Verkenningen Van Zuid-Afrika

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Verkenningen Van Zuid-Afrika Verkenningen van Zuid-Afrika Achttiende-eeuwse reizigers aan de Kaap Siegfried Huigen bron Siegfried Huigen, Verkenningen van Zuid-Afrika. Achttiende-eeuwse reizigers aan de Kaap. Walburg Pers, Zutphen 2007 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/huig002verk01_01/colofon.htm © 2009 dbnl / Siegfried Huigen 5 Woord vooraf Zuid-Afrika speelde in de ‘lange achttiende eeuw’ een belangrijke rol in de Europese beeldvorming van Afrika. Alleen vanuit de Kaap kon je diep het binnenland in reizen. Verder was Afrika ten zuiden van de Sahara voor Europeanen, afgezien van een paar vestigingen aan de kust, tot aan de negentiende eeuw een gesloten gebied. Dit boek analyseert hoe zuidelijk Afrika in teksten en afbeeldingen werd voorgesteld in de periode dat het gezag over de Kaapkolonie berustte bij de VOC en de Nederlandse staat (1652-1814). De verkenning van zuidelijk Afrika werd uitgevoerd door reizigers van verschillende nationaliteiten en met uiteenlopende doelstellingen. Naast ‘landreizigers’ in dienst van de VOC, die alleen het economische potentieel van het binnenland onderzochten, kwamen in de achttiende eeuw ook wetenschappers naar Zuid-Afrika. Deze wetenschappers - de meesten uit het buitenland - zochten antwoorden op vraagstukken die Europese geleerden bezighielden. Alles tussen hemel en aarde kon op hun belangstelling rekenen. Gewoonlijk publiceerden ze hun bevindingen en bereikten daardoor soms een groot publiek. Voor dit boek heb ik over het algemeen de nadruk gelegd op de etnografische representaties in reisverslagen en op afbeeldingen. Alle reisverslagen hebben namelijk wel iets te melden over de cultuur en het uiterlijk van de inheemse bevolking. De omvang van de etnografische beschrijving kon uiteenlopen van incidentele opmerkingen tot (uitzonderlijk) een heel boek over een inheemse bevolkingsgroep in het geval van De Kaffers aan de Zuidkust van Afrika uit 1810 van de Bataafse legerofficier Ludwig Alberti. Incidenteel heb ik aandacht gegeven aan zoölogische en cartografische voorstellingen. Het manuscript van het boek is in zijn geheel gelezen door Ena Jansen, Jean Kommers en Helize van Vuuren. Adriënne Zuiderweg en Kees Rookmaaker lazen enkele hoofdstukken. Herman Roodenburg gaf waardevol commentaar op een eerdere versie van hoofdstuk 5 dat als artikel in het Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek verscheen; Marijke Meijer Drees deed hetzelfde met hoofdstuk 8 dat in een andere vorm in Nederlandse Letterkunde is gepubliceerd De commentaren van deze ‘meelezers’ hebben me erg geholpen. Met name Jean Kommers was bijzonder genereus met het verschaffen van bijkomende informatie en commentaar. Hij hielp onder meer de titel voor het boek bedenken. Ook veel andere mensen hebben hulp geboden tijdens het onderzoek en de voorbereiding van het manuscript. Zijn worden allen hartelijk daarvoor bedankt. Het boek is opgedragen aan mijn vader, André Huigen, die in december 2004 overleed. Van hem heb ik de neiging geërfd om vaste wandelroutes en bordjes met ‘verboden toegang’ te veronachtzamen. Het is jammer dat hij de verschijning van Siegfried Huigen, Verkenningen van Zuid-Afrika 6 het boek niet meer heeft kunnen meemaken. Stellenbosch, oktober 2006 Siegfried Huigen, Verkenningen van Zuid-Afrika 9 Hoofdstuk 1 Wagenroutes: een inleiding Het Heerenlogement Ongeveer 250 kilometer ten noorden van Kaapstad bevindt zich een grot waar meer dan honderd namen in de rotswanden gekerfd zijn. De oudste inscripties dateren uit het begin van de achttiende eeuw. De grot werd gebruikt als pleisterplaats voor reizigers die vanuit Kaapstad naar het noordwesten van het huidige Zuid-Afrika en naar Namibië trokken. Al vroeg kreeg ze de naam Heerenlogement, een