Download PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF Van Tekst De Gulden Passer. Jaargang 78-79 bron De Gulden Passer. Jaargang 78-79. Vereniging van Antwerpse Bibliofielen, Antwerpen 2000-2001 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_gul005200001_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 7 [De Gulden Passer 2000-2001] Woord vooraf Ruim een halve eeuw geleden begon de bibliograaf Prosper Arents aan de realisatie van zijn vermetel plan om de bibliotheek van Pieter Pauwel Rubens virtueel te reconstrueren. In 1961 publiceerde hij in Noordgouw een bondig maar nog steeds lezenswaardig verslag over de stand, op dat ogenblik, van zijn werkzaamheden onder de titel De bibliotheek van Pieter Pauwel Rubens. Toen hij in 1984 op hoge leeftijd overleed, had hij vele honderden titels achterhaald, onderzocht en bibliografisch beschreven. Persklaar kon men zijn notities echter allerminst noemen, iets wat hij overigens zelf goed besefte. In 1994 slaagden Alfons Thijs en Ludo Simons erin onderzoeksgelden van de Universiteit Antwerpen / UFSIA ter beschikking te krijgen om Arents' gegevens electronisch te laten verwerken. Lia Baudouin, classica van vorming, die deze moeilijke en omvangrijke taak op zich nam, beperkte zich niet tot het invoeren van de titels, maar heeft ook bijkomende exemplaren opgespoord, Arents' bibliografische verwijzingen nagekeken en aangevuld en de uitgegeven correspondentie van P.P. Rubens opnieuw gescreend inzake lectuurgegevens. Een informele werkgroep, bestaande uit Arnout Balis, Frans Baudouin, Jacques de Bie, Pierre Delsaerdt, Marcus de Schepper, Ludo Simons en Alfons Thijs, begeleidde L. Baudouin bij haar ‘monnikenwerk’. Na het verstrijken van het mandaat van de onderzoekster bleef toch nog heel wat werk te verrichten om het geheel persklaar te maken. Elly Cockx-Indestege, Jacques de Bie, Marcus de Schepper en Alfons Thijs behartigden deze laatste productiefase. Anna E.C. Simoni was zo vriendelijk voor Engelse samenvattingen te zorgen. De redactie achtte het nuttig dat Alfons Thijs, via bio-bibliografische gegevens over Prosper Arents, de cultuurhistorische context schetste waarin deze ‘poging tot reconstructie van de Rubensbibliotheek’ tot stand gekomen is. Zij prijst zich gelukkig dat Frans Baudouin, met zijn grondige kennis van Rubens en diens wereld, bereid was in een verkennende studie te peilen naar de inhoudelijke verscheidenheid en de functionele betekenis van deze kunstenaars- én geleerdenbibliotheek. De Gulden Passer. Jaargang 78-79 8 De titelbeschrijvingen vormen uiteraard de hoofdbrok van de publicatie. Hierbij dient onderstreept dat noch Prosper Arents noch de bewerkers van zijn notities alle beschrijvingen met het boek in de hand konden controleren. In een minderheid van de gevallen moesten zij zich verlaten op bibliografische informatie uit bibliotheekcatalogi, bibliografieën en andere referentiewerken, soms op door bibliotheekverantwoordelijken schriftelijk verstrekte inlichtingen. Bij de aanduiding van bewaarplaatsen van de aangehaalde edities is niet naar volledigheid gestreefd. Enkel die exemplaren zijn vermeld welke door Arents of de bewerkers bij het onderzoek betrokken werden. Zoals uit de bijdrage van Frans Baudouin nog zal blijken, zijn de titels gegroepeerd in een aantal afdelingen, zelf geordend op basis van de toenemende mate van onzekerheid over de vraag of P.P. Rubens van het geciteerde werk wel degelijk een exemplaar in zijn bibliotheek had. In vele gevallen is op basis van het bronnenmateriaal niet uit te maken welke editie van een bepaald werk P.P. Rubens exact bezat. In zulke omstandigheden heeft Prosper Arents, in de regel, voor de (ten aanzien van de bron) meest recente uitgave geopteerd. De gebruiker