BEVELANDEN

THOLEN PRESTATIEONDERZOEK PROVINCIE

SCHOUWEN-DUIVELAND

ZEEUWS-VLAANDEREN

MAATWERK GEMEENTE

© 2019 INHOUD

Gemeente Sluis p. 2 Inhoud p. 3 Voorwoord p. 4 1. Inleiding p. 8 Begrippenlijst p. 9 Conclusies koopstromen gemeente Sluis p. 10 1. Reflectie maatwerk gesprek p. 11 2. Koopstromen kernen gemeente Sluis p. 19 3. Bezoekersstromen Sluis p. 20 Overzicht ‘Let Op!‘ p. 21 Bijlage 1. Invulformulieren p. 29 Bijlage 2. Bronnen p. 31 Bijlage 3. Rabobank Koopstromenmonitor en Cijfers en Trends p. 32 Bijlage 4. Branche-indeling (Locatus) p. 33 Bijlage 5. Toelichting GSM data p. 35 Colofoon

2 VOORWOORD

Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de detailhandel en vrijetijds- sector in de provincie Zeeland en in uw gemeente, heeft de provincie een prestatieonderzoek uit laten voeren tot en met de gemeentegrenzen. Dat prestatieonderzoek gaat in op landelijke trends en ontwikkelingen op provinciaal en gemeentelijk niveau. In aanvulling hierop hebben u en uw gemeente gekozen voor een extra verdiepingsslag. Dit maatwerkrapport geeft u inzicht in de ontwikkelingen van de detailhandel en vrijetijdsbeste- ding op viercijferige postcodeniveau. U heeft zelf de keuze gemaakt welke postcodegebieden in uw gemeente met dit maatwerkrapport onder de loep genomen moeten worden.

Het maatwerkrapport is tot stand gekomen in samenwerking met Ik Onderneem!, RaboResearch van de Rabobank en Zicht op Data. Platform De Nieuwe Winkelstraat (DNWS) is bij dit onderzoek betrokken als onafhankelijk en onpartijdig kennisnetwerk. De DNWS stimuleert het delen van kennis tussen samenwerkingspartners, ook op het gebied van onderzoek, zodat toekomstbestendige winkelgebieden ontstaan en blijven bestaan.

3 1. INLEIDING

Detailhandel is enorm belangrijk voor de Nederlandse economie. Winkels vormen samen met horeca het hart van de aantrekkelijkheid, vitaliteit en leefbaarheid van de binnensteden en kernen. Een goed gemeen- telijk beleid voor een sterke detailhandel en vrijetijdssector is essentieel. Hiervoor is duidelijke informatie over de sectoren nodig, zeker nu in deze sectoren een fundamentele transitie plaatsvind (Zie Box Detailhan- del en vrijetijdssector en Prestatieonderzoek Hoofdstuk 2 Trends). Dit maatwerkrapport, inclusief koopstro- men en bezoekersstromen, biedt de benodigde informatie voor gemeenten en stakeholders.

Box Detailhandel en vrijetijdssector De detailhandel voorziet in de behoefte van consumenten aan goederen en diensten. Van Dale omschrijft detailhandel als ‘verkoop rechtstreeks aan de consument’. Traditioneel vindt detailhandel plaats in een winkel, een ‘gebouw waar goederen aan consumenten verkocht worden’, maar goederen en diensten vinden ook op andere manieren hun weg naar de afnemer. Vanouds gebeurt dit door verkoop-aan-de-deur, op week- en jaarmarkten en door postorderbedrijven.

De afgelopen jaren heeft internet zich stormenderhand een plaats veroverd als ‘kanaal’ voor de bediening van consumenten. De detailhandel wordt doorgaans aan de hand van de verkochte goederen ingedeeld in de vijf hoofdbranches dagelijkse artikelen, mode en luxeartikelen, vrijetijdsartikelen, artikelen voor in of om huis en overige Figuur 0. ‘Waarde kolom detailhandel’ Bron: Rapport richting Retail 2030, INretail detailhandel en tal van branches (zie bijlage 2).

Deze indeling strookt echter steeds minder met de realiteit, doordat ondernemingen steeds meer een breed palet aan producten en diensten aanbieden. Deze branchevervaging doet ook het onderscheid tussen detailhandel en vrijetijdssector afnemen. De vrijetijdssector voorziet in de behoefte van consumenten aan recreatie en ‘winkelen’ is tegenwoordig net zo goed een vorm van recreëren als het aanschaffen van producten en diensten. Bovendien bevordert de aanwezigheid van vrijetijdsactiviteiten de aantrekkelijkheid van een winkelgebied.

Niettemin wordt de vrijetijdssector onderscheiden in vier sectoren: drankverstrekkers, spijsverstrekkers, verblijfsrecreatie en ‘cultuur en recreatie’. In de sector drankverstrekkers gaat het om cafés, in de sector spijsverstrekkers om restaurants en fastfoodverstrekkers. De verblijfsrecreatie biedt naast eten en drinken overnachtingsmogelijkheden, zoals de hotels, pensions en campings. Drank- en spijsverstrekkers en verblijfsrecreatie vormen gezamenlijk de horeca. De vierde sector –‘cultuur en recreatie’– omvat een breed palet aan ondernemingen en instellingen, zoals theaters, bioscopen en pretparken, die de consument vermaak bieden. Net als de detailhandel bedient de vrijetijdssector de consument. Daarom hangt ook de spreiding van de vrijetijdssector sterk samen met de bevolkingsspreiding.

4 Koopstromen: big-data versus traditionele enquêtes Koopstromen reflecteren het bestedingsgedrag van mensen. In traditionele koopstromenonderzoeken worden via enquêtes bij huishoudens en/of bezoekers gevraagd naar waar de laatste aankopen zijn gedaan, welk bedrag is besteed en welke voorkeuren van aankopen er zijn. Hierbij wordt het geheugen van een con- sument aangesproken. Een bron die veel waarde heeft, zeker voor wat betreft motivatie en beoordeling. De feitelijke juistheid van de antwoorden en het aantal respondenten is echter beperkt. Tevens mist inzicht in de herkomst van omzet, waardoor de koopkrachttoevloeiing een schatting is en niet kan worden geme- ten. Big-data bieden tegenwoordig de unieke kans om in de kassa van de ondernemer te kijken. Hierdoor kan feitelijk antwoord gegeven worden op de vraag: waar komt de omzet vandaan, komt deze van de eigen inwoner (afhankelijkheid) of van inwoners van buiten de eigen plaats (koopkrachttoevloeiing)?

Wilt u statistisch betrouwbare informatie boven tafel krijgen met behulp van enquêteonderzoek onder huishoudens, dan zijn in de regel tenminste 384 ingevulde enquêtes benodigd. Bestaat de wens om be- trouwbare uitspraken doen op een hoger detailniveau, zoals naar winkelbranche (dagelijks, niet-dagelijks, mode en luxe, in en om het huis, vrijetijd en overig) en naar winkelgebied, dan vraagt dit om een fors grote- re steekproef. Voor de provincie Zeeland, waar 13 gemeenten zijn met ieder gemiddeld 3 winkelgebieden, zou benodigde steekproef minimaal 10.000 tot wel 15.000 huishoudenquêtes bedragen.

In dit prestatieonderzoek wordt gebruik gemaakt van big-data uit de databank van de Rabobank. Deze big-data zijn gebaseerd op 56 miljoen pintransacties van consumenten en chartale stortingen van onderne- mers en daarnaast zijn de bekende bronnen zoals CBS, Locatus, Lisa, informatie van Kennis Centrum Kust Toerisme etc. gebruikt om tot feitelijke data te komen.

Het vergelijken van uitkomsten van big-data onderzoeken met uitkomsten van enquêtes is appels met pe- ren vergelijken. Immers het antwoord van een consument waar zij besteedt of het meten van de transactie is anders. Is daarmee de één of de ander onjuist? Nee, het gaat om een andere bron, waardoor de uitkom- sten anders zijn. Beide hebben unieke waarde, beide hebben beperkingen. Big-data leveren zoals gezegd vooral feitelijke informatie op. Dit is een beperking bij enquêtes, waar geen feiten boven tafel komen, maar juist wel waardering en motivatie. In dit prestatieonderzoek is gebruik gemaakt van big-data om de koops- tromen vast te stellen.

Zowel big-data (uit databank van Rabobank) als traditionele koopstromenonderzoeken leren dat in de loop der jaren de herkomst en bestemming van bestedingen van de consument slechts marginaal veranderen, tenzij er een grote wijziging in aanbod of (route) verbinding is. De koopstromendata van de Rabobank gaan terug tot 2003. In de afgelopen 11 jaar zijn er slechts procentpunten verschil in herkomst en bestemming van bestedingen vastgesteld. Dit beeld wordt bevestigd door het Randstad Koopstromenonderzoek 2016 en de update van 2018.

In dit rapport wordt voor de herkomst en bestemming van bestedingen en omzet gebruik gemaakt van de meest recente data uit 2015 (over 2014). Gezien de signalering in de vorige alinea over de marginale wij- zigingen in de datahistorie sinds 2003 -op basis van dezelfde bron en methodiek- zijn deze data zeer goed bruikbaar, met inachtneming van het volgende: bij het interpreteren van dit onderzoek is het belangrijk dat lokale stakeholders weten welke (grote) veranderingen vanaf 2015 hebben plaats gevonden in hun ge- meente en/of omgeving. Met dit in het achterhoofd kan een inschatting gemaakt worden van het effect op bestaande koopstromen.

