‘Mission statement’ werkbezoek staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu aan Brazilië, 31 maart t/m 3 april 2014. 1

Na drie succesvolle ministeriële missies naar Brazilië in 2009, 2011 en 2012 en deelname van staatssecretaris Atsma aan de Rio+20 conferentie over duurzaamheid in juni 2012, wordt ditmaal door staatssecretaris Mansveld een bezoek gebracht aan Brazilië van 31 maart t/m 3 april a.s. Naast een bezoek aan de federale hoofdstad Brasília, wordt ook een bezoek gebracht aan São Paulo.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu voegt hiermee een nieuw hoofdstuk toe aan de reeds intensieve samenwerkingsrelatie met dit land; waar eerdere bezoeken vooral gericht waren op havenontwikkeling, transport en logistiek (w.o. binnenvaart), scheepsbouw en stedelijke mobiliteit/ITS, is de focus thans gericht op duurzaam milieubeleid en luchtvaart.

Hoofddoelstelling van het werkbezoek is allereerst het delen van kennis en ervaring op het gebied van klimaat en energie, circulaire economie en de gezonde stad. Bijzondere aandacht zal daarbij uitgaan naar de positie van Brazilië bij de mondiale klimaatonderhandelingen, alsmede de activiteiten van Brazilië waar het gaat om energie efficiency, productie van biobrandstoffen en biomassa, alsook afvalmanagement. Ten tweede zullen de belangen van de luchtvaartsector, zowel van deelnemende bedrijven als kennisinstellingen, naar voren worden gebracht.

Brazilië is een land met een grote en groeiende economie. In mondiale onderhandelingen speelt het land steeds vaker een belangrijke rol. Brazilië bevindt zich thans in een transitie fase, niet alleen op de traditionele sectoren, maar ook op nieuwe sectoren zoals biobrandstoffen en biobased economy. Daarnaast is Brazilië interessant voor economische samenwerking. Niet alleen voor export van kennis vanuit Nederland op het terrein van waterwerken, adaptatie, energiebesparing, hernieuwbare energie, maar ook om kennis en ervaring vanuit Brazilië naar Nederland te halen. Samenwerking met Brazilië met betrekking tot duurzame biobrandstoffen is van groot belang, omdat Brazilië veel mogelijkheden heeft op het gebied van grondstoffen en veel kennis en ervaring heeft met het produceren van biobrandstoffen.

Afgeleide doelstelling is het verstevigen van de bilaterale betrekkingen met verschillende partners bij de Braziliaanse overheid in Brasília. Zo zullen ontmoetingen plaatsvinden met de ministers van Milieu en Luchtvaart, alsmede de vice-minister van Mining & Energy. Bij het ministerie van Science en Technologie wordt een intentieverklaring getekend voor samenwerking tussen het KNMI en de Braziliaanse counterparts inzake klimaat en weer. Tenslotte wordt bij Itamaraty (het ministerie van Buitenlandse Zaken) wordt in het bijzijn van KLM, Schiphol, Sky Energy en TU Delft het MoU ‘Bio-Energie Samenwerking’ tussen Nederland en Brazilië verlengd met het doel de samenwerking tussen Nederland en Brazilië op het gebied van biobrandstoffen, met name voor de luchtvaart, te versterken.

Ook zal een informele gedachtewisseling plaatsvinden met een aantal NGO’s over de belangrijkste Braziliaanse uitdagingen op het gebied van milieu en klimaat en over de stand van zaken rond ontbossing en duurzaamheid.

In São Paulo zullen twee seminars plaatsvinden: ‘Dutch Experience in Urban Mobility, sustainable and innovative ideas and ITS’ en ‘Soil Remediation and Ground Water Standards’.

Tijdens een bezoek aan het gerenomeerde ‘Instituto de Pesquisas Technologicas/IPT’ zal gekeken worden naar de mogelijkheden voor samenwerking op het terrein van innovatie tussen overheid en bedrijfsleven (m.n. gericht op klimaat en energie).

Tot slot wordt een bezoek gebracht aan de Intermodal South America 2014 een jaarlijks terugkerende beurs gericht op internationale handel, logistiek, transport en vracht, alwaar in de ‘Holland Stand’ een netwerkreceptie zal plaatsvinden.

En marge van het bezoek zal in Belém (deelstaat Pará) een seminar worden gehouden over de ontwikkeling van de binnenvaart: ‘The Central-North Corridor’.

DGMI/DI/CvH, maart 2014

versie 8 januari 2018

Maandag 31 maart, Brasília

Politieke gesprekken, thema’s; Klimaat, Energie, Luchtvaart Alle locaties liggen dicht bij elkaar, deels op loopafstand.

08.30 uur Ontbijt

Overleg met Den Haag

10.00 uur Informele briefing met delegatie

10.45 uur Vervoer naar Casa Civil (Algemene Zaken)

11.00 uur Gesprek met Minister van Casa Civil (Algemene Zaken), Aloizio Mercadante

Status: aangevraagd nog niet bevestigd

Dit gesprek is op verzoek van Schiphol.

Onderwerp: privatisering luchthavens

Aanwezig, voorstel aan u: - Chef de Poste (Ambassadeur) Kees Rade - DG Lidewijde Ongering - Directeur 10.2.e - Schiphol - KLM - LvNL - NACO Politiek adviseur en woordvoerder wachten buiten de zaal

11.45 uur Vervoer naar residentie Ambassadeur

12.00 uur Informele lunch met luchtvaartdelegatie (voorbereiding gesprek bij SAC)

Aanwezig: - gehele officiële delegatie - onderstaande luchtvaartbedrijven/instellingen - 10.2.e /EZ

Luchtvaartbedrijven/kennisinstellingen: 1. KLM, Camiel Eurlings en 10.2.e 2. Schiphol, Jos Nijhuis 3. LvNL, 10.2.e 4. Sky Energy, 10.2.e 5. TU DELFT/Technische Natuurwetenschappen prof Luuk van der Wielen 6. TU DELFT/Lucht-en Ruimtevaarttechniek, prof Hesther Bijl en 10.2.e 7. NACO, Rik Krabbendam en Vic Prins 8. NLR, 10.2.e en 10.2.e 9. Vanderlande, 10.2.e 10. Netherlands Aerospace Group (NAG ), 10.2.e en 10.2.e 10.2.e

2

versie 8 januari 2018

13.30 uur Vervoer naar Ministerie van Mining en Energie

13.45 uur Gesprek met vice-minister Márcio Pereira Zimmermann, Mining and Energy

Status: aangevraagd nog niet bevestigd

Onderwerpen biofuels (ook luchtvaart), biomassa en waste to energy en klimaat/energie.

Actieve rol ook voor Ron Wit en CEO KLM (biofuels).

Aanwezig, voorstel aan u: - CdP - DG Lidewijde Ongering - Directeur 10.2.e - 10.2.e ENECO - Schiphol - KLM - Sky Energy - TU Delft (Fac. Technische Natuurwetenschappen) PA en woordvoerder wachten buiten de zaal

14.45 uur Aansluitend korte tekensessie voor verlenging MoU biofuels bij Itamaraty (naam ministerie Buitenlandse Zaken)

Dit is belangrijk voor onze samenwerking en ook luchtvaart wordt opgenomen.

Aanwezig, voorstel aan u: - CdP - DG Lidewijde Ongering - Directeur 10.2.e - 10.2.e ENECO - Schiphol - KLM - Sky Energy - TU Delft (Fac. Technische Natuurwetenschappen) PA en woordvoerder wachten buiten de zaal

15.00 uur Vrije tijd voor de stad (eventueel city tour Brasilìa)

17.45 uur Vervoer naar luchthaven

18.30 uur Rondleiding luchthaven Brasilìa met VanderLande bagageafhandelingssystemen

Dit is optioneel, niet noodzakelijk en kan ook korter.

Aanwezig, maar u kunt aangeven of u dit met een kleiner gezelschap wilt. Bijvoorbeeld in twee groepen; kleine groep met u (model Tesla) - CdP - plvCdP - gehele officiele delegatie - alle luchtvaartbedrijven/universiteiten + 10.2.e /EZ 27 personen

3

versie 8 januari 2018

Dinsdag 1 april, Brasília

Thema: milieu + klimaat

08.30 uur Ontbijt

09.00 uur Contact met Den Haag

09.45 uur Vervoer naar Secretariaat van Civiele Luchtvaart (SAC)

10.00 uur Gesprek met minister Wellington Moreira Franco, Luchtvaart

Status: bevestigd

Actieve rol voor KLM, Schiphol en NACO.

Gespreksonderwerpen: o.a. samenwerking onder MoU Luchtvaart, luchthavenontwikkeling, aandacht voor ontwikkeling biobrandstoffen voor de luchtvaart

Aanwezig, voorstel aan u: - plvCdP - Directeur Luchtvaart - Schiphol - KLM - LvNL - NACO - NLR - TU Delft (Fac. Lucht- en Ruimtevaarttechniek) PA en woordvoerder wachten buiten de zaal.

11.00 uur Vertrek naar Ministerie van Milieu

11.15 uur Gesprek met minister Izabella Mônica Vieira Teixeira (milieu)

Status: bevestigd

Gespreksonderwerpen: Focus op klimaat, energie efficiency/CO2 emissies, afvalmanagement

Actieve rol voor 10.2.e

Aanwezig: - Plv.CdP - Lidewijde Ongering, dgB - 10.2.e , KLG - 10.2.e ENECO PA en woordvoerder wachten buiten de zaal.

12.00 uur Vertrek naar het Reserva Ecológica do IBGE (Brazilian Institute of Geography and Statistics)

12.30 uur Informele bezoek aan Reserva Ecológica do IBGE (Brazilian Institute of Geography and Statistics)

Rondleiding met uitleg over Cerrado (savanne-achtig gebied in het centrale westen van Brazilië)

5

versie 8 januari 2018

Optioneel: maar nuttig om u door NGO’s te laten informeren. Deze ontmoeting zal ook in NL goed ontvangen worden.

Aanwezige delegatie: - plvCdP - Lidewijde Ongering, dgB - 10.2.e , KLG - 10.2.e - Karin van Rooijen, woordvoerder - 10.2.e , ENECO - 10.2.e /EZ

14.30 uur Vervoer naar Ministerie Wetenschap, Tecnologie en Innovatie (MCTI)

15.00 uur Korte ondertekeningssessie met minister Innovatie Clélio Campolina t.b.v. KNMI-samenwerking.

Deze minister is een belangrijk contact voor veel NL kennisinstellingen en bedrijven. Ook vanuit EZ en OCW een verzoek om hem kort te ontmoeten voor ondertekening. (mooie deliverable)

Status: nog niet bevestigd

Aanwezig: - Plv. CdP - Lidewijde Ongering, dgB - 10.2.e , KLG - 10.2.e , ENECO - 10.2.e , EZ - Karin van Rooijen, woordvoering PA wacht buiten de zaal

15.30 uur Korte wandeling door Brasilìa

Vervoer naar Nationaal Wateragentschap (ANA)

16.00 uur Korte ondertekeningssessie bij Wateragentschap voor MoU.

(Start samenwerkingsprojecten met ANA, Wereld Bank en Inter- Amerikaans Instituut voor Landbouwcoöperatie)

+ een rondleiding met bezichtiging waterstroom modellen van de Amazone.

Korte speech bijgevoegd

Onderbouwing/advies: 11.1

Aanwezig: - Plv.CdP - Lidewijde Ongering, dgB 6

versie 8 januari 2018

- Deltares, 10.2.e - RWS, 10.2.e

16.45 uur Vertrek naar de luchthaven met ambtelijke delegatie

18.10 uur Vertrek naar São Paulo, vluchtnummer G3 1419 (geen business class aanwezig)

19.40 uur Aankomst São Paulo (Congonhas)

20.00 uur Vervoer naar het hotel

20.45 uur Aankomst en incheck hotel Meliá Paulista Suggestie: diner in het hotel, of in restaurant op loopafstand

7

versie 8 januari 2018

- Lidewijde Ongering, dgB - 10.2.e , directeur Internationaal - 10.2.e , KLG - 10.2.e , ENECO - 10.2.e - Karin van Rooijen, woordvoerder - En: kennisinstellingen, universiteiten, TNO, RIVM, Ecosystems, KWT, Prime Water.

14.00 uur FIESP/CETESB/RIVM seminar Soil Remediation and Ground Water Standards (Het seminar is een afsluiting van een tweedaagse training)

Opening/speech door u.

Aanwezigen: - CdP/CG/plvCdP - Lidewijde Ongering, dgB - 10.2.e directeur Internationaal - 10.2.e , KLG - 10.2.e ENECO - 10.2.e - Karin van Rooijen, woordvoerder - 10.2.e , EZ En: kennisinstellingen, universiteiten,TNO, RIVM, Ecosystems, KWT, Prime Water

14.30 uur Vrij te besteden tijd in São Paulo

16.30 uur Vertrek naar Intermodal beurs (Holland Stand)

17.45 uur Ontvangst door CEO van de Intermodal beurs

18.00 uur Netwerkevent/officiële receptie (geen toespraak) Bezoek aan de Intermodalbeurs. Ontmoeting met Nederlandse bedrijven en Curacao in de Holland Stand

Optioneel/suggestie: persmoment

Aanwezigen: - CdP/CG/plvCdP - Lidewijde Ongering, dgB - 10.2.e , directeur Internationaal - 10.2.e , KLG - 10.2.e ENECO - 10.2.e - Karin van Rooijen, woordvoerder - NL deelnemers Holland Stand, Curacao del. En: kennisinstellingen, universiteiten,TNO, RIVM, Ecosystems, KWT, Prime Water

19.30 uur Vervoer naar hotel, eventueel informeel diner met uw delegatie

9

versie 8 januari 2018

Donderdag 3 april São Paulo

Thema: healty cities, milieu

08.00 uur Ontbijt en uitchecken

08.30 uur Contact met Den Haag

09.00uur Exclusief interview met journalist Daniela Chiaretti – Environment Correspondent Valor Econômico (gerenommeerd financieel economisch dagblad in São Paulo)

Onderwerp: circilaire economie, kansen recycling/NL afvalwsector in Brazilië en mondiaal klimaatbeleid

Aanwezig: - CdP/CG/plvCdP - Karin van Rooijen, woordvoerder - 10.2.e

Locatie: in het hotel

09.30 uur Vervoer naar Voetbal Museum

10.00 uur Opening Seminar Dutch experience in urban mobility, sustainable and innovative ideas and intelligent transportation systems (met speelsteden Nederlands elftal)

Openingsspeech door u

Aanwezigen: - CdP/CG/plvCdP - Lidewijde Ongering, dgB - 10.2.e , directeur Internationaal - 10.2.e , KLG - 10.2.e ENECO - 10.2.e - Karin van Rooijen, woordvoerder - 10.2.e , EZ

11.00 uur Vrij te besteden tijd

13.00 uur Transport naar Residentie CG

13.30 uur Afsluitende informele lunch met Nederlandse en Braziliaanse vertegenwoordigers van NGO’s; O.a.: Life Institute, International Union for Conservation of Nature (IUCN) en Natural Resources en CEO’s van Nederlandse bedrijven in Brazilië.

Gespreksonderwerpen: sustainable sourcing, biodiversity & business

Aanwezigen: - CdP/CG/plvCdP - Lidewijde Ongering, dgB - 10.2.e , directeur Internationaal - 10.2.e , directeur Luchtvaart - 10.2.e , KLG 10

versie 8 januari 2018

- 10.2.e , ENECO - 10.2.e - Karin van Rooijen, woordvoerder - 10.2.e , EZ - kennisinstellingen, universiteiten (TNO, RIVM, Ecosystems, KWT, Prime Water)

15.00 uur Opfrissen

15.30 uur Vertrek naar de luchthaven

19.15 uur Vertrek met rechtstreekse KLM vlucht KL792

Vrijdag 4 april 11.50 uur Aankomst op Schiphol

11

Dinsdag 1 april 2014, Belém 4. 09:00 – 09:45 uur

Opening “1rst International Brazil – Netherlands

Seminar Central-North Corridor”

Setting: Het seminar vindt plaats in het gebouw van de Federatie van Industriëlen van Pará (FIEPA) en wordt georganiseerd door de NL ambassade in samenwerking met het syndicaat van ondernemers in de binnenvaart Pará (SINDARPA) en het agentschap voor de ontwikkeling van de Corridor Noord (ADECON). Aan het seminar wordt deelgenomen door vertegenwoordigers van het federale ministerie van Transport (MoT), het agentschap voor de binnenvaart (ANTAQ), het secretariaat van Havens (SEP) en het nationaal departement voor infrastructuur en transport (DNIT). Aan het programma wordt inhoudelijk bijgedragen door: Arcadis, MARIN, Green Award, TNO, Panteia, Van Oord en ASA Navegatins (een Nlse binnenvaartondernemer in Pará.

Doel: Versterken van de bestaande bilaterale samenwerking op het gebied van havenontwikkeling, maritiem transport en logistiek (w.o. binnenvaart) zowel op federaal niveau (met MoT, ANTAQ, SEP en DNIT), als op deelstaat niveau met Pará.

U laat zich informeren over de uitkomst van een door Arcadis logos in opdracht van MoT opgesteld Masterplan voor de Binnenvaart (PHE)

Verkennen samenwerkingsmogelijkheden NL en BRA voor ontwikkeling van de ‘Central-North Corridor’;

Matchmaking deelnemende NL en BRA bedrijven.

Aanwezigen: In totaal worden circa 100 seminardeelnemers verwacht. Speech: Voor u is door DCO een Engelstalige speech voorbereid.

Achtergrond Met MoT, ANTAQ en SEP bestaat sinds 2009 een intensieve samenwerking onder het MoU havens, maritiem transport en logistiek uit 2008 (vernieuwd door minister Schultz tijdens haar bezoek aan Brazilië in april 2012). Aan de samenwerking is inhoud gegeven middels een 2g@thereprogramma van EZ. Onder dit programma: 1. Hebben Amports en NEA (thans Panteia) samengewerkt met het ministerie van Transport (MoT) en ANTAQ (boardroom consultancy) bij het opzetten van een Strategisch Binnenvaart Plan (PHE) door Arcadis. Tijdens het seminar in Belém zal Arcadis hierover een presentatie geven. 2. Heeft het Havenbedrijf Rotterdam samengewerkt met het Secretariaat van Havens (SEP) (boardroom consultancy) bij het opzetten van een Nationaal Havenplan (PNLP) voor Brazilië door de Universiteit van Santa Catharina. Inmiddels is het Havenbedrijf Rotterdam samen met een aantal andere partners actief betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe haven van Espírito Santo (Porto Central).

Na afloop hiervan is de samenwerking in 2012 voortgezet met gebruik van een nieuwe faciliteit: ‘Partners for International Business/PIB’ (zie bijlage). Bij het PIB ‘Multi- en Synchromodale Corridors in Brazilië’ zijn betrokken: Panteia,TNO, STC, EICB en Connekt. In het kader van de PIB wordt t.b.v. MoT en ANTAQ een studie gedaan naar drie corridors w.o. de Central-North Corridor.

