S-Hertogenbosch Uitgave 1969

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

S-Hertogenbosch Uitgave 1969 Blad 4J West 's-Hertogenbosch Uitgave 1969 Bodemkaart van Schaal i:jo ooo Nederland Stichting voor Bodemkartering De minister van Landbouw en Visserij heeft de Stichting voor Bodem- kartering opgedragen een bodemkaart van Nederland te vervaardigen op de schaal l : 50 000. Deze kaart wordt uitgegeven in bladen, genum- merd volgens onderstaande indeling van de Topografische Kaart. De meeste bladnummers bestaan uit een afzonderlijk westblad en oostblad. Bij de kaartbladen behoort een toelichting, die vaak voor enkele bladen is gecombineerd. Kaart en toelichting vormen één geheel en vullen elkaar aan. Men moet dus beide bronnen raadplegen, als men geïn- formeerd wil zijn over de bodemgesteldheid van een bepaald gebied, ledere bodemkaart is ook los verkrijgbaar (gevouwen en ongevouwen) bij de Stichting voor Bodemkartering, Staringgebouw, Marijkeweg 11, Postbus 98, Wageningen (tel. 08370-1 91 00). Bovendien worden werkbladen uitgegeven. Daarop zijn alle onderscheidingen van de bodemkaart aangegeven, maar de kaartvlakken zijn niet gekleurd. Deze werkbladen zijn o.a. bestemd voor gebruikers die de kaarteenheden voor een speciaal doel zouden willen samenvatten, of die bepaalde facetten van de bodemgesteldheid willen bestuderen. De Stichting voor Bodemkartering is steeds bereid nadere inlichtingen en adviezen hierover te geven. Bladindeling van de BODEMKAART van NEDERLAND schaal 1:50000 reeds verschenen kaartbladen per 1-1- '78 deze kaart Bodem kaart van Nederland Schaal i: jo ooo Toelichting bij kaartblad 4} West 's-Hertogenbosch Wageningen 1969 Stichting voor Bodemkartering Druk: G. W. van der Wiel & Co, Arnhem Offset-facsimile: Krips Repro, Meppel, 1978 Presentatie: Pudoc, Wageningen Copyright: Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 1968 Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Het gekarteerde gebied 9 1.2 Opname en gebruikte gegevens 10 1.3 Bodem, bodemvorming en bodemkartering 11 1.4 De bodemkaart en haar onderscheidingen 13 1.4.1 Enkelvoudige kaarteenheden 13 1.4.2 Samengestelde kaarteenheden 14 1.4.3 Toevoegingen en overige onderscheidingen 14 1.4.4 Grondwater trappen 14 2 Algemeen gebruikte indelingen en hun benamingen 16 2.1 Textuurindeling 16 2.1.1 Indeling naar het lutumgehalte 16 2.1.2 Indeling naar het leemgehalte 17 2.1.3 Indeling naar de mediaan van de ^andfractie 18 2.1.4 Benaming van de kaarteenheden naar de textuur 19 2.2 Indeling naar het gehalte aan organische stof 19 2.3 Indeling naar het profielverloop 20 2.3.1 Omschrijving van de profielverlopen 20 23.2 Benaming en codering van de profielverlopen 20 2.4 Indeling naar het koolzure-kalkgehalte 21 2.4.1 Kalkverloop en kalkverloopklassen 21 2.5 Indeling van de grondwatertrappen 22 2.6 Het bodemprofiel en zijn horizonten 24 2.6.1 Hori^pntbenamingen 24 2.6.2 Kleurbeschrijving van horizonten 25 3 Codering en benaming van de kaarteenheden 27 3.1 Codering van de enkelvoudige kaarteenheden 27 3.1.1 Codering bij de veengronden, V 27 3.1.2 Codering bij de moerige gronden, W 27 3.1.3 Codering bij de humuspod^olgronden, H 28 3.1.4 Codering bij de dikke eerdgronden, E 28 3.1.5 Codering bij de kalklo^e zandgronden, Z 28 3.1.6 Codering bij de kalkhoudende ^andgronden, Z . .A 29 3.1.7 Codering bij de rivierkleigronden, R 29 3.1.8 Codering bij de leemgronden, L 30 3.2 Codering van de