<<

Holwerd, De Morgenzon 7 (Gemeente Noardeast-Fryslân, Frl.)

Een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) Karterende Fase Definitief Steekproefrapport 2019-04/14

Holwerd, De Morgenzon 7 (Gemeente Noardeast-Fryslân, Frl.)

Een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) Karterende Fase Definitief Steekproefrapport 2019-04/14 Holwerd, De Morgenzon 7 (Gemeente Noardeast-Fryslân, Frl.) Een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) Karterende Fase

Een onderzoek in opdracht van Rho Adviseurs voor Leefruimte.

Steekproefrapport 2019-04/14 ISSN 1871-269X Status: definitief

Auteur: drs. C.R.C. Schamp (senior KNA-archeoloog/prospector, registratienr. Actorregister: 46647395)

Autorisatie: dr. J. Jelsma (senior KNA-archeoloog/prospector, registratienr. Actorregister: 35453178)

Goedgekeurd door de bevoegde overheid Gemeente Noardeast-Fryslân, Dhr. P. Braam Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening d.d. 17 juli 2019

De Steekproef bv werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 4.1 en BRL 4000, en bij dit onderzoek protocollen 4002 en 4003 Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door De Steekproef, tenzij anders vermeld.

© De Steekproef bv, mei 2019

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding.

De Steekproef bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

De Steekproef bv Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau, Hogeweg 3, 9801 TG Zuidhorn telefoon 050 – 5779784 internet www.desteekproef.nl e-mail [email protected] kvk 02067214 Inhoud

Samenvatting

Administratieve gegevens van het plangebied

1. Inleiding...... 1

• 1.1 Aanleiding en doel (KNA 4.1: LS01)...... 1 • 1.2 Locatie (KNA 4.1: LS01, LS02)...... 3

2. Bureauonderzoek (KNA 4.1: LS06)...... 7

• 2.1 Bronnen...... 7 • 2.2 Fysische geografie (KNA 4.1: LS04)...... 7 • 2.3 Archeologie (KNA 4.1: LS04)...... 13 • 2.4 Historische geografie (KNA 4.1: LS03)...... 16 • 2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 4.1: LS05)...... 20 • 2.6 Mogelijke verstoringen (KNA 4.1: LS02)...... 23

3. Veldonderzoek (KNA 4.1: VS05)...... 24

• 3.1 Methoden en technieken (KNA 4.1: VS01)...... 24 • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 4.1: VS02, VS03)...... 26

4. Conclusies en advies (KNA 4.1: VS07)...... 29

Gebruikte bronnen Lijst van figuren en tabellen

Appendix: I. Archeologische periodes II. Boorbeschrijvingen III. Boorstaten IV. Ontwerp nieuwbouw Samenvatting In opdracht van Rho Adviseurs voor Leefruimte, vertegenwoordigd door dhr. E. Venema, is door De Steekproef bv plangebied De Morgenzon 7 te Holwerd onderzocht. De aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van een 'samenlevingsschool' tegen de bestaande Multifunctioneel Accommodatie (MFA) 'de Ynset'. De exacte diepte van de hiermee gepaarde bodemingrepen is nog onbekend, maar er wordt uitgegaan van een verstoringsdiepte van maximaal 1 meter beneden maaiveld voor de aanleg van funderingen. Conform het beleid van de gemeente Noardeast-Fryslân, die hierbij de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra hanteert, is een archeologisch onderzoek noodzakelijk omdat de oppervlakte van de bodemingrepen groter zal zijn dan 50 m2 en dieper dan 0,30 meter beneden het maaiveld (zie Hoofdstuk 2.1). De ingrepen betekenen een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van deze archeologische waarden.

Het plangebied ligt aan de rand van de historische kern van Holwerd op een kwelderwal. Resten vanaf de late ijzertijd tot en met de middeleeuwen/nieuwe tijd kunnen verwacht worden op terpen en op de kwelderwal. In de omgeving van het plangebied komen de oudste bewoningssporen vanaf de late ijzertijd voor, met bewoning op terpen. Met het bureauonderzoek is vastgesteld dat in het plangebied met name vanaf de middeleeuwen – nieuwe tijd archeologische resten kunnen worden verwacht vanaf het maaiveld. De meeste archeologische vindplaatsen in de omgeving van het plangebied houden verband met de restanten en ophogingslagen van oude verhoogde huisplaatsen op terpen en dateren uit de late middeleeuwen – nieuwe tijd.

Bodem In totaal zijn tijdens het veldonderzoek zes boringen verricht. In overeenstemming met wat verwacht werd op basis van het bureauonderzoek bestaat de bodemopbouw van het plangebied hoofdzakelijk uit: een mix van opgebracht bouwzand (straatzand) met een geroerde/vergraven laag (in boring 7 en 9 aangetroffen) op natuurlijke kwelderwalafzettingen op getijdenafzettingen. In het plangebied is onder het recent geroerde pakket in drie boringen (boring 3, 5 en 7) de oude bouwvoor waargenomen. In boring 3 reikt het geroerde pakket en de oude bouwvoor dieper en zijn aanwijzingen gevonden voor een mogelijk gedempte voormalige sloot of oude perceelsgrens. In de kwelderwalafzettingen zijn geen vegetatiehorizonten en/of cultuurlagen waargenomen.

Archeologie De bodem in het plangebied is tot minimaal 50 centimeter beneden maaiveld verstoord. Dit komt deels door de agrarische werkzaamheden die in het verleden in het plangebied zijn verricht en deels door de bouw van het naastliggende sportcomplex. Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen en zijn geen aanwijzingen gevonden voor zogenaamde terplagen en/of archeologisch relevante cultuurlagen die te maken kunnen hebben met historische bewoning of losse vindplaatsen. Selectie-advies door drs. C.R.C. Schamp (senior KNA-archeoloog/prospector) Aangezien er in het plangebied geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen en geen aanwijzingen zijn gevonden voor zogenaamde terplagen en/of archeologisch relevante cultuurlagen die te maken kunnen hebben met historische bewoning of losse vindplaatsen, adviseren wij om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen of beperkende maatregelen op te leggen. Het is aan de bevoegde overheid (de gemeente Noardeast- Fryslân) om het opgestelde selectieadvies op basis van dit onderzoek al dan niet op te volgen.

Als bij toekomstig graafwerk toch archeologische vondsten worden gedaan of archeologische grondsporen worden aangetroffen, dan dient daarvan direct melding te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2016, artikel 5.10 en artikel 5.11. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Noardeast-Fryslân.

De gemeente stemt met e-mail d.d. 17 juli 2019 in met dit advies.

Met betrekking tot de bevindingen van voorliggend onderzoek kan contact worden opgenomen met de gemeente Noardeast-Fryslân: Dhr. G. Mulder; email: [email protected]; tel: 0519-298888.

5 Administratieve gegevens van het plangebied

Tabel 1: Holwerd, De Morgenzon 7: Administratieve gegevens.

Provincie Fryslân Gemeente Noardeast-Fryslân Plaats Holwerd Toponiem De Morgenzon 7 Kaartblad 06A Centrumcoördinaat plangebied 189,500 / 598,350 Kadastrale perceelnummer Holwerd, Sectie A, nr. 4859, 4860 en 4863 Oppervlakte van het plangebied 0,2 hectare NAP-hoogte maaiveld +1,63 meter NAP Huidig grondgebruik Sportveld en ten zuiden hiervan Multifunctioneel Accommodatie (MFA) 'de Ynset' Soort onderzoek Bureauonderzoek & veldonderzoek (Karterende fase) Archeologische kaart (FAMKE): FAMKE – steentijd: Karterende Fase 3 en geen onderzoek noodzakelijk FAMKE - ijzertijd – Middeleeuwen: Karterende Fase 1 Opdrachtgever Rho Adviseurs voor Leefruimte Dhr. E. Venema Druifstreek 72-C, 8911 LH, T: 058-2564060 E: [email protected] Uitvoerder De Steekproef, drs. C.R.C. Schamp, senior KNA-archeoloog/prospector Bevoegde overheid Gemeente Noardeast-Fryslân Dhr. G. Mulder Koningstraat 13, 9101 LP T: 0519-298888 E: [email protected] Steekproef projectcode 2019-04/14 Onderzoeksmeldingsnummer 4701120100 Bestemmingsplan Doarpen: NL.IMRO.0058.BPDRP2009-OH01 Datum veldwerk 30 april 2019 Maximale diepte onderzoek 400 centimeter onder maaiveld Beheer en plaats documentatie De Steekproef bv / Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed / DANS / Noordelijk Archeologisch Depot Nuis DINO-loket (boorgegevens)

6 1. Inleiding

1.1 Aanleiding en doel (KNA 4.1: LS01) In opdracht van Rho Adviseurs voor Leefruimte, vertegenwoordigd door dhr. E. Venema, is door De Steekproef bv plangebied De Morgenzon 7 te Holwerd onderzocht (Figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van een 'samenlevingsschool' tegen de bestaande Multifunctioneel Accommodatie (MFA) 'de Ynset' (zie Appendix IV). De exacte diepte van de hiermee gepaarde bodemingrepen is nog onbekend, maar er wordt uitgegaan van een verstoringsdiepte van maximaal 1 meter beneden maaiveld voor de aanleg van funderingen. Conform het beleid van de gemeente Noardeast-Fryslân, die hierbij de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra hanteert, is een archeologisch onderzoek noodzakelijk omdat de oppervlakte van de bodemingrepen groter zal zijn dan 50 m2 en dieper dan 0,30 meter beneden het maaiveld (zie Hoofdstuk 2.1). De ingrepen betekenen een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van deze archeologische waarden.

Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek door middel van boringen (Karterende fase). Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied aan de hand van beschikbare fysisch- geografische, archeologische en historisch-geografische informatie. Tijdens het veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Het doel van het veldonderzoek is het vaststellen van de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Hierbij wordt gekeken naar de bodemopbouw, de mate waarin deze intact is en naar het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals aardewerk, metalen voorwerpen, bouwmateriaal, hout, bot en houtskool.

1 Figuur 1: Holwerd, De Morgenzon 7: Topografische kaart van het plangebied. Het plangebied is rood omlijnd (bron: pdok.nl).

2 1.2 Locatie (KNA 4.1: LS01, LS02) Het plangebied ligt ten noordoosten van de dorpskern van Holwerd, aan De Morgenzon 7 en ten zuiden van de Ternaarderwei (Figuren 1 en 2). Het nieuwbouwterrein heeft een oppervlakte van 1468 m2 en ligt tegen de noordwest gevel van de multifunctionele accommodatie (MFA) 'de Ynset'. In dit complex is een sporthal, een sportschool, een peuterspeelzaal, een kinderdagverblijf, een jeugdhonk, een theaterzaal, een kantine/sportcafé en de voetbalvereniging Holwerd gevestigd. Rondom dit complex zijn sportvelden aanwezig een een verharde parkeerplaats (Figuur 3). Begin jaren '80 is het terrein ingericht als sportterrein. Hiervoor is de locatie in gebruik geweest voor agrarische doeleinden (akkerbouw en grasland). Het plangebied is grotendeels in gebruik als sportveld en deels met tegels en klinkers bestraat. Tijdens het booronderzoek zijn de boringen in het sportveld gezet. Ten noorden van de Ternaarderwei zijn plannen ontwikkeld door de Stichting Holwerd aan Zee om een doorbraak in de zeedijk te forceren om zo de verbinding tussen het werelderfgoed Waddenzee en het achterland te herstellen (bron: www.holwerdaanzee.nl). Met dit plan worden nieuwe economische en ecologische kansen voor het dorp en de omgeving gecreëerd. Volgens het Kabels en Leidingen InformatieCentrum (KLIC) loopt er een elektriciteitskabel en twee rioolbuizen door het plangebied (KLIC-melding: 19G232996). De elektriciteitskabel loopt circa 2 meter parallel met de noordwestgevel van het bestaande gebouw en de rioolbuizen liggen ten noordoosten van het gebouw. Tijdens het booronderzoek is rekening gehouden met de informatie van deze KLIC-melding. Voor een overzicht van de administratieve gegevens wordt verwezen naar Tabel 1.

Figuur 2: Holwerd, De Morgenzon 7: Luchtfoto van het onderzoeksgebied (rood omlijnd; bron: pdok.nl).

3 Figuur 3: Holwerd, De Morgenzon 7: Foto van het plangebied ten tijde van het veldonderzoek. De foto is genomen bij boorpunt 1 richting het noorden.

Plangebied Holwerd, De Morgenzon 7 ligt in Bestemmingsplan Doarpen en is te raadplegen op www.ruimtelijkeplannen.nl onder dossier: NL.IMRO.0058.BPDRP2009-OH01 (Figuur 4). Voor het plangebied geldt een enkelbestemming Sport. Tevens geldt dat een archeologisch onderzoek verplicht is als de bodemverstoring groter wordt dan 50 vierkante meter en dieper dan 0,30 meter beneden het maaiveld. Voor de gemeente Noardeast- Fryslân is nog geen specifiek archeologisch beleidsplan opgesteld. Daarom is in deze gemeente het provinciaal archeologisch beleid leidend (FAMKE).

In het bestemmingsplan (NL.IMRO.0058.BPDRP2009-OH01) zijn regels opgesteld over hoe met archeologische waarden moet worden omgegaan bij bouwwerken met een oppervlakte die groter is dan 50 vierkante meter. De volgende “schuingedrukte tekst” is overgenomen uit het bestemmingsplan en is relevant voor het archeologisch onderzoek:

Bestemmingsomschrijving: 'De voor ‘Waarde - Archeologisch en/of cultuurhistorisch waardevol gebied’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor: • het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische en archeologische waarden.'

4 Bouwregels: 'Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van: • bestaande bouwwerken, alsmede bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de bestaande oppervlakte met ten hoogste 50 m² wordt vergroot; • bouwwerken ten behoeve van archeologisch onderzoek en bouwwerken met een oppervlakte kleiner dan 50 m² ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen.' Ontheffing van de bouwregels: 'Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van: • het bepaalde in artikel 29 lid 29. 2 sub a en toestaan dat bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken met meer dan 50 m² worden vergroot; • het bepaalde in artikel 29 lid 29. 2 sub b en toestaan dat bouwwerken van meer dan 50 m² worden gebouwd; mits: • op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn, of; • op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad, of; • de volgende voorwaarden in acht worden genomen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden voor de bouwactiviteiten kunnen worden verstoord: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, of; b. een verplichting tot het doen van opgravingen, of: c. een verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.' Aanlegvergunning: 'Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijk vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen: • het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen van gronden over een diepte van meer dan 0,30 m en een oppervlakte van meer dan 50 m²; • het graven of dempen van watergangen; • het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur diper dan 0,30 m; • het verlagen van het waterpeil.'

5 Figuur 4: Holwerd, De Morgenzon 7: Bestemmingsplan Doarpen (www.ruimtelijkeplannen.nl; dossier: NL.IMRO.0058.BPDRP2009-OH01). Het plangebied ligt binnen met de rode ovaal; Voor het plangebied geldt Enkelbestemming Waarde Sport (groen ingevuld).

6 2. Bureauonderzoek (KNA 4.1: LS06)

2.1 Bronnen Tijdens het bureauonderzoek is de bestaande relevante kennis van het onderzoeksgebied verzameld. De gebruikte bronnen voor het onderzoek staan aan het eind van dit rapport. Eén van de bronnen is Archis 3, het archeologisch registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Deze databank is toegankelijk voor organisaties die werkzaam zijn in de archeologie. Het bevat een GIS-systeem waarin onder meer een archeologische kaart en aardkundige kaarten geraadpleegd kunnen worden. Voor het sportcomplex (MFA) aan De Morgenzon 5, dat direct naast het plangebied gelegen is, is in 2011 reeds een archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen uitgevoerd (Kaptein 2011). De informatie die op basis van het archeologisch onderzoek uit 2011 is vastgesteld, is tijdens dit onderzoek geraadpleegd.

2.2 Fysische geografie (KNA 4.1: LS04) Het plangebied bevindt zich in het Noord-Nederlandse zeekleigebied. De geologische ondergrond in het onderzoeksgebied is grotendeels bepaald door de invloed van de laatste twee ijstijden: het Saalien en het Weichselien. Onder het landijs werd een dik pakket grondmorene (keileem) afgezet. In de laatste ijstijd, het Weichselien, is het landschap veranderd doordat door klimaatomstandigheden (namelijk koud en extreem droog weer) de ondergrond tot op grote diepte permanent bevroren was (permafrost). In deze periode met het destijds heersende toendraklimaat (poolwoestijn) verdween alle vegetatie en door wind en waterstroompjes, gevoed door sneeuwsmeltwater, trad erosie op. Door extreme omstandigheden tijdens het laat pleniglaciaal was plantengroei vrijwel onmogelijk en had de wind vrij spel. In grote delen van Nederland werd het landschap afgedekt met een dik pakket zand, het dekzand. Dit dekzand behoort tot het Laagpakket van Wierden (Formatie van Boxtel). Het keileem- en dekzandlandschap helt sterk af in noordelijke en westelijke richting. Door de lage ligging hiervan is dit landschap in de kustzones van Frieslân overdekt geraakt met veen en klei. Deze afzettingen zijn ongeveer vanaf 10.000 jaar geleden gevormd nadat de laatste ijstijd overging in een relatief warme periode, het Holoceen. De temperatuurstijging had tot gevolg dat de aanwezige ijskappen begonnen te smelten waardoor de zeespiegel steeg, waarmee ook het grondwaterniveau steeg en veenvorming ontstond. Door de snelle zeespiegelstijging verdronken veel van de langs de kust gelegen veengebieden en trad vaak grootschalige erosie van het veen op. In latere perioden raakte het kustgebied van Frieslân bedekt met mariene afzettingen (Formatie van Naaldwijk), dat later deel uit is gaan maken van een marien getijdengebied (Vos en De Vries 2013). Het huidige waddengebied komt sterk overeen met dit getijdengebied, waarbij kreekgeulen zich door een landschap van kwelderplaten insnijden waarbij onder invloed van de getijdenstromen steeds zand en zandige klei wordt afgezet. Het plangebied maakte deel uit van een kweldergebied dat later in de late middeleeuwen is ingedijkt. Het maaiveld in het plangebied is vrijwel overal gelijk: circa 1,6 meter boven NAP. Op het kaartbeeld van het Actueel Hoogtebestand Nederland 3 (AHN3) liggen enkele gebieden ten westen en noorden van het plangebied wat hoger (Figuur 5). De dorpskern van Holwerd, ten westen van het plangebied ligt op een verhoging. Het dorp is ontstaan op een terp die vanaf de late ijzertijd bewoond is geweest. Ten noorden van het plangebied is de Ternaarderwei duidelijk waarneembaar (Figuur 5).

