Aantekeningen Over Chrysomelidae (Coleoptera) in Nederland 8
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Aantekeningen over Chrysomelidae (Coleoptera) in Nederland 8 Tijdens een inventarisatie van bladkevers van de Ron Beenen1, Frank van Nunen2 & Jaap Winkelman3 Sint Pietersberg te Maastricht werd op klein hoefblad dat tussen steenbrokken groeide Longi- 1Martinus Nijhoffhove 51 tarsus gracilis voor het eerst in Nederland ge- 3437 ZP Nieuwegein [email protected] vonden. Ook in het aangrenzende deel van Duitsland leeft deze keversoort onder vergelijk- 2Amaliastein 113 bare omstandigheden. Een andere nieuwe blad- 4133 HB Vianen keversoort voor de Nederlandse fauna is Phyllo- 3Waverstraat 36-III treta christinae. Van deze soort werd een man- 1079 VM Amsterdam netje in Vianen gevonden. De Nederlandse vondsten van de maïswortelkever (Diabrotica virgifera) worden kort opgesomd. Deze Ameri- kaanse kever is sinds 1992 bekend uit Europa en kan aanzienlijke schade veroorzaken. Van de zeldzame bladkevers Hydrothassa hannoveriana, Galeruca pomonae, Xanthogaleruca luteola and Mniophila muscorum worden nog niet eerder ge- publiceerde vondsten beschreven. burg uitsluitend versnipperd voorkwam. Nadat C. Berger in Entomologische Berichten 66(5): 150-154 1963 een zeer groot aantal exemplaren van deze soort verza- melde te Sint Odiliënberg, zijn er sindsdien in Limburg nog vondsten uit Sint Odiliënberg (1971, leg. G.J. Slob), Echt Trefwoorden: bladkevers, verspreiding, biotoop, voedsel- (1978, leg. B. van Aartsen) en Vlodrop (1980, leg. B. van Aart- plant sen) bekend ge- worden. In Mid- Inleiding den-Limburg kwam deze ke- In deze achtste bijdrage over de Nederlandse bladkevers versoort gedu- worden twee nieuwe soorten voor de Nederlandse fauna rende de laatste vermeld. Daarnaast staan we stil bij enkele bijzondere vond- decennia van de sten die aan het licht kwamen bij het samenstellen van het 20e eeuw dus op onderdeel over Chrysomelidae in de kevercatalogus die mo- verschillende menteel wordt voorbereid. In die catalogus wordt de aanwe- plaatsen voor. zigheid per provincie geregistreerd. We zien er van af om alle Buiten Midden- nieuwe provinciewaarnemingen hier op te sommen. We be- Limburg is de spreken alleen de vondsten van heel zeldzame soorten, van vondst van Cas- vondsten ver buiten het areaal van bekende vindplaatsen, of telre (1970, leg. waarnemingen in andere dan de gebruikelijke biotopen. G.J. Slob) weer een geïsoleerde Soortbesprekingen vondst. Opval- lend is dat re- Hydrothassa hannoveriana (Fabricius) cente vondsten Hydrothassa hannoveriana is in Nederland waarschijnlijk uit Zuid-Lim- nooit algemeen geweest. Everts (1903) noemt de soort ‘over burg ontbreken. het algemeen zeldzaam’ en vermeldt daarbij de vindplaatsen Leiden, Amersfoort en Valkenburg. Daarnaast meldt hij dat de soort ‘gemeen’ is te Kerkrade. In 1922 meldt Everts dat H. Figuur 1. Hydrothassa hannoveriana. De lengte varieert tussen 3,8 en hannoveriana nog bij Winterswijk en op verschillende plaat- 5,0 mm. Foto: L. Borowiec sen in Zuid-Limburg gevonden is. Het lijkt erop dat deze Hydrothassa hannoveriana. Body length varies from 3.8 to 5.0 mm. keversoort aan het begin van de 20e eeuw buiten Zuid-Lim- 150 Entomologische