Stilleven dat wij Sint Cathrienkerk of Kruiskerk aantroffen in de Cathrien bij het fotograferen.

September 2019

1- Geschiedenis 2- Kerkgebouw en pastorie 3- Belangrijkste inventaris en interieur 4- Huidig gebruik

1- Geschiedenis

Een aantal Bogarden die in de 15e eeuw hun klooster in de Verwersstraat hadden waar nu het Gouvernement, het Noordbrabants Museum staat, wilden volgens een strengere levensregel leven en verzochten in 1468 om tot de Orde der Kruisheren toe te mogen treden. Dat werd hen toegestaan. Kruisheren en Bogarden in één klooster werd echter geen succes en al spoedig ontstond er een strijd over het eigendom. besliste al in 1469 in het voordeel van de Bogarden en daarom moesten de Kruisheren een nieuwe huisvesting zoeken. Uiteindelijk vonden ze die in de omgeving van wat nu naar hen Kruisbroedershof en Kruisbroedersstraatje heet. In 1533 begon men daar met de bouw van een kloosterkapel, toegewijd aan de heilige Catharina. Toen de St.-Cathrien in 1569 parochiekerk werd, bleek zij al spoedig te klein. Van 1601 tot 1609 werd zij verlengd en van een zijbeuk voorzien. De eerste steen van de nieuwbouw werd gelegd door Anthony Schets van Grobbendonk, de Bossche gouverneur. De kerk had erg te lijden van het beleg van de stad door Frederik Hendrik in 1629. Toen de kruisheer Antonius van Erp in het koor zat te bidden, trof een bom de kerk en men had grote moeite de stukken van het verminkte lijk te verzamelen.

In 1650 namen de hervormden de kerk in gebruik. Omdat zij een kleine gemeenschap vormden, was het onderhoud heel moeilijk. De hervormden moesten op hun beurt de kerk in 1794 verlaten. De Fransen waren ons land binnengetrokken en de kerk kwam in gebruik als militaire bakkerij, paardenstal en opslagplaats van hooi en stro. In 1809 gaf koning Lodewijk Napoleon bevel dat het gebouw weer als kerk in gebruik genomen moest worden. Ze werd echter niet gebruikt door de parochianen, maar door het Franse garnizoen.

Officieel werd de St.-Catharina weer aan de katholieken toegewezen door keizer Napoleon op 8 december 1810. Maar de kerk was vervallen en bleek te klein. In 1842 vond de aanbesteding plaats voor de bouw van een nieuwe kerk naar een bouwplan van Jos de Kroon. Het vierzijdig gesloten koor van de oude kerk, dat over de Binnendieze heen was gebouwd, bleef gehandhaafd.

Erg deugdelijk was deze nieuwbouw in de zogenaamde Waterstaatstijl niet. De kosten voor herstel werden ieder jaar hoger. In 1913 ontstond het plan een nieuwe kerk te bouwen. Jan Stuyt kreeg de opdracht en op 13 mei 1918 werd de kerk geconsacreerd door Mgr. Diepen. Voor het ontwerp van de St.-Cathrien had Jan Stuyt zich laten inspireren door de Byzantijnse bouwkunst. De koepel was een waagstuk voor die tijd. Zij bestaat uit gewapend beton. De

1 overspannning van 22 meter was de grootste van die tijd. Ook nu weer moest het gotisch koor bewaard blijven. Hierdoor werd het priesterkoor erg lang. Zou het altaar helemaal achteraan geplaatst worden, dan zou een deel van de gelovigen er geen zicht op gehad hebben. Daarom werd het orgel met het zangkoor hier opgesteld en kwam het hoofdaltaar meer naar voren te staan.

Jan Stuyt architect (1868-1934) Stuyt geldt als een van de belangrijkste Nederlandse kerkenbouwers van de 20e eeuw. Voor de katholieke zuil ontwierp hij bovendien kloosters, ziekenhuizen en scholen. In de Limburgse mijnstreek verrezen enkele woonwijken volgens ontwerpen van Stuyt. Stuyt had van 1908 tot 1917 een kantoor in . Daarna woonde hij, tot zijn overlijden, in Den Haag. In 1891 trad hij als tekenaar in dienst van de firma Cuypers in Amsterdam. Stuyt ging in 1898 een partnerschap aan met Jos Cuypers, met wie hij tot 1908 zou samenwerken. De Sint Jacobskerk in ’s-Hertogenbosch is ontworpen door Stuyt tijdens zijn partnerschap met Jos Cuypers. ( Boven de ingang van deze kerk, het huidige J.B.A.C., is een beeltenis van Stuyt te vinden.) Na het beëindigen van de samenwerking met Jos Cuypers ontwierp hij nog vele dorpskerken in dezelfde neo romaanse stijl. Zijn voorkeur voor centraal bouw werd toegepast in onder meer de Cenakelkerk in Heilig Landstichting, de Sint Catharinakerk in ’s-Hertogenbosch, de Gerardus Majella kerk in Amsterdam en de H.H. Engelbewaarders kerk in De Engel bij Lisse. Ook de voormalige drukkerij van Teulings (Emmaplein in ‘s-Hertogenbosch) is door hem ontworpen.

