DOCSLIB.ORG

Axillary Bud Development in Rose

Total Page：16

File Type：pdf, Size：1020Kb

Download full-text PDF Read full-text

Load more

Axillary buddevelopmen t inros e C.A.M.Marceli s -va nAcke r Promotoren: dr. J.Tromp , hoogleraari nd etuinbouwplantenteelt , inhe tbijzonde r de overblijvende gewassen dr.M.T.M .Willemse , hoogleraar ind eplantkund e Co-promotoren:dr .ir .C.J . Keijzer, universitairdocen tbi jd evakgroe pPlantencytologi e en -Morfologie dr.ir .P.A . van dePol , universitair hoofddocent bij devakgroe p Tuinbouwplantenteelt ^OFZÖ' [ISS' Axillary buddevelopmen t inros e Ontvange',;' i 16 NOV. 1994 UB-CARDEX C.A.M. Marcelis - van Acker Proefschrift terverkrijgin g vand egraa dva n doctori nd elandbouw -e n milieuwetenschappen, opgeza gva n derecto r magnificus, dr. C.M. Karssen, inhe topenbaa r te verdedigen opvrijda g 18novembe r 1994 desnamiddag s tetwe euu ri nd eAul a vand eLandbouwuniversitei t teWageningen . ^- SIV35 « CIP-DATA KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DENHAA G Marcelis-vanAcker ,C.A.M . Axillary buddevelopmen t inros e/ C.A.M.Marcelis-va n Acker. - [S.l. :s.n.] .- 111 . ThesisWageningen . -Wit href .- Wit h summary inDutch . ISBN 90-5485-309-3 Subject headings:bu ddevelopmen t ; roses. Thisthesi scontain sresult s of aresearc hprojec t ofth eWageninge n Agricultural University, Department of Horticulture,Haagstee g 3,670 8P MWageninge n andDepartmen t of Plant Cytology andMorphology , Arboretumlaan 4,6703B DWageningen , TheNetherlands . Publication ofthi sthesi s wasfinanciall y supportedby : • Boomkwekerij Bert Rombouts BV teHaper t • LEB-fonds BIBLIOTHEEK BXNDBOUWL'MN'ïiRSrriüa WAGENINGEN Stellingen 1. Bloemknopaanleg bij deroo svind tpa splaat sn aopheffe n vand eapical edominantie . Dit proefschrift 2. Effecten vanteeltconditie s tijdens deaanle gva n okselknoppen bijd e roos op de uitgroei van die knoppen komen voornamelijk tot stand viabeïnvloedin g van het overige gedeelte van de plant. Dit proefschrift 3. Het aantal okselknoppen aan de basis van de rozestruik is niet beperkend voor de vorming van grondscheuten. Dit proefschrift 4. Door bij de vermeerdering gebruik te maken van dubbelstekken in plaats van enkelstekken wordt deuniformitei t engroeikrach t van hetplantmateriaa l sterk bevorderd. Marcelis-van Acker, C.A.M. & Leutscher, K.J., 1993. Effect of type of cutting on heterogeneity and growth of Rosa hybrida cv. Motrea and Schefflera arboricola cv. Compacta. Sei. Hortic. 54: 59-67. 5. Bostrack gaat bij het verklaren van de waargenomen anatomische en morfologische verschillen tussen scheuten van diverse hoogten uit de boom voorbij aan mogelijke verschillen inleeftij d vand eknoppe n dieto tdez e scheuten uitgroeien. Bostrack, J.M., 1993. The relationship between size of shoot apices and morphological features of mature leaves and stems of four species of angiosperm trees. Ann. Bot. 72: 341-347. 6. Hooggekwalificeerde medewerkers vormen geen garantie voor succes zolang de teamgeest ontbreekt. 7. Gezien de veelal lange wachttijd voor professionele medische hulp bij een ongeval dient een iederzic ht ebekwame n in hetverlene n vanEerst e HulpBi j Ongevallen. 8. Eenproefschrif t schrijven isgewoo n werk. 9. Door betere communicatie in de keten zal de Nederlandse boer meer brood gaan zien in baktarwe. 10. Het steeds frequenter in de publiciteit brengen van premature onderzoeksresultaten brengt hetwetenschappelij k onderzoek indiskrediet . 11. Bij dalende werkgelegenheid wordte rdoo rwerkende n enwerkloze n harder gewerkt. 'rùj (7 12. Het ambivalente van de Nederlander (m/v) ten aanzien van emancipatie isenerzijd s het niet begrijpen waarom een vrouw een proefschrift schrijft en anderzijds het pas voor vol aanzien van eenvrou w alsz egepromoveer dis*> . *' Intermediair, 10-1-1992: Gepromoveerde vrouwen zijn betrouwbaar. 13. Het hebben van een niet-alledaagse naam in combinatie met het spreken met een accent verhoogt de herkenbaarheid. 14. De LUW dient zich te realiseren dat met de voorgestelde uitholling van haar 'groene' richtingen/activiteiten haar bestaansrecht als zelfstandige (landbouw?)universiteit in het geding komt. 15. Somsmoetj e vergaa no mdichtbi j tekunne n zien. Stellingenbehorend ebi j het proefschrift: 'Axillary buddevelopmen t inrose ' C.A.M.Marceli s -va nAcke r Wageningen, 18novembe r 1994 Abstract Marcelis-van Acker C.A.M., 1994. Axillary bud development in rose. Dissertation Wageningen Agricultural University,Wageningen ,Th eNetherlands . 