw

Lokaal bedrijventerrein Verrekijker

Hoofdverbindingswegen B C CC Lokaal wegennetwerk T R S Gebied met belangrijke natuurwaarde Kerkhof

Beekvallei P Steenbeek ingekokerd t.h.v. LO Verrekijker

Overwegend agrarisch gebied/verspreide bebouwing

B T Technische dienst gemeente

C Containerpark

S School

R Rusthuis

Aministratief Centrum LO CC Cultureel Centrum P Post

B Bibliotheek

Kerk

Voetbalterreinen

Zwembad ‘De Ark’

Sporthal

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

5.2 Bestaande ruimtelijke structuur Zwevezele-Hille De ontwikkeling van de kern van Zwevezele en vooral Hille hangt nauw samen met de N50, de historische verbindingsweg tussen Brugge en Kortrijk. De impact van de N50, die dwars door de gemeente loopt, heeft de morfologische structuur van deze woonkernen sterk beïnvloed. Door deze vlotte ontsluiting voor het autoverkeer werd het wonen hier aantrekkelijk. Ter hoogte van Hille werden een aantal gebieden verkaveld. De kern van Zwevezele ontwikkelt zich steeds verder richting N50. De sociale verkaveling t.h.v. de Brokkelingstraat-Rupsenstraat zorgt ervoor dat Zwevezele en Hille morfologisch bijna een eenheid vormen.

Ook voor bedrijven zijn de locaties langsheen de N50 goed gelegen. Ten oosten van de N50 is ter hoogte van Hille een grote KMO- zone gelegen.De uitbreidingen door de gewestplanwijziging 1998 zijn volledig gerealiseerd en er dringt zich een nieuwe bestemmingswijziging op voor zowel regionale als lokale bedrijven..

Verder vinden we verspreid langsheen de N50 nog een aantal elementen: het woonpark nabij de Sprookjesdreef, verspreide bebouwing en een aantal bedrijven en handelszaken. Er is echter geen sprake van één aaneengesloten lint. Buiten de kern van Hille-Zwevezele zijn nog een aantal grote landschappelijke vensters die een zicht bieden op de het uitgestrekte landbouwareaal van de gemeente Wingene.

5.2.1 Kern Zwevezele Zwevezele werd geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp. De kern telt ruim 2.200 inwoners en is net als de woonkern Wingene vrij goed uitgerust: naast een ruim aanbod aan handels- en horecazaken is er het cultureel centrum ‘De Wissel’, twee basisscholen, containerpark, sportvoorzieningen, bibliotheek,…

De fysische structuur van Zwevezele kan als volgt omschreven worden: - De kern en het oudste gedeelte van Zwevezele bevinden zich in de nabijheid van het kasteelpark, dat gelegen is op de plaats waar Zwevezele ontstaan is. De huidige structuur van het dorp is gegroeid vanuit de bebouwing rond het marktplein en langs de belangrijkste wegen (Bruggestraat, Lichterveldestraat, Pastorijstraat, Schoolstraat,…) - De meer recente bebouwing van Zwevezele bestaat uit verkavelingen en opvullingen tussen en langs de belangrijkste wegen. De oudste verkaveling is die aan de Kasteelstraat; recent werd die uitgebreid ten zuiden van de voetbalterreinen (Baron de Boesinghestraat). De tweede grote verkaveling ligt ten noorden van de Schoolstraat aan de rand van de gemeente: de Beuken-, Berken- en Kastanjelaan en het recent ontwikkelde Wilgenhof. Daarnaast is er nog het sociale huisvestingsproject tussen de Bruggestraat, Rupsenstraat en Brokkelingenstraat dat in bijna volledig gerealiseerd is. Deze uitbreiding zorgt ervoor dat Zwevezele verder uitdeint naar de N50 en zo vergroeit met de woon- en werkkern Hille. - Het aantal woonlinten is eerder beperkt: doordat een aantal grote binnengebieden werden opgevuld, vormt Zwevezele een morfologische eenheid met weinig uitlopers. De opvallendste woonlinten vinden we langs de Ricksteenweg en de Lichterveldestraat (richting het gehucht Zeswegen). De lintbebouwing is beperkt gebleven, waardoor de vallei van de Grote beek opvallend goed gevrijwaard is gebleven. - De kern wordt omsloten door een aantal gebieden met een zekere ecologische waarde: de vallei van de Grote beek in het westen en de omgeving van de Zonnebekehoek in het zuiden. In die omgeving vinden we ook een aantal glastuinbouwbedrijven.

1801/bx.sv 120 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

5.2.2 Kern Hille Hille is een straatdorp ontstaan langs de Brugsesteenweg (N50); de kern telt ongeveer duizend inwoners. Door de ligging vinden we een sterke verweving van functies: naast wonen is er ook heel wat bedrijvigheid; enerzijds bedrijven en handelszaken geënt op de N50 zelf, anderzijds op de (lokale en regionale) bedrijventerreinen ten zuiden en ten oosten van de kern van Hille. Behalve de handels- en horecazaken is de dienstverlening hier eerder beperkt. Er bevindt zich wel een kleuter- en basisschool. De kern is morfologisch als volgt opgebouwd: - de huidige structuur van het dorp bestaat uit de lintbebouwing langs de steenweg Brugge-Kortrijk en een aantal kleinere verkavelingen aan beide zijden van het lint. Tussen de Wingensesteenweg en de Molenaarsstraat is recent een nieuwe verkaveling gerealiseerd. De Molenaarsstraat werd in functie van het wonen halverwege afgesloten voor auto- en vrachtverkeer. In het westen raakt Hille vergroeid met Zwevezele. - In het zuidoostelijke deel van Hille liggen de reeds vermelde bedrijventerreinen: de regionale bedrijventerreinen Hille Noord, de Akker en Hille Zuid en het lokaal bedrijventerrein Hille Zuid. Tussen de bedrijvenzone en de nieuwe verkaveling vinden we langsheen de Molenaarsstraat een glastuinbouwbedrijf.

5.2.3 Lint langsheen N 50 Langsheen de N50 vinden we verspreid nog een aantal handelszaken, bedrijven en woningen. In het zuiden van de gemeente, op de grens met Ruddervoorde, nabij de Lakebossen ligt het woonpark Sprookjesdreef. Hier kan gesproken worden van een eigen woonentiteit op basis van hoge densiteit en specifieke sociale structuur; er zijn er geen dagelijkse voorzieningen aanwezig.

Langsheen de N50 zijn echter ook een aantal grote stroken onbebouwd gebleven. Vooral in het zuiden van de gemeente vinden we behalve een aantal landbouwbedrijven en een KMO (het vroegere Stockplastics; opgenomen in sectoraal BPA), weinig bebouwing. In het noorden vinden we meer bebouwing: uitlopers van Hille, het bedrijventerrein ‘De Eikel’, een aantal landbouwbedrijven en bebouwing t.h.v. de Sprookjesdreef. Toch zijn er een aantal landschappelijke vensters gevrijwaard gebleven onder meer in de omgeving van Winkelhoek, een waardevol landbouwgebied met een hoge concentratie KLE’s.

Knelpunten en potenties - Aanwezigheid van de N50 die enerzijds voor een goede ontsluiting zorgt van de kernen van Zwevezele en Hille, maar anderzijds ook een barrière vormt (o.a. doorgaand vrachtverkeer). - Er zijn heel wat mogelijkheden voor zowel wonen als werken: er is het sociale huisvestingsproject nabij de Rupsenstraat met huurwoningen (54) en sociale kavels (56). Ook voor bedrijven zijn heel wat perspectieven mits uitbreiding van de bestaande bedrijventerreinen. Bovendien zorgt de N50 voor een goede ontsluiting van deze terreinen. - Zwevezele is een goed uitgeruste kern: horeca, handelszaken, onderwijs, sportvoorzieningen, cultureel centrum, containerpark,… De voorzieningen in de kern van Hille zijn minder uitgebreid; er is wel een school. Daarnaast zijn er heel wat handelszaken langs de N50. - Het kasteelpark van Zwevezele dat vrij toegankelijk is, zorgt voor een groene long in de kern van Zwevezele. - Het centrum van Zwevezele werd t.h.v. de kerk heringericht. Door het gebruik van een nieuwe inrichting en kasseien werd het karakter van het Marktplein veranderd. - Veel kleine landschapselementen zijn de laatste decennia verdwenen (o.a. ten gevolge van de schaalvergroting van de landbouw). Dit leidt tot het uniformiseren en het uitwissen van de traditionele verscheidenheid van de landschappen.

1801/bx.sv 121 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Kaart 27 Bestaande structuur op microschaal Zwevezele-Hille

Handelsconcentratie

Kernbebouwing

Aaneengesloten centrumbebouwing Lintbebouwing

Verweving van functies langsheen N50 Verkaveling Verkaveling in ontwikkeling

Bejaardenwoningen Vrijliggende onbebouwde ruimten binnen kern (landbouwzone)

Kasteelpark Markant gebouw Geen doorgang voor auto- en vrachtverkeer LO Ambachtelijke zones (gewestplan/BPA) deels in ontwikkeling Geisoleerd bedrijf

Hoofdverbindingswegen LO RO Lokaal wegennetwerk S Glastuinbouwbedrijf

Gebied met belangrijke natuurwaarde

Kerkhof

RO Beekvallei LO Overwegend agrarisch gebied/verspreide bebouwing T Technische dienst gemeente

C Containerpark

RO S School

R Rusthuis

CC Cultureel Centrum RO P Post B Bibliotheek CC Kerk Voetbalterreinen R P S Hondenschool Sporthal S C T

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

5.3 Bestaande ruimtelijke structuur veldgebied Het noordoosten van de gemeente bestaat hoofdzakelijk uit bossen. Dit gebied wordt gekenmerkt door een droge zandgrond en maakt deel uit van het oude veldgebied van Aalter. Omwille van de arme bodem zijn deze gronden pas begin 18e eeuw ontgonnen: de oude heidegebieden – die gemeenschappelijke graasgronden (wastines) vormden - werden in akkers omgezet of bebost. De ontginning van de velden gebeurde via een dicht net van rechtlijnige ontginningsdreven, waardoor het kenmerkende dambordvormig patroon ontstond. Het Sint-Pietersveld vormt daar een duidelijk voorbeeld van. Van de oorspronkelijke heidevegetaties vinden we nog slechts enkele restanten terug: in het natuurreservaat Gulke Putten (natte heidevegetatie) en op het Radiomaritieme site (droge heidevegetatie). Na de Franse revolutie kwamen delen van die beboste heidevelden in handen van adellijke families die er kastelen bouwden en parken aanlegden. Nabij Wildenburg vinden we nog een aantal van die kasteelparken.

