22E Jaargang Nummer 1
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
22e jaargang nummer 1 i- s Holland, regionaal-historisch tijdschrift Holland is een tweemaandelijkse uitgave van de Historische Vereniging Holland, die voorts de reeks Hollandse Studiën uitgeeft. Holland wordt kosteloos aan de leden toegezonden. Voor de Hollandse Studiën gelden speciale ledenprijzen/ledenkortingen. Redactie J.E.A. Boomgaard, J.W.J. Burgers, M. Carasso-Kok, P.G.M. Diebeis, L.A.M. Giebels, P.C.Jansen, P. Knevel, R.W.G. Lombarts, DJ. Noordam, J.C.M. Pennings, F.W.A. van Poppel, E.L. Wouthuijsen, W. M. Zappey. Vaste medewerkers H.J. Metselaars (archiemieuws), P.J. Woltering (archeologie). Kopij voor Holland en Hollandse Studiën alsmede te bespreken publikaties te zenden aan de redactiesecretaris van Holland, mw.drs. J.C.M. Pennings, Algemeen Rijksarchief, Postbus 90520, 2509 LM 's-Gravenhage, telefoon 070-3814381. De kopij moet worden ingediend conform de richtlijnen van de redactie. Deze zijn verkrijgbaar bij de redactiesecretaris. Opgave van publikaties op het gebied van de geschiedenis van Holland, die door hun wijze van uitgave gemakkelijk aan de aandacht ontsnappen, gaarne aan de vaste medewerker voor de biblio• grafie, H.J. Metselaars, Rijksarchief in Noord-Holland, Kleine Houtweg 18, 2012 CH Haarlem, telefoon 023-319525. Historische Vereniging Holland De Historische Vereniging Holland stelt zich ten doel de belangstelling voor en de beoefening van de geschiedenis van Noord- en Zuid-Holland in het bijzonder in haar regionale en lokale aspecten te bevorderen. Secretariaat: drs. F.J.M. Otten, p/a Rijksarchief in Noord-Holland, Kleine Houtweg 18, 2012 CH Haarlem. Ledenadministratie: M.G Rotteveel, p/a Rijksarchief in Noord-Holland, Kleine Houtweg 18, 2012 CH Haarlem, telefoon 023-319525. Contributie: ƒ45,- per jaar voor gewone leden (personen), ƒ 50,- per jaar voor buitengewone leden (instellingen), na ontvangst van een acceptgirokaart te storten op postgirorekening nr. 339121 ten name van de Historische Vereniging Holland te Haarlem. Zij die in de loop van een kalenderjaar lid worden, ontvangen kosteloos de in dat jaar reeds verschenen nummers van Holland. Losse nummers: ƒ7,50, dubbele nummers ƒ 15-, vermeerderd met ƒ3 - administratiekosten voor een enkel nummer, ƒ5,50 voor meerdere nummers of voor een dubbel nummer. Losse nummers kunnen worden besteld door overmaking van het verschuldigde bedrag op postgirorekening nr. 3593767 ten name van de penningmeester van de Historische Vereniging Holland, afd. verkoop publikaties te Haarlem, onder vermelding van het gewenste. Hollandse Studiën: delen in de serie Hollandse Studiën en het Apparaat voor de geschiedenis van Holland kunnen op dezelfde wijze worden besteld als losse nummers van Holland. Gegevens over de publikaties van de Vereniging zijn regelmatig te vinden in de rubriek Verkrijgbaar via Holland achterin het tijdschrift. ISSN 0166-2511 © 1990 Historische Vereniging Holland. Niets uit deze uitgave mag, op welke wijze dan ook, worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Holland, regionaal-historisch tijdschrift Tweemaandelijkse uitgave van de Historische Vereniging Holland Tweeëntwintigste jaargang Dordrecht 1990 W.A. de Bell Eendracht maakt macht. Amsterdamse regenten en de partijstrijd in de Republiek, 1781-1787 'Godt weet wat er van moet werden, maar ik considereere, dat Hij ons vaderlandt strengelijk wil straffen: ik verlang