131pp;Englis h andDutc hsummaries . Axillarybud s form the basis of flower production of a rose crop. Within a rose crop there exists an undesired large variation in shoot number and size, which affects flower yield. Part of this variation mayb e traced back to early variation in axillary buds.Th e aimo f the research reported in this thesis was to enlarge the knowledge and insight in the development of axillary buds. It was investigated to what extent the growth of an axillary bud into a shoot can be influenced during axillary bud formation and to what extent during actual outgrowth into a shoot. Factors studied were bud age, bud position, assimilate supply and temperature. Growth potential of the buds was studied both in situ and in isolation (grafted or in vitro), enabling to distinguish between directeffect s onth ebud s andindirec t effects viath eparen t plant. An axillary bud contains the lower part of the future shoot. The axillary buds which are most likely to form the first basal shoots are already present as secondary buds in the bud which is used for propagation. Later formed basal shoots usually develop from basal axillary buds of the basal shoots.Eac h basal shoot was shown to be connected to only a segment of the root xylem. Later formed basal shoots mayrestric t the growth of the older basal shoots by limitingth e xylem servingth eolde rbasa lshoots . Axillary buds needed a certain developmental stage to be able to break. Bud break also required release from correlative inhibition. As long as axillary buds were correlatively inhibited, they remained in the vegetative stage. They were not dormant, but continued to grow although at a low rate. When released from inhibition their developmental programme (bud break, leaf initiation and flower initiation) was already set to a large extent. However, they displayed ahig h degreeo fplasticit y inthei r development into a shoot, inrespons e to ambient conditions inwhic h they were growing. Number of leaves preceding the flower appeared to be determined during axillary bud formation and increased with increasing bud age, decreasing position along the shoot,increasin g assimilate supply anddecreasin g temperature.Rat eo f bud break increased with increasing position, increasing temperature during bud formation and increasing temperature after release from inhibition. Shoot diameter correlated with pith diameter. Number of pith cells in the axillary bud reflects the potential diameter of the subsequent shoot. Final pith diameter was dependent on cell expansion after bud break and was reached soon after start of shoot growth. Increased assimilate supply and decreasing temperature positively affected expansion of the pith cells and as a result the pith diameter. Length and weight of the shoot at harvest and growth period were largely dependent on the assimilate supply and the temperature after release from inhibition. Key words: age, anatomy, assimilate supply, axillary bud, basal shoots, bottom breaks, bud break, cell expansion, correlative inhibition, determination, developmental programme, dyes, flowering, in vitro, leaf initiation, morphology, ontogeny, pith, position, primordium, Rosa hybrida, rose, shoot growth, temperature, xylempathways . We mustall be morphologists beforewe can be biologists ofany sort. (E.W. Sinnott, 1960) Aanmij n ouders Contents 1. General introduction 1 2. Development of axillary buds and shoots 7 2.1.Ontogen yo faxillar y buds and shoots:Lea f initiation andpit h development 7 2.2.Morphologica l studyo fth eformatio n anddevelopmen t ofbasa l shoots 17 2.3.Xyle mpathway s inrelatio n tobasa l shoot development 25 3. Growth of axillary buds: An in vitro model system 31 4. Development and growth potential of axillary buds as affected before release from correlative inhibition 39 4.1. Effect ofbu dag eo ndevelopmen t andgrowt hpotentia lo faxillar y buds 39 4.2. Effect ofbu d position on development andgrowt hpotentia l ofaxillar y buds 49 4.3. Effect ofassimilat e supply ondevelopmen t andgrowt hpotentia l ofaxillar y buds 63 4.4. Effect oftemperatur e ondevelopmen t andgrowt h potentialo faxillar y buds 73 5. Bud break and shoot growth as affected after release from correlative inhibition 81 5.1. Effect ofassimilat e supply onbu dbrea k and shoot growth 81 5.2. Effect oftemperatur e onbu d break and shoot growth 89 6. General discussion 97 References 107 Summary 119 Samenvatting 123 Nawoord 129 Curriculum vitae 131 Account The Chapters 2-5 have been submitted for publication in international journals. The following chapters havealread y been published oraccepte d for publication: Chapter 2.1: Marcelis-van Acker C.A.M., 1994. Ontogeny of axillary buds and shoots in roses: Leaf initiation andpit h development. Scientia Horticulturae 57: 111-122. Chapter 2.2: Marcelis-van Acker C.A.M., 1993. Morphological study of the formation and develop­ ment of basal shoots inroses .Scienti a Horticulturae 54: 143-152. Chapter 2.3: Marcelis-van Acker C.A.M., Keijzer C.J. & Van de Pol P.A., 1993.Xyle m pathways in rose plants in relation to basal shoot development. Acta Botanica Neerlandica 42: 313- 318. Chapter 4.1: Marcelis-van Acker C.A.M., 1994. Development and growth potential of axillary buds inrose s as affected by bud age.Annal s of Botany (inpress) . Chapter 4.3: Marcelis-van Acker C.A.M., 1994. Effect of assimilate supply on development and growth potential of axillary buds in roses.Annal s of Botany 73:415-420 . 1.Genera l introduction In the Netherlands the rose is the most impor­ combinations (De Vries 1993; Fuchs 1994), tant glasshouse cut flower having in 1993 a harvesting procedures (Zieslin 1981; Kool & production area of 898 ha (Anonymous 1993) Van de Pol 1993), growth regulators (Mor & and an auction turnover of 781 million Dutch Zieslin 1987) and environmental factors (Van guilders (Anonymous 1994).
Recommended publications
  • Propagation of Zingiberaceae and Heliconiaceae1