Seminar (doel/inhoud)

Verkennen Business case verbetering infrastructuur Central-North Corridor

- De Central-North Corridor (CNC) is de logistieke schakel tussen de belangrijke in het binnenland gelegen landbouwdeelstaat Mato Grosso met de (zee)havens in de aan de monding van de Amazone gelegen deelstaat Pará. - Door onderontwikkeling van de CNC-infrastructuur wordt de landbouwproductie van Mato Grosso nu nog goeddeels over de weg vervoert naar de haven van Santós (deelstaat São Paulo) in het zuiden. Zorgt voor hogere (vervoers)kosten door: o Beperkte mogelijkheden multimodaal transport door gebrek aan rivieren; o Aanzienlijk langere afstand en slechte kwaliteit wegennet; o Congestie (overbelaste) haven van Santós. - Daarnaast biedt de CNC de volgende voordelen t.o.v. de route via Santós: o Ligging nabij Panamakanaal zorgt voor sterke inkorting reistijd naar China. o Draagt bij aan economische ontwikkeling relatief arme deelstaat Pará. Huidige productie Pará m.n. op gebied van agrofood. - Voor de regio Pará zijn grote overheidsinvesteringen voorzien. Voor de periode tot en met 2016 gaat het om een infrastructuurpakket van 22 miljard R$ (ca. 6,9 miljard euro) als onderdeel van een breder (federaal overheidsinvesteringspakket van 130,6 miljard R$ (ca. 40,7 miljard euro). 1,2 miljard R$ (380 miljoen euro) is gereserveerd voor havenverbetering. - Verwachte infrastructurele werken ter verbetering CNC zijn onder meer: o Uitbreiding capaciteit havens Pará: Vila do Conde, Belém, Santarém. Bouw 4e haven bij Curuçá/Espadarte. o Verbetering bevaarbaarheid rivieren tussen Mato Grosso en Pará. o Noord-zuidtreinverbinding van Barcarena (Pará) naar Estrela d’Oeste (2.700 km): verbindt spoorsystemen in noord en zuid met elkaar en met de bevaarbare vertakkingen van de Amazone. o Spoorverbinding van Cuiabá (Mato Grosso) naar Santarém (Pará): verbindt Mato Grosso met binnenvaarthaven Itaituba waardoor 300 km wegtransport kan worden ingevuld middels binnenvaart.

NL en de Central-North Corridor - Kansen NL bedrijfsleven inzake ontwikkeling Central-North Corridor o Scheepsbouw (baggerschepen, ferryboten, binnenvaartschepen, onderdelen); o Baggerwerkzaamheden havens en binnenvaartroutes; o Haven- en terminalbeheer en administratie; o Staatssecretariaat van Industrie, Handel en Mijnbouw is bereid om de haven van Rotterdam te promoten als bestemming voor de groeiende vracht van de haven van Vila do Conde.

Seminar Multi- and Synchromodaal Transport, 1 april 2014 te Belém 5.

Uitgenodigde bedrijven:

1. Panteia,10.2.e ; 2. 10.2.e ; 3. Connekt, 10.2.e ; 4. TNO, 10.2.e ; 5. Arcadis, 10.2.e ; 6. VEKA,10.2.e ; 7. Damen, 10.2.e ; 8. Van Oord, 10.2.e ; 9. Boskalis, 10.2.e ; 10. IHC, 10.2.e ; 10.2.e ; 11. Zeeland Seaports, 10.2.e ; 12. Haven van Amsterdam,10.2.e ;

13. HITT,10.2.e ; 14. MARIN, 10.2.e ; 15. ASA Navegatins, 10.2.e ;

16. Elbert BV, 10.2.e ; 17. Green Award Foundation 10.2.e ; 18. Interbulk, 10.2.e ; 19. Pintsch Aben, 10.2.e ; 20. Verbrugge, 10.2.e ; 21. Ter Haak, 10.2.e ; 22. Dockwise,10.2.e ; 23. Alewijnse, 10.2.e ; REGIONALE SCOPING STUDIE PARÁ 6. 1. Politiek-bestuurlijke omgeving Pará

De deelstaat Pará, met hoofdstad Belém, ligt in het oosten van de noordelijke regio van Brazilië en grenst aan Suriname en Guyana in het noordwesten, de Atlantische oceaan in het noordoosten en de Braziliaanse deelstaten Amapá, Maranhão, Tocantins, Mato Grosso, Amazonas en Roraima. Met een oppervlakte van 1.247.689,515 km2 is het de op één na grootste deelstaat en telt rond 7,6 miljoen inwoners.

De belangrijkste lokale bestuurders zijn de gouverneur Simão Robinson Oliveira Jatene (PSDB) en vicegouverneur Helenilson Cunha Pontes (PPS) en de burgemeester van Belém Zenaldo Rodrigues Coutinho Junior (PSDB).1 Omdat de landelijke politiek beheerst wordt door de arbeiderspartij (PT), is het lastiger voor deze deelstaat steun te vinden bij de federale overheid.

Door de ligging van Pará en de moeilijke bereikbaarheid is ontwikkeling pas later op gang gekomen. Met een HDI van 0,723 staat Pará op de 17de plaats van de 27 deelstaten.2

Het beleid van de deelstaat overheid richt zich op het verminderen van armoede, het verhogen van de productiviteit en het verbeteren van de economie. Het bevordert sterk binnenlandse en buitenlandse investeringen. Het alom gebezigde buzzword is “verticalização” (gericht op de creatie van toegevoegde waarde). Verschillende sociale programma’s worden ingezet, zoals Programa Habitar Melhor (Programma Beter Wonen), Programa Minha Casa, Minha Vida (Programma Mijn Huis, Mijn Leven) en Luz para Todos (Licht voor Iedereen).

Pará staat op de 17de plaats wat betreft het algemene bestuursbeleid.3 Het scoort goed als het gaat om politieke stabiliteit, duurzaamheid, alsmede het bevorderen van investeringen en aantrekken van buitenlands kapitaal. Het scoort echter slecht als het gaat om corruptie, bureaucratie en distributie van inkomen. Ook is er gebrek aan gekwalificeerd personeel en scoort het laag op innovatie. Pará staat op de 22ste plaats als het gaat om transparantie.4 Enkele misstanden zijn vrouwenhandel (vooral naar Suriname en Frans Guinea), gedwongen prostitutie, kinderarbeid en slechte werkomstandigheden in grote bouwwerken (mijnbouw, waterkrachtscentrale Belo Monte).

Een van de grootste uitdagingen is het terugdringen van de ontbossing, voornamelijk veroorzaakt door de illegale houtkap. Van het totale oppervlakte van 125 miljoen ha is 82 wettelijk beschermd, wordt 27 miljoen ha gebruikt voor landbouw en veeteelt en de is rest in meer of mindere mate onderhevig aan degradatie. Bewust van deze problematiek, voert de deelstaatoverheid een actief beleid door 25 jaar lange concessies voor landgebruik aan bedrijven te verlenen voor de productie van duurzaam hout.

2. Economie en investeringen in Pará

Van de 27 Braziliaanse deelstaten neemt Pará de 13de positie in qua omvang van de economie. In 2010 was het BNP R$ 77,8 miljard (2,1% van de totale Braziliaanse BNP) en het BNP per capita was R$ 10.259,20. Agrobusines maakte 6,6% uit van het BNP van de deelstaat, industrie is goed voor 41% en de dienstensector 52%.5 In De jaarlijkse groei van het BNP van Para lag sinds 2002, gemiddeld op 4,6%; iets hoger dan de gemiddelde Braziliaanse

1www.pa.gov.br. 2http://www.ipeadata.gov.br/. 3http://veja.abril.com.br/multimidia/infograficos/ranking-de-gestao-dos-estados-brasileiros. 4www.veja.abril.com.br/multimidia/infograficos/ranking-da-transparencia. 5Contas regionais do Brasil. IBGE, 2010.

1 groei van 4% over dezelfde periode. De officiële cijfers van de deelstaatoverheid schatten tot 2016 een gemiddelde jaarlijkse groei van 4%, maar in werkelijkheid zal de groei naar verwachting beduidend hoger uitvallen.

Cijfers van IBGE geven voorts aan dat in 2009 rond 42% van de bevolking van Pará leefde van 1 minimum salaris (R$ 465,00), 29% tussen 1 en 2, 20% meer dan 2 minimum salarissen ontving en 7% geen inkomsten had (tabel 4.8).6

Rijk in natuurlijke hulpbronnen draait de economie van Pará voornamelijk rond de extractie van mineralen (o.a. ijzererts, bauxiet en goud), landbouw, veeteelt, hout en toerisme. Uit de handelscijfers blijkt dat Pará exportoverschot heeft: slechts U$ 1,3 miljard (9%) import tegen in totaal US$ 14,8 miljard export in 2012. De belangrijkste afzetmarkten zijn: China (US$ 4,9 miljard), Japan (US$ 1,4 miljard), Verenigde Staten (US$ 888 miljoen), Duitsland (US$ 874 miljoen).7 In 2012 was Pará de 9de exporterende deelstaat naar Nederland, met 2,9% (rond U$ 423 miljoen) van de totale Braziliaanse export naar ons land (rond U$ 15 miljard)8. De belangrijkste exportproducten in 2012 waren ijzererts (30% van de totale export), aluminium (17%), chemische houtpulp, soda of sulfaat (16%), palmolie (13%), ijzernikkel (10%), soja (5%) en hout (5%).

Brazilië importeerde uit Nederland voor US$ 3,1 miljard in 2012. De export van Pará naar Nederland is beperkt. Met US$ 11 miljoen in 2012 staat Pará op 19e plaats van alle Braziliaanse deelstaten. De belangrijkste geïmporteerde producten zijn steenkool (53%), acrylpolymeren in primaire vorm (12%) en baggerschepen (1,5%).

Wat betreft de verwachte investeringen is de groei enorm, voornamelijk afkomstig van de federale overheid. Terwijl de investeringen in de periode 2009 – 2012 rond de R$ 80 miljard lagen, voorziet men tot 2016 een totale investering van rond R$ 130,6 miljard. Deze worden ingezet voor mijnbouw (R$ 53 miljard), energieopwekking (R$ 30 miljard), verwerking van mineralen (R$ 22 miljard), infrastructuur (R$ 22 miljard), agro-industrie (R$ 2 miljard), overige industrieën (R$ 1 miljard) en RD&I (591 miljoen).9 Daarnaast zijn verwachte investeringen voor de sector toerisme rond R$ 30 miljoen in 201310.

Een belangrijk infrastructureel project is de aanleg van de noord-zuid treinverbinding van Barcarena/PA naar Estrela d´Oeste/SP (2.700 km). Dit project zorgt voor de verbinding van het zuid en zuidoost netwerk met het noordelijke spoorsysteem en met de bevaarbare waterwegen van de Amazone. De nieuwe spoorverbinding tussen Cuiabá en Santarem zal het transport van granen uit Mato Grosso naar de waterweg Juruena-Tapajós mogelijk maken.

Pará telt drie belangrijke havens: Vila do Conde, Belém en Santarém. De federale overheid investeert tot 2016 in totaal R$ 1,2 miljard om de capaciteit van deze havens uit te breiden. In 2011 verwerkte de Vila do Conde haven 16,6 miljoen ton, goed voor 5,4% van de totale overslag van de havens van Brazilië.11 De belangrijkste goederen zijn ijzererts, bauxiet, aluminium, houtskool, olie en hout. Het Nationale

6Síntese de indicadores sociais: uma análise das condições de vida da população brasileira. IBGE, 2010. 7http://www.desenvolvimento.gov.br/sitio/interna/interna.php?area=5&menu=1078&refr=1076. 8 http://seicom.pa.gov.br/. 9 Informatie van het Deelstaatsecretariaat van Industrie, Handel en Mijnbouw. 10 Informatie van de Banco da Amazônia. 11 Porto de Vila do Conde/PA, Pesquisa CNT do Transporte Marítimo 2012.

2 Integratieplan voor Waterwegen (PNIH) 12 voorziet een verdubbeling van de vracht via deze haven in 2030: 32,5 miljoen ton.

In 1993 werd de Productie en Export Zone (ZPE) in de Vila do Conde haven (Bacarena) geopend, die aan de gevestigde bedrijven in deze handelszone verschillende fiscale voordelen biedt. De Federale overheid bereidt ook ZPE voor in Santarém.

Voorts bestaan er plannen voor de bouw van een vierde grote haven, bij Curuçá, de haven van Espadarte waar Vale de grond van heeft opgekocht.13 Tot nu toe wordt soja van met name Mato Grosso over de weg getransporteerd naar São Paulo en Paraná (meer dan 2.000 km) wat met regelmaat tot grote opstoppingen in deze leidt.

PAC-2 (Programma voor de Versnelling van de Groei) voorziet werken om de bevaarbaarheid van de waterwegen Araguaia-Tocantins en Juruena-Tapajós te verbeteren, zodat goederen via deze rivieren naar de havens kunnen worden vervoerd en waardoor de transportkosten tot 40% kunnen worden gereduceerd.

De deelstaat telt 40 luchthavens: 5 nationale, 17 regionale, 6 toeristische en 12 voor lokale bestemmingen. De internationale luchthaven van Belém (Val de Cans) is de grootste van regio Noord. Er bestaat voor deze luchthaven geen plan om de concessie te privatiseren en Belém is ook geen speelstad voor de WK 2014.

Federale investeringsprogramma´s in Pará zijn o.a. PAC-2, PRONAF (Nationaal Programma voor de Bevordering van Familiale Landbouw), Amazônia Sustentável (financieringsprogramma voor de duurzame ontwikkeling van de Amazonas) en MPE (financieringsprogramma voor MKB). Het Federale Decreet nr. 4.212/2002 biedt voor het Amazonegebied fiscale voordelen voor bedrijven, zoals reductie van inkomstenbelasting en vrijstelling van de belasting op financiële operaties. Verder biedt de deelstaat verschillende extra belastingvoordelen. Uitgebreide informatie hierover kan worden verkregen bij het Staatsecretariaat van Industrie, Handel en Mijnbouw van Pará. 14

De belangrijkste brancheorganisaties van Pará zijn: Federação das Indústrias do Estado do Pará - Fiepa (behartigt belangen van het bedrijfsleven); Companhia de Desenvolvimento Industrial do Pará - CDI (is gelieerd aan de deelstaatsoverheid en bevordert de ontwikkeling van de industrieën in Pará;) Organização de Cooperativas do Pará – OCPA (overkoepelende instantie van coöperaties, voornamelijk landbouwsector).

In de mijnbouw zijn de volgende bedrijven van belang: Vale, Alunorte, Albras (één na grootste aluminium producent in Brazilië); Hydro (Noors bedrijf); Mineração Rio do Norte-MNR (de grootste Braziliaanse bauxiet producent); Votorantins (cement producent).

Op het gebied van transport en infrastructuur zijn de volgende instanties van belang: Companhia de Docas do Pará – CDP (gelinieerd aan het Speciale Secretariaat van Havens – SEP, verantwoordelijk voor onderhoud en werken aan federale havens); Companhia de Portos e Hidrovias do Estado do Pará - CPH (gelinieerd aan deelstaat overheid, verantwoordelijk voor kleine infrastructurele projecten voor havens en binnenvaart) en Sindarpa (syndicaat voor maritieme en transportbedrijven).

Actief in de agro-food en biodiesel sectoren zijn: Petrobrás, Cargill, Bunge, Biopalma (Vale) en ADM.

Er bestaat een kleine chemie industrie, met o.a. de volgende bedrijven: Hiperquimica Comercial Ltda., Nova Luz Indústria e Comércio Ltda. en Proquil produtos Químicos Ltda.

3. Overlap met NL-se topsectoren

Er bestaat nog weinig Nederlandse belangstelling voor Pará. Naast enkele MKB’s van Nederlanders woonachtig in de deelstaat, zijn Damen en Concordia op zoek naar mogelijke samenwerking met scheepswerven in de regio. Er liggen een aantal specifieke kansen in deze deelstaat, voornamelijk voor de topsectoren agrofood, transport & logistiek en water.

12 http://www.antaq.gov.br/portal/PNIH.asp. 13 http://diariodopara.diarioonline.com.br/N-126709-VALE+COMPRA+AREA+DO+PORTO+DO+ESPADARTE.html 14 Porto de Vila do Conde/PA, Pesquisa CNT do Transporte Marítimo 2012.

3 Agrofood In Pará worden 27 miljoen hectaren land gebruikt, waarvan ongeveer 25 miljoen voor veeteelt en 2 miljoen voor landbouw. De belangrijkste agrofood producten in de deelstaat zijn soja, maïs, cacao (2de producent in Brazilië), peper (export naar Nederland was U$ 5 miljoen in 2012), palmolie (de deelstaat heeft een investeringsproject voor de beplanting van 1 miljoen ha), fruit (ananas, passievrucht en acaí), cassave, vee (120 miljoen runderen) en vis. Kansen:  Technologie voor het kraken van palmolie (Productschap Margarine, Vetten en Oliën / Embrapa);  Kunstmatige inseminatie en spermamateriaal voor rundvee (CRV en Alta/ Embrapa);  Technologie voor nieuwe fruitproducten die interessant voor buitenlandse markten zijn (onderzoek afzetmarkt CBI / UFRA);  Duurzame irrigatietechnologie (Wageningen / Embrapa en UFRA).

Havens, Binnenvaart & Logistiek Zoals hierboven aangegeven investeert de federale overheid flink in deze sector en worden binnenkort havens geprivatiseerd om de “custo Brasil” te reduceren.

Kansen:  Scheepsbouw (baggerschepen, ferryboten, binnenvaartschepen) en onderdelen (HME, HMHB, NL bedrijven zoals Damen en Concordia / Braziliaanse scheepswerven).  Baggerwerkzaamheden van havens en binnenvaart (Federale investeringsprojecten via PAC-2).  Haven- en terminalbeheer en administratie (STC, HbR, Amports etc. / Braziliaanse privé-havens).  Het Staatsecretariaat van Industrie, Handel en Mijnbouw is bereidt om de haven van Rotterdam te promoten als bestemming voor de toenemende vracht uit de Vila do Conte haven.

Stedelijk Transport Volgens de gegevens van het Nationaal Departement van Transport (Detran)15 rijden er in Pará 461 duizend auto´s rond en kan dit getal oplopen tot 1 miljoen in 2020. Verwacht wordt dat er in 2020 alleen al in Belém het aantal auto´s 344 duizend zullen zijn, oftewel een kwart van de populatie in de stad zal in het bezit zijn van een voertuig. Volgens de statistieken zijn er in 2012 in Pará 1.615 mensen overleden ten gevolgen van verkeersongelukken. Het Metropolis Belém omvat 6 gemeentes met in totaal 2,4 miljoen inwoners en volgens het Secretariaat van Infrastructuur en Logistiek van Pará is er dringende behoefte aan structurele maatregelen om de actuele chaotische verkeerssituatie te lijf te gaan. Tot 2015 is er R$ 910 miljoen beschikbaar voor stedelijk mobiliteit, afkomstig van PAC-2, het Japan International Cooperation Agency (JICA) en deelstaatsgelden.

Kansen:  Het Secretariaat van Infrastructuur en Logistiek van Pará gaf nadrukkelijk aan dat er kansen liggen voor Nederlandse bedrijven actief in stedelijke mobiliteit en ITS (TNO, bedrijven aangesloten bij Connekt).

Water Slechts 5% van al het huishoudelijk afvalwater wordt in Pará gezuiverd en 65% van de bevolking heeft toegang tot schoon drinkwater. De overheid voorziet een investering van R$ 1.2 miljard voor sanitatie in 81 gemeentes, waardoor levensomstandigheden van meer dan 700.00 inwoners wordt verbeterd.16

Kansen:  Mogelijkheden kunnen worden gezocht voor NL bedrijven actief in drinkwaterbehandeling en afvalwaterzuivering, in samenwerking met het Sanitatie Compagnie van Pará (Cosanpa).

Innovatie Naast de bovenstaande sectoren investeert Pará in innovatie voor de belangrijkste productieprocessen en de diversificatie van de productie, met de focus op mijnbouw, energie en cosmetica- en farmaceutische producten. Hiervoor gaat de deelstaatsoverheid, tot 2015, 3 technologisch-wetenschappelijke parken oprichten (PCT

15Secretariaat van Infrastructuur en Logistiek van Pará. 16www.detran.pr.gov.br/.

4 Guimá/Belém - is al geconstrueerd; PCT Tocantins/Marabá en PCT Tapajós/Santarém) en in totaal 11 incubators. Dit jaar voorziet de deelstaat een investering van R$ 141 miljoen voor deze sector.

Kansen:  De Pará overheid stimuleert actief de vestiging van kennisinstellingen en bedrijfsleven in deze platvormen, d m.v. goedkope leningen en belastingvoordelen.

De belangrijkste handelsbeurzen in de deelstaat dit jaar zijn:  10ª FIPA – Industrie beurs van Pará (mijnbouw, visserij en agrofood); Belém 18 - 21 mei.  Feira da Madeira – Belangrijkste regionale beurs voor de houtverwerkende sector; Belém, 25 - 27 september.  Beurs logistieke sector - Het Staatsecretariaat van Industrie, Handel en Mijnbouw aan dat er in Belém in november de eerste beurs wordt gehouden voor de.

