GEMENGD GEZAMENLIIJK UIITGEBREIID BOSBEHEERPLAN VOOR “BOSENTIITEIIT II” IIN HAMONT-ACHEL

FASE I: INVENTARISATIERAPPORT

STAD HAMONT-ACHEL EN AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS, HOUTVESTERIJ BREE

TIJDELIJKE AEOLUS BVBA EN VERENIGING VOOR BOS IN VLAANDEREN VZW VERENIGING OPDRACHTGEVERS : STAD HAMONT-ACHEL UITVOERING : NOAH JANSSEN (VBV) STAD 40 ALEXANDRA MANNAERT (AEOLUS) 3930 HAMONT-ACHEL PIETER HENDRICKX (AEOLUS) BERT GEYSELS (VBV) VLAAMS GEWEST WIM DE ROO (VBV) ANB, HOUTVESTERIJ BREE TER RIVIERENWAL 9A 3960 BREE

CONTACTPERSOON : CINDY BRENKERS, AFWERKING : FEBRUARI 2006

MILIEUAMBTENAAR

GUI WINTERS,

HOUTVESTER

U. REF : BESTELBONNUMMER 4000314 O. REF : 05-GAC-075

BESTEKNUMMER GR040628

STATUS : INVENTARISATIERAPPORT

STRUCTUURVISIE VOOR DE NOORDELIJKE BOSGORDEL ROND ANTWERPEN 02-B&B71-R04 1 COLOFON I

COLOFON

Titel: Gemengd gezamenlijk uitgebreid bosbeheerplan voor “Bosentiteit I” in Hamont-Achel

Fase I: Inventarisrapport

Jaren van uitvoering: 2005-2007

Opdrachtgever:

Stad Hamont-Achel

Stad 40 3930 Hamont-Achel

[email protected]

www.hamont-achel.be

Agentschap voor Natuur en Bos

Houtvesterij Bree

Ter Rivierenwal 9A

3960 Bree

[email protected]

www.bosengroen.be

Contactpersoon opdrachtgever: Cindy Brenkers, milieuambtenaar Stad Hamont-Achel

Gui Winters, houtvester ANB

Opdrachthouder: Tijdelijke vereniging van:

AEOLUS bvba Vereniging voor Bos in Vlaanderen vzw

Vroentestraat 2b Geraardsbergsesteenweg 267

3290 Diest 9090 Gontrode

Tel: 013/35 55 70 Tel: 09/264.90.50

Fax: 013/55 69 48 Fax: 09/264.90.92

e-mail: [email protected] e-mail: [email protected]

www.aeolus-milieu.be www.vbv.be

Auteurs: Noah Janssen (VBV)

Alexandra Mannaert (Aeolus)

Pieter Hendrickx (Aeolus)

Bert Geysels (VBV)

Wim De Roo (VBV)

Wouter Beyen (Aeolus)

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL INHOUDSTAFEL II

IINHOUDSTAFEL IINVENTARIISRAPPORT

COLOFON ------I INHOUDSTAFEL INVENTARISRAPPORT------II LIJST VAN FIGUREN IN DE TEKST ------V LIJST VAN KAARTEN ACHTERAAN HET INVENTARISATIERAPPORT ------V TABELLEN------VII 1. IDENTIFICATIE VAN HET BOS ------1

1.1 LIGGING------1 1.2 EIGENDOM, ZAKELIJKE EN PERSOONLIJKE RECHTEN ------1 1.2.1 Eigendomsituatie ------1 1.2.1.1 Afbakening werkeenheden – bosplaatsen------2 1.2.1.2 Openbare eigendommen------4 1.2.1.3 Privé-eigendommmen ------5 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten van toepassing op het bos ------7 1.2.2.1 Pacht ------7 1.2.2.2 Gebruiksovereenkomsten ------8 1.2.2.3 Servitudes ------8 1.2.2.4 Jachtpacht ------8 1.3 KADASTRAAL OVERZICHT ------8 1.4 SITUATIEPLAN------24 1.5 SITUERING ------24 1.5.1 Algemeen ------24 1.5.1.1 Beschrijving------24 1.5.1.2 Administratief ------25 1.5.1.3 Geografisch ------26 1.5.2 Relatie met andere groene domeinen------26 1.5.2.1 Vallei van de Warmbeek algemeen------26 1.5.2.2 Wateringen ------27 1.5.2.3 Domein de l’Escaille------27 1.5.2.4 Hageven (NP)------27 1.5.2.5 Buitenheide (NP)------27 1.5.2.6 Leenderbos ------27 1.5.3 Recreatie------28 1.5.3.1 Individuele recreant------28 1.5.3.2 Groepsrecreatie ------28 1.5.3.3 nteractie met de omgeving wat betreft recreatie ------29 1.5.3.4 De occasionele recreant ------29 1.6 WEGEN EN WATERLOPEN ------29 1.6.1 Wegen ------29 1.6.2 Waterlopen ------30 1.7 BESTEMMINGSPLAN VOLGENS HET GELDENDE PLAN VAN AANLEG OF RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ------31 1.7.1 Gewestplanbestemming------31 1.7.2 Structuurplanning ------32 1.7.2.1 Ruimtelijk Structuurplan (RSPL)------32 1.7.2.2 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Hamont-Achel------33 1.8 LIGGING IN SPECIALE BESCHERMINGSZONES ------33

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL INHOUDSTAFEL III

1.8.1 Internationale beschermingszones ------33 1.8.1.1 Habitatrichtlijn------33 1.8.1.2 Vogelrichtlijn ------35 1.8.1.3 Ramsar-conventie ------37 1.8.1.4 Conventie van Bern ------37 1.8.1.5 Benelux-overeenkomst op het gebied van natuurbehoud en landschapsbescherming ------37 1.8.2 Nationale beschermingszones en regionale aandachtsgebieden ------38 1.8.2.1 Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)------38 1.8.2.2 Landschappelijke bescherming------39 1.8.3 Biologische waarderingskaart------43 2 ALGEMENE BESCHRIJVING ------45

2.1 CULTUURHISTORISCHE BESCHRIJVING------45 2.1.1 Historisch overzicht van het bos ------45 2.1.1.1 Kaart van de Ferraris (1771-1778)------46 2.1.1.2 Van der Maelen (1846-1854)------47 2.1.1.3 Militaire stafkaarten (1910-1950)------47 2.1.1.4 Huidige situatie (2000) ------47 2.1.1.5 Opmerkelijke verschillen met de gangbare bosgeschiedenis voor de ruime streek ------48 2.1.2 Kenmerken van het vroegere beheer ------48 2.1.2.1 Noordelijke duinen- en vennengordel ------49 2.1.2.2 Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek ------49 2.1.2.3 Rozendaal ------49 2.1.2.4 Vallei van de Warmbeek ------50 2.1.2.5 Binnenheide------50 2.1.2.6 Grevenbroek – Tomp ------50 2.1.2.7 Haarterheide – Zonberg ------50 2.1.2.8 Kiekuit ------50 2.1.2.9 Pastoorsbos------50 2.2 BESCHRIJVING VAN DE STANDPLAATS - ABIOTISCH ------51 2.2.1 Relief en hydrografie------51 2.2.1.1 Reliëf------51 2.2.1.2 Hydrografie ------51 2.2.2 Bodem en Geologie ------52 2.2.2.1 Geologie ------52 2.2.2.2 Bodem (Figuur 29)------53 2.3 BESCHRIJVING VAN HET BIOTISCH MILIEU ------54 2.3.1 Bestandsbeschrijving en dendrometrische gegevens------54 2.3.1.1 Bestandskenmerken------54 2.3.1.2 Boomsoortensamenstelling ------57 2.3.1.3 Dendrometrische gegevens ------72 2.3.2 Prioritaire soorten voor de provincie Limburg ------77 2.3.3 Flora ------78 2.3.3.1 Methodiek bosopnames ------78 2.3.3.2 Methodiek open plekken ------79 2.3.3.3 Bespreking Braun-Blanquetopnames------80 2.3.3.4 Bespreking van de Tansley opnames ------100 2.3.3.5 Bespreking van de BWK en vergelijking met vegetatietypering ------106 2.3.3.6 Vergelijking van de actuele vegetatie met de PNV------108 2.3.3.7 Oud-bossoorten------108

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL INHOUDSTAFEL IV

2.3.3.8 Rode lijstsoorten ------109 2.3.3.9 Autochtoon materiaal Bomen en Struiken ------110 2.3.4 Fauna ------111 2.3.4.1 Vogels ------111 2.3.4.2 Zoogdieren ------113 2.3.4.3 Amfibieën en Reptielen ------114 2.3.4.4 Libellen ------114 2.3.4.5 Vlinders------115 2.3.4.6 Sprinkhanen en krekels------116 2.3.4.7 Overige ------117 2.4 OPBRENGSTEN ------117 2.4.1 Houtopbrengsten ------117 2.4.2 Jachtopbrengsten------119 2.4.3 Diverse andere opbrengsten ------120 3 BIJLAGEN ------121

3.1 BIJLAGE 1: OMSCHRIJVING VAN DE BESTANDEN ------121 3.2 BIJLAGE 2: DE HABITATRICHTLIJN------131 3.3 BIJLAGE 3: DE VOGELRICHTLIJN ------158 3.4 BIJLAGE 4: SITUERING VAN DE PROEFVLAKKEN------168 LITERATUURLIJST------222

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL LIJST VAN FIGUREN V

LIIJST VAN FIIGUREN IIN DE TEKST

GRAFIEK1: EVOLUTIE VAN DE BOSOPPERVLAKTE BINNEN DE PERIMETER GEDURENDE DE AFGELOPEN 2 EEUWEN ------48 GRAFIEK 2: OPPERVLAKTEBEPALING VOLGENS BOSPLAATS ------54 GRAFIEK 3: MENGINGSVORM ------55 GRAFIEK 4: SLUITINGSGRAAD ------55 GRAFIEK 5: BESTANDSTYPE ------56 GRAFIEK 6: BEDRIJFSVORM ------56 GRAFIEK 7: INHEEMS/EXOOT VERSUS HOMOGEEN/GEMENGD ------57 GRAFIEK 8: VERJONGING PER BOSPLAATS------59 GRAFIEK 9: AANTAL VERJONGING VOLGENS DE BOOMSOORTEN EN PER HOOGTEKLASSE ------60 GRAFIEK 10: STRUIKLAAG PER BOSPLAATS ------62 GRAFIEK 11: STRUIKLAAG PER HOOGTEKLASSE------63 GRAFIEK 12: BOOMSOORTENSAMENSTELLING ------64 GRAFIEK 13: BOOMSOORTENSAMENSTELLING NAAR GRONDVLAK ------65 GRAFIEK 14: BOOMSOORTENSAMENSTELLING NAAR VOLUME ------65 GRAFIEK 15: BOOMSOORTENSAMENSTELLING NAAR STAMTAL VAN DE ‘OVERIGE SOORTEN’ ------65 GRAFIEK 16 TOT 19: GRONDVLAK VOOR DE BOSPLAATSEN BOVENBEVERBEEK – BEVERBEEKSE HEIDE, HAARTERHEIDE – ZONBERG, WARMBEEKVALLEI EEN GREVENBROEK - TOMP------66 GRAFIEK 20: AANDEEL VAN DE MEEST VOORKOMENDE BOSTYPES TE HAMONT-ACHEL ------81 GRAFIEK 21: TROPRESDIAGRAM VAN HET SOORTENARM BERKEN-EIKENBOS ------82 GRAFIEK 22: TROPRESDIAGRAM VAN HET BOCHTIGE SMELERIJK BERKEN-EIKENBOS ------83 GRAFIEK 23: TROPRESDIAGRAM VAN HET BOSBESRIJK BERKEN-EIKENBOS------84 GRAFIEK 24: TROPRESDIAGRAM VAN HET TYPISCH BERKEN-EIKENBOS ------85 GRAFIEK 25: TROPRESDIAGRAM VAN HET WITBOL BERKEN-EIKENBOS ------86 GRAFIEK 26: TROPRESDIAGRAM VAN HET PIJPENSTROOTJESRIJK BERKEN-EIKENBOS------87 GRAFIEK 27: TROPRESDIAGRAM VAN EEN BERKEN-EIKENBOSROMPGEMEENSCHAP MET BRAAM ------88 GRAFIEK 28: TROPRESDIAGRAM VAN HET WITBOL EIKEN-BEUKENBOS------89 GRAFIEK 29: TROPRESDIAGRAM VAN HET BRANDNETEL-VLIERENBOS ------90 GRAFIEK 30: TROPRESDIAGRAM VAN DE POPULIERENRUIGTE ------91 GRAFIEK 31: TROPRESDIAGRAM VAN HET RUIGT-ELZENBOS ------92 GRAFIEK 32: TROPRESDIAGRAM VAN EEN ELZENBROEKROMPGEMEENSCHAP MET BRAAM ------93 GRAFIEK 33: TROPRESDIAGRAM VAN EEN ELZENBROEKROMPGEMEENSCHAP MET MOERASZEGGE ------94 GRAFIEK 34: TROPRESDIAGRAM VAN HET ELZENBROEKBOS ------95 GRAFIEK 35: TROPRESDIAGRAM VAN HET ELZEN-EIKENBOS------96 GRAFIEK 36: TROPRESDIAGRAM VAN EEN BERKENBROEKBOSROMPGEMEENSCHAP MET BRAAM------97 GRAFIEK 37: TROPRESDIAGRAM VAN EEN BERKENBROEKBOSROMPGEMEENSCHAP MET PIJPENSTROOTJE ------98 GRAFIEK 38: TROPRESDIAGRAM VAN HET BERKENBROEKBOS TYPISCHE VORM ------99 GRAFIEK 39: TROPRESDIAGRAM WAARVOOR EEN TYPERING NIET VAN TOEPASSING WAS------100 GRAFIEK 40 TOT 42: GRAFIEKEN VAN DE HOUTOPBRENGST IN M³, IN EURO EN IN EURO/M³. ------119 GRAFIEK 43: GEMIDDELDE HOUTPRIJS (EURO/M³) PER JAAR VOOR DE BEVOLKING EN DE KOOPLUI EN DE ALGEMENE TREND VAN DEZE PRIJZEN IN DE PERIODE 1988-2005. ------119

LIIJST VAN KAARTEN ACHTERAAN HET IINVENTARIISATIIERAPPORT

FIGUUR 1: SITUERING BOSPERCELEN OP DE TOPOGRAFISCHE KAART VAN HET NGI, ALSOOK VAN DE PERCELEN DIE MEEGENOMEN WORDEN BIJ DE VISIEVORMING...... 177 FIGUUR 2: OVERZICHT VAN DE DEELNEMENDE KADSTERPERCELEN...... 178

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL LIJST VAN FIGUREN VI

FIGUUR 3: OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE BOSPLAATSEN BINNEN BOSENTITEIT I...... 179 FIGUUR 4: OVERZICHT EIGENDOMMEN ...... 180 FIGUUR 5: OVERZICHT VAN DE BESTANDSINDELING EN DE BESTANDSNUMMER VOOR HET NOORD-OOSTELIJK DEEL VAN DE BOSENTITEIT ...... 181 FIGUUR 6: OVERZICHT VAN DE BESTANDSINDELING EN DE BESTANDSNUMMER VOOR HET NOORD-WESTELIJK DEEL VAN DE BOSENTITEIT...... 182 FIGUUR 7: OVERZICHT VAN DE BESTANDSINDELING EN DE BESTANDSNUMMER VOOR HET ZUID-WESTELIJK DEEL VAN DE BOSENTITEIT...... 183 FIGUUR 8: OVERZICHT VAN DE BESTANDSINDELING EN DE BESTANDSNUMMER VOOR HET ZUID-OOSTELIJK DEEL VAN DE BOSENTITEIT ...... 184 FIGUUR 9: PERIMETER BOSENTITEIT I, DE DEELNEMENDE BOSPERCELEN EN DE OMLIGGENDE BOSSEN EN NATUURGEBIEDEN EN HUN PERIMETERS...... 185 FIGUUR 10: SITUERING BOSPERCELEN OP ORTHOFOTO ...... 186 FIGUUR 11: WANDELPADEN BINNEN BOSENTITEIT I...... 187 FIGUUR 12: JEUGDVERBLIJFTOERISME IN DE PROVICIE LIMBURG (BRON: RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN LIMBURG)...... 188 FIGUUR 13: OVERZICHT VAN DE WEGEN BINNEN DE PERIMETER EN HUN CLASSIFICATIE ...... 189 FIGUUR 14: OVERZICHT VAN DE WATERLOPEN EN HUN CLASSIFICATIE...... 190 FIGUUR 15: GEWESTPLANBESTEMMING...... 191 FIGUUR 16: OPDELING IN DEELGEBIEDEN VAN HET GEBIED LIMBURGSE KEMPEN ZOALS BESCHREVEN IN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN LIMBURG...... 192 FIGUUR 17: GEWENSTE RUIMTELIJK –NATUURLIJKE STRUCTUUR (GRS HAMONT-ACHEL) ...... 193 FIGUUR 18: RUIMTELIJK CONCEPT GEWENSTE TOERISTISCH-RECREATIEVE STRUCTUUR HAMONT-ACHEL (GRS HAMONT-ACHEL) ...... 194 FIGUUR 19: OVERZICHTSKAART BOSTOEGANKELIJKHEIDSPLAN...... 195 FIGUUR 20: SITUERING VAN DE SPECIALE BESCHERMINGSZONES AFGEBAKEND IN HET KADER VAN DE TWEE EUROPESE RICHTLIJNEN ...... 196 FIGUUR 21: OVERZICHT VAN DE AFGEBAKENDE RAMSARGEBIEDEN BINNEN VLAANDEREN ...... 197 FIGUUR 22: SITUERING VAN DE ZONES DIE ALS VEN (EERSTE FASE) AFGEBAKEND ZIJN ...... 198 FIGUUR 23: LANDSCHAPSATLAS ...... 199 FIGUUR 24: OVERZICHT VAN DE BESCHERMDE LANDSCHAPPEN EN DORPSGEZICHTEN...... 200 FIGUUR 25: DE BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART (BWK) BINNEN DE PERIMETER ...... 201 FIGUUR 26: KAART VAN GRAAF DE FERRARIS (RODE LIJN IS DE PERIMETER VAN DE BOSENTITEIT) ...... 202 FIGUUR 27: HOOGTELIJNEN BINNEN DE PERIMETER...... 203 FIGUUR 28: TERTIAIRE GEOLOGIE ...... 204 FIGUUR 29: BODEMKAART ...... 205 FIGUUR 30: BESTANDSTYPE, BEDRIJFSVORM, MENGINGSVORM, SLUITINGSGRAAD ...... 206 FIGUUR 31: LEEFTIJDEN VAN DE BESTANDEN (IN KLASSEN)...... 207 FIGUUR 32: HOOFDBOOMSOORT LOOFHOUT...... 208 FIGUUR 33: HOOFDBOOMSOORT NAALDHOUT...... 209 FIGUUR 34: DOOD HOUT BINNEN DE BESTANDEN...... 210 FIGUUR 35: VOORKOMEN AMERIKAANSE VOGELKERS...... 211 FIGUUR 36: SITUERING VAN DE TANSLEY-OPNAMES ...... 212 FIGUUR 37: SITUERING VAN DE PROEFVLAKKEN VOOR HET NOORD-OOSTELIJK DEEL VAN BOSENTITEIT I...... 213 FIGUUR 38: SITUERING VAN DE PROEFVLAKKEN VOOR HET NOORDELIJK DEEL VAN BOSENTITEIT I...... 214 FIGUUR 39: SITUERING VAN DE PROEFVLAKKEN VOOR HET OOSTELIJK DEEL VAN BOSENTITEIT I...... 215 FIGUUR 40: SITUERING VAN DE PROEFVLAKKEN VOOR HET ZUIDELIJK DEEL VAN BOSENTITEIT I ...... 216 FIGUUR 41: DE VERSCHILLENDE BOSTYPES, ZOALS ONDERSCHEIDEN IN DE VLAAMSE BOSINVENTARISATIE (2000)...... 217 FIGUUR 42: VEGETATIEKUNDIGE BEPALING VAN DE BESTANDEN ...... 218 FIGUUR 43: POTENTIEEL NATUURLIJKE VEGETATIE (PNV) BINNEN DE PERIMETER ...... 219 FIGUUR 44: SITUERING VAN DE UTM-KILOMETERHOKKEN...... 220 FIGUUR 45: OVERZICHT VAN DE SPREIDING VAN DE LOSSE WAARNEMINGEN ...... 221

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL LIJST VAN TABELLEN VII

TABELLEN

TABEL 1: OVERZICHT EIGENAARS (GRIJZE ACHTERGROND: OPENBARE EIGENAARS), HUN CONTACTGEGEVENS EN DE OPPERVLAKTE...... 1 TABEL 2: OVERZICHT VAN DE TOTALE OPPERVLAKTE BOS IN DE VERSCHILLENDE BOSPLAATSEN EN DE VERHOUDING OPENBAAR EN PRIVÉ-BOS ...... 3 TABEL 3 KADASTRAAL OVERZICHT EN BESTANDSNUMMEROVERZICHT VAN DE BOSSEN IN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL ...... 9 TABEL 4 OVERZICHT VAN DE BEHEERDERS/ADVISEURS VOOR VERSCHILLENDE BOSSEN IN DE BOSENTITEIT (DE PRIVÉ-EIGENDOMMEN WORDEN DOOR DE RESPECTIEVELIJKE PRIVÉ-EIGENAARS BEHEERD (TABEL 1)...... 25 TABEL 5 CENTRALE XY-COÖRDINATEN VAN BOSENTITEIT I...... 26 TABEL 6 OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE BEKEN, HUN VERWANTSCHAP EN HUN CLASSIFICATIE ...... 30 TABEL 7 OVERZICHT VAN DE GEWESTPLANBESTEMMINGEN EN HUN RESPECTIEVELIJKE OPPERVLAKTEN BINNEN DE DEELNEMENDE PERCELEN ...... 31 TABEL 8 LIJST VAN HABITATS EN FAUNA VAN SPECIALE BESCHERMINGSZONE BE22 000 32...... 34 TABEL 9 OVERZICHT VAN DE KENMERKEN VAN HET VOGELRICHTLIJNGEBIED (BE 3.14)...... 36 TABEL 10 BESTANDEN DIE ZIJN OPGENOMEN IN HET VLAAMS ECOLOGISCH NETWERK ...... 39 TABEL 11 OVERZICHT VANUIT DE LANDSCHAPSATLAS VOOR HET BOSENTITEIT I ...... 42 TABEL 12 OVERZICHT VAN DE KADASTERPERCELEN GELEGEN BINNEN HET BESCHERMDE LANDSCHAP “TOMP VAN GREVENBOSCH” ...... 43 TABEL 13 OVERZICHT VAN DE LANDSCHAPSTYPES IN DE PERIODE 1775 BINNEN DE PERIMETER...... 46 TABEL 14: SAMENSTELLING KIEZELOÖLIETFORMATIE ONDER DE BEVERBEEKSE HEIDE (DATABANK ONDERGROND VLAANDEREN) ...... 52 TABEL 15: INHEEMS/EXOOT VERSUS HOMOGEEN/GEMENGD ...... 56 TABEL 16: VERJONGINGSAANTALLEN PER HA VOOR DE VERSCHILLENDE BOOMSOORTEN VOLGENS DE VIER HOOGTEKLASSEN...... 57 TABEL 17: AANTALLEN STRUIKEN PER HA PER BOOMSOORT EN VOOR DE VERSCHILLENDE HOOGTEKLASSEN ...... 60 TABEL 18: STAMTAL, GRONDVLAK EN VOLUME VOOR DE VERSCHILLENDE BOOMSOORTEN IN DE BOOMLAAG BINNEN DE BOSENTITEI ...... 63 TABEL 19: OVERZICHT VAN DE HOOFDBOOMSOORT EN DE LEEFTIJDKLASSEN VAN DE VERSCHILLENDE BESTANDEN...... 66 TABEL 20: STAMTAL, GRONDVLAK EN VOLUME PER HA VOOR DE VERSCHILLENDE BESTANDEN...... 72 TABEL 21: PRIORITAIRE SOORTEN VOOR DE PROVINCIE LIMBURG (COLAZZO & BAUWENS, 2003) ...... 77 TABEL 22: CODERING EN VERKLARING VAN DE BRAUN-BLANQUETSCHAAL ...... 78 TABEL 23: BEDEKKINGSSCHAAL VAN TANSLEY ...... 79 TABEL 24: LOCATIE TANSLEY OPNAMES VAN DE OPEN PLEKKEN...... 79 TABEL 25: VOORKOMENDE BOSTYPES (BOSTYPES UIT DE VLAAMSE BOSTYPOLOGIE WORDEN GEMARKEERD MET (*))...... 80 TABEL 26: OUD-BOSSOORTEN BINNEN DE PERIMETER ...... 108 TABEL 27: RODE LIJSTCATEGORIEËN ...... 109 TABEL 28: RODE LIJSTSOORTEN DIE WERDEN WAARGENOMEN BINNEN DE PERIMETER ...... 109 TABEL 29: WAARGENOMEN VOGELSOORTEN BINNEN DE PERIMETE...... 111 TABEL 30: TELGEGEVENS REEWILD (WBE HAMONT-ACHEL) ...... 113 TABEL 31: WAARGENOMEN AMFIBIEËN EN REPTIELEN MET VOORKOMEN PER KILOMETERHOK ...... 114 TABEL 32: WAARGENOMEN LIBELLENSOORTEN ...... 114 TABEL 33: WAARGENOMEN DAGVLINDERSOORTEN ...... 115 TABEL 34: WAARGENOMEN SPRINKHANEN EN KREKELS ...... 116 TABEL 35: DE HOUTOPBRENGSTEN (IN M³ EN IN EURO) ...... 118 TABEL 36: BEREKENDE JACHTPACHT VAN DE WBE AAN DE STAD HAMONT-ACHEL DE AFGELOPEN 10 JAAR...... 120

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 1

1.. IIDENTIIFIICATIIE VAN HET BOS

1.1 LIGGING

Ten noordoosten van de Stad Hamont-Achel (provincie Limburg) wordt door twee gewestwegen en de landsgrens een gebied van ongeveer 2510 ha afgebakend. Binnen dit gebied worden de bossen samengenomen tot het bosdomein “Bosentiteit I” (Figuur 1). Het gebied wordt afgebakend door de Sint-Odilialaan – Eind – Gen. Dempseylaan – Dorpsstraat – Thomas Watsonlaan, de Hamonterweg – Bosstraat – Burg – Budelpoort – Keunenlaan en de Belgisch- Nederlandse grens.

1.2 EIGENDOM, ZAKELIJKE EN PERSOONLIJKE RECHTEN

1.2.1 EIGENDOMSITUATIE

Het gemengd uitgebreid beheerplan voor de Bosentiteit I binnen de grenzen van de Stad Hamont-Achel werd opgesteld voor een totale oppervlakte van 753,03 ha. Het beheerplan wordt ingediend door de Stad Hamont-Achel die hiermee het beheer voor de komende 20 jaren vastlegt voor zowel haar eigen bossen als voor de bossen waarvoor ze van de eigenaars een volmacht heeft gekregen om dit beheerplan volgens de criteria duurzaam bosbeheer te laten opstellen en in te dienen. Daarnaast behandelt het beheerplan ook het beheer van de bossen die in eigendom zijn van het Vlaamse Gewest. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) afdeling bos beheert deze bestanden. Ook de bossen van de Stad worden door het ANB afdeling bos beheerd. De Stad beheert de bospaden.

Het beheerplan heeft betrekking op de bossen van meerdere eigenaren, zowel openbare eigenaren als privé-personen. Tot de openbare eigenaren behoren de Stad Hamont-Achel (487,61 ha), het Vlaamse Gewest (beheerd door haar administratie, het Agentschap voor Natuur en Bos – afdeling bos (77,91 ha), de kerkfabriek Sint-Laurentius van Hamont (2,38 ha), en het OCMW van Neerpelt (0,55 ha). Het privé-eigendom behoort tot 23 eigenaars en de totale oppervlakte is 184,60 ha. Tabel 1 bevat een overzicht van de eigenaars en de oppervlakte van hun respectievelijke eigendommen.

Tabel 1: Overzicht eigenaars (grijze achtergrond: openbare eigenaars), hun contactgegevens en de oppervlakte

Naam Adres Gemeente Telefoonnr Oppervlakte (ha)

Stad Hamont-Achel Stad 40 3930 Hamont-Achel 011 44 50 40 487,61 Vlaams Gewest, ANB afd. Bos - Houtvesterij Bree Ter Rivierenwal 9A 3960 Bree 089 48 17 24 77,91 p.a. Guido Winters, houtvester Kerkfabriek Sint-Laurentius De Schijf 12 3930 Hamont-Achel 011 62 18 50 2,38 OCMW Neerpelt Kerkstraat 10 3910 Neerpelt 011 64 56 80 0,55 Nicolle Allen Galgeneinde 93 3550 Heusden-Zolder 011 87 31 92 22,03 Rudolf Brouwers Vloedstraat 23 3930 Hamont-Achel 011 44 65 64 1,19 Hendrik Cox - Hendrikx Hoek 60 3930 Hamont-Achel 011 64 30 94 0,17 André Daemen Brandeborg 15 3550 Heusden-Zolder 011 53 31 79 0,36 Juliette Dirks - Savelkoul Bosstraat 7 3930 Hamont-Achel 011 44 51 80 1,74 Adriaan Emmers Dielishoek 27 3930 Hamont-Achel 011 44 68 32 0,72 Paul en Nicole Hendrix - Dirks Grensdijk 1 3930 Hamont-Achel 011 44 74 44 1,00 Jacques Prosper Molendijk 40 3930 Hamont-Achel 011 64 15 15 4,03

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 2

Naam Adres Gemeente Telefoonnr Oppervlakte (ha) Janssen-Vandeweyer KULeuven – Dept ILWB Vital Decosterstraat 102 3000 Leuven 016 32 97 38 77,44 p.a. Bart Muys Stijn Lauwers Sommisstraat 27 3930 Hamont-Achel 011 64 85 81 1,13 Jaak Nijs – Van Otterdijk Hees 19 3930 Hamont-Achel 011 44 50 54 1,10 Paul Nijs Grote Heide 118A 3910 Neerpelt 011 64 75 60 2,00 Jan Peeters-Jacobs Erkstraat 41 3930 Hamont-Achel 011 66 73 90 0,86 Johan Willy Schoemans Vlasstraat 20 3930 Hamont-Achel 011 44 75 85 1,77 Mathijs Schoemans-Beliën Papekamp 3 3930 Hamont-Achel 011 44 51 48 3,96 Jaak Schoemans Waterstraat 16 3930 Hamont-Achel 011 44 58 97 3,64 Theo Schuurmans Slipstraat 49 3930 Hamont-Achel 011 80 26 27 0,23 Pieter Jan Stevens Beverbeek 20 3930 Hamont-Achel 011 44 66 01 2,15 Weduwe Stuyven Kapelstraat 48 3930 Hamont-Achel 011 62 22 42 1,33

Ruud van der Heijden Nassaustraat 7 5682 AD Best, NL ++31 499 37 17 59 0,90 Anna Verhees & cons. Vloedstraat 23 3930 Hamont-Achel 011 44 65 64 5,07 Anna Marie Verhees Brouwersstraat 7 3910 Neerpelt 011 64 28 92 5,62 Vennootschap De Tomp Oude Pastorijstraat 11 3930 Hamont-Achel 011 64 85 81 46,15

1.2.1.1 AFBAKENING WERKEENHEDEN – BOSPLAATSEN

Het bosdomein wordt opgesplitst in 9 verschillende bosplaatsen (zie Figuur 3):

ƒ De Noordelijke duinen- en vennengordel: bestaat uit 42,74 ha bos. Zoals de naam al doet vermoeden is dit een zone met vele duinen en vennen die zich in het noorden van het bosdomein bevindt. De Stad Hamont- Achel en het Vlaamse Gewest zijn hier de grootste (participerende) eigenaars, naast enkele privé-eigenaars. De terreinen beheerd door ANB afdeling Bos vormen samen met terreinen in bosplaats Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek en Haarterheide – Zonberg het Domeinbos Bovenbeverbeek. Binnen de bosplaats doen de meeste eigenaars mee. Enkel de heideterreinen van het Vlaamse Gewest, beheerd door de afdeling Natuur van het ANB, de eigendommen van de Kruisheren van Maaseik en enkele veldbosjes doen niet mee voor het volledige beheerplan maar zijn wel opgenomen in het visieluik van dit beheerplan. ƒ Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek: een massief boscomplex van 143,01 ha. De Stad Hamont-Achel en de K.U.Leuven zijn eigenaar van deze bosplaats. De bestanden gelegen in het Elsbroek, ten zuidoosten van deze bosplaats gelegen en eigendom van de KULeuven, doen niet mee. Dit gebied is bij besluit van de minister bevoegd voor het natuurbehoud een erkend natuurreservaat. ƒ Rozendaal: een bosplaats van 101,70 ha groot die in hoofdzaak eigendom is van de KULeuven en de Stad Hamont-Achel, maar waar ook enkele privé-eigenaars en het Vlaamse Gewest (beheerd door ANB afdeling Bos en beter gekend als Domeinbos Bovenbeverbeek) een deel van bezitten. De ruime omgeving rond de laathoeve in Beverbeek valt ook onder deze bosplaats. In de bosplaats doen slechts een tweetal privé-eigenaars, waaronder de familie Emmers die recent een beperkt beheerplan opstelden, niet mee met het beheerplan. ƒ Vallei van de Warmbeek: 46,75 ha bos gelegen in de Warmbeekvallei, tussen de Molendijk en de Gekkenbrug. De eigendomsstructuur is voor deze bosplaats erg gemengd. De Stad Hamont-Achel, KULeuven en privé-eigenaars bezitten hier allemaal een aanzienlijk deel van het bos. In deze zone zijn er enkele kleinere

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 3

eigenaars die niet deelnemen aan het beheerplan. De oppervlakte van hun gezamelijke eigendom is niet zo groot. De bospercelen in eigendom van het Vlaamse Gewest die de afdeling Natuur van het Agentschap voor Natuur en Bos beheert zijn niet opgenomen in dit beheerplan. ƒ Binnenheide: 107,45 ha groot en volledig eigendom van de Stad Hamont-Achel op één klein privé-perceel na. Verder zijn er enkele kleinere eigenaren die niet deelnemen. ƒ Haarterheide – Zonberg: deze bosplaats is 188,92 ha groot en in hoofdzaak eigendom van de Stad Hamont- Achel. Een aanzienlijk deel is domeinbos (eigendom van het Vlaamse Gewest en beheerd door ANB afdeling Bos), beter gekend als Domeinbos Bovenbeverbeek. Centraal in deze bosplaats doet 1 boseigenaar niet mee. In de periferie valt het boskerkhof buiten het beheerplan en doen een aantal kleinere privé-boseigendommen naast de Beverbeek en bezuiden de bosplaats niet mee. ƒ Grevenbroek – Tomp: centraal gelegen in de Warmbeekvallei. Deze bosplaats van 74,36 ha is voor het overgrote deel in privéhanden (in hoofdzaak van de familie Janssen-Vandeweyer, meneer Lauwers en mevrouw Allen). De percelen die niet deelnemen aan het beheerplan zijn de percelen van de heer Roey en enkele andere kleinere percelen, in hoofdzaak in de buurt van de Watermolen. ƒ Kiekuit: een geïsoleerd bosje (5,74 ha) dat gedeeltelijk privé-eigendom is en gedeeltelijk deel uitmaakt van het patrimonium van de stad. Een drietal percelen in de richting van Hamont nemen niet deel aan het beheerplan. ƒ Pastoorsbos: een oude watering die in hoofdzaak eigendom is van het Vlaamse Gewest en beheerd wordt door het Agentschap voor Natuur en Bos naast een perceel eigendom van het OCMW en twee percelen eigendom vann privé-eigenaars. Het domeinbos is beter bekend als Domeinbos De Warande. De bosplaats heeft een oppervlakte van 42,37 ha. Tussen de Warmbeek en de oude watering en aan de linkeroever van de Warmbeek zijn er enkele privé-eigenaars die niet deel nemen aan dit beheerplan, onder andere de heer Lamers en de bossen van het Kruisherenklooster.

De verdeling van de verhoudingen openbaar bos en privébos ten opzichte van het totaal wordt weergegeven voor elke bosplaats afzonderlijk en voor heel het bosdomein (Tabel 2 en Figuur 4).

Tabel 2: Overzicht van de totale oppervlakte bos in de verschillende bosplaatsen en de verhouding openbaar en privé-bos

Bosplaats Privé (ha) % Openbaar (ha) % Totaal (ha) De Noordelijke duinen- en vennengordel 9,61 22,5 33,12 77,5 42,74 Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek 7,01 4,9 135,99 95,1 143,01 Rozendaal 64,13 63,1 37,57 36,9 101,70 Vallei van de Warmbeek 22,86 48,9 23,89 51,1 46,75 Binnenheide 0,23 0,2 107,22 99,8 107,45 Haarterheide – Zonberg 1,08 0,6 187,84 99,4 188,92 Grevenbroek – Tomp 73,34 98,6 1,01 1,4 74,36 Kiekuit 5,06 88,1 0,68 11,9 5,74 Pastoorsbos 1,27 3,0 41,11 97,0 42,37 Totaal 184,60 24,5 568,44 75,5 753,03

NOOT : De oppervlaktecijfers in dit beheerplan zijn, indien mogelijk, afgeleid uit de kadastergegevens.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 4

1.2.1.2 OPENBARE EIGENDOMMEN

EIGENDOM STAD HAMONT-ACHEL

De Stad Hamont-Achel bezit het overgrote deel van de bossen die deel uitmaken van dit beheerplan. In totaal gaat het om 487,61 ha bos. Er komen weinig “oude bossen” (reeds bos op de kaart van de Ferraris (1771-1778)) voor. De terreinen liggen meestal op schrale zandbodems en in mindere mate ook in de beekvallei.

ƒ In de Noordelijke duinen- en vennengordel bezit de stad een aantal vennen en schrale terreinen die, in tegenstelling tot de omgeving, niet ontgonnen zijn tot landbouwgrond. Veel van deze terreinen bezitten een erg hoge natuurwaarde. Uitzonderingen hierop vormen de akker in het noordoosten van de bosplaats die recent uit landbouwgebruik genomen werd en waar een boscompensatie op uitgevoerd werd en een naaldbestand gelegen tegen de Ezel (traditionele heideontginning). Samen gaat het om 9,63 ha binnen deze bosplaats. ƒ In de Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek is de stad eigenaar van het grootste deel van de bosplaats (135,99 ha bos). Het gaat in hoofdzaak om relatief jonge naaldbestanden. ƒ In de bosplaats Rozendaal bezit de stad enerzijds de westelijke kant van de bosplaats, gelegen tegen de Warmbeekvallei en anderzijds de bossen aan het scoutsheem. Samen komt dat neer op 33,86 ha bos. ƒ In de Vallei van de Warmbeek is de stad eigenaar van de bospercelen in de onmiddellijke omgeving van de Bever, zowel ten noorden als ten zuiden van de Beverbekerdijk. Dit komt neer op 23,89 ha. ƒ De volledige bosplaats Binnenheide (107,22 ha), een heideontginning, is eigendom van de stad (op één klein privéperceel in het uiterste zuiden na). ƒ In de Haarterheide-Zonberg is het overgrote deel van het bos ook stadseigendom. Enkel een noord-zuid- georiënteerde centrale strook is in andere handen (op enkele percelen na). De stad bezit hier 175,33 ha bos. ƒ In Grevenbroek-Tomp bezit de stad slechts een klein perceel bos dat op de topografische kaarten aangegeven staat als de Molenwijer. Het is 1,01 ha groot. ƒ In Kiekuit bezit de stad 1 perceel van 0,68 ha. ƒ In het Pastoorsbos heeft de stad geen bossen in eigendom.

DOMEINBOS (TERREINEN IN BEHEER BIJ ANB)

Het Agentschap voor Natuur en Bos beheert in deze bosentiteit 77,91 ha bos in eigendom van het Vlaams Gewest.

ƒ In de Noordelijke duinen- en vennengordel het meest westelijke perceel, het meest noordelijke perceel en een belangrijk deel van de gordel tussen de toeristische weg en de grens in het zuid-oosten van de bosplaats. Samen gaat het om 23,49 ha bos binnen deze bosplaats. Deze terreinen vormen een deel van het Domeinbos Bovenbeverbeek. ƒ In de bosplaats Rozendaal 2 percelen gelegen tussen het domein van de KULeuven en de bossen van de Stad die deel uitmaken van bosplaats Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek. Samen zijn deze percelen 3,72 ha groot en behoren ze tot het Domeinbos Bovenbeverbeek. ƒ In bosplaatsen Vallei van de Warmbeek, Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek, Binnenheide, Grevenbroek – Tomp en Kiekuit: b. ƒ In de Haarterheide-Zonberg: het grootste deel van de centrale strook, een bosoppervlakte van 10,14 ha die deel uitmaakt van het Domeinbos Bovenbeverbeek. ƒ Quasi de volledige bosplaats Pastoorsbos, 40,56 ha van de 42,37 ha (95,7 %). Het gebied staat bekend als Domeinbos De Warande.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 5

EIGENDOM VAN DE KERKFABRIEK SINT-LAURENTIUS VAN HAMONT

De Kerkfabriek is eigenaar van drie percelen bos gelegen in de zuidwestelijke hoek van de Haarterheide. Het gaat om 2,38 ha bos.

EIGENDOM VAN HET OCMW VAN NEERPELT

Het OCMW van Neerpelt heeft een perceel bos van 0,55 ha in eigendom, gelegen in de bosplaats Pastoorsbos tegen de Warmbeek aan.

1.2.1.3 PRIVÉ-EIGENDOMMMEN

184,60 van de 753,03 ha bos van dit beheerplan zijn in eigendom van 23 private eigenaars.

