3 Redactioneel Veel over werk

Het is misschien niet leuk en het is misschien ook geen nieuws maar Nederland is een rechts land. In opiniepeilingen halen de rechtse partijen de laatste tijd enorme meerder- heden. Als we D66 bij de rechtse partijen rekenen (en er is eigenlijk geen reden om dat niet te doen) gaat het de laatste keren om zo’n 90 tot 95 zetels in de Tweede Kamer voor rechts tegenover zo’n 60 voor links. Nu is het aardige van Nederland dat rechts hier heel links is, dat zowel de marktliberalen als de conservatieven en de christenen nooit seri- euze bezwaren hadden tegen homohuwelijk of liberaal drugsbeleid en dat men ook al- tijd wel het nut inzag van een functionerende verzorgingsstaat. Maar het zet het aarze- lende optimisme over een PvdA die heet op te krabbelen na twee moeizame jaren coalitie met de VVD wel weer in perspectief. Hoe dan ook is de politieke opgave voor de komende jaren ‘werk’. De werkloosheid is te hoog, het werk is niet evenwichtig verdeeld over het land en de beroepsbevolking is niet op de juiste manier opgeleid. Grijp de herziening van het belastingstelsel aan om wat aan de werkloosheid te doen, schrijven Tweede Kamerleden Ed Groot en in dit nummer. Minder belasting op arbeid en meer op btw om meer werkgelegenheid te schep- pen, en vergeet ook niet om wat beter naar de belasting op vermogen en de belastingdruk van bedrijven te kijken. Ze bevestigen en passant de stelling van Nico Wilterdink in diens bespreking van de WRR-studie over ongelijkheid verderop in dit nummer, namelijk dat de terugkeer van het thema ongelijkheid vooral de terugkeer van politieke strijd is. Wat betreft de spreiding van werk door het land schrijven Arjen Edzes en Jouke van Dijk dat werk creëren ook een zaak van de regio’s zou moeten zijn, dat de eeuwige fixatie op de Randstad als banenmotor afleidt van het verschil dat gemeenten en provincies kunnen maken. Met Google in Groningen als bewijs. Fabian Dekker gaat in op de manier waarop technnologie veranderingen op de arbeidsmarkt aanjaagt. Niet alleen veel een- voudig handwerk maar ook denkwerk met een routineus karakter staat onder druk. Meer nadruk op creativiteit tijdens hun opleiding maakt mensen minder kwetsbaar in zo’n omgeving.

In het tweede gedeelte van dit nummer herdenken we Willem Witteveen, die deze zomer omkwam door het neerhalen van vlucht MH17 boven Oekraïne. We bespreken zijn werk in de hoop dat iets van zijn veerkracht en originaliteit bij ons blijft.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 4 Column De overheid moet ook naar zichzelf kijken

Door Marijke Linthorst Concurrentie kan bovendien tot gevolg Redacteur S&D hebben dat maatschappelijk gewenste voor- zieningen niet gerealiseerd worden. Bijvoor- beeld: een woningcorporatie wil samen met We staan aan de vooravond van grote veran- een aanbieder van thuiszorg een complex ou- deringen in de zorg. Natuurlijk worden deze derenwoningen bouwen. Het is in dat geval ingegeven door bezuinigingen, maar de ver- logisch dat de thuiszorgorganisatie garanties antwoordelijke bewindspersonen hebben vraagt dat ouderen die zorg nodig hebben ook een andere aanpak voor ogen. De veran- deze ook bij die organisatie zullen afnemen. deringen in de zorg moeten tot twee effecten Ook dat is een in principe verboden markt­ : de zorgvrager moet weer centraal ko- verdelingsafspraak. De kans dat het complex men te staan (‘van structuren naar mensen’) er komt, is klein. en burgers moeten eerst kijken wat zij zelf Een integrale aanpak vraagt om een herbe- kunnen doen. Samenwerking is daarbij cruci- zinning op de rol van de overheid. Er is niet al- aal. Minister Schippers wil dat ziekenhuizen leen samenwerking tussen professionals en de meer zorgverlener worden, met alle neuzen cliënt en zijn netwerk nodig, maar ook tussen één kant op. Staatssecretaris Van Rijn liet zich zorgaanbieders onderling. Dat is nooit eenvou- onlangs in Buitenhof in soortgelijke bewoor- dig, want zij zullen dan soms moeten erkennen dingen uit: werkers in de zorg en mantelzor- dat een ander beter in staat is om ‘hun’ dienst te gers moeten gezamenlijk bekijken wat ie- leveren. In dat proces zijn afspraken onontbeer- mand nodig heeft en wie daarbij wat kan lijk. Het kabinet zou er goed aan doen nog eens leveren. te bezien of een zo efficiënt mogelijke zorg niet Deze nieuwe aanpak past niet naadloos in méér gebaat is bij het faciliteren van samenwer- het huidige regime in de zorg, dat vooral ge- king dan bij het belemmeren daarvan. richt is op het bevorderen van marktwerking. Op de tweede plaats moet ook de overheid Concurrentie moet ertoe leiden dat organisa- zich afvragen wat zij zelf kan doen. Het belang- ties het beste product leveren tegen een zo rijkste argument voor minister Schippers om laag mogelijke prijs. Maar in een krimpende winstuitkering in ziekenhuizen toe te staan is markt, en dat is waar het kabinet op aan- dat ziekenhuizen een acuut probleem hebben: stuurt, werkt dat niet altijd zo. Het kan in ie- ze hebben te weinig vermogen en banken le- ders belang zijn als bijvoorbeeld aanbieders nen hun daarom geen geld of alleen tegen een van thuiszorg onderling afspraken maken, hoge rente. Waarom zou de overheid niet zelf zodat medewerkers hun baan houden, cliën- in dit gat springen en ziekenhuizen leningen ten kunnen blijven rekenen op hun vertrouw- verstrekken tegen een redelijke rente? de hulpverlener en zorgaanbieders weten Zorg is een collectief goed. De overheid waar zij aan toe zijn. Dat is echter een ‘markt- vraagt terecht van burgers om hier zuinig mee verdelingsafspraak’ en die zijn in principe om te springen, de eigen verantwoordelijk- verboden: dergelijke afspraken nemen de heid te nemen en niet alles van de overheid te prikkel weg om te innoveren en op prijs te verwachten. Die eis moet de overheid ook aan concurreren. (Hoewel je je kunt afvragen of zichzelf stellen: eerst kijken naar wat de over- een verdere verlaging van salarissen in de heid zelf kan doen en niet alles van de markt thuiszorg nog verantwoord is.) verwachten.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 5

Rode wangen

Adri Duivesteijn en mengden zich deze zomer beiden in het publieke debat. De reacties waren tot nu toe lauw, maar dat kon wel eens de stilte voor de storm zijn.

MENNO HURENKAMP

Hoofdredacteur S&D

Deze zomer bracht senator, ex-wethouder en lossingen. Meer activisme, minder technocra- ex-Tweede Kamerlid Adri Duivesteijn op per- tie is volgens Duivesteijn een veiliger koers soonlijke titel een gepassioneerd essay uit, voor de toekomst dan hopen dat de economie getiteld De PvdA staat met transactiedenken aantrekt en dat de kiezer de PvdA daarvoor haar eigen waarden in de weg. Het gaat slecht beloont. Hoe dan ook is volgens hem voor de met de PvdA, in de peilingen, in de laatste twee Provinciale Statenverkiezingen in het voorjaar verkiezingen, maar ook in het land; er is niet van 2015 zeker geen herstel te verwachten. zo veel meer over van de maatschappelijke Aan het eind van deze zomer schreef PvdA- beweging die de sociaal-democratie ooit was. fractievoorzitter Diederik Samsom twee keer Duivesteijn legt de oorzaak daarvan bij de een opiniebijdrage in de krant: ‘We moeten praktijk van het uitruilen van standpunten. steviger op eigen benen staan’ in de Volkskrant Goede politiek gaat om het uitvechten van op 23 augustus en ‘Voor velen is de crisis niet heldere standpunten op basis van eigen waar- voorbij’ in NRC Handelsblad op 13 september. den. Maar het regeerakkoord van het kabinet- Het waren in zekere zin aanlopen voor de Rutte II is een ‘handelsakkoord dat bestaat uit ­Algemene Beschouwingen van september, een veelvoud van ruiltransacties zonder crea- maar ze kunnen, moeten, natuurlijk ook gele- tieve compromissen’. En omdat er na de twee zen worden als antwoord op Duivesteijn en verkiezingsnederlagen die volgden op dat andere critici die vinden dat de PvdA het op de regeerakkoord amper zelfanalyse kwam, moet een of andere manier anders moet doen. niemand verbaasd zijn dat kiezers zich mas- In de Volkskrant betrekt Samsom de stelling saal van de PvdA afwenden, stelt Duivesteijn. dat de beperkte vooruitgang in Nederland Als de PvdA ook in de toekomst nog wat wil kwetsbaar is door internationale spanningen, voorstellen, moet zij een ‘veranderingspartij’ en dat er daarom meer inspanning nodig is zijn die tegendraadsheid en tegendruk organi- om de eigen maatschappij robuuster te ma- seert. Maar dat kan alleen wanneer de ideologi- ken. Meer werk maken van integratie, de sche kracht sterk is ontwikkeld. Duivesteijn rechtsstaat, defensie en Europese defensie­ zoekt daarvoor aansluiting bij het WBS-project samenwerking, de innovatieve maakindus- Van waarde, maar wijst ook op de aanstaande trie, familiebedrijven, techniekonderwijs, het transities in het sociale domein als een sfeer mkb, duurzame energie en het bestrijden van bij uitstek waar sociaal-democraten van zich discriminatie zijn de terreinen die Samsom zouden moeten laten horen met creatieve op- daar concreet voor noemt.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 6 Menno Hurenkamp Rode wangen

Een paar weken later doet Samsom in NRC relatieve uniformiteit onder de media nog Handelsblad iets wat politici niet vaak doen. eens onderstreept door de kop dat Samsom Hij constateert dat de regering misschien meer ‘rood op de wangen’ wil, die eerst in de soms wat te snel is gegaan met het doorvoeren Volkskrant stond en daarna ook in NRC Handels- van veranderingen. Er moet behoedzamer blad. Dat vervolgens van de SP omgesprongen worden met de mensen die nu blunderde tijdens de Algemene Beschouwin- in kwetsbare posities zitten of die daar door gen kon dan ook wel eens een dankbaar aan- de komende wijzigingen in zorg en welzijn in knopingspunt blijken om de ‘horse race’ tus- terechtkomen. Naast de al in het Volkskrant- sen Samsom en Roemer weer leven in te stuk genoemde punten markeert hij nu ook blazen, een mediaveldslag die de SP-leider werkgelegenheid als een cruciaal thema voor inmiddels bijna niet meer kan winnen. de komende tijd. De twee stukken kunnen Een andere, inhoudelijke overeenkomst onmogelijk anders gelezen worden dan als tussen Duivesteijn en Samsom is dat ze beiden een signaal dat Samsom misschien in het ver- de nadruk nogal op het sociale leggen. Onder- leden niet, maar in de nabije toekomst wel linge zorg, binding en solidariteit wegen zo op meer afstand tot het kabinet wil houden. het oog zwaarder dan kritiek op kapitalisme Het is verleidelijk naar de verschillen tus- of democratie. Vormgeving van de lokale ver- sen de twee bijdragen te kijken, maar de over- zorgingsstaat gaat voor het disciplineren van eenkomsten zijn minstens zo interessant. Als eerste overeenkomst moet opgemerkt wor- den dat zowel het essay van Duivesteijn als de opiniebijdragen van Samsom amper opge- Na een jaar of wat PvdA- merkt werden. Voor de zomer constateerde Ruud Koole in dit blad dat het tijd was voor bashen wil men nu weer een debat over de koers in de PvdA, dat er een eens wat anders langetermijnboodschap gericht op werkgele- genheid en sociaal beleid moest komen. An- ders zou de PvdA in problemen raken. Dat dit debat niet echt gevoerd werd, zag Koole als de bankiers, werkgelegenheid en industriële een veeg teken. Het kabbelt in de PvdA, waar hervorming gaan voor het realiseren van zeg- de basis op grotere afstand dan ooit van de genschap — al maakt Duivesteijn wel wat werk Haagse besluitvorming staat. Dat leidde tot van zijn ideeën over hervorming van de soci- chocoladeletters in NRC Handelsblad en vervol- ale huursector en komt Samsom herhaaldelijk gens tot allerhande televisieopwinding. Ex- op de noodzaak van duurzaamheid terug. Dus partijvoorzitter trekt aan bel! Crisis! Het con- voorbij de opendeurachtige constatering dat trast met de paar tweetjes in reactie op het de vanouds oppositionele Duivesteijn kiest vervolg van dat debat door Duivesteijn en voor confrontatie en fractievoorzitter Samsom Samsom is indringend. kiest voor verantwoordelijkheid, moet je toch Naar de verklaring kunnen we eeuwig gis- vooral constateren dat de leus ‘sterker en soci- sen. Kuddegedrag van de media speelt allicht aler’ nog altijd onbetwist is. mee: na een jaartje of wat PvdA-‘bashen’ wil Het is dan ook de vraag of Volkskrant-com- men nu weer eens wat anders. De bijdragen mentator Martin Sommer wel de goede tegen- van Duivesteijn en Samsom worden daarom stelling opriep toen hij in zijn bijdrage van welwillend aangehoord, maar zonder een ‘ru- 14 september constateerde dat de PvdA kan zie & rampen-frame’ is het lastig om er in ex- kiezen tussen links getuigen en rechts rege- tenso over te berichten. Onwillekeurig werd ren aan de ene kant en erkennen dat PvdA een zowel de toenemende welwillendheid als de rechtse sociaal-democratische partij is aan de

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 Menno Hurenkamp Rode wangen 7

andere kant, tussen een ‘verscheurd’ en een operaties zonder van tevoren te markeren ‘heel’ profiel. Telkens weer oplaaiend gekibbel waar de eigen verdiensten zitten. Allicht dat over iets extra’s voor zielige mensen jaagt de dit deels komt door het vertrekpunt van dit kiezers weg, stelde Sommer. De keus is Pronk kabinet: een economische crisis gecombi- of Drees, en Sommer zegt: wees wijs, volg neerd met een wel heel ingewikkelde verkie- Drees. Maar met de ambitie een ‘tamelijk zingsuitslag. Bovendien zijn ingrepen als in de rechtse sociaal-democratisch bestuurders­ gezondheidszorg, de studiefinanciering, zorg partij’ te zijn is nog nooit een verkiezing ge- en welzijn, maar ook in het buitenlandse be- wonnen. Sterker, in de peilingen haalt ‘rechts’ leid, veelal ingezet door andere kabinetten, op dit moment al grotere meerderheden dan soms met, soms zonder PvdA. Die continuïteit ooit: moet daar nóg een rechtse partij bij? is onvermijdelijk in een druk politiek land- Waar Sommer aan voorbij lijkt te gaan is dat schap als het Nederlandse. Maar onder die interne meningsverschillen geen politieke omstandigheden legitimiteit behouden spelletjes hoeven te zijn, maar ook het uitdie- vraagt om scherpe markeringspunten, die pen van idealen kunnen betekenen; boven- niet alleen in de media maar ook onder moge- dien dat wanneer een middenpartij geen lijke kiezers en onder de actieve achterban vleugels meer heeft hoogvliegen lastiger gezien worden als politiek eigendom. Juist als wordt. het cruciale hervormingen heten, of het nu Daarom heeft het geen zin de verschillen om werk of wonen gaat, moet de trots daarop tussen Duivesteijn en Samsom helemaal weg ondubbelzinnig kunnen zijn. te poetsen. Uiteindelijk vindt de eerste dat de Dat betekent niet dat de potentiële achter- PvdA meer van zich moet doen spreken met ban buiten schot moet blijven, dat er geen een eigen agenda en vindt de tweede dat het geld weg mag bij lagere of middeninkomens bereiken van meer zekerheid aan de keuken­ of dat er geen inspanning gevraagd mag wor- tafel en meer werk regeringsdeelname vol- den van gebruikers van sociale voorzieningen. doende legitimeren. Maar Duivesteijn zal zijn Het betekent wel dat wat er aan offers ge- punt vermoedelijk min of meer bevestigd zien vraagd wordt in een sleutel van solidariteit door het feit dat Samsom tijdens de Algemene staat; dat niet de inmiddels traditionele zelf- Beschouwingen wel stevig inzette op werkge- kastijding over overheidsuitgaven de toon zet legenheid, maar dat nog niet uitgesproken maar wel het zelfvertrouwen over moderne helder is hoe de werkloosheid sneller zal dalen herverdeling. Om die toonsoort te vinden is — of dat door bemoeienis van de politiek zal goed besturen niet genoeg, want wanneer de komen of toch vooral door de economische economische crisis voorbij is, is de sociale cri- groei. Wat precies van de plannen voor de in- sis nog niet voorbij. De VVD schonk Nederland vesteringsbank of de herziening van het belas- een inzicht als: ‘Ontwikkelingssamenwerking tingstelsel terechtkomt staat nog te bezien. is geen hulp maar handel’. Een weerwoord zou De beperkte prestaties van de PvdA in de moeten zijn dat de verzorgingsstaat geen luxe peilingen hebben waarschijnlijk dan ook min- is maar beschaving en dat werk geen plicht is der te maken met de aandrift van buiten- maar een recht. Duivesteijn weet dat, Samsom boord-PvdA’ers om getuigenispolitiek te be- weet dat, de PvdA weet dat — als dat geen rode drijven en meer met het aangaan van grote wangen oplevert…

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 8

Laat de regio het werk doen

Het kabinet bestrijdt de werkloosheid met taskforces, banenplannen en actieplannen voor jong en oud — en met plannen voor het verlagen van de belasting op arbeid. Vergeten wordt dat ook de regio’s en lokale overheden een veel grotere rol kunnen spelen bij het creëren van werkgelegenheid.

ARJEN EDZES & JOUKE VAN DIJK

Respectievelijk senior-onderzoeker en hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse bij de vakgroep Economische Geografie van de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Jouke van Dijk is ook voorzitter van de directie van de Waddenacademie.

Afgelopen juni stonden 657.000 Nederlanders terug, terwijl zelfs mensen zonder afstand tot als werkloos geregistreerd. Gemeenten halen de arbeidsmarkt momenteel heel lastig werk alle beproefde aanpakken uit de kast om men- vinden. sen maar aan het werk te krijgen — van werk- Het gebrek aan greep op het functioneren geversservicepunten tot samenwerking, inte- van de arbeidsmarkt is des te pijnlijker omdat graal beleid en handhaving. Menig wethouder vanuit andere invalshoeken volop wordt be- zal het ervaren als dweilen met de kraan open. toogd dat de arbeidsmarkt in de eenentwintig- En terecht. Zonder invloed op de regionale ste eeuw fundamenteel van karakter is veran- economie en de vele autonome processen op derd, we ons zorgen moeten maken over ons de arbeidsmarkt is participatiebeleid als het verdienvermogen en het de vraag is of volle- voeren van een gevecht met twee handen op dige werkgelegenheid nog wel aan de orde is.2 de rug. Zolang er geen banen bijkomen is het Moeten we het concept van baanzekerheid een ‘zero-sum game’: als je de ene persoon aan verruilen voor dat van werkzekerheid en moe- het werk helpt, kan die baan niet meer door ten we ons richten op ‘well-being’ in plaats van een ander vervuld worden. op economische groei? Recente publicaties Het kabinetsbeleid is voor gemeenten niet van de OESO wijzen in die richting.3 altijd een steun in de rug. Door bezuinigin- Dat het arbeidsmarktklimaat verandert is gen van de overheid verdwijnen er tiendui- onder meer in Naar een lerende economie van zenden banen in de zorg en het openbaar de WRR fraai verwoord. De WRR schetst daar- bestuur.1 En staatssecretaris Klijnsma pro- bij drie opgaven die een strategie gericht op beert voor arbeidsgehandicapten plek te ma- het verdienvermogen van de Nederlandse ken op de reguliere arbeidsmarkt, al dan niet (regionale) economie nodig maakt: met de inzet van loonkostensubsidies ter compensatie van hun tekort aan arbeidspro- ▶ de productiviteitsopgave: in een context ductiviteit, maar brengt tegelijkertijd het van schaarsere productiefactoren, waaron- aantal beschutte werkplekken in aantal flink der een krimpende beroepsbevolking, is de

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 Arjen Edzes & Jouke van Dijk Laat de regio het werk doen 9

belangrijkste opgave hoe we meer kunnen keuze voor een mbo 2- 0f mbo 3-opleiding voor produceren met minder mensen; deze leerlingen vaak al ingegeven door het feit ▶ de internationale verwevenheid van econo- dat mbo 4 te hoog gegrepen is. Aanpassing mieën: landen, regio’s en bedrijven worden van arbeidsorganisaties (taaksplitsing) biedt door de gefragmenteerde wijze van pro- mogelijkheden, maar vereist een cultuurom- ductie steeds meer onderling afhankelijk slag bij werkgevers. en kwetsbaar voor invloeden van buitenaf. In een globaliserende economie concurre- De (stads)regio doet ertoe ren niet alleen landen, maar eerder bedrij- ven en regio’s met elkaar; Regio’s verschillen in de mate waarin ze gespe- ▶ het snelle en veelvormige karakter van in- cialiseerd zijn in bepaalde sectoren, de mate novatieprocessen: deze grijpen weliswaar van economische diversificatie, de omvang en diep in de economie en samenleving in, structuur van werkgelegenheid en werkloos- maar de beïnvloeding en aanjaagfunctie heid en de mate waarin de beroepsbevolking ervan zijn complex.4 krimpt en vergrijst. Het maakt voor een iemand die werk zoekt nogal uit of hij in Oost-Gronin- Voor de arbeidsmarkt betekenen deze opga- gen of Zuidoost-Limburg woont, of in de Rand- ven in de eerste plaats dat aanpassingsproces- sen in de economie sneller gaan, wat leidt tot een verdere flexibilisering van arbeidsrelaties. Zie de toename van het aantal zzp’ers en van Veel banen op mbo 2- flexwerk en de Nederlandse cultuur van part- time werken.5 In de tweede plaats volgt hier- en mbo 3-niveau zullen uit de noodzaak tot kennisintensivering en verdwijnen een snelle en continue verandering van de vaardigheden (‘skills’) die werkenden nodig hebben, wat noodzaakt tot een leven lang ­leren maar ook tot het aanleren van zoge- stad. Omdat Nederlanders nu eenmaal niet zo naamde ‘21st-century skills’. Het gaat hierbij ‘footloose’ zijn dat ze over grote afstanden werk bijvoorbeeld om ()vaardigheden zoals zoeken en zich verplaatsen, zijn deze regionale ICT-geletterdheid, probleemoplossend verschillen behoorlijk bestendig in tijd. ­vermogen en kritisch denken, om sociale com- De Nederlandse beleidsoriëntatie op regio’s petenties zoals het vermogen om te kunnen is de afgelopen decennia verschoven van een samenwerken en te communiceren en om aanpak gericht op een rechtvaardige verdeling meta-cognitieve vaardigheden, zoals het kun- van kansen en uitgangsposities, naar de bij- nen reflecteren en het eigen gedrag kunnen drage van regio’s en vooral sectoren aan de sturen.6 De verandering van de werkgelegen- Nederlandse economie. In termen van econo- heids- en beroepenstructuur leidt onder mische groei en werkgelegenheidsgroei zijn ­andere tot het verdwijnen van banen op mbo we geneigd alle kaarten te zetten op de econo- 2- en mbo 3-niveau, met verdringing van de mische motor van de Randstad en een klein laagstopgeleiden op de arbeidsmarkt tot ge- beetje op de Brainport Eindhoven, vanwege volg. Eenvoudige oplossingen voor deze pola- het innovatiepotentieel en de agglomeratie- riserende arbeidsmarkt zijn er niet. Inzetten effecten die grootstedelijke regio’s voor de op verdere scholing voor lager opgeleiden nationale economie met zich meebrengen.7 ligt voor de hand, maar biedt in een ruime Het is inderdaad ontegenzeggelijk zo dat arbeidsmarkt niet zonder meer kans op succes in de Randstad-regio qua niveau de meeste vanwege verdringingseffecten. Daarnaast is de goederen en diensten worden geproduceerd.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 10 Arjen Edzes & Jouke van Dijk Laat de regio het werk doen

Daar staat tegenover dat de economische Deze polycentrische stedelijke structuur is groei — en dan vooral de groei in arbeidspro- ook voor de arbeidsmarkt van belang van- ductiviteit, een belangrijke bron voor wel- wege de baandichtheid en potentie voor vaartsgroei — zich niet in de Randstad con- ­regionaal-economische en werkgelegenheids- centreert, maar in de ring eromheen.8 De groei. Maar tegelijkertijd zorgen deze pro­ agglomeratie-effecten van de Randstad zijn cessen van urbanisatie en economische juist minder dan men zou verwachten op ­concentratie in de regio ook voor grote ver- basis van economische groei en productivi- schillen binnen en tussen regio’s. Deze verkla- teitsgroei in vergelijkbare agglomeraties in ren een deel van het krimp- en vergrijzings- het buitenland. 9 Deze trend is al twintig jaar vraagstuk in regio’s: jongeren trekken op zichtbaar en blijkt ook uit het feit dat de regi- zoek naar economische perspectieven naar de onale verschillen in werkloosheid tussen regionale steden met een hbo-opleiding of landsdelen sinds 1992 sterk zijn afgenomen, met name voor het noorden. Opvallend is ook dat de werkloosheid in het westen van het land hoger is dan het landelijk gemid- Onze arbeidsmarkt is delde en dat het zuiden en oosten daaronder grotendeels regionaal zitten.10 In plaats van tussen landsdelen zijn de gro- te werkloosheidsverschillen nu te vinden bin- nen landsdelen; werkloosheid concentreert universiteit — en niet allemaal naar de grote zich in gemeenten langs de grens, in het Wad- steden in het westen, zoals wel eens wordt dengebied en in bepaalde wijken in de grotere gedacht — waarmee het aandeel ouderen en steden. kwetsbaren in de perifere gebieden groter Het bijzondere van Nederland — geografisch wordt. klein, grote bevolkingsdichtheid — is in vergelij- Ze verklaren daarmee ook gemeentelijke king met de landen om ons heen de polycentri- verschillen in bijstands- en zorgafhankelijk-

sche stedelijke structuur. In een recente beoor- heid vanwege gebrekkige mobiliteit (smoge- deling toonde de OESO aan dat deze polycentri- lijkheden) van de achterblijvers. Tot slot is van sche stedelijke structuur juist de kracht is van belang dat migratie- en mobiliteitspatronen,­ Nederland vanwege de relatief gelijke bijdrage zeker voor lager en middelbaar opgeleiden, van alle regio’s aan de totale economische vooral binnen de regio plaatsvinden. Zelfs groei. De OESO onderscheidt daarvoor 35 ‘func- voor hoger opgeleiden geldt dat universitei- tionele stedelijke gebieden’ (FSG), met een ste- ten en hogescholen vooral opleiden voor de delijke kern en een regionaal verzorgingsge- regionale arbeidsmarkt, behoudens studies bied op basis van pendelstromen, die tezamen als economie en bedrijfskunde waarvan de 74 % van de Nederlandse bevolking omvatten. studenten richting de Randstad trekken om Elke Nederlandse provincie kent een of meer daar hun geluk te beproeven.12 De arbeids- functionele stedelijke gebieden. markt is dus voor het overgrote deel van de De OESO benadrukt het relatieve belang beroepsbevolking regionaal. van alle functionele stedelijke gebieden voor Er is kortom alle reden om beleidsmatig de regio en voor de nationale economie in niet alle kaarten op de Randstad te zetten en plaats van het grootstedelijke belang van de ook aandacht te hebben voor de potentie van Randstad voor de Nederlandse economie: de (stads)regio. Binnen de regio zijn de steden ‘Small and medium-size cities play an equally zowel de economische dragers als de belang- important role for their respective provinces rijkste katalysatoren voor ruimtelijke uitsorte- as do the larger cities in the .’11 ringsprocessen die zorgdragen voor grote