Binnen dit gebied liggen een aantal elementen die een duidelijke entiteit vormen. Het betreft Sint-Pietersveld, het natuurresreservaat Gulke Putten, het gebied van de radiozendmast, de woonconcentratie Wildenburg en een aantal gebieden voor verblijfsrecreatie waar veel permanente bewoning is: Vorsevijvers en de Eikendreef. Daarnaast vinden we nog een aantal kleine woonconcentraties (o.a. in de Predikherenstraat t.h.v. de grens met Ruiselede, De Haze en het Raakske).

5.3.1 Wildenburg Wildenburg is een klein en jong gehucht – er pas sprake van een concentratie van woningen op de militaire kaart van 1913-25 – langs de Beernemsteenweg dat ontstaan is tegen de veel oudere site van “Chateau de Blauwhuys” (gelegen langs de Blauwhuisbeek). In de omgeving van deze woonconcentratie vinden we nog een aantal andere kasteeldomeinen. Het gehucht telt een 400-tal inwoners. Er zijn een aantal basisvoorzieningen aanwezig: er is een schooltje, een kerk/kerkhof en een aantal handelszaken. Opvallend is het groot aantal horecazaken. De ruimtelijke structuur van het dorp is volledig gericht op de Beernemsteenweg. Tussen de Beernemsteenweg en de De Gruyteredreef is recent een verkaveling gerealiseerd. Op het kruispunt van de Beernemsteenweg met de Gravestraat sluit Wildenburg aan op een industriezone van circa 26 ha.

5.3.2 Sint-Pietersveld – Gulke Putten Sint-Pietersveld ligt in het oosten van de gemeente, in het voormalige veldgebied. De bebouwing, gelegen in een dambordpatroon van rechte dreven, bosbestanden en grasland, bestaat uit de bebouwing van de Radio-maritieme site (in eigendom van het Ministerie van Defensie, voorheen van Belgacom), de gebouwen van de Gemeenschapsinstelling voor bijzondere jeugdzorg “De Zande” en het Penitentiair Landbouwcentrum (beide gelegen op het grondgebied van Ruiselede) en het OC Wingene, een opvangcentrum voor asielzoekers uitgebaat door het Rode Kruis. Van dagelijkse voorzieningen is er in deze entiteit geen sprake. De vroegere personeelswoningen van deze instellingen zijn de voorbije jaren bijna allemaal particulier verkocht.. Het dient opgemerkt dat het geheel van gebouwen, architectuur, dreven, bos en andere landschappelijke elementen een esthetisch geheel, een entiteit met een uitzonderlijke sfeer vormt.

Nabij het Sint-Pietersveld vinden we het natuurreservaat Gulke Putten, waar we een grote variatie aan biotopen vinden: restant van natte en droge heidevegetatie, overblijfselen van de oude drevenpatronen en graslanden.

De omgeving van de gemeenschapsinstelling “De Zande” is sinds 1976 beschermd als landschap. Een deel van het Sint-Pietersveld hoort hierbij. Sedert 2001 zijn alle gebouwen en bepaalde installaties van de Radio-maritieme diensten beschermd als monument.

1801/bx.sv 123 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

5.3.3 Vorsevijvers De Vorsevijvers ligt in het noorden van de gemeente en sluit aan op de woonparken van Hertsberge (Oostkamp). Het is een zone voor verblijfsrecreatie waar vele weekendverblijven zijn omgevormd tot woningen (100-tal permanent bewoonde woningen). De hoge densiteit van de woningen en de specifieke sociale structuur bepalen dat dit gebied wordt geselecteerd tot een eigen woonentiteit. Dagelijkse voorzieningen zijn er niet aanwezig.

5.3.4 Eikendreef Ook in de omgeving van de Eikendreef werden een aantal gebieden op het gewestplan ingekleurd als zone voor verblijfsrecreatie. Er staan een 25-tal chalets waarvan een aantal permanent bewoond worden. In tegenstelling tot de Vorsevijvers kennen deze gebieden een lage densiteit. Een derde zone voor verblijfsrecreatie nabij Wildenburg werd tot op heden niet ingevuld.

Knelpunten en potenties - Wildenburg bezit heel wat troeven voor zachte recreatie: er is de groene omgeving met wandel- en fietsmogelijkheden en er zijn een aantal horecazaken aanwezig. Achter de kerk en langs de Beernemsteenweg is (beperkte) parkeergelegenheid. Het aankopen van een deel van de dreef biedt mogelijk perspectieven voor de aanleg van een groene parking. De Beernemsteenweg snijdt dwars door Wildenburg en zorgt voor een barrière; er zijn momenteel geen fietspaden langs deze weg. De startnota is opgemaakt en de aanleg ervan wordt gepland voor de komende jaren. - Ook het Sint-Pieterveld biedt heel wat recreatiemogelijkheden, in eerste instantie voor zachte recreatie: er zijn wandel- en fietsmogelijkheden. Er vertrekt onder andere een (door Bloso bewegwijzerde) mountainbiketocht, er is een bezoekerscentrum en er werd een wandel-leerpad aangelegd dat ons iets over de geschiedenis van de site vertelt. Daarnaast is er de vijver en zijn er sportterreinen die bij de gemeenschapsinstelling “De Zande” horen. De sportvelden en omgeving worden gebruikt voor een survival-sportdag voor middelbare scholieren. - In de zone voor verblijfsrecreatie “de Vorsevijvers” is er permanente bewoning; bovendien ontbreken een aantal nutsvoorzieningen in deze zone. De ontsluiting van dit gebied via het woonpark Hertsberge vormt een probleem. Een alternatieve auto-ontsluiting naar de Beernemsteenweg in het verlengde van de Bremdreef naar de Fazantendreef is echter niet mogelijk omdat deze door een natuurgebied moet. Het kan wel aangewezen zijn een voetgangers- en fietsverbinding te realiseren tussen de Bremdreef en het kruispunt Fazantendreef/Oude Bruggeweg die dienstig kan zijn in functie van de schoolgaande jeugd (school in Wildenburg). Ook in de Eikendreef wordt permanent gewoond, maar het probleem is hier veel beperkter. - De beschermde sites van het radiozendstation en de Gemeenschapsinstelling “De Zande” in de omgeving van Sint-Pietersveld vormen een eigen entiteit met een specifiek karakter. Naast het waardevolle gebouwenpatrimonium, hebben de sites ook een belangrijke ecologische waarde. We vinden er naast waardevolle boscomplexen nog restanten van heidevegetaties (natuurreservaat Gulke Putten). Ook de Blauwhuisbossen, Vagevuurbossen, Degruyterebossen en Lammersdam bevatten nog waardevolle ecosystemen. - Slechte ruimtelijke integratie van het bedrijventerrein Wildenburg (volgens het gewestplan een bedrijventerrein voor milieubelastende industrie).

1801/bx.sv 124 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

Kaart 28 Bestaande structuur op microschaal Veldgebied Beernem

(Grotendeels) afgewerkte verkaveling

Lintbebouwing/kleine woonconcentratie (Permanente) bewoning in bosgebied (verblijfsrecreatie op gewestplan)

Concentratie van horecazaken

RO Regionaal bedrijventerrein Wildenburg

Hoofdverbindingswegen

Lokaal wegennetwerk

Radiozendstation

Sint-Pietersveld

Kasteelpark/landhuizen

Opmerkelijke dreef

Natuurreservaat Gulke Putten

Bosgebied

Beekvallei

Overwegend agrarisch gebied/verspreide bebouwing S Kerkhof

S School

Gemeenschapsinstelling “De Zande” RO Opvangcentrum Wingene

Kerk

Markant gebouw

Ruiselede

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6 Ruimtelijke behoeften 6.1 Bevolkingsprognose en woonbehoeften In opdracht van de gemeente Wingene werd een geactualiseerde woonbehoeftestudie opgemaakt voor de periode 2007-2017 door WES (maart 2009). De resultaten uit deze studie werden hier overgenomen.

De toekomstige woningbehoefte inschatten gaat steeds gepaard met enkele onzekerheden. Zo is de feitelijke vraag naar een nieuwbouw (koop)woning o.a. afhankelijk van de hoogte van de rentevoet. Indien deze factoren buiten beschouwing worden gelaten, dan is een schatting van de totale toekomstige woningbehoefte af te leiden uit volgende gegevens. - Evolutie van het inwoneraantal - Evolutie van de gemiddelde gezinsgrootte - Aanwezige woningvoorraad

In het hoofdstuk over de bestaande nederzettingstructuur is reeds uitgebreid ingegaan op de demografische evolutie en de huisvestingssituatie in Wingene. Op grond van dit onderzoek wordt een verdere uitwerking naar woonbehoeften in Wingene gemaakt.

Als basis voor de berekeningen van de behoeften aan woningen werd een evolutie van het aantal gezinnen genomen. Het is immers het gezin dat als consument optreedt voor het product ‘woning’.

6.1.1 Bevolkings- en gezinsprognose 6.1.1.1 Bevolkingsvooruitzichten In het licht van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en zoals opgegeven in de omzendbrief RO 97/3 voor het opmaken van woonbehoeftestudies wordt op gemeentelijke niveau een gesloten prognose gemaakt. De gesloten prognose trekt enkel het natuurlijk saldo door en sluit migratie uit. Bij gesloten prognose wordt m.a.w. de migratie tussen Wingene en andere gemeenten gedurende de planperiode uitgesloten. Voor Wingene zou dit een stopzetting betekenen van vnl. de inwijking. Dergelijk demografisch profiel houdt in dat er een minimale prognose wordt berekend.

De bevolkingsprognoses voor Wingene zijn opgesteld op basis van de volgende gegevens:

- De bevolkingcijfers op 1 januari 2007 per leeftijd22. - De sterftetafels gebaseerd op de ‘Bevolkingsvooruitzichten 2000-2050 van het NIS-planbureau23. Ze werden berekend op basis van het referentiescenario 2222. - De vruchtbaarheidscoëfficiënten gebaseerd op het middenscenario of scenario 1,9 van de ‘Bevolkingsvooruitzichten 1995- 2050’ van het NIS-planbureau.

