Grip Op Het Groene Hart
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Grip op het Groene Hart Grip op het Groene Hart Vervolgonderzoek Amsterdam , augustus 2013 Voorwoord Mijn wereld is voor jou ontworpen voorbij de steden en voorbij de dorpen in ’t eenzaamste van het polderland wonen wij samen, in een groen verband (‘Voor jou ontworpen’ - Henk Kooijman)1 Het is zeer aangenaam om in het Groene Hart te zijn. In contrast met de ring van omliggende steden onderscheidt het Groene Hart zich door openheid, rust en stilte. Het veenweidegebied, de vele slootjes en sloten, grote plassen en pittoreske lintbebouwing zijn allemaal karakteristiek voor dit unieke gebied. Het Groene Hart staat echter onder druk. Er is sprake van conflicterende belangen. Zo komen recreanten er genieten van rust en stilte, maar is economische activiteit ook van belang voor de vitaliteit van het gebied. Vele partijen beconcurreren elkaar om de schaarse ruimte. In maart 2009 publiceerde de Randstedelijke Rekenkamer het rapport „Groene Hart – Een haalbare kaart?‟. Daarin concludeerden wij dat - hoewel er belangrijke stappen waren gezet - verdere uitwerking van het gezamenlijke Groene Hart-beleid nodig was. Het belang daarvan is sindsdien alleen maar toegenomen, nu het Rijk het Groene Hart niet meer als Rijkstaak beschouwt en de verantwoordelijkheid voor de bescherming en versterking van het Groene Hart bij de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland heeft gelegd. Reden te meer om te onderzoeken op welke wijze de provincies gevolg hebben gegeven aan onze aanbevelingen uit 2009. Ons onderzoek wijst uit dat de drie provincies de overgenomen aanbevelingen uit het vorige onderzoek onvoldoende hebben opgevolgd. Wij constateren dat de grip op het Groene Hart nu onvoldoende is gewaarborgd. Een goede bescherming van het Groene Hart is nog altijd een „haalbare kaart‟. Echter: dat vergt de nodige aandacht en actie van de drie provincies. Wij danken alle geïnterviewden hartelijk voor hun medewerking aan dit onderzoek. In het bijzonder bedanken wij Theo Jansen (www.fotowerken.nl) voor de foto‟s en Ronny Lassche (EduGIS/Vrije Universiteit) voor de kaart van het Groene Hart op de omslag. Dit onderzoek is uitgevoerd door Vincent van Stipdonk (projectleider), Loes van den Broek (onderzoeker), Dharma Tjiam (onderzoeker) en Gerth Molenaar (directielid). dr. ir. Ans Hoenderdos – Metselaar MBA bestuurder/directeur Randstedelijke Rekenkamer. 1 Henk Kooijman (2009) Waar ik ook ben, ik draag mijn weiland mee. Het Groene Hart in 654 gedichten, Uitgeverij Toth. 1 Inhoudsopgave Conclusies en aanbevelingen ............................................................................................................... 5 Reactie Gedeputeerde Staten .............................................................................................................11 Nawoord Rekenkamer ..........................................................................................................................13 1. Aanleiding en achtergrond ........................................................................................................19 1.1 Aanleiding .....................................................................................................................................19 1.2 Achtergrond: Rijksbeleid ..............................................................................................................19 2. Probleemstelling, onderzoeksvragen en afbakening .............................................................21 2.1 Probleemstelling ...........................................................................................................................21 2.2 Onderzoeksvragen .......................................................................................................................21 2.3 Onderzoeksmethode ....................................................................................................................23 2.4 Afbakening ...................................................................................................................................23 2.5 Leeswijzer ....................................................................................................................................24 3. Besluitvorming ...........................................................................................................................25 3.1 Behandeling rapport in 2009 ........................................................................................................25 4. Organisatie ..................................................................................................................................27 4.1 Continuering interprovinciale samenwerking ...............................................................................27 