BIJDRAGEN TOT DE KENNIS VAN ONS VERDEDIGINGSSTELSEL, (Vervolg Van N"

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

BIJDRAGEN TOT DE KENNIS VAN ONS VERDEDIGINGSSTELSEL, (Vervolg Van N BIJDRAGEN TOT DE KENNIS VAN ONS VERDEDIGINGSSTELSEL, (Vervolg van N". 10, Blz. 481.) III. HET ZUIDELIJK FRONTIER. Wij verstaan door ons Zuidelijk frontier dat gedeelte van ons land, het- welk gelegen is ten zuiden van de Maas en Waal, dus, aan het oosten be- ginnende, het Rijk van Nijmegen, het land tusschen Maas en Waal, den Bommeler-waard, Noord-Brabant, Zeeland met Staals-Vlaanderen en de Zuid- Hollandsche eilanden; Limburg, een vooruitspringend gedeelte, dat niet ver- dedigd kan worden, laten wij hier buiten beschouwing, zoo ook de beide daarin gelegene vestingen Maastricht en Venlo. Even als in ons vorig opstel over de Ussel-linie, zullen wij in de eerste plaats de natuurlijke verdedigings- middelen van ons zuidelijk frontier bespreken, om daarna de vestingen, die hier worden aangetroffen, en de inundatiën te behandelen. Na alzoo de in- rigting van dit gedeelte van ons verdedigingsstelsel te hebben doen kennen, zullen wij aantoonen op welke wijze de verdediging daarvan geregeld zou kunnen worden. De vijand, die uil hel zuiden legen ons land oprukt, wordt in zijn' opmarsch, let men alleen op de natuurlijke verdedigingsmiddelen aan deze zijde, niet eerder gestuit dan wanneer hij gekomen is aan de Maas en Waal; aan de westzijde houdt de Wester-Schelde hem tegen, maar die rivier vorderl eigenlijk slechts de aandacht bij een' aanval op onze kusten. Wij hebben ons hier dus slechts met de beide eerstgenoemde rivieren op te houden, en moeten hare beteekenis uit een krijgskundig oogpunt onderzoeken. De Maas, die uit Frankrijk komt, loopt op Belgisch gebied met groote snel- heid tusschen het gebergte, dat nabij Maastricht te niet loopt. Zij heeft bij die stad eene breedte van ISO el en eene snelheid van 0.84 el per secunde (l). (l) Eene snelheid van 0.80 a l el per sec. wordt beschouwd als eene geuxme stroomsnelheid; l .50 a 2 el is een sterke, 2 è 3 el een zeer sterke stroom; boven de 3 el kan de stroom als zoo sterk worden beschouwd, dat de rivier daardoor onbevaarbaar is. III. S. 8. D. N'. 11. i 046 Lager wordt de snelheid veel geringer; hij Megen is zij, hij middelhaar water, slechts 0.58 a 0.42 el, hij Bokhoven daarentegen 0.64 a 0.74 el. Het ver- mogen der rivier is daar, hij den laag sten zomerstand, 70 kub. el per secunde; hij middelbaren waterstand kan het vermogen der rivier gerekend worden 134 kuh. el te bedragen. De Maas ligt bij Maastricht op ruim 42 el boven AP.; bij Venlo op 15 el boven AP., zoodat het verval tusschen heide plaatsen, die ruim H uur van elkander liggen, 27 cl bedraagt. Dit sterke verval veroorzaakt in den zomer in dit vak een lagen waterstand, zoodat de rivier dan op vele plaatsen doorwaadbaar is, en in den winter, hij hoog water, een sterken stroom, door welke omstandigheden de scheepvaart aldaar zeer belemmerd wordt; in den besten lijd is de rivier dan ook slechts voor plalhodemde vaar- tuigen en schuiten bevaarbaar. Tusschen Venlo en Crcvecoeur, aan den mond der Dieze, is het verval gering, en bedraagt slechts 6.79 el, terwijl de afstand dier beide punten ruim 22 uur is. Meer benedenwaarts wordt het verval nog geringer, en over de geheele lengte van Grave tot Woudrichem — een afstand van nagenoeg 16 uur — is het geheele verval, bij vloed, slechts 3.83 en bij eb 4.26 el. Tot bij Kuik en Mook is de rivier door hooge en doorgaans onhedijkte oevers ingesloten. Later treft men regelmatige bedijkingen aan, behalve op drie pun- ten, namelijk hoven Grave, waar, bij hoog water (d. i. vroeger bij 10.034- AP. aan de peilschaal te Grave en thans bij 10.19 + AP.), de Beerschc overlaat op den linkeroever over