woord dat in Nederland in de zeventiende en achttiende eeuw werd gebruikt voor de betere logementen.1 Om zo'n naam aan een kale grot te geven die aan de rand van een zandvlakte ligt, was waarschijnlijk bedoeld als grap. Vandaar dat reizigers soms spreken over het ‘zogenaamde’ Heerenlogement (afb. 1). De Nederlandse reiziger Robert Jacob Gordon (1743-1795) schreef in 1779 onder zijn tekening van het Heerenlogement: ‘sogenaamde here logement 3 myl zuid van oliphants rivier op de plaats [boerderij] van pieter van zyl’ met een opmerking bij ‘here logement’: ‘synde een hol in een klip’.2 Vanaf het begin van de twintigste eeuw staat deze grot onder monumentenzorg. Om er te komen moet je vanaf de zandweg die eraan voorbijloopt over een kronkelend voetpaadje door laag struikgewas omhoog klimmen. Het ‘hol in een klip’ is eigenlijk meer een overhangende rots in de vorm van een geschutsbunker van de Atlantikwall. De wanden zijn inderdaad bedekt met namen van reizigers: ‘Slotsboo 1712’, ‘Rhenius 1726’, ‘F. Vailant 1783’ (afb. 2). Nog steeds groeit er een boom uit een spleet in de rots, waarvan achttiende-eeuwse reizigers zich al afvroegen hoe die zich in deze droge omgeving in leven hield. Als je in de grotopening van het Heerenlogement staat, heb je een prachtig uitzicht over het Sandveld, een vlakte tussen de bergrug waarin het Heerenlogement zich bevindt en de nabijgelegen, koude Atlantische Oceaan in het westen. Terwijl ik op het bunkerachtige ‘dak’ van de grot klom, kwam er een mistbank opzetten vanuit zee. Binnen een paar minuten leek de temperatuur tientallen graden te zijn gedaald. Je kon plotseling je adem zien. Het Heerenlogement was al vroeg een baken op de route van Kaapstad naar het noorden. Omdat het die status had, moest een reiziger er even gaan kijken - er was ook een bron aan de voet van de berg waar zich de grot bevond - en eventueel zijn naam in de rots kerven of een tekening maken. Robert Jacob Gordon en de Surinaams-Franse reiziger François le Vaillant (1753-1824) hebben het Heerenlogement getekend. Le Vaillant beschrijft in zijn Second Voyage uit 1795 ook zijn teleurstelling na een bezoek aan de grot. De plaats beantwoordde niet aan zijn hooggestemde verwachtingen een met wandschilderingen versierde, arcadische grot te zullen Siegfried Huigen, Verkenningen van Zuid-Afrika 10 1 Het Heerenlogement, ten westen van het huidige Clanwilliam (foto van auteur). Siegfried Huigen, Verkenningen van Zuid-Afrika 11 2 Inscriptie van François le Vaillant op de wand van het Heerenlogement (foto Brandaan Huigen). Siegfried Huigen, Verkenningen van Zuid-Afrika 12 aantreffen te midden van weelderig geboomte, bij een heldere bron. Het landschap bestond uit kale bergen, de bron werd na aankomst bezoedeld door Le Vaillants ossen en ‘Hottentotten’, en het geboomte was beperkt tot de reeds genoemd boom die uit een spleet boven de spelonk groeide. Toen Le Vaillant in de ‘natuurlijke hal’ van de grot wilde gaan slapen, werd zijn rust bovendien verstoord door honderden houtduiven die zich boven hem in de boom hadden genesteld. De rijke fresco's bleken ook niet meer dan twee ‘karikaturen’, van een olifant en een struisvogel, en namen van reizigers. Zijn norse beschrijving van de grot is van iemand die 's nachts geen oog heeft dichtgedaan.3 Toch voegde Le Vaillant zijn eigen naam - ‘F. Vailant 1783’ - bij die van zijn voorgangers. De naam Heerenlogement is in een ander opzicht echter erg toepasselijk. Het waren inderdaad hoofdzakelijk heren die in de achttiende en negentiende eeuw in Zuid-Afrika op onderzoek uitgingen en hun naam in de wand van de grot kerfden als ze naar het noorden reisden. Er is in de tijd dat de Kaapkolonie officieel onder Nederlands bewind stond (1652-1814) maar één vrouw die een reisbeschrijving heeft nagelaten: Augusta de Mist (1783-1832), de dochter van de Bataafse