De koepel van de Sint Cathrien

Het bezoek van architect Jan Stuyt (1868) aan de Aja Sofia in Istanbul vormde het hoogtepunt van zijn reis naar het Midden Oosten in 1905. Van dit bezoek zei Stuyt: wanneer men dat gezien heeft en de Christelijke kerk heeft ervaren, dan is men voor heel zijn leven tot de KOEPELKERK bekeerd! Voor het kerkbestuur en pastoor F.M. Sweens (1864) moet het duidelijk geweest zijn dat, toen zij in de loop van 1915 architect Stuyt uitnodigden een verbouwingsplan voor de St. Cathrien op te zetten, zij een kerk met koepel zouden krijgen. Stuyt had niet veel voorbereidingstijd nodig. Hij voltooide juist het werk aan de Cenakelkerk van de Heiliglandstichting te Nijmegen. Bovendien waren de maten van het bestaand kerkgebouw zodanig, dat Stuyt in korte tijd een plan kon opzetten voor een kerk met koepel op een regelmatig achthoekig grondplan.

Op 29 december 1915 werd reeds aanbesteed. Bouwbedrijf Aengenendt ontvangt begin januari 1916 de opdracht voor de verbouwingswerkzaamheden. Op 5 januari 1916 werd de onderhandse overeenkomst gesloten tussen kerkbestuur en de 'Industriële Maatschappij' van F.J. Stulemeijer & Co te Breda. Voor een bedrag van ƒ 12.611, zullen de benodigde gewapend betonwerken voor de koepel e.d. worden uitgevoerd. De aannemer begon 17 januari 1916 met de sloopwerken aan de oude kloosterkerk van de Kruisbroeders. Pastoor Sweens kon op 3 mei 1916 de eerste steen leggen. De aannemer ontving dan zijn tweede termijn (ƒ 8.808,-) In juli 1916 was de bouw zover gevorderd, dat Stulemeijer met de werkzaamheden voor de betonnen koepel kon beginnen. Hieraan werd tot maart 1917 gewerkt. Na het ontkisten begon de bekende kerkschilder Jan Oosterman volgens een iconografisch plan het koepelgewelf te beschilderen. Voortvarend ging hij te werk. Op 22 juli 1917 honoreerde het kerkbestuur hem met ƒ 1.000,-. Op 30 augustus volgde ƒ 800,- en op 16 oktober 1917, als het schilderwerk aan de koepel voltooid is, werd nog eens ƒ 1.200,- aan honorarium en ƒ 250,- aan bijwerk overgemaakt. Het honorarium bedroeg in totaal ƒ 3.500,-,

2

2- Kerkgebouw en pastorie

Plattegronden van 1916.

3

4

Gezicht op de Sint Cathrien vanuit het noord oosten. Op de achtergrond de molens op de stadswallen. Op de voorgrond het gouvernement (het huidige Noordbrabants Museum). Jaartal 1876.

.

Sint Cathrienkerk van 1842-1916 vanuit het zuid oosten

Huidige Sint Cathrienkerk vanuit het zuid oosten 5

De pastorie (1619) is gebouwd aan de noordzijde van de kerk, tegen de sacristie (16e eeuw). Sinds de 19e eeuw was de pastorie voorzien van een pleisterlaag en schuifvensters. Bij de restauratie in 1996 moest het pleisterwerk grotendeels worden verwijderd. Er kwam een fraaie ‘krulgevel’ tevoorschijn, uitgevoerd in baksteen met natuurstenen ornamenten met een Zuid- Nederlands karakter, niet verwonderlijk aangezien het gebouw van voor 1629 dateert. Vergelijkbare voorbeelden komen voor in Limburg, België en Westfalen. Vanwege het unieke karakter is er voor gekozen voor een reconstructie van de 17e eeuwse, onbepleisterde toestand op basis van de bouwhistorische gegevens.

Voormalige pastorie Sint Cathrien

Sint Cathrienkerk vanuit het noorden. Links is de gevel van de pastorie uit 1619 ingetekend

6

7

3- Belangrijkste inventaris en interieur

• Koepel

De grote koepel is beschilderd door Jan Oosterman tussen 1919 en 1925. Uitgebeeld is de verheerlijking van de Goddelijke Zaligmaker, gezeten op een troon boven de triomfboog. Van onder naar boven kijkend ziet men vier medaillons waarin de vier kardinale deugden: voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid. De acht grote beelden, vervaardigd door J.J.A. Kuijpers stellen voor acht van de negen engelenkoren t.w.: koren van de engelen, aartsengelen, vorstendommen, machten, krachten, heerschappijen, tronen en cherubijnen. Het negende engelenkoor der serafijnen, de hoogste in de hiërarchie, is afgebeeld in de pendentiefs aan de basis van de koepel.