EIGENDOM VAN DE KULEUVEN

De KULeuven bezit op haar domein in Hamont-Achel 77,44 ha bos dat deel uitmaakt van het bosbeheerplan. Dit bos is gelegen in de ruime omgeving van Rozendaal en de ontginning Beverbeek. Een deel bestaat uit een kleinschalig landbouwgebied afgewisseld met houtkanten en bossen, maar het overgrote deel zijn heideontginningen.

In Rozendaal bezit de KULeuven ongeveer alle bossen gesitueerd in het oosten van deze bosplaats (59,24 ha).

In de Warmbeekvallei bezit ze een belangrijk deel van de rechteroever van de Warmbeek ten noorden van het recreatiedomein De Bever, alsook de terreinen gelegen in het noorden van deze bosplaats (in de buurt van de Gekkenbrug). In totaal bezit de KULeuven hier 11,19 ha bos.

In de bosplaats Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek bezit de KULeuven 7,01 ha.

NICOLLE ALLEN

Mevrouw Allen bezit een belangrijk deel (22,03 ha) van de bospaats Grevenbroek-Tomp. Het gaat om de zuidelijke zone, gelegen in de Warmbeekvallei. Dit domein is erg gevarieerd qua soortensamenstelling, leeftijd en structuur en is ecologisch waardevol.

RUDOLF BROUWERS EN ANNA VERHEES

De familie Brouwers-Verhees bezit een eigendom gelegen op de rechteroever van de Warmbeek, naast de bosplaats Rozendaal. Het domein is 6,26 ha groot.

HENDRIK COX-HENDRIKX

De familie Cox-Hendrikx bezit een klein terrein (0,17 ha) met Canadapopulieren, gelegen naast de Warmbeek (Bosplaats Pastoorsbos).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 6

ANDRÉ DAEMEN

De heer Daemen is eigenaar van een terrein gelegen tegenover de picknickweide in het noord-westen van de bosplaats Haarterheide – Zonberg. Het terrein is 0,36 ha groot.

JULIETTE DIRKS-SAVELKOUL EN PAUL EN NICOLE HENDRIX-DIRKS

De Familie Dirks bezit in Rozendaal een 2,74 ha groot bos gelegen tussen het domein van de KULeuven en de bossen van de stad in de bosplaats Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek.

ADRIAAN EMMERS

De heer Emmers is eigenaar van 0,72 ha bos gelegen in het uiterste oosten van bosplaats Haarterheide – Zonberg, achter het waterzuiveringsstation in de buurt van de Beverbeek.

JAN EN WIES PEETERS-JACOBS

Mevrouw Jacobs bezit een terrein dat gelegen is tegen de Warmbeek in het uiterste zuiden van de bosplaats Vallei van de Warmbeek. Het terrein is 0,86 ha groot.

JAQUES PROSPER JANSSEN-VANDEWEYER

De familie Janssen-Vandeweyer bezit de ruïne van het kasteel Grevenbroek (bosplaats Grevenbroek – Tomp). Een belangrijk deel van de omwalling gelegen rondom deze ruïne is bebost en maakt deel uit van dit beheerplan. Daarnaast zijn enkele percelen in de onmiddellijke omgeving ook bos, in eigendom van de familie. Samen bestaat het domein uit 4,03 ha bos.

STIJN LAUWERS EN VENNOOTSCHAP DE TOMP

De heer Lauwers is eigenaar van het domein gelegen rondom de Tomp (bosplaats Grevenbroek – Tomp). Het domein is vergelijkbaar met dat van mevrouw Allen en sluit er ook nauw aan. Het is cultuurhistorisch gezien wel rijker aangezien het de Tomp en de omliggende wijers omvat. In totaal is het domein 47,28 ha groot.

JAAK NIJS-VAN OTTERDIJK

De heer Nijs is eigenaar van een bos dat zich bevindt in het zuid-oosten van bosplaats Pastoorsbos. Het gaat om een naaldbestand en een populierenbestand. Het terrein is 1,10 ha groot.

PAUL NIJS

Zijn zoon, Paul, is eigenaar van een 2,00 ha groot naaldbestand dat in het zuiden ligt van bosplaats Noordelijke duinen- en vennengordel.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 7

JOHAN WILLY SCHOEMANS, MATHIEU SCHOEMANS-BELIËN EN JAAK SCHOEMANS

De familie Schoemans bezit binnen de perimeter van deze bosentiteit op drie plaatsen een bos. Het gaat om een naaldhoutperceel in het zuidelijke deel van de Noordelijke duinen- en vennengordel (2,00 ha groot), om het zuidelijke deel van de bosplaats Kiekuit (3,73 ha) en om een deel van de linkeroever van de Vallei van de Warmbeek (3,65 ha). Samen is dat 9,38 ha bos.

THEO SCHUURMANS

De heer Schuurmans bezit een terrein op de linkeroever van de Oude beek in het uiterste zuiden van bosplaats Binnenheide. Deze 0,23 ha bos bevindt zich tussen de beek en de straat De Bauwelkens, in de buurt van de Bever.

PIETER JAN STEVENS

De heer Stevens bezit 2,15 ha bos in het noord-oosten van de bosplaats Rozendaal, ten noorden van de beschermde laathoeve.

JAAK STUYVEN

De heer Stuyven is eigenaar van het centrale perceel in de bosplaats Kiekuit. Het perceel is 1,33 ha groot.

RUUD VAN DER HEIJDEN

De heer van der Heijden is eigenaar van een perceel in het uiterste noorden van bosplaats Vallei van de Warmbeek. Het terrein is 0,90 ha groot en bevindt zich op de rechteroever van de Warmbeek.

FAMILIE VERHEES

Het domein van de familie Verhees bestaat uit twee aparte terreinen die zich beiden bevinden in bosplaats Noordelijke duinen- en vennengordel. Het gaat om een langwerpig perceel, gelegen tegen de grens in het uiterste zuiden van de bosplaats (1,62 ha groot) en om een 4,00 ha groot naaldbos in het noorden van de duinengordelbinnen deze bosplaats. Ook dit perceel is een grensperceel.

1.2.2 ZAKELIJKE EN PERSOONLIJKE RECHTEN VAN TOEPASSING OP HET BOS

1.2.2.1 PACHT

In bosplaats Pastoorsbos worden de open terreinen, in eigendom van het Vlaams Gewest en beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos reeds jaren verpacht aan meerdere boeren.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 8

1.2.2.2 GEBRUIKSOVEREENKOMSTEN

Binnen het eigendom van de Stad Hamont-Achel ligt, meer bepaald in het uiterste zuiden van de bosplaats Binnenheide, een ruitersterrein. De ruitervereniging Grevenbroekse Ruiters heeft met de stad een gebruiksovereenkomst gesloten voor het terreingelegen in het bos. Deze overeenkomst wordt jaarlijks stilzwijgend verlengd. Het terrein vormt een open plek in het bos

1.2.2.3 SERVITUDES

Een belangrijke erfdienstbaarheid is de zogenaamde servitude. Eigenaars van percelen die niet onmiddellijk grenzen aan openbaar domein (wegen) kunnen recht hebben op een uitweg over andermans domein. Deze erfdienstbaarheden zijn vaak niet geregistreerde, verworven rechten. Het is moeilijk uit te maken welke percelen hieraan voldoen. In de volgende hoofdstukken (3. Beheerdoelstellingen, en 4. Beheermaatregelen) van dit beheerplan zullen de servitudes worden besproken voor zover ze relevant zijn voor het beheer.

1.2.2.4 JACHTPACHT

In grote delen van de bosentiteit wordt de jacht jaarlijks verpacht. De meeste jagers in deze regio zijn verenigd in de wildbeheerseenheid Hamont-Achel. Deze wildbeheerseenheid (WBE) is te bereiken via haar secretaris, meneer Guido Geunis.

Wildbeheerseenheid Hamont-Achel P/a Guido Geunis Stationsstraat 48 3910 Neerpelt 011/62.10.12

Zij beheren binnen de perimeter onder andere de boseigendommen van de stad. De fito-meter en de oude stortplaats in bosplaats Haarterheide – Zonberg zijn rustzones (wel opgenomen in het jachtplan, maar er wordt niet gejaagd). Andere boseigendommen waar de jacht aan deze WBE is verpacht zijn het domein van de KULeuven (alle terreinen, uitgezonderd het Elsbroek en de Zooren (Noordelijk deel van de Warmbeekvallei), de terreinen van het Vlaamse Gewest, beheerd door het ANB (uitgezonderd Domeinbos De Warande, gelegen in bosplaats Pastoorsbos), de bestanden van kerkfabriek Sint-Laurentius, het domein van meneer Lauwers, de eigendommen van de familie Janssen- Vandeweyer en de terreinen van de familie Schoemans. Enkel het domein van mevrouw Allen is (op stropers na) volledig jachtvrij.

1.3 KADASTRAAL OVERZICHT

Tabel 3, Figuur 2, Figuur 5, Figuur 6, Figuur 7 en Figuur 8 geven een overzicht van de kadasterpercelen die deel uitmaken van dit beheerplan, alsook van hun eigenaars en van de bestandsnummer(s) die het perceel draagt. Eén perceel, gelegen in bosplaats Haarterheide - Zonberg is geen eigendom van de Stad Hamont-Achel, maar de bomen op het perceel wel. Voor dit perceel staat de eigenaar in een grijs gekleurd vakje.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 9

Tabel 3: Kadastraal overzicht en bestandsnummeroverzicht van de bossen in Bosentiteit I in Hamont-Achel

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers Bosplaats Noordelijke duinen- en vennengordel 1 Hamont A 1 A 3 2,5386 Vlaams Gewest 251a 1 Hamont A 1 E 4,0000 Vlaams Gewest 254a 1 Hamont A 1 F 2,0000 Vlaams Gewest 254a 1 Hamont A 1 G 2,0000 Familie Schoemans 255a, 255b 1 Hamont A 1 G 3 0,5000 Paul Nijs 257a 1 Hamont A 1 H 2 0,4000 Paul Nijs 257a 1 Hamont A 1 H 3 1,5020 Vlaams Gewest 256a 1 Hamont A 1 K 2 0,2156 Paul Nijs 257a 1 Hamont A 1 L 2,0000 Vlaams Gewest 256a 1 Hamont A 1 M 2,0000 Vlaams Gewest 256a 1 Hamont A 1 N 2,3420 Stad Hamont-Achel 244a 1 Hamont A 1 N 2 0,8814 Paul Nijs 257a 1 Hamont A 1 P 2 0,5010 Vlaams Gewest 256a 1 Hamont A 1 V 2 0,0048 Familie Verhees 252a 1 Hamont A 1 Y 2 3,3300 Familie Verhees 252a 1 Hamont A 1 Z 2 0,6652 Familie Verhees 252a 1 Hamont A 2 A 0,1231 Stad Hamont-Achel 244a 1 Hamont A 2 B 0,0118 Stad Hamont-Achel 244a 1 Hamont A 3 C 3 6,2310 Vlaams Gewest 251a 1 Hamont A 3 K 3 2,0495 Vlaams Gewest 250a 1 Hamont A 3 M 3 0,1876 Vlaams Gewest 250a 1 Hamont A 3 P 3 4,0208 Stad Hamont-Achel 230b 1 Hamont A 3 S 3 0,7206 Stad Hamont-Achel 209a 1 Hamont A 4 N 1,3206 Stad Hamont-Achel 247a 1 Hamont A 4 R 2,1137 Stad Hamont-Achel 246a 1 Hamont A 5 H 2,6869 Stad Hamont-Achel 248a 1 Hamont A 29 L 0,0055 KULeuven 258a 1 Hamont A 32 X 0,7969 Familie Verhees 258a 1 Hamont A 32 Y 0,8156 Familie Verhees 258a Bosplaats Beverbeekse Heide – Bovenbeverbeek 1 Hamont A 1 A 2 3,7340 Stad Hamont-Achel 223a 1 Hamont A 1 A 4 2,7344 Stad Hamont-Achel 245a 1 Hamont A 1 B 2 3,2755 Stad Hamont-Achel 224a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 10

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 1 Hamont A 1 C 2 2,4325 Stad Hamont-Achel 225a 1 Hamont A 1 D 2 0,2440 Stad Hamont-Achel 225a 1 Hamont A 1 E 2 2,1285 Stad Hamont-Achel 227a 1 Hamont A 1 F 2 2,3625 Stad Hamont-Achel 228a 1 Hamont A 1 K 3 0,2534 Stad Hamont-Achel 245a 1 Hamont A 1 M 3 3,1253 Stad Hamont-Achel 243a 1 Hamont A 1 N 3 3,2610 Stad Hamont-Achel 242a 1 Hamont A 1 P 3 3,2790 Stad Hamont-Achel 241a 1 Hamont A 1 R 3 3,4231 Stad Hamont-Achel 240a 1 Hamont A 1 S 3 3,4166 Stad Hamont-Achel 239a 1 Hamont A 1 T 3 3,4000 Stad Hamont-Achel 238a 1 Hamont A 1 V 3 3,4000 Stad Hamont-Achel 237a 1 Hamont A 1 W 3 3,3464 Stad Hamont-Achel 236a 1 Hamont A 1 X 3 3,5030 Stad Hamont-Achel 235a 1 Hamont A 1 Y 3 0,0634 Stad Hamont-Achel 244a 1 Hamont A 1 Z 3,8410 Stad Hamont-Achel 222a, 222b 1 Hamont A 1 Z 3 4,4635 Stad Hamont-Achel weg 1 Hamont A 3 B 2 1,4150 Stad Hamont-Achel weg 209a, 210a, 211a, 212a, 213a, 214a, 215a, 215b, 1 Hamont A 3 N 3 57,3582 Stad Hamont-Achel 216a, 216b, 216c, 217a, 230a, 231a, 232a, 233a, 234a 1 Hamont A 3 T 3 0,9648 Stad Hamont-Achel 209a 1 Hamont A 3 V 3,8975 Stad Hamont-Achel 221a, 221b 1 Hamont A 3 W 4,1341 Stad Hamont-Achel 220a 1 Hamont A 3 X 4,2600 Stad Hamont-Achel 219a 1 Hamont A 3 Y 4,0984 Stad Hamont-Achel 218a 1 Hamont A 10 A 1,5150 KULeuven 259a 1 Hamont A 11 0,4930 KULeuven 259a 1 Hamont A 12 1,2210 KULeuven 259a 1 Hamont A 13 A 0,4080 KULeuven 259a 1 Hamont E 1 A 3,8030 Stad Hamont-Achel 226a 1 Hamont E 1 B 0,1580 Stad Hamont-Achel 226a 1 Hamont E 3 0,9010 KULeuven 607a 1 Hamont E 4 0,2490 KULeuven 607a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 11

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 1 Hamont E 5 0,1340 KULeuven 607a 1 Hamont E 6 0,2370 KULeuven 607a 1 Hamont E 7 0,1860 KULeuven 607a 1 Hamont E 8 B 0,1070 KULeuven 607b 1 Hamont E 9 A 0,4126 KULeuven 607a Bosplaats Rozendaal 1 Hamont E 17 deel 0,3233 KULeuven 614a 1 Hamont E 20 B deel 0,5162 KULeuven 617a 1 Hamont E 20 C 3,1135 KULeuven 616a 1 Hamont E 21 A 0,1520 KULeuven 615a 1 Hamont E 23 A deel 1,8662 KULeuven 613a 1 Hamont E 47 H 0,1620 KULeuven 617b 1 Hamont E 56 B 0,5200 KULeuven 608a 1 Hamont E 56 C 0,1100 KULeuven 609a 1 Hamont E 57 C 0,7080 KULeuven 608a 1 Hamont E 58 B 0,1370 KULeuven 608a 1 Hamont E 59 0,0320 KULeuven 609a 1 Hamont E 60 0,2090 KULeuven 609a 1 Hamont E 70 0,0130 KULeuven 610a 1 Hamont E 72 A 0,1950 KULeuven 610a 1 Hamont E 74 H 0,1620 KULeuven 617b 1 Hamont E 74 N 0,0770 KULeuven 611a 1 Hamont E 80 B 0,1170 KULeuven 617a 1 Hamont E 80 C 0,0660 KULeuven 610a 1 Hamont E 81 E 6 0,5785 Stad Hamont-Achel 321a, 321c 1 Hamont E 81 F 0,2160 Vlaams Gewest 345b 1 Hamont E 81 G 0,5140 Vlaams Gewest 345b 1 Hamont E 81 P 5 0,2120 Stad Hamont-Achel 321b, 321a 1 Hamont E 81 V 6 1,2380 Stad Hamont-Achel 321c, 321a 2 Achel A 1270 B 0,9650 Stad Hamont-Achel 201a 2 Achel A 1270 C 0,7130 Stad Hamont-Achel 201a 2 Achel A 1271 /2 0,1880 KULeuven 623b 2 Achel A 1271 A 4 4,9820 Stad Hamont-Achel 207a 2 Achel A 1271 A 7 2,8380 KULeuven 629a 2 Achel A 1271 B 7 0,7223 KULeuven 630a, 630b

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 12

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 1271 C 4 2,3300 Stad Hamont-Achel 204a 2 Achel A 1271 C 6 1,1354 Pieter Stevens 636a 2 Achel A 1271 D 4 2,4000 Stad Hamont-Achel 203a 2 Achel A 1271 E 4 2,8200 Stad Hamont-Achel 202a, 202b 2 Achel A 1271 E 5 3,1046 Stad Hamont-Achel 208a 2 Achel A 1271 F 4 0,2600 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 1271 F 5 3,5397 KULeuven 620a 2 Achel A 1271 G 4 9,1500 KULeuven 618a, 618b, 618c 2 Achel A 1271 G 6 0,6167 Pieter Stevens 638a, 637a 2 Achel A 1271 H 4 deel 4,7301 KULeuven 624a, 624b 2 Achel A 1271 K 4 0,9366 KULeuven 626a 2 Achel A 1271 L 4 2,9946 KULeuven 628a, 628b 2 Achel A 1271 M 4 2,1440 KULeuven 627a 2 Achel A 1271 N 4 2,0993 KULeuven 623b 2 Achel A 1271 N 2,9400 Vlaams Gewest 634a 2 Achel A 1271 P 4 0,1545 KULeuven 623a 2 Achel A 1271 R 4 0,0830 KULeuven 623a 2 Achel A 1271 R 6 0,4019 Pieter Stevens 637a 2 Achel A 1271 S 3 1,7400 Juliette Dirks-Savelkoul 632a, 632b 2 Achel A 1271 S 4 0,8310 KULeuven 623a 2 Achel A 1271 S 5 1,1897 KULeuven 619a 2 Achel A 1271 T 3 1,0000 Nicole Dirks 633a, 633b 2 Achel A 1271 T 4 0,0630 KULeuven 623b 2 Achel A 1271 V 3 1,2350 Stad Hamont-Achel 201a 2 Achel A 1271 V 4 0,0530 KULeuven 622b 2 Achel A 1271 W 3 4,3275 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 1271 W 4 1,0810 KULeuven 622a 2 Achel A 1271 W 6 1,0840 Stad Hamont-Achel 201b 2 Achel A 1271 X 3 0,2300 Stad Hamont-Achel 205a, 512a 2 Achel A 1271 X 4 0,0580 KULeuven 622b 2 Achel A 1271 X 6 4,9600 KULeuven 625a 2 Achel A 1271 Y 3 3,7800 Stad Hamont-Achel 205a 2 Achel A 1271 Y 4 0,9050 KULeuven 622a 2 Achel A 1271 Y 6 0,0125 KULeuven 623b 2 Achel A 1271 Z 3 5,6250 Stad Hamont-Achel 205a, 206a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 13

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 1271 Z 4 1,3100 KULeuven 621a 2 Achel A 1271 Z 6 0,8490 KULeuven 622a 2 Achel A 1273 P 3 0,6390 KULeuven 602a 2 Achel A 1307 1,8110 KULeuven 601a, 601b 2 Achel A 1308 B 1,7950 KULeuven 623a 2 Achel A 1309 B deel 0,1457 KULeuven 604a 2 Achel A 1310 D 0,0680 KULeuven 612b 2 Achel A 1310 E deel 1,0429 KULeuven 603a 2 Achel A 1311 E 1,4740 KULeuven 605a 2 Achel A 1311 F 0,4200 KULeuven 605a, 606a 2 Achel A 1311 G 0,3156 KULeuven 606a Bosplaats Warmbeekvallei 2 Achel A 902 A 2,6830 Stad Hamont-Achel 125a 2 Achel A 903 A 9,7610 Stad Hamont-Achel 123a, 124b, 125a 2 Achel A 903 B 4,9880 Stad Hamont-Achel 122a 2 Achel A 903 C 1,1180 Stad Hamont-Achel 124a 2 Achel A 903 D 1,1730 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 904 G 3,8524 Stad Hamont-Achel 502a 2 Achel A 1097 F 0,4657 Stad Hamont-Achel 121a, 121c 2 Achel A 1097 H 0,1530 Stad Hamont-Achel 502a 2 Achel A 1098 A 1,2850 KULeuven 507a 2 Achel A 1098 B 0,4340 Stad Hamont-Achel 122a 2 Achel A 1099 0,7710 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1100 A 0,3420 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1102 0,0840 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1103 0,0850 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1104 0,1690 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1105 0,4750 KULeuven 509a 2 Achel A 1107 A 0,7760 KULeuven 508a 2 Achel A 1108 0,4720 Stad Hamont-Achel 121c, 121a 2 Achel A 1109 0,3780 Stad Hamont-Achel 121a 2 Achel A 1110 0,1050 Stad Hamont-Achel 121a 2 Achel A 1111 A 0,3670 Stad Hamont-Achel 121a 2 Achel A 1111 B 0,2900 Stad Hamont-Achel 121a 2 Achel A 1112 A 0,1470 Fam. Schoemans 514b

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 14

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 1114 0,0790 Fam. Schoemans 514b 2 Achel A 1115 0,3190 Fam. Schoemans 514a 2 Achel A 1116 A 1,6170 Stad Hamont-Achel 121b, 121a 2 Achel A 1136 A 0,0900 Fam. Schoemans 514a 2 Achel A 1136 B 0,0890 Fam. Schoemans 514a 2 Achel A 1137 0,1790 Fam. Schoemans 515a, 514a 2 Achel A 1138 0,4130 Fam. Schoemans 516a 2 Achel A 1139 0,1160 Fam. Schoemans 516a 2 Achel A 1149 0,4050 Fam. Schoemans 513a 2 Achel A 1150 C 0,3530 Fam. Schoemans 513a 2 Achel A 1152 B 0,2800 Fam. Schoemans 517a 2 Achel A 1152 F 0,0956 Fam. Schoemans 513a 2 Achel A 1152 M 1,0797 Fam. Schoemans 518a 2 Achel A 1152 N 0,0034 Fam. Schoemans 518a 2 Achel A 1153 0,3190 Stad Hamont-Achel 509a 2 Achel A 1154 0,2610 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1155 0,0930 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1156 0,1860 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1157 0,0930 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1158 0,3890 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1159 A 0,2380 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1159 B 0,1900 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1161 0,3050 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1162 0,1600 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1164 0,1120 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1165 0,1050 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1166 0,1260 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1172 B 0,0753 Brouwers-Verhees 511a 2 Achel A 1173 0,4750 Brouwers-Verhees 511a 2 Achel A 1174 0,2160 Brouwers-Verhees 511a 2 Achel A 1175 0,2850 Brouwers-Verhees 511a 2 Achel A 1175 /2 0,0290 Brouwers-Verhees 511a 2 Achel A 1176 A 0,0030 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1176 B 0,5120 Brouwers-Verhees 512a 2 Achel A 1177 0,2490 Brouwers-Verhees 512a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 15

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 1179 0,4410 Brouwers-Verhees 510a 2 Achel A 1180 3,9040 KULeuven 521a 2 Achel A 1181 B 0,2690 Brouwers-Verhees 520a 2 Achel A 1181 C 0,9000 Ruud Van der Heijden 520a 2 Achel A 1181 D 0,0036 Ruud Van der Heijden 520a 2 Achel A 1182 0,8340 KULeuven 522a 2 Achel A 1183 1,0250 KULeuven 522a 2 Achel A 1184 1,9070 KULeuven 523a 2 Achel A 1273 H 3 0,1692 Wies Jacobs 519a 2 Achel A 1273 K 3 0,3116 Wies Jacobs 519a 2 Achel A 1273 L 3 0,0082 Wies jacobs 519a 2 Achel A 1273 M 3 0,0300 Wies Jacobs 519b 2 Achel A 1273 R 3 0,3375 Wies Jacobs 519a 2 Achel A 1273 X 4 0,0008 Wies Jacobs 519a Bosplaats Binnenheide 2 Achel A 5 A 10 0,8460 Stad Hamont-Achel 102a 2 Achel A 5 B 9 1,1710 Stad Hamont-Achel 110a 2 Achel A 5 B 10 0,2870 Stad Hamont-Achel 101a 2 Achel A 5 C 9 0,6530 Stad Hamont-Achel 110a 2 Achel A 5 C 10 1,1000 Stad Hamont-Achel 101c 2 Achel A 5 C 44 1,9285 Stad Hamont-Achel 109a 2 Achel A 5 D 9 0,6470 Stad Hamont-Achel 109a 2 Achel A 5 D 10 0,8460 Stad Hamont-Achel 102a 2 Achel A 5 D 44 1,4415 Stad Hamont-Achel 108a 2 Achel A 5 D 47 1,2589 Stad Hamont-Achel 104a, 105a 2 Achel A 5 E 9 1,0210 Stad Hamont-Achel 109a 2 Achel A 5 E 10 1,4040 Stad Hamont-Achel 103b 2 Achel A 5 E 44 1,0686 Stad Hamont-Achel 108a 2 Achel A 5 F 10 1,2470 Stad Hamont-Achel 103b 2 Achel A 5 G 10 0,5340 Stad Hamont-Achel 102b 2 Achel A 5 H 9 1,0000 Stad Hamont-Achel 108a 2 Achel A 5 H 10 0,9250 Stad Hamont-Achel 101b 2 Achel A 5 K 8 1,0150 Stad Hamont-Achel 104a, 105a 2 Achel A 5 K 9 0,6830 Stad Hamont-Achel 107a 2 Achel A 5 L 8 1,8000 Stad Hamont-Achel 104a, 105a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 16

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 5 L 9 0,9430 Stad Hamont-Achel 107a 2 Achel A 5 L 41 0,7220 Stad Hamont-Achel 108a 2 Achel A 5 M 9 1,4580 Stad Hamont-Achel 107a 2 Achel A 5 M 41 1,8160 Stad Hamont-Achel 106a 2 Achel A 5 N 9 1,3760 Stad Hamont-Achel 106a 2 Achel A 5 N 41 0,8780 Stad Hamont-Achel 106a 2 Achel A 5 P 9 1,0620 Stad Hamont-Achel 106a 2 Achel A 5 P 41 0,2600 Stad Hamont-Achel 104a 2 Achel A 5 R 41 1,1539 Stad Hamont-Achel 107a 2 Achel A 5 S 9 1,2670 Stad Hamont-Achel 104a, 105a 2 Achel A 5 T 9 0,0490 Stad Hamont-Achel 104a 2 Achel A 5 V 9 1,3670 Stad Hamont-Achel 104a 2 Achel A 5 V 45 5,0843 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 5 W 9 1,5210 Stad Hamont-Achel 105a 2 Achel A 5 W 45 1,7106 Stad Hamont-Achel 110a 2 Achel A 5 Y 9 1,1680 Stad Hamont-Achel 103a 2 Achel A 5 Z 9 0,9950 Stad Hamont-Achel 103b 2 Achel A 911 0,1550 Theo Schuurmans 127a 2 Achel A 912 0,0770 Theo Schuurmans 127a 2 Achel A 913 0,3100 Stad Hamont-Achel 120b 2 Achel A 914 B 2 1,9481 Stad Hamont-Achel 119a 2 Achel A 914 D 2 0,1343 Stad Hamont-Achel 120b 2 Achel A 914 E 2 1,5895 Stad Hamont-Achel 120c, 120a 2 Achel A 914 L 0,7770 Stad Hamont-Achel 117a 2 Achel A 914 M 0,2250 Stad Hamont-Achel 117a 2 Achel A 914 N 2,6500 Stad Hamont-Achel 117a 2 Achel A 914 P 1,3330 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 914 R 0,4200 Stad Hamont-Achel 118a 2 Achel A 914 S 0,7300 Stad Hamont-Achel 118a 2 Achel A 914 T 2,1040 Stad Hamont-Achel 120a 2 Achel A 914 V 0,2680 Stad Hamont-Achel 117a 2 Achel A 914 Z 0,2680 Stad Hamont-Achel 119a 2 Achel A 915 3,8680 Stad Hamont-Achel 120a 2 Achel A 1067 A 3 3,1800 Stad Hamont-Achel 116a 2 Achel A 1067 N 2 5;0700 Stad Hamont-Achel 141a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 17

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 1067 P 2 5,4000 Stad Hamont-Achel 115a, 116a 2 Achel A 1067 R 2 2,3828 Stad Hamont-Achel 142a 2 Achel A 1067 S 2 2,4672 Stad Hamont-Achel 118a 2 Achel A 1067 T 0,2200 Stad Hamont-Achel 120d, 142a 2 Achel A 1067 V 0,2190 Stad Hamont-Achel 120a, 141a, 117a, 120c 2 Achel A 1067 Y 2 0,3700 Stad Hamont-Achel 115a 2 Achel A 1130 D 2,3460 Stad Hamont-Achel 141a 2 Achel A 1130 E 1,8870 Stad Hamont-Achel 143a 2 Achel A 1130 F 2,3360 Stad Hamont-Achel 113a, 113b 2 Achel A 1130 G 0,2450 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 1130 H 0,9320 Stad Hamont-Achel 144a 2 Achel A 1130 K 0,2130 Stad Hamont-Achel 143a 2 Achel A 1130 L 1,9210 Stad Hamont-Achel 144a 2 Achel A 1130 N 2,5540 Stad Hamont-Achel 112a 2 Achel A 1130 P 1,1960 Stad Hamont-Achel 111b 2 Achel A 1130 R 5,6260 Stad Hamont-Achel 111a, 111b, 111c 2 Achel A 1130 S 2,0490 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 1130 T 1,5060 Stad Hamont-Achel 114a 2 Achel A 1130 V 1,0590 Stad Hamont-Achel 144a 2 Achel A 1130 W 2,1920 Stad Hamont-Achel 112b, 112c 2 Achel A 1130 X 1,5140 Stad Hamont-Achel 113a Bosplaats Grevenbroek - Tomp 2 Achel A 594 A 0,4600 Nicole Allen 405a, 401a, 402a 2 Achel A 595 A 0,3880 Nicole Allen 401a, 402a 2 Achel A 596 A 1,4270 Nicole Allen 401a, 400a, 405a 2 Achel A 596 B 0,6600 Nicole Allen 401b 2 Achel A 629 B 1,6300 Nicole Allen 403a, 404a, 400a 2 Achel A 630 B 0,4800 Nicole Allen 405a, 402a, 403a 2 Achel A 631 A 0,8990 Nicole Allen 404b, 405a, 400a 2 Achel A 632 A 0,5460 Vennootschap 'De Tomp' 423a 2 Achel A 633 0,5270 Vennootschap 'De Tomp' 422a 2 Achel A 634 A 0,1830 Vennootschap 'De Tomp' 422a, 423a 2 Achel A 634 B 0,7600 Vennootschap 'De Tomp' 422a 2 Achel A 635 0,4620 Vennootschap 'De Tomp' 421a, 422a 2 Achel A 636 0,5950 Vennootschap 'De Tomp' 422a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 18

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 637 0,9890 Vennootschap 'De Tomp' 421a 2 Achel A 638 0,9670 Vennootschap 'De Tomp' 421a 2 Achel A 639 1,2420 Vennootschap 'De Tomp' 421a 2 Achel A 640 0,3220 Vennootschap 'De Tomp' 420a 2 Achel A 641 0,1600 Vennootschap 'De Tomp' 418a, 416a 2 Achel A 642 0,1640 Vennootschap 'De Tomp' 418a, 416a, 415a 2 Achel A 643 0,1480 Vennootschap 'De Tomp' 416a, 415a, 418a 2 Achel A 644 0,2180 Vennootschap 'De Tomp' 418a 2 Achel A 645 A 1,5100 Vennootschap 'De Tomp' 418a, 416a, 415a, 408a 2 Achel A 646 0,2830 Vennootschap 'De Tomp' 420a 2 Achel A 647 A 0,1750 Vennootschap 'De Tomp' 420a 2 Achel A 648 0,4520 Vennootschap 'De Tomp' 420a 2 Achel A 649 0,1300 Vennootschap 'De Tomp' 420a 2 Achel A 650 0,0760 Vennootschap 'De Tomp' 420a 2 Achel A 651 0,3540 Vennootschap 'De Tomp' 420a 2 Achel A 652 0,6300 Vennootschap 'De Tomp' 420a 2 Achel A 653 A 0,5270 Vennootschap 'De Tomp' 421a 2 Achel A 655 A 0,2870 Vennootschap 'De Tomp' 421a 2 Achel A 656 A 0,3220 Vennootschap 'De Tomp' 421a 2 Achel A 657 A 0,2600 Vennootschap 'De Tomp' 424a 2 Achel A 658 D 1,5020 Vennootschap 'De Tomp' 424a 2 Achel A 658 E 0,2270 Vennootschap 'De Tomp' 424a 2 Achel A 659 B 0,4630 Vennootschap 'De Tomp' 424a 2 Achel A 660 B 1,4290 Vennootschap 'De Tomp' 424a 2 Achel A 661 B 0,1545 Vennootschap 'De Tomp' 408a 2 Achel A 663 A 0,6890 Vennootschap 'De Tomp' 407a 2 Achel A 664 C 0,1170 Vennootschap 'De Tomp' 408a 2 Achel A 664 D 0,2360 Vennootschap 'De Tomp' 408a Jaak Janssen- 425a, 426a, 427a, 428a, 2 Achel A 678 B deel 4,0300 Vandeweyer 429a, 430a 2 Achel A 681 C 0,0013 Stad Hamont-Achel 501a 2 Achel A 682 A 0,7460 Stad Hamont-Achel 501a 2 Achel A 684 A 0,6115 Vennootschap ‘De Tomp’ 411a 2 Achel A 694 B 0,2180 Vennootschap 'De Tomp' 410a 2 Achel A 694 C 1,0260 Vennootschap 'De Tomp' 410a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 19

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 694 E 0,0500 Vennootschap 'De Tomp' 410a 2 Achel A 694 F 0,4119 Vennootschap 'De Tomp' 411a 2 Achel A 694 G 0,0125 Vennootschap 'De Tomp' 411a 2 Achel A 694 H 0,2090 Vennootschap 'De Tomp' 411a, 410a 2 Achel A 694 K 0,0800 Vennootschap 'De Tomp' 410a 2 Achel A 695 A 17,2370 Vennootschap 'De Tomp' 412a,414a, 412b, 415a 2 Achel A 706 0,1750 Vennootschap 'De Tomp' 414a 2 Achel A 714 A 0,9900 Vennootschap 'De Tomp' 417a 2 Achel A 715 A 0,0640 Vennootschap 'De Tomp' 412a 2 Achel A 716 0,1960 Vennootschap 'De Tomp' 409a 2 Achel A 717 0,3320 Vennootschap 'De Tomp' 409a 2 Achel A 718 0,3210 Vennootschap 'De Tomp' 409a 2 Achel A 719 0,4350 Vennootschap 'De Tomp' 408a, 415a, 417a 2 Achel A 720 0,7010 Vennootschap 'De Tomp' 408a 2 Achel A 722 0,3160 Vennootschap 'De Tomp' 408a, 415a 2 Achel A 723 0,6920 Vennootschap 'De Tomp' 415a, 408a 2 Achel A 724 0,1850 Vennootschap 'De Tomp' 416a, 415a 2 Achel A 725 0,1850 Vennootschap 'De Tomp' 416a, 415a, 418a 2 Achel A 726 0,1510 Vennootschap 'De Tomp' 415a, 416a 2 Achel A 727 0,1510 Vennootschap 'De Tomp' 416a, 415a, 418a 2 Achel A 728 A 4,8780 Vennootschap 'De Tomp' 415a 2 Achel A 734 0,0740 Vennootschap 'De Tomp' 413a 2 Achel A 743 A 2,5350 Nicole Allen 437a, 438a, 436a 2 Achel A 749 A 0,3970 Nicole Allen 435a 2 Achel A 750 A 0,9120 Nicole Allen 435a, 435b 2 Achel A 754 0,2990 Nicole Allen 435a, 434d 2 Achel A 755 0,1430 Nicole Allen 435a 2 Achel A 756 0,3620 Nicole Allen 435a, 436a 438b, 437a, 436a, 432a, 2 Achel A 757 A 2,1360 Nicole Allen 431b, 438a, 415a 432b, 431a, 432a, 431b, 2 Achel A 760 A 1,3440 Nicole Allen 433b, 433a 2 Achel A 766 0,2670 Nicole Allen 433b, 434c,432a 2 Achel A 767 0,1330 Nicole Allen 433b, 434c, 435a 2 Achel A 768 0,1340 Nicole Allen 435a, 434c, 434b 2 Achel A 770 0,0600 Nicole Allen 433a, 433b

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 20

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 774 A 0,3790 Nicole Allen 433a, 433b, 434a, 434c 2 Achel A 775 0,1370 Nicole Allen 433a, 434a, 432b 2 Achel A 777 A 0,4090 Nicole Allen 433a, 432b 2 Achel A 779 A 0,3920 Nicole Allen 432b, 433a, 431a 2 Achel A 779 B 1,0000 Nicole Allen 405a 434a, 434d, 434b, 434c, 2 Achel A 782 A 1,0410 Nicole Allen 433a 2 Achel A 783 B 0,1460 Nicole Allen 434a, 434d, 434b 2 Achel A 784 B 0,4500 Nicole Allen 434a, 434b 2 Achel A 785 D 0,1870 Nicole Allen 434a 2 Achel A 786 C 0,4610 Nicole Allen 434a 2 Achel A 797 B 0,4600 Nicole Allen 434a 2 Achel A 845 A 1,1335 Lauwers-Didden 406a 2 Achel A 854 0,0130 Nicole Allen 435b 2 Achel A 859 /2 0,0070 Nicole Allen 440a 2 Achel A 860 /2 0,0030 Nicole Allen 440a 2 Achel A 861 0,4080 Nicole Allen 440a 2 Achel A 865 0,1850 Nicole Allen 439a 2 Achel A 869 0,6100 Nicole Allen 439a 2 Achel A 870 0,0600 Nicole Allen 439a 2 Achel A 871 0,0710 Nicole Allen 439a 2 Achel A 875 A 0,9440 Nicole Allen 439a Bosplaats Haarterheide - Zonberg 1 Hamont A 61 A 4 0,3555 Stad Hamont-Achel 325b 1 Hamont A 61 T 3 1,1636 Stad Hamont-Achel 325a 1 Hamont A 61 V 3 0,1224 Stad Hamont-Achel 325a 1 Hamont A 61 W 3 1,6264 Stad Hamont-Achel 325a 1 Hamont A 61 Y 3 1,8071 Stad Hamont-Achel 325a 1 Hamont A 61 Z 3 0,0769 Stad Hamont-Achel 325a 1 Hamont A 114 A 0,7180 Adriaan Emmers 350a 1 Hamont E 81 C 4 0,5650 Stad Hamont-Achel 319b 1 Hamont E 81 D 3 2,2040 Stad Hamont-Achel 323a 1 Hamont E 81 E 3 0,0640 Stad Hamont-Achel 323b 1 Hamont E 81 E 5 1,8840 Stad Hamont-Achel 319a 1 Hamont E 81 F 3 1,3370 Stad Hamont-Achel 323a, 323b

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 21

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 1 Hamont E 81 F 5 0,5050 Stad Hamont-Achel 335a 1 Hamont E 81 G 3 2,2116 Stad Hamont-Achel 323a 1 Hamont E 81 G 4 1,0225 Kerkfabriek St-Laurentius 347a 1 Hamont E 81 G 5 0,1250 Stad Hamont-Achel 323b 1 Hamont E 81 H 1,9290 Vlaams Gewest 345a 1 Hamont E 81 H 3 2,9860 Stad Hamont-Achel 322a 1 Hamont E 81 K 2,0000 Vlaams Gewest 344a 1 Hamont E 81 K 4 0,9086 Kerkfabriek St-Laurentius 346a 1 Hamont E 81 K 5 1,1925 Stad Hamont-Achel 322a 1 Hamont E 81 L 1,0000 Vlaams Gewest 344a 1 Hamont E 81 L 3 3,6175 Stad Hamont-Achel 327a 1 Hamont E 81 L 5 0,0485 Stad Hamont-Achel 328a 1 Hamont E 81 L 6 1,7368 Stad Hamont-Achel 324a 1 Hamont E 81 M 2,0000 Vlaams Gewest 344a 1 Hamont E 81 M 4 5,9867 Stad Hamont-Achel 329a, 330a, 331a 1 Hamont E 81 M 5 0,8060 Stad Hamont-Achel 336b 1 Hamont E 81 M 6 1,8164 Stad Hamont-Achel 324a 1 Hamont E 81 N 0,9570 Vlaams Gewest 344a 1 Hamont E 81 N 4 3,1108 Stad Hamont-Achel 329a, 330a, 331a 1 Hamont E 81 N 6 1,5564 Stad Hamont-Achel 324a 1 Hamont E 81 P 2 4,9950 Stad Hamont-Achel 320a 1 Hamont E 81 R 2 1,5900 Stad Hamont-Achel 323b 1 Hamont E 81 R 4 6,6839 Stad Hamont-Achel 328a, 330a, 331a 1 Hamont E 81 R 6 6,6998 Stad Hamont-Achel weg 1 Hamont E 81 S 2 0,1770 Stad Hamont-Achel 323a 1 Hamont E 81 S 6 2,4920 Stad Hamont-Achel 326a 1 Hamont E 81 T 6 5,5077 Stad Hamont-Achel 335a 1 Hamont E 81 V 6,8150 Stad Hamont-Achel 334a 1 Hamont E 81 W 0,5320 Stad Hamont-Achel 334a 1 Hamont E 81 X 5,9900 Stad Hamont-Achel 333a 1 Hamont E 81 Y 0,4950 Stad Hamont-Achel 333a 341a, 242a, 342b, 343b, 1 Hamont E 81 Y 4 35,7822 Stad Hamont-Achel 343a, 340a, 339a, 338a, 337a, 336a, 336b Stad Hamont-Achel 336a, 337a, 338a, 339a, 1 Hamont E 81 Y 6 9,0480 (bomen) 339b