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 Arjen Edzes & Jouke van Dijk Laat de regio het werk doen 11

verschillen binnen de regio wat betreft bevol- niet verschillend uitwerkt, want dat is wel kingsontwikkeling, werkloosheid en inactivi- degelijk het geval. teit. Deze processen veranderen de regionaal- Regionale werkloosheidsverschillen wor- economische geografie in een rap tempo. den deels bepaald door landelijke priorite- Bijna driekwart van de bevolkingsgroei tussen ring in keuzes van te ondersteunen sectoren. 2009 en 2013 vond plaats in de dertig honder- Regio’s die toevallig over bevoorrechte secto- duizendplus-gemeenten.13 ren beschikken zijn beter af dan zij die het met minder van die sectoren moeten doen. Halfslachtig beleid Maar bijvoorbeeld ook de in het kader van de Participatiewet voorgestelde landelijke quo- Het kabinet zet daar een halfslachtig beleid tumregeling voor arbeidsgehandicapten leidt tegenover. Aan de ene kant is er het economi- door een verschil in regionale spreiding van sche topsectorenbeleid dat in gang is gezet (grotere) bedrijven en sectoren tot aanzien- door Rutte I en dat door dit kabinet wordt lijke regionale verschillen in plaatsingsmoge- voortgezet. Dit beleid is plaatsneutraal en lijkheden voor kwetsbaren op de arbeids- kent nauwelijks een regionale uitwerking — markt.14 Met name voor de gemeenten buiten het is vooral een nieuw soort industriebeleid. de functionele stedelijke gebieden levert de De indruk dringt zich op dat men hiermee de invoering van de quotumregeling onvoldoen- vorige oorlog probeert te winnen, aangezien de banen op, zelfs als alle bedrijven voor 100 % onze economie tegenwoordig voor meer dan meewerken. driekwart bestaat uit diensten. Aan de andere De decentrale uitvoering van de Participa- kant zijn er de drie grote decentralisaties in tiewet, de Wmo en de Jeugdzorg, beargumen- het sociale domein, die zeker voor wat betreft teerd vanwege het feit dat gemeenten zo goed de Participatiewet te ver doorgeschoten zijn kunnen inspelen op de lokale omstandighe- naar gemeentelijke bestuurslagen, die geen den en behoeften, is hoofdzakelijk gericht op antwoord hebben op autonome processen die operationele efficiëntie, de uitvoering. Als er al zich grotendeels aan hun invloedssfeer ont- samenwerking tussen gemeenten plaatsvindt, trekken. Daarbij zijn ook nog eens de regie en dan dient deze hooguit de coördinatie op deze verantwoordelijkheid bij verschillende over- uitvoering en de stroomlijning van de dienst- heidslagen en -instanties belegd, wat tot aller- verlening. Vanuit het perspectief van gemeen- lei coördinatievraagstukken leidt: sociale za- ten is dat niet vreemd omdat zij op dat schaal- ken bij gemeenten, economische zaken bij de niveau de instrumenten ontberen om de provincie en onderwijs bij autonoom wer- regionale economie te beïnvloeden, de ar- kende ROC’s, hogescholen en universiteiten. beidsmarkt fundamenteel te veranderen of Een coherentie visie ontbreekt. En ieder voor werkgelegenheid te creëren.15 zich heeft onvoldoende mogelijkheden om de Voor het extra beroep op bijstand dat ont- potenties te verzilveren en regionaal-econo- staat als gevolg van het nationale plaatsneu- mische groei te realiseren. trale beleid, worden gemeenten in principe Het huidige economische, onderwijs- en via financiële verdeelmodellen gecompen- sociale-zekerheidsbeleid kunnen gekarakteri- seerd, hoewel niet altijd toereikend zoals ge- seerd worden als uniform en plaatsneutraal. meenten in bijvoorbeeld Oost-Groningen bij Het maakt voor het beleid in essentie niet uit herhaling hebben aangegeven. Compensatie of een werkzoekende in Groningen woont of en meer operationele efficiëntie is wat rest in Maastricht voor zijn rechten en aanspraken wanneer de (inter)nationaal-economische op regelingen. De werkloosheids- en bijstands- ontwikkeling en het landelijk topsectorenbe- uitkeringen zijn overal even hoog. Dat bete- leid zijn uitgewerkt en er geen nieuwe banen kent overigens niet dat het beleid regionaal worden gecreëerd.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 12 Arjen Edzes & Jouke van Dijk Laat de regio het werk doen

Weerbaarheid en aanpassingsvermogen werkloosheid, faillissement of andere econo- mische tegenslagen. Hoe moet het dan wel? Zoals gezegd zijn de 35 Regionale innovatie en het verdienvermo- over het hele land verspreide (stads)regio’s (de gen en de weerbaarheid van regio’s zijn ge- functionele stedelijke gebieden) van groot baat bij intersectorale verbindingen en een belang voor de regionale arbeidsmarkt. Het is verbinding met de kennis en kunde van de zaak de regie over de economische ontwikke- regionale beroepsbevolking en het sociale lingen te verschuiven naar een lager ruimte- kapitaal in de regio.19 Uitgaan van de kracht lijk-schaalniveau.16 Voor regio’s geldt dat eco- van de regio en het benutten van de aanwezige nomische diversificatie de mogelijkheid potenties betekent onder meer uitgaan van de vergroot om te reageren op economische te- historische verworvenheden, de padafhanke- genwind. Niet te veel, want dat verkleint de lijke sociaaleconomische infrastructuur en de efficiëntie van schaalvoordelen en innovatie- fysieke en geografische ligging (havens, Schip- voordelen die gepaard gaan met specialisatie. Gerelateerde variëteit dus.17 Een hoofdken- merk van een gerelateerde variëteit is het be- staan van een gezamenlijke (regionale) ken- Het is een mythe dat de nisbasis. In feite de optelsom van kennis en vaardigheden van de in de regio aanwezige Randstad de motor van beroepsbevolking die door de belangrijkste de nationale economie is sectoren in de regionale economie worden gebruikt. De gerelateerde variëteit bevordert kruisbestuiving van vaardigheden, kennis, ideeën en activiteiten, leidend tot innovatie. hol, aardgas).20 Zo kan een regio als Drenthe De EU vertaalt deze notie in een opgave voor zich beter richten op het verlenen van dien- regio’s om slim te specialiseren in activiteiten sten aan de zogenaamde zilveren economie die passen bij de regio en de mensen die er (vanwege de koopkrachtige ouderen en ver- wonen en werken.18 Bijvoorbeeld door secto- grijsde arbeidsmarkt) in plaats van te investe- ren en bedrijven te stimuleren en aan te trek- ren in hoogwaardige kennisarbeid waarvoor ken die ‘skill-gerelateerd’ zijn, dat wil zeggen nauwelijks aanbod aanwezig is.21 Door de cen- dat ze passen bij de skills die de werknemers trale ligging in Europa liggen voor Limburg in de regio hebben. de kansen in een functionele driehoek met Voor regio’s ligt dus de opgave een kennis- België en Duitsland. basis te realiseren die is toegesneden op de De economische structuur evolueert en kenmerken van de economische structuur. wordt niet van de ene op de andere dag gecre- Dat klinkt abstract, maar het betekent eenvou- ëerd. Met het oog op de Europese subsidierege- dig dat het geheel aan kennis en vaardigheden lingen bereiden Nederlandse regio’s (in het van de beroepsbevolking moet matchen met bijzonder samenwerkende provincies) zich datgene wat door het bedrijfsleven wordt ge- momenteel via de zogenoemde RIS3-agenda vraagd. De kennis en kunde van de lokale be- (Regional Innovation Strategy for Smart Specia- roepsbevolking moet mee kunnen bewegen lisation) voor op de periode tot 2020. Ze zijn — moet mobiel zijn — met economische veran- gericht op de voornaamste regionale speer- deringen die in de regio plaatsvinden. En dat puntsectoren (zoals ‘healthy ageing’, ‘bio-based vereist weer dat algemene en werkgerelateer- economy’, ‘high tech systems and materials’) de vaardigheden in voldoende mate aanwezig en de versterking van innovatie en cross-overs moeten zijn zodat mensen van bedrijf, bran- in bedrijvigheid. Ieder landsdeel heeft zijn ei- che of sector kunnen wisselen in geval van gen programma opgesteld.22 Deze RIS3-agen-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 Arjen Edzes & Jouke van Dijk Laat de regio het werk doen 13

da’s hebben wel oog voor innovatie en het daar- In de tweede plaats is een regionaal transitie- voor benodigde ‘menselijk kapitaal’, maar beleid nodig dat gericht is op slim specialiseren richten zich vooral op hoger opgeleiden en niet in de regionale economie en investeren in het primair op de doelgroep waar gemeenten voor onderwijs — conform de uitgangspunten van staan. Daardoor ontbreken de verbindingen het RIS3-programma — en het faciliteren van tussen het versterken van de regionale econo- overgangen: het stimuleren van arbeidsmobili- mie en het creëren van banen voor de doelgroe- teit, levenslang leren, combinaties van ‘werk- pen van het participatiebeleid.23 onderwijs-zorg’-constructies. Dit vereist wel dat gemeenten het beleid intern veel beter moeten Regionaal werkgelegenheidsbeleid afstemmen tussen verschillende beleidsterrei- nen, beter met andere gemeenten moeten Voor werkgelegenheidsvraagstukken op lokaal ­samenwerken en ook met andere belangheb- niveau op de korte termijn bieden de RIS3-plan- benden zoals sociale partners en onderwijs­ nen weinig soelaas. Gemeenten worden door instellingen. Hier valt nog veel te winnen. Op de de crisis en de bezuinigingen geconfronteerd middellange termijn moet dit leiden tot een met grote aantallen mensen die geen baan sterkere regionale economie, meer werk en een kunnen vinden en waarvan de financiële ri- veerkrachtigere arbeidsmarkt. sico’s bij de gemeenten komen te liggen. Door- In de derde plaats kan meer ingespeeld dat gemeenten zelf nauwelijks banen kunnen worden op de regionale en lokale omstandig- creëren, zijn ze voor financiële risicobeheer- heden als lokale overheden meer handelings- sing aangewezen op strenge handhaving, een bevoegdheden krijgen met de bijbehorende efficiënte stroomlijning van de uitvoering en middelen. Dat moet verder gaan dan alleen de samenwerking op regionaal niveau.24 uitvoering van het beleid te decentraliseren De kern van een regionale aanpak die wel van het Rijk naar gemeenten en daarbij de werkt, is in drie elementen te vatten. In de eer- gemeenten wel te laten opdraaien voor de ste plaats moet de nationale overheid de regio’s financiële risico’s, maar niet de instrumenten eindelijk eens echt serieus gaan nemen en moet te geven om zelf echt beleid te kunnen voe- zij af van het denken dat de Randstad de cruci- ren. Provincies en gemeenten zouden meer ale motor is van de nationale economie. De alge- eigen belastingeninkomsten kunnen genere- mene uitkeringen uit het gemeentefonds aan ren of de hoogte van uitkeringen kunnen de vier grote steden liggen 60 % tot 80 % hoger vaststellen. De OESO geeft aan dat vergeleken dan gemiddeld vanwege de hoge kosten in die met andere landen, lagere overheden in Ne- gemeenten. De nationale overheid heeft tiental- derland nauwelijks fiscale autonomie en ei- len jaren vele miljoenen besteed aan stadsver- gen belastinginkomsten hebben.26 Ook kun- nieuwing om de leefbaarheid in de steden te nen werkgevers, werknemers en overheden bevorderen, maar geeft niet thuis als er in afspraken maken over regionale loonafspra- krimpgebieden geïnvesteerd moet worden. De ken en bijvoorbeeld het verrichten van vrij- nationale overheid zou eindelijk moeten inzien willigerswerk door werklozen met behoud dat een gelijkere spreiding van economische van uitkering door deze in regionale cao’s activiteiten over het land efficiënter en beter vast te leggen. voor de nationale economie is. Zij zou zich ook Met andere woorden: laat elke regio op door die visie moeten laten leiden bij de inves- haar eigen wijze bijdragen aan de nationale teringsagenda. Niet voor niets stelt ook de WRR welvaart en op haar eigen wijze invulling ge- voor de regie over economische ontwikkelin- ven aan leefbaarheid en welzijn op een manier gen te verschuiven naar een lager, regionaal die past bij de inwoners, en geef haar daartoe niveau om de responsiviteit van de Nederlandse dan ook de bijbehorende bevoegdheden en economie te vergroten.25 middelen.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 14 Arjen Edzes & Jouke van Dijk Laat de regio het werk doen

Noten (2007), Een economisch moza- king. Voor een overzicht, zie: ïek: de PvdA en regionaal econo- Weterings, A. et al. (2013), De 1 UWV (2014), Landelijke arbeids- mische politiek, Amsterdam: veerkracht van regionale ar- marktprognose 2014: update Wiardi Beckman Stichting. beidsmarkten, Den Haag: PBL. februari 2014, Amsterdam. 8 Broersma, L. en J. van Dijk 18 Zie bijvoorbeeld: http: / / ec. 2 Wetenschappelijke Raad voor (2008), ‘The effects of congesti- europa.eu / regional_poli- het Regeringsbeleid (WRR) on and agglomeration on cy / sources / docgener / infor- (2013), De lerende economie, mfp-growth in Dutch regions’, mat / 2014 / smart_specialisa- Den Haag: WRR; Brynjolfsson, Journal of Economic Geography, tion_en.pdf. E. & A. McAfee (2014), The Se- 8, 2, p.181-209. 19 McCann, P. & R. Ortega-Argilés cond Machine Age: Work, pro- doi:10.1093 / jeg / lbm041.; OESO (2013), ‘Smart Specialization, gress and prosperity in a time of (2014), Territorial review Nether- Regional Growth and Applica- briliant technologies, Lon- lands, Parijs: OESO. tions to European Union Co- den / New York: W.W. Norton 9 OESO (2014). hesion Policy’, Regional Stu- and Company; Commissie 10 CBS WEB-Magazine, 13 maart dies, 84, 1-12 Melkert (2013), De bakens ver- 2013. 20 Neffke, F., M. Henning& R. zetten. De economie terug naar 11 OESO (2014), p. 85. Boschma (2011), ‘How do regi- de mensen. Investeren in werk 12 Venhorst, V. (2012), Smart ons diversify over time? Indus- en innovatie, Amsterdam, move? The spatial mobility of try relatedness and the deve- PvdA. higher education graduates, lopment of new growth paths 3 OESO (2013), How’s life? 2013: Groningen: RUG. in regions’, Economische Geo- Measuring well-being, Parijs: 13 CBS (2014), Bevolkingsgroei graphy, 87, 3, 237-265. OESO. concentreert zich in de 30 groot- 21 Dijk, van J., A.J.E. Edzes & M. 4 WRR (2013); Storper, M. (2013), ste gemeenten, webmagazine Hamersma (2013), ‘Groningen- Keys to the City: How economics, 23 april 2014. Drenthe: The labour force institutions, social interactions 14 Edzes, A.J.E., R. Rijnks & J. van challenge of activating and and politics affect regional deve- Dijk (2013), ‘Spatial implicati- skilling within a changing lopment, Princeton: Princeton ons of using firm level quota's demographic Environment’, University Press; OESO (2012), to employ low productive in: C. Martinez (ed.), Demo- Regional Outlook 2012, Parijs: workers’, in: Tijdschrift voor graphic Change in the Nether- OESO. Economische en Sociale Geogra- lands: Strategies for Resilient 5 Ministerie van Sociale Zaken fie, 104, 5, pp. 621-629. DOI: Labour Markets, Parijs: OESO. en Werkgelegenheid (2014), 10.1111 / tesg.12060. 22 Voor een kort overzicht waar- Monitor Arbeidsmarkt: april 15 Broersma, L., A.J.E. Edzes & onder de verbinding met het 2014, Den Haag. J. van Dijk (2011), ‘The effects of landelijke beleid, zie: Ministe- 6 Onderwijsraad (2014), Een municipal policy strategies on rie van Economische Zaken eigentijds curriculum, Den social assistance inflow and (2014), Partnerschapsovereen- Haag. Vgl. Van den Berge, W., R. outflow in the Netherlands, komst Nederland 2014-2020 Daas, A.B. Dijkstra, T. Ooms & 1999-2007’, Environment and EFRO, ESF, ELP en EFMV, Den B. ter Weel (2014), Investeren in Planning C: Government and Haag. skills en competenties: een voor- Policy, 29, pp. 709-727, DOI: 23 Inspectie voor Werk en Inko- studie voor programmering van 10.1068 / c1043. men (2013), Regierol gemeenten onderzoek en beleid, Den Haag: 16 Vgl. WRR (2013). bij regionaal arbeidsmarktbe- CPB / Universiteit van Amster- 17 Er bestaat ondertussen een leid, Den Haag. dam. hele onderzoeksliteratuur 24 Edzes, A.J.E. & J. van Dijk (2011), 7 Dat blijkt ook uit de begrips- met toepassingen voor Neder- ‘De storm nadert en het dak definitie die Becker et al. landse regio’s ten aanzien van lekt: bezuinigingen en invoe- (2007: 3) destijds maakten: een de gerelateerdheid van indus- ring WWNV bedreigen ons regio als aanduiding van ge- trieën in regio’s, de potentie sociale zekerheidsstelsel’, in: bieden op afstand van het voor innovatie en economi- S&D 2011 / 9-10, pp. 118-125. economische centrum in sche groei, de weerbaarheid 25 WRR (2013). West-Nederland, ofwel cen- tegen economische schokken 26 OESO (2014), p. 216. trum en periferie. Becker, F., D. en de verbindingen met de Bultje, M. Molema en P. Smeets skills van de beroepsbevol-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 15

Nieuw belastingstelsel moet voor meer banen zorgen

We kunnen nog veel meer herverdelen via belastingheffing dan we nu al doen, liet Flip de Kam in het vorige S&D-nummer zien. Meer herverdelen verdient aandacht, bevestigen Ed Groot en Henk Nijboer in een reactie, en meer banen creëren is ook belangrijk. Hun voorstel: verlaag de belasting op arbeid en verhoog de btw.

ED GROOT & HENK NIJBOER

Beiden Tweede Kamerlid voor de PvdA

In zijn artikel ‘Ongelijkheid: belastingen als ongeveer 50 % — als ons enorme pensioenver- breekijzer’, in het augustusnummer van S&D, mogen in de beschouwing wordt betrokken. koestert Flip de Kam zijn oude voorliefde om Wij delen en steunen in grote lijnen de ana- feiten van hypes te onderscheiden. Anders dan lyse van De Kam en de door hem aangedragen de populaire beeldvorming wil doen geloven voorstellen: beperk aftrekposten, verlaag het is in Nederland geen sprake van almaar gro- tarief waartegen deze mogen worden afgetrok- tere inkomensverschillen. Evenmin klopt de ken, hervorm de ondernemersbelastingen en gedachte dat na het uitbreken van de economi- de vermogensbelasting en maak de inkomsten- sche crisis in 2008 de inkomens versneld onge- belasting progressiever. Een behoorlijk­ deel lijker zijn geworden. Integendeel, stelt De Kam van die voorstellen wordt trouwens al uitge- op basis van onderzoek van Caminada: de in- voerd. Zo gaat het tarief waartegen de hypo- komensverdeling sinds 1990 laat een opval- theekrente mag worden afgetrokken gestaag lend stabiel beeld zien, en vanaf 2008 daalt de omlaag richting het niveau van de eerste schijf. ongelijkheid zelfs iets. Daarmee wijkt Neder- Ook is de aftrekbaarheid van pensioenpremies land af van andere OESO-landen. Die stabiliteit beperkt tot de inkomensgrens van € 100.000. is volgens De Kam in hoge mate te danken aan Een flinke bijdrage aan de herverdeling van de herverdeling via de belastingen en de soci- inkomens levert verder het afbouwen van de ale uitkeringen. Herverdeling werkt dus en het diverse heffingskortingen, waardoor mensen is in dit verband goed te memoreren dat de met hoge inkomens effectief meer belasting PvdA tweederde van de periode sinds 1990 gaan betalen. De algemene heffingskorting en regeringsverantwoordelijkheid­ droeg. arbeidskorting van iemand die € 100.000 ver- Een ander verhaal is de verdeling van dient (zonder eigen woning of auto van de ­vermogen. Zo’n 60 % van het vermogen is in zaak) lopen (bij elkaar opgeteld) terug van handen van 10 % van de huishoudens. Die ver- € 2551 aan het begin van deze kabinetsperiode deling wordt maar beperkt minder scheef — in 2013 naar € 1689 in 2017.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 16 Ed Groot & Henk Nijboer Nieuw belastingstelsel moet voor meer banen zorgen

Nieuwe stappen naar een eerlijker en een- Dezelfde studie van het CPB en ook de op- voudiger stelsel kunnen worden gezet bij de vatting van Financiën2 wijzen uit dat het lage komende belastinghervorming. Wij streven btw-tarief niet effectief is als instrument om daarbij niet alleen naar eerlijker delen, maar lage inkomens te ondersteunen. En als zich vooral ook naar meer werkgelegenheid en een dan toch ongewenste inkomenseffecten voor- lagere werkloosheid. Dat moet een belang- doen is het beter die te repareren via de uitke- rijke doelstelling van het fiscale stelsel zijn. ringen of de inkomstenbelasting. Afhankelijk van de vormgeving van het totale belasting- Belast consumptie en vervuiling meer pakket — compensatie van negatieve effecten en arbeid minder op lage inkomens — is verhoging van de indi- recte belastingen dus een verdedigbare optie Werkgelegenheid stimuleren kan door de vanuit sociaal-democratisch perspectief, zeker lasten op arbeid drastisch te verlagen en de als daarbij de eerste levensbehoeften (het opbrengsten uit andere belastingen te verho- ‘boodschappenmandje’) buiten schot blijven. gen, liefst via de weg van grondslagverbre- Een verschuiving van belasting op arbeid ding. De onevenwichtige belastingmix die we naar btw leidt tot meer werkgelegenheid. La- nu hebben krijgt ten onrechte weinig aan- gere lasten op arbeid verkleinen het verschil dacht in de voorstellen van De Kam. Dat is tussen de loonkosten van de werkgever en het temeer opvallend omdat uit internationale nettoloon van de werknemer, de zogenoemde vergelijkingen blijkt dat in Nederland arbeid ‘wig’. Hierdoor houdt de werknemer meer over zwaar wordt belast terwijl consumptie en in zijn portemonnee en wordt werken aantrek- kapitaal — mede door allerlei vrijstellingen kelijker. Verschuiving van die lasten naar de — relatief minder bijdragen aan de belasting- btw is geen reden tot zorg. Dat komt mede opbrengst. In de recente brief van het kabinet over de toekomst van het fiscale stelsel wordt een achttal richtingen geschetst waaruit de la- De Kams bewering dat gere belasting op arbeid kan worden gefinan- de btw een sterk degressieve cierd. Zo kunnen de opbrengsten uit de btw worden verhoogd door te schrappen in het belasting is, klopt niet grote aantal vrijstellingen en in het aantal goederen en diensten dat valt onder het lage tarief. Wij delen niet de mening van De Kam dat de btw een sterk degressieve belasting door de bredere grondslag van de btw (daar zou zijn. Dat blijkt ook uit onlangs gepubli- betaalt immers iedereen aan mee, niet alleen ceerd onderzoek van het CPB.1 Juist de hogere werknemers) en door het feit dat btw wel inkomens besteden een groter deel van hun drukt op de import maar niet op de export. inkomen aan bijvoorbeeld restaurants en Vergroening van het belastingstelsel is een concerten. De Kam komt tot zijn conclusie andere manier om meer indirecte belastingen vanuit de notie dat mensen met hoge inko- op te halen. Hier ligt een uitdaging omdat Ne- mens veel sparen en een kleiner deel van hun derland in vergelijking met andere landen al inkomen consumeren. Daarom betalen zij als behoorlijk wat milieubelastingen telt. De vlieg- percentage van hun inkomen minder btw belasting heeft Nederland met de neus op het dan lage inkomens. Maar vroeger of later ko- feit gedrukt dat we een klein land zijn dat ge- men veel van die besparingen natuurlijk toch voelig is voor prijsverschillen met het buiten- tot besteding en wordt alsnog btw afgedra- land. Dat neemt niet weg dat we goed moeten gen. onderzoeken hoe we langs fiscale weg tot zui-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 Ed Groot & Henk Nijboer Nieuw belastingstelsel moet voor meer banen zorgen 17

niger gebruik van energie en grondstoffen ingehouden winst en maakt met name het kunnen komen. Hoe dan ook moet de jaren- midden- en kleinbedrijf minder afhankelijk lange oversubsidiëring van sommige als groen van bankkrediet. bekend staande auto’s worden gekeerd. In Een deel van de bedrijven betaalt vaak nau- 2007 brachten de inkomsten uit bpm, de aan- welijks belasting. Door vernuftig gebruik te schafbelasting op nieuwe auto’s, nog € 3,6 mrd maken van verschillen in fiscale wetgeving tus- op, in 2013 was dat nog slechts € 1,1 mrd. In de sen landen minimaliseren zij hun effectieve fiscale behandeling van auto’s is te veel belas- belastingdruk. Kapitaal vliegt met één druk op tinggeld verspild aan Mitsubishi Outlanders de knop de oceaan over. Dat leidt tot een ware en andere PC Hoofttractorachtige voertuigen. ‘race naar de bodem’, waarin landen elkaar pro- beren af te troeven met steeds lagere­ belastin- Eerlijke belastingdruk voor bedrijven gen. Dat is winst voor aandeelhouders en men- sen met een flinke bankrekening, maar een Bijzondere aandacht verdienen verder de on- hard gelag voor veel werknemers,­ die met een dernemersbelastingen. Flip de Kam behoort tot steeds groter deel van hun loon de teruglopen- de selecte groep fiscalisten die al in een vroeg de belastinginkomsten op peil moeten houden. stadium heeft gesignaleerd dat box 2 aan alle Concrete, Europees gecoördineerde actie is kanten rammelt: van evenwicht ten opzichte noodzakelijk. Door harmonisatie van grond- van werknemers is geen sprake en de mogelijk- slag en tarief van de winstbelasting, informa- heden van ontwijking en fraude zijn legio. De tie-uitwisseling, strengere eisen aan brieven- commissie-Van Dijkhuizen zegt het wat diplo- busmaatschappijen en het nalopen van onze matieker maar het komt op hetzelfde neer: de belastingverdragen met ontwikkelingslan- ondernemersbelastingen bevinden zich in de den. Nederland heeft alles in huis om de slag ‘fiscale luwte’. Wij zien het liefst een onderne- te winnen op échte concurrentievoordelen. De mersbelasting naar Scandinavisch model zoals race naar de bodem die nu gaande is kent al- ook bepleit door CPB-fiscalist Sybren Cnossen. leen verliezers. In het kort komt dit erop neer dat het normale Wij vinden verder dat de mkb-winstvrijstel- rendement op kapitaal tegen een relatief laag ling en de zelfstandigenaftrek te weinig op tarief wordt belast (waarbij het tarief in box 3 groei en werk zijn gericht. Deze en andere on- richtinggevend is) maar dat overwinsten3 op dernemersfaciliteiten moeten prikkels gaan dezelfde manier worden belast als inkomen uit bevatten om mensen in dienst te nemen, op- arbeid, dus tegen maximaal 52 %. dat kleine bedrijven kunnen groeien, niet al- Terecht stelt De Kam aan de kaak dat bv’s leen financieel maar ook met het oog op het veel te ruime mogelijkheden hebben om win- aantal werknemers. Meer in het algemeen is sten eindeloos op te potten en dat in de praktijk de uitstoot van werknemers in loondienst van belastinguitstel vaak -afstel komt. Vetge- naar schijnzelfstandigheid een urgent pro- meste bv’s kunnen te gemakkelijk worden bleem en we zijn blij dat het kabinet nog dit ­verkast naar het buitenland dan wel fiscaal jaar met een samenhangend pakket maatrege- vriendelijk overgeheveld naar de volgende len komt om dit aan te pakken. ­generatie, die het spel van belastinguitstel ver- volgens kan voortzetten. De huidige faciliteiten Winst op vermogen weer echt belasten kunnen beter worden ingezet om het aanne- men van personeel aantrekkelijker te maken. Ten slotte de vermogensbelasting. Wij consta- Ook de aftrekbaarheid van rente op teren met genoegen dat inmiddels een brede vreemd vermogen ten opzichte van eigen ver- Kamermeerderheid vindt dat de huidige hef- mogen zou meer in balans kunnen worden fing in box 3 zijn langste tijd gehad heeft. In gebracht. Dat stimuleert investeringen uit box 3 wordt een rendement verondersteld van

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 18 Ed Groot & Henk Nijboer Nieuw belastingstelsel moet voor meer banen zorgen

4 % waarop 30 % belasting wordt geheven. Effec- worden ervaren door iedereen, maar vanzelf tief komt dat neer op 1,2 %. Voor kleinere spaar- ook herverdeling tot stand brengen: kleine ders die hooguit 2 % rente krijgen, is dat tarief spaarders gaan minder belasting betalen, ver- veel te hoog, zeker als ook de inflatie in aan- mogenden meer. merking wordt genomen. Voor mensen met Eerlijker, eenvoudiger en meer in het teken veel vermogen ligt dat anders. Wij denken dat van werk. Een stelsel met minder belasting op Flip de Kam gelijk heeft als hij zegt dat het wer- werk, een stelsel dat het aantrekkelijker kelijk behaalde rendement in de regel hoger is maakt om mensen in dienst te nemen, een naarmate de vermogens groter worden. Een groener stelsel en een ‘fair share’ van bedrij- vermogensrendementsheffing die beter aan- ven en vermogenden. Dat is het belastingstel- sluit bij het werkelijk behaalde rendement zal sel waar de PvdA zich de komende jaren voor daarom in de praktijk niet alleen als eerlijker gaat inzetten.