eene lengte van bijna 5000 el werkt, en dan de zooge- naamde Beersche Maas doet ontstaan; bij Ileerwaarden (ten o. van St. Andries), en bij Bokhoven (ten w. van Crevecoeur). Het water van de Beersche Maas gaat over den overlaat tusschen Kuik en Katwijk (800 el), en dien tusschen Groot-Linden en Gassel (4200 el), vloeit om Grave (waar in den straatweg van 's Bosch een verlaagd vak is), heen, en verder hinncndijks langs de lage gronden, die tusschen de rivier en de hoogere heidevelden liggen, naar de sluizen van Orten en Empel aan de Dieze; soms, bij een langdurigen zeer hoogen stand van het waler, vloeit het ook over eenige verlaagde vakken van de Dieze-dijken, en wordt dan, met het water dat over den Bokhovenschen over- laat is gekomen, langs den Baardwijkschen overlaat afgeleid naar het oude Maasjc, den Amer en het Hollands-diep. Ook op den regteroever treedt, hij hoog water, de Maas buiten hare oevers, en wordt het terrein tusschen Coehoorn en den Neer-Asseltschen dijk overstroomd; zelfs bij een' stand van 9.60 + AP. is de doortogf hier reeds gestremd. De breedte van de Maas is hij Venlo 160 a 180, bij Grave 188, bij Megen 110, hij Lilli 284, hij Lkhoijen 200, bij Driel (in den Bommelerwaard) 339, bij Bokhoven 176, bij Heusden 190, hij Giessen 406 en even hoven Woudri- chem 190 ellen (1). Bij het aangenomen stelsel van normalisering (zie onsNa- (1) VAN i>EB AA. Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden en het later te melden werk van K.RAYEMIOFP over Waal en Maas bl. 57. 047 schrift bij de IJsst'l-linie) is vastgesteld, dat de breedte der Maas bij Maastricht zal worden 100 cl, en dat de rivier zich verder geleidelijk zal verwijden, op 120 el bij Venlo, op 130 el bij St. Andries, op 140 el bij Crevecoeur, op 160 t-1 bij Loevestein. De afstand der bandijken die thans buitengewoon af- wisselend is, zoodat hij op sommige punten, bij Ravestcin bvb., slechts 70 el, op andere, zoo als bij Bokhoven en Ammerzode, meer dan 3000 el bedraagt, is op 500 el bepaald (1). De diepte van de Maas beneden Venlo of liever beneden Maashees is, gemiddeld, 2.70 el; op enkele punten, zooals bij Megen en Bokhoven, bedraagt zij meer dan 5 el, op anderen, met name bij Box- meer, licnedrn Oeffeit, beneden Alphen, bij LUhoijcn en boven Lilh, wordt, bij middelbaren waterstand, naauwclijks 1.80 el gepeild; tusschcn St. Andries en Crevecoeur zijn punten, waar soms niet meer dan 1.10 el water staat. De vloed doet zich soms tot Crevecoeur, doch in den regel tot Heusden gevoelen. Boven Venlo is de diepte over het geheel veel geringer dan op het overige gedeelte der rivier. Voor dal de Zuid-Willemsvaart bestond, konden groote schepen (van 1.88 el diepgang en 2üO tonnen inhoud) zelden verder komen dan Venlo; zij moesten dan gebruik maken van ligters, die echter 's zomers niet eenmaal met volle lading konden varen. Sedert is de toestand van de Maas, door het water dat de Belgen ons hebben afgenomen, nog verergerd (2). De Maas kwam vroeger, bij de schans St. Andries, door het kanaal van dien naam, in verbinding met de Waal. Volgens het aangenomen stelsel van rivierverbetering (3), moeten deze beide rivieren echter geheel van elkander gescheiden worden, en elk eene eigene uitmonding in zee verkrijgen. In ver- band hiermede is dan ook reeds in 1856 het kanaal van St. Andries (breed 132 a 152 el), met eene groote schutsluis, afgesloten (i), terwijl het plan (1) Rapport van de Inspekteurs van den Waterstaat (zie de noot beneden) bladz. W. (2) Van Boekholt (ten z. van Weert) is een kanaal westwaarts gegraven naar het punt, waar do provinciën Limburg, Noord-Brabant en Antwerpen aan elkander raken, en van dit punt loopen 3 kanalen naar de Demer, Nethe en Schelde. Deze verschillende kanalen dienen den Belgen tot af- leiding van liet water hunner