commissaris-generaal Jacob Abraham de Mist (1747-1823). Zij had in 1803 in het gezelschap van haar vader een lange reis door het binnenland gemaakt, waarvan jaren later in het damestijdschrift Penelopé een korte beschrijving werd gepubliceerd.4 Beschrijvingen van zuidelijk Afrika Het onderwerp van dit boek vormen de pogingen van reizigers uit de periode dat Zuid-Afrika onder Nederlands gezag stond om het binnenland en de inheemse inwoners van zuidelijk Afrika te beschrijven. Deze reizigers - merendeels uit de achttiende eeuw - vormden een heterogeen gezelschap. Voor de VOC-expedities ging het primair om het economische potentieel van het binnenland; Bataafse ambtenaren uit het begin van de negentiende eeuw wilden feiten verzamelen over het voor hen onbekende gebied dat ze moesten besturen. In de achttiende eeuw trokken voor de eerste keer ook wetenschappers naar het binnenland van Zuid-Afrika met het doel de vreemde wereld voor de Europese wetenschap te ontginnen. Alle reizigers hadden met elkaar gemeen dat ze exacte feiten wilden vaststellen. Alleen ontbrak bij de wetenschappelijke reizigers een instrumentalistische doelstelling bij de kennisvergaring. Daarmee onderscheidden ze zich van de VOC-reizigers die bijna uitsluitend het economische potentieel van het binnenland moesten verkennen. Het achttiende-eeuwse wetenschappelijke onderzoek van zuidelijk Afrika en zijn bewoners zal in de volgende hoofdstukken de meeste aandacht krijgen omdat binnen deze categorie de grootste prestaties geleverd zijn. VOC-representaties contrasteren hier sterk mee. De doelstellingen van VOC-expedities waren beperkt, waardoor de representaties in vergelijking met het werk van wetenschappelijk onderlegde reizigers ook schraler uitvallen. Voor een geschakeerd beeld van de achttiende-eeuwse verkenningen van Zuid-Afrika zijn ze echter onmisbaar. Siegfried Huigen, Verkenningen van Zuid-Afrika 13 De oudste teksten over Zuid-Afrika zijn reisbeschrijvingen van wereldreizigers. De Kaap is vanaf het eerste moment dat men rond 1500 voet aan wal zette
Recommended publications
  • Or Later, but Before 1650] 687X868mm. Copper Engraving On
    60 Willem Janszoon BLAEU (1571-1638). Pascaarte van alle de Zécuften van EUROPA. Nieulycx befchreven door Willem Ianfs. Blaw. Men vintfe te coop tot Amsterdam, Op't Water inde vergulde Sonnewÿser. [Amsterdam, 1621 or later, but before 1650] 687x868mm. Copper engraving on parchment, coloured by a contemporary hand. Cropped, as usual, on the neat line, to the right cut about 5mm into the printed area. The imprint is on places somewhat weaker and /or ink has been faded out. One small hole (1,7x1,4cm.) in lower part, inland of Russia. As often, the parchment is wavy, with light water staining, usual staining and surface dust. First state of two. The title and imprint appear in a cartouche, crowned by the printer's mark of Willem Jansz Blaeu [INDEFESSVS AGENDO], at the center of the lower border. Scale cartouches appear in four corners of the chart, and richly decorated coats of arms have been engraved in the interior. The chart is oriented to the west. It shows the seacoasts of Europe from Novaya Zemlya and the Gulf of Sydra in the east, and the Azores and the west coast of Greenland in the west. In the north the chart extends to the northern coast of Spitsbergen, and in the south to the Canary Islands. The eastern part of the Mediterranean id included in the North African interior. The chart is printed on parchment and coloured by a contemporary hand. The colours red and green and blue still present, other colours faded. An intriguing line in green colour, 34 cm long and about 3mm bold is running offshore the Norwegian coast all the way south of Greenland, and closely following Tara Polar Arctic Circle ! Blaeu's chart greatly influenced other Amsterdam publisher's.