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 22

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 1 Hamont E 81 Z 5,6500 Stad Hamont-Achel 332a 1 Hamont E 81 Z 3 0,5000 Vlaams Gewest 344a 2 Achel A 879 B 0,6290 Stad Hamont-Achel 316a 2 Achel A 879 D 0,3100 Stad Hamont-Achel 313a 2 Achel A 879 E 0,4700 Stad Hamont-Achel 316a 2 Achel A 883 D 0,1330 Stad Hamont-Achel 313a 2 Achel A 887 E 3,1320 Stad Hamont-Achel 304a 2 Achel A 889 K 0,3502 Gui Daemen 349a 2 Achel A 889 L 0,0096 Gui Daemen 349a 2 Achel A 1335 A 2 0,4730 Stad Hamont-Achel 313a 2 Achel A 1335 A 4 2,7280 Stad Hamont-Achel 308a, 311a 2 Achel A 1335 B 0,1090 Stad Hamont-Achel 346a 2 Achel A 1335 B 2 0,1310 Stad Hamont-Achel 313a 2 Achel A 1335 C 2 1,1420 Stad Hamont-Achel 313a 2 Achel A 1335 C 4 1,4716 Stad Hamont-Achel 305a 2 Achel A 1335 D 2 0,1130 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 1335 D 4 0,1776 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 1335 E 2 1,3600 Stad Hamont-Achel 317a 2 Achel A 1335 E 4 2,6917 Stad Hamont-Achel 305b 2 Achel A 1335 F 2 1,8000 Stad Hamont-Achel 317a 2 Achel A 1335 F 4 8,4198 Stad Hamont-Achel 303a, 302a, 301c 2 Achel A 1335 G 3 0,1615 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 1335 H 3 0,6460 Stad Hamont-Achel 318a 2 Achel A 1335 K 2 1,5050 Stad Hamont-Achel weg 2 Achel A 1335 K 3 0,6650 Stad Hamont-Achel 308a 2 Achel A 1335 K 4 2,0100 Stad Hamont-Achel 306a 2 Achel A 1335 L 3 2,8150 Stad Hamont-Achel 315a 2 Achel A 1335 L 4 2,9947 Stad Hamont-Achel 307a, 310a 2 Achel A 1335 M 2 0,5800 Stad Hamont-Achel 311a 2 Achel A 1335 M 3 0,4455 Kerkfabriek St-Laurentius 348a 2 Achel A 1335 M 4 deel 0,2468 Stad Hamont-Achel 307a 2 Achel A 1335 N 2 0,5800 Stad Hamont-Achel 310a 2 Achel A 1335 P 2 1,4750 Stad Hamont-Achel 311a 2 Achel A 1335 R 2 2,3950 Stad Hamont-Achel 314a, 318a 2 Achel A 1335 Y 3 1,4250 Stad Hamont-Achel 310a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 23

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel A 1335 Z 3 2,3450 Stad Hamont-Achel 314a 2 Achel A 1336 B 5,6770 Stad Hamont-Achel 315a, 312a 2 Achel A 1336 C 3,1200 Stad Hamont-Achel 309a, 312a Bosplaats Kiekuit 1 Hamont E 326 F 0,6840 Stad Hamont-Achel 351a 1 Hamont E 326 T 1,3288 Jaak Stuyven 352a 1 Hamont D 507 C 1,4909 Familie Schoemans 354a 1 Hamont D 507 D 0,4650 Familie Schoemans 354a 1 Hamont D 510 D 0,9390 Familie Schoemans 353a 1 Hamont D 511 A 0,8348 Familie Schoemans 353a Bosplaats Pastoorsbos 1 Hamont D 512 G 4 1,1000 Jaak Nijs 15a 2 Achel C 1035 F 1,6877 Vlaams Gewest 1a 2 Achel C 1035 G 3,0976 Vlaams Gewest 2a, 2b 2 Achel C 1035 H 4,1681 Vlaams Gewest 3a, 4a 2 Achel C 1035 K 0,4996 Vlaams Gewest 4b 2 Achel C 1055 0,1360 Cox-Hendrix 16a 2 Achel C 1056 0,0320 Cox-Hendrix 16a 2 Achel C 1059 A 0,5460 OCMW Neerpelt 14a 2 Achel C 1081 C 0,3980 Vlaams Gewest 4a, 4b 2 Achel C 1084 /2 0,2770 Vlaams Gewest 6a 2 Achel C 1084 H 0,2820 Vlaams Gewest weg 2 Achel C 1084 K 0,0540 Vlaams Gewest 4a, 5a, 5b 2 Achel C 1084 V 2,2562 Vlaams Gewest 4a 2 Achel C 1084 W 4,7048 Vlaams Gewest 5a, 5b, 6a 2 Achel C 1084 X 0,0860 Vlaams Gewest 4a, 5a, 5b 2 Achel C 1084 Y 0,3010 Vlaams Gewest 4b 2 Achel C 1085 D 0,2900 Vlaams Gewest weg 2 Achel C 1085 E 8,5939 Vlaams Gewest 9a, 8a, 8b, 8c, 7b 2 Achel C 1085 K 1,3909 Vlaams Gewest 7a, 7b 2 Achel C 1085 L 0,5212 Vlaams Gewest 12a 2 Achel C 1085 M 9,9840 Vlaams Gewest 10b, 10c, 11a, 11b, 10a 2 Achel C 1086 B 0,2900 Vlaams Gewest 12a 2 Achel C 1086 D 0,4182 Vlaams Gewest 12a 2 Achel C 1086 E 0,0638 Vlaams Gewest 12a

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 24

Afdeling Sectie Grondnr Exp Macht Bisnr. Opp. (ha) Eigenaar Bestandsnummers 2 Achel C 1088 B 0,7431 Vlaams Gewest 12c 2 Achel C 1088 C 0,1803 Vlaams Gewest 12a 2 Achel C 1090 C 0,5052 Vlaams Gewest 12b, 12a 2 Achel C 1090 D 0,0932 Vlaams Gewest 12a 2 Achel C 1094 B 0,3000 Vlaams Gewest 12a 2 Achel C 1094 C 0,1010 Vlaams Gewest 12a

1.4 SITUATIEPLAN

Figuur 1 situeert de ligging van het bos op de topografische kaart. Figuur 9 geeft de deelnemende bospercelen binnen Bosentiteit I en de omliggende bos- en natuurgebieden weer terwijl Figuur 10 de ligging van de bospercelen weergeeft op de orthografisch gecorrigeerde luchtfoto.

1.5 SITUERING

1.5.1 ALGEMEEN

1.5.1.1 BESCHRIJVING

Het gebied ligt in de vallei van de Warmbeek, ten oosten van de dorpskern van Achel. Het is een vlak landschap dat zich uitstrekt vanaf de Belgisch-Nederlandse grens tot aan de “Quatres Bras” en haar noordelijk en oostelijke arm.

Binnen de perimeter is het belangrijkste structuurbepalend element de beekvallei van de Warmbeek. Deze beek vindt haar oorsprong op het Kempisch plateau en stroomt in noordelijke richting naar de Maas. De beekvallei bestaat uit voor- malige hooilanden en bevloeiingssystemen die, vaak na een periode van populierenteelt, - door de mens of spontaan – omgevormd werden naar voor de Kempen rijkere gemengde bostypes. Het bevloeien met basenrijk kanaalwater heeft er immers voor gezorgd dat de vallei zelf haar schrale en vooral haar zure karakter in min of meerdere mate verloren heeft. Op de valleiflanken werden in de afgelopen eeuwen de heidevelden omgezet naar naaldbossen.

De beek kent een bijzonder klein verval waardoor deze zone van nature erg vochtig is. Vandaar dat de ruime omgeving van de perimeter al eeuwen gekend is onder de naam Grevenbroek (broek = natte gebieden (vb. hooilanden)). Dit Grevenbroek is lange periode een heerlijkheid van het Prinsbisdom Luik geweest.

Het gaat om een historisch-archeologisch zeer rijk gebied met o.a. de site De Tomp, de ruïneresten van het Waaggebouw, een belangrijke archeologische site met grafheuvel (Metaaltijd - Romeinse tijd - Muntschat). Daarnaast zijn er verschillende cultuurhistorische erfgoedwaarden aanwezig:

• Grote intacte vloeiweide langs de Warmbeek, • Grote oppervlakten historisch stabiele percelering rondom Broekkant, Heikant en rondom het Kasteel van Beverbeek en de Achelse Kluis, • Kleine, verspreide Ferrarisbosjes, • Akkercomplex op plaggenbodems ten zuidoosten van Achel en rondom het Kasteel van Beverbeek, • Uitgestrekte oppervlakte Vandermaelenbos te Rozendaal, • Op de de Ferrariskaart goed herkenbaar oud landbouwcomplex met dreven "Beverbeek" (“Hever- beek” op de kaart van de Ferraris),

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 25

• Klooster Achelse kluis op de grens (“Hermitage de Achel” op de kaart van de Ferraris), • Kruisherenklooster (“Couvent Catherinendael” op de kaart van de Ferraris) bij Achel centrum

Naast een hoge landschappelijk-historische waarde, bezit het gebied ook een hoge ecologische en recreatieve waarde. Het is opvallend dat de de eigendomsstructur hier amper versnipperd is, daar de meeste bossen binnen de perimeter (ook de privé-bossen) deel uitmaken van grote domeinen.

1.5.1.2 ADMINISTRATIEF

Administratief gezien liggen de bestanden van “Bosentiteit 1 Hamont-Achel” in:

Provincie Limburg Arrondissement Maaseik Stad Hamont-Achel

Het beheer en de opmaak van het beheerplan berusten bij verschillende instanties, afhankelijk van de eigendomssituatie. Voor de bestanden in eigendom van het Vlaamse Gewest en de Stad Hamont-Achel ligt het beheer bij het Agentschap voor Natuur en Bos, afdeling bos van het Vlaamse Gewest. Voor de bossen in eigendom van de KULeuven verzorgt het Laboratorium voor Bos, Natuur en Landschap van de KUL o.l.v. professor Bart Muys het bosbeheer in samenwerking met de Bosgroep. De bosgroep Noord-Oost-Limburg tenslotte begeleidt daarnaast de overige privé-eigenaars bij het beheer van hun bestanden. Uiteraard blijven zij zelf de finale beheerder (contactadres zie Tabel 1). De bosgroep neemt geen beheer over, maar geeft niet bindend advies. Tabel 4 bevat de contactgegevens van de verschillende beheerders.

Tabel 4: Overzicht van de beheerders/adviseurs voor verschillende bossen in de bosentiteit (de privé-eigendommen worden door de respectievelijke privé-eigenaars beheerd (Tabel 1)

Instaties Stad Hamont-Achel en Vlaamse KUL Bosgroep Gewest

Agentschap voor Natuur en Bos Afdeling Bos, Natuur en Bosbeheer Bosgroep Noord-Oost Limburg Houtvesterij Bree Landschap

Ter rivierenwal 9A Celestijnelaan 200E Universiteitslaan 1 Adres 3960 Bree 3001 Leuven 3500 Hasselt tel. 089 46 21 31 tel: 016 32 97 38 tel: 011 23 83 24

Contactpersoon ir. Gui Winters Eric Van Beek ir. An Pierson

Boswachterij Hamont-Achel Boswachter Erwin Van Briel Rerum Novarumstraat 23 3530 Houthalen-Helchteren tel. 011 60 13 73 GSM: 0499 59 33 02

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 26

1.5.1.3 GEOGRAFISCH

Het geografische midden van de bospercelen gelegen in Bosentiteit I wordt weergegeven in Tabel 5.

Tabel 5 Centrale xy-coördinaten van Bosentiteit I

X Y Bospercelen 229 234 218 976

De topografische kaartbladen van het NGI voor deze bosentiteit zijn:

ƒ Topografische kaart NGI: 10-5 ƒ Topografische kaart NGI: 18-1

De bosentiteit is volledig gelegen in 4 UTM-5 hokken, namelijk:

ƒ FS78A ƒ FS78B ƒ FS78C ƒ FS78D

1.5.2 RELATIE MET ANDERE GROENE DOMEINEN

Uiteraard staat een bosentiteit niet op zich. Zowel ruimtelijk-landschappelijk als recreatief maar ook ecologisch staan bos- en natuurgebieden in verbinding met hun omgeving. In volgende twee paragrafen wordt deze verbondenheid kort besproken. De plekken waarnaar verwezen wordt zijn terug te vinden in Figuur 9.

1.5.2.1 VALLEI VAN DE WARMBEEK ALGEMEEN

De Warmbeek en haar zijbeken stromen binnen de perimeter niet enkel in bos dat deelneemt aan het beheerplan maar stromen ook door bossen die geen deel uitmaken van het beheerplan en open zones met vaak hoge natuurwaarde. De beek speelt voor een aantal van deze natuurwaarden een belangrijke verbindende rol. Een mooi voorbeeld hiervan is de Weidebeekjuffer.

In het stroomgebied van de beek zijn er binnen, maar ook buiten de perimeter van deze bosentiteit een aantal reservaatprojecten in de meest waardevolle zones van de beek:

ƒ Vallei van de Warmbeek (LiLa): Onder andere de Limburgs Landschap vzw tracht de natuurwaarden in deze vallei te vrijwaren, zowel binnen de perimeter als erbuiten. Op dit moment beheren ze reeds 35 ha (slechts gedeeltelijk binnen de perimeter). Dit zijn in hoofdzaak oude populierenbestanden en oude vloeiweides. De vzw streeft hier naar een gevarieerd halfopen landschap, naar natuurlijke bostypes en naar herstel van een aantal van de oude vloeiweidesystemen. ƒ Achelse Kluis en vallei van de Warmbeek: naast bossen beheert het ANB ook een 50-tal hectaren natuurgebied binnen de perimeter van dit BBP. Een belangrijk deel van deze 50 ha ligt langs Warmbeek in de omgeving van de Achelse Kluis. Daarnaast liggen er enkele hectare heide in de bosplaats Noordelijke duinen- en vennengordel en een terrein langs de Warmbeek in de buurt van de Bever, ten zuiden van de toeristische weg.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 27

1.5.2.2 WATERINGEN

In de ruime omgeving bevinden zich verschillende oude wateringen. Deze oude bevloeiingssystemen werden midden 19e eeuw aangelegd om de arme Kempense bodem te verrijken met basenrijk kanaalwater, afkomstig van het Maas- bekken, opdat de arme Kempense bodem meer voedselrijk hooi zou produceren. Deze bevloeiingen zorgden voor een zeer atypische vegetatie op de arme Kempense zandbodems. Soorten als Herfsttijloos, Weideklokje, Penningkruid, enz. zijn soorten van basische bodemtypes die in de Kempen normaal gezien weinig voorkomen.

Deze wateringen werden de afgelopen 50 jaar veelal niet meer onderhouden. Hun oorspronkelijke doel (produceren van hoogwaardig hooi voor de cavalerie) verviel en daarmee dus ook hun intensieve beheer (openhouden van de bevloeiingssloten en jaarlijks tot driemaal toe maaien). De meeste wateringen werden opgeplant met populieren opdat de terreinen terug een economische waarde zouden krijgen. Op een aantal plaatsen werden deze bevloeiingssystemen hersteld (Vloeiweiden in Kolonie, een perceel in Lozerheide en recent ook een terrein door de Limburgs Landschap vzw in de Warmbeekvallei, maar net buiten de perimeter van dit beheerplan.

De Watering Loozerheide is zo’n oud bevloeiingssysteem dat het Agentschap voor Natuur en Bos, houtvesterij Bree, momenteel als domeinbos beheert. De bostypes van Loozerheide komen in de Kempen weinig voor.

1.5.2.3 DOMEIN DE L’ESCAILLE

Een privé-domein van meer dan 100 ha. Bossen, landbouwgronden en natte terreinen. Onder andere voor watervogels is dit een waardevol gebied, vergelijkbaar met de Tomp en omgeving.

1.5.2.4 HAGEVEN (NP)

Het Hageven is één van Vlaanderens eerste particuliere natuurreservaten (Natuurpunt). Het is een erg gevarieerd land- schap en sluit aan op de Plateaux in Nederland. Dit grensoverschrijdende natuurgebied heeft een totale oppervlakte van meer dan 500 ha. 215 ha daarvan liggen in Vlaanderen. Op deze oppervlakte vindt men ongeveer alle Kempense landschapstypes terug: droge en natte heides met vennen, naald- en loofbossen, vijvers met rietkragen, vloeiweiden, graslanden, akkers, enz.. In 2006 startten Natuurpunt en Natuurmonumenten in respectievelijk het Vlaamse en het Nederlandse deel met de aanleg van vennen in dit grensoverschrijdende natuurgebied. Deze natuurinrichting maakt deel uit van het Life-project , de rivier die door het Hageven stroomt.

1.5.2.5 BUITENHEIDE (NP)

De Buitenheide is een landbouwgebied dat nog enkele kleinschalige kenmerken bezit. Het is rijk aan KLE’s (Kleine Landschapselementen) en vogelsoorten. Hier beheert Natuurpunt 4 ha, een weideperceel waarin een grote poel ligt. De Buitenheide was vroeger rijk aan weidevogels, momenteel enkel nog voor Scholekster en Kievit.

1.5.2.6 LEENDERBOS

Net over de grens, grenzend aan bosplaats Noordelijke duinen- en vennengordel, bevindt zich een uitgestrekt natuurgebied gekend als de Leenderheide of het Leenderbos. Het gaat om een gemengd landschap van heide en naaldbossen over een oppervlakte van 2400 ha. Het gebied wordt beheerd door Staatsbosbeheer, de Nederlandse verzelfstandigde beheerinstantie voor bos en natuur. Deze bosentiteit sluit aan bij de Noordelijke duinen- en vennengordel.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 28

1.5.3 RECREATIE

1.5.3.1 INDIVIDUELE RECREANT

Het eerste wat opvalt over het gebied is dat het gaat om een relatief massief complex van grote bossen. Binnen de perimeter vindt men deze “centrale groene long van de gemeente”, zoals ze genoemd wordt in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Hamont-Achel, zeer mooi terug. Daarrond bevinden zich de landbouwzones.

De “groene long” is vanuit alle richtingen tamelijk goed ontsloten (ook recreatief), maar de centrale zone laat doorgaand verkeer moeilijk toe. Dit heeft tot gevolg dat de identiteit van het bos veel duidelijker is: “Daar ligt het bos” . Uitzondering hierop is de Beverbekerdijk – Beverbeek. Deze weg loopt door het complex. Op zich vormt dit geen probleem.

Concreet betekent dit dat de inwoners van de regio het boscomplex dan ook echt zien als een boscomplex en dat ze het complex bewust gebruiken om er te gaan wandelen/recreëren.

Binnen het deel over de ‘Toeristisch-recreatieve structuur’ in het Ruimtelijk Structuurplan Hamont-Achel wordt melding gemaakt van heel wat mogelijkheden voor zachte recreatie. Zo zijn er acht fietsroutes uitgestippeld, met zes relatief korte (30 tot 45 kilometer) lussen en twee lange routes. Van deze laatste gaat ‘LF11’ langs en ‘Fietsroutenetwerk Noord- Limburg’ door het gebied. Als meest opmerkelijke wandelroute wordt de ‘GR-562: -Lanaken’ van 89 km vermeld, en de Warmbeekvallei als belangrijkste intensief wandelgebied. Verder zijn er verschillende ruiterpaden aanwezig, waaronder de grensoverschrijdende route ‘rondom de Dommel’ die Hamont-Achel doorkruist in de Warmbeekvallei. De infrastructuur is goed tot zeer goed, zowel qua basis als qua onderhoud: bij wijze van voorbeeld wordt de kaart van de bewegwijzerde wandelwegen gegeven (Figuur 11). Helaas is ook hier (in hoofdzaak binnen het openbaar domein) het fervent gebruik van lawaaisporters (vooral motorcrossers) een groot probleem. De stad heeft voor het grootste deel van de openbare bossen en deze van de KULeuven binnen het gebied een toegankelijkheidsreglement (zie Figuur 19) opgesteld.

Qua bezienswaardigheden dienen ondermeer de Cisterciënzerabdij ‘Achelse Kluis’ en de torenburcht ‘De Tomp’ vermeld te worden.

Het boscomplex is goed bekend (zowel bij inwoners van de regio als deze daarbuiten) als een gebied waar je aangenaam kunt wandelen (goed bewegwijzerde paden, boswegen onderhouden (gemaaid)) met de nodige accommodatie (Bever, Achelse Kluis,…). Enkele deelgebieden zijn tot ver buiten de gemeentegrenzen bekend.

Een groot nadeel is echter dat het gebied geen naam heeft. We kunnen hier als voorbeeld het Nationaal Park Hoge Kempen vernoemen, een gebied dat zeker de eigenschappen heeft van een nationaal park, maar dat tot voor kort geen herkenbare naam (identiteit) had. Een meer aansprekende naam voor het boscomplex dan “Bosentiteit I” lijkt dan ook aangewezen.

1.5.3.2 GROEPSRECREATIE

Lokale jeugdbewegingen maken gebruik van het bos. Ze kiezen hier in hoofdzaak de meest dichtbijzijnde bospercelen uit om daar dan bosspelen en dergelijke te houden. Wanneer we op grotere schaal kijken naar de jeugdkampen, zien we dat Hamont-Achel ook voor niet-lokale jeugdbewegingen (zomerkampen) zeker niet onbelangrijk is. De stad heeft binnen haar grenzen wel enkele jeugdverblijven liggen, maar, zeker binnen de perimeter, kan men moeilijk van een concentratie van zulke jeugdverblijven spreken. Dit is goed te zien op een kaart uit het Ruimtelijk Structuurplan Limburg (Figuur 12).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 29

1.5.3.3 NTERACTIE MET DE OMGEVING WAT BETREFT RECREATIE

Naast de Achelse kluis, de Tomp en de bossen in de omgeving, is ook domeinbos Lozerheide en het gebied Leenderbos heel bekend. De recreanten komen, meestal in het weekend, vaak van relatief ver omwille van verschillende redenen. Zo zijn er in de ruime omgeving (straal 5-10 km) immers relatief weinig openbare, toegankelijke en vooral gekende bossen op Vlaams grondgebied (over de grens zijn die er wel). Wanneer we de kaart van de Vlaamse boskartering bekijken zien we in de omgeving van de perimeter slechts enkel grotere bossen (> 50 ha) (bijvoorbeeld de bossen van de Wittenberg). Deze bossen zijn daarenboven meestal weinig bekend. Deze onbekendheid is een standaardprobleem voor vele bossen in Vlaanderen, in het bijzonder in de Kempen en dan nog meer specifiek in de Limburgse Kempen. Dit probleem is voor een groot stuk terug te brengen op het “naambekendheidsprobleem”, zoals hierboven aangehaald.

Een tweede probleem, namelijk het niet toegankelijk zijn van bossen in de omgeving, is meer een eigendomsstatuutprobleem. Een eigenaar kan immers vrij beslissen om zijn bos al dan niet af te sluiten. Misschien dat de Bosgroepen hier op termijn, onder andere door middel van beheerplannen, een mentaliteitswijziging kunnen doorvoeren.

1.5.3.4 DE OCCASIONELE RECREANT

Tot deze groep behoren deelnemers aan georganiseerde activiteiten zoals oriëntatielopen, mountainbiketochten, wandelingen e.d.. Ze komen alleen in de Hamontse en Achelse bossen op vooraf vastgelegde dagen. Deze kunnen enkel plaatsvinden mits de inrichtende persoon of vereniging een machtiging van het bosbeheer heeft verkregen.

1.6 WEGEN EN WATERLOPEN

1.6.1 WEGEN

De perimeter voor deze bosentiteit wordt gevormd door de Sint-Odilialaan – Eind – Gen. Dempseylaan – Dorpsstraat – Thomas Watsonlaan, de Hamonterweg – Bosstraat – Burg – Budelpoort – Keunenlaan en de Belgisch-Nederlandse grens.

Binnen de perimeter zijn een aantal wegen in het kader van dit beheerplan erg belangrijk. Zo snijdt de Beverbeekdijk - Beverbeek zowel de Binnenheide als bosplaats Vallei van de Warmbeek en Rozendaal doormidden.

In het noorden aan de Kluis start de toeristische weg (officiële naam is Beverbeekse Heide). Deze weg loopt tussen de Noordelijke duinen- en vennengordel en Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek. De weg loopt zuidwaarts door en vormt voor een groot deel de oostelijke grens van bosplaatsen Rozendaal en Haarterheide - Zonberg tot op het kruispunt met de Nobelstraat. Hier neemt de Nobelstraat de afgrenzing van deze laatste bosplaats over totdat deze weg stopt op de Grote Haart. Vervolgens vormt de Grote Haart de zuidelijke afgrenzing van de Haarterheide – Zonberg tot aan de Wagerdijk. Iets verder komt de Grote Haart uit op de Orchideeënlaan. Deze laan vormt de noordelijke afgrenzing van het Pastoorsbos. Centraal door dit Pastoorsbos loopt de Militaire dijk. De Orchideeënlaan loopt enkele honderden meters verder op een kruispunt waarvan een tak verder Orchideeënlaan genoemd wordt en een andere tak de Slipstraat. Deze Slipstraat vormt de grens tussen de woonwijk Kolleberg en het oude Grevenbroek (bosplaats Grevenbroek –Tomp) met de domeinen van mevrouw Allen en meneer Lauwers.

De Slipstraat komt uit op de Molendijk die terug richting Haarterheide-Zonberg loopt en daar uitkomt op dezelfde Wagerdijk. Men kan echter de Molendijk ook links afslaan en De Bauwelkens inrijden die ons terugbrengen op de Beverbeekdijk ter hoogte van de Bever.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 30

Verder komen er in het onderzoeksgebied nog talrijke kleinere bospaden, verhard of niet verhard voor. Op Figuur 13 zijn alle wegen aangeduid met hun classificatie. Vooral in het centrale deel van de bosentiteit vormen de wegen een nogal ingewikkeld web van doodlopende en/of onverharde wegen.

1.6.2 WATERLOPEN

De Warmbeek is binnen de perimeter van dit beheerplan een beek van eerste categorie en stroomt vanuit Sint- Huibrechts-Lille in noordelijke richting naar de Nederlandse grens. Ze maakt deel uit van het Maasbekken. De beek stroomt (uiteraard) in haar eigen valleibedding en doorkruist dus de bosplaats Vallei van de Warmbeek. De beek heeft enkele zijbeken van tweede categorie, zoals de Vliet-Oude Beek (die langs het domein van de heer Janssen- Vandeweyer loopt en nog een klein zijloopje heeft (de Berginnerloop)) en de Beverbeekloop die als zijbeek van 2e categorie de Pastoorsbosbeek heeft. Het Pastoorsbos zelf heeft, net als de meeste oude wateringen, een specifiek afwateringssysteem (met onder- en bovensloten, zoeven, enz.). Vlak voor de Nederlandse grens stroomt de Prinsenloop in de Warmbeek (met als zijbeekjes de Roderijtloop en de Voortloop). Daarnaast heeft ze ook nog twee zijlopen van derde kategorie, namelijk de Stokkenloop en de Wagerheideloop.

Naast de Warmbeek stromen er binnnen de perimeter nog twee beekstelsels:

ƒ De Beverbeek loopt in hoofdzaak in de landbouwzone die loopt van Hamont naar het Elsbroek en verder. Het is een beek van derde categorie. De beek heeft een verbinding via de Beverbeekloop met het stelsel van de Warmbeek. Deze beek heeft nog twee zijbeken met een naam: de Walbeek en de Lookbeek. ƒ In het uiterste oosten van de perimeters stroomt de Erkbeek. Een beek van tweede (derde) categorie met als zijloop de Kattekuilbeek.

Zowel de Erkbeek als de Beverbeek monden uit in de Grote Aa die na rechtsreeks in de Dommel terechtkomt.

De meeste bossen zijn op de drogere delen van het landschap aangeplant (heide-ontginningen) en bezitten geen specifieke afwatering (het zijn eerder inzijgingsgebieden).In Tabel 6 en Figuur 14 wordt een overzicht gegeven van de beekstructuur en van de categorie waarin de beek valt.

Tabel 6: Overzicht van de verschillende beken, hun verwantschap en hun classificatie (vet gedrukte beken zijn belangrijk in het kader van dit beheerplan vermits ze door of naast de deelnemende bospercelen stromen)

Naam Vertakking 1 Vertakking 2 Vertakking 3 Opmerking Cat. Warmbeek 1 Prinsenloop 2 Rodenrijtloop 3 Voortloop 3 Stokkenloop 3 Oude beek 2 Vliet Start aan Prinsenloop 2 Berginnerloop 3 Oude beek 0 Beverbeekloop 2 Pastoorsbosbeek 2

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 31

Naam Vertakking 1 Vertakking 2 Vertakking 3 Opmerking Cat. Pastoorsbosbeek 3 Beverbeekloop 3 Beverbeekloop Verbinding Beverbeek 3 Wagerheidloop 3 Ondersloot Deel van de watering 2 Hoekerloop 6 Beverbeek 3 Walbeek 3 Lookbeek 3 Erkbeek 2 Kattekuilbeek 2 Erkbeek 3

1.7 BESTEMMINGSPLAN VOLGENS HET GELDENDE PLAN VAN AANLEG OF RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

1.7.1 GEWESTPLANBESTEMMING

Op Figuur 15vindt u een overzicht van de gewestplanbestemmingen voor de verschillende bospercelen. Het grootste gedeelte (96%) van de bosbestanden van dit beheerplan hebben een groene bestemming (grijze achtergrond) op het Gewestplan: bufferzone, natuurgebied of bosgebied (zie Tabel 8). Overige gewestplanbestemmingen zijn: 2 gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut (10,5 ha of 1,3%), een zone voor verblijfsrecreatie (14,5 ha of 1,8 %), 7,5 ha landschappelijk waardevol gebied (1,0%) en twee ambachtelijke zones (0,85 ha of 0,1 %).

Tabel 7: Overzicht van de Gewestplanbestemmingen en hun respectievelijke oppervlakten binnen de deelnemende percelen (groene bestemmingstypes hebben een grijze achtergrond)

Code Beschrijving bestemming Perc. 0200 Gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 1,3 % 0402 Gebied voor verblijfsrecreatie 1,8 % 0600 Bufferzones 0,6 % 0701 Natuurgebied 78,4 % 0702 Natuurgebied met wetenschappeljike waarde of natuurreservaat 7,2 % 0800 Bosgebied 9,6 % 0901 Landschappelijk waardevol agrarisch gebied 1,0 % 1100 Ambachtelijke zones en zones voor KMO’s 0,1 %

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 32

1.7.2 STRUCTUURPLANNING

Uiteraard worden ook voor dit gebied, zoals voorzien in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ruimtelijke visies opgesteld en dit op verschillende echelons. We bespreken hier de relevante zaken uit het provinciale en het gemeentelijk structuurplan.

1.7.2.1 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN LIMBURG (RSPL)

INFORMATIEF GEDEELTE

In het informatief gedeelte van het RSPL valt ons boscomplex binnen de regio Limburgse Kempen en meer specifiek in het noordelijke deelgebied “Noord-Limburgse grensstreek”. Binnen de zone tussen het kanaal (Bocholt-Herentals) en de grens met Nederland komen open ruimte-landschappen voor die grensoverschrijdend zijn (Figuur 16). Zo gaat het belangrijke natuurgebied van de Achelse bossen in het noorden over in de Leenderheide, die in Nederland gelegen is. Verder wordt als kenmerkend voor dit deelgebied aangegeven dat grote aaneengesloten landbouwgebieden voorkomen, alsook "hoogdynamische activiteiten zoals de exploitatie van een bungalowpark en zandontginning".

Als sterktes van de Kempen worden ondermeer volgende punten naar voren gebracht:

ƒ het gebied bevat veruit de grootste oppervlakte aaneengesloten bos- en natuurgebieden in Vlaanderen; ƒ het gaat om relatief gave en gevarieerde landschappen met relatief weinig versnippering; ƒ aanwezigheid van brongebieden, hetgeen de kwaliteit van de beken voor een groot stuk onafhankelijk maakt van stroomopwaatse activiteiten (vervuilingen) en resulteert in relatief gave en propere beekvalleien; ƒ een sterk uitgebouwd fiets- en wandelroutenetwerk.

Als zwakke punt kan hier vermeld worden dat vele fysische en natuurwaarden gebonden zijn aan homogeniteit en grootschaligheid ('naaldboomakkers'), en aan voedselarmoede, hetgeen de habitats erg kwetsbaar maakt voor verontreiniging en eutrofiëring. Bovendien bieden de zandbodems slechts een beperkte buffering naar beken en grondwater toe.

Als bedreiging voor dit gebied wordt de verdere versnippering van de grote aaneengesloten bos- en natuurgebieden vermeld.

RICHTINGGEVEND GEDEELTE

Binnen het richtinggevend deel van het RSPL, wordt voor de Groene grensstreek - waartoe de bosentiteit behoort - het behoud en het versterken van de grensoverschrijdende open ruimte landschappen naar voor geschoven als prioriteit. Wat bos-, natuur- en landschap betreft, worden een aantal mogelijke beleidsthema's gegeven, met name: het behoud en de versterking van de natuurlijke en landschappelijke structuur, het vrijwaren van de beekvalleien en het maximaal behoud van het grensoverschrijdend stilte- en bosgebied en Benelux-landschap Stamprooierbroek.

Aangezien de open ruimte-gebieden in de Groene grensstreek vaak deel uitmaken van grotere grensoverschrijdende open ruimtes stelt de provincie voor deze zones mee op te laten nemen in een visie die opgesteld wordt voor al deze grensoverschrijdende open ruimtegebieden.

Het RSPL is dus nogal kort over de visie voor deze grensoverschrijdende open ruimtegebieden. Aangezien de provincie deze in bepaalde mate gelijk stelt met de open ruimtegebieden uit de Limburgse bos- en heidegordel, vermelden we kort de ontwikkelingsperspectieven die de provincie voorziet voor dit gebied. De Limburgse bos- en heidegordel bestaat uit meerdere boscomplexen en is enkele duizenden hectares groot. Daardoor is deze voldoende omvangrijk om als een

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 33

‘zelfstandig’ functionerend ecosysteem te worden beheerd. De provincie streeft voor het gebied volgende ontwikkelingsperspectieven na:

ƒ Bestaande bos- en natuurgrenzen zijn zoveel mogelijk harde grenzen van de open ruimte. Behoud en inbreiding van de grote aaneengesloten oppervlakte natuur zijn essentieel; ƒ De complexen zijn de prioritaire aanknopingspunten voor natuurverbindingsgebieden; ƒ Het gebied wordt als een groot aaneengesloten natuurlijk complex beschouwd waarbij de bestaande barières waar mogelijk worden opgeheven of gemilderd; ƒ Hoogdynamische en intensieve vormen van recreatie worden langs de randen gesitueerd met ‘toeristische polen’ als voornaamste uitvalsbases. De toeristisch-recreatieve knooppunten vormen een inhoudelijke uitwerking van deze polen. Lawaaisporten worden zoveel mogelijk geweerd.

1.7.2.2 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HAMONT-ACHEL

Het richtinggevend deel van het ruimtelijk structuurplan (RSP) van de Stad Hamont-Achel ziet het aaneengesloten groengebied 'Warmbeekvallei' als de centrale groene long voor de stad (Figuur 17). Zowel de groene functie (als onderdeel van het VEN) als een toeristisch-(zachte)recreatieve functie worden toegekend aan dit gebied. Landbouw kan blijven indien deze ingepast wordt in het natuurlijke karakter van het gebied (extensieve landbouw). Rondom deze centrale groene long bevinden zich de kerngebieden voor de landbouw. Aandachtpunten voor bos- en natuur zijn ook hier het grensoverschrijdend karakter, behoud, versterking, verbinding, en verweving van functies (open ruimte, natuur, recreatie en landbouw).

Als gewenste toeristisch-recreatieve structuur inzake bos en natuur wordt een versterking van het zacht-recreatief fiets- en wandeltoerisme vooropgesteld met de ‘groene long’ als centraal groengebied (Figuur 18), samen met het uitdoven van de harde vormen van recreatie. Men stelt kwaliteitstoerisme als doel, en wil hiervoor de nodige structuren en omkadering creëren, en tevens de hinderpalen (zoals verspreide weekendverblijven) aanpakken. Zo werkt men met toeristisch-recreatieve knooppunten van enerzijds type I (uitgebreide ontwikkelingsmogelijkheden: horeca, voorzieningen,...) en anderzijds type II (beperkte ontwikkelingsmogelijkheden, bijvoorbeeld ‘De Tomp’ en ‘Het Slot van Grevenbroek’).

1.8 LIGGING IN SPECIALE BESCHERMINGSZONES

1.8.1 INTERNATIONALE BESCHERMINGSZONES

Vijf internationale wetgevende initiatieven hebben gevolgen voor het Vlaamse gebiedsgerichte natuurbeleid. Het betreft twee Europese richtlijnen: de ‘Vogelrichtlijn’ en de ‘Habitatrichtlijn’ (Figuur 20). Verder zijn de Ramsar-Conventie, de Conventie van Bern en de Benelux-overeenkomst ook van toepassing op het gebied van natuurbehoud en landschaps- bescherming.

1.8.1.1 HABITATRICHTLIJN

De Habitatrichtlijn (92/43/EEG) beoogt het behoud van de biodiversiteit en streeft naar de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken. Deze richtlijn werd in 1992 uitgevaardigd. In 1996 bakende in uitvoering van deze richtlijn Vlaanderen de eerste Speciale beschermingszones op haar grondgebied af. Daarna werd de Habitatrichtlijn op 29 juli 2002 geïmplementeerd in het decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. De Vlaamse Speciale beschermingszones maken deel uit van het Europese Natura 2000-netwerk. In Vlaanderen werden tot nog toe 38 Speciale beschermingszones afgebakend voor een totale oppervlakte van 101.891 ha. Het

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 34

‘Hageven, met Dommelvallei, Beverbeekse heide, Warmbeek en Wateringen’ (BE2200032) is daar één daarvan. Een opsomming van de habitats en de fauna waarvoor deze beschermingszone werd afgebakend, is weergegeven in Tabel 8.

De beschermingszone kent een noord-zuid gerichte oriëntatie. Het bevat de noordelijk gelegen vennen (Wolfsven, Putven), Beverbeekse heide, Bovenbeverbeek, Beverbeek (behalve de gebieden in de onmiddellijke omgeving van de Laathoeve en van het Kasteel), Elsbroek, Rozendaal, de volledige Vallei van de Warmbeek (dus ook de bosplaats met dezelfde naam), het noord-oostelijke deel van de Binnenheide, de omgeving van de Watermolen en de volledige bosplaats Grevenbroek - Tomp. Het Pastoorsbos valt volledig buiten het richtlijngebied, alsook het grootste deel van Haarterheide – Zonberg en het zuidwestelijke deel van de Binnenheide

Tabel 8: Lijst van habitats en fauna van Speciale beschermingszone BE22 000 32 (bron: www.inbo.be). De gemarkeerde habitattypes zijn relevant voor Bosentiteit I. De types met een vet gedrukte naam zijn door de EU aangeduid als meest prioritaire.

BE2200032 Hageven met Dommelvallei, Beverbeekse heide, Warmbeek en Wateringen Oppervlakte 1980 ha Breedtegraad: 51° 17' 0'' N Lengtegraad: 5° 30' 0'' E Biogeografische regio: Atlantische regio Natura 2000 code & Habitats BWK Vlaamse bostypologie (Vlaamse natuurtypen) 2310 Psammofiele heide met Calluna- en Delen van (Droge heide met Struikhei) Genista-soorten Cg en Cgb 2330 Open grasland met Corynephorus- Ha en Hab (Stuifduin, Stuifzandbegroeiingen van en Agrostis-soorten op landduinen landduinen, Begroeiingen van min of meer vastgelegde landduinen, Gras- klokje-steenanjer-vegetaties en Kleine klavertjestoestanden (Gewoon Struis- gras-associatie)) 3110 Mineraalarme oligotrofe wateren Versie 1: Ao (Amfibische vegetaties in voedselarm, van de Atlantische zandvlakten met Versie 2: zeer zwak gebufferd water met Oever- amfibische vegetatie: Lobelia, Litto- kruid en Waterlobelia) Aom, Ao en rellia en Isoëtes Aoo 3130 Oligotrofe wateren van het Midden- Versie 1: Ao (Amfibische vegetaties in voedselarm, europese en peri-alpiene gebied Versie 2: zeer zwak gebufferd water met Oever- met Littorella- of Isoëtes-vegetatie kruid en Waterlobelia; Amfibische vege- Aom, Ao en of met eenjarige vegetatie op taties in voedselarm, zeer zwak gebuf- Aoo drooggevallen oevers (Nanocypere- ferd water met Moerashertshooi en Vlot- talia) tende bies; Vennen van matig zure, voedselarme standplaatsen met Naald- waterbies en Gesteeld glaskroos)) 4010 Noordatlantische vochtige heide Ce, Ceb, Sm (Natte heide met Gewone dophei) met Erica tetralix (en Ce+Cm) 4030 Droge heide (alle subtypen) Cg, Cgb, Cv, (Droge heide met Struikhei, Bremstru- Sg (en weel) Cg+Cm) 6510 Laaggelegen, schraal hooiland (Alo- Hu, Hp* (Glanshaververbond, Periodiek onder pecurus pratensis, Sanguisorba offi- water staande graslanden: het verbond cinalis) van Grote vossestaart)

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 35

7150 Slenken in veengronden (Rhyncho- Ce ((Pionier)gemeenschappen in vennen sporion) en hoogveenslenken met Witte snavel- bies en Slank veenmos ) 7210 Kalkhoudende moerassen met Mm Cladium mariscus en Carex davalliana 91E0 Alluviale bossen met Alnion Va, Vo, Vm, Bostype 22 : Essenbronbos glutinosa en Fraxinus excelsior Vc, Vf, Vn Bostype 23 : Droog Iepen-Essenbos (Alno-Padion, Alnion incanae, Bostype 24 : Elzenrijk Iepen-Essenbos Salicion albae) Bostype 25 : Elzen-Essenbos Bostype 26 : Wilgenvloedbos Bostype 27 : Moesdistel-Elzenbroek Bostype 28 : Ruigt-Elzenbos Vissen 1134 Rhodeus sericeus amarus - Bittervoorn 1096 Lampetra planeri - Beekprik

De beschrijving van de binnen de percelen van het beheerplan voorkomende habitattypes, alsook de beschrijving van de aanwezige vissoorten zijn weergegeven in Bijlage 1a respectievelijk Bijlage 1b.