van het corpus weze er zich dus steeds van bewust dat P.P. Rubens in werkelijkheid eventueel een andere, met name oudere editie van het betrokken werk kan bezeten hebben. Slechts van drie titels uit Rubens' bibliotheek is een exemplaar bekend dat zeker ooit eigendom was van de meester, waar namelijk een handgeschreven opdracht aan P.P. Rubens in voorkomt. Rubens verwierf zijn boekenbezit deels via aankopen bij de Officina Plantiniana. Slechts een deel van de desbetreffende archiefgegevens is door Max Rooses in zijn Petrus-Paulus Rubens en Balthasar Moretus gepubliceerd. Prosper Arents heeft de boekhouding van Moretus er opnieuw op nageslagen,1 de tran- 1 Uit diezelfde journalen transcribeerde Prosper Arents ook de vermeldingen van: 1o een 70-tal boeken in 1628-1633 aangekocht door P.P. Rubens voor rekening van zijn zoon Albert, en 2o een 115 boeken aangekocht door Albert Rubens zelf (althans tot 1640). Elk van die werken heeft Arents tevens, naar best vermogen, geïdentificeerd. We hopen dit materiaal één van de volgende jaren te publiceren. De Gulden Passer. Jaargang 78-79 9 scripties van Max Rooses nagekeken, waar nodig gecorrigeerd en aangevuld en vervolgens alle aldus gevonden titels naar best vermogen geïdentificeerd en er exemplaren van opgespoord. Identificatie was vaak niet gemakkelijk, daar de bibliograaf vaststelde dat in de journalen vermelde formaten, vooral bij kleine boekjes, ‘meer naar het uitzicht van het boek dan naar het vouwen van het blad’ verwezen. Terecht stipte Prosper Arents in Noordgouw aan dat P.P. Rubens ongetwijfeld ook bij andere boekhandelaars dan Moretus boeken bestelde, zonder dat daarvan in archieven sporen gevonden zijn. Rubens' bibliotheek bevatte dus zeker meer publicaties dan die welke men in de hier gepubliceerde lijst aantreft. Zo verwijst zijn corpus, bij gebrek aan voldoende overtuigend bronnenmateriaal, bijvoorbeeld ook niet naar de schoolboeken die de jonge P.P. Rubens gebruikte.2 Het picturale oeuvre van P.P. Rubens verschaft aanwijzingen over vermoedelijke lectuur van de meester. Als voorzichtige en nuchtere bibliograaf verkoos Prosper Arents zich echter niet op zulke kunsthistorische interpretaties te steunen. Heel bewust beperkte hij zijn bronnenmateriaal tot tastbare boeken en documenten. De bewerkers van Arents' handschrift zijn hem hierin gevolgd en laten het aan kunsthistorici over om, mede aan de hand van Arents' bibliografisch corpus, verder op zoek te gaan naar de intellectuele achtergronden van het fenomeen Rubens. De redactie dankt de talrijke personen - té veel om op te noemen - die op de meest uiteenlopende wijzen ertoe hebben bijgedragen dat Arents' werk uiteindelijk ter perse kon gaan. Zij is de Universiteit Antwerpen / UFSIA bijzonder erkentelijk, niet enkel omdat zij destijds de nodige onderzoekskredieten ter beschikking stelde, maar ook omdat zij bereid was een substantiële financiële tegemoetkoming te verlenen, zonder dewelke de uitgave van de voorliggende publicatie niet mogelijk zou zijn geweest. 2 Prosper Arents heeft wel uit het journaal van de Officina Plantiniana 31 posten genoteerd en zoveel mogelijk geïdentificeerd in verband met de aankopen in 1585-1590 van schoolboeken door Rumoldus Verdonck, de ‘magister’ bij wie Rubens van 1587 tot 1590 school liep om er onder meer Latijn te leren. We zullen trachten ook deze gegevens later, na nadere bewerking, uit te geven. De Gulden Passer. Jaargang 78-79 10 De Gulden Passer. Jaargang 78-79 11 Prosper Arents (1889-1984): bibliograaf van Petrus Paulus Rubens ... en van vele anderen Alfons K.L. Thijs In het vooruitzicht van zijn pensionering op 1 december 19531 ontving Prosper Arents van zijn collega's uit de Antwerpse Stadsbibliotheek een keurig door de Antwerpse boekbinder-vergulder R. van Santen in leder gebonden exemplaar van Jacob Burckhardt und Rubens door Emil Maurer (Bazel, Verlag Birkhäuser, 1951). Vooraan had Arents' chef en vriend, stadsbibliothecaris Ger Schmook (1898-1985), een korte maar diep doorvoelde opdracht geschreven: ‘De voortreffelijke collega van harte! 