22 NIS, Bevolking van het Rijksregister op 1 januari 2007. 23 NIS, Bevolkingsvooruitzichten 2000-2050, NIS en het Federaal Planbureau, Brussel.

1801/bx.sv 126 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Via de sterftetafels wordt bepaald hoeveel personen per leeftijdscategorie van vijf jaar en per geslacht na een periode van vijf jaar zullen behoren tot de volgende leeftijdscategorie. Het aantal geboorten wordt berekend door de vruchtbaarheidscoëfficiënten toe te passen op elke leeftijdscategorie van vrouwen in de productieve leeftijd. Deze werkwijze wordt herhaald totdat de bevolkingssamenstelling op het einde van de prognoseperiode is gekend.

jaar Totale bevolking Index (2006=100) mannen vrouwen totaal mannen vrouwen totaal 2007 6.677 6.651 13.328 100,0 100,0 100,0 2012 6.642 6.656 13.298 99,5 100,1 99,8 2017 7.585 6.627 13.212 98,6 99,6 99,1 2007-2017 -92 -24 -116 Tabel 15 : gesloten prognose bevolkingsevolutie Wingene, 2007-2017 Bron : WES

Uit de resultaten van de gesloten bevolkingsprognose blijkt dat het bevolkingsaantal de komende tien jaar afneemt met 116 personen. Dit betekent een gemiddelde natuurlijke krimping met 12 personen per jaar.

Opgesplitst in periodes van vijf jaar verloopt de bevolkingsafname in stijgende lijn. Van 2007 tot 2012 zal de bevolking afnemen met 30 personen of gemiddeld 6 per jaar. In de periode 2012-2017 bedraagt de natuurlijke krimping 86 personen of gemiddeld 17,2 personen per jaar.

leeftijd 2007 2012 2017 abs. index abs. index abs. Index 0 – 19 jaar 3.150 100 3.022 96 2.775 88 20–39 jaar 3.452 100 3.185 92 3.112 90 40-59 jaar 3.554 100 3.784 106 3.863 109 60-79 jaar 2.503 100 2.511 100 2.587 103 + 80 jaar 669 100 797 119 875 131 totaal 13.328 100 13.298 100 13.212 99 Tabel 16 : gesloten prognose bevolkingsevolutie per leeftijdsklasse van 20 jaar Bron : WES

De prognose per leeftijdscategorie laat zien dat er een toename is in de oudste leeftijdscategorieën, die de afname in de leeftijdscategorieën 0-19 jaar en 20-39 jaar niet kan compenseren. Globaal vermindert de bevolking in de periode 2007-2017 met 1%.

1801/bx.sv 127 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6.1.1.2 Prognose aantal gezinnen en gezinsgrootte: de huishoudensontwikkeling De aangroei van het aantal gezinnen wordt berekend volgens de zogenaamde referentieprognose. Deze referentieprognose gaat uit van de hypothese dat de ontwikkelingen die zich tussen 1991 en 2006 hebben voorgedaan, in de periode 2007-2017 identiek zullen blijven. Concreet wil dat zeggen dat het aandeel jonge mannelijke gezinshoofden in de toekomst identiek blijft op het niveau van 2007 en niet later het ouderlijk gezin verlaten, dat de trend tot versnippering van gezinnen op actieve leeftijd omwille van het groeiende aantal echtscheidingen zich verder zet en dat ouderen door een betere gezondheid ook op hoge leeftijd langer zelfstandig kunnen leven24.

Aan de hand van de effectieve bevolkingssamenstelling op 1 januari 2007 per leeftijd en geslacht en van het aantal referentiepersonen op dezelfde datum, eveneens per leeftijd en geslacht, werden de gezinscoëfficiënten25 voor mannen en vrouwen in de gemeente bepaald. Uitgangspunt voor de berekening van de gezinsprognoses zijn dezelfde hypothesen als die van prognose 3 van het RSV. Bij de prognose op gemeentelijk niveau worden de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan tussen 1991 en 2007 doorgetrokken in de prognoseperiode26. Het referentiejaar voor de prognose is immers 2007.

Het toepassen van de gezinscoëfficiënten op de verwachte bevolkingssamenstelling geeft de gezinsevolutie in de prognoseperiode weer. De toegepaste methodiek geeft niet alleen inzicht in de aangroei van het aantal gezinnen, ook de evolutie van het aantal referentiepersonen per leeftijdscategorie en per geslacht kan worden bepaald.

Jaar prognose gezinsgrootte Aantal gezinnen gezinsgrootte 2007 5.227 2,55 2012 5.347 2,49 2017 5.454 2,42 2006-2016 +227 Tabel 17 : Prognose van het aantal gezinnen, 2007-2017 Bron : Woonbehoeftestudie WES

Uit bovenstaande tabel kan afgeleid worden dat de gemiddelde gezinsgrootte in de prognoseperiode afneemt van 2,55 in 2007 tot 2,42 in 2017 (gesloten prognose). Het aantal gezinnen neemt volgens de gesloten prognose met 227 eenheden toe of een stijging met 4,3 %.

24 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, integrale versie, deel 1B – prognoses, p. 234 25 De kans dat een persoon als referentiepersoon (‘gezinshoofd’ of alleenstaande) optreedt, wordt weergegeven door de gezinscoëfficiënt 26 In het RSV worden de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan tussen 1981 en 1991 doorgetrokken in de prognoseperiode (1992-2007).

1801/bx.sv 128 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6.1.2 Leegstand en reconversieprojecten De gemeente Wingene heeft recent een grondig leegstandsonderzoek gehouden: op 14 april 2009 werden er 224 leegstaande woningen vastgesteld op een totaal van 5535 woningen. Dit betekent een leegstandsaandeel van 4,0 %, wat vrij hoog is en boven de frictieleegstand uitkomt. (zie verder).

Als reconversieproject (herbruik van bestaande gebouwen of sites voor woningbouw) kan het project Seyntex (voormalige textielfabriek) in de kern van Wingene worden vermeld: er worden 12 sociale woningen voorzien. 6.1.3 Raming van de woningbehoefte De behoefte aan bijkomende wooneenheden in de prognoseperiode is recht evenredig met de toename van het aantal gezinnen. Hiervoor werd een raming gemaakt van de evolutie van het aantal gezinnen. Rekening houdend met de woningmutatiereserve of de frictieleegstand27 op de woningmarkt, kan de woningbehoefte berekend worden als:

Woningbehoefte 2007-2017 = aangroei gezinnen 2007-2017 x (1 + frictieleegstand/100) – feitelijke leegstand

De toepassing van volgende formule geeft – bij een gesloten prognose – een woningbehoefte van 167 wooneenheden voor de periode 2007-2017.

Indien we de berekening detailleren in functie van de deelperiodes 2007-2012 en 2013-2017, geeft dit onderstaand resultaat:

2007 2012 2017 (1) - Berekend aantal inwoners (gesloten prognose) 13.328 13.298 13.212 (2) - Berekend aantal gezinnen 5.227 5.347 5.454 Berekende gemiddelde gezinsgrootte 2,55 2,49 2,42 (3) - Frictieleegstand (3%) 157 160 164 Woonbehoefte (2) + (3) 5.384 5.507 5.618 (4) – feitelijke leegstand 224 (5) – Woningvoorraad 2007 (2) + (4) 5451 (6) - Behoefte 2007-2012 = (2) + (3) - (5) 56 (7) Behoefte 2007-2017 = (2) + (3) – (5) 167 (8) - Behoefte 2012-2017 = (7) - (6) 111 Tabel 18 : kwantitatieve woonbehoeftenprognose

27 De frictieleegstand is de leegstand die nodig is om de woningmarkt te laten functioneren (om verhuisbewegingen mogelijk te maken). Er wordt een frictieleegstand in rekening gebracht van 3% (cfr. cijfer voor arr. Tielt, bron RSV).

1801/bx.sv 129 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6.1.4 Inventaris van de onbebouwde percelen De inschatting van het aantal beschikbare bouwmogelijkheden gebeurt op basis van de inventaris onbebouwde percelen in de gemeente. Deze inventaris, die door de gemeente Wingene werd geactualiseerd in september 2007 en gecontroleerd op het terrein, maakt een onderscheid tussen de volgende categorieën: - percelen gelegen in goedgekeurde verkavelingen - percelen gelegen langs uitgeruste wegen - percelen gelegen in binnengebieden (woongebieden) - percelen gelegen in w

Hieronder volgt een overzicht van de beschikbare bouwmogelijkheden in de gemeente Wingene volgens de beschreven categorieën. Vermits woonuitbreidingsgebiedenoonuitbreidingsgebieden per definitie geen woongebieden zijn, worden ze niet meegerekend in het actuele juridische aanbod aan bouwmogelijkheden.

Het totale aanbod aan bouwmogelijkheden binnen de gemeente Wingene bedraagt 432 percelen:

- Percelen gelegen in goedgekeurde verkavelingen: 77 percelen; - Percelen gelegen langs uitgeruste wegen: 212 percelen - Percelen gelegen in binnengebieden (woongebieden): 143 percelen.

Niet alle theoretisch beschikbare bouwgronden langs uitgeruste wegen zullen de eerstvolgende jaren daadwerkelijk op de markt komen. In de vakliteratuur28 wordt aangenomen dat in een periode van tien jaar normalerwijze slechts ongeveer 30% van alle theoretisch beschikbare bouwgronden op de markt komen. Voor percelen binnen goedgekeurde verkavelingen ligt dit percentage een stuk hoger, nl. 80%. Gezien de planningstermijn wordt opgedeeld in twee deelperioden van vijf jaar, wordt hierna voor elke periode van vijf jaar een realisatiegraad gehanteerd van 40% voor onbebouwde percelen binnen verkavelingen en van 15% voor de onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen. Tegen 2017 wordt verwacht dat er respectievelijk 30% en 80% van de beschikbare bouwgronden op de markt komen. Voor de berekening van het aanbod aan woningen in de binnengebieden is een dichtheid gehanteerd van 15 woningen/ha in de kernen van het buitengebied (Wingene en Zwevezele). Dit zijn de minimum woondichtheden zoals voorgeschreven door het RSV. Aangezien er vanuit gegaan wordt dat deze binnen de tien jaar in principe allemaal op de markt komen, betekent dit per deelperiode van vijf jaar een realisatiegraad van 50%.

