1 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana 18. VĪRABHADRĀSANA1

A. Concept van de houding

1. Naam, betekenis en definitie

vīra lett. viriliteit, kracht, krijger, held bhadra de beste vīrabhadrāsana houding van de held

Vīrabhadra was een machtige en krachtige krijger (kṣatriya) gewapend met een boog, bijl, discus, strijdknots en een drietand. Hij was de verpersoonlijking van Śiva, die impulsief is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bedachtzame Ganeśa.

De zelf is niet gebonden aan een kaste.

Bepaalde yogahoudingen of āsana-s hebben een symbolische betekenis of houden een specifieke actie in. Vīrabhadrāsana is er zó één door haar naam en haar effecten op het vlak van het spierstelsel, de ademhaling en de psyché.

Vīrabhadra vertegenwoordigt kracht, moed, vastberadenheid, uithoudingsvermogen… kwaliteiten die met de houding kunnen ontwikkeld worden.

Vīrabhadrāsana is dus een houding geschikt voor alle soorten van mensen en alle leeftijden: jongeren, gedeprimeerden, oudere mensen, enzovoort.

Het is ook een driesterrenhouding voor groepslessen want iedereen kan er een bepaalde vorm van uitvoeren. Ze is niet veeleisend op het vlak van de gewrichten.

De Yogarahasya vermeldt vīrabhadrāsana.

De legende van de krijger2

Satī, de dochter van de grote wijze Dakṣa was gehuwd met de god Śiva, grotendeels tegen de zin van Dakṣa. Op een dag organiseerde Dakśa een groot religieus feest maar nodigde Satī en Śiva niet uit. Satī ging toch en vroeg haar vader waarom hij Śiva niet had uitgenodigd. "Omdat je echtgenoot gek is. Hij draagt slangen rond zijn lichaam en besmeurt zich met as.” Satī stierf door deze vernedering. Śiva vernam haar dood en ontstak in woede. Hij trok een haarlok uit en wierp het op de grond. Daaruit kwam een wrede krijger Vīrabhadra tevoorschijn. Śiva benoemde hem tot bevelhebber van zijn leger en gaf hem de opdracht het feest van Dakṣa te vernietigen.

1 Het onderwijs van Frans Moors Claude Maréchal in RVY n°12 décember 1986 p.17 TKV Desikachar, Kausthub and Frans Moors: The viniyoga of yoga. Applying yoga for health. Modifications p.246 2 Swati & Rajiv Chanchani: Yoga pour les enfants p.34,35

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 2 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana Vīrabhadra was harteloos en krachtig. Met zijn wapens versloeg hij goden als Indra, Viṣṇoe, Agni, Yama en vele andere. Met magische riten haastte de wijze Bhṛgu1 zich om vele krijgers te creëren maar geen enkele weerstond aan de woede van Vīrabhadra. Uiteindelijk onthoofdde Vīrabhadra Dakṣa en wierp zijn hoofd in het sacrale vuur. Brahma, Viṣṇoe en vele andere goden vroegen genade aan Śiva en vroegen hem om Dakṣa terug tot leven te wekken. Śiva wilde hun wens verhoren maar het hoofd van Dakṣa was al verast. Daarom liet Śiva een geit offeren en zette het hoofd van de geit op de romp van Dakṣa. Op die manier kon Dakṣa zijn ceremonie beëindigen.

Vīrabhadra presenteerde het hoofd van Dakṣa aan Śiva op een schenkbord.

Vol droefheid om de dood van zijn vrouw trok Śiva zich terug op de heilige berg Kailāś om te mediteren. Op een bepaald ogenblik werd Satī opnieuw geboren ergens in de Himālaya en zij veroverde opnieuw het hart van haar echtgenoot.2

Wat is de moraal van het verhaal? In de yoga wordt een innerlijke strijd geleverd: de vastberadenheid, het engagement, het uithoudingsvermogen, de nauwgezetheid (abhyāsa) én het vertrouwen in de leraar (vairagya). Zie YS.I.12.

Vervolg van de legende3

Na de ceremonie van Dakṣa ontmanteld te hebben, ging Vīrabhadra door met alles dat hij tegenkwam op zijn weg te vernietigen. Om hem te bedaren, schonk Śiva hem een gunst: "Op een dag zal je een planeet zijn aan de hemel en aanbeden worden. De planeet zal Maṅgala (Mars) noemen." Vandaag nog aanbidden vele Indiërs de planeet Mars. Van hun kant brachten de demonen hun tijd door met de goden en de wijzen te pesten. Vīrabhadra gebruikte zijn kracht om de goden en wijzen te beschermen. Op een dag slikte een slang-demon talrijke goden in. Vīrabhadra doodde de slang en redde de goden. Op een andere keer kwamen vele wijzen om in een brand. Vīrabhadra doofde het vuur en gebruikte zijn magische krachten om hen terug tot leven te wekken. Tevreden over zijn moed en edelmoedigheid schonk Śiva hem vele voordelen.