Noten 2014 / 02, pp. 13-14. (primair) rendement op kapi- 2 Kamerstuknummer 32140-5. taal. 1 Bouwstenen voor een mo- 3 Overwinst definiëren we als derne btw, CPB Policy Brief alle winst boven een redelijk

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 BOEKESSAY DEBAT OVER ONGELIJKHEID 19

Ongelijkheid als beleidsvraagstuk

Op het hoogtepunt van de hype rond het ongelijkheidsonder­ zoek van Piketty presenteerde de WRR zijn verkenning Hoe ongelijk is Nederland? Voor de onafhankelijke denktank is stelling nemen in een politiek vraagstuk als dat van ongelijkheid best ingewikkeld.

▶ Monique Kremer, Mark Bovens, Erik Schrijvers & Robert Went (red.), Hoe ongelijk is ­Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid, WRR / Amsterdam University Press, Amsterdam 2014

NICO WILTERDINK

Emeritus hoogleraar Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam

In de westerse wereld neemt de bezorgdheid heldere boodschap over te brengen en aan de toe over de groeiende economische ongelijk- andere kant de schijn van partijdigheid te heid. Zowel Thomas Piketty’s grote internatio- vermijden? Ongelijkheid is immers bij uitstek naal vergelijkende studie als het WRR-rapport een kwestie die links en rechts van oudsher over recente ontwikkelingen in Nederland verdeelt, en wie het als vraagstuk aan de orde geeft daar uitdrukking en invulling aan. Tege- stelt wordt al gauw in de politiek linkse hoek lijk laten de reacties op beide studies zien dat geplaatst. De samenstellers hebben gepro- die bezorgdheid niet door iedereen gedeeld beerd dit probleem te ondervangen door zich wordt. Ongelijkheid is in Nederland helemaal te concentreren op feitelijke trends in de eco- geen probleem, riep voormalige werkgevers- nomische ongelijkheid en aanwijsbare maat- voorzitter Bernard Wientjes uit bij de presen- schappelijke gevolgen daarvan, en daarbij te tatie van het WRR-rapport in juni dit jaar, en kiezen voor een ‘instrumentele’ in plaats van verschillende commentaren in de dagen die een ‘morele’ benadering. volgden hadden eenzelfde teneur. Nu de eer- Ongelijkheid wordt volgens dit uitgangs- ste schermutselingen achter de rug zijn, punt primair beoordeeld naar de mate waarin wordt het tijd de diverse standpunten tegen ze negatieve gevolgen heeft voor de samenle- elkaar af te wegen. ving als geheel. Als aangetoond kan worden Uit de reacties op het rapport blijkt wel dat dat de ongelijkheid ongewenste effecten heeft de WRR zich met dit project voor een lastige die iedereen aangaan, is er een ‘objectieve’, opgave zag gesteld: hoe aan de ene kant een niet-ideologische en partijtegenstellingen

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 20

Presentatie van het WRR-rapport ‘Hoe ongelijk is Nederland?’ in de Balie in Amsterdam op 5 juni 2014. Links Bernard Wientjes, VNO/NCW, en rechts , Tweede Kamerlid SP. BOEKESSAY DEBAT OVER ONGELIJKHEID 21

Nico Wilterdink

overstijgende reden om daar wat aan te doen. hoogste en het laagste deciel — geordend naar In de verkennende WRR-studie staan dan ook bruto-inkomens — met elkaar: het quotiënt drie vragen centraal: Hoe is de economische van beide neemt volgens zijn berekening in de ongelijkheid — gedefinieerd als de verdeling jaren tachtig met 40 % toe, daarna nog verder van inkomens en vermogens — in Nederland met zo’n 20 %.2 de afgelopen decennia veranderd? Wat zijn de Deze en andere uitkomsten roepen de (mogelijke) maatschappelijke en economi- vraag op waarom het CBS dan toch uitkomt op sche gevolgen van de ongelijkheid? En welke een slechts licht veranderende, bijna stabiele beleidsmaatregelen zijn te overwegen? Gini-coëfficiënt voor de ongelijkheid van ge- standaardiseerde huishoudinkomens in de 3 Trends in de inkomens- en vermogens­ periode 1990-2011. Weliswaar is de Gini een ongelijkheid nogal logge maatstaf die weinig gevoelig is voor verschuivingen in de uiteinden van de Niet alleen in de jaren tachtig, maar ook daar- inkomenshiërarchie, maar de door Salverda na is in Nederland wel degelijk sprake geweest gesignaleerde polarisatie zou hier toch in van een gestaag toenemende inkomensonge- moeten doorwerken, tenzij die gecompen- lijkheid, in weerwil van CBS-berichten over seerd zou worden door vermindering van on- een hoge mate van stabiliteit in deze verde- gelijkheid in de tussendecielen. ling. Dat is de stelling die Wiemer Salverda Een andere verklaring voor de discrepantie verdedigt in het eerste hoofdstuk van de WRR- zou gelegen kunnen zijn in het feit dat Sal- studie na de inleiding. De ongelijkheid van de verda uitgaat van de decielenverdeling vol- bruto-inkomens van huishoudens is de afgelo- gens de bruto-inkomens, terwijl het CBS deze pen decennia steeds toegenomen, en die van herordent naar de gestandaardiseerde huis- de netto-inkomens en de gestandaardiseerde houdinkomens; maar daarover geeft het huishoudinkomens (waarbij gecorrigeerd is hoofdstuk geen nader uitsluitsel. De vraag is voor de omvang en samenstelling van de huis- ook of de verhouding tussen het aandeel van houdens) nog meer. Dit houdt in dat het ver- het hoogste en van het laagste deciel wel de schil tussen de ongelijkheid van de bruto-in- meest geschikte maatstaf is om de inkomens- komens (uitkeringen inbegrepen) en die van ongelijkheid aan af te meten. Verschillende de netto-inkomens kleiner is geworden, wat auteurs hebben erop gewezen dat ‘de echte kan worden toegeschreven aan de verminde- minima’, degenen die langdurig op mini- rende progressiviteit van het belasting- en mumuitkeringen zijn aangewezen, zich gro- premiestelsel. tendeels in het tweede (een na laagste) deciel Tegelijk is volgens het inleidende hoofd- bevinden, terwijl het laagste deciel veeleer stuk in de WRR-verkenning de afstand tussen bestaat uit mensen met tijdelijk lage inko- de ongelijkheid van primaire inkomens (uit mens, zoals studenten en sommige zelfstandi- arbeid en vermogen) en die van netto-inko- gen. Salverda merkt hier alleen over op dat het mens (na bijtelling van uitkeringen en pensi- laagste deciel in de loop van de tijd steeds oenen en aftrek van belastingen en premies) meer uit werkenden is gaan bestaan en dat juist groter geworden, hetgeen wijst op een studenten hierin ‘slechts een minderheid’ toename van de herverdelende werking van vormen, die ‘eerder kleiner dan groter’ is ge- HOLLANDSE HOOGTE HOOGTE HOLLANDSE uitkeringen, die vooral een onbedoeld gevolg worden.4 Dat had wat meer uitleg verdiend. is van de sterke groei van het aantal ouderen Alles bij elkaar wijst veel er toch op dat de met een AOW-uitkering.1 inkomensongelijkheid in Nederland, net als

JAN BOEVE | JAN Salverda vergelijkt de gemiddelde gestan- in de meeste andere westerse landen, sinds de

FOTO daardiseerde huishoudinkomens van het jaren tachtig bijna voortdurend is toegeno-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 22 BOEKESSAY DEBAT OVER ONGELIJKHEID

Nico Wilterdink

men. Aan de argumenten die Salverda hier- (waardoor vooral laaggeschoolde werkne- voor aanvoert zou nog iets kunnen worden mers steeds meer de concurrentie ondervin- toegevoegd: de inkomenscijfers berusten op den van werknemers in andere landen). De belastinggegevens, die een aanzienlijk deel bewijskracht voor dit type verklaring is echter van de inkomens en dan vooral de kapitaal- en gering, en De Beer stelt daar tegenover dat winstinkomens niet dekken, en het zijn juist institutionele veranderingen ‘waarschijnlijk’ die inkomens die sterk in de hogere inkomen- belangrijker zijn, zoals ‘de verzwakking van de scategorieën zijn geconcentreerd en de afgelo- vakbonden’ en ‘het overheidsbeleid van libe- pen decennia in belang zijn toegenomen. Bo- ralisering en marktwerking’. Toename van vendien vallen vermogenswinsten, die sinds ongelijkheid is niet onvermijdelijk maar kan de jaren negentig uitbundig groeiden, hele- in principe door beleid worden gekeerd, zo maal buiten de belastbare inkomens. Zouden wordt hiermee gesuggereerd. al die inkomens volledig zijn meegeteld, dan Economische ongelijkheid omvat meer dan ongelijkheid van inkomens, zo bena- drukt Bas van Bavel in zijn bijdrage over de vermogensongelijkheid. Niet alleen wijst hij De relatie tussen ongelijk­ erop dat vermogens veel ongelijker zijn ver- heid en economische groei deeld dan inkomens, ook stelt hij dat die on- gelijkheid in Nederland buitengewoon groot is discutabel is: ‘[…] hoger dan in de meeste Europese lan- den, hoger dan in het VK en op een even hoog niveau als in de VS’.6 Cijfers en literatuurver- wijzingen die dit zouden kunnen adstrueren zouden de ongelijkheid én de toename daar- ontbreken echter. Legt men de cijfers over van in de afgelopen twintig jaar (althans tot Nederland naast de schattingen die Piketty in de crisis van 2008-2009) vermoedelijk een stuk zijn studie geeft, dan blijkt iets anders. Terwijl hoger uitvallen. in Nederland in 2010 de rijkste 10 % van de De beschikbare cijfers wijzen vooral op een huishoudens 60 % van het totaal van de pri- toename van de ongelijkheid in de inkomens vévermogens in handen had, was dit aandeel uit arbeid, laat Paul de Beer in zijn bijdrage in hetzelfde jaar volgens Piketty in Frankrijk zien. Het is op dit vlak dat de vergroting van de 62 %, in het Verenigd Koninkrijk 70,5 %, in de kloof tussen top en basis zich het duidelijkst Verenigde Staten 71,5 % en in Zweden 59 %.7 Uit- voordoet. ‘In 1990 verdiende een bestuurder zonderlijk groot is de Nederlandse vermo- uit de top-100 [van bedrijven die hun top het gensongelijkheid volgens deze gegevens dus meest betalen] in iets minder dan twee weken zeker niet. Daarbij komt dat de pensioenver- evenveel als een minimumloner in een heel mogens — die minder ongelijk verdeeld zijn jaar; in 2011 had hij daar nog maar één week dan de privévermogens in strikte zin — buiten voor nodig.’5 Ook de Gini-index van de verde- de statistieken van de vermogensverdeling ling van de lonen van voltijdwerknemers geeft vallen, terwijl ze met elkaar een relatief groot een gestage toename van ongelijkheid aan, deel van het Nederlandse nationaal vermogen althans tot 2005. Het is een internationale in beslag nemen. trend, die de meeste economen verklaren uit Op de vraag hoe de vermogensongelijkheid marktkrachten die voortvloeien uit technolo- de afgelopen jaren veranderd is, kan volgens gische ontwikkelingen (waardoor de vraag Van Bavel geen ondubbelzinnig antwoord wor- naar arbeidskrachten met speciale kennis en den gegeven: aan de ene kant laten cijfers van vaardigheden zou toenemen) en globalisering het CBS ‘een min of meer gelijkblijvende, hoge

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 BOEKESSAY DEBAT OVER ONGELIJKHEID 23

Nico Wilterdink

ongelijkheid’ zien, aan de andere kant zijn er Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor het ver- ‘partiële, concrete aanwijzingen dat de onge- onderstelde verband tussen inkomensonge- lijkheid de afgelopen jaren zelfs verder is ge- lijkheid en geweldscriminaliteit. Daarentegen stegen’, zoals een sterke groei van topvermo- blijft de stelling overeind dat grotere ongelijk- gens volgens de lijsten van de 500 rijksten van heid het vertrouwen in andere mensen en Quote. Vervolgens noemt Van Bavel een reeks (vooral) in politieke en maatschappelijke in- oorzaken van ‘de grote en waarschijnlijk toe- stituties bij zowel hoge als lage inkomens- nemende ongelijkheid’ in de verdeling van het groepen doet afnemen. Geheel in de lijn van private vermogen, maar omdat niet helemaal Wilkinson ligt ook de bevinding dat ‘status- duidelijk is wát er nu precies verklaard wordt, zucht’ groter wordt bij groeiende inkomens- blijven die een beetje in de lucht hangen. Zo ongelijkheid, wat wel de vraag oproept hoe wordt als eerste oorzaak ‘de opbouw van de statuszucht gemeten is. Die vraag rijst ook bij naoorlogse verzorgingsstaat’ opgevoerd: men- andere variabelen, bijvoorbeeld waar zijde- sen hoefden minder te sparen voor hun oude lings wordt opgemerkt dat in meer ongelijke dag en op die manier werd de vorming van landen ‘de geestelijke gezondheid van de be- kleinere vermogens ‘belemmerd’. Dat klinkt volking lager’ is.9 Het persoonlijk welbevin- plausibel, maar feitelijk groeiden in de periode den dat mensen zichzelf toeschrijven blijkt van opbouw en expansie van de verzorgings- voor lagere statusgroepen lager te liggen staat (1950-80) kleinere privévermogens in de naarmate de inkomensverschillen groter zijn, vorm van spaartegoeden en eigen woningen voor hogere statusgroepen echter niet. Onge- aanzienlijk, waardoor de vermogensongelijk- lijkheid pakt op dit punt dus slecht uit voor de heid in die jaren waarschijnlijk juist afnam.8 meerderheid van de bevolking, maar, anders dan Wilkinson veronderstelt, niet voor een Gevolgen van ongelijkheid geprivilegieerde minderheid. Alles bij elkaar kan gezegd worden dat het vergelijkende on- Wie het over de maatschappelijke gevolgen derzoek van Van de Werfhorst c.s. de Wilkin- van economische ongelijkheid heeft, kan niet son-these partieel bevestigt en daarmee eni- om de geruchtmakende studie van Richard germate relativeert. Wilkinson en Kate Pickett, The Spirit Level Een andere kwestie betreft de economische (2009), heen. Zij concludeerden op grond van gevolgen van ongelijkheid. Terwijl economen internationale vergelijkingen dat er een dui- lange tijd veronderstelden dat ongelijkheid delijk oorzakelijk verband is tussen de mate goed is voor economische groei, omdat zij de van inkomensongelijkheid en een scala van nodige prikkels voor inspanning en innovatie sociale, psychische en medische problemen. verschaft, doet de laatste tijd de omgekeerde Het is dan ook passend dat het tweede deel stelling opgeld. In het laatste hoofdstuk be- van de WRR-studie opent met een korte sa- spreekt Robert Went vier argumenten waar- menvatting van dat boek, gevolgd door een om grote en groeiende ongelijkheid juist na- interview met Wilkinson. Het daaropvolgende delig zou zijn voor economische groei: de stuk van Herman van de Werfhorst vormt een ongelijkheid heeft 1) een negatief effect op de nauwkeurig empirisch commentaar op het consumptieve vraag; 2) doet de schulden bij werk van Wilkinson en Pickett. Op grond van lagere inkomensgroepen toenemen, met een grondig nieuw vergelijkend onderzoek stelt schuldencrisis als mogelijk gevolg; 3) stelt Van de Werfhorst vast dat sommige van de rijken en veelverdieners in staat om hun on- door Wilkinson geponeerde verbanden op- welgevallige veranderingen tegen te houden; gaan, maar dat andere een stevige empirische en 4) beperkt de mogelijkheden van lagere basis missen. klassen om via onderwijs op te klimmen,

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 24 BOEKESSAY DEBAT OVER ONGELIJKHEID

Nico Wilterdink

waardoor er minder geïnvesteerd wordt in voorstellen rijst natuurlijk de vraag in hoe- ‘menselijk kapitaal’. verre ze haalbaar zijn, gegeven de politieke Aan dit rijtje zou nog een argument kun- krachtsverhoudingen in Nederland. nen worden toegevoegd. Ongelijkheid moti- Terwijl, zoals gezegd, de bezorgdheid over veert tot inspanningen zolang mensen het en kritiek op de groeiende ongelijkheid in de gevoel hebben dat ze hun positie daadwerke- westerse wereld en ook in Nederland de afge- lijk kunnen verbeteren, maar demotiveert lopen tijd is toegenomen, heeft die zich voors- wanneer de verschillen zo groot worden dat ze hands niet vertaald in politiek beleid gericht onoverbrugbaar lijken te worden, wanneer op vermindering van ongelijkheid. De partij armen steeds minder kansen krijgen en rijken die zich altijd uitdrukkelijk tegen ‘nivellering’ steeds minder hoeven te doen om hun bevoor- heeft gekeerd, de VVD, is uitgegroeid tot de rechte positie te behouden. Een apathische onderklasse tegenover een grotendeels erfe- lijke ‘leisure class’ van vermogenden: daar zou voortdurend toenemende ongelijkheid toe De bezorgdheid over de kunnen leiden. ongelijkheid groeit, maar Dit is een theoretische, nogal speculatieve redenering die naar een mogelijke toekomst het beleid blijft vooralsnog verwijst, en dat geldt ook de door Went ge- ongewijzigd noemde argumenten. Voor zover deze enige empirische ondersteuning vinden, betreft die vooral ontwikkelingen in de Verenigde Sta- ten, waar de toename van ongelijkheid de grootste van het land, en waar de vakbewe- afgelopen dertig tot veertig jaar veel sterker ging zich ooit sterk maakte voor verminde- was dan in de West-Europa. Internationale ring van beloningsverschillen tussen de basis vergelijkingen tussen OESO-landen wijzen en de top, lijkt ieder serieus streven in die rich- niet op een duidelijk verband tussen ongelijk- ting nu ver te zoeken (wat in verband kan wor- heid en economische groei, in de ene noch de den gebracht met de verzwakking van de on- andere richting.10 derhandelingsmacht van vakbonden). Voorstellen voor belastinghervorming Remedies gaan eerder in de richting van afzwakking of zelfs afschaffing van de progressiviteit in de In de inleiding en daaropvolgende hoofdstuk- belastingtarieven (tot en met pleidooien voor ken wordt een scala van gelijkheidsbevorde- een ‘vlaktaks’) dan van versterking daarvan. rende maatregelen geopperd. Voor een deel De wijdverbreide verontwaardiging over ex- betreft dat ‘redistributieve’ belastingmaatre- cessieve beloningen van topbestuurders heeft gelen, zoals een verschuiving van de belasting- wel tot enige bijstellingen geleid, maar daar- druk van (lagere) arbeidsinkomens naar (gro- bij is het particuliere bedrijfsleven groten- te) privévermogens, voor een ander deel deels ontzien. Dit WRR-rapport geeft de par- ‘predistributieve’ ingrepen in de primaire tijen ter linkerzijde, die toch al geporteerd inkomens, zoals verhoging van het minimum- zijn voor vermindering van sociaaleconomi- loon in verhouding tot het gemiddelde loon sche ongelijkheid (PvdA, SP, GroenLinks), ar- en, ingrijpender, veranderingen in de struc- gumenten in handen om dat streven met tuur van ondernemingen die de macht van kracht voort te zetten, maar of andere par- aandeelhouders zouden beperken ten gunste tijen zich erdoor laten beïnvloeden valt te van werknemers. Bij al die, op zichzelf zinnige betwijfelen.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 BOEKESSAY DEBAT OVER ONGELIJKHEID 25

Nico Wilterdink

Onbedoeld toont de studie aan hoe moei- staat in Nederland in elk geval een grote con- lijk het is ongelijkheid als maatschappelijk sensus. Maatregelen die zowel de werkgele- vraagstuk te objectiveren en boven belangen- genheid als de gelijkheid dienen — zoals een tegenstellingen, morele overwegingen en po- verschuiving van belasting op arbeid naar litiek-ideologische geschilpunten uit te tillen. belasting op kapitaal, gepaard aan een reduc- Is het al lastig ‘de feiten’ met betrekking tot de tie van de belasting- en premiedruk in de la- (relatieve) omvang van de ongelijkheid (wat gere loonschalen — zouden daarom in de na- wordt met wat vergeleken?) en de veranderin- bije toekomst wellicht op brede politieke gen daarin (op welke termijn?) te beschrijven, steun kunnen rekenen. nog moeilijker is het aan te tonen welke nega- Deze WRR-studie is op verschillende pun- tieve gevolgen die ongelijkheid heeft voor de ten voor kritiek vatbaar, zo moge uit het voor- samenleving als geheel. Als dit rapport een gaande blijken. Sommige beweringen zijn boodschap bevat die partijen van uiteenlo- feitelijk niet goed onderbouwd, de betoog- pende politieke signatuur toch zou kunnen trant laat hier en daar te wensen over, veel aanspreken, dan is het een waarschuwing blijft steken in onuitgewerkte suggesties. Toch voor de toekomst: ernstige problemen zullen levert de studie alles bij elkaar een waarde- ontstaan als de ongelijkheid veel verder op- volle bijdrage aan het debat over de ontwikke- loopt. ling van de ongelijkheid en de gevolgen daar- Waar het gaat om praktisch ingrijpen op de van. De dreiging van een verdere toename van korte termijn, maken die beleidsvoorstellen de ongelijkheid is ook in Nederland maar al te de meeste kans die niet alleen een nivellerend reëel, en dit rapport geeft in kort bestek de effect hebben maar primair om andere rede- nodige munitie om daar niet alleen stelling nen als wenselijk worden beschouwd. Over de tegen te nemen maar ook serieus na te denken noodzaak de werkloosheid te bestrijden be- over beleid dat die tendens zou kunnen keren.

Noten 5 Ibidem, p. 59. vens, Erik Schrijvers en Robert 6 Ibidem, p. 84. Went (red.), Hoe ongelijk is 1 Monique Kremer, Mark Bo- 7 Thomas Piketty, Capital in the Nederland? Een verkenning van vens, Erik Schrijvers en Robert Twenty-First Century (Cam- de ontwikkeling en gevolgen van Went (red.), Hoe ongelijk is bridge / Londen: The Belknap economische ongelijkheid, Nederland? Een verkenning van Press of Harvard University WRR / Amsterdam University de ontwikkeling en gevolgen van Press), pp. 340-348; piketty.pse. Press, 2014, p. 125 economische ongelijkheid, ens.fr / capital21c, Tableau S10.1. 10 Zie bijvoorbeeld OESO, Gro- WRR / Amsterdam University 8 Zie vorige noot, en Nico Wil- wing Unequal? Income distribu- Press, 2014, p. 19. terdink, Vermogensverhoudin- tion and poverty in OECD coun- 2 Ibidem, p. 48, figuur 2.5. gen in Nederland (Amsterdam: tries, Parijs: OESO, 2008. 3 Ibidem. Arbeiderspers, 1984). 4 Ibidem, p. 53. 9 Monique Kremer, Mark Bo-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 26

Rotterdam, 10 oktober 2013 – Een man zoekt werk via het UWV Leerwerkloket Werkplein. BOEKESSAY OVER DE GEVOLGEN VAN TECHNOLOGISCHE VOORUITGANG 27

Hoe nieuwe technologie ons werk verandert

Veel werk zal verdwijnen of veranderen door technologische vooruitgang. Voor een deel kunnen we ons daarop voorbereiden.