De gebieden aangeduid door de Vlaamse Regering als Speciale Beschermingszones in het kader van de Europese Habitatrichtlijn zijn terug te vinden in Figuur 20.

1.8.1.2 VOGELRICHTLIJN

De Vogelrichtlijn (78/409/EEG) beoogt het behoud van de inheemse vogelsoorten en streeft naar de instandhouding van de natuurlijke leefgebieden van deze soorten. Deze richtlijn werd in 1978 uitgevaardigd en de afbakening van de vogelrichtlijngebieden werd in België goedgekeurd in 1988. De Vogelrichtlijn werd op 29 juli 2002 geïmplementeerd in het decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. De zones aangeduid in het kader van de Vogelrichtlijn maken deel uit van het Europese Natura 2000-netwerk. In België werden er 23 vogelrichtlijngebieden afgebakend (97.580 ha). ‘Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariahof ’ (BE3.14) is één daarvan. Het Vogelrichtlijngebied bestrijkt 13.125 ha. Dat is dus 7 maal groter dan het habitatrichtlijngebied. De afbakening van deze gebieden werd in die periode immers niet zo secuur uitgevoerd als voor de afbakening van de habitatrichtlijngebieden. Dit is goed te zien aan de al dan niet accurate afbakening van de buitengrenzen van de twee types richtlijngebieden.

Het Vogelrichtlijngebied bevat het hele gebied dat onder dit beheerplan valt, met uitzondering van een blok van ongeveer 12 ha in het westelijke deel van Haarterheide-Zonberg (recreatiegebied) en een deel van de Binnenheide (omgeving van het nieuwe rustoord).

Het is geen integraal vogelrichtlijngebied hetgeen betekent dat binnen haar grenzen niet alle habitats beschermd zijn, maar wel de volgende: akkers, alluviaal en zeer nat bos, artificiële landschappen, heide, intensieve graasweiden, loofbos, stadsparken en tuinen, struikgewas, wouden en bossen (vetgedrukte habitats zijn belangrijk in het kader van dit beheerplan). Als belangrijkste bedreigingen worden de landbouwintensificatie en ontwatering opgegeven.

Een opsomming van de vogelsoorten waarvoor dit vogelrichtlijngebied is afgebakend en de minimale en maximale populatieschatting in het richtlijngebied van deze soorten is weergegeven inTabel 9.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 36

Tabel 9: Overzicht van de kenmerken van het vogelrichtlijngebied (BE 3.14), alsook van de soorten waarvoor het gebied werd geselecteerd (bron: www.inbo.be). De gemarkeerde soorten komen voor in bosentiteit I.

Naam Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariahof Gebiedscode BE 3.14 Volgnummer 21 Oppervlakte 13.125 ha Breedtegraad 51°10’0” N Lengtegraad 5°35’0” E Vogelsoorten Populatie-grootte Minimum Maximum Seizoen Bergeend 4 Wintergast of doortrekker Blauwborst > 30 Broedvogel Boomleeuwerik > 10 Broedvogel Bruine kiekendief 3 5 Broedvogel Dougalls stern Zomer- of wintergast Fuut 3 Wintergast of doortrekker Grauwe klauwier 4 5 Broedvogel IJsvogel > 15 Broedvogel Kleine zwaan 2 Zomer- of wintergast Knobbelzwaan 10 Wintergast of doortrekker Kuifeend 50 Wintergast of doortrekker Meerkoet 500 Wintergast of doortrekker Nachtzwaluw 2 3 Broedvogel Porseleinhoen Zomer- of wintergast Roerdomp 3 5 Broedvogel Tafeleend 4 Wintergast of doortrekker Velduil 1 Broedvogel Visarend Zomer- of wintergast Wespendief 7 8 Broedvogel Wilde eend 270 Wintergast of doortrekker Wintertaling 2 Wintergast of doortrekker Woudaapje 1 3 Broedvogel Zwarte specht 7 8 Broedvogel

De beschrijving van de binnen de percelen van het beheerplan voorkomende vogelsoorten zijn weergegeven in Bijlage 2.

De gebieden aangeduid door de Vlaamse Regering als Speciale Beschermingszones in het kader van de Europese Vogelrichtlijn zijn terug te vinden in Figuur 20.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 37

1.8.1.3 RAMSAR-CONVENTIE

De Ramsar-conventie van 1971 voorziet de bescherming van de internationaal belangrijke waterrijke gebieden op alle continenten en dit vooral met het oog op de bescherming van de vogelsoorten die deze gebieden nodig hebben voor hun voortbestaan. In België zijn er negen gebieden (vier in Vlaanderen, vier in Wallonië en één in de territoriale wateren) aangeduid als Ramsar-gebied in navolging van deze overeenkomst. De terreinen binnen de perimeter vallen niet onder zo’n Ramsar-gebied (zie ook Figuur 21).

1.8.1.4 CONVENTIE VAN BERN

Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijke leefmilieu in Europa.(Raad van Europa, 1979)

Dit verdrag heeft tot doel te zorgen voor de instandhouding van de in het wild voorkomende dier- en plantensoorten en de daarbij behorende natuurlijke leefmilieus, met name die soorten en die leefmilieus voor de instandhouding waarvan de samenwerking van verschillende Staten is vereist, en een zodanige samenwerking te bevorderen.

Bijzondere aandacht wordt besteed aan die soorten, met inbegrip van de trekkende soorten, die met uitsterven worden bedreigd en die kwetsbaar zijn.

In artikel 6 Aanhef van deze Conventie is bepaald dat iedere Verdragsluitende Partij passende en noodzakelijke maatregelen neemt in de vorm van wetten en voorschriften om te zorgen voor bijzondere bescherming van de in het wild voorkomende diersoorten, genoemd in bijlage II.

Het betreft hier een natuurbeschermingsverdrag, dat o.m. biotoopbescherming als wel soortenbescherming voorstaat.

In totaal werden vier bijlagen opgesteld:

ƒ bijlage I: streng beschermde plantensoorten, ƒ bijlage II: streng beschermde diersoorten, ƒ bijlage III: beschermde diersoorten en ƒ bijlage IV: verboden middelen en methoden bij de jacht en andere vormen van exploitatie.

De Conventie van Bern is volledig opgenomen in de nationale en Europese wetgeving. Er wordt daarom zelden een rechtstreeks beroep gedaan op de conventie. De conventie is in alle Europese landen van toepassing.

1.8.1.5 BENELUX-OVEREENKOMST OP HET GEBIED VAN NATUURBEHOUD EN LANDSCHAPSBESCHERMING

Deze overeenkomst (1982) bevat intentieverklaringen en is niet bindend. Meer bepaald worden maatregelen voorgesteld om een meer doeltreffende bescherming van de grensoverschrijdende natuurgebieden en waardevolle landschappen mogelijk te maken. Tot op heden is in Vlaanderen en Nederland niet veel werk gemaakt van een gebiedsgerichte invulling van de overeenkomst. Voor het Vlaamse Gewest heeft deze overeenkomst enkel belang voor de grensoverschrijdende natuurgebieden 'Zoom - Kalmthoutse Heide' en 'Stamprooierbroek - Wijffelterbroek - Laurabossen'.

De overeenkomst zou dus in theorie van toepassing kunnen zijn op Bosentiteit I aangezien in de ruime omgeving zo’n afbakening reeds gebeurde, maar in praktijk is ze dat niet.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 38

1.8.2 NATIONALE BESCHERMINGSZONES EN REGIONALE AANDACHTSGEBIEDEN

1.8.2.1 VLAAMS ECOLOGISCH NETWERK (VEN)

Het Vlaams Ecologisch Netwerk streeft naar een netwerk van natuurgebieden die ervoor kunnen zorgen dat het lokaal uitsterven van steeds kleiner wordende populaties van bedreigde dier- en plantensoorten door verbinding van populaties (meta-populatie-idee) en uitwisseling van genen vermeden of alleszins verminderd wordt. Hiertoe worden de meest waardevolle zones afgebakend. In het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd voorzien dat er 125.000 ha VEN wordt afgebakend. Dit gebeurt in twee fasen: een eerste consensusfase, die in 2003 gefinaliseerd werd en waarbij er 85.000 ha VEN afgebakend werd en een tweede overlegfase waarbij de resterende 40.000 ha gezocht wordt door middel van buitengebiedstudies en overleg tussen belangengroepen.

Het VEN bestaat uit twee typen gebieden: GEN’s en GENO’s. GEN’s zijn Grote Eenheden Natuur, die reeds een hoge actuele natuurwaarde bezitten, en GENO’s zijn Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling die dit op termijn moeten worden.

Binnen de VEN-gebieden komen natuurbehoud en natuurontwikkeling op de eerste plaats en moeten de bestaande natuurkwaliteiten van het gebied op zijn minst bewaard blijven. Op termijn zullen in samenspraak met de verschillende gebruikers en eigenaars ook specifieke maatregelen worden afgesproken om de bijzondere natuurwaarden te bescher- men en te ontwikkelen. Die afspraken zullen worden vastgelegd in een natuurrichtplan. In afwachting van dit natuurricht- plan heeft men algemene maatregelen opgesteld die een achteruitgang van de natuur in de VEN-gebieden moet tegen- gaan. Voor de burger en de overheid gelden hier dus bijkomende rechten en plichten.

Plichten :

ƒ Voor bossen binnen het VEN moet een privé-eigenaar met een bos kleiner dan 5 ha niet verplicht een bosbeheerplan (laten) opmaken. Als hij dit wel wil doen dient dit een uitgebreid bosbeheerplan te zijn; Voor bossen groter dan 5 ha dient in het VEN steeds een uitgebreid bosbeheerplan opgesteld te worden. ƒ De bepalingen van het Mestdecreet blijven van toepassing; ƒ In het VEN geldt een algemeen verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen, tenzij er reeds een ontheffing van de bemestingsnormen geldt; ƒ Permanente graslanden mag men niet omzetten in akkerland; ƒ Men mag geen wijzigingen aanbrengen aan de waterhuishouding; ƒ Het is dus verboden het waterpeil of de ligging van waterlopen te veranderen; ƒ Het is verboden niet-inheemse soorten aan te planten (op een aantal uitzonderingen na); ƒ Men mag de structuur van het landschap (KLE!) niet wijzigen; ƒ Het is verboden de rust zodanig te verstoren dat de natuur achteruit gaat; ƒ De overheid heeft het recht van voorkoop op gronden en gebouwen gelegen in het VEN.

Rechten :

ƒ De Vlaamse overheid stelt financiële compensaties voor sommige eigenaars voor wie de afbakening van het VEN economische gevolgen heeft; ƒ Voor zachte recreatie zijn er in het VEN geen beperkingen; ƒ De afbakening van het VEN verandert niets aan de juridische toestand van een woning.

Door de deelname aan het gezamenlijk project van een uitgebreid beheerplan dat voldoet aan de criteria duurzaam bosbeheer en de beheervisie van Bos en Groen, het huidige Agentschap voor Natuur en Bos, is men verzekerd dat het geplande beheer ook kadert binnen een natuurrichtplan.

Het deel binnen de perimeter van dit beheerplan dat is afgebakend als VEN-gebied (zie Figuur 22) komt in grote lijnen overeen met de afbakening van het Habitatrichtlijngebied (zie bespreking 1.8.1.1). Toch zijn er nog enkele percelen bijkomend afgebakend.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 39

Dit GEN-gebied (nummer 406) draagt de naam Warmbeekvallei. Voor dit gebied is er nog geen natuurrichtplan opgesteld. In het gebied gelden dus bovenstaande algemene plichten en rechten.

Ongeveer alle bospercelen liggen binnen het VEN-gebied. Enkel de recente bebossing in het domein van meneer Lauwers, de helft van de bosplaats Binnenheide, bosplaats Kiekuit, de oostrand van de bosplaats Haarterheide – Zonberg, de ruime omgeving van Beverbeek en het perceel van meneer Emmers vallen erbuiten.

Tabel 10: Bestanden die zijn opgenomen in het Vlaams Ecologisch Netwerk

Bosplaats Bestandsnummers Totale Oppervlakte Noordelijke duinen- 209a, 230b, 231a, 232a, 233a, 234a, 244a, 246a, 247a, 248a, 250a, 251a, 42.74 ha en vennengordel 252a, 254a, 255a, 255b, 256a, 257a en 258a Beverbeekse heide 209a, 210a, 211a, 212a, 213a, 214a, 215a, 215b, 216a, 216b, 216c, 217a, 143.01 ha - Bovenbeverbeek 218a, 219a, 220a, 221a, 221b, 222a, 222b, 223a, 224a, 225a, 226a, 227a, 228a, 230a, 231a, 232a, 233a, 234a, 235a, 236a, 237a, 238a, 239a, 240a, 241a, 242a, 243a, 244a, 245a, 259a, 607a en 607b Binnenheide 111a, 111b, 111c, 112a deel, 112b, 112c, 113a, 113b, 116a, 120a, 120b, 24.88 ha 120c, 120d en 127a Warmbeekvallei 120d, 121a, 121b, 121c, 122a, 123a, 124a, 124b, 125a, 502a deel, 507a, 44.29 ha 508a, 509a, 510a, 511a, 512a, 513a, 514a, 514b, 515a, 516a, 517a, 518a, 519a, 519b, 520a, 521a, 522a en 523a Rozendaal 201a, 201b, 202a, 202b, 203a, 204a, 205a, 206a, 207a, 208a, 345a, 605a, 101.70 ha 606a, 615a, 616a, 617a, 617b, 618a, 618b, 618c, 619a, 620a, 621a, 622a, 622b (deel), 623b, 624a, 624b, 625a, 626a, 627a, 628a, 628b, 629a, 630a, 630b, 631a, 632a, 632b, 633a, 633b, 634a, 636a, 637a en 638a Haarterheide – 301c, 302a, 303a, 304a, 305a, 305b, 306a, 307a, 308a, 309a, 310a, 311a, 150.65 ha Zonberg 312a, 313a, 314a, 315a, 316a, 317a, 318a, 319a, 319b, 320a, 322a, 323a, 324a deel, 325a, 327a, 328a, 329a, 330a, 331a, 332a, 336a, 336b, 337a, 338a, 341a, 342b, 344a, 345a, 346a, 347a, 348a en 349a Grevenbroek – 400a, 401a, 402a, 403a, 404a, 404b, 405a, 406a, 407a, 408a, 409a, 410a, 70.38 ha Tomp 411a, 412a, 412b, 413a, 414a, 415a, 416a, 417a, 418a, 420a, 421a, 422a, 423a, 424a deel, 425a, 426a, 427a, 428a, 429a, 430a, 431a, 431b, 432a, 432b, 433a, 433b, 434a, 434b, 434c, 434d, 435a,435b, 436a, 437a, 438a, 438b, 439a, 440a en 501a Kiekuit Geen bestanden 0 ha Pastoorsbos 1a, 2a, 2b, 3a, 4a, 4b, 5a, 5b, 6a, 7a, 7b, 8a, 8b, 8c, 9a, 10a, 10b, 10c, 11a, 40.12 ha 11b, 12a deel,12b, 14a, 15a en16a Totaal 617.77 ha

1.8.2.2 LANDSCHAPPELIJKE BESCHERMING

IN HET KADER VAN HET LANDSCHAPSDECREET (LANDSCHAPSATLAS)

De perimeter van de bosentiteit omvat delen van de traditionele landschappen Bekken van de Warmbeek (nr. 340020) en Vlakte van Bocholt (nr. 420000). Het bos bevindt zich binnen deze perimeter echter voor meer dan 99% in het Bekken van de Warmbeek. In het andere traditionele landschap bevindt zich maar 1 bosperceel dat deelneemt aan het beheerplan en een tweede deelnemend bosperceel ligt maar gedeeltelijk in dit landschap (Figuur 23).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 40

In het landschap, binnen de perimeter van Bosentiteit I vinden we één Relictzone, namelijk Relictzone R70001: Vallei van de Warmbeek. Het gaat om de relictzone die bestaat uit: “Smalle ondiepe vallei van de Warmbeek met haar relictbossen”. Centraal bevindt zich een ecologisch waardevol gebied te Rozendaal en te Grevenbroek (Lange Els).

Het gaat om een archeologische zeer rijk gebied met o.a. de site De Tomp, de ruïneresten van het Waaggebouw en een belangrijk archeologische site met grafheuvel (Metaaltijd - Romeinse tijd - Muntschat). Daarnaast zijn er verschillende cultuurhistorische erfgoedwaarden aanwezig:

• Grote intacte vloeiweide langs de Warmbeek,

ƒ Grote oppervlakten historisch stabiele percelering rondom Broekkant, Heikant en rondom het Kasteel van Beverbeek en de Achelse Kluis, ƒ Kleine, verspreide Ferrarisbosjes, ƒ Akkercomplex op plaggenbodems ten zuidoosten van Achel en rondom het Kasteel van Beverbeek, ƒ Uitgestrekte oppervlakte Vandermaelenbos te Rozendaal, ƒ Op de de Ferrariskaart goed herkenbaar oud landbouwcomplex met dreven "Beverbeek", ƒ Klooster Achelse kluis op de grens, ƒ Kruisherenklooster bij Achel centrum

Vooral de vetgedrukte gebieden zijn voor dit beheerplan van belang.

Daarnaast stelt de beschrijving van de relictzone volgende zaken voor aan het beleid: ”Vrijwaring van bebouwing van de vallei. Beheer van de vloeiweide.“

Binnen de relictzone werd in de perimeter van dit beheerplan een ankerplaats aangeduid. Hierna volgt een uitvoerige beschrijving van deze ankerplaats:

Ankerplaats A70027 Vallei van de Warmbeek en kasteel van Beverbeek

Het gebied ligt in de vallei van de Warmbeek, ten oosten van de dorpskern van Achel. Het is een vlak landschap dat zich uitstrekt vanaf de Belgische -Nederlandse grens tot aan het kanaal Bocholt - Herentals. Belangrijke erfgoedelementen zijn o.a. het domein van de Achelse Kluis, de kasteeldomeinen van Beverbeek en Genebroek, de site van de Tomp, het voormalige Franciscanessenklooster Catharinadal en de Watering.

De Warmbeek doorstroomt het gebied in noordelijke richting en overschrijdt de grens ter hoogte van de Achelse Kluis. De Warmbeek is een typische Kempense laaglandbeek die gevoed wordt door regenwater. Kenmerkend voor de vallei is de grote afwisseling van graslanden, broekbossen en populierenaanplantingen. Op de hoger gelegen delen is het natuurlijk bostype het voedselarme, zure eiken-berkenbos. Dit type bos komt nog veel voor tussen de Lange Els en het Wad. De Lange Els ligt ten zuidwesten van de Tomp en is evenals de vijver van de Tomp, een zeer oude vijver. De waardevolste vegetatietypes komen voor waar de Warmbeek gebufferd wordt door de boscomplexen van o.a. de Haarterheide en de Binnenheide.

De Achelse Kluis is een voormalige priorij, gelegen aan de Warmbeek, de Stokkenloop en de Prinsenloop, op de Belgisch -Nederlandse grens. Omstreeks 1650 bouwden katholieken uit Valkenswaard en Schaft, een houten kapel vlak over de grens op het grondgebied van Achel. In 1686 stichtte Petrus Wijnants IJsebrants van Eijnatten uit Eindhoven in de leegstaande pastorie, die bij de grenskapel hoorde, een kloostergemeenschap van broeders - eremieten (kluizenaars) met een sterk monastiek ideaal, de ermitage van St.-Jozef of Achelse Kluis. De kleine communiteit die werd gevormd, nooit meer dan dertien broeders, begon met de ontginning van de omliggende moeras-, bos- en heidegronden aan beide zijden van de grens. In 1798 werd het klooster opgeheven en onteigend. De gebouwen werden verpacht, raakten in verval en werden gedeeltelijk afgebroken.

In 1845 werd de oude kluis aangekocht door de trappisten van Westmalle, om er het in 1838 te Meersel - Dreef gestichte klooster van St.-Benedictus in onder te brengen. Vanaf 3 juli 1845 werd met het herstel en inrichting van de resterende

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 41

gebouwen begonnen. Het huidige gebouwencomplex bestaat uit een poortgebouw, een gastenhuis, voormalige opslag- en graanschuren en de abdijkerk, gesitueerd rond een binnenplein, de voormalige eremietenkapel, het oud kapittel, en twee haakse vleugels van het oorspronkelijk gesloten geplande nieuwe klooster van architect Ritzen.

In 1993 verkochten de monniken het grootste gedeelte van de omliggende gronden om verder beheerd te worden als natuurgebied. De omgeving van de Kluis wordt nu getypeerd door vochtige weilanden, doorsneden door slootjes met rietkragen, loof - en naaldbossen en heiderestanten.

Ten zuidoosten van de Achelse Kluis ligt het kasteeldomein van Beverbeek. Het kasteel is gebouwd in 1889 in Tudorstijl door de familie Slegers-Schaetzen. Het ligt in een ruim, wat verwaarloosd park in landschappelijke stijl met o.a. kastanjebomen en zomereiken en een vijver met een eilandje voor het kasteel. Momenteel wordt het domein gerenoveerd. Het kasteel vormt samen met de laathoeve van Beverbeek een historisch complex. In de onmiddellijke omgeving van het kasteel vinden we dan ook een historisch stabiel bodemgebruik met historisch stabiele bossen en weilanden en akkers op plaggenbodems, grotendeels nog omgeven door bomenrijen en houtkanten van Zomereik, Beuk, Berk en Kastanje.

De voormalige laathoeve van Beverbeek ligt ten noordwesten van het kasteel. Dit omgracht goed gaat terug tot de 14de eeuw. Het gebouwencomplex bestaat uit meerdere gebouwen met o.a. een langgestrekt gedeelte met woonhuis, stallingen en een losstaand bakhuis, gegroepeerd rond een erf. Het geheel wordt door Zomereiken omzoomd. Het woonhuis werd recent gemoderniseerd.

Ten zuiden, langs de Warmbeek, ligt de Tomp. Deze woontoren uit de 13de -begin 14de eeuw ligt in een waterrijke omgeving, op ca. 500m ten zuidoosten van het verwoeste slot Grevenbroek. Tot voor de restauratie van 1968 bestond deze cirkelvormige toren slechts uit twee niveaus en enkele muurfragmenten van het derde niveau. De site is volledig omgracht en in het zuiden ligt een grote vijver. Het geheel wordt omgeven door broekbosjes en bomenrijen van Zomereik. Op het domein staat eveneens een vijfhonderd jaar oude Den.

Het voormalige slot van Grevenbroek was een echte waterburcht, gebouwd in de tweede helft van de 15de eeuw aan de samenloop van de Warmbeek en de Vliet. Het bestond uit een herenwoning en een neerhof, met elkaar verbonden door een ophaalbrug en omgeven met een dubbele omwalling en een ringmuur. Tussen de Molendijk en de Koebroekerweg zijn de grondvesten van de torens en enkele brokstukken van de muren bewaard gebleven.

Het voormalige waaghuis, opgericht tussen 1771 en 1775 ligt ten oosten van de Tomp. Het waaghuis werd opgericht om de terugkerende geschillen tussen de molenaars en de inwoners van Grevenbroek in te dijken. Het gebouw werd na de Franse Revolutie omgevormd tot een gewone boerderij en omstreeks 1960 gedeeltelijk gesloopt. Heden rest nog enkel een rechthoekige ruïne.

De watermolen het Mulke is één van de banmolens van de heerlijkheid Grevenbroek. Eertijds werd deze molen opgericht aan de samenloop van de Beverbeekloop en de Warmbeek maar in 1742 werd de molen verplaatst en meer ten zuiden aan de Warmbeek heropgericht. De voormalige stuwweier voor het huis is nu akker en weiland. De molenvijver van de eerste molen bestaat echter nog.

De oudste bestaande Kapel van Achel, de kapel O.-L.-Vrouw in de Nood, ligt aan de Militaire dijk, aan de rand van het wandelbos de Warande. De kapel werd gebouwd in 1838 door toedoen van de toenmalige bewoonster van het kasteel Genebroek.

Catharinadal verwijst naar de H. Catherina van Siënna. Vanuit de dorpskern van Achel vertrekt een beukendreef die langs en gedeeltelijk door de landerijen van het vroeger klooster Catharinadal loopt en naar het kasteel Genebroek voert. Het voormalige franciscanessenklooster Catharinadal werd in 1432 door twee gezusters Jacobs Lamberts uit Neerpelt opgericht. Oorspronkelijk was het een groot ommuurd complex met een ringgracht met drie binnenhoven omringd door verschillende gebouwen waarvan de middelgrote kapel en de eetzaal de voornaamste waren. Het goed werd ten gevolge van de Franse Revolutie als zwart goed verkocht. De kerk werd afgebroken en de overige gebouwen werden tot boerderij omgevormd. Vandaag wordt er een ambachtelijke kaasboerderij uitgebaat met een winkel. Het

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 42

gebouwencomplex bestaat o.a. uit een voormalige langgestrekte hoeve met woonhuis, een haakse dwarsschuur en een heropgetrokken schapenstal. Achter de achtermuur ligt de moestuin en een perceel weiland. Het Spinhuis is eveneens een overblijfsel van het voormalige klooster en wordt in de volksmond 'de kelder' genoemd wegens de nu nog deels bestaande gewelfde kelders onder het gebouw.

Het kasteel Genebroek was oorspronkelijk een hoevecomplex. Het werd voor het eerst vermeld in 1496, in 1742 werd het eigendom van de eremieten van de Kluis. Vanaf 1747 tot de 19de eeuw was het domein eigendom van de adellijke familie de Hubens die omstreeks 1758 een nieuw kasteel bouwde. De familie Cornet d'Elzius de Peissant gaf het kasteel in 1882-85 zijn huidig uitzicht. Vandaag is het een brasserie en restaurant. Het complex is volledig omgeven door een binnen - en buitengracht, gelegen in een ruim Engels park met achteraan een berceau van haagbeuk en vooraan een boomgaard. Het kasteel heeft twee toegangen met name de Kasteeldreef, eertijds een eigen weg die kort na W.O.I met beuken werd beplant en de Beukendreef, een dreef die oorspronkelijk liep van de ruïne van het kasteel Grevenbroek naar de huidige linker zijgevel van het kasteel, de oorspronkelijke voorkant.

De Watering van St. Huibrechts -Lille ligt ten zuiden van het kasteel Grevenbroek. Het grootste gedeelte van deze watering bestaat momenteel uit populierenbossen met een onderbegroeiing van grote brandnetel. Op de noordelijke percelen werden, recenter, loofhoutsoorten zoals Gewone es, Zomereik, Tamme kastanje en Els aangeplant.

In het gebied de Grote Haart, bij de grens met Hamont, ligt een grote archeologische zone. In 1962-64 werden hier vier grafheuvels onderzocht. Uit de vondsten kon worden afgeleid dat Achel minstens sinds het negende millennium voor Christus zo goed als permanent bewoond is geweest. De gevonden urnen worden bewaard in het gemeentelijk Museum Grevenbroek, Generaal Demseylaan nr. 1.

In Tabel 11 wordt een overzicht gegeven van de verschillende gebieden opgenomen in de Landschapsatlas. De puntrelicten zijn in het kader van dit beheerplan minder relevant daar ze allen buiten het boscomplex vallen, uitgezonderd de Tomp. Vreemd genoeg zijn enkele historische waarden in het gebied niet aangeduid als puntrelict. We halen er hier twee aan die in het boscomplex voorkomen, namelijk de restanten van het Waaggebouw en de grafheuvels, beiden gesitueerd in de bosplaats Haarterheide –Zonberg

Tabel 11: Overzicht vanuit de landschapsatlas voor het Bosentiteit I

Traditioneel Landschap 340020 Bekken van de Warmbeek

Relictzone R70001 Vallei van de Warmbeek

Ankerplaats A70027 Vallei van de Warmbeek en kasteel Beverbeek

Lijnrelicten L70105 Warmbeek

Puntrelicten P70001 Achelse Kluis

P70002 Laathoeve van Beverbeek

P70003 Kasteel van Beverbeek

P70004 De Tomp van Grevenbroek

P70006 St-Monulfus & Gondulfus-kerk

P70012 Napoleonsmolen

BESCHERMDE LANDSCHAPPEN, STADSGEZICHTEN EN DORPSGEZICHTEN

Binnen de perimeter van Bosentiteit I liggen een beschermd landschap en een beschermd dorpsgezicht. Dit laatste maakt geen deel uit van de het beheerplan. Het beschermd landschap wel. Het gaat om het beschermd landschap “Tomp van Grevenbosch” (nr. 000677 en 000089), beschermd in 1947 onder het regentschap van Karel, Prins van

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 43

België, door Minister van Openbaar Onderwijs Camiel Huysmans. Dit gebied situeert zich rondom de Tomp en maakt deel uit van de bosplaats Grevenbroek –Tomp (zie ook Figuur 24).

In het oorspronkelijke uittreksel wordt melding gemaakt van de percelen: sectie A nummer 694 A, B, C, D en E, en nummer 695 A (deels), goed voor een totale oppervlakte van 19 ha 29 a 70 ca.

AROHM afdeling Monumenten en Landschappen staat in voor de controle op de correcte naleving van de beschermings- voorschriften.

De totale oppervlakte van het gebied dat heden beschermd is als landschap bedraagt ongeveer 18,7 ha. Het overzicht van de beschermde kadasterpercelen wordt weergegeven in Tabel 12.

De Tomp zelf werd in hetzelfde Besluit van 1947 beschermd als monument “om redenen van zijn oudheidkundige en geschiedkundige waarde”.

Tabel 12: Overzicht van de kadasterpercelen gelegen binnen het beschermde landschap “Tomp van Grevenbosch”

Gemeente Afdeling Sectie Nummer Letter Bestandsnummer(s) Hamont-Achel 2e afdeling A 694 B 410A Hamont-Achel 2e afdeling A 694 C 410A Hamont-Achel 2e afdeling A 694 E 410A Hamont-Achel 2e afdeling A 694 F 411A Hamont-Achel 2e afdeling A 694 G 411A Hamont-Achel 2e afdeling A 694 H 411A Hamont-Achel 2e afdeling A 694 K 410A Hamont-Achel 2e afdeling A 695 A 412A, 412B, 413A & 414A Hamont-Achel 2e afdeling A 706 414A Hamont-Achel 2e afdeling A 715 A 412A Hamont-Achel 2e afdeling A 734 413A Hamont-Achel 2e afdeling A 736 B 415A

1.8.3 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART

Het Instituut voor Natuurbehoud (IN) stelt periodiek voor het ganse grondgebied van Vlaanderen een kaart op: de Biologische Waarderingskaart (BWK). Hierop worden de actuele vegetatie en een inschatting van de ecologische waarde van die vegetatie weergegeven. Deze kaart is dan ook erg handig om, bij wijze van verkenning, in te schatten waar de hoogste natuurwaarden zich binnen het gebied situeren (zie Figuur 25). De kaart werkt qua waardeoordeel met verschillende klassen.

Binnen de perimeter vallen enkele klassen op die beduidend meer voorkomen dan “normaal”. Het gaat om de categorieën: ‘zeer waardevol’, ‘waardevol’ en de categorie tussen beide, namelijk ‘waardevol met zeer waardevolle elementen’.

Ook opvallend is dat alle bossen minstens als waardevol staan aangegeven. Wat voor naaldbestanden niet altijd een evidentie is.

Binnen de perimeter bevinden de meest waardevolle delen (klasse “zeer waardevol”) zich voornamelijk langs de Warmbeek. Uitzondering hierop vormen het Elsbroek, de noordelijke vennen (Wolfsven, deel van het Putven,…) en

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 1 IDENTIFICATIE VAN HET BOS 44

duinen en zones met meer open of spontane bostypes, die niet in de vallei te situeren zijn, maar wel dezelfde beoordeling kregen (zeer waardevol). De Warmbeekvallei kan dus globaal als biologisch zeer waardevol worden omschreven.

De gronden die ‘waardevol met zeer waardevolle elementen’ zijn, komen verspreid voor. Zo behoren delen van de Binnenheide, Rozendaal, Bovenbeverbeek en Putven tot deze categorie. Ook het uiterste noordoosten van het gebied werd als ‘waardevol met zeer waardevolle elementen’ ingekleurd.

Het feit dat de meeste overige bosgebieden behoren tot de categorie ‘waardevol’ geeft al een indicatie van de relatief hoge ecologische waarde van deze bossen hoewel het hier gaat om klassieke naaldhoutbestanden. Het doeltreffende pionierswerk waar de stad al jaren in investeert, namelijk de vogelkersbestrijding, het openhouden en maaien van de brandgangen en het goede bosbeheer uit het verleden zijn hier hoogstwaarschijnlijk niet vreemd aan.

De terreinen die de beoordeling matig waardevol (laagste klasse) hebben gekregen zijn ofwel percelen in landbouwgebruik (vb. open plaats in bosplaats Rozendaal), ofwel percelen die net uit landbouwgebruik zijn genomen (vb. recente bebossingen) ofwel populierbestanden die door het INBO vaak als matig waardevol worden aangeduid.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 45

2 ALGEMENE BESCHRIIJVIING

2.1 CULTUURHISTORISCHE BESCHRIJVING

2.1.1 HISTORISCH OVERZICHT VAN HET BOS

De geschiedenis van het bos in het gebied waarop het beheerplan betrekking heeft kunnen we afleiden aan de hand van de oude kaarten die voor het gebied voorhanden zijn. Zoals voor het overgrote deel van Vlaanderen kunnen we ons hier baseren op volgende vier kaarten:

ƒ Kaart van Graaf de Ferraris, opgesteld in opdracht van Maria-Theresia, Keizerin van de Oostenrijken, waartoe ook België - toen de Zuidelijke (Katholieke) Nederlanden - behoorde. De kaarten zijn de eerste relatief accurate kaarten opgesteld voor ongeveer het volledige Vlaamse grondgebied. Dit gebeurde in de periode 1771-1778 (gemiddeld 1775). ƒ Kaart van Van der Maelen. Ook deze kaart was eerder een militaire kaart, maar gaf de bossen relatief goed weer. Ze werd opgesteld in 1846-1854 (gemiddeld 1850). ƒ Kaart van het Militair Geografisch Instituut (MGI), de voorganger van het NGI. Deze kaarten werden opgesteld in de periode 1910-1950. Bosentiteit I wordt netjes verdeeld over twee militaire kaarten, met name 10/5 voor het noordelijke deel – met de laatste opmaak in 1935, en 18/1 voor het zuidelijke deel – laatste opmaak in 1947. Als gemiddeld jaartal houden we hier 1941 aan. ƒ Huidige Vlaamse boskartering. Opgesteld in 2000 in opdracht van het toenmalige AMINAL afdeling Bos & Groen (opgevolg door het ANB)

Randbemerking

We willen toch even een kanttekening maken bij deze analyse. Het is namelijk zo dat bossen vaak niet de meest belangrijke (en ook niet de meest gemakkelijke) landschapsstructuren waren om te karteren. Verder is het - zelfs bij huidige karteringen – niet eenvoudig om uit te maken of een vegetatie een bos is of niet. De huidige bosstructuur zorgt ervoor dat we voor 95% van de bossen duidelijk kunnen zeggen of het over bos gaat of niet. Maar toch zijn er steeds twijfelgevallen. Honderd jaar geleden werd het bos dan nog eens heel anders beheerd. Grote delen van het bos waren immers erg ijl, bestonden uit schaarhout (hakhout) en/of werden begraasd (veelvuldig gebruik). Uitmaken of een gebied nu een bos, een struweel of een halfopen terrein was, is dan ook niet evident. Bosindexen vergelijken is dan ook soms appelen met peren vergelijken.

Wanneer werd een gebied dan als bos geïnterpreteerd en wanneer als heide? We hebben tijdens de historische landschapsanalyse gewerkt volgens de gangbare manier van interpreteren (zodat gegevens vergelijkbaar zijn met andere historische landschapsanalyses die zich focussen op bos (bijvoorbeeld andere bosbeheerplannen)). Er mag eveneens niet uit het oog verloren worden dat al deze kaarten slechts momentopnames zijn.

Voor de twee kaarten van het Militair Geografisch Instituut geldt nog een bijkomende opmerking. Wanneer de gegevens precies werden verzameld is niet helemaal duidelijk, en het is moeilijk te achterhalen. Het feit dat de kaartgegevens wellicht in verschillende periodes werden opgenomen, heeft tot gevolg dat een algemene analyse op basis van beide kaarten samen al snel kan resulteren in foutieve besluiten. Immers, de situatie van bijvoorbeeld het thema ‘bos’ voor Hamont-Achel en ruime omgeving kende een vrij aanzienlijke evolutie in de periode waarin de kaarten werden gedrukt. Daardoor toont de kaart van 1935 wellicht minder bos dan de oppervlakte bos die effectief aanwezig was in 1947 – het jaar van de druk van de noordelijke kaart.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 46

2.1.1.1 KAART VAN DE FERRARIS (1771-1778)

Aangezien dit de eerste betrouwbare kaart is voor Vlaanderen, wordt deze kaart vaak gebruikt als referentiekaart voor oud bos. We kunnen dus de geschiedenis van het bos in het gebied beschrijven vanaf de situatie zoals ze was in +/- 1775. Op de kaart van De Ferraris zijn voor het onderzoeksgebied een aantal zaken goed terug te vinden. Zo zijn het dorp Achel en de Stad Hamont goed te situeren. Achel Statie bestond toen uiteraard nog niet en de Kolleberg was nog onbewoond.

De Warmbeekvallei loopt als een groen lint door de uitgestrekte heidevelden. Dit is typisch voor de Kempen, aangezien toen door de schraalte van het bodemtype in de ruime omgeving en een gebrek aan (kunst)mest de inwoners overleefden door middel van de potstaleconomie (potstaleconomie: heide (outfields) deed dienst als graasgrond en verzamelplaats voor nutriënten in de vorm van mest of plaggen die dan gebruikt werden voor het vruchtbaar maken/houden van de akkers (infields) gelegen rondom de bewoning in de dorpskern). De enige zones die “van nature” vruchtbaar waren, waren de beemden naast de beek (vooral indien men die nog extra bevloeide zodat ze hun vruchtbaarheid op peil konden houden). De infield- en outfieldstructuur zijn zeer goed te zien rond het dorp Achel en de Stad Hamont. De Binnenheide, de Beverbeekse heide en de Haarterheide vormen enorme vlakten waar het graas- /plagsysteem zijn gang kon gaan. In deze outfields kan men daarnaast ook twee ontginningen terugvinden: enerzijds de Kluis en omgeving gelegen op de grens aan de Warmbeek, en anderzijds de Beverbeek, een ontginning gelegen langs de Beverbeekloop tussen de Beverbeekse en de Haarterheide. Op de kaart zijn een aantal gehuchten terug te vinden. In het Achelse is dat Het Eynde en in het Hamontse Dielishoek, Den Dyck en De Mulck.

Tot slot vinden we Kasteel Grevenbroek midden in bos terug en zien we dat de Elsbroekvijver nog zijn volledige (oorspronkelijke) oppervlakte beslaat (zie Figuur 26).

Bossen

In het gebied kwam relatief weinig bos voor. Grote boscomplexen zijn niet terug te vinden binnen de perimeter van het bosbeheerplan. Een boscomplex van gemiddelde grootte kan men terugvinden rondom het Kasteel van Grevenbroek. Een deel van dit complex stond bekend als “Achelbos”. Daarnaast zijn er enkele kleinere boscomplexen binnen de perimeter: aan de Achelse kluis, rond de ontginning Beverbeek (waarschijnlijk beiden geriefbosjes), in de omgeving van het Pastoorsbos en in de huidige woonwijk Kolleberg.

De totale bosoppervlakte bedroeg toen ongeveer 130 ha, wat neerkomt op een bebossingsindex van 5% voor het perimetergebied (2510 ha) (zie ook Tabel 13). Binnen de perimeter bestond 43% van de oppervlakte uit heidevelden, daarnaast was er nog een grote oppervlakte die men karteerde als wastine, een soort gedegradeerd bos met weinig opgaande bomen. Deze oppervlakte bedraagt 10% van de totale oppervlakte. Als we dus veronderstellen dat ook maar de helft van deze wastines meegeteld kan worden als bos, komen we plots aan een verdriedubbeling van de bosoppervlakte (en dus ook aan een verdriedubbeling van de bosindex).

Tabel 13: Overzicht van de landschapstypes in de periode 1775 binnen de perimeter

Type Oppervlakte (ha) Percentage Heide 1074,3 43% Infield 971,6 39% Wastine 243,0 10% Bos 129,4 5% Water 92,8 4% Totaal 2511,2 100%

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 47

2.1.1.2 VAN DER MAELEN (1846-1854)

Ongeveer 75 jaar later werd in het kader van de nieuwe staat België een nieuwe (Militaire) kartering van het volledige Belgische grondgebied opgesteld. Vanaf nu concentreren we ons in hoofdzaak op de bosevolutie. In vergelijking met de kaart van de Ferraris steeg de bebossingsindex van 6 % naar 9% (of +90 ha).