ontginningen, en onttrekken veel water aan de Maas. volgens het onlangs met Belgiö gesloten traktaat zal door deze mogendheid eene som van 9 ton gouds worden betaald tot verbetering van de Maas. De mogelijkheid van eene ingrijpende verbetering wordt echter door sommigen ontkend en de Oud-Soldaat schreef reeds in 1851 (zie Nedcrlandsche Hoofdrivieren Deel I, Aanhangsel bl. Il) dat men de rivier beneden Venlo wel verbeteren kon, en dat er ook nog veel gedaan kon worden tot oever-verdediging en tot verbetering van de stroombaan, maar dat «het physiek onmogelijk is" om van de Maas boven Venlo of boven den mond der Swalmen — met het oog op het groote verval — een goed vaarwater te maken. (3) Zie over dit stelsel het Rapport der Inspekteurs van den Waterstaat (VAN DER KUN , IMJNJE en CONHAD), reeds aangehaald bij de Ussel-linie. Deel I, bl. 84—I37ien 107. Dit meesterlijk verslag, waarvan het l" Deel (220 bladz. 4"), meer van belang is voor het algemeen , terwnl het 2,e Deel uitsluitend berekeningen en tabellen bevat, geeft vooreerst een terugblik op de vroegere ontwerpen tot riyierverbetoring, beschrijft daarna het stelsel, dat sedert 1831 — toen er voor het eerst iets gedaan is tot verbetering onzer waterwegen — ten opzigte der rivieren is gevolgd, geeft verder eene kritische beschouwing van alle in de laatste jaren met het oog cp deze zaak gedane voorstellen om eindelijk de vraag te behandelen: »wat moet er nu verder gedaan worden?'' Met het antwoord, door de gemelde Inspekteurs op deze vraag gegeven , schijnt de regering zich in de hoofdzaak vereenigd te hebben , zoodat hunne voorstellen zijn ie beschouwen als vormende het stel- sel , dat gevol"d zal worden. Het Rapport der Inspekteurs sluit aan De Nederlandsdie hoofdrivicren van een Oud-Soldaat, die tot 1850 loopen, zoodat iedereen, met deze beide werken, voldoende op de hoogte kan komen van de gansche kwestie onzer rivierverbctering. Wil men op de boogie blijven van hetgeen in dit opzigt jaarlijks geschiedt, zoo raadplege men de sedert 185;i door het Dep.
Recommended publications
  • Bijlage 4A: De Dienstkringen Van De Rotterdamse Waterweg (Hoek Van Holland)
    Bijlage 4a: de dienstkringen van de Rotterdamse Waterweg (Hoek van Holland) Behoort bij de publicatie: 1-2-2016 © Henk van de Laak ISBN: 978-94-6247-047-7 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. BIJLAGE 4a: DE DIENSTKRINGEN VAN DE ROTTERDAMSE WATERWEG (HOEK VAN HOLLAND) Machinestempel ‘Nieuwe Waterweg 1866-1936 BRUG NOCH SLUIS’ 23-9-1936 1. De start van de rivierdienst Door de aanleg van grote werken als de Nieuwe Merwede en de Rotterdamse Waterweg en de ontwikkeling van de scheepvaart op de grote rivieren, die in einde 19e eeuw in een stroomversnelling kwam door de overgang van houten zeilschepen op ijzeren stoomschepen, groeide waarschijnlijk het besef, dat het rivierbeheer een specialisatie was, die centralisatie van de aandacht en kennis vereiste. Met ingang van 1 april 1873 werd door de Minister van Binnenlandse Zaken dan ook ‘het technisch beheer der rivieren’ ingesteld onder leiding van de inspecteur in algemene dienst P. Caland. Aan deze inspecteur werd de hoofdingenieur H.S.J. Rose toegevoegd, die met de voorbereiding van de werkzaamheden verbonden aan dit beheer, was belast. De uitvoering van de werken bleef voorlopig nog een taak van de hoofdingenieurs in de districten1. Op 1 januari 1875 trad een nadere regeling in werking voor het beheer van de grote rivieren2 en per die datum werd ook H.S.J. Rose aangewezen als hoofdingenieur voor de rivieren3. Deze MB behelsde de instelling van het rivierbeheer, die was belast met zowel de voorbereiding als de uitvoering van de werkzaamheden, verbonden aan het beheer van de grote rivieren, met inbegrip van de uiterwaarden, platen en kribben.