▶ Erik Brynjolfsson & Andrew McAfee, ▶ Simon Head, Mindless: Why smarter The Second Machine Age, ­machines are making dumber humans, Norton, New York / Londen 2014 Basic Books, New York 2014

FABIAN DEKKER

Arbeidssocioloog en werkzaam aan de Erasmus Universiteit

Technologische vooruitgang fascineert, ze bineerd moeten worden en als we de appelleert aan nieuwe werelden en mogelijk- dage­lijkse verkeersopstoppingen willen heden, vooral door het hoge tempo van de ­tegengaan. Ook zijn er indicaties dat een ge- veranderingen. Films als The Matrix en boeken varieerd ICT-gebruik gerelateerd is aan meer als Dave Eggers’ nieuwe-media-dystopie The autonomie en leermogelijkheden in het Circle zijn populair. In ons dagelijks leven vin- werk.1 den we technologische uitvindingen vaak Daarnaast mogen er dan wel banen ver- prachtig: de onlinewereld die ons ter beschik- dwijnen, technologische ontwikkelingen zor- king staat via smartphones en tablets, de be- gen ook voor productiviteitsvoordelen die de lofte van zelfrijdende auto’s die minder onge- economie doen groeien waardoor er juist ook lukken zullen veroorzaken, de mogelijkheden banen bij kunnen komen. En in die gevallen van 3D-printen in de gezondheidszorg. dat technologische nieuwigheden bepaalde Voor de arbeidsmarkt zou al die technolo- taken van werknemers overnemen, ontstaan gisering dan weer niet zo goed zijn. Robots vaak vanzelf weer nieuwe functies. Denk aan en computers gaan veel van ons werk overne- de desktop-publishers die in de grafische in- men, niet alleen van lager opgeleiden maar dustrie in de plaats kwamen van de traditio- ook van de middenklasse, zo is de voorspel- nele zetters. Of denk aan de ‘peer-to-peer eco- ling. Daar staat tegenover dat de introductie nomy’ waarbij technologie het mogelijk van automatische systemen kan zorgen voor maakt om vraag en aanbod snel bij elkaar te HOLLANDSE HOOGTE HOLLANDSE minder verstoringen tijdens het productie- brengen via bijvoorbeeld marktplaats.nl, proces en kan leiden tot een (deels) lagere ­airbnb.com, couchsurfing.org of uber.com. fysieke belasting van werknemers. Bovendien Technologie zorgt ervoor dat allerlei afstan- maakt de nieuwe technologie tijds- en plaats­ den en barrières in het leven van gewone men-

| ROZING DAVID onafhankelijk werken mogelijk — geen over- sen verdwijnen, waardoor ze makkelijker zelf

FOTO bodige luxe als arbeids- en zorgtaken gecom- kunnen ondernemen.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 28 BOEKESSAY OVER DE GEVOLGEN VAN TECHNOLOGISCHE VOORUITGANG

Fabian Dekker

Of dat positieve verhaal op macroniveau laaggeschoolden ongunstig zou uitwerken. zich ook laat vertalen op microniveau — of de De econoom Jeremy Rifkin wees midden jaren kassamedewerker die ontslagen is vanzelf negentig al op een ophanden zijnde tweede- weer terechtkomt in een opengevallen functie ling tussen hoog- en laagopgeleiden in de sa- — en hoe de gevolgen van al die technologi- menleving door het verdwijnen van banen als sche toepassingen verdeeld zijn over groepen gevolg van automatisering.2 De achterliggen- werkenden, is voer voor arbeidseconomen. de redenering is simpel: technologie stelt Twee recente Amerikaanse studies over de relatie tussen technologie en arbeid zijn in elk geval het lezen waard, ook voor een breder publiek. The Second Machine Age van Erik Bryn- De werkgelegenheid jolfsson en Andrew McAfee is een empirische studie naar het verdwijnen van banen als ge- daalt terwijl de arbeids­ volg van technologische ontwikkelingen. productiviteit toeneemt ­Mindless: Why smarter machines are making dumber humans van Simon Head kijkt vooral naar de gevolgen voor werkenden als hun ar- beid tot in detail wordt gereguleerd en gemo- nieuwe en complexere eisen aan het werk en nitord. maakt het mogelijk om relatief laaggeschool- de arbeid gemakkelijk te vervangen. Econo- De middengroepen staan onder druk men spreken in dit verband ook wel van ‘skill- biased technological change’. De laatste jaren Bij lezing van het verder relatief optimisti- wordt opvallend genoeg steeds duidelijker dat sche boek van de MIT-economen Brynjolfsson niet alleen laaggeschoolden maar vooral ook en McAfee valt op dat het aandeel van het bru- het middensegment de dupe is van nieuwe to binnenlands product dat naar de factor technologische ontwikkelingen. Vooral in arbeid gaat ten opzichte van kapitaal de laat- Amerika is hier bewijs voor gevonden3 en ook ste tien jaar daalt. Een mogelijke verklaring in Europa zien we ontwikkelingen die tende- hiervoor is dat onder invloed van nieuwe ren naar een ‘squeezed middle’.4 technologie arbeid minder schaars wordt Wat betreft de Nederlandse situatie blijkt waardoor de lonen dalen. Ook de bevinding dat, hoewel het werk voor laaggeschoolden dat de werkgelegenheid daalt terwijl de ar- ook in ons land afneemt, het perspectief van beidsproductiviteit toeneemt, laat zich in een deze groep vooralsnog niet in extreme mate minder optimistisch toekomstbeeld plaatsen. verslechterd is. De verklaring is dat tegelijker- Een prikkelende (en ook verontrustende) con- tijd met de afname van werkgelegenheid in clusie is dat technologie niet bijdraagt aan het onderste arbeidssegment ook het arbeids- verdere werkgelegenheidsgroei maar vooral aanbod van laagopgeleiden is gedaald.5 Maar banen vernietigt. Alternatieve verklaringen uit CBS-statistieken vanaf de jaren negentig zoals de invloed van globalisering wijzen de valt wel af te leiden dat er langzaam maar ze- auteurs stellig van de hand doordat zich ver- ker een beeld dreigt te ontstaan van ‘winnaars’ gelijkbare ontwikkelingen voordoen in lage- en ‘verliezers’ op onze arbeidsmarkt. Gemid- lonenlanden als India en China, waar even- deld genomen is de werkgelegenheid in Ne- eens machines taken overnemen van mensen, derland voor middelbaar en lager opgeleiden bijvoorbeeld in de industrie en bij callcenters. de afgelopen jaren afgenomen, nemen de In eerste instantie leek het erop dat de toe- werkloosheidsrisico’s voor deze groepen toe, passing van nieuwe technologieën vooral voor werken ze vaker in flexibele banen met een

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 BOEKESSAY OVER DE GEVOLGEN VAN TECHNOLOGISCHE VOORUITGANG 29

Fabian Dekker

grotere mate van baanonzekerheid en is er cases die hij ter illustratie beschrijft zijn in- een duidelijke inkomenskloof waarneembaar drukwekkend. Bij Amerika’s grootste super- tussen werkenden met een hoog opleidingsni- marktketen Walmart worden medewerkers veau en andere groepen op de arbeidsmarkt, voortdurend gemonitord. Vastgelegd wordt hoewel dit laatste geen trendmatige ontwik- wat ze precies doen, hoe lang ze over een taak keling lijkt te zijn.6 doen en of de targets wel worden gehaald. Van Net als in Amerika staan de huizen van veel medezeggenschap wil het bedrijf niets weten. Nederlanders ‘onder water’ en neemt de be- Walmart-managers hebben een ‘Toolbox to zorgdheid over de toekomst toe.7 Het aandeel Remaining Union Free’, bedoeld om signalen flexibele en onzekere banen in de totale werk- van sociale mobilisering in een vroegtijdig gelegenheid stijgt. De nieuwe technologie stadium op te vangen. Bij distributeur Ama- maakt het arbeidsbestaan bovendien minder zon is het niet veel beter. Via gps-systemen voorspelbaar. De impact van technologische krijgen werknemers in magazijnen instructies ontwikkelingen is niet alleen voelbaar aan de over de meest efficiënte looproutes. Ook hier onderkant van de arbeidsmarkt maar doet ook is een voortdurende surveillering gericht op in Nederland in de breedte de vraag naar routi- het halen van door het management gestelde nematige werkzaamheden afnemen,8 vooral doelen. Alles volgens het leidende principe economisch-administratieve werkzaamheden ‘three strikes and you’re out’. maar ook (deels) productiewerk. Hoogge- Volgens Head dreigt met een verdere tech- schoold denkwerk en creatieve beroepen die nologisering en een strikt rationele inrichting zich lastig laten automatiseren zoals het werk van de arbeidsorganisatie niet alleen product- van de schrijver of de chef-kok, blijven buiten matige beheersing maar ook emotionele regu- schot. Ook taken met een sterk interpersoon- lering van de arbeid. Net als Harry Braverman9 lijk karakter zoals veel werkzaamheden in de in de jaren zeventig vraagt Head zich af of gezondheidszorg laten zich vooralsnog min- technologie niet vooral in het voordeel werkt der goed automatiseren, hoewel robotisering van de belangen van het kapitaal. ook hier steeds vaker haar intrede doet. Natuurlijk is de Nederlandse arbeidsmarkt de Amerikaanse niet, maar ook voor ons is het Modern Times revisited geen overbodige luxe met het oog op verdere technologisering na te gaan denken over een Al die technische innovatie heeft ook invloed nieuw sociaal model om met veranderingen op de kwaliteit van arbeid. Daar gaat het boek om te gaan. Doen we dit niet dan komt ook bij van Simon Head over. Ik moet de lezer waar- ons vanzelf het scenario van een sterker gepo- schuwen, Mindless zit vol pessimisme over de lariseerd arbeidsmarktmodel in zicht, waarbij continue onderdrukking van werkenden, met onaantrekkelijk werk overblijft voor de mid- als centraal thema de revival van het ‘scientific delbaar en relatief laagopgeleide mensen op management’. In een notendop: deze klas- de arbeidsmarkt. sieke denkrichting binnen de organisatiekun- de richt zich op het ‘zo goed mogelijk’ organi- En nu? seren van taken binnen organisaties, met als uitgangspunt dat het systematisch opknippen Weerstand tegen technologische vooruitgang van taken leidt tot economisch succes. is niet nieuw, net zomin als de vrees dat tech- Als Head spreekt over de relatie tussen nologisering zal leiden tot een gerationali- technologie en arbeid heeft hij het vooral over seerde of, in weberiaanse bewoordingen, ‘ont- de constructie van een nieuw ‘panopticum’, toverde’ samenleving waarbij beheersing en hierbij impliciet verwijzend naar Foucault. De controle van het arbeidsproces centraal staan.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 30 BOEKESSAY OVER DE GEVOLGEN VAN TECHNOLOGISCHE VOORUITGANG

Fabian Dekker

Schaakgrootmeester Jan Hein Donner zou ooit doende toe te rusten op een veranderende geantwoord hebben op de vraag hoe zijn voor- arbeidsmarkt is meer nodig. Regionaal kun- bereiding op een schaakpartij tegen een com- nen scholingsbehoeften in kaart worden ge- puter eruitzag: ‘Door een hamer te zoeken.’ En bracht en trainingsprogramma’s worden ont- al in het begin van de negentiende eeuw wa- wikkeld door overheid, onderwijs en sociale ren er Engelse arbeiders (de ‘Luddites’) die partners waar zij gezamenlijk aan meebeta- machines kapotsloegen uit protest tegen ver- len. Nieuwe technologie kan hierbij worden dere mechanisering en lage lonen. ingezet om kennis op een kostenefficiënte Natuurlijk is de impact van technologie op manier over te brengen, bijvoorbeeld via een de arbeidsmarkt momenteel nog onvoldoen- digitale leeromgeving. de te overzien, maar over het algemeen is er Ook verdient het aanbeveling het onderwijs- inmiddels voldoende evidentie voor de stel- curriculum nog eens goed tegen het licht te ling dat technologie wel degelijk de arbeids- houden. In het huidige onderwijsdebat wordt marktposities van laag- en middelbaar opge- in toenemende mate het belang benadrukt van leiden ondermijnt. Aan de andere kant: de een nauwgezette aansluiting tussen onderwijs inzet en uitkomsten van technologie zijn ge- en arbeidsmarkt. Dit is zeker verstandig, maar lukkig nog altijd beïnvloedbaar, niet in de laat- ste plaats door beslissingen binnen de ar- beidsorganisatie. De vraag is vooral ook hoe we ervoor kunnen zorgen dat werkenden vol- Onze arbeidsmarkt kent in doende zijn voorbereid op de arbeidsmarkt toenemende mate groepen van morgen. ‘Een leven lang leren’ is op papier de meest elegante oplossing. In de praktijk is winnaars en verliezers het helaas een farce. De deelname van dertig- plussers aan het hoger onderwijs laat te ­wensen over en de deelname aan deeltijd­ onderwijs is dalende. Ook stagneren de scho- vooral vanuit het perspectief van de korte ter- lingsinspanningen van werkgevers en zijn de mijn. Binnen het onderwijs moet voldoende bestaande sectorfondsen voor scholing en plaats blijven bestaan voor het opdoen van ontwikkeling nog altijd sterk onderbenut en generieke competenties. Vaardigheden­ als cre- gericht op de inzetbaarheid binnen sectoren ativiteit en probleemoplossend vermogen la- in plaats van tussen sectoren. ten zich niet alleen moeilijker automatiseren, De transitiebudgetten die werknemers krij- maar bieden ook uitwijkmogelijkheden bij gen na hun ontslag, zijn niet hoog genoeg om (naderend) ontslag. De toekomst is omgeven verschil te maken en komen helaas pas in met onzekerheden, alvast anticiperen op mo- beeld als het al te laat is. Om werkenden vol- gelijke veranderingen kan nooit kwaad.

Noten 3 Autor, D.H, Katz, L.F. & Kearney, 4 Michaels, G., Natraj, A. & Van M.S. (2006), ‘The polarization Reenen, J. (2014), ‘Has ICT pola- 1 SCP (2005), Verzonken technolo- of the US labor market’, Ameri- rized skill demand? Evidence gie, SCP, Den Haag. can Economic Review Papers from eleven countries over 25 2 Rifkin, J. (1995), The End of Work: and Proceedings, 96(2), pp. years’, The Review of Economics The decline of the global labor 189-194; Hacker, J. (2006), The and Statistics, 96(1), pp. 60-77. force and the dawn of the post- great risk shift, Oxford Univer- 5 Beer, P. de (2006), ‘Perspectie- market era, Putnam, New York. sity Press, New York. ven voor de laagopgeleiden’,

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 BOEKESSAY OVER DE GEVOLGEN VAN TECHNOLOGISCHE VOORUITGANG 31

Fabian Dekker

Tijdschrift voor Arbeidsvraag- 23 mei 2014. onder druk, CPB, Den Haag. stukken, 22(3), pp. 218-233. 7 RMO (2011), Nieuwe ronde, 9 Braverman, H. (1974), Labor 6 Dekker, F. (2014), ‘Hoogopgelei- nieuwe kansen, RMO, and monopoly capital, Monthly den zijn de winnaars op de Den Haag. Review Press, New York. arbeidsmarkt’,­ Me Judice, 8 CPB (2012), Banen in het midden

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 32

Tijd voor een handboek cyberoorlog

Sabotage van telefoon- en internetverkeer is een vast onderdeel van hedendaagse oorlogsvoering. Maar een doordacht plan hoe te reageren op dergelijke aanvallen of een eigen aanvalsstrategie­ met digitale middelen hebben we niet.

ISABELLE DUYVESTEYN

Universitair hoofddocent en bijzonder hoogleraar aan het Instituut Politieke Wetenschap, Strategische Studies, Universiteit Leiden; universitair docent Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen, Universiteit Utrecht

Tijdens een topontmoeting vorige maand in Aanvallen in Estland en Zuid-Ossetië Wales hebben de 28 NAVO-lidstaten besloten dat cyberaanvallen voortaan deel uitmaken In Estland werden in april en mei 2007 in drie van het collectieve verdedigingsmechanisme golven grote cyberaanvallen gepleegd op de van het bondgenootschap. Een cyberaanval overheid en het bankwezen. Deze aanvallen tegen een van de lidstaten wordt vanaf nu vonden plaats na een regeringsbesluit tot het gezien als een aanval tegen alle lidstaten. verplaatsen van ‘de bronzen soldaat van Tal- Maar wat is een cyberoorlog precies, en in linn’ — een monument ter nagedachtenis aan welk opzicht onderscheidt deze zich van ge- de soldaten van het Rode Leger die sneuvelden wone criminaliteit via bijvoorbeeld internet? bij de strijd om Tallinn in 1944. Verplaatsing Een cyberoorlog kan worden omschreven als: van het monument — veel Esten beschouwen het gebruik van digitale middelen om de te- het als symbool voor de bezetting van hun genstander te dwingen acties te ondernemen land door de Sovjet-Unie van 1944 tot 1991 — of daarvan af te zien die in de lijn liggen met de stuitte tegen de borst van de grote Russische politieke doelstellingen van de actor die de mid- minderheid in Estland. Na een eerste serie delen inzet. amateuristische aanvallen, met instructies op Deze middelen kunnen zijn ‘denial-of-ser- veelgebruikte Russischtalige websites over vice’-aanvallen (DoS) meestal met gebruikma- hoe individuen konden participeren in de king van een ‘botnet’ (een groot aantal compu- aanvallen, werden de aanvallen professione- ters om de systemen te overvoeren zodat ze ler, waarschijnlijk met de inzet van een bot- niet meer werken), door het installeren van net. De aanvallen waren gericht tegen over- ‘malware’ of het hacken van computers, het heidswebsites, onder andere van de premier, platleggen of het aftappen van internetverkeer en tegen het bankwezen, waardoor het betaal- en het inbreken in netwerken. Voorbeelden verkeer korte tijd ontregeld werd. van dit soort activiteiten hebben we in recente In het geval van Zuid-Ossetië viel in augus- jaren gezien in Estland en in Zuid-Ossetië. tus 2008 een conventionele eenheid van het

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 Isabelle Duyvesteyn Tijd voor een handboek cyberoorlog 33

Georgische leger de afvallige regio binnen. Wanneer zetten we zelf digitale wapens in? Dezelfde dag nog werd het gebied door de Rus- sische strijdkrachten heroverd en uiteindelijk Cyberaanvallen moeten worden bezien bin- onafhankelijk verklaard. De inval van de Rus- nen een politiek kader. Het debat tussen be- sen viel samen met een grote cyberaanval te- leidsmakers en politieke besluitvormers moet gen het politieke establishment van Georgië, gaan over de vraag wanneer we digitale wa- waaronder de president en het parlement, pens zullen inzetten en op welke manieren. maar ook de pers en het bankwezen werden Hoe zal de Nederlandse overheid reageren op onderwerp van voornamelijk DoS-aanvallen. een cyberaanval, met welke combinatie van Georgië was gedurende de hele zomer van instrumenten? Het gevaar is dat door het ont- 2008 voorwerp van cyberaanvallen, maar de breken van een strategisch kader waarin de grote golf van meest kwaadaardige aanvallen link gelegd wordt tussen digitale instrumen- viel direct samen met het optrekken van het ten en politieke besluitvorming, technologi- Russische leger. De aanvallen verzwakten de sche oplossingen de doorslag zullen geven, slagkracht van het Georgische leger onder zonder dat de politieke context in beschou- andere doordat communicatie moeilijker was. wing wordt genomen.2 Dat cyberaanvallen zoals die in Estland en De Cybersecurity Strategie die in 2013 is Zuid-Ossetië plaatsvonden een intrinsiek on- gepubliceerd stelt dat de Nederlandse strate- derdeel zullen zijn van toekomstige oorlogs- gie gericht is op ‘een veilig en open cyber­ voering, ligt voor de hand, al zal dit op de kor- domein, waarin de kansen die digitalisering te termijn waarschijnlijk vooral gebeuren in onze samenleving biedt volop worden benut, combinatie met kinetische middelen — de dreigingen het hoofd worden geboden en fun- damentele rechten en waarden worden be- schermd’.3 Deze formulering van de Neder- landse strategische visie heeft een aantal Cyberaanvallen komen belangrijke manco’s. Ten eerste gaat de formu- lering voorbij aan de essentiële kenmerken vooral vanuit China, Iran, van wat een strategie zou moeten inhouden: Rusland en Syrië het verbinden van ‘ends’, ‘ways’ en ‘means’. Niemand is tegen een ‘veilig en open cyber­ domein’, maar de manieren waarop en met welke instrumenten dit ideaal zou moeten inzet van de conventionele krijgsmacht. Con- worden beschermd, blijft in de formulering flictueus handelen waarbij cyberaanvallen onderbelicht. Dit leidt naar een tweede, funda- worden ingezet laten meestal door hun con- menteler probleem. text weinig interpretatieruimte voor de ver- In de beleidsdocumenten die over cyber­ antwoordelijkheid van de aanval. Volgens security worden gepubliceerd, inclusief de ­recente statistieken kan de overgrote meer- wel zeer algemene Defensie Cyber Strategie,4 derheid van cyberaanvallen­ worden herleid bestaat een dominante benadering die cyber- tot staten, met name China, Rusland en Iran.1 veiligheid beziet vanuit nationaal perspectief In het geval van Estland en Zuid-Ossetië was en zich sterk richt op bescherming van onze duidelijk dat Rusland erachter zat. De rol van vitale infrastructuur. Deze benadering lijkt de staat is in dergelijke conflicten nog steeds geheel voorbij te gaan aan een belangrijke prominent, in weerwil van de discussie over trend bij cyberaanvallen zoals die in de prak- het einde van de rol van de natiestaat in oor- tijk voorkomen; deze aanvallen zijn namelijk logen en de opkomst van niet-statelijke acto- voornamelijk afkomstig uit het buitenland, ren. meer specifiek van staten als China, Iran, Rus-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 34 Isabelle Duyvesteyn Tijd voor een handboek cyberoorlog

land en Syrië. Dit zou logischerwijs moeten king moet werken en hoe hier voordeel mee te leiden tot een sterkere nadruk op internatio- behalen is. nale betrekkingen en een rol voor het ministe- Als onze capaciteiten geheim zijn en onze rie van Buitenlandse Zaken. Echter, het dossier wapens nog nooit in praktijk zijn gebracht, cybersecurity is ondergebracht bij de compe- hoe kan daar dan een afschrikkende werking tenties van het ministerie van Veiligheid en van uitgaan?5 Is het wel mogelijk om een te- Justitie. De leden van de Cybersecurity Raad, genstander af te schrikken met een digitale die toeziet op de uitvoering van de Cybersecu- tegenaanval, als de samenleving waar die te- rity Strategie, zijn voornamelijk mensen met genaanval plaatsvindt niet beschikt over een een expertise op het gebied van technische hoge mate van toegang tot digitale middelen aspecten van het cyberdomein of afkomstig (internet en telefonie), de zogenaamde con- uit het bedrijfsleven. Dit is op zijn minst curi- nectiviteit?6 Nota bene: conflicttrends laten eus. Een logische insteek, ook in het licht van zien dat de meest conflictueuze regio’s in de de NAVO-benadering, zou zijn een zeer hechte wereld ook tot de meest onderontwikkelde samenwerking met de ministeries van Buiten- behoren. Een land als Nederland zou, met an- landse Zaken en Defensie, bijvoorbeeld in de dere woorden, wel eens veel gevoeliger voor vorm van een stuurgroep. een cyberaanval kunnen zijn dan onze moge- Ten derde: het doordenken van de conse- lijke tegenstander. quenties van de gemaakte keuzes zou meer Joseph Nye, verbonden aan Harvard Ken- aandacht moeten krijgen. Als de minister van nedy School, heeft gesuggereerd dat een ac- Veiligheid en Justitie de doorzettingssmacht tieve verdediging tegen cyberaanvallen van heeft bij een aanval op onze vitale infrastruc- buitenaf, en de ontwikkeling van automati- tuur — een voor de hand liggend doelwit in sche reactiemechanismen in het geval van een conflict — wat zijn dan de mogelijkheden een cyberaanval, zoals een geautomatiseerde die hem ter beschikking staan? Kan hij drei- tegenaanval, goed zouden kunnen werken als gen met een digitale krachtmeting en zo de afschrikmiddel. Evenals het risico van een tegenstander afschrikken, opdat een daad- beschadigde reputatie door het publiekelijk werkelijke oorlog wordt voorkomen? Speelt aan de schandpaal nagelen van de vermeende bij de inzet van digitale middelen ook het daders. Deze strategie zou ook kunnen wor- zogeheten veiligheidsdilemma (het risico op den toegepast op situaties waarin de aanval- een ongewenst conflict vanwege gebrekkige ler niet is geïdentificeerd.7 Past een dergelijk informatie over intenties)? Hoe gaat vergel- afschrikkingsidee ook in ons buitenlands po- ding in zijn werk? Is ook een offensieve strate- litiek beleid? gie nodig, en wat zijn de consequenties van offensief handelen? Veiligheid garanderen

Afschrikkende werking Een ander risico van cyberaanvallen is dat vaak onduidelijkheid bestaat over de intenties Afschrikking kan een effectieve manier zijn van degene die de aanval uitvoert. Bij onvol- om een oorlog te vermijden, bijvoorbeeld ledige informatie over de mogelijkheden en door duidelijk te maken dat zowel de wil als bedoelingen van een tegenstander kunnen het vermogen aanwezig is om actie te onder- partijen bij een gewapend conflict betrokken nemen in het geval de tegenstander een aan- worden zonder dat dit voorzien was. Het risico val voorbereidt. Nederland is een van de wei- op conflicten neemt op deze manier substan- nige staten die publiekelijk heeft kenbaar tieel toe.8 Belangrijke vragen om te onderzoe- gemaakt offensieve cybercapaciteit te ontwik- ken zijn: hoe werkt het veiligheidsdilemma kelen. Maar onduidelijk is hoe deze afschrik- — een wapenwedloop en toenemende span-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 Isabelle Duyvesteyn Tijd voor een handboek cyberoorlog 35

ningen, zoals tijdens de Koude Oorlog — in het gebracht.14 Het lijkt erop dat, om effectief te geval van ‘cyber’? Hoe groot zijn de risico’s om zijn, een follow-up-optie noodzakelijk is, zoals per ongeluk terecht te komen in een cyberoor- een conventionele oorlog.15 Of wat in de con- log?9 En hoe kunnen we ons hiertegen weren? text van de Koude Oorlog zou worden ge- noemd: een ‘second-strike capability’. Het is dus noodzakelijk na te denken over de drem- pel die wordt opgeworpen voor het inzetten Nederland zegt over van andere kinetische middelen. offensieve cybercapaciteit Ook belangrijk om in de strategische ­overwegingen mee te nemen zijn de conse- te beschikken, maar is die quenties van een cyberaanval voor de bondge- effectief? noten. Welke nevenschade en effecten onder- vinden zij? Hoe wordt de operatie na de aanval beoordeeld? Hoe kan nevenschade worden gemeten en op welke termijn?16 Denk hierbij Dan zijn er de vragen rond de cyberaanval bijvoorbeeld aan de schade aan Japanse centri- zelf. Wanneer, hoe en in welke combinaties fuges een paar jaar na de lancering van het kunnen cyberwapens operationeel het effec- schadelijke computerprogramma Stuxnet in tiefst zijn? Wat is de interactie met de politiek? de Iraanse opwerkingscentrales in 2009. Ook Hoe worden wapens ingezet en hoe verloopt moet in de digitale wereld rekening worden de ‘feedback loop’ met de politiek verantwoor- gehouden met substitutie: als een aanval op delijken? Hoe en wanneer waarschuwen we een staat of doelwit moeilijker wordt, ver- onze bondgenoten voor de mogelijke ‘fall-out’ plaatst het fenomeen zich al snel naar een an- van een cyberaanval? der doelwit of een andere geografische locatie, In het ‘cyberdomein’ zou degene met een vaak met een focus op de zwakste schakel. offensieve strategie in het voordeel zijn.10 Im- mers: de inzetbaarheid van de conventionele Politiek kader krijgsmacht kan gehinderd worden door een eerste cyberaanval van de tegenstander.11 Ook Spionage en criminaliteit via het internet het Nederlandse rapport over cybersecurity vormen een probleem dat veel aandacht ver- uit 2012 stelt nadrukkelijk dat de offensieve dient, maar de inzet van digitale middelen bij partij in het voordeel is bij inbreuken op de oorlogsvoering moet daarvan onderscheiden cyberveiligheid.12 Toch wordt het voordeel van worden. Het is een fundamenteel ander het offensief zeer waarschijnlijk overschat. vraagstuk, dat om een eigen aanpak vraagt. Zwakke punten kunnen vaak snel worden ‘ge- Op dit moment zijn de theoretische model- patcht’ of data-verkeer kan worden omgeleid. len die de militaire operationele mogelijkhe- Vaak bestaan veel te hoge verwachtingen van den in het cyberdomein in kaart brengen, het effect van cyberwapens.13 inclusief de gevolgen daarvan, slechts zeer Cyberaanvallen zijn ongetwijfeld effectief rudimentair.17 als onderdeel van een eerste aanval, maar voor Dit gebrek aan een strategisch concept een overwinning is er meestal meer nodig, voor cyberoperaties dat ingebed is in een dui- zoals de dreiging van een mogelijke herhaling delijk politiek kader, is gevaarlijk.18 Bij het van de aanval. Zelfs als het mogelijk is om een ontbreken van een doordachte strategie vult offensief cyberwapen succesvol in te zetten, het operationele domein vaak de lacune. Dit dan is het nog maar de vraag in hoeverre de bleek bijvoorbeeld in het debat over count- inzet hiervan herhaald kan worden of in hoe- er-insurgency in Afghanistan. In Afghanistan verre het politieke doel hiermee dichterbij is werd een gebrek aan strategie in de praktijk

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 36 Isabelle Duyvesteyn Tijd voor een handboek cyberoorlog

gecompenseerd door de uiteindelijke domi- Een tweede overeenkomst is de verwachting nantie van het operationele domein.19 Militair van het directe strategische effect van de nieu- handelen vulde het gat van een niet of ondui- we wapens. Dit zou tot nader denken moeten delijk geformuleerd politiek doel. aanzetten want uiteindelijk werden al deze Strategische besluitvorming kan pas plaats- wapens teruggebracht tot instrumenten voor vinden als eerst de operationele mogelijkhe- het teweegbrengen van een tactisch en opera- den van cyberwapens helder gedefinieerd zijn. tioneel effect, in plaats van een onafhankelijk De laatste jaren is het erg populair om de in- strategisch effect, wat velen oorspronkelijk voering van cyberwapens te vergelijken met de voor ogen hadden. komst van het luchtwapen in de nadagen van Maar de belangrijkste parallel is het ont- de Eerste Wereldoorlog en ook in mindere breken, toen en nu, van een politiek kader om mate met het nucleaire wapen tientallen jaren de wapens tot een instrument van de politiek later. Er zijn inderdaad enkele in het oog sprin- te laten zijn.20 Het idee dat dit soort wapens gende overeenkomsten. ingezet kunnen worden zonder politieke be- Dat is in de eerste plaats de populariteit van perkingen en controle, verdoezelt de funda- het idee dat de offensieve partij in het voor- mentele vraag over de manier waarop de inzet deel is. Ook het luchtwapen en de atoombom van cyberwapens politieke doelstellingen gaven aanvankelijk aanleiding tot een debat dichterbij kan brengen.21 primair gericht op een offensieve strategie.