2. De vinyāsa aṅga (het schema)

1. Het achterste been gestrekt, de voet schuin naar buiten en naar voren gedraaid, plat op de grond. Het andere been een grote stap voorwaarts, de knie gebogen, het dijbeen horizontaal en het kuitbeen verticaal t.o.v. de grond. 2. De rug achterovergebogen (extensie); de borstkas uitgezet. 3. De armen gestrekt, omhoog geheven, langs de oren of erachter, vingers gekruist, en eventueel de handpalmen naar boven gedraaid.

1 B.G.X.25. Onder de grote wijzen ben Ik Bhṛgu; van alle geluidsvibraties ben Ik het transcendentale OṀ; van alle offers ben Ik het reciteren van de heilige namen [japa], en van onverplaatsbare dingen ben Ik het Himālaya- gebergte │Brahmā, het eerste levend wezen in het universum, schiep een aantal zonen om verschillende levenssoorten voort te brengen. Onder deze zonen is Bṛghu de machtigste wijze. 2 Claude Maréchal in RVY n°12 p 17 3 Swati & Rajiv Chanchani: Yoga pour enfants p 45, 46, 47

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 3 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana 4. De ogen open (de krijger!), klassiek de blik horizontaal of licht schuin omhoog, het hoofd en de kin licht achterover geheven. Dit vergemakkelijkt de extensie van de rug. Er is dus geen jālandharabandha.

Zorg voor een goed kūrma: een goede positie van de voeten en het bekken. De positie van de voeten is belangrijk. Het principe is het contact met de rug niet verliezen aangezien het een houding van de rug is. De aandacht mag niet naar de benen of de voeten getrokken worden. De achterste voet in de grond en voldoende naar voren uitgedraaid (45°), niet te weinig, niet te veel. De voorste voet blijft recht in het verlengde van het been

De rug en het bekken blijven in de verticale as van het lichaam. Daartoe draait men lichtjes de romp in de richting van de voorste voet, kwestie van evenwicht en beweeglijkheid van het bekken.

De spreidstand voor–achter van de benen is groot: geen kleine maar een goede stap voorwaarts zoals tijdens het marcheren.

B.K.S. Iyengar spreekt over een stap voorwaarts van 1,30 à 1,40 m.1 Probeer dat eens. Het is voor vele mensen niet mogelijk.

De knie van het voorste been is boven de voet. 45? Dat hangt af van de morfologie. Belangrijk is in contact te blijven met de rug!

3. Belangrijkste eigenschappen

Een rechtopstaande houding

Een pārśva of asymmetrische houding

Een pūrvatāna-houding: extensie van de rug (een boog), de borstkas opent.

Een prāṇa-houding: IN, VL. Een houding van ontwaken en helderheid ('s morgens)

Een bṛṃhana-houding: ze stimuleert, maakt de rug krachtig (viriel). Zij opent de heupen en werkt op de psoas. Ze hoort thuis in een sṛṣti krama.

Ze is gunstig voor fysieke en psychische kwaliteiten: kracht, weerstand, wilskracht, uithoudingsvermogen. Het is een houding die de mens naar buiten keert (extraversie). Ze geeft vertrouwen en vastberadenheid.

Men beoefent ze zowel DYN als STA.

Geen uitvoering van bandha-s.

1 BKS Iyengar: Yogadīpikā p.50. Dit is wellicht gemeten naar de (lange) benen van BKS Iyengar.

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 4 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana B. De vinyāsakrama’s

1. De houding uitvoeren

1. Sta rechtop, de voeten samen, draai een hiel licht schuin naar buiten. Doe een grote pas vooruit met het andere been. De armen blijven ontspannen naast het lichaam. Een pas vooruit, niet achteruit. Dit is belangrijk op psychisch vlak!

Opgelet: verplaats het been niet te ver vooruit. De knie dient verticaal boven de voet te komen. De hiel van de achterste voet drukt goed in de grond, het been gestrekt (een goed kūrma).