    Propagation of Zingiberaceae and Heliconiaceae1

    14 Sociedade Brasileira de Floricultura e Plantas Ornamentais Propagation of Zingiberaceae and Heliconiaceae1 RICHARD A.CRILEY Department of Horticulture, University of Hawaii, Honolulu, Hawaii USA 96822 Increased interest in tropical cut vegetative growths will produce plants flower export in developing nations has identical to the parent. A few lesser gen- increased the demand for clean planting era bear aerial bulbil-like structures in stock. The most popular items have been bract axils. various gingers (Alpinia, Curcuma, and Heliconia) . This paper reviews seed and Seed vegetative methods of propagation for Self-incompatibility has been re- each group. Auxins such as IBA and ported in Costus (WOOD, 1992), Alpinia NAA enhanced root development on aerial purpurata (HIRANO, 1991), and Zingiber offshoots of Alpinia at the rate 500 ppm zerumbet (IKEDA & T ANA BE, 1989); while while the cytokinin, PBA, enhanced ba- other gingers set seed readily. sal shoot development at 100 ppm. Rhi- zomes of Heliconia survived treatment in The seeds of Alpinia, Etlingera, and Hedychium are borne in round or elon- 4811 C hot water for periods up to 1 hour gated capsules which split when the seeds and 5011 C up to 30 minutes in an experi- are ripe and ready for dispersai. ln some ment to determine their tolerance to tem- species a fleshy aril, bright orange or scar- pera tures for eradicating nematodes. Iet in color, covers .the seed, perhaps to Pseudostems soaks in 400 mg/LN-6- make it more attractive to birds. The seeds benzylaminopurine improved basal bud of gingers are black, about 3 mm in length break on heliconia rhizomes.
  • Clemson University Plant Problem Clinic, Nematode Assay Lab and Molecular Plant Pathogen Detection Lab Semi-Annual Report for 2013 (January – June)