7 Figuur 5: Holwerd, De Morgenzon 7: Uitsnede Actueel Hoogtebestand Nederland 3 (AHN3). Het plangebied is rood omlijnd (bron:pdok.nl).

Op de geomorfologische kaart ligt het plangebied op een kwelderwal, hoofdzakelijk ontstaan door mariene processen (Figuur 6: classificatie geomorfologische kaart: B75; bron: Archis 3). Ten zuidwesten van het plangebied ligt de ijzertijdterp en de middeleeuwse kern van Holwerd (Figuur 6: classificatie geomorfologische kaart: B91; bron: Archis 3). In het zuiden en noorden van het plangebied komen zones voor die geomorfologisch gezien niet gekarteerd zijn, vanwege de ligging in de dorpskern van Holwerd (Figuur 6: wit ingevuld).

8 Figuur 6: Holwerd, De Morgenzon 7: Uitsnede van de geomorfologische kaart. Het plangebied is rood omlijnd. Legenda: B75 = Kwelderwal, B91 = Terp. Bron: Archis 3.

Op de bodemkaart bestaat het hele plangebied uit Kalkrijke poldervaaggronden met lichte zavel (Figuur 7: classificatie bodemkaart: Mn15A; bron: Archis 3) met grondwatertrap VI: gemiddeld hoogste grondwaterstand tussen hoger dan 40 centimeter en lager dan 80 centimeter; en gemiddeld laagste grondwaterstand hoger dan 120 centimeter onder het maaiveld. Ten noordwesten van het plangebied komen Kalkrijke poldervaaggronden met zware zavel (Figuur 7: classificatie bodemkaart: Mn45A; bron: Archis 3) met grondwatertrap VI: gemiddeld hoogste grondwaterstand tussen hoger dan 40 centimeter en lager dan 80 centimeter; en gemiddeld laagste grondwaterstand hoger dan 120 centimeter onder het maaiveld. Ten zuiden van het plangebied komt een zone voor die niet geclassificeerd is, vanwege de ligging in de bebouwde kom (Figuur 7: grijs ingevuld). Het is verder bekend dat de top van de pleistocene oppervlakte ter hoogte van het plangebied zich tussen 6 en 4 meter beneden het NAP en dat deze oploopt in westelijke richting. In de uiterst zuidwestelijke punt van het plangebied kan de top van de pleistocene oppervlakte zich bevinden tussen 4 en 2 meter beneden het NAP. Dit niveau zal bij de bodemingrepen niet worden gehaald.

9 Figuur 7: Holwerd, De Morgenzon 7: Uitsnede van de bodemkaart. Het plangebied is rood omlijnd. Legenda: Mn15A = Kalkrijke poldervaaggronden met lichte zavel; Mn45A = Kalkrijke poldervaaggronden met zware zavel; grijs = niet geclassificeerd. Bron: Archis 3.

10 Op de paleogeografische reconstructies van 9000 vC, 3850 vC, 2750 vC, 1500 vC, 500 vC en 100 nC is de natuurlijke bodemopbouw van het onderzoeksgebied goed te volgen (Figuur 8). Op de reconstructie van 9000 vC ligt het plangebied in een dekzandlandschap (Figuur 8: geel). Ten noordoosten van het plangebied is een beekdal aanwezig (Figuur 8: grijs). Op de reconstructie van 3850 vC is ten noordoosten van het plangebied door vernatting vanwege een stijgende zeespiegel een uitgestrekt veengebied ontstaan (Figuur 8: bruin). Rond 2750 vC maakt het plangebied deel uit van een kweldergebied (Figuur 8: lichtgroen) met ten noorden een getijdenzone en ten zuidwesten een veengebied. Rond 1500 vC is heeft door overstromingen meer veengroei plaatsgevonden en ligt het plangebied weer in een uitgestrekt veengebied (Figuur 8: bruin). Vanaf circa 500 vC gaat het plangebied deel uit maken van een marien getijdengebied. Dit gebied leek sterkt op het waddengebied met kwelderplaten en kreekgeulen. Tot en met de periode rond 500 vC (Figuur 8) is bewoning in het plangebied onmogelijk. Rond 100 nC is in de omgeving van het plangebied een kweldergebied ontstaan en ligt het plangebied op een kwelderrug. Verder gelegen, ten noorden van het plangebied ligt dan het kwelder/getijdengebied. Pas vanaf 100 nC lijkt het plangebied droog genoeg geweest voor bewoning.

11 Figuur 8: Holwerd, De Morgenzon 7: Uitsnedes van zes paleogeografische kaarten van Nederland (Vos & De Vries 2013). Geel = dekzandlandschap; bruin = veengebied; grijs = beekdal; 2750 vC: lichtgroen = kwelder; licht blauw = getijdenzone; 500 vC: donkerblauw = getijdengeul; lichtblauw = getijdenzone; 100 nC: donkergroen = kwelderrug; lichtgroen = kwelder; lichtblauw = getijdenzone. Het plangebied is rood ingevuld, bij de pijl.

12 2.3 Archeologie (KNA 4.1: LS04) In de omgeving van Holwerd dateren de oudste vondsten uit de ijzertijd. De plaats Holwerd is een zogenaamde radiale kerkterp die enkele eeuwen voor de jaartelling is ontstaan (Kaptein 2011). Binnen een straal van een halve kilometer rond het plangebied zijn meerdere archeologische terreinen bekend in Archis 3, de gegevensbestanden van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De meest relevante vindplaatsen en archeologische onderzoeken die in de omgeving van het plangebied zijn uitgevoerd zullen in dit hoofdstuk worden besproken (Figuur 9 en Tabel 2).

Het plangebied ligt circa 50 meter ten noorden van het Archeologische Monumenten Kaart (AMK)-terrein 15332 (Figuur 9). Dit is een terrein van hoge archeologische waarde en betreft de historische dorpskern van Holwerd. Ongeveer 400 meter ten westen van het plangebied ligt de terp van Holwerd. Dit is een terrein van zeer hoge archeologische waarde met bewoningssporen vanaf de late ijzertijd (Figuur 9: AMK-terrein 385). Ten zuidoosten van het plangebied, op circa 600 meter afstand ligt een terrein van hoge archeologische waarde (Figuur 9: AMK-terrein 15073). Dit betreft de huisterp Romkema, een huisterp/huiswierde uit de late middeleeuwen/nieuwe tijd. Ook ten noordenoosten van het plangebied, op 500 meter afstand, is een huisterp aanwezig (Figuur 9: AMK-terrein 15068). Dit terrein van hoge archeologische waarde staat bekend onder de toponiem: 'Kletterbuurt' en dateert uit de late middeleeuwen. Op het terrein is veel baksteen aangetroffen. De verhoogde woonterp ligt deels onder de Ljouwerterdijk. Uit booronderzoek is gebleken dat het terrein uit een ophogingslaag bestaat, van circa 0,8 meter (bron: Archis 3). Op 600 meter afstand ten noordoosten van het plangebied ligt een terrein van zeer hoge archeologische waarde. Dit terrein betreft een onbebouwd, verhoogd terrein (terp/wierde) met de toponiem: 'Wit Monik Huys', waar de stins Itsma heeft gestaan (Figuur 9: AMK-terrein 7547).