Berichten 66(5) 2006 Zowel larve (Steinhausen 1994) als kever (Koch 1992) le- Dit dier bevindt zich inmiddels in de collectie van het Zoölo- ven monofaag op dotterbloem (Caltha palustris) in beekda- gisch Museum te Amsterdam. Het betreft waarschijnlijk een len. G.J. Slob (in litt. mei 2006) geeft een zeer nauwkeurige versleept dier (Beenen 2006). Smith (1990) beschrijft het on- omschrijving van de vindplaatsen waar hij H. hannoveriana bedoelde verslepen van deze soort van Bolzano, Italië, naar aantrof. In Sint Odiliënberg en Castelre groeiden de dotter- Londen, Verenigd Koninkrijk, tussen kampeerspullen. bloemen in drangwaterhellingen op de plaatsen waar het Omdat er bij de recente vondst in Zeeland vijf exempla- grondwater uittrad. Op andere plaatsen in de omgeving waar ren verzameld zijn zou het om een nieuwe vestiging of een dotterbloemen groeiden maar waar deze hydrologische situ- onopgemerkte populatie kunnen gaan. Indien dit het resul- atie zich niet voordeed trof hij deze keversoort niet aan. taat is van een reeks van warme zomers, dan is het aanne- De volwassen mannetjes en vrouwtjes worden wel in de melijk dat bij voortzetting van dit weertype deze soort ook in bloemen van de dotter waargenomen. Drees (1995) veron- andere delen van Zuid-Nederland (weer) opduikt. derstelt dat het vreten van eiwitrijk pollen voor de eiproduc- tie van belang is en hij sluit niet uit dat de bloem ook als Diabrotica virgifera LeConte trefpunt dient voor beide geslachten. In augustus 2003 werd de maïswortelkever (Diabrotica vir- Hydrothassa hannoveriana komt in vrijwel geheel Noord- gifera) voor het eerst waargenomen in Nederland nabij en Noordwest-Europa voor (Warchalowski 1994). De zuid- Schip- hol (Lammers et al. 2004). De soort is aldaar bestre- grens ligt ongeveer over België, Midden-Duitsland, Tsjechië, den en nadien, ondanks intensief monitoren met behulp van Slowakije en Oekraïne. Derenne (1963) noemt H. hannover- vallen, niet meer waargenomen. Op 17 augustus 2005 is de iana voor België algemeen. De verspreiding in België is ons maïswortelkever wederom waargenomen, nu nabij het vlieg- echter niet bekend, waardoor we niet weten of de vondst bij veld Maastricht (Moorveld) (Ministerie van LNV 2005a). Castelre aansluit bij een leefgebied in België. Daarna is de soort op 5 september gevonden bij Badhoeve- De kevers zijn goed te onderscheiden van andere Hydrot- dorp, op 7 september bij Woerdense Verlaat (Ministerie van hassa-soorten op grond van de gebogen rode strepen over LNV 2005b) en op 22 september nabij Ter Aar (Ministerie van de dekschilden (figuur 1). Geschikte sleutels voor alle kleur- LNV 2005c). De kever kan aanzienlijke schade aan maïs ver- vormen zijn te vinden in Mohr (1966) en Warchalowski oorzaken en wordt om die reden, op grond van Europese (2003). regelgeving, bestreden. De maïswortelkever kwam tot voor kort uitsluitend voor in Mexico en de Verenigde Staten. Sinds Galeruca pomonae (Scopoli) de soort in 1992 voor het eerst in Belgrado gevonden werd M.B.P. Drost verzamelde een exemplaar van Galeruca pomo- heeft vestiging plaatsgevonden in Oostenrijk, Hongarije, nae te Bloemendaal op 7 juli 1997. Deze keversoort was in Kroatië, Bos- nië-Hercegowina, Kroatië, Roemenië en