    Clemson University Plant Problem Clinic, Nematode Assay Lab and Molecular Plant Pathogen Detection Lab Semi-Annual Report for 2013 (January – June)

    Clemson University Plant Problem Clinic, Nematode Assay Lab and Molecular Plant Pathogen Detection Lab Semi-Annual Report For 2013 (January – June) 1 Part 1: General Information Information 3 Diagnostic Input 4 Consultant Input 4 Monthly Sample Numbers 2013 5 Monthly Sample Numbers since 2007 6 Yearly Sample Numbers since 2007 7 Nematode Monthly Sample Numbers 2013 8 Nematode Yearly Sample Numbers since 2003 9 MPPD Monthly Sample Numbers 2013 10 MPPD Yearly Sample Numbers since 2010 11 Client Types 12 Submitter Types 13 Diagnoses/Identifications Requested 14 Sample Categories 15 Sample State Origin 16 Methods Used 17 Part 2: Diagnoses and Identifications Ornamentals and Trees 18 Turf 30 Vegetables and Herbs 34 Fruits and Nuts 36 Field Crops, Pastures and Forage 38 Plant and Mushroom Identifications 39 Insect Identifications 40 Regulatory Concern 42 2 Clemson University Plant Problem Clinic, Nematode Assay Lab and Molecular Plant Pathogen Detection Lab Semi-Annual Report For 2013 (January-June) The Plant Problem Clinic serves the people of South Carolina as a multidisciplinary lab that provides diagnoses of plant diseases and identifications of weeds and insect pests of plants and structures. Plant pathogens, insect pests and weeds can significantly reduce plant growth and development. Household insects can infest our food and cause structural damage to our homes. The Plant Problem Clinic addresses these problems by providing identifications, followed by management recommendations. The Clinic also serves as an information resource for Clemson University Extension, teaching, regulatory and research personnel. As a part of the Department of Plant Industry in Regulatory Services, the Plant Problem Clinic also helps to detect and document new plant pests and diseases in South Carolina.
  • AXR1 Acts After Lateral Bud Formation to Inhibit Lateral Bud Growth in Arabidopsis

    AXR1 Acts After Lateral Bud Formation to Inhibit Lateral Bud Growth in Arabidopsis

    This is a repository copy of AXR1 acts after lateral bud formation to inhibit lateral bud growth in Arabidopsis. White Rose Research Online URL for this paper: https://eprints.whiterose.ac.uk/262/ Article: Stirnberg, P., Leyser, O. and Chatfield, S.P. (1999) AXR1 acts after lateral bud formation to inhibit lateral bud growth in Arabidopsis. Plant Physiology. pp. 839-847. ISSN 0032-0889 Reuse Items deposited in White Rose Research Online are protected by copyright, with all rights reserved unless indicated otherwise. They may be downloaded and/or printed for private study, or other acts as permitted by national copyright laws. The publisher or other rights holders may allow further reproduction and re-use of the full text version. This is indicated by the licence information on the White Rose Research Online record for the item. Takedown If you consider content in White Rose Research Online to be in breach of UK law, please notify us by emailing [email protected] including the URL of the record and the reason for the withdrawal request. [email protected] https://eprints.whiterose.ac.uk/ Plant Physiology, November 1999, Vol. 121, pp. 839–847, www.plantphysiol.org © 1999 American Society of Plant Physiologists AXR1 Acts after Lateral Bud Formation to Inhibit Lateral Bud Growth in Arabidopsis1 Petra Stirnberg, Steven P. Chatfield, and H.M. Ottoline Leyser* Department of Biology, University of York, P.O. Box 373, York YO10 5YW, United Kingdom Several mutants with altered auxin sensitivity have been The AXR1 gene of Arabidopsis is required for many auxin re- produced in Arabidopsis.
  • Foliar and Shoot Allometry of Pollarded Black Locust, Robinia Pseudoacacia L