Rekening houden met deze principes wordt hieronder het reële aanbod aan bouwmogelijkheden voor de gemeente Wingene voor de periode 2007-2017 berekend. Naast bovenstaande principes in verband met het tempo waarop beschikbare gronden op de markt komen, wordt eveneens ervan uitgegaan dat op een aantal percelen meergezinswoningen worden gerealiseerd. In Wingene bedroeg het aandeel appartementen in 2001 3,6% van het totale aantal woongelegenheden (NIS-gegevens). Indien wordt aangenomen dat dit aandeel ook in de toekomst wordt aangehouden, betekent dit dat op ieder perceel 1,04 woningen worden gerealiseerd. We veronderstellen met andere woorden een verdichtingscoëfficiënt van 1,04.

28 Dit percentage is ook voorgeschreven in de ministeriële omzendbrief RO 97/03.

1801/bx.sv 130 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

aanbod tot 2012 aanbod tot 2017 Goedgekeurde verkavelingen 77 percelen x 40% x 1,04 = 32 percelen 77 percelen x 40% x 1,04 = 32 percelen Uitgeruste wegen 212 percelen x 15% x 1,04 = 33 percelen 212 percelen x 15% x 1,04 = 33 percelen Binnengebieden 143 percelen x 50% x 1,04 = 74 percelen 143 percelen x 50% x 1,04 = 74 percelen Totaal 139 percelen 139 percelen Tabel 19 : Raming van het reële aanbod aan bouwmogelijkheden in de gemeente Wingene in de periode 2007-2017

1801/bx.sv 131 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

11 lot.

27 lot. 8 lot.

7 lot.

22 lot.

5 lot. 7 lot.

17 lot. 7 lot.

Niet uitgeruste, onbebouwde gebieden (volgens gewestplan) in: Kaart 29 Bouwmogelijkheden deelplan 1 Woongebied Woonuitbreidingsgebied

Woongebied met landelijk karakter

potentieel aantal percelen

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wingene

8 lot.

12 lot.

9 lot. 7 lot.

7 lot.

Niet uitgeruste, onbebouwde gebieden (volgens gewestplan) in: Kaart 30 Bouwmogelijkheden deelplan 2 Woongebied Woonuitbreidingsgebied

Woongebied met landelijk karakter

opp. in ha / potentieel aantal percelen

Opdrachtgever: gemeentebestuur van Wingene 1801/sv/maart 2008 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6.1.5 Confrontatie van behoeften en aanbod 6.1.5.1 Confrontatie met de eigen behoefteberekening In onderstaande tabel wordt het totale aanbod aan bouwmogelijkheden in Wingene voor de periode 2007-2017 geplaatst tegenover de verwachte behoefte aan woningen. Dit laatste cijfer is berekend op basis van gesloten bevolkings- en gezinsprognose.

2007-2012 2012-2017 2007-2017 (1) Aanbod aan bouwmogelijkheden (uitgedrukt in wooneenheden) 139 (74 in 139 (74 in 278 (148 in binnengebied) binnengebied) binnengebied) (2) Behoefte (uitgedrukt in wooneenheden) 56 111 167 Saldo (2) – (1) -83 -28 -111 Tabel 20 : confrontatie aanbod – behoefte tot 2017

De vergelijking tussen behoefte en aanbod leert dat de reële bouwmogelijkheden in de gemeente Wingene voldoende zijn voor het opnemen van de behoefte aan bijkomende wooneenheden vanuit de eigen bevolking. Wel stellen we vast dat het aanbod in juridisch vastliggende kavels en langs uitgeruste wegen (inclusief de mogelijkheden door verdichting) alleen niet voldoende is. De ontwikkeling van niet-ontsloten terreinen in woongebied (binnengebieden) is dus noodzakelijk.

Wel moet opgemerkt worden dat de vooropgestelde realisatiegraad voor niet-ontsloten terreinen in woongebied (binnengebieden) van 50% tegen 2012 en de resterende 50% tegen 2017 onrealistisch is (cf. complexe eigendomsstructuur, moeilijke ontsluiting van percelen). Daarom wordt in onderstaande tabel aangenomen dat deze niet-ontsloten terreinen in woongebieden tegen 2012 voor slechts 30% zullen gerealiseerd zijn en tegen 2017 voor 70%. Volgens deze aanname (en op basis van de gesloten bevolkings- en gezinsprognose) is er tegen 2017 een overschot van 55 kavels. .

2007-2012 2012-20176 2007-2017 (1) Aanbod aan bouwmogelijkheden (uitgedrukt in wooneenheden) 110 (5 in 124 (595 in 234(104 in binnengebied) binnengebied) binnengebied) (2) Behoefte (uitgedrukt in wooneenheden) 56 111 167 Saldo (2) – (1) -54 -13 -67 Tabel 21 : confrontatie aanbod – behoefte tot 2017 met bijgestelde realisatiegraad in binnengebieden

1801/bx.sv 134 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6.2 Economische behoefte in Wingene De analyse van de behoeften aan bijkomende economische ruimte op korte en middellange termijn is gebaseerd op drie belangrijke deelaspecten. Enerzijds zijn er de elementen uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen die een kwantitatieve behoeftenraming aanreiken die een impact zal hebben op de aanbodzijde. Anderzijds worden de behoeften op een zowel kwantitatieve als kwalitatieve wijze bepaald door de economische actoren zelf waarbij strategieën van ondernemers en beleidsmensen naast algemene economische en ruimtelijke ontwikkelingen een rol gaan spelen. Tenslotte bepalen een aantal algemene principes uit de gemeentelijke strategie (gewenste ruimtelijke structuur) de randvoorwaarden voor het aanreiken van bijkomende mogelijkheden voor bestaande en nieuwe bedrijven en bedrijventerreinen.

6.2.1 Bovengemeentelijke elementen In het RSV is Wingene geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. Nieuwe regionale bedrijventerreinen kunnen hier best aansluiten op de bestaande economische structuur. Zodoende worden de endogene ontwikkelingen en de clustervorming er ruimtelijk ondersteund volgens de draagkracht van de omgeving. Bedrijventerreinen zullen vastgelegd worden in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen na uitwerking van ruimtelijk-economische visies. De “ruimtelijk-economische visie specifiek economisch knooppunt Wingene” werd door de Deputatie goedgekeurd op 14 oktober 2004. Deze visie voorziet toekomstige uitbreidingen i.f.v. regionale bedrijventerreinen op Hille.

Als specifiek economisch knooppunt krijgt Wingene voor de periode 1994-2007, 12,5 ha voor de behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen toebedeeld. Gezien het nog bestaande aanbod aan bedrijventerreinen in 1994 van 5 ha, en een nieuw bestemd aanbod van 40 ha in de periode 1994-1999 is de ruimtebalans voor Wingene op 1 januari 1999 negatief (-32,5 ha). Er is dus al meer ruimte voor bedrijvigheid bestemd in plannen van aanleg, dan er werd toegewezen. Dit betekent dat Wingene binnen de planningsperiode geen aanspraak meer zou kunnen maken op bijkomende bedrijventerreinen.

Deze negatieve cijfers worden mede veroorzaakt door het mee in rekening brengen van de bestaande bedrijfsoppervlaktes bij het zone eigen maken van zonevreemde bedrijven. Voor een belangrijk aantal betreft het dus geen nieuwe bedrijfsterreinen maar het juridisch regulariseren van de bestaande terreinen.

6.2.2 Elementen uit de gemeentelijke economische strategie De gemeentelijke economische strategie wordt bepaald door de doelstellingen van de huidige economische bedrijvigheid en het economisch beleid. De huidige economische bedrijvigheid toont aan dat Wingene in het algemeen gekenmerkt wordt door een vrij evenwichtige structuur (verhoudingen primaire, secundaire en tertiaire sectoren).

Worden de economische bedrijvigheid in detail bekeken dan zijn er nog een aantal belangrijke verschuivingen te constateren en evaluaties te maken. Zo is het voorbije decennium de gehele textiel- en confectiesector verdwenen.

De stijging van de niet-loontrekkende werkgelegenheid is vooral te wijten aan een opvallende stijding in de secundaire sector sedert 2000. Ook in de tertiaire sector stellen we een toename van het aantal zelfstandigen vast.

De dominante landschappelijke aanwezigheid van de landbouw mag evenwel de belangrijkheid van secundaire en tertiaire sectoren niet doen vergeten. Uit een onderzoek in 64 landelijke gemeenten (waartoe ook Wingene behoort) met een werkgelegenheidgraad in

1801/bx.sv 135 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

de landbouw van 16,8% ( 1995), 188 inwoners/km² en 70,9% landbouwgrond blijkt dat de omzet in de landbouwsector er 3,9% bedraagt tegenover 50,2% in de industrie en 45,9% in de dienstensector.

Hoe de economische structuur van Wingene er op lange termijn dient uit te zien kan niet vastgelegd worden. Wel kunnen een aantal waarnemingen en trends de richting aanduiden waarin economische ontwikkelingen op korte en middellange termijn beleidsmatig gesteund kunnen worden. Op basis daarvan kan worden ingeschat hoe de toekomstige vraag naar bedrijfsruimte er kan uitzien.

Decennia lang werd de gemeente gehandicapt door een ontbrekend aanbod aan uitgeruste bedrijventerreinen zodat er aan heel wat uitgestelde vragen moet voldaan worden. Het belangrijkste aanbod dat de gemeente sinds 2000 heeft laten bouwrijp maken is evenwel uitverkocht.

De gemeente wenst in functie van de lokale en regionale dynamiek een aanbod te ontwikkelen met een ijzeren voorraad van drie jaar voor bouwrijpe terreinen en van drie jaar voor bestemde terreinen. Daarbij moet voldoende geanticipeerd worden op de lange ontwikkelingstijd van 5 jaar tussen bestemmingswijziging en verkoop van bouwrijpe loten.

In eerste instantie wordt het economisch beleid voor de bedrijvigheid op de bedrijventerreinen besproken, daarnaast worden ook de trends en de strategie voor de bedrijvigheid buiten de bedrijventerreinen (geïsoleerde bedrijvigheid) verkend.