4. Rol van NL overheid

 Mogelijke kansen in Pará liggen in de topsectoren/thema’s agrofood, logistiek, water en innovatie. De deuren staan open voor het Nederlandse bedrijfsleven. De deelstaatsautoriteiten en de Banco da Amazônia zijn zeer geïnteresseerd in buitenlandse investeringen en bieden ook verschillende belastingvoordelen en leningen met lage rente (zelfs lager dan de inflatie). Het is van belang om samen met relevante topsectoren de voordelen per sector in kaart te brengen en deze te vergelijken met die de vrijhandelszone in Manaus (Zona Franca de Manaus)17 bieden.  In samenwerking met de topsectoren gaat het postennet kansen nader uitwerken en rapporteren. Hiervoor dienen korte en gerichte vervolgbezoeken ingezet om de mogelijkheden voor agrofood, stedelijk transport (m n. ITS), water- en innovatiesectoren nader in kaart brengen.  Voor de sector Havens, Binnenvaart & Logistiek organiseert het postennet, in samenwerking met Antaq en NL instanties, een seminar en matchmaking in Belém. Dit idee is reeds besproken met verschillende deelstaatsautoriteiten en bedrijven en werd positief ontvangen. Het evenement kan in april 2014 plaatsvinden rondom de Intermodal, de grootste Latijns Amerikaanse beurs op het gebied van logistiek (São Paulo). Het wordt een kleine gerichte handelsmissie, eventueel onder leiding van MinIenM.  Voorts hebben enkele gesprekspartners aangegeven het programma over havens en binnenvaart te willen bijwonen, dat in a.s. mei plaatsvindt in Nederland. Sectorcoördinator logistiek neemt hierover contact op bij de deelstaatoverheid van Pará, en gaat alsmede na of er aanknopingspunten zijn met het logistiek evenement, voorzien in november in Belém.

5. Verantwoordelijkheden voor follow-up

Aan de hand van de geïdentificeerde mogelijkheden in de deelstaat Pará zullen de vervolgactiviteiten als volgt worden uitgevoerd:  Vervolgbezoeken aan Pará worden door sectorcoördinatoren gerealiseerd (agrofood, water en innovatie) gebruikmakend van reeds verkregen contacten. HC Belém verleent ondersteuning door afspraken te maken met organisaties en kan gesprekken begeleiden;  De algemene coördinatie van de handels- matchmakingmissie Havens, Binnenvaart & Logistiek ligt in NL bij MinIenM en in BRA bij de sectorcoördinator logistiek. Antaq ondersteunt de organisatie van de missie. HC Belém neemt de lokale coördinatie op zich en CG SAO organiseert en het begeleidt de missie in São Paulo (Intermodal). CG RIO, in samenwerking met HMHB en HME, alsmede AgentschapNL en de NBSO’s dragen bedrijven en instanties aan voor het seminar en matchmaking in Belém. Holland branding en PD worden hier actief ingezet.  Na overleg met de penvoeders PIB en MinIenM, neemt sectorcoördinator HMA contact op met de instanties in Pará en Rondônio om deelname aan het programma havens en binnenvaart in mei te bevorderen. HC Belém en sectorcoördinator HMA rapporteren voorts over het logistiek evenement in november, a.d.h.v. de informatie van het Deelstaatsecretariaat van Industrie, Handel en Mijnbouw.

Opgesteld door10.2.e (29-05-13)

17http://www.suframa.gov.br/.

5 Gesprek / onderwerp Informele lunch en rondleiding met NGO’s in Brasília 7

Doel

• Open en informele gedachtewisseling over de belangrijkste Braziliaanse uitdagingen op het gebied van milieu en klimaat en de stand van zaken rond ontbossing en duurzaamheid. Het is voor U belangrijk om te vernemen vanuit het maatschappelijk middenveld en een gouvernementele organisatie als ACTO/Amazon Cooperation Treaty Organization (die kritische geluiden durft te laten horen) wat deze uitdagingen zijn. Verder zijn twee ambassades met een belangrijke rol op het gebied van milieu/behoud regenwoud en duurzame ontwikkeling.

• Meer informatie over de stand van zaken rond de ontbossing in de Cerrado, een savanne-achtig gebied in het centrale Westen van Brazilië dat door ontbossing en verlies van biodiversiteit wordt bedreigd, maar internationaal minder aandacht krijgt.

Toelichting / advies voor gesprek / boodschap

Voor of tijdens de lunch zullen de diverse deelnemers een korte toelichting geven op hun activiteiten in Brazilië. Na afloop van de korte presentaties zal een open en informele discussie volgen over diverse aan milieu, klimaat en duurzaamheid gerelateerde onderwerpen in Brazilië. Het blijkt dat de betrokken organisaties vrij goed op de hoogte zijn van wat het NL Ministerie van Buitenlandse Zaken doet (bijv. ACTO wordt vanuit BZ/DME gefinancierd en heeft met DME veel contact), maar men niet precies weet waar het Ministerie van Infrastructuur en Milieu mee bezig is. U kunt uw gesprekspartners over uw milieuplannen nader informeren (o.a. brief modernisering milieubeleid). Verder kunt u o.a. ook verslag doen van de bijeenkomst met de NGO’s in Nederland.

Dossier / onderdeel 1 Spreekpunten

Modernisering milieubeleid

• Het is tijd om het milieubeleid te moderniseren. De 21e eeuw stelt ons voor grote opgaven op het gebied van klimaat en energie, (gebruik van) grondstoffen en onze leefomgeving. Deze hebben te maken met de opwarming van de aarde, de groei van wereldbevolking, de eindigheid van de grondstoffenvoorraad en een aantal specifieke risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid (bijvoorbeeld luchtkwaliteit en geluid).

• Ik zie op drie milieuterreinen grote uitdagingen die ik met prioriteit aanpak:

o 1. klimaat en energie; o 2. grondstoffen; o 3. gezonde en veilige leefomgeving

• Ik wil daarbij ik in de praktijk laten zien wat integraal werken kan opleveren. Overheden, kennisinstellingen, marktpartijen, maatschappelijke organisaties en soms ook burgers moeten daadwerkelijk samen milieuthema’s waarmaken. Daarvoor is het van belang dat ze creatieve ideeën en goede praktijkvoorbeelden ontwikkelen en benutten en vergaarde kennis in praktijk brengen, gericht op meer dan milieu alleen. Coalities zijn nodig, met als resultaat daarvan afspraken, akkoorden en deals.

Klimaat

Het nieuwe klimaatakkoord 2015 • Brede participatie van landen, de private sector en andere actoren moet centraal staan. Een klimaatregime zonder brede participatie kan niet effectief zijn.

Dossier / onderdeel 2

• Daarom moet het nieuwe akkoord aantrekkelijk zijn en zich niet alleen richten op wat landen zouden moeten doen, maar ook instrumenten bieden om daadwerkelijk resultaat te behalen. • Concrete acties en betrokkenheid van de private sector daarbij moeten worden bevorderd, door een breed scala aan acties te erkennen en te faciliteren. • Het akkoord moet passen bij de realiteit en de uitdagingen van de 21e eeuw; en toekomstbestendig en dynamisch zijn: het moet veranderende capaciteiten van landen kunnen accommoderen en reflecteren.

Nationale bijdragen • Nederland vindt het belangrijk dat alle grote economieën hun beoogde nationale bijdragen ruim vóór de COP in Parijs op tafel leggen. • Hoe ziet U dit, wat zijn de uitdagingen om dit nationaal voor elkaar te krijgen, waar kan het internationale proces helpen?

Natuurlijke hulpbronnen

• Bij de prioriteit Circulaire Economie gaat het me om het sluiten van kringlopen en om de voorzieningszekerheid van grondstoffen. Die pak ik aan door bijvoorbeeld de recycling te stimuleren. Voor biotische grondstoffen (biomassa) is het belangrijk om de ecologische processen in stand te houden die duurzame productie mogelijk maken. Dat betekent zorgen voor het natuurlijk kapitaal, en zorgen voor de biodiversioteit. • Nederland stelt zich actief op, nationaal en internationaal, voor behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit. • Biodiversiteit en daarmee samenhangende ecosysteemdiensten zijn onderdeel van milieukwaliteit ; daarom is naast EZ ook IenM actief betrokken, met name waar het gaat om slim gebruiken van

Dossier / onderdeel 3

biodiversiteit voor de kwaliteit van de leefomgeving en voor groene groei • IenM richt zich tav biodiversiteit op een beperkt aantal projecten, om met een gefocuste aanpak verschil te kunnen maken:

o We steunen het Green Development Initiative, wat een register van projecten ontwikkelt op het vlak van duurzaam landgebruik; dit register is publiek toegankelijk en stelt eisen aan de publieke verantwoording en transparantie. Daarmee wordt het voor bedrijven en investeerders aantrekkelijk om in deze projecten deel te nemen.

o We steunen de Ecosysteem Return Foundation, die tot doel heeft om grootschalige private investeringen in herstel van gedegradeerde gronden te bereiken. We moeten op twee fronten vechten: internaliseren van milieukosten om ontbossing en omzetting af te remmen én herstellen wat er al is kapot gemaakt.

o Eén van de vormen voor internalisering is stimuleren van fatsoenlijke compensatie van onvermijdbare schade. Met steun van IenM is daarvoor een standaard ontwikkeld.

Engels

The 2015 climate agreement • Broad participation from countries, the private sector and other actors should be our top priority. No climate regime can be effective without broad participation. • This is why the new agreement should be attractive and not only focus on what countries should do, but also on providing tools and instruments for actually getting things done. • Concrete actions and the involvement of the private sector in those actions should be stimulated. The new agreement therefore needs to acknowledge and facilitate a broad range of actions.

Dossier / onderdeel 4

• The agreement needs to fit the realities and challenges of the 21st century - it should be future-proof and dynamic. Therefore it needs to be able to accommodate and reflect countries’ evolving capabilities.

National contributions • I think it is important that all large economies present their intended national contributions well in advance of the COP in Paris. • How do you see this, what challenges to you face in preparing your contribution nationally, how could the international process be of help?

Dutch Environmental Policy

• It is time to modernize the Dutch environmental policy. The 21st Century has enormous challenges on climate(change) and energy, use of natural resources and our natural habitat. These changes are due to global warming, growing world population, scarcity of natural resources and a range of specific risks in the realm of safety and health (e.g. air quality and noise).

• I focus on three challenges: 1. Climate and energy 2. Natural resources 3. A safe and healthy environment

• These priorities are closely connected to the targets of the EU Environment Action Programme.

• I want to show the advantages of working in an integrated way. Authorities, centers of knowledge, private parties, NGO’s and sometimes the general public have to work close together in order to overcome the environmental challenges.

Dossier / onderdeel 5

• We need creativity and best practices. We have to build coalitions with all kinds of parties in order to make so called green deals.

Climate

Natural resources

• In dealing with the circular economy, ensuring the sustained supply of resources is crucial. I therefore aim to improve recycling. For biotic resources it is vital to maintain the ecological processes underlying production of biomass. Protecting our natural capital and the biodiversity is therefore part and parcel of my aim for a circular economy. • The Netherlands is dedicated to play an active role in the conservation and sustainable use of biodiversity and natural resources, both nationally as well as internationally • Cooperation between all relevant stakeholders, including the private sector is key to success; in the Netherlands such cooperation is enhanced through a Platform Biodiversity, Ecosystems & Economy, supported by the Dutch employers’ federation (VNO-NCW) and IUCN-NL. • My ministry contributes by financing and facilitating a selected number of focussed projects:

o We have initiated the Green Development Initiative, aiming to facilitate private sector investment in biodiversity through enhancing transparency and accountability

o We support the Ecosystem return Foundation, in its efforts to step up restoration of degraded lands, both for production as well as biodiversity

o We support the Business & Biodiversity Offset Programme, which has set a golden standard for compensation

Dossier / onderdeel 6

o And we try to encourage initiatives, such as LIFE, GDI and BBOP and others, to join forces and collaborate. The best way to facilitate business in the field of biodiversity is by better profiling the winning concepts.

De volgende organisaties zullen deelnemen aan de lunch:

• WWF (mevr. Maria Cecília Wey de Brito, Secretary-General WWF Brazilië)

WWF houdt zich in Brazilië vooral bezig met de bescherming van vier belangrijke ecosystemen: Amazone, Atlantisch regenwoud, Cerrado en Pantanal.

• Greenpeace (mevr. 10.2.e , Coordinator Public Politics):

Greenpeace houdt zich in Brazilië vooral bezig met de bescherming van de Amazone en onderwerpen m.b.t. klimaat en energie.

• International Union for the Conservation of Nature (IUCN), (dhr. Luiz Merico, Secretary-General):

UICN is een internationaal samenwerkingsverband dat zich bezig houdt met natuurbehoud en het verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen. UICN is in 1948 opgericht en heeft sinds die tijd talrijke projecten uitgevoerd in de meer dan 60 landen waar UICN een vertegenwoordiging heeft. Meer dan 1.200 instituten zijn aangesloten bij UICN wereldwijd.

IUCN houdt zich in Brazilië o.a. bezig met het in kaart brengen en beschermen van bedreigde flora en fauna, de “Red List of Threatened Species and Ecosystems”. De ambassade ondersteunt IUCN financieel bij het proces van de acceptatie en toepassing van de internationale wetenschappelijke methodologie van de Rode Lijst van Ecosystemen, waarmee de mate van de bedreiging van de Braziliaanse ecosystemen in kaart wordt gebracht en de gebieden worden beschermd. Het Braziliaanse Ministerie van Milieu (MMA) ondersteunt UICN in dit project. Daarnaast werken diverse NGO’s zoals WWF- Brazilië, en diverse partijen uit de academische hoek, o.a. het Instituto Pesquisas Ecológicas (IPÊ) aan het project mee.

Het Nederlands Comité van IUCN (IUCN-NL) werkt met groene organisaties, bedrijven, overheden en wetenschappers aan wereldwijd behoud van natuur als basis van de economie en maatschappelijk welzijn. Eén van de strategische pijlers van IUCN NL is de vergroening van bedrijven. Leaders for Nature (het bedrijvennetwerk van IUCN NL) speelt hier een belangrijke rol in. Er hebben al een reeks gesprekken plaatsgevonden met o.a. ABN-AMRO, Raizen (joint venture tussen Shell en Cosan), , Heineken, DSM Arcadis logos, Maggi Groep en vele anderen.

Al sinds 2000 werkt IUCN NL in Brazilië met lokale partners aan concrete projecten met een focus op de Pantanal (moerasgebied aan de grens met Paraguay en Bolivia).

• Amazon Cooperation Treaty Organization (ACTO), (dhr. Robby Ramlakhan, Secretary-General):

Dossier / onderdeel 7

ACTO betreft een regionaal samenwerkingsverband tussen de acht Amazone-landen: Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Guyana, Peru, Suriname en Venezuela. De organisatie heeft als doel een duurzame ontwikkeling van het Amazone gebied. ACTO agendeert steeds meer politiek relevante en gevoelige thema’s, zoals klimaat, en ziet zich steeds meer als forum om posities te coördineren richting internationale fora. Nederland (EUR 5 miljoen) ondersteunt samen met Duitsland (EUR 4 miljoen) een 5-jarig programma (het Regional Amazon Program (RAP), 2013-2017) gericht op de institutionele versterking van ACTO, specifiek het ACTO-secretariaat. Zie ook bijgevoegd bericht BRA 026 (2013) d.d. 28 mei 2013.

• Duitse ambassade, (dhr. Wilfried Grolig, Ambassadeur):

Voor Duitsland is klimaat het belangrijkste thema binnen de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met Brazilië.

• Noorse ambassade, (mevr. Aud Marit Wiig, Ambassadeur):

Noorwegen financiert het Amazon Fund van BNDES voor een bedrag van bijna EUR 1 miljard (95%). Uit dit fonds, waaraan ook Duitsland een bescheiden bijdrage levert (5%), worden ook activiteiten van ACTO gefinancierd. Zo is begin 2013 een bedrag à 11 miljoen USD vrijgekomen uit het Amazon Fund voor het regionale programma van ACTO m.b.t. de implementatie van het deforestation monitoring programme in de niet- Braziliaanse delen van de Amazone.

Dossier / onderdeel 8

Cocktail: Holland Stand at Intermodal Trade Show 8

Setting: Netwerkbijeenkomst voor de relaties van de Holland Stand. Er worden 60 gasten verwacht. Bij aankomst wordt u welkom geheten door de directeur van de Intermodal South America 2014, heer 10.2.e .

Er wordt geen speech van u verwacht.

Doel Uw aanwezigheid onderstreept uw waardering voor het gezamenlijk promotioneel optreden van de Haven van Amsterdam en Zeeland Seaports, alsmede de aan beide havens gelieerde bedrijven die eveneens op de stand staan (zie bijlage), in het onderhouden van de relaties met hun (potentiële) klanten.

Aanwezigen: De relaties van de Holland Stand inclusief de delegaties van Curacao, SIB programma, en luchtvaartsector, alsmede CG SP, plv.CdP en pers.

Toelichting Eén van de programma onderdelen van uw bezoek aan Brazilië is het bijwonen van de Intermodal South America 2014 een jaarlijks terugkerende beurs gericht op internationale handel, logistiek, transport en vracht te vergelijken met “München Transport”. De beurs is in het verleden ook bezocht door uw voorgangers: minister Eurlings in 2009 en 2010 en minister Schultz in 2012.

Op de beurs staan méér dan 450 exposanten met nieuwe producten, de meest recente apparatuur en technologische innovaties. Aan de beurs bezoekers wordt tevens een uitgebreid seminar programma aangeboden. Dit jaar staan onder de noemer “Holland Stand” - naast een aantal andere Nederlandse bedrijven (circa 10) - twee grote Nederlandse havens (Amsterdam en Zeeland) op de beurs. Andere Nederlandse bedrijven/instellingen zoals Van Oord, Haven van Rotterdam en MARIN staan op andere locaties met hun Braziliaanse counterparts.

Deelnemers Holland Stand Havenbedrijf Amsterdam, 10.2.e N.V. Zeeland seaports, 10.2.e Forkliftcenter BV, 10.2.e Spliethoff’s Bevrachtingskantoor BV, 10.2.e Trifleet Leasing The Netherlands BV, 10.2.e SDW Shipping BV, 10.2.e Supermaritime Nederland BV, 10.2.e Supermaritime Van Reems BV, 10.2.e SGS Nederland BV,10.2.e STC Groupholding BV, 10.2.e Swan Latin America , 10.2.e Lunch en rondleiding Cerrado 9. Wat: Informele dialoog met vertegenwoordigers van milieuorganisaties en ambassades gevolgd door een rondleiding met uitleg over de Cerrado Waar: Nationaal Park van Brasília, Rodovia DF 003, Km 8,5, SOF Norte, Brasília Wanneer: Dinsdag 1 april 12.30 – 14.30 uur Aanwezig NL: Staatssecretaris Mansveld + 6 x NL delegatie + 2 x NL ambassade Aanwezig BRA: Vertegenwoordigers van vier milieuorganisaties (WWF, Greenpeace, IUCN en ACTO) en twee ambassades (Duitsland en Noorwegen) Spreektaal: Engels

Doel:

• Open en informele gedachtewisseling over de belangrijkste Braziliaanse uitdagingen op het gebied van milieu en klimaat en de stand van zaken rond ontbossing en duurzaamheid. • Meer informatie over de stand van zaken rond de ontbossing in de Cerrado, een savanne-achtig gebied in het centrale Westen van Brazilië dat door ontbossing en verlies van biodiversiteit wordt bedreigd, maar internationaal minder aandacht krijgt.

Rolverdeling:

• Gastheer/vrouw: vertegenwoordiger Braziliaanse NGO ICMBio als beheerder van het park (TBC) • Rol Staatssecretaris: Guest of Honour, kennisnemen van relevante ontwikkelingen, toelichten Nederlands beleid, participeren in discussie

Opstelling sessie:

• Lunch (12:30 – 13:45 uur) De deelnemers zullen in een lunchopstelling samenkomen. Bij aanvang van de lunch zal door de diverse deelnemers een korte toelichting worden gegeven op hun activiteiten in Brazilië. Na afloop van de korte presentaties zal een open en informele discussie volgen over diverse aan milieu, klimaat en duurzaamheid gerelateerde onderwerpen in Brazilië.