    [Show full text]
  • Make Your Company an ESTA Supporter (For Just 800 €)
    EST s f xcellence 17 Crane ob f he ear – cat – Telescopi es Nordic Crane Vest AS LTM1500-8.1 at Valhall DP The diesel riven ile ne th ll ts electrical equipmen i ot EX-approved In rde to se he ile crane s emporary uipment, n ive nd as latform, dditional safety tem had o e nstalled n the ile ne such s ga etection nd utomati hutdown. The ystem completely e-energizes crane, emovin he ossibility f avin n gnition rce. ESTA Awards of Excellence 2017 The ile ne s placed on op f al designed ne s hat ld istribute he oad f he ne Crane job of the year – cat. B – Telescopic cranes > 120 T to he n ctureNordic f he Crane latform Vest ASBeams s lso aid ou unde the ile ne heels so hat he ne could rive ward ndLTM1500 ackward-8.1 at urin Valhall ssembly DP f he mobile rane. This s he arges mobileThe diesel ne driven ordi mobile e crane s with have all its ed electrical on equipmentive latform is not n heEX-approved. orth In andorder ossibl to use ythe mobile the rs 50 mobilecrane crane as hata temporary ave een equipment, n ive on ffshore a live oil anddrilling gas platform,platform a ndditional he ld. safety system had to be installed on Międzynarodowy Transport Drogowy the mobile crane such as gas detection and automatic shutdown. The system completely de-energizes the Kazimierz Skuratowicz crane, removing the possibility of having an ignition source. ul. Opolska 56 49-100 Niemodlin, PL The mobile crane was placed on top of special designed crane mats that would distribute the load of the crane tel.
    [Show full text]
  • The Low Countries. Jaargang 11
    The Low Countries. Jaargang 11 bron The Low Countries. Jaargang 11. Stichting Ons Erfdeel, Rekkem 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_low001200301_01/colofon.php © 2011 dbnl i.s.m. 10 Always the Same H2O Queen Wilhelmina of the Netherlands hovers above the water, with a little help from her subjects, during the floods in Gelderland, 1926. Photo courtesy of Spaarnestad Fotoarchief. Luigem (West Flanders), 28 September 1918. Photo by Antony / © SOFAM Belgium 2003. The Low Countries. Jaargang 11 11 Foreword ριστον μν δωρ - Water is best. (Pindar) Water. There's too much of it, or too little. It's too salty, or too sweet. It wells up from the ground, carves itself a way through the land, and then it's called a river or a stream. It descends from the heavens in a variety of forms - as dew or hail, to mention just the extremes. And then, of course, there is the all-encompassing water which we call the sea, and which reminds us of the beginning of all things. The English once labelled the Netherlands across the North Sea ‘this indigested vomit of the sea’. But the Dutch went to work on that vomit, systematically and stubbornly: ‘... their tireless hands manufactured this land, / drained it and trained it and planed it and planned’ (James Brockway). As God's subcontractors they gradually became experts in living apart together. Look carefully at the first photo. The water has struck again. We're talking 1926. Gelderland. The small, stocky woman visiting the stricken province is Queen Wilhelmina. Without turning a hair she allows herself to be carried over the waters.