In de 8 segmenten schilderde Oosterman de 8 Zaligheden t.w.: - Ten O; Zalig de zuiveren van hart; want zij zullen God zien. Deze zuiveren van hart zijn uitgebeeld rond de Christusfiguur die op een troon is gezeten boven de triomfboog

8

- Ten W; Zalig de barmhartigen; want zij zullen barmhartigheid ondervinden - Ten Z; Zalig de vreedzamen; want zij zullen kinderen Gods worden vernoemd - Ten Z; Zalig die vervolging lijden om de gerechtigheid; want hun behoort het rijk der hemelen. Engelen begeleiden de zaligen op hun weg naar de hemelpoort - Ten Z; Zalig de armen van geest, want hun behoort het rijk der hemelen - Ten N; Zalig, die hongeren en dorsten naar gerechtigheid; want zij zullen worden verzadigd - Ten N; Zalig, die wenen; want zij zullen worden getroost - Ten N; Zalig de zachtmoedigen; want zij zullen het Land bezitten

• Priesterkoor - Orgel

Gebouwd door J.J. Vollebregt, Keizerstraat, ’s-Hertogenbosch 1850-1851. Vollebregt (1793-1872) heeft veel orgels gebouwd, waaronder voor de Kruisheren in Sint Agatha (1846), Gemonde Sint Lambertuskerk (1848), Erp Sint Servatiuskerk (1848), Geldrop Sint Brigidakerk (1849), Best Sint Odulphuskerk (1852), Breugel Sint Genovevakerk (1854), Sint Anthonis Sint Antoniuskerk (1854), Kaatsheuvel Sint Jan de Doperkerk (1855), Waalwijk (Besoyen) N.H. kerk (1857), Heusden Lutherse kerk (1859), Geertruidenberg Sint Geertrudiskerk (1861) De Zrs. van de Choorstraat.

Orgelbouwer Johannes Vollebregt werd in 1793 in Maassluis geboren. Hij leerde het orgelmakers vak bij Bätz in , bij Lohman in Leiden en bij Naber in Deventer. Toen Vollebregt zich in 1845 in Brabant vestigde was hij in feite gevormd tot een Hollandse orgelmaker. Opvallend is het dat hij snel Brabantse tradities adopteerde en ze versmolt met zijn eigen achtergrond. Zo ontstond een synthese tussen Hollandse en Brabantse elementen en van eigentijdse tendensen en klassieke voorbeelden.

9

Het orgel voor de Sint Cathrien werd door Vollebregt in twee jaar (1850-1851) voor 11.000 gulden gebouwd en geldt als zijn belangrijkste werk. Het moest concurreren met het orgel van de Sint Jan en met het grote Smits orgel van de voormalige Sint Pieterskerk, dat nu in Oirschot staat. Oorspronkelijk stond het instrument op de speciaal voor dit orgel gebouwde balustrade aan de westzijde van de in 1842 tot waterstaatskerk omgebouwde Kruisbroeders kerk.

In 1916, bij de volgende verbouwing in neo byzantijnse stijl door architect Jan Stuyt, werd het orgel door M. Maarschalkerweerd verplaatst naar de andere kant van de kerk. Deze huidige, wat verstopte positie achter het hoofdaltaar is duidelijk ten koste gegaan van het unieke karakter van het instrument. Bijvoorbeeld de zijtorens met de 16 voets prestant van het pedaal zijn toen behoorlijk ingekort om onder de boog te passen en de eenheid met de balustrade is verdwenen. Uitgebreide restauratie en aanpassingen vonden plaats door Verschueren in 1956.

- Altaar

Ontwerp van Jan Stuyt; ca 1918

10

• Preekstoel

- Eikenhout; eerste kwart van 17e eeuw; trap uit 1846.

Renaissance stijl Zeszijdig basement met zeszijdige kuip. Op de kuip 6 reliëfs: Gedaanteverandering Christus op de berg; Maria ten Hemelopneming en de 4 Evangelisten.

• Doopkapel - Hek, smeedijzer ca 1900.

Vierdelig hek. Afkomstig van groot Seminarie in Haaren; hier geplaatst rond 1926.

- Doopvont, wit marmer, deksel van koper. 110cm hoog

Achtzijdige vont; deksel achtzijdig met kruis op bol. D. Weegwijs, Amsterdam 1870.

11

• Balustrade oksaal

Eikenhout, door P. Hoenselaars, timmerman en Frans Donkers, beeldhouwer; 1850. In de balustrade drie panelen waarin cartouches met: reliëf David met harp, beeldje engel met harp, reliëf Cecilia met orgel.

