Jaarverslag 2018

Jaarverslag 2018 Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden

‘Leren voor het Leven’

Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden Bestuursnummer 41579

Inhoud TOELICHTING COLLEGE VAN BESTUUR ...... 3 TOELICHTING RAAD VAN TOEZICHT ...... 5

1. VERSLAG VAN HET JAAR 2018 ...... 6 1.1 Visie, kernwaarden en ambities ...... 6 1.2 Verslag van onze activiteiten in 2018 ...... 6 1.2.1 Maatregelen lerarentekort ...... 7 1.2.2 Het beste uit ieder kind...... 7 1.2.3 Passend Onderwijs ...... 11 1.2.4 Ouders als educatieve partners ...... 12 1.2.5 De school verbonden met de wijk ...... 13 1.2.6 De lerende gemeenschap ...... 14 1.2.7 Coachend leiderschap ...... 17 1.2.8 Ons huis op orde/optimalisering bedrijfsprocessen ...... 17 1.2.8.1 Algemeen ...... 17 1.2.8.2 Personeel ...... 19 1.2.8.3 Financiën en bedrijfsvoering ...... 23 1.2.8.4 Huisvesting ...... 23

2. ORGANISATIE ...... 26

3. ORGANISATIE EN DE OMGEVING ...... 29

4. HET JAAR 2018 - VERSLAG VAN ONZE FINANCIËN ...... 30 4.1 Het resultaat 2018 ...... 30 4.2 De continuïteit ...... 33 4.3 Risicomanagement ...... 39 4.4 Treasury-verslag ...... 41 4.5 Kengetallen ...... 42

JAARREKENING 2018 ...... 43 Kengetallen ...... 44 Grondslagen en waarderingen ...... 45 Balans na resultaatbestemming...... 52 Staat van Baten en Lasten ...... 53 Resultaatverdeling ...... 54 Kasstroomoverzicht ...... 55 Toelichting op de Balans...... 56 Toelichting op de Staat van Baten en Lasten ...... 63

Bijlage 1. Overzicht van functies, nevenfuncties en rooster van aftreden Raad van Toezicht ...... 73 Bijlage 2. Overzicht afkortingen ...... 76 Bijlage 3. Besteding werkdrukmiddelen 2018 ...... 77 Bijlage 4. Verantwoording middelen passend onderwijs ...... 78 Bijlage 5. Verantwoording inzet middelen prestatiebox ...... 79

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 2

TOELICHTING COLLEGE VAN BESTUUR

Dit is het jaarverslag 2018 van Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden (hierna te noemen StWT). Met het jaarverslag leggen wij verantwoording af over het gevoerde beleid, de behaalde resultaten en vanzelfsprekend ook de financiële gang van zaken.

Het jaar 2018 stond in het teken van ‘terug naar de bedoeling van het onderwijs’. Zoals Daniel Kim1 in zijn Pyramide ontwikkelen van wijsheid aangeeft, als de weg vooruit niet meer duidelijk is, keer dan terug naar de basis: terug naar je missie, je waarden en je identiteit. In ons geval: terug naar de bedoeling van het onderwijs.

Daniel Kim: ontwikkelen van wijsheid

Dat is wat we in 2018 hebben gedaan. Het lerarentekort leidde tot steeds meer inhuur van tijdelijk en duurder uitzendpersoneel. Sommige leerkrachten gingen zelfs uit dienst om via een uitzendbureau of ZZP-constructie weer in het onderwijs terug te keren en op die manier met meer flexibiliteit en betere arbeidsvoorwaarden te kunnen blijven werken. Deze weg vonden wij niet wenselijk. We hebben een pas op de plaats gemaakt: de inzet van tijdelijke inhuurpersoneel is stopgezet en in een hackathon van de gemeente – en als vervolg daarop in gezamenlijke sessies met directeuren – hebben we gekeken naar de bedoeling van het onderwijs: onderwijs van deze tijd, en onderwijs gericht op de toekomst. Vanuit de bedoeling van het onderwijs bekeken we vervolgens hoe we ons onderwijs kunnen inrichten. Kan dat anders? Hoe zetten we ons personeel in? Vragen waarop geen eenduidig antwoord bestaat. Iedere school is immers anders. Maar in gezamenlijkheid kunnen we wel de vrijheid van denken stimuleren en faciliteren waardoor vervolgens elk schoolteam zijn eigen unieke maatwerkaanpak kan uitdenken. Vanaf medio 2018 hebben we hiermee een begin gemaakt en in 2019 vervolgen we dit proces.

Een proces dat mooi aansluit bij het proces van ons team van ‘Toekomstbouwers’. Voor ons nieuwe strategisch beleidsplan 2019-2023 hebben we nadrukkelijk de stem aan de leerkracht gegeven. In 2018 hebben circa twaalf leerkrachten, Toekomstbouwers, met de hulp van een projectleider gewerkt aan het vervolg van ons strategisch beleidsplan 2014-2018. Een intensief traject waarbij de Toekomstbouwers samen een visie en strategie hebben bepaald op basis van onder meer een enquête onder medewerkers, interviews met directies en een ‘scholentour voor leerkrachten’ in oktober 2018. Het product is ons nieuw strategisch beleidsplan, het resultaat is een verdere verankering van de lerende organisatie.

Daarnaast hebben we in 2018 gewerkt aan plannen om personeel beter aan ons te binden, aan meer mogelijkheden voor het opleiden van onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel, aan de extra inzet van studenten, stagiaires en zij-instromers en de begeleiding daarvan. En hebben we maar liefst drie nieuwe/gerenoveerde schoolgebouwen in gebruik mogen nemen.

1 Daniel Kim, Amerikaanse organisatie-consultant op het gebied van de lerende organisatie

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 3

We sloten het jaar 2018 af met een tekort van € 657.730, terwijl we een tekort van € 2.296.863 hadden begroot. Het verschil is grotendeels veroorzaakt door de vertraging in de afrekening van de nieuwe schoolgebouwen. Deze kosten hebben wij doorgeschoven naar 2019. Door onze gezonde financiële conditie hebben we de afgelopen jaren ‘negatief’ kunnen begroten om te investeren. Onze reservepositie is nu meer in evenwicht en we sturen de komende jaren op een begroting waarbij de inkomsten en uitgaven in balans zijn.

Amsterdam, 22 mei 2019, Joke Middelbeek, bestuurder

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 4

TOELICHTING RAAD VAN TOEZICHT

De Raad van Toezicht (hierna te noemen RvT) van Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden kiest voor een brede taakopvatting. Dat uit zich in een proactieve werkwijze met bijzondere aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs binnen onze stichting.

De RvT vergaderde in 2018 acht keer. Onze vergaderingen richtten wij thematisch in. Zo hebben wij uitvoerig stilgestaan bij onder meer passend onderwijs/eigenaarschap, kansengelijkheid, de kwaliteit van het onderwijs, innovatie, nieuwe scholen en toekomstbestendig onderwijs. Vanzelfsprekend hebben ook het jaarverslag (2017) en de begroting (2019) een belangrijke plek in onze vergaderingen gehad, alsmede de bestuurlijke financiële rapportages die we dit jaar – gezien de overschrijding van 2017 – hebben ‘meegelezen’ om op die manier de financiën van dichtbij te kunnen volgen. Op basis van het jaarverslag, de begroting en de financiële rapportages hebben we geconcludeerd dat de onderwijsmiddelen doelbewust zijn ingezet.

Daarnaast hebben we dit jaar nadrukkelijk aandacht gehad voor de bestuurlijke verantwoording van het strategisch beleidsplan 2014-2018 en het proces van onze Toekomstbouwers met als resultaat het nieuwe strategisch beleidsplan voor 2019-2023. Tijdens twee ‘vrije vergaderingen’ heeft de RvT zich gebogen over de strategische richting (2019-2023) en over de wijze waarop de RvT toezicht kan houden op de kwaliteit van het onderwijs.

In april 2018 heeft de RvT in het kader van de bestuurlijke visitatie gesproken met de PO-Raad over haar wijze van toezichthouden op de kwaliteit van het onderwijs.

De RvT spreekt regelmatig met betrokkenen binnen de stichting. Dit om ‘feeling’ te houden met de organisatie. Een vertegenwoordiging van de RvT spreekt minimaal twee keer per jaar met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Bovendien worden de scholen bezocht. Maar ook informeel spreken de voorzitter en de leden waar mogelijk met medewerkers van de stichting, bijvoorbeeld bij recepties, presentaties en openingen. Hiermee wordt benadrukt dat de RvT, hoewel formeel toezichthoudend, ook onderdeel is van de ‘lerende’ gemeenschap. Daarnaast zoekt de RvT ook expliciet verbinding met interne en externe stakeholders van de stichting. Elk jaar organiseert zij daartoe minimaal één overleg met het éne jaar interne en het andere jaar externe stakeholders. In 2018 sprak de RvT een aantal keer met een bijzondere groep interne stakeholders, de Toekomstbouwers.

Op 22 januari 2018 heeft de RvT haar eigen functioneren geëvalueerd. Daarnaast besteedt zij continu aandacht aan deskundigheidsbevordering van de afzonderlijke leden en van de RvT in haar geheel. De leden zijn lid van de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen) en de Raad past de code Goed bestuur van de PO Raad toe. Vanuit de RvT is een remuneratiecommissie ingericht die het functioneren van de bestuurder evalueert en beoordeelt. Hiervoor spreekt de commissie met diverse gremia binnen de stichting.

Tot slot, omdat een goede communicatie belangrijk is om goed en proactief toezicht te kunnen houden, overleggen de voorzitter van de RvT en de bestuurder regelmatig met elkaar.

Hans Nooren Voorzitter Raad van Toezicht

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 5

1. VERSLAG VAN HET JAAR 2018

1.1 Visie, kernwaarden en ambities StWT heeft haar gezamenlijke visie, kernwaarden en ambities geformuleerd in een strategisch beleidsplan 2014- 2018. Dit strategisch beleidsplan is in 2014 vastgesteld door het College van Bestuur (hierna te noemen CvB) met voorafgaande goedkeuring van de RvT en is de leidraad voor ons handelen. Een uitgebreide beschrijving van onze visie en kernwaarden is in dit beleidsplan terug te vinden.

Onze ambities: 1. het beste uit ieder kind 2. ouders als educatieve partners 3. de school verbonden met de wijk 4. de school/scholen als lerende gemeenschap 5. coachend leiderschap

Deze ambities gelden voor de scholen en het bestuurskantoor. De scholen werken daarnaast aan een eigen schoolplan en het bestuurskantoor aan een eigen toekomstplan.

In 2018 hebben we een nieuw strategisch beleidsplan gemaakt voor 2019-2023. Hierbij hebben wij nadrukkelijk stem gegeven aan de leerkracht. Van twaalf scholen kwamen leerkrachten bij elkaar als Toekomstbouwers. Met elkaar haalden zij input op binnen hun scholen (door onder meer enquêtes, interviews en door een scholentour, zie ook pagina 13 ‘verbinding tussen leerkrachten’). Vanuit alle informatie hebben deze Toekomstbouwers – onder leiding van een externe projectleider – ons nieuw strategisch beleidsplan 2019-2023 opgesteld in de vorm van een videoscribe (een animatiefilm met beeld en voice-over.). Onze Toekomstbouwers hebben we (bovenschools) gefaciliteerd (bijvoorbeeld voor het overnemen van de klas). De kosten hiervan bedroegen € 31.480. Dit is conform het bedrag dat we daarvoor hadden begroot.

Begroting 2018: ten laste van de reserves; stem aan de leerkracht: € 32.000 Realisatie 2018 € 31.480

1.2 Verslag van onze activiteiten in 2018 Met dit jaarverslag leggen we verantwoording af over onze activiteiten in 2018 en over de besteding van onze middelen, inclusief de begrote investeringen/onttrekkingen aan de reserves.

Voor het jaar 2018 was een tekort € 2.296.863 begroot (zie jaarverslag 2017 meerjarenbegroting/ continuïteitsparagraaf), gericht op investeringen in duurzame huisvesting, maatregelen om het lerarentekort op te vangen en investeringen in onderwijskwaliteit. Het tekort wordt gefinancierd door dit ten laste van de reserves te brengen. De door een doelmatig financieel beleid ontstane reserves worden zo naar beneden bijgesteld en ingezet ten behoeve van het onderwijs. Het resultaat van het jaar 2018 is - € 657.730. Dat is minder negatief dan begroot. In dit hoofdstuk geven we aan wat de uitgaven zijn geweest per beleidsvoornemen uit de begroting voor 2018. In de jaarrekening zelf (pagina 41) zijn de kosten verdeeld over de diverse rubrieken (zoals kosten externe inhuur, materiële kosten, kosten vervanging personeel, kosten nascholing, etc.).

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 6

1.2.1 Maatregelen lerarentekort We hebben in 2018 ingezet op een drietal maatregelen om het lerarentekort op te vangen en tegen te gaan.

Tijdelijk toegestane overschrijding door scholen om het lerarentekort op te vangen De eerste maatregel is een toegestane overschrijding (gelimiteerd) op een aantal scholen om tijdelijk – vooruitlopend op bijvoorbeeld uitstroom als gevolg van pensioen – extra personeel aan te stellen. Het uitgangspunt was om door middel van georganiseerde boventalligheid bij te dragen aan de verlaging van werkdruk en anderzijds om alvast personeel aan te nemen, zodat er direct mankracht voorhanden was als een collega vertrok. Het begrote budget is niet volledig uitgegeven. Vanwege het lerarentekort is het niet in alle gevallen mogelijk gebleken om extra personeel aan te stellen.

Begroting 2018: onttrekken aan reserves: tijdelijk toegestane overschrijding door scholen € 397.000 Realisatie 2018 € 281.505

Verhoogde ERD-voorziening In 2018 hebben we de ERD-voorziening2 met € 280.000 opgehoogd. Deze voorziening is bedoeld voor het bekostigen van vervanging wegens verzuim (als gevolg van ziekte, zwangerschap, rechtspositioneel verlof en ouderschapsverlof). Het is een maatregel die we hebben genomen omdat we zagen dat als gevolg van het lerarentekort steeds meer (duur) extern personeel ter vervanging voor verzuim werd ingezet. Uiteindelijk hebben we in 2018 de opgehoogde ERD-voorziening overschreden met € 65.000. Deze overschrijding is vooral veroorzaakt door de griepgolven in het voor- en najaar van 2018.

Begroting 2018: maatregel lerarentekort → ophoging ERD voorziening: € 280.000 Realisatie 2018 € 345.000

Verhoogde reiskostenregeling Deze maatregel had betrekking op een verbetering van onze reiskostenregeling. De cao PO vergoedt reiskosten tot een maximum van € 80 per maand. Dat gaf in de praktijk problemen wanneer we mensen wilden aantrekken van buiten de stad. We hebben daarom een regeling ingezet die meer vergoedt dan de cao. De netto uitgaven vallen ruim binnen het daarvoor begrote budget vanwege een hogere bijdrage van de gemeente Amsterdam. In 2019 wordt de regeling geëvalueerd.

Begroting 2018: maatregel lerarentekort → verhoogde reiskostenregeling: € 320.000 Realisatie 2018 € 253.000

Samenwerking met de gemeente Amsterdam Op basis van nauw overleg en in goede samenwerking heeft de gemeente Amsterdam onder meer de werving van zij-instromers op zich genomen, draagt zij bij aan de verhoogde reiskostenregeling en heeft zij een voorrangsregeling in werking gesteld ten behoeve van betaalbare woningen voor leerkrachten.

1.2.2 Het beste uit ieder kind ‘Het beste uit ieder kind’ halen gebeurt bij uitstek in de klas. Het gaat hierbij over het leerproces van de leerling en over de relaties tussen leraar en leerling en tussen leerlingen onderling. Als die relaties goed zijn, staat de leerling open voor leren en kan het didactische proces plaatsvinden. ‘Het beste uit ieder kind’ is onze belangrijkste ambitie

2 Zie bijlage 2: overzicht afkortingen

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 7

en betekent in eerste instantie dan ook dat zoveel mogelijk middelen naar de scholen gaan; daar vindt immers het onderwijs plaats. Daarnaast beogen we met zogenaamd ‘bovenschools/gezamenlijk beleid’ om expertise te bundelen en in gezamenlijkheid efficiënter te kunnen handelen. Om steeds meer ‘het beste uit ieder kind’ te halen hebben we in 2018 onder meer ingezet op:

Bovenschoolse ondersteuning op onderwijskundig beleid In 2018 heeft onze bovenschoolse adviseur voor onderwijsbeleid de scholen ondersteund bij het aanvragen van onderwijssubsidies, bij het ontwikkelen en monitoren van innovatief onderwijsbeleid en bij de ontwikkeling van passend onderwijs. Deze inzet van de adviseur onderwijsbeleid is ‘bovenschools’ bekostigd (0,5 fte). Het andere deel van haar taakomvang (0,3 fte) is ingezet op de (vernieuwde) bestuurlijke verantwoordelijkheid om kwaliteitsbeleid op te stellen en de kwaliteit en de resultaten te monitoren. Deze inzet wordt vanuit de staf bekostigd. Daarnaast hebben scholen ook financiële ondersteuning gehad bij de verantwoording van de onderwijssubsidies (0,2 fte).

Extra investeringen in het onderwijs op de STWT-scholen; innovaties borgen De afgelopen vier jaar hebben wij substantieel geïnvesteerd in onderwijsinnovatie en onderwijsontwikkeling. Scholen ontvingen op basis van een concreet en toekomstbestendig plan een financiële impuls voor innovatieve schoolontwikkeling. In 2018 zijn de innovaties op de P.J. Troelstraschool, de Punt, de Vlaamse Reus, de Toekomst/Ontplooiing en de Osdorpse Montessorischool afgerond en intussen ook grotendeels geborgd. De kosten hiervan vallen binnen het hiervoor begrote bedrag van € 178.650

Voorbeelden van innovaties in 2018 Het hoogst betrokken kind Pedagogisch tact in de Ontwikkeling van digitale Anders verantwoorden & de lerende organisatie school portfolio’s (formative assessment/triband)

Begroting 2018: onttrekken aan reserves; innovatie in onderwijs/restant innovatie: € 178.650 Realisatie 2018: € 170.000

Versterken innovatiekracht/verlagen werkdruk Dit beleidsvoornemen is enerzijds gerealiseerd door middel van de inzet van een externe financieel/administratief deskundige op de Toekomst/Ontplooiing en de Globe. Tevens is deze ondersteuning ingezet ter ondersteuning van de verhuizingen in het voorjaar (Slotermeerschool) en in de zomervakantie (bestuurskantoor, Slotermeerschool en de Burgemeester de Vlugtschool).

Begroting 2018: onttrekken aan reserves; versterken & borgen innovatiekracht: € 50.000 Realisatie 2018: € 58.272

Onderwijsaanbod voor meer- en hoogbegaafde (HB) leerlingen Alle scholen hebben een aanbod voor meer- en/of hoogbegaafde kinderen; dan wel in de groep zelf, dan wel geclusterd in zogenaamde plusklassen. 34 leerlingen gaan naar de bovenbestuurlijke ‘Day a Week-school’3. De

3 Zie bijlage 2; overzicht afkortingen

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 8

kosten voor deze voorzieningen worden voor een deel gedekt door onderwijssubsidies van de gemeente Amsterdam (VLOA4- gelden) en voor een deel uit het eigen budget van de school. Daarnaast zijn er drie voltijdse groepen voor hoogbegaafde leerlingen op basisschool de Horizon (ca. 45-50 leerlingen). Deze groepen kenmerken zich door een groot aantal kinderen met ‘dubbelbijzonderheid’. Naast hun uitzonderlijke intelligentie is er sprake van sociaal emotionele of gedragsmatige problematiek die samenhangt met hun hoogbegaafdheid. Daarom hebben we uit de middelen voor passend onderwijs (extra ondersteuning) ca. € 70.000 ingezet om de groepen klein te houden en extra inzet van de intern begeleider mogelijk te maken.

Inmiddels is binnen het Samenwerkingsverband voor Passend Onderwijs, waarin alle Amsterdamse schoolbesturen vertegenwoordigd zijn, besloten dat een stadsbrede/bovenbestuurlijke voorziening voor voltijds onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen wenselijk is. Beleid omtrent deze voorziening wordt in 2019 uitgewerkt. De kosten voor deze voorziening worden dan gespreid over meer schoolbesturen.