    [Show full text]
  • 36975 1-11 Legalap1 Layout 1
    Government Gazette Staatskoerant REPUBLIC OF SOUTH AFRICA REPUBLIEK VAN SUID-AFRIKA Vol. 581 Pretoria, 1 November 2013 No. 36975 PART 1 OF 2 LEGAL NOTICES A WETLIKE SEE PART C SIEN DEEL C KENNISGEWINGS N.B. The Government Printing Works will not be held responsible for the quality of “Hard Copies” or “Electronic Files” submitted for publication purposes AIDS HELPLINE: 0800-0123-22 Prevention is the cure 305305—A 36975—1 2 No. 36975 GOVERNMENT GAZETTE, 1 NOVEMBER 2013 IMPORTANT NOTICE The Government Printing Works will not be held responsible for faxed documents not received due to errors on the fax machine or faxes received which are unclear or incomplete. Please be advised that an “OK” slip, received from a fax machine, will not be accepted as proof that documents were received by the GPW for printing. If documents are faxed to the GPW it will be the sender’s respon- sibility to phone and confirm that the documents were received in good order. Furthermore the Government Printing Works will also not be held responsible for cancellations and amendments which have not been done on original documents received from clients. TABLE OF CONTENTS LEGAL NOTICES Page BUSINESS NOTICES.............................................................................................................................................. 11 Gauteng..................................................................................................................................................... 11 Eastern Cape............................................................................................................................................
    [Show full text]
  • The Growth of Population in the Province of the Western Cape
    Southern Africa Labour and Development Research Unit A Tapestry of People: The Growth of Population in the Province of the Western Cape by Dudley Horner and Francis Wilson WORKING PAPER SERIES Number 21 About the Authors and Acknowledgments Professor Francis Wilson and Dudley Horner are both SALDRU Honorary Research Fellows and were previously respectively director and deputy-director of the research unit. We acknowledge with thanks the Directorate for Social Research & Provincial Population in the Department of Social Development within the Provincial Government of the Western Cape, and particularly Mr Gavin Miller and Dr Ravayi Marindo, who commissioned this study as part of the project on the state of population in the Western Cape Province. We thank, too, Mrs Brenda Adams and Mrs Alison Siljeur for all their assistance with the production of this report. While we have endeavoured to make this historical overview as accurate as possible we would welcome any comments suggesting appropriate amendments or corrections. Recommended citation Horner, D. and Wilson, F. (2008) E A Tapestry of People: The Growth of Population in the Province of the Western Cape. A Southern Africa Labour and Development Research Unit Working Paper Number 21. Cape Town: SALDRU, University of Cape Town ISBN: 978-0-9814123-2-0 © Southern Africa Labour and Development Research Unit, UCT, 2008 Working Papers can be downloaded in Adobe Acrobat format from www.saldru.uct.ac.za. Printed copies of Working Papers are available for R15.00 each plus vat and postage charges. Contact: Francis Wilson - [email protected] Dudley Horner - [email protected] Orders may be directed to: The Administrative Officer, SALDRU, University of Cape Town, Private Bag, Rondebosch, 7701, Tel: (021) 650 5696, Fax: (021) 650 5697, Email: [email protected] A Tapestry of People: The Growth of Population in the Province of the Western Cape by Dudley Horner & Francis Wilson Long Before Van Riebeeck.