samengestelde kaarteenheden 30 3.3 Codering van de toevoegingen 30 3.4 Codering van de grondwatertrappen 30 3.5 Benaming van de kaarteenheden 30 4 Geologie 33 4.1 Inleiding 33 4.2 Oud- en midden-pleistocene afzettingen 34 4.3 Jong-pleistocene afzettingen 36 4.4 Holocene afzettingen 40 5 Landschap en bodemgebruik 45 5.1 Topografie 45 5.2 Hydrografie 45 5.3 Landschappelijke indeling 52 5.3.1 Landschappelijke indeling van het Randgebied 52 5.3.2 Landschappelijke indeling van het rivierkleigebied 55 5.4 Het bodemgebruik 58 6 Veengronden en moerige gronden 62 6.1 De kaarteenheden van de veengronden, V 62 6.2 De kaarteenheden van de moerige gronden, W 63 7 Podzolgronden 64 7.1 Bodemvorming 64 7.2 Indeling van de humuspodzolgronden 64 7.3 De kaarteenheden van de humuspodzolgronden, H 65 8 Dikke eerdgronden 73 8.1 Ontstaan 73 8.2 Indeling van de dikke eerdgronden 73 8.3 De kaarteenheden van de dikke eerdgronden, EZ 74 9 Kalkloze zandgronden 80 9.1 Vorming van de Al-horizont 80 9.2 Indeling van de zandeerd- en zandvaaggronden 80 9.3 De kaarteenheden van de kalkloze zandeerdgronden, pZ en cZ 81 9.4 De kaarteenheden van de kalkloze zandvaaggronden, Z 86 10 Kalkhoudende zandgronden 89 11 Rivierkleigronden 90 11.1 Bodemvorming 90 //././ Vorming van de A1-horizont 90 11.1.2 Hy dr amorfe kenmerken 90 11.1.3 Kool^ure-kalkgehalte 92 •11.1.4 Structuur 93 11.2 Verdere indelingscriteria 96 11.2.1 Profielverloop en bouwvoorywaarte 96 11.3 De kaarteenheden van de rivierkleigronden, R -96 12 Leemgronden 113 13 Samengestelde kaarteenheden 115 13.1 Associaties van twee enkelvoudige kaarteenheden 115 13.2 Associaties van drie enkelvoudige kaarteenheden 116 13.3 Associatie van vele enkelvoudige kaarteenheden 117 14 Toevoegingen en overige onderscheidingen 118 14.1 Toevoegingen 118 14.2 Overige onderscheidingen 119 15 De geschiktheid van de gronden voor akker- en 120 weidebouw 15.1 Inleiding 120 15.2 De geschiktheid van de grond voor akkerbouw 121 15.2.1 De beperkingen en teeltmogelijkheden 122 15.2.2 De geschiktheidsbeoordeling voor akkerbouw 127 15.2.3 Toelichting bij de geschiktheidsclassificatie 128 15.3 De geschiktheid van de grond voor weidebouw 130 15.3.1 De beperkingen 131 15.3.2 De geschiktheidsbeoordeling voor weidebouw 133 1533 Toelichting bij de geschiktheidsclassificatie 134 Literatuur 138 Aanhangsel 1 Alfabetische lijst van kaarteenheden met hun 140 absolute en relatieve oppervlakte Aanhangsel 2 Analyse-uitslagen van grondmonsters 142 Aanhangsel 3 Globale geschiktheidsbeoordeling voor 146 akkerbouw Aanhangsel 4 Globale geschiktheidsbeoordeling voor 149 weidebouw Aanhangsel 5 Excursieroute 151 i Inleiding 1.1 Het gekarteerde gebied Dit rapport geeft een toelichting bij blad 45 West. Het gekarteerde gebied beslaat een deel van het Noordbrabantse zand- en rivierkleilandschap rondom de stad 's-Hertogenbosch en een groot deel van de Bommelerwaard, die tot het Gelderse rivierkleilandschap behoort. Op dit kaartblad komen de volgende gemeenten of delen daarvan voor (afb. 1): O 2 6 km Afb. 1 Gemeentelijke indeling op kaartblad 45 West, naar de toestand op 1 januari 1969, De num- mers veraiy^en naar de opsomming van de gemeenten in de tekst in de provincie Noordbrabant: 's-Hertogenbosch (1), Empel en Meerwijk (2), Engelen (3), Vlijmen (4), Heusden (5), Vught (6), Helvoirt (7), Udenhout (8), Haaren (9), Esch (10), Boxtel (11), St. Michielsgestel (12), Schijndel (13), Den Dungen (14), Berlicum (15), Heeswijk (16), Ros- malen (17), Nuland (18), Lith (19), benevens enkele kleine hoekjes van Drunen (20), Berkel-Enschot (21), Oisterwijk (22), Liempde (23), St. Oedenrode (24), Geffen (25) en Oss (26). in de provincie Gelderland: Kerkwijk (27), Ammerzoden (28), Hedel (29), Zaltbommel (30), Rossum (31), Maasdriel (32), benevens enkele hoekjes van Heerewaarden (33), Haaften (34),, Varik (35) en Appeltern (36). Uitgestrekte bebouwde kommen, industrieterreinen en andere terreinen voor burgerlijk gebruik zijn niet gekarteerd. 44-O O 2 6 km Afb 2 Geraadpleegde en deels verwerkte bodemkaarten schaal l : 5 000 schaal l : 15 000 M60 De bodemgesteldheid en de tuinbouwkundige N25 De bodemgesteldheid van bet r/iilverkave- mogelijkheden in het gebied Aalst-Neder- lingsgebied 'De Leygraaf' (Steeghs, 1960) hemert (Kleinsman en Zegers, 1963) N37 De bodemgesteldheid van het ^iiidelijk ge- deelte van het riiilverkavelingsgebied 'De Leygraaf' (Ratten, 1963) schaal l : 10 000 schaal l : 25 000 M1 De bodemkarteringvan de Bommelerwaard N1 De bodemgesteldheid van de Maaskant boven den Meidyk (Edelman c.s., 1950) (Van Diepen, 1954) N15 Rapport behorende bij de verkenningskaart M69 Rapport by het globaal bodem kundig on- klei-inventarisatie Maasuiterwaarden dersyek naar de tuinbouwkundige mogelijk- (Veenenbos, 1954). Niet in de afbeelding heden in de gemeente Maasdriel (Kleinsman aangegeven en Zegers, 1964) N2) De bodemgesteldheid van het ruilverkave- lingsgebied Essche Stroom (Zegers, 1959) 1.2 Opname en gebruikte gegevens Het gebied is in de jaren 1961 t/m 1964 systematisch gekarteerd. Het veldwerk werd uitgevoerd door W. Hendriks (f) en L. A. Ceelen. De tekst werd in hoofdzaak samengesteld door L. A. Ceelen; de leiding berustte bij Dr. D. van Diepen. Bij het vervaardigen van deze bodemkaart is gebruik gemaakt van een aantal reeds aanwezige, meer gedetailleerde bodemkaarten (afb. 2). Deze kaarten werden omgezet in de 50 000-legenda en vereenvoudigd. Daarbij was enig aanvullend veldwerk noodzakelijk. Een aantal gegevens over grondwaterstanden, gedurende een reeks van jaren gemeten in stam- en peilbuizen, zijn welwillend ter beschikking ge- steld door de Dienst Grondwaterverkenning TNO te Delft. Deze ge- gevens zijn zeer belangrijk als referentiepunten bij het schatten van het verband tussen profielkenmerken en de actuele grondwaterhuis- houding. Bij de geschiktheidsbeoordeling van de gronden voor akker- en weide- bouw is dankbaar gebruik gemaakt van de waardevolle adviezen van de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst te Oss. 10 In het bijzonder wordt dank gebracht aan de Assistent-specialist voor bodem en bemesting W. B. J. Limbeek en aan de Assistent-specialist voor Akker- en Weidebouw J. J. Bogers. De bodemkartering zou niet kunnen worden uitgevoerd zonder de bouwvoor bodemprofiel deel van het landschap AJb. 3 De bodem als bouvvoor, bodemprofiel en deel van bet landschap toestemming van landeigenaren en -gebruikers hun percelen te betreden en de boringen uit te voeren. Deze toestemming is steeds door alle be- trokkenen welwillend gegeven. Velen hebben bovendien waardevolle in- lichtingen verschaft over hun ervaringen met het gebruik en de behande- ling van de grond. Deze zijn van grote betekenis geweest, met name voor de landbouwkundige waardering van de verschillende gronden. De Stichting voor Bodemkartering en haar medewerkers zijn erkentelijk voor deze bereidwilligheid en hulp.