3 September 1953’, gevolgd door 24 handtekeningen. Niet zonder reden bood het bibliotheekpersoneel de gevierde juist een werk over de Rubens-studie aan. Prosper Arents was toen al gedurende meer dan een kwarteeuw massa's bibliografisch materiaal omtrent P.P. Rubens aan het verzamelen en publiceren. Bovendien kon iedereen uit het bibliotheekwereldje onfeilbaar voorspellen dat Arents ook na zijn pensionering met onverdroten ijver verder op dat terrein zou werken. Bij de aanvang van Arents' carrière liet nochtans niets vermoeden dat deze - zoals nog zal blijken - veeleer toevallig in het bibliotheekwezen verzeilde onderwijzer een belangrijke bijdrage zou leveren tot de ontsluiting van de Rubens-documentatie. Arents ‘relatie’ met Rubens begon pas in 1927, namelijk met de organisatie van een tentoonstelling over Rubens-literatuur uit het bezit van de Antwerpse Stedelijke Hoofdbibliotheek. 1 De data van de indiensttreding en pensionering van P. Arents werden verstrekt door de heer Roger Rennenberg, voormalig directeur-conservator van de Stadsbibliotheek, waarvoor wij hem hartelijk danken. De Gulden Passer. Jaargang 78-79 12 Voorbestemd voor een baan in het onderwijs Prosper Arents, geboren te Borgerhout op 23 januari 1889 en te Mortsel overleden op 4 maart 1984,2 volgde lager onderwijs te Antwerpen, onder meer in de stadsschool aan de Van Maerlantstraat,3 waar hij les kreeg van de letterkundige Frans Jan van Cuyck (1857-1952).4 Op hoge leeftijd, in 1976, herinnerde hij zich nog deze ‘schitterende onderwijzer’ als ‘een Vlaming uit één stuk’ die de jongens ‘een eerste blik in de Nederlandse literatuur’ gunde.5 Zijn opleiding tot onderwijzer ontving Prosper Arents in de Normaalschool te Lier.6 Hij studeerde daar in 1908 af, samen met zijn goede kameraad Eugeen Gilliams (1889-1981)
Recommended publications
  • De Grote Rubens Atlas
    DE GROTE RUBENS ATLAS GUNTER HAUSPIE DUITSLAND INHOUD 1568-1589 12-23 13 VLUCHT NAAR KEULEN 13 HUISARREST IN SIEGEN 14 GEBOORTE VAN PETER PAUL ANTWERPEN 15 SIEGEN 16 JEUGD IN KEULEN 1561-1568 17 KEULEN 20 RUBENS’ SCHILDERIJ 10-11 10 WELGESTELDE OUDERS IN DE SANKT PETER 10 ONRUST IN ANTWERPEN 21 NEDERLANDSE ENCLAVE IN KEULEN 11 SCHRIKBEWIND VAN ALVA 22 RUBENS IN HET WALLRAF- RICHARTZ-MUSEUM 23 TERUGKEER NAAR ANTWERPEN 1561 1568 1577 LEEFTIJD 0 1 2 3 4 ITALIË 1600-1608 32-71 33 OVER DE ALPEN 53 OP MISSIE NAAR SPANJE 33 VIA VENETIË NAAR MANTUA 54 EEN ZWARE TOCHT 35 GLORIERIJK MANTUA 54 OPLAPWERK IN VALLADOLID 38 LAGO DI MEZZO 55 VALLADOLID 39 MANTUA IN RUBENS’ TIJD 56 PALACIO REAL 40 CASTELLO DI SAN GIORGIO 57 OVERHANDIGING VAN DE GESCHENKEN 41 PALAZZO DUCALE 57 HERTOG VAN LERMA 42 BASILICA DI SANT’ANDREA 59 GEEN SPAANSE HOFSCHILDER 42 IL RIO 59 TWEEDE VERBLIJF IN ROME 42 HUIS VAN GIULIO ROMANO 59 CHIESA NUOVA 42 HUIS VAN ANDREA MANTEGNA 60 DE GENUESE ELITE 43 PALAZZO TE 61 INSPIREREND GENUA 44 MANTUAANS MEESTERWERK 65 DE PALAZZI VAN GENUA 48 HUWELIJK VAN MARIA DE’ MEDICI 67 EEN LAATSTE KEER ROME IN FIRENZE 67 TERUGKEER NAAR ANTWERPEN 49 EERSTE VERBLIJF IN ROME 68 RUBENS IN ROME 49 SANTA CROCE IN GERUSALEMME 70 STEDEN MET SCHILDERIJEN UIT 51 VIA EEN OMWEG NAAR GRASSE RUBENS’ ITALIAANSE PERIODE 52 VERONA EN PADUA 1600 1608 VLAAMSE MEESTERS 4 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 ANTWERPEN 1589-1600 24-31 25 TERUG IN ANTWERPEN 25 STAD IN VERVAL 26 UITMUNTEND STUDENT 27 DE JEUGDJAREN IN ANTWERPEN 28 GOEDE MANIEREN LEREN 28 DE ROEP VAN DE KUNST 28