6.2.3 Aanbod aan bedrijventerreinen 6.2.3.1 Juridisch aanbod aan bedrijvenzones Gewestplan en gewestplanwijzigingen

Gewestplan Roeselare – Tielt M.B. 17.12.1979: 65ha 80a67ca - Hille: 26ha 70a 00ca - Wildenburg: 28ha 30a 00ca - Verrekijker: 6ha 58a - De Eikel/Bruggesteenweg: 1ha 44a 65ca - Van Landschoot, Ratelingestraat: 80a 48ca - Vancauwenberghe, Ratelingestraat: 42a 40ca - Degroote Boterstraat: 78a 00ca - Veos – Meiboomstraat: 77a 14ca Gewestplanwijziging Roeselare – Tielt d.d. 8.9.1993: 3 ha - Akkerstraat/Industrieweg (Molenaarsstraat): 3 ha Gewestplanwijziging Roeselare – Tielt MB 19.04.1994: 10 ha 10 ca - Hille Zuid LO: 10ha 10a Gewestplanwijziging Roeselare – Tielt MB 15.12.1998: 19 ha 72 a 31 ca - Hille Zuid RO: 9ha 80a 0ca - Hille Noord RO: 7ha 50a 00ca - Papier Declercq, Hillesteenweg: 1ha 23a 65ca - Stockplastics, Bruggesteenweg: 1ha 18a 66ca

1801/bx.sv 136 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

BPA’s BPA’s uitbreiding ambachtelijke zone Verrekijker: MB 25.08.1993 vervangen door MB 10.09.2002 (2ha 92a 28ca) BPA Ambachtelijke zone Verrekijker-uitbreiding: MB 23.11.2005 (4,5 ha) Bedrijfs BPA’s: - BPA ’t Raakske, Vaneenoo: 2ha 22a 15ca (MB 09.02.2002) - BPA Pannaershoek, Devos: 3ha 54a 56ca (MB 21.06.2007) Sectorale BPA’s fase I, II , III, IV en V: totaal 26ha 28a 82 ca

Provinciale RUP’s BVBA Trans-Beton: 2ha 47a 20ca (MB 28/08/2006) Nv Joris Ide (Akkerstraat): 1ha 47a 55ca (28/08/2006) Degroote-Terraplant: 10ha 66a 67ca (MB 28/08/2006)

Leegstaande en/of verwaarloosde gebouwen en terreinen - De melkerij en kaasmakerij Aldis op de Verrekijker sloot zijn deuren in 1994. De gebouwen langs de Tieltstraat werden afgebroken en de gronden werden via BPA Oude Melkerij (MB 10.1.2002) omgevormd tot commercieel-ambachtelijke zone waarop ondertussen twee bedrijven gevestigd zijn. - Twee andere gebouwen werden in 1999-2000 door NV Bedrijvenpark Wingene die gevormd wordt door GOM en Belgomilk omgebouwd tot doorgangsgebouwen voor ambachtelijke starters. Het betreft 7 modules met een totale oppervlakte van 1.700 m². - Een derde gebouw werd op basis van BPA Oude Melkerij bestemd als zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Een deel wordt reeds gebruikt als jeugdhuis en een ander deel werd omgevormd tot polyvalente feest- en fuifzaal (405 m² netto oppervlakte). - De oude Seyntexweverij gelegen begin van de Egemstraat die verlaten werd midden de jaren 80 werd omstreeks 1998 aangekocht door de WVI en afgebroken. De zone gelegen midden de woonzone werd herbestemd als projectzone voor huisvesting. Een project voor de bouw van een 12-tal sociale woningen is lopende in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappij De Mandelbeek. - De oude hemdenfabriek Bouckaerts-shirtmakers, gelegen in het begin van de Rozendalestraat sloot in 1998 zijn deuren. Het gebouw werd aangekocht door de sociale bouwmaatschappij De Mandelbeek die er na afbraak momenteel 16 sociale appartementen bouwt.

6.2.3.2 Inventaris bedrijvenzones Het aanbod aan bedrijventerreinen bestaat enerzijds uit een verouderd en minder representatief29 deel op Wildenburg en anderzijds uit volledig nieuwe of vernieuwde bedrijven op de terreinen “LO en RO Hille Zuid”, “RO Hille Noord” en “LO Verrekijker”.

Aanbod aan bedrijvenzones In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de bestaande bedrijvenzones en de vrijliggende percelen binnen deze zones:

29 De gemeente is ondertussen begonnen met de aanpak van dit probleem, o.a. met herstructureringsproject voor het bedrijventerrein “RO Wildenburg”.

1801/bx.sv 137 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Inventaris bedrijventerreinen naam v/h terrein Bruto-opp. niet ingenomen opp. realiseerbare opp. (incl. wijz.) totaal reserve reeds optie vrij (ha) (ha) (ha) (ha) (ha) (ha) REGIONAAL RO De Akker 28,3 0 28,3 0 0 0 RO Hille Noord 7,5 0 7,5 0 0 0 RO Hille Zuid 9,8 0 9,8 0 0 0 RO/LO Wildenburg 28,3 1 25 2,3 0 0

LOKAAL LO Verrekijker 9,5 0 9,5 0 0 0 LO Verrekijker uitbreiding 2,8 0 0 0 0 2,8 LO Hille Zuid 11,5 0 11,5 0 0 LO Pannaershoek/Bosveld (BPA) 3,6 0 3,6 0 0 0 LO ’t Raakske (BPA) 2,2 0 2,2 0 0 0

“paarse vlekjes”(gewestplan)30 6,7 0 6,7 1,2 0 0

SECTORALE BPA’S Fase I 16,6 16,6 Fase II 5,1 5,1 Fase III 1,5 1,5 Fase IV 5,2 5,2 Fase V 2,4 2,4

PROVINCIALE RUP’s 17,3 17,3

Overlapping BPA - gewestplan - 3,2 TOTAAL 127,4 1 117 4,1 0 2,8 Tabel 22 : inventaris bedrijventerreinen

30 “paarse vlekjes”: Papier Declercq, Stockplastics, Ve-os, Degroote, De Eikel, Van Landschoot, Van Cauwenberghe en Degroote

1801/bx.sv 138 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6.2.3.2.1 Evolutie van de bestaande bedrijvenzones - LO Verrekijker: de uitgifte door de WVI startte in 2000. Er werden reeds 25 percelen verkocht (60.282 m²). Alles is verkocht en bebouwd Daarnaast verhuurt de nv Bedrijvenpark Wingene nog 7 ambachtelijke doorgangsgebouwen met totale bebouwde oppervlakte van 1.740 m². Bij MB van 23/11/2005 werd het BPA Ambachtelijke zone Verrekijker-uitbreiding goedgekeurd (4,5 ha). Vanaf midden 2008 werd 31.573 m² bouwrijpe grond aangeboden . Begin 2009 zijn er 12 percelen verkocht en nog vijf in optie. - RO De Akker: tussen 1994 en 2004 werd 11 ha netto oppervlakte verkocht (6,6 ha via WVI, 4,4 via particulieren of bedrijven). Alle operationaliseerbare grond is er nu verkocht. In totaal zijn er 30 bedrijven gevestigd. Het gedeelte ten noorden van de Industrieweg omvat 3 lokale bedrijven en wordt meegerekend met Hille Zuid LO. Een gedeelte is via BPA Hille bestemd als zone voor tuinbouwbedrijf weliswaar met nabestemming ambachtelijk. Op dit terrein is de aanwezigheid en ontwikkeling van het bedrijf Plastimetal Joris Ide de dominant, nl. 11ha 20a 53ca ten noorden van de Akkerstraat en 1ha 84a 44ca recente aankopen uitbreidingsoppervlakte ten zuiden van de Akkerstraat. Via een PRUP werd nog een uitbreiding toegevoegd van 1,4 ha (MB 28/08/2006). Ondertussen vraagt het zeer expansieve bedrijf een nieuwe uitbreiding van een 5-tal ha. - LO Hille Zuid: de uitgifte door de WVI startte in 2002. Alle 29 percelen zijn verkocht en bebouwd. Binnen dit terrein heeft de WVI een projectzone van 5.640 m² gerealiseerd voor een bedrijfsverzamelgebouw. Er worden vanaf 2009 een vijftal koop- en huurmodules met koopoptie aangeboden worden. - RO Hille Noord: de uitgifte door de WVI startte in 2002. Alles is verkocht. Er zijn 3 bedrijven gevestigd. Het bedrijventerrein werd via een PRUP (28/08/2008) uitgebreid in functie van de bedrijven Degroote en Terraplant. De totale oppervlakte bedraagt 12,5 ha, waarvan 10,5 ingenomen door Degroote Trucks en Trailers - RO Hille Zuid: de uitgifte door de WVI startte in 2002. Alle percelen zijn verkocht.

6.2.4 Behoefte aan nieuwe lokale bedrijventerreinen 6.2.4.1 Methodiek Om een raming van de behoefte aan lokale bedrijventerreinen te kennen staan in het richtinggevend gedeelte van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan twee methodes: 1. ofwel op basis van extrapolatie van de verkoop van bedrijfsgrond (op basis van het gemiddelde over de laatste 20 jaar of op basis van een relevante 10-jarenperiode sedert 1980) voor nieuwe, uitbreidende en herlokaliserende bedrijven 2. ofwel op basis van kennis van de vraag naar bedrijfsgrond (bv. op basis van een enquêtering bij de aanwezige bedrijvigheid om gegevens over gewenste uitbreiding of herlokalisatie te kennen, gegevens van een terreinbeheerder)

Het is aangewezen om deze berekening op de twee manieren te doen en dan te vergelijken of dit een vergelijkbare uitkomst genereert. Daaruit kan dan besloten worden dat de raming adequaat uitgevoerd is. De raming van de behoefte wordt niet opgesplitst naar de twee structuurondersteunende hoofdkernen Wingene en Zwevezele, maar gebeurt gezamenlijk. In een bredere ruimtelijke context kan immers besloten worden dat de deelkern Wingene eerder bij de zone Tielt-Brugge aansluit op economisch vlak en dat deelkern Zwevezele eerder aansluit naar Torhout en Roeselare.

De behoefte aan regionale bedrijventerreinen wordt hier niet behandeld.

