'Open Ruimte in En Om Mechelen'
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Eindrapport strategisch project ‘Open ruimte in en om Mechelen’ Inhoudelijk luik ©Yves Adams (Vilda) Periode juli ‘18– juni ’19 Contactgegevens projectcoördinator Myrtle Verhaeven Regionaal Landschap Rivierenland Hallestraat 6, 2800 Mechelen [email protected] tel: 015/21.98.53| M: 0468/31.39.70 1 Inhoudstafel 1 Inhoudstafel .................................................................................................................................................................. 2 2 Afsluiting SP ORIOM 1.0 ............................................................................................................................................ 2 3 Aanleiding en situering ORIOM .............................................................................................................................. 2 4 Uitgevoerde acties juli 2018 – juni 2019 .............................................................................................................. 12 5 Vooruitblik vervolgproject ORIOM 2.0 ................................................................................................................ 21 6 Projectfiches ................................................................................................................................................................ 26 7 Bijlagen ......................................................................................................................................................................... 65 2 Afsluiting SP ORIOM 1.0 Op 1 juli 2016 ging het strategisch project ‘Open ruimte in en om Mechelen’ (ORIOM), toen nog onder de naam ‘Natuur in en rond Mechelen’, van start. Op drie jaar tijd evolueerde ORIOM snel van een bottom-up initiatief naar een intersectoraal gedragen project dat, door aan te takken op lopende gebiedsinitiatieven, een bovenlokale dynamiek en samenwerking op gang bracht. In projectperiode I resulteerde dit in een uitvoerige inventarisatie en gebiedsverkenning, een gezamenlijk visievormingsproces, de realisatie van quick-wins, en de voorbereiding van de eerste piloot- en hefboomacties gericht op de specifieke noden van de vier deelgebieden: Dijlevallei, Zenne- en Barebeekvallei, Nete- en Goorbosbeekvallei en stadsnabije boslandschappen Kauwendaal en Waverwoud. Deze dynamiek en realisaties binnen ORIOM werd gehonoreerd met een nieuwe erkenning als strategisch project. Voorliggend eindrapport geeft een overzicht van de acties en realisaties van het derde en laatste projectjaar. Voor een overzicht van de eerste twee projectjaren verwijzen we naar vorige voortgangsrapporten. Maar vooral biedt dit rapport ook een doorkijk naar het vervolgproject, waar de focus zal liggen op (i) het consolideren van de gebiedsvisie in een toekomstbestendig samenwerkingsverband, (ii) de visie doorvertalen naar een overkoepelend actieprogramma, (iii) de opzet en uitvoer van (nieuwe) hefboomprojecten. 3 Aanleiding en situering ORIOM 3.1 Van Natuur naar Open ruimte 2 De open ruimte in en rond Mechelen kenmerkt zich door groene vallei- en broekgebieden, stadsnabije bossen, multifunctionele landbouw, nieuwe (snelle) fietspaden en andere recreatieve belevingstrajecten. Al deze waardevolle landschappen en elementen worden tot de scope van het strategisch project gerekend en strekken dus verder dan alleen natuur. Om die reden besliste de stuurgroep van 10/5/2017 om de oorspronkelijke projectnaam ‘Natuur in en rond Mechelen’ om te dopen naar ‘Open ruimte in en om Mechelen’ (ORIOM). 3.2 Aanleiding Ondanks het mooie, diverse aanbod aan beleefbare open ruimte in de Mechelse regio, zijn veel van de waardevolle landschappen en belevingselementen eerder slecht gekend onder het brede publiek. Bestaande informatie over de verschillende gebieden zit versnipperd onder verschillende instanties (provincies, gemeenten, ANB, Natuurpunt…). Verder zijn niet alle gebieden degelijk ontsloten en riskeren bovendien sommige van deze gebieden ingekneld te raken door de hoge verstedelijkingsdruk. Ondanks het mooie belevingsaanbod in de streek, is er dus nood aan meer promotie, het beter afstemmen van promotiekanalen, het beter verbinden en toegankelijker maken van de open landschappen en een geïntegreerd beleid en goede samenwerking om de verdere fragmentatie tegen te gaan. Verschillende gebiedsprojecten staan op til en de gemeenten Mechelen, Boortmeerbeek, Zemst, Willebroek, Sint-Katelijne-Waver, Bonheiden en nu ook Duffel bruisen van ambitie om hun grondgebied leefbaarder en aantrekkelijker te maken. Een ruim, doordacht en gedragen kader is nodig om deze opportuniteiten, knelpunten en zowel bestaande als nieuwe projecten te sturen en te ondersteunen. Om deze uitdaging samen aan te pakken engageerden Regionaal Landschap Rivierenland, het Agentschap voor Natuur en Bos en Natuurpunt tot het schrijven van een projectvoorstel in kader van de zevende oproep voor subsidiëring van de projectcoördinatie van strategische projecten in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Eind december 2015 werd door Vlaams minister Joke Schauvliege en het toenmalige Ruimte Vlaanderen een subsidiebedrag van €240.000 goedgekeurd voor een periode van 3 jaar. Een projectcoördinator werd aangeworven en op 1 juli 2016 schoot het strategisch project uit de startblokken. 