Recommended publications
  • En Van Aan De BNA Verbonden Rechtspersonen / Archief
    Nummer Toegang: BNAR Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en van aan de BNA verbonden rechtspersonen / Archief Het Nieuwe Instituut (c) 2000 This finding aid is written in Dutch. 2 Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en BNAR van aan de BNA verbonden rechtspersonen / Archief BNAR Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en 3 van aan de BNA verbonden rechtspersonen / Archief INHOUDSOPGAVE BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF....................................................................17 Aanwijzingen voor de gebruiker.....................................................................18 Citeerinstructie..........................................................................................18 Openbaarheidsbeperkingen.......................................................................18 Archiefvorming...............................................................................................19 De verwerving van het archief...................................................................19 Geschiedenis van het archiefbeheer..........................................................19 Geschiedenis van de archiefvormer...........................................................21 Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst........................................21 Bond van Nederlandse Architecten, de BNA, Amsterdam......................23 Bereik en inhoud............................................................................................24 Verwant materiaal..........................................................................................26
    [Show full text]
  • Authentieke Versie (PDF)
    Nr. 8242 28 maart STAATSCOURANT 2014 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 19 maart 2014, nr. IENM/BSK-2014/67724, houdende vaststelling van de ligging van de risicoplafonds langs transportroutes en regels voor ruimtelijke ontwikkelingen langs transportroutes in verband met externe veiligheid (Regeling basisnet) De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Gelet op de artikelen 13, eerste lid, 14, eerste tot en met vierde lid, en 16, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, en de artikelen 3, vijfde lid, 4, tweede lid, 8, vierde lid, 10, eerste lid, onderdeel a, en 11, eerste en tweede lid, van het Besluit externe veiligheid transportroutes; Besluit: Paragraaf 1. Begrippen en reikwijdte Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: baanvak: gedeelte van de hoofdspoorweg waarvan het begin en einde wordt aangeduid met coördinaten uit het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, bedoeld in artikel 52 van de Kadasterwet; Bevt: Besluit externe veiligheid transportroutes; binnenste kantstreep: markering van de begrenzing van de binnenzijde van de binnenste rijstrook; buitenste kantstreep: markering van de begrenzing van de buitenzijde van de buitenste rijstrook; doorgaande rijbaan: elk voor in één rijrichting rijdende voertuigen bestemd weggedeelte, zonder de invoeg- en uitvoegstroken; GR-plafond: plaats als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet waar het plaatsgebonden risico maximaal 10-7 of 10-8 per jaar is; HART: de Handleiding
    [Show full text]
  • Why Did the Netherlands Develop So Early? the Legacy of the Brethren of the Common Life
    CPB Discussion Paper | 228 Why Did the Netherlands Develop so Early? The Legacy of the Brethren of the Common Life İ. Semih Akçomak Dinand Webbink Bas ter Weel Why Did the Netherlands Develop so Early? The Legacy of the Brethren of the Common Life* İ. Semih Akçomak Middle East Technical University [email protected] Dinand Webbink Erasmus University Rotterdam and CPB [email protected] Bas ter Weel CPB and Maastricht University [email protected] Abstract This research provides an explanation for high literacy, economic growth and societal developments in the Netherlands in the period before the Dutch Republic. We establish a link between the Brethren of the Common Life (BCL), a religious community founded by Geert Groote in the city of Deventer in the late fourteenth century, and the early development of the Netherlands. The BCL stimulated human capital accumulation by educating Dutch citizens without inducing animosity from the dominant Roman Catholic Church or other political rulers. Human capital had an impact on the structure of economic development in the period immediately after 1400. The educated workforce put pressure on the Habsburg monarchy leading to economic and religious resentment and eventually to the Revolt in 1572. The analyses show that the BCL contributed to the high rates of literacy in the Netherlands. In addition, there are positive effects of the BCL on book production and on city growth in the fifteenth and sixteenth century. Finally, we find that cities with BCL-roots were more likely to join the Dutch Revolt. These findings are supported by regressions that use distance to Deventer as an instrument for the presence of BCL.