1801/bx.sv 139 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6.2.4.2 Scenario 1: Extrapolatie verkoopscijfers van 1994-2006 voor percelen kleiner dan 5.000 m². - Bij deze methode wordt de raming van de behoefte opgebouwd via de verkoopscijfers van een relevante periode tussen 1.1.1994 en 31.05.2006. Vóór 1994 was er in de gemeente geen aanbod van uitgeruste bedrijventerreinen en bouwrijpe terreinen. - Tijdens de periode 1994 tot mei 2006 werd er in totaal voor 421.525 m² als ambachtelijke zonebestemde terreinen verkocht aan lokale en regionale bedrijven.Hiervan werd er 333.065 m² verkocht via de WVI. Daarnaast werden er 88.460 m² verkocht tussen particulieren en bedrijven of tussen bedrijven onderling via 15 transacties. - Het aandeel van de lokale bedrijventerreinen - Verrekijker LO (60.282 m² in 25 verkopen) en Hille Zuid LO (84.724 m² in 29 verkopen) is samen 145.006 m² in 54 verkopen. Over een periode van bijna 12,5 jaar of 11.600 m² per jaar of een gemiddelde oppervlakte van 2.685 m² per lot. Over die periode bedraagt het gemiddeld aantal verkopen op lokale bedrijventerreinen per jaar : 54 : 12,5 = 4,32. - Er wordt gerekend dat de netto-oppervlakte slechts 80 % bedraagt van de benodigde bruto-oppervlakte voor wegenis en openbare groenzones. De 11.600 m² netto verkochte oppervlakte per jaar vertegenwoordigt dus een bruto behoefte van 14.500 m². - Voor de behoefteberekening gaan we uit van een ontwikkelingstermijn van 4 jaar, een bestemmingsvoorraad van 10 jaar zodat er een ijzeren voorraad kan aangehouden worden tot 2017 en een bouwrijpe ijzeren voorraad van 2 jaar na realisatie. Sinds 23/11/2005 is er een bestemmingsvoorraad van 4,5 ha die sinds midden 2008 bouwrijp is. De verkoopbare oppervlakte bedraagt 31.573 m². Hiervoor is per 1 maart 2009 reeds 21.030 m² verkocht (12 percelen). De resterende oppervlakte 10.543 m² is in optie bij 5 bedrijven. De kandidatenlijst die loopt van 2 februari 2006 telt momenteel 32 kandidaten met een vraag van 76.760 m². 23 kandidaten komen uit de deelgemeente, 3 kandidaten uit de deelgemeente Zwevezele en 6 kandidaten uit andere gemeenten. - Bij realisatie van bouwrijpe percelen op 1.1.2009 bedraagt de behoefte voor de planperiode 2007-2017 aldus : uitgestelde behoefte 2007 en 2008 (2 jaar) bestemmingsvoorraad planperiode 2007-2017 (8 jaar) ijzeren voorraad van twee jaar na afloop planperiode 2007-2020 (2 jaar) totaal : 12 jaar Nettobehoefte : 11.600 m² x 12 jaar = 139.200 m² Brutobehoefte : 139.200 x 100 /80 = 174.000 m² of 17 ha 40 ca

Nieuw te bestemmen terreinen: 17ha 40a – 4 ha 50a (Verrekijker uitbreiding) = 12 ha 90 are.

6.2.4.3 Scenario 2: Behoefteraming op basis van de vraag naar bedrijfsgrond Het gemeentebestuur en de WVI houden een apart klassement bij van alle aanvragen van bedrijven die schriftelijk een aanvraag hebben ingediend naar bedrijfsgrond. Bij inventarisatie van deze aanvragen komen we tot volgend resultaat:

1. Periode 1998-1999 : 31 aanvragen; hier dient opgemerkt dat dit net de periode was dat de wegenis van de bedrijvenzone Verrekijker in aanleg was. Er kan vastgesteld worden dat de aanvragen zich dus duidelijk naar deze bedrijvenzone richten. 2. Periode 2000-2001 : 15 aanvragen; hier dient opgemerkt dat in deze periode geen bedrijventerrein in aanleg was. De vraag naar bedrijfsgrond van de lokale bedrijven daalt dan ook. 3. Periode 2002 – 2003 : 40 aanvragen; in deze periode was de bedrijvenzone Hille Zuid LO in aanleg. Het blijkt uit de aanvragen dat dit een invloed heeft op de hoeveelheid van de aanvragen.

1801/bx.sv 140 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

4. Periode 2004-2008: 76 aanvragen, waarvan openstaande vragen 35 voor Hille. Voor Verrekijker-uitbreiding 17 verkocht of opties en 24 nog openstaande vragen. 5. Na de verkoop van 12 percelen op Verrekijker-uitbreiding en de 5 opties voor de resterende percelen blijft er nog een gemeentelijke kandidatenlijst voor lokaal bedrijfsterrein Verrekijker van 24 bedrijven met een gevraagde oppervlakte van 54.100 m². Hiervan zijn 22 bedrijven afkomstig van uit de eigen gemeente met een oppervlakte vraag van 47.100 m² (87 %). Voor lokaal bedrijventerrein Hille zijn er via de WVI vragen van 35 bedrijven met een gevraagde oppervlakte van 69.350 m². Hiervan zijn 14 bedrijven afkomstig van de eigen gemeente met een oppervlakte vraag van 2100 m² (30 %). De actuele vraag bedraagt aldus 59 verschillende handelszaken voor een totale opp. van 12 ha 34 a 50 ca. 6. Uit de Plectruminventaris (p. 43 – 45) blijken er in de gemeente nog een tachtigtal niet-agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfsactiviteiten gesitueerd te zijn in het agrarische gebied. Hierbij bevinden zich diverse bedrijven met een aanzienlijke ruimtebeslag : grondwerken, transport, tuinaanleg, aannemer. Er mag verwacht worden dat een deel van deze bedrijven zich zal moeten herlocaliseren ifv. expansie of ruimtelijk beleid. Wanneer 10 bedrijven hiertoe besluiten met een gemiddelde lotgrootte van 2500 m² vergt dit ook 2,5 ha.

6.2.4.4 Factoren die zorgen voor bijkomende druk op bedrijvenzones - Het beleid is er op gericht om geen nieuwe bedrijven toe te laten in de landbouwzone en bestaande bedrijven bij behoefte aan belangrijke schaalvergroting te herlocaliseren op bedrijventerreinen. - Binnen de landbouwzones bevinden zich een aantal bedrijven in de sfeer van afbraak, recuperatie en grondwerken die daar de facto zonevreemd zijn, maar er gedoogd worden. Nieuwe dergelijke bedrijven zijn zeer ruimtebehoevend, alsook de herlokalisatie van de bestaande. Strenger beleid zal bijkomende ruimte vragen genereren op bedrijventerreinen. - Productiebedrijven staan onder een continue maatschappelijke druk om de woonzones te verlaten. Ook bij minder hinderende bedrijfsactiviteiten wordt bij nieuwe investeringen of uitbreidingsbehoefte steeds meer de afweging gemaakt of een herlokalisatie op een bedrijventerrein geen grotere bedrijfszekerheid biedt. De hoogoplopende bouwgrondprijzen in de woonzones en de milieureglementering zijn factoren die stimulerend werken bij deze bedrijfseconomische afwegingen. - De economische evolutie en marktwerking zorgt er ook voor dat een aantal bedrijfsactiviteiten verschuiven van de stedelijke naar de meer landelijke bedrijventerreinen of geen kans krijgen zich op stedelijke bedrijventerreinen te vestigen omwille van te groot ruimtebeslag of kwalitatieve verdringing. - Het nieuwe Europese landbouwbeleid laat vermoeden dat zowel schaalvergroting en uitstoot van agrarische productiekrachten zal verdergaan. De gemeente en de regio worden bijgevolg verder geconfronteerd met de noodzaak tot reconversie en dient daartoe een aanbodbeleid inzake bedrijventerreinen te voeren om het ondernemerschap dat de landbouw verlaat op te vangen.

1801/bx.sv 141 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6.2.5 Confrontatie van aanbod en behoefte 6.2.5.1 projectontwikkeling en ijzeren voorraad Het traject van publieke projectontwikkeling omvat mogelijks vier fasen, nl. - realiseren van bestemmingswijziging (1jaar) - grondverwerving (1jaar) - infrastructuuraanleg (minimaal 2 jaar) - verkoop bouwrijpe gronden (6 maanden)

Wanneer alle stappen van het traject van publieke projectontwikkeling nog dienen doorlopen te worden, is een ontwikkelingstermijn van 4 jaar een absoluut minimum en 5 of 6 jaar eerder realistisch.

Het huidig Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voorziet geen Ijzeren voorraad bij de behoeftenberekening. In het Vlaams Regeerakkoord is sprake van een Ijzeren voorraad van drie jaar voor bestemde terreinen en drie jaar voor bouwrijpe terreinen. Gezien hierboven is aangetoond dat het doorlopen van de vier fasen van trajectontwikkeling minimum 4 jaar en vlug 6 jaar bedraagt, betekent dit dat de projectontwikkeling best 6 jaar start vooraleer het aanbod noodzakelijk is. Anders blijft er een vraagmarkt bestaan waarbij het aanbod voortdurend achter de vraag aanholt.

6.2.5.2 Conclusies m.b.t. ontwikkeling lokale bedrijventerreinen Zowel het lange tijdstraject voor het ontwikkelen van nieuwe lokale bedrijventerreinen, de behoefte om over te stappen van een continue vraagsituatie naar een continue aanbodbeleid, de uitstoting van ambachtelijke activiteiten uit woon- en landbouwzones en de druk en potenties inzake het lokaal ondernemerschap door de snel krimpende landbouwtewerkstelling versterken de behoefte aan het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen. Zowel bij extrapolatie van de verkoop van bedrijfsgrond als op basis van de kennis van de vraag blijkt er een grote blijvende behoefte aan bedrijfsgrond. De extrapolatie van de netto behoefte tot 2017 wordt geraamd op 11.000 m² per jaar x 12 jaar = 139.200 m². Vermits de nettobehoefte slechts 80 % is van de brutobehoefte bedraagt deze 14.500 m² x 12 jaar = 174.000 m²of 17ha 40a . Na aftrek van Verrekijker-uitbreiding is dit nog: 12 ha 90 are. De vraag via de kandidatenlijsten, na aftrek van de verkopen (12) en opties (5) voor Verrekijker-uitbreiding, telt in totaal 59 bedrijven met een gevraagde oppervlakte van 12 ha 34a 50 ca

1801/bx.sv 142 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

6.3 Socio-culturele en recreatieve behoeften in Wingene Vanuit het gemeentebestuur zijn een aantal concrete behoeften aan de oppervlakte gekomen: - De bestaande voetbalinfrastructuren voldoen niet meer aan de vraag binnen de gemeente. Zowel in de kern Wingene als in de kern Zwevezele bestaat de wens om de voetbalterreinen uit te breiden met meerdere terreinen. - Er zijn geen tennisfaciliteiten in de gemeente. - De huidige voorzieningen inzake speelpleinen zijn te klein en voldoen niet meer aan de huidige behoeften. - De kern Wingene is arm aan openbare groenvoorzieningen. Daarom is het de wens om bij de uitbreiding en het sportcentrum Wingene een parkaanleg te realiseren en ook een rand- en speelbos te voorzien. - De behoefte aan een polyvalente open ruimte plek op het sportcentrum Zwevezele. - De faciliteiten van de zaalsporten moeten worden uitgebreid. - De nood aan bijkomende nieuwe kleedkamers, een polyvalente binnenspeelruimte en een matsportenzaal werd in 2007 opgelost door de bouw van de Tuimelaar op het duiveltjesterrein in Wingene. - De behoefte aan een bijkomende nieuwe sporthal aansluitend bij de bestaande sporthal te Zwevezele om te voldoen aan de vraag van de lokale clubs.