• Biechtstoel

- 3 Biechtstoelen, eikenhout, ca 1840.

• Kruisweg

- 14 Kruiswegstaties op koper ( 72 x 87 cm) door A. Brouwer, Hilversum1876-1877.

• Gedenkstenen

- Eerste steen ( 55 x 60 cm) hardsteen 1601.

Als men schreef 1601 leide de Heer Van Grobbendonck Ridder aen dese piler den Irsten steen Guverneur deser Stadt. (Linkerzijde in muur na ingang kerk).

12

- Herdenkingssteen (110 x 176 cm) hardsteen, 1842

D.O.M. templi ampliati , innovati prim. lap. pos. Joannes Henricus Corstens parochus Josephus de Wijs, Gerardus van Son, Henricus Antonius Bijvoet cives munifici VI Id Mart. An. MDCCCXXXXII. (Halverwege aan linkerzijde in muur).

- Eerste steen (30 x 55 cm), geschilderde steen, 1916.

P.L.P. Alex. F.M. Sweens, parochus V non. mai. MCMXVI

(Priesterkoor, rechterzijde)

• Beelden

- Beeld, hout, (ca 180 cm), gepolychromeerd, 1846 - Leonardus van Veghel, staande, gekleed in albe en kazuifel, in zijn linkerhand een open boek, in rechterhand, monstrans, strop om de hals. Geerts, Leuven

13

- Beeld, hout, (ca 180 cm), gepolychromeerd, ca 1846

Cornelius, paus, staande met tiara, in zijn rechterhand een hoorn, in linkerhand metropolitaanstaf. Peeter, Antwerpen

- Beeld, hout, (ca 180 cm) gepolychromeerd, ca 1845

Alphons de Liguori, staande, in zijn linkerhand een kruis. Cuijper, Antwerpen

14

- Beeld, hout, (ca 180 cm) gepolychromeerd, ca 1845

Antonius van Padua, staande, in zijn armen het Jezuskind Cuijper, Antwerpen

- Beeld, hout, ( ca 180 cm) gepolychromeerd, ca 1845

Anna, staande voor haar Maria met boek onder linkerarm Cuijper, Antwerpen

- Beeld, hout, (ca 180 cm), gepolychromeerd, 1846

Franciscus van Xaverius, staande in superplie en stola, linkerhand opgeheven, in rechterhand een kruis. Geerts, Leuven

15

- Beeld hout, (92 cm) Jozef, staande met Kind op linkerarm, rechterhand opgeheven. Aangekocht in 1961 kunsthandel Peters, Tilburg.

- Staakmadonna, hout, (100 cm), gepolychromeerd, 2e kwart 19e eeuw Aangekleed met wit zijden tuniek en rood fluwelen mantel, geborduurd met o.a. gouden mand en twee hoornen met gekleurde bloemen en vruchten; gekroond en behangen met sieraden.

In koepel: 8 beelden, meer dan levensgroot, grijs geverfd, 1927 en 1929. Voorstellend acht koren van Engelen: - Angeli; staf en Christus monogram - Archangeli; mantel - Principatus; speer, lelie, kroon - Virtutes; weegschaal, kroon - Potestates; bijl, Christus monogram - Dominationes; scepter, zwaard - Throni; rad - Cherubim; rol met 7 sloten

• Schilderijen - Serie van 9 schilderijen op doek, diverse afmetingen en jaartallen, Pieter Jozef Verhagen (1728-1811)

A- Gedaanteverandering op de berg Thabor, (296 x 285 cm)1775

16

B- Jezus bij Simon; Maria Magdalena, ( 284 x 296 cm) 1778

C- Aanbidding van de Drie Koningen, ( 322 x 489 cm) 1794

D- Jezus geneest de zieken, (337 x 287 cm) 1768

17

E- Bruiloft van Kana, ( 288 x 295 cm) 1768

F- Aanbidding der herders, (341 x 489 cm) 1793

G- Jezus en de overspelige vrouw, (337 x 284 cm) 1780

18

H- Roeping van Petrus, Jacobus en Johannes, (298 x 293 cm) 1772

I- Kindermoord in Bethlehem(484 x 340 cm)

Pieter Jozef Verhagen Geboren te Aerschodt 1728, overleden in Leuven 1811. Pieter Verhagen was zeer bekend in Vlaanderen en vooral rond Leuven. Hij behoorde met Theodoor van Thulden tot de voornaamste Zuid-Nederlandse schilders die de stijl van Rubens hebben voortgezet. Zijn voornaamste opdrachtgevers waren de Norbertijnen van Averbode en Heverlee. Na de sluiting van de Abdij van Averbode door de Fransen werden de schilderijen voor 200 gulden per schilderij ( ca 90 euro) en een zakje bloembollen in 1829 door het Kerkbestuur van de Sint Cathrien aangekocht.