5 Bezoekersstromen Naast het koopstromen-onderzoek is in dit maatwerkrapport ook het bezoekersstromen-onderzoek meege- nomen. Bezoekersstromen brengen de bezoekers van een winkelgebied in beeld; waar komen ze vandaan, wanneer komen en vertrekken ze, hoeveel bezoekers komen en hoe vaak. Om dit inzichtelijk te krijgen zijn data van het mobiele telefoonnetwerk (GSM-data) gebruikt. Hiermee komen ook de bezoekersrelaties tussen postcodegebieden in de gemeente in beeld. Bezoekgegevens vormen een onderligger voor activitei- tenplaatsen van bezoekers en van bewoners, bijvoorbeeld om te recreëren, te werken, te winkelen of om boodschappen te doen. De GSM data blijken niet altijd goed bruikbaar voor bezoekersstromen in bepaalde viercijferige postcode- gebieden. Hier zijn verschillende redenen voor aan te wijzen. Deels gaat het hierbij om technische factoren van het gsm-netwerk. Deels zijn er ook data-technische of geografische redenen (vb. zeer kleine viercijfe- rige postcodegebieden) waarom bepaalde datapunten niet goed bruikbaar zijn voor een bezoekersstroom analyse op viercijferige postcodeniveau. Dit heeft tot gevolg dat bezoekersstromen voor bepaalde viercij- ferige postcodegebieden niet of slechts gedeeltelijk in beeld gebracht kunnen worden. Als dit het geval is wordt dit in hoofdstuk 3 aangegeven.

Buitenlandse bestedingen en bezoekers De data die gebruikt zijn voor de koopstromen zijn exclusief de buitenlandse toeristische bestedingen. Van de omzet is zichtbaar hoeveel er komt van Zeeuwse bewoners en bezoekers uit overig Nederland. Om toch inzicht te krijgen in de toeristische buitenlandse bestedingen is daar een reken methodiek voor gebruikt. De GSM data, waar de bezoekersstromen op gebaseerd zijn, zijn ook exclusief buitenlandse bezoekers. Dus ook exclusief Belgische en Duitse bezoekers.

Van inzicht naar actie Het doel van dit maatwerkonderzoek, inclusief koopstromen en bezoekersstromen, is tweeledig:

1. inzicht bieden in het economisch functioneren van detailhandel en horeca op postcode niveau 2. inzicht bieden in acties die nodig zijn in de winkelgebieden en in de regio, waaronder: • focus op eigen identiteit ten opzichte van omliggende winkelgebieden. • binden van de eigen inwoner in dagelijkse- of niet dagelijkse boodschappen. • creëren van compacte, aaneengesloten winkelgebieden.

Echter, inzicht hebben is niet voldoende om winkelgebieden gereed te maken voor de toekomst. Wij gelo- ven niet in onderzoek om het onderzoek. Inzicht in feitelijke cijfers moet de trigger zijn om samen in ge- sprek te gaan en stakeholders achter een zelfde aanpak krijgen om te werken naar een sterke detailhandel en vrijetijdssector.

Hiervoor zijn ingrepen nodig in de omvang, structuur en samenstelling van die winkelgebieden. Dit zijn onderwerpen van gemeentelijk beleid en van de ondernemers en vastgoed eigenaren. Welke keuze maakt u? Waar liggen kansen? Op welke wijze kunt u de kans op rendement vergroten? Kortom, de vertaling van inzicht naar gerichte actie is nodig. Alleen zo kan een sterke concurrentiepositie worden behouden of -ver worven.

6 Opbouw rapport Voor de opstelling van de maatwerkrapportage is met de gemeente en lokale stakeholders een maatwerk- gesprek gevoerd over de lokale situatie. Tijdens dit gesprek zijn gezamenlijk de te onderzoeken postcode gebieden vastgesteld. Daarnaast hebben de gemeente en de stakeholders een lijst met verdiepingsvragen ingevuld. • Gekozen postcode-gebieden • Typering van de gemeente • Lokale kracht • Lokale aandachtspunten

In hoofdstuk 1 vindt u een reflectie van het maatwerkgesprek en de beantwoorde verdiepingsvragenlijst, hoofdstuk 2 gaat in op de koopstromen en in hoofdstuk 3 leest u de informatie over de bezoekerstromen. Tussen de tekst door vindt u ‘Let-opjes’. Hierin worden de aandachtspunten benoemd, waar u als stakehol- der rekening mee kan houden. Deze ‘Let-opjes’ worden aan het eind van het rapport samengevat.

In de bijlagen van dit rapport vindt u een overzicht van de gebruikte gegevensbronnen, een korte be- schrijving van de Rabobank Koopstromenmonitor en Rabobank Cijfers en Trends, een overzicht van de branche-indelingen en een toelichting op de GSM data. De belangrijkste begrippen uit het rapport worden toegelicht in de begrippenlijst.

7 BEGRIPPENLIJST Buitenlandse bestedingen In dit rapport zijn dit de toeristische buitenlandse bestedingen.

Huishoudensverdunning Vermindering van het aantal personen per huishouden.

Koopkrachtafvloeiing Het deel van de bestedingen dat wordt besteed door de consument buiten de eigen gemeenten. De koop- krachtafvloeiing wordt gerekend vanuit de portemonnee van de consument.

Koopkrachtbinding Het deel van de bestedingen van de inwoners dat in de eigen gemeente terecht komt. De koopkrachtbin- ding wordt vastgesteld vanuit de portemonnee van de consument.

Koopkrachttoevloeiing Het deel van de omzet dat niet komt van de inwoner uit de eigen gemeente. De koopkrachttoevloeiing wordt vastgesteld uit de kassa van de ondernemer.

Leegstand Gedefinieerd als een pand zonder economische activiteit, dat op het moment van bezoek te huur/ te koop, verhuurd/verkocht is, rijp voor de sloop of waar een verbouwing plaatsvindt.

Lokale afhankelijkheid Hoe groot is de afhankelijkheid van de ondernemer van de eigen inwoner. Dit wordt gemeten vanuit de kassa van de ondernemer.

Leisure Vrijetijdsbesteding door de consument waarin de ondernemers zijn onder te verdelen in cafés, restaurants, verblijfsrecreatie, cultuur en dag recreatie.

Verkooppunten Een verkooppunt is de belangrijkste economische activiteit op een uniek adres. Hierbij is sprake van eigen personeel, eigen kassa en winkelverkoopvloeroppervlakte. De meer gangbare benaming voor de combina- tie van winkelunit en economische activiteit is winkel.

Winkeldichtheid Het aantal winkels per hectare bebouwd gebied.

Winkelvloeroppervlak Het winkelvloeroppervlak heeft betrekking op alle overdekte, voor de consument toegankelijke en zichtba- re ruimten van een winkel. Dit is de (zichtbare) ruimte achter de toonbank en de etalage, maar bijvoorbeeld niet de personeelsruimten, magazijnen en buitenverkoop.

8 CONCLUSIES KOOPSTROMEN KERNEN GEMEENTE SLUIS

• De kern Sluis is het belangrijkste winkelcentrum in de gemeente Sluis. en volgen op afstand. • De kern Sluis heeft ook de hoogste winkeldichtheid en het meest gevarieerde winkelaanbod. Oostburg en Sluis hebben het karakter van een ‘winkelkern’, en Overiggebied zijn vooral ‘boodschappencentrum’. • De lokale koopkrachtbinding is sterk, maar de lokale afhankelijkheid is zwak. Consumenten uit de kernen in de gemeente Sluis zijn sterk op de detailhandel en horeca in hun woonplaats gericht. Zij nemen echter maar een klein deel van de omzet van detailhandel en horeca voor hun rekening. • De koopkrachtafvloeiing uit Oostburg en Cadzand naar andere kernen in de gemeente Sluis is fors. De koopkrachtafvloeiing uit Sluis en Breskens is beperkter. • Zonder rekening te houden met de koopkrachttoevloeiing uit Vlaanderen en door toerisme was de financiële prestatie van de detailhandel in de gemeente Sluis in 2014 minder dan gemiddeld. Inclusief buitenlandse bestedingen zou dit beeld waarschijnlijk positiever zijn. Desondanks is het in Breskens en Cadzand nog niet zo slecht. In de kern Sluis en in Oostburg is het aantal winkels (zonder buitenlandse bestedingen) wel veel te groot. • Sinds 2014 nam het inwonertal in de meeste kernen af, maar nam het aantal verkooppunten toe. De winkelleegstand is hierdoor toegenomen. In Oostburg nam het aantal verkooppunten af, maar groeide de leegstand desondanks. In Sluis namen het aantal verkooppunten en de leegstand beide toe. • Het zwaartepunt qua verkooppunten in de gemeente verschuift. Het aandeel van Oostburg in de verkooppunten neemt af, het aandeel van Sluis neemt toe.

9 1. REFLECTIE MAATWERK GESPREK

Ten behoeve van dit maatwerkrapport is een ‘maatwerkgesprek’ gevoerd met de gemeente en stakeholders (ondernemersvertegenwoordiging). Voorafgaand aan dit gesprek zijn vragenlijsten ingevuld door gemeente en de stakeholders (zie bijlage pag. 21). Een korte reflectie hiervan vindt u hieronder. De geformuleerde lo- kale kracht en de lokale aandachtspunten liggen in elkaars verlengde, tenzij expliciet nog aandachtspunten zijn genoemd in de beantwoording van de vragen.