zeer van alles aftezijn...'1 Met deze uiting van wanhoop besloot Jan Elias Huydecoper op 26 april 1787 een brief aan zijn vriend Gerard Brantsen in Parijs. Enke• le dagen eerder hadden de Amsterdamse patriotten de vroedschap naar hun hand gezet met behulp van het patriotse vrijcorps dat zich op de Dam had opgesteld, voor het stadhuis. In de ogen van Huydecoper had de anarchie gezegevierd en waren al zijn pogingen om de een• dracht op ordelijke wijze te herstellen vergeefs: het verval leek onafwendbaar. Ter gelegenheid van de herdenking van 1787 verscheen een aantal studies waarin nieuwe inzichten over de Patriottentijd werden verwoord. Opvallend waren de pleidooien voor meer historisch onderzoek en het gebruik van egodocumenten.2 Deze bronnen bieden de moge• lijkheid om bestaande opvattingen over de Patriottentijd te toetsen, omdat ze dikwijls per• soonlijke drijfveren bloot leggen. Dit artikel beoogt hiertoe een bijdrage te zijn, door de der• de partij in het conflict nader te bestuderen: de aristocratie, als middengroep tussen de prinsgezinden en de patriottenbeweging. In de traditionele strijd tussen prins- en staatsgezinden traden de stadhouder en Amster• dam hoe langer hoe meer op de voorgrond. Willem v raakte in de jaren 1770 steeds meer in conflict met de Amsterdamse regenten, die zijn politiek in de Staten-Generaal tegenwerk• ten door de stemmingen van het machtige Holland te manipuleren. De politiek van Amster• dam kenmerkte zich door verzet tegen het defensiebeleid van de stadhouder en zijn grote invloed op benoemingsprocedures waardoor hij de landspolitiek naar zijn hand kon zetten. Ook werden de stadhouder en zijn aanhang verdacht van sympathie voor de Engelsen. Toch betekende dit niet, dat Amsterdam zich zonder meer bij de patriotse oppositie aansloot. In• tegendeel, de Amsterdamse regenten waren overwegend conservatief en aristocratisch, in die zin dat ze het democratisme van de patriotten afkeurden. Na het uitbreken van de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) groeide de oppositie tegen de stadhouder. Amsterdam verweet de stadhouder Engelsgezindheid en een slap beleid, dat volgens velen te wijten was aan de invloed van zijn voornaamste raadgever: Lodewijk Ernst hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel (1715-1788), de voormalige voogd van Willem v. Niet de patriotten, maar Amsterdamse aristocraten keerden zich in 1781 als eersten tegen de hertog. Dat de regering van Amsterdam pas laat in handen van de patriotten kwam, blijkt uit een recent artikel van J. van Vliet. Vanaf 1782 werden de patriotten door een minderheid van tien a vijftien regenten vertegenwoordigd in de vroedschap. Tot 21 april 1787 zouden de pa• triotten een minderheid blijven in de regering van de stad; op die dag werden negen aristo- 1 Algemeen Rijksarchief, Coll. Brantsen 18 m, brief van J.E. Huydecoper aan G. Brantsen, 26 april 1787. 2 N.C.F. van Sas, 'Politiek als leerproces: het patriottisme in Utrecht, 1783-1787', in: O Vrijheid! Onwaardeerlijk pand! Aspecten van de Patriottenbeweging in stad en gewest Utrecht. Themanummer Jaarboek Oud-Utrecht 1987, 9-42; H. Bots en W.W. Mijnhardt (ed.), De Droom van de Revolutie (Amsterdam 1988), in het bijzonder 18-31 en 135- 143; Th. S. M. van der Zee, J.G.M.M. Roosendaal en P.G. B. Thissen (ed.), 1787: De Nederlandse Revolutie? (Am• sterdam 1988); F. Grijzenhout, W.W. Mijnhardt en N.C.F. van Sas (ed.), Voor Vaderlanden Vrijheid. Derevolutie van de patriotten (Amsterdam 1987). Zie voor een historiografisch overzicht van de recente literatuur: Henk Reitsma, ' "Altoos gedenkwaardig." De herdenkingsliteratuur naar aanleiding van tweehonderd jaar Neder• landse Revolutie', in: Theoretische geschiedenis, jaargang 16, 3 (1989), 255-275. 