Uit het plangebied zijn geen vondstlocaties bekend in Archis 3 (Figuur 9). In de omgeving van het plangebied (met een straal van 500 meter) staan twee archeologische vindplaatsen en drie onderzoeken geregistreerd in Archis 3 (Figuur 9 en Tabel 2). Ten noordwesten van het plangebied is met een metaaldetector een 'losse vondst' gedaan. Dit betreft een onbekend object uit de nieuwe tijd die in 2006 is gevonden (Figuur 9: zaakidentificatienummer 3238586100). Eveneens is een metalen object met een detector gevonden ten noordoosten van het plangebied. Dit betreft een koperen gesp uit de late middeleeuwen (Figuur 9: zaakidentificatienummer 3239752100). Ter hoogte van deze vondstmelding is een onderzoeksgebied door RAAP onderzocht (Figuur 9: 2098219100). Van 1998 tot en met 2002 zijn meerdere locaties in de omgeving van Holwerd door RAAP onderzocht (Marinelli & Rosenbrand 2002). Het betreft terreinen die vermeld staan op de Archeologische Monumentenkaart Frieslân. Met het onderzoek zijn de terreinen nader gewaardeerd en zijn adviezen uitgebracht over de bescherming ervan. Het AMK-terrein 7547 is alleen als terrein van archeologische betekenis aangemerkt en is deel verstoord (Marinelli & Rosenbrand 2002). Meer richting de dorpskern van Holwerd staat nog een onderzoek geregistreerd in Archis 3: 2016319100 waarvan de verwervingswijze niet te bepalen is. De melding dateert uit 1987, maar de onderzoeksresultaten zijn onbekend (bron: Archis 3). Het meest relevante archeologische onderzoek dat eerder heeft plaatsgevonden, is door Oranjewoud bv in 2011 uitgevoerd voor het huidige sportcomplex MFA aan de Morgenzon 5 te Holwerd (Kaptein 2011; Figuur 9: 2341964100). Uit dit onderzoek is gebleken dat de ondergrond rondom het sportcomplex vrijwel natuurlijk is, maar verstoord door agrarische activiteiten. Ook is aan de zuidwestzijde één van de twee kleine greppels

13 (mogelijk ouder perceelsgrenzen) aangetroffen welke is gedempt met omgevingsmateriaal (Kaptein 2011). Tijdens het onderzoek zijn geen archeologische indicatoren en/of cultuurlagen aangetroffen. Daarom is geadviseerd om dit terrein vrij te geven voor ontwikkeling (Kaptein 2011).

Figuur 9: Holwerd, De Morgenzon 7: Archeologische kaart van de omgeving van het plangebied. De paarse zone is een AMK-terrein; groene stippen zijn locaties van archeologische vondsten (met groene nummering) en de oranje omlijnde zones zijn locaties van archeologische onderzoeken (met zwarte nummering). Het plangebied is rood omlijnd (bron: Archis 3).

14 Tabel 2: Holwerd, De Morgenzon 7: Archeologische waarden in en rondom het onderzoeksgebied. Voor de ligging zie Figuur 9. Voor dateringen zie Appendix I.

Zaaknummer Omschrijving Datering AMK-terrein Terp Holwerd ijzertijd – middeleeuwen 385

7547 Terp en borg/stins Itsma ('Wit Monik Huys') late middeleeuwen 15068 Huisterp Kletterbuurt late middeleeuwen 15073 Huisterp Romkema late middeleeuwen – nieuwe tijd 15332 Historische kern terpdorp Holwerd Nieuwe tijd

vondsten 3238586100 Onbekend object, gevonden met een nieuwe tijd metaaldetector 3239752100 Koperen gesp Late middeleeuwen

onderzoek advies 2016319100 Door particulier, verwervingswijze niet te onbekend bepalen. Onbekende resultaten. 2098219100 Bureauonderzoek door RAAP bv (Marinelli & Actualisering van de Archeologische Rosenbrand 2002): waardering van de Monumentenkaart Frieslân (AMF) terreinen op de Archeologische Monumentenkaart Frieslân

2341964100 Archeologische onderzoek Holwerd, De geen vervolgonderzoek Morgenzon 5 door Oranjewoud bv (Kaptein 2011): Tijdens het inventariserend veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren en/of cultuurlagen gevonden.

15 2.4 Historische geografie (KNA 4.1: LS03) Voor het onderzoek naar de historische situatie is gebruik gemaakt van diverse historische en topografische kaarten. De gebruikte literatuur is opgenomen in de lijst 'Gebruikte Bronnen'.

Vanaf de late ijzertijd komen de oudste bewoningssporen voor in de omgeving van het plangebied, met bewoning op terpen. Het plangebied ligt ten oosten van de dorpskern van Holwerd. Holwerd ligt ten noordwesten van Dokkum en ten zuiden van de Waddenzee. Het dorp is vooral bekend vanwege de veerdienst naar het waddeneiland . Het dorp is ontstaan op een radiale kerkterp die enkele eeuwen voor Christus mogelijk al bewoond is geweest (Kaptein 2011). Vanaf deze periode werd bewoning mogelijk op hogere delen in de kwelder (op kwelderwallen en terpen). Door de woonplaatsen op de kwelders nog verder op te hogen, beschermde men zich tegen de overstromingen door de zee. In de achtste eeuw werd zuidwaarts een langgerekte vroegmiddeleeuwse handelsterp met het dorp Holwerd ontwikkeld. Hierbij ontstond bebouwing langs de as van de Buorren en Foarstrjitte. Door bedijkingen aan te brengen, gaat men zich in de late middeleeuwen verder beschermen tegen de inbraken van de zee (Kaptein 2011). Het gebied rond Holwerd werd al voor 1100 nC bedijkt (Kaptein 2011). In het gebied waren vanaf de vroege middeleeuwen veeteelt en akkerbouw belangrijke bestaansmiddelen. De huisplaatsen lagen daarbij aan kronkelende paden. Als gevolg van de bedijking ontstond wateroverlast in het gebied door het dalen van het maaiveld door inklinking van de kleibodems. In de twaalfde en dertiende eeuw raakte het gebied hierdoor dunbevolkt en werd het voornamelijk als hooiland gebruikt. Met betere waterbeheersmaatregelen konden de landerijen worden omgezet als bouwland en kon het gebied weer in gebruik worden genomen (Kaptein 2011). Ten zuiden van Holwerd is in de zeventiende eeuw de Holwerdervaart aangelegd, waardoor het dorp een regelrechte en pas bij een wat kronkelende waterverbinding kreeg naar het achterland (Kaptein 2011). De Huizen aan de Hege Buorren kregen hierdoor ontsluitingen met trappen. Pas na de Tweede Wereldoorlog is het dorp aan de noordzijde en oostzijde uitgebreid. Het sportcomplex MFA is in de jaren '80 gebouwd. Hiervoor is het terrein voor agrarische doeleinden in gebruik geweest.

Op het kaartbeeld uit de Atlas van Schotanus uit 1664 en 1718 is ten noordwesten van het plangebied de dorpskern van Holwerd weergegeven met de Sint-Willibrorduskerk. Deze dateert uit 1175-1177 en was een vervanger van een oudere kerk. De kerk was op een eigen terp gebouwd. Ten noorden van het plangebied ligt de Oude Zeedijk. Op de kaart uit 1718 is het plangebied onbebouwd en staat weergegeven dat het gebied ten noorden van de Oude Zeedijk in 1580 is ingedijkt (Figuur 10). Ten noordoosten van het plangebied is op de kaart uit 1718 het AMK-terrein met de terp 'Wit Monik Huys' weergegeven (Figuur 10; bron: www.tresoar.nl). Op een topografische kaart uit 1849-1859 uit de Atlas van Eekhoff, staat de huisplaats afgebeeld met de toponiem 'Wit Monnik Huis' (Figuur 11; bron: www.tresoar.nl). Ten zuiden van het plangebied staat op deze kaart een huisplaats met de toponiem: 'Hoekstra' (Figuur 11). Door het plangebied loopt een perceelgrens, mogelijk met een sloot (Figuur 11).

16 Figuur 10: Holwerd, De Morgenzon 7: Uitsnede van de kaart van Schotanus uit 1718. Het plangebied globaal weergegeven met de rode ovaal (bron: www.tresoar.nl).

Figuur 11: Holwerd, De Morgenzon 7: Uitsnede van de topografische kaart uit de atlas van Eekhoff uit 1849-1859. Het plangebied globaal weergegeven met de rode ovaal (bron: www.tresoar.nl).

17 Op de kadastrale minuut uit 1832 staat in het plangebied geen bebouwing weergegeven (bron: www.hisgis.nl). Het kaartbeeld op deze kadastrale minuutkaart uit 1832 toont weinig verschillen met de jongere topografische kaart uit 1849-1859 (Figuur 11) en is daarom niet apart afgebeeld. Het noordelijke deel van het plangebied valt op de kadastrale minuut in een perceel dat in gebruik is als moestuin (bron: www.hisgis.nl). Dit perceel is eigendom van de Armvoogdij en is mogelijk door de kerk beschikbaar gesteld als moestuin voor de armen. Het zuidelijke deel van het plangebied valt in een perceel dat in het bezit was van predikant Jillardus Penninga en was in gebruik als bouwland (bron: www.hisgis.nl).

Op de topografische kaarten uit 1815, 1850, 1930, 1965, 1970, 1990, 2000 en 2014 is in het plangebied steeds geen bebouwd aanwezig (Figuur 12). Rond 1990 is ten zuidoosten van het plangebied het sportcomplex MFA gebouwd, dat later meerdere keren is uitgebreid.

18 Figuur 12: Holwerd, De Morgenzon 7: Uitsneden van de historische topografische kaarten uit 1815, 1850, 1930, 1965, 1970, 1990, 2000 en 2014. Het plangebied is rood omlijnd (bron: www.topotijdreis.nl).