Samenwerken met scholen voor voortgezet onderwijs Om vroegtijdig schooluitval en schoolverzuim te beperken en te voorkomen vinden we een goede aansluiting met het voortgezet onderwijs belangrijk. Sinds een aantal jaren zoeken wij daarvoor actief de samenwerking met middelbare scholen. In 2018 hebben de gezamenlijke schoolbesturen voor basis- en voortgezet onderwijs in Nieuw-West een netwerkbijeenkomst georganiseerd voor de medewerkers van de scholen in Nieuw-West. Het thema was de invloed van de eindtoets en het schooladvies voor het VO op kansengelijkheid. In het najaar van 2018 heeft een tweede bijeenkomst plaatsgevonden. In een Open Space werkvorm deelden we innovatieve plannen en ervaringen die de overgang van de basisschool naar de middelbare school kunnen optimaliseren.

In het schooljaar 2017-2018 zijn we begonnen met een pilot tussen vier van onze scholen (de Globe, de Goeman Borgesius, de Horizon en de Slotermeerschool) en het Hervormd Lyceum West, waarbij rekenspecialisten (van PO naar VO) en docenten Engels (van VO naar PO) uitgewisseld werden. Op de vier basisscholen verzorgden twee vakdocenten van het Hervormd Lyceum West (HLW) tot aan de meivakantie 2018 iedere week Engelse les. De pilot is afgerond en heeft er onder meer toe geleid dat de Slotermeerschool vanaf de onderbouw Engels heeft ingevoerd. Eén van onze rekenspecialisten heeft tweemaal met de rekenen/wiskunde sectie van HLW gewerkt aan de didactiek van het rekenonderwijs. Voor schooljaar 2018-2019 wordt de samenwerking met het HLW – in gewijzigde vorm – voortgezet.

Verwijzing naar voortgezet onderwijs Vanaf 2015 is het basisschooladvies ingevoerd. De verwijzing naar het voortgezet onderwijs is daarmee niet meer alleen gebaseerd op het resultaat van de eindtoets. De basisschool formuleert in februari het advies voor haar leerling op basis van de ontwikkeling van de leerling. Onze scholen besteden extra aandacht aan een goed geformuleerd en onderbouwd advies, waarbij we de gehele ontwikkeling van een leerling betrekken en niet alleen de cognitieve- en basisvaardigheden. Scholen kijken daarbij ook naar andere toetsen dan de CITO-eindtoets. Zo maken de leerlingen op drie van onze scholen de IEP-eindtoets. Eén school heeft gekozen voor Route 8. Deze toetsen zijn door het Ministerie van OCW erkend en brengen een bredere ontwikkeling in kaart.

4 Zie bijlage 2; overzicht afkortingen

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 9

Figuur 1. Verwijzing van StWT-leerlingen uit groep 8 naar het voortgezet onderwijs

SPRING HIGH: onze PO-VO school Om echt een doorgaande leerlijn te creëren hebben we samen met Esprit Scholen SPRING HIGH opgericht, een zogenoemde Teenage Academy. In schooljaar 2017-2018 volgden ruim 30 leerlingen in de basisschoolleeftijd (groep 7-8) onderwijs aan SPRING HIGH en circa 65 leerlingen in de VO-leeftijd. Begin schooljaar 2018-2019 telde SPRING HIGH 34 basisschoolleerlingen. In 2018 is gewerkt aan de doorontwikkeling van het curriculum. Daarnaast is een digitaal systeem ontwikkeld waarin leerlingen en leerkrachten gezamenlijk kunnen bijhouden aan welke leerdoelen wordt gewerkt en of deze doelen ook behaald worden. Het aantal leerlingen in de basisschoolleeftijd (rond de 30 in de afgelopen twee jaar) is onvoldoende gebleken om financieel zelfstandig te worden. In 2019 onderzoeken we of kinderen al eerder dan met tien jaar kunnen instromen.

Begroting 2018: onttrekken aan de reserves; investering ontwikkeling SPRING HIGH: € 100.000 Realisatie 2018: € 210.000

Doorlopende montessori-leerlijn PO-VO In 2017 hebben we samen met een schoolbestuur voor voortgezet onderwijs (Montessorischolen Amsterdam: MSA) en een ander schoolbestuur voor basisonderwijs (Stichting Samen Tussen Amstel en IJ: STAIJ) afgesproken om voor zes montessori-basisscholen en twee middelbare montessorischolen een Amsterdamse doorgaande montessorileerlijn op te zetten. Hiervoor hebben we subsidie aangevraagd bij het ministerie van OCW en deze is toegekend. Momenteel werken we het plan voor deze doorlopende leerlijn uit. We hebben in kaart gebracht wat de beleving is van leerlingen bij de overgang van PO naar VO en leerkrachten en docenten bezochten elkaars scholen om inzicht te krijgen in elkaars werkwijze.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 10

Onderwijs van de toekomst; inzet ICT voor organisatie en voor onderwijs Voor 2018 was € 25.000 bovenschools bestemd om scholen te ondersteunen bij de integratie van ICT in het onderwijsaanbod. We hebben hiervoor met onze collega-stichting AWBR tijdelijk (tot oktober 2018) een projectleider ICT ‘gedeeld’. Deze projectleider was één dag per week beschikbaar voor StWT. De inzet van deze projectleider is vooral gericht geweest op de nieuwe wetgeving (AVG), wat ten koste is gegaan van de ICT- onderwijsinhoudelijke ondersteuning van de scholen. Hiervoor én voor de (bovenschoolse) aansturing van ICT- activiteiten (beheer bestuurskantoor en StWT Web) hebben we gebruik moeten maken van extra externe inhuur. De kosten zijn daardoor boven het begrote bedrag uitgekomen. Vanaf november 2018 hebben we een bursar5 ingehuurd voor de doorontwikkeling van ICT op het bestuurskantoor en voor het STWT Web. Deze uitgaven komen bovenop de reguliere en structurele middelen die we inzetten voor ICT (op school- en bestuursniveau)

Begroting 2018: onttrekken aan de reserves; investering in ICT en onderwijs: 2018 € 25.000 Realisatie 2018 € 32.000

1.2.3 Passend Onderwijs Wij maken deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs van schoolbesturen voor primair onderwijs in Amsterdam/Diemen. In dit samenwerkingsverband kiezen we ervoor om zoveel mogelijk binnen de scholen de kansen voor kinderen te optimaliseren. Daarom gaan de middelen die het samenwerkingsverband van het ministerie van OCW ontvangt voor passend onderwijs zoveel mogelijk naar de scholen zelf. Samen met collega- schoolbestuur ‘Openbaar Basisonderwijs Amsterdam West Binnen de Ring’ (AWBR) bundelen wij de krachten. Onze gezamenlijke expertise voor specifieke onderwijsbehoeften is ondergebracht in het Steunpunt Passend Onderwijs West (SPO West). SPO West begeleidt de scholen van StWT en AWBR in de basisondersteuning en organiseert de extra ondersteuning voor de scholen. Met SPO West willen we bereiken dat zoveel mogelijk leerlingen passend onderwijs krijgen op de reguliere basisscholen.

Net als voorgaande jaren zijn de middelen voor de basisondersteuning (€ 128 per leerling) in 2018 toegekend aan de scholen. Hiervan is 5% bovenschools voor administratieve kosten. Van de middelen voor de basisondersteuning hebben de scholen onder meer leerlingen met dyslexie begeleid, (een deel van) de interne begeleiding bekostigd en leerlingonderzoeken ingekocht. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld waarin staat welke ondersteuning de school wel kan bieden en welke niet. De informatie is voor ouders terug te vinden in de schoolgids of op de website van de school.

De middelen voor de extra ondersteuning (€ 189 per leerling) worden in 2018 verdeeld tussen SPO West en andere bovenschoolse bestemmingen. SPO West ontving in 2018 € 70 per leerling. Ook bekostigen we hiervan de inzet van de begeleiders Passend Onderwijs. Er zijn in de eerste helft van 2018 circa 100-120 individuele arrangementen (deze arrangementen zijn niet allemaal in 2018 begonnen of lopen door in 2019) toegekend in de extra ondersteuning. De individuele arrangementen hebben betrekking op de sociaal emotionele ontwikkeling, cognitie, taak- en werkhouding en eigen leerlijnen. De uitvoering van de arrangementen is in handen van eigen personeel (begeleiders Passend Onderwijs of diverse experts werkzaam op onze scholen) of – indien nodig – van ingehuurde externen.

5 Een hoogopgeleide jonge ‘high potential’

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 11

De overige middelen voor de extra ondersteuning (€ 119 per leerling) zijn bestemd voor bovenschoolse kosten in het kader van Passend Onderwijs/extra ondersteuning. Van deze bovenschoolse middelen is onder meer: • de voltijdse hoogbegaafdheidsvoorziening op de Horizon gefinancierd; • de inzet van extra interne begeleiding op basisschool de Toekomst/Ontplooiing bekostigd. Deze school staat onder verscherpt toezicht van de inspectie en versterking van de basisondersteuning op de school was noodzakelijk; • de extra inzet van een ervaren intern begeleider op obs de Globe bekostigd om de relatief grote hoeveelheid arrangementsaanvragen te kunnen begeleiden; • de in-company opleiding ‘coördinator passend onderwijs’ voor intern begeleiders bekostigd; • de training ‘ernstige reken- en wiskundeproblematiek’ (dyscalculie) gefinancierd. Deze laatste training wordt verzorgd door onze eigen rekenspecialisten. Zij worden gefaciliteerd uit de middelen passend onderwijs; • een intensief arrangement op SBO De Kans (met ingang van schooljaar 2018-2019) bekostigd. Door deze zogenaamde ZIA-groep kunnen kinderen binnen het SBO blijven en hoeven zij niet door te stromen naar het SO; • een tiental groepsarrangementen bekostigd waarmee steeds een groep leerlingen of een hele klas is ondersteund door een externe expert met als doel de kennis en vaardigheid van de eigen leerkracht te vergroten; • een scholing ten behoeve van nieuwkomersonderwijs (scholing trauma sensitief lesgeven) bekostigd; • het IB netwerk gefaciliteerd.

Het laatste arrangement voor passend onderwijs is arrangement 9 en dat is het speciaal (basis-) onderwijs. Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Amsterdam/Diemen verzorgt de toelaatbaarheidsverklaringen voor de groep leerlingen die hiervoor mogelijk in aanmerking komt. Het verwijzingspercentage naar het speciaal onderwijs in Amsterdam is al langere tijd onder het landelijke gemiddelde. Dat betekent dat Amsterdamse basisscholen – meer dan in de rest van Nederland – leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, binnen boord kunnen houden. Het traject om te komen tot een verklaring van toelaatbaarheid ervaren scholen vaak als een administratieve last. De gezamenlijke besturen kijken steeds hoe dit traject zo deskundig, onafhankelijk en toch efficiënt vormgegeven kan worden. Er is in 2018 één geschil inzake onderwijsondersteuning gemeld bij de geschillencommissie Passend Onderwijs. Deze zaak is niet-ontvankelijk verklaard.

In bijlage 4 is een overzicht van de besteding van de bestuurlijke middelen voor passend onderwijs opgenomen.

Alle scholen hebben een schoolondersteuningsprofiel, waarin staat op welke manier de school vormgeeft aan de basisondersteuning en welke specifieke expertise de school in huis heeft. Denk bijvoorbeeld aan specialisten voor hoogbegaafdheid, autisme, rekenen of taal. In de wijknetwerken leggen we de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen naast elkaar om daarmee te komen tot een zo breed mogelijk aanbod van specialismen, zodat zoveel mogelijk kinderen thuis-nabij onderwijs kunnen genieten. De komende jaren gaan we deze samenwerking in de wijknetwerken versterken.

1.2.4 Ouders als educatieve partners In 2018 hebben scholen ingezet op de versterking van ouders als educatieve partners door onder meer ouders actief te betrekken bij het geven van lessen en ouders (gedeeltelijk) online toegang te geven tot het leerlingvolgsteem. Scholen betalen de kosten hiervoor zelf.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 12

In het voorjaar van 2018 hebben we in onze StWT Academie een training ‘versterken veiligheid in relatie met ouders’ aangeboden. Daarnaast hebben we de Vereniging voor Openbaar Onderwijs ingehuurd om op basisschool de Toekomst/Ontplooiing samen met ouders (en leerkrachten) een MR-structuur op te zetten die recht doet aan de uniciteit van de school (Toekomst) en de uniciteit van de dependance (Ontplooiing). Ook hebben we in voorkomende situaties externe deskundigheid ingehuurd om scholen te ondersteunen bij de communicatie met ouders. Dit betrof onder meer de nieuwe privacywet (AVG). Deze kosten zijn bovenschools gedragen.

Begroting 2018: investering in communicatie met ouders: € 10.000 Voorlopig totaal € 12.700

1.2.5 De school verbonden met de wijk We vinden het belangrijk dat scholen hun partners in de wijk kennen, contact leggen en ambities delen voor de school én de omgeving van de school. We werken hiervoor nauw samen met de gemeente Amsterdam: voor de nieuwbouwscholen waarin we deze wijkfunctie zoveel mogelijk uitwerken en voor de subsidie Brede Talent Ontwikkeling, waarin buurtallianties een plek kunnen krijgen. Daarnaast werken scholen ook nauw samen met andere partners, zoals welzijnsorganisaties, om de doelen steeds beter op elkaar af te stemmen.

Coöperatie Leren voor het Leven – beheer gebouw Het Meervoud Het beheer van het gebouw De Meervoud (waarin basisschool De Toekomst en dependance De Ontplooiing zijn gehuisvest) is ondergebracht in de coöperatie Leren voor het Leven; een samenwerking tussen de verschillende (hoofd-)gebruikers van het pand. Gaande 2018 hebben we deze samenwerking herijkt – mede ingezet door de verkoop van het gebouw van de woningbouwvereniging aan de gemeente Amsterdam – en besloten tot opheffing van de coöperatie. Met de nieuwe eigenaar wordt een nieuw beheersplan opgezet.

Imago van onze scholen/school in de wijk StWT staat voor ‘Leren voor het Leven’ en ieder kind is welkom. Dit motto en deze welkomstboodschap zijn belangrijke pilaren voor de identiteit en het imago van StWT. Om ons imago beter naar buiten te brengen en daarmee scholen in hun wijken beter te positioneren hebben wij in 2018 externe communicatiedeskundigheid ingehuurd. Door deze inzet hebben we scholen ondersteund bij de verbetering van hun imago en hebben we kunnen werken aan ons StWT Web, aan de communicatie van de StWT Academie en van de Toekomstbouwers. De kosten hiervan betreffen inhuur extern personeel. Vanaf november hebben we – om de kosten te drukken – voor twee dagen per week een bovenschoolse communicatieadviseur aangesteld.

Begroting 2018: extra investering voor inhuur communicatie/imago: € 25.000 Realisatie 2018 € 29.000

Groei van scholen Scholen die groeien in leerlingenaantal krijgen het jaar daarna een hogere bekostiging van het Rijk. Dit is de zogenoemde T1-bekostiging. Scholen moeten (tot een bepaalde drempel) het eerste jaar dus voorfinancieren. Deze voorfinanciering hebben wij bovenschools geregeld (in de regeling groeifinanciering). Om de groei van deze scholen mogelijk te maken bestemden we bovenschools € 200.000 incidentele groeimiddelen. Uiteindelijk hebben we in 2018 circa € 400.000 aan incidentele groeimiddelen ontvangen. Deze middelen zijn verdeeld over de scholen die gegroeid zijn. Er zijn in 2018 drie nieuwe kleutergroepen van start gegaan, één op basisschool De Punt en twee op onze SBO De Kans. Omdat het speciaal basisonderwijs een andere bekostiging kent, kunnen we de incidentele groeimiddelen niet aan SBO De Kans toekennen. Voor de uitbreiding van deze school mag de school € 108.000 overschrijden. Deze overschrijding hebben we vervolgens bovenschools bekostigd.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 13

1.2.6 De lerende gemeenschap StWT ontwikkelt zich als lerende gemeenschap. Vanuit de visie dat we ‘leren voor het leven’ stimuleren we medewerkers hun kennis, kunde en ervaringen met elkaar te delen en hun deskundigheid te vergroten. We laten ons leiden door de principes van de lerende organisatie. Om de ontwikkeling naar een professionele lerende gemeenschap een flinke impuls te geven investeerden we de afgelopen jaren in een bovenschoolse medewerker Ontwikkeling Lerende Gemeenschap. 2018 is het laatste jaar. De lerende gemeenschap heeft in 2018 onder meer de volgende accenten gekregen:

• bouwen aan sterke StWT netwerken; • ontwikkeling van pedagogische tact en leiderschap; • samenwerking en doelgerichte ontwikkeling van directeuren en bestuurskantoormedewerkers; • stem aan de leerkracht: het strategisch beleidsplan van onderop.

Begroting 2018: onttrekken aan reserves; lerende gemeenschap en pedagogisch tact/leiderschap: € 45.000 Realisatie 2018 € 50.000

Verbinding tussen leerkrachten; de scholentour 2018, schoolvisie en StWT-visie In 2018 hebben we een StWT-brede scholentour voor leerkrachten georganiseerd. Vanuit het gedachtegoed van de lerende organisatie hebben we elkaar immers nadrukkelijk nodig om te leren. Met een scholentour voor leerkrachten geven we hier inhoud aan, onder het motto: vanuit een andere school kijk je met een andere bril en zie je weer andere dingen; daar kun je van leren. Tijdens deze scholentour hebben leerkrachten elkaar in clusters van vier scholen ontmoet, van en met elkaar geleerd en input verzameld voor de nieuwe schoolplannen van de afzonderlijke scholen. Tevens verzamelden de Toekomstbouwers input voor het nieuwe strategisch beleidsplan. Leerkrachten hebben we daarmee nauw betrokken bij het ontwikkelen van een toekomstscenario voor onze scholen en bij het opstellen van ambities. De samenwerking tussen leerkrachten werd hiermee versterkt.

Voor de versterking van het leren van en met elkaar hebben we subsidie ontvangen van de gemeente Amsterdam (lerarenbrigade).

Begroting 2018: onttrekken aan de reserves; impuls verbinding leerkrachten/scholentour: € 50.000 Realisatie 2018 € 60.877

StWT Academie De StWT Academie is een ontmoetingsplaats waar medewerkers van StWT hun kennis en ervaringen delen en versterken. Er is plaats voor de waaghalzen (zie pagina 15), netwerken, trainingen en workshops, het bovenschools opleidingsteam en het uitvoeren van onderzoek. De StWT Academie is in eerste instantie van onze medewerkers; zij hebben de organisatie in handen. Waar nodig maken we gebruik van externe partners. De coördinator van de StWT Academie is voor 0,2 fte aangesteld.

StWT Academiemiddagen Voor de academiemiddagen in februari en mei 2018 was te weinig belangstelling, waardoor is besloten voorlopig geen bijeenkomsten te organiseren. De middelen (€ 10.000) die we voor deze bijeenkomsten hadden bestemd, hebben we ingezet voor de professionalisering van onze netwerken (zie pagina 16, StWT Academie/netwerken).

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 14

StWT opleidingen, trainingen en leergangen Vanuit de STWT Academie zijn in 2018 de volgende opleidingen, leergangen en workshops geëntameerd en afgerond:

• open traject pedagogisch tact met tien deelnemers van de Punt, Vlaamse Reus en Horizon – afgerond • studiedag met workshop pedagogisch tact voor conciërges – afgerond • open traject pedagogisch tact met elf deelnemers van de Horizon, Huizinga en Toekomst – gestart in oktober 2018 • pedagogisch leiderschap met elf deelnemers OMS, Troelstra, Toekomst, de Vlugt, , Huizinga, netwerkleider bewegingsonderwijs – gestart in november 2018 • opleiding tot mindfulness Kindertrainer (16 deelnemers) deel 2 – afgerond • wetenschap en techniek: (tien deelnemers) – afgerond • NT2 didaktiek jonge kinderen (acht deelnemers) – afgerond • NT2 didaktiek tweedejaars nieuwkomers (24 deelnemers) – afgerond • studiedag met workshop administratief medewerkers – afgerond • training ‘ontspannen voor de klas’, (acht deelnemers) – afgerond (zie ook pagina 20 Arbo en Verzuim) • training ‘versterken veiligheid in relatie met ouders’ (10 deelnemers) – afgerond • masterclass Montessorionderwijs (tien deelnemers) – eenmalig

De opleiding ‘ICT-coördinator’ is wegens gebrek aan belangstelling niet doorgegaan.