Noten 7 Jospeh Nye Jr., ‘Nuclear Les- Loup Samaan, ‘Cyber Com- sons for Cyber Security’, Strate- mand; The Rift in US Military 1 Ministerie van Veiligheid en gic Studies Quarterly, 2011 p. 34 Cyber-Strategy’, The RUSI Jour- Justitie, Cybersecuritybeeld (www.au.af.mil / au / ssq / 2011 / nal, 155(6), 2010, pp. 16-21; Colin CSBN-2m, Den Haag, 2012. Mi- winter / nye.pdf). S. Gray, Another Bloody Century, nisterie van Veiligheid en 8 Adam P. Liff, ‘Cyberwar; A New 2007, p. 328; Thomas Mahnken, Justitie, Cybersecuritybeeld “Absolute Weapon”? The Proli- ‘Cyber War and Cyber War- CSBN-3, Den Haag, 2013, p. 8. feration of Cyberwarfare Ca- fare’, in: Kristin M. Lord & Tra- Richard Clarke, ‘China’s Cy- pabilities and Interstate War’, vis Sharp (eds.), America’s Cy- berassault on America’, Wall Journal of Strategic Studies, ber Future; Security and Prospe- Street Journal, 15 June 2011. 2012, pp. 1-28, 20. rity in the Information Age 2 Paul Cornish, David Livingsto- 9 Cornish, Livingstone, Clemen- (Volume II), Washington DC: ne, Dave Clemente & Claire te & Yorke 2010, p. 28 (cursive- Center for a New American Yorke, On Cyber Warfare, A ring in het origineel). Century, 2011, pp. 57-64. Chatham House Report, Lon- 10 Thomas Rid & Peter McBurney, 14 Rid & McBurney, p. 12. den, Royal Institute of Inter- ‘Cyber-Weapons’, The RUSI 15 Cornish, Livingstone, Clemen- national Affairs, 2010, p. 18. Journal, 157(1), 2012, pp. 6-13, 12; te & Yorke 2010, p. 6. 3 Ministerie van Veiligheid en John Arquilla & David Ron- 16 Herbert Lin, ‘Lifting the Veil of Justitie 2013, p. 7. feldt, The Advent of Netwar, Cyber Offense’, Security and 4 Ministerie van Defensie, Defen- Santa Monica, RAND, 1996, Privacy, aug. 2009, p. 16. sie Cyber Strategie, Den Haag, p. 94; ministerie van Defensie, 17 Tim Grant, Ivan Burke & Re- 2012. Defensie Cyberstrategie, Den nier van Heerden, ‘Comparing 5 Richard Clarke, ‘War from Haag: Ministerie van Defensie, Models of Offensive Cyber Cyberspace’, The National Inte- bestuursstaf, juni 2012, p. 2; Operations’, paper presented rest, nov. / dec. 2009. Nye, ‘Nuclear Lessons for Cy- at the International Confe- 6 BBC News Magazine, ‘Web War ber Security’, p. 21. rence of Information Warfare II; What a Future Cyber War 11 Liff, p. 15. & Security, Seattle, VS, 2012. will look like’, 30 april 2012 12 Ministerie van Veiligheid en 18 Lin, ‘Lifting the Veil of Cyber (www.bbc.co.uk / news / maga- Justitie 2012, p. 8. Offense’. zine-17868789?print=true). 13 Betz en Stevens, p. 117; Jean- 19 Hew Strachan, ‘Strategy or

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 Isabelle Duyvesteyn Tijd voor een handboek cyberoorlog 37

Alibi? Obama, McChrystal and 20 Gregory J., Rattray, Strategic Rijn en Jascha Wieldraaijer the Operational Level of War’, Warfare in Cyberspace, Boston: voor hun input bij een eerdere Survival, 52(5), 2010, pp. 157-182. MIT Press 2001, pp. 83-84. versie van dit artikel. Daar- Rupert Smith, The Utility of 21 Veel dank aan Sofia Lettenbi- naast hebben Jeremy Butcher Force: The Art of War in the Mo- chler, Marijn Nagtzaam, Mar- en John Stone feedback gele- dern World, 2008. tijn van Nijnanten, Thijs van verd op de argumentatie.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 38 Interventie

PvdA bemoeilijkt integratie

Door Kees Groenendijk examens wordt dit jaar opnieuw verhoogd. Emeritus hoogleraar rechtssociologie aan de Radboud Dat betekent dat nog meer immigranten daar- Universiteit Nijmegen voor niet zullen slagen. Begin 2014 is een wets- ontwerp ingediend dat voorstelt de termijn waarna men Nederlander kan worden, die Het debat in de PvdA over immigratie werd de sinds 1892 op vijf jaar staat, naar zeven jaar te afgelopen jaren beheerst door twee onderwer- verlengen. Voor migranten van buiten de EU pen: het kinderpardon en het niet strafbaar wordt het steeds moeilijker om verblijfszeker- stellen van illegaal verblijf. Op beide punten heid te verkrijgen. Gelijke toegang tot arbeid, heeft de PvdA duidelijk resultaat bereikt, maar tot politieke rechten en financiële steun bij verder is sprake van een reeks contraproduc- het beginnen van een bedrijf of het kopen van tieve maatregelen die strijdig zijn met cen- een huis worden zo uitgesteld. Dat helpt niet trale waarden van de partij, zoals gelijkheid en bij de integratie. Eind 2013 is een wet aangeno- solidariteit. Het gaat veelal om maatregelen men die de mogelijkheden voor werknemers die door het kabinet-Rutte I (VVD en CDA on- van buiten de EU om een andere werkgever te der curatele van Wilders) werden besloten en zoeken en zo hun positie te verbeteren, ingrij- nu door VVD en PvdA worden uitgevoerd. Hier pend beperkt. wreekt zich dat de discussie over waarden in Nederland loopt op dit gebied uit de pas in de PvdA na de formatie van Rutte II voortijdig Europa. In Duitsland en Engeland krijgen daar is gesmoord. geboren kinderen van lang in die landen ge- Voor integratie van immigranten zijn ze- vestigde immigranten bij geboorte de Duitse kerheid over het recht om hier te mogen blij- c.q. Britse nationaliteit. De meeste in Neder- ven, kennis van de landstaal, arbeid en oplei- land geboren kinderen van immigranten blij- ding belangrijke voorwaarden. De laatste ven hun hele jeugd ‘vreemdeling’. Dat draagt jaren is in Nederland de klok op al deze pun- niet bij aan hun integratie. Nederland is de ten teruggedraaid. Sinds 2013 betaalt de over- enige EU-lidstaat die immigranten dwingt te heid de cursussen Nederlandse taal alleen nog slagen voor een inburgeringsexamen op straf- voor vluchtelingen. Deze door Rutte I besloten fe van een hoge boete en soms zelfs uitzetting, en door Rutte II uitgevoerde maatregel leidt en die bovendien de kosten van de taalcursus tot het grotendeels afbreken van het onder- (circa € 5000) op de immigranten afwentelt. wijs in het Nederlands voor immigranten. Bij al deze maatregelen staat niet de integratie De invoering van formele taal- en inburge- voorop maar andere, vaak onuitgesproken ringsexamens heeft geleid tot een halvering doelen. De PvdA zou de Europese en internati- van de aantallen naturalisaties (vanaf 2003) en onale kritiek op die maatregelen serieus moe- van de permanente verblijfsvergunningen ten nemen. Alleen al opdat zij zich haar eigen (vanaf 2010). Het niveau van de inburgerings- waarden blijft herinneren.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 39

AIVD houdt zijn verleden binnenskamers

Door Ben de Jong De huidige dienstleiding van de AIVD Gastonderzoeker bij de Faculteit der Geestesweten- heeft Van oude jongens, de dingen die voorbij schappen van de Universiteit van Amsterdam gaan… jammer genoeg alleen intern ver- spreid. De buitenwereld weet dus officieel van niets. Blijkbaar ontbreekt het besef dat Zoals praktisch elke overheidsorganisatie in een organisatie die om operationele redenen Nederland vandaag de dag heeft de AIVD zeer veel geheim moet houden van wat men transparantie hoog in het vaandel staan. Wat nu doet, juist openheid dient te betrachten er in de praktijk van die transparantie terecht- met betrekking tot de eigen geschiedenis. komt leert een recent voorbeeld. De AIVD heeft Zoals de historicus en voormalig NIOD-direc- Eleni Braat — tot voor kort ‘diensthistoricus’ teur Hans Blom heeft betoogd, is opening van van de AIVD — in de gelegenheid gesteld een zaken met betrekking tot de eigen geschiede- boek te schrijven over een thema waar tot nu nis voor een organisatie als de AIVD een van toe vrijwel niets over bekend was: de sociale de manieren om alsnog, met vertraging, geschiedenis van de Binnenlandse Veiligheids- maatschappelijke verantwoording af te leg- dienst (BVD), voorganger van de AIVD. In Van gen, waar dat in het heden niet of nauwelijks oude jongens, de dingen die voorbij gaan… Een kan. De AIVD is ten slotte een overheidsdienst sociale geschiedenis van de Binnenlandse Veilig- die de bevoegdheid heeft in het geheim heidsdienst 1945-1998 baseert Braat zich op in- grondrechten van burgers te schenden. terviews die zij heeft afgenomen met 37 gepen- Vreemd genoeg zegt het huidige hoofd van sioneerde BVD-ambtenaren en op het interne de AIVD, Rob Bertholee, in een voorwoord bij personeelsblad van de BVD, dat de toepasse- Van oude jongens, de dingen die voorbij gaan… lijke naam Het Spionnetje droeg. dat deze publicatie een goed voorbeeld is van Dankzij Braats boek weten we nu dat er bij ‘de waarde die de AIVD blijft hechten aan de BVD medio jaren vijftig een afdeling was transparantie, dialoog, en maatschappelijke waar de medewerkers, als ze bij de afdelings- verantwoording over zijn verleden’. Hoe deze chef moesten komen, niet met hun naam mooie woorden te rijmen zijn met het besluit werden opgeroepen maar met een nummer. het boek van Eleni Braat niet voor externen Dit gebeurde om ook voor collega’s hun iden- beschikbaar te stellen, lijkt een vraag waarop titeit geheim te houden. Geheimhouding alleen een middeleeuwse theoloog een ant- tegenover buitenstaanders blijkt voor BVD- woord kan bedenken. Gelukkig heeft de Stich- medewerkers een vaak terugkerend pro- ting Argus het boek van Braat over de BVD in bleem geweest te zijn. Men mocht aan vrien- zijn geheel op internet gezet. Het is te down- den en kennissen niet zeggen waar men loaden via www.stichtingargus.nl / bvd / pub / werkte en er moesten dus allerlei smoezen oudejongs.pdf. worden verzonnen.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 40 41

IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN (5 MEI 1952 — 17 JULI 2014)

Een van de inzittenden van vlucht MH17 die op 17 juli boven Oekraïne werd neergehaald, was Willem Witteveen, inspirator voor de WBS en enthousiast redactie- en redactieraadlid van S&D. Hij reisde in gezelschap van zijn vrouw Lidwien Heerkens en hun dochter Marit Witteveen. Op een zonnige dinsdag voor de zomervakantie kwam Willem Witteveen voor het laatst bij de WBS langs. Om mee te denken over artikelen in komende nummers — richt de blik ook op de rest van de wereld, was zijn devies. Een artikel van zijn hand over de stand van democratie en rechtsstaat in Nederland ging toch niet door. Hij was te druk met het manuscript van een nieuw boek. De wet als kunstwerk was al in de folders van uitgeverij Boom aangekondigd voor het najaar. Misschien zou een voorpublicatie in S&D een idee zijn. Willem Witteveen is er niet meer. Die voorpublicatie uit zijn boek vindt u in dit nummer, net als artikelen over zijn werk van MONIKA SIE DHIAN HO & PAUL KALMA, KEES SCHUYT, CARINNE ELION-VALTER, ALKELINE VAN LENNING, RUUD KOOLE, MARGO TRAPPENBURG en HERMAN VAN GUNSTEREN. HOLLANDSE HOOGTE HOOGTE HOLLANDSE | TOEMEN TON FOTO

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 42

De wet als kunstwerk

Dit najaar verschijnt Willem Witteveens magnum opus De wet als kunstwerk. S&D-redactieraadlid Maurits Barendrecht­ en S&D- redac­teur Tom Eijsbouts kozen enkele illustratieve fragmenten uit de inleiding en het slot van het boek. Met dank aan de nabestaanden en uitgeverij Boom.

WILLEM WITTEVEEN

Over het sociaal contract tussen schrijver en lezer (uit de inleiding)

‘U weet nu waar u aan toe bent met dit boek heeft op de interpretatie van zijn werk; het over de wet als kunstwerk. En natuurlijk hebt zijn de lezers en de gebruikers van de wetten u mijn aanwijzingen helemaal niet nodig, die hier de dienst uitmaken. want u bepaalt zelf wel wat u leest. Maar de Hoewel, in een democratische rechtsorde overeenkomst tussen het lezen van een boek zijn wetgevers en burgers net als auteurs en en de interpretatie van de wet is nu juist een lezers ook van elkaar afhankelijk en op elkaar van de onderwerpen waar dit boek aandacht aangewezen. De wet heeft alleen meerwaarde voor vraagt. Iedereen die een tekst leest die hij dankzij het gezag waarmee de regels worden gewicht toekent, heeft al een soort contract neergelegd. De gebruikers van wetten willen gesloten met de schrijver van die tekst. Wij in hun hart liever niet van interpretatie we- betreden nu een gezamenlijke leeswereld, ten; zij verlangen duidelijkheid, hom of kuit. zegt dat contract, waar we welwillend zullen Regels zijn regels en zo staat het geschreven. zijn tegenover elkaar en niet alleen naar de Maar regels zijn geen regels, en degene die letter zullen lezen maar ook naar de geest. En denkt dat er staat wat er staat heeft het mis. dat onuitgesproken contract lijkt op het soci- Wat geschreven staat is vandaag, in de om- ale contract waar Rousseau het over had. De standigheden van nu, iets anders dan gisteren auteur verkeert in de rol van wetgever, de lezer of morgen, ook al blijven de woorden hard- in die van burger. Alleen in hun samenwer- nekkig hetzelfde beweren. Men zegt wel dat king, een vrije productie eigenlijk, komt er het voor een gewoon mens niet te doen is om een zinvolle leeservaring tot stand en kunnen de wet te lezen, de taal van de juristen werpt we achteraf zeggen dat we warempel met een hindernissen op. De lezer is niet erg welkom soort van kunstwerk te maken hadden. We in de geordende wereld van het recht. Maar kunnen dat ook omkeren: de wetgever kijkt in zonder lezer die bereid is om de wet serieus te een spiegel en de burgers kijken hem aan. Er is nemen, kan er geen wet zijn en stort het hele net zo min een wetgever die eenzijdig het bouwwerk van de wetgeving — dat zijn funda- recht heeft zijn bedoelingen dwingend over te menten al in Athene en Rome heeft — met een dragen als er een auteur is die het alleenrecht trage zucht ineen.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 43

Willem Witteveen De wet als kunstwerk

Een wetgever die dit allemaal beseft, zal de wet een instrument was voor zijn beleid, respect tonen. Hij maakt weinig wetten, maar dan is hij van die illusie wel genezen. Om de algemene. Algemene wetten, maar toeganke- wet tot een kunstwerk te maken waar de bur- lijke. Toegankelijke wetten met samenhang. gers mee kunnen lezen en schrijven, moet hij Hij zet die wetten in beweging om de mensen maat houden en ruimte laten voor interpreta- te dienen. Hij gehoorzaamt ook zelf zijn wet- tie. Een boek dat poëzie ziet waar anderen ten omdat hij de lezer anders niet kan verlei- met angst en beven de wet opslaan, een boek den dat ook te doen. De verstandige wetgever waarin filosofen onze eigen wetgevers onop- zet kortom een stapje terug in zijn wil tot houdelijk de maat nemen, kan het eigenlijk macht om als dienende wetgever twee stap- heel goed stellen zonder aanwijzingen aan de pen vooruit te doen. Zo hij al had gedacht dat lezer.’

Meer dan twintig jaar lang liep ik met Willem van station Tilburg West, later Tilburg Universiteit, naar het Montesquieu-gebouw waarin we beiden werkten, en waarvan hij natuurlijk de naam had gekozen. Terwijl ik het ritme probeerde te vinden van zijn verende en snelle tred, liet hij altijd weer een stilte val- len. Even een moment om de verhevener gedachten die een treinreis kan oproepen, verbinding te laten maken met het alledaagse facultaire bestaan. Nooit was Willem degene die deze stilte verbrak. Hij liet het aan jou om iets belangwekkends aan te snijden. Maar je wist wel waar hij het over wilde hebben. En zo gingen die ongedwongen gesprekken altijd over het schuren en wrikken van de staatsmachten, over pleiten, dialoog en retoriek, over de rol van de Eerste Kamer en over een Liberal Arts-opleiding waarin dit allemaal samenkwam. Willem liet anderen aan het woord. Je wist bij hem wel waar het over moest gaan. Zo ook in zijn laatste boek, afgerond tien dagen voor het vertrek van MH17. Het gaat over de wet en hij laat de groot- ste denkers erover spreken, in hun nauwkeurig gekozen eigen woorden. Het is aan de lezer om de para- doxen te ontwarren die daarbij ontstaan. (Maurits Barendrecht)

De wet in het huis van de rechtsstaat (uit hoofdstuk 38, paragraaf 6)

‘De metafoor van de toren van Babel is verbon- mogelijkheden aan de orde stelt. Daarvoor den met een verhaalslogica die onverbiddelijk moeten we weer van metafoor wisselen. In naar ernstige communicatieproblemen voor plaats van de toren van Babel verrijst voor ons de democratische wetgever verwijst. De strek- geestesoog nogmaals het imposante huis van king is negatief: een wetgever met ambitie de rechtsstaat. moet haast wel vastlopen. Oakeshott maakt Ons valt nu op dat op elke verdieping een van deze retorische implicatie gebruik om er kamer is ingericht voor de wet. In de liberale een liberaal-conservatieve boodschap aan te bouwlaag heerst de logica van het legaliteits- koppelen die de wetgever tot een grote mate beginsel. Dat eist kort en goed dat al het over- van terughoudendheid moet aansporen. Daar- heidsoptreden berust op de wet. De vrijheid mee zouden we de positie en mogelijkheden van de burgers staat voorop. Daarom moet de van de wetgever in de interventiestaat echter overheid zich bescheiden opstellen en niet niet helemaal recht doen. Er is ook een libe- alles willen of mogen reguleren (wel optreden raal-vooruitstrevend verhaal mogelijk dat, op op het terrein van defensie, politie en infra- basis van dezelfde feiten, meer constructieve structuur; niet op terreinen als onderwijs,

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 44 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Willem Witteveen De wet als kunstwerk

cultuur en welzijn). Wetgever, bestuur en lingen deelnemen, vindt deze democratise- rechter worden van elkaar gescheiden staats- ringstendens zijn hoogtepunt. machten; alleen al door deze machtenschei- Met de sociale rechtsstaat wordt de veran- ding ontstaat een vrijheidssfeer voor de bur- dering van de functionaliteit van de wet die gers. Maar de wetgeving moet idealiter ook door de democratisering is ingezet, pas echt allemaal gecodificeerd kunnen worden, waar- duidelijk. De sociale rechtsstaat is een ander bij het wetboek van Napoleon het grote voor- woord voor de verzorgingsstaat. Hoewel die in beeld vormt voor codificaties van het Neder- aanleg slechts de bedoeling heeft mensen die landse privaatrecht en strafrecht. Zo ontstaat zich niet zelf kunnen redden te ondersteunen een liberale waarborgstaat. en een compromis nastreeft tussen verschil- lende ideologieën van vrijheid, gelijkheid, In de liberale rechtsstaat komt het kiesrecht solidariteit en verantwoordelijkheid, wordt de slechts toe aan een minderheid van de bevol- verzorgingsstaat al gauw de noemer waaron- king (de gegoede burgerij). Dit is niet houd- der de overheid steeds meer intervenieert in baar. Na lange maatschappelijke en politieke maatschappelijke processen. Er worden soci- strijd wordt het algemeen kiesrecht inge- ale rechten aan burgers verleend zonder op de voerd. Voor de wetgeving heeft dit meteen tot kosten te letten van de daarmee te bieden gevolg dat de wetgeving niet meer de visie en voorzieningen. Er ontstaat een omvangrijke de belangen van een politieke klasse tot uit- bureaucratie. Als gevolg van al deze ontwikke- drukking brengt, maar een instrument wordt lingen is de wet alleen nog een instrument voor de politieke meerderheid om door mid- voor het beleid en begint men andere manie- del van wetgeving de maatschappij te hervor- ren om de wet te beschouwen uit het oog te men. De maatschappelijke en politieke strijd verliezen. De sociale rechtsstaat blijkt insta- over wetten maakt dat zij minder een grensaf- biel te zijn. Pogingen om de sociale rechtsstaat bakening markeren van het Algemeen Belang te versoberen en zo het basisidee overeind te en meer het karakter krijgen van een politieke houden dan wel haar te vervangen door een wilsuiting. De democratische bouwlaag trekt neoliberale marktorde (deregulering, privati- echter het legaliteitsbeginsel door naar de sering en vermarkting van de publieke zaak) scheiding tussen politiek en bestuur (weberi- leiden er niet toe dat er nieuwe duidelijkheid aans); ambtelijke kaders staan weliswaar on- ontstaat over de wet die nu als instrument der politieke heerschappij maar markeren voor al deze veranderingsprojecten wordt ook een ruimte van praktische bezinning op ingezet. de uitvoering, en bieden zo een zeker tegen- De revolutionaire veranderingen in de in- wicht. Ook wordt het parlementair stelsel formatie- en communicatietechnologie heb- vormgegeven (ministeriële verantwoordelijk- ben nog niet tot andere denkbeelden over de heid, vertrouwensregel, meerderheidsregel, wet geleid. Bovens wijst er wel op dat het mo- openbaarheid), waardoor ook de politieke wil gelijk is een virtueel legaliteitsbeginsel te ont- weer aan maat en regel wordt gebonden. In de wikkelen dat het oude ideaal van de liberale 20e en 21e eeuw zet de democratisering van legaliteit weer actualiseert: op internet kun- het wetgevingsproces zich verder door. De wet nen websites worden ontwikkeld die de bur- is niet meer in handen van een aristocratische ger antwoord verschaffen op al zijn vragen of technocratische elite, maar onderworpen over wetgeving en die daarnaast direct toe- aan de meest diverse vormen van zeggen- gang kunnen bieden tot alle relevante stuk- schap en beïnvloeding. In het poldermodel, ken. Het is nog onduidelijk of een virtueel le- waar alle stakeholders in principe gelijkbe- galiteitsbeginsel inderdaad tot ontwikkeling rechtigd aan de consultaties en onderhande- gaat komen en of dit een terugkeer zal beteke-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 45

Willem Witteveen De wet als kunstwerk

nen naar een liberaal ideaal van autonome waarin de wetgeving niet alleen toegankelijk burgers die op de hoogte zijn van hun rechten maar ook consistent, overzichtelijk en begrij- en plichten. Veel zal afhangen van de mate pelijk kan worden gemaakt.’