    [Show full text]
  • The Rubenianum Quarterly
    2016 The Rubenianum Quarterly 1 Announcing project Collection Ludwig Burchard II Dear friends, colleagues and benefactors, We are pleased to announce that through a generous donation the Rubenianum will be I have the pleasure to inform you of the able to dedicate another project to Ludwig Burchard’s scholarly legacy. The project entails imminent publication of the first part of two main components, both building on previous undertakings that have been carried the mythology volumes in the Corpus out to preserve the Rubenianum’s core collection and at the same time ensure enhanced Rubenianum Ludwig Burchard. The accessibility to the scholarly community of the wealth of Rubens documentation. Digitizing the Corpus Rubenianum Ludwig Burchard, launched in 2013 and successfully two volumes are going to press as we extended until May 2016, will be continued for all Corpus volumes published before 2003, speak and will be truly impressive. abiding by the moving wall of 15 years, that was agreed upon with Brepols Publishers, for the Consisting of nearly 1000 pages and over years 2016–18. 400 images, they will be a monumental The second and larger component of the project builds on the enterprise titled A treasure addition to our ever-growing catalogue trove of study material. Disclosure and valorization of the Collection Ludwig Burchard, raisonné of Rubens’s oeuvre and constitute successfully executed in 2014–15. An archival description of Rubenianum objects originating from Burchard’s library and documentation has since allowed for a virtual reconstruction a wonderful Easter present. of the expert’s scholarly legacy. Much emphasis was placed on the Rubens files during In the meantime, volume xix, 4 on Peter this project, while the collection contains many other resources that are of considerable Paul Rubens’s many portrait copies, importance to Rubens research.
    [Show full text]
  • The Wallace Collection — Rubens Reuniting the Great Landscapes
    XT H E W ALLACE COLLECTION RUBENS: REUNITING THE GREAT LANDSCAPES • Rubens’s two great landscape paintings reunited for the first time in 200 years • First chance to see the National Gallery painting after extensive conservation work • Major collaboration between the National Gallery and the Wallace Collection 3 June - 15 August 2021 #ReunitingRubens In partnership with VISITFLANDERS This year, the Wallace Collection will reunite two great masterpieces of Rubens’s late landscape painting: A View of Het Steen in the Early Morning and The Rainbow Landscape. Thanks to an exceptional loan from the National Gallery, this is the first time in two hundred years that these works, long considered to be companion pieces, will be seen together. This m ajor collaboration between the Wallace Collection and the National Gallery was initiated with the Wallace Collection’s inaugural loan in 2019 of Titian’s Perseus and Andromeda, enabling the National Gallery to complete Titian’s Poesie cycle for the first time in 400 years for their exhibition Titian: Love, Desire, Death. The National Gallery is now making an equally unprecedented reciprocal loan to the Wallace Collection, lending this work for the first time, which will reunite Rubens’s famous and very rare companion pair of landscape paintings for the first time in 200 years. This exhibition is also the first opportunity for audiences to see the National Gallery painting newly cleaned and conserved, as throughout 2020 it has been the focus of a major conservation project specifically in preparation for this reunion. The pendant pair can be admired in new historically appropriate, matching frames, also created especially for this exhibition.