De kosten voor trainingen en leergangen zijn betaald vanuit het schoolbudget.

StWT Waaghalzen Waaghalzen zijn StWT-leerkrachten met een creatief idee die een stap extra willen zetten. Deze Waaghalzen komen als lerend netwerk regelmatig samen, krijgen een budget, een aantal coach-uren en tijd in de normjaartaak. Hiermee kunnen zij hun idee onderzoeken op haalbaarheid en ontstaat ruimte om te experimenteren.

De Waaghalzen van StWT worden vanaf september 2017 geleid door drie ambitieuze StWT- leerkrachten/directeuren. Vanuit gedrevenheid, ambitie en innovatiekracht neemt deze waaghalzenleiding voor de duur van drie jaar de volledige verantwoordelijkheid voor de voortzetting van het Waaghalzentraject: van werving en selectie tot eindpresentatie, van het begeleiden van de werksessies tot de ontwikkeling van een duurzaam proces. Vanaf het schooljaar 2017-2018 zijn wij samen gaan werken met het ABC (schooladviesbureau). De jaargang 2017- 2018 bestaat uit drie ABC- en acht StWT-medewerkers. Het traject heeft geleid tot zes innovatieve processen die in september 2018 gepresenteerd werden. Twee Waaghalzen vielen af vanwege ziekte/overbelasting. Bureau Kennisland heeft in een lichte versie begeleiding en ondersteuning geleverd. Vanaf het schooljaar 2018-2019 zijn er weer zeven Waaghalzen begonnen van wie één ABC-medewerker. Onderwerpen zijn onder andere hoogbegaafde kinderen, dyscalculie en geschiedenisonderwijs.

Begroting 2018: investering Waaghalzen 2.0: € 23.000 Realisatie 2018 € 26.260

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 15

StWT-netwerken In de netwerkbijeenkomsten ontmoeten medewerkers van verschillende scholen elkaar, delen zij kennis en ervaring en werken aan verdere professionalisering. Daarmee dragen netwerken bij aan de onderwijskundige ontwikkeling van de scholen. Alle netwerken hebben een plek op ons StWT Web (intranet) waarmee zij de mogelijkheid hebben elkaar te zoeken en te vinden, deelnemers te werven en informatie te delen.

Om ervoor te zorgen dat de netwerken binnen StWT over een stevig en duurzaam fundament beschikken zijn we in november 2017 begonnen met een aantal bijeenkomsten voor netwerktrekkers, met als kernvragen: "wat is de kracht van een netwerkcultuur en wat vraagt de opbouw van een duurzaam netwerk?”. Vijf bijeenkomsten vonden plaats in samenwerking met The Beach, een leerlab voor creatieve innovatie. Tijdens deze bijeenkomsten leerden de netwerktrekkers van vijf netwerken een duurzaam netwerk te ontwerpen. De kosten voor de begeleiding van The Beach (€ 6.850) waren niet begroot, maar zijn bekostigd uit de middelen die waren bestemd voor de StWT Academiebijeenkomsten.

De netwerkleiders worden gefaciliteerd vanuit hun normjaartaak. Uitzondering daarop is het netwerk voor interne begeleiders (gefaciliteerd vanuit de middelen voor passend onderwijs, zie pagina 10) en het netwerk voor bewegingsonderwijs. Het laatste netwerk werkt mee aan een onderzoek naar motorische achterstand bij jonge kinderen vanuit de Academie Lichamelijke Opvoeding en de gemeente Amsterdam. Voor medewerking aan dit onderzoek ontvangen wij inkomsten.

StWT-opleidingsteam Opleiden in school gebeurt in samenwerking met meerdere Pabo’s (voornamelijk met de HvA, de UvA (Universitaire Pabo) en de Interconfessionele Pabo) en wordt gezamenlijk (door StWT en de opleidingen) bekostigd. Het doel van het opleiden in school is om de vaardigheden van beginnende leraren nog beter op de praktijk te laten aansluiten en te zorgen voor goed gekwalificeerde potentiële collega’s. Alle scholen binnen StWT zijn opleidingsscholen. Dit betekent dat studenten praktijkervaring opdoen en worden opgeleid in de scholen. De opleiders in school begeleiden en beoordelen de studenten. Een deel van die begeleiding doen de mentoren (leerkrachten) in de klas. Jaarlijks organiseren wij een training (basis en verdieping) voor nieuwe mentoren.

Studenten Per 1 augustus 2018 lopen in totaal 84 studenten stage op onze scholen (LIO-ers6 niet meegeteld). Dat zijn 60 studenten van de HvA/UPvA, 21 van de iPabo en drie van andere Pabo’s (Inholland, DigiPabo). Afgelopen jaar hebben we ingezet op het binnenhalen van meer LIO-studenten en dat is gelukt. In totaal zijn er vijftien LIO-studenten (het voorgaande schooljaar waren het er elf).

Zij-instromers – leraren van buiten het onderwijs Sinds 2017 hebben we extra ingezet op zogenaamde zij-instroomtrajecten waarin we hbo- of universitair geschoolde mensen van buiten het onderwijs in twee jaar omscholen tot leraar primair onderwijs. In 2018 coachen we in totaal negen zij-instromers. Naar aanleiding van feedback van de zij-instromers zelf hebben we de begeleiding (ten opzichte van vorig jaar) van met name de eerstejaars zij-instromers geïntensiveerd en krijgen zij naast gewone coaching ook standaard een beeldcoachtraject. Het opleidingsteam heeft een onderzoeksvraag uitgezet naar de begeleidingsbehoefte van zij-instromers. Een vierdejaars UPvA student is daar inmiddels mee begonnen.

6 Zie bijlage 2: overzicht afkortingen

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 16

Startende leerkrachten Vorig jaar hebben in totaal twintig startende leerkrachten op eigen verzoek begeleid.

Bezetting opleidingsteam Het opleidingsteam van StWT is sinds het schooljaar 2018-2019 een multidisciplinair team met opleiders, (beeld)coaches en coördinatoren. In juni 2018 hebben we drie nieuwe opleiders/coaches geworven voor in totaal 0,6 fte. Van een aantal “oude” opleiders is met ingang van het nieuwe schooljaar afscheid genomen. De bezetting is daarmee gelijk aan de begroting, te weten: 2,55 fte.

Kweekvijver directeuren Samen met onze collega-stichtingen uit de Federatie Openbaar Primair Onderwijs in Amsterdam leiden we talentvolle en ambitieuze medewerkers op tot gekwalificeerde schoolleiders. Vanuit StWT zijn in totaal zes medewerkers opgeleid tot schoolleider. Vijf daarvan hebben het federatieve kweekvijvertraject gevolgd. Vier van deze vijf deelnemers zijn tijdens de opleiding benoemd in de functie van adjunct-directeur, de vijfde is benoemd als waarnemend directeur. Alle zes medewerkers hebben in het schooljaar 2017-2018 het schoolleiderstraject succesvol afgerond. Op 3 oktober 2018 heeft de Federatie besloten in september 2019 de vierde kweekvijver voor schoolleiders te beginnen. De kosten van de opleidingen vallen binnen het daarvoor begrote bedrag.

1.2.7 Coachend leiderschap In 2018 heeft ons team van schoolleiders en medewerkers bestuurskantoor verder gewerkt aan de professionalisering van de samenwerking volgens de Agile principes. Tijdens de wekelijkse werksessies wordt in scrumgroepen aan diverse thema’s gewerkt. Hierbij hebben we externe begeleiding ingehuurd. Daarnaast hebben we in 2018 thema- en studiebijeenkomsten georganiseerd/bijgewoond. Belangrijkste pijler voor deze bijeenkomsten was de lerende organisatie. Hiervoor hadden wij vanuit bovenschoolse middelen € 10.000 bestemd voor externe inhuur en nascholing. De kosten zijn binnen dit budget gebleven. Het pedagogisch leiderschap is als leergang aangeboden in de StWT Academie.

1.2.8 Ons huis op orde/optimalisering bedrijfsprocessen

1.2.8.1 Algemeen Veiligheidsbeleid Veiligheid gaat niet alleen over crisismanagement, maar vooral over preventie, sociale veiligheid en een goed pedagogisch klimaat. Preventiemedewerkers hebben hierin een belangrijke rol. In het ergste geval gaat het over crisismanagement en over crisiscommunicatie. Het bestuurskantoor organiseert jaarlijks een of twee studiebijeenkomsten voor de preventiemedewerkers. Op deze studiedagen is speciale aandacht voor (sociale) veiligheid en de veranderende wereld om ons heen. In 2018 hebben we voor de preventiemedewerkers één bijeenkomst georganiseerd waarin nieuwe afspraken zijn gemaakt over de opleiding tot preventiemedewerker en de opleiding BHV. Een deel van deze BHV-opleiding gaat nu via e-learning. Verder was er ruimte voor het uitwisselen van ervaringen.

Kwaliteitsbeleid Vanaf het najaar van 2016 zijn wij onze eigen kwaliteitsaudit gaan ontwikkelen. De pijlers van de lerende organisatie waren hierbij ons uitgangspunt. Deze kwaliteitsaudit maakt – samen met de bovenschoolse

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 17

kwaliteitsmonitor en de criteria van de onderwijsinspectie – deel uit van ons bestuurlijk kwaliteitsbeleid. Het schooljaar 2017-2018 was het pilotjaar waarin de scholen bij elkaar een kwaliteitsaudit uitvoerden.

In april 2018 hebben we de PO-Raad uitgenodigd om ons bestuur te visiteren. Ons onderzoeksonderwerp was de wijze waarop wij de kwaliteit van het onderwijs bestuurlijk bewaken en versterken. Een visitatiecommissie van bestuurders heeft gedurende een dag gesprekken gevoerd met het bestuur, directies, GMR, stafmedewerkers en RvT.

In het schooljaar 2017-2018 hebben de scholen zeven audits/zelfevaluaties gedaan. Rond de zomervakantie is de pilot met de directies geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie én op basis van de feedback van de GMR en de PO- Raad hebben we het kwaliteitsbeleid aangescherpt. Voor het pilotjaar en de borging van deze ontwikkeling hadden we € 20.000 vanuit onze bovenschoolse middelen bestemd voor onder meer de inzet/inhuur van coördinatie en expertise. Daarvan hebben we een deel ingezet voor onderzoek naar de kwaliteit van het eindadvies op onze basisscholen. Het andere deel gaat in 2019 naar een training voor directeuren in het uitvoeren van een kwaliteitsaudit en het voeren van een feedbackgesprek.

Begroting 2018: onttrekken aan reserves: inzet tbv kwaliteitsbeleid: € 20.000 Realisatie 2018 € 15.500

Klachtbehandeling StWT heeft een klachtenregeling. Deze is in 2017 herzien en aangevuld met een toelichting voor de directeuren. Ons uitgangspunt is dat elke klacht feedback is op ons handelen en dus serieuze behandeling verdient. Elke school heeft een contactpersoon voor ouders, leerlingen en personeel. Deze schoolcontactpersoon luistert en geeft informatie over mogelijke vervolgstappen. In 2018 zijn er twee bijeenkomsten gehouden voor de schoolcontactpersonen, waarin de bestuurlijke afspraken en wettelijke bepalingen over klachtbehandeling zijn opgefrist en ervaringen zijn uitgewisseld.

Klachten kunnen ook bij het bestuur worden ingediend en in het uiterste geval kan iemand met een klacht zich richten tot de Landelijke Klachtencommissie. Daarnaast heeft StWT een contract met een externe vertrouwenspersoon. De inzet van de externe vertrouwenspersoon behelsde in 2018 in totaal 20,75 uur voor tien meldingen (ten opzichte van veertien uur voor acht meldingen in 2017). De consultaties hadden betrekking op onder meer communicatie/bejegening, omgangsvormen en werkklimaat. Bij het bestuur zijn twaalf klachten ingediend (ten opzichte van vijf vorig jaar). De klachten gingen over onder meer het gedrag van andere ouders en leerlingen, over eindadviezen, leerlingdossiers, communicatie en bejegening, kwaliteit van het onderwijs in relatie met het lerarentekort en over ordemaatregelen en leermiddelen. Negen klachten zijn intern opgelost. Bij twee klachten is dat niet voldoende gelukt en hebben ouders naar de landelijke klachtencommissie gestapt. Dit betroffen klachten over het eindadvies. De Landelijke Klachtencommissie heeft beide klachten ongegrond verklaard. Een andere klacht betrof de aanpak van gedragsproblemen en leerachterstand van een leerling. Deze klacht is gemeld bij de geschillencommissie passend onderwijs en niet-ontvankelijk verklaard. Twee klachten zijn – buiten het bestuur om – rechtstreeks bij de Landelijke Klachtencommissie gemeld. Beide klachten zijn niet- ontvankelijk verklaard. Gezien de stijging in het aantal klachten is op het bestuurskantoor extra extern personeel ingehuurd. Ook de gang naar de Landelijke Klachtencommissie kost veel tijd en juridische ondersteuning. We hebben in 2018 hiervoor extra externe deskundigheid moeten inhuren (circa € 3.000) en juridische kosten gemaakt (€ 16.798).

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 18

Daarnaast hebben meerdere scholen in 2018 te maken gehad met bedreigingen van ouders. Daarbij heeft het bestuur in drie gevallen een waarschuwing of een schoolverbod opgelegd. In twee gevallen konden – na gesprekken – ouders en school de nare ervaring achter zich laten en samen verder gaan. In één geval is een langdurig school- en contactverbod opgelegd.

Stedelijk Toelatingsbeleid Sinds 2014 werken Amsterdamse schoolbesturen met een stadsbreed toelatingsbeleid voor het basisonderwijs. Het begrip ‘buurt’ staat in het toelatingsbeleid centraal. Alle ouders krijgen in hun directe woonomgeving voorrang op een aantal scholen. Zowel aanmelding als plaatsing van kinderen op basisscholen gebeurt volgens de regels van het toelatingsbeleid en met behulp van een web-based programma. Schooldirecteuren kunnen met de data uit dit programma zien hoeveel leerlingen aangemeld staan en of er sprake is van ‘over-aanmelding’ of juist van te weinig aanmeldingen. Met ondersteuning van het bestuurskantoor wordt – indien gewenst – actie ondernomen. Bijvoorbeeld door uitbreiding van de school met een extra kleutergroep als er (langdurig) meer aanmeldingen zijn dan plaatsen beschikbaar of juist door te onderzoeken waarom er weinig aanmeldingen zijn. Het toelatingsbeleid is gericht op kinderen die in groep 1 op een basisschool beginnen. Voor kinderen die op latere leeftijd een (andere) basisschool in Amsterdam zoeken (omdat ze bijvoorbeeld verhuizen), gelden aparte regels. Binnen alle regels voor toelating is de zorgplicht voor passend onderwijs als wettelijke basis opgenomen.

1.2.8.2 Personeel Op 31 december 2018 waren bij onze stichting 596 mensen in dienst, 490 vrouwen en 106 mannen. Duidelijk is dat ons personeelsbestand conform de landelijke trend uit een ruime meerderheid vrouwen bestaat. In lijn met het bestuursformatiebeleid zien we dat de verjonging van ons personeelsbestand in 2018 heeft doorgezet met een verdere toename van het aantal medewerkers in de leeftijdsgroep 25 tot 35-jarigen tegenover een afname van de groep 55 tot 65-jarigen. Dit wijst erop dat we de uitstroom van gepensioneerden hebben weten op te vangen met jonge leerkrachten. Desalniettemin betreffen dit de twee grootste leeftijdsgroepen binnen de stichting, waardoor we werken met zowel een grote groep jonge onervaren mensen als met een grote groep oudere ervaren mensen. We houden er rekening mee dat de uitstroom van de groep 55 tot 65-jarigen aankomende jaren verder zal doorzetten.

Figuur 2. Personeelsbestand man/vrouw (aantallen per leeftijd)

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 19

De kern van ons personeelsbestand bestaat uit 434 leerkrachten. Zij worden ondersteund door 138 ‘onderwijsondersteunende’ medewerkers (onderwijsassistenten, administratieve krachten, conciërges, enzovoorts) en 26 (adjunct-) directeuren. Een overzicht van aantallen medewerkers staat hieronder. Die aantallen komen – vanwege parttime aanstellingen – niet overeen met het aantal fte (476 fte in 2018).

Medewerkers Aantal

Onderwijzend Personeel 434 (OP)

Onderwijsondersteunend 138 Personeel (OOP)

Directies (incl adjunct) 26

Totaal 596 Figuur 3. Verdeling OP, OOP en directies (peildatum 31-12-2018)

Werving en selectie In 2018 zijn bovenschools vier bovenschoolse wervingstrajecten uitgevoerd; twee directiefuncties op de scholen en twee medewerkers voor het bestuurskantoor. De opbrengst van wervingsprocedures voor de directiefuncties is de aanstelling van een nieuwe directeur op de Huizingaschool en een nieuwe directeur op de Osdorpse Montessorischool. Verder zijn er vacatures uitgezet voor de functies van beleidsadviseur P&O op het bestuurskantoor en een communicatieadviseur. De wervingstrajecten voor het bestuurskantoor hebben geresulteerd in het aantrekken van externe beleidsadviseur P&O en de (tijdelijke) aanstelling van een communicatieadviseur.

Personeel – professionalisering Vanuit de overheid bestaat de wens dat alle schoolleiders zijn ingeschreven in het schoolleidersregister. In 2018 hebben vijf directeuren en één adjunct-directeur bij een gecertificeerd bureau een registratietraject gevolgd. De kosten hiervan bedroegen € 16.000. Hiermee komt het aantal gecertificeerde schoolleiders binnen onze stichting op tien onder wie zeven directeuren en drie adjunct-directeuren.

Federatieve invalpool – De Brede Selectie (DBS) Samen met onze collega-stichtingen van de Federatie Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam hebben we in 2015 een gezamenlijke invalpool, genaamd ‘De Brede Selectie’, ingericht om zowel langdurige als kortdurende vervangingen te organiseren. Door de organisatie hiervan van de scholen over te nemen beoogden we enerzijds de directies te ontlasten en anderzijds de kwaliteit van het onderwijs te verhogen middels kwalitatief personeel. In 2017 kostte het De Brede Selectie vanwege het lerarentekort steeds meer moeite om te voorzien in de aanvragen voor vervangingen.

In het voorjaar van 2018 hebben de besturen bekeken hoe De Brede Selectie beter ingezet kan worden. Personeelsadviseurs en controllers van verschillende stichtingen uit de Federatie zijn meerdere malen samen gekomen in brainstormsessies om de werkwijze van De Brede Selectie te verbeteren. Als gevolg hiervan hebben de besturen in het najaar van 2018 een extern bureau de volgende opdracht gegeven: ‘kan je met een projectleider een organisatie bouwen, meer gericht op jonge mensen, meer wervend en vindbaar dan de huidige organisatie?’ Vóór 1 april 2019 zal het bureau een advies uitbrengen.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 20

Mobiliteitsbeleid Vanuit goed werkgeverschap willen wij medewerkers de kans bieden de regie te nemen over hun eigen loopbaan. Doordat scholen en medewerkers steeds meer verbonden zijn met elkaar (door bijvoorbeeld de netwerken, het StWT Web, de StWT Academie) wordt ook de mobiliteit van ons personeel groter. Uitwisseling van personeel tussen scholen gebeurt steeds meer. Dat kan ook wanneer werknemers onverhoopt in een situatie terecht komen waarbij er geen klik meer is, of de werkzaamheden niet meer aansluiten op de persoon. We begeleiden deze werknemers naar een andere werkplek binnen en soms ook buiten onze stichting. Hiervoor is een bovenschoolse financiële voorziening ingericht. In 2018 is voor twaalf werknemers van dit traject gebruik gemaakt. De kosten hiervan vallen binnen de voorziening.

In 2018 was sprake van een totale uitstroom van 83 medewerkers (ten opzichte van 49 in 2017). Er zijn beduidend minder personeelsleden uitgestroomd richting pensioen (negen in 2018; 23 in 2017), maar beduidend meer medewerkers hebben de stichting op eigen verzoek verlaten (tien in 2017; 53 in 2018). ‘Een baan dichter bij huis’ wordt als belangrijkste reden genoemd. Inspelen op deze uitstroom heeft voor ons prioriteit. Op basis van de redenen van uitstroom stellen we ons beleid – waarmee we mensen aan ons kunnen binden – bij.