5. Beleidsontwikkeling ...................................................................................................................31 5.1 Uitwerking en gebruik kernkwaliteiten ..........................................................................................31 5.2 Provinciale belangen in structuurvisie Utrecht .............................................................................34 5.3 Evaluatie verankering Voorloper in structuurvisies en verordeningen .........................................36 5.4 Uitwerking gebiedsgerichte beleidsstrategieën in structuurvisies ................................................39 6. Beleidsuitvoering .......................................................................................................................47 6.1 Belangenafweging bij besluiten over Groene Hart .......................................................................47 6.1.1 Casus Hoef en Haag .................................................................................................................... 47 6.1.2 Casus Windmolens aan de randen van het Groene Hart ............................................................. 50 6.1.3 Casus Glastuinbouw Nieuwkoop .................................................................................................. 53 6.2 (Financiële) prikkels voor Groene Hart-beleid .............................................................................56 6.3 Inventarisatie geldende bestemmingsplannen Noord-Holland ....................................................57 6.4 Nagaan nieuwe bestemmingsplannen in lijn met structuurvisie ..................................................59 6.5 Verplichting gebruik Kwaliteitsatlas ..............................................................................................62 7. Beleidsverantwoording .............................................................................................................65 7.1 Monitorsysteem Groene Hart .......................................................................................................65 7.2 Inzicht in beoogde effecten ..........................................................................................................68 7.3 Inzicht in actuele gegevens ..........................................................................................................71 3 8. Financiering ................................................................................................................................75 8.1 Overzicht investeringsbehoefte icoonprojecten ...........................................................................75 BIJLAGE A Rapport "Het Groene Hart - Een haalbare kaart? Conclusies en aanbevelingen .....79 BIJLAGE B Lijst van geraadpleegde bronnen ..................................................................................83 BIJLAGE C Lijst van geïnterviewde en/of geraadpleegde personen .............................................87 4 Conclusies en aanbevelingen In 2009 onderzocht de Rekenkamer welke ruimtelijke ontwikkelingen zich in het Groene Hart hebben voorgedaan en welke aandachtspunten voor het Groene Hart-beleid kunnen worden afgeleid uit eerder onderzoek. Dat resulteerde in het rapport “Groene Hart – Een haalbare kaart?” met elf aanbevelingen (zie bijlage A). Het huidige onderzoek gaat na hoe deze aanbevelingen zijn uitgevoerd door de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Sinds het vorige onderzoek is de context van het Groene Hart sterk gewijzigd: het Groene Hart is niet langer Nationaal Landschap, waardoor de zorg voor het Groene Hart – en dan met name de coördinatie van het Groene Hart-beleid – meer dan voorheen op de provincies is komen te rusten. De provincies hebben het gezamenlijke Groene Hart-beleid gehandhaafd. Dit onderzoek heeft het volgende doel: Met de uitkomsten van het onderzoek willen we PS handvatten bieden om het Groene Hart-beleid verder te verbeteren en effectiever te maken. Daarvoor maakt de Rekenkamer inzichtelijk hoe de provincie gevolg heeft gegeven aan de aanbevelingen van het onderzoek ‘Groene Hart – een haalbare kaart?’ (2009) en hoe het nu gaat met het Groene Hart-beleid en de uitwerking daarvan. De centrale onderzoeksvraag is: Op welke wijze is gevolg gegeven aan de in 2009 overgenomen aanbevelingen en hoe is het Groene Hart-beleid momenteel vormgegeven en uitgewerkt? De centrale onderzoeksvraag is uitgewerkt in 14 deelvragen (zie hoofdstuk 2). Deze vragen zijn afgeleid uit de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek uit 2009. Net als het vorige onderzoek, richt dit onderzoek zich op het gezamenlijke Groene Hart-beleid van de drie provincies. Het onderzoek brengt niet in kaart welk sectoraal beleid van het Rijk of de provincies van invloed is op de ontwikkelingen in het Groene Hart. Ook is het van belang