19 2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 4.1: LS05) Het plangebied ligt ten oosten van de dorpskern Holwerd en ligt op een kwelderwal. De oudste bewoning in de omgeving van Holwerd dateert uit de late ijzertijd. In de omgeving zijn terpen aanwezig die vanaf deze periode bewoond zijn geweest. Door de woonplaatsen op de kwelders nog verder op te hogen, beschermde men zich tegen de overstromingen door de zee. In de achtste eeuw werd zuidwaarts een langgerekte vroegmiddeleeuwse handelsterp met het dorp Holwerd ontwikkeld. Hierbij ontstond bebouwing langs de as van de Buorren en Foarstrjitte. Door bedijkingen aan te brengen, gaat men zich in de late middeleeuwen verder beschermen tegen de inbraken van de zee (Kaptein 2011). Het gebied rond Holwerd werd al voor 1100 nC bedijkt (Kaptein 2011). In het gebied waren vanaf de vroege middeleeuwen veeteelt en akkerbouw belangrijke bestaansmiddelen. De huisplaatsen lagen daarbij aan kronkelende paden. Als gevolg van de bedijking ontstond wateroverlast in het gebied door het dalen van het maaiveld door inklinking van de kleibodems. In de twaalfde en dertiende eeuw raakte het gebied hierdoor dunbevolkt en werd het voornamelijk als hooiland gebruikt. Met betere waterbeheersmaatregelen konden de landerijen worden omgezet als bouwland en kon het gebied weer in gebruik worden genomen (Kaptein 2011).

Binnen een straal van een halve kilometer rond het plangebied zijn meerdere archeologische terreinen bekend in Archis 3, de gegevensbestanden van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Het plangebied ligt circa 50 meter ten noorden van het AMK-terrein 15332 (Figuur 9). Dit is een terrein van hoge archeologische waarde en betreft de historische dorpskern met de terp van Holwerd. Mogelijk kunnen in het plangebied ook terpresten van deze terp of sporen en/of vondsten aanwezig zijn die hiermee verband houden. Uit de omgeving van het plangebied zijn meerdere verhoogde huisplaatsen (terpen) uit de late middeleeuwen – nieuwe tijd bekend, waaraan een hoge archeologische waarde is toegekend (bron: Archis 3; AMK-terreinen 385, 7547,15068 en 15073).

Op basis van het bureauonderzoek geldt voor het plangebied een middelhoge verwachtingswaarde voor vindplaatsen vanaf de late ijzertijd. Op de dekzandopduikingen kunnen (verhoogde) nederzettingen en huisplaatsen worden aangetroffen. Ter hoogte van het plangebied bevinden zich de pleistocene afzettingen zich op een diepte van tussen de 6 en 4 meter beneden NAP. Dit niveau zal bij de ingrepen niet worden bereikt.

Mogelijke verstoringen Vanaf de jaren '90 is het terrein ten zuidoosten van het plangebied bebouwd geraakt met het sportcomplex MFA. Dit complex is door de jaren heen meerdere keren uitgebreid. De werkzaamheden die hiermee gepaard gingen, kunnen bodemverstoring hebben veroorzaakt.

20 Voor de gemeente Noardeast-Fryslân is nog geen specifiek archeologisch beleidsplan opgesteld. Daarom is in deze gemeente het provinciaal archeologisch beleid leidend. De gemeente maakt daarbij gebruik van de archeologische beleidskaart van de provincie Fryslân: de FAMKE (Friese Archeologische Monumentenkaart Extra; bron: http://www.fryslan.nl/). Het beleid op deze kaart is opgedeeld in twee periode-specifieke kaarten: voor de periode steentijd-bronstijd en voor de periode ijzertijd-middeleeuwen. De FAMKE adviseert voor het plangebied voor de steentijd: geen onderzoeksverplichting en karterend onderzoek 3 met 3 boringen per hectare (Figuur 13). Voor de periode ijzertijd- middeleeuwen maakt het plangebied deel uit van een zone met het advies: karterend onderzoek 1 (Figuur 14). Voor deze zone adviseert de provincie om bij ingrepen van meer dan 500 m2 een karterend archeologisch onderzoek te laten uitvoeren. Dit archeologisch onderzoek moet bestaan uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (karterende fase) met minimaal 6 boringen per hectare en minimaal 6 boringen per plangebied.

Figuur 13: Holwerd, De Morgenzon 7: Het plangebied geprojecteerd op de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) met de archeologische verwachtingswaarde voor de periode steentijd: geen onderzoek noodzakelijk (lichtgroen) en karterend onderzoek 3 (geel). Het plangebied is globaal aangegeven met de rode ovaal (bron: www.fryslan.frl/kaarten/FAMKE).

21 Figuur 14: Holwerd, De Morgenzon 7: Het plangebied geprojecteerd op de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) met de archeologische verwachtingswaarde voor de periode ijzertijd-middeleeuwen: karterend onderzoek 1 (oranje). Het plangebied is globaal aangegeven met de rode ovaal (bron: www.fryslan.frl/kaarten/FAMKE).

Verwachting op basis van het bureauonderzoek Het plangebied ligt aan de rand van de historische kern van Holwerd. Voor de periode steentijd – bronstijd geldt een lage verwachtingswaarde en is voor het overgrote deel geen archeologisch onderzoek noodzakelijk en 'karterend onderzoek 3'. De reden hiervoor heeft te maken met de geologische ontstaansgeschiedenis (zie Hoofdstuk 2.2). Voor de periode ijzertijd – middeleeuwen geldt en middelhoge archeologische verwachting vanwege de ligging nabij de historische kern van Holwerd en de aanwezigheid van meerdere verhoogde huisterpen in de omgeving. Hiervoor geldt op de FAMKE het advies: 'Karterend onderzoek 1'. Resten vanaf de late ijzertijd tot en met de middeleeuwen/nieuwe tijd kunnen verwacht worden op terpen. In de omgeving van het plangebied komen de oudste bewoningssporen vanaf de late ijzertijd voor, met bewoning op terpen.

22 Tabel 3: Holwerd, De Morgenzon 7: Specificatie archeologische verwachting.

datering: Steentijd ijzertijd – middeleeuwen / nieuwe tijd complextype: nederzetting historische kern Holwerd omvang: onbekend vanaf enkele meters diepteligging: in de top van het pleistocene niveau; direct onder het maaiveld op het dekzand; dit niveau ligt tussen de 6 en 4 meter beneden NAP gaafheid en conservering: organische conservering mogelijk organische conservering mogelijk locatie: niveau zal niet gehaald worden overal mogelijk uiterlijke kenmerken: houtskool, vuursteen; artefacten en aardewerk, metaal, resten van steigers, grondsporen boten, oversteekplaatsen, houtbouw, leer, anorganische relicten mogelijke verstoringen: onbekend de bouw van het sportcomplex

2.6 Mogelijke verstoringen (KNA 4.1: LS02) Meerdere gebeurtenissen in het verleden kunnen geleid hebben tot veel bodemverstoring in het plangebied. Dit heeft te maken met het in gebruik zijn van de percelen voor agrarische doeleinden en de bouw van het complex: Multifunctioneel Accommodatie (MFA) 'de Ynset'.

23 3. Veldonderzoek (KNA 4.1: VS05)

3.1 Methoden en technieken (KNA 4.1: VS01) Het veldwerk is uitgevoerd op 30 april 2019. Er zijn zes boringen verricht die zo gelijk mogelijk zijn verspreid over het gebied (zie Figuur 15: boring 1 t/m 6). Hierdoor is op het 0,2 hectare grote plangebied een boordichtheid bereikt van 30 boringen per hectare. Het inventariserend veldonderzoek betreft de Karterende fase (steentijd: karterend onderzoek 3; ijzertijd-middeleeuwen: karterend onderzoek 1). De boringen zijn in de bovengrond uitgevoerd met een edelmanboor van zeven centimeter diameter. Vanaf ongeveer een meter diepte is verder geboord met een guts van drie centimeter diameter. De boordieptes variëren tussen 200 en 400 centimeter beneden maaiveld. De opgeboorde monsters zijn beschreven en onderzocht door ze laagsgewijs af te snijden in de boorkop en de guts. Daarnaast zijn de diepte, lithologie en kleur (m.b.v. Munsell) bepaald alsmede alle overige bijzonderheden en archeologische indicatoren zoals houtskool, bewerkt of verbrand vuursteen, aardewerk, etc. Op deze wijze is bepaald in welke mate de bodem intact is en wat de kans is op archeologische lagen en/of grondsporen. Naast het booronderzoek is geen oppervlaktekartering uitgevoerd, omdat het plangebied vrijwel geheel uit grasveld bestaat. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode (ASB). De boorpunten zijn ingemeten en de RD-coördinaten zijn bepaald met behulp van GPS. De hoogtes zijn bepaald met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland 3. De resultaten van de boringen zijn opgenomen in de Appendix II en Appendix III in de vorm van boorstaten en laagbeschrijvingen. Tijdens het veldonderzoek is het verwachtingsmodel zoals geformuleerd in hoofdstuk 2.5 getoetst.