    [Show full text]
  • 'Rubens and His Legacy' Exhibition in Focus Guide
    Exhibition in Focus This guide is given out free to teachers and full-time students with an exhibition ticket and ID at the Learning Desk and is available to other visitors from the RA Shop at a cost of £5.50 (while stocks last). ‘Rubens I mention in this place, as I think him a remarkable instance of the same An Introduction to the Exhibition mind being seen in all the various parts of the art. […] [T]he facility with which he invented, the richness of his composition, the luxuriant harmony and brilliancy for Teachers and Students of his colouring, so dazzle the eye, that whilst his works continue before us we cannot help thinking that all his deficiencies are fully supplied.’ Sir Joshua Reynolds, Discourse V, 10 December 1772 Introduction Written by Francesca Herrick During his lifetime, the Flemish master Sir Peter Paul Rubens (1577–1640) For the Learning Department was the most celebrated artist in Europe and could count the English, French © Royal Academy of Arts and Spanish monarchies among his prestigious patrons. Hailed as ‘the prince of painters and painter of princes’, he was also a skilled diplomat, a highly knowledgeable art collector and a canny businessman. Few artists have managed to make such a powerful impact on both their contemporaries and on successive generations, and this exhibition seeks to demonstrate that his Rubens and His Legacy: Van Dyck to Cézanne continued influence has had much to do with the richness of his repertoire. Its Main Galleries themes of poetry, elegance, power, compassion, violence and lust highlight the 24 January – 10 April 2015 diversity of Rubens’s remarkable range and also reflect the main topics that have fired the imagination of his successors over the past four centuries.
    [Show full text]
  • Anneke Jans' Maternal Grandfather and Great Grandfather
    Anneke Jans’ Maternal Grandfather and Great Grandfather By RICIGS member, Gene Eiklor I have been writing a book about my father’s ancestors. Anneke Jans is my 10th Great Grandmother, the “Matriarch of New Amsterdam.” I am including part of her story as an Appendix to my book. If it proves out, Anneke Jans would be the granddaughter of Willem I “The Silent” who started the process of making the Netherlands into a republic. Since the records and info about Willem I are in the hands of the royals and government (the Royals are buried at Delft under the tomb of Willem I) I took it upon myself to send the Appendix to Leiden University at Leiden. Leiden University was started by Willem I. An interesting fact is that descendants of Anneke have initiated a number of unsuccessful attempts to recapture Anneke’s land on which Trinity Church in New York is located. In Chapter 2 – Dutch Settlement, page 29, Anneke Jans’ mother was listed as Tryntje (Catherine) Jonas. Each were identified as my father’s ninth and tenth Great Grandmothers, respectively. Since completion of that and succeeding chapters I learned from material shared by cousin Betty Jean Leatherwood that Tryntje’s husband had been identified. From this there is a tentative identification of Anneke’s Grandfather and Great Grandfather. The analysis, the compilation and the writings on these finds were done by John Reynolds Totten. They were reported in The New York Genealogical and Biographical Record, Volume LVI, No. 3, July 1925i and Volume LVII, No. 1, January 1926ii Anneke is often named as the Matriarch of New Amsterdam.
