Patriots Republikanisme

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Patriots Republikanisme Patriots Republikanisme Politieke cultuur in Nederland (1766-1787) S.R.E. Klein bron S.R.E. Klein, Patriots Repulikanisme. Politieke cultuur in Nederland (1766-1787). Amsterdam University Press, Amsterdam 1995 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/klei027patr01_01/colofon.htm © 2008 dbnl / S.R.E. Klein V Perhaps I had learned something, after all, from Bazlo Criminale - that thoughts and deeds never come to us plain, pure and timeless, but are born in conflict and deception, shaped by history, grow from obscurity, misfortune and evasion. They are slippery and inexact, contradictory and subject to sudden change; they are just like life itself. Malcolm Bradbury, Doctor Criminale (1992). S.R.E. Klein, Patriots Republikanisme VI Aan mijn ouders S.R.E. Klein, Patriots Republikanisme VII Woord vooraf Het boek dat voor u ligt is het resultaat van een onderzoek dat bijna tien jaar geleden begon met een doctoraalscriptie en in 1995 resulteerde in een proefschrift. In die periode zijn velen mij met inhoudelijke adviezen en goede raad van dienst geweest. Anderen hebben bijgedragen aan wat men ‘een vruchtbaar onderzoeksklimaat’ zou kunnen noemen. Een aantal van deze personen wil ik graag in het bijzonder bedanken. De samenwerking met mijn beide promotoren, prof. dr. J.A. Righart en prof. dr. N.C.F. van Sas, is probleemloos verlopen. Hans ben ik veel dank verschuldigd voor het vertrouwen dat hij vanaf het begin in dit onderzoek heeft gesteld. Ons overleg heeft zich steeds in vriendschappelijke sfeer afgespeeld en ik hoop dat het eindresultaat hem niet teleurstelt. Niek was degene die mij als student inleidde in de problemen van het patriottisme. Dat ik zowel een doctoraalscriptie als een proefschrift onder zijn begeleiding zou schrijven vermoedde ik toen nog niet. Zijn expertise en doordachte begeleiding hebben mij enorm geholpen bij het nemen van de obstakels die elke promovendus tegenkomt. Ik geloof dan ook dat onze ‘acte van consulentschap’ aanzienlijk beter heeft gefunctioneerd dan die van ruim twee eeuwen geleden. Velen hebben mij geholpen met adviezen, inhoudelijke discussies of anderszins. Mijn dank gaat hier in de eerste plaats uit naar de leden van de beoordelingscommissie: prof. dr. W.W. Mijnhardt, prof. dr. E.O.G. Haitsma Mulier, prof. dr. M.R. Prak en dr. W.R.E. Velema. Wijnand en Wyger wil ik in het bijzonder danken voor hun behulpzaamheid. Zeer erkentelijk ben ik ook de personen die tijd voor mij hebben vrijgemaakt tijdens mijn verblijf in Cambridge en mij daar behulpzaam zijn geweest, namelijk dr. Istvan Hont, prof. dr. Quentin Skinner, dr. John Robertson en Geertrui van den Bossche. Bertine Bouwman dank ik voor de vele waardevolle literatuurtips die ik van haar mocht ontvangen. Jos Meeuwissen, Grace Swart en Ellen Kempers waren zeer behulpzame medewerkers op mijn ‘thuisbasis’: de afdeling oude drukken in de UB-Utrecht. Lidy van Roosmalen was altijd bereid technische problemen te helpen oplossen. Ook de leden van de Club '95 - dat ondefinieerbare gezelschap - hebben met geanimeerde gesprekken over belangwekkende en minder relevante onderwerpen veel bijgedragen aan dit boek. Ik dank H.M. de Koningin voor de toegang die zij mij verleende tot het Koninklijk Huisarchief. Ook mr. L.H. graaf Schimmelpenninck zeg ik dank voor de inzage in zijn huisarchief. Speciaal wil ik hier ook degenen bedanken die mij de afgelopen jaren niet alleen wisten te stimuleren, maar mij ook prikkelden tot relativering, namelijk: André van der Velden, Wim van Meurs, Willeke Los, Paul Wammes, Marja van der Nat, Ab Sol, Carla Schoof en Hans Wormer. Er is ook een buitencategorie voor dankzegging. Benedikte Sam heeft de ongemakken die de afgelopen jaren door mijn selectieve geheugen zijn veroorzaakt, niet