Marc Ribot Really the Blues ZA 31 MRT 2012
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
architectuur theater dans muziek MUZIEK BLAUWE ZAAL GROTE PODIA MARC RIBOT REALLY THE BLUES ZA 31 MRT 2012 T +32 (0)3 248 28 28 WWW.DESINGEL.BE DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN WORD FAN VAN DESINGEL OP FACEBOOK deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor mediasponsors 2011-2012 JAZZ DUAL IDENTITY WO 14 DEC 2011 BRUSSELS JAZZ OrcHESTRA & I SOLISTI DEL VENTO DO 22 DEC 2011 STEPHAN CRUMP & ROSETTA ZA 28 JAN 2012 ROBIN VERHEYEN NEW YorK QUARTET DO 8 MRT 2012 MARC RIBOT REALLY THE BLUES ZA 31 MRT 2012 BENOÎT DELBECQ - FRED HERSCH DUBBELTRIO VR 4 MEI 2012 inleiding Hugo De Craen / 19.15 uur / blauwe foyer begin 20.00 uur pauze 20.40 uur einde omstreeks 20.40 uur teksten programmaboekje Didier Wijnants coördinatie programmaboekje deSingel MARC RIBOT REALLY THE BLUES MARC RIBOT gitaar COOPER-MOORE keyboards BRAD JONES contrabas JT LEWIS drums gelieve uw GSM uit te schakelen De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … REAGEER betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & WIN Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen EEN (DONKERE) KNIPOOG. Een van de promotiefoto’s bij het project ‘Really the Blues’ toont gitarist Marc Ribot frontaal, het hoofd scheef gehouden, de wenkbrauwen opgetrokken, een bijna droevige blik. Achter die onschuldige oogopslag gaat een duivels plannetje schuil. ‘Really the Blues’ knipoogt initieel naar Mezz Mezzrow en voedt zich aan oude, zwarte bronnen maar bekent zich nergens toe. Typisch Ribot. Naar ‘goede’ gewoonte biedt de aankondiging van het project weinig houvast maar zaait het eerder verwarring en onduidelijkheid. ‘Really the Blues’ wordt opgevoerd als een 'eerbetoon aan de pure blues, een ritmisch platform waarop een man, slechts gewapend met een elektri- sche gitaar, de strijd aanbindt met het noodlot zelf. De muziek is geïnspi- reerd door de souljazz die in de jaren ’60 op de Amerikaanse nachtradio voorbijkwam en de bandnaam is een knipoog naar de kleurrijke autobio- grafie van saxofonist en hipster Mezz Mezzrow.' Er volgt meteen een waarschuwing: het is geen echte hommage, niet aan Mezzrow, niet aan het Chicago van de jaren vijftig, niet aan de sixties souljazz. Het zal een beetje van alles zijn, en vooral ‘way beyond’. Toch is de dikke knipoog naar Mezz Mezzrow (1899-1972) interessant. Want wie haalt het vandaag in godsnaam in zijn hoofd om leentjebuur te spelen bij die rare Joodse snuiter die de zwarten achternaliep? Hij is een legende, maar niet zozeer om zijn muzikale kwaliteiten, wel om zijn hippe, originele en fijn weglezende autobiografie ‘Really the Blues’ (1946), waar- voor de pen werd vastgehouden door auteur Bernard Wolfe (ook bekend van the sciencefictionroman ‘Limbo’). Dat boek heeft de figuur Mezzrow (geboren Milton Mesirow) onsterfelijk gemaakt. Ter illustratie: in de jaren tachtig besteedde de Grote Nederland- se Larousse Encyclopedie dubbel zoveel tekst aan Mezzrow als aan Thelonious Monk. Qua scheeftrekking kan dat wel tellen. In dezelfde periode liet de New Grove Dictionary of Jazz zich daar evenwel niet aan vangen. “Het succes dat Mezzrow te beurt viel met ‘Really the Blues’, het smeuïge verhaal van zijn leven, heeft onterecht geleid tot een overwaar- dering van zijn klarinetspel. Dat was ontsierd door een schrille toon, triviale ideeën en een beperkt gevoel voor ritme en harmonie. Hij speelde vaak in superieur gezelschap, waardoor zijn technische beperkingen nog sterker in de verf werden gezet. (...) Zijn belangrijkste bijdrage tot de jazz was zonder twijfel het feit dat hij veel belangwekkende opnamesessies organiseerde, vooral met Sidney Bechet en de voordien verwaarloosde trompettist Tommy Ladnier.” Dat Mezzrow zelf mocht meedoen met Bechet en Ladnier, is vaak ver- klaard als “lachen met de grap van de rijke man”. Mezzrow organiseerde Marc Ribot © Ziga Koritnik de sessies, hij mocht zijn stukje spotlight wel hebben. Hij leverde ook heel Als opgroeiende jongen speelde hij in diverse garagebands. Later in New wat composities, al hadden die niet veel om het lijf, ondanks ambitieuze York was hij lid van John Lurie’s Lounge Lizards en draaide mee in het titels als ‘Revolutionary Blues’. Nee, het contrast met het flamboyante en zwarte soulcircuit van de jaren '70 met Wilson Pickett, Brother Jack zwierige spel van Bechet was soms schrijnend. Bechet deed wel zijn best McDuff, Chuck Berry en Rufus Thomas en diens dochter Carla. Zijn om Mezz wat te doen blinken, maar hij kon en wilde zijn