    [Show full text]
  • Van Den Heuvel (2007), 141, 143
    Explorations in Economic History 50 (2013) 69–87 Contents lists available at SciVerse ScienceDirect Explorations in Economic History journal homepage: www.elsevier.com/locate/eeh Retail development in the consumer revolution: The Netherlands, c. 1670–c. 1815 Danielle van den Heuvel, Sheilagh Ogilvie ⁎ Faculty of Economics, University of Cambridge, Sidgwick Avenue, Cambridge, CB3 9DD, United Kingdom article info abstract Article history: The Netherlands pioneered an early modern ‘Retail Revolution’, facilitating the Consumer Received 14 March 2012 Revolution. We analyze 959 Dutch retail ratios using multivariate regressions. Retail density rose Available online 29 August 2012 with female headship everywhere. Density was high in Holland, but moderate in intermediate provinces and low in Overijssel. Differences in retail density between large and small settlements JEL classification: were trivial in Holland, moderate in intermediate provinces, and prominent in Overijssel. Retail L81 ratios stagnated everywhere across the eighteenth century but rose sharply after 1800. The Dutch N33 Retail Revolution did not unleash ineluctable growth, we conclude, but varied significantly with N43 agrarian structure, the institutional powers of guilds, and female autonomy. N73 © 2012 Elsevier Inc. All rights reserved. N93 R12 Keywords: Retailing Consumer revolution Netherlands Women Guilds Agglomeration economies Agrarian structure 1. Introduction The ‘Retail Revolution’ is increasingly viewed as a key component of economic growth in early modern Europe.1
    [Show full text]
  • Maps -- by Region Or Country -- Eastern Hemisphere -- Europe
    G5702 EUROPE. REGIONS, NATURAL FEATURES, ETC. G5702 Alps see G6035+ .B3 Baltic Sea .B4 Baltic Shield .C3 Carpathian Mountains .C6 Coasts/Continental shelf .G4 Genoa, Gulf of .G7 Great Alföld .P9 Pyrenees .R5 Rhine River .S3 Scheldt River .T5 Tisza River 1971 G5722 WESTERN EUROPE. REGIONS, NATURAL G5722 FEATURES, ETC. .A7 Ardennes .A9 Autoroute E10 .F5 Flanders .G3 Gaul .M3 Meuse River 1972 G5741.S BRITISH ISLES. HISTORY G5741.S .S1 General .S2 To 1066 .S3 Medieval period, 1066-1485 .S33 Norman period, 1066-1154 .S35 Plantagenets, 1154-1399 .S37 15th century .S4 Modern period, 1485- .S45 16th century: Tudors, 1485-1603 .S5 17th century: Stuarts, 1603-1714 .S53 Commonwealth and protectorate, 1660-1688 .S54 18th century .S55 19th century .S6 20th century .S65 World War I .S7 World War II 1973 G5742 BRITISH ISLES. GREAT BRITAIN. REGIONS, G5742 NATURAL FEATURES, ETC. .C6 Continental shelf .I6 Irish Sea .N3 National Cycle Network 1974 G5752 ENGLAND. REGIONS, NATURAL FEATURES, ETC. G5752 .A3 Aire River .A42 Akeman Street .A43 Alde River .A7 Arun River .A75 Ashby Canal .A77 Ashdown Forest .A83 Avon, River [Gloucestershire-Avon] .A85 Avon, River [Leicestershire-Gloucestershire] .A87 Axholme, Isle of .A9 Aylesbury, Vale of .B3 Barnstaple Bay .B35 Basingstoke Canal .B36 Bassenthwaite Lake .B38 Baugh Fell .B385 Beachy Head .B386 Belvoir, Vale of .B387 Bere, Forest of .B39 Berkeley, Vale of .B4 Berkshire Downs .B42 Beult, River .B43 Bignor Hill .B44 Birmingham and Fazeley Canal .B45 Black Country .B48 Black Hill .B49 Blackdown Hills .B493 Blackmoor [Moor] .B495 Blackmoor Vale .B5 Bleaklow Hill .B54 Blenheim Park .B6 Bodmin Moor .B64 Border Forest Park .B66 Bourne Valley .B68 Bowland, Forest of .B7 Breckland .B715 Bredon Hill .B717 Brendon Hills .B72 Bridgewater Canal .B723 Bridgwater Bay .B724 Bridlington Bay .B725 Bristol Channel .B73 Broads, The .B76 Brown Clee Hill .B8 Burnham Beeches .B84 Burntwick Island .C34 Cam, River .C37 Cannock Chase .C38 Canvey Island [Island] 1975 G5752 ENGLAND.