    [Show full text]
  • Half a Century of Morphological Change in the Haringvliet and Grevelingen Ebb-Tidal Deltas (SW Netherlands) - Impacts of Large-Scale Engineering 1964-2015
    Half a century of morphological change in the Haringvliet and Grevelingen ebb-tidal deltas (SW Netherlands) - Impacts of large-scale engineering 1964-2015 Ad J.F. van der Spek1,2; Edwin P.L. Elias3 1Deltares, P.O. Box 177, 2600 MH Delft, The Netherlands; [email protected] 2Faculty of Geosciences, Utrecht University, P.O. Box 80115, 3508 TC Utrecht 3Deltares USA, 8070 Georgia Ave, Silver Spring, MD 20910, U.S.A.; [email protected] Abstract The estuaries in the SW Netherlands, a series of distributaries of the rivers Rhine, Meuse and Scheldt known as the Dutch Delta, have been engineered to a large extent. The complete or partial damming of these estuaries in the nineteensixties had an enormous impact on their ebb-tidal deltas. The strong reduction of the cross-shore tidal flow triggered a series of morphological changes that includes erosion of the ebb delta front, the building of a coast-parallel, linear intertidal sand bar at the seaward edge of the delta platform and infilling of the tidal channels. The continuous extension of the port of Rotterdam in the northern part of the Haringvliet ebb-tidal delta increasingly sheltered the latter from the impact of waves from the northwest and north. This led to breaching and erosion of the shore-parallel bar. Moreover, large-scale sedimentation diminished the average depth in this area. The Grevelingen ebb-tidal delta has a more exposed position and has not reached this stage of bar breaching yet. The observed development of the ebb-tidal deltas caused by restriction or even blocking of the tidal flow in the associated estuary or tidal inlet is summarized in a conceptual model.
    [Show full text]
  • 8366/21 ADD 1 Ev Hierbij Gaat Voor De Delegaties Document C(2021
    Raad van de Europese Unie Brussel, 30 april 2021 (OR. en) 8366/21 ADD 1 TRANS 256 DELACT 88 BEGELEIDENDE NOTA van: de secretaris-generaal van de Europese Commissie, ondertekend door mevrouw Martine DEPREZ, directeur ingekomen: 28 april 2021 aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie nr. Comdoc.: C(2021) 2853 final - Annex Betreft: BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de wijziging van de lijst van binnenwateren in de Unie en de minimale technische voorschriften voor vaartuigen Hierbij gaat voor de delegaties document C(2021) 2853 final - Annex. Bijlage: C(2021) 2853 final - Annex 8366/21 ADD 1 ev NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.4.2021 C(2021) 2853 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de wijziging van de lijst van binnenwateren in de Unie en de minimale technische voorschriften voor vaartuigen NL NL BIJLAGE I “BIJLAGE I LIJST VAN BINNENWATEREN IN DE UNIE, GEOGRAFISCH ONDERVERDEELD IN DE ZONES 1, 2 EN 3 HOOFDSTUK 1 Zone 1 Frankrijk Stroomafwaarts van de transversale grens van de zee in de riviermonding van de Seine, de Loire, de Gironde en de Rhône Duitsland Eems Van de verbindingslijn tussen de voormalige vuurtoren van Greetsiel en de westpier van de haveningang bij Eemshaven, zeewaarts tot N 53° 30′ E 6° 45′, d.w.z.
    [Show full text]
  • De Nieuwe Waterweg En Het Noordzeekanaal Een Waagstuk
    De Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal EE N WAAGSTUK Onderzoek in opdracht van de Deltacommissie PROF . DR. G.P. VAN de VE N April 2008 Vormgeving en kaarten Slooves Grafische Vormgeving, Grave 2 De toestand van de natie Willen wij het besluit van het maken van de Nieuwe Wa- bloeiperiode door en ook de opkomende industrie en dienst- terweg en het graven van het Noordzeekanaal goed willen verlening zorgde ervoor dat de basis van de belastingheffing begrijpen, dan moeten wij enig begrip hebben van het groter werd. De belastingen voor de bedrijven en de accijnzen functioneren van de overheid en de overheidsfinanciën, de konden zelfs verlaagd worden. Ook werd een deel van de toestand van de scheepvaart en de technische mogelijkhe- staatsschuld afgelost zodat de rentebetalingen gingen dalen den voor het maken van deze waterwegen. tot onder de 40% in de jaren 1870-1880. Toen stopte de aflos- sing van de staatsschuld omdat er prioriteit werd gegeven aan de uitvoering van grote infrastructurele werken zoals de aan- Overheid en overheidsfinanciën leg van de spoorwegen, de normalisering van de rivieren en de voltooiing van de aanleg van twee belangrijke waterwegen, het Hoewel er in 1848 door de nieuwe grondwet in Nederland Noordzeekanaal en de Nieuwe Waterweg. een liberale grondwet was aangenomen met een volwassen De gunstige positie van de overheidsfinanciën is ook te dan- parlementair stelsel, was het in de jaren vijftig nog allerminst ken aan de grote inkomsten uit Nederlands Indië. Tot 1868 zeker dat de liberalisatie van het staatsbestel en de economie was dit te danken aan het cultuurstelsel.