eigen naturel niet curriculum is even kleurrijk als schijnbaar onsamenhangend. Op zijn buitenspel zetten, onder meer in dat nummer ‘Really the Blues’, dat ook de website citeert hij graag het rockmagazine Rolling Stone: “Guitarist Marc titel zou worden van de autobiografie. Ribot helped Tom Waits refine a new, weird Americana on 1985’s Rain Is de muziek van Mezzrow niets speciaals, het boek is succulent. Het Dogs, and since then he’s become the go-to guitar guy for all kinds of vertelt in een bijzonder zwierige stijl het levensverhaal van de blanke roots-music adventurers: Robert Plant and Alison Krauss, Elvis Costello, jongen die in Chicago aangestoken werd door het jazzvirus. Mezz hoorde John Mellencamp.” Blank of zwart, dat speelt voor Ribot niet. Rock of jazz er Louis Armstrong, Joe Oliver, Jimmy Noone en Freddie Keppard. Hij viel al evenmin. Een manoeuvre à la Mezzrow is dus wel heel ver van het bed niet alleen voor de muziek, maar ook voor de levensstijl. Hij kocht een van Ribot. Waarom dan toch die link met ‘Really the Blues’? klarinet en begon zijn helden te imiteren, in die mate dat hij een van de Ribot geeft zelf een halve hint. “Het startpunt is Chicago medio jaren eerste exponenten werd van wat Norman Mailer ‘The White Negro’ zou vijftig, en een bepaald soort souljazz die je ‘s nachts op de radio kon horen noemen. Hij ging er volledig voor, smeet zich ongegeneerd in het circuit als in de jaren zestig toevallig leefde in de buurt van Newark, New Jersey. van clubs en hoerenkoten, maakte van nabij kennis met de drugs van het Het eindpunt is onbepaald, de kans op foute interpretatie oneindig.” En moment. Zo vertelt hij hoe een zekere Patrick met succes een ‘viper’ letterlijk tussen haakjes, eigenlijk onvertaalbaar: “The ‘Really’ part nods at (jointroker) van hem maakte: “I didn’t feel a thing and I told him so. ‘Do you Mezz Mezzrow, who wasn’t.” Alsof hij wil zeggen: consequent zijn is mooi know one thing?’ he said. ‘You ain’t even smokin’ it right. You got to hold (Mezzrow), maar inconsequent zijn is nog beter (want vruchtbaarder, that muggle so that it barely touches your lips, see, then draw in air minder vermoeiend en uiteindelijk misschien zelfs consequenter). around it. Say tfff, tfff, only to breathe in when you say it. Then don’t blow Ribot houdt Mezzrow dus een spiegel voor. Wat heeft de arme man it out right away, you got to give the stuff a chance.’ (...) After I finished the gewonnen door zo volhardend de rol van zwarte te willen spelen? De weed I went back to the bandstand. Everything seemed normal and I muziek is er alvast niet beter van geworden, daar is iedereen het over began to play as usual. I passed a stick of gauge around for the other boys eens. Zelf beroept Ribot zich liever niet op duidelijke bronnen. Niet voor to smoke, and we started a set. The first thing I noticed was that I began niets heette zijn debuutplaat ‘Rootless Cosmopolitans’. Daarop speelde hij to hear my saxophone as though is was inside my head, but I couldn’t eigen werk naast een Ellington-standard en gekreukte rockklassiekers van hear much of the band in back of me, although I knew they were there. (...) Jimi Hendrix en George Harrison. Die plaat heeft nauwelijks eeuwigheids- Then I began to feel the vibrations of the reed much more pronounced waarde, maar gaf wel aan waar het Ribot om te doen was: zich niet laten against my lip, and my head buzzed like a loudspeaker. I found that I was dwingen door de wetten van een idioom. Let ook op de titel van een slurring much better and putting just the right feeling into my phrases - I recentere plaat: ‘Exercises in Futility’, een verzameling schetsjes bedoeld was really coming on. All the notes came easing out of my horn like they’d voor doelloze gitaarimprovisatie. Als er geen ronkend verhaal is, doe dan already been made up, greased and stuffed into the bell, so all I had to do niet alsof. was blow a little and send then on their way, one right after the other, Er is niets mis met het futiele. Dat strookt met Ribots houding als gitarist. never missing, never behind time, all without an ounce of effort.” Hoewel hij het instrument uitzonderlijk goed beheerst, bespeur je bij hem Het boek is niet alleen een plezier om te lezen, het is ook toonaangevend zelden een vleugje elegantie. Dat is er hoogstens kortstondig of in welbe- in zijn boodschap. Mezzrow mag dan niet de beste muzikant geweest zijn, paalde settings (bijvoorbeeld bij Allan Toussaint). Ribot speelt liever hoekig hij was een notoir bestrijder van racisme en een van de eersten om mixed en ruw.