Ontslagreden Aantal Einde contract 3 Einde stage 5 Op eigen verzoek 53 Pensioen 9 Wederzijds 12 goedvinden Ziek uit dienst 1 Eindtotaal 83 Figuur 4. Overzicht uitstroom medewerkers in 2018

Investeren in goed werkgeverschap In het voorjaar van 2018 hebben directeuren van de StWT-scholen en PZ-adviseurs een pilot ontwikkeld waarmee leerkrachten meer carrièreperspectief wordt geboden. Deze pilot heet ‘een stapje harder’ en is bedoeld voor alle leerkrachten die zich sneller willen ontwikkelen in hun bekwaamheid en daardoor (indien nog mogelijk) extra stappen maken binnen de huidige functieschaal. De GMR heeft positief geadviseerd om het schooljaar 2018-2019 te een pilot te beginnen. Omdat het om een proef gaat, is per school ruimte voor maximaal één deelnemer. De kosten worden door de scholen gedragen.

Inzet middelen van ministerie OCW om de werkdruk te verlagen Per augustus 2018 is de regeling ‘werkdrukverlaging’ van het ministerie van OCW van kracht gegaan; scholen ontvangen hiervoor € 155 per leerling. Deze middelen worden op bestuursniveau toegekend. StWT heeft deze middelen vervolgens volledig beschikbaar gesteld aan de scholen. Op basis van een plan dat is afgestemd met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad, heeft elke school bepaald hoe zij deze middelen wil inzetten. Op hoofdlijnen gaat het onder andere om de volgende inzet: extra onderwijsassistent of leraarondersteuner om een klas over te nemen, inzet van sportpersoneel tijdens de pauzes en een andere indeling van de groepen. De financiële uitputting is opgenomen in bijlage 3.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 21

Beleid t.a.v. beheersing uitgaven inzake uitkeringen na ontslag Ons beleid is erop gericht om ontslagprocedures zoveel mogelijk te voorkomen door intensief met medewerkers in gesprek te blijven en te investeren in de ontwikkeling van de medewerkers. In geval van ontslag volgen wij de eisen van het Participatiefonds (PF). Het PF toetst dit ontslag op grond van de zogenaamde “Instroomtoets”. Indien uit deze toets blijkt dat de werkgever zich voldoende heeft ingespannen en dat het ontslag onvermijdbaar was, dan worden de uitkeringskosten voortvloeiende uit het ontslag ten laste van het PF gebracht. In 2018 hebben wij negen instroomtoetsen bij het PF ingediend, deze zijn allemaal gehonoreerd. Dat betekent dat de wettelijke voorschriften zijn gevolgd en er geen (financiële) consequenties voor ons als werkgever uit voortgekomen zijn.

Ook wat betreft het voorkomen van kosten als gevolg van wachtgeld (werkloosheidsuitkering) voeren wij actief beleid. Medewerkers met een tijdelijke aanstelling worden bemiddeld naar vacatures binnen de organisatie en zo nodig buiten de organisatie. Wanneer medewerkers een vaste aanstelling hebben, dan wordt voor ontslag altijd een eerst herplaatsingsonderzoek ingesteld. Wanneer dat geen optie blijkt te zijn, wordt met de medewerker in kwestie ontheffing overeengekomen voor herplaatsing.

Arbo en verzuim We voeren een actief en effectief beleid om het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden. Dit doen wij in eigen beheer, met een eigen arbeidsdeskundige/adviseur Arbo & Verzuim in samenwerking met een bedrijfsarts. De bedrijfsarts huren we in (kosten € 35.800, begroot € 37.000) voor een wekelijks spreekuur van 5,5 uur. Voor het monitoren van het verzuimbeleid en uitvoering van de Wet Poortwachter gebruiken we een digitaal verzuimadministratiesysteem. De kosten hiervan bedroegen € 4.867. Er was € 7.000 voor begroot. In 2018 hadden we een ziekteverzuim van 4,7% (in 2017 was dat 4,86%) tegenover landelijk 6,6%7 in het openbaar onderwijs.

In schooljaar 2016-2017 hebben we een gezondheidsprogramma ontwikkeld voor medewerkers. Dit programma hebben we in 2018 – in het kader van versterking van de mentale veerkracht – uitgebreid met een training ‘ontspannen voor de klas’ (ontwikkeld door eigen medewerkers van onze scholen) en ‘versterken veiligheid in relatie met ouders’. De trainingen richten zich vooral op preventie van gezondheidsklachten en werkdruk. De kosten waren € 6.161. Er was € 10.000 voor begroot.

7 Publicatie CBS 2017

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 22

Eigen risicodragerschap (ERD) De kosten voor vervanging bij verzuim (wegens ziekte, zwangerschap, rechtspositioneel verlof en ouderschapsverlof) zijn sinds 2013 voor onze eigen rekening. Binnen StWT hebben wij hiervoor een ERD8- voorziening ingericht. Voor 2018 hebben we onze ERD-voorziening opgehoogd met € 280.000 ten opzichte van 2017, omdat de kosten voor vervanging hoger zijn geworden. De realisatie is € 345.000 (zie ook pagina 53).

1.2.8.3 Financiën en bedrijfsvoering In de afgelopen jaren en ook in 2018 hebben we ‘bursars’ (jonge high potentials die we voor tijdelijke projecten extern inhuren) ingezet om de diverse financiële processen op school- en bovenschools niveau verder te stroomlijnen. Zo hebben zij diverse werkprocessen in kaart gebracht, gestroomlijnd en vastgelegd in (digitale) procesbeschrijvingen en is de verantwoording van de managementovereenkomst tussen bestuurder en RvT digitaal vormgegeven. Er was voor de inzet van deze bursars € 6.000 begroot. De realisatie is € 9.000.

Bovenschoolse dashboard Door de aanschaf van Ultimview hebben we op school- en op bovenschools niveau permanent inzicht in de ontwikkeling van de baten en lasten. De aanschaf vond eerder plaats, de implementatie daarvan liep nog door in 2018. De afdeling financiën heeft hier extra tijd aan besteed. Daarnaast hebben we in het voorjaar 2018 Cogix aangeschaft; een digitale begrotingsmodule. De directies zijn rond de zomervakantie hierin getraind en in het najaar van 2018 is de begroting voor 2019 met behulp van deze nieuwe begrotingsmodule opgesteld.

Extra inzet afdeling financiën Vanwege de extra werkdruk hebben we externe financiële deskundigheid in moeten huren. Ook hiervoor hebben we bursars kunnen inzetten. De kosten hiervoor bedroegen € 10.783. Deze kosten waren niet begroot.

1.2.8.4 Huisvesting De kosten voor het (meerjaren)onderhoud, nieuwbouw, uitbreiding en verduurzaming worden bovenschools gedragen. Op een aantal onderdelen van deze kosten krijgen wij subsidie van de gemeente of het Rijk.

In 2018 hebben we verder gewerkt aan het verduurzamen van onze scholen en het verlagen van de exploitatiekosten. Zo waren voor alle nieuwbouwscholen (inclusief de eerder al opgeleverde nieuwbouwscholen Huizingaschool en P.J. Troelstraschool) zonnepanelen gepland. De Europese aanbesteding hiervan is succesvol afgerond. De realisatiefase is begonnen, maar de oplevering heeft vertraging opgelopen, met als gevolg dat de plaatsing van de zonnepanelen verschoven wordt naar 2019. Voor de zonnepanelen hadden we een eenmalige investering van € 710.616 begroot. In 2018 hebben we een klein deel, te weten € 25.616 geïnvesteerd. Het overgrote deel (€ 685.000) hebben we doorgeschoven naar 2019.

8 Zie bijlage 2; overzicht afkortingen

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 23

Voor 2018 zijn de volgende activiteiten en projecten uitgevoerd: School Activiteiten in 2018 Huizingaschool De juridische overdracht heeft plaatsgevonden in 2018. De zonnepanelen (SDE subsidie) zijn uitgesteld en worden in 2019 geplaatst. P.J. Troelstraschool De zonnepanelen (SDE-subsidie) zijn uitgesteld en worden in 2019 geplaatst. Louis Bouwmeesterschool De school is na de zomervakantie opgeleverd en het gebouw is in oktober in gebruik genomen. De buitenruimte van de school is geheel nieuw ingericht. De zonnepanelen zijn uitgesteld en worden in 2019 geplaatst. Burg. De Vlugtschool Helaas heeft de school te maken gehad met een enorme vertraging in de nieuwbouw, waardoor de school pas na de zomervakantie het nieuwe gebouw heeft betrokken. Ook de oplevering van het schoolplein liep vertraging op en zal in 2019 opgeleverd worden. De zonnepanelen worden ook in 2019 geplaatst. Goeman Borgesiusschool Eind 2017 is de nieuwbouw van de Goeman Borgesiusschool begonnen. De school wordt in 2019 in gebruik genomen. Slotermeerschool Na twee extra verhuizingen is de school na de zomervakantie 2018 in het nieuwe gebouw getrokken. De Punt De juridische overdracht heeft plaats gevonden in 2018.

Osdorpse Montessorischool De aula en de verkeersruimte zijn aangepast.

De Globe De school heeft een nieuw schoolplein.

De Horizon De zonnepanelen zijn uitgesteld en worden in 2019 geplaatst.

De Horizon, dependance De voorbereidingsfase van de ‘vervangende nieuwbouw/aanpassing gebouw’ loopt nog. De bouwfase wordt in 2019 ingezet. De Toekomst/Ontplooiing In 2018 heeft woningbouwvereniging De Key het gebouw Het Meervoud verkocht aan de gemeente Amsterdam. Beheer en exploitatie is daarmee ook een gemeentelijke verantwoordelijkheid geworden. De coöperatie Leren voor het Leven is opgeheven. De Vlaamse Reus Geen bijzonderheden. 7e Montessorischool De uitbreiding van de 7e Montessorischool heeft plaatsgevonden. Einsteinschool De bouwkundige aanpassingen van de Einstein zijn verschoven naar 2019. SBO De Kans Het schoolplein van de Kans is vernieuwd.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 24

Nieuwbouw Voor het realiseren van (duurzame) nieuwbouwscholen hebben wij een aantal jaar geleden al een deel van onze reserves bestemd, te weten in totaal € 2.173.000 op jaarbasis. Met deze bestemmingsreserve hebben wij tijdig een deel van onze reserves opzijgezet om de realisatie van (duurzame) nieuwbouwscholen mogelijk te maken. Voor het jaar 2018 hadden wij begroot om uit deze bestemmingsreserve in totaal € 1.173.000 te onttrekken om de meerkosten van de nieuwbouw voor de Burgemeester De Vlugtschool, de Louis Bouwmeesterschool en de Slotermeerschool te bekostigen. Vanwege vertragingen in het bouwproces hebben de financiële afrekeningen nog niet plaatsgevonden.

Begroting 2018: ten laste van reserves; duurzame schoolgebouwen, -pleinen en zonnepanelen: € 1.173.000 Realisatie 2018: € 25.616

Team Huisvesting Team Huisvesting is de samenwerkingsvorm binnen de Federatie voor Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam, waarbij alle huisvestingsadviseurs de krachten bundelen, kennis uitwisselen en gezamenlijk optrekken. Dit team is in 2017 opgericht en de samenwerking is in 2018 geïntensiveerd door elke woensdagochtend op één locatie samen te komen.

Verhuur en medegebruik De organisatie van verhuur en medegebruik van de schoolgebouwen wordt bovenschools uitgevoerd. Hiervoor is in 2018 0,2 fte voor administratie ingezet. Dit is conform begroting. De inkomsten van de verhuur en het medegebruik van de schoolgebouwen worden beschikbaar gesteld aan de scholen.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 25

2. Organisatie

Kernactiviteiten en doelstelling van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden De doelstelling van StWT is het verzorgen van kwalitatief goed openbaar basisonderwijs. Onze stichting bestaat uit vijftien openbare scholen voor primair onderwijs in het stadsdeel Amsterdam Nieuw-West. Vijftien scholen verzorgen regulier basisonderwijs en één school speciaal basisonderwijs. Alle scholen – met uitzondering van de dependance de Ontplooiing – hadden in 2017 een voldoende beoordeling van de inspectie van onderwijs.

School Brinnummer School Brinnummer Slotermeerschool 18WD De Horizon 25KC Burgemeester de Vlugtschool 18WK De Globe 21AG Einsteinschool 19CD De Punt 20ZZ Goeman Borgesiusschool 19ZG SBO De Kans 20XC Huizingaschool 20SE De Toekomst/Dep. Ontplooiing9 20SL(01) Louis Bouwmeesterschool 20SK SPRING HIGH (met Esprit)10 - 7e Montessorischool 20UP De Vlaamse Reus 24BM Osdorpse Montessorischool 21AD P.J. Troelstraschool 20VN Tabelnummer 7: overzicht scholen StWT

Juridische structuur Het bestuur van de stichting is het bevoegd gezag van de vijftien scholen10. StWT is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam (Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden Amsterdam) onder dossiernummer 34237721. De rechtspersoonlijkheid is een stichting. De stichting kende in 2017 het volgende organogram:

9 De Ontplooiing ressorteerde tot 1 augustus 2017 onder het schoolbestuur O4NT. Per 1 augustus 2017 is de school opgeheven en daarna is een deel van de leerlingen van de voormalige basisschool de Ontplooiing ingeschreven bij basisschool de Toekomst in een aparte dependance genaamd ‘de Ontplooiing’. Daarmee is deze nieuwe dependance onderdeel van StWT. De onderwijsinspectie heeft in juni 2017 de voormalige Ontplooiing bezocht en een aangepast arrangement met het oordeel ‘zeer zwak’ toegekend. Met de inspectie is een intensief verbeterplan afgestemd. Als vervolg daarop heeft de inspectie de school opnieuw bezocht in 2018 en geoordeeld dat er significante verbeteringen zijn doorgevoerd. Het oordeel van de inspectie is gewijzigd van ‘zeer zwak’ naar ‘zwak’ met de verwachting dat in 2019 een basisarrangement kan worden toegekend.

10 SPRING HIGH is een samenwerking tussen onze stichting en de stichting Esprit Scholen (voortgezet onderwijs) voor leerlingen uit het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Deze doorgaande leerlijn is een samenwerkingsverband en heeft daarom geen apart BRIN-nummer.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 26

Figuur 8. Organogram StWT 2018

Governance De Wet ‘Goed Onderwijs – Goed Bestuur’ beschrijft de manier waarop goed bestuur van een onderwijsorganisatie tot stand komt. Het is belangrijk dat verantwoordelijkheid en toezicht gescheiden zijn. Bij StWT is gekozen voor het ‘Raad van Toezicht-model’ waarin de schoolbestuurlijke bevoegdheden bij het College van Bestuur liggen en een Raad van Toezicht (intern) toezicht houdt op de handelswijze van het bestuur. De gemeente vervult de externe toezichtfunctie. Wij hanteren de (in 2017 aangepaste) Code Goed Bestuur in het primair onderwijs van de PO-Raad als leidraad.

College van Bestuur Het College van Bestuur (CvB) bestaat uit één bestuurder. Deze functie wordt sinds 1 januari 2013 vervuld door mevrouw J. Middelbeek. Het bestuurskantoor ondersteunt de bestuurder hierbij. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van StWT bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. Op 31 december 2018 telde de RvT de volgende leden: • de heer drs. J.A.M.C. Nooren, voorzitter; • de heer dr. H.B. Jonkman, RvT-lid, vicevoorzitter; • de heer drs. E. J. Th. van den Berg MBA, RvT-lid; • mevrouw M.F. Brewster, RvT-lid; • mevrouw G. Mohebbi, RvT-lid. • De heer F.J.M. Stouten, RvT-lid

Er is een profiel met competenties die vertegenwoordigd moeten zijn in de RvT. Er is ook een rooster van aftreden opgesteld. Bij een vacature zoeken we een kandidaat met de vereiste competenties. Een overzicht van de functies, nevenfuncties en het rooster van aftreden van de leden van de RvT staat in bijlage 1.

Vooruitlopend op het gelijktijdig aftreden van zowel de voorzitter (Nooren) als twee leden (Jonkman en Brewster) per juli 2020 heeft de RvT besloten ter vervanging van een RvT lid – waarvan de benoemingstermijn per 1-1-2018

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 27

afliep – twee nieuwe leden in plaats van één nieuw lid te werven. Hiermee kan de RvT haar continuïteit beter waarborgen. De twee nieuwe leden zijn mevrouw G. Mohebbi en de heer F.J.M. Stouten. Zij zijn per 1-1-2018 benoemd. De heer drs. E. J. Th. van den Berg is per 1-1-2018 voor een tweede termijn herbenoemd. Tot juli 2020 bestaat de RvT tijdelijk uit zes in plaats van vijf leden. Bij het aftreden van de drie eerdergenoemde leden worden twee nieuwe leden geworven waardoor de RvT per juli 2020 weer uit vijf leden bestaat.

Externe toezichthouder De gemeente Amsterdam is extern toezichthouder voor het openbaar onderwijs. In 2018 hebben de bestuurder en een vertegenwoordiging van de RvT twee keer overlegd met de gemeente Amsterdam; één keer over de begroting 2018 en één keer over het jaarverslag 2017.

Het managementteam Het managementteam bestaat uit zestien schooldirecties.

Het bestuurskantoor Het bestuurskantoor ondersteunt de scholen, de bestuurder en de RvT en bestaat uit een managementassistent, bestuursadviseur en specialisten op het gebied van Personeel & Organisatie, Onderwijsbeleid, Communicatie, Arbo & Verzuim, Financiën en Huisvesting. Indien nodig wordt tijdelijk (extern) personeel ingezet.

Medezeggenschap Onze stichting heeft, conform de Wet Medezeggenschap op Scholen, een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad die zich richt op het beleid van de stichting. Op elke school is een medezeggenschapsraad actief die zich richt op het schoolbeleid. In de (G)MR zijn ouders en personeelsleden vertegenwoordigd.

Belangrijke gespreksonderwerpen van de GMR in 2018 waren: • het jaarverslag 2017 en de begroting voor 2019; • het bestuursformatieplan voor 2019-2020; • het aangepaste ziekteverzuimbeleid en arbobeleidsplan; • kwaliteitsbeleid; • werkdruk en lerarentekort; • klokkenluidersregeling; • loopbaanontwikkeling leerkrachten (een stapje harder); • visitatie PO-Raad.

Daarnaast heeft de GMR-scholingsbijeenkomsten georganiseerd voor zichzelf en voor alle medezeggenschapsraden van de StWT-scholen.

Leerlingen 1 oktober 2018 telde onze stichting 5.168 leerlingen.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 28

3. Organisatie en de omgeving

Amsterdam Nieuw-West De scholen van StWT zijn gevestigd in Amsterdam Nieuw-West (in de voormalige stadsdelen , Slotervaart, , Slotermeer en ). In ons stadsdeel wonen relatief veel gezinnen en het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd groeit11. De sociaaleconomische positie van de bewoners van ons stadsdeel is in vergelijking met het Amsterdamse gemiddelde zwakker. Ook het percentage vroegtijdige schooluitval en het relatieve verzuim (spijbelen) liggen hoger dan het landelijke en stedelijke gemiddelde12.

Federatie voor Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam StWT is lid van ‘De Federatie’. Deze Federatie is sinds medio 2007 het samenwerkingsverband van Amsterdamse stichtingen voor openbaar primair onderwijs. In 2016 hebben de schoolbesturen hun samenwerking geformaliseerd in de vereniging ‘De Federatie’. Op diverse gebieden zoals huisvesting, personeel en opleidingen werken de medewerkers van de aangesloten bestuurskantoren samen.

Vereniging het ‘Breed Bestuurlijk Overleg’ StWT is ook aangesloten bij het Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam, kortweg: BBO. In het BBO zijn alle (openbaar en bijzonder) schoolbesturen voor primair- en speciaal onderwijs in Amsterdam verenigd.