24 Figuur 15: Holwerd, De Morgenzon 7: Boorpuntenkaart. De genummerde punten geven de ligging van de boorpunten weer. Het plangebied is rood omlijnd.

25 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 4.1: VS02, VS03) In het plangebied (0,2 hectare) zijn 6 boringen geplaatst (Figuur 15: nummer 1 tot en met 6). Ten tijde van het veldwerk was een deel van het plangebied in gebruik als sportveld en bestond het terrein deels uit klinkers en tegels. Voor het plangebied is een omgevingsvergunning aangevraagd bij de gemeente. De exacte bodemingrepen zijn daarbij nog niet bekend. Waarschijnlijk zal de grond tot circa 100 centimeter beneden het huidige maaiveld worden afgegraven en zal een fundering op palen worden gerealiseerd.

Bodem De bodem van het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit: een mix van opgebracht bouwzand (straatzand) met een geroerde/vergraven laag (in boring 7 en 9 aangetroffen) op natuurlijke kwelderwalafzettingen op getijdenafzettingen. In het plangebied is onder het recent geroerde pakket in drie boringen (boring 3, 5 en 7) de oude bouwvoor waargenomen. In de kwelderwalafzettingen zijn geen vegetatiehorizonten en/of cultuurlagen waargenomen. Dit soort lagen kunnen wijzen op een fase waarin de invloed van de zee minder was.

Bovenin alle boringen is een dun opgebracht pakket aanwezig waarin de graszoden van het sportveld zijn geworteld. Dit bestaat uit donkergrijsbruin matig siltig, matig grof, licht humeus zand. Hieronder is een geroerd pakket waargenomen dat bestaat uit bruingrijs gevlekt, matig siltig, matig grof zand met zand- en kleibrokken. In dit pakket is baksteenpuin, glas, rubber en recent afval waargenomen. Onder het verstoorde pakket is in de boringen 3, 5 en 6 de oude bouwvoor aanwezig. Dit is de geroerde top van de kwelderwal. Dit pakket betreft grijs, homogeen, matig siltig zand met enkele puinfragmenten en schelpresten (Figuur 17). Tijdens agrarische activiteiten is in deze laag geploegd. In boring 3 reikt het geroerde pakket en de oude bouwvoor dieper en zijn aanwijzingen gevonden voor een mogelijk gedempte voormalige sloot of oude perceelsgrens. Uit de historische topografische kaart uit 1930 blijkt inderdaad dat ter hoogte van boring 3 een oude perceelsgrens heeft gelopen (Figuur 16).

26 Figuur 16: Holwerd, De Morgenzon 7: Boorpuntenkaart geprojecteerd op de historische topografische kaart uit 1930. De genummerde punten geven de ligging van de boorpunten weer. Ter hoogte van boring 3 was destijds een perceelsgrens. Het plangebied is rood omlijnd.

Onder de recent geroerde laag en de oude bouwvoor bevinden zich de natuurlijke kwelderwalafzettingen. Deze bestaan uit lichtbruingrijs, matig siltig, zeer fijn zand met ijzervlekken, schelp- en plantenresten (Figuur 17). De top van de ongeroerde kwelderwal begint tussen 55 en 140 centimeter beneden maaiveld (respectievelijk boring 1, 2 en 3). In de kwelderwalafzettingen zijn geen vegetatiehorizonten en/of cultuurlagen waargenomen. Dit soort lagen kunnen wijzen op een fase waarin de invloed van de zee minder had. De boringen 1 en 4 zijn dieper doorgezet. Op een diepte van respectievelijk 2,3 meter beneden maaiveld en 2,0 meter beneden maaiveld zijn in deze boringen getijdenafzettingen waargenomen. Deze bestaan uit blauwgrijs tot grijs, matig tot uiterst siltig, zeer fijn zand met enkele tot veel dunne kleilagen met schelp- en plantenresten (Figuur 17). In de periode dat dit pakket is afgezet, had de zee veel invloed en zijn deze lagen onder invloed van de getijden afgezet. Het plangebied was toen te nat en ongeschikt voor bewoning.

Archeologie De bodem is in het plangebied is deels verstoord, deels door de agrarische werkzaamheden en deels door de bouw van het naastliggende sportcomplex. Tijdens het onderzoek is een geroerd pakket, op een oude bouwvoor, op natuurlijke kwelderwalafzettingen en getijdenafzettingen aangetroffen. Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen en zijn geen aanwijzingen gevonden voor zogenaamde terplagen en/of archeologisch relevante cultuurlagen die te maken kunnen hebben met historische bewoning of losse vindplaatsen. Ook zijn in de kwelderwalafzettingen geen vegetatiehorizonten en/of cultuurlagen waargenomen die wijzen op een fase waarin de

27 invloed van de zee minder had. Eveneens is er geen pleistoceen zand aangetroffen binnen de maximale boordiepte van 400 centimeter beneden maaiveld.

Figuur 17: Holwerd, De Morgenzon 7: De opgeboorde grond uit boring 1. Boven: de oude bouwvoor op een diepte van 50 centimeter beneden maaiveld. Midden: de kwelderwalafzettingen met rechts, de onderkant van de guts van op een diepte van 100 centimeter beneden maaiveld. Onder: de getijdenafzettingen met rechts, de onderkant van de guts van op een diepte van 250 centimeter beneden maaiveld.

28 4. Conclusies en advies (KNA 4.1: VS07) Conclusies Het plangebied ligt aan de rand van de historische kern van Holwerd op een kwelderwal. Voor de periode steentijd – bronstijd geldt een lage verwachtingswaarde en is voor het overgrote deel geen archeologisch onderzoek noodzakelijk en voor het zuidwestelijke deel: 'karterend onderzoek 3' (Figuur 13). De reden hiervoor heeft te maken met de geologische ontstaansgeschiedenis (zie Hoofdstuk 2.2). Voor de periode ijzertijd – middeleeuwen geldt en middelhoge archeologische verwachting vanwege de ligging nabij de historische kern van Holwerd en de aanwezigheid van meerdere verhoogde huisterpen in de omgeving. Hiervoor geldt op de FAMKE het advies: 'Karterend onderzoek 1'. Resten vanaf de late ijzertijd tot en met de middeleeuwen/nieuwe tijd kunnen verwacht worden op terpen en op de kwelderwal. In de omgeving van het plangebied komen de oudste bewoningssporen vanaf de late ijzertijd voor, met bewoning op terpen. Met het bureauonderzoek is vastgesteld dat in het plangebied met name vanaf de middeleeuwen – nieuwe tijd archeologische resten kunnen worden verwacht vanaf het maaiveld. In de omgeving van het plangebied staan meerdere archeologische vindplaatsen en onderzoeken geregistreerd in Archis 3 (Figuur 9 en Tabel 2). De meeste vindplaatsen houden verband met de restanten en ophogingslagen van oude verhoogde huisplaatsen op terpen en dateren uit de late middeleeuwen – nieuwe tijd.

Bodem In totaal zijn tijdens het veldonderzoek zes boringen verricht. Het inventariserend veldonderzoek betreft de Karterende fase (FAMKE- steentijd: karterend onderzoek 3; FAMKE- ijzertijd-middeleeuwen: karterend onderzoek 1). In overeenstemming met wat verwacht werd op basis van het bureauonderzoek bestaat de bodemopbouw van het plangebied hoofdzakelijk uit: een mix van opgebracht bouwzand (straatzand) met een geroerde/vergraven laag (in boring 7 en 9 aangetroffen) op natuurlijke kwelderwalafzettingen op getijdenafzettingen. In het plangebied is onder het recent geroerde pakket in drie boringen (boring 3, 5 en 7) de oude bouwvoor waargenomen. In boring 3 reikt het geroerde pakket en de oude bouwvoor dieper en zijn aanwijzingen gevonden voor een mogelijk gedempte voormalige sloot of oude perceelsgrens. In de kwelderwalafzettingen zijn geen vegetatiehorizonten en/of cultuurlagen waargenomen.

Archeologie De bodem in het plangebied is tot minimaal 50 centimeter beneden maaiveld verstoord. Dit komt deels door de agrarische werkzaamheden die in het verleden in het plangebied zijn verricht en deels door de bouw van het naastliggende sportcomplex. Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen en zijn geen aanwijzingen gevonden voor zogenaamde terplagen en/of archeologisch relevante cultuurlagen die te maken kunnen hebben met historische bewoning of losse vindplaatsen.

29 Selectie-advies door drs. C.R.C. Schamp (senior KNA-archeoloog/prospector) Aangezien er in het plangebied geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen en geen aanwijzingen zijn gevonden voor zogenaamde terplagen en/of archeologisch relevante cultuurlagen die te maken kunnen hebben met historische bewoning of losse vindplaatsen, adviseren wij om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen of beperkende maatregelen op te leggen. Het is aan de bevoegde overheid (de gemeente Noardeast- Fryslân) om het opgestelde selectieadvies op basis van dit onderzoek al dan niet op te volgen.