Gekozen postcode gebieden Gemeente Sluis wil graag de volgende postcodegebieden onderzocht hebben. Deze postcodes staan voor de 4 winkelkernen binnen de gemeente.

1. Postcode 4501 - Oostburg 2. Postcode 4506 - Cadzand 3. Postcode 4511 - Breskens 4. Postcode 4524 - Sluis

Typering gemeente De gemeente Sluis ligt in West Vlaanderen en heeft 15 unieke kernen en een aantal buurtschappen. Sluis is een van de dunst bevolktste gemeente van Nederland. In dit maatwerk, waarbij is ingezoomd op de ge- vraagde kernen zijn duidelijk onderlinge verschillen te zien. Oostburg vervult een centrumfunctie voor de gemeente Sluis, Cadzand en Breskens zijn de badplaatsen en de plaats Sluis is het winkelhart van de gemeente.

Kracht en aandachtstpunten De kracht van de gemeente Sluis is dat zowel de gemeente als haar stakeholders de verschillende plaatsen graag aantrekkelijk en levendig wil houden gedurende het hele jaar, zowel voor haar inwoners als voor de bezoekers. De aandachtspunten voor de kernen zijn: hoe houden we de gebieden aantrekkelijk voor de ondernemers en hoe kunnen de verschillende plaatsen elkaar versterken. En hoe kunnen we het aanbod verstreken en de versnippering van het aanbod tegen gaan.

Veel gestelde vragen De data die gebruikt zijn in dit rapport kunnen helaas niet op alle vragen van de gemeente en stakehol- ders een antwoord geven. Zo zijn vragen die ingaan op leeftijd en geslacht van bezoekers helaas niet te beantwoorden. Deze gegevens mogen de onderzoekers om privacy redenen immers niet op deze manier gebruiken. Ook vragen over combinatiebezoeken en welk aanbod gemist wordt op winkelniveau mogen om dezelfde privacy redenen niet beantwoord worden. In de let-opjes hebben wij zoveel als mogelijk deze vragen benoemd en beantwoord.

10 2. KOOPSTROMEN KERNEN GEMEENTE SLUIS Sluis: 4 winkelkernen en een omvangrijk buitengebied Sluis is een landelijke gemeente met ruim 23.500 inwoners en ruim 850 verkooppunten in 16 kernen (2018). Sluis krimpt, in 2014 telde de gemeente bijna 300 inwoners meer dan in 20181. Het aantal verkoop- punten is sinds 2014 echter toegenomen. In het onderstaande komen achtereenvolgens de structuur, de aantrekkingskracht, de financiële prestaties en de leegstand van de detailhandel en de horeca in de vier grootste kernen aan de orde: Oostburg, Sluis, Breskens en Cadzand. Het aandeel van deze vier in de bevol- king van de gemeente Sluis is met 55 procent veel kleiner dan hun aandeel in het aantal verkooppunten, winkels en winkelvloeroppervlak. Oostburg en Breskens zijn de grootste kernen, maar Sluis heeft veruit het grootste aandeel in verkooppunten en winkelvloeroppervlak. Sluis en Oostburg hebben een gelijk aandeel in de leegstand. De 12 andere kernen gezamenlijk – Overig – zijn goed voor bijna de helft van de inwoners van de gemeente en driekwart van de verkooppunten, de leegstand en het winkelvloeroppervlak in de gemeente (figuur 1). De spreiding van de bevolking over de verschillende kernen in de gemeente Sluis is de afgelopen jaren niet veel veranderd, maar de spreiding van de verkooppunten en het winkelvloeroppervlak wel. Het aandeel van Oostburg nam sterk af, het aandeel van Sluis juist toe. De vier kernen verschillen ook in de aard van het gebruik dat van de verkooppunten wordt gemaakt (figuur 2). Het aandeel van winkels is in Sluis en Oostburg veel groter dan in Breskens, Cadzand en Overig gebied. Omgekeerd is daar het aandeel van de horeca veel groter dan in Sluis en Oostburg.

Figuur 1. Aandeel kernen gemeente Sluis, 2018. Figuur 2. Aantal en type verkooppunten per kern gemeente Bron: ABF, Locatus Sluis, 2018. Bron: ABF, Locatus

Sluis aan kop Van de kernen in de gemeente Sluis heeft de kern Sluis veruit het sterkst het profiel van een ‘winkelkern’. Het aandeel van mode-, luxe-, vrijetijds- en overige detailhandel in het winkelaanbod bedraagt hier 70 pro- cent, maar komt in Oostburg en Breskens niet ver boven 50 procent uit (figuur 3). In Oostburg, Breskens, Cadzand en Buitengebied maken meubelzaken en tuincentra een relatief groot deel uit van het winkelbe- stand. Cadzand en Overig hebben sterk het karakter van ‘boodschappencentrum’. Sluis heeft van de vijf ker- nen in de gemeente ook veruit de hoogste winkeldichtheid. In de andere kernen is deze dichtheid lager dan gemiddeld (figuur 4). Door de daling van het aantal verkooppunten is in Oostburg het aandeel van winkels in de verkooppunten sinds 2014 toegenomen. In de andere kernen nam het doorgaans af. Oostburg heeft hierdoor zijn karakter als winkelcentrum wat versterkt.

1 Omdat de informatie over koopstromen uit 2014 stamt, is dit jaar ook voor de andere gegevens in dit rapport als uitgangspunt genomen.

11 Figuur 3. Samenstelling winkelbestand kernen gemeente Sluis, Figuur 4. Dichtheid winkelbestand kernen gemeente Sluis, 2018. 2018. Bron: ABF, Locatus Bron: ABF, Locatus

Sterke koopkrachtbinding en gering lokale afhankelijkheid De oriëntatie van de consument op de lokale detailhandel – lokale koopkrachtbinding – en de afhankelijk- heid van de winkelier van de lokale consument – lokale afhankelijkheid – nemen doorgaans toe naarmate een kern meer inwoners telt en over meer winkels beschikt. De koopkrachtbinding van consumenten, uit de kernen in de gemeente Sluis, aan detailhandel en horeca in de eigen woonplaats is sterk, behalve in Cad- zand (figuur 5). De lokale binding is in Sluis het sterkst. De detailhandel is in Breskens relatief sterk afhanke- lijk van lokale klanten, maar in de andere kernen juist niet (figuur 6). Het aandeel van koopkrachttoevloei- ing in de horecaomzet in de kernen in de gemeente Sluis is zeer zwak.

Figuur 5. Koopkrachtbinding consumenten aan eigen wijk Figuur 6. Afhankelijkheid detailhandel van consumenten uit of kern 2014. Bron: Rabobank eigen wijk of kern 2014. Bron: Rabobank

Let op: wat opvalt is dat de inwoners van Sluis en Breskens bij voorkeur in de eigen kern besteden waarbij de ondernemers in Breskens met name voor niet-dagelijkse bestedingen voor ruim 70% afhankelijk is van zijn eigen inwoner. De inwoners van Cadzand en Oostburg zijn minder geneigd om in hun eigen woonplaats te besteden.

12 Lezen van de tabel Vanaf hier volgen de analyses geredeneerd vanuit elke kern. Het is zo opgebouwd dat er telkenmale geke- ken wordt naar de inwoner en de ondernemer van de betreffende kern/deelgebied.

Voorbeeld We beschouwen het gebied ‘Centrum’ en kijken in de portemonnee van de inwoners van dit gebied; waar besteden zij hun geld. En we kijken in de kassa van de ondernemer in dit gebied; waar komt zijn omzet vandaan.

Dit is opgedeeld in twee figuren (in dit geval figuur A en B). Figuur A, de bestedingen binnen de gemeen- te (van en naar verschillende deelgebieden). En figuur B, de bestedingen van en naar andere gemeenten, geredeneerd vanuit het betreffende deelgebied. • Figuur A Links van de middenlijn: Waar besteedt de inwoner van ‘Centrum’ haar euro wanneer zij dit niet in haar eigen omgeving doet. • Figuur A rechts van de middenlijn: Waar komt de omzet van de ondernemer in ‘Centrum’ vandaan als deze niet van de inwoner van ‘Centrum’ komt. • Figuur B Links van de middenlijn: Waar besteedt de inwoner van ‘Centrum’ haar euro. • Figuur B rechts van de middenlijn: Waar komt de omzet van de ondernemer in ‘Centrum’ vandaan. Het ‘oranje’ deel van figuur B komt overeen met de totalen in figuur A, zie onderstaand.

In de analyse van de daaropvolgende kern/deelgebied wordt deze werkwijze herhaald, telkenmale in het figuur links de portemonnee van de inwoner en rechts de kassa van de ondernemer uit het deelgebied.