    Foliar and Shoot Allometry of Pollarded Black Locust, Robinia Pseudoacacia L

    Agroforestry Systems (2006) 68:37–42 Ó Springer 2006 DOI 10.1007/s10457-006-0001-y -1 Foliar and shoot allometry of pollarded black locust, Robinia pseudoacacia L. D.M. Burner1,*, D.H. Pote1 and A. Ares2 1United States Department of Agriculture, Agricultural Research Service, Dale Bumpers Small Farms Research Center, 6883 South State Highway 23, Booneville, AR 72927, USA; 2Weyerhaeuser Company, 505 N. Pearl Street, Centralia, WA 98531, USA; *Author for correspondence (e-mail: [email protected]; phone: +1-479-675-3834; fax: +1-479-675-2940) Received 22 June 2004; accepted in revised form 17 January 2006 Key words: Allometric relationship, Foliar mass, Nonlinear analysis, Shoot diameter, Shoot mass Abstract Browse of multipurpose tree species such as black locust could be used to broaden grazing options, but the temporal distribution of foliage has not been adequately studied. Our objective was to determine effects of harvest date, P fertilization (0 and 600 kg haÀ1 yrÀ1), and pollard height (shoots clipped at 5-, 50-, and 100- cm above ground) on foliar and shoot allometry of black locust. The experiment was conducted on a naturally regenerated 2-yr-old black locust stand (15,000 trees haÀ1). Basal shoot diameter and foliar mass were measured monthly in June to October 2002 and 2003. Foliar and shoot dry mass (Y) was estimated from basal shoot diameter (D) by the function Y = aDb, with regression explaining ‡95% of variance. Allometry of foliar mass was affected by harvest date, increasing at a greater rate with D in September than in June or July, but not by P fertilization or pollard height.
  • The American Woods

    The American Woods

    TH E I A N W O O D S A M E R C , EXHIB ITED BY ACTUAL SPECIMENS AND WITH C PIO EXPLANAT RY TEXT O US O , ROM E Y N B H H B A OU G . , . RT IX PA . REPRES ENTI NG TWENTY - FIVE S PEC I ES TWENTY - F I VE S ETS OF S E TI O NS C . LOWVI L LE N Y . U A . s . , , . P U B LI SHED AN D SEC TI O NS PREPARED B Y THE AU THOR . Copy rig ht ninet B Y R O M E WE ED—P RSONS PRI NTING A CC . E L E C TR O TY P E R S A N D P R I N TE R S ALB ANY , N . Y . T O mcfl Q i nzhnt m . i ff 1 Qé ? , P M N F TU S . AR O G FORESTER U . DE T E T UL , A RIC RE , T I X A M E R I C A N W O O D P A R , S , DEDI ATED AS AN EXPRESSION OF HIGHE TE TEE IS C S S M. 743130 EF E T THE ERIE PR AC O S S. The necessity of more generally diffu sed information concerning the variety and importance of ou r forest trees is j u stifi c ati on enou gh for the n w n n appeara ce of this work, especially at this day, he the dema ds of n Forestry in this cou ntry are constantly more and more kee ly felt .
  • Patterns of Floral Bud Development in Canes of Erect and Trailing Blackberries