Als bij toekomstig graafwerk toch archeologische vondsten worden gedaan of archeologische grondsporen worden aangetroffen, dan dient daarvan direct melding te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2016, artikel 5.10 en artikel 5.11. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Noardeast-Fryslân.

Met betrekking tot de bevindingen van voorliggend onderzoek kan contact worden opgenomen met de gemeente Noardeast-Fryslân: Dhr. G. Mulder; email: [email protected]; tel: 0519-298888.

30 Gebruikte bronnen

AHN-Viewer. www.AHN.nl. Actueel Hoogtebestand Nederland. Rijkswaterstaat, Adviesdienst Geo-informatie en ICT.

Archis 3. https://zoeken.cultureelerfgoed.nl

Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE). www.fryslan.nl/famke www.hisgis.nl

Kaptein, I.N., 2011: Bureau- en inventariserend veldonderzoek d.m.v. Boringen sportcomplex MFA, De Morgenzon 5 te Holwerd (gemeente ). Archeologische Rapporten Oranjewoud 2011/111. Oranjewoud bv, Heerenveen.

Marinelli, M.G. & N.M. Rosenbrand, 2002. Provincie Fryslan. Project 'Archeologie van het Kleigebied'. Archeologisch onderzoek in het middeleeuwse uitbreidingsgebied van noordoost-Oostergo (groep 21) en de kuststrook van Oostergo rond Holwerd en (groep 23). RAAP-rapport 728. RAAP Archeologisch Adviesbureau bv, Amsterdam.

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 4.1. www.SIKB.nl. 2019. Centraal College van Deskundigen Archeologie.

Publieke Dienstverlening Op de Kaart. https://www.pdok.nl/

Topotijdreis via www.topotijdreis.nl, 2018. www.tresoar.nl

Vos, P. & S. de Vries, 2013. Paleogeografische Kaarten van Nederland, tweede generatie (versie 2.0). Deltares, Utrecht. Op 11 april 2014 gedownload van www.archeologieinnederland.nl.

31 Lijst van figuren en tabellen

Figuren

1 Topografische kaart

2 Luchtfoto

3 Het plangebied ten tijde van het veldonderzoek

4 Bestemmingsplan Doarpen

5 Uitsnede Actueel Hoogtebestand Nederland 3

6 Uitsnede van de geomorfologische kaart

7 Uitsnede van de bodemkaart Uitsnedes van zes paleogeografische kaarten van Nederland (Vos en 8 De Vries, 2013) 9 Archeologische kaart (Archis 3)

10 Uitsnede van de kaart van Schotanus uit 1718

11 Uitsnede van de kaart van Eekhoff uit 1849-1859 Uitsneden van de historische topografische kaarten uit 1815, 1850, 1930, 1965, 1970, 1990, 2000 en 12 2014 13 FAMKE: steentijd

14 FAMKE: ijzertijd – middeleeuwen

15 Boorpuntenkaart

16 Boorpuntenkaart geprojecteerd op de historische topografische kaart uit 1930

20 De opgeboorde grond uit boring 1

Tabellen

1 Administratieve gegevens

2 Archeologische waarden rondom het plangebied

3 Specificatie archeologische verwachting

32 Appendix I: Archeologische periodes paleolithicum: ijzertijd: paleolithicum vroeg: tot 300.000 BP ijzertijd vroeg: 800 - 500 vC paleolithicum midden: 300.000 - 35.000 BP ijzertijd midden: 500 - 250 vC paleolithicum laat: 35.000 BP - 8.800 vC ijzertijd laat: 250 - 12 vC paleolithicum laat A: 35.000 - 18.000 BP paleolithicum laat B: 18.000 BP - 8.800 vC romeinse tijd: romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nC mesolithicum: romeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nC mesolithicum vroeg: 8.800 - 7.100 vC romeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nC mesolithicum midden: 7.100 - 6.450 vC romeinse tijd midden: 70 - 270 nC mesolithicum laat: 6.450 - 4.900 vC romeinse tijd midden A: 70 - 150 nC romeinse tijd midden B: 150 - 270 nC neolithicum: romeinse tijd laat: 270 - 450 nC neolithicum vroeg: 5.300 - 4.200 vC romeinse tijd laat A: 270 - 350 nC neolithicum vroeg A: 5.300 - 4.900 vC romeinse tijd laat B: 350 - 450 nC neolithicum vroeg B: 4.900 - 4.200 vC neolithicum midden: 4.200 - 2.850 vC middeleeuwen: neolithicum midden A: 4.200 - 3.400 vC middeleeuwen vroeg: 450 - 1.050 nC neolithicum midden B: 3.400 - 2.850 vC middeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nC neolithicum laat: 2.850 - 2.000 vC middeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nC neolithicum laat A: 2.850 - 2.450 vC middeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nC neolithicum laat B: 2.450 - 2.000 vC middeleeuwen vroeg D: 900 - 1.050 nC middeleeuwen laat: 1.050 - 1.500 nC bronstijd: middeleeuwen laat A: 1.050 - 1.250 nC bronstijd vroeg: 2.000 - 1.800 vC middeleeuwen laat B: 1.250 - 1.500 nC bronstijd midden: 1.800 - 1.100 vC bronstijd midden A: 1.800 - 1.500 vC nieuwe tijd: bronstijd midden B: 1.500 - 1.100 vC nieuwe tijd A: 1.500 - 1.650 nC bronstijd laat: 1.100 - 800 vC nieuwe tijd B: 1.650 - 1.850 nC nieuwe tijd C: 1.850 – heden

pleistoceen: 2,5 miljoen - 10.000 BP elsterien 475.000 - 410.000 BP saalien 200.000 - 130.000 BP weichselien 116.000 - 10.000 BP holoceen: 10.000 - heden vC = voor Christus nC = na Christus BP = before present; present = 1950 Algemeen

Steentijd (tot 2000 vC) De steentijd is opgedeeld in het paleolithicum, mesolithicum en neolithicum. Het paleolithicum (oude steentijd) wordt vooral gekenmerkt door de ijstijden. Na het laatpaleolithicum verbetert het klimaat. Vindplaatsen uit het late paleolithicum zijn vooral te herkennen aan concentraties vondstmateriaal (bewerkt en/of verbrand vuursteen, houtskool) met weinig en moeilijk te herkennen grondsporen zoals kuilen, paalgaten en houtskoolconcentraties die mogelijk wijzen op haardplaatsen. Vondsten uit het mesolithicum of midden steentijd, gekenmerkt door sporen en vondsten van rondtrekkende jagers en verzamelaars, bestaan voornamelijk uit bewerkt vuursteen, verbrande hazelnootdoppen en houtskoolfragmenten. Mesolithische grondsporen zijn vooral oppervlakte-haarden en haardkuilen. In een natte omgeving kunnen ook werktuigen van gewei of hout bewaard zijn gebleven. Voorbeelden hiervan zijn geweibijlen, bogen, visfuiken, etc. In het neolithicum (nieuwe steentijd) werden dieren gehouden en in het neolithicum werd eveneens akkerbouw bedreven. Grondsporen uit deze periode kunnen bestaan uit paalgaten van bijvoorbeeld boerderijen, resten van beschoeiingen, greppels, (afval)kuilen en haardplaatsen. Aardewerk komt in deze tijd voor, evenals bewerkt (vuur)steen en geslepen bijlen.

Metaaltijden (2000-12 vC) In de bronstijd en ijzertijd kwam bemesting en wisselbouw binnen de akkerbouw voor. Sporen uit de bronstijd en ijzertijd kunnen bestaan uit kuilen, paalgaten van boerderij- plattegronden, bijgebouwen of spiekers, waterkuilen of -putten, erf- ofakkerafscheidingen en sporen van akkerbewerking zoals de kruiselings getrokken voren van een eergetouw. Houtskool kan duiden op de aanwezigheid van haarden voor voedselbereiding of het bakken van aardewerk. Ook kunnen er restanten gevonden worden die duiden op metaalbewerking, zoals stukken ovenwand, brons- of ijzerslakken, sintels, mallen, smeltkroezen, metaal bedoeld voor omsmelten, etc. Vondsten kunnen verder bestaan uit bijvoorbeeld metalen voorwerpen of voorwerpen van aardewerk zoals vaatwerk, maar ook slingerkogels, rammelaars, spinklosjes en weefgewichten.

Romeinse tijd (12 vC-450 nC) In de romeinse tijd vormde de Rijn de noordelijke grens van het romeinse rijk. Langs deze grens, de limes, werden grensposten, nederzettingen en wegen gebouwd. In het noorden van Nederland zijn ook romeinse vondsten gedaan, maar dit zijn voornamelijk losse vondsten als romeinse munten, mantelspelden en scherven romeins aardewerk.