Placering:

Volgt…

• Rondleiding (13:45 – 14:30 uur)

Na afloop zal de Braziliaanse NGO ICMBio een rondleiding van ongeveer 45 minuten verzorgen met uitleg over de Cerrado.

Toelichting:

Dossier / onderdeel 1 Tijdens de lunchsessie zullen onderwerpen gerelateerd aan milieu, klimaat, ontbossing en duurzaamheid worden besproken.

De volgende organisaties zullen deelnemen aan de lunch:

• WWF (mevr. Maria Cecília Wey de Brito, Secretary-General WWF Brazilië)

WWF houdt zich in Brazilië vooral bezig met de bescherming van vier belangrijke ecosystemen: Amazone, Atlantisch regenwoud, Cerrado en Pantanal.

• Greenpeace (mevr. 10.2.e , Coordinator Public Politics):

Greenpeace houdt zich in Brazilië vooral bezig met de bescherming van de Amazone en onderwerpen m.b.t. klimaat en energie.

• International Union for the Conservation of Nature (IUCN), (dhr. Luiz Merico, Secretary-General):

UICN is een internationaal samenwerkingsverband dat zich bezig houdt met natuurbehoud en het verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen. UICN is in 1948 opgericht en heeft sinds die tijd talrijke projecten uitgevoerd in de meer dan 60 landen waar UICN een vertegenwoordiging heeft. Meer dan 1.200 instituten zijn aangesloten bij UICN wereldwijd.

IUCN houdt zich in Brazilië o.a. bezig met het in kaart brengen en beschermen van bedreigde flora en fauna, de “Red List of Threatened Species and Ecosystems”. De ambassade ondersteunt IUCN financieel bij het proces van de acceptatie en toepassing van de internationale wetenschappelijke methodologie van de Rode Lijst van Ecosystemen, waarmee de mate van de bedreiging van de Braziliaanse ecosystemen in kaart wordt gebracht en de gebieden worden beschermd. Het Braziliaanse Ministerie van Milieu (MMA) ondersteunt UICN in dit project. Daarnaast werken diverse NGO’s zoals WWF- Brazilië, en diverse partijen uit de academische hoek, o.a. het Instituto Pesquisas Ecológicas (IPÊ) aan het project mee.

Het Nederlands Comité van IUCN (IUCN-NL) werkt met groene organisaties, bedrijven, overheden en wetenschappers aan wereldwijd behoud van natuur als basis van de economie en maatschappelijk welzijn. Eén van de strategische pijlers van IUCN NL is de vergroening van bedrijven. Leaders for Nature (het bedrijvennetwerk van IUCN NL) speelt hier een belangrijke rol in. Er hebben al een reeks gesprekken plaatsgevonden met o.a. ABN-AMRO, Raizen (joint venture tussen Shell en Cosan), Petrobras, Heineken, DSM Arcadis logos, Maggi Groep en vele anderen.

Al sinds 2000 werkt IUCN NL in Brazilië met lokale partners aan concrete projecten met een focus op de Pantanal (moerasgebied aan de grens met Paraguay en Bolivia).

• Amazon Cooperation Treaty Organization (ACTO), (dhr. Robby Ramlakhan, Secretary-General):

ACTO betreft een regionaal samenwerkingsverband tussen de acht Amazone-landen: Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Guyana, Peru, Suriname en Venezuela. De organisatie heeft als doel een duurzame ontwikkeling van het Amazone gebied. ACTO agendeert steeds meer politiek relevante en gevoelige thema’s, zoals klimaat, en ziet zich steeds meer als forum om posities te coördineren richting internationale fora.

Dossier / onderdeel 2

Nederland (EUR 5 miljoen) ondersteunt samen met Duitsland (EUR 4 miljoen) een 5-jarig programma (het Regional Amazon Program (RAP), 2013-2017) gericht op de institutionele versterking van ACTO, specifiek het ACTO-secretariaat. Zie ook bijgevoegd bericht BRA 026 (2013) d.d. 28 mei 2013.

• Duitse ambassade, (dhr. Wilfried Grolig, Ambassadeur):

Voor Duitsland is klimaat het belangrijkste thema binnen de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie met Brazilië.

• Noorse ambassade, (mevr. Aud Marit Wiig, Ambassadeur):

Noorwegen financiert het Amazon Fund van BNDES voor een bedrag van bijna EUR 1 miljard (95%). Uit dit fonds, waaraan ook Duitsland een bescheiden bijdrage levert (5%), worden ook activiteiten van ACTO gefinancierd. Zo is begin 2013 een bedrag à 11 miljoen USD vrijgekomen uit het Amazon Fund voor het regionale programma van ACTO m.b.t. de implementatie van het deforestation monitoring programme in de niet- Braziliaanse delen van de Amazone.

Dossier / onderdeel 3

applied by INPE is called “Project of Monitoring Deforestation in the Legal Amazon” (PRODES). This system doesn’t provide immediate data, but registers the overall yearly trend of deforestation. On the other hand, a satellite-based system that enables frequent and quick identification of deforestation hot spots, but is less suitable to show trends in deforestation.. This system also applied by INPE is called “Real Time System for Detection of Deforestation” (DETER) or “Deforestation Alert System” (SAD), applied by Imazon. The data showing an increase in deforestation rate are so far only based on the DETER system. The results of PRODES will be published in December 2013, enabling a comparison with the DETER statistics in order to see whether an increased rate of deforestation has indeed taken place recently.

Because the latest PRODES figures are not yet known, INPE was reluctant to express its views on the question whether the deforestation rate in recent months is actually moving upwards. The government institute called into question the figures provided by Imazon showing a 88% increase in deforestation from August 2012 until April 2013 (compared to the previous year). Since the satellites cannot penetrate the thick layer of clouds above the Amazon, it is during the dry season (July – September) that the deforestation is best detected. Besides, the satellites cannot detect deforestation in areas smaller than 6.25 ha. As a consequence of these restraints, only about 40% of all deforestation can actually be discovered. According to INPE, there is already equipment available that is able to detect deforestation through clouds. However, given the density of the clouds in the Amazon, this equipment is not able to penetrate the Amazon clouds.

According to IBAMA, there might have been a small increase in deforestation rate in recent months. IBAMA also stressed the need to be cautious in drawing premature conclusions. Besides, the intentionally cutting of trees is only one of various reasons behind disappearing forests. In most cases the Amazon is destroyed by other reasons, for example a natural fire. According to IBAMA, only about 20% of the forest is being (illegally) cut.

Main obstacles in reducing deforestation and realizing sustainable forestry management

During the visit, the following main obstacles in reducing deforestation and realizing some form of sustainable forestry management came to light:

• Mapping ownership rights of the land: updating land register (federal, state and private land)

One of the main measures in controlling deforestation is updating the land register (“cadaster”). This is being done by INCRA, a government institute linked to the Ministry of Agricultural Development. However, mapping land rights and implementing agricultural reforms turn out to be difficult tasks. According to INCRA’s president, the ownership of about 40% of Para’s territory has not yet been registered. INCRA’s jurisdiction is limited to federal terrain, which comprises 80% of all territory in the state of Pará (the remaining 20% is state or private terrain and outside of INCRA’s control). Although INCRA has the competence to expropriate land owners, provided certain conditions are in place, the following negotiation process (agreed price of the land) can be heavily slowed down by bureaucratic rules and court appeals. Moreover, this procedure seems prone to corruption.

• Complex division of federal, state and municipal competence and lack of mutual cooperation

The division of competences between federal, state and municipal authorities regarding the monitoring of deforestation is complicated and not easy to unravel. Besides, during the visit it became clear that a dialogue between the authorities is lacking and there even exists a certain level of distrust. The Para authorities were quite outspoken regarding their negative feelings about the federal authorities. Mr. Sidney Rosa asked the Ambassadors for help to bring the difficult environmental situation in Para under the attention of the federal authorities, especially within Itamaraty. The Para authorities seem to feel misunderstood by the federal authorities. Several NGO’s also expressed the feeling that the fate of the Amazon is not receiving sufficient attention of the federal authorities. They even worried that institutes like IBAMA and Funai are being weakened by federal governmental policy.

• Lack of monitoring and control due to insufficient capacity

There is a lack of governmental capacity to monitor and control deforestation in Para. Although the presidency of IBAMA was reluctant to provide data on the number of its employees in Para, the Para state authorities mentioned that there are about 300 people working for IBAMA in the state of Para. However, only a small number of these employees is effectively involved in controlling the observance of the deforestation policy in this state equaling the size of France (about 1.25 million km²). IBAMA only disposes of a few helicopters to monitor from the air. Although there seems to be general consent with the work of IBAMA, the institute doesn’t have the capacity to strictly control and penalize violations.

• Forgery of certificates and corruption

At several occasions during the visit, it was stressed that timber with a certification does not always mean it is to be considered legal timber. Unfortunately, certificates are being falsified on a large scale. Given the bureaucratic complexity and the overload of documents, it is difficult for a controlling agency like IBAMA to effectively monitor the validity of documents.

Paragominas: “Green Municipalities Program”

The state of Para launched the Green Municipalities Program in March 2011. This program aims to reduce deforestation, transform the rural economy into a low carbon economy and reduce poverty and social inequality. The program was inspired by the successful experience of the city of Paragominas, which succeeded in considerably reducing the deforestation rate in the municipality. Currently about 91 municipalities, on a total of 144 municipalities in Para, have in one way or another committed themselves to the Green Municipality Program.

Paragominas used to have one of the highest deforestation rates in Para and was even put on a black list of the Ministry of the Environment, containing the 36 most deforesting municipalities in Amazônia. Within a period of about 10 years, the high rate of deforestation was successfully reduced by the completely restructured municipal administration. This resulted in Paragominas being removed from the black list in 2010 (the city was the first to be removed from the list). The municipality receives quite some (international) attention and is considered an example for other municipalities in Para (and outside of the state).

The fact that the entire territory of the municipality of Paragominas has been registered, has largely contributed to the reduced rate of deforestation and the current sustainable management of the forestry. However, according to the Secretary for the Environment of Paragominas, zero legal deforestation is not a realistic objective. The municipality though aims to completely wipe out illegal deforestation. Paragominas has therefore established a cooperation with Imazon. It is quite remarkable in itself that the government of Paragominas chose to let a NGO do the monitoring instead of the state agency INPE. Besides satellite monitoring, the Deputy Mayor stressed the important role of citizens in preventing illegal deforestation (“social monitoring”).

A crucial element in reducing deforestation is increasing the productivity of agriculture and cattle breeding. Increased productivity means less terrain (for pasture or agriculture) is necessary and hence the pressure to deforest new parts of the Amazon will decrease. An important objective of the Para state authorities in this regard is to double the average number of cattle on one hectare of land (which is currently between two and three, the average in the whole of Brazil is just under one). The Sindicato dos Produtores Rurais de Paragominas has established a project (“pecuária verde”) to introduce a new model for cattle breeding in the Amazon, aimed towards higher productivity, in harmony with the environment and able to be replicated in other regions. A pilot project has been set up with six farms that apply a more sustainable model of cattle breeding, increasing the productivity and quality of their cattle while preserving the forest at the same time. Since this new model requires high investments and is not yet cost efficient, these six farms receive private funding (in total BRL 5 million) for a period of three years. Unfortunately, receiving loans from (private or public) banks appears to be very difficult, given the complex bureaucratic procedures applied by the banking sector. It is not yet clear what will happen after this three year project has come to an end, given the fact that this new model is not self-supporting yet. However, in order to have more farmers apply this sustainable model of cattle breeding and increase its impact, it should not be dependent on external financial support (from the private or public sector) and become truly self-supporting and profitable.

Forestry Code

According to the Para authorities, the recent Forestry Code did not change much in the state of Para. There is no justification in heavily criticizing the Code as such. However, the communication surrounding the coming into force of the new Code was not well taken care of. The code might have given the false impression of amnesty being granted to producers of illegal timber.

According to the authorities in Paragominas, the Forestry Code has more negative implications for the many small farms in the North than for the big farms in the South of the country. It is more difficult for small farms to apply to the standards of the new Forestry Code, since they have less resources to take the necessary measures to adapt to the new regulation. The strong lobby by Southern states has been an important factor behind the development of the new Forestry Code.

Impact of the new EU timber regulation

The Para authorities mentioned that decent certification systems for the production of timber are already in place. There is definitely no need for new certification systems. However, the effective control of these certificates is the main problem. The new EU regulation with the criterion of ‘due diligence’ is considered a positive and strong signal of the commitment of the EU. There is no doubt that the trade of sustainable timber can be economically profitable, provided the market for certified timber is increasing in scale. The authorities estimate that 60% of the total deforestation taking place in Para is legal.

Conclusion and policy recommendations for the EU and EU embassies in Brasilia

It seems fair to conclude that a sustainable forestry management should not only include monitoring and fighting against illegal deforestation, but also taking away incentives to deforest new areas of the Amazon by trying to increase the productivity of agriculture and cattle breeding.

Policy recommendations:

• Continue to draw attention to the difficult environmental situation in Para in contacts with the federal government authorities, especially with Itamaraty. • Study possible means to support, financially or with knowledge transfer, the “pecuária verde” model of sustainable cattle breeding in Paragominas and other municipalities. • Draw attention to the new EU timber regulation in contacts with federal, state and local governments. 1st INTERNATIONAL BRAZIL - NETHERLANDS SEMINAR 11 About The Central-North Corridor Preliminary Program

April 1, 2014 Plenary Session . 8:00 - Accreditation

9:00 am  Official opening: • José Rebelo Neto, President of SINDARPA - Brazil • Vice-Minister - Netherlands • Representative of the Federal Government - Brazil • Representative of State Government of Pará - Brazil • Alexandre Lobo Machado - President ADECON - Brazil

 PANEL 01 - North Central Corridor and its contribution to the Brazilian logistics and needs • Moderator:

• Freight potential through the Tocantins river and its prospects • 9:30 - 9:55 - 10.2.e - Superintendent Inland Navigation of ANTAQ • The Central-North Corridor in the Strategic Waterways Plan (PHE) • 9:55 - 10:20 - 10.2.e - Representative of the Ministry of Transport • Rock demolition of the the Pedral do Lourenço • 10:20-10:45 - 10.2.e - DNIT • Views off the private sector on the potential investments in the Central- North Corridor • 10:45-11:10 - 10.2.e - President of SINDARPA • Operations and infrastructure in the Central-North Corridor • 11:10 - 11:25 - Entrepreneurs active in the inland waterway sector in Pará

• Debate 11:25-12:00

 12:15-14:00 pm - Lunch

 PANEL 02 - Experiences of the Dutch waterway transportation system and the North Central Corridor • Moderator:

• Dutch views on new the freight potential for the Araguaia Tocantins Waterway • 14:00 - 14:20 • Improving navigability of inland waterways: Dutch and European experiences • 14:20 - 14:40 • Operational and technological aspects of Dutch waterways • 14:40 – 15:00 • Multimodal transport corridors: a Dutch approach for Brazilian corridors • 15:00 – 15:30

• COFFEE-BREAK • 15:30 - 15:45

• Dredging inland waterways and the Dutch experience • 15:45 - 16:15

• Dutch waterways, services and logistics • 16:15 - 16:45

• 16:45 - 17:15 - Panel discussion with participation of 4 Brazilian entrepreneurs, 4 representatives of the Dutch delegation and speakers.

• 18:00 - 18:10h Conclusions and Letter of the International Seminar

• 18:10 - 18:40h - Official Closing Ceremony

12.

INTERMODAL SOUTH AMERICA 1-3 APRIL 2014 Transamérica Expo Center São Paulo - Brazil

HOLLAND invites you for a COCKTAIL at our stand April 2nd at 17.30 hours - Stand number G-95 - HOLLAND Tem o prazer de convidá-lo para um COQUETEL a realizar-se em nosso estande no dia 2 de Abril às 17:30h. Estande número: G-95 Bilateraal gesprek President IBAMA 13. Mr. Volney Zanardi Júnior (TBC)

Setting/aanwezig • President IBAMA en staf (TBC) • CdP Kees Rade • IenM delegatie: Stas, DG, Dir.Int, KLG, (Tolk PM) • Bedrijfsleven: 10.2.e / ENECO • AS2 (verslag) • Woordvoering en PA

Taal: President IBAMA spreekt Portugees (TBC). U spreekt in het Nederlands/Engels PM

Doel van het gesprek • Inzage krijgen in de uitvoering van het Braziliaanse milieubeleid, in het bijzonder het toezicht op de naleving van de boswet en de controle op de ontbossing. Wat gaat goed volgens IBAMA, waar liggen de knelpunten? • De visie van IBAMA vernemen op de mate van ontbossing in Brazilië: hoe moeten de statistieken worden geïnterpreteerd en zal Brazilië erin slagen de ontbossing structureel op een lager niveau te houden?

Gespreksonderwerpen: • Ontbossing: samen met landbouw en energie vormt (illegale) ontbossing de belangrijkste oorzaak van CO2 uitstoot in Brazilië

Programma

- Welkom en opening door Mr. Volney Zanardi Júnior - Introductie door u - Uitwisselen van informatie en samenwerkingsmogelijkheden - Q&A’s door delegatie - Uitwisselen van cadeaus Brazilian Institute of Environment and Renewable Natural Resources (IBAMA) 14. Portugees: Instituto Brasileiro do Meio Ambiente e dos Recursos Naturais Renováveis (IBAMA)

Verschillende milieu instanties werden in 1989 samengevoegd in de federale organisatie IBAMA dat als federaal agentschap van het Braziliaanse Ministerie van Milieu uitvoering geeft aan het milieubeleid van de Braziliaanse overheid. De milieu waakhond IBAMA is het belangrijkste federale instituut dat toezicht houdt op de naleving van het bosbeleid en de mate van ontbossing controleert.

Het hoofdkantoor van IBAMA bevindt zich in Brasília. Daarnaast heeft IBAMA regionale kantoren in alle deelstaten van het land.

IBAMA heeft o.a. een belangrijke rol in de uitvoering van de boswet. Het agentschap heeft echter onvoldoende middelen om de ontbossing in afgelegen staten als Pará te monitoren en overtredingen te bestraffen. Hoewel het presidentschap van IBAMA eerder geen informatie wilde geven over het aantal medewerkers werkzaam in een deelstaat als Pará, gaven de deelstatelijke autoriteiten tijdens een eerder bezoek aan dat er in Pará ongeveer 300 mensen werkzaam zijn voor IBAMA. Slechts een klein aantal daarvan is betrokken bij het daadwerkelijk controleren van de naleving van het ontbossingsbeleid in deze staat die qua grootte overeenkomst met Frankrijk (ongeveer 1.25 miljoen km²). Verder beschikt IBAMA over hooguit een paar helikopters om vanuit de lucht toezicht te houden. De organisatie had voor de strijd tegen illegale ontbossing in 2013 de beschikking over ongeveer USD 21,5 miljoen.

TECHNICAL VISIT TO THE PORT VILA DO CONDE

Preliminary Program 16.

March 31

7:50 - Departure from Belém

10:00 - Arrival at the Vila do Conde Port / registration

10:20 - Presentation about the Vila do Conde Port

10:45 - Port Visit

12:20 - Lunch at the Barcarena Muncipality

13:50 - Return to Belém

16:00 - Arrival in Belém

19:30 Dinner to present the Executive Board of the Sindarpa and Opening of the 1st International Seminar Brazil X Netherlands Inhoudsopgave 17.