- Dominicus ontvangt rozenkrans ( 240 x 165 cm) ca 1660

Schilderij, doek, Theodoor van Thulden (1606-1669) Dominicus met lelietak in linkerhand, ontvangt de rozenkrans van zittende Maria met Kind; voor Dominicus hond met fakkel die gromt naar monster; boek, gesel, wereldbol en putto met beker die met een rozenkrans de wereldbol rechttrekt.

Theodoor van Thulden Geboren in ’s-Hertogenbosch in 1606 en overleden in 1669. Woonde in de Minderbroedersstraat tot 1621 bij zijn ouders. Vertrok in dat jaar naar Antwerpen. In 1631 schildert hij in Parijs een serie doeken over Johannes van Matha en Felix van Valois, stichters

19

van de Orde der Trinitariërs. Vervaardigde in Parijs een groot aantal tekeningen en een serie van 58 gravures. In 1634 was van Thulden terug in Antwerpen. Hij schilderde daar samen met Rubens, de Pompa Introitus voor de nieuwe landsheer t.g.v. zijn Blijde Intocht in Antwerpen. Zijn naam was gevestigd. Hij huwde met Maria van Balen, dochter van de beroemde Antwerpse schilder Hendrik van Balen. Getuige bij dit huwelijk was o.a. Jean de la Barre, gekend glasschilder in Antwerpen en evenals van Thulden afkomstig uit ’s-Hertogenbosch. In 1638 werd Van Thulden gekozen tot Deken van het Sint Lucas gilde en een jaar later tot hoofddeken. In 1644 keert Van Thulden terug naar Oirschot en zet daar zijn schildersactiviteiten voort vooral voor de leden van het Bossche stadspatriarchaat. Ook schildert hij enkele schilderijen voor het Bossche stadhuis. Tenslotte keert hij terug naar zijn geboortestad in 1646 en gaat wonen in Achter het Wild Varken. Na de vrede van Munster schildert Van Thulden o.a. 6 grote werken in opdracht van Amalia van Solms, de weduwe van Frederik Hendrik voorde Oranjezaal van Huis ten Bosch in Den Haag. Theodoor van Thulden overlijdt in 1669 en wordt begraven in de Bossche Sint Jan, waarbij de kerkklokken meer dan drie uren voluit luidden. Naast dit schilderij in deze kerk van Theodoor van Thulden hangen er 4 schilderijen in het Bossche stadhuis. Het Noordbrabants Museum bezit 5 van zijn werken en er bevindt zich nog een schilderij in de Sint Janskathedraal.

- Leonardus van Veghel, ca 1635?? Schilderij, doek, (70 x 87,5 cm), M. Naiveu 1647-1726 Twee gevleugelde engelen met portret van Leonardus met lauwerkrans; engel rechts houdt evangelieboek en strop; in bovendeel wordt Leonardus door engelen ten hemel gedragen, waar Christus hem ontvangt. Opmerking Pater Gerlach o.f.m.: Het portret gaat terug op dat van J. Thibaut Dirckx (1572-73) naar een gravure van Jac. Matham (ca 1631) gepubliceerd door J. Boener: Waerachtige ende levende figueren van de H. Martelaers van Gorcum. Op achterzijde staat: gerestaureerd en verdoekt 1961-1962; M. Naiveu 1635.

M. Naiveu Onder voorbehoud: (Leiden, gedoopt op 16 april 1647 - Amsterdam, 4 juni 1726) was een Nederlandse kunstschilder. Hij was de oudste zoon van de wijnhandelaar en herbergier Matheus Naiveu van en Janneken Melcke van Leiden. Zijn grootvader Mathys Willemsz was schipper te Luik. In 1675 trouwde Matthijs met de weduwe Agatha van Strichtenhuyse. Naiveu leerde het vak van fijnschilder van Abraham Toorenvliet, de vader van Jacob Toorenvliet, en ging vervolgens in de leer bij Gerrit Dou. In 1671 werd Naiveu lid van het Leidse Sint Lucasgilde. In 1678 verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij als hop-inspecteur voor de Amsterdamse bierbrouwerijen ging werken. Naiveu schilderde in Leiden vooral genrestukken en portretten. Zijn werk ontwikkelde zich in Amsterdam naar voorstellingen van festiviteiten en van theatergroepen met Commedia dell'arte figuren met meer beweging en kleurgebruik. Zijn werk vertoont invloed van de Bamboccianti, hoewel hijzelf nooit in Italië geweest is. Omdat zijn oeuvre niet groot is kan de vraag opgeworpen worden of hij alleen voor zijn plezier schilderde. Volgens Arnold Houbraken is de Zeven werken van barmhartigheid zijn grootste werk. Naiveu overleed in 1726 op 79 jarige leeftijd in Amsterdam.