    [Show full text]
  • Totaalplan Spoor
    Totaalplan Spoor Zet het sein op groen voor het toekomstig duurzaam verdienvermogen van de Nederlandse economie Mark Ooijevaar mei 2021 Voorwoord De huidige klimaatmaatregelen zijn onvoldoende om de doelen van 2030 te halen laat staan een klimaatneutraal Nederland. Zeker op het gebied van mobiliteit zijn nog veel extra stappen nodig daarbij hebben we onder andere ook te maken met een stikstofcrisis en druk op de beperkte ruimte in Nederland. Een integrale aanpak van vele problemen gelijktijdig is daarbij een interessante optie. Al voor de coronacrisis waren er zorgen over het toekomstig duurzaam verdienvermogen van de Nederlandse economie wat geleid heeft tot het instellen van een nationaal groeifonds. Infrastructuur is een van de investeringsgebieden die hiervoor in aanmerking komen. In de eerste beoordelingsronde zijn voornamelijk losstaande projecten in beeld gekomen. Helaas nog geen projecten die echt zorgen voor een schaalsprong in de bereikbaarheid van vooral ook regio’s waarvan het potentieel van de economie in grote mate onderbenut is gebleven door gebrekkige bereikbaarheid. Voor toekomstige economische ontwikkeling is een samenhangend geheel van duurzame infrastructuur met goed landelijke dekking en internationale aansluiting van groot belang. Dit rapport geeft een visie op de bereikbaarheid per spoor en welke uitbreidingen nodig zijn om het spoornetwerk flink te verbeteren. Veel bestaande plannen zijn hierin verwerkt, maar ook ontbrekende schakels die nog niet of zeer weinig in beeld zijn. Daarbij wordt uitgebreid stil gestaan bij de internationale bereikbaarheid en worden ook per grensovergang de mogelijkheden besproken. Hierbij worden ook stappen benoemd die van belang zijn om te gaan onderhandelen met andere landen. Dit rapport is anders dan verruit de meeste rapporten niet opgesteld door een standaard commercieel bureau en bied daarmee een verfrissende blik op de kansen van het spoor om een mobiliteitstransitie mogelijk te maken.
    [Show full text]
  • LP3LP Landscape Policy for the Three Countries Park
    LP3LP Landscape Policy for the Three Countries Park Targeted Analysis 2013/2/21 Scientific Report | 31/12/2013 (Revision | 31/03/2014) ESPON 2013 1 This report presents the final results of a Targeted Analysis conducted within the framework of the ESPON 2013 Programme, partly financed by the European Regional Development Fund. The partnership behind the ESPON Programme consists of the EU Commission and the Member States of the EU27, plus Iceland, Liechtenstein, Norway and Switzerland. Each partner is represented in the ESPON Monitoring Committee. This report does not necessarily reflect the opinion of the members of the Monitoring Committee. Information on the ESPON Programme and projects can be found on www.espon.eu The web site provides the possibility to download and examine the most recent documents produced by finalised and ongoing ESPON projects. This basic report exists only in an electronic version. © ESPON & the LP3LP TPG, 2014. Printing, reproduction or quotation is authorised provided the source is acknowledged and a copy is forwarded to the ESPON Coordination Unit in Luxembourg. ESPON 2013 2 List of authors Prof. Dr. Frank Lohrberg Timo Matti Wirth Anja Brüll RWTH Aachen University (Lead Partner) Chair of landscape architecture Jakobstraße 2 52056 Aachen Germany Marc Nielsen Alain Coppens Prof. Marie-Françoise Godart Université libre de Bruxelles (Project Partner) 50 av. F. D. Roosevelt CP 130/02 B-1050 Brussels Belgium External expert - Alain Malherbe (CREAT-UCL) Annet Kempenaar Dr. Marlies Brinkhuijsen Wageningen Universiteit (Project Partner) Droevendaalsesteeg 36708 PB Wageningen Netherlands ESPON 2013 3 Table of contents I. Introduction ............................................................................................. 6 II. Phase A: Defining the European identity of 3LP .................................
