Historie, Technieken En Maatschappelijke
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
HISTORIE, TECHNIEKEN EN MAATSCHAPPELIJKE ACHTERGRONDEN DER KARTERINGSWERKZAAMHEDEN IN SURINAME SINDS 1667. J.B.Ch. Wekker Aan mijn vrouw Aan mijn kinderen ISBN 9061 32228.6 Copyright c 1983 by the Rijkscommissie voor Geodesie, Delft The Netherlands Al1 rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the author. INHOUDSOPGAVE Voorwoord Samenvatting i Summary xvii Sumario xxxi INLEIDING Geschiedenis Infrastmctumle voorzieningen in Suriname Oude lengte- en oppervlakte maten Een selectie uit de karteringswerkzaamheden van Oost- en West Indië (m.u.v. Suriname) Oost-Indië Kaarten, Karteringen en Kadaster West-Indië West-Indische Compagnie (WOLC.) Engelse kartografische verzamelwerken uit de West-Indische Koloniën De Nederlandse Antillen Karteringswerkzaamheden op & Nederlandse Antillen Curaçao ANba Bonaire St. Maarten St. Eustatius en Saba Berbice, Essequibo en Demerara (thans Guyana) Kartograf ie Frans Guiana Zee- en landkaarten De periode van de W.LC, en de Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname 1671, - 1795 Gronduitgifte beleid Enkele fundamentele kaarten uit de 17~en 18~eeuw De Lavaux en z'n werk Het werk van J.C. Heneman 3. Karteringen in de 19~eeuw 3.1. Een transitoire periode 3.2. De kaarten van Loth (1876 - 1899) 3.3. Cateau van Rosevelt en zijn kaart 3.4. Astronomische plaatsbepalingen 3.5. Beschouwing over de magne- debtie in Suriname 3.6. Landmeters-instnikties 4. Thematische en Technische karteringen 4.1. Hydrografische karteringen 4.2. De poly-thematische kaart van Zimmerman 1877 4.3. Andere thematische kaarten 4.3.1 De kaart van Kietzmann uit 1905 4.3.2. De kaart van de Wereldtentoonstelling te Brussel l910 4.3.3. De "balatan-kaarten uit 1912 4.3.4. De geognostische overzichtskaart van K. Martin 5. Karteringen in het begin van deze eeuw (1899 - 191 1) 5. l. De wetenschappelijke expedities (1901 t/m 191 1) en de zogenaamde bergtriangulaties 6. De periode van de opnemingsbrigade (1911 1930) 6.1. De ontstaansgeschiedenis 6.2. Het plan en de uitvoering van het topografisch werk 6.3. Meetkundige grondslag van het Kadaster van Paramaribo 6.4. De kaart van Bakhuis en De Quant (1930) 7. De periode van de luchtkartering 7.1. De eerste fotogrammetrische karteringen 7.2 Airbome methodieken ten behoeve van de meetkundige lP"dslag 7.3. Doppler Satellite Positioning 7.4. Primaire waterpassingen 7.5. De nieuwste topografische kaart l :50.000 7.6. Zwaartekracht surveys in Suriname Bijlagen: Bijlage 1 : Beknopt overzicht van de regelen waarnaar in de Kolonie Domeingrond werd uitgegeven Bijlage 2 : Triangulatie verslag 1961 Overzicht 1 : Bergtriangulatie Overzicht 2 : Astro-stations en gravimetrische survey Overzicht 3 : Primair driehoeksnet Overzicht 4 : Verdichtingsnetten Overzicht 5 : Waterpasnet Tabel van geografische coördinaten Kaartbijlagen: 1. Blathwayt 1667 8 Cateau van Rosevelt 1882 2. Mogge 1671 9 Gregory 1861 3. A. de Lavaux 1737 10 Zimmerman l877 4. Heneman-Faden 1810 11 Kietzmann 1905 5. Moseberg 1801 12 Spirlet l913 6. Mabé 1835 13 Bakhuis l930 7. Loth 1899 Verklaringen van enkele begrippen Personen register Zakenregister Lijst van aangehaalde kaarten en atlassen Lijst van aangehaaide kaarten van Suriname Curriculum Vitae Gebruikte afkortingen in de literatuur opgaven: T.A.G. Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap (tot 1884) T.N.A.G. Tijdschrift van het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap (t/m 1880) K.N.A.G. Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap W .I.C. West-Indische Gids N.W.I.G. Nieuwe West-Indische Gids op.cit. opus citatus vol. volume VOORWOORD De voorliggende publicatie is het resultaat van een studie welke in 1970 door mij werd aangevangen. In die dagen werd ik geconfronteerd met het feit dat, alhoewel gedurende ruim 300 jaren karteringswerkzaamheden in Suriname werden uitgevoerd, er geen documentatie ter zake voorhanden was, terwijl het daarbij behorende kaartmateriaal zeer verspreid bleek. Met medewerking van ir. Frans Bubberman, die zich bijzonder interesseert voor de geschiedenis en de archeologie van Suriname en professor dr.ir. C. Koeman, hoogleraar in Kartografie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht werden gegevens verzameld voor de geschiedschrijving van de kartografie van Suriname. Uit die gegevens werd het boekwerk: De geschiedenis van de Kartografie van Suriname (1500-1971) samengesteld; met als ondertitel: Schakels met het verleden (Amsterdam, Theatrum Orbis Terrarum, 1973). Aan deze facsimile-atlas werkten verder mee: drs. A. Loor, drs. B. Nele- man en dr. G.G. Schilder. Eenmaal op het spoor gezet zette ik het onderzoek op dit gebied voort, waaruit mijn afstudeerscriptie als geodetisch ingenieur tot stand kwam. La- ter werd die