Dag 1, Maandag 31 maart, Brasília

• Briefing • Bilateraal gesprek Minister van Casa Civil • Informele lunch met Luchtvaartdelegatie • Bilateraal gesprek Vice-Minister van Energy & Mining • Ondertekening Note Verbale (verlenging MoU Bio-fuels) • Rondleiding op Luchthaven Brasília • Ontvangst vlucht Air France

Dag 2, Dinsdag 1 april, Belem

• Opening 1st International Brazil – Netherlands Seminar ‘Central-North Corridor’ • Ontmoeting met Governor Simão Jatene • Ontmoeting met Secretary David Araújo Leal (SEICOM) en Secretary Vilmos De Silva Grunvald (SEINFRA) • Lunch bij FIEPA • Veldbezoek aan VAR do Brasil Ambiental

Dag 3, Woensdag 2 april, São Paulo

• Ontmoeting met president van IPT, prof. Landgraf e.a. • Lunch bij FIESP/Directie Milieu • Opening Seminar ‘Soil Remediation and Ground Water Standards’ • Intermodal beurs/receptie

Dag 4, Donderdag 3 april, São Paulo

• Interview met Valor Econômico • Openingspeech tijdens het seminar: Dutch experience in urban mobility, sustainable and innovative ideas and intelligent transportation systems ‘ • Lunch met NGO’s en CEO’s 18

Dag 2, Dinsdag 1 april, Belem

• Opening 1st International Brazil – Netherlands Seminar ‘Central-North Corridor’ • Ontmoeting met Governor Simão Jatene, Secretary David Araújo Leal (SEICOM) en Secretary Vilmos De Silva Grunvald (SEINFRA) • Lunch • Veldbezoek aan VAR do Brasil Ambiental

20

Directie Internationaal de Minister

Plesmanweg 1-6 Postbus 209.01 2500 EX Den Haag Interne postcode 670 www.rijksoverheid.nl

Contactpersoon 10.2.e

Mogelijke ontmoeting Chief of Staff, Kamer C00.18 Brazilian Government T +31 - 70 - 456 1822 Ms Gleisi Hoffman

Datum 23 augustus 2012

Kopie aan BO, Com dRO Onderstaand treft u een positief advies voor de ontvangst van de de Chief of Staff Bijlage(n) of the Brazilian Government, Mrs. Gleisi Hoffmann.

Plaats/Datum/tijd: Den Haag, mogelijk op zondag 2 september Advies: 11.1 Inhoudelijk: 11.1

11.1

Agendatechnisch: het bezoek valt op zondag Toelichting: Op de valreep is IENM/Directie Internationale Zaken door de Braziliaanse ambassade benaderd met het verzoek om ondersteuning van een bezoek van de Braziliaanse Chief of Staff, Mrs. Gleisi Hoffman, aan HbR en Schiphol. HbR en Schiphol zijn inmiddels op de hoogte van de Braziliaanse wensen en beide bedrijven zijn – gezien hun grote belangen in Brazilië - zeer welwillend om de Braziliaanse Chief of Staff te ontvangen, zo mogelijk op CEO niveau.

Het plotselinge bezoek aan Europa (mevrouw Hoffmann brengt ook bezoeken aan Frankfurt, Hamburg en Antwerpen) houdt verband met de infrastructurele plannen van president waar de kranten afgelopen week uitvoerig melding van hebben gemaakt (zie tevens bijgevoegd code bericht). Uit de media en het code bericht blijkt dat president Dilma net een grootschalig programma voor de aanleg van wegen en de spoorwegen heeft bekendgemaakt, waarin een grote rol voor de private sector is weggelegd. Op korte termijn – binnen enkele weken - wil ze een soortgelijk plan voor de luchthavens en zeehavens aankondigen. Ongetwijfeld zullen dan ook de volgende veilingen voor luchthavenlicenties bekend worden gemaakt (Schiphol heeft samen met AdP belangstelling voor Rio).

Pagina 1 van 2 Chief of Staff Hoffman is waarschijnlijk 11.1 Directie Internationaal

Datum Voor Schiphol en Havenbedrijf Rotterdam is het een buitenkans om zichzelf op het 22 juni 2012 hoogste niveau bij de Braziliaanse overheid op de kaart te zetten. Mevrouw Hoffmann is een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste, minister van de regeringsploeg van de president, en is bij elke belangrijke gebeurtenis naast de president te zien. Zij speelt een belangrijke rol bij het verdere verloop van de aangekondigde investeringsplannen in de infrastructuur en concessieverlening11. 1

Hoewel er geen verzoek ligt van Braziliaanse zijde voor een ontvangst op bewindslieden niveau (er wordt nadrukkelijk gesproken over een ‘low key’ bezoek zonder ‘pers’ met ‘technical visits’ aan Schiphol en HbR) hebben beide bedrijven – gezien hun belangen in Brazilië - aangegeven uw eventuele aanwezigheid bij een bezoek aan Schiphol dan wel HbR zeer op prijs te stellen.

De Braziliaanse Chief of Staff wordt begeleid door een delegatie van 10 personen w.o. de minister van Civil Aviation (Wagner Bittencourt) en de minister van Financiën (Guido Mantega

Graag uw reactie

DE DIRECTEUR INTERNATIONAAL

10.2.e

Pagina 2 van 2 21

Dir.Internationaal Plesmanweg 1-6 Den Haag. Postbus 20904 2500 EX Den Haag

Contactpersoon 10.2.e

Datum 11 september 2012

Betreft Bezoek Chief of Staff of the Brazilian Government, Mrs. Gleisi Hoffmann, aan Rotterdam Vergaderdatum en tijd Vrijdag 31 augustus 2012

Op vrijdag 31 augustus jl. bracht the Chief of Staff of the Brazilian Go- vernment, Mrs. Gleisi Hoffmann, een bezoek aan de Haven van Rotter- dam. De Braziliaanse super minister werd begeleid door de Head minister of the National Secretariat of Ports/SEP, Leonidas Cristino, de President of EPL (Company of Planning and Logistics), Bernardo Figueiredo, de Secre- tary of the Growth Acceleration Program of the Ministry of Planning, Budget and Management, 10.2.e and de Director of the Trade Promotion Department of the Foreign Ministry, Minister Rubens Gama. Eveneens aanwezig waren de heren José Maria Novaes en Fabricio Cardo- so Freitas, directeuren van Porto Central. Van de Braziliaanse ambassade waren aanwezig: Ambassadeur José Artur Denot Medeiros, 10.2.e

De Braziliaanse delegatie werd in Rotterdam ontvangen door Hans Smits, CEO Havenbedrijf Rotterdam, Jeanette Baljeu, Wethouder Havenzaken, 10.2.e , Senior Project Manager PoRint en 10.2.e pro- jectleider PoRint. Van het Havenbedrijf waren verder aanwezig: 10.2.e , Technical Manager Port of Sohar,10.2.e , representative of Port of Rotterdam International in Brazil en 10.2.e , Financial Expert Port of Rotterdam International.

Pagina 1 van 3

Van overheidswege waren aanwezig: 10.2.e , Hoofd Zeehavens/IENM, Dir.Internationaal 10.2.e , Senior Beleidsadviseur Directie Internationaal/IENM, Datum alsmede 10.2.e , plv. Hoofd Latijns Amerika/DWH/BUZA (aanwe- 11 september 2012 zig bij vaartocht en diner) en 10.2.e , Manager Internationale Betrekkingen, Gemeente Rotterdam.

Achtergrond bezoek Het plotselinge bezoek aan Europa (naast een bezoek aan Rotterdam zijn ook bezoeken gebracht aan Frankfurt, Antwerpen en Hamburg) hield verband met de door president Dilma recentelijk aangekondigde pakket van investeringen in de infrastructuur: het National Plan van Geïntegreerde Logistiek, één van de vele plannen die sinds de lancering van Plan Groter Brazilië in augustus 2011 zijn gepresenteerd om de stagnerende economie een impuls te geven. In het plan is een grote rol weggelegd voor de private sector. Inmiddels is een grootschalig programma voor de aanleg van wegen en de spoorwegen bekend gemaakt. Op korte termijn zal een soortgelijk plan voor de luchthavens en zeehavens worden aangekondigd.

Als Chief of Staff is minister Hoffmann de ‘second most powerful person in Brazil’. Zij speelt een belangrijke rol bij het verdere verloop van de aangekondigde investeringsplannen in de infrastructuur en concessieverlening. Het bezoek aan het Havenbedrijf moet gezien worden als een ‘technical visit ‘ in het kader van fact finding. De interesse van Minister Hoffmann gaat vooral uit naar de bestuurlijke context van de wijziging in verantwoordelijkheden tussen private- en overheidspartijen bij grootschalige privatiseringsprocessen.

Verloop van het bezoek Bij aanvang van het bezoek werd direct duidelijk dat minister Hoffmann op fact finding missie was. Na het uitwisselen van de gebruikelijke beleefdheden werd door CEO Hans Smits een toelichting gegeven op de organisatiestructuur en de daarbij behorende verantwoordelijkheden. Dit was aanleiding voor Hoffmann om direct van wal te steken met het stellen van vragen. Aan de hand van een speciaal voor deze bijeenkomst

Pagina 2 van 3

gemaakte presentatie werd door HbR antwoord gegeven op de Dir.Internationaal Braziliaanse vragen. De ambities van HbR in het buitenland middels Port Datum of Rotterdam International werden naar voren gebracht, waarop Minister 11 september 2012 Hoffmann vroeg of het HbR een joint venture zou kunnen sluiten met de Braziliaanse overheid. In het kader daarvan werden de ervaringen met Suape in het kort uiteengezet. Tevens werden het succes van de haven van Sohar in Oman en de betrokkenheid van het HbR bij de grote studie naar de hervorming van de Braziliaanse havensector besproken. Minister Hoffmann was geïnteresseerd in de opinie van het HbR over de Braziliaanse havensector. Tot slot werd uitgebreid stilgestaan bij het initiatief van HbR om tezamen met TPC (Braziliaanse partij) voor de aanleg van een nieuwe haven ‘Porto Central’ in de deelstaat Espirito Santo waar Hoffmann overigens niets vanaf wist maar minister Cristino wel. Minister Hoffmann wilde alle ins en outs weten van het initiatief en gaf aan dit project te willen integreren in de taken van EPL (een speciaal door de overheid opgerichte organisatie verantwoordelijk voor de implementatie van de investeringsplannen). Verder werd door minister Hoffmann aan HbR gevraagd of zij bereid zouden zijn om Brazilië te ondersteunen bij het vormgeven van hun plannen t.a.v. de havens. Daaraan voegde zij toe graag in contact te willen blijven met HbR. Het bezoek werd afgesloten a/b van het representatievaartuig de ‘Nieuwe Maze’. Aperitief en diner vonden plaats in informele en goede sfeer en werd zeer gewaardeerd door minister Hoffmann. Uit de reactie van de Braziliaanse ambassadeur - maar ook uit reacties van de overige delegatieleden - bleek dat sprake was van een geslaagd bezoek; men had veel nuttige technische informatie verkregen en een helder beeld van het functioneren van HbR. Voor Havenbedrijf Rotterdam was het een buitenkans om zichzelf op het hoogste niveau bij de Braziliaanse overheid op de kaart te zetten, alsmede hun belangen in Brazilië voor het voetlicht te brengen.

IENM/DI/10.2.e , 03-09-12

Pagina 3 van 3

23

Directie Internationaal de Minister

Plesmanweg 1-6 Postbus 20901 2500 EX Den Haag Interne postcode 670 www.rijksoverheid.nl

Contactpersoon 10.2.e

Bezoek Braziliaanse minister van Havens

Datum 17 juli 2012

Onderstaand treft u een 11.1 voor de ontvangst van de Braziliaanse Kopie aan BO, Com dRO minister van Havens (SEP), Mr. José Leônidas de Menezes Cristino. Bijlage(n)

Plaats/Datum/tijd: Den Haag, donderdag 30 of vrijdag 31 augustus Minister Cristino brengt een bezoek aan Nederland op donderdag 30 en vrijdag 31 augustus a.s. aansluitend op een havenmissie aan Noorwegen en Finland Bijeenkomst: Een korte courtesy call van de Braziliaanse minister van Havens, Mr. José Cristino Advies: 11.1 Inhoudelijk: U heeft Cristino ontmoet in São Paulo en samen met hem en de Braziliaanse minister van Transport een nieuw MoU havens, maritiem transport en logistiek getekend. Tijdens uw recente bezoek aan Brazilië heeft u minister Cristino uitgenodigd om naar Nederland te komen. Een ontvangst op het ministerie zou hiervan een mooie follow-up zijn. Het programma van Cristino zal door DI samen met HbR worden ingevuld. Het havenbedrijf heeft Cristino uitgenodigd in het kader van hun Braziliaanse activiteiten waar zij afhankelijk zijn van de federale regering (Porto Central). Agendatechnisch: Op donderdag 30-8 heeft u begrotingsraad en op vrijdag 31-8 ministerraad. Gezien bovenstaande wordt een korte courtesy call echter zeer op prijs gesteld door de Brazilianen en is voor het Havenbedrijf belangrijk.

Graag uw reactie

DE DIRECTEUR INTERNATIONAAL

10.2.e

Pagina 1 van 1 24

Bestuurskern Dir.Internationaal Afd. G . Den Haag Postbus 20906 2500 EX Den Haag

Contactpersoon 10.2.e Plv Hoofd Internationaal 1 0 @minienm. nl

Gesprek SG met minister Quintella van Brazielie Datum 29 september 2017

Kenmerk IENM/BSK-2017/239919

Bijlage(n) gesprekspunten, CV, Projectenoverzicht privatiseringen infrastructuur Gesprek SG met minister Quintella

Aanleiding  Brazilië is vrijwel bankroet na Olympische Spelen Rio 2016 en reeks corruptieschandalen waarbij prominente politici en grote bedrijven uit olie- en constructiesector bij waren betrokken;  Een sterk verouderde infrastructuur en slecht functionerend transportsysteem vormen de zwakke schakels in het versterken van de economie;  Brazilië is de wereld grootste exporteur van commodities zoals suiker, soya, koffie, sinaasappelsap ijzererts, kalfsvlees, granen en pulp maar door slecht functionerend transportsysteem kan Brazilië producten het land niet uitkrijgen;

Doel minister Quintella  Hoofddoel: aantrekken van investeerders in het zeer omvangrijke Braziliaanse privatiseringsprogramma voor infrastructuur (zeehavens, luchthavens, spoorwegen, wegen, energiebedrijven, digitale infrastructuur);

 Gesprekken voeren met Havenbedrijf Rotterdam over hun belangen en investeringen in de Havens van Pecém en Porto Central.  Nadruk bij IenM: Voornamelijk Courtesy om bilaterale relatie te bestendigen en versterken;

Doel van IenM met Gesprek

 Courtesy  Belangrijkste punt voor gesprek: 10.1.c en 11.1

Pagina 1 van 6

Advies Gesprek

Er wordt consecutief vertaald van Engels naar Braziliaans en visa verse. Dat betekent dat de feitelijke vergadertijd zo rond de 20 minuten bedraagt.

U kunt de minister en zijn delegatie welkom heten en een persoonlijke noot toevoegen met een herinnering aan uw bezoek aan Brazilië. Vervolgens een heel kort voorstelrondje. Daarna kunt u minister Quintella het woord geven om het doel van zijn bezoek te noemen. U kunt vragen of hij kort een toelichting kan geven op het privatiseringsprogramma voor infrastructuur van President Temer en wat hij daarbij verwacht van Nederlandse bedrijven en investeerders, in het bijzonder de Haven van Rotterdam waar hij maandag 2 oktober met CEO Allard Castelein heeft gesproken.

Vervolgens kunt u aandacht vragen voor 10.1.c en 11.1

11.1 kunt u aangeven dat Brazilië voor ons een belangrijke partner is in ons internationale (transport)netwerk en dat we belang hechten aan een goede connectiviteit met Brazilië. Hierbij kunt u verwijzen naar de nieuwe KLM-verbindingen met Fortaleze die begin 2018 worden geopend.

Aanwezig Braziliaanse Zijde

1. Mr. Mauricio Quintella Lessa, Minister of Transportation, Ports and Civil Aviation 2. 10.2.e Advisor to Office of the Minister of Transportation, Ports and Civil Aviation 3. 10.2.e Advisor of the Minister of Transportation, Ports and Civil Aviation 4. Mr. Dino Batista, Secretary of Development Ministry of Transportation, Ports and Civil Aviation 5. Mr. Valter Casimiro, Director-General of the National Transportation Infrastructure Department 6. Mr. Jorge Bastos, Director-General of the National Agency of Road Transports (ANTT) 7. Mr. Orgarito Borgias Linhares, Director of Ports Concessions Department (SNP) 8. Mr. 10.2.e , Special Envoy of the Brazilian Ministry of Foreign Relations (MRE) 9. Mr. 10.2.e , director of ApexBrazil Brussels 10. TRANSLATOR of the Minister Maurício Quintella

Pagina 2 van 6

Embassy of Brazil The Hague

11. Mrs. Regina Maria Cordeiro Dunlop, Ambassador of Brazil to the Netherlands 12. Mr. Cezar Augusto de Souza Lima Amaral, Consul-General of Brazil in Rotterdam 13. Mr. 10.2.e , Trade Attaché of the Embassy in The Hague 14. Mr. 10.2.e Zavala, Counsellor, Embassy in the Hague

Aanwezig van Nederlandse zijde

 10.2.e Deputy Director International Affairs  10.2.e , Directie Internationaal IenM;  10.2.e , Nederlandse Ambassade Brazilie

Toelichting Gesprek

Hoofdlijnen Programma minister Quintella

2 oktober Ochtend Gesprek met Allard Castelein, CEO Havenbedrijf Rotterdam

Middag Rondvaart met Nieuwe Maze, Bezoek Haven Rotterdam

3 oktober 10:00-10:40 Bilateraal gesprek met Lidewijde Ongering, Secretaris Generaal ministerie van Infrastructuur en Milieu;

11:00-12:30 CEO-Round Table VNO-NCW met Hans de Boer (IenM ambtelijk vertegenwoordigd, Buza/BEB DG of plvDG )

14:00-16:00 Bijeenkomst KvK Rotterdam (IenM ambtelijk vertegenwoordigd)

Toelichting Politieke en Economische situatie Brazilie voor het Bezoek minister Quintella

Slowly rising from its worst recession  Brazil’s once-mighty emerging economy is slowly rising from its worst- ever recession and a series of debilitating (weakening) corruption investigations and political crises.  Yet the same calamities that have caused Brazil’s economy to shrink by more than 7 per cent over the past two years are also creating an unprecedented opportunity, analysts say.

Impeachment of President Rousseff and earlier attempts to revitalize Brazil’s infrastructure  Under the leftist Workers’ Party (PT), which ruled Brazil from 2003 until president Dilma Rousseff was impeached last year for manipulating the budget, a series of construction proposals was announced. Known as the growth acceleration programme (PAC), the plans ranged from a bullet train link between São Paulo and Rio de Janeiro to mass housing

Pagina 3 van 6

for the poor. The programme led to some investments but depended heavily on the government’s development bank, BNDES, to provide subsidised long-term financing. Much of this was squandered on pet projects such as the 2014 Fifa World Cup or on corruption-riddled refinery developments.  The Rousseff government’s other error was to try to force investors in infrastructure to accept lower returns in exchange for BNDES- subsidised finance. The programme did not work. Gross fixed capital formation — a measure of investment — has been falling for years, declining in 13 of the past 14 quarters, including the first three months of this year.  Worse, in 2014, the giant investigation into corruption at Petrobras, the state-owned oil company, drew in Rousseff’s government and most of Brazil’s biggest construction companies, crippling their ability to pursue new infrastructure investments.  When Rousseff was impeached, Temer, her former vice-president, took over. He was accused this May of discussing bribes with a businessman, Joesley Batista, the former chairman of JBS, the meat- packing company, and survived a congressional vote in August on whether he should be indicted over the allegations.

Economic Reforms  But while President Temer remains deeply unpopular with the public, business and markets support his government’s reform programme. It includes a freeze on real increases in public spending, pension reform, labour and oil sector reforms, and the privatisation of nearly 60 companies, from electricity generator Eletrobras to the state mint.  Inflation fell to 2.7 per cent in July, from more than 10 per cent at the start of last year. Brazil’s currency reserves remain robust at $381bn and foreign direct investment was a solid $81bn in the year to July.