FIGUUR A FIGUUR B

13 Oriëntatie consumenten en herkomst omzet Oostburg Exclusief de koopkrachtafvloeiing naar Vlaanderen zijn de inwoners van Oostburg voor 60 procent van hun dagelijkse aankopen en voor rond 70 procent van hun niet-dagelijkse aankopen en horecabestedingen op hun eigen kern gericht. De koopkrachtafvloeiing komt vooral in andere kernen van de gemeente Sluis terecht (figuur 7 linker deel). De afvloeiing buiten de gemeente is zeer gering (figuur 8 linker deel). Exclusief de koopkrachttoevloeiing door buitenlandse toeristen zijn lokale klanten goed voor 40 procent van de om- zet van de dagelijkse detailhandel en voor 30 procent van de omzet van de niet-dagelijkse detailhandel en horeca. Het aandeel van klanten en bezoekers van de rest van de gemeente Sluis is bijna net zo groot. Deze toevloeiing is niet zozeer afkomstig uit Sluis, Breskens en Cadzand, maar vooral uit Buitengebied (figuur 7 rechter deel). De koopkrachttoevloeiing van buiten de gemeente komt vooral uit (figuur 8 rech- ter deel).

Figuur 7. Oriëntatie consumentenbestedingen en herkomst om- Figuur 8. Oriëntatie consumentenbestedingen en herkomst zet Oostburg (Sluis), 2014. Bron: Rabobank omzet Oostburg (totaal), 20142. Bron: Rabobank

Let op: de Oostburgse ondernemers in de horeca en detailhandel zijn voor 80 procent afhankelijk van de inwoner uit de eigen gemeente. Omdat de ondernemer voor zijn voortbestaan grotendeels afhankelijk is van die lokale euro is het binden van de inwoner in de eigen gemeente een zeer belangrijk aandachtspunt.

Oriëntatie consumenten en herkomst omzet Sluis Exclusief de koopkrachtafvloeiing naar Vlaanderen zijn de inwoners van Sluis voor hun detailhandelsaanko- pen en horecabestedingen vrijwel geheel op hun eigen kern gericht. De koopkrachtafvloeiing naar andere kernen van de gemeente Sluis bedraagt voor de detailhandel 10 procent en voor de horeca 20 procent (figuur 9 linker deel). De afvloeiing buiten de gemeente is zeer gering (figuur 10 linker deel). Exclusief de koopkrachttoevloeiing door buitenlandse toeristen zijn lokale klanten goed voor ruim 20 procent van de omzet van de dagelijkse detailhandel en voor bijna 40 procent van de omzet van de niet-dagelijkse detail- handel en horeca. Het aandeel van klanten en bezoekers van de rest van de gemeente Sluis is groter dan deze lokale binding. Vooral Overig en Oostburg zijn belangrijk als afzetmarkt voor de dagelijkse detailhandel in Sluis (figuur 9 rechter deel). De koopkrachttoevloeiing van buiten de gemeente komt vooral uit Terneu- zen (figuur 10 rechter deel).

2 Overig Zeeland: Zeeland ten noorden van de Westerschelde; Overig Zuidwest-Nederland: Zeeuws-Vlaanderen, Noord- Brabant en Zuid-Holland. 14 Figuur 9. Oriëntatie consumentenbestedingen en herkomst om- Figuur 10. Oriëntatie consumentenbestedingen en herkomst zet kern Sluis (Sluis), 2014. Bron: Rabobank omzet Sluis (totaal), 2014. Bron: Rabobank

Let op: inwoners van de kern Sluis besteden graag in hun eigen gemeente. De detailhandel- ondernemers in de kern Sluis zijn ook afhankelijk van alle inwoners van de gemeente Sluis. De horeca in de kern Sluis is echter meer afhankelijk van de bezoeker van buiten Zeeuws-Vlaanderen. Het binden van de inwoners uit de gehele gemeente Sluis is dus met name voor de detaillisten in de kern Sluis een belangrijk punt van aandacht.

Oriëntatie consumenten en herkomst omzet Breskens Exclusief de koopkrachtafvloeiing naar Vlaanderen zijn de inwoners van Breskens in grote mate gericht op de detailhandel en horeca in hun eigen kern. Bijna 90 procent van hun bestedingen in dagelijkse detailhan- del en ruim 60 procent van hun bestedingen in niet-dagelijkse detailhandel en horeca doen zij lokaal. Het grootste deel van de koopkrachtafvloeiing uit Breskens komt in Oostburg terecht (figuur 11 linker deel). In de koopkrachtafvloeiing buiten de gemeente Sluis speelt Terneuzen de belangrijkste rol (figuur 12 linker deel). Exclusief de koopkrachttoevloeiing door buitenlandse toeristen komt meer dan de helft van de de- tailhandelsomzet in Breskens voor rekening van lokale inwoners. Koopkrachttoevloeiing uit de rest van de gemeente Sluis is goed voor 20 procent van de omzet in de detailhandel in Breskens en voor 10 procent van de horecaomzet (figuur 11 rechter deel). In de horeca is de invloed van binnenlandse toeristen groot. Zij zijn goed voor de helft van de omzet (figuur 12 rechter deel).

Figuur 11. Oriëntatie consumentenbestedingen en herkomst Figuur 12. Oriëntatie consumentenbestedingen en herkomst omzet Breskens (Sluis), 2014. Bron: Rabobank omzet Breskens (totaal), 2014. Bron: Rabobank

15 Let op: wat voor de kern Sluis geldt, geldt ook voor Breskens. De inwoner uit de eigen gemeente brengt de meeste omzet in het laatje. Dat is voor de horecaondernemer niet zo, die is voor zijn omzet net zo afhankelijk van de inwoner van Zeeuws-Vlaanderen (incl. inwoners gemeente Sluis) als van de Nederlandse bezoekers. Ook in Breskens blijft de binding van de inwoner van de gemeente Sluis een aandachtspunt.

Oriëntatie consumenten en herkomst omzet Cadzand Exclusief de koopkrachtafvloeiing naar Vlaanderen zijn de inwoners van Cadzand voor minder dan 30 procent van hun detailhandels- en horecabestedingen op hun eigen woonplaats gericht. De koopkrachtaf- vloeiing naar andere kernen in de gemeente Sluis is fors, vooral naar Oostburg en de kern Sluis (figuur 13 linker deel). De geringe binnenlandse koopkrachtafvloeiing buiten de gemeente richt zich op het gehele land (figuur 14 linker deel). Exclusief de koopkrachttoevloeiing door buitenlandse toeristen zijn lokale con- sumenten in Cadzand goed voor minder dan 15 procent van de omzet in detailhandel en horeca. De koop- krachttoevloeiing uit de rest van de gemeente Sluis is belangrijker voor de omzet (figuur 13 rechter deel). In de detailhandel komt 60 procent van de omzet voor rekening van binnenlandse toeristen, in de horeca 80 procent (figuur 14 rechter deel). Toerisme is de basis onder detailhandel en horeca in Cadzand.

Figuur 13. Oriëntatie consumentenbestedingen en herkomst Figuur 14. Oriëntatie consumentenbestedingen en herkomst omzet Cadzand (Sluis), 2014. Bron: Rabobank omzet Cadzand (totaal), 2014. Bron: Rabobank

Let op: de inwoners van Cadzand besteden liever niet in Cadzand zelf maar wel in de gemeente Sluis. De ondernemers zijn dus vooral afhankelijk van de bezoekers van buiten Zeeuws-Vlaanderen. Dat betekent dat er vanuit de ondernemer vooral aandacht moet zijn voor de bezoekers, waarbij de eigen inwoner niet vergeten moet worden.

16 Financiële prestatie varieert … De financiële prestatie van de detailhandel – zonder rekening te houden met de toevloeiing van koopkracht uit Vlaanderen en door toerisme – in de verschillende kernen in de gemeente Sluis is in het algemeen minder dan gemiddeld, maar varieert wel sterk per kern (figuur 15). In Breskens en Overig gebied is de omzet per winkel relatief hoog, in Breskens en Cadzand geldt dit voor de vloerproductiviteit. Uit vergelijking van de vloerproductiviteit per kern met de omzetkengetallen voor de detailhandel exclusief inkomsten via internet van Panteia wordt voor de gemeente Sluis als geheel over 2014 een zeer fors overschot aan win- kelvloeroppervlak berekend (figuur 16). Dit is het gevolg van het ontbreken van koopkrachttoevloeiing uit het buitenland. Zonder rekening te houden met deze buitenlandse toevloeiing is het overschot in Cadzand en Breskens toch kleiner dan in Sluis en Oostburg.

Figuur 15. Omzet per winkel en per m2 winkelvloeroppervlak Figuur 16. Overschot of tekort aan winkelvloeroppervlak t.o.v. t.o.v. Nederland, 2014. Bron: Locatus, Rabobank vloerproductiviteit volgens Panteia-norm, 20143. Bron: Locatus

Let op: er wordt gesproken van een overschot wanneer door de ondernemer te weinig wordt verdiend voor een gezonde boterham. Dit is zorgelijk en kan duiden op verborgen armoede. Dit overschot bestaat in de gemeente Sluis met name in de kern Sluis en Oostburg.

De Panteia norm is gebaseerd op een berekening van kosten en omzet per vierkante meter die nodig zijn om winst te kunnen maken en dus bestaansrecht te hebben. In de figuur 16 geeft de nul-lijn de Panteia norm aan. Deze Nederlandse norm geeft aan wanneer je een gezonde omzet draait om te kunnen bestaan. Een voorbeeld: als je € 100,- euro per vierkante meter verdient en de norm geeft aan dat een gezonde onderneming € 125,- per vierkante meter nodig heeft, dan spreken we van een overschot van 20%. Dus de ondernemer moet 25% meer omzet draaien om een gezonde onderneming te hebben. Zie voor meer informatie www.bit.ly/Panteianorm.