3.3 Doelstellingen De vier rivieren Rupel, Nete, Zenne en Dijle, het kanaal Leuven-Dijle en bijrivieren zoals Barebeek, Vrouwvliet en Molenbeek bieden veel kansen om de pijnpunten in de streek op te lossen. Deze groenblauwe vingers dringen door tot diep in het bebouwd gebied en zijn uitgegroeid tot attractiepolen die belangrijk zijn voor zowel de ecologische als recreatieve verbondenheid van de open ruimte gebieden, ongeacht de ligging van eigendoms-, gemeente- en provinciegrenzen. Het project wenst deze groenblauwe infrastructuur als strategie te gebruiken om het aanwezige natuurpotentieel in een samenhangend netwerk en om te bouwen aan een regio met een sterke identiteit en grote(re) landschappelijke en ecologische kwaliteit. Daarbij wil het project werk maken van de realisatie van volgende vier strategische doelstellingen: 1. Groenblauwe vingers als dynamische verbindingen tussen open ruimte en het stedelijk gebied bestendigen en versterken De valleien van de Nete, Zenne en Dijle en bijrivieren spelen binnen de gewenste ruimtelijke structuur een bepalende rol als groenblauwe, verbindende elementen tussen de stad, stadsrand en het buitengebied. Ze zijn belangrijk als zowel ecologische als toeristisch-recreatieve infrastructuur. De potenties bestaan enerzijds uit diverse bos –en natuurkernen (langsheen deze blauwe aders) in en rond de stad Mechelen, maar anderzijds ook uit de verbindingen van deze kernen. Hoge biologische waarden, waaronder Europese beschermde habitats en soorten, worden verzoend met recreatieve netwerken en een hoge belevingswaarde. 2. Hotspots van beleving als stapstenen in een attractief valleilandschap (of buitengebied) bundelen en promoten De plaatsen waar deze blauwgroene vingers het stedelijk gebied binnendringen, kunnen dienst doen als groene onthaalpoorten waarlangs bezoekers worden geleid. Deze onthaalpoorten kunnen de ontsluiting van de verschillende gebieden bevorderen door bv. informatie te bieden aan bezoekers over de streek, de stad/gemeente, het belevingsaanbod en mogelijke recreatieve routes. Ook kunnen hier belevings-, spel- of educatieve elementen te vinden zijn die de bezoekers prikkelen om de streek verder te verkennen. Groene onthaalpoorten kunnen ondergebracht worden in reeds bestaande of nieuwe bezoekerscentra, alsook strategisch gelegen horecazaken gelegen in de nabijheid van ecologische en cultuurhistorische bakens. Het is bij de uitbouw van een groene poort van belang om de ecologische kwaliteiten van de diverse gebieden te respecteren en deze hiermee af te stemmen. Hiervoor zal gewerkt worden met een hiërarchie binnen de toegangspoorten, op maat van de beoogde recreatieve intensiteit. Ook wordt er gestreefd naar een eenduidige communicatie over de groene poorten, alsook over de gebieden waar ze toegang tot verlenen, en naar een uniforme uitstraling, met respect voor de identiteit van de terreinbeherende instanties of eigenaars. 4 3. Veerkrachtig recreatief medegebruik ontwikkelen in randstedelijke groengebieden over de gemeentegrenzen heen De open ruimte en ruimte voor natuur en groen is, vooral in de Vlaamse ruit, beperkt. Het is dus essentieel en vanzelfsprekend dat deze ruimte ten volle wordt benut en op een doordachte wijze één of meerdere functies krijgt toegewezen. Het behoud van de open ruimte is van fundamenteel belang voor de recreatie die inspeelt op de mogelijkheden die de ruimte biedt. De recreatieve functie is op die manier ook mee beheerder van de open ruimte. Dit gebeurt al dan niet via medegebruik van landbouw-, natuur- of bosgebieden, maar nooit ten koste van de (ecologische) hoofdfunctie. 4. Bovenlokaal draagvlak en streekinspiratie bevorderen De vierde doelstelling is een gevolg van de realisatie van voorgaande drie doelstellingen. Door de regio beleefbaar en herkenbaar te maken door een eenduidige communicatie en een uniforme uitstraling, wordt de regio helder in de hoofden en harten van mensen. De streek krijgt een identiteit en wordt als het ware een ‘merk’. Dit biedt heel wat kansen voor de regio op vlak van duurzame ecologische en toeristisch-economische ontwikkeling. De streek wordt bekend als een aantrekkelijke toeristische bestemming. Dit sterk streekmerk biedt inspiratie aan lokale ondernemers, welke op hun beurt ook kunnen bijdragen aan streekbranding