Economic development and the importance of upgrading the infrastructure  Brazil’s creaking infrastructure almost collapsed under the demands of the commodity super-cycle that preceded the recession.  The World Economic Forum ranks Brazil 72nd out of 138 economies for the quality of its infrastructure. Now, Brazil has a chance to put that right before the next peak in the economy.  The Brazilian infrastructure is generally old, inefficient and smaller than they need.  Brazil is the world’s largest exporter of such commodities as sugar, soyabeans, coffee, orange juice and iron ore, and one of the biggest in beef, corn and pulp.  Until recession struck, it was also a promising consumer market and automotive producer.

Temer’s Privatisation Programme of key Infrastructure  The need to invest now has not been lost on President ’s government, which has prepared a package of reforms and infrastructure projects to increase the country’s growth potential.

 The Temer government has started a new infrastructure programme with the auction of four airports in second-tier state capitals to international operators for R$3.7bn ($1.2bn). It is also in public consultations to attract nearly R$16bn in private sector investment for two rail projects linking the soyabean-producing centre-west to ports in the north and south.

Pagina 4 van 6

 Added to that, it intends to sell concessions for more than 900km of highway, with commitments to invest more than R$10bn; plans to tender port projects are expected to attract R$20bn in investment.  Then there is a proposal to bring broadband internet to remote areas through the launch of a new satellite in May with R$2.8bn in public and private sector investment.

Biggest challenge: how to fund the infrastructure projects  By far the biggest challenge remains how to fund the projects when the government itself has no money.

Kaart Brazilie met belangrijke Infrastructuurobjecten

Haven Rotterdam en Brazilie

Op 22 maart 2017 – tekende het Havenbedrijf Rotterdam een zogenoemde ‘memorandum of understanding’ (MoU) met de Braziliaanse staat Ceará. Het doel daarvan is het gezamenlijk onderzoeken van een potentiële samenwerking tussen de havens. Dat kan leiden tot de joint venture ‘Industrieel havencomplex Pecém’.

Pagina 5 van 6

Het ‘Industrieel havencomplex Pecém’ ligt in de buurt van Fortaleza. Het is een bestaande haven waar in 2016 elf miljoen ton werd overgeslagen, voornamelijk kolen, ijzererts, containers en LNG.

Naast de haven van Pecém, is het Havenbedrijf Rotterdam momenteel ook bezig met de ontwikkeling van een andere Braziliaanse haven: Porto Central nabij Vitória in de staat Espírito Santo. Op dit moment is het project gericht op het verkrijgen van de benodigde licenties en het contracteren van klanten. De twee havens zijn onafhankelijk van en complementair aan elkaar. Ze liggen 2500 kilometer van elkaar, bedienen een ander achterland en zijn gericht op verschillende goederensoorten.

De MoU’s passen in het beleid van het Havenbedrijf dat er onder andere op gericht is om kansen te creëren in buitenlandse havens met groeipotentieel. Het Havenbedrijf heeft een succesvolle joint venture met het sultanaat van Oman voor het management en het ontwikkelen van SOHAR Port & Freezone. Daarnaast heeft het Havenbedrijf twee joint ventures voor het ontwikkelen van Porto Central in Brazilië en Kuala Tanjung in Indonesië. Tevens is het in meerdere havens actief als adviseur. In 2016 droegen de dochterondernemingen in Oman, Brazilië en Indonesië ruim 8,9 miljoen euro bij aan het financiële resultaat van het Havenbedrijf

10.2.e DGMI Directie Internationaal

Pagina 6 van 6 27

Minister Contactpersoon 10.2.e .

Datum 21 april 2017

Gesprek Braziliaanse Minister van Transport

Bijgaand treft u een binnengekomen uitnodiging aan met een kort advies. Graag uw beslissing.

Dossier: DI2017/0097

Uitnodigende partij: Nederlandse Ambassade in Brazilië

Inhoud verzoek: Een gesprek met de Braziliaanse Minister van Transport

Plaats/datum/tijd: Den Haag, 10 mei 2017 in de ochtend. Indien dit tijdstip u niet schikt zal gekeken worden naar andere mogelijkheden.

Aantal bezoekers: Nvt

Publicitaire impact: Onbekend

Commercieel: Nee

Advies beleid: 11.1

Beleidsprioriteit: 11.

Motivatie: Van 10-12 mei 2017 brengt de Minister van Transport van Brazilië een bezoek aan Nederland. Hij wordt vergezeld door een kleine delegatie (op dit moment circa 9 personen) waaronder een secretaris verantwoordelijk voor het aantrekken van publieke-private investeringen.

Het programma van de Braziliaanse delegatie staat in het teken van het onder de aandacht brengen van het investeringsprogramma van de regering Temer op het gebied van infrastructuur. Het gaat met name om havens, luchthavens, waterwegen en gewone wegen. In dat investeringsprogramma zitten kansen voor het NL bedrijfsleven.

Pagina 1 van 2 Contactpersoon J.A. Partowihono

T 06-52 59 60 93

Datum 21 april 2017

Uw ontmoeting betreft een korte courtesy call tijdens een bijeenkomst op het Ministerie waarbij ook een presentatie over NL beleid op het terrein van transport/mobiliteit gegeven zal worden.

Graag uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Externe betrekkingen en protocol

Pagina 2 van 2 AGENDA 28 of the

Second Meeting of the Brazilian – Dutch Working Group

on Ports, Maritime Transport and Logistics

Wednesday May 15, 2013 (09.00 – 12.00 hrs)

Ministry of Infrastructure and the Environment

Press centre, Plesmanweg 1-6, The Hague

09.00 - 09.15 1. Welcome and introduction by - Mr. Hugo von Meijenfeldt (chair), Deputy Director General for the Environment and International Affairs - Mr. Fernando Victor Castanheira de Carvalho – Secretary of Port Management and Infrastructure.

U heet een ieder welkom en geeft kort een ‘ overview’ van de relatie met Brazilië (zie bijgevoegde spreekpunten). Vervolgens geeft u het woord aan Mr. Fernando Castanheira de Carvalho.

09.15 - 09.30 2. Minutes of the Meeting Brasília d.d. April 13, 2012

U neemt de ‘minutes of the meeting’/verslag van de vorige werkgroepbijeenkomst in Brasilia door. Het was de eerste bijeenkomst onder het hernieuwde MoU ports, maritime transport and logistics (zie bijgevoegde geannoteerde minutes of the meeting).

09.30 – 09.50 3. New Developments: institutional changes, new legislation, investments etc. by SEP

Sinds de vorige bijeenkomst van de bilaterale wg hebben zich wijzigingen voorgedaan op institutioneel en wetgevingsterrein; De Nlse deelnemers vernemen graag de laatste stand van zaken. U geeft het woord aan de Brazilianen.

09.50 - 10.30 4. Policies on Ports and Waterways: state of affairs / next steps by MoT, SEP en ANTAQ

- Plano Hidroviária Estrategico/PHE, MoT - Plano Nacional de Integracáo Hidroviária, ANTAQ - Plano Nacional de Logistica Portuaria/PNLP, SEP - Master plan Short Sea Shipping, SEP - National Institute for Hydraulic Research SEP

In Brazilië volgen de ontwikkelingen op het gebied van de transport en logistiek, alsmede infrastructurele plannen elkaar snel op; De Nlse deelnemers vernemen graag de laatste stand van zaken. U geeft het woord aan de Brazilianen.

Participants:

Brazil

1. Mr. Fernando Victor Castanheira de Carvalho – Secretary of Port Management and Infrastructure 2. 10.2.e , Special Advisor of the Executive Secretary - Secretariat of Ports 3. 10.2.e , Superintendent of Inland Navigation - National Agancy National Agency for Waterway Transportation (ANTAQ) 4. 10.2.e , Head of Fiscalization - National Transportation Agency (ANTT) 5. Mr. Jorge Luiz de Mello, Director-President of the Docas Companny of Rio de Janeiro 6. 10.2.e Infrastructure Analyst - Ministry of Transport 7. 10.2.e , Infrastructure Analyst - Ministry of Transport 8. 10.2.e Policy and Industry Analist - National Confederation of Industry Brazil 9. 10.2.e , Coordinator of the Processing and Exportation Zone - Secretariat of Economic and Social Development of the Rondônia State (SEDES/RO) 10. 10.2.e Economic Officer - Embassy of the Kingdom of the Netherlands in Brazil

Ministry of Infrastructure and the Environment

11. Mr. Hugo von Meijenfeldt, Deputy Director General for the Environment and International Affairs 12. 10.2.e Head of Maritime Ports Division 13. 10.2.e Senior Policy Advisor, Maritime Ports Division 14. 10.2.e Senior Policy Advisor International Affairs

15. 10.2.e project manager Agentschap NL / NL EVD International

Dutch Companies

16. 10.2.e Panteia/NEA 17. 10.2.e Panteia/NEA 18. 10.2.e TNO 19. 10.2.e EICB 20.10.2.e Director STC-Group 21. 10.2.e Senior Project Manager, Port of Rotterdam International 22. 10.2.e Project Manager, Connekt/ITS

5. The members of the working group will develop a program of activities to the MoU, which will be discussed in the next meeting in the Netherlands (data to be established).

Dit punt wordt bij agendapunt 5 besproken.

SECOND MEETING OF THE BRAZILIAN – DUTCH WORKING GROUP 30. ON PORTS, MARITIME TRANSPORT AND LOGISTICS

The Hague May 15, 2013

MINUTES

1. Opening After words of welcome by Mr. Hugo von Meijenfeldt, Deputy Director General for the Environment and International Affairs and 10.2.e Special Advisor of the Executive Secretary of Ports, the participants of the working group introduced themselves. All Brazilian participants expressed their interest in multimodal transport in the Netherlands. Some Dutch participants explained their interest in Brazil (PoR: Porto Central, PNLP) and expertise (TNO/proces mapping, trade facilitation: customs/inspection, ‘single window’).

2. Minutes of the Meeting Brasília d.d. April 13, 2013 The minutes of the meeting were approved of. It was noticed that some topics mentioned in the minutes also figure on the agenda. The following items were discussed in more detail:

 vi. IT Platforms: Mot and the Defense ministry have decided to change the project. The University of Rio will draw up a new plan.  vii. ITS: SEP is still interested in the ITS plan (Connekt will send the plan to SEP).

3. New Developments: institutional changes, new legislation, investments etc. The following subjects were also mentioned:

 The state of affairs concerning the new port Law 8.630/93 that was submitted to the Senate and that was to be discussed in the Chamber of Deputies on May 15, 2013. The new law will - inter alia – offer more possibilities for private investments in port terminals. This is necessary to be able to accommodate the increase of cargo transport in the Brazilian ports.  The 24 hour ports Decree 7.861/2012………………………….. 10.2.e  The new dredging program. Initially, the first program was only focused on ‘result based dredging’. In the second program ‘maintenance‘ will also be added in the 10 year contracts. From now on tenders will be launched for groups of ports.  New investments will be made in infrastructure (rail and roads) in total 2.640 million R$.  The founding of a new entity EPL (Empressa Planning de Logistica) for the integration of multimodal transport under MoT. From now on EPL will also be involved in the activities under the MoU on ports, maritime transport and logistics.

4. Policies on Ports and Waterways: state of affairs / next steps

 Plano Hidroviária Estrategico/PHE: Arcadis will work out an integrated national plan for the improvement of inland waterways transport for Brazil. The plan focuses on geological, operational and infrastructural aspects. The project is divided in 5 steps: drawing up a work plan, public consultations, diagnoses, developing strategies and further steps. Supplementary studies will be carried out with regard to institutional aspects, investments, implementation (PIB-program) etc.  Plano Nacional de Integracáo Hidroviária/PNI: the national plan for the integration of inland waterways transport. Focus on site studies and future perspectives. ………….10.2.e )  Plano Nacional de Logistica Portuaria/PNLP: The plan for the Federal ports was drafted by the University of Santa Catharina; boardroom consultancy by PoR. Follow up? (10.2.e )  Master plan Short Sea Shipping: WB bidding process. SEP has received proposals for a study about short sea development.  National Institute for Hydraulic Research SEP: due to new legislature it will merge with other scientific institutes. Mr. Von Meijenfeldt refers to two Dutch maritime research institutes TNO and Deltares that may be of interest to SEP.

After discussing the different policy plans a presentation on inland waterways transport was given by 10.2.e (Superintendent ANTAQ) with focus on the São Francisco river. The implementation of plans will take a long time; the river is navigable with shallow barges; transport volume has grown due to increase of grain production; construction of locks is necessary……….? (10.2.e

5. Partners for International Business program / ‘Multimodal transport corridors and logistics integration of modes’ An explanation was given by 10.2.e (Panteia) of the program that consists of various activities that are relevant for the bilateral working group. The program facilitates exchange of experiences and a study that will indicate how the corridors could be structured. Attention was asked for a contribution from the expert team that was set up by the ministry of Transport/MoT for day to day contact. As soon as everything has been organized at MoT a meeting will be arranged. The three corridor proposals (São Paulo – Santos corridor, Mato Grosso corridor and Porto di Acu corridor) were discussed. Eventually, the Bahia Sul corridor was chosen instead of Porto di Acu. A visit to Brasília from 17 – 20 June 2013 was announced by 10. /Panteia. 2.e

6. Development of a program of activities The following items were discussed:  VTS/Vessel Traffic System – national plan?...... Tender for Port of Santos, Rio, Espirito Santos. Pilot project by SEP? Federal ports are easier to finance. Project on hold due to Law reform? 10.2.e VTS education and training is done by the Brazilian Navy in cooperation with STC.  RIS/river information services – How is implementation organized? In Europe it is covered by EU-directives; implementation is done by the Public Works department. Mr. Harrie de Leijer offered to send the evaluation of the European Program to SEP, ANTAQ and MoT…………. 10.2.e  ‘Single window’/ paperless ports – Mr. Paulo Ho stated that this issue concerns the minister of trade and Commerce and Customs. ICT Singapore (TNO?)

7. Closure

After thanking all persons present for their participation, the meeting was closed by10.2 .e Head of Maritime Ports Division. Participants of the meeting

Brazil

1. 10.2.e , Special Advisor of the Executive Secretary - Secretariat of Ports

2. 10.2.e , Superintendent of Inland Navigation - National Agency National Agency for Waterway Transportation (ANTAQ)

3. 10.2.e , Head of Fiscalization - National Transportation Agency (ANTT) 4. Mr. Jorge Luiz de Mello, Director-President of the Docas Companny of Rio de Janeiro

5. 10.2.e , Infrastructure Analyst - Ministry of Transport

6. 10.2.e , Infrastructure Analyst - Ministry of Transport

7. 10.2.e (CNI), Policy and Industry Analist - National Confederation of Industry Brazil

8. 10.2.e Economic Officer - Embassy of the Kingdom of the Netherlands in Brazil 9. Mrs. Vanessa Sant’Anna Bonifácio Tavares, First Secretary Embassy of Brazil

Ministry of Infrastructure and the Environment

10. Mr. Hugo von Meijenfeldt, Deputy Director General for the Environment and International Affairs 11.10.2.e Head of Maritime Ports Division 12. 10.2.e Senior Policy Advisor, Maritime Ports Division 13. 10.2.e Senior Policy Advisor International Affairs

Dutch Companies

14. 10.2.e Panteia/NEA 15. 10.2.e Panteia/NEA 16. 10.2.e TNO 17.10.2.e TNO 18. 10.2.e EICB 19. 10.2.e Director STC-Group 20. 10.2.e Senior Project Manager, Port of Rotterdam International 21. 10.2.e Connekt/ITS

22. 10.2.e interpreter

Datum voor bezoek Vertrek/aankomst op zondag 30 maart. Terugvlucht op donderdag 3 april met aankoms op vrijdag 4 april in de ochtend op Schiphol. 31

Delegatievoorstel Zoals bij het recente bezoek aan Californië wordt voorgesteld om met een beperkte high level groep (8 à 10) bedrijven en kennisinstellingen (op uitnodiging) op pad te gaan. Daarbij zal rekening worden gehouden met een goede verdeling over de gekozen thema’s. Bij sommige programmaonderdelen zoals bijv. de Intermodal South America 2014 en het seminar Stedelijke Mobiliteit/ITS in São Paulo, alsook de workshop havens, multimodaal transport en corridorvorming in Bèlém zijn meer (en andere) bedrijven betrokken. Zij maken geen deel uit van de officiële delegatie. Ook voor het onderdeel luchtvaart zou op deelonderwerpen aangehaakt kunnen worden.

In bijlage treft u een lijst van de op high level niveau uit te nodigen bedrijven en kennisinstellingen. Deelname is afhankelijk van het definitieve programma. De genoemde CEO’s zijn inmiddels telefonisch benaderd en uitgenodigd op deel te nemen aan het bezoek. Toegezegd hebben:……………………………..

De ambtelijke delegatie: Staatssecretaris IENM, DGB, directeur KLG, directeur DI, Directeur Luchtvaart, PA en woordvoering.

Te bezoeken steden Zoals inmiddels bekend heeft het consortium waaraan door Schiphol werd deelgenomen op 22 november jl. achter het net gevist voor wat betreft de veiling van de internationale luchthaven van Rio (Galeão). Op 6 december jl. is ook bekend geworden dat Rio geen speelstad zal zijn voor het Nederlands Elftal tijdens het WK 2014. Een bezoek aan Rio komt hierdoor te vervallen. Te bezoeken steden Brasília, Bélèm (Pará) en São Paulo.

Programma:

Zondag 30 maart, Amsterdam – São Paulo - Brasília Vertrek van Amsterdam: 10:05u met vlucht KL0791, aankomst São Paulo: 17:05u (vluchttijd 12 uur). Transfer naar vlucht van São Paulo naar Brasília (vluchttijd 1 uur 39 min).

Maandag 31 maart, Brasília Focus op federale onderwerpen (Klimaat & energy, luchtvaart).

- Opening bijeenkomst Flood and Draught Risk Management (start samenwerkingsprojecten met Bra. Water Agentschap,Wereld Bank en Inter- Amerikaans Instituut voor Landbouwcoöperatie). Op dit moment is nog niet bekend of het lukt om het startsein tijdens uw bezoek te laten plaatsvinden. - Politieke ontmoetingen met uw counterparts van Milieu, Luchtvaart en Energy & Mining. De mogelijkheid bestaat dat uw collega van Milieu meedoet aan de verkiezingen in november en genoodzaakt is om per 1 april haar functie neer te leggen. - Field visit naar reserva Ecológica do IBGE (Cerrado een savanne-achtig gebied) met rondleiding, informele lunch en toelichting op het gebied. of - Informele lunch (op een nader te bepalen locatie) met de luchtvaartsector ter voorbereiding op het gesprek met de Braziliaanse ministers van Luchtvaart en Energy&Mining. Graag uw voorkeur aangeven. - Voor vertrek naar Bèlém bestaat er de mogelijkheid om op de luchthaven van Brasília deel te nemen aan een rondleiding o.l.v. Vanderlande Industries (die als onderaannemer de opdracht heeft gekregen om het bagage afhandelingssysteem uit te breiden/vernieuwen (optioneel).

Parallel aan uw bezoek aan Brasília zal (ter verder invulling van de samenwerking) door de directeur Luchtvaart worden deelgenomen aan een bijeenkomst van de bi-laterale werkgroep onder het MoU Luchtvaart.

Dinsdag 1 april, Brasília - Bèlém (Deelstaat Pará) Een bezoek aan Bèlém is het gevolg van de uitkomst van een recente scoping studie van de ambassade in Brasília waarbij de ontwikkelingen in de noordelijke deelstaat op het gebied van infrastructuur (havenontwikkeling, logistiek/ duurzame en slimme achterlandverbindingen) en milieu in kaart zijn gebracht en waarbij geconcludeerd is dat de regio kansen biedt voor het Nederlandse bedrijfsleven uit de transport/logistieke en milieusector. Focus op klimaat & energy en duurzaam (maritiem) transport en achterlandverbindingen.