    [Show full text]
  • The Spell of Belgium
    The Spell of Belgium By Isabel Anderson THE SPELL OF BELGIUM CHAPTER I THE NEW POST THE winter which I spent in Belgium proved a unique niche in my experience, for it showed me the daily life and characteristics of a people of an old civilization as I could never have known them from casual meetings in the course of ordinary travel. My husband first heard of his nomination as Minister to Belgium over the telephone. We were at Beverly, which was the summer capital that year, when he was told that his name was on the list sent from Washington. Although he had been talked of for the position, still in a way his appointment came as a surprise, and a very pleasant one, too, for we had been assured that “Little Paris” was an attractive post, and that Belgium was especially interesting to diplomats on account of its being the cockpit of Europe. After receiving this first notification, L. called at the “Summer White House” in Beverly, and later went to Washington for instructions. It was not long before we were on our way to the new post. Through a cousin of my husband’s who had married a Belgian, the Comte de Buisseret, we were able to secure a very nice house in Brussels, the Palais d’Assche. As it was being done over by the owners, I remained in Paris during the autumn, waiting until the work should be finished. My husband, of course, went directly to Brussels, and through his letters I was able to gain some idea of what our life there was to be.
    [Show full text]
  • Julius S. Held Papers, Ca
    http://oac.cdlib.org/findaid/ark:/13030/kt3g50355c No online items Finding aid for the Julius S. Held papers, ca. 1921-1999 Isabella Zuralski. Finding aid for the Julius S. Held 990056 1 papers, ca. 1921-1999 Descriptive Summary Title: Julius S. Held papers Date (inclusive): ca. 1918-1999 Number: 990056 Creator/Collector: Held, Julius S (Julius Samuel) Physical Description: 168 box(es)(ca. 70 lin. ft.) Repository: The Getty Research Institute Special Collections 1200 Getty Center Drive, Suite 1100 Los Angeles 90049-1688 [email protected] URL: http://hdl.handle.net/10020/askref (310) 440-7390 Abstract: Research papers of Julius Samuel Held, American art historian renowned for his scholarship in 16th- and 17th-century Dutch and Flemish art, expert on Peter Paul Rubens, Anthony van Dyck, and Rembrandt. The ca. 70 linear feet of material, dating from the mid-1920s to 1999, includes correspondence, research material for Held's writings and his teaching and lecturing activities, with extensive travel notes. Well documented is Held's advisory role in building the collection of the Museo de Arte de Ponce in Puerto Rico. A significant portion of the ca. 29 linear feet of study photographs documents Flemish and Dutch artists from the 15th to the 17th century. Request Materials: Request access to the physical materials described in this inventory through the catalog record for this collection. Click here for the access policy . Language: Collection material is in English Biographical / Historical Note The art historian Julius Samuel Held is considered one of the foremost authorities on the works of Peter Paul Rubens, Anthony van Dyck, and Rembrandt.
    [Show full text]
  • Die Beischriften Des Peter Paul Rubens
    Die Beischriften des Peter Paul Rubens Überlegungen zu handschriftlichen Vermerken auf Zeichnungen Dissertation zur Erlangung der Würde des Doktors der Philosophie des Fachbereichs Kulturgeschichte und Kulturkunde der Universität Hamburg vorgelegt von Veronika Kopecky aus Wien Hamburg und London 2008 / 2012 1. Gutachter: Prof. Dr. Martin Warnke 2. Gutachter: Prof. Dr. Charlotte Schoell-Glass Datum der Disputation: 16. April 2008 Tag des Vollzugs der Promotion: 02. Juli 2008 Textband Vorwort 2 Danksagung 6 Einleitung 8 Die Unterschrift 11 Signatur und Fälschung, Zuschreibung und Bewertung 11 Der Adressat der Beischrift I. Die Auftragszeichnung 14 Inschriften und Inschriftenträger 15 Form. Von der Vorgabe zur Zeichnung, von der Zeichnung zum Werk 18 Farb- und Materialangaben, Maße und Gewichte 19 Der Adressat der Beischrift II. Anleitungen für ausführende Künstler 22 Inhalt. Die Erweiterung des Sichtbaren 24 Der Adressat der Beischrift III. Der künstlerische Monolog 25 Identifikation und Titel 26 Ort und Zeit 31 Das Zitat. Inhalt, Interpretation und Stimmung 33 Zusammenhanglose und unleserliche Beischriften 35 Die Beischrift bei Rubens 38 Die Zeichnung in Rubens’ Werkstatt 39 Erudizione ed eloquenza 41 Rubens’ Handschrift 48 Sprachhierarchie und Höflichkeit 49 Die Signatur des Rubens 55 Zuschreibungen 57 Der Adressat der Beischrift I. Die Auftragszeichnung 58 Inschriften 59 Formales bei Rubens. Farbe, Material und Größe 64 Kopien nach der Antike. Vom Antiquarius zum Archäologen 69 Nützliches und Wesentliches. Der Adressat der Beischrift II. Anleitungen und Hinweise 73 Der kürzeste Weg von der Idee zum Werk. Die erläuternde Beischrift 78 Identifikationen 78 Beschreibungen des Inhalts 81 Vorausblick und Auswahlmöglichkeiten 82 Veränderungen und Ergänzungen 86 Das Literaturzitat 93 Offene Fragen. Unleserliche und zusammenhanglose Beischriften 102 Endnoten 107 Vorwort Zeichnen und Malen sind kreative Prozesse, die mit einer Idee beginnen und für deren Ausführung es der Hand bedarf.