    [Show full text]
  • Adaptation with Small Steps Or a Big Step? a Probabilistic Approach of flood Risk Reduction in the Dutch Delta
    Adaptation with small steps or a big step? A probabilistic approach of flood risk reduction in the Dutch Delta J. Dokter1;2, T. Botterhuis2, M. Kok1 & H. Van Waveren3 1: Delft University of Technology, Delft, The Netherlands 2: HKV Consultants, Lelystad, The Netherlands 3: Ministry of Public Works, Lelystad, The Netherlands ABSTRACT: In view of expected socio-economic development of the Dutch Delta it has recently be decided to update the safety standards, in terms of a maximum allowable loss of life probability and more stringent acceptable flooding probabilities. In order to assess safety, a probabilistic approach is followed, where the un- certainties in hydraulic loads and strength of flood defences is described by probability distributions. Also, dependencies between various stochastic variables are taken into account. The approach will be described in the paper and applied to the Rotterdam area (South West Delta) in The Netherlands. Here, two divergent strate- gies are identified. The first strategy is to follow an adaptive approach with small temporal steps, with many strengthened inland flood defences as the main core. The second strategy is to continue with shortening the coastline by building a dam and pumping stations in the harbor of Rotterdam. The safety consequences of both strategies will be discussed. 1 INTRODUCTION ing years in order to control the flood threats in an effi- cient manner, see e.g. (Deltaprogramma 2014). In the Large parts of The Netherlands are exposed to the current situation, several river mouths are closed per- threats of flooding due to the influence of high wa- manently by dams or storm surge barriers.
    [Show full text]
  • S-Gravenhage Telefoon 070-4416611 Samenstelling/Prod
    COLOFON Uitgave Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP 's-Gravenhage telefoon 070-4416611 Samenstelling/Productie mw. J. Chabinath mw. I. Ender mw. drs. S.R. Jonkergouw mw. drs. M. Keereweer drs. M. Koenders mw. drs. L.A. Nizet mw. drs. M. Polman mw. drs. C. Scheffer drs. A. Schuurman Begeleidingscommissie D. Brouwer de Koning W. de Jong drs. W.B.J. Polman ir. D. van der Veen ir. J. G. Wegner Vormgeving Facilitaire Dienst, Bureau Vormgeving Druk Rooduyn vorm & druk 's-Gravenhage, december 1995 A. HISTORISCH-GEOGRAFISCHE BESCHRIJVING A. Schuurman mei 1991 B. BEBOUWINGSKARAKTERISTIEK C. Scheffer december 1992 C. INVENTARISATIE M. Keereweer M. Polman 1993 -1- INHOUDSOPGAVE A. HISTORISCH-GEOGRAFISCHE BESCHRIJVIING 1. INLEIDING 2. FYSISCHE GESTELDHEID 2.1. Bodem en relief 2.2. Afwatering 3. LANDSCHAPSSTRUCTUUR EN GRONDGEBRUIK 3.1. Ontginning en agrarisch grondgebruik 3.2. Niet-agrarisch grondgebruik 3.3. Ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog 3.4. Visuele karakteristiek 4. INFRASTRUCTUUR 4.1. Landwegen 4.2. Wateren 4.3. Veerdiensten 4.4. Dijken en kaden 4.5. Nutsvoorzieningen 5. NEDERZETTINGEN 5.1. Algemeen 5.2. Rozenburg 5.3. Verspreide bebouwing LITERATUURLIJST VOORNAAMSTE GEBRUIKTE KAARTEN BIJLAGEN B. BEBOUWINGKARAKTERISTIEK C INVENTARISATIE -2- A. HISTORISCH-GEOGRAFISCHE BESCHRIJVING 1. INLEIDING De gemeente Rozenburg ligt in het westen van de provincie Zuid-Holland aan de zuidelijke oever van de Nieuwe Waterweg. Rozenburg maakt deel uit van de M.LP.-regio het Nieuwe Waterweggebied. De gemeente wordt bijna geheel omgrensd door de gemeente Rotterdam. Alleen in het noordoosten grenst Rozenburg aan een andere gemeente, en wel Maassluis. De grenzen hebben in de loop der tijden een aantal wijzigingen ondergaan.