1801/bx.sv 143 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

7 Globale sterkten – en zwaktenanalyse Op basis van de analyses uit het informatief deel kunnen een aantal sterkten en zwakten in de bestaande ruimtelijke structuur van Wingene worden aangeduid. Deze sterke punten uit de bestaande ruimtelijke structuur zullen vertaald kunnen worden als mogelijke kansen voor de gewenste ruimtelijke structuur. Ook de zwakke punten kunnen uit de bestaande ruimtelijke structuur gehaald worden. Deze kunnen mogelijk leiden tot bedreigingen voor de gewenste ruimtelijke structuur. 7.1 Knelpunten en bedreigingen Nederzettingsstructuur - Zeer hoog aandeel verspreide bebouwing in het agrarisch gebied, en met een hoge densiteit. Deze verspreide bebouwing herbergt een diversiteit van kleine en middelgrote economische activiteiten. - Permanente bewoning in de zone voor verblijfsrecreatie “de Vorsevijvers” en het ontbreken van een aantal nutsvoorzieningen in deze zone. - Vergroeiing van de woonkernen en -concentraties door lintbebouwing langs de Ruiseledesteenweg, Beernemsteenweg, Zeswegenstraat, de N50,... - Verstoren van schaalevenwichten bij inplanting van appartementen in de dorpskernen - Hoog percentage aan oudere bevolking, en een toenemend aandeel alleenstaanden. - Een hoog aantal woningen zonder klein comfort. - Beperkt aantal sociale huurwoningen, namelijk 2,2% van het totaal aantal woningen

Economische structuur - Jarenlang ontbreken van aanbod aan uitgeruste bedrijventerreinen Leidde in het verleden tot de ontwikkeling van zonevreemde bedrijven - Hoog aantal geïsoleerde kleinschalige zonevreemde economische activiteiten met behoefte aan bedrijfszekerheid. - Slechte ruimtelijke inpassing en integratie in het landschap van het bedrijf Unifrost. - Slechte integratie in het landschap van het bedrijventerrein Wildenburg. - Het aanbod uitgeruste bedrijventerreinen op Hille en Verrekijker is tussen 2002 en 2008 volledig uitverkocht en er is nog geen nieuw bestemmingsaanbod op Hille

Verkeersstructuur - Gevaar dat mogelijke tonnagebeperking op N35 tussen N50 en afrit Lichtervelde (E403) leidt tot bijkomend doorgaand vrachtverkeer in het centrum van Zwevezele (N370 tussen N40 en Lichtervelde). - Barrièrewerking van de N50 en verkeersveiligheidsproblemen ter hoogte van de doorgang te Hille. - Wingene beschikt niet over een station, en is daarvoor aangewezen op Beernem, Tielt of Lichtervelde. - Doorgaand vrachtverkeer op de N370 in het centrum van Wingene (Beernemstraat) - Een gebrek aan verbindende fietspaden langsheen de gewestweg N370, zowel tussen Wingene en Beernem, als tussen Zwevezele en Lichtervelde. - Ontbreken van fietspaden langs de Ruiseledesteenweg, Rozendalestraat en deel van de Egemstraat.

Natuurlijke structuur - Veel beken zijn rechtgetrokken of plaatselijk ingedijkt, en vertonen een slechte kwaliteit van het oppervlaktewater, wegens het nog gedeeltelijk ontbreken van individuele of bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur. 1801/bx.sv 144 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

- Verdroging van natte weilanden met belangrijke ecologische potenties door drainage en een verhoging van de afvoercapaciteit van de waterlopen. - Daling van de biodiversiteit en kwalitatieve achteruitgang van de vegetatie als het gevolg van vroegere vermesting van de bodem. - De verdwijning van ’kleine landschapselementen langs beekvalleien.

Landschappelijke structuur - Veel kleine landschapselementen (bomenrijen, houtkanten, poelen,...) zijn de laatste decennia verdwenen (o.a. als gevolg van de schaalvergroting van de landbouw). Dit leidt tot het uniformiseren en het uitwissen van de traditionele verscheidenheid van de landschappen. - Versnippering van het landschap door de uitbreiding van infrastructuren en de toenemende druk van bedrijfsgebouwen en woningen.

Agrarische structuur - De landbouwbedrijven hebben te kampen met grote mestoverschotten. Dit veroorzaakt een landbouwgebruik op marginale gronden als gevolg van de toenemende vraag naar landbouwgrond. - Landbouwgebruik in niet-agrarische bestemmingen houdt problemen in naar de toekomst.

Recreatieve structuur - Aanwezigheid van enkele zonevreemde recreatieterreinen met zeer beperkte landschappelijke impact langs de Rickvoetweg en de Vrijgeweidstraat. - Ontbreken van voldoende speelpleininfrastructuur op wijkniveau. - Uitbreidingsbehoefte bij sportcentrum Zwevezele is acuut.

7.2 Kwaliteiten en Potenties Nederzettingsstructuur - Snelle verbetering in de voorbije tien jaar van de woningkwaliteit door renovatie en hernieuwbouw.. - Grote groengebieden zoals Wildenburg en Sint-Pietersveld zorgen voor een hoge kwaliteit van de woonomgeving. - Grotere aandacht voor de woonomgeving biedt mogelijkheden voor kwalitatieve opwaardering van het landschap. - Valoriseren van uitbreidingsmogelijkheden in de kernen

Economische structuur - Wingene is in het RSV geselecteerd als specifiek economisch knooppunt omwille van haar impact op de tewerkstelling. - Nagenoeg alle solitaire grootschalige zonevreemde bedrijven zijn opgenomen in een sectoraal BPA voor zonevreemde economische activiteiten. - Groei van de tewerkstelling in de secundaire en tertiaire sector. - Er blijft een grote vraag naar een aanbod aan uitgeruste bedrijventerreinen. - Beschikbare uitbreidingsmogelijkheden bij lokaal bedrijventerrein “Verrekijker” en het regionaal en lokaal bedrijventerrein “Hille”. - De goede ligging en ontsluitingsmogelijkheden van het bedrijventerrein Hille.

1801/bx.sv 145 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

Verkeerstructuur - Zeer goede ontsluiting door ligging middenin het driehoekig maas gevormd door de E40, de E403 en de N37. - Verdere uitbouw van het functioneel en toeristisch fietsroutenetwerk - Afstemming van de buslijn naar Beernem op de treinuren.

Natuurlijke structuur - De verschillende boscomplexen hebben een belangrijke ecologische, cultuurhistorische en wetenschappelijke waarde: ze bevatten relicten van fauna en flora welke in de vroegere veldgebieden voorkwamen. - Een aantal beekvalleien bevatten nog belangrijke vochtige en/of natte gebieden. - Goede kansen voor natuurontwikkeling in het Poekebeekbekken daar dit gebied integraal deel uitmaakt van het beschermingsgebied voor drinkwaterwinning van het waterproductiecentrum te Kluizen.

Landschappelijke structuur - Nog vrij veel samenhangende en herkenbare relictzones van de traditionele landschappen (vooral van de veldgebieden). - De ontwikkeling van een landschapstrategie die coherent is met de bestaande landschapskenmerken, namelijk een gemengd, bedrijvig landschap, door mensen bewoond en gemaakt. - Deelname aan Regionaal Landschap Houtland en landinrichtingsproject Brugse Veldzone.

Agrarische structuur - De land- en tuinbouw in Wingene is een belangrijke mededrager van actieve lokale gemeenschappen in het landelijk gebied. In de toekomst dient hieromtrent een belangrijke impuls gegeven te worden om de leefbaarheid van de verspreide bebouwing te garanderen. - De land- en tuinbouw in Wingene zal, als onderdeel van agri-business-complexen, een belangrijke economische productiefactor blijven. - De land- en tuinbouw in Wingene kan fungeren als medebeheerder van natuurwaarden en een aantrekkelijk landschap, alsook als partner in een recreatief medegebruik van het landelijk gebied.

Recreatieve structuur - Wildenburg/Sint-Pietersveld en recreatiebad “De Alk” bieden vele recreatieve mogelijkheden, en hebben een regionale uitstraling. - Verdere uitbouw van het recreatief voetgangers- en fietsersnetwerk. - De opname van de gemeente in de toeristisch-recreatieve zone van het Brugse ommeland geeft een extra impuls aan de promotie van de recreatieve mogelijkheden. - De uitbreiding van sportcentrum Wingene tot een recreatief sportpark en de verdere uitbreiding en ruimtelijke opwaardering van het sportcentrum Zwevezele.

1801/bx.sv 146 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

8 Bijlagen 8.1 Statistische gegevens op niveau van statistische sectoren 8.1.1 Tabellen betreffende bevolkingsevolutie

1981 1991 2001 2004 EVOLUTIE 1981-2004

ABS. %

WINGENE-KERN 3.179 3.167 3.457 3.540 +361 +11,4

ZWEVEZELE-KERN 2.363 2.225 2.184 2.260 -103 -4,4

HILLE 636 770 885 933 +297 +46,7

NIEUW-ZWEVEZELE 180 212 259 253 +73 +40,6

WULFHOEK 191 188 246 264 +73 +38,2

WILDENBURG 148 129 167 197 +49 +33,1

SINT-JAN 469 463 475 459 -10 -2,1

VERSPREIDE BEBOUWING 5.021 4.792 4.974 4.990 -31 -0,6

TOTAAL 12.188 11.949 12.647 12.896 +708 +5,8 tabel 23 : bevolkingsevolutie per deelgebied, 1981-2004 Bron : NIS, VT 1981 & 1991, RR 2001 en 2004 Opmerking: in sommige gevallen kan het zijn dat de som van de bevolking of van de gezinnen van alle deelgebieden, lager is dan beperkt aantal) niet te lokaliseren personen in de gemeente. Gezien het hier over zeer kleine aantallen gaat, worden deze cijfe verschillende deelgebieden.