11 https://www.ois.amsterdam.nl/visualisatie/dashboard_kerncijfers.html 12 Gebiedsanalyse Amsterdam Nieuw-West, 2016

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 29

4. Het jaar 2018 - verslag van onze financiën

Goed financieel beleid berust op twee pijlers, die van continuïteit en risicomanagement. Onder continuïteit wordt verstaan dat de organisatie aan haar kortdurende en langdurende verplichtingen kan blijven voldoen. Niet alleen in financieel opzicht, maar ook in het kader van de door haar vastgestelde strategische doelen. De organisatie moet dus organisatorisch en financieel de kerndoelen waarvoor zij in het leven is geroepen, kunnen borgen. Deze pijler wordt in paragraaf 4.1 en 4.2 besproken. Onder risicomanagement wordt verstaan dat de organisatie inzage heeft in de mogelijke risico’s die op haar weg komen, dat deze risico’s ten opzichte van het eigen vermogen worden gekwantificeerd en dat de organisatie aangeeft hoe zij zich voorbereidt op de mogelijke risico’s. Deze pijler wordt in paragraaf 4.3 besproken. Paragraaf 4.4 heeft als onderwerp Treasury-beleid en paragraaf 4.5 presenteert de kengetallen van de organisatie.

4.1 Het resultaat 2018 Het resultaat voor het boekjaar 2018 is - € 657.730. Ten opzichte van de in de financiële administratie opgenomen begroting (november 2017) van - € 2.049.666 is dit € 1.391.936 positiever dan begroot. Ten opzichte van de begroting zoals deze in de jaarrekening 2017 is opgenomen (juni 2018), ad - € 2.296.863, is dit € 1.639.133 positiever dan begroot.

In navolgende vergelijking van cijfers is de begroting zoals in de financiële administratie opgenomen als leidraad genomen. De begroting 2018 is bij het opstellen van de jaarrekening 2017 (juni 2018) om praktische redenen (capaciteit en vergelijkende cijfers voor kostenplaatsen) niet meer aangepast.

Hieronder een verkorte uiteenzetting van de mutatie op de baten en lasten van 2018, waarbij we de begrote bedragen afzetten tegen de gerealiseerde bedragen. Het betreft een uiteenzetting op hoofdlijnen waarbij de voornaamste posten.

Toelichting Baten Mutatie Baten Bedrag 1. Rijksvergoeding Lumpsum Personeel, PAMB en MI € 2.483.376 2. Rijksvergoeding Zorg (via SWV) € (363.971) 3. Rijksvergoeding overige (geoormerkt, niet geoormerkt) € (467.897) 4. Rijksvergoeding Prestatiebox € 76.788 5. Rijksvergoeding Impuls € 154.628 6. Overige gemeentelijke vergoedingen € 621.489 7. Opbrengst detacheringen € (143.056) 8. Overige opbrengsten € 799.117 9. Rente opbrengsten € 2.453 Totaal mutatie baten € 3.162.926 Tabel 9: mutatie baten begroting versus realisatie 2018

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 30

1. Rijksvergoeding Lumpsum Personeel, PAMB en MI: - De Rijksvergoeding Personeel valt hoger uit door de referentiesystematiek 2017-2018 (gemiddelde personele last is gestegen) en de verhoging van de looncomponenten vanuit de cao-onderhandelingen. Daarnaast is de incidentele groei ook toegevoegd aan deze Rijksvergoeding (deze stond in de begroting op overige niet geoormerkte Rijksvergoeding). - Rijksvergoeding PAMB valt hoger uit door het toevoegen van de middelen voor de werkdrukvermindering per schooljaar 2018-2019. - Rijksvergoeding Materiële Instandhouding is hoger door incidentele groei en indexatie van de bedragen.

2. Rijksvergoeding Zorg (via SWV Amsterdam): De Rijksvergoeding Zorg valt € 363.971 lager uit. Dit komt omdat de bijdrage Passend Onderwijs van de twee schoolbesturen (AWBR en SNIS) waarmee we in ons Steunpunt Passend Onderwijs (SPO West) samen werken is geplaatst bij de overige opbrengsten ad € 348.000.

3. Rijksvergoeding overige (geoormerkt en niet geoormerkt): De extra bekostiging voor asielzoekers is niet gerealiseerd. Dit betreft € 200.000. De incidentele groei van € 200.000 is verwerkt bij de Lumpsum Personeel.

4. Rijksvergoeding Prestatiebox: Deze Rijksvergoeding was te voorzichtig begroot.

5. Rijksvergoeding Impuls: Deze Rijksvergoeding was te voorzichtig begroot.

6. Overige gemeentelijke vergoedingen: Er is voor een aantal scholen extra subsidie bij de gemeente Amsterdam aangevraagd. De subsidie Kansenaanpak viel hoger uit dan begroot en een aantal scholen heeft subsidie verkregen voor asielzoekers en nieuwkomers.

7. Opbrengst Detacheringen: Een detachering is niet geëffectueerd.

8. Overige opbrengsten: - Hier staan de bijdrage Passend Onderwijs van AWBR en SNIS (voor SPO West) ad € 348.000. - Huur en medegebruik zijn € 65.000 hoger dan begroot. - Inkomsten ouderbijdrage, schoolreis en overblijfgelden zijn € 80.000 hoger de begroot. - Overige opbrengsten ad € 300.000 zijn diverse posten. Het betreft voornamelijk vrijval schulden van oudere posten die op de balans stonden. Het totale bedrag voor deze vrijval was € 223.000.

9. Renteopbrengsten: Deze vallen gezien de kapitaalmarktrente lager uit dan begroot.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 31

Toelichting Mutatie Lasten Bedrag 10. Loon € 1.073.747 11. Loongerelateerd € 1.102.520 12. Huisvesting € (1.239.187) 13. Afschrijvingen € 8.483 14. Beheer € 312.572 15. Onderwijs en onderwijsgerelateerd € 349.900 16. Overig € 162.956 Totaal mutatie lasten € 1.770.990 Tabel 10: mutatie lasten begroting versus realisatie 2018

10. Loonkosten: De hogere loonkosten worden voornamelijk veroorzaakt door een loonsverhoging die via de cao is doorgevoerd. Hier staan ook inkomsten tegenover. De bekostiging is voor het overgrote deel dekkend voor deze loonsverhoging (op circa 1% na, dit betrof de functiemix, deze moet zelf worden bekostigd). De loonkosten hadden eigenlijk € 1.400.000 extra moeten zijn. Dat deze lager is, komt door het lerarentekort: er zijn niet voldoende leerkrachten. Deze worden in sommige gevallen ingehuurd via een uitzend- of detacheringsbureau om het onderwijsproces te borgen.

11. Loongerelateerd: - Nascholing: er is ruim € 200.000 meer uitgegeven dan begroot. - Vrijval voorzieningen personeel: € 345.000 minder kosten door de herberekening van voorzieningen. - Inhuur derden formatie: ruim € 778.000 meer aan kosten. Dit komt grotendeels door het invullen van formatie met externen (niet in loondienst). - Inhuur derden ERD: er is ruim € 300.000 meer uitgegeven dan begroot, om eenzelfde reden als bij de inhuur derden ten behoeve van de formatie.

12. Huisvesting: In de begroting 2018 is € 1.525.000 opgenomen als eigen bijdrage schoolbestuur in de kosten van de nieuwbouw schoolgebouwen (vier scholen). De P.J. Troelstraschool is opgeleverd zonder begrote eigen bijdrage (ad € 512.000, gemeente Amsterdam heeft ook dit deel betaald. De bijdragen van de resterende nieuwbouwscholen (ad € 1.013.000 maximaal, zijn doorgeschoven naar boekjaar 2019).

13. Afschrijvingen: De afschrijvingen zijn licht hoger dan begroot door extra investeringen in meubilair, ICT en OLP.

14. Beheer: - Onderhoudsbeheer: de kosten hiervoor waren – per abuis – niet begroot onder deze post, maar bij klein onderhoud. Betreft € 128.000. - Huur stafbureau: was niet opgenomen in de begroting voor 2018. Het betreft hier € 65.000 meer aan kosten. - Advies/juridische ondersteuning: extra juridische ondersteuning op de leerling administratie (leerling gewichten) en ondersteuning bij arbeid gerelateerde- en klachtendossiers. Het betreft hier ruim € 45.000 meer aan kosten.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 32

15. Onderwijs en onderwijs gerelateerd: - ICT-licenties: ruim € 167.000 meer kosten dan begroot. Dit effect wordt meegenomen in de volgende begroting en wordt tevens gevolgd in het huidige boekjaar. - Klein inventaris: ruim € 42.000 meer kosten dan begroot. Voornamelijk eenmalige kosten die zijn gemaakt op basis van de voortgang van het boekjaar (nog ruimte in de begroting). - Culturele vorming: er is € 37.000 meer aan kosten gemaakt dan begroot.

16. Overig: De kosten die gerelateerd zijn aan de ouderbijdrage, schoolreisjes en TSO vallen € 162.000 hoger uit dan begroot.

Als men bovenstaande mutaties op de baten (realisatie versus begroting 2018) verdisconteert met de mutaties op de lasten (realisatie versus begroting) dan komt men op een bedrag van € 1.391.936. Dit is het verschil tussen realisatie 2018 en begroting 2018 (ad € 2.049 .666, zoals in de financiële administratie opgenomen).

4.2 De continuïteit

Inleiding In deze paragraaf kijken wij naar de finanicele continuïteit van de organisatie. Met de cijfermatige exercitie van de jaarrekening 2018 als basis kijken we naar het meerjarenperspectief van het aantal leerlingen/personele bezetting. Zo maken wij de toekomstige ontwikkelingen en de wijze waarop wij met ons risicoprofiel omgaan ten opzichte van het Eigen Vermogen inzichtelijk. In deze paragraaf maken we inzichtelijk hoe recente ontwikkelingen van de financiën van de organisatie zich verhouden.

Eind 2017 heeft de Controlgroep opnieuw een risicoanalyse uitgevoerd. Daaruit is een laag risicoprofiel voortgekomen. In paragraaf 4.3 (Risicomanagement) wordt ingegaan op de totstandkoming van het risicoprofiel, de berekening van het daarvoor vereiste Eigen Vermogen en het verloop ervan in het kader van de meerjarenbegroting. Hieronder worden de onderdelen van de continuïteitsparagraaf uitgewerkt.

Algemeen Valide prognosecijfers voor de komende jaren zijn moeilijk te geven. De prognoses van de scholen, opgesteld door onze schooldirecteuren, laten een overwegend stabiel licht stijgend leerlingenaantal zien. Ook autonome ontwikkelingen, zoals de komst van nieuwkomers, de sloop en nieuwbouw in bepaalde delen van ons stadsdeel, en de timing van deze verschillende activiteiten, beïnvloeden de verwachtingen. Door de sloop en nieuwbouw in ons toeleveringsgebied verwachten we dat op schoolniveau de leerlingenpopulatie zal fluctueren.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 33

Kengetal 2018 2019 2020 2021 2022 2022 (stand 31/12) Personele bezetting in fte 476 477 484 486 486 486 Management/ Directie 24 22 22 22 22 22 Onderwijzend Personeel 349 352 357 357 357 357 Overige medewerkers 103 103 105 107 107 107 leerling aantallen 1-10 5.172 5.237 5.399 5.416 5.417 5.417 Tabel 13: personele bezetting en leerling prognoses 2018-2023 (cijfers gebaseerd op het verloop van het aantal leerlingen zoals ingevoerd in de cijfermatige berekening van de meerjarenbegroting 2019-2023, zoals opgenomen in de vastgestelde begroting 2019)

Bovenstaande tabel heeft voor de meerjarenbegroting twee belangrijke elementen: - Een geprognosticeerde groei van het aantal leerlingen in 2018, 2019 en 2020 en stabilisatie in 2021, 2022 en 2023. Dit komt in de meerjarenbegroting tot uiting in een hogere bijdrage van de Rijksbekostiging. De effecten zijn opgenomen conform de berekeningen vanuit de begrotingsmodule Cogix (november 2018). - Daarnaast stijgt het aantal fte licht in de komende periode, terwijl we in de hierna nog te bespreken overzichten sturen op verlagen van de personeelslasten in de boekjaren 2019-2023. Dat betekent dat we dit temperen van kosten vooralsnog niet zoeken in een afname van de werkgelegenheid, maar in andere kostenrubrieken, zoals inhuur derden en mogelijk in de materiële kosten

De meerjarenbegroting 2019-2023 Hieronder een verkorte meerjarenbegroting op basis van de begroting 2019. BATEN 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Rijksbijdrage € 35.817.222 € 35.871.383 € 35.760.883 € 35.859.595 € 35.913.426 € 35.913.426 Overige overheidsbijdragen en subsidies € 3.643.902 € 3.603.795 € 3.488.108 € 3.428.534 € 3.428.634 € 3.428.634 Overige baten € 1.886.236 € 1.373.166 € 1.358.574 € 1.355.574 € 1.355.574 € 1.355.574 Totaal Baten € 41.347.360 € 40.848.344 € 40.607.565 € 40.643.703 € 40.697.634 € 40.697.634

LASTEN Personeelslasten € 35.590.291 € 34.944.472 € 34.534.983 € 34.521.264 € 34.754.730 € 34.754.730 Afschijvingen € 858.606 € 962.914 € 965.054 € 964.889 € 987.452 € 987.452 Huisvestingslasten € 2.308.217 € 3.686.949 € 2.322.623 € 2.320.133 € 2.321.143 € 2.321.143 Overige Lasten € 3.241.205 € 2.770.107 € 2.704.727 € 2.706.847 € 2.647.967 € 2.634.309 Totaal lasten € 41.998.319 € 42.364.442 € 40.527.388 € 40.513.133 € 40.711.292 € 40.697.634

Saldo Baten en Lasten € -650.959 € -1.516.098 € 80.177 € 130.571 € -13.658 € 0 Saldo financiële bedrijfsvoering € - € - € - € - € - € - Saldo buitengewone baten en lasten € -6.771 € - € - € - € - € -

TOTAAL RESULTAAT € -657.730 € -1.516.098 € 80.177 € 130.571 € -13.658 € 0 Tabel 14: meerjarenbegroting 2019-2023, op basis van de begroting 2019 (+ historische cijfers 2018)

Toelichting op de meerjarenbegroting 2019-2023 Met de realisatie van 2018 als historische vergelijkende cijfers hebben we voor 2019 tot en met 2023 een meerjarenbegroting opgesteld. In dit meerjarenperspectief is conform de planning- en control cyclus vastgesteld welke personele en materiële verplichtingen er zijn voor de komende vijf boekjaren, en hoe we sturen op de inkomsten en uitgaven. De meest opvallende elementen komen op de volgende pagina per boekjaar aan bod:

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 34

2019 - Een begroot negatief resultaat van € 1.516.098. - Voor 2019 zijn onder de huisvestingslasten de bijdragen van het schoolbestuur in de nieuwbouw van een viertal scholen opgenomen voor in totaal € 1.365.000 (inclusief schoolpleinen). Dit bedrag wordt bij de realisatie via het resultaat 2019 ten laste van de bestemmingsreserve onderhoud gebracht. Het is zaak dat deze projecten nu in 2019, uiterlijk 2020 worden afgerekend. Zonder deze kosten zou het tekort voor 2019 neerkomen op € 151.098. - De investeringsbegroting is geactualiseerd en in de meerjarenbegroting geborgd. In 2019 en verder bekijken wij of we de inkoopbehoefte kunnen aanbesteden, als onafhankelijke stichting of in federatief verband met andere openbare schoolbesturen binnen Amsterdam. - We investeren € 685.000 in zonnepanelen. In de investeringsbegroting is dit bedrag opgenomen en de afschrijvingskosten zijn in de meerjarenbegroting meegenomen. - De verdere ontwikkeling van de loonkosten en de relatie met de krapte op de arbeidsmarkt hebben de aandacht. In de meerjarenbegroting gaan we ervan uit dat een verhoging in de lonen volledig wordt gedekt door de bekostiging. - Hoewel het aantal leerlingen tussen 1 oktober 2017 en 1 oktober 2018 is gedaald, verwachten de scholen een stijgend aantal leerlingen voor de komende boekjaren. Dit zal ten tijde van het opstellen van de begrotingen worden geëvalueerd. Mocht blijken dat de prognose niet zal worden gehaald, dan zal dit in het meerjarenperspectief worden verwerkt.

2020 t/m 2023 - Voor de boekjaren 2020 tot en met 2023 is geen sprake meer van een negatief resultaat. Het totaal van de begrote resultaten is ruim € 197.000 positief. - Bij de begroting van deze boekjaren hebben de scholen gekeken naar het totaal van de inkomsten en uitgaven en zijn deze in balans gebracht. Dit is gedaan binnen de begrotingsmodule Cogix, waar gebruik wordt gemaakt van een meerjarenperspectief. Binnen deze module wordt rekening gehouden met het verloop van het aantal leerlingen en de daaraan gekoppelde begroting, de investeringen/afschrijvingen en het verloop van de formatie. - Voor deze boekjaren is nog geen rekening gehouden met de mogelijke negatieve effecten die gepaard kunnen gaan met de nieuwe gewichtenregeling (onderwijsachterstandenbeleid) en de op handen zijnde wijzigingen in de bekostiging. Ondanks de berekeningen die door de PO Raad zijn gemaakt is het lastig om de definitieve effecten goed inzichtelijk te krijgen.

Het verloop van de realisatie 2018 en de successievelijke begrotingen 2019 tot en met 2023 geven ons geen aanleiding financieel in te grijpen. Ons eigen vermogen is conform de opgestelde risicoscan uit 2017 van voldoende niveau voor de continuïteit van de organisatie. We zullen wel ons eigen vermogen nauwlettend monitoren in het licht van de berekening van het weerstandsvermogen conform het ministerie van OC&W gekoppeld aan ons gewenste bufferniveau van minimaal € 2.500.000 (zie ook paragraaf 4.3: risicomanagement).

De meerjarige balanspositie 2018-2023 Hieronder een verkorte uiteenzetting van de meerjarige balanspositie 2018-2023

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 35

Balans 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Activa Vaste Activa Materiele vaste activa € 4.970.824 € 6.166.695 € 5.813.641 € 5.576.851 € 5.418.149 € 4.954.497 Financiële vaste activa € 24.000 € 24.000 € 24.000 € 24.000 € 24.000 € 24.000 Totaal vaste activa € 4.994.824 € 6.190.695 € 5.837.641 € 5.600.851 € 5.442.149 € 4.978.497

Vorderingen € 4.068.935 € 4.068.935 € 4.068.935 € 4.068.935 € 4.068.935 € 4.068.935 Liquide middelen € 6.778.523 € 3.920.147 € 4.444.026 € 4.854.511 € 5.136.669 € 5.706.080 Vlottende activa € 10.847.458 € 7.989.082 € 8.512.961 € 8.923.446 € 9.205.604 € 9.775.015

Totaal activa € 15.842.282 € 14.179.777 € 14.350.601 € 14.524.297 € 14.647.753 € 14.753.512

Passiva Eigen vermogen Algemene Reserve € 2.914.165 € 3.160.096 € 3.240.273 € 3.370.844 € 3.357.186 € 3.357.187 Innovatiereserve € 545.643 € 145.643 € 145.643 € 145.643 € 145.643 € 145.643 Bestemmingsreserve huisvesting € 1.874.029 € 512.000 € 512.000 € 512.000 € 512.000 € 512.000 Bestemmingsreserve SPO West € 360.399 € 360.399 € 360.399 € 360.399 € 360.399 € 360.399 Bestemmingsreserve Kwaliteit/Onderwijsinhoud € - € - € - € - € - € - Bestemmingsreserve ERD € 789.930 € 789.930 € 789.930 € 789.930 € 789.930 € 789.930 Bestemmingsreserve Privaat € 294.526 € 294.526 € 294.526 € 294.526 € 294.526 € 294.526 Totaal eigen vermogen € 6.778.692 € 5.262.594 € 5.342.771 € 5.473.342 € 5.459.684 € 5.459.685

Voorzieningen € 2.982.629 € 2.836.228 € 2.926.875 € 2.970.000 € 3.107.114 € 3.212.872

Kortlopende schulden € 6.080.961 € 6.080.955 € 6.080.955 € 6.080.955 € 6.080.955 € 6.080.955

Totaal passiva € 15.842.282 € 14.179.777 € 14.350.601 € 14.524.297 € 14.647.753 € 14.753.512 Tabel 15: meerjarige balanspositie 2018-2023, op basis van de realisatie 2018, de begroting 2018 en extrapolatie van cijfers in de schulden en vorderingen.