    [Show full text]
  • Development and Achievements of Dutch Northern and Arctic Cartography
    ARCTIC’ VOL. 37, NO. 4 (DECEMBER 1984) P. 493.514 Development and Achievements of Dutch Northern and Arctic Cartography. in the Sixteenth and Seventeenth :Centuries GUNTER. SCHILDER* ther north, as far as the Shetlands the Faroes, in line with INTRODUCTION and the expansion of the Dutch .fishing and trading areas. The During the sixteenth and .seventeenth. centuries, the Dutch Thresmr contains a number of coastal viewsfrom the voyage made. a vital contribution to. the mapphg of the northern and around the North Capeas far as ‘‘Wardhuys”. Although there arctic regions, and their caPtographic work piayed a decisive is no mapofthis region, there is.a map of the coasts of Karelia part in expanding. the ,geographical .knowledgeof that time. and Russia to the east of the White Sea asfar as the Pechora, Amsterdam became the centre.of international map production accompanied by a text with instructionsfor navigation as far as and the map trade. Its Cartographers and publishers acquired Vaygach and Novaya Zemlya (Waghenaer, 1592:fo101-105). their knowledge partly from the results of expeditions fitted A coastal view.of the latter is also given.s The fact that Wag- out by theirfellow countrymen and, partlyfrom foreign henaer had access to original sources is shown by the inclusion voyages of discovery. This paper will describe the growing- in the Thresoor of the only known accountof Olivier Brunel’s Dutch..awarenessof .the northern and arctic regions. stage by voyage to-NovayaZemlya in 1584 (Waghenaer, ‘1592:P104).6 stage and region by region, with the aid of Dutch. maps. Anotherimportant document is WillemBiuentsz’s map of northern Scandinavia, which extends as faras the entrance to THE PROGRESS OF DUTCH KNOWLEDGE IN THE NORTH .the White Sea, and shows.al1 the reefs and shallows(Fig.
    [Show full text]
  • Stellenbosch University Research Report 2004
    STELLENBOSCH UNIVERSITY RESEARCH REPORT 2004 Editor: Senior Director: Research Stellenbosch University Stellenbosch 7602 ISBN 0-7972-1170-5 i FOREWORD The 2004 Research Report provides a comprehensive record of the University's research outputs. In addition to this overall survey of research at the institution, perspectives are provided on the performance of individual faculties and departments. Further statistical perspectives on research output and the nature of research activities are presented in other publications of the Division of Research Development, i.e. Research @ Stellenbosch; and Perspectives of Stellenbosch University. As in the past, a variety of persons and organizations contributed to the University's research programme. Stellenbosch University wishes to express particular recognition to the statutory research councils and commissions, government departments, private enterprises, foundations and individuals for their continued support of our research. As far as research funding is concerned, researchers at South African universities are increasingly dependent upon new sources for research funding. This includes national and international opportunities alike. Stellenbosch University therefore attaches great value to regional cooperation and substantive scientific agreements with other universities local and abroad, and to bilateral research and development agreements between South Africa and other countries. Apart from the active support of research by the University's management, a variety of internal support services provide assistance to researchers. These include the library and information services, capacity building workshops, information technology, infrastructure, the maintenance of laboratories and equipment, central analytical services, and support from the administrative and financial divisions, without which it would be impossible to conduct research of this calibre. We acknowledge with appreciation the dedication and excellent contributions made by Stellenbosch University staff members to the institution's research output.