Willem en ik zijn samen niet zo van de afspraken, maar meer van de ontmoeting. We vonden elkaar als promovendi van Herman van Gunsteren, dertig jaar geleden. Sindsdien was Willem in mijn leven een vriend die bij verrassing opdook. Sinds tien jaar sprak hij me van zijn project, de Wet als Kunstwerk. Hij sprak er wel vaak van, maar weinig over. Ik dacht: hij vindt het nog te kwetsbaar. Nu kan onze dialoog erover beginnen. (Tom Eijsbouts)

De constitutionele dialogen (uit hoofdstuk 39)

Plaats: Het theater van de politiek416 Plato: Maar die zogenaamde burgers van Sprekers: Aristoteles, Plato, Montesquieu, jou laten zich meeslepen door hun gevoelens Diderot, Bentham, Foucault, Fuller van lust en pijn. Hun blik is verduisterd, zodra ze met meer dan één zijn. Deze wanverhou- 1 Eerste bedrijf ding tussen een verstandig oordeel aan de ene (Midden op het toneel staat een oude eikenboom. kant, en lust en pijn aan de ander kant, be- Daaronder een bank waar Plato op zit: een oude schouw ik als de ergste, de grootste domheid, man in een witte toga. Aristoteles loopt rusteloos omdat het om de massa in de ziel gaat. Ja, je heen en weer, eveneens gekleed in een witte toga.) kunt het deel van de ziel dat lust en pijn voelt Aristoteles: Dus jij bent van mening dat wat vergelijken met het gewone volk, met de mas- jij de massa noemt — ik noem het de vergade- sa in een staat. Wanneer een ziel zich dus ver- ring van burgers — niet meer is dan een rede- zet tegen kennis, verstand, inzicht, dingen loze kudde. Alsof de leden van de gemeen- waaraan van nature de leiding toekomt, schap niet in staat zijn besluiten te nemen die spreek ik van domheid. En dat doe ik ook bij voor hen en voor iedereen het beste zijn! Waar een staat, wanneer de massa zich niet naar de heb je dan nog wetten voor nodig als de men- leiders en de wetten schikt.419 sen als wezens zonder verstand en wijsheid Aristoteles: Er bestaat een vorm van gezag die wetten toch niet begrijpen? Wie houdt de die iemand uitoefent over vrije mensen die polis bij elkaar als de mensen die er wonen dat zijn gelijken in afkomst zijn. Die is het die wij niet zelf doen? politiek bestuur noemen, en die moet de re- Plato: Wat eisen gewone mensen van wetge- geerder aanleren terwijl hij geregeerd wordt, vers? Dat ze wetten maken die de grote meer- zoals men het bevel over de cavalerie leert derheid van de bevolking graag opvolgt. Alsof voeren door te dienen als cavalerist en het je van trainers en artsen zou eisen dat het ver- bevel over de troepen door zijn legeraanvoer- zorgen en genezen van je lichaam een genoe- der te dienen als commandant in lagere offi- gen is.417 ciersrangen.420 Aristoteles: Men beschouwt het vermogen Plato: Waar de grootste macht in één mens op goede wijze zowel te regeren als zich te verenigd wordt met verstand en beheersing, laten regeren als de deugd bij uitstek van een daar ontstaan het beste staatsbestel en de bes- staatsburger.418 te wetgeving. Anders lukt dat nooit. Vat mijn

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 46 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Willem Witteveen De wet als kunstwerk

woorden op als de spreuk van een orakel en ten moeten komen en dat burgers zodra ze laat vaststaan dat het voor een staat misschien met macht bekleed zijn zich soms laten ver- moeilijk is om goede wetten te krijgen, maar blinden door gevoelens van lust en pijn, vak- misschien ook helemaal niets sneller en ge- kundig opgewekt door onze sofistische rede- makkelijker gaat, als er maar gebeurt wat we naars. Er is dus geen samenhangend beeld van zeggen.421 de wetten die een goed bestel nodig heeft. De Aristoteles: Goede wetten moeten soeverein filosofen moeten de wetgevers de maat ne- zijn en de bestuurder, of het er nu een is of men. Als dat niet gebeurt, komt er van de hele meerderen, moet soeverein gezag hebben in onderneming bitter weinig terecht. alle kwesties waarover wetten onmogelijk pre- Plato: Laten we dan eerst proberen in ge- cies uitspraak kunnen doen, omdat het moeilijk dachte de staat te stichten.425 is algemene bepalingen te maken die opgaan voor alle gevallen. Wat het karakter van dezer Noten goede wetten moet zijn, is nog geenszins duide- 416 Willem Witteveen, Het theater van de politiek, lijk… Wetten zijn noodzakelijkerwijs goed of Amsterdam, Amber 1992: 35-39. slecht, rechtvaardig of onrechtvaardig al naar 417 Plato, Wetten, a.w.: 684C. gelang een staatsinrichting dat is. Zoveel is dui- 418 Aristoteles, Politica, vertaling Jan Maarten delijk, dat wetten moeten zijn afgestemd op de ­Bremer en Ton Kessels, Groningen, Historische Uitgeverij 2012: 1277a26. staatsinrichting; als dit zo is, is het evident dat 419 Plato, Wetten, a.w.: 689B. wetten die met de juiste staatsvormen overeen- 420 Aristoteles, Politica, a.w.: 1277b10-13. stemmen noodzakelijkerwijs rechtvaardig zijn, 421 Plato, Wetten, a.w.: 712A. en dat wetten die met ontaarde staatsvormen 422 Aristoteles, Politica, a.w.: 1282b1-1282b13. overeenstemmen, onrechtvaardig zijn.422 423 Aristoteles, Politica, a.w.: 1337a10. 424 Plato, Wetten, a.w.: 715D. Plato: Dat is allemaal heel fraai, ik verzet 425 Plato, Wetten, a.w.: 702E. me niet tegen soevereine en rechtvaardige wetten. De vraag is alleen hoe we aan wetge- […] vers komen met verstand van zaken. De sa- menleving moet al verstandig zijn ingericht (De sprekers gaan om een tafel zitten waar ze met om ze op te kunnen leiden. Burgers en be- elkaar in gesprek raken zonder dat het publiek stuurders moeten eerst de juiste opvoeding hun woorden kan verstaan; misschien bewegen hebben ondergaan, anders deugen ze niet ze ook alleen maar hun lippen. voor hun vak. Fuller komt op: een Amerikaanse professor in Aristoteles: Dat, meer dan wat ook, de op- een ouderwets krijtstreeppak.) voeding van de jeugd een wetgever tot zorg moet zijn zal niemand betwisten.423 Fuller: De constitutionele dialoog over de Plato: En alleen dan zullen ze de juiste in- wetten. Ergens ter wereld gaat het gesprek stelling hebben om over anderen te heersen altijd door. Ik mag er graag iets van opvan- als ware dienaren van de wetten. Dat ik gezags- gen. Er komt altijd een moment waarop de dragers nu wetsdienaars noem, is niet om met dialoog tussen filosofen die zich in ons hoofd een nieuw woord te komen, maar omdat ik afspeelt de wens oproept om zelf mee te geloof dat het behoud of de ondergang van doen en stelling te nemen. Zo werkt het al- een staat vooral hiervan afhangt.424 thans bij mij. Mijn eigen bijdrage is overi- Aristoteles: Het duizelt mij voor ogen, leer- gens bescheiden, zoals een jurist past. Elke meester. Ik wil vasthouden aan mijn uitgangs- samenleving heeft regels nodig, maar het is punt dat de burgers zichzelf besturen, maar geen eenvoudige zaak om die regels zo op te ook zie ik in dat er goede en verstandige wet- stellen en zo toe te passen dat er orde en vrij-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 47

Willem Witteveen De wet als kunstwerk

heid ontstaan. De kunst van de wetgeving is (Fuller loopt naar de tafel en blijft bij de lege stoel de kunst menselijk gedrag aan doelgerichte staan. De anderen zien hem niet.) regels te onderwerpen. Maar het gaat er niet alleen maar om dat de wetgever een orde- Ik denk vaak na over Koning Rex en zijn falen ning schept waarin vrijheid mogelijk is. Het om wetten tot stand te brengen; het verhaal is moet een functionele orde zijn. Ik volg Aris- voor mij meer dan een didactische anekdote. toteles met zijn term eunomica, die ik defini- Was zijn fout niet vooral dat hij de wetten als eer als de wetenschap, theorie of kennis over een instrument opvatte voor zijn Koninklijke goede orde en werkbare sociale arrangemen- Wil? Begaan onze wetgevers, die zich netjes ten.443 Goede wetten respecteren de interne door verkiezingen gelegitimeerd achten, niet moraal van het recht. Daar past een bepaald dezelfde vergissing? We zouden misschien mensbeeld bij. Wie in het recht het streven meer respect moeten hebben voor de wetten ziet om menselijk gedrag aan regels te on- die er al zijn, vooral als ze in de maatschappij derwerpen moet zich noodzakelijkerwijs ingedaald zijn en levend recht zijn geworden. vastleggen op het uitgangspunt dat de mens We zouden als wetgevers moeten aarzelen om in staat is tot verantwoordelijk handelen, dat ons machtswoord aan de samenleving op te hij in staat is om regels te begrijpen en na te willen opleggen. De wetgever die nieuwe re- leven, en dat hij kan worden aangesproken gels ontwerpt, kan zich altijd oriënteren op de op zijn daden. Elke afwijking van de beginse- beginselen die ook al achter verouderde wet- len die met elkaar de interne moraal van het geving schuilgaan. Wetgeving is ook een kwes- recht vormen is een belediging voor de waar- tie van goed interpreteren wat die beginselen digheid van de mens als verantwoordelijk zijn en hoe ze in nieuwe omstandigheden be- handelend persoon. Over iemands handelen tekenis kunnen hebben. oordelen op basis van geheime regels of re- Laat ik nog een ander verhaal vertellen. gels met terugwerkende kracht, of van hem Een uitvinder van huishoudelijke apparaten een onmogelijke handeling te verlangen, wil overlijdt en laat de potloodschets van een zeggen dat je hem duidelijk maakt niets van uitvinding na waaraan hij aan het werk was. hem te verwachten als het gaat om zijn ver- Op zijn doodsbed vraagt hij zijn zoon om het mogen om zijn leven vorm te geven. Als om- werk aan deze uitvinding voort te zetten, gekeerd de opvatting geaccepteerd is dat maar hij sterft voor hij de kans heeft gehad mensen niet in staat zijn tot verantwoorde- om zijn zoon te vertellen wat het doel van het lijk gedrag, dan verliest de juridische moraal apparaat was of wat voor plan hij had om de zijn zin. Oordelen op basis van niet gepubli- schets uit te werken. Als de zoon de wens van ceerde wetten of wetten met terugwerkende zijn vader tracht te vervullen is zijn eerste kracht is dan zelfs eigenlijk geen belediging stap om te bedenken wat het doel van de uit- meer, want er is niets meer over om te beledi- vinding had moeten zijn, wat voor probleem gen — zelfs het woord ‘oordelen’ wordt zin- hij had willen oplossen. Laten we het soort loos in deze context. We oordelen niet meer vraag stellen dat gebruikelijk is bij wetsinter- over iemand, we manipuleren hem.444 Daar- pretatie. Was de zoon trouw aan de intentie om heeft de kunst van de wetgeving alles te van zijn vader? Als we daarmee bedoelen: maken met vrijheid en menselijke waardig- Voerde hij de bedoeling die zijn vader ge- heid. Onder de juridische techniek die men- vormd had met het ontwerp uit? Dan kunnen sen zo afschrikt vanwege het jargon en de we die vraag natuurlijk niet beantwoorden ingewikkelde zinsconstructies, schuilen be- want we weten immers niet om wat voor be- slissingen die van meer dan instrumenteel doeling het ging. Als we daarmee bedoelen: belang zijn. Bleef hij binnen het kader dat zijn vader ont-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 48 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Willem Witteveen De wet als kunstwerk

wierp, accepteerde hij de opvatting van zijn Iedereen die de wetten interpreteert, bouwt vader over de behoefte van de praktijk aan het mee aan een constructie die eerder al in de apparaat en zijn algemene aanpak van deze steigers is gezet. Wetgeving heeft een eigen kwesties? Dan is het antwoord bevestigend. dynamiek, een eigen ritme. Er is tijd voor no- Als de zoon de geest van zijn vader te hulp kon dig om de bedoelingen van de wet uit de verf roepen, zou deze geest met de zoon samen- te laten komen. Het potentieel van een goede werken om naar de oplossing te zoeken voor wet kan de wildste dromen van de bedenkers een probleem dat de vader niet had opgelost. overtreffen als de burgers er hun leven naar Terug naar de analogie: De rechter zou soort- inrichten. De wet is geen democratisch gelijke vragen moeten stellen bij een moei- machtswoord en geen bestuurlijk instrument. lijke interpretatievraag. De opsteller van de De goede wet is een kunstwerk.’ wet en de rechter staan voor dezelfde vraag: valt dit probleem binnen het bereik van de Noten wet? Is de oplossing er een die binnen het 443 Fuller, The Principles of Social Order, a.w.: 48. 445 kader past? 444 Fuller, Morality of Law, a.w.: 162-163. 445 Fuller, Morality of Law, a.w.: 85. (Fuller gaat nu aan tafel zitten en richt zich tot de anderen.)

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 49

Beminnelijk en strijdlustig

MONIKA SIE DHIAN HO & PAUL KALMA

Directeur en oud-directeur van de WBS

De barbaarse aanslag op vlucht MH17 heeft ten van Tilburg en Rotterdam aan de hooglera- Willem Witteveen en 297 medepassagiers het ren Vosman respectievelijk Ramadan opleg- leven gekost. Hij die zijn leven wijdde aan ‘de den (S&D 2009 / 9). Van teleurstelling over de geordende wereld van het recht’ — aldus de gemiste kansen in de regeringsverklaring van titel van zijn inleiding tot het vakgebied — is het eerste paarse kabinet (‘Waarom zich terug- gesneuveld in totale rechteloosheid. trekken onder de veilige paraplu van woorden De WBS-gemeenschap verliest met Willem die niet bijten en idealen die niet verhelde- Witteveen een inspirator, auteur van talloze ren?’ — S&D 1994 / 10) tot een bedroefd afscheid columns en artikelen, co-auteur van WBS-boe- van de overleden samensteller van de S&D ken en -rapporten en een toegewijde redac- poëzierubriek Rein Bloem (‘In de literatuur teur en later lid van de redactieraad van S&D. zag hij de worstelingen terug om een Een man die schijnbare tegenstellingen zo ­rechtvaardige samenleving te bewonen’ naturel in zich verenigde: immer beminnelijk — S&D 2008 / 9). en strijdlustig, al jong gezaghebbend en nog In zijn werk duikt een aantal belangrijke steeds kwajongensachtig, sterk autonoom en thema’s veelvuldig op. Ten eerste de ontwik- tegelijk kwetsbaar ogend. kelingen in het sociaal-democratisch denken Willem Witteveen heeft de afgelopen vijfen- en dat van andere politieke stromingen. Daar- twintig jaar een belangrijke bijdrage geleverd bij schuwde hij de contra-intuïtieve stelling- aan het werk van de WBS. In 1990 ging hij deel names niet. Zo besloot hij een artikel waarin uitmaken van de redactie van S&D. Sindsdien hij het moderne ‘maakbaarheidsconserva- heeft hij het blad onafgebroken helpen redi- tisme’ contrasteert met het traditionele con- geren en vormgeven; eerst als redacteur en servatisme van Edmund Burke met drie lessen vanaf 1999, toen hij tot de Eerste Kamer toe- van de laatste voor sociaal-democraten. Om te trad, als lid van de redactieraad. Hij schreef beginnen doen zij er goed aan oog te hebben zelf in totaal zo’n zeventig korte of langere voor tradities en instituties, met name die artikelen en was daarmee een van de produc- gevestigd sinds de Verlichting, omdat die een tiefste auteurs. waardevol erfgoed vormen en voortdurend Zijn favoriete genre: korte, vaak polemi- vernieuwing van binnenuit verdienen. sche stukken aan het begin of het eind van het Daarnaast kunnen sociaal-democraten blad. Van vrolijkheid over het NOS-journaal beter hun maakbaarheidsgeloof temperen en dat bij de presentatie van de complete Verza- eerst goed analyseren welke ordening er door melde Werken van Multatuli opriep tot lezing ingrijpen wordt verstoord en of de ingreep die van diens Idee 451 (‘de meest subversieve, verstoring rechtvaardigt. En ten slotte zouden meest socialistische daad die er in jaren op zij zich in hun democratische politiek vooral televisie gesteld is’ — S&D 1995 / 4), tot boosheid moeten laten inspireren door de metafoor van over de beroepsverboden die de universitei- een sociaal contract tussen de generaties en

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 50 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Monika Sie Dhian Ho & Paul Kalma Beminnelijk en strijdlustig

met de gehele natuur, met als belangrijkste zijn oud-collega’s van de Leidse universiteit uitgangspunten: het beginsel van historische Mark Bovens en Wim Derksen en met de continuïteit en het beginsel van duurzame WBS’ers Frans Becker en Paul Kalma De ver- ontwikkeling (S&D 2005 / 1-2). plaatsing van de politiek. Een agenda voor de- Een tweede onderwerp dat Willem Witte- mocratische vernieuwing, aldus het rapport, veen sterk bezighield was de ‘verambtelijkte’ kan niet beperkt blijven tot staatsrechtelijke universiteit. Er is allang geen sprake meer van hervormingen. De politieke macht ligt allang opleidingsinstituten voor de elite of van vrij- niet meer alleen in Den Haag. Dat vraagt om plaatsen voor de wetenschap. ‘Universiteiten een veel opener, ‘responsieve’ wijze van bestu- lijken tegenwoordig nog het meest op uitvoe- ren, om democratisering van maatschappe- ringsorganisaties van de overheid’, consta- lijke organisaties, maar ook om een meer nor- teerde hij in 1992 (S&D nr. 4). En ruim tien jaar matieve, oriënterende rol van de politiek. Wat later is die ontwikkeling nog verder voortge- ze aan sturend vermogen prijsgeeft, kan ze schreden. Nederland krijgt een hogeronder- herwinnen ‘door formulering en onderlinge wijsstructuur die als internationaal systeem confrontatie van concurrerende visies op het bedoeld is maar alleen in Nederland wordt algemeen belang’. ingevoerd. De verandering ‘leidt tot organisa- Enkele jaren later leidde Willem Witteveen torische opschudding, maar niet tot didacti- een PvdA-commissie die een nieuw beginsel- sche vernieuwing’. En het parlement loopt er programma van de partij voorbereidde. In volgzaam achteraan. ‘Niet de wetgever bepaalt 1998 publiceerde deze de discussienota De het herzieningsproces, maar het herzienings- rode draden van de sociaal-democratie. Het uit- proces dicteert de wetgever.’ (S&D 2003 / 3). eindelijke ontwerp-programma werd (als En dan was er natuurlijk zijn grote aan- ­gevolg van verdeeldheid in de commissie, dacht voor het functioneren van de democra- ­bestuurlijke conflicten en kritiek van afdelin- tie en de rechtsstaat in het algemeen. Hij kon gen) door het congres van 2001 niet overgeno- in een column overtuigend beargumenteren men. Later blikte Willem Witteveen in &S D waarom wettelijke regels niet altijd onverkort (2004 / 7-8) kritisch-ontspannen op die ontwik- moeten worden gehandhaafd (‘Het gaat […] keling terug. We verschilden van mening, om regels maar ook om redelijkheid’) — om schreef hij, over de vraag of het nieuwe pro- zich in dezelfde jaargang op te winden over de gramma gedeelde uitgangspunten, een maat- burgemeester van Katwijk die op het strand schappijanalyse dan wel een langetermijnpro- een ‘geweldgedoogzone’ wilde inrichten (S&D gramma moest bevatten. Idealiter gaat dat 2000 / 2 en 2000 / 10). Evenzo combineerde hij samen, maar in de praktijk niet. De nieuwe verbeeldingskracht inzake de inrichting van commissie Bos-Koole koos voor het eerste (de de democratie (een geheel nieuwe taakverde- gedeelde uitgangspunten) en dat vond hij ling tussen Tweede en Eerste Kamer bijvoor- ‘een heel verstandige keuze’. beeld) met een open oog voor de neiging van Dat het interne debat over de beginselen kabinetten om beloofde hervormingen, zoals van de sociaal-democratie gewoon doorging het referendum ten tijde van ‘paars’, procedu- toen de PvdA toetrad tot het kabinet Rutte-II reel vrijwel ongedaan te maken. ‘Voor de echte verbaasde Willem niet. De ‘worsteling met de kroonjuwelen zijn glazen namaakparels in de vormgeving van de rode idealen in een door plaats gekomen. Toch is iedereen gelukkig’ strijd en compromissen doortrokken praktijk (S&D 1999 / 6). is niet nieuw’, schreef hij naar aanleiding van Op het terrein van de inrichting van de de- het Van waarde-project van de WBS. ‘Zij is de mocratie was hij ook in ander verband voor de grondtoon van de sociaal-democratische poli- WBS actief. In 1995 publiceerde hij, samen met tiek.’ Wat hij wel als vernieuwend zag — ‘hope-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 51

Monika Sie Dhian Ho & Paul Kalma Beminnelijk en strijdlustig lijk een historische omslag in de manier waar- aansprekend leiderschap.’ En: ‘Het tijdperk op de PvdA politiek wil bedrijven’ — was dat de Den Uyl is al lang voorbij. Het heeft niet veel betreffende publicaties steunden op meer dan zin er nostalgisch naar terug te verlangen. Ik vijftig interviews met mensen die vertellen denk wel dat veel van onze kiezers ook tegen- hoe zij de greep op het leven zijn kwijtgeraakt woordig, in heel andere omstandigheden, of dreigen kwijt te raken (S&D 2013 / 2). precies dit van de PvdA verwachten: aanspre- De politiek is er — en moet er zijn — om kende politiek waarin zichtbaar is dat de men- mensen weer de greep op het leven te geven sen die namens de PvdA optreden zich op die de sociaal-democratie aan vorige genera- ­gedeelde waarden oriënteren en waarin dui- ties wist te bieden. Dat is een van de centrale delijk is door welke beginselen zij zich precies thesen van Van waarde. Het werk van Willem laten leiden als het erom gaat grote kwesties Witteveen was daarbij een belangrijke inspira- in hanteerbare politiek om te zetten. De waar- tiebron. Dat geldt voor de optimistische den-oriëntaties hebben niet alleen betekenis grondtoon, gevoed door het grootschalig on- in zondagse discussies over hooggestemde derzoek van hem en zijn collega’s van de Til- idealen maar zijn herkenbaar in alledaags, burgse universiteit, waaruit bleek dat waar- praktisch politiek handelen.’ den en morele beginselen nog altijd een Willem Witteveen droeg zelf bij aan dit voorname rol spelen in het moderne leven. waardengeoriënteerde politiek handelen met Mensen worden wel degelijk bewogen door zijn werk als volksvertegenwoordiger in de elkaars lot, verbinden hun eigen lot met dat Eerste Kamer. Hij manifesteerde zich daar con- van anderen en willen zich inzetten voor geza- sequent en aansprekend als hoeder van de menlijke lotsverbetering. En het geldt voor de waarborgen van de rechtsstaat. Zo ging hij in opdracht hoe dit verlangen naar samenhang, de Senaat na of strenge wetsvoorstellen die veel dit reiken naar het algemeen belang, effectie- vrijheid kosten ook werkelijk nodig en nuttig ver en duurzamer te maken. Daar waren het zijn, in de geest van het WBS-rapport uit 2007 Willem Witteveens opvattingen over actief De bedreigde rechtsstaat — sociaal-democratie, politiek burgerschap die inspireerden (S&D terrorisme-bestrijding en burgerschap, waarvan 2011 / 11-12). hij co-auteur was. En desnoods stemde hij als Menig artikel van hem begint of eindigt woordvoerder van zijn fractie tegen het wets- met een oproep tot inspirerend politiek lei- voorstel. Met zachte stem en onverzettelijk. derschap. ‘Sociaal-democratische politiek is georiënteerd op waarden, wordt gestuurd Wat zullen we onze wijze vriend missen. Onze door beginselen en komt tot uitdrukking in harten gaan uit naar de familie.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 52

Topoi: de kunst van de herinnering

KEES SCHUYT

Voorzitter van de redactieraad van &S D

Symbolen maken de mens, zoals metaforen Retorische democratie en pluralisme vorm geven aan politiek en samenleving. Een van de bekendste metaforen die Willem Wit- De eerste periode na zijn studie staatkunde en teveen, als docent bij de afdeling staatsrecht politicologie in Leiden besteedde Willem Wit- in Leiden, weer tevoorschijn toverde en be- teveen vooral aan het onderzoeken van de kendheid gaf was ‘Het schip van staat’.1 Zijn retorische grondslagen van een democrati- grote kennis van en liefde voor de klassieke en sche samenleving. Eerst als medewerker en moderne retorica paste hij met verve toe op docent (1979–84), daarna als vrije onderzoeker staatkundige en politieke vraagstukken. Hij bij het onderzoekscentrum Sturing en Samen- liet hiermee zien welke verborgen dimensies leving (1984–88) onder de stimulerende bege- een rol spelen in politieke en juridische be- leiding van zijn promotor Herman van Gun- sluitvorming en hoe burgers en politici mee- steren. Dat centrum, een nieuw initiatief van gevoerd kunnen worden en gevangen kunnen de juridische en de sociale faculteit gezamen- raken in een netwerk van door henzelf ge- lijk, werd, met Wim Derksen als directeur, een knoopte betekenissen. ware kweekvijver van talent. Willem Witte- Een van de vaak door Willem Witteveen ge- veen speelde daarbij samen met Mark Bovens bruikte retorische begrippen was topos. Wie niet een centrale rol. Elk jaar een conferentie over meteen weet wat het betekent wordt verwezen staatsrechtelijke en maatschappelijke the- naar zijn monumentale en magistrale, met cum ma’s, voorafgegaan door een vakkundig sa- laude gewaardeerde proefschrift De retoriek in mengestelde bundel opstellen. het recht: over retorica en interpretatie, staatsrecht In zijn proefschrift benutte hij de klassieke en democratie.2 Hij schrijft daar: ‘Het woord to- retorica van onder anderen Quintilianus voor pos is ontleend aan de kunst van de herinne- de analyse van hedendaagse verschijnselen in ring, die berust op het principe dat men woor- recht en staat. Rechtsstaat en democratie zijn den gemakkelijk kan onthouden als men ze met geen statische verschijnselen, maar hebben voorwerpen in een ruimte associeert.’3 een verhaal, met een geschiedenis, met parle- Ik wil het liefst het werk van de weten- mentaire woordenstrijd en een ‘strijd om schapsbeoefenaar W.J. Witteveen, de bijdrage woorden’ in de sociale processen die eraan van de sociaal-democraat en senator, en het voorafgaan en erop volgen. De rol van metafo- leven van mijn vriend Willem blijven herinne- ren, metonymen, adagia en dicta wordt alle- ren aan de hand van de door hem zelf aange- maal nauwgezet geanalyseerd, zowel bij de brachte en in het politieke en sociale leven wetgeving als bij de plaats van de rechter, die ingebrachte topoi. de wetten moet interpreteren.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 53

Kees Schuyt Topoi: de kunst van de herinnering

Het is te veel om dit indrukwekkende proef- leden van de redactieraad zijn Willem Witte- schrift — dat zich ook nu nog met veel plezier veen zeer grote dank verschuldigd. en vooral nut laat lezen — hier weer te geven, Over De rode draden van de sociaal democra- maar de grondgedachte is bondig samengevat tie (1998), het rapport van de PvdA-commissie in stelling 9 bij het proefschrift: ‘Bij een retori- Beginselen4, geschreven onder zijn voorzitter- sche democratie past een pluralistische schap, zal ik het hier niet hebben, maar ik rechtsopvatting.’ Geen dogma’s, geen vastge- hoop dat toekomstige politieke geschied- roeste ideologieën, maar een voortgaand ver- schrijvers de evenwichtige behandeling van haal, verteld door boeren, burgers, buitenlui de kerngedachten van de sociaal-democratie en Binnenhofleden. Het schip van staat voert hierin zullen erkennen. Als alle praktiserende immer in onrustige wateren. politici, niet alleen van de PvdA maar van alle politieke partijen, zijn instelling zouden vol- Sociaal-democratie gen, dan zouden de zorgen om de kwaliteit van onze parlementaire democratie bedui- Het is mijn stellige overtuiging dat Willem dend minder zijn. Witteveens keuze voor de sociaal-democratie voortkomt uit zijn grondige bestudering van De rechtsstaat en de geordende wereld deze grondslagen van de moderne democra- van het recht tie. In zijn analyse van democratie liggen vrij- heid en gelijkheid in elkaars verlengde en Als hoogleraar in Tilburg bracht Willem Wit- vormen zij geen onverzoenlijke tegenstel- teveen tussen 1990 en 2005 aan eerstejaars ling. Reductie van grove en ongerechtvaar- rechtenstudenten de beginselen van het digde ongelijkheden staat in het teken van de recht, van rechtsstelsels en van het geordend vergroting van individuele vrijheid en de denken over recht en rechtvaardigheid bij. verbetering van levenskansen voor iedere Wat moet het een genot zijn geweest om de burger. eerste stappen in het recht te mogen maken Na zijn succesvolle promotie en zijn benoe- aan de hand van zijn, in 1996 als boek uitgege- ming tot hoogleraar in Tilburg werd Willem ven colleges, De geordende wereld van het recht.5 Witteveen in 1990 redacteur van Socialisme & En aan de hand van zijn uitdagende vragen en Democratie en in 1999 trad hij toe tot de redac- gedachtegangen. De uitleg van de kenmerken tieraad. Tot ieders verbazing, waarschijnlijk van de rechtsstaat, waarin een overheid ge- ook van hemzelf, werd hij in die periode een bonden is aan maat en regel, stelde hij vragen- van de meest productieve redacteuren ooit. derwijs weer ter discussie, zoals hij zelf eens Hij schreef beschouwingen over allerhande schreef: ‘Maar dan stel ik de vraag: wat bete- onderwerpen, columns, gedichten, redactio- kent dit nu eigenlijk? Ligt het niet meer voor neel commentaar (zie de WBS-website voor de hand dat in de rechtsstaat de burgers ge- een overzicht van zijn bijdragen). Zijn waarne- bonden zijn aan maat en regel? Sommige aan- mingen waren soms scherp, zoals over de in- wezigen beginnen deze zin ook op te schrij- voering van het bachelor-masterstelsel (‘in ven. Maar er gaat ook een hand omhoog. navolging van het buitenland heeft Nederland “Geldt dat niet voor alle staten, ook tirannieke gekozen voor een dubbelzinnig twee-fasen- staten, dat ze hun onderdanen aan de wet bin- stelsel dat nergens zo in het buitenland be- den en gehoorzaamheid verlangen? Dat is dus staat’), soms opbouwend en opbeurend, met niet zoiets onderscheidends.” Terwijl ik de name als het ging om het belang van democra- spreker van deze woorden in gedachten een 10 tische vernieuwing of de verplaatsing van de geef, kom ik zo op het punt dat in de rechts- politiek naar Europa. Alle redactieleden en staat de binding van de overheid aan het recht