Leonardus van Veghel 1527 - 1572 martelaar De heilige Leonardus van Veghel werd in 1527 te Den Bosch geboren in de Postelstraat als zoon van Goyart van Veghel en Ida, dochter van Leonard Arendszn. Leonardus studeerde aanvankelijk in het fraterhuis te Den Bosch en vanaf 1545 te Leuven. Daar vervolgde hij zijn opleiding op het paus Adriaancollege als theologiestudent onder Ruardus Tapper en viel daarbij op door zijn opmerkelijke studieresultaten. In 1558 kwam Leonardus in Gorinchem om er als pastoor te werken. Vol toewijding legde Leonardus zich toe op zijn parochiale taak, en hij zou als zijn inkomsten aan armen en zieken geschonken hebben. Te midden van het snel opkomende protestantisme bracht hij vele katholieken terug nar hun moederkerk. Leonardus was een van de drie pastoors uit Gorinchem die in 1572 door de watergeuzen in Den Briel werden opgehangen, tegelijk met de andere zogenoemde martelaren van Gorkum, die in 1867 werden heilig verklaard. Uit: 125 Heiligenbeelden in de St. Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1984) 128

20

- Aanbidding der Wijzen

Schilderij, paneel (186 x 152 cm, gesigneerd H.V.O.) ca 1600 Maria met het naakte kind op haar schoot, links gezeten voor een ruïne met achter haar Jozef en de herders, ontvangt de Drie Koningen.

- Zegening van Isaac.

Schilderij, doek, (151 x 200 cm) (17e eeuw?) Isaac ligt in een hemelbed en zegent de voor hem knielende Jacob; links achter zit Rebecca in een stoel; rechts een gedekte tafel met daarachter een dienstmaagd; helemaal rechts een doorkijk door een deur waar Esau in de verte te zien is. Schenking ca 1846.

- Mgr. Arnold Diepen

Schilderij (naast hoofdaltaar) (Bosschenaar) Bisschop van het Bisdom ’s- Hertogenbosch van 1919-1943.

21

- Presentatie van Maria in de Tempel.

Schilderij, doek, (150 x 200 cm): laatste kwart 17e eeuw Maria staat te midden van het schilderij gewend naar de Hogepriester; rechts twee acolieten achter Maria; in het linker gedeelte Joachim en Anna. Aangeschaft in 1829.

- Verloving van de H. Catharina.

Schilderij, doek, (125 x 100 cm): tweede kwart 17e eeuw Maria gezeten met het Kind op de arm. Kind steekt ring aan de vinger van Catharina. Toegeschreven aan Theodoor van Thulden.

- Opdracht van Christus in de Tempel

Schilderij, doek, (145 x 102 cm): einde 17e –begin 18e eeuw. Simeon staande op de trappen van de tempel, heeft het Kind in zijn handen en kijkt omhoog; rechts knielen Jozef en Maria neer; links een vrouw met een kind; achter Simeon twee figuren waarvan een Anna. Aangeschaft in 1829.

22

- Christus en de cijnspenning.

Schilderij, paneel, (72 x 105 cm) begin 19e eeuw. Christus staat links met in zijn linkerhand een munt die hij toont aan de Farizeeën en aan de apostelen rechts in het schilderij.

- Portret van pastoor Joh. Henr. Corstens van Gemert, pastoor 1829-1869 Schilderij, doek (112 x 91,5 cm) 1862. (Schutjens IV p 23-24) De pastoor zit gekleed als kanunnik in een met rode trijp beklede armstoel; in zijn linkerhand houdt hij een brevier; links van hem een boekenkast en tafel met bonnet en boeken. Gesigneerd en gedateerd J. van Dijck fec. 1862. Jac van Dijck, geboren in Waalwijk 10 september 1817, overleden te Oisterwijk 25 april 1896, was van 1834-1839 leerling van de Koninklijke School te ’s-Hertogenbosch; van 1847-1853 van de Academie te Amsterdam. In 1869 werd hij tekenleraar aan de H.B.S. te Helmond en directeur van de Stadstekenschool aldaar. In 1864 vestigde hij zich in Oisterwijk. Van hem zijn portretten in het Bisdom en werken in de Sint Janskathedraal ( 8e en 14e statie van een kruisweg in straalkapel H. Hart) evenals in de Sint Lambertuskerk in Helmond.

- Portret van pastoor Alardus Wilh. Dom. Kuppen, pastoor van 1869-1892. Schilderij, doek (113 x 94 cm) (Schutjens IV, p. 354) De pastoor zit, gekleed als kanunnik, aan een tafel, zijn rechterhand rust op het brevier; verder op de tafel een boek en een bonnet, achter de tafel een boekenkast. Gesigneerd en gedateerd H. Bogaerts 1891.

- Portret van Pastoor Johannes van Weije, pastoor van 1892-1910. Schilderij, doek, (115 x 94 cm) Gekleed als kanunnik; zijn rechterhand rust op een tafeltje met brevier en bonnet.