- Opening Workshop Multi- en Synchromodaal transport (de workshop vindt plaats in het kader van een samenwerking onder het MoU havens, maritiem transport en logistiek. Dit MoU is verlengd in april 2012 door minister Schultz van Haegen). Na de opening vertrekt u naar het paleis van de Gouverneur. Een mogelijke rol voor DGB en/of directeur Luchtvaart bij de workshop wordt bezien. − Field visit naar VAR do Brasil Ambiental (biomassafabriek; verwerking acai- bessen). Tijdens het bezoek zaal ook worden ingegaan op het ondernemen in het Noorden van Brazilië, uitleg van het VBA concept (sociale component in het bedrijf met ondersteuning aan batedores en coletores, milieucomponent met registratie van het project onder CDM) en samenwerking hierbij met ICCO (ontwikkelingshulporganisatie), informatie over productieprocessen (rondleiding door de productiehallen waar houtbriketten en açai biomassa worden gemaakt) en lokale afzetmarkt voor biomassa. - Ontmoeting met plaatselijke NGO’s. - Netwerk event (met lokale autoriteiten, bedrijven, NGO’s etc.)

Woensdag 2 april, Bèlém – São Paulo Ochtendvlucht van Bèlém naar São Paulo (vluchttijd 3 uur en 40 min) met vertrek om 06.50 uur. Er is in de vroege ochtend maar één directe vlucht naar São Paulo. Alle volgende vluchten hebben een overstap waardoor de reistijd verdubbeld. Middag programma in SP:

- Lunch met alle CEO’s bij FIESP (federatie van Industriëlen vgl. VNO-CNV). I kunt

opening van het seminar FIESP/CETESB/RIVM. 11.1 . - Openingsceremonie van het Park do Carmo (project Philips/KNVB/Desso/Oranjecamping). TBC/Afhankelijk van de beslissing door de KNVB of het park geschikt bevonden wordt om als oranjecamping te dienen. De verlichting van het park wordt door Philips geregeld. - Official receptie Stas delegatie met deelnemers Intermodal beurs (incl. Curaçao delegatie + SIB/Starters International Business deelnemers) (netwerk event; geen toespraak Stas) - Informeel diner met alle CEO’s (nabij Intermodal terrein) Of Transport naar hotel met opfrismoment en Informeel diner met alle CEO’s (vlakbij hotel) 11.1

Donderdag 3 april, São Paulo Focus op schone & gezonde stad, stedelijke mobiliteit, transport/logistiek, afval. Vertrek met avondvlucht van SP naar Amsterdam.

- Exclusief interview met journalist Daniela Chiaretti - Environment Correspondent at Valor Econômico een gerenommeerd financieel/economisch dagblad in São Paulo(i.a.v. woordvoering - Openings speech workshop - Healthy Urban Living: Dutch Sustainable Ideas to improve the quality of living, focused on urban mobility (i.a.v. bedrijfsleven+SIB deelnemers) - Ontmoeting bij IPT/Institute of technical research of the State of São Paulo met 10.2 , director of innovation and haar team inzake .e certification climate system, energy efficiency en CO2 emissions (i.a.v. bedrijfsleven) - Informele lunch (residentie CG) met Dutch and Brazilian representatives from Life Institute and International Union for Conservation of Nature and Natural Resources – Circular economy/Renewable energy

Vertrek vanaf São Paulo om 19:15u met vlucht KL0792, aankomst Amsterdam op vrijdag 4 april om 11:50u (vluchttijd 11uur en 35 minuten). IENM - BRAZILIË (2009 – heden) 32

A. Havens, Transport en logistiek (Samenhang Beleid, MoU, Action Plan en 2g@there programma)

Wat vooraf ging Brazilië is een grote en belangrijke markt en sinds lange tijd economisch en politiek stabiel. Er zijn hoogwaardige sectoren in landbouw, industrie en diensten. Er wordt sterk geïnvesteerd in de infrastructuur ((lucht-)havens, transport en logistiek m.n. binnenvaart) en er bestaat grote behoefte aan nieuwe technologieën voor o.a. scheepsbouw. Brazilië is koploper op het gebied van biobrandstoffen en nagenoeg het enige land met exportcapaciteit voor dit product. De landbouw heeft nog een enorm groeipotentieel, zowel door verbetering van de opbrengst per hectare, als door uitbreiding naar nog niet gebruikte gronden. Maar, Brazilië is ook een moeilijke, nog behoorlijk in zichzelf gekeerde markt. Het investeringsklimaat wordt nog altijd gekenmerkt door hoge belastingdruk, protectionistische handelspolitiek, een rigide arbeidsmarkt en omvangrijke complexiteit van regelgeving en hier ondervinden Nederlandse bedrijven veel last van: HbR / moeilijk te verkrijgen werkvergunningen, HME bedrijven / local content en makerslist, IHC – Merwede / ondoorzichtige tender procedures en gebrek aan kredietverzekeringen, TKF / hoge invoerrechten, JR Shipping / cabotage en local content.

Samenvattend komt het neer op een publiek-private samenwerking die zich richt op enkele specifieke sectoren waar de kansen op succes aanzienlijk groter zijn dan de algemene belemmeringen, waar inzet van de NL overheid een duidelijke meerwaarde heeft en waarvoor vanuit de NL sector belangstelling is of gegenereerd kan worden. Deze sectoren zijn havens, maritiem transport en logistiek (Nederlandse assistentie gewenst voor de ontwikkeling van havens, binnenvaart en scheepsbouw). Daarnaast omvatten de biobrandstoffen eveneens bij uitstek een terrein dat vraagt om een geïntegreerde aanpak, zowel in Nederland als in de relatie van Nederland met Brazilië. Hieronder een toelichting m.b.t. havens, maritiem transport en logistiek, waar zijn we gestart, wat is er bereikt en waar staan we nu?

MoU Havens, Maritiem Transport en Logistiek. Tijdens het staatsbezoek van president Lula in april 2008 kwam duidelijk naar voren dat de velden waarin Brazilië en Nederland met elkaar verder kunnen samenwerken o.a. Havens, Maritiem Transport en Scheepsbouw zijn. Dit heeft ertoe geleid dat tijdens het staatsbezoek een MoU Havens, Maritiem Transport en Logistiek werd getekend. Vanaf 2009 vonden over en weer bezoeken plaats: door de voormalig minister van Verkeer en Waterstaat, Camiel Eurlings, zijn twee bezoeken met bedrijfslevendelegaties gebracht aan Brazilië in maart 2009 en april 2010.

Het MoU uit 2008 is vernieuwd tijdens het bezoek van minister Schultz van Haegen aan Brazilië (9-13 april 2012).

Bilaterale werkgroep en het Action Plan In het kader van het MoU werd een bilaterale werkgroep opgericht. Deze is vier keer bijeen geweest, tweemaal in Brazilië (okt. 2008 / april 2010) en tweemaal in Nederland (jan. 2009 en februari 2011). De invulling van de samenwerking tussen Brazilië en Nederland was gebaseerd op een gezamenlijk opgesteld Action Plan.

De thema’s, waarop verschillende activiteiten zijn gedefinieerd richtten zich op: 1. Ports and Port Planning 2. Dredging of Access Channels/rivers 3. Inland Shipping and Waterways 4. Intermodal Transport 5. Implementation and Utilization of Electronic Data Interchange (EDI) Systems for Port Activities 6. Development of Transport Logistics Systems and Electronic Commerce Platforms at Ports 7. Training of Human Resources 8. Control and Security of Shipping

1 Dit Action Plan met daarin de concrete terreinen voor samenwerking en de voorgestelde en reeds in werking gezette activiteiten werd tijdens het eerste bezoek aan Brazilië (maart 2009) ondertekend. Het Action Plan heeft de vorm gekregen van een protocol onder het MoU en werd getekend met de minister van Havens (SEP) en de minister van Transport (MoT). De ondertekening vormde het officiële startschot van de samenwerking in het kader van het MoU Havens, Maritiem Transport en Logistiek.

2g@there programma Tijdens zijn bezoek in april 2009 werd door Staatssecretaris Heemskerk (EZ) de goedkeuring van een 2g@there programma aangekondigd. Dit 2g@there programma bood een meerjarige publiek-private samenwerking op gebied van Havens, Maritiem Transport en Logistiek (inclusief de scheepsbouw) en kende een groep zeer gecommitteerde partijen onder aanvoering van Amports.

(In januari 2012 is verandering gekomen in het instrumentarium van EL&I gericht op International Ondernemen waardoor het 2g@there programma vervangen is door een nieuwe faciliteit, te weten, “Partners for International Business/PIB”. Het 2g@there project o.l.v. Amports liep door tot eind 2012. Daarna werd door een aantal van de dezelfde bedrijven een PIB aanvraag ingediend voor vervolgactiviteiten in Brazilië).

De betrokken partijen waren:  De havens van Rotterdam, Amsterdam, Zeeland en Groningen  NEA Transportonderzoek en -opleiding B.V.  Holland Marine Equipment (HME)  Scheepvaart & Transport College Rotterdam  Maritieme Academie Amsterdam  Arcadis  Royal Haskoning  Port Management Consultants  Raadgevend Ingenieursbureau Lievense B.V.  Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB)  Gebr. De Korte Handel en Transport Maatschappij B.V.  Stichting Nederland Maritiem Land

Hoofddoelstelling van het 2g@there project was het intensiveren van de bilaterale handels- en investeringsrelatie tussen Nederland en Brazilië, op het gebied van zeehavens, achterlandlogistiek, off-shore (upstream en downstream) en scheepsbouw d.m.v. publiek private inzet, zoals reeds geïnitieerd via het MoU inz. Havens, Maritiem Transport en Logistiek, alsmede een Letter of Intent met de deelstaat (pilot-project) door middel van:  het versterken en uitbreiden van het netwerk van Nederlandse bedrijven in de relevante sectoren;  het nog sterker positioneren van Nederland, publiek en privaat, als hoogwaardige, innovatieve en strategische partner op bovengenoemde gebieden met aandacht voor duurzaamheid;  en kennisuitwisseling en relatieopbouw in Brazilië.

De te realiseren resultaten: 1. De betrokkenheid van Nederlandse partijen bij het opstellen van het Braziliaanse Masterplan van Zeehavens op federaal niveau en op deelstaatniveau (Pernambuco) via het daaruit voortkomende inzicht betrokkenheid van Nederlandse bedrijven realiseren bij de uitvoering van concrete projecten. 2. De betrokkenheid van Nederlandse partijen bij het opstellen van het Braziliaanse Masterplan voor achterland transport (met name binnenvaart) op deelstaat niveau (Rio Grande do Sul) en via het daaruit voortkomende inzicht betrokkenheid van Nederlandse bedrijven realiseren bij de uitvoering van concrete projecten. 3. De resultaten van het Rio Grande do Sul project, moesten leiden tot een blauwdruk voor de ontwikkeling van achterlandontwikkeling op federaal niveau. 4. Het introduceren van Nederlandse Maritieme bedrijven (scheepsbouw en toeleverantie), op de Braziliaanse markt (Rio de Janeiro, Rio Grande do Sul, Itajai, Manaus en Recife).

Relatie met MoU. Het 2g@there programma omvatte deels de invulling van het MoU Havens, Maritiem Transport en Logistiek en was in onderdelen van het Action Plan terug te vinden. Een aantal van de betrokken partijen (Amports, Haven Rotterdam, NEA en HME als vertegenwoordigers van de verschillende maritieme takken) vormden samen met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en 2 Innovatie en het ministerie van Infrastructuur en Milieu het NL deel van de Bilaterale Werkgroep onder het MoU.

Stand van zaken Activiteiten

1. Havenontwikkeling

Belang HBR: meer lading van/naar Rotterdam en een participatie in een Braziliaanse haven. Alle overige activiteiten van HbR (zoals consultancy) zijn hier dienstbaar aan.

Federaal Masterplan Havens (Plano Nacional de logistica Portuaria/PNLP)(betrokkenheid HbR) Tijdens het bezoek van minister Eurlings aan Brazilië in 2009 werd door minister Brito van SEP (ministerie van havens) de tender - ten faveure van HbR - voor het project (voor het opstellen van een federaal Masterplan Havens) geschrapt. Vier consortia zijn het project toen misgelopen. Uiteindelijk waren de juridische hobbels voor een directe gunning van het project niet te nemen door HbR en is teruggekeerd naar het oorspronkelijk plan van een door HbR te geven second opinion (m.a.w. boardroom consultancy). Het federale Masterplan Havens/PNLP is opgesteld door de universiteit van Santa Catarina waarbij HbR parallel meeliep en adviseerde. Het PNLP is inmiddels afgerond. Door het team van de universiteit is uitstekend werk geleverd en er is goed gebruik gemaakt van de aanbevelingen van HbR m.b.t. de aanpak, methodologie en het integreren van de vele disciplines die bij een hervorming van de complete havensector komen kijken. Het eindresultaat droeg een sterk Rotterdams karakter. Het project (boardroom consultancy) is uiteindelijk niet gefinancierd vanuit het 2g@there programma, maar werd geheel door het ministerie van Havens (SEP – Secretaria Especial de Portos) gefinancierd. De implementatie zal een groot aantal deelprojecten omvatten en jaren in beslag nemen. Indien HbR een blijvende aanwezigheid heeft in Brazilië middels een participatie dan is HbR bereid om SEP te ondersteunen bij de implementatie van het PNLP.

Board Room Consultancy Suape (betrokkenheid HbR) In 2009 werd een contract getekend waarbij HbR de haven van Suape (Recife) geadviseerd heeft bij het opstellen van een Master Plan voor modernisering en uitbreiding van de haven. Het Master Plan is uitgevoerd door een consortium van een lokaal bedrijf en een bedrijf uit Rio de Janeiro. Door HbR is ook een businessplan voor de haven van Suape opgesteld en er heeft matchmaking plaatsgevonden in Rotterdam. Voorts is HbR betrokken geweest bij presentaties bij BNDES (Brazilian Development Bank) t.b.v. investeringen in de haven van Suape. Het uiteindelijke doel van HbR is te participeren in de haven van Suape. Het traject ligt thans stil en is afhankelijk van de medewerking van de gouverneur van Pernambuco.

Nieuw: Ontwikkelen greenfield haven (betrokkenheid HbR/Porto Central Het HbR is - met een privaat consortium - betrokken bij de start van een nieuwe grote haven in de staat Espirito Santo. Rol HbR: inbreng van expertise op het gebied van portmanagement en development. Op 9 april 2012 werd hiertoe een Memorandum of Agreement/MoA met de Gouverneur van Espirito Santo getekend in Vitória. Voor het totstand komen van de deelneming is goedkeuring nodig van MoT en SEP. Voor de benodigde vergunningen is men eveneens afhankelijk van de federale overheid. Het project is door de gouverneur op 10 april 2012 tijdens de Intermodal in São Paulo gepresenteerd aan de minister van Infrastructuur en Milieu, alsmede aan het publiek en de markt. Op het ogenblik is HbR drukdoende om de benodigde (milieu) vergunningen te bemachtigen.

2. Maritiem Transport en Logistiek (w.o. binnenvaart)

Pilot project Rio Grande do Sul (betrokkenheid Amports/NEA) Onder het 2g@there programma en het MoU/Action Plan is door Amports/NEA een pilot project haven- en binnenvaartontwikkeling uitgevoerd in de deelstaat Rio Grande do Sul/RGdS. Het project was een gevolg van een bezoek in augustus 2008 van vertegenwoordigers van de deelstaat Rio Grande do Sul aan Nederland waarbij een Letter of Intent (LoI) getekend werd door Minister Eurlings en Gouverneur Yeda Crusius. Door Amports/NEA werd een overeenkomst gesloten met RGdS voor het opstellen van een Masterplan voor de binnenvaart.

3 Er is in juni 2009 een Task Force opgericht om draagvlak te creëren voor intermodaalvervoer in RGdS. Tijdens de Intermodal beurs in São Paulo in 2010 is door minister Eurlings een container shuttle tussen Rio Grande en Porto Alegre ceremonieel geïnaugureerd. Het pilot-project is inmiddels afgerond. Voor eventuele vervolgactiviteiten zal ingezet moeten worden op het aanhalen van bilaterale contacten op deelstaat niveau na de verkiezingen in november 2014.

Tijdens het bezoek van minister Eurlings aan Brazilië in 2010 is een verzoek gekomen vanuit Belém (deelstaat Pará) om een soortgelijk masterplan als in Rio Grande do Sul op te stellen. Op verzoek van ANTAQ (Braziliaanse federale binnenvaart organisatie) zijn Amports/NEA daar twee keer geweest en heeft een workshop plaatsgevonden. Hoewel ANTAQ aanvankelijk de indruk wekte met spoed een masterplan te willen opstellen voor Pará blijkt dat thans om politieke redenen (volksstemming over de opdeling van de deelstaat Pará) de plannen stil liggen.

Federaal Masterplan Achterlandverbindingen/PHE (betrokkenheid Amports/NEA) Het Braziliaanse ministerie van Transport ziet het Masterplan Rio Grande do Sul als een perfecte ‘pilot’ voor een federale aanpak. Tijdens een bezoek in oktober 2009 van de vice-minister van Transport (thans de minister), Paulo Passos, aan Nederland is van de zijde van het Braziliaanse transportministerie het verzoek gedaan om institutionele ondersteuning vanuit Nederland bij het vormgeven van de projectuitvoering (dus een soort boardroom consultancy). Hierover zijn vervolgens afspraken gemaakt met Amports/NEA. Tijdens een bezoek aan Brazilië in november 2009 heeft het ministerie van Transport aan Amports/NEA gevraagd een programma op te stellen en uit te voeren ter bevordering van de capacity building van hun staf en enkele anderen. Dit alles in het kader van de bevordering van de binnenvaart. Hieraan is in mei en november 2010 invulling gegeven middels een tweetal masterclasses waaraan werd deelgenomen door MoT en ANTAQ. Voor het opstellen van het Masterplan Binnenvaart (PHE) werd een tenderprocedure gestart. Zeer recentelijk is van MoT in Brasilia vernomen dat Amports/NEA (+Witteveen en Bos) begin volgend jaar verwacht worden in actie te komen (het geven van een second opinion/boardroom consultancy) nu het bedrijf, dat het federaal masterplan voor de binnenvaart (PHE) gaat maken, bekend is. Dat is Arcadis Logos geworden. Met de second opinion rol hopen Amports/NEA betrokken te raken bij alle (potentiële) binnenvaartgebieden in Brazilië.

Nieuwe ontwikkelingen/corridorvorming Voortkomend uit de uitgevoerde werkzaamheden en het opgebouwde netwerk in het kader van het 2g@there programma zijn Amports/NEA geïnformeerd over het voornemen van de federale overheid Brazilië op te delen in zeven transportcorridors. Het ministerie van Transport in Brasilia heeft Amports/NEA laten weten behoefte te hebben aan Nederlandse expertise bij de verdere uitwerking van dat voornemen. De kennis en het inzicht dat via deze betrokkenheid kan worden verkregen biedt het Nederlands bedrijfsleven daarna in de implementatiefase een voorsprong op de concurrentie voor de levering van producten en diensten en mogelijke partnerships met Braziliaanse partijen. De verbeteringen van de infra- en suprastructuur in het achterland en de zeehavens en daarmee de veranderingen in de modal split (wegvervoer/spoorvervoer/binnenvaart/short sea/vervoer per pijpleiding) met als resultaat meer efficiency en duurzaamheid biedt het Nederlands bedrijfsleven goede kansen voor leveranties en dienstverlening. Voor de uitwerking van transportcorridors is inmiddels door een samenwerkingsverband waarin wordt deelgenomen door Panteia, Connekt, EICB, TNO en STC een voorstel ingediend bij het Agentschap NL voor een programma Partners for International Business (PIB) van EL&I.

Verder is door NEA samen met APC een tender ingediend voor een project (financiering o.a. door de WB) inzake short sea shipping. Het is nog niet bekend welke partijen de tender hebben gewonnen.

3. Scheepsbouw en Toeleveringsindustrie

Bij Transpetro werd tijdens het bezoek van minister Eurlings aan Rio in 2010 door de heer Machado (CEO Transpetro) aan Nederland het verzoek gedaan de benodigde “equipment” voor de bouw van hun schepen. Voor de HME-bedrijven biedt dit veel kansen. Het “Holland Marine House Brazil” in Rio de Janeiro is in augustus 2009 gelanceerd vanuit het 2g@there programma en een subsidie van IENM. HMHB verenigt de toeleveranciers in de scheepsbouw aan NL zijde en vertegenwoordigt

4 deze lokaal. Een belangrijke rol van HMHB is ervoor te zorgen dat NL bedrijven op de `makerslist’ van Transpetro komen te staan. Alleen dan mogen Braziliaanse scheepswerven de NLse producten bestellen. Tijdens het bezoek van minister Eurlings in april 2010 vond de officiële opening plaats in aanwezigheid van Machado. HMHB heeft in de opstart een aantal problemen gehad die de organisatie nog steeds parten speelt. Thans wordt gewerkt aan een doorstart en er wordt gezocht naar een nieuwe directeur. HMHB heeft zich inmiddels wel breder opengesteld voor de gehele scheepsbouw in Nederland (inclusief de jachtbouw). Voor een betere positionering van de sector en het HMHB is recentelijk een programma for International Business gehonoreerd.