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 54 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Kees Schuyt Topoi: de kunst van de herinnering

het juiste tegenwicht vormt tegen de binding Symbolische wetgeving; de verbeeldings- van de burgers aan de wet, die hen wordt op- kracht van de taal gelegd.’6 In dit vraag-en-antwoordspel staat de topos Dat Willem uiteindelijk de inleiding tot het van de rechtsstaat voorgoed in het geheugen recht verruilde voor een andere onderwijs- van deze studenten gegrift. De geordende wereld praktijk (vanaf 2004–05), het opzetten van een van het recht is een prachtboek, dat geschikt nieuw onderwijsprogramma Liberal Arts and blijft voor jong én oud, jurist én niet-jurist. De Sciences, is niet verwonderlijk gezien zijn blij- universiteit is voor mensen als Willem Witte- vende interesse voor retorica, taal en cultuur. veen gemaakt en hij is precies iemand die ge- Kunstzinnige en culturele vorming behoorde, knipt is voor de universiteit, althans in de ou- naar zijn mening, tot de uitrusting van elke derwetse betekenis van de geleerde die breed is leerling en student en hij kreeg de kans om georiënteerd, erudiet, zorgvuldig en precies daar op universitair niveau vorm aan te geven. met woorden en begrippen, inspirerend en In de tijd dat ik met hem werkte aan het met de wil om het beste uit zichzelf en uit zijn WRR-rapport De toekomst van de nationale studenten te halen. Zijn oratie7 en andere ge- rechtsstaat, kon hij zijn enthousiasme voor de schriften uit die tijd, samen met medewerkers nieuwe opleiding nauwelijks verbergen. De vervaardigd, getuigen hiervan. symbolische betekenis van tekens, taal, hande- Willem Witteveen diepte, samen met zijn lingen, wetteksten, romanfiguren enzovoort afdeling, de theorie en praktijk van de rechts- intrigeerde hem al veel eerder. Hij stimuleerde staat in de periode 2001–02 verder uit, door de studie van symbolische wetgeving en van een opdracht van de WRR, hetgeen resulteer- communicatieve strategieën van beleid en de in de voorstudie De sociale rechtsstaat voor- wetgeving.10 bij.8 Hier werd de rechtsstaat, geheel in de lijn Willem Witteveen was een semioticus van van zijn topoi, gepresenteerd als een ‘huis met internationale allure, die meer dan 140 tekens vele kamers’. Een kamer van de wetgever, van nodig had om alle argumenten en redenerin- de rechterlijke macht, van de uitvoerende gen te wegen en te beoordelen. Het symbool is macht, van de regering, van de koning. Als voor de sociale en culturele wetenschappen Eerste Kamerlid zou Willem de praktijk van de wat het virus is voor de biologie. Dit is tegelijk rechtsstaat aan de principiële grondslag blij- een mooie toepassing van de symbooltheorie: ven toetsen. een symbool is iets wat staat voor iets anders; Jarenlang had hij daarnaast in RegelMaat, de vlag voor het vaderland, de roos voor de het tijdschrift voor wetgevingsvraagstukken, rode vuist, het kruis voor het christelijk lijden, een eigen rubriek, die hij Nomoi noemde en de weegschaal voor het recht en woorden voor waarin hij in elke aflevering één oude of mo- andere woorden. Symbool komt van het Griek- derne wetgever behandelde: het ging over de se sum-ballein, dat samenbrengen, op één wijze wetgever Solon, de radicale Dracon, de hoop gooien, betekent. Het staat tegenover draconische wetten, Montaigne, Montesquieu dia-ballein dat juist door elkaar gooien, in de en Locke, de Federalisten Hamilton, Madison war schoppen, betekent. ‘Diabolisch’ is het en Jay, grondleggers van de Amerikaanse Con- duivelse kwaad dat levens overhoop haalt, stitutie9, die zijn voortdurende belangstelling gezinnen uit elkaar rukt en de geordende we- en sympathie hadden, moderne rechtsfiloso- reld van het recht verhindert door oorlogsge- fen als Fuller en Dworkin, en over enkele be- weld en onrecht. De symboliek van het leven kende Nederlandse voorgangers als denkers vindt vaak haar uitdrukking in literaire vor- over wetgeving: Thorbecke, Opzoomer, De men, in een gedicht of een schilderij. Willem Bosch Kemper, Van Houten. werd een professor in de poëzie11, maar dat

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 55

Kees Schuyt Topoi: de kunst van de herinnering

was hij in feite altijd al. Als woorden of de ratio ken moest brengen. Zijn voorbeeld vond wel- tekortschieten, schieten de symbolische lagen dra navolging in België, in een Vlaamse14 en van een gedicht te hulp, zoals die van de door een Franstalige versie. hem zeer bewonderde dichteres Wislawa Op de staatsrechtelijk gevoelige vraag ‘Wat Szymborska12: doet de Eerste Kamer?’ kwam het laconieke maar doordachte antwoord van senator Wit- Er is al te veel gebeurd teveen: ‘De Eerste Kamer schrijft gedichten’ en dat niet had mogen gebeuren hij voegde de daad bij het woord, door zijn en dat wat had moeten komen mede-senatoren uit te nodigen een gedicht te kwam niet. schrijven. Dit deed hij, niet om de gevoelige vraag naar het bestaansrecht van de Eerste De lente had moeten aanbreken Kamer te vermijden of te negeren, maar enkel en het geluk, onder andere. om erop te wijzen dat er nog een andere di- mensie te vinden is in het politieke bedrijf. Angst had bergen en dalen moeten Het gaat niet alleen om macht, maar óók om verlaten. verbeeldingskracht. Waarheid had sneller dan leugen Verbeeldingskracht, ‘moral imagination’, is haar doel moeten bereiken. nodig daar waar de werkelijkheid op barsten staat en overweldigt. Het vertrouwen dat er een Er hadden zich enkele ongelukken andere wereld te maken is, dat de wereld beter niet meer moeten voordoen, te maken valt, wordt gevoed door dergelijke bijvoorbeeld oorlog­ verbeeldingskracht, en kunst en cultuur kun- en honger, enzovoort. nen ons daaraan blijvend herinneren. De onuit- voerbaarheid van de soms hopeloze opdracht Er had eerbied moeten zijn zich te verheugen over wat er allemaal gebeurt, voor de weerloosheid van weerlozen wordt versterkt als de verbeeldingskracht ver- voor vertrouwen en dergelijke. dwijnt. Ik denk dat dit de diepere drijfveer van Willem Witteveen is geweest om zich in te zet- Wie zich had willen verheugen over ten voor de politiek in het algemeen en de soci- de wereld aal-democratie in het bijzonder. staat voor een onuitvoerbare opdracht. Tot slot De poëtica van de politiek Wat moeten we in elk geval vasthouden? Als ik Dit brengt me vanzelf bij de laatste topos in deze vraag voor mezelf beantwoord, noem ik het werk en het leven van Willem Witteveen: vier persoonlijke eigenschappen die Willem de rol van poëzie, algemener van kunst en Witteveen tot zo’n uiterst liefdevolle, bemin- kunstzinnige vorming, in wetenschap, poli- nelijke en waardevolle persoon maakten: zijn tiek en samenleving. Hij had daartoe, samen vaste levensovertuiging, waar hij niet mee te met Sanne Taekema, het initiatief genomen koop liep, maar die er altijd was; zo’n vaste voor een uniek boek: Verbeeldingsmacht, wat levensovertuiging in een wankeler wordende juristen moeten lezen.13 Zesenveertig juristen, wereld, vol egoïsme en materialisme, is een in alle soorten en maten, kozen elk één boek, groot goed, een voorbeeld voor mijzelf en roman, gedicht of toneelstuk uit waarvan zij voor anderen. Zich inzetten voor de publieke vonden dat het een bijzondere betekenis had zaak, het geeft niet op welke manier, op welk die juristen en andere lezers wel aan het den- niveau en op welke wijze; ieder doet dat op

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 56 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Kees Schuyt Topoi: de kunst van de herinnering

eigen kracht, naargelang die gegeven is. Zijn alle rampen en tegenspoed. Dit voornemen houding van liberaliteit, het vertrouwen dat om het goede in hun leven als voorbeeld vast hij altijd uitstraalde dat vrijheid en gelijkheid te houden, wordt gesymboliseerd in een kort in elkaars verlengde liggen; dat het een voort- fragment van het gedicht ‘Onverbroken’ van vloeit uit het ander en dat zo’n vrijheid en vre- Ida Gerhardt15: de voor eenieder bereikbaar blijft. Als laatste zou ik willen noemen zijn poëtica van het le- Er is een weten van elkaar ven, de kunstzinnigheid behouden ondanks dat tijd en afstand­ overwint.

Noten verantwoordelijkheid en als Symbool (1998), Tjeenk macht: Kees Schuyt als socio- Willink, Zwolle. 1 W.J. Witteveen, ‘Dokteren aan loog en moralist’ in: Sociologie, 11 Grace McCleen, Professor in de het schip van staat’ in: M.A.P. jrg. 3, nr. 4, 2007: 533 (2007). poëzie, roman, Atlas Contact, Bovens en W.J. Witteveen 7 W.J. Witteveen, Evenwicht van Amsterdam, 2014 (oorspron- (red.), Het Schip van staat machten (1991), Tjeenk Willink, kelijk in het Engels 2013). (1985), Tjeenk Willink, Zwolle, Zwolle. 12 ‘Eeuwwisseling’ in: Wislawa pp. 23-51. 8 W.J. Witteveen en B.M.J. van Szymborska, De Vreugde van 2 W.J. Witteveen, De retoriek in Klink, De sociale rechtsstaat het schrijven (1997), samenge- het recht: over retorica en inter- voorbij (2002), WRR, Voorstu- steld en vertaald door Jo Go- pretatie, staatsrecht en demo- dies en achtergronden, nr. V vaerts, Uitgeverij Van Hale- cratie (1988), proefschrift, R.U. 116, Den Haag. wyck, Leuven, pp. 38-39. Leiden, Tjeenk Willink, Zwolle. 9 The Federalist Papers, Alexander 13 Willem Witteveen en Sanne 3 Ibidem, p. 70. Het betreft hier Hamilton, James Madison and Taekema (red.), Verbeeldings- een citaat van J.P. Guépin. John Jay (2004), Simon and macht, wat juristen moeten 4 Rapport van de PvdA-commis- Schuster Paperbacks, New lezen (2000), Boom Juridische sie Beginselen, De rode draden York. uitgevers, den Haag. van de sociaal democratie, Den 10 Zie bijvoorbeeld W.J. Witte- 14 K. Lemmens en F. Jongen Haag, oktober 1998. veen, P. van Seters, G. van Roer- (red.), Recht en Literatuur 5 Willem Witteveen, De geor- mund (red.), Wat maakt de wet (2007), Anthemis, Brugge. dende wereld van het recht symbolisch? (1991), Tjeenk Wil- 15 Ida Gerhardt, ‘Onverbroken’, (1996), Amsterdam University link, Zwolle; en onder zijn in: Verzamelde gedichten (1995), Press, Amsterdam. leiding vervaardigd proef- deel 2, p. 615, Polak en Van 6 Willem Witteveen, ‘Adagia van schrift van B. van Klink, De Wet Gennip, Amsterdam.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 57

De betekenis van literatuur

CARINNE ELION-VALTER

Promovenda aan Tilburg University (tot 17 juli bij Willem Witteveen)

Nederland verliest met Willem Witteveen ten. Maar hij onderhield gesprekken met nog een overtuigd sociaal-democraat en een wijs veel meer reisgenoten. De vele artikelen over ­deskundige op het kruispunt van recht, de kunst van het wetgeven die onder Nomoi ­wetgeving en politiek. Hij overzag actuele verschenen in RegelMaat getuigen ervan. Vaste problemen scherp, maar altijd met een relati- reisgenoten waren, naast de hiervoor genoem- verende blik en met waardering voor andere de, onder meer Plato, Machiavelli, Montaigne, standpunten en had uiteindelijk zelf het no- Voltaire en Kafka. Ook sommige rechtsfiloso- dige gemeen met ‘de wijze wetgever die vanaf fen behoorden tot die literair gevoelige reisge- zijn berg het hele systeem overziet en ook oog noten, waaronder Fuller en Dworkin. heeft voor de onverwachte en tegendraadse In sommige van deze literaire reisgenoten effecten’.1 Zijn persoonlijkheid — mild, blij- vond hij scherpzinnige waarnemers van de moedig, realistisch en enthousiast — had hier werkelijkheid van recht, wetgeving en poli- alles mee te maken. Daarnaast putte hij inspi- tiek. Andere troffen hem als beschouwers van ratie, inzicht en nieuwe ideeën uit literaire de ideeënwerelden waarop recht en politiek bronnen. Veelvuldig schreef hij over wetge- gebouwd zijn en waaruit de rechtvaardigin- ving en recht onder verwijzing naar literaire gen voor keuzen geput worden. En bij velen teksten en literatuurwetenschappelijke theo- vond hij, inventief als hij zelf was, onverwach- rieën. In politiek, onderwijs en wetenschap- te bouwstenen voor de bekritisering en verfij- pelijke teksten betoonde hij zich een retori- ning van die ideeënwerelden. cus en taalgevoelig schrijver en hij schreef Klassieke auteurs vormden gesprekspart- zelf gedichten en korte verhalen. Daarnaast ners bij het bouwen aan zijn ideeënrijk over was hij een groot liefhebber van moderne wetgeving. Met Kafka verkende hij het lege kunst. En ook hiervoor geldt: hij beoefende landschap voor de poort van de wet, daar waar deze zelf ook. Op de vakgroep in Tilburg han- de burger zich verlaten voelt of bekneld door gen enkele van zijn schilderijen. Vorig jaar een bureaucratische overheid en een manage- nog deed hij mee aan een tentoonstelling met ment in de ban van onvoldragen plannen voor grafisch werk in Breda. verandering.3 Bureaucratie houdt de individu- ele mens in zijn greep, maar hoe dat gebeurt is Reisgenoten: literatuur als bron van vaak zo ongrijpbaar en toch zo alom aanwezig ­kennis, inzicht en verbeelding dat de verbeelding van Kafka nodig is om dit verschijnsel onder woorden te brengen. In 2013 schreef Willem Witteveen over de reis- Matsiers roman Het achtenveertigste uur genoten van Tocqueville, Pascal, Montesquieu leverde stof voor het uitdrukken van de ver- en Rousseau.2 Ook zelf vond hij in deze au- bijstering over het handelen van de IND. teurs, die zowel tot de literaire traditie als de Nauwkeurig analyseerde Willem Witteveen filosofische behoren, zijn favoriete reisgeno- het verschil in literaire strategie tussen Kafka

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 58 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Carinne Elion-Valter De betekenis van literatuur

en Matsier de één toont de absurditeit vanuit langen kunnen verdedigen. Daar waar deze de omkering, de ander vanuit de realistische vrije ruimte in gevaar komt door bureaucratie beschrijving. ‘In de spiegel van de literatuur of eenzijdige, door financiële overwegingen of zien we de bureaucratische vormen en praktij- formalisme gestuurde besluiten, kwam hij in ken uitvergroot.’ het geweer. Hij schreef erover, maar kon er Aan de hand van Pirandello’s verhaal De zich ook in de praktijk over opwinden. (Ik her- Waarheid en een opstel van Maarten ’t Hart inner mij zijn boosheid over de hoge repro- verkende hij dan weer de vooronderstellingen rechten voor een syllabus.) over strafrechtelijke waarheidsvinding. Het Literatuurwetenschappelijke inzichten op (straf)recht is toch een soort machine; het het gebied van stijlmiddelen, ficties en inter- raderwerk van vaste begrippen en logica moet pretatie drongen door in zijn visies op rechts- tot een rechtvaardige uitkomst leiden. Litera- staat en democratie. Zie zijn proefschrift, nog tuur maakt juristen hiervan bewust en wijst altijd een naslagwerk voor staatsrecht en de- hen erop dat dit vraagt dat zij bemiddelen mocratie, met een discussie van denkers én tussen dit juridische ideaal van gelijkheid en dichters.5 Bij de ontwikkeling van zijn ideeën- de individuele verwachtingen van de verdach- goed maakte hij verder gebruik van literair te.4 Met zijn vele literaire reisgenoten zocht geïnspireerde concepten als fragment, sym- Willem Witteveen naar de juiste rolinvulling bool, de metafoor voor de analyse van de ge- voor de rechter, de wetgever, de politicus en construeerde wereld van het recht. ook de wetenschapper. Allen zoeken zij hun Ten slotte was Willem Witteveen de man rol op het toneel van de stad. van de dialoog, ook als literair genre. Hij stelde deze gespreksvorm centraal in zijn denken, Gespreksgenoten: literaire inzichten in maar beoefende de dialoog ook in zijn bena- rechtswetenschappelijke en politieke dering van visies van collega’s, promovendi en beschouwingen­ studenten. Hij luisterde goed naar zijn ge- sprekspartner of de student in de zaal; hij Willem Witteveen beschouwde literatuur en moedigde de spreker aan om het beste uit het recht als manifestaties van de retorica, de kunst verdedigde standpunt naar voren te halen. ‘Ja, van het goede spreken, waarbij het niet alleen zo kun je het ook zien’, en dan gaf hij een draai

gaat om strategisch, maar daarmee ook om aan het door de student opgebrachte punt, VERBEELD verantwoord en overdacht spreken. Die door waardoor dit opeens een bijzonder waarde- de retorica gevoede visie manifesteerde zich in volle bijdrage aan het onderwerp van het col- allerlei gedaanten. Willem Witteveen was een lege werd. perspectivische visie toegedaan wat betreft waarheid en recht. De werkelijkheid was

Droomgenoten | DER BURGT ERIK VAN slechts te benaderen vanuit meerdere perspec-

tieven en denkkaders. Zijn betogen schreef hij Dichters als Herbert, Zagajewski en Szymbors- FOTO ook vanuit die houding. Scherp plaatste hij ka brachten Willem op nieuwe ideeën en een verschillende visies uiteen, toetste deze aan doorleefd inzicht in het streven naar recht. En verschillende voorbeelden en kwam vaak uit Calvino’s poëtische werk Onzichtbare steden op een perspectief dat ruimte liet voor aanpas- vormde het uitgangspunt voor het werken sing in de toekomst en praktisch handelen. aan een bundel over visies op de stad, nieuwe Hij beschouwde het recht als argumenta- poging om met woorden onzichtbare idealen tiecultuur, een te koesteren platform waar over recht en samenleving een voorlopige justitiabelen hun uiteenlopende visies op de vorm te geven, een werk dat hij niet meer

werkelijkheid kunnen neerleggen en hun be- heeft kunnen afmaken. WILLEM WITTEVEEN VAN HOUTSNEDE

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 59

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 60 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Carinne Elion-Valter De betekenis van literatuur

De dichters beantwoordden aan zijn na- was opgenomen. Hij publiceerde een prach- tuurlijke habitat van de beschouwende, on- tige allegorie, de Ambassadeursbrief uit een stad derzoekende flaneerder door de straten van die met terugwerkende kracht uit de golven op- stad en recht. Het was een alter ego waarin duikt, waarvoor hij putte uit ervaringen en literaire figuren als Palomar (Calvino), M. beelden opgedaan tijdens zijn verblijf van een Teste (Paul Valéry), Plume (Henri Michaud), halfjaar in Venetië.6 Het verhaal deelt in de Meneer Tiennoppen (Harry Mulisch) en Me- sfeer en ideeënwereld van Onzichtbare steden. neer Cogito (Z. Herbert) hem voorgingen. Het vertelt hoe burgers hun stad dagelijks Behalve uit dichters haalde Willem veel inspi- bevestigen door hun economisch handelen, ratie uit het modernisme, die uiterst pluralis- rept van een koning zo wijs dat hij de stad van- tische kunststroming die in al haar diversi- uit ieder denkbaar standpunt kan overzien en teit een poging is tot het begrijpen van een besluit met het beeld van een houten boot op revolutionair veranderde wereld. Zijn en- schragen: ‘Het drong tot me door dat als de thousiasme over de recente tentoonstelling stad blijft zakken en het zeewater blijft stijgen in het Centre Pompidou te Parijs over de vele deze kajak zich op een dag van zijn schragen internationale vormen van het modernisme losmaakt en koers kiest naar zee.’ getuigt ervan. De catalogus kon hem niet Willem Witteveen, voorvechter van de dia- meer bereiken. loog in recht en politiek, was verder een lief- hebber van de dialoog tussen beeldende Schrijver kunst en poëzie. Hij hield van die dichterlijke kunstenaar Paul Klee en hij bewonderde de Willem Witteveen was niet alleen een nieuws- poëtische dubbelprojecten van kunstenaars gierig en leergierig lezer van literatuur of be- en dichters als Miró en Tristan Tzara op een schouwingen over literatuur. Hij was een be- tentoonstelling over kunstenaarsboeken.7 En genadigd spreker en hij schreef zelf ook. zo publiceerde Willem zelf het hierbij afge- Allereerst kenmerkte zijn schrijfstijl zich door beelde grafische werk met gedichten waarvan een fijnzinnige ironie. Lees de licht absurdisti- ik er hier één opneem, omdat het wel iets van sche ironie in titels als Een bureaucratische zijn wezen uitdrukt, de zucht als de wind- piekervaring, Plato en de regelzucht en De reto- vlaag van zijn geest, herkenbaar in zijn ma-

riek van een onpartijdige waarnemer. Hij speel- nier van lopen. VERBEELD de met een raadsel (Recht als iets anders) of hanteerde welbewust een verhalende stijl Droom, rivier et cetera (Waarin een toevallige ontmoeting gearrangeerd De droom is een rivier die wordt…) en verwees daarbij met welbewust achter gebruik van intertekstualiteit naar werk van de tuin van de gedachten andere auteurs. Zo gaf hij de verwevenheid stroomt. | DER BURGT ERIK VAN

aan van zijn denken over recht en politiek met FOTO het denken over andere onderwerpen. Met Goed, het is een droom, ik weet het. genoegen ondersteunde hij zijn betoog met Toch is het of ik iets hoor ruisen literaire voorbeelden. voorbij En ja, ten slotte, en misschien nog wel het de takken van de appelboom. belangrijkst: Willem Witteveen schreef zelf literair werk. Hij stelde als senator met andere Iets dat geen wind is en geen straatlawaai leden van de Eerste Kamer een bundel samen op afstand tot een zucht gecomprimeerd. waarin, bescheiden als hij was, als onderdeel 8 van de inleiding het gedicht Woordenstroom Iets als het draaien van het wiel der eeuwen WILLEM WITTEVEEN VAN HOUTSNEDE

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 61

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 62 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Carinne Elion-Valter De betekenis van literatuur

Noten 4 W.J. Witteveen (2000), ‘De Cultureel, tijdschrift voor kunst, waarheid, onschuldig opge- cultuur en literatuur (www. 1 W.J. Witteveen (2008), ‘Mozes biecht, Over: Pirandello, de cubra.nl / specialebijdra- als verlichte wetgever’, Schrift waarheid’, in: Willem Witte- gen / BrabantCultureel / BC_ 40, pp. 162-166. veen & Sanne Taekema (red.), BL_201310 / 201310_Willem_Wit- 2 W.J. Witteveen (2013), ‘Drie Verbeeldingsmacht, wat juristen teveen.htm). reisgenoten: Pascal, Montes- moeten lezen, Boom. 7 Caldic Collectie, Artist’s Books, quieu, Rousseau’, in: H Kinne- 5 W.J. Witteveen (1988), De Reto- Waanders Uitgevers, Zwol- ging, A., de Hert, P., Somers riek in Het Recht, Over Retorica le / Museum De Fundatie (mei- (red.), Tocqueville, profeet van en Interpretatie, Staatsrecht en augustus 2009). de moderne democratie, Lem- Democratie, Tjeenk Willink. 8 Willem Witteveen, ‘Twee Ge- niscaat. 6 Willem Witteveen, ‘Ambassa- dichten’, Brabant Cultureel, 3 W.J. Witteveen (2010), ‘Kafka en deursbrief uit een stad die december 2009, pp. 82-85. de verbeelding van de bureau- met terugwerkende kracht uit cratie’, RegelMaat, p. 218. de golven opduikt’, in: Brabant

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 63

Zachte kracht

ALKELINE VAN LENNING

Dean aan Tilburg University College

Toen Willem Witteveen mij in 2007 vroeg om Witteveens initiatief naast voorzichtige wel- samen met enkele anderen in Tilburg een ba- willendheid ook scepticisme ten deel. Velen cheloropleiding Liberal Arts op te zetten, raak- waren beducht voor wat ‘het kannibalisme ten we in gesprek over het belang van onder- van Liberal Arts’ genoemd werd: het wegsnoe- wijs. Hij was ervan overtuigd dat educatie het pen van studenten bij de humaniora. Tijdens beste antwoord is op bekrompenheid, haat en de presentatiebijeenkomst van Liberal Arts in geweld. Vol vuur sprak hij over de noodzaak de School of Humanities beantwoordde Wil- van dialoog, van discussies tussen studenten lem Witteveen het soms vileine cynisme uit de met diverse nationaliteiten, uiteenlopende zaal, met erudiete beminnelijkheid. Hij werd achtergronden en pluriforme politieke oriën- niet — zoals wij, de rest van de staf — bang en taties. boos. Hij leek de hatelijkheden niet eens te Hij zag een ideaal voor zich waarin docen- bemerken. Zijn aristocratische geest liet zich ten echt betrokken waren bij studenten. Zo niet vangen in een kleinzielig debat. Na die zouden ze studenten bij hen thuis ontvangen eerste presentatiebijeenkomst waren we in en met hen hun favoriete boeken bediscussië- één klap een hechte groep en hadden we een ren. Er zouden naast het rijk gevulde curricu- leider: Willem Witteveen. Hij was de dean van- lum, met talloze keuzemogelijkheden, allerlei af de start in 2008. Hij werkte niet alleen voor extracurriculaire activiteiten georganiseerd Liberal Arts, hij was Liberal Arts. Hij schakelde worden. Er zou een prachtige ruimte, liefst zelf moeiteloos tussen het recht, de literatuur, een bibliotheek, moeten komen waar docen- de geschiedenis en de filosofie. Wezen en werk ten en studenten elkaar konden ontmoeten waren bij deze homo universalis niet van el- en waar een piano zou staan. Ook zou je je te- kaar te onderscheiden. rug kunnen trekken voor stille concentratie Ook tussen leer en leven zat bij hem geen en studie. In de loop van het gesprek opperde verschil: de openheid van zijn theoretische ik praktische bezwaren en stelde voor som- benadering was in lijn met zijn geloofsover- mige randvoorwaarden eerst eens uit te zoe- tuiging en met zijn opstelling in debatten. Ik ken. Onze rolverdeling was geboren. heb nog nooit iemand ontmoet die zo veel Natuurlijk zag de werkelijkheid er uitein- respect toonde voor het standpunt van zijn delijk niet zo uit als zijn ideaal. Dat stelde Wil- opponent. Hij kwam uit een milieu van soefi’s, lem Witteveen echter niet teleur want hij was een beweging die streeft naar de eenheid van behalve een idealist een onverbeterlijke opti- alle wereldgodsdiensten. In zijn zeldzame mist. Daardoor was hij bestand tegen tegen- uitspraken over godsdienst was hij zeer terug- slag. Toen Liberal Arts in 2008 startte en wij houdend. Hij was van mening dat je een gods- ons als vaste staf presenteerden aan de col- ervaring niet onder woorden kunt brengen. lega’s van de School of Humanities, waar onze Hij vertelde eens dat hij op dit punt veel her- opleiding werd ondergebracht, viel Willem kende in het taoïsme.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 64 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Alkeline van Lenning Zachte kracht