- Portret van Mgr. Alexander Sweens, pastoor van 1910-1921. Schilderij, doek, (117 x 97 cm) Gekleed als kanunnik, zittend in een armstoel, in zijn linkerhand een dichtgevouwen brevier; rechtsboven een afbeelding van de Sint Catharinakerk, daaronder een tafeltje met een kruisbeeld. Geschilderd door Herman Moerkerk, 20 mei 1921.

Herman Moerkerk, 1879-1949 Illustrator,karikaturist, schilder, schrijver,, toneelregisseur, ontwerper van optochten, vormgever van reclamecampagnes, journalist en tekenaar. Geboren en getogen Bosschenaar, veelzijdig kunstenaar. Tussen 1928 en 1940 in dienst van de Spaarnestad (Katholieke Illustratie). Verhuist in 1928 naar , maar is altijd Bosschenaar gebleven. Zeer productief kunstenaar en heeft een enorme hoeveelheid schetsen, tekeningen, illustraties, karikaturen, aquarellen en schilderijen nagelaten. Legendarisch is zijn spotprent“Leerke Plezeerke” als de gemeenteraad een snoepreis maakt naar het Duitse Leer om de Veemarkthallen te gaan bekijken. In 1941 wordt de 50.000e inwoner van ’s-Hertogenbosch geboren. Burgemeester van Lanschot staat op het punt met

23

pensioen te gaan en Moerkerk schetst van Lanschot met op zijn schoot de 50.000e inwoner met als onderschrift: “Dè- me-dè op ’t scheije van de mert nog gebeure mot, jungske-. Dè za ’k nooit vergete”.

- Portret van pastoor A.J. de Lange Schilderij, doek (109 x 79 cm) Portret van pastoor A.J. de Lange, gekleed als kanunnik, gezeten in een armstoel. T.g.v. zijn benoeming tot kanunnik. Geschilderd door Koolen in 1943.

• Luid- en signaalklokken, uurwerk Sint Cathrienkerk.

D e

L uidklok van deze kerk is gegoten in 1949 door Petit en Fritsen. Deze kan (gelukkig ) nog handmatig worden geluid. In de kerk naast de Sacristie de signaalklok gegoten door Melchior de Haze, laat 17e eeuw. Klepel ligt in de sacristie. In rechter zijtorentje: Luid/slagklok in 1562 gegoten door de Bossche klokkengieter Jan Moer. Heeft helaas geen klepel meer. Daar bevindt zich ook nog een mechanisch torenuurwerk daterend uit 17e-20e eeuw.

• Grafzerken in totaal 33 stuks w.o.: - Leonardus van Veghel 1602 - Dierck van Herssel en zijn familie 1612 - Peter Matthijssen van Weert en zijn huisvrouw 1623 - Jan Jansz. Van der Sluys c.s. 1731 - Verder zerken met eenvoudige wapens of huismerken van: 1555 – 1589 – 1604 – 1617 – 1630 – 1642 2 x – 1646 – 1650 – 1653 – 1659 – 1660 – 1664 – 1665 – 1674 – 1680 – 1683 – 1701 – en enkele ongedateerde uit 17e en 18e eeuw.

24

• Processiekruis - Totale hoogte 260 cm, kruis hoogte 86 cm, corpus hoogte 17 cm. Gegoten koper, deels verzilverd of vernikkeld. (derde kwart 19e eeuw) Het kruis staat op een vaas met 2 opgeschroefde, gevleugelde halffiguren en 2 keer Lam liggend op boek, reliëf; een zijde van het kruis met corpus, andere zijde staande Maria, opziende naar links

• Passiekruis - Hout, hoogte 170 cm, deels gepolychromeerd (1921) Met arma Christi

25

4- Huidig gebruik

Daar het Theater aan de Parade geen gebruik zal maken van de H. Catharinakerk als tijdelijke huisvesting voor het Theater, heeft het bestuur van de parochie H. Maria, waartoe de Catharinakerk behoort, besloten een nieuw perspectief voor de kerk, het patronaatsgebouw en de voormalige pastorie te bewerkstelligen. Vooruitlopend hierop zullen de Armeense Apostolische gemeenschap en de Johannes van Damascus gemeenschap gebruik gaan maken van de Catharinakerk voor hun vieringen. Dit past bij de gedachten van het parochie bestuur om de Catharinakerk onder meer een centrum te laten zijn voor de oosters-orthodoxe religies.

Onze Johannes van Damascus gemeenschap is in 1977 opgericht door westerse christenen die geraakt waren door de rijkdom van de oosterse liturgie. Onze kapel is in gemeenschap met de kerk van Rome. Wij zijn echter geen religieuze parochie maar een vrijwilligersgemeenschap. Onze gemeenschap staat open voor christenen van verschillende tradities en heeft diverse banden met andere kerken en organisaties. Wij vieren de Byzantijnse liturgie. Die is niet voorbehouden aan de Orthodoxe kerk, maar wordt ook door westerse katholieke kerken gevierd. De eucharistieviering heet hier ‘Goddelijke Liturgie”.