De bosuitbreiding vond vooral plaats:

ƒ rond de bestaande kleine bossen, ƒ in de Warmbeekvallei (eerste tekenen van ontginning van heide waardoor de bodems rond de beekvallei (die bijzonder nat waren) verlaten werden (zodat ze verbosten of bebost werden?), en ƒ in de infields (rond de dorpen dus).

Het boscomplex rondom Grevenbroek bleef ongeveer even groot, net zoals dat aan de ontginning van de Beverbeek. Aan de Achelse Kluis, in de omgeving van het Pastoorsbos en de Kolleberg breidde het boscomplex licht uit.

2.1.1.3 MILITAIRE STAFKAARTEN (1910-1950)

In de periode 1910-1950 werd het Belgische grondgebied opnieuw door het Militair Geografisch Instituut (latere NGI) gekarteerd. De meeste boscomplexen bleven relatief gelijk van oppervlakte. Enkel in de Warmbeekvallei waren enkele terreinen terug ontbost.

De grote verandering zat hem in het “valoriseren van de heidegronden”. Kunstmest had zijn intrede gedaan. De outfields waren dus niet meer nodig om de infields vruchtbaar te houden. Daarnaast ondervond de wolproductie een te grote concurrentie van wol uit de nieuwe continenten (Australië, Amerika,…). Tevens steeg de houtprijs door de grote vraag van de mijnsector. Hierdoor verloren de heides al hun betekenis en waren ze dus eigenlijk verloren gronden. De rijkere heidebodems werden, door gebruik te maken van kunstmest en (stoom)tractoren, omgezet naar akkers en weilanden en de armere werden bebost.

Op de kaart van het MGI zien we dat omstreeks 1941 60 tot 70 % van de heideoppervlakte omgezet is naar bos. Het gaat dan voornamelijk om:

ƒ het zuidelijke deel van de Buitenheide (het noordelijke werd omgezet naar landbouwgebied). Dit bos liep vanaf dan zelfs door tot aan het Achelbos-Grevenbroek ƒ een groot deel van de Warmbeekvallei ƒ het zuidelijke deel van de Beverbeekse heide (het noordelijke deel werd pas later opgeplant) ƒ heel de Haarterheide-Zonberg

In 1941 was de bosindex dan ook spectaculair gestegen tot 38% (960 ha in totaal).

2.1.1.4 HUIDIGE SITUATIE (2000)

De laatste boskartering gebeurde in het jaar 2000. Weinig bos verdween. De bossen die gekapt werden in deze periode werden omgezet naar landbouwgebied of werden bebouwd (vb. Kolleberg). De bosoppervlakte nam toe in het noordelijk deel van de Beverbeekse heide, rond de Tompwijers (die waarschijnlijk gewoon verbostten) en rond het Pastoorsbos waar de watering bebost werd. In het jaar 2000 was/is de bebossingsindex binnen de perimeter 36% wat neerkomt op een oppervlakte van 890 ha bos (waarvan een 750-tal nu onderwerp vormen van dit beheerplan).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 48

2.1.1.5 OPMERKELIJKE VERSCHILLEN MET DE GANGBARE BOSGESCHIEDENIS VOOR DE RUIME STREEK

Wanneer we de geschiedenis volgen vanaf 1775, kunnen we deze wat bos betreft kort beschrijven als volgt:

In 1775 is er relatief weinig bos. Het gaat waarschijnlijk om enkele jachtgebieden en vooral veel geriefbossen. Honderdvijftig jaar later ziet het beeld er compleet anders uit: de vallei en de heides raken helemaal bebost door een gewijzigde economische situatie. Deze verandering staat in de boswereld gekend als landschapsinversie (niet-bos wordt bos en omgekeerd). In vergelijking met de ruime streek lijkt het zo dat hier het proces van de landschapsinversie iets later plaatsgevonden heeft.

Bosoppervlakte (ha)

1200

1000

800

600

400

200

0 1775 1850 1941 2000

Grafiek1: Evolutie van de bosoppervlakte binnen de perimeter gedurende de afgelopen 2 eeuwen

In Grafiek 1 wordt een overzicht gegeven van de bosoppervlakte gelegen in de perimeter op de verschillende tijdstippen.

2.1.2 KENMERKEN VAN HET VROEGERE BEHEER

Over het algemeen zijn er twee zaken die duidelijk opvallen en verschillend zijn van het traditionele beheer van de bossen in de Kempen.

ƒ Ongeveer alle bossen binnen de perimeter zijn zo goed als vrij van Amerikaanse vogelkers. Een uitzonderlijke prestatie, waar de lokale boswachter en de stad terecht fier op kunnen zijn. Er zijn immers weinig gebieden van die omvang die kunnen laten zien hoe de Kempense bossen eruit zouden zien zonder deze exoot. Naaldbestanden met een dergelijk dense ondergroei van de inheemse en standplaatseigen struiken en natuurlijke verjonging zijn zeer zeldzaam. ƒ Alle bossen werden over het algemeen vrij goed beheerd. Bestanden met een enorme dunningsachterstand of veel Amerikaanse vogelkers komen hier niet of nauwelijks voor. Ook niet bij de privé-eigenaars.

Verder merken we dat de nieuwe beheervisie de afgelopen jaren duidelijk ingang gevonden heeft in het gebied: ijlere bestanden, openhouden van waardevolle open elementen, omvormen van naaldhout door doordunnen en groepenkap, werken met natuurlijke verjonging en het het stimuleren van de ondergroei zijn duidelijk terug te vinden in de verschillende bosplaatsen.

Het beheer in het verleden kunnen we verder best gedetailleerder bespreken door de bespreking op te splitsen volgens de bosplaatsen.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 49

2.1.2.1 NOORDELIJKE DUINEN- EN VENNENGORDEL

Het beheer kan hier opgesplitst worden in de vennen in het uiterste noorden enerzijds, en in de duinengordel aan de oostkant van deze bosplaats anderzijds.

De vennen werden over het algemeen niet beheerd. Concreet betekent dit dat ze dan ook steeds verder verlandden, verbosten en in kwaliteit achteruit gingen. Het verlies van het zeer zeldzaam vlindertje Gentiaanblauwtje (voor het laatst waargenomen in 1992) is hier een duidelijk voorbeeld van. Het afgelopen decennium hebben de stad en het ANB (toen nog de voormalige AMINAL afdelingen Bos & Groen en Natuur) hier echter de eerste stappen gezet in de richting van herstel van de voormalige hoge natuurwaarden: opslag werd gekapt, geschikte zones werden machinaal of manueel geplagd, vennen werden opnieuw uitgediept. De eerste resultaten zijn bemoedigend, zeker als men in het achterhoofd houdt dat deze zone aansluit met het grote natuurgebied Leenderbos/Leenderheide dat nog bronpopulaties van verschillende soorten bezit.

De duinengordel in het oosten is grotendeels bebost. In 1976 brandde enkele hectare van het terrein af door vuur afkomstig uit Nederland. Deze zones werden opnieuw beplant met naaldhout. In 1990 had men opnieuw geregeld last van branden in de bossen van de stad en van de staat (omgeving Noordelijke duinen- en vennengordel en Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek). Op sommige momenten waren er tot drie branden per dag (citaat oud- boswachter Theo Winters: ”we moesten bij wijze van spreken kamperen in de bossen om het in de gaten te kunnen houden”). Het bleek hier te gaan om een pyromaan. Nadat zijn identiteit bekend was, stopten de nieuwe branden.

Aangezien de economische waarde van deze (vaak vliegden)bestanden nogal laag is, werd er tijdens de laatste dunningen voor geopteerd de bestanden ijler te maken. Hierdoor krijgt de duinflora en vooral –fauna meer kansen.

2.1.2.2 BEVERBEEKSE HEIDE – BOVENBEVERBEEK

De bosplaats Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek bestaat uit naaldbestanden met een eindkap. Ook hier werden de laatste jaren zwaardere dunningen uitgevoerd, opdat de bossen meer open zouden worden. Tevens werden de eindkapmomenten verlaten en werd meer en meer overgestapt naar “doordunnen”. Deze techniek bestaat erin te blijven dunnen in het bestand zonder een eindkapdatum voorop stellen.

Het ven in deze bosplaats werd verder open gemaakt en de venbodem werd (iets te vakkundig helaas) afgeschraapt. Het toenmalige AMINAL afdeling Bos & Groen en de stad voerden de werken samen uit rond 1990.

Ook hier woedde dezelfde brand als deze in de Noordelijke duinen- en vennengordel in 1976. Deze zones werden dan herbeplant met naaldbomen. In 1995 brandde de Ezel af.

Een aantal bospercelen werden omgevormd naar berkenbestanden. Een aantal erg oude Corsicaanse dennen werden als bomenrij of als bestand behouden. Deze oude bomen vormen nu een belangrijke ecologisch (en landschappelijk- recreatieve) meerwaarde in deze voor de rest relatief jonge bestanden.

2.1.2.3 ROZENDAAL

Dit bos kende meer uitzonderlijk beheer, aangezien het hier gaat om een proefbos van de KULeuven. Op de terreinen van de KULeuven vinden we dan ook in Vlaanderen minder voorkomende bosbouwsystemen: aanplanten van Douglas, verrijkingsaanplanten met Douglas,…. Verder werden na stormen in deze bosplaats de gaten verder opengekapt tot groepen die verjongd werden met, in hoofdzaak, loofhout (vooral aan de kant van de stad).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 50

2.1.2.4 VALLEI VAN DE WARMBEEK

In het verleden werd de Warmbeekvallei serieus gedraineerd. De drogere percelen waren vroeger hooilanden die later omgevormd werden naar populierenbestanden. Toen bleek dat ook deze soort het niet goed deed op deze standplaatsen zonder zorgvuldig onderhouden drainagesysteem (wat overigens erg arbeidsintensief is), lieten velen de terreinen spontaan evolueren. Hierdoor zijn de bossen in de vallei vaak heel gemengd, zowel qua soortensamenstelling als qua leeftijd en structuur. Dit resulteert dan ook in hoge natuurwaarden. Op het terrein van de familie Schoemans werd recent nog een populierenbestand gekapt en herbeplant met inheems loofhout (in hoofdzaak Zomereik).

2.1.2.5 BINNENHEIDE

Deze bosplaats lijkt nogal op de Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek. Ook hier werd een relatief normaal naaldhoutbeheer doorgevoerd. Bij recente dunningen werden de bestanden ijler gemaakt. Percelen die een eindkap doormaakten werden vaak beplant met inheems loofhout (voorbeelden in het noorden van de bosplaats). De omvorming werd dus ook hier de afgelopen jaren ingezet.

2.1.2.6 GREVENBROEK – TOMP

Grevenbroek en de Tomp werden relatief goed onderhouden: bestanden werden indien nodig gedund. Op het domein van mevrouw Allen mochten een aantal percelen spontaan evolueren. Deze bestanden zijn dan ook bijzonder dicht begroeid. Toch zijn hier een aantal prachtige voorbeelden van Zeggerijke berkenbroekbossen terug te vinden. In de Tomp mogen de bomen oud worden en wordt er gestreefd naar een “natuurbos” (idem als bij mevrouw Allen, maar hier mag er wel gekapt worden).

2.1.2.7 HAARTERHEIDE – ZONBERG

Het grootste complex werd net zoals de overige bossen van de stad beheerd: bij dunning het bestand sterker dunnen dan daarvoor de gewoonte was, opdat de bestanden ijler werden. Bij eindkappen omvormen naar loofhout (een mooi voorbeeld van de omvorming naar Wintereik). In het gebied is er, mede door het ijler maken van de bestanden en door het bestrijden van de Amerikaanse vogelkers, een enorm dense ondergroei met natuurlijke verjonging van in hoofdzaak loofboomsoorten (Ruwe berk en Zomereik, maar ook Grove den) en struiken als Sporkehout en in veel mindere mate Lijsterbes.

2.1.2.8 KIEKUIT

In deze geïsoleerde naaldbestanden gebeurde relatief weinig. Er is veel dunningsachterstand. Daarom werd twee jaar geleden het perceel van de familie Schoemans sterk gedund. Het perceel van de stad werd om de 3 tot 6 jaar gedund, net zoals de meeste andere bestanden van de stad en de percelen in beheer van het ANB.

2.1.2.9 PASTOORSBOS

De oude vloeiweiden werden opgeplant met Populier. Ook hier wordt bij de meeste eindkappen van de populieren gestreefd naar een omvorming tot gemengd inheems loofhout.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 51

2.2 BESCHRIJVING VAN DE STANDPLAATS - ABIOTISCH

2.2.1 RELIEF EN HYDROGRAFIE

2.2.1.1 RELIËF

Over het algemeen kan gesteld worden dat het gebied binnen de perimeter eerder vlak is. Nergens komen grote hoogteverschillen voor. Zelfs gebieden met de naam Zonberg vertonen nauwelijks hoogteverschillen.

De hoogste zones bevinden zich in het uiterste zuiden van het gebied. Bosentiteit I bevindt zich immers op het Kempisch plateau dat afloopt in noordelijke richting. De hoogste punten binnen de perimeter zijn de omgeving van de “quatre bras” en het zuiden van het Pastoorsbos. Ook het zuiden van de Grote Haart, de Stad Hamont en de wijk Koleneind zijn relatief hoog gelegen. Deze zones bevinden zich allemaal tussen de 37 en 39 meter boven zeeniveau, waarbij de “quatre bras” de uitschieter is.

Het laagste punt bevindt zich in de omgeving van de Achelse kluis. Deze ligt in het uiterste noorden van het gebied. De Achelse Kluis ligt op een hoogte van ongeveer 30 meter.

Concreet betekent dit dat over een afstand van (in vogelvlucht) 6.5 km er een verschil in hoogte is van maximaal 9 meter. De beken hebben de valleien verder uitgeschuurd, zodat het landschap bestaat uit valleien en drogere ruggen. De uitzonderingen hierop zijn de duinen in de Noordelijke duinen- en vennengordel en de ruime omgeving van de Haarterheide-Zonberg waar er iets meer reliëf terug te vinden is (zie ook Figuur 27).

2.2.1.2 HYDROGRAFIE

De beekvalleien volgen over het algemeen de contouren van de hoogtelijnen. Hieruit zou men kunnen concluderen dat de meeste beken een natuurlijke oorsprong kennen. Dit blijkt echter niet zo te zijn: sommige zijn volledig gegraven, andere zijn rechtgetrokken. Hieronder wordt hiervan een overzicht gegeven:

ƒ Prinsenloop (rechtgetrokken (misschien gegraven)) ƒ Bovenstroom van de Rodenrijtloop (gegraven) ƒ Stokkenloop (gegraven/rechtgetrokken) ƒ Warmbeek (ter hoogte van Stokkenloop) (rechtgetrokken (meanders doorgestoken)) ƒ Oude beek (oude loop van de Warmbeek) ƒ Vliet (gegraven verbinding tussen Warmbeek en Prinsenloop) ƒ Hoekerloop (gegraven) ƒ Wagerheideloop (gegraven) ƒ Warmbeek (omgeving wagerheideloop) (gegraven voor wijers) ƒ Beverbeekloop (rechtgetrokken of gegraven) ƒ Beverbeekloop (kat 0) (gegraven (verbinding met Beverbeek) ƒ Pastoorsbosbeek (gegraven (volgt hoogtelijnen totaal niet)) ƒ Ondersloot (gegraven voor watering) ƒ Beverbeek (gegraven door voormalige vijver/ven en rechtgetrokken) ƒ Walbeek (rechtgetrokken (misschien gegraven)) ƒ Lookbeek (rechtgetrokken (misschien gegraven)) ƒ Erkbeek (gegraven/rechtgetrokken) ƒ Kattekuilbeek (gegraven)

In tegenstelling tot andere regio’s zijn er in goed doorlatende zandbodems van de Kempen weinig voorbeelden van puntbronnen: de meeste plaatsen waar een beek ontspringt waren in het verleden moerassige zones (kwelzones) waar

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 52

het water uit de grond opborrelde. Om deze zones toch te kunnen gebruiken voor de landbouw werden deze kwelzones gedraineerd. Hierdoor zijn vooral de bovenstroomse delen van de beken vaak onnatuurlijk recht. Dit hangt samen met het feit dat de beekjes op die plaatsen de kracht nog niet hebben om een menselijke invloed op korte termijn teniet te doen (door bijvoorbeeld spontaan opnieuw meanderen).

De grotere beken (hier bijvoorbeeld de Warmbeek) waren vroeger waarschijnlijk doorstroomvenen. Ook deze terreinen waren voor de toenmalige ontginners te nat. De stroom werd in een beeklichaam gestoken en werd vaak aan de rand van de vallei gelegd, opdat de beek een hoogtverschil zou kunnen opbouwen dat dan aan een molen kon omgezet worden naar energie of zodat het water voor bevloeiing van drogere bodems gebruikt kon worden.

Het grondwater ligt diep maar is door de doorlatende zandgrond erg kwetsbaar. Mede hierdoor werd bijna het volledige gebied binnen de perimeter ingekleurd als VEN (zie 1.8.2.1).

Wateringen

Na de aanleg van het kanaal Dessel- Bocholt in de negentiende eeuw kon men de arme Kempense bodem bevloeien met basenrijk water uit het Maasbekken. Hiertoe werden ingenieuze bevloeiingssystemen opgezet met boven- en ondersloten en boven- en onderzouwen. Dit heeft tot gevol gehad dat vele beken verlegd werden en extra aanvoer van basenrijk water kregen. Binnen Bosentiteit I vinden we dit terug in het Pastoorsbos.

2.2.2 BODEM EN GEOLOGIE

2.2.2.1 GEOLOGIE

TERTIAIR

De geologische vorming van het gebied hangt nauw samen met een belangrijke breuk die in de ondergrond aanwezig is: de Feldbiss-breuk (ook bekend als oorzaak van een kleine aardbeving in België op 22 juli 2002). Deze breuk loopt van Rotem naar Bree en buigt dan af in de richting van Hamont. Meer naar het westen ligt de Breuk van Rauw die van Lanaken tot Leopoldsburg loopt en dan afbuigt naar het noorden richting Mol-Rauw. Tussen deze en de Feldbiss-breuk vormde zich het Kempisch plateau.

Aan de oostelijke zijde van de breuk vindt men de Vlakte van Bocholt terug. Op de tertaire kaart van België staat het gebied ten noorden van de Feldbiss-breuk binnen Hamont-Achel gekenmerkt als “Kiezeloölietformatie”. Een boring in de Beverbeekse heide mat de diepteligging van de verschillende lagen van deze Kiezeloölietformatie (Tabel 14).

Tabel 14: Samenstelling Kiezeloölietformatie onder de Beverbeekse heide (Databank ondergrond Vlaanderen)

Vanaf (m) Beschrijving 0 Kwartaire afzetting (zand) 57 Formatie van Kempen (zand - klei) 106 Lid van Brunssum 1 (klei) 123 Lid van Pey (zand) 136 Lid van Brunssum 2 (klei) 154 Lid van Waubach (zand) 245 Formatie van Kasterlee

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 53

Uit de tabel kunnen we opmaken dat de Kwartaire zanden in deze omgeving een dikte hebben van 50m. Dit betekent dat er geen ondoorlaatbare lagen aanwezig zijn die de vrije waterstroming belemmeren. Enkel leem-, klei of oerlenzen kunnen lokaal de waterstromen sturen (tegenhouden, omleiden).

KWARTAIR

Bosentiteit I is nog net gelegen op de rand van het Kempisch plateau. Dit plateau werd gevormd in het Pleistoceen (2,4 miljoen – 10.000 jaar geleden) door zand- en grindafzettingen van de Maas die nu in vele groeves ontgonnen worden. Deze groeves hebben, eenmaal ze uitgeput zijn, grote potenties voor natuurontwikkeling. In de laatste ijstijd heerste boven de noordelijke ijskap een permanent hoge drukgebied. Daardoor bliezen er voortdurend krachtige noordenwinden over onze streken. Deze winden brachten zand en fijnere löss mee, uitgewaaid uit afbraakpuin van gletsjers en de drooggevallen Noordzee. Een zeer groot deel van West-Europa, van Noord-Nederland en Noord- Duitsland tot Midden België (lijn Kruishoutem – Aalst – Leuven – Hasselt) werd hierdoor bedekt met een laag zand van gemiddeld 2 m dikte. Omdat ze het reliëf afdekken en deels nivelleren worden ze dekzanden genoemd.

Landschappelijk gezien is het Kempisch plateau een driehoekige reliëfeenheid die boven de omgeving uitsteekt. De oostelijke grens van het plateau valt samen met de rand van de veel lager gelegen Maasvallei en is daardoor in het landschap waarneembaar als een zeer steile helling die plaatselijk meer dan 40 m hoog is. De noordoost-grens is minder hoog, 20 m, maar eveneens duidelijk waar te nemen als grens tussen het plateau en de vlakte van Bocholt. Verder naar het noorden, meer richting Hamont, is de rand veel minder duidelijk waarneembaar en gaat het plateau zeer geleidelijk over in de Vlakte van Bocholt.

Het plateau zelf is een vlak gebied met lokaal enkele duinmassieven die het vlakke karakter een weinig verstoren. Het helt zwak af in noordwestelijke richting: van 100 m hoog bij Lanaken tot 40 m hoog in Leopoldsburg. De beken op het Kempisch plateau ontspringen aan de randen van het plateau en stromen naar Maas ten noorden van de lijn Lanaken – Waterschei - Helchteren – Lommel en naar de Schelde via Demer of Nete ten zuiden van deze lijn.

2.2.2.2 BODEM (FIGUUR 29)

TEXTUUR EN VOCHTIGHEID

De bodems bestaan voor het overgrote deel uit zandbodems (textuur S (lemig zand) of Z (zand)). Deze worden aangevuld met een reeks stuifzandbodems (bodemserie X), een reeks venige bodems (bodemserie V) en een aantal zandleembodems (textuur P) naast de Beverbeek. Qua drainage zijn de meeste bodems matig doorlatend (drainageklasse c tot d). De valleibodems van de Beverbeek en de Warmbeek en het Elsbroek zijn vochtig tot nat (drainageklasse e tot f), terwijl de bodems van de Kiekuit, de Beverbeekse heide en de Binnenheide droog tot zeer droog zijn (drainageklasse a tot b).

PROFIELONTWIKKELING

Het grootste deel van de bodems kan qua profielontwikkeling ingedeeld worden bij de podsolen (profielklasse f tot g: (duidelijke) humus- en/of ijzeraanrijkingshorizont). Sommige bodems rond de Beverbeek worden gekenmerkt door een diepe antropogene humus A-horizont. Deze gronden bevinden zich rond een beschermde laathoeve uit de veertiende eeuw met een stabiel historisch landgebruik en bevestigen het historisch beeld van een potstaleconomie (zie 1.8.2.2 en 2.1.1.1).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 54

2.3 BESCHRIJVING VAN HET BIOTISCH MILIEU

De huidige bestandsindeling is geografisch gesitueerd op Figuur 5, Figuur 6, Figuur 7 en Figuur 8 (1/10.000) en Figuur 1 (schaal 1/25.000).

Alle beboste gedeelten binnen dit beheerplan zijn ingedeeld in 9 bosplaatsen. Deze zijn opgedeeld in percelen die op hun beurt in bestanden zijn onderverdeeld. De open stukken binnen bosverband worden mee opgenomen in het bosbeheerplan, andere bestanden zitten enkel in de visieontwikkeling over het gebied. De bestanden vormen eenheden van bedrijfsvoering, hetgeen wil zeggen dat eenzelfde beheer wordt uitgevoerd over het ganse bestand.

oppervlakteverdeling volgens bosplaats Beverbeekse Vallei van de heide - Rozendaal Warmbeek Bovenbeverbeek 14% 6% 19% Pastoorsbos 6% Binnenheide Noordelijke Duinen- 14% en vennengordel 6% Grevenbroek - Tomp Haarterheide - Kiekuit 10% Zonberg 1% 24%

Grafiek 2: oppervlaktebepaling volgens bosplaats

2.3.1 BESTANDSBESCHRIJVING EN DENDROMETRISCHE GEGEVENS

De bosbouwkundige metingen gebeuren door middel van proefvlakken in concentrische cirkels waarbij in de kleinste cirkel enkel de verjonging wordt opgemeten (tot 2 m hoogte), in de volgende cirkel de struiklaag (van 2 tot 8 m) en in de twee grootste cirkels de boomlaag (> 20 cm omtrek).

2.3.1.1 BESTANDSKENMERKEN

ALGEMENE BESPREKING

In bijlage 3 wordt per bestand de omschrijving gegeven van de opstand of de aanwezige infrastructuur. In onderstaande grafieken (Grafiek 3 tot Grafiek 6) wordt de oppervlakteverdeling van de verschillende bestandskenmerken op niveau van de boomlaag weergegeven. De gegevens worden ook weergegeven in Figuur 30.

MENGINGSVORM (GRAFIEK 3)

Ongeveer 40% van de bestanden is homogeen en 40% is stamsgewijs (of intiem) gemengd. Vooral dit laatste getal is erg hoog. Dit komt waarschijnlijk doordat in de beekvallei vele bestanden spontaan geëvolueerd zijn, wat vaak resulteert in een intiem gemengd bestand.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 55

Mengingsvorm

Homogeen 41% Stamsgewijs 41%

Groepsgewijs niet van 4% 14% toepassing

Groepsgewijs Homogeen Stamsgewijs niet van toepassing

Grafiek 3: Mengingsvorm

SLUITINGSGRAAD BOOMLAAG

Het valt op dat de bestanden over het algemeen gesloten zijn. Toch is meer dan 40% minder dan twee derde gesloten. Dat is een duidelijk teken dat de bestanden jong zijn of dat er moeite gedaan is om ze meer open te maken (regelmatige en zwaardere dunningen).

Sluitingsgraad Meer dan 2/3 Van 1/3 tot 55% 2/3 35%

Niet van Minder dan toepassing 1/3 4% 6% Minder dan 1/3 Van 1/3 tot 2/3 Meer dan 2/3 Niet van toepassing

Grafiek 4: Sluitingsgraad

BESTANDSTYPE

66% van de bestanden bestaat uit naaldhoutbestanden. Nog eens 15% bestaat uit naaldhoutbestanden gemengd met loofhout of loofhout bestanden gemengd met naaldhout. Voorlopig geven naaldbomen dus nog steeds de hoofdaccenten aan het bos.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 56

Bestandstype Wa 0% pOp Inf L+N 3% TB 0% 6% LH 0% 16%

N+L 9% NH 66%

Inf L+N LH N+L NH pOp TB Wa

Grafiek 5: Bestandstype

BEDRIJFSVORM

In 94% van de bossen wordt hooghout als bedrijfsvorm aangenomen. Dat is te verwachten: ten eerste omdat dat voor het overgrote deel van de Vlaamse bossen zo geldt en ten tweede omdat het hier gaat om relatief jonge bossen (in ieder geval de heide-ontginningen die het overgrote deel uitmaken van deze entiteit) waar geen of nauwelijks historische bosbeheersystemen (vb. hakhout) overgebleven zijn. Middelhout komt niet voor.

Be dr ijfs vor m Hooghout 94%

Hakhout Middelhout 2% Niet van toepassing 0% 4%

Hakhout Hooghout Middelhout Niet van toepassing

Grafiek 6: Bedrijfsvorm

INHEEMS/EXOOT VERSUS HOMOGEEN/GEMENGD

In Tabel 15 en Grafiek 7 wordt een overzicht gegeven van het verband tussen exoot/inheems en homogeen/gemengd.

Tabel 15: Inheems/exoot versus homogeen/gemengd Inheems/Exoot Homogeen/Gemengd Totaal % Exoot Gemengd 26,4006 4 Homogeen 78,6979 11 Exoot/Inheems Gemengd 39,9325 5 Inheems Gemengd 109,8741 15 Homogeen 324,8823 44 Inheems/Exoot Gemengd 120,4573 16 Homogeen 25,6833 4 nvt nvt 5,5396 1

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 57

Wat opvalt is dat ook bij de inheemse bestanden een belangrijk deel homogeen is. Dit zou je niet verwachten als je er van uit gaat dat vele inheemse bestanden spontaan zijn geëvolueerd. Als je bedenkt dat Grove den ook als inheems wordt meegeteld, zit hier de verklaring.

Inheems/exoot

500 400 nvt 300 Homogeen 200

Opp (ha) Opp Gemengd 100 0 t s v m n Exoot hee n Inheems

xoot/I E Inheems/Exoot

Grafiek 7: Inheems/exoot versus homogeen/gemengd

2.3.1.2 BOOMSOORTENSAMENSTELLING

VERJONGING

De verjonging is opgedeeld in 4 klassen van 0,5 m. In de Grafiek 9 zien we dat de 4 klassen allemaal vertegenwoordigd zijn, maar dat de aantallen afnemen met de hoogte. In totaal komen er 21 soorten voor verspreid over de verschillende bosplaatsen. Sporkehout is duidelijk de overheersende soort, gevolgd door Zomereik, Lijsterbes en Grove den. In de grafiek per bosplaats (Grafiek 8) komt duidelijk naar voren dat de verjonging in de grote delen van de bosentiteit voor meer dan de helft uit Spork bestaat. Enkel in de bosplaatsen Grevenbroek - Tomp, Noordelijke duinen- en vennengordel, Pastoorsbos en Vallei van de Warmbeek neemt Spork geen belangrijke plaats in. Deze bosplaatsen hebben een rijkere soortensamenstelling in de verjongingslaag, waarbij de Vallei van de Warmbeek er nog eens duidelijk bovenuit steekt met 9 soorten. Amerikaanse eik en Amerikaanse vogelkers komen opvallend weinig voor in de verjonging.

Tabel 16: Verjongingsaantallen per ha voor de verschillende boomsoorten volgens de vier hoogteklassen

Hoogteklasse (cm) Boomsoort Stamtal/ha 0-49 Sporkehout 456 Zomereik 446 Grove den 422 Amerikaanse vogelkers 69 Amerikaanse eik 60 Berk 56 Lijsterbes 46

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 58

Witte els 9 Corsikaanse den 6 Vogelkers (Europese) 4 Fijnspar 4 Vlier 4 Es 2 Hulst 2 Esdoorn 1 Taxus 1 Totaal 0-49 1588 50-99 Sporkehout 683 Zomereik 143 Lijsterbes 110 Grove den 69 Berk 42 Amerikaanse vogelkers 35 Amerikaanse eik 26 Witte els 7 Zwarte els 3 Beuk 3 Vogelkers (Europese) 3 Totaal 50-99 1123 100-149 Sporkehout 869 Berk 47 Lijsterbes 42 Zomereik 30 Amerikaanse vogelkers 16 Grove den 13 Amerikaanse eik 5 Vlier 4 Krentenboompje 3 Zwarte els 3 Es 2 Totaal 100-149 1033 150-199 Lijsterbes 198 Grove den 119 Berk 96 Zomereik 45 Sporkehout 44

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 59

Wilg 21 Larix 4 Es 3 Zwarte els 2 Witte els 2 Gelderse Roos 2 Walnoot 2 Esdoorn 1 Wintereik 1 Boswilg 1 Totaal 150-199 542 Eindtotaal 4287

Uit Tabel 16 valt op dat er per ha toch veel verjonging voorkomt, zeker wanneer men dit vergelijkt met de situaties in andere Kempense bossen.

Verjonging (<2m) per bosplaats

100%

Zwarte els Zomereik 80% Witte els Wilg Vlier Taxus 60% Sporkehout Lijsterbes Larix Krentenboompje 40% Hulst Grove den Fijnspar Esdoorn Relatief t.o.v. oppervlakte oppervlakte t.o.v. Relatief 20% Es Corsikaanse den Boswilg Beuk 0% Berk Beverbeekse heide - Grevenbroek - Kiekuit Pastoorsbos Vallei van de Tomp Warmbeek Amerikaanse vogelkers Bovenbeverbeek Haarterheide - Noordelijke duinen- Rozendaal Amerikaanse eik Binnenheide Zonberg en vennengordel Bosplaats

Grafiek 8: Verjonging per bosplaats

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 60

Verjonging (<2m) per hoogteklasse

2000 Zwart e els Zomereik 1800 Witte els Wi l g 1600 Vl i er Taxus 1400 Sporkehout Lijsterbes 1200 Larix Krent enboompje 1000 Hulst Grove den 800 Fijnspar Esdoorn

600 Es Corsikaanse den

Aantal op bemonsterde opp. op bemonsterde Aantal 400 Boswilg Beuk Berk 200 Amerikaanse vogelkers Amerikaanse eik 0 0-49 50-99 100-149 150-199 Hoogteklasse (cm)

Grafiek 9: Aantal verjonging volgens de boomsoorten en per hoogteklasse

STRUIKLAAG

In de struiklaag (van 2 tot 8 m) komen er in totaal 29 soorten voor en opnieuw is Sporkehout de meest voorkomende soort in absolute aantallen. Ook de struiklaag is opgedeeld in 3 hoogteklassen van telkens 2 m, waarbij de kleinste klasse beduidend beter vertegenwoordigd is dan de hogere klassen. Dit impliceert ook dat bijna alle bestanden opgebouwd zijn uit een hoofdetage die meestal hoger is dan 15 m met daaronder eventueel een struiklaag die niet veel hoger reikt dan 4m. Van een evenwichtige, ongelijkjarige en ongelijksoortige bestandsopbouw waarin de verschillende omtrek- en hoogteklassen vertegenwoordigd zijn, is dus meestal geen sprake. Na Spork zijn Berk en Zomereik de belangrijkste soorten. Bekijken we de gegevens per bosplaats dan valt op dat Grove den een belangrijke plaats inneemt in de Beverbeekse heide. Het zijn echter jonge bestanden waarbij de hoofdetage nog zo jong is dat ze wordt opgemeten als struiklaag. Opnieuw is de Vallei van de Warmbeek de soortenrijkste bosplaats.

Tabel 17: Aantallen struiken per ha per boomsoort en voor de verschillende hoogteklassen

Hoogteklasse (cm) Boomsoort Stamtal/ha 200-400 Sporkehout 462,18 Berk 295,93 Grove den 234,16 Lijsterbes 150,15 Zomereik 82,25 Amerikaanse eik 28,54 Amerikaanse vogelkers 23,49 Zwarte els 18,81 Grauwe wilg 9,8 Vogelkers (Europese) 5,35 Hazelaar 3,93

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 61

Hoogteklasse (cm) Boomsoort Stamtal/ha Wilg 3,8 Douglasspar 3,67 Corsikaanse den 3,08 Es 2,72 Krentenboompje 1,61 Larix 0,96 Vlier 0,94 Zoete kers 0,79 Boskers 0,71 Hulst 0,66 Ruwe berk 0,48 Witte els 0,47 Esdoorn 0,44 Wintereik 0,43 Moeraseik 0,33 Gagel 0,31 Boswilg 0,17 Amerikaans krentenboompje 0,15 Wilde lijsterbes 0,1 Zilver spar 0,1 Totaal 200-400 1336,51 400-600 Berk 65,75 Grove den 40,75 Lijsterbes 17,87 Vogelkers (Europese) 10,93 Zwarte els 10,34 Sporkehout 7,53 Zomereik 5,72 Beuk 4,01 Corsikaanse den 3,23 Vlier 2,05 Amerikaanse eik 1,8 Ruwe berk 1,45 Wintereik 0,98 Douglasspar 0,47 Witte els 0,47 Es 0,33 Boskers 0,32

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 62

Hoogteklasse (cm) Boomsoort Stamtal/ha Japanse larix 0,23 Gewone esdoorn 0,12 Totaal 400-600 174,35 600-800 Corsikaanse den 18,44 Es 9,02 Berk 4,77 Grove den 4,51 Vogelkers (Europese) 4,02 Zomereik 3,24 Witte els 2,13 Zwarte els 1,59 Lijsterbes 0,47 Gewone esdoorn 0,12 Totaal 600-800 48,31 Eindtotaal 1559,17

Zwarte els Struiklaag per bosplaats Zomereik Zoete kers Witte els 100% Wintereik Wilg 90% Weymouth den Vogelkers (Europese) 80% Vlier Sporkehout 70% Moeraseik Lijsterbes 60% Larix

50% Krentenboompje Hulst 40% Hazelaar Grove den 30% Grauwe wilg Gagel 20% Esdoorn Es 10% Douglasspar Corsikaanse den 0% Boswilg Grevenbroek - Kiekuit Pastoorsbos Vallei van de Beverbeekse heide - Boskers Tomp Warmbeek Bovenbeverbeek Haarterheide - Noordelijke duinen- en Rozendaal Berk vennengordel Amerikaanse vogelkers Binnenheide Zonberg Bosplaats Amerikaanse eik Amerikaans krentenboompje Grafiek 10: Struiklaag per bosplaats

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 63

Zwarte els Struiklaag per hoogteklasse Zomereik Zoete kers Wit te els 8000 Wintereik Wi l g Weymouth den 7000 Vogelkers (Europese) Vlier 6000 Sporkehout Moeraseik Lijsterbes 5000 Larix Krentenboompje 4000 Hulst Hazelaar Grove den 3000 Grauwe wilg Gagel 2000 Esdoorn Es Douglasspar 1000 Corsikaanse den Boswilg Boskers 0 200-400 400-600 600-800 Berk Amerikaanse vogelkers Hoogteklasse (cm) Amerikaanse eik Amerikaans krent enboompje Grafiek 11: Struiklaag per hoogteklasse

BOOMLAAG (ZIE OOK FIGUUR 32 EN FIGUUR 33)

In de boomlaag komen er in totaal 34 soorten voor, waarvan 13 soorten in Vlaanderen als exoot worden beschouwd (Tabel 18). Zes soorten bepalen minstens 90% van het stamtal, grondvlak en volume van de bemonsterde oppervlakte. Grove den is de belangrijkste soort met bijna 60% op basis van grondvlak en volume, gevolgd door Corsicaanse den dewelke ¼ van het volume bepaalt, Zomereik, Berk, Lork, Zwarte els en Weymouth bepalen elk minder dan 5% (grondvlak en volume). In een volopname in Pastoorsbos werd ook nog Gladde iep genoteerd.

Tabel 18: Stamtal, grondvlak en volume voor de verschillende boomsoorten in de boomlaag binnen de bosentiteit. Exoten worden aangeduid in het blauw

Boomsoort Stamtal /ha Grondvlak m²/ha Volume m³/ha Grove den 279,51 11,92 84,18 Corsikaanse den 156,1 4,62 26,99 Zomereik 53,59 1,17 8 Berk 84,7 0,87 4,17 Zwarte els 29,78 0,46 3,14 Larix 16,74 0,63 4,86 Populier 1,8 0,27 2,86 Fijnspar 5,39 0,2 1,48 Weymouth den 4,76 0,2 1,17 Es 6,77 0,18 1,34

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 64

Boomsoort Stamtal /ha Grondvlak m²/ha Volume m³/ha Amerikaanse eik 7,52 0,17 0,9 Douglasspar 5,57 0,09 0,88 Witte els 7,67 0,07 0,33 Ruwe berk 2,1 0,04 0,25 Boskers 3,24 0,03 0,11 Wilg 1,01 0,02 0,15 Lijsterbes 3,15 0,02 0,05 Japanse larix 0,97 0,02 0,1 Sporkehout 2 0,01 0,03 Beuk 0,82 0,01 0,03 Moeraseik 0,71 0,01 0,04 Zilver spar 0,58 0,01 0,04 Grauwe wilg 1,56 0,01 0,02 Vogelkers (Europese) 0,67 0,00 0,01 Amerikaanse vogelkers 0,32 0,00 0,01 Ratelpopulier 0,21 0,00 0,01 Boswilg 0,24 0,00 0,01 Tamme kastanje 0,19 0,00 0,00 Hazelaar 0,24 0,00 0,00 Wintereik 0,26 0,00 0,00 Vlier 0,14 0,00 0,00 Zachte berk 0,09 0,00 0,00 Esdoorn 0,06 0,00 0,00 Robinia 0,02 0,00 0,00 Totaal 678 21,03 141,16

Boomsoortensamenstelling naar stamtal 9%

2% Grove den

4% Corsikaanse den Zomereik 12% 42% Berk

8% Zw arte els 23% Larix Overige

Grafiek 12: Boomsoortensamenstelling

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 65

Boomsoortensamenstelling naar grondvlak 3%

2% Grove den 4% 6% Corsikaanse den

6% Zomereik Berk 57% 22% Zw arte els Larix Overige

Grafiek 13: Boomsoortensamenstelling naar grondvlak

Boomsoortensamenstelling naar volume 3%

2% Grove den 3% 7% Corsikaanse den Zomereik 6% Berk

19% 60% Zw arte els Larix Overige

Grafiek 14: Boomsoortensamenstelling naar volume

Boosmsoortensamenstelling naar stamtal van de 'overige soorten' 4% 6% 2% 5% 13% 2% 3% 1% 1% 3% 1% 10% <1% 4% 3%

13% 9%

12% 8%

Populier Fijnspar Weymo uth den Es Amerikaanse eik Douglasspar Witte els Ruwe berk Boskers Wilg Lijsterbes Japanse larix Sporkehout Beuk M oeraseik Zilver spar Grauwe wilg Vogelkers (Europese) Amerikaanse vogelkers Ratelpopulier Boswilg Tamme kastanje Hazelaar Wintereik Vlier Zachte berk Esdoorn Robinia

Grafiek 15: Boomsoortensamenstelling naar stamtal van de ‘overige soorten’

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 66

De gemiddelde grondvlakken per bosplaats varieren tussen de 18 m²/ha (Kiekuit) en de 26m²/ha (Binnenheide) en de gemiddelde volumes tussen de 140m³ (Beverbeekse heide) en 200m³/ha (Zonberg). Dit zijn cijfers die enkel betrekking hebben op de beboste oppervlakte. Worden de totalen uitgemiddeld over de te bebossen oppervlaktes en de open ruimtes binnen bosverband, dan liggen de cijfers een beetje lager. Over het algemeen zijn dit lichtrijke bestanden zonder dunningsachterstand. De lage volumes hebben te maken met de grote oppervlakte aan jonge bestanden (tussen de 1 en 20 jaar) die er voorkomen. Deze bestanden hebben automatisch een hoog stamtal en een hoog grondvlak, maar een laag volume in vergelijking met volwassen bestanden.