Twee manieren om deze positie in te nemen en om de achterste voet te plaatsen, afhankelijk van de evenwichtszin en de soepelheid (o.a. van het bekken) van de beoefenaar:

• Eerst de achterste voet naar buiten draaien en dan de voorwaartse pas doen, of

• Eerst de pas voorwaarts zetten, de achterste hiel richt zich wat op, dan naar buiten draaien en in de grond drukken.

2. Op een inademing, hef de armen voorwaarts verticaal omhoog, de blik schuin omhooggericht; de handen samen, eventueel de vingers gekruist en de handpalmen naar boven gedraaid.

Eventueel de ellenbogen lichtjes buigen.

3. Op de uitademing, de armen laten zakken tot naast de romp.

4. Keer terug d.w.z. breng de benen samen. De terugkeer naar de initiële positie dient met evenveel zorg te gebeuren als het innemen van de houding.

5. Wissel van kant.

De houding kan l.e.k. DYN en STA uitgevoerd worden.

2. De voorbereiding in de les zelf

De uitgesproken asymmetrie en extensie van de rug staan ver van het dagelijkse leven. De houding vergt dus een opwarming. Het is echter geen gevaarlijke houding en ze vraagt niet veel voorbereiding. Eén houding volstaat.

Enkele bewegingen ter opwarming in rechtopstaande positie zijn nuttig.

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 5 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana Het ideaal is uttānāsana: een symmetrische voorwaartse buiging. Uttānāsana is beter dan tāḍāsana, die al de spieren van de rug aanspreekt.

Ook pārśva uttānāsana en utkaṭāsana zijn nuttig.

Men kan wel een specifieke voorbereiding doen om de rug te versterken: ardha uttānāsana. Ze kan in een vinyāsa opgenomen worden maar ze is niet onmisbaar.

3. De voorbereiding op lange termijn

Die gebeurt door het beoefenen van de houding zelf.

Het is niet noodzakelijk om een voorbereiding op lange termijn te voorzien. De houding kan tamelijk vlug in de lessen geïntegreerd worden, meestal onder een vereenvoudigde vorm. Iedereen kan vīrabhadrāsana doen na twee of drie lessen yoga.

Specifieke voorbereidingen

- van de voorwaartse spreidstand der benen (voor als men eventueel evenwichtszin mist): door pārśva uttānāsana, pārśva trikoṇāsana en cakravākāsana;

- door een vooruitgang van de intensiteit (vinyāsakrama): 4 of 6 x l.e.k. … 8 x l.e.k. … 4 DYN + 4 STA.

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 6 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana 4. Als voorbereiding op andere houdingen

Vīrabhadrāsana bereidt andere meer intense pūrvatāna-s (extensies) voor.

5. In vinyāsa’s (series)

1) Een vinyāsa overeenkomstig de legende: Vīrabhadra presenteert het hoofd van Daksa aan Śiva.

2) Met pārśva uttānāsana. Hiermee versterkt men de focus op één kant te versterken.

Deze serie combineert de voordelen van twee klassieke āsana-s en vermindert de risico's verbonden aan vīrabhadrāsana. Zij verbetert ook het evenwicht.

3) Met een torsie die de borstkas opent.

4) Met adho mukha śvanāsana

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 7 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana 5) Met ūrdhva mukha śvanāsana

6) Een vinyāsa van Vīrabhadrāsana I en II, en I, II en III.

Zie hieronder.

C. Modificaties

1. Variaties, aanpassingen en vereenvoudigingen

Er zijn drie algemeen gekende variaties.

Vīrabhadrāsana I1 Vīrabhadrāsana II2 Vīrabhadrāsana III3

Verhoogt het Verstrekt de benen. Verbetert de uithoudingsvermogen. Tonifieert de rug- en evenwichtszin en het Ontwikkelt de longen en de buikspieren. concentratievermogen, borstkas. Versterkt de ontwikkelt kracht en schouders en de rugspieren. uithouding.

De uitvoering van Vīrabhadrāsana II. en III. staan in het onderwijs van T.K.V. Desikachar in principe niet los van die van Vīrabhadrāsana I. Ze maken deel uit van eenzelfde vinyāsa.