    [Show full text]
  • Knowledge and Colonialism: Eighteenth-Century Travellers in South Africa Atlantic World
    Knowledge and Colonialism: Eighteenth-century Travellers in South Africa Atlantic World Europe, Africa and the Americas, 1500–1830 Edited by Wim Klooster Clark University and Benjamin Schmidt University of Washington VOLUME 18 Knowledge and Colonialism: Eighteenth-century Travellers in South Africa By Siegfried Huigen LEIDEN • BOSTON 2009 On the cover: “Coba Caffer Captein” (Gordon Atlas, G75). Courtesy of the Rijkspren- tenkabinet, Amsterdam. This book was originally published as Verkenningen van Zuid-Afrika. Achttiende-eeuwse reizigers aan de kaap (2007). This book is printed on acid-free paper. Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Huigen, Siegfried. Knowledge and colonialism : eighteenth-century travellers in South Africa / by Siegfried Huigen. p. cm. — (Atlantic world : Europe, Africa, and the Americas, 1500–1830 ; v. 18) Includes bibliographical references and index. ISBN 978-90-04-17743-7 (hbk. : alk. paper) 1. Cape of Good Hope (South Africa)—Description and travel. 2. Cape of Good Hope (South Africa)—Description and travel—Sources. 3. Travelers—South Africa—Cape of Good Hope—History— 18th century. 4. Europeans—South Africa—Cape of Good Hope—History—18th century. 5. Ethnology—South Africa—Cape of Good Hope—History—18th century. 6. Ethnological expeditions—South Africa—Cape of Good Hope—History—18th century. 7. South Africa—History—To 1836. 8. South Africa—Colonial infl uence. 9. South Africa—Description and travel. 10. South Africa—Description and travel— Sources. I. Title. II. Series. DT2020.H85 2009 968.03—dc22 2009017888 ISSN 1570-0542 ISBN 978 90 04 17743 7 Copyright 2009 by Koninklijke Brill NV, Leiden, The Netherlands. Koninklijke Brill NV incorporates the imprints Brill, Hotei Publishers, IDC Publishers, Martinus Nijhoff Publishers and VSP.
    [Show full text]
  • The Swiss in Southern Africa 1652-1970
    ADOLPHE LINDER THE SWISS IN SOUTHERN AFRICA 1652-1970 PART I ARRIVALS AT THE CAPE 1652-1819 IN CHRONOLOGICAL SEQUENCE Originally published 1997 by Baselr Afrika Bibliographien, Basel Revised for Website 2011 © Adolphe Linder 146 Woodside Village 21 Norton Way Rondebosch 7700 South Africa Paper size 215x298 mm Face 125x238 Font Times New Roman, 10 Margins Left and right 45 mm, top and bottom 30 mm Face tailored to show full page width at 150% enlargement 1 CONTENTS 1. Prologue ………………………………………………………………………………2 2. Chronology 1652-1819 ……………………………………………………………….6 3. Introduction 3.1 The spelling of Swiss names ………………………………………………….6 3.2 Swiss origine of arrivals………………………………………………………..7 3.3 Location of Swiss at the Cape…………………………………………………..8 3.4 Local currency …………………………………………………………………8 3.5 Glossary ………………………………………………………………………..8 4. Short history of arrivals during Company rule 1652-1795 4.1 Establishment of the settlement at the Cape…………………………………….10 4.2 The voyage to the Cape …………………………………………………………10 4.3 Company servants……………………………………………………………….12 4.4 Swiss labour migration to the Netherlands ……………………………………..12 4.5 Recruitment for the Company …………………………………………………..17 4.6 In Company service …………………………………………………………….17 4.7 Freemen………………………………………………………………………….22 4.8 Crime and punishment ………………………………………….…………….. 25 4.9 The Swiss Regiment Meuron at the Cape 1783-1795 …………………………..26 4.10 The end of the Dutch East India Company ……………………………………..29 4.11 Their names live on …………………………………………………………….29 5. Summary of Swiss arrivals during First British Occupation 1695-1803…………….29 6. Summary of Swiss arrivals during Batavian rule 1803-1806 ………………………30 7. Summary of Swiss arrivals during first fourteen years of British colonial rule, 1806-1819……………………………………………………………………………30 8. Personalia 1652-1819 ……………………………………………………………….31 9.