al te zwaar opgenomen. Zij heeft meer bijgedragen aan de voltooiing van dit onderzoek dan ze zelf vermoedt. Ik ben haar zeer dankbaar. Ten slotte dank ik mijn ouders, eenvoudigweg voor alles. Aan hen draag ik dit boek op. S.R.E. Klein, Patriots Republikanisme 1 Inleiding Wanneer men historici zou vragen wat zij het standaardwerk vinden over de politieke omwentelingen in de late achttiende eeuw, zal het merendeel waarschijnlijk The age of the democratic revolution van R.R. Palmer noemen.1 Palmers tweedelige studie over de revoluties in de westerse wereld tussen 1760 en 1800 is voor generaties historici een bron van inspiratie geweest. Sinds de publikatie ervan heeft er in de Angelsaksische geschiedschrijving echter een aardverschuiving plaatsgevonden in het onderzoek naar het achttiende-eeuwse politieke denken. Drie decennia lang is er gedebatteerd over de ontwikkeling van ‘republikanisme’ naar ‘liberalisme’. De Amerikaanse historicus Gordon Wood concludeerde in 1991 dan ook dat Palmers tot cliché geworden typering van de periode in feite was achterhaald; ‘It might better be called “the age of the republican revolution”.’2 Het verschil tussen Palmers studie en die van Wood is niet alleen gelegen in de reikwijdte, maar ook in de benadering. Palmer besteedde ruimschoots aandacht aan kleinere Europese staten, terwijl Wood alleen de maatschappelijke ‘republikanisering’ van de Amerikaanse koloniën analyseerde. Wood is een exponent van het zogenoemde republikeins revisionisme. Dit is de stroming in de Angelsaksische historiografie die de consensus over de achttiende eeuw, als de periode waarin het ‘liberalisme’ tot ontwikkeling kwam, scherp aanvocht en de aandacht vestigde op de doorwerking van een ideeëncomplex dat met ‘republikanisme’ is aangeduid. ‘Republikanisme’ verwijst hier naar meer dan alleen het denken over een niet-monarchale staatsvorm. De term duidt een maatschappijvisie aan waarin ‘burgers’ elkaars gelijke zijn en vrijheid genieten op grond van het feit dat zij actief participeren in het bestuur en de verdediging van hun politieke gemeenschap. Dit klassieke ideaal werkte door in de hele achttiende eeuw en moet volgens de revisionisten onderscheiden worden van het idee dat individuen vrij en gelijk zijn op grond van hun door de staat beschermde natuurlijke rechten. De laatste gedachte zou typerend zijn voor het negentiende-eeuwse liberalisme. Dat het onderscheid zinvol, maar de tegenstelling te schematisch is, wordt inmiddels door velen onderkend. Het debat over ‘republikanisme’ en ‘liberalisme’ is niet slechts een politiek-theoretische discussie. Robert Shalhopes The roots of democracy is een mooi voorbeeld van een bredere en minder polariserende benadering van deze problematiek.3 De politieke theorie heeft in deze studie een plaats gekregen in het ruimere perspectief van de politieke cultuur. Daarmee sluit het boek aan bij de grote wending die het histo- 1 R.R. Palmer, The age of the democratic revolution. A political history of Europe and America, 1760-1800 (2 dln.; Princeton 1959-1964). Een ander belangrijk overzichtswerk is Franco Venuri's Settecento Riformatore, vertaald als: Franco Venturi, The end of the old regime in Europe (3 dln.; Princeton, N.J. 1989-1991). Over de verschillende invalshoeken van beide werken: N.C.F. van Sas, ‘De Nederlandse revolutie van de achttiende eeuw’, BMGN 100 (1985) nr. 4, 636-646. 2 Gordon S. Wood, The radicalism of the American revolution (New York 1991) 95. 