    Patterns of Floral Bud Development in Canes of Erect and Trailing Blackberries

    J. AMER. SOC. HORT. SCI. 128(1):3–7. 2003. Patterns of Floral Bud Development in Canes of Erect and Trailing Blackberries Fumiomi Takeda1 U.S. Department of Agriculture, Agricultural Research Service, Appalachian Fruit Research Station, 45 Wiltshire Road, Kearneysville, WV 25430 Bernadine C. Strik and Derek Peacock2 Department of Horticulture, 4017 Agriculture and Life Science Building, Oregon State University, Corvallis, OR 97331 John R. Clark Department of Horticulture, 316 Plant Science Building, University of Arkansas, Fayetteville, AR 72701 ADDITIONAL INDEX WORDS. floral primordia, floricane, inflorescence, microscopy, Rubus ABSTRACT. Flower bud development was studied in ‘Cherokee’, ‘Boysen’, and ‘Marion’ blackberries (Rubus subgenus Rubus Watson). In ‘Cherokee’ (erect type), the transition to reproductive development in buds on the branch canes occurred during September in Arkansas and Oregon. Transitions of buds in the axils of the most basal nodes (proximal to the main cane) and the most distal nodes lagged behind buds in the midsection (about nodes 6 to 10). Along the midsection of branch canes, the buds developed uniformly. In buds of ‘Boysen’ and ‘Marion’ (trailing type), the transition to reproductive development occurred in October and sepal primordia were observed in most buds examined by November. Progression of floral bud development continued into January, but at a slower rate than in autumn. Buds on the main canes (>3 m long) of ‘Boysen’ and ‘Marion’ remained at a more advanced stage of flower bud differentiation than buds on the basal branch canes. In both cultivars, buds from the middle one-third section, and sometimes buds from the bottom one-third section, tended to be more advanced than those buds in the top one-third section during much of the sampling period.
  • Axillary Bud Banks of Two Semiarid Perennial Grasses: Occurrence, Longevity, and Contribution to Population Persistence

    Axillary Bud Banks of Two Semiarid Perennial Grasses: Occurrence, Longevity, and Contribution to Population Persistence

    Oecologia (1997) 110:584±591 Ó Springer-Verlag 1997 J.R. Hendrickson á D.D. Briske Axillary bud banks of two semiarid perennial grasses: occurrence, longevity, and contribution to population persistence Received: 12 August 1996 / Accepted: 30 December 1996 Abstract The occurrence, longevity, and contribution of modifying population structure of these two species. Bud axillary bud banks to population maintenance were number per square meter for B. curtipendula was 25% investigated in a late-seral perennial grass, Bouteloua lower in the long-term grazed compared to the long-term curtipendula, and a mid-seral perennial grass, Hilaria ungrazed community based on a reduction in both tiller belangeri, in a semiarid oak-juniper savanna. Axillary number per plant and plant number per square meter. In buds of both species were evaluated over a 2-year period contrast, bud number per square meter for H. belangeri in communities with contrasting histories of grazing by was 190% greater in the long-term grazed than in the domestic herbivores. A double staining procedure uti- long-term ungrazed community based on a large increase lizing triphenyl tetrazolium chloride and Evan's blue in plant density per square meter. Minimal contributions indicated that both viable and dormant axillary buds of axillary bud banks to annual maintenance of tiller remained attached to the base of reproductive parental populations in this mid- and late-seral species under- tillers for 18±24 months which exceeded parental tiller scores the ecological importance of consistent tiller re- longevity by approximately 12 months. Bud longevity of cruitment from recently developed axillary buds.
  • Apical Dominance in Alstroemeria Cultured in Vitro