    [Show full text]
  • The Architecture of Patriarchy: Houses, Women and Slaves in the Eighteenth-Century South African Countryside
    The Architecture of Patriarchy: Houses, Women and Slaves in the Eighteenth-Century South African Countryside Martin Hall This paper originated in my attempt to understand the materiality of colonialism at the Cape of Good Hope.1 How did material things-buildings, farmlands, street grids, personal possessions, domestic utensils, food-contribute to the mapping out of the colony? What were the relationships between such systems of signification and the discourses of colonial power? This route of inquiry led me to the question of the eighteenth-century Cape gable; ornate plaster work standing above the front doors, side wings and back facades of rural manor houses. These gables are sometimes dated or datable, and they are usually attributable, in that the land on which they stand was often freehold and taxed, leaving clear traces in the transfer documentation and census roll. Their prominence in the colonial landscape-often framed by other buildings and avenues of trees, and designed to be seen by all approaching-indicates that, par excellence, they were artifacts signifying colonial possession and domination.2 Re-evaluating the Cape Gable in this way is also a political project. The mythology of the eighteenth-century Cape has contributed in a major way to the naturalization of white domination and colonial control, and the image of the benign patriarch sitting at ease beneath the oaks, in front of his whitewashed facade, smoking his long clay pipe in satisfaction and contemplating the securing of civilization against the barbaric chaos of Africa, permeates popular history. However, this project has proved more difficult than expected.
    [Show full text]
  • Sir Thomas Muir, 1844–1934
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Elsevier - Publisher Connector Linear Algebra and its Applications 411 (2005) 3–67 www.elsevier.com/locate/laa Sir Thomas Muir, 1844–1934 Pieter Maritz Department of Mathematics, University of Stellenbosch, Private Bag X1, Matieland 7602, South Africa Received 9 December 2003; accepted 27 December 2004 Available online 21 February 2005 Submitted by W. Barrett Abstract Part I of this paper on Sir Thomas Muir, deals with his life in Scotland and at the Cape of Good Hope. In 1892, Thomas Muir, mathematician and educator, became the third Superin- tendent General of Education in the Cape Colony under British rule. He will be remembered as one of the greatest organisers and reformers in the history of Cape education. Muir found relief from his arduous administrative duties by his investigations in the field of mathematics, and, in particular, of algebra. Most of his more than 320 papers were on determinants and allied subjects. His magnum opus was a five-volume work: The Theory of Determinants in the Historical Order of Development (London, 1890–1930). Muir’s publications will be covered in Part II of this paper. However, a treatment of the contents of Muir’s papers and his vast contribution to the theory of determinants, fall beyond the scope of this paper. © 2005 Elsevier Inc. All rights reserved. Keywords:Thomas Muir’s life and death; Determinants; Hadamard’s inequality; Law of extensible minors; Muir’s mathematical writings Part I: His Life 1. Introduction The aim of this portion of Cape history in the Introduction is to sketch the situation that Thomas Muir was confronted with when he landed at Cape Town in 1892.