De soortensamenstelling op basis van grondvlak (G) en volume (V) per bosplaats vertoont dezelfde structuur als in de verjonging en struiklaag: De bosplaatsen Grevenbroek - Tomp en Warmbeek hebben een rijkere soortensamenstelling en er is een meer gelijkmatige verdeling van de soorten. Dit wil zeggen dat Grove den en Corsicaanse den niet de grootste volumes bepalen, maar wel de inheemse soorten Berk, Zomereik en Zwarte els. Dit staat in schril contrast met de overige bosplaatsen waar Grove den en Corsicaanse den meer dan 90% van het bestandsgrondvlak en het bestandsvolume bepalen.

Grondvlak Bovenbeverbeek (%) Grondvlak Haarterheide-Zonberg (%)

<1% 3% 1% 1% Grove den 3% <1% Grove den 3% Corsikaanse den Corsikaanse den 25% 41% Zomereik Berk 56% Lork Weymo uth den 67% Berk Amerikaanse eik Overige

Grondvlak Warmbeek (%) Grondvlak Grevenbroek-Tomp (%) 1% 2% Berk Zwarte els 1% 2% 3% Zomereik 1% Zomereik 4% Grove den Berk 6% 27% 28% 10 % Weymo uth den 9% Fijnspar Amerikaanse eik Es 11% 12 % Zwarte els Corsikaanse den 16 % 15 % 25% Corsikaanse den 27% Populier Witte els Douglasspar Overige Overige

Grafiek 16 tot 19: Grondvlak voor de bosplaatsen Bovenbeverbeek – Beverbeekse heide, Haarterheide – Zonberg, Warmbeekvallei een Grevenbroek - Tomp

Tabel 19 vermeldt per bestand de hoofdboomsoort en de leeftijdsklasse. De oppervlaktes werden geëxporteerd uit GIS en zijn niet volledig identiek aan de kadastrale oppervlaktes.

Tabel 19: Overzicht van de hoofdboomsoort en de leeftijdklassen van de verschillende bestanden

Bosplaats Bestand Gisopp. (ha) Hoofdboomsoort(en) Leeftijdsklasse Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 209a 3,4612 Grove den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 210a 3,7974 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 211a 4,4780 Corsikaanse den/Grove den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 212a 4,7968 Grove den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 213a 1,9701 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 214a 4,9708 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 215a 4,5824 Grove den/Corsikaanse den 41-60

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 67

Bosplaats Bestand Gisopp. (ha) Hoofdboomsoort(en) Leeftijdsklasse Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 215b 0,5327 NVT NVT Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 216a 1,9130 Grove den 1-20 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 216b 2,3394 Corsikaanse den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 216c 0,6581 Corsikaanse den >160 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 217a 4,7927 Grove den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 218a 4,6284 Grove den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 219a 4,7405 Grove den >160 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 220a 4,4652 Corsikaanse den/Grove den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 221a 3,6407 Corsikaanse den/Grove den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 221b 0,7849 Corsikaanse den 81-100 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 222a 3,5808 Corsikaanse den/Grove den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 222b 0,7459 Corsikaanse den 81-100 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 223a 4,1538 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 224a 3,7883 Berk/Grove den 1-20 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 225a 3,1954 Corsikaanse den/Grove den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 226a 2,9684 Grove den 61-80 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 227a 2,5786 Berk/Grove den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 228a 2,7213 Grove den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 230a 3,9151 Corsikaanse den/Grove den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 230b 2,3525 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 231a 5,3059 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 232a 4,9267 Grove den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 233a 4,5671 Grove den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 234a 4,1855 Grove den 41-60 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 235a 3,8816 Grove den 61-80 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 236a 3,7768 Grove den 1-20 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 237a 3,8692 Grove den/Berk 1-20 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 238a 3,6961 Grove den/Corsikaanse den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 239a 3,6855 Grove den/Corsikaanse den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 240a 3,7615 Grove den/Corsikaanse den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 241a 3,5578 Corsikaanse den 1-20 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 242a 3,5505 Grove den/Berk 1-20 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 243a 2,9956 Corsikaanse den/Grove den 1-20 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 245a 3,4169 Corsikaanse den/Berk/Amerikaanse eik 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 259a 4,7598 Corsikaanse den 21-40 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 607a 2,1678 Douglasspar 1-20 Beverbeekse heide-Bovenbeverbeek 607b 0,0552 NVT NVT Binnenheide 101a 0,4816 Zomereik/Berk 1-20 Binnenheide 101b 1,2510 Corsikaanse den/Grove den/douglas 1-20 Binnenheide 101c 1,4276 Grove den/Weymouth den/Corsikaanse den 61-80 Binnenheide 102a 2,0491 Grove den/Corsikaanse den 1-20 Binnenheide 102b 0,7170 Zomereik/Grove den 61-80 Binnenheide 103a 1,4047 Zomereik/Berk 1-20 Binnenheide 103b 4,3645 Corsikaanse den/Grove den 41-60 Binnenheide 104a 4,8369 Grove den 41-60 Binnenheide 105a 5,4251 Grove den 41-60 Binnenheide 106a 6,1814 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Binnenheide 107a 5,0811 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Binnenheide 108a 5,3065 Corsikaanse den/Grove den 41-60 Binnenheide 109a 4,2489 Larix/Corsikaanse den/Weymouth den 1-20 Binnenheide 110a 3,8139 Grove den 1-20 Binnenheide 111a 2,9170 Zomereik/Berk/tamme kastanje Ongelijkjarig Binnenheide 111b 1,5016 Corsikaanse den 41-60 Binnenheide 111c 2,1754 Zomereik/Amerikaanse eik 41-60 Binnenheide 112a 2,9999 Grove den 41-60 Binnenheide 112b 1,8778 Weymouth den/Grove den 41-60 Binnenheide 112c 0,7287 Grove den 21-40 Binnenheide 113a 3,2275 Larix 21-40 Binnenheide 113b 0,9099 Corsikaanse den 21-40 Binnenheide 114a 1,8284 Grove den 1-20 Binnenheide 115a 4,6583 Grove den/Corsikaanse den 41-60

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 68

Bosplaats Bestand Gisopp. (ha) Hoofdboomsoort(en) Leeftijdsklasse Binnenheide 116a 3,2565 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Binnenheide 117a 4,1173 Corsikaanse den/Grove den/Larix 61-80 Binnenheide 118a 3,9308 Grove den 41-60 Binnenheide 119a 2,5438 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Binnenheide 120a 6,0594 Grove den/Zomereik/Berk Ongelijkjarig Binnenheide 120b 0,3663 Zomereik/Berk Ongelijkjarig Binnenheide 120c 1,5121 Grove den/Douglasspar Ongelijkjarig Binnenheide 120d 3,8710 Berk/Grove den 61-80 Binnenheide 127a 0,2668 Berk/Zwarte els/zomereik 1-20 Binnenheide 141a 2,4570 Grove den 41-60 Binnenheide 142a 8,0288 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Binnenheide 143a 2,4100 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Binnenheide 144a 4,7290 Grove den 41-60 Grevenbroek-Tomp 400a 0,4321 Gewone es/Zomereik 61-80 Grevenbroek-Tomp 401a 1,6144 Populier/Berk 21-40 Grevenbroek-Tomp 401b 0,6508 Zomereik/Witte els/Gewone es Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 402a 0,3796 Zomereik 61-80 Grevenbroek-Tomp 403a 1,2113 Fijnspar 21-40 Grevenbroek-Tomp 404a 0,3094 Zomereik Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 404b 0,6135 Zwarte els Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 405a 1,9794 Gewone es/Zwart els Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 406a 1,3220 Zwarte els/Berk 1-20 Grevenbroek-Tomp 407a 0,5500 Beuk 21-40 Grevenbroek-Tomp 408a 1,9966 Gewone es/Fijnspar Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 409a 0,3920 Fijnspar 21-40 Grevenbroek-Tomp 410a 1,0552 NVT NVT Grevenbroek-Tomp 411a 0,5529 Zomereik Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 412a 5,8249 Berk/Zwart els 1-20 Grevenbroek-Tomp 412b 0,4951 Fijnspar/Berk 21-40 Grevenbroek-Tomp 413a 2,2285 Zwarte els/Berk 21-40 Grevenbroek-Tomp 414a 7,6085 Berk/Zwarte els 1-20 Grevenbroek-Tomp 415a 7,6089 Gewone es/Zwarte els/Zomereik Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 416a 1,1161 NVT NVT Grevenbroek-Tomp 417a 1,2962 NVT NVT Grevenbroek-Tomp 418a 1,3805 NVT NVT Grevenbroek-Tomp 420a 2,2505 NVT NVT Grevenbroek-Tomp 421a 4,5588 Zomereik/Grove den Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 422a 2,2035 Zomereik/Douglasspar Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 423a 0,7040 Fijnspar 1-20 Grevenbroek-Tomp 424a 3,9352 Zomereik/Berk 1-20 Grevenbroek-Tomp 425a 0,9231 Corsikaanse den/Zomereik Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 426a 0,8349 Corsikaanse den 41-60 Grevenbroek-Tomp 427a 0,2762 Berk 1-20 Grevenbroek-Tomp 428a 1,1841 Zomereik/Berk Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 429a 0,2487 Berk/Zwarte els 1-20 Grevenbroek-Tomp 430a 0,4955 NVT NVT Grevenbroek-Tomp 431a 0,4848 Berk/Zwarte els 1-20 Grevenbroek-Tomp 431b 0,3804 Zwarte els/Berk/fijnspar 1-20 Grevenbroek-Tomp 432a 0,4273 Fijnspar Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 432b 0,7568 Zwarte els 1-20 Grevenbroek-Tomp 433a 0,8746 Zwarte els/Berk 1-20 Grevenbroek-Tomp 433b 0,4410 Fijnspar/Zwarte els/Berk Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 434a 2,1651 Zwarte els 1-20 Grevenbroek-Tomp 434b 0,2537 Gewone es/Zomereik 1-20 Grevenbroek-Tomp 434c 0,2271 Berk/Zwarte els Ongelijkjarig Grevenbroek-Tomp 434d 0,3647 Zwarte els/Berk 1-20 Grevenbroek-Tomp 435a 1,6733 Berk/Zomereik 1-20 Grevenbroek-Tomp 435b 0,4024 Berk/Zwarte els 1-20 Grevenbroek-Tomp 436a 1,5639 Berk/Zwarte els 1-20 Grevenbroek-Tomp 437a 1,4250 Berk/Fijnspar 21-40 Grevenbroek-Tomp 438a 0,8358 Berk/Fijnspar/Zwarte els 21-40

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 69

Bosplaats Bestand Gisopp. (ha) Hoofdboomsoort(en) Leeftijdsklasse Grevenbroek-Tomp 438b 0,5687 Berk/Fijnspar 21-40 Grevenbroek-Tomp 439a 1,4366 Berk/Zomereik 1-20 Grevenbroek-Tomp 440a 0,3771 Berk/Zwarte els 1-20 Grevenbroek-Tomp 501a 1,0144 Zomereik/Fijnspar 21-40 Haarterheide-Zonberg 301c 1,3006 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 302a 2,9795 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 303a 4,4922 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 304a 3,2838 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 305a 1,9049 Corsikaanse den 21-40 Haarterheide-Zonberg 305b 3,2787 Corsikaanse den 21-40 Haarterheide-Zonberg 306a 2,6058 Grove den 1-20 Haarterheide-Zonberg 307a 3,1057 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 308a 2,7817 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 309a 2,5014 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 310a 2,9336 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 311a 2,8847 Grove den 61-80 Haarterheide-Zonberg 312a 3,2445 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 313a 2,4230 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 314a 4,4477 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 315a 6,8830 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 316a 1,2327 Grove den 21-40 Haarterheide-Zonberg 317a 3,7482 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 318a 1,8377 Grove den 1-20 Haarterheide-Zonberg 319a 2,0257 Grove den/Larix (G) 81-100 Haarterheide-Zonberg 319b 0,6661 Corsikaanse den 41-60 Haarterheide-Zonberg 320a 4,9966 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 322a 4,9091 Grove den/Larix (G) 21-40 Haarterheide-Zonberg 323a 6,0664 Corsikaanse den 81-100 Haarterheide-Zonberg 323b 2,5081 Grove den/Amerikaanse eik 41-60 Haarterheide-Zonberg 324a 5,9640 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 324b 0,6523 NVT NVT Haarterheide-Zonberg 325a 3,7517 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 325b 0,4862 Grove den/Berk 21-40 Haarterheide-Zonberg 326a 3,0355 Grove den/Corsikaanse den 21-40 Haarterheide-Zonberg 327a 4,1154 Grove den/Larix (G) 81-100 Haarterheide-Zonberg 328a 3,0849 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Haarterheide-Zonberg 329a 3,2713 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 330a 5,5459 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 331a 5,4878 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 332a 6,3433 Corsikaanse den 41-60 Haarterheide-Zonberg 333a 6,6757 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 334a 6,7534 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 335a 5,8768 Corsikaanse den 41-60 Haarterheide-Zonberg 336a 4,7479 Grove den 81-100 Haarterheide-Zonberg 336b 3,6572 Grove den 1-20 Haarterheide-Zonberg 337a 4,6392 Grove den 81-100 Haarterheide-Zonberg 338a 4,9117 Grove den 81-100 Haarterheide-Zonberg 339a 3,2255 Grove den 81-100 Haarterheide-Zonberg 339b 1,3872 Zomereik 1-20 Haarterheide-Zonberg 340a 5,8461 Grove den 81-100 Haarterheide-Zonberg 341a 7,2670 Grove den 81-100 Haarterheide-Zonberg 342a 3,9986 Grove den/Zomereik 21-40 Haarterheide-Zonberg 342b 1,0544 Wilg/Berk/beuk 1-20 Haarterheide-Zonberg 343a 3,4671 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 343b 4,0236 Grove den/Zomereik 1-20 Haarterheide-Zonberg 344a 6,6042 Grove den 41-60 Haarterheide-Zonberg 345a 0,5000 NVT NVT Haarterheide-Zonberg 345a 2,2230 Grove den/Japanse larix Ongelijkjarig Haarterheide-Zonberg 345b 0,9157 Grove den/Zilver spar Ongelijkjarig Haarterheide-Zonberg 346a 0,9471 Grove den 61-80 Haarterheide-Zonberg 347a 1,1860 Grove den 61-80

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 70

Bosplaats Bestand Gisopp. (ha) Hoofdboomsoort(en) Leeftijdsklasse Haarterheide-Zonberg 348a 0,4943 Grove den 61-80 Haarterheide-Zonberg 349a 0,3489 Boskers/Fijnspar 21-40 Haarterheide-Zonberg 350a 0,7711 Berk 1-20 Kiekuit 351a 0,6331 Corsikaanse den 21-40 Kiekuit 352a 1,2983 Grove den 41-60 Kiekuit 353a 1,6473 Grove den 41-60 Kiekuit 354a 1,7148 Grove den 21-40 Noordelijke duinen- en vennengordel 244a 2,8971 Grove den 41-60 Noordelijke duinen- en vennengordel 246a 2,7268 Grove den Ongelijkjarig Noordelijke duinen- en vennengordel 247a 1,4150 NVT NVT Noordelijke duinen- en vennengordel 248a 2,6416 Zomereik/Berk Ongelijkjarig Noordelijke duinen- en vennengordel 250a 2,2372 Grove den/Zomereik Ongelijkjarig Noordelijke duinen- en vennengordel 251a 9,0460 Grove den Ongelijkjarig Noordelijke duinen- en vennengordel 252a 4,0597 Corsikaanse den 41-60 Noordelijke duinen- en vennengordel 254a 5,9521 Grove den Ongelijkjarig Noordelijke duinen- en vennengordel 255a 1,4340 Corsikaanse den 21-40 Noordelijke duinen- en vennengordel 255b 0,7403 Grove den 21-40 Noordelijke duinen- en vennengordel 256a 2,0680 Grove den 41-60 Noordelijke duinen- en vennengordel 256b 4,0274 Grove den Ongelijkjarig Noordelijke duinen- en vennengordel 257a 1,9507 Grove den 41-60 Noordelijke duinen- en vennengordel 258a 1,7023 Grove den/Larix (G) 61-80 Pastoorsbos 10a 0,1709 Japanse larix 21-40 Pastoorsbos 10b 1,3870 Beuk/Gewone es 1-20 Pastoorsbos 10c 2,2727 Populier 21-40 Pastoorsbos 11a 3,2080 Populier 21-40 Pastoorsbos 11b 2,5094 Gemengd LH 1-20 Pastoorsbos 12a 2,2491 Zomereik/Populier Ongelijkjarig Pastoorsbos 12b 0,3909 Fijnspar 41-60 Pastoorsbos 12c 0,7325 NVT NVT Pastoorsbos 14a 0,4965 Zwarte els/Berk 41-60 Pastoorsbos 15a 1,1959 Grove den 41-60 Pastoorsbos 16a 0,1666 Populier 21-40 Pastoorsbos 1a 1,6203 NVT NVT Pastoorsbos 2a 0,6135 Populier/Fijnspar 21-40 Pastoorsbos 2b 2,2778 Boskers/Gewone es/Zomereik 1-20 Pastoorsbos 3a 1,8982 NVT NVT Pastoorsbos 4a 5,3036 NVT NVT Pastoorsbos 4b 1,1375 Amerikaanse eik/Zomereik Ongelijkjarig Pastoorsbos 5a 1,0743 Zomereik/Berk/Boskers Ongelijkjarig Pastoorsbos 5b 2,3980 Populier/Zomereik 1-20 Pastoorsbos 6a 1,7130 Populier 1-20 Pastoorsbos 7a 0,7201 Populier/Zwarte els 1-20 Pastoorsbos 7b 2,5499 Gewone es/Zomereik 1-20 Pastoorsbos 8a 3,0021 NVT NVT Pastoorsbos 8b 1,1508 Gemengd LH 1-20 Pastoorsbos 8c 0,7710 Gewone es 1-20 Pastoorsbos 9a 1,8370 Witte els/Populier 1-20 Rozendaal 201a 3,3414 Corsikaanse den 41-60 Rozendaal 201b 1,2171 Berk 1-20 Rozendaal 202a 2,3995 Berk/Larix 41-60 Rozendaal 202b 0,9565 Grove den 41-60 Rozendaal 203a 2,4160 Grove den 41-60 Rozendaal 204a 2,3975 Corsikaanse den 41-60 Rozendaal 205a 6,2798 Grove den/Berk 41-60 Rozendaal 206a 5,5297 Grove den 41-60 Rozendaal 207a 6,4527 Grove den 41-60 Rozendaal 208a 3,3278 Grove den/Corsikaanse den 41-60 Rozendaal 321a 0,9505 Moeraseik/Grove den 61-80 Rozendaal 321b 0,4137 Wintereik/Zomereik 21-40 Rozendaal 321c 0,9453 NVT NVT Rozendaal 601a 0,7711 Grove den 1-20

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 71

Bosplaats Bestand Gisopp. (ha) Hoofdboomsoort(en) Leeftijdsklasse Rozendaal 601b 1,0426 Weymouth 21-40 Rozendaal 602a 0,6999 Zomereik Ongelijkjarig Rozendaal 603a 0,9561 Corsikaanse den/Larix 21-40 Rozendaal 604a 0,1117 Zomereik/Grove den/Amerikaanse eik 61-80 Rozendaal 605a 1,4633 Grove den 41-60 Rozendaal 606a 0,3829 Zomereik/Amerikaanse eik/Berk Ongelijkjarig Rozendaal 608a 1,0574 Amerikaanse eik/Zomereik Ongelijkjarig Rozendaal 609a 0,4207 Zomereik/Berk Ongelijkjarig Rozendaal 610a 0,3263 Corsikaanse den 41-60 Rozendaal 611a 0,0600 Zomereik/Berk Ongelijkjarig Rozendaal 612b 0,0717 Moeraseik/Grove den 1-20 Rozendaal 613a 2,0653 Zomereik Ongelijkjarig Rozendaal 614a 0,4820 Zomereik/Grove den Ongelijkjarig Rozendaal 615a 0,2032 Zomereik Ongelijkjarig Rozendaal 616a 2,6791 Larix 1-20 Rozendaal 617a 0,6251 Zomereik/Grove den Ongelijkjarig Rozendaal 617b 0,0976 Gemengd LH NVT Rozendaal 618a 7,2920 Grove den 61-80 Rozendaal 618b 0,9706 Grove den 21-40 Rozendaal 618c 0,8314 Grove den 1-20 Rozendaal 619a 1,2100 Grove den 61-80 Rozendaal 620a 3,2483 Grove den 61-80 Rozendaal 621a 1,3586 Grove den/Corsikaanse den 21-40 Rozendaal 622a 3,1220 Grove den 61-80 Rozendaal 622b 0,1187 NVT NVT Rozendaal 623a 2,8985 Grove den 1-20 Rozendaal 623b 1,8251 NVT NVT Rozendaal 624a 4,0206 Grove den 41-60 Rozendaal 624b 0,5919 Grove den 41-60 Rozendaal 625a 4,8626 Grove den 61-80 Rozendaal 626a 0,9217 Grove den/Corsikaanse den 21-40 Rozendaal 627a 2,1410 Grove den 61-80 Rozendaal 628a 2,2094 Grove den 61-80 Rozendaal 628b 0,4869 Grove den 21-40 Rozendaal 629a 3,2756 Grove den 61-80 Rozendaal 630a 0,1186 Larix/berk 1-20 Rozendaal 630b 0,7399 Weymouth den 21-40 Rozendaal 631a 3,1326 NVT NVT Rozendaal 632a 0,8745 Corsikaanse den/Grove den 41-60 Rozendaal 632b 0,1649 Corsikaanse den/Grove den/Fijnspar Ongelijkjarig Rozendaal 633a 0,9928 Corsikaanse den/Grove den 21-40 Rozendaal 633b 0,7275 Corsikaanse den 21-40 Rozendaal 634a 3,2344 Grove den 41-60 Rozendaal 634b 0,4523 Overstaanders Grove den 1-20 Rozendaal 636a 1,1170 Grove den 21-40 Rozendaal 637a 0,4390 Corsikaanse den/Grove den 21-40 Rozendaal 638a 0,5346 Corsikaanse den Ongelijkjarig Vallei van de Warmbeek 121a 2,1226 Zomereik/Amerikaanse eik Ongelijkjarig Vallei van de Warmbeek 121b 1,0646 Zomereik/Wintereik 1-20 Vallei van de Warmbeek 121c 0,1904 NVT NVT Vallei van de Warmbeek 122a 6,1361 Zomereik/Berk/Amerikaanse eik Ongelijkjarig Vallei van de Warmbeek 123a 3,4838 Grove den/Amerikaanse eik/Corsikaanse den 21-40 Vallei van de Warmbeek 124a 3,3911 Zomereik/Berk 61-80 Vallei van de Warmbeek 124b 2,0022 Weymouth den/Berk 21-40 Vallei van de Warmbeek 125a 4,5163 Grove den/Weymouth den 21-40 Vallei van de Warmbeek 502a 2,3110 Gemengd LH 1-20 Vallei van de Warmbeek 505a 0,1513 Gemengd LH 1-20 Vallei van de Warmbeek 507a 1,6090 Zomereik/Berk 41-60 Vallei van de Warmbeek 508a 0,9799 Larix/Fijnspar 61-80 Vallei van de Warmbeek 509a 0,6251 Zomereik 101-120 Vallei van de Warmbeek 510a 0,4373 Zomereik/Berk 21-40

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 72

Bosplaats Bestand Gisopp. (ha) Hoofdboomsoort(en) Leeftijdsklasse Vallei van de Warmbeek 511a 1,3994 Berk/Zomereik Ongelijkjarig Vallei van de Warmbeek 512a 4,6265 Zwarte els/Berk/Witte els Ongelijkjarig Vallei van de Warmbeek 513a 0,8184 Gemengd LH 1-20 Vallei van de Warmbeek 514a 0,5194 Zomereik/Noorse esdoorn 1-20 Vallei van de Warmbeek 514b 0,2350 Zwarte els 21-40 Vallei van de Warmbeek 515a 0,1169 Zomereik 21-40 Vallei van de Warmbeek 516a 0,2644 Zomereik/Ruwe Berk Ongelijkjarig Vallei van de Warmbeek 517a 0,2282 Gemengd LH 1-20 Vallei van de Warmbeek 518a 1,2195 Gemengd LH 1-20 Vallei van de Warmbeek 519a 0,8348 Berk 41-60 Vallei van de Warmbeek 519b 0,0790 NVT NVT Vallei van de Warmbeek 520a 0,8860 Zomereik Ongelijkjarig Vallei van de Warmbeek 521a 4,0573 Gemengd LH 41-60 Vallei van de Warmbeek 522a 1,8435 Berk/Zwarte els Ongelijkjarig Vallei van de Warmbeek 523a 2,0226 Zomereik/Gewone es 21-40

2.3.1.3 DENDROMETRISCHE GEGEVENS

In Tabel 20 staan per bestand de gegevens van stamtal, grondvlak en volume per ha .

Tabel 20: Stamtal, grondvlak en volume per ha voor de verschillende bestanden

Opp bosdat Stamtal Grondvlak Volume Bosplaats Bestand (ha) #/ha m²/ha m³/ha Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 209a 3,3211 433 22,43 142,25 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 210a 3,6437 521 22,60 152,44 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 211a 4,2967 324 25,75 157,14 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 212a 4,6026 393 29,80 209,39 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 213a 1,8903 315 21,03 129,80 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 214a 4,7696 393 24,92 157,30 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 215a 4,3969 314 18,58 117,42 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 215b 0,5111 591 38,30 271,81 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 216c 0,6315 226 14,39 94,47 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 217a 4,5987 393 23,52 142,46 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 218a 4,441 452 24,72 158,43 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 219a 4,5486 206 16,78 109,10 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 220a 4,2844 629 18,77 88,15 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 221a 4,209 1455 40,03 177,18 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 221b 0,7531 216 24,51 213,43 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 222a 3,4358 1100 18,67 87,73 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 223a 3,9856 629 24,97 145,84 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 224a 3,6349 865 8,43 28,17 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 225a 3,066 1338 23,25 80,70 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 226a 2,8482 157 13,30 86,91 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 227a 2,4742 1219 15,83 62,82 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 228a 2,6111 1377 26,27 116,31 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 230a 3,7556 993 79,22 181,40 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 230b 2,2573 393 27,93 197,76 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 231a 5,0911 511 29,83 197,13 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 232a 4,7272 403 20,95 128,82 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 233a 4,3822 393 20,10 113,68 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 234a 4,016 472 26,63 161,43 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 235a 3,7245 285 18,44 123,43 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 238a 3,5465 1377 22,44 93,37 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 239a 3,5363 639 32,01 313,65

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 73

Opp bosdat Stamtal Grondvlak Volume Bosplaats Bestand (ha) #/ha m²/ha m³/ha Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 240a 3,6092 668 28,92 177,21 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 241a 3,4138 3775 43,68 98,92 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 243a 2,8743 3460 41,74 111,32 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 245a 3,2786 1302 30,39 117,35 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 259a 4,7811 1768 17,24 44,91 Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek 607a 2,1776 1572 16,32 71,86 Binnenheide 101a 0,4582 944 7,82 23,80 Binnenheide 101b 1,1902 3539 38,13 70,00 Binnenheide 101c 1,3582 1298 20,10 90,39 Binnenheide 102a 1,9495 3814 28,73 82,23 Binnenheide 102b 0,6821 442 5,36 22,80 Binnenheide 103a 1,3364 551 5,05 17,19 Binnenheide 103b 4,1523 2165 31,07 116,14 Binnenheide 104a 4,6018 324 19,67 124,01 Binnenheide 105a 5,1614 315 20,28 131,37 Binnenheide 106a 5,8809 575 29,43 187,57 Binnenheide 107a 4,8341 590 21,02 131,77 Binnenheide 108a 5,0485 668 33,11 232,74 Binnenheide 109a 4,0423 1543 30,46 151,26 Binnenheide 110a 3,6285 1376 24,87 116,68 Binnenheide 111a 2,7752 246 12,37 77,87 Binnenheide 111b 1,4286 826 38,78 228,89 Binnenheide 111c 2,0696 255 9,10 57,02 Binnenheide 112a 2,8541 354 22,46 154,79 Binnenheide 112b 1,7865 904 31,10 179,21 Binnenheide 112c 0,6933 590 23,17 141,29 Binnenheide 113a 3,0706 1022 67,67 599,82 Binnenheide 113b 0,8657 590 30,16 201,03 Binnenheide 114a 1,7395 3851 31,41 112,44 Binnenheide 115a 4,4318 482 28,10 179,02 Binnenheide 116a 3,0982 718 41,12 306,17 Binnenheide 117a 3,9171 512 26,45 153,19 Binnenheide 118a 3,7397 364 23,45 164,19 Binnenheide 119a 2,4201 393 28,43 195,98 Binnenheide 120a 5,7648 1026 17,32 79,91 Binnenheide 120b 0,3485 767 8,84 38,63 Binnenheide 120c 1,4386 1691 18,30 61,89 Binnenheide 120d 3,6828 123 9,85 59,11 Binnenheide 141a 2,3376 315 22,47 149,34 Binnenheide 142a 7,6385 551 31,18 203,34 Binnenheide 143a 2,2928 433 33,41 231,21 Binnenheide 144a 4,4991 600 32,26 240,94 Grevenbroek - Tomp 401a 1,6277 285 12,44 102,60 Grevenbroek - Tomp 401b 3,0876 825 10,61 62,02 Grevenbroek - Tomp 403a 1,2213 1415 52,51 405,00 Grevenbroek - Tomp 404a 0,6947 403 40,66 409,44 Grevenbroek - Tomp 404b 0,6186 6150 49,07 318,60 Grevenbroek - Tomp 406a 1,3276 1611 15,96 86,65 Grevenbroek - Tomp 407a 0,5523 432 8,34 37,24 Grevenbroek - Tomp 408a 2,0051 422 13,17 107,10 Grevenbroek - Tomp 409a 0,3937 943 42,97 313,16 Grevenbroek - Tomp 411a 0,5552 216 18,84 169,88 Grevenbroek - Tomp 413a 2,4535 747 33,30 251,79

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 74

Opp bosdat Stamtal Grondvlak Volume Bosplaats Bestand (ha) #/ha m²/ha m³/ha Grevenbroek - Tomp 414a 7,4253 1375 8,15 21,31 Grevenbroek - Tomp 415a 7,6412 344 20,57 177,66 Grevenbroek - Tomp 421a 4,5782 324 21,74 179,63 Grevenbroek - Tomp 422a 2,2129 216 29,74 424,40 Grevenbroek - Tomp 423a 0,707 275 16,13 94,77 Grevenbroek - Tomp 425a 0,9395 282 31,82 337,41 Grevenbroek - Tomp 426a 0,8497 556 36,00 358,04 Grevenbroek - Tomp 427a 0,2811 560 11,81 74,52 Grevenbroek - Tomp 428a 1,2051 511 26,64 253,03 Grevenbroek - Tomp 429a 0,2531 1454 14,92 88,69 Grevenbroek - Tomp 431a 0,4888 1886 20,26 130,15 Grevenbroek - Tomp 433a 0,8818 1611 19,65 116,95 Grevenbroek - Tomp 434a 2,183 1778 34,06 258,27 Grevenbroek - Tomp 434d 0,3663 1071 22,32 164,29 Grevenbroek - Tomp 435a 1,6871 1061 12,53 70,94 Grevenbroek - Tomp 436a 1,5768 1415 12,67 66,07 Grevenbroek - Tomp 437a 1,4368 1140 15,86 92,83 Grevenbroek - Tomp 438a 1,4161 1768 28,50 176,83 Grevenbroek - Tomp 439a 1,4484 1218 11,75 68,69 Grevenbroek - Tomp 440a 0,3802 1533 17,25 91,95 Grevenbroek - Tomp 501a 1,0144 472 18,17 152,81 Haarterheide - Zonberg 302a 2,7741 147 11,13 103,99 Haarterheide - Zonberg 303a 5,4831 432 16,10 135,26 Haarterheide - Zonberg 304a 3,0574 432 23,16 187,01 Haarterheide - Zonberg 305a 1,7736 1690 40,36 256,90 Haarterheide - Zonberg 305b 3,0527 432 27,92 269,39 Haarterheide - Zonberg 306a 2,4262 2043 22,11 75,67 Haarterheide - Zonberg 307a 2,8916 393 22,41 193,86 Haarterheide - Zonberg 308a 2,5899 432 21,10 175,71 Haarterheide - Zonberg 310a 2,7314 324 22,00 194,44 Haarterheide - Zonberg 312a 3,0208 442 25,65 224,31 Haarterheide - Zonberg 313a 2,256 246 17,64 158,36 Haarterheide - Zonberg 314a 4,1411 314 18,58 160,17 Haarterheide - Zonberg 315a 6,4085 314 18,70 168,65 Haarterheide - Zonberg 316a 1,1477 1061 22,29 165,50 Haarterheide - Zonberg 317a 3,4898 432 26,73 219,59 Haarterheide - Zonberg 318a 1,711 3144 33,65 162,97 Haarterheide - Zonberg 319a 2,5061 481 12,92 73,09 Haarterheide - Zonberg 319b 0,6917 904 48,46 451,49 Haarterheide - Zonberg 320a 4,6521 432 23,98 207,95 Haarterheide - Zonberg 322a 4,5707 1592 36,63 253,93 Haarterheide - Zonberg 323a 5,6482 1110 26,34 178,03 Haarterheide - Zonberg 323b 2,3352 364 13,64 101,04 Haarterheide - Zonberg 324a 5,5528 678 27,56 237,34 Haarterheide - Zonberg 325a 3,4931 393 21,16 168,12 Haarterheide - Zonberg 326a 2,8262 786 36,81 289,62 Haarterheide - Zonberg 327a 3,8317 830 19,39 139,64 Haarterheide - Zonberg 328a 2,8722 314 19,01 175,13 Haarterheide - Zonberg 329a 3,0458 334 24,79 224,70 Haarterheide - Zonberg 330a 5,1636 432 32,05 291,79 Haarterheide - Zonberg 331a 5,1095 432 28,42 241,13 Haarterheide - Zonberg 332a 5,906 589 36,02 323,67 Haarterheide - Zonberg 333a 6,2155 521 26,73 239,00

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 75

Opp bosdat Stamtal Grondvlak Volume Bosplaats Bestand (ha) #/ha m²/ha m³/ha Haarterheide - Zonberg 334a 6,2878 393 22,72 210,73 Haarterheide - Zonberg 335a 5,4717 629 41,09 381,27 Haarterheide - Zonberg 336a 4,4206 442 20,63 181,26 Haarterheide - Zonberg 336b 3,4051 1690 12,53 32,36 Haarterheide - Zonberg 337a 4,3194 521 21,04 173,66 Haarterheide - Zonberg 338a 4,5731 344 15,24 130,65 Haarterheide - Zonberg 339a 3,0031 678 30,00 263,03 Haarterheide - Zonberg 339b 1,3916 511 6,92 25,29 Haarterheide - Zonberg 340a 5,4431 373 17,73 142,40 Haarterheide - Zonberg 341a 6,766 319 16,75 144,92 Haarterheide - Zonberg 342a 3,7229 933 22,04 146,83 Haarterheide - Zonberg 343a 3,2281 727 18,91 144,44 Haarterheide - Zonberg 343b 3,7462 1533 18,76 83,30 Haarterheide - Zonberg 344a 6,6662 354 19,08 136,94 Haarterheide - Zonberg 345a 2,1662 719 19,98 126,47 Haarterheide - Zonberg 345b 0,9398 815 18,57 108,58 Haarterheide - Zonberg 346a 2,3766 825 20,05 159,31 Haarterheide - Zonberg 349a 0,3598 354 8,95 49,58 Haarterheide - Zonberg 350a 0,7180 629 4,32 12,79 Kiekuit 351a 0,6840 314 17,39 149,42 Kiekuit 352a 1,3288 275 12,06 101,69 Kiekuit 353a 1,7738 314 20,14 175,38 Kiekuit 354a 1,9559 354 20,15 179,86 Noordelijke duinen- en vennengordel 244a 2,8815 393 18,40 119,23 Noordelijke duinen- en vennengordel 246a 2,7121 138 12,76 71,77 Noordelijke duinen- en vennengordel 250a 2,2582 511 15,52 100,68 Noordelijke duinen- en vennengordel 251a 9,1309 604 18,60 92,50 Noordelijke duinen- en vennengordel 252a 4,0000 904 40,73 285,57 Noordelijke duinen- en vennengordel 254a 6,0080 285 15,77 104,20 Noordelijke duinen- en vennengordel 255a 1,5000 2947 16,47 35,65 Noordelijke duinen- en vennengordel 255b 0,5000 707 20,53 164,21 Noordelijke duinen- en vennengordel 256a 2,0687 354 20,21 149,85 Noordelijke duinen- en vennengordel 256b 4,0275 167 10,88 72,01 Noordelijke duinen- en vennengordel 257a 1,9970 433 17,80 110,98 Noordelijke duinen- en vennengordel 258a 1,6175 511 11,78 91,44 Pastoorsbos 1a 1,6031 122 2,04 13,51 Pastoorsbos 2a 0,6076 521 30,05 304,47 Pastoorsbos 2b 2,2542 1264 8,80 30,38 Pastoorsbos 3a 1,8782 18 3,86 41,02 Pastoorsbos 4b 1,1251 343 6,52 46,64 Pastoorsbos 5a 1,0628 766 4,14 16,16 Pastoorsbos 5b 2,3730 295 14,56 122,14 Pastoorsbos 6a 1,6951 580 16,44 134,60 Pastoorsbos 7a 0,7125 413 6,65 42,30 Pastoorsbos 7b 2,5234 1061 6,57 22,17 Pastoorsbos 8c 0,7630 1179 11,33 56,61 Pastoorsbos 9a 1,8178 1781 23,73 161,26 Pastoorsbos 10a 0,1692 177 12,75 121,42 Pastoorsbos 10b 1,3725 559 3,41 9,71 Pastoorsbos 10c 2,2493 599 21,39 252,08 Pastoorsbos 11a 3,1745 84 15,11 181,05 Pastoorsbos 12b 0,3969 246 23,21 242,63 Pastoorsbos 14a 0,5460 1886 20,14 125,34

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 76

Opp bosdat Stamtal Grondvlak Volume Bosplaats Bestand (ha) #/ha m²/ha m³/ha Pastoorsbos 15a 1,1000 393 22,34 191,50 Pastoorsbos 16a 0,1680 855 41,21 361,71 Rozendaal 201a 3,0886 457 30,30 221,35 Rozendaal 201b 1,1250 826 8,05 31,73 Rozendaal 202a 2,2179 355 6,29 37,75 Rozendaal 203a 3,1173 197 14,93 106,65 Rozendaal 204a 2,2161 236 17,82 126,29 Rozendaal 205a 5,8046 954 26,51 171,96 Rozendaal 206a 5,1113 403 13,97 85,19 Rozendaal 207a 5,9645 319 17,95 137,12 Rozendaal 208a 3,0760 285 20,68 131,88 Rozendaal 321a 0,8786 776 16,45 93,09 Rozendaal 601b 0,7744 1848 21,65 92,02 Rozendaal 602a 0,7031 1022 18,15 85,40 Rozendaal 603a 0,9602 2399 41,22 188,00 Rozendaal 605a 1,4695 275 20,52 171,33 Rozendaal 606a 0,3847 630 13,72 76,93 Rozendaal 608a 1,0617 767 16,36 70,22 Rozendaal 609a 0,4229 658 13,61 74,39 Rozendaal 610a 0,3274 885 73,71 162,29 Rozendaal 611a 0,0603 606 22,63 206,65 Rozendaal 613a 2,0742 826 16,91 108,12 Rozendaal 614a 0,4841 560 17,34 104,26 Rozendaal 615a 0,2039 668 8,83 34,88 Rozendaal 616a 2,6909 1022 17,66 93,68 Rozendaal 617a 0,6278 865 40,73 261,63 Rozendaal 618a 7,3244 413 20,92 129,89 Rozendaal 619a 1,2154 668 30,42 205,07 Rozendaal 620a 3,2624 472 19,56 133,14 Rozendaal 621a 1,3650 1809 30,40 140,70 Rozendaal 622a 3,1359 678 35,25 256,21 Rozendaal 623a 2,9109 3342 32,46 138,15 Rozendaal 624a 4,0389 393 27,86 175,15 Rozendaal 624b 0,5946 671 18,47 117,78 Rozendaal 625a 4,8846 393 26,68 158,67 Rozendaal 626a 1,4153 629 25,97 162,76 Rozendaal 627a 2,1505 433 29,19 187,58 Rozendaal 628a 2,2188 482 25,93 182,94 Rozendaal 629a 3,2905 393 25,11 175,38 Rozendaal 630a 0,1195 1455 34,21 180,66 Rozendaal 630b 0,7433 983 17,91 109,89 Rozendaal 632a 0,8414 1307 45,30 290,13 Rozendaal 632b 0,1586 1652 44,64 276,26 Rozendaal 633a 1,0040 1573 47,37 280,02 Rozendaal 633b 0,7360 2556 59,90 402,06 Rozendaal 634a 3,2648 393 20,15 140,61 Rozendaal 634b 0,4523 157 0,78 1,64 Rozendaal 636a 1,1509 796 53,73 544,78 Rozendaal 637b 0,4409 629 24,70 234,65 Rozendaal 638a 0,5508 540 32,02 325,53 Vallei van de Warmbeek 121a 1,8902 651 19,75 122,04 Vallei van de Warmbeek 122a 5,8063 544 13,18 108,02 Vallei van de Warmbeek 123a 3,2966 904 14,64 55,54

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 77

Opp bosdat Stamtal Grondvlak Volume Bosplaats Bestand (ha) #/ha m²/ha m³/ha Vallei van de Warmbeek 124a 3,2089 1022 15,41 73,28 Vallei van de Warmbeek 124b 1,8946 1239 17,36 83,21 Vallei van de Warmbeek 125a 4,2736 988 27,20 156,04 Vallei van de Warmbeek 507a 1,6161 592 17,01 93,76 Vallei van de Warmbeek 511a 1,4151 924 13,99 198,07 Vallei van de Warmbeek 512a 4,4295 1337 12,65 57,62 Vallei van de Warmbeek 516a 0,5290 2241 70,22 299,07 Vallei van de Warmbeek 519a 0,7832 1553 20,85 127,61 Vallei van de Warmbeek 520a 0,9036 1199 26,21 166,71 Vallei van de Warmbeek 522a 1,8522 1848 17,70 76,68

Opmerking: Uiteraard zijn enkel de bestanden waar bosbouwmetingen verricht werden opgenomen in de tabel. De oppervlaktes zijn niet altijd de juiste oppervlaktes per bestand aangezien er soms oppervlaktes van gelijkaardige bestanden waar geen metingen moesten gebeuren, bij opgeteld werden.