    [Show full text]
  • CHG Library Book List
    CHG Library Book List (Belgium), M. r. d. a. e. d. h. (1967). Galerie de l'Asie antérieure et de l'Iran anciens [des] Musées royaux d'art et d'histoire, Bruxelles, Musées royaux d'art et dʹhistoire, Parc du Cinquantenaire, 1967. Galerie de l'Asie antérieure et de l'Iran anciens [des] Musées royaux d'art et d'histoire by Musées royaux d'art et d'histoire (Belgium) (1967) (Director), T. P. F. H. (1968). The Metropolitan Museum of Art Bulletin: Volume XXVI, Number 5. New York: Metropolitan Museum of Art (January, 1968). The Metropolitan Museum of Art Bulletin: Volume XXVI, Number 5 by Thomas P.F. Hoving (1968) (Director), T. P. F. H. (1973). The Metropolitan Museum of Art Bulletin: Volume XXXI, Number 3. New York: Metropolitan Museum of Art (Ed.), A. B. S. (2002). Persephone. U.S.A/ Cambridge, President and Fellows of Harvard College Puritan Press, Inc. (Ed.), A. D. (2005). From Byzantium to Modern Greece: Hellenic Art in Adversity, 1453-1830. /Benaki Museum. Athens, Alexander S. Onassis Public Benefit Foundation. (Ed.), B. B. R. (2000). Christian VIII: The National Museum: Antiquities, Coins, Medals. Copenhagen, The National Museum of Denmark. (Ed.), J. I. (1999). Interviews with Ali Pacha of Joanina; in the autumn of 1812; with some particulars of Epirus, and the Albanians of the present day (Peter Oluf Brondsted). Athens, The Danish Institute at Athens. (Ed.), K. D. (1988). Antalya Museum. İstanbul, T.C. Kültür ve Turizm Bakanlığı Döner Sermaye İşletmeleri Merkez Müdürlüğü/ Ankara. (ed.), M. N. B. (Ocak- Nisan 2010). "Arkeoloji ve sanat. (Journal of Archaeology and Art): Ölümünün 100.Yıldönümünde Osman Hamdi Bey ve Kazıları." Arkeoloji Ve Sanat 133.
    [Show full text]
  • The Drawing Ezine
    Drawing Workshops Portrait Drawing Painting for Beginners Workshops Workshops THE DRAWING EZINE How to Draw the Portrait in Conte The visual language of drawing has evolved tremen- dously over the past few centuries. An almost magi- cal trick happens within our cerebrum when we view a flat surface on which marks have been inscribed. Look- ing at a portrait drawing – particularly a master draw- ing of exquisite lines and tones – we immediately see past the markings of chalk and engage in a visual and emotional dialogue. The more masterful the drawing the more we engage it. This, too, is also the brutal reality of portrait drawing. If the threshhold of plausibility, namely, does the draw- ing read accurately, is not met then our work is readily dismissed. Additionally the spirit of a drawing, it’s emo- tional pull, is critically important. I am thinking of the portrait drawings of van Gogh when I say this. Con- versely, a technically accurate rendering alone will not make a drawing a ‘success’. The saccherine works Peter Paul Rubens, Isabella Brant, of William-Adolphe Bougeureau (1825-1905) come to A Portrait Drawing, 1621 mind. © 1998-2013. All rights reserved. William-Adolphe Bouguereau, Vincent van Gogh, Drawing of a Woman Self-Portrait In the late 19th Century Bougeureau was considered the greatest painter of his time – his paintings commanded astounding prices and he was a much sought after guest at high society galas while up on the hill in Montmartre artists such as van Gogh and Modigliani huddled over cold cups of coffee for their sustenance.