3 Robert E. Shalhope, The roots of democracy. American thought and culture, 1760 - 1800 (Boston 1990). S.R.E. Klein, Patriots Republikanisme 2 risch onderzoek naar de achttiende-eeuwse revoluties heeft genomen sinds de late jaren zeventig. De politiek-culturele benadering heeft vooral voor de Franse revolutie geleid tot vernieuwende inzichten. Een ruime behandeling van deze ontwikkeling is hier niet op zijn plaats.4 Wel moet gewezen worden op de vele onderzoeksthema's die inmiddels onder de vlag van de politieke cultuur zijn (her-)ontdekt. De betekenis van symbolen en rituele handelingen, de transformatie van politieke begrippen en politieke talen, de groei en het functioneren van genootschappen en de ontwikkeling van de politieke pers behoren alle tot het terrein van de politiek-culturele benadering. Een van de hoogtepunten in dit verband vormden de congresresultaten die aan het eind van de jaren tachtig werden gepubliceerd, in drie delen, onder de titel The French revolution and the creation of modern political culture.5 Dat ‘politieke cultuur’ een wat vaag begrip is zullen weinigen ontkennen. De onder historici meest courante, en voor deze studie meest bruikbare omschrijving is die van Keith Baker in het voorwoord bij de zojuist genoemde trilogie over de Franse politieke cultuur.6 Politieke cultuur staat volgens Baker voor de continue strijd in elke maatschappij tussen argumenten en tegenargumenten, tussen voorstellingen en alternatieve verbeeldingen en tussen (individuele of collectieve) acties en tegenacties. De politiek culturele benadering privilegieert niet het mentale ten koste van het sociale, maar tracht beide terreinen in onderlinge samenhang te bestuderen en de wisselwerking te begrijpen. Politieke cultuur is dynamisch, onderhevig aan veranderingen van binnenuit én aan invloeden van buitenaf. Soms voltrekken de ontwikkelingen in een politieke cultuur zich langzaam en zijn ze oppervlakkig, maar soms ook is er sprake van snelle en diepgaande veranderingen. Zulke transformaties kunnen inderdaad op vele terreinen worden bestudeerd. Uit de studies die tot dusverre zijn verschenen blijkt dat deze ruime opvatting van politieke cultuur bepaald geen belemmering is voor vernieuwend historisch onderzoek. In die kracht ligt echter ook een potentiële zwakte. Het gevaar is niet denkbeeldig dat bepaalde onderdelen van een politieke cultuur
Recommended publications
  • Lodewijk Napoleon En Het Einde Van De Republikeinse Politiek Wyger R.E
    P147-158 Wyger R.E. Velema:P147-158 Wyger R.E. Velema 13-12-2006 15:06 Pagina 147 Lodewijk Napoleon en het einde van de republikeinse politiek Wyger R.E. Velema ‘Een koningrijk! Ja mijn vriend, zoover is het eindelijk met ons land gekomen’, schreef Anton Reinhard Falck op 13 juni 1806, in een brief vol walging en ver- ontwaardiging, aan Johan Hora Siccama in Groningen.1 Hij was bepaald niet de enige tijdgenoot die met afgrijzen en verbazing reageerde op het definitieve einde van de republikeinse regeringsvorm, een regeringsvorm die twee eeuwen lang, weliswaar met telkens andere argumenten maar altijd in de overtuiging van haar superioriteit aan iedere vorm van monarchie, in eensgezindheid door de Nederlanders was geroemd. Gedurende de gehele achttiende eeuw, om niet verder in de tijd terug te gaan, waren eerst Staatsgezinden en Orangisten en la- ter ook revolutionairen en conservatieven het, bij al hun vaak fundamentele onderlinge politieke meningsverschillen, over één ding eens geweest: het land was een republiek en diende dat te blijven. Gezien deze opmerkelijke continuï- teit in republikeinse politieke gezindheid, zou men mogen verwachten dat de abrupte overgang naar een monarchale regeringsvorm in 1806 door historici grondig is onderzocht en uitputtend is geanalyseerd. Niets is echter minder waar. Net als de politieke en politiek theoretische geschiedenis van het hele de- cennium waarin deze transitie plaatsvond, is de vestiging van de monarchie on- der Lodewijk Napoleon een onderbelicht onderdeel in de geschiedschrijving over het ontstaan van het moderne Nederland gebleven. De verklaring voor deze hardnekkige lacune moet ten dele worden gezocht in de manier waarop historici tegenwoordig de decennia rond 1800 indelen.