2.3.2 PRIORITAIRE SOORTEN VOOR DE PROVINCIE LIMBURG

Voor zover de gegevens voorhanden waren werd er nagegaan welke van de voorkomende flora- en faunasoorten prioritair zijn voor het natuurbeleid in de provincie Limburg. Colazzo & Bauwens (2003) stelden een lijst op van flora- en fauna soorten uit verschillende groepen die prioritair zijn voor het natuurbeleid in de provincie op basis van de volgende criteria:

ƒ minstens één derde van de 4x4 km hokken waarin de soort voorkomt is gelegen in Limburg én ƒ de soort werd statistisch (Chi²-toets met drempelwaarde α = 0.05) gezien significant meer waargenomen in Limburg dan in de rest van Vlaanderen.

Uit de aldus bekomen lijst van prioritaire Limburgse soorten komen de volgende voor binnen het gebied van het bosbeheerplan (of in de onmiddellijke omgeving, daar de meeste gegevens slechts op 4x4 km hokniveau beschikbaar waren(tabel 21):

Tabel 21: Prioritaire soorten voor de provincie Limburg (Colazzo & Bauwens, 2003)

Planten Broedvogels Dagvlinders Sprinkhanen Libellen dicht havikskruid boomleeuwerik bont dikkopje moerassprinkhaan bosbeekjuffer klokjesgentiaan geelgors gentiaanblauwtje negertje koraaljuffer gekraagde kruipbrem roodstaart heideblauwtje veldkrekel metaalglanslibel

mattenbies houtsnip heivlinder wekkertje tengere pantserjuffer ijsvogel kommavlinder zompsprinkhaan venwitsnuitlibel kerkuil nachtzwaluw roodborsttapuit wespendief

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 78

2.3.3 FLORA

Het totaal aantal vegetatieopnames bedraagt 333. Hiervan zijn er 25 opnames van open plekken (schaal van Tansley) en 308 bosopnames, van dewelke 262 werden uitgevoerd in 2005 door Aeolus bvba en 46 in 1999 door de Limburgse terreinploeg van het ANB in het kader van de Bosinventarisatie van het Vlaamse Gewest.

2.3.3.1 METHODIEK BOSOPNAMES

De bosopnames gebeurden proefvlaksgewijs (16m x16m) waarbij de Braun-Blanquetschaal als bedekkingsschaal werd gebruikt. Het middelpunt van het proefvlak werd gemarkeerd op een boom. De schaal van Braun-Blanquet is een gecombineerde schaal van abundantie (procentuele bedekking) en presentie (aantal individuen) (Tabel 22). Een overzicht van de verschillende proefvlakken en hun situering wordt gegeven op Figuur 37, Figuur 38, Figuur 39, Figuur 40 en Bijlage 4.

Tabel 22: Codering en verklaring van de Braun-Blanquetschaal

Code Betekenis r zeer weinig individuen (1-2) in het proefvlak + weinig individuen (2-20), bedekking kleiner dan 5% 1 individuen talrijk (20-100), bedekking kleiner dan 5% 2m individuen zeer talrijk (“ontelbaar”), bedekking kleiner dan 5% 2a individuen willekeurig, bedekking tussen 5 - 12.5% 2b individuen willekeurig, bedekking tussen 12.5 - 25% 3 individuen willekeurig, bedekking tussen 25 - 50% 4 individuen willekeurig, bedekking tussen 50 - 75% 5 individuen willekeurig, bedekking tussen 75 - 100%

Voor de invoer en verwerking van de gegevens werd gebruik gemaakt van de vegetatietools die ontwikkeld zijn bij Bos en Groen, huidige Agentschap voor Natuur en Bos, in het kader van de ‘Bosinventarisatie van het Vlaamse Gewest’ (Roelandt B., 2001).

Op basis van de plantengegevens verzameld in het kader van de bosinventarisatie van het Vlaamse Gewest, werden voor Vlaanderen 32 bostypen onderscheiden (zie Figuur 41) Met behulp van de ‘Tropres-analyse’ kan men per opname of per groep van opnames de mate van verwantschap met elk van deze 32 bostypes visueel voorstellen. Hierbij wordt aan de hand van de voorkomende soorten en hun bedekkingswaarde een score berekend ten opzichte van elk van die 32 voorkomende bostypes. Dit wordt grafisch voorgesteld in een ‘Tropresdiagram’, respectievelijk voor de boom-, de struik- en de kruidlaag samen (“Tpab_BSK” in oranje) en voor de kruidlaag apart (“Tpab_K” in groen). Indien één duidelijke piek optreedt, wordt de opname ingedeeld bij het bostype waarvoor de hoogste score toegekend werd.

Waar een opname geen duidelijke overeenkomst vertoonde met één van de Vlaamse bostypes, werd een bijkomende typenaam voorgesteld, waarbij onder andere gebruik werd gemaakt van Stortelder et al (1999) en het computerprogramma Associa (Van Tongeren, s.d.).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 79

2.3.3.2 METHODIEK OPEN PLEKKEN

Verspreid over de verschillende bosdelen werden open plekken geïnventariseerd door middel van een vlakdekkende opname over het gehele perceel. Waar een perceel uit verscheidene vegetaties bestond (heterogeen) werd een representatief homogeen deel opgenomen van de meest waardevolle vegetatie binnen dat perceel. De gebruikte bedekkingsschaal is deze van Tansley welke in onderstaande Tabel 23 is weergegeven.

Tabel 23: Bedekkingsschaal van Tansley

Code Betekenis Richtpercentage (sterk benaderend) r zeldzaam 1 o occasioneel 3 f frequent 8 a abundant 15 cd codominant 40 d dominant 60 lo lokaal occasioneel 1 lf lokaal frequent 3 la lokaal abundant 9 ld lokaal dominant 22

Tabel 24 en Figuur 36 geven een overzicht van de locaties van de Tansley opnames van open plekken.

Tabel 24: Locatie Tansley opnames van de open plekken

Opnamenummer Bestandsnummer Deelgebied 1 215b Bovenbeverbeek - Beverbeekse heide 2 229a Noordelijke Duinen- en Vennengordel 3 246a Noordelijke Duinen- en Vennengordel 4 246a2 Noordelijke Duinen- en Vennengordel 5 247a Noordelijke Duinen- en Vennengordel 6 248a Noordelijke Duinen- en Vennengordel 7 301a Haarterheide - Zonberg 8 342a Haarterheide - Zonberg 9 350a Haarterheide - Zonberg 10 405a Tomp-Grevenbroek 11 410a Tomp-Grevenbroek 12 416a Tomp-Grevenbroek 13 417a Tomp-Grevenbroek 14 418a Tomp-Grevenbroek

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 80

Opnamenummer Bestandsnummer Deelgebied 15 420a Tomp-Grevenbroek 16 430a Tomp-Grevenbroek 17 501a Tomp-Grevenbroek 18 502a Warmbeek 19 510a Warmbeek 20 513a Warmbeek 21 514a Warmbeek 22 514a Warmbeek 23 518a Warmbeek 24 613a Rozendaal 25 618a Rozendaal

2.3.3.3 BESPREKING BRAUN-BLANQUETOPNAMES

De 308 bosopnames werden één voor één getypeerd, gebruikmakend van de Tropres-diagrammen (zie 2.3.3.2) en waar nodig aangevuld met bijkomende bostypes, zoals weergegeven in onderstaande Tabel 25. In totaal werden 20 bostypes onderscheidden voor de deelnemende bospercelen van Hamont-Achel (zie ook Figuur 41).

Tabel 25: Voorkomende bostypes (bostypes uit de Vlaamse bostypologie worden gemarkeerd met (*))

BostypeNr Naam Aantal Opnames 1 Soortenarm Berken-Eikenbos* 29 2 Bochtige smelerijk Berken-Eikenbos* 108 3 Bosbesrijk Berken-Eikenbos* 42 4 Typisch Berken-Eikenbos* 1 5 Witbol Berken-Eikenbos* 2 6 Pijpenstrootjesrijk Berken-Eikenbos 26 7 Berken-Eikenbos-RG Braam 25 8 Witbol Eiken-Beukenbos* 1 9 Brandnetel-Vlierenbos* 23 10 Populieren ruigte* 6 11 Ruigt-Elzenbos* 1 12 Elzenbroekbos-RG Braam 3 13 Elzenbroekbos-RG Moeraszegge 3 14 Elzenbroekbos* 6 15 Elzen-Eikenbos* 9 16 Berkenbroekbos-RG Braam 1 17 Berkenbroekbos-RG Pijpenstrootje 2

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 81

BostypeNr Naam Aantal Opnames 18 Berkenbroekbos typische vorm 7 19 typering niet van toepassing 10 20 Adelaarsvarenrijk Wintereiken-Beukenbos 3 Totaal 308

Onderstaande Grafiek 20 visualiseert de meest voorkomende bostypes te Hamont-Achel op basis van het aantal opnames.

Soortenarm Berken-Eikenbos* Bochtige smele rijk Berken-Eikenbos Bosbes rijk Berken-Eikenbos* Pijpenstrootjes rijk Berken-Eikenbos Berken-Eikenbos RG Braam Brandnetel-Vlierenbos* overige 14 bostypes

Grafiek 20: Aandeel van de meest voorkomende bostypes te Hamont-Achel

De meest voorkomende types zijn bijna allemaal subtypes van het Berken-Eikenbos, het bostype bij uitstek van de Kempense zandgronden. Enige uitzondering hierop is het Brandnetel-Vlierenbos. Dit is een bostype van voedselrijke, recent aangeplante bossen dat massaal voorkomt in deelgebied Pastoorsbos (opnames van 1999). Deze bossen werden aangeplant op gronden die in het verleden bevloeid werden met basenrijk kanaalwater van het kanaal Bocholt- Herentals. Wat betreft het Berken-Eikenbos dient gezegd dat de benaming in vegetatiekundige zin onjuist is gezien de boomlaag in quasi alle opnames kunstmatig is en bestaat uit allochtoon naaldhout. De indeling van de opnames in bostypes gebeurt immers in belangrijke mate op basis van de samenstelling van de struik- en kruidlaag.

De verschillende types waarin het Berken-Eikenbos wordt opgedeeld zijn soms goed afgescheiden maar gaan logischerwijs op vele plekken in elkaar over (bijvoorbeeld type 2 en 3). Daarom werden voor de toekenning tot één der bostypes selectiecriteria gehanteerd die hieronder kort worden beargumenteerd. Voor een meer uitgebreide beschrijving van de types verwijzen we naar de ‘Bosinventarisatie van het Vlaamse Gewest” (Roelandt, 2001). Voor elk type wordt van een typische opname een sterdiagram uit de Tropres analyse weergegeven.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 82

SOORTENARM BERKEN-EIKENBOS*

Grafiek 21: Tropresdiagram van het soortenarm Berken-Eikenbos

Bosdelen waar de kruidlaag voor een groot deel open is, dwz zonder begroeiing, werden in dit type ondergebracht. De reden voor de lage bedekking van de kruidlaag is dat deze in vele gevallen onder een boom- of struiklaag voorkomt die zeer dicht is. Vaak is dit het geval onder Zwarte den. Als criterium voor open kruidlaag werd gesteld dat de kruidlaag maximaal 40% van het bodemoppervlak binnen het proefvlak bedekt (berekend op basis van de Braun- Blanquetscores).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 83

Bochtige smelerijk Berken-Eikenbos*

Grafiek 22: Tropresdiagram van het Bochtige smelerijk Berken-eikenbos

De boomlaag in deze bestanden is kunstmatig en bestaat uit naaldhout. In de struiklaag zijn de typische soorten voor dit bostype aanwezig. De kruidlaag wordt in dit type, dat het meest voorkomende bostype in het projectgebied is, sterk gedomineerd door Bochtige smele. Deze soort teert hier op de halfverteerde strooiselmat.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 84

BOSBES RIJK BERKEN-EIKENBOS*

Grafiek 23: Tropresdiagram van het bosbesrijk Berken-Eikenbos

Dit type werd toegekend van zodra de bedekking van Blauwe bosbes in de kruidlaag meer dan 5 % bedroeg (ongeacht of voor de rest de vegetatie werd gedomineerd door Bochtige smele of een andere soort), zolang het algemene bostype maar overeenkwam met Berken-Eikenbos (dus exclusief de nattere bostypes).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 85

TYPISCH BERKEN-EIKENBOS*

Grafiek 24: Tropresdiagram van het typisch Berken-eikenbos

Het gehanteerde criterium voor typisch Berken-Eikenbos is dat de boomlaag uit Zomereik of Ruwe berk bestaat én dat de kruidlaag evenwichtig is, i.e. niet wordt gedomineerd door één of enkele soorten. Slechts één opname voldeed hieraan.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 86

WITBOL BERKEN-EIKENBOS*

Grafiek 25: Tropresdiagram van het Witbol Berken-eikenbos

De enige opname van dit type heeft een gemengde boomlaag van Zwarte den met o.a. Zomereik en Ruwe berk. De ondergroei bestaat hoofdzakelijk uit grassen waaronder Gewoon struisgras, Gestreepte witbol en Hennegras. Typisch binnen de Berken-Eikenbossen is ook het hoge aantal soorten in de kruidlaag, hier duidend op een onstabiele situatie met soorten van verschillende vegetatietypes door elkaar.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 87

PIJPENSTROOTJES RIJK BERKEN-EIKENBOS

Grafiek 26: Tropresdiagram van het Pijpenstrootjesrijk Berken-Eikenbos

Omdat dit geen Vlaams bostype is kan het type niet worden afgeleid uit de Tropresdiagrammen. De boomlaag bestaat in deze bossen, zoals bij de overige Berken-Eikenbossen, meestal uit dennen. In de kruidlaag is Pijpenstrootje de belangrijkste soort en komt vaak tot dominantie. Vegetatiekundig sluiten de bossen aan bij de subassociatie molinietosum van het Betulo-Quercetum (Berken-Eikenbos). Het domineren van Pijpenstrootje (kenmerkend voor een vochtigere bodem) in de kruidlaag van deze variant in combinatie met de presentie van Zachte berk in de struiklaag is typerend voor dit vegetatietype. Dit type is een overgangsvorm tussen Berken-Eikenbos en het natte Berkenbroekbos (zie volgende type). Zoals in de voorgaande 6 types is ook hier het Berken-Eikenbos beperkt tot de struiklaag wegens de inplant van dennen.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 88

BERKEN-EIKENBOS-RG BRAAM

Grafiek 27: Tropresdiagram van een Berken-Eikenbosrompgemeenschap met Braam

Toegekend in het geval van dominantie van Braam in de kruidlaag. Een “rompgemeenschap” is een sterk vereenvoudigde (i.e. minder soorten) versie van het overkoepelende vegetatietype (hier: Berken-eikenbos). Dit duidt op een sterke verstoring, waardoor één (of meerdere) soorten de vegetatie sterk gaan domineren. Specifiek voor de Berken-Eikenbosrompgemeenschap met Braam indiceert Braam verstoring, stikstofaanrijking (atmosferische depositie of rechtstreekse inwaai van naburige landbouw) en een relatief hoge lichtinval. Omdat voor de overige kenmerken deze bossen Berken-Eikenbossen zijn werden ze niet ondergebracht in het Vlaamse natuurtype Bramenrijk Eiken- Beukenbos.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 89

WITBOL EIKEN-BEUKENBOS*

Grafiek 28: Tropresdiagram van het Witbol Eiken-Beukenbos

De enige opname van dit bostype heeft een boomlaag van Es, Eik en vooral Hazelaar en een zeer ijle ondergroei waarin soorten van voedselarme en voedselrijke bossen samengroeien.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 90

BRANDNETEL-VLIERENBOS*

Grafiek 29: Tropresdiagram van het Brandnetel-Vlierenbos

De vegetatie in de meeste bestanden van dit type, dat vooral voorkomt in deelgebied Pastoorsbos, is vegetatiekundig gezien geen bos: de boomlaag is aangeplant, meestal recent, en een bosbodem is niet ontwikkeld waardoor de ondergroei meestal een verruigd grasland of een ruigte is afhankelijk van de (recente) voorgeschiedenis van het perceel. Bovendien zijn de percelen van het Pastoorsbos voormalige vloeiweiden en daardoor dus voor de streek kunstmatig voedselrijker. Op termijn kan de vegetatie zich ontwikkelen in een eutrafent, vochtig bostype zoals bijvoorbeeld het Elzen-Essenbos.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 91

POPULIEREN RUIGTE*

Grafiek 30: Tropresdiagram van de Populierenruigte

Dit type gelijkt sterk op het Brandnetel-Vlierenbos. Canadapopulier is echter prominent aanwezig in boomlaag en de kruidlaag kent een verdere verschuiving waarbij de graslandsoorten bijna helemaal verdwijnen ten gunste van de ruigtesoorten. Bosplanten zijn (nog) niet aanwezig in de kruidlaag.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 92

RUIGT-ELZENBOS*

Grafiek 31: Tropresdiagram van het Ruigt-Elzenbos

Het Ruigt-Elzenbos werd slechts éénmaal toegekend. Het diagram laat zien hoe de opname schippert tussen de elzenbossen en de ruigtebossen wegens de dominantie van Zwarte els in boomlaag gecombineerd met de ruigte- ondergroei.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 93

ELZENBROEKBOS-RG BRAAM

Grafiek 32: Tropresdiagram van een Elzenbroekrompgemeenschap met Braam

Deze opnames worden gekenmerkt door Zwarte els in de boomlaag met een overwicht van bramen in de kruidlaag. Fytosociologisch worden ze getypeerd als rompgemeenschap Braam van het Elzenbroekbos. Verstoring in de vorm van verdroging of verrijking kunnen aan de basis liggen voor het woekeren van de bramen. Toch zijn de opnames redelijk soortenrijk en bevatten veel typische ‘natte’ soorten van Elzenbroekbos.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 94

ELZENBROEKBOS-RG MOERASZEGGE

Grafiek 33: Tropresdiagram van een Elzenbroekrompgemeenschap met Moeraszegge

Deze natte bossen hebben een boomlaag van Zwarte els en een kruidlaag met een sterke dominantie van Moeraszegge. Verder staan er in de kruidlaag de typische broekboslianen en –moerasplanten.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 95

ELZENBROEKBOS*

Grafiek 34: Tropresdiagram van het Elzenbroekbos

Elzenbroekbossen kenmerken zich door een watertafel die jaarrond tot aan of boven het maaiveld staat. De boomlaag bestaat er quasi uitsluitend uit Zwarte els en de kruidlaag uit moerasplanten. Door de hoge watertafel wordt de ontwikkeling van een humusbodem belemmerd (veenvorming) en ontbreken typische bosplanten in de kruidlaag. Elzenzegge en Hennegras zijn twee kensoorten die in de proefvlakken werden aangetroffen.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 96

ELZEN-EIKENBOS*

Grafiek 35: Tropresdiagram van het Elzen-Eikenbos

Het Elzen-Eikenbos moet worden gezien als een overgangstype tussen de Berken-Eikenbossen en de Elzenbroekbossen. Ook het Tropresdiagram indiceert deze tussenpositie. De boomlaag bestaat meestal uit een combinatie van Zwarte els met ‘drogere’ soorten als Zomereik en Ruwe berk. In de kruidlaag groeien soorten als Gewone kamperfoelie en stekelvarens naast moerasplanten als Moeraszegge en Ruwe smele.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 97

BERKENBROEKBOS-RG BRAAM

Grafiek 36: Tropresdiagram van een Berkenbroekbosrompgemeenschap met Braam

De enige opname waaraan dit type werd toegekend kenmerkt zich door een combinatie van Zomereik en Zachte berk in de boomlaag en een hoge bedekking van Braam (naast o.a. Pijpenstrootje, Blauwe bosbes ...) in de kruidlaag. De overgang naar de nattere subtypes van Berken-Eikenbos is niet scherp, zodat de opname ook eventueel hier zou kunnen worden ondergebracht. De vegetatie is hier mogelijk ontstaan door verdroging.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 98

BERKENBROEKBOS-RG PIJPENSTROOTJE

Grafiek 37: Tropresdiagram van een Berkenbroekbosrompgemeenschap met Pijpenstrootje

Ook in dit type met maar één opname kenmerkt de boomlaag zich door de combinatie van Zomereik en Zachte berk. De enige opname suggereert een nog natter substraat dan in de rompgemeenschap met Braam: Pijpenstrootje overheerst en ook Riet haalt hoge bedekking. In de literatuur (Stortelder et al., 1999) beschrijft men deze rompgemeenschap als typisch voor verdroogde hoogvenen en vennen. Verdere verdroging resulteert dan in een Pijpenstrootjesrijk Berken-Eikenbos (bostype 6).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 99

BERKENBROEKBOS TYPISCHE VORM

Grafiek 38: Tropresdiagram van het Berkenbroekbos typische vorm

Het typische Berkenbroekbos bestaat uit een boomlaag van Zachte berk en een ondergroei gedomineerd door veenmossen. Twee opnames op waterverzadigde gronden in het Tomp-Grevenbroek werden in dit type ondergebracht. Beide hebben een hoge bedekking van Riet en enkele zeggensoorten in de kruidlaag. De opnames vertonen hoge affiniteit met de associatie Zompzegge-Berkenbroek (Carici curtae-Betuletum pubescentis), kenmerkend voor een matig zuur milieu op een verweerde veenmoslaag.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 100

TYPERING NIET VAN TOEPASSING

Grafiek 39: Tropresdiagram waarvoor een typering niet van toepassing was

In enkele bestanden was de vegetatie in die mate beïnvloed door menselijk toedoen dat er ecologisch gezien geen sprake was van bos en er bijgevolg geen bostype kon worden opgekleefd. Voorbeelden zijn een dense aanplant van Fijnspar waarin binnen de 256m² van het proefvlak geen enkele andere plant kon worden teruggevonden, en een vochtig grasland waarop Rode beuk (Fagus sylvatica “Purpurea”) werd ingeplant wat resulteerde in het hierboven afgebeelde Tropres diagram.

2.3.3.4 BESPREKING VAN DE TANSLEY OPNAMES

De Tansley opnames zijn doorlopend genummerd van 1 tot 25. De opnames worden hieronder inhoudelijk besproken en waar mogelijk werd het meest benaderend syntaxon uit de literatuur (Schaminée et al., 1995-1998; Stortelder et al., 1999) weergegeven. Zo kon een idee gevormd worden van de vegetatiekundige successiemogelijkheden onder invloed van het voorgestelde beheer. Veel van de open plekken kenmerken zich door overgangsvegetaties, zichtbaar op het terrein als enerzijds verschillende vegetatievlekken (ruimtelijke zonering) en anderzijds als mengvormen van verschillende types (tijdsgebonden successie).

TANSLEY 1

Deze opname werd gemaakt in het ven in deelgebied Boven-Beverbeek. Er is een dominant tapijt van veenmossen aanwezig en verder staat er abundant Knolrus, wat wijst op (te) zure condities. De randvegetatie bevat tevens Kleine zonnedauw, Trekrus en Dophei, kenmerkend voor natte heide.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 101

Meest benaderend syntaxon: Rompgemeenschap Knolrus-Veenmos – [Oeverkruidklasse / Klasse der hoogveenslenken]

TANSLEY 2

Het schrale droge grasland in het Noordelijk Duin- en Vennengordel heeft een vegetatieaspect van Fijn schapegras, Struikhei en Schapenzuring en plaatselijk Bochtige smele, Gewoon struisgras of Buntgras. Vegetatiekundig is dit een heischraal grasland, hoewel enkele typische kensoorten zoals Tormentil, Borstelgras en Tandjesgras vergeefs werden gezocht. Er is in dit grote perceel zowel een link naar droog grasland (Bunt- en Struisgraslanden) met soorten als Gewoon en Zandstruisgras, Zandhoornbloem, Heidespurrie, Zandblauwtje, Buntgras en Gewoon biggenkruid als naar droge heide met Struikhei, Kruipbrem en Stekelbrem. Deze heidebremsoorten zijn beperkt tot het noordelijk deel van het perceel, waar op vochtplekjes ook Trekrus voorkomt. Centraal is er tenslotte een vochtigere zone met o.a. Gestreepte witbol, Smalle wikke, Pitrus en Donkergroene basterdwederik.

Meest benaderend syntaxon: Associatie van Liggend walstro en Schapengras; Buntgrasverbond, Struisgrasverbond, Associatie van Struikhei en Kruipbrem

TANSLEY 3

Opname van het ven en oevervegetatie aangrenzend aan tansley 2. Er is massaal Veenmos en Veenpluis aanwezig langs de randen en in het water staat vooral Gewone waterbies. Eén pol Veelstengelige waterbies aan de noordrand van het ven.

Meest benaderend syntaxon: Rompgemeenschap Veenpluis – Veenmos [Klasse der Hoogveenslenken]

TANSLEY 4

Deze strook aan de oostrand van bestand 246 bestaat uit vochtig grasland met Gestreepte witbol – Gewoon struisgras met zones van Pitrus tussen. Ook Hennegras, Kweek en Schapenzuring halen lokaal een hoge bedekking. Door de vele gradiënten droog-nat, grazig-ruiger en voedselarm-voedselrijk is de vegetatie niet onder één noemer te vatten. Een verschralingsbeheer kan hier een zeer gunstig effect hebben mits eutrofiëring via het grondwater niet te sterk doorweegt.

Meest benaderend syntaxon: geen

TANSLEY 5

Dit ven kenmerkt zich door een mozaïekpatroon van soorten waarin afwisselend Pitrus, Pijpenstrootje, Duizendknoopfonteinkruid, Moerasstruisgras en Moeraswalstro tot hoge bedekking komen. Uit de vegetatie valt duidelijk af te lezen dat er sprake is van een vrij indringende eutrofiëring: in plaats van de oligotrofe pioniersoorten (Zonnedauw e.a.) is er plaatselijk een vegetatie van meso- tot eutrofe pioniermilieus kenmerkend voor de associatie van Waterpeper en Tandzaad. Met name Rosse vossenstaart, Beklierde en Kleine duizendknoop, Waterpeper en Moeraskers wijzen in die richting. De eutrofiering kan komen vanuit naburige landbouw of door veraarding van de bovenstaande organische laag van de venbodem bij droogvallen. Het is in dit ven dat de populatie Tengere pantserjuffers werd waargenomen (zie 2.3.4.4).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 102

Meest benaderend syntaxon: o.a. rompgemeenschappen Pijpenstrootje-Veenmos en Pitrus-Veenmos [Klasse der Hoogveenslenken] en rompgemeenschap Duizendknoopfonteinkruid [Oeverkruidklasse]; lokaal Associatie van Waterpeper en Tandzaad

TANSLEY 6

Geëutrofieerd ven en aangrenzende verlandingsvegetatie, inclusief plagplekken. Er is struweelopslag uit het complex Grauwe-Geoorde wilg met weinig Zachte berk en Sporkenhout. In de rand van het ven wordt de vegetatie gedomineerd door Grote lisdodde, daarrond door Pijpenstrootje. Ook Hennegras is frequent aanwezig, maar het voornaamste zijn de plagplekken met Klokjesgentiaan. In deze plekken staan ook Biezenknoppen, Gewone dophei, Moerasstruisgras, Veelbloemige veldbies, Knolrus en Moeraswalstro. Het ven heeft te lijden onder eutrofiëring maar in de marge staan behalve het reeds genoemde nog enkele interessante soorten, zoals Bleekgele droogbloem, Donkergroene basterdwederik en Snavelzegge. Vooral het venwater is te voedselrijk, getuige de Grote lisdodde en Mattenbies.

Meest benaderend syntaxon: Rompgemeenschap Pijpenstrootje [Klasse der hoogveenbulten en natte heiden]; in de plagplekken Dophei-verbond; in het water Riet-verbond

TANSLEY 7

Hier werd een opname gemaakt van het grasland ten oosten van de parking. Het is ingezaaid met Engels raaigras maar er zijn veel open plekjes waarin verschillende lage soorten zich hebben gevestigd (van zowel natte, vochtige als droge standplaats), resulterend in een voor een raaigrasland hoge soortenrijkdom. Enkele van die soorten zijn Greppelrus, Liggende en Tengere vetmuur, Straatgras, Moeraskers, Moerasdroogbloem, Zandhoornbloem, Varkensgras en Schijfkamille.

Meest benaderend syntaxon: Associatie van Engels raaigras en Grote weegbree

TANSLEY 8

Hier werd een opname gemaakt van het ruderale terrein (stortterrein) in het zuidelijk deel van Zonberg-Haarterheide. Zoals vaak op dit soort plaatsen is de soortenrijkdom groot (91 plantensoorten aangetroffen). De hoofdbedekkers zijn o.a. Grote brandnetel, Gewoon struisgras, Kweek en Pitrus. Meer bijzondere soorten zijn de neofyt Fraaie vrouwenmantel (Alchemilla mollis), Hartgespan en Wegdistel.

Meest benaderend syntaxon: o.a. Klasse der ruderale gemeenschappen

TANSLEY 9

Opname van de vijver- en oeverplanten: in het voedselrijke water werd enkel Aarvederkruid aangetroffen, de oever is begroeid met algemene oeversoorten als Grote wederik, Wolfspoot,.. Plaatselijk is er een meer venige zone met Veldrus, Gewone waternavel en Egelboterbloem.

Meest benaderend syntaxon: vijver: rompgemeenschap Aarvederkruid [Fonteinkruidenklasse]; oever: vegetatie te fragmentarisch voor typering

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 103

TANSLEY 10

Deze strook Essenbos rond de Warmbeek heeft een erg open karakter met soortenrijke kruidlaag en werd daarom met een Tansley opname bemonsterd. Behalve Es staat er in de boom/struiklaag ook Zomereik, Ruwe berk, Zwarte els, (Inlandse) Vogelkers, Grauwe wilg, Zachte berk en Canadapopulier. De kruidlaag heeft een vochtig, voedselrijk karakter met o.a. veel Grote brandnetel en Rietgras. De hoge soortenrijkdom (70 soorten) is vooral toe te schrijven aan een hoog aandeel van natte-ruigtesoorten, o.a. van Moerasspirea. Er werden geen zeldzame plantensoorten aangetroffen.

Meest benaderend syntaxon: Associatie van Moerasspirea en Echte valeriaan

TANSLEY 11

Opname van de oevervegetatie van de vijver aan de Tomp. In de vijver zelf werden geen waterplanten aangetroffen, behalve de (geïntroduceerde ?) Gele plomp. De oevers kenmerken zich door typische oeverplanten waarvan de meest voorkomende Grote lisdodde, Riet, Grote wederik en Pluimzegge zijn.

Meest benaderend syntaxon: Riet-associatie, Pluimzegge-associatie

TANSLEY 12

Opname van de oeverflora van de hoefijzervormige vijver in het gebied Tomp. De grootste bedekkers zijn Pluimzegge, Veldrus, Pitrus, Riet en Braam, maar de oeverflora is erg variabel met o.a. een zone met dottergraslandsoorten als Moerasrolklaver, Wilde bertram, Tweerijige zegge, Bosbies en Veldrus.

Meest benaderend syntaxon: variabel

TANSLEY 13

Deze opname werd gemaakt in een perceel vochtige heide in de Tomp, dat omzoomd wordt door waardevol struweel van Gagel en Jeneverbes. Het perceel zelf is een door Pijpenstrootje vergraste struikheivegetatie met veel Gewone dophei en jonge Grove den. Er werden geen andere heidesoorten aangetroffen; vermeldenswaardig was de aanwezigheid van Koningsvaren en een pluk Veenmos.

Meest benaderend syntaxon: Rompgemeenschap Pijpenstrootje [Klasse der hoogveenbulten en natte heiden]

TANSLEY 14

Het perceel dat wordt ingesloten door de hoefijzervormige plas (Tansley 13) is in gebruik als akker. Centraal in deze akker is een ruigte dewelke werd opgenomen. Centraal staan struiken van Grauwe wilg, Gewone vlier en de invasieve exoot Japanse duizendknoop. De ruigte zelf is een verruigd grasland met veel Grote brandnetel, Grote wederik, Fioringras en Gewone hennepnetel. Lokaal is er dominantie van Rietgras, Gestreepte witbol of Bosbies.

Meest benaderend syntaxon: Associatie van Moerasspirea en Echte valeriaan in overgang vanuit grasland en naar struweel

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 104

TANSLEY 15

Akker dewelke behandeld is met herbiciden en waarop jonge maisplantjes staan. In deze toestand was er een banale akkeronkruidenflora met o.a. Melganzevoet, Akkerdistel, Stijve klaverzuring, Gewone spurrie en Vogelmuur. Zwaluwtong komt frequent voor en lokaal geldt hetzelfde voor Gewone hennepnetel en voor Akkermunt.

Meest benaderend syntaxon: Klasse der Akkergemeenschappen

TANSLEY 16

Het centrale grasland is een zeer soortenarme rompgemeenschap met Engels raaigras en Fioringras. Wel bleek dit perceel in trek bij libellen als vlieggebied. Centraal is er een depressie/poel welke soortenrijker is en waarvan deze opname werd gemaakt. De vegetatie is een mozaiëk van o.a. Grote lisdodde, Bosbies, Fioringras, Beklierde duizendknoop, Rietgras en Pitrus. Op de meer modderige stukken groeiden kleinere soorten als Geelgroene zegge, Zomprus, Moeraskers, Getand vlotgras en nog een andere niet-bloeiende zeggesoort. De oude muurtjes die in het grasland staan zijn zeker het behouden waard omdat ze een eigen vegetatie herbergen met ondermeer Dicht havikskruid en Plat beemdgras, beide redelijk zeldzaam in de Kempen.

Meest benaderend syntaxon: grasland: rompgemeenschap Gestreepte witbol-Engels raaigras [Klasse der matig voedselrijke graslanden]; depressie: variabel, o.a. Associatie van Waterpeper en Tandzaad.

TANSLEY 17

Het wateroppervlak van deze poel was onzichtbaar door de 100% bedekking met Veelwortelig kroos. Omdat de omgeving in principe voedselarm is kan dit wijzen op een plots opgetreden eutrofiëring, gezien het een plantengemeenschap betreft van voedselrijk milieu die zich snel kan ontwikkelen. Hoedanook is Veelwortelig kroos in de Kempen een zeldzame verschijning. Op de oevers zijn algemene moerasplanten aanwezig, wat vooral opvalt zijn de talrijke pollen Hoge cyperzegge.

Meest benaderend syntaxon: Associatie van Veelwortelig kroos

TANSLEY 18

Van de vijver aan De Bever werd de oeverflora via een steekproef opgenomen, omdat de betreffende vegetatie slechts lokaal goed ontwikkeld was. Op die plek waren Melkeppe, Watermunt en Snavelzegge veel aanwezig, aangevuld met typische oeverplanten als Grote wederik, Wolfspoot, Gele lis. Op vele plaatsen zijn de oevers te steil voor een oeverflora. De waterpartij zelf wordt gesierd met enkele Witte waterlelies. Aan het contactpunt met de Warmbeek komt het Stomphoekig sterrenkroos voor dat in de beek zelf massaal aanwezig is.

Meest benaderend syntaxon: overgangssituatie tussen verschillende syntaxa

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 105

TANSLEY 19

Dit perceel is een kapvlakte die momenteel nogal soortenrijk is door de structuurvariatie veroorzaakt door de werken. De planten die er groeien zijn zowat allemaal uitgesproken vochtminners en vooral het hoge aantal zeggen- en russensoorten valt op (respectievelijk 6 en 5). In dit stadium is de successierichting moeilijk te voorspellen, maar met een gepast beheer behoren kleine zeggenvegetaties tot de mogelijkheden. Reeds aanwezige soorten die hiernaar verwijzen zijn Moerasstruisgras (massaal), Zwarte zegge (enkel vegetatief) en Egelboterbloem.

Meest benaderend syntaxon: heterogene overgangssituatie

TANSLEY 20

Soortenrijke populierenkapvlakte met aspect van Gewone hennepnetel, Greppelrus, Kleefkruid en Gestreepte witbol. Ook hier veel vochtminnende planten waaronder de vermeldenswaardige soorten Holpijp, Waterviolier en Watertorkruid die alledrie typerend zijn voor kwelmilieus.

Meest benaderend syntaxon: heterogene overgangssituatie

TANSLEY 21

Plaatselijk natte kapvlakte, die heringeplant werd met o.a. Zomereik, Hazelaar, Beuk en Zwarte els. Aspectbepalende soorten zijn Gestreepte witbol en Moeraszegge, aangevuld met Kleefkruid, Gewone hennepnetel en Gewone smeerwortel. Lokaal domineert ook Hennegras. Typisch voor gronden waar recent zware werken gebeurden is dat door plaatselijke (bodem)structuurwijzingen (door het kappen en berijden met zware voertuigen) er een zeer instabiele, variabele plantengroei ontstaan is met een hoge soortenrijkdom: zo groeien er in de wagensporen geheel andere soorten (Greppelrus, Moerasdroogbloem, Egelboterbloem..) dan in de ruigere natte stukken (Moeraszegge, Rietgras, ..) of in de storingszone langs de weg (Hongaarse raket, Bleke klaproos, Zandraket, ..).

Meest benaderend syntaxon: heterogene overgangssituatie

TANSLEY 22

Ook dit is een met loofhout heringeplante kapvlakte met een vergelijkbare heterogene soortensamenstelling en -aspect als in Tansley 21. Er werden geen echte zeldzaamheden aangetroffen en de vegetatie bestaat vooral uit ‘natte’ soorten, waaronder Holpijp, Moerasmuur en Knolrus.

Meest benaderend syntaxon: heterogene overgangssituatie

TANSLEY 23

Kapvlakte met een relatief lagere soortenrijkdom dan de hierboven besproken kapvlaktes, wat mogelijk te wijten is aan het hakselhout dat de bodem van dit perceel bedekt. De dominante soort is Gestreepte witbol met frequent voorkomende soorten als Gewone hennepnetel en Gewoon struisgras. In vergelijking met de andere kapvlaktes ontbreken de natte soorten en komen op dit, overigens nog steeds vochtig perceel, ook enkele droogte-indicators voor zoals Bochtige smele, Adelaarsvaren, Schapenzuring en het reeds genoemd Gewoon struisgras. Hierdoor kan de

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 106

opname worden vergeleken met de Wilgenroosjes-associatie, een vegetatietype van zure en meestal nog drogere kapvlaktes. De kensoorten hiervan (Wilgenroosje, Boskruiskruid, Vingerhoedskruid) ontbreken echter.

Meest benaderend syntaxon: Wilgenroosjes-associatie (zwak)

TANSLEY 24

Dit ven oogt mooi maar bij de inventarisatie bleek het verrassend soortenarm. Het venwater is geëutrofieerd, een vermoeden dat werd bevestigd door met massaal optreden van Duizendknoopsoorten waaronder Waterpeper, een sterk vervuilingstolerante soort van zeer voedselrijke standplaatsen (daar waar vennen per definitie uitgesproken voedselarme ecotopen zijn). Ook het veelvuldig optreden van Pitrus is een slecht teken, en bovendien werden er geen libellen waargenomen tijdens de opname. Behalve het genoemde worden er hoge bedekkingen gehaald door Pijpenstrootje, Moerasstruisgras, Knolrus en Gewone waterbies.

Meest benaderend syntaxon: Rompgemeenschap Pijpenstrootje [Klasse der hoogveenbulten en natte heiden]

TANSLEY 25

Op deze dennenkapvlakte zijn massaal jonge Grove dennetjes opgekomen. De ondergroei wordt gedomineerd door Pijpenstrootje met veel Blauwe bosbes er tussenin. Bochtige smele en Struikhei zijn lokaal veel aanwezig aan de oostzijde van het bestand.

Meest benaderend syntaxon: Rompgemeenschap Pijpenstrootje [Klasse der droge heiden]

2.3.3.5 BESPREKING VAN DE BWK EN VERGELIJKING MET VEGETATIETYPERING

Grosso modo zijn op de huidige BWK (Biologische WaarderingsKaart) de drogere bossen ingekleurd als biologisch waardevol en de vochtige en natte bossen als biologisch zeer waardevol (Figuur 25). Deze vochtige en natte bossen zijn gesitueerd in de vallei van de Warmbeek, in de bosplaatsen Warmbeek en Tomp-Grevenbroek. Het voordeel van de BWK is dat ze beter dan de vegetatiekaart weergeeft waar loofsoorten het boomlaagaspect uitmaken. De Vlaamse bostypologie verenigt namelijk de naaldhout en loofhoutbestanden onder de Eiken-Berkenbostypes. Hieronder wordt per bosplaats aangegeven welke de voorkomende BWK-codes zijn, en welk het relatieve belang is van de verschillende codes:

BOVENBEVERBEEK – BEVERBEEKSE HEIDE

Het grootste deel is ingekleurd als biologisch waardevol, het betreft de naaldhoutaanplantingen (Ppmh,Ppmb,Ppa) en een loofhoutaanplant (N). In drie bestanden bestaat de boomlaag uit jong loofhout en werd de code Qb- gebruikt. Deze bestanden worden als biologisch zeer waardevol gekarteerd, evenals het ven 215b met BWK code Aoo.