Toelichting op de meerjarige balanspositie 2018-2023 De meest belangrijke elementen van het verloop van de balanspositie worden hieronder benoemd:

Activa - Vaste Activa: deze lopen af ondanks de investeringen in zonnepanelen en in onderwijsleerpakket, ICT en meubilair. Wij zijn begin 2018 begonnen met een volledige herinventarisatie van de activa in onderwijsleerpakket, ICT en meubilair. Dit is inmiddels gevolgd door een actualisatie voor de meerjarenbegroting 2019-2023. Scholen maken integrale keuzes op basis van de draagkracht binnen de exploitatie. Per boekjaar wordt een actualisatie gemaakt van mogelijk nog niet opgenomen investeringen die toch in de investeringsbegroting moeten worden opgenomen voor bestendig en hedendaags onderwijs. Uiteraard kijken we daarbij naar onze liquiditeit en worden de afschrijvingen in relatie gebracht tot de draagkracht van de exploitatie van de scholen. - Vorderingen zijn voor het overige gelijk blijvend gehouden. - Het verloop van de liquide middelen is gebaseerd op het verloop van de meerjarenbegroting (zie continuïteitsparagraaf) en de investeringsbegroting van 31 december 2017 (op basis van inbreng in begroting 2018, exclusief dotaties voorzieningen, inclusief onttrekkingen uit de voorzieningen conform de laatst bekende gegevens).

Passiva - Eigen Vermogen. Het verloop van ons Eigen Vermogen is conform meerjarenbegroting 2018-2023 (zoals in de continuïteitsparagraaf opgenomen): zie paragraaf 4.3 risicomanagement voor verloop Eigen Vermogen.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 36

- Het verloop van de voorzieningen is gebaseerd op de jaarrekening 2018 en het verdere afloop in volgende boekjaren en de onderhoudsvoorziening gebaseerd op het actuele onderhoudsplan. In 2019 wordt verder gekeken naar dit onderhoudsplan aangezien een aantal schoolgebouwen nog niet zijn opgenomen. - Kortlopende schulden zijn voor het overige gelijk blijvend gehouden.

De liquiditeitsbegroting 2018-2023 Hieronder een verkorte liquiditeitsbegroting. Deze liquiditeitsbegroting is opgesteld op basis van de meerjarenbegroting 2019-2023, de investeringsbegroting zoals opgenomen in het document begroting 2018, de onttrekkingen aan de voorzieningen en extra investeringen in zonnepanelen in 2019.

Liquiditeitsbegroting 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Banksaldo begin € 6.778.523 € 3.920.147 € 4.444.026 € 4.854.511 € 5.136.669 Ontvangsten Inkomsten € 40.848.344 € 40.607.565 € 40.643.703 € 40.697.634 € 40.697.634 Overige ontvangsten (rente) + vorderingen (nihilwaardering tov schulden) € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 Totaal ontvangsten € 40.848.344 € 40.607.565 € 40.643.703 € 40.697.634 € 40.697.634 Betalingen Inkopen + loonkosten (excl. dt voorzieningen) € 40.755.693 € 38.916.498 € 38.902.409 € 39.078.004 € 39.064.346 Investeringen € 2.158.785 € 612.000 € 728.100 € 828.750 € 523.800 Voorzieningen (onttrekkingen) € 792.242 € 555.188 € 602.710 € 508.721 € 540.077 Af: Totaal betalingen € 0 € 43.706.720 € 40.083.686 € 40.233.219 € 40.415.475 € 40.128.223 Banksaldo einde periode = beginsaldo + ontvangsten - betalingen € 6.778.523 € 3.920.147 € 4.444.026 € 4.854.511 € 5.136.669 € 5.706.080 Tabel 16: liquiditeitsbegroting 2018-2023

De liquiditeitsbegroting laat een verloop van de liquiditeit zien van € 6.778.523 in 2018 naar € 5.706.080 in 2023. In deze liquiditeitsbegroting zijn de inventarisatie en actualisatie van de noodzakelijke en wenselijke investeringen in activa opgenomen. In de boekjaren 2019 en 2020 is de liquiditeit laag en moeten wij deze goed volgen. Gezien het verloop van de liquiditeit is er in deze periode geen ruimte voor extra investeringen.

De planning- en control cyclus Het borgen van de continuïteit speelt op korte en lange termijn. Daar waar de lange termijn vooral gaat om de stip op de horizon (strategisch beleidsplan, financieel beleidsplan en meerjarenperspectief), spreekt men bij de korte termijn vaak over de mate waarin de stichting via de planning- en control cyclus kan sturen op het bedrijfsmatige proces. Bij onze stichting bestaat de planning- en control cyclus op hoofdlijnen uit de volgende onderdelen, in chronologische volgorde van een kalenderjaar:

- Opstellen en vaststellen jaarverslag vorig boekjaar. Dit betreft een bestuursverslag en de jaarrekening. Dit verslag is een verantwoordingsdocument over het gevoerde beleid (van jaardoelen naar strategisch beleid) en de cijfermatige positie van de stichting. Geplande oplevering: februari tot en met mei van een kalenderjaar.

- Opstellen en vaststellen van het bestuursformatieplan voor het volgende schooljaar (beleidsmatige en formatief financiële planning). Formele vaststelling vindt plaats tegelijk met de begroting en de meerjarenbegroting van een kalenderjaar.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 37

- Opstellen en vaststellen van de drie-maandrapportages van een kalenderjaar. (3-maand, half jaar- en 9- maandrapportages.) Deze bestaan uit een financiële rapportage van de staat van baten en lasten, een aantal analyses van projecten en de onderhoudsvoorziening, een forecast van de staat van baten en lasten voor het kalenderjaar en het verloop van de vermogenspositie van onze stichting. Deze rapportages zijn voor directies digitaal beschikbaar en worden besproken met het bestuur. Waar nodig worden gesprekken met scholen gevoerd. Oplevering: mei, augustus/september en oktober van elk kalenderjaar.

- Opstellen en vaststellen van de twaalf-maandrapportage van een kalenderjaar. Deze bestaat uitsluitend uit een financiële rapportage op schoolniveau, aangezien een uitgebreide rapportage plaatsvindt in het jaarverslag, zowel inhoudelijk als financieel. De afzonderlijke financiële rapportages zijn digitaal beschikbaar voor de scholen.

- Opstellen van de begroting met meerjarenbegroting (vier boekjaren). Het geheel wordt vastgesteld door het College van Bestuur en voorgelegd aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en de Raad van Toezicht. Planning: najaar van elk kalenderjaar.

- De Raad van Toezicht ontvangt minimaal twee keer per jaar (mei/juni en september/oktober) een financiële rapportage.

Disclaimer Bij het opstellen van de continuïteit paragraaf is ingegaan op de toekomstige situatie van Stichting Westelijke Tuinsteden. Uiteraard laat de toekomst zich niet voorspellen en is de kans zeer groot dat bovenstaande cijfers in werkelijkheid afwijken. Immers, het onderwijs is onderhevig aan politieke besluitvorming en demografische ontwikkelingen. Binnen onze Planning en Control cyclus is opgenomen dat we minimaal jaarlijks nagaan of onze uitgangspunten passend blijven en of het scenario dat ten grondslag ligt aan bovenstaande cijfers, nog geldt. Er kan daarom geen harde garantie worden afgegeven over de toekomstige realisatie van bovenstaand scenario

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 38

4.3 Risicomanagement Deze paragraaf gaat over ons financieel risicomanagement, de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en de bufferliquiditeit (als onderdeel van het financieel risicomanagement) en de benoeming van de risico’s en de mitigerende maatregelen.

Financieel risicomanagement en het vermogensbeheer Voor het vaststellen van het risicoprofiel van de organisatie hebben we in het najaar van 2017 een uitgebreide risicoanalyse laten uitvoeren door een objectief deskundig bureau op basis van de volgende zeven onderwerpen:

1. leerling fluctuaties 2. arbeidsconflicten 3. instabiliteit bekostiging 4. onvolledige indexatie bekostiging 5. arbeidsmarkt schaarste 6. restrisico’s 7. uitvoeringsrisico in de bedrijfsvoering

De risicoanalyse is uitgevoerd door de Controlgroep. Met behulp van een hiervoor ontwikkeld rekenmodel heeft zij een financieel risicoprofiel voor ons opgesteld. Daarbij is een minimaal aan te houden bedrag berekend dat wij als buffer van het Eigen Vermogen moeten aanhouden. De berekening is gemaakt op basis van scores op de onderwerpen die hierboven zijn benoemd. De onderstreepte onderwerpen hebben een gemiddeld tot hoog risico en komen op deelonderwerpen terug bij de mitigerende maatregelen. Het bedrag dat is gekoppeld aan de scores, is een minimaal aan te houden weerstandsvermogen ter hoogte van € 1.613.000. De organisatie is in een laag risicoprofiel geplaatst. In onderstaande tabel is het verloop van het Eigen Vermogen ten opzichte van dit minimaal aan te houden bedrag opgesteld, zodat de financieel te benutten ruimte kan worden berekend.

Boekjaar 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Resultaat € (657.730) € (1.516.098) € 80.177 € 130.571 € (13.658) € 0

Verloop Eigen Vermogen 31-12-2018 31-12-2019 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2022 31-12-2023 Algemene Reserve € 2.914.165 € 3.160.096 € 3.240.273 € 3.370.844 € 3.357.186 € 3.357.187 Innovatiereserve € 545.643 € 145.643 € 145.643 € 145.643 € 145.643 € 145.643 Bestemmingsreserve onderhoud € 1.874.029 € 512.000 € 512.000 € 512.000 € 512.000 € 512.000 Bestemmingsreserve SPO West € 360.399 € 360.399 € 360.399 € 360.399 € 360.399 € 360.399 Bestemmingsreserve Kwaliteit/Onderwijsinhoud € - € - € - € - € - € - Bestemmingsreserve ERD € 789.930 € 789.930 € 789.930 € 789.930 € 789.930 € 789.930 Private reserve (ouderbijdrag, overblijf, schoolreis) € 294.526 € 294.526 € 294.526 € 294.526 € 294.526 € 294.526 Totaal Eigen Vermogen (excl. voorzieningen) € 6.778.692 € 5.262.594 € 5.342.771 € 5.473.342 € 5.459.684 € 5.459.685

Minimaal benodigde reserve conform financieel risicoprofiel 2017 € 1.613.000 € 1.613.000 € 1.613.000 € 1.613.000 € 1.613.000 € 1.613.000 Financiële ruimte ten opzichte van de Algemene Reserve + Innovatiereserve € 1.846.808 € 1.692.739 € 1.772.916 € 1.903.487 € 1.889.829 € 1.889.830 Totaal Algemene Reserve en Innovatiereserve € 3.459.808 € 3.305.739 € 3.385.916 € 3.516.487 € 3.502.829 € 3.502.830 Tabel 10: verloop Eigen Vermogen op basis meerjarenbegroting 2018-2023

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 39

Ons Eigen Vermogen is in 2018 minder hard gedaald dan begroot. Van ruim € 7.400.000 naar € 6.778.000 in één boekjaar. Dit komt omdat een aantal bijdragen in de nieuwbouw niet konden worden afgerekend in 2018. Deze zijn doorgeschoven naar boekjaar 2019. Waarbij het mogelijk is dat de gemeente Amsterdam deze bijdragen geheel of gedeeltelijk betaalt. Uit bovenstaand verloop van het Eigen Vermogen kan tevens worden afgelezen dat door het tijdig handelen in de toekomstige begrotingen in 2023 sprake is van voldoende vrij (dat wil zeggen; niet bestemde reserves zijnde: Algemene Reserve en de Innovatiereserve) Eigen Vermogen om aan de minimale vereiste van het lage risicoprofiel te voldoen, te weten minimaal € 1.613.000. Daarmee hebben we aan het einde van elk boekjaar voldoende vrij Eigen Vermogen om de risico’s binnen het profiel het hoofd te bieden. Als men de Algemene Reserve en de Innovatiereserve bij elkaar optelt, is er zelfs sprake van een vrij Eigen Vermogen van € 3.500.000. Dit is het gewenste vrije Eigen Vermogen dat wij ons zelf als norm hebben gesteld.

Er is vooralsnog voldoende vrij Eigen Vermogen om aan de mogelijke risico’s te kunnen voldoen. In de eerste helft van 2019 zullen we evenwel een nieuwe risicoanalyse laten uitvoeren. Op basis daarvan kunnen we bepalen of de hoogte van ons Eigen Vermogen in de komende boekjaren voldoende is om aan toekomstige nieuwe investeringen te voldoen. Daarnaast kijken we of de actuele situatie met betrekking tot het lerarentekort en de arbeidsmarktkrapte in zijn algemeenheid geen reden geven om een hoger vrij Eigen Vermogen aan te houden die voldoet aan de berekening van het weerstandsvermogen die door OC&W wordt gehanteerd, te weten (EV- Materiële vaste activa)/Rijksbijdragen OCW. Als men deze berekening toepast op de cijfermatige exercitie van paragraaf 4.3 De continuïteit dan komen we tot de volgende percentages:

Weerstandsvermogen 2018 2019 2020 2021 2022 2023 1 Signaal PO <5% - 20%> ( Eigen Vermogen) 5% -3% -1% 0% 0% 1% Signaal PO <5% - 20%> (AR + Innovatiereserve) 2 -4% -8% -7% -6% -5% -4% Tabel 11: weerstandsvermogen OC&W: berekening 1 (formele berekening OC&W). Berekening 2: berekening exclusief bestemmingsreserves = alleen algemene reserve + innovatiereserve)

Deze berekening tezamen met het eventuele nieuwe risicoprofiel dat uit de risicoanalyse van 2019 komt, vormt de basis voor het opnieuw vaststellen van de hoogte van ons weerstandsvermogen.

De mitigerende maatregelen Hieronder volgt een geactualiseerde uiteenzetting van de risico’s (op basis van de laatste risicoanalyse door de Controlgroep) met daarachter de te nemen/genomen maatregelen en of opmerkingen van belang. Onderwerpen met een laag vastgesteld risicoprofiel zijn niet meegenomen in onderstaande tabel.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 40

Risicoprofiel Gevolg actie voor Onderwerp vanuit Actie (voor 2018) risico risicoanalyse

Het is in 2018 niet gelukt om minder afhankelijk te zijn van Instabiliteit in bekostiging: flexibiliteit in de gemeentelijke subsidies. Actie om in 2019 en verder zoveel als materiële lasten ten opzichte van de Gemiddeld Laag/ Gemiddeld mogelijk de looncomponenten van de exploitatie te dekken vanuit de bekostiging Rijksbekostiging.

Arbeidsmarktschaarste:verbetering Naast de al uitgezette acties (reiskostenvergoeding, huisvesting secundaire arbeidsvoorwaarden en aandacht Hoog medewerkers binnen de stad) zal eerder worden ingezet op het Gemiddeld voor goede profilering profileren van de scholen

Uitvoeringsrisico in de bedrijfsvoering (vaste Het verder verbeteren van de AO/IB. Met name de Gemiddeld Laag/Gemiddeld voet): flexibiliteit in de materiële lasten procesbschrijvingen. Hier wordt momenteel aan gewerkt.

Tabel 12: relevante risico’s (gemiddeld en hoog) uit de risicoanalyse van de Controlgroep.

Bovenstaande drie risico’s uit de risicoanalyse van de Controlgroep hebben een gemiddeld tot hoog risico met een hoge kans en impact. Andere risico’s zijn ook benoemd, maar hebben een lage kans en/of impact en zijn daarom niet benoemd. Verder is het zaak de lijst met mitigerende maatregelen te bezien met als start het boekjaar 2018 voor het bepalen van acties. Deze lijst wordt jaarlijks geëvalueerd. In 2019 wordt een nieuwe risicoanalyse opgesteld. Deze wordt wederom opgesteld door de Controlgroep. Dat heeft als voordeel dat eenzelfde format wordt gebruikt als de risicoanalyse die in 2017 heeft plaatsgevonden.

4.4 Treasury-verslag STWT beschikt over een treasury-statuut waarin de volgende punten zijn beschreven: - uitgangspunten en doelstellingen, - organisatie van de treasury-functie, - administratieve organisatie, - informatievoorziening.

Wij hebben in 2018, net als in voorgaande jaren, een terughoudend treasury-beleid gevoerd. Onze liquide middelen zijn ondergebracht bij ING en ABN-AMRO. Het voornemen was om in 2018 de ING-bankrekeningen op te heffen, maar dit is vanwege de capaciteit op de afdeling financiën niet gelukt. In 2019 wordt deze taakstelling opnieuw opgepakt met als doel dit eind 2019 te realiseren.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 41

4.5 Kengetallen Naast de in de jaarrekening genoemde kengetallen voor het boekjaar 2018 hieronder een korte uiteenzetting van een drietal kengetallen voor de periode 2018-2023 (inclusief norm) (voor uitleg van de termen zie pagina 45).

Kengetallen 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Solvabiliteit1, norm: 10% - 45% 42,79% 37,11% 37,23% 37,68% 37,27% 37,01% Current Ratio (liquiditeit), norm: > 1 1,78 1,31 1,40 1,47 1,51 1,61 Rentabiliteit,. Norm: -3% - +3% -1,59% -3,71% 0,20% 0,32% -0,03% 0,00% Weerstandsvermogen, norm: < 5% -20% 5% -3% -1% 0% 0% 1% Tabel 17: kengetallen op basis van meerjarenbegroting 2018-2021 en meerjarige balanspositie 2018-2023

De berekende kengetallen blijven, voor de periode 2018- 2023, niet alle binnen de gestelde normen. Voor wat betreft de rentabiliteit loopt deze eenmalig uit de pas (2019). Dit komt door de in de begroting opgenomen bestuurlijke bijdragen in de nieuwbouw van een aantal schoolgebouwen. Deze hebben ook impact op het Eigen Vermogen en derhalve op het weerstandsvermogen. We moeten daarom – mede op basis van de in 2019 uit te voeren risicoscan – bepalen of we ons Eigen Vermogen in toekomstige meerjarenbegrotingen moeten aanvullen.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 42

Jaarrekening 2018

Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden te Amsterdam

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 43

Kengetallen

2018 2017 Liquiditeit (Vlottende activa/kortlopende schulden) 1,78 1,96 De liquiditeit geeft de mate aan waarin het bestuur in staat is op korte termijn aan zijn verplichtingen te voldoen. De liquiditeitspositie geeft de stand per 31 december van een jaar weer; er is dus sprake van een momentopname. Norm > 1

Solvabiliteit 1 (eigen vermogen (excl. voorzieningen) / totaal passiva * 100%) 42,79 41,29 De solvabiliteit geeft de mate aan waarin het bestuur in staat is op langere termijn aan zijn verplichtingen (rente en aflossing) te voldoen. De solvabiliteitspositie geeft de stand per 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. Norm: 10% – 45%

Solvabiliteit 2 (eigen vermogen (incl. voorzieningen) / totaal passiva * 100%) 61,62 60,31

Rentabiliteit (netto resultaat / totale baten * 100% -1,59 -8,25 De rentabiliteit geeft aan hoe effectief met de opbrengsten wordt omgegaan. Bij dit kengetal wordt gekeken naar de verhouding tussen het nettoresultaat en de totale opbrengsten. Norm: -3% - +3%

Weerstandsvermogen (eigen vermogen – materiële vaste activa) / Rijksbijdragen * 100% 5,05 10,28 Het weerstandsvermogen geeft aan hoe de beschikbare reserves zich verhouden tot de exploitatie. Naarmate de reserves groter zijn zal het weerstandsvermogen groter zijn. Norm: <5% - 20%

Kapitalisatiefactor (totaal vermogen – gebouwen en terreinen) / totale baten * 100% 37,81 46,92 De kapitalisatiefactor wordt gehanteerd om te signaleren of een onderwijsinstelling haar kapitaal al dan niet efficiënt benut. Norm: bovengrens 35 – 60%

Huisvestingsratio (huistingslasten + afschrijving gebouw en terreinen) / totale instellingslasten 5,53 6,54 De huisvestingsratio geeft aan in welke mate er sprake is van te hoge huisvestingslasten in relatie tot de totale instellingslasten. Norm: > 0,10

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 44

Grondslagen en waarderingen

1 Algemene toelichting

Het bestuur van de stichting is het bevoegd gezag van de vijftien scholen en statutair gevestigd te Amsterdam. STWT is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam (Stichting Openbaar basisonderwijs Westelijke Tuinsteden Amsterdam) onder dossiernummer 34237721.