Op uitnodiging van het EL&I en HME, heeft een groep directeuren van Braziliaanse scheepswerven en rederijen, eind juni 2012 15 Nederlandse bedrijven bezocht die zaken (kunnen) doen met de Braziliaanse scheepsbouwsector. De Brazilianen waren zeer onder de indruk van de Nederlandse efficiency en geavanceerde technieken in de scheepsbouw en de hoogstaande technologie die wordt toegepast en ook voor Braziliaanse scheepswerven beschikbaar is. Scheepsbouwvereniging Sinaval wil zo snel mogelijk komen tot een samenwerkingsovereenkomst met de Nederlandse counterpart Scheepsbouw Nederland/HME ter bevordering van technische samenwerking tussen Nederlandse bedrijven en Braziliaanse werven. Ook hoopt Sinaval bepaalde bedrijven naar Rio de Janeiro te trekken om deel uit te maken van de door de deelstaat Rio opgezette technologiecluster Polo Logistico Industrial de Navipeças do Rio de Janeiro (Polinavi) voor de scheepsbouw. Actieve lokale deelname van buitenlandse bedrijven is in het belang van de voortgang van het ambitieuze uitbreidingsprogramma van Petrobrás dat tussen nu en 2020 meer dan 230 miljard wil investeren om het geïdentificeerde potentieel van de offshore olie- en gasindustrie te realiseren. Vier van de bezochte 15 bedrijven hebben inmiddels begin augustus een tegenbezoek gebracht aan Rio de Janeiro om samen met Holland Marine House Brazil en Sinaval mee te doen aan Navalshore, Zuid-Amerika’s grootste beurs voor de scheepsbouw en offshore industrie.

4. Training en Onderwijs

STC groep is in overleg met MoT en ANTAQ voor het leveren van trainingen/opleidingen op het gebied van haven ontwikkeling, transport en logistiek. Met Vale (grote producent van ijzererts en ook klant van HbR) is een contract voor company training (wereldwijd) getekend, waarbij de samenwerking is verlengd voor de periode 2012-2015. STC heeft met steun vanuit het 2g@there programma een onderzoek verricht naar de haalbaarheid van een Port and Shipping Training Center in de regio van Recife, inclusief de haven van Suape. Dit heeft begin 2012 geresulteerd in de officiële oprichting van STC Brasil Treinamentos, Consultoria e Pesquisa Ltda met zetel in Recife. Voorts verzorgt STC voor CSN (staalproducent) opleidingen van sleepbootbemanningen en via een consultancy opdracht wordt geadviseerd op het gebied van sleepbootoperations. Met SENAI (opleidingsinstituut) (train de trainer) - Senai Santa Catarina – heeft STC een jointventure (verzorging cursussen train the trainer). Verder wordt door STC samengewerkt met FATEC voor het opzetten van binnenvaart training via Nuffic. 10.2.a

In verband met de ontwikkeling van Porto Central (in Vitoria) zijn er plannen om aldaar ook activiteiten te ontplooien op het gebied van trainingen/opleidingen.

Wat hebben we bereikt met het 2g@there programma havens, maritiem transport en logistiek?

Resumerend:

a. Projecten van Porint/HbR (PNLP, Port of Suape, Porto Central), NEA/Amports, Witteveen en Bos (PHE, pilot Rio Grande do Sul). b. Opening kantoor HME (HMHB in Rio) c. Arcadis PHE project (opstellen federaal masterplan binnenvaart).

5

d. Allen: betrokkenheid bij activiteiten zoals masterclasses, seminars en bezoeken. e. Door netwerken/contacten en ingangen: verbeterde mogelijkheden bij leveranties en offertes, o.m. Marin, Maritieme Academie, HITT, Offshore Ship Designers/OSD, en HMHB leden. f. NEA/Amports is met GISTRAN (Braz. ingenieursbureau), betrokken bij enkele tenders op het gebied van logistiek en wegvervoer (gaat om goederenstroomanalyses/voorspellingen). Deze zijn uitgezet door ANTT (Agentschap voor Land Transport onder MoT). g. Via NEA is de Braziliaanse Overheid (MoT) betrokken geraakt bij een initiatief van de Rijncommissie voor het bijeen brengen van de rivierautoriteiten in een aantal landen wereldwijd. Tijdens het Wereld Water Forum in Marseille (maart 2012) is een eerste bijeenkomst geweest, CCR wil komen tot een opzet van een kennisuitwisseling tussen de partijen wereldwijd. Ook de China en India zijn hierbij betrokken.

B. Waterbeheer

Een aantal overstromingen na hevige regenval in 2010 (m.n. in de stad São Paulo) was aanleiding voor de Brazilianen om naar Nederland te kijken voor advies en kennisuitwisseling.

Saõ Paulo: Tijdens het bezoek van minister Eurlings aan Brazilië in aprill 2010 werd door de burgemeester van SP, Kassab, een beroep gedaan op Nederlandse assistentie op het gebied van flooding / urban water management. Door minister Eurlings werden Brazilian Dutch Dialogues aangeboden. Inmiddels hebben 2 BBD’s plaatsgevonden (nov/dec 2010 en aug/sept 2011). De activiteiten worden uitgevoerd via NWP door Arcadis/Alkyon en DHV). DGRW is hierbij betrokken. Tijdens de BDD in 2011 is afgesproken dat binnen twee maanden een gezamenlijk, gedetailleerd werkplan zal zijn opgesteld (inclusief financiering), een besluit is genomen over het uitvoeringsmechanisme, en een opzet is gemaakt voor een derde BDD, waarschijnlijk tijdens het IABR in 2012 in Rotterdam. Inmiddels is een geïntegreerd pakket aan activiteiten geïdentificeerd, specifiek gericht op stedelijk waterbeheer. Een eerste activiteit is het Mirror Group project. Doel van dit project is het opzetten van een Mirror Group van NLse experts die de stad São Paulo zal assisteren bij het opstellen van een Master Plan voor stedelijk waterbeheer.

Tijdens haar bezoek aan São Paulo (april 2012) werd door minister Schultz van Haegen een workshop (Mirrorgroup) geopend. Deze 2 daagse workshop was directe follow up van de Brazilian Dutch Dialogues en onderdeel van de Mirrorgroup activiteiten. In feite een start van een heel werkpakket aan activiteiten, die tijdens de workshop verder worden uitgewerkt in het verlangde van de afspraken gemaakt tijdens de 2e BDD. De Mirrorgroup wordt gefinancierd vanuit ELenI (AgentschapNL) in het kader van het Government-to-Government programma. De idee is te adviseren op strategisch planniveau, en tegelijkertijd concreet in te zetten op kennisuitwisseling, 2 pilotprojecten in SP en een Handboek met voorbeelden. Deze workshop richtte zich op: het Masterplanproces en reflectie vanuit NL; samenstelling en inhoud van het Handbook (guideline voor het Masterplan); concretisering voor 2 pilots in SP. Sao Paulo is actief met het opstellen van een integraal Masterplan voor Urban Drainage voor de gehele stad. Aansluiting daarop door Nederlandse partijen is de wens en biedt kansen voor de toekomst.

In 2011 is ook vanuit ANA (the National Water Agency in Brasília) belangstelling getoond voor samenwerking met Nederland op het gebied van water management. Ter inventarisatie van de onderwerpen voor samenwerking heeft eind aug/begin sept 2011 een fact finding missie plaatsgevonden naar Brasília. Daarbij was DGRW betrokken. Inmiddels werkt het Ministerie van Infrastructuur en Milieu/Rijkswaterstaat, in opdracht van AgentschapNL, aan een samenwerking op rijksoverheidsniveau met Brazilië. Het onderwerp van de samenwerking is ‘flood early warning’. De directe partner is het nationaal water agentschap, ANA (Agência Nacional de Águas). De uitvoering vindt plaats in nauwe afstemming met DG Ruimte en Water (IenM) en de ambassade in Brasilia.

6

De investeringen in Brazilië in de bestrijding van natuurrampen en verbetering van het waterbeheer stijgen de laatste jaren sterk. De belangrijkste natuurrampen zijn water gerelateerd. Het gaat om overstromingen, aardverschuivingen en droogte. De impact van deze verschijnselen neemt toe. Enerzijds door toename van economische ontwikkeling en bevolking in risicovolle gebieden, anderzijds door klimaatverandering.

Deze inzet richt zich op de samenwerking tussen overheidspartijen bij de bestrijding van een crisis en met name gericht op early warning. In Brazilië zijn nieuwe organisaties in oprichting en krijgen bestaande organisaties nieuwe verantwoordelijkheden bij de crisisbeheersing. Een goede samenwerking is van cruciaal belang. De verbetering van deze samenwerking was onderwerp van een eerste workshop in juni 2012 waar een groot aantal betrokken partijen, zowel van de federale overheid als van deelstaten, aanwezig waren. Deze workshop verliep succesvol en krijgt een vervolg.

Het nationaal wateragentschap, ANA, is een centrale partij bij de uitvoering van het waterbeheer in Brazilië. ANA heeft onder andere een belangrijke stem bij de besteding van de gelden van omvangrijk Wereldbank project, Interaguas, in Brazilië. De Wereldbank staat positief ten opzichte van inzet van Nederlandse deskundigheid bij de uitvoering van dit project. Daarnaast toont CEMADEN, een nieuwe organisatie gericht op vroegtijdige waarschuwingen voor overstromingen, aardverschuivingen en droogte, interesse in gezamenlijk onderzoek. Concrete uitwerking van deze signalen moet nog plaatsvinden.

C. Afvalverwerking

De nieuwe afvalwetgeving (wet 12.305 van 2 augustus 2010 en Besluit 7.404 van 23 december 2010) in Brazilië, zowel op federaal als deelstaat niveau, vraagt aan alle 5565 gemeenten en 26 staten voor juli 2012 een afvalplan gereed te hebben, waarvan de doelen in augustus 2014 moeten zijn gerealiseerd: gescheiden inzameling van nat en droog afval, alleen bewerkt afval mag naar stortplaatsen die moeten voldoen aan strenge eisen (sanitary landfills). Een nieuw element in het Besluit van december 2010 is “producent verantwoordelijkheid” voor verpakkingen, toxische landbouw verpakkingen, (verpakkingen van) smeerolie, afgedankte medicijnen, autobanden, kwikhoudende lampen en elektronisch afval. Andere principes in de wet zijn: het preventie en voorzorgsbeginsel, en gedeelde verantwoordelijkheid. De industrie ziet zich geconfronteerd met dit nieuwe principe en maakt zich ernstig zorgen over de zware sancties die in het vooruitzicht zijn gesteld. De FIESP (de federale werkgeversvereniging in São Paulo) heeft uit dien hoofde contact gezocht met het Nederlands consulaat generaal om inzicht te krijgen in de Nederlandse aanpak van het beginsel van producentenverantwoordelijkheid (Nederland heeft al ca 15 jaar wettelijke regelingen en daarvoor al convenanten voor producenten verantwoordelijkheid). Ook het Milieu ministerie van São Paulo heeft interesse getoond in de instrumenten die in Nederland succesvol zijn gebleken en op de wijze waarop het beleid in Nederland is geïmplementeerd. Daarnaast ontbreekt in Brazilië een recycling industrie en opleidingen op universitair niveau. In verband met even omschreven ontwikkelingen werd tijdens het bezoek van de minister van IenM aan Brazilië in april 2012 in samenwerking met FIESP een seminar gehouden waarbij de Brazilianen geïnformeerd worden over de Nederlandse aanpak van de afvalproblematiek en de Nederlandse afvalbedrijven en technologie geïntroduceerd worden op de Braziliaanse markt. Ook wordt beoogt om samenwerking tot stand te brengen tussen NL en Braziliaanse universiteiten. Van Braziliaanse zijde is een verzoek gedaan om samenwerking op het gebied van waste management en soil remediation in een MoU vast te leggen. Hiertoe ligt en concept-MoU gereed.

D. Luchtvaart

Op het gebied van luchtvaart onderhoudt NL bilaterale betrekkingen met Brazilië. Binnen de ruimte die de meest recente MoU uit 2007 biedt heeft KLM in 2011 de route AMS-RIO heropend. Daarnaast is er een rechtstreekse verbinding met Sao Paulo. Chartermaatschappijen (ArkeFly) opereren op het noordoosten van Brazilië. Er ligt een verticale luchtvaartovereenkomst tussen de EU en Brazilië voor ondertekening gereed.

Deze verticale overeenkomst is voor NL van belang, omdat het met name de mogelijkheden op het gebied van cargo vluchten vergroot (5e vrijheid). Om onduidelijke redenen heeft ondertekening door de Brazilianen nog niet plaats gevonden.

7

Samenwerking is er met Brazilië op het gebied van de ontwikkeling van biokerosine. De NLse overheid is hier bij betrokken via ondersteuning van het programma van het consortium SkyNRG. In het kader van de VN-conferentie RIO+20 wordt gewerkt aan een programma om uit een duurzame productielijn te ontwikkelen waarmee uit de Babassunoot biokerosine wordt geproduceerd.

E. Luchthavenontwikkeling

Brazilië heeft een sterke economische ontwikkeling en - daarmee samenhangend – een sterke toename van het luchtvervoer laten zien. In de afgelopen jaren was er een jaarlijkse groei van circa 20 procent in passagiersaantallen (in 2010 zelfs 23 procent t.o.v. 2009). Brazilië is veruit de grootste markt voor luchtvervoer in Zuid-Amerika met jaarlijks ongeveer 65 miljoen passagiers domestic en 4,5 miljoen passagiers tussen de EU en Brazilië, waar nog veel groei te verwachten is. Daarnaast zullen het WK-voetbal en de Olympische Spelen het luchtvervoer van en naar Brazilië verder omhoog stuwen. Op dit moment is de luchthaveninfrastructuur bij lange na niet toereikend om de genoemde ontwikkelingen te kunnen faciliteren. In de meeste van de twaalf WK speelsteden loopt de geplande uitbreiding en vernieuwing van de luchthavens achter op schema. Het betreft niet alleen capaciteitsvergroting, maar ook het moderniseren van bestaande terminals, met nieuwe apparatuur en nieuwe transportfaciliteiten voor passagiers van en naar luchthavens, zoals trams en hogesnelheidstreinen.

Organisatorische veranderingen Om ervoor te zorgen dat Brazilië toch op tijd klaar is voor het WK 2014 heeft de nieuwe president Dilma Rousseff ingrijpende maatregelen genomen op organisatorisch gebied. Voorheen viel luchtvaart onder het ministerie van Defensie. Maar nu is een nieuw ‘Secretary of Civil Aviation’ (SAC) ingesteld, dat direct onder de president ressorteert. Feitelijk komt dit neer op een ‘nieuw’ ministerie van luchtvaart dat verantwoordelijk is voor het formuleren, coördineren en het toezicht houden op de uitvoering van het beleid voor de ontwikkeling van de civiele luchtvaartindustrie en de luchthaveninfrastructuur. Onder dit nieuwe ministerie vallen de luchthavenoperator INFRAERO (verantwoordelijk voor het beheer en de operatie van circa 67 van de 200 luchthavens) en de regulator ANAC. Wagner Bittencourt de Oliveira werd aangesteld als de nieuwe minister van civiele luchtvaart.

In verband met even omschreven ontwikkelingen werden door de directeur Luchthavens van IENM in april en mei 2011 bezoeken gebracht aan Brazilië samen met Schiphol, KLM, NLR en NACO (later is Vanderlande daaraan toegevoegd). Door de koerswijziging krijgen privatisering en buitenlandse inbreng de ruimte en het was een goed moment om de Nederlandse kennis en kunde op het gebied van luchthavenontwikkeling/-infrastructuur onder de aandacht te brengen bij een aantal Braziliaanse autoriteiten en grote bouwbedrijven. Tijdens zijn ontmoeting met de nieuwe luchtvaart minister Wagner Bittencourt werd afgesproken om een MoU op te stellen en werd door de directeur Luchthavens een executive programme / masterclass aangeboden. Inmiddels is een concept-MoU opgesteld dat gereed ligt voor ondertekening. Het Executive programma heeft plaatsgevonden van 9 – 11 november 2011.Thans wordt nagegaan hoe verder vorm zal worden gegeven aan de follow-up van het programma. Naar verluidt heeft minister Bittencourt plannen om in 2012 naar Europa te komen. Hoewel de staatssecretaris van IENM tijdens Rio+20 (juni 2012) een korte ontmoeting heeft gehad met minister Bittencourt is het MoU niet getekend om technische redenen.

F. ITS/ Intelligent Transport Systems

Aan het bezoek van minister Schultz van Haegen aan Brazilië in april 2012 werd eveneens deelgenomen door de ITS sector o.l.v. Connekt (een onafhankelijk netwerk van bedrijven en overheden dat partijen verbindt om te werken aan duurzame verbetering van de mobiliteit in Nederland). Connekt organiseerde voor haar leden een speciaal ITS/logistiek programma. De delegatie ging op bezoek naar verschillende Braziliaanse publiek- en private organisaties in São Paulo en Rio de Janeiro. In nauwe samenwerking werden met de Braziliaanse organisaties Green Mobility en ITS Brasil verschillende seminars georganiseerd. Daar kwamen verschillende ITS

8

onderwerpen aan bod, die in Brazilië en Nederland een rol spelen. Het programma bestond uit verschillende field visits om de verkeerssituatie in São Paulo en Rio de Janeiro te ervaren. Enkele highlights waren de meeting met de deelstaatsecretariaat in São Paulo, het bezoek aan de Rio Operations Centre en een bezoek aan CCR Ponte voor de Rio-Niteroi brug.

IENM bezoeken van (over en weer)

 Juni 2007, Minister Brito bezoekt Nederland (EZ en Haven Rotterdam),. Nadien nog 3 maal in Nederland voor specifieke bedrijfsbezoeken (o.a. APM terminals).  November 2007, de deelstaten Pernambuco, Rio de Janeiro en Rio grande do Sul bezoeken NL met bedrijvendelegatie,  April 2008, Staatsbezoek president Luiz Inacio Lula da Silva. Hij werd vergezeld door Minister Brito voor Havens, Minister Jorge Filho voor Ontwikkeling, Industrie en Buitenlandse Handels, minister Amorim voor Buitenlandse Betrekkingen en een bedrijvendelegatie.  Augustus 2008, Bezoek van de gouverneur en deelstaatministers van Rio Grande do Sul.  Maart 2009, Economische missie van de minister van Verkeer en Waterstaat (Eurlings) aan Brazilië  Mei 2009, Bezoek gouverneur Rio Grande do Norte, Wilma de Faria, aan Nederland.  Oktober 2009, Bezoek vice-minister van Transport, Paulo Passos, aan Nederland.  November 2009, Bezoek parlementslid, Manuela D’Avila, aan Nederland.  Maart 2011, Bezoek aan Nederland van een delegatie uit Bahia o.l.v. Mr. Ney Campello (Secretary Department for special Affairs of the World Cup FIFA 2014)  April 2010, Economische missie van de minister van Verkeer en Waterstaat (Eurlings) naar Brazilië.  April 2011, 1e Economische missie o.l.v. Directeur Luchthavens 10.2.e naar Brazilië.  Mei 2011, 2e Economische missie o.l.v. Directeur Luchthavens 10.2.e naar Brazilië.  April 2012, Economische missie van de minister van Infrastructuur en Milieu (Melanie Schultz van Haegen) aan Brazilië.  Juni 2012, Bezoek aan Brazilië van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu i.v.m. deelname aan Rio+20.

Versie: oktober 2012

9