    [Show full text]
  • Rubens Was Artist, Scholar, Diplomat--And a Lover of Life
    RUBENS WAS ARTIST, SCHOLAR, DIPLOMAT--AND A LOVER OF LIFE An exhibit at Boston's Museum of Fine Arts shows that this Flemish genius truly lived in the right place at the right time by Henry Adams Smithsonian, October, 1993 Of all the great European Old Masters, Rubens has always been the most difficult and puzzling for Americans. Thomas Eakins, the famed American portraitist, once wrote that Rubens' paintings should be burned. Somewhat less viciously, Ernest Hemingway made fun of his fleshy nudes—which have given rise to the adjective "Rubenesque"—in a passage of his novel A Farewell to Arms. Here, two lovers attempt to cross from Italy into Switzerland in the guise of connoisseurs of art. While preparing for their assumed role, they engage in the following exchange: "'Do you know anything about art?' "'Rubens,' said Catherine. "'Large and fat,' I said." Part of the difficulty, it is clear, lies in the American temperament. Historically, we have preferred restraint to exuberance, been uncomfortable with nudes, and admired women who are skinny and twiglike rather than abundant and mature. Moreover, we Americans like art to express private, intensely personal messages, albeit sometimes strange ones, whereas Rubens orchestrated grand public statements, supervised a large workshop and absorbed the efforts of teams of helpers into his own expression. In short, Rubens can appear too excessive, too boisterous and too commercial. In addition, real barriers of culture and At the age of 53, a newly married Rubens celebrated by painting the joyous, nine-foot- background block appreciation. Rubens wide Garden of Love.
    [Show full text]
  • Prints That Were Initially Produced and Printed There.[16]
    Peter Paul Rubens (Siegen 1577 – 1640 Antwerp) How to cite Bakker, Piet. “Peter Paul Rubens” (2017). In The Leiden Collection Catalogue, 3rd ed. Edited by Arthur K. Wheelock Jr. and Lara Yeager-Crasselt. New York, 2020–. https://theleidencollection.com/artists/peter-paul- rubens/ (accessed September 27, 2021). A PDF of every version of this biography is available in this Online Catalogue's Archive, and the Archive is managed by a permanent URL. New versions are added only when a substantive change to the narrative occurs. © 2021 The Leiden Collection Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Peter Paul Rubens Page 2 of 7 Peter Paul Rubens was born in Siegen, Germany, on 28 June 1577. His parents were the lawyer Jan Rubens (1530–87) and Maria Pijpelincx (1538–1608).[1] Jan had also been an alderman of Antwerp, but fearing reprisal for his religious tolerance during the Beeldenstorm (Iconoclastic Fury), he fled in 1568 and took refuge with his family in Cologne. There he was the personal secretary of William I of Orange’s (1533–84) consort, Anna of Saxony (1544–77), with whom he had an affair. When the liaison came to light, Jan was banished to prison for some years. Shortly after his death in 1587, his widow returned with her children to Antwerp. Rubens’s study at the Latin school in Antwerp laid the foundations for his later status as a pictor doctus, an educated humanist artist who displayed his erudition not with a pen, but with a paintbrush. He derived his understanding of classical antiquity and literature in part from the ideas of Justus Lipsius (1547–1606), an influential Dutch philologist and humanist.[2] Lipsius’s Christian interpretation of stoicism was a particularly significant source of inspiration for the artist.[3] Rubens’s older brother Filips (1574–1611) had heard Lipsius lecture in Leuven and was part of his circle of friends, as was Peter Paul, who continued to correspond with one another even after the scholar’s death.
    [Show full text]