BINNENHEIDE

Enkele bestanden zijn biologisch zeer waardevol, het betreft de Eiken-Berkenbossen (Qb) in de noordoostrand aangevuld met nog twee loofhoutbestanden in het zuiden van dit bosdeel. De rest is naaldhout (Pa, Ppa, Ppi, Ppmb, Ppmh) of slecht ontwikkelde Eiken-Berkenbos (Qb-) en staat gekarteerd als biologisch waardevol.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 107

GREVENBROEK-TOMP

Enkele percelen zijn in gebruik als akker (Bs) en zijn biologisch minder waardevol. Biologisch waardevol zijn enkele verspreide naaldhoutbestanden (Pa, Pms), een loofhoutaanplant (N), en een verruigd grasland (Hr) dat in feite ook grotendeels akker is. Het merendeel van de bestanden in deze bosplaats is biologisch zeer waardevol als droog Berken-Eikenbos (Qb), Eiken-Beukenbos (Qs) maar vooral als nat bos (Vm, Vt, Vn, So, Sf), respectievelijk elzenbroekbos, venig berkenbroekbos, nitrofiel elzenbos, vochtig wilgenstruweel op venige grond en op voedselrijke bodem. Een doornstruweel (Sp) werd door ons niet als dusdanig herkend. Zeer waardevolle open plekken zijn aanwezig: vochtige heide (Ce), en oligotrofe waters (Aoo en Aom). Deze vijvers zijn in huidige toestand voedselrijk en worden beter als ae gekarteerd.

HAARTERHEIDE-ZONBERG

Bijna de gehele oppervlakte is biologisch waardevol en bestaat uit naaldbos (Ppms, Ppmh, Ppmb, Ppa), jong loofbos (Qb-) of door Bochtige smele vergraste droge heide (Cd en Cdb). Precies twee bestanden zijn ingetekend als biologisch zeer waardevol Eiken-Berkenbos (Qb) maar zijn deze status niet waardig (beter Qb-): het zijn gemengde bossen met een zeer soortenarme ondergroei.

NOORDELIJK DUINEN- EN VENNENGORDEL

Een ruime helft van de bestanden in dit bosdeel is biologisch waardevol: het zijn de naaldhoutbestanden (Ppmh, Ppmb, Ppa) en de open Pijpenstrootjesvegetaties (Cm, niet opgenomen). Biologisch zeer waardevol zijn enkele buiten de inventarisatie vallende stuifduinen (Dm), Eiken-Berkenbossen (Qb) en de noordelijke vennen (Aoo) waarvoor door eutrofiëring een Ao- codering een juiste update is.

PASTOORSBOS

Deze bosaanplantingen liggen op voormalig bevloeide percelen. Enkele staan nog gekarteerd als biologisch minder waardevol grasland (Hp) of akker (Bs). Biologisch waardevol zijn de loofhoutaanplanten (N) en populierenaanplanten (Lhb). Op termijn zullen de aanplanten evolueren naar een matig voedselrijk bostype. Enkele percelen staan gekarteerd als nitrofiel elzenbos (Vn) en zijn daarmee biologisch zeer waardevol.

ROZENDAAL

Eén biologisch minder waardevol raaigrasland (Hx) ligt midden in de bosplaats. Zoals in aangrenzende bosplaats Bovenbeverbeek – Beverbeekse heide is het merendeel van de bestanden naaldhoutaanplant (Ppmb, Ppmh, Ppms, Ppa). Samen met een loofaanplant zijn deze biologisch waardevol. Vooral in het noordelijk deel van deze bosplaats hebben enkele percelen een meer natuurlijke boom/struiklaag met beide berkensoorten, Spork etc. en zijn daarom biologisch zeer waardevol, gekarteerd als Qb.

WARMBEEK

Zoals de bosplaats Grevenbroek-Tomp zijn ook deze bossen vochtig tot nat wegens hun ligging in de Warmbeekvallei. Een kleine minderheid van de percelen is biologisch waardevol wegens de boomlaag van naaldhout (Ppms, Pmh, Pa) of wegens kleinschaling privégebruik (Hr, Lhi). Ongeveer 9/10e van de percelen in bosplaats Warmbeek is biologisch zeer waardevol: in de zuidelijke helft zijn dat allemaal Qb’s: loof- of gemengde bossen met vaak een sterke vertegenwoordiging van Blauwe bosbes in kruidlaag. In de noordelijke helft van de bosplaats (ten noorden van de straat Beverbeek) worden de bossen natter en zijn er meer alluviale bostypes (Vn, Vm). Aanplanten van Amerikaanse eik zijn hier al deels gekapt en de natuurlijke potentie ligt hier ook binnen de alluviale bostypes (V..). Overige voorkomende codes zijn Aom, Mrb en Mc. Deze laatste zeggevegetatie is sterk aan het verstruwelen en evolueert naar een Vm. De gekapte bossen (percelen van de Familie Schoemans) hebben nu een typisch zeer heterogene vegetatie en zou men

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 108

kunnen karteren met een stuk of 4 verschillende BWK-codes. Spontane evolutie geeft ook hier aanleiding aan alluviaal bos (waarschijnlijk Vm).

KIEKUIT

Deze percelen bestaan allen uit naaldhout, afhankelijk van de ondergroei met boompjes, laag struikgewas of kruiden gekarteerd als resp. Ppmb, Ppms en Ppmh. De waardering is biologisch waardevol.

2.3.3.6 VERGELIJKING VAN DE ACTUELE VEGETATIE MET DE PNV

De PNV (Potentieel Natuurlijke Vegetatie) van de onderzochte bestanden is gebaseerd op bodemtype, vochtgehalte en de kruidlaagcompositie. De PNV-kaart (Figuur 43) geeft voor de bosplaats Grevenbroek - Tomp Elzenbroekbos als potentieel bostype. Dit kan zeker uitgebreid worden naar het noorden in bosplaats Warmbeek, waar nu al plaatselijk erg nat Elzenbroek aanwezig is. Alle overige bossen zijn aangeduid als arme Eiken-Beukenbos in potentie, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een droge en een natte variant. Laatstgenoemde variant is grosso modo gelegen in een brede band rond de vallei van de Warmbeek, aangevuld met enkele kleinere zones zoals in het Noordelijk duinen- en vennengordel. Door de bevloeiingen met carbonaatrijk water in deelgebied Pastoorsbos zijn de condities hier door de mens gewijzigd en zal de PNV eerder een voedselrijker bostype zijn, waarbij in de eerste plaats kan gedacht worden aan Elzen-Vogelkersbos.

2.3.3.7 OUD-BOSSOORTEN

Binnen de bosopnames en de opnames van open plekken werden in totaal 12 oud-bossoorten opgetekend (Tabel 26).

Tabel 26: Oud-bossoorten binnen de perimeter

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Aantal opnames Acer campestre Spaanse aak 2 Carex remota IJle zegge 4 Corylus avellana Hazelaar 5 Dryopteris carthusiana Smalle stekelvaren 185 Dryopteris filix-mas Mannetjesvaren 1 Ilex aquifolium Hulst 12 Lonicera periclymenum Wilde kamperfoelie 15 Poa nemoralis Schaduwgras 2 Pteridium aquilinum Adelaarsvaren 7 Scrophularia nodosa Knopig helmkruid 4 Vaccinium myrtillus Blauwe bosbes 93 Viburnum opulus Gelderse roos 2

Oud bos (d.w.z. continu bos sinds 1771 (kaart Graaf de Ferraris)) is echter nauwelijks aanwezig binnen de bosplaatsen; de genoemde oud-bossoorten zijn meestal zeer algemene soorten die ook op de open plekken voorkomen (Smalle stekelvaren, Adelaarsvaren, Knopig helmkruid, …). De struiksoorten Hazelaar en Gelderse roos zijn vaak aangeplant. Van belang is de massale aanwezigheid van Blauwe bosbes, een soort die tevens op de rode lijst staat (zie 2.3.3.8).

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 109

2.3.3.8 RODE LIJSTSOORTEN

In de Braun-Blanquet-opnames en de Tansley-opnames samen werden in totaal 26 plantensoorten waargenomen die op de meest recente Rode lijst van vaatplanten voor Vlaanderen (Biesbrouck et al, 2001) zijn opgenomen. Opmerkelijk is dat al deze soorten voorkwamen in het relatief beperkt aantal opnames van open plekken (Tansley- opnames). Zes van de soorten, echter allen uit de categorie ‘achteruitgaand’ (zie Tabel 27) komen ook in de bosopnames voor. Ook opmerkelijk is dat de twee zeldzaamste soorten, Hartgespan en Wegdistel, op het stortterrein werden aangetroffen in bosplaats Zonberg-Haarterheide. Behalve deze twee soorten werden, op de Jeneverbes van Grevenbroek - Tomp na, alle rode lijst-soorten uit de zeldzamere categorieën dan ‘achteruitgaand’ in het Noordelijk duinen- en vennengordel aangetroffen! De losse waarnemingen werden gedaan tijdens terreinverkenningen door VBV of Aeolus op paden of in het bos maar dan buiten de proefvlakken. Waarnemingen die buiten de deelnemende percelen van het bosbeheerplan zijn gedaan staan tussen haakjes (Tabel 28).

NOTA: De rode lijstcategorieën zijn opgesteld op basis van twee factoren: de effectieve zeldzaamheid ( = % van 4x4km uurhokken waarbinnen de soort in Vlaanderen werd waargenomen) en de trend (significante voor- of achteruitgang bij vergelijking tussen de periode voor 1930, de periode 1930-1971 en de periode 1972 tot heden).

Tabel 27: Rode lijstcategorieën

Categorie % voorkomen in uurhokken (4x4km) in Vlaanderen Significante afname Uitgestorven 0 - met uitsterven bedreigd 0-1 Ja Bedreigd 2-4 Ja zeer zeldzaam 0-4 Nee Kwetsbaar 2-16 Ja Zeldzaam 5-9 Nee vrij zeldzaam 10-16 Nee Achteruitgaand 17-81 Ja

Tabel 28: Rode lijstsoorten die werden waargenomen binnen de perimeter. Prioritaire soorten voor de provincie Limburg worden in het vet aangegeven (zie 2.3.2).

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam rode lijst categorie open plekken bos losse waarn. Carex lasiocarpa Draadzegge zeer zeldzaam (x) Leonurus cardiaca Hartgespan zeer zeldzaam x Onopordum acanthium Wegdistel zeer zeldzaam x Vaccinium vitis-idaea Rode bosbes zeer zeldzaam x Genista pilosa Kruipbrem kwetsbaar x Gentiana pneumonanthe Klokjesgentiaan kwetsbaar x Hieracium lachenalii Dicht havikskruid kwetsbaar x

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 110

Scirpus lacustris ssp. lacustris Mattenbies s.s. kwetsbaar x Alopecurus aequalis Rosse vossestaart zeldzaam x Epilobium obscurum Donkergroene basterdwederik zeldzaam x Hypericum elodes Moerashertshooi zeldzaam (x) Juniperus communis Jeneverbes zeldzaam x Drosera intermedia Kleine zonnedauw vrij zeldzaam x Eleocharis multicaulis Veelstengelige waterbies vrij zeldzaam x Gnaphalium luteo-album Bleekgele droogbloem vrij zeldzaam x Malva moschata Muskuskaasjeskruid vrij zeldzaam x Sambucus racemosa Trosvlier vrij zeldzaam x Spergula morisonii Heidespurrie vrij zeldzaam x x Calluna vulgaris Struikhei achteruitgaand x x Corynephorus canescens Buntgras achteruitgaand x x Erica tetralix Gewone dophei achteruitgaand x Eriophorum angustifolium Veenpluis achteruitgaand x Genista anglica Stekelbrem achteruitgaand x Hydrocotyle vulgaris Gewone waternavel achteruitgaand x Hypericum dubium Kantig hertshooi achteruitgaand x x Jasione Montana Zandblauwtje achteruitgaand x Molinia caerulea Pijpestrootje achteruitgaand x x Myrica gale Wilde gagel achteruitgaand x x x Potentilla erecta Tormentil achteruitgaand x Salix repens Kruipwilg achteruitgaand (x) Scleranthus annuus Eenjarige hardbloem achteruitgaand (x) Spergula arvensis Gewone spurrie achteruitgaand x Vaccinium myrtillus Blauwe bosbes achteruitgaand x x Salix aurita Geoorde wilg onv. gekend x x Anthoxantum aristatum Slofhak ingeburgerd x Potentilla norvegica Noorse ganzerik ingeburgerd x

2.3.3.9 AUTOCHTOON MATERIAAL BOMEN EN STRUIKEN

Uit het vertrouwelijk rapport, Oorspronkelijke Inheemse Bomen en Struiken in Vlaanderen, een onderzoek naar autochtone genenbronnen in de Regionale Landschappen West-Vlaamse heuvelsen Vlaamse Ardennen en de Houtvesterijen Hechtel en Bree door N. Maes en C. Rövekamp, blijkt dat er slechts weinig autochtoon genetisch materiaal aanwezig is binnen de perimeter en de haar directe omgeving. Enkel de vallei van de Warmbeek bezit vrijwel zeker autochtone bronnen (categorie a) of bronnen autochtoon met een grote mate van waarschijnlijkheid (categorie b) voor volgende soorten (volgende blz.):

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 111

ƒ Zwarte els, ƒ Ruwe berk, ƒ Europese vogelkers ƒ Aalbes ƒ Kruisbes ƒ Gewone vlier, ƒ Eenstijlige meidoorn, ƒ Gewone es ƒ Vuilboom of Sporkehout ƒ Framboos ƒ Gelderse roos ƒ Hazelaar, ƒ Boswilg, ƒ Kraakwilg en ƒ Geoorde wilg

2.3.4 FAUNA

Faunagegevens werden verzameld tijdens de inventarisatie, maar er werd niet gericht geïnventariseerd. De bekomen gegevens die terug te vinden zijn op Figuur 45 werden aangevuld met bestaande databanken (op de kaart staan zowel de losse waarnemingen voor vogels als voor andere planten en dieren). Daar werd steeds voor de UTM-kilometerhokken waarde perimeter zich in bevindt (zie Figuur 44) de bekende gegevens opgevraagd.

2.3.4.1 VOGELS

Uit de opgevraagde gegevens blijkt dat 94 vogelsoorten voorkomen in de UTM-hokken die overlappen met het gebied (Tabel 29). De lijst vermeldt alle mogelijke, waarschijnlijke en zekere broedgevallen. Soorten die tussen haakjes staan werden vermeld als mogelijk broedgeval; enkele soorten hiervan zijn echter met zekerheid passanten (hop, zwarte wouw,..). Cursief gedrukte soorten zijn vermeld op de Rode lijst van de Vlaamse broedvogels, versie 2004 (Devos et al, 2004): “mub” – met uitsterven bedreigd, “b” – bedreigd, “k” – kwetsbaar, “z” – zeldzaam, “a” – achteruitgaand, “?”- status onvoldoende gekend.

Tabel 29: Waargenomen vogelsoorten binnen de perimeter. Prioritaire soorten voor de provincie Limburg worden in het vet aangegeven (zie 2.3.2) (soepgans en soepeend zijn termen gebruikt voor respectievelijk opnieuw verwilderde, gedomesticeerde ganzen en eenden).

Blauwborst Goudhaantje Kerkuil Ransuil Veldleeuwerik (k) Boerenzwaluw (a) (Goudvink) (b) Kievit Rietgors (b) Vink Bonte vliegenvanger Grasmus Kleine bonte specht Ringmus Waterhoen Boomklever Graspieper (b) Kleine karekiet Roodborst Wespendief (Grauwe klauwier) Roodborst- Boomkruiper (mub) Kneu (a) tapuit Wielewaal (Boomleeuwerik) Grauwe (k) vliegenvanger Knobbelzwaan Scholekster Wilde eend

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 112

Boompieper (b) Groene specht Koekoek (a) Sijs (z) Winterkoning Boomvalk Groenling Koolmees Soepeend Witte kwikstaart Bosrietzanger Grote bonte specht Kruisbek (?) Soepgans Wulp Bosuil Grote lijster Kuifmees Sperwer Zanglijster (Braamsluiper) Havik Kwartel (?) Spotvogel Zwarte kraai Buizerd Heggemus Matkop (k) Spreeuw Zwarte mees Ekster Holeduif Meerkoet Staartmees Zwarte roodstaart Fazant (Hop) Merel Stadsduif Zwarte specht Fitis Houtduif Nachtegaal Steenuil (Zwarte wouw) (Fluiter) Houtsnip Nachtzwaluw (k) Tjiftjaf Zwartkop Gaai Huismus (a) Nijlgans Torenvalk Geelgors (b) Huiszwaluw (k) Patrijs (k) Tortel Gekraagde roodstaart (k) Ijsvogel Pimpelmees Tuinfluiter Gierzwaluw Kauw (Porseleinhoen) (b) Turkse tortel

Van de soorten die voorkomen in het gebied zijn een aantal soorten via puntwaarnemingen te linken aan bepaalde bestanden. Hieronder wordt een overzicht gegeven van het voorkomen van de belangrijkste soorten.

1. De boomleeuwerik een soort die zowel op de lijst staat waarvoor het vogelrichtlijngebied aangeduid werd, als op de rode lijst voor Vlaanderen en die tevens beschouwd wordt als een prioritaire soort voor Limburg, is, ten minste als we ons baseren op de puntwaarnemingen die we zelf deden of doorgekregen hebben, een soort die in hoofdzaak voorkomt in de bosplaats Rozendaal. De soort werd waargenomen op de grote akker aan bosbestand 619a en in bestanden 625a en 631a. 2. De boompieper staat gekenmerkt als bedreigd op de Vlaamse rode lijst. De soort werd waargenomen in bestand 144a in bosplaats de Binnenheide, in bestanden 215a en 219a in bosplaats Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek maar vooral in bosplaats Rozendaal in bestanden 202a, 204a, 205a, 206a, 618a en 634a. De soort profiteert van de ijle bestanden. 3. Geelgors staat vermeld op de Vlaamse rode lijst als bedreigt en wordt beschouwd als een prioritaire soort voor Limburg. Ook de Geelgors wordt teruggevonden in de open, ijle bestanden in de bosplaats Binnenheide (bestanden 102a, 103b en 629a) in bosplaats Haarterheide – Zonberg (bestand 336b) en bosplaats Beverbeekse heide – Bovenbeverbeek (bestand 216a). De soort is steeds terug te vinden aan de randen van de bestanden (langs de brandwegen), langs een ven of in zeer jonge aanplanten. 4. Goudvink draagt de titel bedreigt. Hij werd in het gebied waargenomen in de bosplaats Vallei van de Warmbeek in bestanden 510a, 519b 5. Ijsvogel is een prioritaire soort voor Limburg en één van de soorten waarvoor het vogelrichtlijngebied aangemeld werd. De soort is terug te vinden in de vallei van de Warmbeek (bestand 521a in bosplaats Vallei van de Warmbeek en 412a in Grevenbroek – Tomp) en aan de blusput in het Elsbroek. 6. Kruisbek staat niet op de rode lijst, wordt niet beschouwd als een rodelijstsoort en werd niet aangemeld in het kader van het vogelrichtlijngebied. Toch wordt deze soort hier aangegeven aangezien het om een zeldzame soort gaat. De soort heeft gebroed in bosplaats Rozendaal (bestand 203a). 7. Matkop een kwetsbare soort is ook voornamelijk terug te vinden in de bosplaats Vallei van de Warmbeek (bestand 512a en 520a) en bosplaats Binnenheide (bestand 120c, ook gelegn in de vallei). 8. Meerkoet is één van de soorten waarvoor het vogelrichtlijngebied aangemeld werd. De soort werd waargenomen aan de Tomp (bestand 412a), maar zal ongetwijfeld nog op andere plaatsen voorkomen.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 113

9. De Nachtzwaluw, een soort die zowel op de lijst staat waarvoor het vogelrichtlijngebied aangeduid werd, als op de rode lijst en daarnaast ook beschouwd wordt als een prioritaire soort voor Limburg, is terug te vinden in de brandgangen van de bosplaatsen gedomineerd door naaldbomen (Grove den en Corsicaanse den), zoals Beverbeekse heide - Bovenbeverbeek en vermoedelijk ook de Binnenheide. De ijle bestanden en het maaien van de brandgangen is hier waarschijnlijk niet vreemd aan. 10. Rietgors wordt op de rode lijst aangeduid als bedreigd. De soort werd waargenomen in bosplaats Grevenbroek – Tomp, in de rietvegetaties van bestand 412a. 11. Roodborsttapuit, een prioritaire soort voor Limburg, komt niet voor binnen de bestanden van de bosentiteit, maar wel in de heidedriehoek in bosplaats Noordelijke duinen- en vennengrodel. 12. Wespendief, een soort waarvoor het vogelrichtlijngebied aangeduid werd en die als prioritaire soort beschouwd wordt voor Limburg, werd slechts eenmaal waargenomen langs de Beverbeekloop (bestand 622a). De soort zal ongetwijfeld meer voorkomen. 13. Wielewaal is een soort die de laatste periode erg achteruitgaat. In de bosplaatsen gelegen langs de Warmbeek wordt de soort geregeld gezien (bestanden 121a, 513a, 122a, 433a en 436d). 14. Zwarte specht, een soort waarvoor het vogelrichtlijngebied werd aangemeld, is enkel in het gebied gekend als broedvogel in bestand 513a. Dit populierenbestand werd recent omgevormd tot een loofbos (zomereik).

De hoogste vogelwaarden worden dus gevonden in twee typen gebieden:

ƒ de nattere valleibossen in de vallei van de Warmbeek (vb. Wielewaal, Matkop, Goudvink…) en ƒ de open, ijle naaldbestanden in het noorden van de bosentiteit met de open jaarlijks gemaaide brandgangen (vb. Geelgors, Nachtzwaluw, Boompieper,…)

Buiten de hier vermelde waarnemingen kunnen deze en andere soorten ook voorkomen in de andere bestanden, maar aangezien er geen gerichte inventarisatie gebeurde, kunnen hier moeilijk deze resultaten besproken worden.

2.3.4.2 ZOOGDIEREN

Via de Wildbeheerseenheid Hamont-Achel werden telgegevens van reewild bekomen per bosplaats voor de laatste 3 jaren (Tabel 30).

Tabel 30: Telgegevens reewild (WBE Hamont-Achel)

Bosplaats 2003 2004 2005 Binnenheide 12 10 10 Grevenbroek - Tomp 12 5 5 Pastoorsbos 8 5 10 Haarterheide - Zonberg 21 11 14 Rozendaal + Warmbeek 10 14 14 Bovenbeverbeek –Beverbeekse heide + Noordelijke duinen- en vennengordel 23 16 16 Totaal 86 61 69

Deze schatting is overgenomen van de afschotaanvraag van de plaatselijke jachtgroepen en betreft het aantal stuks reewild per 15 maart van het vermelde jaar. Vanuit de WBE meldt men dat het reewild zou gebaat zijn met meer open plekken in het bos (mond.med. Peter Hulsbosch).

Daarnaast werden er vossenholen vastgesteld op de Binnenheide en de Beverbeekse heide.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 114

2.3.4.3 AMFIBIEËN EN REPTIELEN

Volgende soorten amfibieën en reptielen komen voor in bosentiteit I (Tabel 31).

Tabel 31: Waargenomen amfibieën en reptielen met voorkomen per kilometerhok. Als een soort in meer dan 4 kilometerhokken voorkomt, wordt ze aangeduid als “algemeen”. Dit heeft dan betrekking op het voorkomen binnen deze perimeter. Prioritaire soorten voor Limburg worden in het vet aangeduid.

Soort Nederlandse naam RL status Voorkomen

Anguis fragilis hazelworm Zeldzaam FS7481, FS7482

Lacerta vivipara levendbarende hagedis Zeldzaam FS7284

Bufo bufo gewone pad Momenteel niet bedreigd Algemeen

Rana esculenta – synklepton groene kikker – synklepton Momenteel niet bedreigd Algemeen

Rana temporaria bruine kikker Momenteel niet bedreigd Algemeen

Triturus alpestris alpenwatersalamander Momenteel niet bedreigd FS7480, FS7484, FS7581

Triturus vulgaris kleine watersalamander Momenteel niet bedreigd FS7484

Van de voorkomende soorten staan er twee op de rode lijst. De Hazelworm is een pootloze hagedis die in onze streken vooral voorkomt in loofbossen, gemengde bossen en broekbossen. De soort houdt van open plekken (open vegetaties, bospaden, kapvlakten) in zijn leefgebied waar hij in de zon kan liggen (Bauwens & Claus, 1996). De Levendbarende hagedis komt in bijna elk biotoop voor, van bos en heide tot begroeide oevers en cultuurgronden, met een voorkeur voor niet te droge gebieden. De hoogste dichtheden vindt men op de overgang van bos naar heide of grasland. Open plekken in het bos, brede dreven, heidepercelen en zuidgeoriënteerde bosranden zijn uitverkoren plekken. De aanwezigheid van zonbeschenen en beschaduwde plekken vlakbij elkaar is noodzakelijk.

2.3.4.4 LIBELLEN

Libellen zijn vaak een zeer goede indicator voor de waterkwaliteit. Ze gedijen zowel in stilstaand als in stromend water. De soortenlijst weerspiegelt de habitatdiversiteit, daar zowel soorten voorkomen die typisch zijn voor plassen en kanalen (o.a. Lantaarntje), vennen (o.a. Venwitsnuitlibel), moerassen en laagveen (o.a. Grote keizerlibel) en hoogveen (o.a. Zwarte heidelibel) (Heirweg, 2002). Volgens de Rode Lijst (De Knijf & Anselin, 1997) komen er 3 zeldzame en 1 kwetsbare soort voor; 3 daarvan zijn prioritaire soorten voor Limburg (vetgedrukt – zie 2.3.2).

Ook hier wordt bij voorkmoen slechts bestanden en/of bosplaatsen gegeven waarvoor puntwaarnemingen verzameld of doorgegeven werden. Een aantal waarnemingen werden gedaan in de onmiddellijke omgeving van de bospercelen.

Tabel 32: Waargenomen libellensoorten. Prioritaire soorten voor Limburg worden in het vet weergegeven (zie 2.3.2).

Nederlandse naam RL status Voorkomen Azuurwaterjuffer Momenteel niet bedreigd 205a (Rozendaal) Blauwe glazenmaker Momenteel niet bedreigd Bloedrode heidelibel Momenteel niet bedreigd Wolfsven (248a) Breedscheenjuffer Momenteel niet bedreigd 320a, 336b (beide HZ) Bruine winterjuffer Bedreigd Blusput

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 115

Nederlandse naam RL status Voorkomen Geelvlekheidelibel Momenteel niet bedreigd Wolfsven (248a) Gewone oeverlibel Momenteel niet bedreigd Blusput en 233a (BB) Gewone pantserjuffer Momenteel niet bedreigd Plas afd natuur Glassnijder Met uitsterven bedreigd Ven aan Kluis Grote keizerlibel Momenteel niet bedreigd Ven BB (215b), blusput Koraaljuffer Zeldzaam Lantaarntje Momenteel niet bedreigd Wolfsven (248a), blusput Metaalglanslibel Kwetsbaar Blusput Paardenbijter Momenteel niet bedreigd Plasrombout Momenteel niet bedreigd Platbuik Momenteel niet bedreigd Tengere pantserjuffer Zeldzaam 101a (BH) Venwitsnuitlibel Kwetsbaar Viervlek Momenteel niet bedreigd Vuurjuffer Momenteel niet bedreigd 123a (WV) Watersnuffel Momenteel niet bedreigd Kerkeven (247a), blusput 121c, 511a, 521a (WV), Weidebeekjuffer Zeldzaam 420a (GT) Zwarte heidelibel Momenteel niet bedreigd 210a, 233a (beide BB)

Zeker voor de rode lijstsoorten blijken ongeveer alle wateroppervlakten in en rond de bosentiteit wel waardevol te zijn voor de odonatafauna.

2.3.4.5 VLINDERS

In totaal werden 28 soorten dagvlinders waargenomen, waarvan 1 met uitsterven bedreigd (Kleine parelmoervlinder), 1 bedreigd (Gentiaanblauwtje) en 3 kwetsbaar (Bont dikkopje, Heideblauwtje en Heivlinder) (Maes & Van Dijk, 1999).

Tabel 33: Waargenomen dagvlindersoorten. Prioritaire soorten voor Limburg worden in het vet weergegeven (zie 2.3.2). Soorten die in meer dan 3 bosplaatsen voorkomen worden aangeduid als “algemeen”.

Nederlandse naam RL status Voorkomen Argusvlinder Momenteel niet bedreigd Leenderheide, Beverbeekse heide Bont dikkopje Kwetsbaar Binnenheide Bont zandoogje Momenteel niet bedreigd Algemeen Boomblauwtje Momenteel niet bedreigd Algemeen Bruin zandoogje Momenteel niet bedreigd Putven, Beverbeekse heide Citroenvlinder Momenteel niet bedreigd Algemeen Dagpauwoog Momenteel niet bedreigd Algemeen

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 116

Nederlandse naam RL status Voorkomen Eikenpage Momenteel niet bedreigd Algemeen Gehakkelde aurelia Momenteel niet bedreigd Algemeen Gentiaanblauwtje Bedreigd Wolfsven Groot dikkopje Momenteel niet bedreigd Achelse kluis, Putven, Beverbeekse heide Groot koolwitje Momenteel niet bedreigd Algemeen Heideblauwtje Kwetsbaar Putven Tomp, Putven, Leenderheide, Beverbeekse Heivlinder Kwetsbaar Heide Hooibeestje Momenteel niet bedreigd Putven, Leenderheide, Beverbeekse Heide Icarusblauwtje Momenteel niet bedreigd Beverbeek Klein geaderd witje Momenteel niet bedreigd Algemeen Klein koolwitje Momenteel niet bedreigd Algemeen Kleine parelmoervlinder Met uitsterven bedreigd zwerver Kleine vos Momenteel niet bedreigd Algemeen Kleine vuurvlinder Momenteel niet bedreigd Warmbeekvallei Koevinkje Momenteel niet bedreigd Tomp, Warmbeek Kommavlinder Momenteel niet bedreigd Wolfsven Koninginnepage Momenteel niet bedreigd Leenderheide Landkaartje Momenteel niet bedreigd Algemeen Oranje zandoogje Momenteel niet bedreigd Algemeen Oranjetipje Momenteel niet bedreigd Algemeen

2.3.4.6 SPRINKHANEN EN KREKELS

Zeven van de waargenomen soorten worden geclassificeerd als zeldzaam of kwetsbaar (Decleer et al., 2000). De heidesabelsprinkhaan, de Moerassprinkhaan, het Wekkertje en de Zompsprinkhaan hangen eerder samen met vochhtige (heide)biotopen, terwijl het Negertje en de Velkdkrekel eerder droge, kalkrijke graslanden (al dan niet in de nabijheid van de bosrand) prefereren.

Tabel 34: Waargenomen sprinkhanen en krekels. Prioritaire soorten voor Limburg worden in het vet weergegeven (zie 2.3.2)

Nederlandse naam RL status Voorkomen Boomsprinkhaan Momenteel niet bedreigd Wolfsven, Beverbeekse heide Bruine sprinkhaan Momenteel niet bedreigd Warmbeekvallei, Beverbeek, Tomp Gewoon doorntje Momenteel niet bedreigd Watermolen, Warmbeekvallei Gewoon spitskopje Momenteel niet bedreigd Warmbeekvallei, Beverbeek, Watermolen Grote groene sabelsprinkhaan Momenteel niet bedreigd Watermolen Heidesabelsprinkhaan Zeldzaam Knopsprietje Momenteel niet bedreigd Krasser Momenteel niet bedreigd Warmbeekvallei, Beverbeek, Tomp, Watermolen

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 117

Nederlandse naam RL status Voorkomen Moerassprinkhaan Kwetsbaar Watermolen, Beverbeek, Tomp Negertje Zeldzaam Warmbeekvallei, Tomp Ratelaar Momenteel niet bedreigd Watermolen, Warmbeekvallei Struiksprinkhaan Zeldzaam Watermolen Veldkrekel Zeldzaam Wolfsven, Beverbeekse heide, Tomp Wekkertje Kwetsbaar Watermolen Zompsprinkhaan Kwetsbaar

2.3.4.7 OVERIGE

In de nabijheid van de Warmbeek werden twee algemeen voorkomende lieveheersbeestjes gevonden (het Veertien- en het Tweëentwintigstippelig lieveheersbeestje).

2.4 OPBRENGSTEN

Het economisch belang van een bos wordt het best beschreven door te onderzoeken wat de opbrengsten van het bos precies zijn. Dit zijn enerzijds eenvoudig te meten hoeveelheden als het gaat om houtverkoop, jachtpacht,... . Anderzijds zijn er ook verschillende directe en indirecte opbrengsten die moeilijk of niet te kwantificeren zijn: ofwel omdat de gegevens niet voor handen zijn, ofwel omdat deze amper te bepalen zijn.

2.4.1 HOUTOPBRENGSTEN

Bij de opbrengsten die worden verkregen uit de houtkap kan een onderscheid gemaakt worden tussen de verkoop van brand- en geriefhout (meestal dunningen in een vroegere ontwikkelingsfase van het bestand en bijgevolg voornamelijk hout met kleinere dimensies) en de opbrengst door verkoop van industrieel zaaghout (latere dunningen of eindkap, meestal dus stammen met grotere dimensies). Beide houtcategorieën kennen een verschillend handelscircuit en bijgevolg ook een verschillende prijsvorming. Zo brengt het hout met kleine dimensies veelal minder op per m³ (bij onderstaande gegevens was dit afgerond 11 euro/m³ voor de voorbije 17 jaar) dan de stammen met grote dimensies (16 euro/m³). Bij het berekenen van vorige cijfers werd er van uitgegaan dat de verkoop ‘aan de bevolking’ vooral brandhout betrof, en het bij de verkoop ‘aan kooplui’ meestal om zaaghout ging.

Om een globaal zicht te krijgen op de ruwe opbrengst inzake hout binnen de Bosentiteit I, worden hieronder (Tabel 35 en Grafiek 40 tot 42) de opbrengsten weergegeven uit de houtverkoop door de Stad Hamont-Achel, die – na eventuele berekening – werden afgerond tot op de eenheid. De gegevens hebben betrekking op houtverkopen uit alle bossen in eigendom van de stad, maar ook op de occasionele verkoop van bijvoorbeeld laanbomen en dergelijke..

Het jaarlijks gekapte volume fluctueert vrij sterk (van enkele honderden tot enkele duizenden m³) en vertoont over de 17 jaar heen een dalende trend. De jaarlijkse opbrengst uit de verkoop van het houtvolume schommelt eveneens behoorlijk (van ruim duizend euro tot enkele tienduizenden euro), maar niet steeds evenredig met het gekapte houtvolume. Dit laatste blijkt uit Grafiek 42, die de prijs per kubieke meter weergeeft. De hier vastgestelde dalende trend van de houtprijs komt overeen met de algemene Vlaamse (en mondiale) daling van de houtprijzen.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 118

Tabel 35: De houtopbrengsten (in m³ en in euro) voor alle kappingen binnen de eigendommen van de Stad Hamont-Achel voor de periode 1988 tot en met 2004.

Jaartal m³ euro euro/m³ BEF BEF/m³ 1988 1.985 31.686 16 1.278.200 644 1989 3.941 67.834 17 2.736.400 694 1990 3.879 65.836 17 2.655.800 685 1991 2.676 60.955 23 2.458.900 919 1992 2.981 46.487 16 1.875.300 629 1993 311 6.621 21 267.100 859 1994 3.124 35.868 12 1.446.900 463 1995 1.726 28.283 16 1.140.949 661 1996 2.858 32.133 11 1.296.236 454 1997 3.986 53.785 14 2.169.696 544 1998 2.251 22.883 10 923.110 410 1999 2.629 37.912 14 1.529.375 582 2000 1.192 18.889 16 761.979 640 2001 1.040 17.454 17 704.101 677 2002 2.117 32.276 15 1.302.012 615 2003 1.836 25.548 14 1.030.614 561 2004 212 1.341 6 54.096 255 Gemiddeld 1.611 22.329 14 900.755 559 Totaal 11.277 156.304 6.305.287

De gemiddelde jaarlijkse houtkap voor de afgelopen 17 jaar, bedraagt ruim 1.600 m³, met een gemiddelde opbrengst van ruim 22.000 euro per jaar. Gemiddeld bracht een kubieke meter hout in deze periode ongeveer 14 euro op voor de Stad Hamont-Achel. Wetende dat de bosoppervlakte, beheerd door de Stad Hamont-Achel ongeveer 620 ha bedraagt, werd er 2,6 m³ per hectare per jaar gekapt. Voor Vlaanderen wordt de gemiddelde jaarlijkse aanwas geschat op 5 m³/ha/jaar (wellicht een onderschatting, en zeker voor de meeste naaldbomen ligt de jaarlijkse volumeaanwas veel hoger). Er werd dus maar de helft van de aanwas in hout gekapt. De gemiddelde jaarlijkse opbrengst per hectare bedraagt 36 euro.

Binnen Bosentiteit I zelf kan ook een ruw idee gegeven worden van de opbrengst voor de bossen in stadseigendom door deze cijfers te delen door de factor 1,176 (daar de totale oppervlakte bos in eigendom van de stad binnen Bosentiteit I ongeveer 488 ha bedraagt), hetgeen een geschat houtvolume van 1.369 m³ en een opbrengst van 18.980euro per jaar zou betekenen. Evenzo zou de geschatte totale opbrengst voor de bossen binnen dit beheerplan (met een oppervlakte van ongeveer 753 ha) 2.040 m³ en 28.271 euro per jaar zijn.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 119

totale hoeveelheid houtverkoop (in m³) totale opbrengst houtverkoop (in Euro)

x1000 m³ x1000 € 5 80

4 60 3 40 2 20 1 0 0 1985 1990 1995 2000 2005 1985 1990 1995 2000 2005

houtprijs (in Euro) per m³ €/m³ 25,0 Grafiek 40 tot 42: Grafieken van de houtopbrengst in m³, in Euro 20,0 en in Euro/m³. 15,0 10,0

5,0

0,0 1985 1990 1995 2000 2005

Gemiddelde houtprijs

30

25

20 Bevolking (euro/m³) Kooplui (euro/m³) 15 Trend houtprijs kooplui Euro/m³ 10 Trend houtprijs bevolking

5

0 1985 1990 1995 2000 2005

Grafiek 43: Gemiddelde houtprijs (Euro/m³) per jaar voor de bevolking en de kooplui en de algemene trend van deze prijzen in de periode 1988-2005.

2.4.2 JACHTOPBRENGSTEN

Voor de opbrengsten uit jacht werd ook hier gebruik gemaakt van de beschikbare gegevens van de Stad Hamont- Achel. Deze opbrengsten hebben betrekking op een gebied met een oppervlakte van ongeveer 850 ha. De verschuldigde pacht die de Wildbeheereenheid Hamont-Achel vzw aan de Stad Hamont-Achel jaarlijks dient te betalen, wordt betaald in juli en berekend met de volgende formule:

14.868,80 euro x (gezondheidsindex december jaar vooraf) 132,39 (index februari 1987)

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL DEEL 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 120

De overeenkomst dateert van 25 juni 1992, en de opbrengsten kunnen eenvoudig worden teruggerekend door de juiste index in te vullen, zoals aangegeven in Tabel 36 voor de afgelopen 10 jaar (bron: gemeentelijk Besluit 28 april 2005). Merk op dat de gezondheidsindex een ander basisjaar gebruikt en dus een bijkomende omrekening vereist is voor het gebruik van de index met als basis 1996.

Tabel 36: Berekende jachtpacht van de WBE aan de Stad Hamont-Achel de afgelopen 10 jaar

Jaar Index (basis 1996) Index (omrekening) Jachtpacht (in euro) Jachtpacht (in BEF) 1996 98,65 160,91 18.031 727.349 1997 100,60 164,09 18.387 741.726 1998 101,75 165,96 18.597 750.205 1999 102,71 167,53 18.773 757.283 2000 104,02 169,66 19.012 766.942 2001 106,40 173,55 19.447 784.490 2002 109,23 178,16 19.964 805.356 2003 110,55 180,32 20.206 815.088 2004 112,32 183,20 20.529 828.138 2005 114,25 186,35 20.882 842.368

Het bedrag van de jachtpacht bedraagt momenteel een kleine 21.000 euro, hetgeen overeenkomt met een bedrag van bijna 25 euro/ha. Voor de bossen in eigendom van de stad gelegen in de perimeter, zou dit dus neerkomen op een totaalbedrag van 11.400 euro, of voor heel de bosentiteit 19.175 euro.

Samen met de houtopbrengst, kan de gemiddelde jaarlijkse opbrengst binnen de Bosentiteit I ruwweg geschat worden op ruim 60 euro/ha. Merk op dat uit deze cijfers blijkt dat de opbrengst uit de houtverkoop bijna 1,5 keer hoger ligt per hectare dan de opbrengst/ha verkregen uit de jachtpacht.

2.4.3 DIVERSE ANDERE OPBRENGSTEN

Naast de hout- en jachtopbrengsten wordt nog melding gemaakt van minder kwantificeerbare opbrengsten binnen het gebied die min of meer bosgerelateerd zijn.

Een eerste soort is de vrij aanzienlijke pluk van bosbessen. In de periode dat deze bessen rijp zijn (juni-juli) kan men langs de boswegen auto’s aantreffen van de mensen die deze bessen plukken, meestal voor persoonlijk gebruik.

Een tweede soort van moeilijk kwantificeerbare opbrengsten betreft het oogsten van paddenstoelen. Deze blijken niet enkel lokaal gebruikt te worden, maar ook over grotere afstanden vervoerd te worden om dan terecht te komen bij ondermeer restaurants.

Tot slot mag ook de recreatie niet worden vergeten. Deze recreatie brengt niet enkel indirect op doordat mensen bepaalde goederen kopen om de recreatie uit te oefenen (fietsen, stapschoenen,...), maar ook de meer directe opbrengsten voor bijvoorbeeld de locale horecasector dienen hierbij vermeld te worden. Recreanten verpozen voor of na het wandelen of fietsen even in een cafe of restaurant.

GEMENGD GEZAMENLIJK UITGEBREID BOSBEHEERPLAN BOSENTITEIT I IN HAMONT-ACHEL