    Apical Dominance in Alstroemeria Cultured in Vitro

    Apical Dominance in Alstroemeria Cultured In Vitro P. Pumisutapon, R.G.F. Visser and G.-J. De Klerk Wageningen UR Plant Breeding PO Box 16, 6700 AA, Wageningen The Netherlands Keywords: axillary buds, rhizomes, bud outgrowth, decapitation, auxin Abstract Apical dominance in Alstroemeria is studied to develop an improved propagation protocol for this crop. Four types of explants were prepared: an intact rhizome with two intact shoots (+R+2S), an intact rhizome with two decapitated shoots (+R-2S), a decapitated rhizome with two intact shoots (-R+2S), and a decapitated rhizome with two decapitated shoots (-R-2S). The explants were cultivated on solid MS medium with 9 µM 6-benzylaminopurine (BAP). -R-2S explants showed the highest and +R+2S the lowest axillary-bud outgrowth. Outgrowth in -R+2S and +R-2S explants was intermediate. So, axillary buds are released by removal of the rhizome tip and by removal of the shoot tips. In both decapitated shoots and decapitated rhizomes, application of lanolin with 3- indolebutyric acid (IBA) to the cut end restored apical dominance. This indicates that both tips exert an effect via basipetally transported auxin. INTRODUCTION Alstroemeria plants consist of aerial shoots and a rhizome. Growth occurs sympodially: at each node, the apex of the horizontally growing rhizome changes direction of growth from horizontal to vertical, forms a shoot, and then stops growing. At the same time, the first axillary bud at the node grows out horizontally and continues as rhizome. Thus, the rhizome is composed of segments of axillary shoots. The second (next higher) axillary bud in a shoot may stay dormant or may develop into a lateral rhizome (Van Schaik, 1998).
  • Identifying Plant Tissues

    Identifying Plant Tissues

    + Identifying Plant Tissues Chapter 4 + Combining Cells to Form Tissues ! Plants grow as cells divide to produce new cells in areas of the plant called meristems. ! After new cells are produced, they specialize for certain functions, enlarging and changing their structure to match their function. ! Cells…..tissues…..tissue systems…..organs + Four Main Types of Tissue Systems ! Meristematic tissue system- contains cells that are actively dividing to produce new plant tissue ! Ground tissue system- contains tissues that make up the bulk of the plant ! Do photosynthesis ! Support ! Store food ! Repair damage + Four Types of Tissue Systems ! Vascular tissue system- conducts water, minerals, and sugars throughout plant ! Dermal tissue system- protect plant and prevents water loss from tissues + Meristematic Tissues ! Meristematic tissues are tissues where cells are actively multiplying to provide new cells for plant growth. ! permanent regions of active cell division ! all purpose cells ! can become any type of plant cell ! small, box-shaped, small vacuoles + Meristematic Tissues ! As the cells enlarge, they begin to differentiate, becoming specialized for a certain function. ! Two plant organ systems- ! Shoot system- above ground, supports leaves, flower, and fruits ! Root system- underground, absorbs water and minerals + Meristematic Tissues ! Four types of meristems ! Apical meristems ! Axillary buds ! Lateral meristems ! Intercalary meristems + Meristematic Tissue - Apical ! Apical Meristems - Found at the tips of roots and shoots. Plants get taller, and roots get longer, from their tips. ! Increase in length as the apical meristems produce new cells (primary growth) ! Divide to produce new cells, which elongate, making roots get longer and shoots get taller. ! Primary Meristems ! Protoderm ! Ground Meristem ! Procambium + Meristematic Tissue – Apical ! Once cells elongate and differentiate into a particular cell type, they usually can’t divide any more due to their rigid cell walls.
  • Plant Problem Clinic Annual Report for 2017 Introduction to the 2017 Annual Report

    Plant Problem Clinic Annual Report for 2017 Introduction to the 2017 Annual Report

    Plant Problem Clinic Annual Report for 2017 Introduction to the 2017 Annual Report As of February 1, 2018, the Clemson University Plant Problem Clinic changed its name to The Plant and Pest Diagnostic Clinic (PPDC). The PPDC, the Molecular Plant Pathogen Detection Lab (MPPD) and the Commercial Turf Clinic are housed in the Department of Plant Industry, while the Nematode Assay Lab, with whom we have a contract, is in the Department of Plant and Environmental Sciences. Despite the name change, our primary mission has not changed. The Clinic serves the people of South Carolina as a multidisciplinary lab that provides diagnoses of plant diseases and identifications of weeds and insect pests of plants and structures. Solutions for these problems are provided through management recommendations. As a part of the Department of Plant Industry in Regulatory Services, the PPDC also helps to detect and document new plant diseases and pests in South Carolina and serves as an information resource for Clemson University Extension, teaching, regulatory and research personnel. We were lucky to retain the part-time assistance of Madeline Dowling who prepared many of the tables for Host/Diagnosis by Crop for this report. We also hired Martha Froelich, another graduate student in Plant Pathology, who also assists with diagnostics and other aspects of lab management. Both have been extremely helpful. In 2017, the Plant Problem Clinic received 1215 samples and 27 people from eight disciplinary areas assisted by identifying diseases, insects or plants or by providing management recommendations. Appreciation is expressed to all faculty, students and staff that contributed their time and effort, enhancing the success of the Plant and Pest Diagnostic Clinic.
  • Leaf Blades on Magnolia Floral Buds