    [Show full text]
  • The Dutch Revolution of 1795 and the History of Republicanism Wyger RE
    Much in Little Revisited: The Dutch Revolution of 1795 and the History of Republicanism Wyger R.E. Velema, Department of History, University of Amsterdam Paper prepared for the conference ‘The Republican Tradition: From the Hanseatic League to the Era of the Enlightenment’, European University at St. Petersburg, December 7-9, 2012 Not to be quoted or cited without permission from the author It is more than half a century ago that R.R. Palmer, who was soon to become famous with his magisterial work The Age of the Democratic Revolution, introduced an international scholarly audience to the Dutch revolution of 1795, also known as the Batavian revolution. In his pioneering article ‘Much in Little: the Dutch Revolution of 1795’, he pointed out that the fall of the Dutch ancien régime and the revolutionary transformation of the Netherlands that followed this downfall could best be understood as part of an international and interlinked series of revolutionary events.1 On a small scale, the Batavian revolution therefore could serve to ‘illuminate the whole complex of war and revolution which then gripped the Western world’.2 As he made abundantly clear in the title of his later magnum opus, Palmer had a relatively simple and straightforward view of the struggles that tore the Western world of the late eighteenth century apart. Just as democracy had been at issue in the Dutch revolution of 1795, the whole European and American world of the final decades of the century of Enlightenment saw the rise of a new and historically unprecedented democratic opposition against all sorts of aristocratic ‘constituted bodies’.
    [Show full text]
  • Willem De Clercq's Limitations and Ambitions: His Tenure As
    1 Willem de Clercq’s limitations and ambitions: his tenure as secretary of the Nederlandsche Handel-Maatschappij, circa 1824* I Introduction: Willem de Clercq on his way to a new post Willem de Clercq was born in 1795 in Amsterdam where, following his father’s death in 1817, he led the family’s grain trading firm S & P de Clercq. In the city’s business circles he was a well-known merchant and appreciated for his knowledge. An example of this is his fourteen-page Memorandum on the improvement of the state of trade in Amsterdam (1823) written at the request of the Governor of the northern part of the province of Holland.1 In the newspaper Opregte Haarlemsche Courant of 1 April 1824 De Clercq read about King Willem I’s decision to found a company to further trade, industry and agriculture in the United Kingdom of the Netherlands (modern-day Belgium and the Netherlands), of which he had become king in March 1815. The initiative was called the Nederlandsche Handel-Maatschappij (Netherlands Trading Society; hereafter NHM). De Clercq remarked in his diary: “Like a lightning flash it went through my soul, could this also mean something for me”. At that time the grain trading business was far from prospering and the continued existence of his family’s firm was uncertain.2 De Clercq began his campaign with great energy. On 7 April, on the recommendation of Minister of State W.F. Roëll, he had an audience with the King, who knew of his Memorandum. De Clercq had become acquainted with Roëll in Amsterdam some years before; they often discussed trade.