scriptie omgewerkt en uitgebreid tot deze publicatie, mede daartoe aangemoedigd door prof.dr.ir. M.J.M. Bogaerts, destijd dekaan van de afdeling Geodesie aan de Technische Hogeschool te Delft, voor wiens steun ik zeer erkentelijk ben. Zeer veel dank ben ik verschuldigd aan prof.dr.ir. C. Koeman voor zijn begeleiding, de vele goede wenken en voor de moeite welke hij zich getroost heeft bij het verwerken van de tekst tot deze publicatie. Hier past ook een woord van dank aan prof.mr.dr. A.J.A. Quintus Bosz voor zijn kritische opmerkingen en suggesties alsmede voor zijn bereidheid het geschrift te lezen en met name het gedeelte betrekking hebbende op de grondpolititiek in Suriname scherp te controleren. Aan de Rijkscommissie voor Geodesie te Delft ben ik veel dank verschul- digd voor haar toestemming tot opname van deze studie in de publicatie- reeks van de Rijkscommissie. Dank zij haar royale bijdrage in de kosten van vervaardiging kan deze studie zowel in Nederland als in Suriname op ruime schaal verspreid worden. Voorts dank ik mevrouw Ch. Johnson-Hemmah en de heer W. van Kanten, die respectievelijk de Engelse en de Spaanse vertaling verzorgden. Tenslotte, doch geenszins op de onbelangrijkste plaats, dank aan mijn doch- ter Ria Eveline en aan mevrouw M. Ramdin-Smaal voor het vele en moeilij- ke typewerk, dat zij verzorgden en dank aan mevrouw C.E.C. Schoenmakers en mevrouw I. van Gent voor hun uitstekende vormgeving op de tekstver- werker. Eindelijk dank aan mijn vrouw voor haar opofferingen, steun en bemoedi- ging gedurende mijn onderzoek ten behoeve van - en de voltooiing van dit geschrift. Paramaribo, februari 1983. SAMENVATTING Geschiedenis. De karterings-geschiedenis van Suriname is onlosmakelijk verbonden met de koloniale politiek en de ontwikkeling van de Nederlandse kartografie. Vanuit die optiek is het zinvol de karterings-geschiedenis te doen vooraf gaan door een beknopt overzicht van de koloniale kartografie in Oost- en West-Indië. Tot het midden van de 19e eeuw bleef de Nederlandse belangstelling voor Suriname beperkt tot de kustvlakte, maar de goudvondsten in de bovenloop van de Marowijnerrivier in 1861 wekten ook de interesse voor het binnenland op. Rond deze eeuwwisseling trokken dan ook zeven wetenschappelijke expedi- ties langs de grote rivieren het binnenland in en verzamelden daar topogra- fische, geologische, etnografische alsmede botanische en zoölogische ge- gevens. Des-al-niet-temin bleven de uitgestrekte gebieden tussen de hoofdrivieren terra incognita, tot 1947 toen ons land middels de luchtfotogrammetrie in kaart werd gebracht. De bedoeling van de voorliggende publicatie nu is, om een inzicht te geven in de karteringswerkzaamheden, welke ten grondslag liggen aan de openleg- ging van ons land en aan de verruiming van de geografische kennis daarom- trent, alsmede hun betekenis in historisch en maatschappelijk perspectief. Naar onze mening staat voor dit doel geen beter en welsprekender mate- riaal ten dienste, dan de vele kaarten, welke de neerslag vormen van drie eeuwen moeizaam karteer-werk. Naast de in de noten vermelde bronnen, werd voor een groot deel geput uit protocollen, rapporten en verslagen met betrekking tot de vervaardiging van dit kaartmateriaal, welke in de archieven van het Domeinkantoor, het Centraal Bureau Luchtkartering en in de Bibliotheek van het Surinaams Museum te Paramaribo aanwezig zijn. b. De infrastructurele voorzieningen in Suriname. Sinds mensenheugenis vormen de rivieren in Suriname de toegangswegen tot het binnenland. Ook kanalen, door slavenhanden gegraven, waren in gebruik; terwijl behalve de zgn. communicatie-dammen slechts zeer weinig landwe- gen in oudere kaarten van ons land voorkomen. Met de invoering van de klein-landbouw werd tevens een wegenstelsel gein- troduceerd, terwijl de goud-industrie aanleiding gaf tot de aanleg van de enige spoorweg, die Suriname ooit heeft gehad. De ontwikkeling van deze infra-structuur is zeer goed te volgen op de kaar- ten van Cateau van Rosevelt (1882), de topografische kaart-serie (1920) en de kaart van Bakhuis en de Quant (1930). Een spectaculaire openlegging van het land door middel van ontsluitingswe- gen begon in 1947 met het Welvaartsfonds. De zgn. Oost-West verbinding in de kustvlakte en een oost-west lopende bos-ontsluitingsweg brachten beide een verbinding tot stand tussen de Corantijnrivier (West-grens) en de Marowijnerivier (Oost-grens). In het Grasshopper projekt (een geologisch mijnbouwkundig onderzoekpro- jekt) werden een zeven-tal airstrips aangelegd, waardoor het verre binnenland toegankelijker werd. Oude lengte- en oppervlakte maten. De vele oude maten, voorkomende in de Surinaamse kaarten worden hier voor het voetlicht gebracht; waarbij o.a. aan de verschillende ttvoettt-maten aandacht wordt besteed. Vooral J.C. Heneman wijst in