1.1 Activiteiten

De activiteiten van de instelling bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van onderwijs.

2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva

2.1 Algemeen

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs.

Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

De in de jaarrekening opgenomen bedragen zijn in hele euro's.

2.2 Vergelijkende cijfers

Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar.

2.3 Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings-of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Er wordt een activeringsgrens gehanteerd van € 2.500. Investeringen onder de € 2.500 worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 45

Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben.

Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten.

2.4 Financiële vaste activa

De leningen en vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.

2.5 Vorderingen

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarden geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordelingen van de vorderingen.

2.6 Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas-, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

2.7 Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen.

Algemene reserve De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van het bevoegd gezag en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten die ontstaan uit het verschil tussen de baten en lasten. Deze reserve dient ter dekking van eventuele toekomstige exploitatietekorten.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 46

Reserves worden geacht uit publieke middelen te zijn opgebouwd tenzij expliciet anders is vermeld in de toelichting op de balans.

Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves worden gevormd met als doel deze in de toekomst aan te wenden voor een specifiek doel. Bestemmingsreserves zijn gevormd op basis van een besluit van het bevoegd gezag. Aan de bestemmingsreserves ligt een plan ten grondslag waarin is opgenomen welke uitgaven ten laste van de reserve komen.

A) De bestemmingsreserve huisvesting De bestemmingsreserve huisvesting is met name gevormd voor de uitgaven voor nieuwbouw aan- en in het gebouw en uitgaven voor terreinaanpassingen waar onvoldoende bekostiging tegenover staat. Hiermee willen wij ook bereiken dat de gebouwen meer exploitatieneutraal zijn.

B) De bestemmingsreserve innovatie De bestemmingsreserve innovatie is gevormd om innovatie te kunnen stimuleren op het gebied van onderwijs.

C) Bestemmingsreserve Egalisatiefonds voor vervangingskosten (EFV); voormalig ERD De bestemmingsreserve ERD is gevormd om het risico van toekomstige hoge kosten voor ziektevervanging op te vangen, als gevolg van het eigen risicodragerschap.

D) Bestemmingsreserve SPO West Deze bestemmingsreserve is via een foutenherstel per 01-01-2017 gevormd. De bestemmingsreserve is het vermogen dat is gevormd door de exploitatie van het Steunpunt Passend Onderwijs West. Het vermogen behoort de partners van het steunpunt toe en is alleen inzetbaar via akkoord van de stuurgroep SPO West.

Private reserves De inkomsten van de private reserves worden gevormd uit gelden van ouders. De private middelen worden volledig opgenomen in de financiële administratie van Stichting Openbaar Onderwijs Westelijke Tuinsteden. Om deze apart zichtbaar te kunnen houden worden private reserves geregistreerd per BRIN-nummer. Elk jaar wordt het saldo van inkomsten toegevoegd of onttrokken aan deze private reserve. Stichting Westelijke Tuinsteden kent drie Private reserves:

A) De Private reserve Ouderbijdrage

B) De Private reserve Overblijf

C) De Private reserve Schoolreis

Resultaatbestemming De bestemming van het resultaat aan de algemene reserve dan wel de bestemmingsreserve vindt plaats op basis van een besluit van het College van Bestuur. Het resultaat wordt in principe toegevoegd of onttrokken aan de publieke reserve, tenzij aan de middelen een private herkomst ten grondslag ligt.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 47

2.8 Voorzieningen

Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.

Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.

Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties die op grond van de CAO dienen te worden betaald. Voor de voorziening jubilea staat een vast bedrag per FTE van € 1.070,75.

Voorziening personeel De voorziening personeel is gevormd ter dekking van de kosten van vertrekkend personeel, welke voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst.

Voorziening wachtgeld De voorziening wachtgeld is gevormd ter dekking van de kosten van wachtgelduitkeringen, welke niet door het Participatiefonds worden voldaan.

Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud is gevormd om de lasten van het groot onderhoud gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. STWT maakt gebruik van de overgangsregeling zoals gesteld in de richtlijnen van de jaarverslaggeving 2017 (212.805) Voor wat betreft de volledigheid van de onderhoudsvoorziening kan worden gesteld dat er per ultimo 31 december 2018 vier panden gereed zijn en twee nog in aanbouw/afrondende fase van aanbouw, welke nog niet meegenomen zijn in de onderhoudsplanning.

Voorziening leerling gewicht De voorziening leerlingen gewicht is gevormd middels een schatting die Stichting Westelijke Tuinsteden heeft gemaakt op basis van de leerlingen controles op de gewichten. Het betreft een correctie op de bekostiging van leerlingen die voor het schooljaar 2015-2016 gelden. De voorziening is komen te vervallen per 31 december 2018, omdat het dossier dat betrekking heeft op deze voorziening is gesloten. DUO heeft inmiddels afgerekend met STWT, na bezwaar en beroep bij de bestuursrechter.

Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurig zieken is gevormd voor de verplichte loondoorbetaling gedurende de periode van ziekte of arbeidsongeschiktheid van betreffende medewerkers.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 48

2.9 Kortlopende schulden

De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar.

3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat

3.1 Algemeen

De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.

3.2 Opbrengstverantwoording

Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.

3.3 Rijksbijdragen

De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekening clausule) waar geen bestedingsplan aan ten grondslag ligt, worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Niet-geoormerkte subsidies waaraan een specifiek bestedingsdoel is gekoppeld, worden op basis van een bestedingsplan toegerekend aan de periode waar ze betrekking op hebben.

Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekening clausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva.

Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekening clausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet-bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet-bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 49

3.4 Overige overheidsbijdragen en -subsidies

Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen.

Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten.

3.5 Overige baten

Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten. De ouderbijdrage, overblijf en schoolreis worden verantwoord volgens het kasstelsel betalingen en ontvangsten.

3.6 Personeelslasten

Onder de personele lasten zijn opgenomen de lonen en salarissen van het personeel in dienst van het bevoegd gezag verminderd met ontvangen uitkeringen van het Vervangingsfonds en uitkeringsinstanties. Tevens zijn onder deze noemer opgenomen de overige personele lasten.

3.7 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende materiële vaste activa. In het jaar van investeren wordt naar tijdsevenredigheid afgeschreven. De activeringsgrens ligt op € 2.500. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.

De gehanteerde categorieën materiële vaste activa en de bijbehorende gebruiksduur zijn: Actief Aantal jaren gebruiksduur Gebouwen/schoolplein 15 jaar Meubilair 20 jaar Inventaris en apparatuur 5 jaar Installaties 10 jaar Leermethoden 8 jaar Hardware en randapparatuur 4 jaar

De afschrijving kan nooit over een langere periode plaatsvinden dan de technische levensduur.

3.8 Huisvestingslasten

Onder de huisvestingslasten worden de kosten van huisvesting opgenomen. De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 50

3.9 Overige lasten

De overige lasten hebben betrekking op kosten die voortvloeien uit de aangegane afspraken dan wel noodzakelijk zijn voor het geven van onderwijs.

3.10 Rentebaten en rentelasten

De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende renteopbrengsten en -kosten en kosten van ontvangen leningen

3.11 Resultaat

Onder resultaat wordt verstaan het resultaat van het bevoegd gezag inclusief de financiële baten en lasten. Het resultaat is in de balans verwerkt conform de in de jaarrekening opgenomen resultaatbestemming.

4 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht

De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt – waaronder financiële leasing – worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen is opgenomen onder de operationele activiteiten.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 51

Balans na resultaatbestemming

31-12-2018 31-12-2017 EUR EUR 1 Activa

1.2 Materiële vaste activa 4.970.824 4.007.433 1.3 Financiële vaste activa 24.000 22.800 Totaal vaste activa 4.994.824 4.030.233

Vlottende activa 1.5 Vorderingen 4.068.935 2.287.439 1.7 Liquide middelen 6.778.523 11.691.028

Totaal vlottende activa 10.847.458 13.978.467

Totaal activa 15.842.282 18.008.700

2 Passiva

2.1 Eigen vermogen 6.778.692 7.436.422 2.2 Voorzieningen 2.982.629 3.425.271 2.4 Kortlopende schulden 6.080.961 7.147.007

Totaal passiva 15.842.282 18.008.700

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 52

Staat van Baten en Lasten

2018 Begroot 2018 2017 EUR EUR EUR Baten

3.1 Rijksbijdragen 35.817.222 33.934.299 33.343.935 3.2 Overige overheidsbijdragen en – 3.643.902 3.022.413 3.044.203 subsidies 3.5 Overige baten 1.886.236 1.230.175 1.602.432

Totaal Baten 41.347.360 38.186.887 37.990.570

Lasten

4.1 Personeelslasten 35.590.291 33.414.024 34.219.585 4.2 Afschrijvingen 858.606 850.124 717.928 4.3 Huisvestingslasten 2.308.217 3.547.404 2.686.043 4.4 Overige lasten 3.241.205 2.425.001 3.502.783

Totaal Lasten 41.998.319 40.236.553 41.126.339

Saldo Baten en Lasten -650.959 -2.049.666 -3.135.769

5 Financiële baten en lasten -6.771 0 -984

Totaal resultaat -657.730 -2.049.666 -3.136.753

Een toelichting op de staat van baten en lasten (begroting 2018 versus realisatie 2018) is opgenomen in paragraaf 4.1 van het jaarverslag.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 53

Resultaatverdeling

Het negatieve resultaat ad € 657.730 zal als volgt worden bestemd:

Algemene reserve

Algemene reserve scholen -487.819 Algemene bestuur reserve 279.054 Totaal Algemene reserve -208.765

Bestemmingsreserves

Huisvesting 0 Innovatie -389.172 SPOW 78.502 ERD -66.608 Totaal Bestemmingsreserves -377.278

Private reserves

Ouderbijdrage 23.040 Overblijf -38.991 Schoolreis -55.736 Totaal Private reserves -71.687 Resultaat 2018 -657.730

De resultaatverdeling is gemaakt op basis van de resultaten per kostenplaats en/of kostendrager.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 54

Kasstroomoverzicht

2018 2017 EUR EUR

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo Baten en Lasten -650.959 -3.135.769

Aanpassing voor: Afschrijvingen 858.606 717.928 Afschrijvingen desinvesteringen Mutaties voorzieningen -442.642 -125.993

Verandering in vlottende middelen: Vorderingen -1.784.591 216.599 Schulden -1.066.046 2.231.192 Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties -3.085.632 -96.043

Ontvangen interest 5.548 31.628 Betaalde bankkosten -9.224 -10.325

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -3.089.308 -74.740

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa (-/-) 1.821.997 1.714.975 Desinvesteringen in materiële vaste activa 0 46.174 Investering in deelneming (-/-) 1.200 0

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -1.823.197 -1.668.801

Mutatie liquide middelen -4.912.505 -1.743.541

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 55

Toelichting op de Balans

Vaste activa

Aanschaf Afschrijving Boek- Investering Boek- Af- Aanschaf Afschrijving Boek- prijs cumulatief waarde waarde schrijving prijs cumulatief waarde desinv. 1-1-2018 1-1-2018 1-1-2018 31-12- 31-12-2018 31-12- 2018 2018 EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR 1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen/terrein 182.946 4.066 178.880 42.454 14.176 225.400 18.242 207.158

1.2.2 Inventaris en 8.028.956 4.200.403 3.828.553 1.779.543 -2.197.987 844.430 7.610.512 2.846.846 4.763.666 apparatuur

Materiële vaste activa 8.211.902 4.204.469 4.007.433 1.821.997 -2.197.987 858.606 7.835.912 2.865.088 4.970.824 -2.197.987

1.3 Financiële vaste activa

1.3 Borg ICT 22.800 0 22.800 1.200 0 0 24.000 0 24.000

Financiële vaste 22.800 0 22.800 1.200 0 0 24.000 0 24.000 activa

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 56

Vorderingen 31-12-2018 31-12-2017 EUR EUR 1.5 Vorderingen

1.5.1 Debiteuren 331.571 228.257 1.5.2 OCW 1.775.721 1.831.639 1.5.3 Gemeente 1.757.350 0 1.5.5 Coop. L.vh.L. 73.760 0 1.5.6 Overige overheden 12.824 16.776 1.5.7 Overige vorderingen 124.056 94.865 1.5.8 Overlopende activa 0 123.381 1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -6.347 -7.479 Vorderingen 4.068.935 2.287.439

Uitsplitsing

1.5.7.1 Personeel 26.932 14.127 1.5.7.2 Rente 1.981 5.076 1.5.7.3 Overig 95.143 75.662 Overige vorderingen 124.056 94.865

1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 0 123.381 1.5.8.3 Overige overlopende activa 0 0 Overlopende activa 0 123.381

1.5.9.1 Stand per 1-1 -7.479 -10.102 1.5.9.2 Onttrekking 1.132 2.623 1.5.9.3 Dotatie 0 0 Stand per 31-12 -6.347 -7.479

Liquide middelen 31-12-2018 31-12-2017 EUR EUR 1.7 Liquide middelen

1.7.1 Kasmiddelen 5.431 6.011 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 5.073.092 9.985.017 1.7.3 Deposito’s 1.700.000 1.700.000 Liquide middelen 6.778.523 11.691.028

Toelichting 1.5.3: vordering gemeente. De gepresenteerde vordering op de gemeente behelst voornamelijk een aantal huisprojecten die in 2018 niet zijn afgerekend. Deze zullen in 2019 worden afgerekend. Na afrekening is dan ook duidelijk in welke mate er sprake is van een nog te verwachte bijdrage vanuit het bestuur.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 57

Eigen vermogen

Stand Resultaat Overige Stand 1-1-2018 mutaties 31-12-2018 EUR EUR EUR EUR 2.1 Eigen vermogen

2.1.1 Algemene reserve 3.122.930 -208.765 0 2.914.165 2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek) 3.947.279 -377.278 0 3.570.001 2.1.3 Private reserve 366.213 -71.687 0 294.526 Eigen vermogen 7.436.422 -657.730 0 6.778.692

Uitsplitsing 2.1.2.1 Huisvesting 1.874.029 0 0 1.874.029 2.1.2.2 Innovatiereserve 934.815 -389.172 0 545.643 2.1.2.3 ERD 856.538 -66.608 0 *789.930 2.1.2.4 SPOW 281.897 78.502 0 360.399 Bestemmingsreserve (publiek) 3.947.279 -377.278 0 3.570.001

Uitsplitsing 2.1.3.1 Ouderbijdrage 340.012 23.040 0 363.052 2.1.3.2 Overblijf 131.347 -38.991 0 92.356 2.1.3.3 Schoolreis -105.146 -55.736 0 -160.882 Private reserves 366.213 -71.687 0 294.526

*De hoogte van de bestemmingsreserve ERD is gevormd ter dekking van de vervangingskosten bij ziekte en verlof zoals geregeld in de CAO PO.

Er is in bovenstaande cijfermatige presentatie van het Eigen Vermogen voor gekozen om geen aparte bestemmingsreserve voor de vermindering werkdrukmiddelen op te nemen.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 58

Voorzieningen

Stand per Dotaties Onttrekkingen Vrijval Rente Stand per Kortlopend Langlopend 1-1-2018 mutatie - 31-12-2018 deel <1 jaar deel >1 jaar contant 2.2 Voorzieningen

2.2.1 Voorziening Jubilea 518.182 25.000 14.743 18.673 0 509.766 78.299 431.467 2.2.1 Voorziening Personeel 131.917 100.000 0 148.750 0 83.167 83.167 0 2.2.1 Voorziening Wachtgeld 375.947 0 174.823 0 0 201.124 83.412 117.712 2.2.3 Voorziening Groot Onderhoud 2.059.933 504.350 453.314 0 0 2.110.969 477.288 1.633.681 2.2.4 Voorziening Leerlingen 220.931 0 101.374 119.557 0 0 gewicht 2.2.5 Voorziening Langdurige 118.361 0 0 40.758 0 77.603 77.603 Zieken Voorzieningen 3.425.271 629.350 744.254 327.738 0 2.982.629 799.769 2.182.860

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 59

Kortlopende schulden 31-12-2018 31-12-2017 EUR EUR 2.4 Kortlopende schulden

2.4.3 Crediteuren 1.985.286 2.126.280 2.4.4 OCW 60.127 60.127 60.127 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.284.381 1.196.995 1.196.995 2.4.8 Schulden inzake van pensioenen 339.836 342.056 342.056 2.4.9 Overige kortlopende schulden 998.180 2.243.990 2.243.990 2.4.10 Overlopende passiva 1.413.151 1.177.559 1.177.559

Kortlopende schulden 6.080.961 7.147.007 7.147.007

Uitsplitsing 2.4.7.1 Loonheffing 1.284.381 1.196.995 2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen 0 0 Belastingen en premies 1.284.381 1.196.995 sociale verzekeringen Uitsplitsing 2.4.9.1 Salarissen 14.272 12.994 2.4.9.2 Terug te betalen Ziektewet 0 64.923 2.4.9.3 Huisvesting, schades en subsidieafrekeningen gemeente 391.771 1.766.657 2.4.9.4 Nog te besteden geoormerkte subsidies gemeente 0 0 2.4.9.5 Vooruit ontvangen bedragen 91.579 0 2.4.9.6 Overige kortlopende schulden 500.558 399.416 Overige kortlopende schulden 998.180 2.243.990 Uitsplitsing 2.4.10.2 Vooruit ontvangen subsidies OCW 70.443 70.097 2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 963.537 942.970 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 11.240 17.500 2.4.10.8 Overige overlopende passiva 367.931 146.992 2.4.10.9 Rekening-courant SPOW 0 0 Overlopende passiva 1.413.151 1.177.559

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 60

Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa

Contracten Hieronder een uiteenzetting van de contractuele verplichtingen (inclusief BTW) Contractuele verplichtingen Bedrag (per Naam Omschrijving jaar) Contract tot 1 jaar Visio Huurvergoeding lokalen (zes lokalen) € 26.700 OOG Continuering contract 2017 € 241.000 Topicus ParnasSys (leerling volgsysteem) € 47.000 Empirion Verzuimexpert € 4.800 Incentivo Medical Bedrijfsarts (bijdrage op basis van het aantal uren) € 42.000 Consultancy Fitwerk Coördinatie netwerk bewegingsonderwijs € 12.100 Start oktober 2018 voor een periode van 10 maanden Neksus Inzet ICT professional € 54.160 ProActive Factuurverwerking (staffel op basis van 7501 – 15.000 facturen € 5.150 ProActive Kasboek en bankimport (staffel op basis van 51 – 100 boeken) € 4.890 SuccesSpiegel Kwaliteitssysteem Scholen met Succes (€ 2,50 per leerling per jaar) € 21.000 Start 01-09-2018 Contract 1 tot 5 jaar

Canon Contracten opgeteld per school (raming, start in juni 2017) € 40.000 Huur Einsteinschool, materiële instandhouding (jaarlijks wisselend Gemeente Amsterdam bedrag) € 57.763 Huur De Globe , materiële instandhouding (jaarlijks wisselend Gemeente Amsterdam bedrag) € 104.337 Huur De Horizon, materiële Instandhouding (jaarlijks wisselend Gemeente Amsterdam bedrag) € 41.685 Gemeente Amsterdam Huur De Toekomst, materiële Instandhouding (jaarlijks wisselend € 91.085 bedrag) Flynth Accountantsdienst (jaarrekening ) € 12.190

BOA Internetaansluiting scholen en stafbureau € 87.000 Federatie Openbaar Onderwijs Amsterdam. Contributie op basis van FOOA het aantal leerlingen € 26.235 PO-Raad Bijdrage op basis van leerlingen € 18.361 TOTAAL € 937.456 Tabel 18: Contractuele verplichtingen

De dekkingsgraad per 31-12-2018 van het pensioenfonds ABP is 103,1%

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 61

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 62

Toelichting op de Staat van Baten en Lasten

Baten

Overheidsbijdragen

2018 2017 EUR EUR 3.1 Rijksbijdragen

3.1.1 Rijksbijdragen 30.522.268 28.371.403 OCW 3.1.2 Overige subsidies 3.609.798 3.420.420 OCW 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV 1.685.156 1.552.112

Rijksbijdragen 35.817.222 33.343.935

Overige overheidsbijdragen en –subsidies

3.2 Overige overheidsbijdragen en –subsidies

3.2.2 Overige overheidsbijdragen en – subsidies 3.643.902 3.044.203

Overige baten 3.643.902 3.044.203

146.460

Andere baten

3.5 Overige baten

3.5.1 Verhuur 294.023 285.293 3.5.2 Detachering 432.602 483.609 3.5.5 Ouderbijdragen 440.468 411.820 3.5.6 Overige 719.143 421.710

Overige baten 1.886.236 1.602.432

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 63

Lasten 2018 2017 EUR EUR 4.1 Personeelslasten

4.1.1 Lonen en salarissen 30.663.190 28.857.704 4.1.2 Overige personele lasten 5.217.963 5.740.230 4.1.3 Af: uitkeringen (-/-) 290.862 378.349

Personeelslasten 35.590.291 34.219.585

Personeel per functiegroep peildatum 31-12-2018 (in fte) 31-12-2018 31-12-2017 Directie 23,84 22,26 Onderwijzend Personeel 349,18 373,87 Onderwijs Ondersteunend Personeel 103,06 87,81 Totaal 476,08 483,94

Gemiddeld aantal FTE in 2018 bedraagt 479,70 t.o.v. 481,52 in 2017.