3 Bij het opstellen van deze omzetkengetallen wordt geen rekening gehouden met verschillen in aard tussen gebieden. De kengetallen variëren bijvoorbeeld niet tussen stedelijke en landelijke gebieden. Wel is rekening gehouden met branchering en zijn verschillende kengetallen toegewezen aan winkels in verschillende branchegroepen. 17 ... Evenals de leegstand In 2014 stond 6 procent van de verkooppunten in de gemeente Sluis – met 11 procent van het winkelvloer- oppervlak – leeg. Ten opzichte van het aantal winkels bedroeg de leegstand 14 procent (figuur 17). In de kern Sluis was de leegstand fors lager, maar in Breskens, Cadzand en Overig juist hoger. In Oostburg bevond de leegstand zich op het gemeentelijke gemiddelde. De afgelopen jaren zijn het aantal verkooppunten en de leegstand in de gemeente Sluis toegenomen (figuur 18). In Sluis en Breskens ging de toename van het aantal verkooppunten gepaard met daling van de leegstand. In Oostburg ging een daling van het aantal verkooppunten juist gepaard met een toename van de leegstand. Sluis heeft op winkelgebied de wind in de zeilen, Oostburg kampt met zware tegenwind.

Figuur 17. Winkelleegstand (=aantal leegstaande verkooppunten Figuur 18. Ontwikkeling inwonertal, aantal en leegstand ver- t.o.v. aantal winkels), 2014. Bron: Locatus kooppunten 2014-2018. Bron: Locatus

Let op: uit het gemeentelijke rapport is op basis van het bestaande aanbod doorgerekend welke krimp er nodig is om de overblijvende winkels (na krimp) een gezonde omzet te bieden. Voor de gemeente Sluis is er circa 54% te veel aan aanbod, op basis van de beschikbare bestedingen. Dit heeft effect op alle kernen van de gemeente.

Dit betekent niet per definitie een stop op nieuwbouw (Cadzand). Het betekent dat veel meer gekeken moet worden hoe verplaatsing en krimp binnen de gemeente grenzen vorm gegeven kan worden. En hoe winkelcentra aantrekkelijk kunnen blijven voor de inwoners en de bezoekers. Belangrijk is dit in overleg met elkaar te doen. De aanpassingen die iedere kern voor zichzelf doorvoert hebben immers effect op de andere kernen in de gemeente.

18 3. BEZOEKERSSTROMEN SLUIS

De gemeente Sluis heeft ook gevraagd om onderzoek te doen naar de bezoekersstromen tussen de viercijferige postcodegebieden. Helaas blijkt de GSM datablijken niet altijd goed bruikbaar voor bezoekers- stromen in bepaalde viercijferige postcodegebieden. Hier zijn verschillende redenen voor aan te wijzen. Het kan gaan om technische factoren van het gsm-netwerk en soms zijn er ook data-technische of geografische redenen (vb. zeer kleine viercijferige postcodegebieden) waarom bepaalde datapunten niet goed bruik- baar zijn voor een bezoekersstroom analyse op viercijferige postcodeniveau. Voor Sluis blijkt bovenstaand probleem zich voor te doen en is er geen betrouwbare data beschikbaar. In de gemeente Sluis geeft de data onverklaarbare sprongen. Hierdoor is niet met zekerheid vast te stellen of een bezoeker zich verplaatst heeft van het ene postcodegebied naar het andere postcodegebied. Om deze reden kunnen de onderzoe- kers de bezoekersstromen van Sluis niet in beeld brengen.

19 OVERZICHT ‘LET OP!’ • Wat opvalt is dat de inwoners van Sluis en Breskens bij voorkeur in de eigen kern besteden waarbij de ondernemers in Breskens met name voor niet-dagelijkse bestedingen voor ruim 70% afhankelijk is van zijn eigen inwoner. De inwoners van Cadzand en Oostburg zijn minder geneigd om in hun eigen woonplaats te besteden. • De Oostburgse ondernemers in de horeca en detailhandel zijn voor 80 procent afhankelijk van de inwoner uit de eigen gemeente. Omdat de ondernemer voor zijn voortbestaan grotendeels afhankelijk is van die lokale euro is het binden van de inwoner in de eigen gemeente een zeer belangrijk aandachtspunt. • Inwoners van de kern Sluis besteden graag in hun eigen gemeente. De detailhandel-ondernemers in de kern Sluis zijn ook afhankelijk van alle inwoners van de gemeente Sluis. De horeca in de kern Sluis is echter meer afhankelijk van de bezoeker van buiten Zeeuws-Vlaanderen. Het binden van de inwoners uit de gehele gemeente Sluis is dus met name voor de detaillisten in de kern Sluis een belangrijk punt van aandacht. • Wat voor de kern Sluis geldt, geldt ook voor Breskens. De inwoner uit de eigen gemeente brengt de meeste omzet in het laatje. Dat is voor de horecaondernemer niet zo, die is voor zijn omzet net zo afhankelijk van de inwoner van Zeeuws-Vlaanderen (incl. inwoners gemeente Sluis) als van de Nederlandse bezoekers. Ook in Breskens blijft de binding van de inwoner van de gemeente Sluis een aandachtspunt. • De inwoners van Cadzand besteden liever niet in Cadzand zelf maar wel in de gemeente Sluis. De ondernemers zijn dus vooral afhankelijk van de bezoekers van buiten Zeeuws-Vlaanderen. Dat betekent dat er vanuit de ondernemer vooral aandacht moet zijn voor de bezoekers, waarbij de eigen inwoner niet vergeten moet worden. • Er wordt gesproken van een overschot wanneer door de ondernemer te weinig wordt verdiend voor een gezonde boterham. Dit is zorgelijk en kan duiden op verborgen armoede. Dit overschot bestaat in de gemeente Sluis met name in de kern Sluis en Oostburg. De Panteia norm is gebaseerd op een berekening van kosten en omzet per vierkante meter die nodig zijn om winst te kunnen maken en dus bestaansrecht te hebben. In de figuur 16 geeft de nul- lijn de Panteia norm aan. Deze Nederlandse norm geeft aan wanneer je een gezonde omzet draait om te kunnen bestaan. Een voorbeeld: als je € 100,- euro per vierkante meter verdient en de norm geeft aan dat een gezonde onderneming € 125,- per vierkante meter nodig heeft, dan spreken we van een overschot van 20%. Dus de ondernemer moet 25% meer omzet draaien om een gezonde onderneming te hebben. Zie voor meer informatiewww.bit.ly/Panteianorm. • Uit het gemeentelijke rapport is op basis van het bestaande aanbod doorgerekend welke krimp er nodig is om de overblijvende winkels (na krimp) een gezonde omzet te bieden. Voor de gemeente Sluis is er circa 54% te veel aan aanbod, op basis van de beschikbare bestedingen. Dit heeft effect op alle kernen van de gemeente. Dit betekent niet per definitie een stop op nieuwbouw (Cadzand). Het betekent dat veel meer gekeken moet worden hoe verplaatsing en krimp binnen de gemeente grenzen vorm gegeven kan worden. En hoe winkelcentra aantrekkelijk kunnen blijven voor de inwoners en de bezoekers. Belangrijk is dit in overleg met elkaar te doen. De aanpassingen die iedere kern voor zichzelf doorvoert hebben immers effect op de andere kernen in de gemeente.

20 BIJLAGE 1. VERDIEPINGSVRAGEN DEEL III

In deze bijlage vindt u de ingevulde vragenformulieren die de gemeente en de stakeholders hebben ingevuld ten behoeve van dit maatwerkonderzoek.

Welke 3 woorden typeren uw gemeente?

Welke postcodegebieden/kernen wilt u meenemen in het onderzoek en hoe heten deze gebieden/kernen? In het basisonderzoek zitten standaard 3 postcode gebieden, Het is mogelijk dat er bij uw onderzoek meer postcodegebieden worden meegenomen. 4511

Welke 3 woorden typeren uw kern/winkelgebied? Toerisme; dicht bij de kust; zeehaven (jacht- beroeps- en veerhaven)

Wat zijn per kern de marktdag(-en), koopavond en de koopzondagen? Marktdag = Maandag; 7 dagen per week geopend.

Wat speelt er per kern? (Wat is van belang om te noemen voorafgaand aan het on- derzoek?) Denkt u hierbij aan de aandachtspunten voor de korte en lange termijn. Wat zijn Breskens vormt voor inkopen het centrum voor Breskens, Schoondijke, Groede, Hoofdplaat +- 7779 inwoners (de basislijn), daarbuiten zijn de bezoekers(toeristen) voor groot deel uit Duitsland (70%), Nederland(20%), kleinere maten België(3%). Buiten het seizoen heb je de basislijn, je inwoners, nodig. Gelukkig zie je een verlenging van het seizoen april t/m oktober. In het naseizoen moet er uit de zelfde mogelijk te beperkte vijver worden gevist. Het havengebied van Breskens wordt vernieuwd. De sfeer en kenmerken van de jacht- en vissershaven worden versterkt. Er komt een nieuw viscentrum, met onder meer een vismijn, visserijmuseum en visserij-experience. Ook wordt onderzocht of Breskens een internationaal centrum voor zeezeilen kan worden. Het moet een hotspot worden met nog meer aantrekkingskracht op toeristen. Naast zo’n 400 nieuwe appartementen komen er ook extra commerciële ruimtes. 5.000 m2 voorzieningen en kleinschalige havengerelateerde bedrijven. Dat is verdeeld in detailhandel en dienstverlening, cultuur, sport, fitness, zeezeilcentrum en bedrijven categorie 1 en 2. Daarnaast is er nog 2.500m2 horeca voorzien. Vraag van ondernemersvereniging Breskens: Wat gaat deze ontwikkeling doen met de verhouding tussen horeca en detailhandel? Is er überhaupt vraag naar zoveel vierkante meter (Fort Imperial & het wapen van Breskens staan ook al enige tijd leeg). Werkt de gemeente Sluis niet belemmerend met maximale grote van winkelruimtes? Wordt er rekening gehouden met voldoende parkeerplaatsen, aangezien de landelijke norm niet toereikend is?