    [Show full text]
  • Comparing the Dutch and British Maritime Technologies During the Napoleonic Era (1792–1815)
    Technology and Empire: Comparing the Dutch and British Maritime Technologies during the Napoleonic Era (1792–1815) By Ivor Mollema December, 2015 Director of Thesis: Dr. Lynn Harris Major Department: History The two ships, Bato (1806) and Brunswick (1805) wrecked in Simons Bay, South Africa, provide an opportunity to compare British and Dutch maritime technologies during the Napoleonic Era (1792–1815). The former was a Dutch 74-gun ship of the line and the latter a British East Indiaman. Their remains reveal pertinent information about the maritime technologies available to each European power. Industrial capacity and advanced metal working played a significant role in ship construction initiatives of that period, while the dwindling timber supplies forced invention of new technologies. Imperial efforts during the Napoleonic Era relied on naval power. Maritime technologies dictated imperial strategy as ships were deployed to expand or maintain colonial empires. Naval theorists place the strategy into a wider spectrum and the analysis of the material culture complements further understanding of sea power. The study also recommends management options to preserve the archaeological sites for future study and to showcase for heritage tourism. TECHNOLOGY AND EMPIRE: Comparing Dutch and British Maritime Technologies During the Napoleonic Era (1792–1815) Title Page A Thesis Presented To The Faculty of the Department of History East Carolina University In Partial Fulfillment Of the Requirements for the Degree Master of Arts, Program in Maritime Studies by Ivor Mollema December, 2015 © Ivor Mollema, 2015 Copyright Page TECHNOLOGY AND EMPIRE: Comparing Dutch and British Maritime Technologies During the Napoleonic Era (1792–1815) by Ivor Mollema Signature Page APPROVED BY: DIRECTOR OF THESIS: ________________________________________________________ Dr.
    [Show full text]
  • Public Opinion and Foreign Policy: British and French Relations with the Netherlands
    Public Opinion and Foreign Policy: British and French Relations with the Netherlands, 1785-1815 Graeme Edward Callister PhD University of York Department of History September 2013 ABSTRACT This thesis examines the interplay of public opinion, national identity and foreign policy during the period 1785-1815, focusing on three consistently interconnected countries: the Netherlands, France and Great Britain. The Netherlands provides the centrepiece to the study, which considers how the Dutch were perceived as a nation, a people and as a political entity, at both governmental and popular levels, in the three countries throughout the period. Public opinion is theorised as a two-part phenomenon. Active public opinion represents the collated thoughts and responses of a certain public to an event or set of circumstances. Latent public opinion represents the sum of generally-accepted underlying social norms, stereotypes or preconceptions; the perceptions and representations latently present in unconscious mentalités. The thesis examines how perceptions and representations of the Netherlands in all three countries fed into public opinion and, ultimately, into national identity either of the self or the ‘other’. It then investigates the extent to which the triangular policies of Britain, France and the various incarnations of the Dutch state were shaped by popular perceptions, identities and opinion. While active opinion is shown to have generally been of negligible importance to the policy-making process, it is argued that the underlying themes of latent opinion often provided the conceptual background that politicians from all three countries used to make policy. The influence of latent opinion was often as much unconscious as deliberate.
    [Show full text]
  • Bataafse Terreur De Betekenis Van 1798
    bw.daendels_Opmaak 1 10-08-11 16:26 Pagina 1 niek van sas Bataafse Terreur De betekenis van 1798 Daendelslezing, 21 januari 2011 Uitgeverij Vantilt / Stichting Daendels bw.daendels_Opmaak 1 10-08-11 16:26 Pagina 2 bw.daendels_Opmaak 1 10-08-11 16:26 Pagina 3 willem frijhoff voorzitter stichting daendels Ter inleiding Herman Willem Daendels, de Stichting Daendels en de Daendelslezing 3 Op vrijdag 21 januari 2011 heeft de Stichting Daendels onder grote belangstelling van betrokkenen uit verschillende maat- schappelijke kringen in het gebouw Felix Meritis te Amster- dam de eerste Dag van Daendels georganiseerd. Dit boekje is er de weerslag van. Het biedt een publicatie van de hoofd - lezing van die dag door professor Van Sas, voorafgegaan door een inleiding over de persoon van Daendels, de Stichting Daendels en het waarom van deze manifestatie, die in de toe- komst regelmatig zal worden herhaald. Herman Willem Daendels Wie was Daendels?1 Herman Willem Daendels werd op 21 ok- tober 1762 in een regentenfamilie in het Gelderse stadje Hat- tem geboren en stierf op 2 mei 1818 aan de Goudkust in West- Afrika. Hij is dus slechts 55 jaar oud geworden maar had niettemin een bijzonder vol, rijk en actief leven. Dat dankte hij zowel aan de periode waarin hij leefde als aan zijn eigen ambities en zijn persoonlijkheid die hem telkens in het cen- trum van de gebeurtenissen plaatste. Na zijn promotie in de rechten te Harderwijk in 1783 vestigde hij zich als jonge advo- caat in zijn geboortestad, waar hij zich in woord en daad sterk maakte voor de patriotse ideeën tot ‘grondwettige herstelling’ van het bestuur van stad en land.