2018 2017 Uitsplitsing EUR EUR 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 24.344.990 22.914.563 4.1.1.2 Sociale lasten 3.318.850 3.014.954 4.1.1.3 Pensioenpremies 2.999.350 2.928.187 Lonen en salarissen 30.663.190 28.857.704

4.1.2.1 Dot. personele voorzieningen -202.738 -108.281 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.218.249 4.525.525 4.1.2.3 Overig 1.202.452 1.322.986 Overige personele lasten 5.217.963 5.740.230

Uitsplitsing 4.1.2.1 Vrijval voorziening Personeel -48.750 -48.738 Dot. voorziening Wachtgeld 0 415.470 Vrijval voorziening l.l. gewicht -119.557 -400.000 Vrijval vz. langdurig zieken -40.758 -133.440 Dotatie voorziening jubilea 6.327 58.427 -202.738 -108.281

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 64

4.2 Afschrijvingen

4.2.2.3 Inventaris en apparatuur 858.606 717.928

Afschrijvingen 858.606 717.928

4.3 Huisvestingslasten

4.3.1 Huur 169.741 92.143 4.3.3 Onderhoud 316.638 633.632 4.3.4 Energie en water 319.968 360.563 4.3.5 Schoonmaakkosten 717.172 697.449 4.3.6 Heffingen 66.860 77.961

4.3.7 Overige 213.488 319.940 4.3.8 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen 504.350 504.355

Huisvestingslasten 2.308.217 2.686.043

2018 2017 EUR EUR 4.4 Overige lasten

4.4.1 Administratie en beheerslasten 756.847 925.985 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 1.531.915 1.816.762 4.4.4 Overige lasten 952.443 760.036

Overige lasten 3.241.205 3.502.783

Specificatie honorarium 4.4.1.1 Onderzoek jaarrekening 18.949 18.226 4.4.1.2 Subsidieafrekeningen 15.031 8.773 Accountantslasten 33.980 26.999

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 65

Financieel en buitengewoon

2018 2017 EUR EUR 5 Financiële baten en lasten

5.1 Rentebaten 2.453 9.341 5.5 Bankkosten -9.224 -10.325

Financiële baten en lasten -6.771 -984

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 66

Model E – Verbonden partijen

Naam Juridische Statutaire Code Eigen Resultaat Art 2:403 Deelname Consolidatie vorm 2018 zetel activiteiten vermogen jaar BW 31-12- 2018 2018 EUR EUR Ja/Nee % Ja/Nee

Coöperatie Leren voor het Leven Coöperatie Amsterdam 88992 € 0,00 € 0,00 Nee 0% Nee

SWV passend onderwijs Amsterdam/Diemen verlegd boekjaar geen cijfers beschikbaar.

Federatie Openbaar Onderwijs Amsterdam geen cijfers beschikbaar, zonder beslissende zeggenschap.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 67

WNT: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector

Leidinggevende J. Middelbeek topfunctionarissen

Bedragen x € 1 2018 2017 Functiegegevens Bestuurder Bestuurder

Duur dienstverband 01-01 t/m 31-12 01-01 t/m 31-12 Omvang dienstverband (in fte) 1,00 1,00

Gewezen topfunctionaris? Nee Nee (fictieve) dienstbetrekking? Ja Ja

Bezoldiging € € Beloning € 122.657 € 121.439 Belastbare onkostenvergoedingen € 0 € 0 Beloningen betaalbaar op termijn € 18.215 € 17.126

Totaal bezoldiging € 140.872 € 138.565 Toepasselijk WNT-maximum € 146.000 € 141.000

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 68

Toezichthoudende topfunctionarissen JAMC Nooren EJTh van den Berg Bedragen x € 1 2018 2017 2018 2017 Functiegegevens Voorzitter Lid Duur dienstverband 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 31-12 31-12 31-12 31-12 Beloning € 7.878 € 7.878 € 5.118 € 5.118 Belastbare onkostenvergoedingen € 0 € 0 € 513 € 0 Beloningen betaalbaar op termijn € 0 € 0 € 0 € 0 Totaal bezoldiging € 7.878 € 7.878 € 5.118 € 5.118 Toepasselijk WNT-maximum € 21.900 € 21.150 € 14.600 € 14.100

Toezichthoudende topfunctionarissen HB Jonkman MF Brewster Bedragen x € 1 2018 2017 2018 2017 Functiegegevens Lid Lid Duur dienstverband 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 31-12 31-12 31-12 31-12 Beloning € 5.118 € 5.118 € 5.118 € 5.118 Belastbare onkostenvergoedingen € 0 € 0 € 0 € 0 Beloningen betaalbaar op termijn € 0 € 0 € 0 € 0 Totaal bezoldiging € 5.118 € 5.118 € 5.118 € 5.118 Toepasselijk WNT-maximum € 14.600 € 14.100 € 14.600 € 14.100

Toezichthoudende topfunctionarissen G. Mohebbi F. Stouten Bedragen x € 1 2018 2017 2018 Functiegegevens Lid Lid Duur dienstverband 01-01 t/m 01-01 t/m 31-12 31-12 Beloning € 5.118 € 0 € 5.118 € 0 Belastbare onkostenvergoedingen € 0 € 0 € 0 € 0 Beloningen betaalbaar op termijn € 0 € 0 € 0 € 0 Totaal bezoldiging € 5.118 € 0 € 5.118 € 0 Toepasselijk WNT-maximum € 14.600 € 14.100 € 14.600 € 14.100

Tabel: Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen 2018 (N.B.: Maximale bedrag regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 31 augustus 2018, nr. 2018-0000733916, houdende wijziging van de regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren in verband met de invoering van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT) Conform de regeling dienen topfunctionarissen te worden bezoldigd in een klasse op basis van het toekennen van complexiteitspunten. Op basis van het toekennen van de complexiteitspunten valt het bestuur onder de klasse D, met een maximum van € 146.000.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 69

Gebeurtenissen na balansdatum

Na afloop van het boekjaar hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die belangrijk zijn voor de interpretatie van de cijfers in de jaarrekening.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 70

Ondertekening Raad van Toezicht

Datum: 5 juni 2019

Was getekend De heer drs. J.A.M.C Nooren, voorzitter

Was getekend De heer dr. H.B. Jonkman, vicevoorzitter

Was getekend De heer drs. E. J. Th. Van den Berg MBA, RvT-lid

Was getekend Mevrouw M.F. Brewster, RvT-lid

Was getekend Mevrouw G. Mohebbi, RvT-lid

Was getekend De heer F.J.M. Stouten, RvT-lid

Ondertekening College van Bestuur

Datum: 5 juni 2019

Was getekend Mevrouw J. Middelbeek – Rozenboom

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 72

Bijlage 1. Overzicht van functies, nevenfuncties en rooster van aftreden Raad van Toezicht

Profiel voor de Raad van Toezicht StWT

De leden: • beschikken over een hbo- of academisch denk- en werkniveau; • hebben een brede, maatschappelijke betrokkenheid en onderschrijven de uitgangspunten en doelstellingen van het openbare onderwijs; • opereren op strategisch niveau; • hebben ervaring met besturen en/of het houden van toezicht in een complexe, professionele en maatschappelijke organisatie; • kunnen op hoofdlijnen processen analyseren en daarbinnen besluiten nemen; • kunnen bestuurstechnieken hanteren, zoals toepassen van communicatieve vaardigheden, hoofd- en bijzaken signaleren en delegeren; • zijn bereid actief en zichtbaar op te treden als ambassadeurs van het openbaar onderwijs in de wijk, stad, de regio en het land.

Belangrijke persoonlijke kwaliteiten zijn: • objectiviteit en onpartijdigheid; • reflectief vermogen; • relativeringsvermogen; • open, toegankelijke houding; • besluitvaardig; • uitdrukkingsvaardig.

Een collegiale opstelling is van belang voor een goede onderlinge samenwerking.

Daarnaast wordt van een lid van de Raad van Toezicht ook verwacht dat hij of zij: • in staat is de bestuurder te ondersteunen bij de uitoefening van zijn of haar functie; • het vermogen en de attitude heeft om inhoud te geven aan de klankbordfunctie met de bestuurder; • in staat is de dialoog met de bestuurder te voeren en daarbij ook zelf initiatieven te nemen; • op hoofdlijnen vertrouwd is met de ontwikkelingen in het onderwijs; • inzicht heeft in politieke en maatschappelijke verhoudingen; • open staat voor een dialoog met de achterban in het bijzonder met de ouders en de lokale gemeenschap; • affiniteit heeft met en inzicht in grootstedelijke problematiek, in het bijzonder van stadsdeel Nieuw-West; • rolvast handelt met respect voor de verantwoordelijkheden van anderen; • beschikt over een relevant netwerk in de regio dan wel binnen het onderwijs of de (lokale) politiek; • in staat is de leidende principes binnen de stichting te bewaken en de organisatie te bevragen op de realisatie daarvan; • inzicht heeft in, en kunnen denken en handelen vanuit een 'lerende organisatie'; • kan functioneren in teamverband; • voldoende beschikbaarheid en energie heeft om zich in te zetten voor een adequate invulling van de functie.

Bij de samenstelling van de Raad van Toezicht is aandacht voor de aanwezigheid van kennis en ervaring in het openbaar onderwijs en financiële-, juridische kennis en organisatorische kennis. Ook is er aandacht voor kennis van bedrijfsvoering, kennis van onderwijshuisvesting en kennis op het gebied van personele zaken. Bovendien is een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen en een afspiegeling van de lokale samenleving gewenst.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 73

De voorzitter: Van de voorzitter van de Raad van Toezicht wordt daarnaast specifiek verwacht dat hij of zij: • over leidinggevende en bindende kwaliteiten beschikt; • in staat is de Raad van Toezicht zowel intern als extern te vertegenwoordigen; • over competenties beschikt om effectief een vergadering te leiden; • een inspirerende persoonlijkheid is, die mensen enthousiasmeert en in beweging krijgt; • in staat is het functioneren van de bestuurder te beoordelen; • in staat is besluitvorming te bevorderen bij lastige en complexe zaken; • in staat is de onderscheidende rollen van de verschillende geledingen (in het bijzonder die van de Raad van Toezicht en de bestuurder) te bewaken; • verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het functioneren van de Raad van Toezicht.

Profiel Raad van Toezicht 2018 Nooren Brewster Jonkman Van den Berg Mohebbi Stouten Financiën X X Juridische zaken X X Openbaar onderwijsbeleid X X X X Organisatiekunde X X X X X Bedrijfsvoering X X X X Onderwijshuisvesting X X X Personele zaken X X X X

Rooster van aftreden Naam Aftreden bij 1e termijn Herbenoemen (2e en laatste termijn) Drs. J.A.M.C. Nooren 1 juli 2016 Herbenoemd tot 1 juli 2020 M.F. Brewster 1 juli 2016 Herbenoemd tot 1 juli 2020 Dr. H.B Jonkman 1 juli 2016 Herbenoemd tot 1 juli 2020 Drs. E.J.Th. van den Berg, MBA 1 januari 2018 Herbenoemd tot 1 januari 2022 G. Mohebbi 1 januari 2022 Mogelijk tot 1 januari 2026 F.J.M. Stouten 1 januari 2022 Mogelijk tot 1 januari 2026

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 74

Functies en nevenfuncties leden Raad van Toezicht 2018 Naam Hoofdfunctie Nevenfuncties Drs. J.A.M.C. Nooren • Co-owner Maatschap 2-Create, Amsterdam • Extern adviseur Lucascommunity, Amsterdam • Lid Raad van Toezicht Amstelveen College, Amstelveen Drs. E.J.Th. van den Directeur bedrijfsvoering • Lid Raad van Toezicht Kalisto (vacatiegeld) Berg, MBA Faculteit Rechten, Erasmus • Lid Raad van Toezicht Stichting De Korre (speciaal Universiteit onderwijs) Zeeland (vacatiegeld) M.F. Brewster Directeur-bestuurder • Lid Raad van Toezicht Volksbond Streetcornerwork Woningstichting Leusden te (vrijwilligersvergoeding) Leusden • Voorzitter Stichting Vrienden van het CBK Zuidoost (onbezoldigd) • Lid Raad van Commissarissen Stichting Opmaat (bezoldigd) Dr. H.B. Jonkman Senior Verwey-Jonker • Adviseur International Task Force of the Society of Instituut op het terrein van Prevention Research Jeugd, Onderwijs en Opvoeding G. Mohebbi Directeur Woonbond Kennis- • Lid Raad van Toezicht Stichting Openbaar Primair en Adviescentrum en Speciaal Onderwijs Leiden & Stichting OBSG Leiderdorp (bezoldigd) • Lid Strategische adviesraad Bestuurskunde/ Overheidsmanagement bij de Haagse Hogeschool (onbezoldigd) • Lid expertpanel Radio Funx (onbezoldigd) • Lid expertpanel en spreker de Nieuws BV (onbezoldigd) F.J.M. Stouten • Onderwijsadvies • Lid bestuur Cosmicus (onbezoldigd)

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 75

Bijlage 2. Overzicht afkortingen

ERD-voorziening: Eigen Risico Dragerschap; een voorziening om de kosten voor ziektevervanging gezamenlijk te dragen. PAMB budget: Personeels- en ArbeidsMarkt Budget MI: Materiele Instandhouding GPL: Gemiddelde PersoneelsLast SWV SamenWerkingsVerband (voor passend onderwijs) FA: Financiële Administratie VLOA: verordening Lokaal Onderwijsbeleid Amsterdam; in deze verordening is het merendeel van de gemeentelijke onderwijssubsidies opgenomen EV: Eigen Vermogen SPO West: Steunpunt Passend Onderwijs West LIO: Leraar in opleiding, mag (met begeleiding) zelfstandig voor de klas Day a Weekschool bovenbestuurlijke voorziening voor hoogbegaafde leerlingen, waarbij deze leerlingen één dag per week in een aparte les een aangepast onderwijsprogramma volgen

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 76

Bijlage 3. Besteding werkdrukmiddelen 2018

Kostenplaats STWT 3010-Salariskosten lumpsum 182.826,29 3200-Personeel derden (inhuur tbv formatie) 36.064,94 4130-Afschrijvingen ICT 2.387,24 8002-Rijksvergoeding PAMB -337.932,55 -116.654,08

Rijksvergoeding PAMB Totaal Schooljaar 2018/2019 811.038,12 Rijksvergoeding PAMB tbv 2019 1.148.970,67

Te besteden 2018 (8002) Rijksvergoeding PAMB tbv 2018 337.932,55 Gerealiseerde kosten 2018 (3010) Salariskosten 2018 -182.826,29 (3200) Personeelskosten inhuur formatie -36.064,94 (4130) Afschrijving -2.387,24 Totaal kosten 2018 -221.278,47

Nog te besteden 2019 116.654,08

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 77

Bijlage 5. Verantwoording inzet middelen prestatiebox

1. Taal en Rekenen We gaan uit van brede opbrengsten met betrekking tot kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. Onze scholen verdiepen zich verder in het concept van ‘anders verantwoorden’. Diverse schoolteams hebben hier in 2018 een scholing voor gevolgd. Het werken met individuele ontwikkelingsplannen of kind-werkdossiers (waarbij per leerling de doelen, de ontwikkelingen en beoogde opbrengsten in een breder kader worden vastgesteld) wordt daarmee steeds verder ingevoerd. Het belangrijkste gegeven is immers of een leerling voldoende gegroeid is op zijn of haar niveau. Dit vraagt van leerkrachten dat zij steeds meer methode- onafhankelijk kunnen werken en reken- en taaldoelen kunnen verweven in hun totale onderwijsaanbod. Om dit praktisch uitvoerbaar te maken worden maken leerkrachten steeds vaker gebruik van de ondersteuning van onderwijsassistenten of leerkrachtondersteuners.

2. Wetenschap en techniek Wetenschap en technologie (W&T) maken nieuwsgierig en stimuleren kinderen om creatief, kritisch en ondernemend te zijn, op onderzoek uit te gaan en oplossingen te bedenken. Het zijn die vaardigheden en attitude die kinderen nu en in de toekomst nodig hebben. Daarom hebben we in 2017-2018 een begin gemaakt met het aanbieden van een ‘leerlijn’ binnen de STWT Academie. We investeren in het versterken van het netwerk van scholen/leerkrachten dat handen en voeten geeft aan W&T in de scholen. We werken daarin samen met de iPabo Amsterdam.

3. Talentontwikkeling Met plusgroepen of een gericht aanbod binnen de klas en een bovenbestuurlijk aanbod buiten de school (de Day A Weekschool) wordt expliciet ingespeeld op de onderwijsbehoeften van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Leerlingen worden periodiek gescreend en er is een aanbod van verrijkend materiaal. Basisschool De Horizon biedt sinds augustus 2016 een gericht fulltime onderwijsprogramma aan voor hoogbegaafde leerlingen. Dit aanbod wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Naast aandacht voor de cognitieve talenten van kinderen, staat een brede talentontwikkeling voor alle kinderen centraal. Scholen bieden een breed programma op het gebied van bewegen en creatieve vorming. Muziek, dansen, drama, beeldende vorming maken deel uit de doorgaande leerlijnen. Zoveel mogelijk wordt gebruik gemaakt van vakdocenten en inspirerende voorbeelden uit de wijk.

4. Cultuureducatie in het onderwijs Scholen geven op uiteenlopende manieren inhoud aan het cultuuronderwijs. Zo vinden er museumbezoeken plaats, is er een lesaanbod van de muziekschool of het leerorkest. Amsterdam heeft als stad een breed cultureel aanbod. Toch komen veel kinderen uit Nieuw West daarmee van huis uit niet mee in aanraking. Juist ons onderwijs kan daarin het verschil maken. Daarom gaan scholen regelmatig op excursie in de eigen stad, bezoeken musea, zoals het Rijksmuseum of het Anne Frank huis. Ook de gedeelde geschiedenis heeft een belangrijke plaats. Veel scholen bezoeken bijvoorbeeld het verzetsmuseum. Omdat de culturele diversiteit op onze scholen groot is, wordt stilgestaan bij de culturele en religieuze achtergrond van onze leerlingen. Feesten uit verschillende culturen worden in de scholen gevierd. Ook ouders worden daarbij betrokken

5. Professionalisering van leerkrachten en schoolleiders Scholen faciliteren hun medewerkers om bij elkaar op (les-)bezoek te gaan en elkaar van feedback te voorzien. Diverse leerkrachten en directies hebben opleidingen gevolgd. Voorbeelden hiervan zijn: de leergangen pedagogisch tact (en leiderschap), wetenschap en Techniek, NT2, mindfulness kindertrainer, workshop lerende organisatie (gedeelde visie, persoonlijk meesterschap, teamleren, mentale modellen, systeemdenken) Alle startende leerkrachten en startende directeuren worden intensief begeleid door een (beeld-)coach. Periodiek worden ontwikkelgesprekken gevoerd en elke leerkracht wordt eens in de vier jaar beoordeeld.

20190605 Jaarverslag 2018 - 41579 Stichting Westelijke Tuinsteden Pagina 79