1 Swati & Rajiv Chanchani: Yoga pour les enfants p.44 2 Swati & Rajiv Chanchani: Yoga pour les enfants p.45 3 Swati & Rajiv Chanchani: Yoga pour les enfants p.46,47

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 8 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana Er zijn vele aanpassingen en vereenvoudigingen van Vīrabhadrāsana mogelijk1 Het gaat essentieel om variaties van de benen, de armen en de romp.2

De positie van de benen

- een aangepaste spreidstand van de benen, een beetje herleid zoals in pārśva uttānāsana. - de knie minder buigen - voor het evenwicht en in geval van zwakke benen, bijvoorbeeld kan men achterste knie op de grond plaatsen, ook om te focussen op één been. Eventueel leunt één dijbeen op een kruk.

De positie van de armen

De armen verticaal omhoogheffen kan soms het openen van de borstkas verhinderen. Daarom kan men

- de ellenbogen buigen, - de armen minder hoog heffen, - de armen spreiden of volledig openen of in V-vorm (kandelaar) houden, - de handen op het hoofd plaatsen,

- de handen op de heupen of op de onderrug plaatsen. Opgelet: de lage rug niet krommen m.a.w. de lordose niet accentueerden! - de armen tot op schouderhoogte brengen en de tegenovergestelde schouder aanraken terwijl het hoofd in dezelfde richting meedraait. Hiermee focust men op schouders en nek, ook om een zachte torsie te doen in de houding.

1 TKV Desikachar, Kausthub and Frans Moors: The viniyoga of yoga. Applying yoga for health.p.236; zie ook RVY n° 12 december 1986 p 20,21 2 Voorbeelden Claude Maréchal in RVY n° 12 december 1986 p 20,21

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 9 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana De positie van de romp (de rug)

- Leun zachtjes voorover. (de rug niet krommen) → voor zacht werk op de rug en meer druk op het voorste been (+ op de rug). Om de dijen en de knieën te versterken

Met een hulpmiddel voor het evenwicht

- Buig voorwaarts op een stoel en krom de rug voor meer focus op de rug. Herleidt de druk op het voorste been. - Leun tegen een muur voor stabiliteit en intensifiëring van de houding. Eventueel de handen steeds hoger plaatsen op de muur - met een stok (voor mensen met Parkinson)

2. Intensiveringen

1) STA en VL 2) Krom de rug achterover om de muur te raken → ook om het effect op de rug en de schouders te verhogen [een hiel tegen of in de hoek van de muur, rechtstaande of één knie op de grond]

3) Gebruik een gewicht (een boek tussen de handen) en buig de ellenbogen om het werk op de armen, de schouders en de bovenrug te verhogen. 4) De armen zoals in gomukhāsana of zoals in Namaste op de rug plaatsen 5) Vīrabhadrāsana III (op één been) voor de evenwichtszin en om de stabiliteit te controleren, ook om het been op de grond te versterken.

Deze uitgebreide en atletische uitvoering maakt deel uit van de sṛṣṭi krama, de praktijk geschikt voor kinderen en sportieve volwassenen (de uitdaging). 6) Met mantra-s

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 10 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana

3. De halve houding (ardha)

D. De pratikriyāsana-s of compenserende houdingen

De klassieke CP is een voorwaartse symmetrische buiging: een lichte uttānāsana.

Rechtopstaande, de voeten licht gespreid, de benen licht gebogen, de romp voorovergebogen, armen en schouders ontspannen, de armen op de lage rug, de ene pols houdt de andere vast.

Deze houding spreekt de knieën niet aan.

Men kan ze ook doen na de uitvoering van vīrabhadrāsana langs één kant.

Een CP is nodig omwille van de intensiteit van vīrabhadrāsana, niet na 4 x l.e.k. maar zeker vanaf 6 x l.e.k.

Meerdere CP kunnen geschikt zijn naargelang de situatie.

1) utkaṭāsana, maar zij is voor vele mensen niet geschikt.

2) Na een intense vīrabhadrāsana is een rechtopstaande CP een 'must' maar na een mildere uitvoering zijn cakravākāsana en ūrdhva prasṛta pādāsana veel gemakkelijker en komen zij van pas als transitie.

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 11 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana 3) Apānāsana (de passe-partout CP) gecombineerd met ūrdhva prasṛta pādāsana mobiliseert de benen vanuit een positie liggende op de rug.

Apānāsana op zich volstaat niet: het verschil liggende vīrabhadrāsana – liggende positie is te groot.

Een moment van relaxatie onmiddellijk na de uitvoering van Vīrabhadrāsana kan nuttig zijn maar in principe niet in rugligging: die positie is erg tegengesteld aan de rechtopstaande houding en dat kan een energetische schok, daling teweegbrengen. Evenmin is een houding op de buik geschikt als CP want die positie belemmert de ademhaling!