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Masters of war: state, capital, and military enterprise in the Dutch cycle of accumulation (1600-1795) Brandon, P. Publication date 2013 Link to publication Citation for published version (APA): Brandon, P. (2013). Masters of war: state, capital, and military enterprise in the Dutch cycle of accumulation (1600-1795). General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:25 Sep 2021 Chapter 5 The structural crisis of the federal-brokerage state The preceding chapters have shown that war did not lead to a transformation from brokerage practices to nationalization, but instead strengthened the federal-brokerage aspects of the Dutch Republican state. However, this tendency was reversed in dramatic fashion at the end of the eighteenth century.
    [Show full text]
  • 22E Jaargang Nummer 1
    22e jaargang nummer 1 i- s Holland, regionaal-historisch tijdschrift Holland is een tweemaandelijkse uitgave van de Historische Vereniging Holland, die voorts de reeks Hollandse Studiën uitgeeft. Holland wordt kosteloos aan de leden toegezonden. Voor de Hollandse Studiën gelden speciale ledenprijzen/ledenkortingen. Redactie J.E.A. Boomgaard, J.W.J. Burgers, M. Carasso-Kok, P.G.M. Diebeis, L.A.M. Giebels, P.C.Jansen, P. Knevel, R.W.G. Lombarts, DJ. Noordam, J.C.M. Pennings, F.W.A. van Poppel, E.L. Wouthuijsen, W. M. Zappey. Vaste medewerkers H.J. Metselaars (archiemieuws), P.J. Woltering (archeologie). Kopij voor Holland en Hollandse Studiën alsmede te bespreken publikaties te zenden aan de redactiesecretaris van Holland, mw.drs. J.C.M. Pennings, Algemeen Rijksarchief, Postbus 90520, 2509 LM 's-Gravenhage, telefoon 070-3814381. De kopij moet worden ingediend conform de richtlijnen van de redactie. Deze zijn verkrijgbaar bij de redactiesecretaris. Opgave van publikaties op het gebied van de geschiedenis van Holland, die door hun wijze van uitgave gemakkelijk aan de aandacht ontsnappen, gaarne aan de vaste medewerker voor de biblio• grafie, H.J. Metselaars, Rijksarchief in Noord-Holland, Kleine Houtweg 18, 2012 CH Haarlem, telefoon 023-319525. Historische Vereniging Holland De Historische Vereniging Holland stelt zich ten doel de belangstelling voor en de beoefening van de geschiedenis van Noord- en Zuid-Holland in het bijzonder in haar regionale en lokale aspecten te bevorderen. Secretariaat: drs. F.J.M. Otten, p/a Rijksarchief in Noord-Holland, Kleine Houtweg 18, 2012 CH Haarlem. Ledenadministratie: M.G Rotteveel, p/a Rijksarchief in Noord-Holland, Kleine Houtweg 18, 2012 CH Haarlem, telefoon 023-319525.