Bulga- Nederland vóór 1920 van veel vindplaatsen in de zandgebie- rije (Billen & Baufeld 1999, Reynaud & Baufeld 2004). den, inclusief de duinstreek, en Zuid-Limburg bekend. Daarnaast is de kever incidenteel gevonden in Groot-Brittan- Sindsdien is het aantal vindplaatsen geleidelijk afgenomen. nië, België, Frank- rijk, Zwitserland, Italië en Oekraïne. De laatste vondst in de kustduinen is van september 1940 te Uitroeien in Europa lijkt niet meer mogelijk, maar verdere Aerdenhout. Na 1950 is G. pomonae nog uitsluitend van en- uitbreiding probeert men uit alle macht te voorkomen (Billen kele plaatsen in Zuid-Limburg gemeld (Beenen 1990). Nu & Baufeld 1999). Op basis van modelberekeningen conclude- dus weer, na bijna zestig jaar, een vondst uit de duinstreek. ren De Boer et al. (2003) dat de maïswortelkever in ons land In Zuid-Limburg is G. pomonae sinds het laatste over- kan overleven, maar dat klimaatomstandigheden in combi- zicht (Beenen 1990) gevonden te Colmont (1992, leg. A.P.J.A. natie met de lengte van het voortplantingsseizoen het Teunissen), Schin op Geul (2000, leg. Th. Heijerman), Kunra- voltooien van de levenscyclus problematisch maakt. Er be- de (2005, leg. Th. Heijerman), Wahlwiller (2005, leg. Th. staat dus onzekerheid over de vestigingsmogelijkheden van Heijerman) en Maastricht (2006, larven leg. R. Beenen). deze keversoort in ons land. In de meeste Europese determinatieboeken komt het ge- Xanthogaleruca luteola (Müller) nus Diabrotica nog niet voor. Een uitzondering vormt het Op 7 april 2000 verzamelde M. Lodewijckx vijf exemplaren vijftiende deel van de serie ‘Die Käfer Mitteleuropas’, waarin van Xanthogaleruca luteola in het Zeeuwse Hulst. Xanthoga- Kippenberg (1998) in de genustabel van de subfamilie Gale- leruca luteola komt van nature voor van Europa tot in Cen- rucinae het genus heeft opgenomen. Ook beschrijft hij kort traal-Azië (Warchalowski 2003). Het is een soort die in som- de soort D. virgifera. Het is een in kleur variabele soort: de mige delen van Europa grote schade toebrengt aan iepen dekschilden hebben een wisselende verhouding donkerbruin (Ulmus). Ook in Noord-Amerika, waar de soort zich aan het en geel en zijn altijd voorzien van enkele ribbels in de leng- begin van de negentiende eeuw gevestigd heeft, treedt aan- terichting van de dekschilden. zienlijke schade op aan met name laanbeplantingen van iepen (Hall 1986). Phyllotreta christinae Heikertinger Uit Nederland waren weinig meldingen van deze soort Op 1 mei 2005 verzamelde F. van Nunen Phyllotreta christi- bekend. De oudste gepubliceerde vondst beschrijft Leesberg nae te Vianen. Dit mannelijk exemplaar werd verzameld door (1884): ‘in Nederland alleen te St. Pieter door den heer Mau- het afslepen van de vegetatie van een berm van een onver- rissen gevangen’. Everts (1903) meldt ook nog Meerssen als hard weggetje in Bolgerijen. Bolgerijen is een gebied met vindplaats. In 1945 is de soort aangetroffen te Eijsden (leg. een afwisseling van grienden en graslanden, waarvan som- W.H.J. Maessen, Zoölogisch Museum Amsterdam). Brakman mige een zeer schrale begroeiing vertonen. De begroeiing (1966) geeft naast Limburg alleen nog Noord-Brabant aan. van de betreffende berm indiceert een voedselrijke vochtige Dat