E. De ademhaling

Vīrabhadrāsana is een prāṇa-houding geschikt om te experimenteren met IN, IN ↗, VL (nooit IN > EX), ritmes, bijvoorbeeld 6.3.6.0. – 6.6.6.0, enzovoort. Werken op de inademing is intenser maken; werken op de uitademing is verzachten.

Ze is geschikt voor het doen van retenties na het inademen (VL), zowel in de dynamische als de statische toepassing. In de statische uitvoering bevorderen de VL een actie op het midden van de rug.

Andere variaties en modificaties van de houding zijn nuttig wanneer het objectief bestaat in het combineren van de algemene versterking van het lichaam, haar weerstand en het ontwikkelen van de ademhalingscapaciteit.1 De toepassingsmogelijkheden op fysiek vlak zijn talrijk.

Het gevaar bestaat echter dat men de toepassingsmogelijkheden voor de ademhaling uit het oog verliest omdat deze houding tot de sṛṣṭi krama behoort en dat zou spijtig zijn want vīrabhadrāsana verdient om gebruikt te worden met het oog op de verkenning van de ademhaling.

Door de synchronisatie van de ademhaling met de beweging om te keren (de houding innemen op EX) is het mogelijk om bepaalde spanningen te verminderen, een betere bewustwording van de lage rug te ontwikkelen en risico's te verminderen.

1 Voorbeelden: Claude Maréchal in RVY n° 12 december 1986 p 20

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 12 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana

F. Toepassingen

1. Indicaties

De houding biedt een brede waaier aan duurbare toepassingsmogelijkheden.

Het is een stimulerende houding, houding van wakker en helder worden ('s morgens).

Vīrabhadrāsana is een houding die de ontwikkeling van de borstkas bevordert. Ze stimuleert de ademhaling.

Het is een bṛṃhaṇa-houding: tonifiërend, bevordert de helderheid, de kracht, de stevigheid, de zelfverzekerdheid, de wil, de vastberadenheid om de kwaliteiten die men wil verwerven na te streven.

De versterking van de algemene stevigheid van het lichaam (de rug en de onderste ledematen met inbegrip van het bekken) is één van de meest evidente effecten van een regelmatige beoefening van vīrabhadrāsana.

De kracht vereist om de houding en de bewegingen* uit te voeren maken dat ze behoort tot de sṛṣti krama (de ontdekking voor jongeren).

* Naargelang de variatie verschilt de expansie en rotatie van de romp, de armbewegingen en de oefeningen in evenwicht op één been, het evenwicht, de lenigheid.

Dit ontwikkelt niet alleen de zuivere kracht maar ook het uithoudingsvermogen, de weerstand, de vaardigheid, het evenwicht en, in mindere mate, de lenigheid.

Vīrabhadrāsana geeft ook een kracht van extraversie en bevordert de fierheid en de vastberadenheid, een geestesgesteldheid van overwinnaar (van zijn zwakheden).

In yoga cikitsa zal ze als basishouding aangewend worden om zelfvertrouwen en zelfzekerheid te verwerven. De houding is bestemd voor timide en introverte mensen die daaronder lijden.

Vīrabhadrāsana kan ook een rol spelen in bepaalde gevallen van asymmetrie.

Voor kinderen biedt ze een versterking van het hartstelsel, verstevigt zij de gewrichten van de benen (het bekken en de knieën) en bevordert ze de vastberadenheid, vasthoudendheid, enzovoort.

2. Contra-indicaties

Er zijn weinig CI, behalve: vlug buiten adem zijn, zwakte, zwangerschap van acht maanden… voorzichtig zijn als men pijn heeft aan de knieën.

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw. 13 Analyse van yogahoudingen 18. Vīrabhadrāsana De CI zijn van de orde van het gezond verstand, kwestie van dosering in geval van zwaktes.

3. Risico's

Het is geen gevaarlijke houding. Ze ontwikkelt de hartspier.

4. Specifieke bhāvana-s

- De achterste voet stevig in de grond duwen. - Het evenwicht verdelen over de twee voeten. - De houding speelt zich af in de bovenrug: men richt zich op in de bovenrug en de borstkas openen. - Een vastberaden blik d.w.z. spelen op de kwaliteiten van de houding, de notie van extraversie, openen naar de buitenwereld, enzovoort.

G. Varia

Anatomie

Opleiding yogaśāntiḥ tot yogaleerkracht o.l.v. Paul Meirsman, leerling van Frans Moors en yogalerarentrainer erkend door TKV Desikachar en de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België vzw.