    [Show full text]
  • Oil Spill Port of Rotterdam Oil Spill Port of Rotterdam
    DUTCH SAFETY BOARD Oil spill Port of Rotterdam Oil spill Port of Rotterdam The Hague, March 2020 The reports issued by the Dutch Safety Board are open to the public and available on www.safetyboard.nl. Cover photo: Rotterdam Harbour Police The Dutch Safety Board When accidents or disasters happen, the Dutch Safety Board investigates how it was possible for these to occur, with the aim of learning lessons for the future and, ultimately, improving safety in the Netherlands. The Safety Board is independent and is free to decide which incidents to investigate. In particular, it focuses on situations in which people’s personal safety is dependent on third parties, such as the government or companies. In certain cases the Board is under an obligation to carry out an investigation. Its investigations do not address issues of blame or liability. Dutch Safety Board Chairman: J.R.V.A. Dijsselbloem M.B.A. van Asselt S. Zouridis Secretary Director: C.A.J.F. Verheij Visiting address: Lange Voorhout 9 Postal address: PO Box 95404 2514 EA The Hague 2509 CK The Hague The Netherlands The Netherlands Telephone: +31 (0)70 333 7000 Website: safetyboard.nl E-mail: [email protected] N.B. This report is published in the Dutch and English language. If there is a difference in interpretation between the Dutch report and English version, the Dutch text wil prevail. - 3 - CONTENT Summary .................................................................................................................... 6 Recommendations .....................................................................................................
    [Show full text]
  • On the Use of Fascines in the Public Works Of
    158 OTHERSELECTED PAJ?ERS No. 1,415.-“ On the Use of Fascinesin the Public Works of Holland.” By THOMASCOLCLOUGH WATSON, M. Inst. C.E. HOLLAND,from its geographical position, is exposed bothto damage from the sea and to internal inundation. Lying at the outlet of the rivers Rhine and Meuse, for a great part many feet below low water, the inhabitants have been engaged for centuries in a continued contest withthe waters. In this struggle the Dutch have had to contend with no ordinary difficulties : their country produces no stone, timber, or other material usually employed in great hydraulic works; while the soil is composed of soft alluvium, broughtdown by the rivers, and deposited on abase of sand which formed originally the bed of the ocean. While Holland produces none of the materials referred to, its swamps and morasses are admirably suited to the growth of the willow, alder, aspen, and brushwood of analogous character. This has been taken advantage of; hence nearly all the vast protective works of thecountry derive their strength from the judicious employment of fascines. The object of this Paper is to show how, withtheir aid, the Dutch have succeeded inprotecting their country, not only from internal inundation, but from the ravages of the ocean itself. FASCINES, Called in Dutch ‘ Ryshout,’ are derived from copses of willows, osiers, &C., on the low lands and islands in the estuaries of the Rhine and the Meuse. Willow, with a small admixtureof ash and alder, is grown as a business, the crop being cut every third or fourth year.l The wood is cut early in the autumn as a rule, but in cases of extraordinary demand in the spring.