    [Show full text]
  • Revolutie in Woorden
    Revolutie in woorden A.J. Hanou bron A.J. Hanou, Revolutie in woorden. Querido, Amsterdam 1989 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/hano001revo01_01/colofon.php © 2016 dbnl / erven A.J. Hanou 7 Leescedul om in Staatsie en goede orde te volgen het lijk van wijlen De Ouderwetse Nederlandse Patriot, overleden 17 december 1781, om de eenendertigste op het vilderskerkhof buiten 's-Gravenhage ter aarde te worden besteld. Eerst: het lijk, op een prachtige kar. De kar is niet zwart geschilderd, maar wel rondom beplakt met exemplaren van het blad De Ouwerwetse Nederlandse Patriot. Het doodskleed over de kar is gemaakt van Haagse couranten van dit jaar. De kar wordt getrokken door wolven en Engelse doggen. Hierna: de heren, als volgt. De Wel Ed. Heer Pieter Frederik Gosse, boekverkoper van Zijne Hoogheid, getooid met een Turkse Tulband, en een pruik zoals ze in het Engelse parlement dragen (een cadeautje van de regering daar). In plaats van een bef: een dubbele Haagse courant, van achteren gestrikt met twee Brunswijkse worsten. In zijn rechterhand: een schilderij waarop een Engelsgezinde Hollander een vreemdeling de achterdelen likt. Hij zit deftig op een karos met één wiel die door de Tweedracht getrokken, en door de Leugen en Laster bestuurd wordt. De Wel Edele Gestrenge Heer Van Goens, heel luisterrijk met een tinnen nachtspiegel (die van zijn boekverkopersmaîtresse) op het hoofd; daaronder een pruik uit de nalatenschap van Macchiavelli. Verder een bef gemaakt van zijn schotschrift Zeven dorpen in brand, en een mantel gemaakt van zijn libel Politiek Vertoog. Hij zal zitten op een nachtpleetje, in een oliekoekenkraampje dat gebouwd is als een verklikkershuisje.
    [Show full text]
  • The Fall of the Dutch Republic
    KMWlMWHUWi kmUf^ l~^/S Hi Ml MEMBmmmmB CORNELL UNIVERSITY LIBR4P,X,. .. FROM The Estate of G.L.Burr Cornell University Library \1 The original of this bool< is in the Cornell University Library. There are no known copyright restrictions in the United States on the use of the text. http://www.archive.org/details/cu31 92402851 3475 Cornell University Library DJ 202.V26 Fall of the Dutch republic 3 1924 028 513 475 THE FALL OF THE DUTCH REPUBLIC WILLIAM V After a mezzotint by Hodges THE FALL OF THE DUTCH REPUBLIC BT HENDRIK WILLEM VAN LOON WITH ILLUSTKATIONS BOSTON AND NEW YORK HOUGHTON MIFFLIN COMPANY ^f)t Stiber^ibe pwi^ <Cam6c)b0e 1913 COPYRIGHT, 1913, BY HENDRIK WILLED! VAN LOON ALL RIGHTS RESERVED Published March IQ23 TO THE MEMORY OP MY MOTHER "The best History is hut like the art of Rembrandt; it casts a vivid light on certain selected causes, on those which were best and greatest; it leaves all the rest in shadow and unseen." BusKEN HuET, in Eel Land van Rembrandt. " TO THE READER The following conversation is not uncommon: The well-intentioned Patron of Arts and Letters asks the Author what he is doing. "Writing a History." f* "That is good. Very good. A History of what. "The Fall of the Dutch Republic." "Splendid! That is what Motley has done, too, and we need some new light on the subject. Look at it from a modern, up-to-date point of view — show us how the People . Hold on, now. I am wrong. You said, 'The Fall of the Dutch Repub- lic'.'' Motley wrote the Rise.