    [Show full text]
  • Draft Final Report
    LP3LP Landscape Policy for the Three Countries Park Targeted Analysis 2013/2/21 Annexes to the (Draft) Final Report | 14/10/2013 ESPON 2013 1 1. This report presents the draft final results of a Targeted Analysis conducted within the framework of the ESPON 2013 Programme, partly financed by the European Regional Development Fund. The partnership behind the ESPON Programme consists of the EU Commission and the Member States of the EU27, plus Iceland, Liechtenstein, Norway and Switzerland. Each partner is represented in the ESPON Monitoring Committee. This report does not necessarily reflect the opinion of the members of the Monitoring Committee. Information on the ESPON Programme and projects can be found on www.espon.eu The web site provides the possibility to download and examine the most recent documents produced by finalised and ongoing ESPON projects. This basic report exists only in an electronic version. © ESPON & the LP3LP TPG, 2013. Printing, reproduction or quotation is authorised provided the source is acknowledged and a copy is forwarded to the ESPON Coordination Unit in Luxembourg. ESPON 2013 2 List of authors Prof. Dr. Frank Lohrberg Timo Matti Wirth Anja Brüll RWTH Aachen University (Lead Partner) Chair of landscape architecture Jakobstraße 2 52056 Aachen Germany Marc Nielsen Alain Coppens Prof. Marie-Françoise Godart Université libre de Bruxelles (Project Partner) 50 av. F. D. Roosevelt CP 130/02 B-1050 Brussels Belgium Annet Kempenaar Dr. Marlies Brinkhuijsen Wageningen Universiteit (Project Partner) Droevendaalsesteeg 36708 PB Wageningen Netherlands ESPON 2013 3 Table of contents I. Defining the European identity of 3LP .................................................. 8 I.1. Questions to be addressed .............................................................
    [Show full text]
  • Grensovergang Bad Nieuweschans ICE Stockholm Brussel 05:45
    Grensovergang Bad Nieuweschans ICE Stockholm Brussel 05:45 Antwerpen 06:20 Rotterdam 06:50 Den Haag 05:45 07:45 Schiphol 06:10 07:10 08:10 Amsterdam C 05:30 06:30 07:30 08:30 Almere 05:45 06:45 07:45 08:45 Groningen 06:30 07:30 08:30 09:30 Oldenburg 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 Bremen 05:20 06:20 07:20 08:20 09:20 10:20 Hamburg 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 Lübeck 05:30 06:30 07:30 08:30 09:30 10:30 11:30 Kopenhagen 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 Jönköping 05:15 06:15 07:15 08:15 09:15 10:15 11:15 12:15 13:15 14:15 Linköping 05:40 06:40 07:40 08:40 09:40 10:40 11:40 12:40 13:40 14:40 Norrköping 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 Stockholm 04:45 05:45 06:45 07:45 08:45 09:45 10:45 11:45 12:45 13:45 14:45 15:45 Uppsala 05:10 06:10 07:10 08:10 09:10 10:10 11:10 12:10 13:10 14:10 15:10 16:10 Gävle 05:40 06:40 07:40 08:40 09:40 10:40 11:40 12:40 13:40 14:40 15:40 16:40 Falun 07:20 09:20 11:20 13:20 15:20 17:20 Sundsvall 06:55 08:55 10:55 12:55 14:55 16:55 Östersund 08:15 12:15 16:15 Örnsköldsvik 09:45 13:45 17:45 Umeå 10:30 14:30 18:30 Skellefteå 11:30 15:30 19:30 Piteå 12:05 16:05 20:05 Luleå 12:30 16:30 20:30 Tijden bij benadering op uur dat de ICE Stockholm niet doorrijdt richting Brussel rijden treinen Amsterdam - Zuid Frankrijk / Spanje Deze rijdt of vlak voor of vlak na de ICE richting Den Haag.
    [Show full text]
  • Verslag Over De Werking Van Het Basisnet Vervoer Gevaarlijke Stoffen in 2020
    Verslag over de werking van het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen in 2020 Datum 15 juni 2021 Status Definitief Verslag over de werking van het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen in 2020 Pagina 2 van 20 Verslag over de werking van het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen in 2020 ● Inhoud Inleiding 4 1. Basisnet Spoor 5 1.1 Realisatie 2020 5 1.2 Maatregelen 9 1.2.1 Veiligheidsmaatregelen 9 1.2.2 Informatievoorziening 10 1.2.3 Serviceloket ProRail 10 1.2.4 Stimuleren Betuweroute 10 1.2.5 Rekenmethodiek 11 2. Basisnet Weg 12 3. Basisnet Water 13 4. Aankoop woningen 14 Bijlage: Monitoringsystematiek 16 Bijlagenoverzicht 20 Pagina 3 van 20 Verslag over de werking van het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen in 2020 ● Inleiding Het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen is per 1 april 2015 in werking getreden. Basisnet staat voor een duurzaam evenwicht tussen drie belangen: veiligheid voor omwonenden, mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen en (groei)ruimte voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit evenwicht is het resultaat van een zorgvuldige afweging van deze drie belangen in samenwerking met alle betrokken partijen: vervoerders, verladers uit de chemische industrie, gemeenten, provincies, hulpverleningsdiensten en infrastructuurbeheerders. In 2010 hebben vertegenwoordigers van al deze partijen ingestemd met de gemaakte afspraken. Dit “Verslag over de werking van het Basisnet in 2020” gaat in op de ontwikkelingen aan de vervoerszijde. Het vloeit voort uit artikel 15 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) zoals deze luidt sinds de in werking treding van de Wet basisnet. 1 Daarin is bepaald dat de minister of staatssecretaris van IenW zo vaak als nodig is, doch ten minste elke vijf jaar, onderzoekt in hoeverre vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen één of meer risicoplafonds worden overschreden of, binnen tien jaar na het jaar dat het onderzoek plaatsvindt, dreigen te worden overschreden.