    [Show full text]
  • Ontwerp Wijzigings- Besluit 2021-006265/D2021-03-006031
    ONTWERP WIJZIGINGS- BESLUIT 2021-006265/D2021-03-006031 1 Procedure Datum wijzigings- besluit: - Datum aanvraag: 19 maart 2021 OLO nummer: 5903951 Procedure: Vergunningen benodigd voor de realisatie van de rijksweg als bedoeld in het “Tracébesluit Blankenburgverbinding” vallen onder de werkingssfeer van de Tracéwet. Onderhavig wijzigingsbesluit is een van de besluiten als bedoeld in artikel 20, lid 2 van de Tracéwet die vereist zijn voor de uitvoering van het project. Op grond van artikel 20, lid 4 van de Tracéwet is het wijzigingsbesluit voorbereid met toepassing van de uniforme voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Procedure verlengd/ opgeschort: nee Aanvulling aanvraag: n.v.t. Aanvrager: BAAK EPCM v.o.f., Postbus 8270, 3009AG Rotterdam Vergunninghouder: Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, Boompjes 200, 3011XD Rotterdam Locatie activiteit: Delflandsedijk (straatnaam Maassluissedijk) te Vlaardingen, Nieuwe Waterweg (Het Scheur) alsmede de rivieroever en Droespolderweg bij Rozenburg (gemeente Rotterdam) Betreft: Hebben en houden Maasdeltatunnel (definitief), onderdeel van de Blankenburgverbinding (rijksweg A24) Datum ontwerp- wijzigingsbesluit: 20 april 2021 Rijkswaterstaat heeft in het kader van de aanleg van rijksweg A24 op 1 augustus 2019 een aanvraag ingediend voor een watervergunning voor het hebben en houden van de Maasdeltatunnel en een aantal voorzieningen in relatie tot de Delflandsedijk. Op 25 november 2019 hebben dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland daarop een watervergunning verleend (kenmerk 2019-012970/D2019-10-000478; Staatscourant 2019, 67932). Deze vergunning is onherroepelijk (hierna ook wel de “initiële vergunning”). Op 19 maart 2021 heeft Rijkswaterstaat een aanvraag ingediend die strekt tot een aantal wijzigingen van de initiële vergunning. Dit (ontwerp) wijzigingsbesluit ziet op de gewenste wijzingen die in die aanvraag zijn vervat.
    [Show full text]
  • Morfologie En Ecologie Van De Schelde-Monding Overzicht Van Bestaande Kennis En Data
    Morfologie en ecologie van de Schelde- monding Overzicht van bestaande kennis en data Morfologie en ecologie van de Schelde-monding Overzicht van bestaande kennis en data Auteur(s) Jebbe van der Werf Harriëtte Meijer - Holzhauer Ad van der Spek Roy van Weerdenburg Johan Craeymeersch Ingrid Tulp Tom Ysebeart Deze rapportage is mede tot stand gekomen door IMMERSE (Implementing Measures for Sustainable Estuaries), onderdeel van het Noordzeeprogramma van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Unie. 2 van 93 Morfologie en ecologie van de Schelde-monding 11203725-000-ZKS-0017, 6 oktober 2020 Morfologie en ecologie van de Schelde-monding Overzicht van bestaande kennis en data Opdrachtgever Rijkswaterstaat Zee en Delta Contactpersoon Marco Schrijver Referenties Van der Werf, J. (2020). Plan van aanpak globaal ontwerp proefsuppletie Schelde-monding. Memo 11203725- 000-ZKS-0014, Deltares. Trefwoorden Schelde-monding, morfologie, ecologie, pilotsuppletie, literatuurstudie Documentgegevens Versie 1.0 Datum 06-10-2020 Projectnummer 11203725-000 Document ID 11203725-000-ZKS-0017 Pagina’s 93 Status definitief Auteur(s) Jebbe van der Werf Harriëtte Meijer - Holzhauer Ad van der Spek Roy van Weerdenburg Johan Craeymeersch Ingrid Tulp Tom Ysebaert Doc. Versie Auteur Controle Akkoord Publicatie 1 Jebbe van der Werf et al. Edwin Elias Toon Segeren Peter Herman 2 Jebbe van der Werf et al. Edwin Elias Toon Segeren Luca van Duren 3 van 93 Morfologie en ecologie van de Schelde-monding 11203725-000-ZKS-0017, 6 oktober 2020 Samenvatting Rijkswaterstaat is voornemens om een suppletie in de monding van het Schelde-estuarium aan te leggen om te onderzoeken of suppleties in dit gebied bijdragen aan de instandhouding van het Kustfundament en de veiligheid van de kust en het achterland.
    [Show full text]