    [Show full text]
  • Weldenkende Burgers En Oranjeliefhebbers
    Weldenkende burgers en Oranjeliefhebbers DeJong_00 voorwerk Diss.pdf 1 25-03-14 10:29 Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Afbeelding op het omslag: stadhuis van Leiden. Tekening door J. de Breijer, 1751. Rijksmuseum Amsterdam RP-T-1959-72. Dit proefschrift heeft geen eigen isbn. Het isbn van de handelsuitgave is 978-90-8704-446-6. ©2014 Erik Halbe de Jong & Uitgeverij Verloren Torenlaan 25, 1211 ja Hilversum www.verloren.nl Omslagontwerp: Robert Koopman, Hilversum Typografie: Rombus, Hilversum Druk: Wilco, Amersfoort Bindwerk: van Strien, Dordrecht No part of this book may be reproduced in any form without written permission from the publisher. DeJong_00 voorwerk Diss.pdf 2 25-03-14 10:29 Weldenkende burgers en Oranjeliefhebbers Patriotten en Prinsgezinden in Leiden 1775-1795 Right-thinking citizens and Orange devotees Patriots and Orangists in Leyden 1775-1795 (with a summary in English) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof.dr. G.J. van der Zwaan, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 9 mei 2014 des middags te 4.15 uur door Erik Halbe de Jong geboren op 17 januari 1946 te Alblasserdam DeJong_00 voorwerk Diss.pdf 3 25-03-14 10:29 Promotor: Prof.dr. M.R. Prak DeJong_00 voorwerk Diss.pdf 4 25-03-14 10:29 Inhoud Voorwoord 7 1 Inleiding 9 2 Patriotten en Prinsgezinden 26 3 Leidse conflicten en de theorie van de collectieve actie 47 4 Textielstad in verval 63 5 Stadsbestuur
    [Show full text]
  • TH"; DUTCH EAS1' INDIA. COMP...Tni' ...Tno MI'sosi<;
    TH"; DUTCH EAS1' INDIA. COMP...tNI' ...tNO MI'SOSI<; VERHANDELINGEN VAN HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE DEEL XXXI THE DUTCH E~ST INDIA. COMP~NY .tfND MYSORE 1762·1790 DY JAN VAN LOHUIZEN, Ph. D. 'S·GRAVENHAGE - MARTINUS NUHOFF -1961 CONTENTS Page NOTE ON ABBREVIATIONS, CURRENCY AND WEIGHTS • VI PREFACE • VII INTRODUCTION 1 I THE DUTCH AND HAIDAR AU, 1762-1766 22 IJ FROM ONE EMBASSY TO ANOTHER, 1766-1775 52 III YEARS OF GROWING ESTRANGEMENT AND HOSTILITIES,1775-1781 88 IV WAR WITH THE BRITISH, 1781-1783 • 115 V THE DUTCH AND TIPU SULTAN, 1784-1790 • 135 m~wu~ lM APPENDIX I: THE ORIGIN OF THE NAIR REBELLION OF 1766. 171 APPENDIX Il: THE CONQUEST OF COORG AND CAUCUT IN 1773-1774 177 APPENDIX 111 : THE MYSOREAN-DUTCH AGREEMENT OF 1781 • 180 BIBLIOGRAPHY 183 INDEX 202 MAPS NOTE ON ABBREVIATlONS, CURRENCY AND WEIGH'lS L.f.B. Letters from Batavia (Overgekomen brieven van Batavia) L.f.C. Letters from Ceylon (Overgekomen brieven van Ceylon) L.f.Cor. Letters from Coromande1 (Overgekomen brieven van Coromandel) L.f.M. Letters from Malahar (Overgekomen brieven van Malabar) Set. Dutch Records Madras Selections from the Records of the Madras Government, Dutch Records sJ. secret letter Although rupees and pagodas of different values were in use it will be sufficient for tbe purpose of this study to reckon as follows: 1 pagoda is approximately equivalent to 4 rupees or 8 shillings or 5 guilders. 1 lakh is 100.000. 1 candy is 500 Ibs Dutch or 550 Ibs avoirdupois approximately. PREFACE Only very few Dutch historians have been working in the field of the activities of the Dutch East India Company in India, and their main interest was of ten directed to the period in the 17th century during which Dutch settlements were founded in different parts of the subcontinent.
    [Show full text]