    [Show full text]
  • Why Did the Netherlands Develop So Early? the Legacy of the Brethren of the Common Life
    IZA DP No. 7167 Why Did the Netherlands Develop so Early? The Legacy of the Brethren of the Common Life İ. Semih Akçomak Dinand Webbink Bas ter Weel January 2013 DISCUSSION PAPER SERIES Forschungsinstitut zur Zukunft der Arbeit Institute for the Study of Labor Why Did the Netherlands Develop So Early? The Legacy of the Brethren of the Common Life İ. Semih Akçomak Middle East Technical University Dinand Webbink Erasmus University Rotterdam, CPB and IZA Bas ter Weel CPB, Maastricht University and IZA Discussion Paper No. 7167 January 2013 IZA P.O. Box 7240 53072 Bonn Germany Phone: +49-228-3894-0 Fax: +49-228-3894-180 E-mail: [email protected] Any opinions expressed here are those of the author(s) and not those of IZA. Research published in this series may include views on policy, but the institute itself takes no institutional policy positions. The IZA research network is committed to the IZA Guiding Principles of Research Integrity. The Institute for the Study of Labor (IZA) in Bonn is a local and virtual international research center and a place of communication between science, politics and business. IZA is an independent nonprofit organization supported by Deutsche Post Foundation. The center is associated with the University of Bonn and offers a stimulating research environment through its international network, workshops and conferences, data service, project support, research visits and doctoral program. IZA engages in (i) original and internationally competitive research in all fields of labor economics, (ii) development of policy concepts, and (iii) dissemination of research results and concepts to the interested public.
    [Show full text]
  • Why Did the Netherlands Develop So Early? the Legacy of the Brethren of the Common Life*
    Why Did the Netherlands Develop so Early? The Legacy of the Brethren of the Common Life* İ. Semih Akçomak Middle East Technical University [email protected] Dinand Webbink Erasmus University Rotterdam and CPB [email protected] Bas ter Weel CPB and Maastricht University [email protected] Abstract This research provides an explanation for high literacy, economic growth and societal developments in the Netherlands in the period before the Dutch Republic. We establish a link between the Brethren of the Common Life (BCL), a religious community founded by Geert Groote in the city of Deventer in the late fourteenth century, and the early development of the Netherlands. The BCL stimulated human capital accumulation by educating Dutch citizens without inducing animosity from the dominant Roman Catholic Church or other political rulers. Human capital had an impact on the structure of economic development in the period immediately after 1400. The educated workforce put pressure on the Habsburg monarchy leading to economic and religious resentment and eventually to the Revolt in 1572. The analyses show that the BCL contributed to the high rates of literacy in the Netherlands. In addition, there are positive effects of the BCL on book production and on city growth in the fifteenth and sixteenth century. Finally, we find that cities with BCL-roots were more likely to join the Dutch Revolt. These findings are supported by regressions that use distance to Deventer as an instrument for the presence of BCL. The results are robust to a number of alternative explanations. Keywords: Economic development; Literacy; Religion; Societal change JEL Codes: N33; N93; O15; J20 * We would like to thank Daron Acemoglu, Joshua Angrist, Lex Borghans, Maarten Bosker, Raouf Boucekkine, Robin Cowan, David de la Croix, Casper van Ewijk, Oded Galor, Anne Gielen, Joop Hartog, Douglas Irwin, Rahmi Ilkilic, Frank Kleijbergen, Meir Kohn, Erzo F.P.
    [Show full text]