Wat zijn de sterke en ontwikkelpunten in de kern/winkelgebied? Sterktes: Door bestemmingsplannen heeft Breskens een duidelijk Centrum gebied waardoor horeca en detailhandel goed gecentraliseerd is. Door verschillende evenementen zoals de Visserijfeesten, wordt er wel een bekendheid aan Breskens gegeven, waardoor er een sterk terugkerend bezoekers aantal is. • Zwaktes: Samenwerking tussen de verschillende ondernemers mag en moet beter, door samen te werken kan je een beter blok naar buiten maken(vermarkten). Er moet collectief gekeken worden naar het op de kaart brengen van Breskens als geheel en niet als individueel. 21 Door gemeente beleid is de aanwezigheid van landelijke ketens in Breskens redelijk beperkt. (gemeentelijk beleid is dus een van de Zwaktes van Breskens)

Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern Toekomst perspectief van detailhandel

Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern(meerkeuze) Dagelijkse; algemene levensmiddelen, gespecialiseerde levensmiddelen, persoonlijke verzorging

In en om het huis; auto & fiets, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant & dier, wonen

Mode en luxe; antiek & kunst, huishoudelijke artikelen, kleding en textiel, optiek & juwelier, schoenen, warenhuizen;

Vrije tijd; hobby, media, sport & spel

Leisure; cultuur (schouwburg, bibliotheek etc.), Degrecreatie (zwembaden, dierentuinen etc.)

Diensten; kapper, hypotheker, uitzendbureaus

In welke onderwerpen is meer inzicht nodig? (meerkeuze)

Economisch presteren

Positie van het gebied

Afvloeiing

Toevloeiing

Binding

Afhankelijkheid

Vrijetijdsfunctie

22 Door gemeente beleid is de aanwezigheid van landelijke ketens in Breskens redelijk beperkt. (gemeentelijk VERDIEPINGSVRAGEN DEEL III beleid is dus een van de Zwaktes van Breskens) Welke 3 woorden typeren uw gemeente? Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern toerisme/kleinschalig/grensgemeente Toekomst perspectief van detailhandel Welke postcodegebieden/kernen wilt u meenemen in het onderzoek Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern(meerkeuze) en hoe heten deze gebieden/kernen? Dagelijkse; algemene levensmiddelen, gespecialiseerde levensmiddelen, persoonlijke verzorging In het basisonderzoek zitten standaard 3 postcode gebieden, Het is mogelijk dat er bij uw onderzoek meer postcodegebieden worden meegenomen. In en om het huis; auto & fiets, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant & dier, wonen Breskens, Sluis, Oostburg, Cadzand

Mode en luxe; antiek & kunst, huishoudelijke artikelen, kleding en textiel, optiek & Welke 3 woorden typeren uw kern/winkelgebied? juwelier, schoenen, warenhuizen; Oostburg: centrumfunctie (supermarkten/koopstad/ziekenhuis/middelbare school) Sluis: koopcentrum (veel Belgische kooptoeristen) Breskens: verzorgend en recreatie (haven) Cadzand: recreatie/wellness/groei Vrije tijd; hobby, media, sport & spel Wat zijn per kern de marktdag(-en), koopavond en de koopzondagen? Leisure; cultuur (schouwburg, bibliotheek etc.), Degrecreatie (zwembaden, dierentuinen etc.) zie input per kern

Diensten; kapper, hypotheker, uitzendbureaus Wat speelt er per kern? (Wat is van belang om te noemen voorafgaand aan het on- derzoek?) Denkt u hierbij aan de aandachtspunten voor de korte en lange termijn. In welke onderwerpen is meer inzicht nodig? (meerkeuze) Wat zijn zie input per kern. Economisch presteren Extra vraag: Oostburg: winkelgebied is heringericht en er wordt gewerkt aan compactisering: genereert dit extra aantrekkingskracht, vertaalt dit zich in toename omzetten? Hoe kunnen we dit meer benutten Positie van het gebied (toename bezoekers en invulling lege winkelpanden)

Afvloeiing Wat zijn de sterke en ontwikkelpunten in de kern/winkelgebied? zie input per kern Toevloeiing

Binding Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern Algemeen én per kern: Afhankelijkheid 1. Hoe zit het met de aantrekking van de kernen op recreanten in de kuststreek? Hoe kunnen winkelgebieden nog beter aanhaken bij het succes van de toeristische sector? En werkt het ook andersom? Vrijetijdsfunctie Voldoen de winkelgebieden aan de vraag van de toerist? 2. Voor welk type bedrijven/winkels/ketens van buiten de gemeente is het interessant zich te vestigen in de gemeente Sluis? 3. Wat zoeken bezoekers in welke kern?Waar ontbreekt het aan? Sluit aanbod aan op vraag? 4. Hoe ligt de gevoeligheid voor internet? 5. Is er voldoende diversiteit in het winkelaanbod? 6. Waarop scoren centra goed of slecht en op welke aspecten kunnen we gezamenlijk inspelen? (gemeente/ vastgoed/ondernemers)

23 Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern(meerkeuze) Dagelijkse; algemene levensmiddelen, gespecialiseerde levensmiddelen, persoonlijke verzorging

In en om het huis; auto & fiets, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant & dier, wonen

Mode en luxe; antiek & kunst, huishoudelijke artikelen, kleding en textiel, optiek & juwelier, schoenen, warenhuizen;

Vrije tijd; hobby, media, sport & spel

Leisure; cultuur (schouwburg, bibliotheek etc.), Degrecreatie (zwembaden, dierentuinen etc.)

Diensten; kapper, hypotheker, uitzendbureaus

In welke onderwerpen is meer inzicht nodig? (meerkeuze)

Economisch presteren

Positie van het gebied

Afvloeiing

Toevloeiing

Binding

Afhankelijkheid

Vrijetijdsfunctie

24 Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern(meerkeuze) VERDIEPINGSVRAGEN DEEL III Dagelijkse; algemene levensmiddelen, gespecialiseerde levensmiddelen, persoonlijke verzorging Welke 3 woorden typeren uw gemeente? In en om het huis; auto & fiets, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant & dier, wonen Toeristische, agrarisch en veel verschillende kernen

Mode en luxe; antiek & kunst, huishoudelijke artikelen, kleding en textiel, optiek & Welke postcodegebieden/kernen wilt u meenemen in het onderzoek juwelier, schoenen, warenhuizen; en hoe heten deze gebieden/kernen? In het basisonderzoek zitten standaard 3 postcode gebieden, Het is mogelijk dat er bij uw onderzoek meer Vrije tijd; hobby, media, sport & spel postcodegebieden worden meegenomen. Leisure; cultuur (schouwburg, bibliotheek etc.), Degrecreatie (zwembaden, dierentuinen etc.) 4524

Diensten; kapper, hypotheker, uitzendbureaus Welke 3 woorden typeren uw kern/winkelgebied? Toeristisch, ondernemend en een hoge organisatiegraad

In welke onderwerpen is meer inzicht nodig? (meerkeuze) Wat zijn per kern de marktdag(-en), koopavond en de koopzondagen? Op vrijdag is er een kleine markt. Er zijn geen koopavonden. De winkels en de horeca zijn 363 dagen per Economisch presteren jaar geopend. Zomers zijn er veel bezoekers van de Belgische en Zeeuws- Vlaamse kust. Buiten het seizoen komen er heel veel bezoekers uit België. Zomers hebben wij ook heel veel Duitsers en Luxemburgers in de Positie van het gebied winkels (goede klanten, geven gemakkelijk uit) Wij hebben een groot belangrijk deel loyale klanten uit de omgeving. Afvloeiing

Toevloeiing Wat speelt er per kern? (Wat is van belang om te noemen voorafgaand aan het on- derzoek?) Denkt u hierbij aan de aandachtspunten voor de korte en lange termijn. Binding Wat zijn Er is al jaren een horeca-stop. De detailhandel krijgt het moeilijker en moet harder werken voor Afhankelijkheid minder omzet. Er is nagenoeg geen leegstand, maar er muteren meer zaken t.o.v. het verleden. Met de vastgoedeigenaren wordt gesproken over passende huren teneinde leegstand te voorkomen. We zien Vrijetijdsfunctie al intrede van outlet. Door op tijd op te treden kunnen we ‘Sluis op de kaart houden’. Een grote aantal horecazaken staat un te koop.

Wat zijn de sterke en ontwikkelpunten in de kern/winkelgebied? Krachtige winkelkern. Ruim aanbod en weinig landelijke ketens. Veel familiebedrijven in de tweede of derde generatie. Sterk georganiseerde Ondernemersvereniging, (horeca en detailhandel), en een aparte Vastgoedvereniging. Gestructureerd overleg met gemeente, ondernemers en vastgoed. Wat zouden mogelijke verbeterpunten zijn? Wat doen andere winkelgebieden beter? (wat is laaghangende fruit?)

Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern Hoe staan de verschillende branches ervoor. Wat zijn onze sterke punten en wat moet verbeterd worden. Waar komen onze klanten vandaan. Trends in aantal bezoekers? Trends in niveau bezoekers? Trends in uitgaven per bezoek? Hoe zouden we de streek nog meer kunnen versterken, mogelijkheden tot kruisbestuiving? (Bv Sluis < --- > Cadzand)

25 Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern(meerkeuze) Dagelijkse; algemene levensmiddelen, gespecialiseerde levensmiddelen, persoonlijke verzorging

In en om het huis; auto & fiets, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant & dier, wonen

Mode en luxe; antiek & kunst, huishoudelijke artikelen, kleding en textiel, optiek & juwelier, schoenen, warenhuizen;

Vrije tijd; hobby, media, sport & spel

Leisure; cultuur (schouwburg, bibliotheek etc.), Degrecreatie (zwembaden, dierentuinen etc.)

Diensten; kapper, hypotheker, uitzendbureaus

In welke onderwerpen is meer inzicht nodig? (meerkeuze)

Economisch presteren

Positie van het gebied

Afvloeiing

Toevloeiing

Binding

Afhankelijkheid

Vrijetijdsfunctie

26 VERDIEPINGSVRAGEN DEEL III

Welke 3 woorden typeren uw gemeente? Toerisme, vergrijsd, uitgestrekt

Welke postcodegebieden/kernen wilt u meenemen in het onderzoek en hoe heten deze gebieden/kernen? In het basisonderzoek zitten standaard 3 postcode gebieden, Het is mogelijk dat er bij uw onderzoek meer postcodegebieden worden meegenomen.

Welke 3 woorden typeren uw kern/winkelgebied? Centrumfunctie, compleet, runshopping

Wat zijn per kern de marktdag(-en), koopavond en de koopzondagen? Oostburg, woensdag, geen, geen, 4501

Wat speelt er per kern? (Wat is van belang om te noemen voorafgaand aan het on- derzoek?) Denkt u hierbij aan de aandachtspunten voor de korte en lange termijn. Wat zijn overbewinkeling, compact houden centrum, aantrekkelijk houden centrum

Wat zijn de sterke en ontwikkelpunten in de kern/winkelgebied? Compleet, speciaalzaken, kennis. Centreren winkels, winkels ombouwen naar woningen appartementen. Ondernemers vinden

Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern Visie

27 Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern(meerkeuze) Dagelijkse; algemene levensmiddelen, gespecialiseerde levensmiddelen, persoonlijke verzorging

In en om het huis; auto & fiets, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant & dier, wonen

Mode en luxe; antiek & kunst, huishoudelijke artikelen, kleding en textiel, optiek & juwelier, schoenen, warenhuizen;

Vrije tijd; hobby, media, sport & spel

Leisure; cultuur (schouwburg, bibliotheek etc.), Degrecreatie (zwembaden, dierentuinen etc.)

Diensten; kapper, hypotheker, uitzendbureaus

In welke onderwerpen is meer inzicht nodig? (meerkeuze)

Economisch presteren

Positie van het gebied

Afvloeiing

Toevloeiing

Binding

Afhankelijkheid

Vrijetijdsfunctie

28 VERDIEPINGSVRAGEN DEEL III

Welke 3 woorden typeren uw gemeente?

Welke postcodegebieden/kernen wilt u meenemen in het onderzoek en hoe heten deze gebieden/kernen? In het basisonderzoek zitten standaard 3 postcode gebieden, Het is mogelijk dat er bij uw onderzoek meer postcodegebieden worden meegenomen. 4506

Welke 3 woorden typeren uw kern/winkelgebied? shopping, dining, wellbeing (zie ook www.topcadzand.nl)

Wat zijn per kern de marktdag(-en), koopavond en de koopzondagen? maandag 1 juli tot en met maandag 26 augustus

Wat speelt er per kern? (Wat is van belang om te noemen voorafgaand aan het on- derzoek?) Denkt u hierbij aan de aandachtspunten voor de korte en lange termijn. Wat zijn Geplande commerciële ruimtes verdriedubbeling ten opzichte van nu. Geplande appartementen. Onvrede over parkeervoorzieningen t.b.v. detailhandel en cafés, restaurants. winkelaanbod blijft vooralsnog achter bij geplande aantal vierkante meters. Sterk stijgend aantal toeristen

Wat zijn de sterke en ontwikkelpunten in de kern/winkelgebied? kwaliteitsimpuls openbare ruimte, nieuwbouw hotels, luxe appartementen, jachthaven. - wat zijn de ontwikkelpunten in de kern/ het winkelgebied?: parkeervoorzieningen

Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern Aantal bezoekers, benodigde parkeervoorzieningen t.b.v. gunstig ondernemersklimaat (bijvoorbeeld hoeveel parkeerplaatsen), noodzaak van welke aantallen openbare toiletten, bezoekersstromen, koopstromen, percentage buitenlandse bezoekers

29 Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern(meerkeuze) Dagelijkse; algemene levensmiddelen, gespecialiseerde levensmiddelen, persoonlijke verzorging

In en om het huis; auto & fiets, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant & dier, wonen

Mode en luxe; antiek & kunst, huishoudelijke artikelen, kleding en textiel, optiek & juwelier, schoenen, warenhuizen;

Vrije tijd; hobby, media, sport & spel

Leisure; cultuur (schouwburg, bibliotheek etc.), Degrecreatie (zwembaden, dierentuinen etc.)

Diensten; kapper, hypotheker, uitzendbureaus

In welke onderwerpen is meer inzicht nodig? (meerkeuze)

Economisch presteren

Positie van het gebied

Afvloeiing

Toevloeiing

Binding

Afhankelijkheid

Vrijetijdsfunctie

30 Welk inzicht heeft u nodig? Algemeen en/of per kern(meerkeuze) Dagelijkse; algemene levensmiddelen, gespecialiseerde levensmiddelen, persoonlijke verzorging BIJLAGE 2. BRONNEN In en om het huis; auto & fiets, bruin- en witgoed, doe-het-zelf, plant & dier, wonen Cauter, 2015 Hoe demografische trends van invloed kunnen zijn op koopgedrag, Cindy van Cauter, MOA-web, Expertise-center voor marketing-insights, Mode en luxe; antiek & kunst, huishoudelijke artikelen, kleding en textiel, optiek & onderzoek en analytics, www.moaweb.nl juwelier, schoenen, warenhuizen; CBS CBS Statline Vrije tijd; hobby, media, sport & spel Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag

Leisure; cultuur (schouwburg, bibliotheek etc.), Degrecreatie (zwembaden, dierentuinen etc.) EDM Een marktonderzoekbureau die data verzamelt, analyseert en bewerkt. www.edm.nl Diensten; kapper, hypotheker, uitzendbureaus KCKT, 2019 Kennis Centrum Kust Toerisme, 2019 In welke onderwerpen is meer inzicht nodig? (meerkeuze) LISA Landelijk Informatie Systeem Arbeidsmarkt

Stichting LISA, Utrecht Economisch presteren Locatus Basisregister Verkooppunten Positie van het gebied Panteia, 2016 Omzetkengetallen 2015 ten behoeve van ruimtelijk-economisch onderzoek Afvloeiing Panteia, Zoetermeer, 2015 (zie: https://www.panteia.nl/nieuws/actuele-omzetkengetallen-voor- Toevloeiing ruimtelijk-economisch-onderzoek-beschikbaar/) Binding Rabobank Rabobank Koopstromenmonitor Rabobank, Utrecht Afhankelijkheid Retailagenda, 2015 Retailagenda Vrijetijdsfunctie Platform De Nieuwe Winkelstraat, 2015

WPM, 2015 Ruimtelijk koopgedrag ouderen nader onderzocht door WPM-research, SCN shopping, leusure, people & places, www.scn-today.nl

31 BIJLAGE 3. RABOBANK KOOPSTROMENMONITOR EN RABOBANK CIJFERS EN TRENDS

De Rabobank Koopstromenmonitor brengt op basis van tientallen miljoenen PIN- en incassotransacties van de Rabobank uit 2014 in kaart waar consumenten hun bestedingen doen en waar winkels hun omzet halen. De betalingen van particuliere aan zakelijke klanten van de Rabobank –koopstromen– zijn geijkt aan de landelijke detailhandelsomzet en aan de omvang van de detailhandel en het gemiddelde huishoudinkomen per gemeente. Hierdoor geeft de Koopstromenmonitor inzicht in het ruimtelijke patroon van het koopgedrag van de Nederlandse consument en in de herkomst van de omzet van de Nederlandse detailhandel. Het gaat hierbij alleen om bestedingen door Nederlandse consumenten bij Nederlandse ondernemingen. Bestedingen door buitenlanders bij winkels in ons land en, omgekeerd, door Nederlandse consumenten in het buitenland blijven buiten beschouwing. Het komende jaar zal de Rabobank Koopstromenmonitor worden geactualiseerd.

Rabobank Cijfers en Trends brengt jaarlijks de ontwikkeling in het Nederlandse midden- en kleinbedrijf (MKB) in kaart. Door het beeld uit de jaarverslagen van de klanten van de Rabobank te ijken aan de nationale detailhandelsomzet en de omvang van de detailhandel per gemeente kan een inschatting worden gemaakt van de bedrijfseconomische situatie van het Nederlandse MKB.