3 Amsterdamse regenten cratische raden uit de vroedschap verwijderd.3 Toch wordt in de literatuur verondersteld, dat de Amsterdamse aristocraten na 1781 hun greep op de gebeurtenissen verloren. H.T Colenbrander beschouwde de politiek van de Amsterdamse regenten en de demo• cratische patriotten als twee loten van dezelfde stam. M. de Jong Hzn. en W. H. de Beaufort hadden wel oog voor de rol van een aristocratische partij met eigen doelstellingen, maar bei• den sloten de invloed van deze groep na 1781 uit. Sinds de verschijning van het werk van C. H. E. de Wit maakt men een duidelijk onderscheid tussen regenten- en burgerpatriotten: de beweging bestond uit burgers en regenten, uit democraten en aristocraten, wier belangen en doeleinden niet hetzelfde waren.4 Maar men schenkt in de literatuur nauwelijks aandacht aan de rol van aristocratische regenten, die een eigen politieke koers volgden, los van de pa• triottenbeweging. Voor dit artikel heb ik gebruik gemaakt van de gedenkschriften van Jan Elias Huydecoper van Maarseveen (1735-1808). Zoals de meeste Amsterdamse regenten was hij noch prinsge• zind noch patriots; zelf noemde hij zijn standpunten moderaat. Wellicht door zijn gematigde stellingname werd hij zowel voor als na 1787 tot burgemeester gekozen. Verder was hij door banden met het hof van Willem v en familiale en vriendschappelijke betrekkingen met tal van personen in de Republiek goed geïnformeerd, waardoor hij in staat was om een belang• rijke bijdrage te leveren aan de diplomatie van Amsterdam in de Republiek.5 Zo was hij nauw betrokken bij de oppositie van de Amsterdamse regenten tegen de hertog van Bruns- wijk in de jaren 1781 en 1784. Maar wat waren de motieven van Huydecoper c.s. om zich tegen de hertog te keren? In hoeverre hadden de moderate aristocraten invloed op de gebeur• tenissen in 1781 en 1784? Tot slot zal ik aan de hand van een briefwisseling van Huydecoper met Gerard Brantsen (1735-1790), gezant voor de Republiek in Frankrijk, onderzoeken of de politieke koers van de moderate aristocratie onder druk van de gebeurtenissen in de jaren 1785-1787 was gewijzigd. De zaak van de hertog Op 18 mei 1781 deed Amsterdam een voorstel in de Staten van Holland om de stadhouder tot een ander beleid te dwingen. De politieke besluiteloosheid van de laatste jaren eiste in 3 J. van Vliet, 'Aristocraten of vaderlandse regenten? De patriotse regenten te Amsterdam', in Leidschrift 4 (1987). Speciaal nummer: De revolutie in Nederland, 30-64, aldaar 32, 40 en 49-50. Van Vliet heeft het over 'radicale patriotten' omdat de gehele regering patriots was, in die zin dat alle regenten, op Matthijs Straalman na, niet prinsgezind waren. Hij merkt echter op, dat een meerderheid van de regenten in Amsterdam gematigd was; het waren aristocraten. 4 Zie voor een historiografisch overzicht: E.O.G. Haitsma Muiier, 'De geschiedenis over de Patriottentijd en de Bataafsche Tijd', in: W.W. Mijnhardt (ed.), Kantelend Geschiedbeeld. Nederlandse Historiografie sinds 1945 (Utrecht 1983) 206-227; G.J. Schutte, 'Van verguizing naar eerherstel. Het beeld van de patriotten in de negentiende en twintigste eeuw', in: F.