0-14 JAAR 15-64 JAAR + 65 JAAR 1981 1991 2001 ’81-‘01 1981 1991 2001 ’81-‘01 1981 1991 2001 ’81-‘01

WINGENE-KERN 664 582 581 -12,5% 1.996 2.062 2.254 +12,9% 519 523 622 +19,8%

ZWEVEZELE-KERN 432 335 339 -21,5% 1.558 1.473 1.264 -18,9% 373 417 581 +55,8%

HILLE 109 151 180 +65,1% 417 510 580 +39,1% 110 109 125 +13,6%

NIEUW-ZWEVEZELE 40 47 60 +50,0% 121 140 171 +41,3% 19 25 28 +47,4%

WULFHOEK 52 36 40 -23,1% 113 120 183 +61,9% 26 32 23 -11,5%

WILDENBURG 32 21 34 +6,3% 93 91 114 +22,6% 23 17 19 -17,4% het totaal van de gemeente. Dit is te wijten aan (een SINT-JAN 127 97 98 -22,8% 292 312 313 +7,2% 50 54 rs64 buiten +28,0%beschouwing gelaten bij het onderzoek van de

VERSPREIDE 964 838 958 -0,6% 3.285 3.221 3.162 -3,7% 772 733 854 +10,6%

1801/bx.sv 147 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

TOTAAL 2.420 2.108 2.290 -5,4% 7.875 7.931 8.041 +2,1% 1.893 1.910 2.316 +22,3% tabel 24 : evolutie van de bevolking per leeftijdsklasse en deelgebied, 1981-2001 Bron : NIS, VT 1981 & 1991, RR 2001

BEVOLKING GEMIDDELDE GEZINSGROOTTE AANTAL PARTICULIERE GEZINNEN WINGENE WINGENE ARR. TIELT WEST-VL. VL. GEWEST WINGENE EVOLUTIE INDEX 1981 12.187 3,03 3,08 2,87 2,86 3.946 - 100 1991 11.945 2,72 2,83 2,63 2,62 4.311 +365 109 1997 12.321 2,66 2,68 2,49 2,48 4.636 +325 117 2001 12.647 2,59 2,59 2,41 2,41 4.874 +238 124 2007 13.328 2,55 2,54 2,37 2,40 5.227 +353 132 tabel 25 : evolutie van de gezinsgrootte in vergelijking met het aantal particuliere gezinnen Bron : NIS, VT 1981 & 1991, RR 1997, 2001,2007

1981 1991 2001 evolutie 1981-2001 meer dan alleen- meer dan alleen- meer dan alleen- meer dan alleen- 1 persoon wonenden 1 persoon wonenden 1 persoon wonenden 1 persoon wonenden Wingene-kern 898 149 933 210 1.041 304 +19,9% +104,0% Zwevezele-kern 684 104 693 134 668 239 -2,3% +129,8% Hille 191 34 236 49 274 57 +43,5% +67,6% Nieuw-Zwevezele 55 3 70 6 80 9 +45,5% +200,0% Wulfhoek 55 3 59 4 80 11 +45,5% +266,7% Wildenburg 43 6 37 9 50 10 +16,3% +66,7% Sint-Jan 132 16 135 24 134 41 +1,5% +156,25% Verspreide bebouwing 1.418 154 1.441 271 1.469 407 +3,6% +164,3% Totaal 3.476 470 3.604 707 3.796 1.078 +9,2% +129,4% tabel 26 : evolutie van het aantal particuliere gezinnen per deelgebied, 1981-2001 Bron : NIS, VT 1981 & 1991, RR 2001

1801/bx.sv 148 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

8.1.2 Tabellen betreffende de huisvestingssituatie

Voor 1919 1919-1945 1946-1960 1961-1970 1971-1981 1981-1990 1991-1995 na 1995 Onbek Totaal

Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. % Abs. Abs. Wingene-kern 136 10,1 113 8,4 141 10,5 131 9,7 229 17,0 131 9,7 119 8,8 125 9,3 223 1.348 Zwevezele-kern 110 12,4 95 10,7 134 15,1 148 16,7 75 8,4 61 6,8 40 4,5 64 7,2 162 889 Hille 50 14,9 26 7,8 31 9,2 20 6,0 25 7,5 59 17,6 38 11,3 38 11,3 48 335 Nieuw-Zwevezele 6 6,8 1 1,1 15 17,0 16 18,2 8 9,1 11 12,5 14 15,9 10 11,4 7 88 Wulfhoek 6 6,6 4 4,3 3 3,3 14 15,4 20 22,0 6 6,6 14 15,4 14 15,4 10 91 Wildenburg 6 10,7 4 7,1 6 10,7 3 5,4 8 14,3 2 3,6 3 5,4 17 30,4 7 56 Sint-Jan 15 8,5 14 7,9 20 11,3 28 15,8 27 15,2 17 9,6 10 5,6 8 4,5 38 177 Verspreide bebouwing 400 21,5 207 11,1 137 7,4 152 8,2 173 9,3 183 7,8 145 7,8 136 7,3 329 1.862 Totaal 729 15,0 464 9,6 487 10,1 512 10,6 565 11,7 470 9,7 383 7,9 412 8,5 819 4.846 Vlaams gem. % 7,5 12,0 13,0 12,5 13,7 9,0 12,3 (na 1991) tabel 27 : ouderdom van de woongebouwen, NIS, VOLKSTELLING 2001

groot comfort middelmatig klein comfort geen comfort onbekend totaal abs. % abs. % abs. % abs. % abs. abs. Wingene-kern 709 52,6 157 11,6 389 28,9 66 4,9 27 1.348 Zwevezele-kern 396 44,5 83 9,3 313 35,2 73 8,2 24 889 Hille 174 52,0 24 7,2 109 32,5 18 5,4 10 335 Nieuw-Zwevezele 88 52,3 3 3,4 31 35,2 6 6,8 2 88 Wulfhoek 56 61,5 4 4,4 25 27,5 4 4,4 2 91 Wildenburg 34 60,7 4 7,1 13 23,2 4 7,1 1 56 Sint-Jan 83 46,9 11 6,2 60 33,9 19 10,7 4 177 Verspreide bebouwing 788 42,3 105 5,6 736 39,5 167 9,0 66 1.862 Totaal 2.286 47,2 391 8,1 1.676 34,6 357 7,4 136 4.846 Vlaams gem. % 54,5 13,6 24,4 4,9 tabel 28 : comfort van de woningen, NIS, VOLKSTELLING 2001

1801/bx.sv 149 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

open bebouwing halfopen bebouwing gesloten bebouwing appartement totaal abs. % abs. % abs. % abs. % abs. Wingene-kern 616 45,7 304 22,6 323 24,0 75 5,6 1.348 Zwevezele-kern 276 31,0 271 30,5 258 29,0 62 7,0 889 Hille 186 55,5 75 22,4 56 16,7 18 3,9 335 Nieuw-Zwevezele 79 89,8 2 2,3 4 4,5 0 0 88 Wulfhoek 79 86,8 7 77,0 5 5,5 0 0 91 Wildenburg 39 69,6 9 16,1 4 7,1 0 0 56 Sint-Jan 126 71,2 34 19,2 12 6,8 5 2,8 177 Verspreide bebouwing 1.447 77,7 217 11,7 121 6,5 19 1,0 1.862 Totaal 2.848 58,8 919 19,0 783 16,2 174 3,6 4.846 Vlaams gem. % 36,1 20,4 22,6 20,0 tabel 29 : aard van de woningen, NIS, VOLKSTELLING 2001

< 35m² 35-54 m² 55-84 m² 85-104 m² 105-124 m² >125 m² onbekend Totaal abs. % abs. % abs. % abs. % abs. % abs. % Abs. abs. Wingene-kern 98 7,3 234 17,4 318 23,6 281 20,8 164 12,2 110 8,2 143 1.348 Zwevezele-kern 75 8,4 175 19,7 196 22,0 169 19,0 100 11,2 73 8,2 101 889 Hille 19 5,7 55 16,4 71 21,2 75 22,4 50 14,9 40 11,9 25 335 Nieuw-Zwevezele 4 4,5 15 17,0 15 17,0 19 21,6 12 13,6 15 17,0 8 88 Wulfhoek 8 8,8 11 12,1 13 14,3 14 15,4 23 25,3 13 14,3 9 91 Wildenburg 5 8,9 6 10,7 12 21,4 13 23,2 14 0,25 4 7,1 2 56 Sint-Jan 14 7,9 24 13,6 43 24,3 37 20,1 24 13,6 14 7,9 21 177 Verspreide bebouwing 156 8,4 306 16,4 426 22,9 352 18,9 253 13,6 176 9,4 193 1.862 Totaal 379 7,8 826 17,0 1.094 22,6 960 19,8 640 445 502 4.846 Vlaams gem. % 8,0 17,5 25 19,9 11,6 8,9 tabel 30 : de grondoppervlakte van de woningen, NIS, VOLKSTELLING 2001

1801/bx.sv 150 SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene – informatief gedeelte

eigenaars huurders woont kosteloos onbekend aantal part. woningen abs. % abs. % abs. % abs. % abs. Wingene-kern 1.038 77,0 287 21,3 16 1,2 27 2,0 1.348 Zwevezele-kern 704 79,2 167 18,8 9 1,0 16 1,8 889 Hille 274 81,8 58 17,3 4 1,2 1 0,3 335 Nieuw-Zwevezele 79 89,8 7 8,0 1 1,1 1 1,1 88 Wulfhoek 85 93,4 4 4,4 2 2,2 0 0 91 Wildenburg 49 87,5 6 10,7 0 0 1 1,7 56 Sint-Jan 139 78,5 27 15,3 9 10,1 16 1,8 177 Verspreide bebouwing 1.489 80,0 300 16,1 33 1,8 48 2,6 1.862 Totaal 3.857 79,6 856 17,7 71 1,5 100 2,1 4.846 Vlaams gem. % 66,2 30,9 1,9 2,7 tabel 31 : eigendomsstructuur van de woningen, NIS, VOLKSTELLING 2001

1801/bx.sv 151