• De Byzantijnse kapel

------

- - - -

26

- De kapel is ingericht zoals een kerkgebouw van de byzantijnse ritus is ingericht. - De byzantijnse ritus is de kerkelijke traditie van liturgie en vieren zoals die zich heeft ontwikkeld in Byzantium. Dit stadje aan de Bosporus werd door keizer Constantijn tot de hoofdstad van het Romeinse Rijk gemaakt in het jaar 330 en gaf het de naam Constantijnstad ofwel Constantinopel. - De altaarruimte is afgescheiden van de rest van de kerk door een Ikonenwand ( of Iconostase). Ontstaan in de 8e eeuw naar aanleiding van een lange strijd over afbeeldingen: Mag je wel afbeeldingen maken van God en de heiligen? Het antwoord was ja, immers als God en de mens iets met elkaar te maken hebben (via Jezus) dan moet je dit op de menselijke manier kunnen afbeelden. - Vandaar de Ikonenwand met drie deuren: de hoofddeur of koninklijke poort waar alleen de voorganger doorheen gaat (priester en bisschop) als hij in liturgische functie is, met de Gaven, met het Evangelieboek of om te wieroken. - In het midden van de altaarruimte staat een tafel: De heilige Tafel (of troon, ofwel altaar) om de eucharistie, het avondmaal aan te vieren. Uit eerbied loopt men niet voor het altaar langs, maar alleen achterom. - Op het altaar ligt altijd een Evangelieboek (niet de rest van het Nieuwe Testament). Het Evangelieboek ligt op een opgevouwen doek waarop de graflegging is afgebeeld en de naam van de bisschop die het altaar heeft gewijd. Ook ligt op het altaar een zevenarmige kandelaar met kruis en rhipidia (kleine waaiertjes die de diaken gebruikt tijdens de eucharistieviering met afbeeldingen van de cherubim en de namen voor Jezus Christus, IC en XC. - Boven het altaar een bronzen duif, het tabernakel. Hierin wordt het geconsacreerde Brood bewaard voor de zieken. Het tabernakel wordt niet gebruikt om communie uit te delen. Voor iedere Eucharistieviering wordt het Brood geconsacreerd en wat over is wordt genuttigd. - Achter het altaar staan de stoelen voor de voorgangers en de assistenten. De middelste is de bisschopstroon. Daarop gaat alleen de bisschop zitten, het symbool van Christus die voorzit in gemeenschap. - De afbeelding achter de altaarwand is een fresco van de Apostelcommunie: Jezus geeft Brood en beker aan zijn Apostelen. - Links een tafeltje: de Voorbereidingstafel (Prothesis). Hierop worden de Gaven van Brood en Wijn voorbereid. In de Oosterse kerken wordt gewoon brood, met gist gebruikt, gebakken door mensen uit de gemeenschap; wel met stempel: IC XC NI KA - Rechts eveneens een tafeltje en dat heet diakonikon. De ‘werkplek’ van de diaken met de praktische dingen zoals wierook en wierooksvat, kaarsen etc.. - Voor de Iconostase staan enkele kleine lessenaars waar iconen op liggen van Christus (rechts), Maria (links), patronen van de kerk, van heiligen of de feesten van de dag. Rechts staan lessenaars voor de zangers. De kleine apsis bevat een kruis met een tafeltje (tetrapod) dat wordt gebruikt voor de viering van huwelijk, doop of andere zegeningen of de overledenen van de gemeenschap herdenken.

• Armeens- apostolische Kerk De Armeens-apostolische Kerk is een zelfstandige kerk, gesticht in Armenië. Ze behoort sinds het concilie van Chalcedon (451) tot de Oriëntaals-orthodoxe Kerken. De term “Apostolisch” werd toegevoegd omdat volgens de overlevering het christendom in Armenië gepredikt werd door de apostelen Thaddeus en Bartholomeus.

27

Geloof en spiritualiteit De Armeense spiritualiteit is sterk bepaald door het lijden. Jezus’ dood en verrijzenis worden met de collectieve ervaring van lijden verweven in de Armeense gebeden en religieuze liederen. De Armeense praktijken lijken in het algemeen op die van andere oostelijke kerken; de priesters kunnen huwen en communie wordt gegeven met zowel brood als wijn, hoewel het gebruik van ongedesemd brood een Westerse praktijk is. Bron: Wikipedia

Kerkdiensten Op de eerste en derde zondag wordt er een kerkdienst gehouden in de Sint Cathrienkerk.

John Vermulst, september 2019.

Met dank aan Rob Braam en Sacha van Mook - Vermulst voor hun geweldige inzet en aan Frans van der Smissen voor de verstrekte informatie.

en aan Frans van der Smissen voor de verstrekte informatie

28