    Leaf Blades on Magnolia Floral Buds

    Leaf blades on magnolia floral buds by John D. Freeman and floral buds are entirely enclosed and protected by a pair of leaf parts, Occasional development of a leaf the stipules, which may be much larger blade near the apex of a Magnolia in the case of floral buds than in either flower bud has probably been observed typical Magnolia leaves or vegetative by many who collect, study, and grow buds. Paired stipules are sometimes these plants. Discovery of an example apparently fused into one unit (as in of this anomaly on a branch of t)f. Magnolia) or may be present as macrophylla collected by Harold separate valve-like structures (as in Hopkins and me at Oak Hill, AL, in Liriodendron). Since the outermost May 1985 (see photographs) led to flower parts are enclosed by stipules in development of this note at his Magnolia buds, the outer perianth suggestion. segments are not primarily protective. The botanical nature of the When little distinction exists among structure(s) enclosing Magnolia buds, perianth segments except the relative both vegetative and floral, is somewhat positions, they are typically called unusual. In most plants the scales tepals rather than sepals and petals. covering vegetative buds represent Abscission scars from stipules produce leaves that are reduced in size and the rings that encircle young twigs in specialized to protect bud contents, but members of Magnoliaceae. If one not in Magnolia. The outer portions of tends to think of bud scales of floral buds in most species consist of Magnolia in terms of function instead perianth segments (actual flower parts) of origin, this can lead to the erroneous known as sepals, but not in Magnolia.
  • COMMON Plants Longleaf PINE

    COMMON Plants Longleaf PINE

    COMMON PlANTS OF lONGlEAF PINE - BlUE STEM RANGE Harold E. Grelen Vinson L. Duvall In preparing this handbook, the authors have received substantial assistance from predecessors and colleagues. Much of the information is from the Forest Service's "Field Book of Forage Plants on Longleaf Pine-Biuestem Ranges," by 0. Gordon Langdon, the late Miriam L. Bomhard, and John T. Cassady ( 1952). Charles Feddema, Lowell K. Halls, J. B. Hilmon, and Alfred W. Johnson, U. S. Forest Service, and Thomas N. Shiflet, U. S. Soil Conservation Service, reviewed the manu­ script and made important suggestions regarding content and organiza­ tion. Phil D. Goodrum, Bureau of Sport Fisheries and Wildlife, U. S. Fish and Wildlife Service, supplied much information on values of range plants to wildlife. Jane Roller, Forest Service, prepared illustrated keys as well as many technical descriptions and drawings. Most other drawings were by the late Leta Hughey, Forest Service, and the senior author; several are from other U.S. Department of Agriculture publica­ tions. U. S. FOREST SERVICE RESEARCH PAPER S0-23 COMMON PLANTS OF LONGLEAF PINE·BLUESTEM RANGE Harold E. Grelen V-inson L. Duvall SOUTHERN FO!;<.EST EXPERIMENT STAT ION Thomas, c·. Nelson, Director FOREST SERVICE U.S. DEPARTMENT OF AGRICULTURE 1966 Contents The type 1 Grasses 3 Bluestems 3 Panicums 13 Paspalums 21 Miscellaneous grasses 25 Grasslike plants 37 Forbs . 47 Legumes 47 Composites 59 Miscellaneous forbs 74 Shrubs and woody vines 78 Bibliography 90 Glossary . 91 Index of plant names 94 COMMON PLANTS OF LONGLEAF PINE· BLUEST EM RANGE This publication describes many grasses, salient taxonomic features of species mention­ grasslike plants, forbs, and shrubs that inhabit ed briefly as well as of those described fully.