32 BIJLAGE 4. DEFINITIES EN BRANCHE-INDELING (LOCATUS)

Detailhandel artikelen in of om huis Aquarium; Bloemen en Planten; Dibevo; Tuinartikelen; Tuincentrum; Bruin en Witgoed; Radio en Tv; Computers; Huishoudelijke Onderdelen; Telecom; Witgoed; Electro; Automaterialen; Rijwielen en Bromfietsen; Doe-Het-Zelf; Bouwmarkt; Bouwmaterialen; Deuren en Kozijnen; Breed-pakket Doe-Het- Zelf; Houthandel; IJzerwaren en Gereedschap; Sanitair-materiaal; Verf en Behang; Babywoonwinkel; Slaapkamers en Bedden; Keukens; Meubelen; Woonwarenhuis; Oosterse Tapijten; Keukens en Badkamers; Badkamers; Verlichting; Parket en Laminaat; Tegels en Plavuizen; Woninginrichting; Woningtextiel; Woondecoratie; Zonwering.

Detailhandel dagelijkse artikelen Diepvriesartikelen; Groente en Fruit; Bakker; Vlaaien; Toko; Turks/Arabische Levensmiddelen; Buitenlands Overig; Chocolaterie; Koffie- en Theewinkel; Delicatessen; Kaas; Kampwinkel; Mini-super; Noten; Poelier; Reform; Slagerij; Slijter; Supermarkt; Tabak en Lectuur; Vis; Zoetwaren; Zuivel; Tank-super; Ziekenhuiswinkel; Stations-winkel; Levensmiddelen Overig; Apotheek; Drogist; Parfumerie; Persoonlijke Verzorging Overig.

Detailhandel mode en luxeartikelen Badmode; Beenmode; Bont; Bruidskleding; Damesmode; Dames- en Herenmode; Herenmode; Kindermode; Leermode; Lingerie; Modeaccessoires; Sportkleding; Textiel-super; Modewarenhuis; Lederwaren; Schoenen; Sportschoenen; Juwelier; Uurwerken; Optiek; Glas/Porselein/Aardewerk; Huishoudelijke Artikelen; Huishoudlinnen; Cadeau Artikelen; Kookwinkel; Rotan en Rietwaren; Antiek/ Kunst; Antiek; Kunsthandel.

Detailhandel overige artikelen Detailhandel Overig; 2e-hands Diversen; 2e-hands Kleding; 2e-hands Boeken; Partijgoederen; Legerdumpwinkel; Feestartikelen; Paramedische Artikelen; Hoortoestellen; New Age en Spiritualiteit; Smartshop; Erotica; Sportprijzen; Museumwinkel; Souvenirs; Wereldwinkel; Odd-Shops; Haarden en Kachels; Grafzerken en Natuursteen.

Detailhandel vrijetijdsartikelen Buitensport; Ruitersport; Speelgoed; Modelbouw; Sportzaak; Hengelsport; Vliegers; Watersport; Sportspeciaalzaak; Elektronica; Foto en Film; Handvaardigheid; Wol en Handwerk; Munten en Postzegels; Muziekinstrumenten; Naaimachines; Stoffen; Media; Boekhandel; Stripboeken; Beeld- en Geluiddragers; Software en Computergames; Kantoorartikelen.

Diensten Verhuur; Videotheek; Autoverhuur; Aanhangwagen Verhuur; Gereedschap Verhuur; Verhuur Overig; Ambacht; Edelsmid; Schoenreparatie; Kapper; Tatoeages en Piercings; Schoonheidssalon; Kledingreparatie; Stomerij; Stoffeerderij; Kleermaker; Pottenbakker; Radio en TV Reparatie; Drukwerk en Copy-service; Foto- ontwikkelservice; Sleutelservice; Honden-trimsalon; Lijstenmaker; Glashandel; Ambacht Overig; Financiële Instelling; Financiële Intermediair; Verzekeringswinkel; Banken; Postkantoor; Postagentschap; Particuliere Dienstverlening; Internetcafé; Belwinkel; Fotostudio; Makelaardij; Autowasserette; Fietsenstalling; Wasserette; VVV; Reisbureau; Uitzendbureau; Diensten Overig.

Leisure - drankenverstrekkers Café; Coffeeshop. 33 Leisure - voedselverstrekkers Fastfood; Bezorgen en Afhalen; Grillroom en Shoarma; IJssalon; Lunch en Tearoom; Pannenkoeken; Restaurant Algemeen; Restaurant Aziatisch Overig; Restaurant Chinees; Restaurant Japans; Restaurant Grieks; Restaurant Italiaans; Restaurant Mexicaans; Restaurant Turks; Restaurant Spaans; Restaurant Indiaas; Restaurant Zuid-Amerikaans; Restaurant Indonesisch; Restaurant Thais; Restaurant Balkan; Restaurant Gespecialiseerd Overig; Visrestaurant; Horeca Overig.

Leisure - verblijfsrecreatie Hotel; Hotel-Restaurant.

Leisure – cultuur en recreatie Cultuur; Bibliotheek; Bioscoop; Galerie; Kunstuitleen; Museum; Theater; Ontspanning; Amusementshal; Casino; Biljart en Snooker; Bowling; Kegelen; Zonnebank; Discotheek en Nachtclub; Partycentrum; Amusement Overig.

Transport en Brandstoffen Non-Food Overig; Carparts; Caravans Trailers; Boten (Verkoop en Reparatie); Autodealer; Autoruiten; Autoschadebedrijf; Garagebedrijf; Motorfietsen; Autosloperij; Brandstoffen; Tankstation.

34 BIJLAGE 5

In het onderzoek zijn gegevens gebruikt van de mobiele netwerkoperator Vodafone. Wanneer een mobiele telefoon gegevens uitwisselt met een zendmast in het netwerk, is tevens bekend waar de mobiele telefoon zich bevindt. Doordat de mobiele telefoon ook contact maakt met andere zendmasten als personen zich verplaatsen, worden ook gegevens verkregen over de reizen die personen maken. Met ruim 4,5 miljoen abonnees levert dit dagelijks een grote hoeveelheid data op. Het bedrijf Mezuro BV. leidt uit deze data verplaatsingsgegevens en verblijfsgegevens af en hoogt deze op naar de Nederlandse bevolking. Bij het aggregeren van de gegevens worden deze geanonimiseerd. Verplaatsings- en verblijfsgegevens zijn hierdoor noch direct noch indirect te herleiden naar personen. Voor meer informatie over het waarborgen van privacy, ga naar http://www.mezuro.com/privacy/.

Voor de GSM-data worden de volgende definities gehanteerd. Een bezoeker is een persoon die een bestemmingsgebied bezoekt en daarbij tenminste 30 minuten aaneengesloten in het gebied verblijft. Een bezoeker is géén inwoner van het gebied. Bezoekers zijn ingedeeld naar bezoekfrequentie. In de GSM-data wordt elke maand opnieuw bepaald in welke categorie een bezoeker van een gebied valt.

• Een incidentele bezoeker is een persoon die een bestemmingsgebied 1 à 2 keer in een maand bezoekt. • Een regelmatige bezoeker is een persoon die een bestemmingsgebied 3 à 9 keer per maand bezoekt. • Een frequente bezoeker is een persoon die een bestemmingsgebied minimaal 10 dagen in een maand bezoekt. • Het totaal aantal bezoekers is de som van incidentele, regelmatige en frequente bezoekers.

In dit rapport zijn incidentele en regelmatige bezoekers samengevoegd tot de categorie niet-frequente bezoekers.

35 COLOFON

De inhoud uit dit rapport mag alleen worden gebruikt onder uitdrukkelijke verwijzing naar de bron.

Auteurs Frits Oevering, RaboResearch Rob Weiss, Ik Onderneem! Véronique Gielen, Ik Onderneem! Dr. Robert Jansen, Zicht op Data

Vormgeving en eindredactie Ik Onderneem!

Datum Oktober 2019

Betrokken partijen Provincie Zeeland De provincie Zeeland heeft de ambitie om lokale gemeenschappen in de provincie te versterken. Zij initieert en steunt projecten die hier aan bijdragen.

De Rabobank De Rabobank wil bijdragen aan een betere leefomgeving in ons land en zijn klanten helpen om hun ambities te bereiken. Met dit oogmerk participeren de drie Zeeuwse Rabobanken in dit onderzoek.

Zicht op Data Combineert en valideert data tot informatie. Op basis van vragen selecteren zij relevante data. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van Mezuro informatie. (www.mezuro.com)

Platform De Nieuwe Winkelstraat Platform De Nieuwe Winkelstraat is een onafhankelijk kennis- en netwerkcentrum gericht op het versterken van winkelgebieden in Nederland.

Ik Onderneem! Ik Onderneem! is een projectbureau dat innovatieve projecten initieert en begeleidt op het gebied van ondernemerschap en het toekomstbestendig maken van winkelgebieden.

Heeft u nog vragen? Wanneer er nog onduidelijkheden bestaan over het onderzoek of het proces, dan horen wij dit natuurlijk graag. Schroom niet om contact op te nemen voor extra uitleg.

ROB WEISS VÉRONIQUE GIELEN [email protected] [email protected] 06 398 368 82 06 301 898 06

36