Door de combinatie van vriendelijke bena- blik waarmee hij onbevangen rondkeek. Wat derbaarheid en eruditie was Willem Witteveen was hij het leven toegewend. zeer geliefd bij de studenten. Hij inspireerde Hij bleef zich onverminderd inzetten voor en imponeerde. Als geen ander begreep hij dat de opleiding: hij gaf een veelgeprezen cursus onderwijzen het faciliteren van leren is. Zijn retorica en verzorgde samen met David Jan- eruditie, brille en wijsheid verraadden zich op sens een zeer waardevolle inleiding in de talloze manieren. Maar zich laten gelden deed geesteswetenschappen en het recht. Ik klaag- hij niet. Hij had grote moeite met de scorings- de, als nieuwe dean, met regelmaat over de drift in de politiek en wilde daarom niet in de werklast. Hij was altijd bereid te helpen. Dat Tweede Kamer zitten. Hij herkende de moei- deed hij bijvoorbeeld door zich beschikbaar lijkheden van een intellectueel in de politiek te houden als spreker op onze jaarlijkse ope- zoals die door Michael Ignatieff in diens boek ningsconferentie. In 2013 was het thema: de Fire and Ashes zijn beschreven. regulering van prostitutie in Nederland. Een Toen studenten hem dit voorjaar interview- van de sprekers was resoluut voor een volle- den, omschreef hij zichzelf als een dromer. Ik dig prostitutieverbod, een ander bepleitte heb hem altijd meer als een kunstenaar be- regulering en Witteveen koos op zijn gebrui- schouwd. Hij kon zich op veel verschillende kelijke elegante wijze een weloverwogen manieren uiten: hij speelde piano, tekende en standpunt: ‘I am a reluctant regulator’, zei schilderde. Hierover zei hij in navolging van hij. Karel Appel : ‘Ik rotzooi maar wat. Het belang- Maar hij stelde zich niet alleen beschikbaar rijke is dat je expressief bent, iets uitdrukt op voor glansrollen. Hoewel hij, zoals opgemerkt, een totaal andere manier dan anders.’ probeerde om onder administratieve en orga- Willem Witteveen schreef gedichten, nisatorische taken uit te komen, was hij zeer mooie artikelen en boeken. Hij kweet zich als bereid om klusjes op zich te nemen die door een kunstenaar van zijn academisch taken. de rest van de staf als een soort corvee werden Als het maar enigszins kon liet hij de bureau- ervaren. Zoals het houden van toelatingsge- cratische noodzakelijkheden, de administra- sprekken met aankomende eerstejaarsstuden- tie en organisatie van het onderwijs en de ten. Dat vond hij vreselijk leuk om te doen. Hij strijd om financiën, aan anderen over. Deze nam de middelbare scholieren volkomen seri- activiteiten zijn de laatste decennia steeds eus en had er zichtbaar plezier in om met hen meer tot de ‘core business’ van wetenschap- te discussiëren. Vaak zag hij veel meer in de pers gaan behoren. Het moet de hedendaagse door hen geschreven essays dan er feitelijk op universiteit te denken geven dat iemand die papier stond. Met als gevolg dat zijn oordeel deze taken minimaal of gewoon niet uitvoer- over de kandidaat bijna altijd bijzonder mild de, op handen gedragen werd door studenten was. Als er een twijfelgeval wordt toegelaten en collega’s. voor onze opleiding spreken we van ‘een Wit- Vanaf 2012 veranderde onze werkverhou- teveentje’. ding. Ik volgde Willem Witteveen op als dean Vaak werd ik getroffen door zijn vriende- en hij nam een meer adviserende rol op zich. lijkheid en bescheidenheid. Door zijn zacht- Hij zocht veelvuldig contact en kwam vaak aardigheid vergat je soms zijn scherpzinnige naar mijn werkkamer toe onder het motto: intelligentie. Het volgende citaat van Laozi ‘Dat is goed voor mij, dan loop ik een stukje.’ — een Chinese wijsgeer (604 — 531 v.Chr.) en Ik zag hem dan vanuit mijn raam over de cam- een van de grondleggers van het taoïsme — pus aan komen, die energieke verende tred, doet me aan hem denken: Water is vloeibaar, dat enigszins trekken van het linkerbeen, het zacht en helend. Door water kan een rots uitslij- opgeheven hoofd en die vrolijke loensende ten. Een rots is star en hard en kan niet genezen.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 65

Alkeline van Lenning Zachte kracht

Alles wat vloeibaar, zacht en helend is, zal hard- het geluk. Zijn fysieke stem is het zwijgen op- heid en onbuigzaamheid overwinnen. Het zachte gelegd en Liberal Arts and Sciences zal nooit is sterk. meer hetzelfde zijn. Maar meer dan ooit zijn Willem Witteveens verhaal weerklonk niet we vastberaden om het werk in zijn geest meer op onze openingsconferentie van afgelo- voort te zetten en te laten zien hoe sterk zachte pen augustus. Hij zou spreken over de staat en waarden kunnen zijn.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 66

Politiek handelen is ook retorisch handelen

RUUD KOOLE

Redacteur S&D, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit Leiden en senator voor de PvdA

In de Eerste Kamer was Willem Witteveen in wetenschappers die werkgroepen verzorgden letterlijke zin mijn meest nabije collega: wij voor het vak Staatkunde voor eerstejaars rech- zaten naast elkaar in het Kamerbankje van de tenstudenten, een combinatie van politi­ plenaire zaal. Wanneer het debat het toeliet en cologie en staatsrecht, waar hij een groot hijzelf geen woordvoerder was, zag ik hem voorstander van was. Zelf had hij aan die uni- daar regelmatig in een boek lezen. Tijdens een versiteit politieke wetenschappen gestudeerd van de laatste plenaire debatten voor zijn tra- binnen de rechtenfaculteit. Toen al viel zijn gische dood beval hij mij het boek aan dat hij enorme eruditie op. Dat bleek ook uit het op dat moment aan het lezen was: Fire and proefschrift dat hij in die tijd afrondde. Daar- Ashes van Michael Ignatieff. Hierin doet Igna- in besteedde hij veel aandacht aan het belang tieff op openhartige wijze verslag van zijn be- van taal in de politiek en in het recht. Woor- levenissen in de politiek. Vanuit de weten- den doen ertoe. schap (Ignatieff was hoogleraar aan Harvard) begaf Ignatieff zich ongeveer tien jaar geleden Het theater van de politiek in de actieve nationale politiek van zijn land, Canada, om na een aantal jaren — sadder and Veel aandacht had hij ook voor het politieke wiser — weer terug te keren op de universiteit. spel, in de goede betekenis van het woord. Een Witteveen was heel enthousiast over de later boek van hem heette niet voor niets Het eerlijkheid waarmee Ignatieff de spanning theater van de politiek (1992). Witteveen wist beschreef tussen de autonomie van een we- hoe belangrijk de manier is waarop een politi- tenschapper en de druk die er van alle kanten cus zich uit. In zijn woorden: ‘De omgeving is op je wordt uitgeoefend wanneer je actief onzeker, de problemen moeilijk hanteerbaar, bent in de politiek. Ik vermoed dat dat ook de publieke aandacht groot. Dat maakt het des kwam omdat hij er veel van zijn eigen wereld te belangrijker dat de politicus in staat is an- in herkende. Willem Witteveen was immers deren te overtuigen. Politiek handelen is in tegelijk wetenschapper en politicus; hoogle- toenemende mate retorisch handelen.’ raar en senator. Maar Willem Witteveen wist ook als geen Willem Witteveen kende ik niet alleen als ander dat er gevaren kleven aan de kunst van mede-senator. Ook als collega-wetenschapper het overtuigen: ‘Iemand die zich daarop toe- en als partijgenoot heb ik hem door de jaren legt heeft een oneerlijke voorsprong op men- heen regelmatig getroffen. Ruim een kwart­ sen die eerlijk voor hun mening uitkomen: hij eeuw geleden ontmoette ik hem voor het kent de trucs, stelt zich strategisch op, laat eerst in Leiden binnen de groep van jonge zwakke argumenten van sterke winnen. Er is

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 67

Ruud Koole Politiek handelen is ook retorisch handelen

in onze cultuur toch altijd het gevoel dat ie- verantwoordelijkheid. In zijn proefschrift had mand die “een mooi verhaal houdt” ons wan- hij ficties al omschreven als ‘algemeen geac- trouwen verdient. Met die kritische instelling cepteerde onwaarheden’. In het vak Staatkun- worden ook politici tegemoet getreden als zij de had hij zijn collega-docenten reeds gewe- hun noodzakelijke retorische activiteiten ont- zen op het nut daarvan voor het in stand plooien.’ Een politicus ziet zich aldus voor de houden van de rechtsstaat. Het verdedigen opdracht geplaatst retorica in te zetten, maar van die nuttige ficties mag niet leiden tot rela- zonder loze woorden of gladde praatjes te tivisme, zei hij, maar vraagt een permanente gebruiken. Inhoud voorop, maar wel goed discussie over hoe wetten en regels moeten gebracht. worden geïnterpreteerd. Wetgeving is vooral Die uitdaging is makkelijker geformuleerd ook deliberatie en interpretatie. dan uitgevoerd, wist ook Witteveen. Hij was Dat merkte ik bijvoorbeeld vorig voorjaar altijd zeer kritisch op de inhoud en een zekere toen de vraag opkwam of Kamerleden die niet koppigheid daarbij was hem niet vreemd, de eed wilden afleggen bij de inhuldiging van maar tegelijk was hij mild in zijn oordeel wan- de koning aanwezig konden zijn op de verenig- neer het een politicus een keer niet lukte in- de vergadering van het parlement in de Nieuwe houd en retoriek in de juiste verhouding met Kerk. In pers en parlement werd door sommi- elkaar te combineren. Maar wanneer de in- gen de stelling verdedigd dat dit niet mocht, houdelijke argumentatie onder de maat bleef, omdat de wet het niet zou toestaan. Willem was hij streng, niet door iemand de les te le- Witteveen, die zelf overigens de eed wel zou zen, maar juist door indringende vragen te afleggen, was het daar niet mee eens, zo schreef stellen. Dat stellen van indringende vragen hij mij in een uitvoerige e-mail. Hij redeneerde was ook zijn handelsmerk in de fractie in de als volgt: ‘Letterlijke interpretatie van de wet Eerste Kamer. Want alleen door middel van leidt tot een absurde uitkomst. Er zijn dan geen een open discussie in de fractie kon zijns in- regels over quorum, er zijn geen voorzieningen ziens een afgewogen inhoudelijke opstelling geschapen voor afwezige leden die ziek zijn of worden bereikt en een daarbij passende reto- principieel niet in willen stemmen met onder- rische invalshoek worden gekozen. steuning van de Koning. Dat betekent dat we over moeten gaan op een redelijke wetsuitleg. De scheiding der machten als Mijns inziens is die dan dat het wat de Koning een nuttige fictie betreft om een echte eed gaat ten overstaan van de Staten-Generaal. De plechtige verklaring Willem Witteveen was zeer op zijn plaats in de [van de Kamerleden] die erop volgt is geen eed, Eerste Kamer. Hij was daarvan lid van 1999 tot maar een politieke reactie op het politieke feit 2007 en op opnieuw vanaf januari 2013. Het dat de eed is afgelegd en de Koning daardoor idee van de Eerste Kamer als ‘chambre de ré- zijn ambt heeft aanvaard. Als er leden zijn die flexion’ was hem op het lijf geschreven. Reflec- zich met de inhoud van deze politieke verkla- tie op de kwaliteit van wetgeving, reflectie op ring niet kunnen verenigen, hebben zij het de rechtsstaat. Hij stond daarin niet alleen; de recht zich aan het uitspreken van steun te ont- meeste senatoren richten zich daarop. Maar trekken […] Ik zie geen enkele reden waarom door zijn grondige kennis van constitutionele een Kamerlid dat niet wil instemmen met de zaken, gekoppeld aan een doorwrochte eigen politieke wilsverklaring niet bij de plechtig- visie daarop, had hij een bijzondere inbreng. heid aanwezig zou kunnen zijn.’ Hij wist bijvoorbeeld dat de scheiding der Redelijke wetsuitleg: daar ging het hem machten een fictie is, maar wel een nuttige om. Geen letterknechterij, maar ruimte voor fictie, net zoals dat geldt voor de ministeriële een ‘redelijke’ interpretatie.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 68 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN

Ruud Koole Politiek handelen is ook retorisch handelen

Kritisch maar geen dissident de redenering dat het handhaven van die op- merking, gegeven de gevoelige discussie over Dat inzicht bracht hij ook in in discussies in de deze kwestie in zijn partij, alle aandacht op die Eerste Kamer. Dit voorjaar was hij woordvoer- kwestie zou vestigen, terwijl zijn verhaal toch der in het debat over de staat van de rechts- veel breder was. staat. Niet toevallig begon hij zijn inbreng met Een enkele keer stemde hij anders dan de de vraag hoe we de democratische rechtsstaat, meerderheid van zijn fractie. Dat was bijvoor- waar we allemaal natuurlijk vóór zijn, moeten beeld het geval bij de verlenging van de zoge- interpreteren. De ondergrens is een fatsoen- heten Rotterdamwet. Hij stemde tegen dit lijke overheid, maar het ideaal is toch een vrije wetsvoorstel dat de mogelijkheid om inko- samenleving van burgers? Als dat zo is: wegen menseisen te stellen aan woningzoekenden we de verschillende belangen dan wel altijd in bepaalde delen van de stad nog vele jaren goed? Daar wilde hij graag een debat over. Is wilde verlengen. Dat achtte hij niet verenig- veiligheid niet zo sterk voorop komen te staan baar met de rechtsstaat. Maar Witteveen was dat justitie daardoor op de achtergrond is ge- in zijn stemgedrag in het algemeen zeker raakt, zoals alleen al de naamgeving van het geen dissident. Wel was het voor hem steeds departement suggereert? van belang dat er een grondige discussie Hij noemde voorbeelden van voorstellen vooraf was gegaan aan de uiteindelijke stand- waarbij deze vragen in het geding zijn, zoals puntbepaling, ook al voldeed dat standpunt de invoering van verplichte minimumstraffen niet of niet volledig aan wat hij zelf graag had (‘waarbij we het oordeel van de rechter dus gezien. niet meer vertrouwen’), het strafbaar stellen van illegaal verblijf (‘waarbij we straf opleg- Eerste Kamer wetgevingskamer, gen om wat iemand is in plaats van om wat hij Tweede Kamer beleidskamer gedaan heeft’), lichte normovertredingen niet meer onder gezag en regie van een rechter af Zoals gezegd voelde Willem Witteveen zich te doen maar door parketmedewerkers onder zeer thuis in de Eerste Kamer; toch zag hij die regie van een officier van justitie (‘waarbij we Kamer het liefst van karakter veranderen. Bij de trias politica veronachtzamen’) of het plan een debat over de wijze van verkiezing van de de straf al uit te voeren terwijl het hoger be- Eerste Kamer in het vroege voorjaar van 2013, roep nog loopt (‘waarbij we de rechtsbescher- waar ik het woord mocht voeren, kon hij het ming ondermijnen’). Prangende vragen, waar- niet laten mij te wijzen op zijn idee voor een voor hij aandacht vroeg in de fractie alvorens grondwetswijziging die van de Eerste Kamer zijn inbreng te leveren in de plenaire zaal. een ‘wetgevingskamer’ zou maken en van de Betekende dat dat Witteveen alleen maar Tweede Kamer een ‘beleidskamer’. Hij vond voor een wetsvoorstel stemde wanneer die het maar vreemd dat bij elke denkbare gele- vragen in zijn ogen overtuigend waren beant- genheid weer getwijfeld wordt aan het nut en woord? Nee, net als Ignatieff in zijn boek over de noodzaak van de Eerste Kamer, terwijl niet Canada schrijft, was het voor hem als individu- gekeken wordt naar nut en noodzaak van de eel politicus onmogelijk om alleen maar in te Tweede Kamer. Vandaar zijn idee voor een stemmen met zaken waar hij het 100 % mee grondwetswijziging. In een e-mail schreef hij eens was. Wikken en wegen. Andere belangen mij: ‘Misschien is het aardig dit radicale alter- dan inhoudelijke overwegingen tellen ook. Zo natief te vermelden, al is het maar voor de kwam de opmerking over het strafbaar stellen Handelingen, want realisatie ervan is zeer ver van illegalen uiteindelijk niet terecht in zijn weg. Maar die fundamentele discussie over plenaire inbreng. Hij liet zich overtuigen door het vertegenwoordigend stelsel zou het voor-

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 69

Ruud Koole Politiek handelen is ook retorisch handelen

deel hebben dat er ook kritisch wordt nage- in 2005 kwam een nieuw Beginselprogramma dacht over het functioneren van de Tweede tot stand. Willem Witteveen zat toen niet in de Kamer waar ook veel aan kan worden verbe- commissie, maar steunde wel de gekozen aan- terd en de twee Kamers als gezamenlijk parle- pak, ondervond ik destijds als partijvoorzitter. ment positioneren tegenover de regering en Zo was hij: zonder rancune, de inhoud voorop overige machten (ook in Europa).’ en nooit op de man spelend. In zijn partij, de PvdA, was hij op vele ver- Op 17 juli 2014 zat Willem Witteveen met schillende manieren actief. Naast zijn senator- zijn vrouw Lidwien en hun dochter Marit in schap was zijn bekendste activiteit in of na- het vliegtuig op weg naar hun vakantiebe- mens de PvdA het voorzitterschap van een stemming. De MH17 werd uit de lucht gescho- commissie die een nieuw Beginselprogramma ten boven een land in burgeroorlog door een moest opstellen. Dat speelde rond 2000. De fatale vergissing van oorlogvoerende bendes. harde werkelijkheid van de politiek is hij toen Het contrast met de vredelievende, beminne- als wetenschapper al wel tegengekomen. Veel lijke Willem Witteveen is groot. Wetenschap energie was gestoken in discussies met de par- en politiek verloren met Willem Witteveen een tij en in het opstellen van een erudiet concept, erudiete en inspirerende docent en sociaal- maar dit project zou uiteindelijk stranden. Pas democraat.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 70

Creatieve wetenschapper

MARGO TRAPPENBURG

Bijzonder hoogleraar Sociaal-politieke aspecten van de verzorgingsstaat aan de Universiteit van Amsterdam

Soms vraag ik me af of ik in deze tijd ooit we- belangrijk deel van het leven aan de acade- tenschappelijk onderzoekster aan de universi- mie zou moeten bestaan uit het lezen van teit zou zijn geworden. Junior-onderzoekers mooie, belangrijke boeken. Dat konden poli- moeten nu een waterdichte opzet aanleveren tiek-filosofische boeken zijn, maar ook soci- voor een promotieonderzoek, keurig systema- aal-wetenschappelijke, of diepgravende be- tisch afgebakend, gebaseerd op passende the- schouwingen over de grondslagen van het orie, liefst met ingewikkelde methoden (‘mul- recht. Het was vooral zaak dat je je als acade- tilevel’-analyse, experimenteel design, ‘Q-sort’ micus breed oriënteerde en dat je je liet inspi- en vergelijkende ‘case studies’). reren door allerlei perspectieven en benade- Ik weet niet of ik anno nu als junior gehoor ringen. Wetenschapper was een creatief zou vinden voor mijn hartenkreten: ‘Ja, maar beroep en daarom hadden we in ons kleine ik vind het veel leuker om in het Nederlands te onderzoekscentrum ook regelmatig exposi- schrijven. Ik kan veel beter en veel mooier ties van onbekende kunstenaars. Eind jaren schrijven in het Nederlands. Ik hou trouwens tachtig een proefschrift schrijven bij Willem ook van Nederland, van de pietepeuterige Witteveen was leerzaam en vooral heel erg luxeproblemen die we hier kunnen bespre- leuk. ken; ik wil iets schrijven waar politici en be- Willem Witteveen zat in de redactie en later leidsmakers wat aan hebben of waar ze zich in de redactieraad van S&D, en ook in die hoe- aan kunnen ergeren.’ danigheid pleitte hij voor creativiteit. &S D had Ik had geluk. Ik mocht mijn promotie­ in die tijd een poëzierubriek die bijna elke onderzoek doen in 1989 bij Willem Witteveen. vergadering ter discussie stond. Wat deed een Er lag een onderzoeksvoorstel waar hij geld gedicht daar tussen al die politieke essays, voor had gekregen waarmee twee junior-on- wetenschappelijke stukken en belangwek- derzoekers konden worden aangesteld, maar kende boekbesprekingen? Zijn retorische ga- mijn mede-junior en ik hoefden ons niet aan ven hebben de poëzierubriek menigmaal van de daarin beschreven aanpak te houden. Als de ondergang gered. het onderzoek maar in de vage verte zou gaan Willem was het die mijn naam noemde over ‘wetgeving en communicatie’ was het toen er nieuwe redactieleden werden gezocht; goed. Hij hechtte niet aan een waterdichte op zijn voorspraak kwam ik — prille weten- opzet; ik mocht gewoon een eerste hoofdstuk schapster met nog maar weinig publicaties — van mijn boek gaan schrijven en dan zouden door de ballotage. Het lidmaatschap van de wij wel weer verder zien. S&D-redactie gaf mij de kans om naar harten- Zelf deed hij niets liever dan mooi schrij- lust dingen te schrijven waar politici en be- ven, Willem had zich immers gespecialiseerd leidsmakers zich aan konden ergeren en mo- in retorica. Hij was weliswaar jurist maar gelijk een enkele keer hun voordeel mee vooral politiek filosoof en hij vond dat een zouden kunnen doen.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 71

Margo Trappenburg Creatieve wetenschapper

In 1989 leken veel wetenschappers een pas gelezen boeken over alle mogelijke onder- beetje op Willem Witteveen. In 2014 is dat niet werpen. Hij bleef zelf ook mooie boeken meer het geval. De meeste academici zijn saai- schrijven, gewoon in het Nederlands, en hij er en degelijker geworden: ze publiceren in bleef intens geïnteresseerd in de Nederlandse ‘peer reviewed’ tijdschriften, liefst in een politiek. De laatste keer dat ik hem tegen- klein overzichtelijk vakgebied zodat ze al- kwam praatte hij vol enthousiasme over een thans op dat gebied gelezen worden door hun gastdocentschap aan de internationale uni- vakbroeders in verre buitenlanden. Maar Wil- versiteit van Venetië, waar hij doceerde over lem Witteveen bleef een algemeen geïnteres- het werk van Italo Calvino. seerde intellectueel. Als je hem tegenkwam We zullen zijn inspirerende, creatieve geest praatte hij nog steeds vol enthousiasme over missen in de wetenschap.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 72

Willem is weg

HERMAN VAN GUNSTEREN

Emeritus hoogleraar politieke theorieën en rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden

Op 1 juni 1988 promoveerde Willem Witteveen. waren. In de Staatkundige Jaarboeken nodig- Met lof. In een bloemrijke tekst van aanzien- de hij ze uit om in hun werk de volgende stap lijke omvang — als Willem taalspeelde was hij te wagen. Mij hielp hij bij het formuleren van nooit kort, het plezier spatte eraf en waarom de conclusies voor de handelseditie van mijn zou je het niet nog wat langer laten duren — The Quest for Control. Echt zijn draai vond Wil- had hij de klassieke retorica voor de eigen tijd lem toen hij zich in de retorica verdiepte en beschikbaar gemaakt en met vrucht gebruikt tijdens een verblijf in Oxford het proefschrift bij de behandeling van vragen van staatsrecht. ­ voor een groot deel op papier kreeg. Zijn open- De Leidse promotieplechtigheid was geestrijk. heid behield hij, maar een zekere onbestemd- Toen de pedel hem met zijn ‘hora est’ onder- heid van een intelligente jongeling van goe- brak, reageerde Willem gevat door naar de den huize maakte plaats voor geprononceerde pedel te wijzen onder het uitroepen van ‘een uitspraken die met milde geestigheid werden taaldaad!­­’ — een demonstratie die precies in gebracht. Willem Witteveen kreeg een eigen zijn betoog paste. plaats en stem in het Nederlandse denken Na afloop was er een diner in Voorschoten over de publieke zaak. en vervolgens een feest in bij de Na de samenwerking in het intensieve pro- ouders van de jonge doctor aan de Waldeck motietraject werd het contact tussen hem en Pyrmontlaan. Vandaar fietste ik rond drie uur mij uiteraard minder frequent. Ik ging verder in een volle maannacht terug naar Oegstgeest. met nieuwe aankomende wetenschappers en Ik besloot even langs het kerkhof voor Cana- hij werd hoogleraar in Tilburg. Van tijd tot tijd dese vliegers uit de Tweede Wereldoorlog te deden we wel een beroep op elkaar, nooit tever- gaan om ze te bedanken. Het kerkhof, dat in geefs. Bij mijn afscheid als hoogleraar schreef een mild golvend duin had gelegen, was ver- hij een beschouwing over mijn werk in de Aca- vangen door villa’s. Ineens was het er niet demische Boekengids. Ik was daar blij en ver- meer. Nu is Willem er ineens niet meer. Ook guld mee. Als we elkaar zagen was er altijd het uit de lucht geschoten. plezier van de uitwisseling van gedachten en Willems afstudeerscriptie had de mooie waarnemingen — Willem Witteveen kon met titel De omgeving van het milieu. Hij wilde aan- liefde en humor benoemen wat zich in de pu- vankelijk op dat spoor doorgaan, maar vond blieke sfeer afspeelde. Het laatst sprak ik hem geen financiering voor zijn plannen — die wa- dit voorjaar bij de presentatie van een boek van ren inderdaad nog wat onbestemd. Hij kreeg Tom Eijsbouts (ook een oud-promovendus en een aanstelling voor staatsrecht aan de Uni- hoogleraar) in sociëteit Arti in Amsterdam. Ik versiteit Leiden en stortte zich vol op dat vak. herinner me Willems halfscheve lachje dat zijn Hij had een goed oor voor wat onder collega’s rake woorden een eigen tint meegaf. leefde. Vaak wist hij precies dat te spiegelen Bij de herdenkingsbijeenkomst voor Wil- waar ze in hun betoog tastend naar op zoek lem in Tilburg op 18 september mocht ik wat

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 IN MEMORIAM WILLEM WITTEVEEN 73

Herman van Gunsteren Willem is weg

pianospelen. Voor de achterblijvenden. Wil- mensen eigenlijk bedoelen als ze spreken, lem zelf kan niet meer doen waar hij zo goed muziek maken, schilderen… Blij worden van in was: luisteren en naar boven brengen wat die herdenking gaat ook niet meer.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014 74 A. L. Snijders De stad

Mijn neef Adriaan werd in 1927 op een schip naar Amerika geboren. Zijn moeder (een zuster van mijn moeder) ontvluchtte Europa niet vanwege de economie, de politiek of het gluipende oorlogsgevaar, het ging om de vader van Adriaan, een Roemeense auto- handelaar die al een voltooid gezin had en liever in zijn vaderland bleef. Hij was trou- wens fatsoenlijker dan de voortekenen deden vermoeden: hij bleef geld sturen tot zijn zoon eenentwintig was. Moeder en zoon werden woestijnnomaden in Nevada, hij ging nooit naar school, zijn moeder wilde dat hij alles leerde van de rode rotsen en dat hij niet zou opkijken van de stilte van honderden miljoenen jaren. Sinds ze hem had leren lezen, haalde hij boeken uit kleine plattelandsbibliotheken, steden bezochten ze nooit. Maar hij wist na enige tijd alles van de Renaissance, hij had zijn rijbewijs en was populair bij de meisjes in de wegrestaurants. Zijn leven was als ondiep water, het kon naar alle kan- ten lopen, het kende weinig onneembare obstakels. Behalve één: de grote stad. De enige keer dat ik hem in de woestijn bezocht (in 1962), vertelde hij dat de wereld ten onder zou gaan aan de grote stad. Hij citeerde de Amerikaanse schrijver Henry Adams, die voor- speld had dat de mensheid zou versplinteren in haar vooruitgang. Toen hij in 1904 uit Europa terugkeerde naar New York, bood de stad hem een apocalyptische aanblik.

‘Hij vond het uitzicht indrukwekkender dan ooit — fantastisch — in niets gelijkend op wat de mens ooit had aanschouwd — en evenmin op wat hij ooit had willen aanschou- wen. Door de poging iets te verklaren dat elke zingeving tartte raakte de omtrek van de stad buiten zichzelf, de energie leek aan haar dienstbaarheid ontstegen en voor haar eigen vrijheid op te komen. De cilinder was ontploft en had grote hoeveelheden steen en stoom tegen de hemel gesmeten. De stad spreidde een hysterisch gedrag tentoon en de burgers schreeuwden in alle toonaarden van woede en ontzetting dat de nieuwe krach- ten koste wat kost aan banden moesten worden gelegd. Ongedachte welvaart, een macht waarover de mens nooit eerder had beschikt, snelheid zoals tot dan toe slechts was be- reikt door meteoren hadden de wereld prikkelbaar, nerveus, gemelijk, onredelijk en bang gemaakt.’

Op de terugreis, niet wetend wat mij nog te wachten stond, was dit mijn mantra: prikkel- baar, nerveus, gemelijk, onredelijk en bang.

S& D Jaargang 71 Nummer 5 Oktober 2014