Middeleeuwen en nieuwe tijd (450 nC-heden) Na een afname in de bevolkingsdichtheid aan het einde van de romeinse tijd en de periode erna, steeg deze weer in het begin van de middeleeuwen. Vondsten uit de middeleeuwen en later bestaan voornamelijk uit scherven aardewerk, waaronder importaardewerk, munten en metalen voorwerpen (zoals mantelspelden, spijkers), resten van aardewerkproductie, metaalbewerking, wolbewerking etc. Belangrijke gebouwen (bijvoorbeeld kerken en borgen) werden van baksteen / kloostermoppen gebouwd. Appendix II Holwerd, De Morgenzon 7 - Boorbeschrijvingen

01 Soort boring : Archeologische boring Coordinaatsysteem : Rijksdriehoeksmeting X-coordinaat (m) : 189520 Y-coordinaat (m) : 598380 Referentievlak : Normaal Amsterdams Peil Maaiveld (cm) : 165 Datum boring : 30-4-2019 Uitvoerder : De Steekproef bv: Claartje Schamp Eigenaar : Rho Adviseurs voor Leefruimte Lithologie

Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 15 zand matig siltig, donker-bruin-grijs, 10YR2/1, opgebrachte grond, Opm.: met graszoden van het sportveld 15 - 45 zand matig siltig, bruin-grijs, 10YR5/3, vergraven, Opm.: gevlekt, puinfragmenten en kleibrokken, mix met bouwzand 45 - 55 zand matig siltig, licht-grijs, 2.5Y5/2, vergraven, Opm.: gevlekt, puinfragmenten en schelpfragmenten 55 - 100 zand matig siltig, licht-bruin-grijs, 5Y6/3, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen 100 - 180 zand matig siltig, licht-grijs, 5Y6/3, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen 180 - 215 zand matig siltig, licht-grijs, 5Y6/3, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, spoor mangaanconcreties, kleilagen, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen 215 - 220 klei sterk zandig, grijs, 5Y5/2, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen 220 - 230 zand uiterst siltig, blauw-grijs, 5GY5/1, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen, gereduceerd 230 - 260 zand uiterst siltig, blauw-grijs, 5GY5/1, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, kleilagen, Opm.: Natuurlijke getijdenafzettingen, gereduceerd, veel kleilagen 260 - 300 zand uiterst siltig, grijs, 10Y5/1, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, kleilagen, Opm.: Natuurlijke getijdenafzettingen, gereduceerd, veel kleilagen

02 Soort boring : Archeologische boring Coordinaatsysteem : Rijksdriehoeksmeting X-coordinaat (m) : 189505 Y-coordinaat (m) : 598363 Referentievlak : Normaal Amsterdams Peil Maaiveld (cm) : 166 Datum boring : 30-4-2019 Uitvoerder : De Steekproef bv: Claartje Schamp Eigenaar : Rho Adviseurs voor Leefruimte Lithologie

Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 10 zand matig siltig, donker-bruin-grijs, 10YR2/1, opgebrachte grond, Opm.: met graszoden van het sportveld 10 - 40 zand matig siltig, bruin-grijs, 10YR5/3, vergraven, Opm.: gevlekt, puinfragmenten en kleibrokken, mix met bouwzand 40 - 55 zand matig siltig, licht-grijs, 2.5Y5/2, vergraven, Opm.: gevlekt, puinfragmenten en schelpfragmenten 55 - 180 zand matig siltig, licht-bruin-grijs, 5Y6/3, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen 180 - 200 zand matig siltig, licht-grijs, 5Y6/3, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, spoor mangaanconcreties, kleilagen, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen

03 Soort boring : Archeologische boring Coordinaatsysteem : Rijksdriehoeksmeting X-coordinaat (m) : 189490 Y-coordinaat (m) : 598346 Referentievlak : Normaal Amsterdams Peil Maaiveld (cm) : 161 Datum boring : 30-4-2019 Uitvoerder : De Steekproef bv: Claartje Schamp Eigenaar : Rho Adviseurs voor Leefruimte

1 / 3 Appendix II Holwerd, De Morgenzon 7 - Boorbeschrijvingen

Lithologie

Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 10 zand matig siltig, donker-bruin-grijs, 10YR2/1, opgebrachte grond, Opm.: met graszoden van het sportveld 10 - 35 zand matig siltig, bruin-grijs, 10YR5/3, vergraven, Opm.: gevlekt, puinfragmenten en kleibrokken, mix met bouwzand 35 - 60 zand matig siltig, grijs, 5Y4/2, vergraven, Opm.: gevlekt, puinfragmenten en kleibrokken 60 - 80 zand matig siltig, donker-grijs, 5Y4/1, bouwvoor, Opm.: oude bouwvoor, homogeen, kleibrokken, puinfragmenten en spikkels houtskool 80 - 140 zand sterk siltig, donker-grijs, 5Y4/1, opgebrachte grond, Opm.: gedempte slootvulling, kleibrokken, puinfragmenten 140 - 200 zand matig siltig, licht-grijs, 5Y6/3, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, spoor mangaanconcreties, kleilagen, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen

04 Soort boring : Archeologische boring Coordinaatsysteem : Rijksdriehoeksmeting X-coordinaat (m) : 189475 Y-coordinaat (m) : 598328 Referentievlak : Normaal Amsterdams Peil Maaiveld (cm) : 168 Datum boring : 30-4-2019 Uitvoerder : De Steekproef bv: Claartje Schamp Eigenaar : Rho Adviseurs voor Leefruimte Lithologie

Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 25 zand matig siltig, donker-bruin-grijs, 10YR2/1, opgebrachte grond, Opm.: met graszoden van het sportveld 25 - 75 zand matig siltig, grijs, 7.5Y4/1, vergraven, Opm.: gevlekt, puinfragmenten, glas en rubber van een autoband, mix met bouwzand 75 - 175 zand matig siltig, licht-grijs, 10Y6/1, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen 175 - 200 zand matig siltig, licht-grijs, 5Y5/1, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen, gereduceerd 200 - 350 zand matig siltig, blauw-grijs, 5GY5/1, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, kleilagen, Opm.: Natuurlijke getijdenafzettingen, gereduceerd, enkele kleilagen 350 - 400 zand matig siltig, grijs, 5Y4/1, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, Opm.: Natuurlijke getijdenafzettingen, gereduceerd

05 Soort boring : Archeologische boring Coordinaatsysteem : Rijksdriehoeksmeting X-coordinaat (m) : 189506 Y-coordinaat (m) : 598345 Referentievlak : Normaal Amsterdams Peil Maaiveld (cm) : 162 Datum boring : 30-4-2019 Uitvoerder : De Steekproef bv: Claartje Schamp Eigenaar : Rho Adviseurs voor Leefruimte Lithologie

Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 10 zand matig siltig, donker-bruin-grijs, 10YR2/1, opgebrachte grond, Opm.: met graszoden van het sportveld 10 - 50 zand zwak siltig, zwak grindig, bruin-grijs, 10YR6/2, vergraven, Opm.: gevlekt, puinfragmenten en kleibrokken, mix met bouwzand 50 - 80 zand matig siltig, donker-grijs, 5Y4/1, bouwvoor, Opm.: oude bouwvoor, homogeen, kleibrokken, puinfragmenten en spikkels houtskool 80 - 200 zand matig siltig, licht-grijs, 10Y5/1, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen

2 / 3 Appendix II Holwerd, De Morgenzon 7 - Boorbeschrijvingen 06 Soort boring : Archeologische boring Coordinaatsysteem : Rijksdriehoeksmeting X-coordinaat (m) : 189522 Y-coordinaat (m) : 598365 Referentievlak : Normaal Amsterdams Peil Maaiveld (cm) : 162 Datum boring : 30-4-2019 Uitvoerder : De Steekproef bv: Claartje Schamp Eigenaar : Rho Adviseurs voor Leefruimte Lithologie

Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 50 zand matig siltig, donker-bruin-grijs, 10YR2/1, opgebrachte grond, Opm.: met graszoden van het sportveld 50 - 85 zand matig siltig, donker-grijs, 5Y4/1, bouwvoor, Opm.: oude bouwvoor, homogeen, kleibrokken, puinfragmenten en spikkels houtskool 85 - 200 zand matig siltig, licht-bruin-grijs, 5Y5/2, Zand: zeer fijn, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor ijzerconcreties, Opm.: Natuurlijke kwelderwalafzettingen

3 / 3 Appendix III Holwerd, De Morgenzon 7 - Boorstaten

(cm) (cm) 200 200

02 04 01 03 05 06

150 150

100 100

50 50

0 0

-50 -50

-100 -100

-150 -150

-200 -200 Legenda (conform NEN 5104) grind klei Grind, siltig Klei, zwak siltig

Grind, zwak zandig Klei, matig siltig

Grind, matig zandig Klei, sterk siltig

Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig

Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig

Klei, matig zandig zand Klei, sterk zandig Zand, kleiïg

Zand, zwak siltig leem Zand, matig siltig Leem, zwak zandig

Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig

Zand, uiterst siltig

overige toevoegingen zwak humeus veen Veen, mineraalarm matig humeus

Veen, zwak kleiïg sterk humeus

Veen, sterk kleiïg zwak grindig

Veen, zwak zandig matig grindig

Veen, sterk zandig sterk grindig

Appendix IV