    [Show full text]
  • Universiteit Van Stellenbosch University Of
    UNIVERSITEIT VAN STELLENBOSCH UNIVERSITY OF STELLENBOSCH NAVORSINGSVERSLAG RESEARCH REPORT 2003 Redakteur / Editor: PS Steyn Senior Direkteur: Navorsing / Senior Director: Research Universiteit van Stellenbosch / Stellenbosch University Matieland 7602 ISBN 0-7972-1083-0 i VOORWOORD Die Navorsingsverslag van 2003 bied 'n omvattende rekord van die navorsingsuitsette wat aan die Universiteit gelewer is. Benewens hierdie oorkoepelende verslag oor navorsing word jaar- liks ook ander perspektiewe op navorsing in fakulteitspublikasies aangebied. Statistieke om- trent navorsingsuitsette word in ander publikasies van die Universiteit se Afdeling Navorsings- ontwikkeling aangegee. Die Universiteit se navorsingspoging is, soos in die verlede, gesteun deur 'n verskeidenheid van persone en organisasies binne sowel as buite die Universiteit. Die US spreek sy besondere dank uit teenoor die statutêre navorsingsrade en kommissies, staatsdepartemente, sakeonder- nemings, stigtings en private indiwidue vir volgehoue ondersteuning in dié verband. Wat die befondsing van navorsing betref, word navorsers aan Suid-Afrikaanse universiteite – soos elders in die wêreld – toenemend afhanklik van nuwe bronne vir die finansiering van navorsing. Dit sluit beide nasionale en internasionale befondsingsgeleenthede in. Die Universi- teit van Stellenbosch heg daarom groot waarde aan streeksamewerking en aan betekenisvolle wetenskaplike ooreenkomste met ander universiteite in Suid-Afrika en in die buiteland, asook aan die bilaterale navorsings- en ontwikkelingsooreenkomste
    [Show full text]
  • 308 the Visitor Was Confronted with a Dazzling Succession of Maps And
    308 the visitor was confronted with a dazzling succession of maps and atlases, all of them, in their genre, masterpieces of cartography: sixteenth-century work by, for example, Saenredam, Plancius, Langenes and Heyns; from the seventeenth century, when Am- sterdam map production was at its height, the main exhibits were naturally products of the great houses of Blaeu, Hondius andjanssonius, though there were also pieces by Claes Jansz Visscher, Jacob Aertsz Colom and Pieter van der Keere. Joan Blaeu's Atlas maior, varying according to the edition from nine to twelve volumes, was represented by volumes from the Latin, French, Dutch, Spanish and German editions. There were also two extremely rare world maps by Frederik de Wit, Nova et accurata totius Africae tabula of 1700, each measuring no less than 168 by 120 cm. The eighteenth century was represented by, among other items, work by the map dealers and publishers Covens and Mortier and Reinier and Joshua Ottens. But it was clear that by this time the golden age of Amsterdam mapmaking had passed: the accent was now more obviously on copy- ing and compiling than on creative cartography. In the nineteenth century mapmaking passed more and more into the hands of government agencies, while the technology of map reproduction altered with the disappearance of copper engraving in favour of the faster and cheaper lithography. The ownership of maps and atlases-now based on in- creasingly accurate scientific work-moved into the province of the broad masses of the population. The exhibition included numerous examples of all these developments, with a number of original surveying instruments, manuscript maps and copper plates of maps providing the finishing touches.
    [Show full text]
  • The Gordon Manuscripts and Atlas
    THE GORDON MANUSCRIPTS AND ATLAS _efn June 1964, after having been lost for over 150 a manuscript wrote in Dutch. There are also a few bundles of (!:}/' years, the journals and papers of Colonel Robert family papers. The second box contains a very full & large Jacob Gordon were rediscovered in the county archives of Book, in which are arranged upwards of 400 drawings of Natural Staffordshire, England. How they arrived there is a fas­ History, appropriated to the Charts and Views. The Charts and cinating, though poignant, story. Natural History Mrs Gordon informs me were all designed by Building and expanding on earlier research by writers her own husband, who drew every outline, and had them such as Forbes and Barnard, the Dutch scholar L. C. Rook­ finished under his own eye. maaker has added substantially to our knowledge of the history of the Gordon Collection (meaning the drawings It seems certain that the collection remained in England and maps, as well as the manuscripts) through his un­ when Mrs Gordon returned to Switzerland. From a third covering of Mrs Gordon's correspondence with one John letter written by King to Sir Joseph Banks, dated 7 October Pinkerton. These papers which, as Rookmaaker modestly 1797, it is clear that guardianship of the collection had puts it, had been 'overlooked' until now, 1 have provided passed to Captain Edward Riou, a notable sea captain, the crucial key to understanding how documents of such who had met Gordon at the Cape in 1789-90.3 In this let­ significance in their day could have failed to find recogni­ ter reference is made to a meeting with the secretary of tion for so long.
    [Show full text]